Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde...

21
Van der Kolk Advies Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy Noord-Nederland door vermindering van belemmerende regeldruk Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 [email protected]

Transcript of Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde...

Page 1: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

Van der Kolk Advies

Invulling experimenteerzone stimulering bio-based

economy Noord-Nederland door vermindering van

belemmerende regeldruk

Verloop van het project en geleerde lessen

Van der Kolk Advies 14 mei 2014

035 – 6669873

[email protected]

Page 2: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

1

Inhoudsopgave

pagina

Samenvatting en geleerde lessen

1. Inleiding 4

2. Inhoud en verloop van het project 5

Fase 1 5

Fase 2 6

Fase 3 8

3. Geleerde lessen 10

Bijlagen

1. Green deal Kamer van Koophandel Noord-Nederland

2. Deelnemers aan het project

3. Financieel bijdragende partijen

Page 3: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

2

Samenvatting en geleerde lessen Op initiatief van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland is in samenwerking

met de ministeries van Economische Zaken en Binnenlandse zaken en

Koninkrijksrelaties het initiatief genomen tot het bewerkstelligen van een

experimenteerzone in Noord-Nederland, waarin belemmeringen voor biobased

bedrijfsactiviteiten zijn weggenomen, met behulp van het programma "Ruimte voor

regels". Daarover is vervolgens een Green Deal gesloten. De belemmeringen zijn in

kaart gebracht en er zijn oplossingen gegenereerd. Tevens is de aard en de omvang

van de biobased activiteiten in de regio in kaart gebracht. In het onderhavige rapport

is het verloop van het project geanalyseerd, op basis waarvan lessen zijn

geformuleerd.

De inventarisatie heeft geresulteerd in een 12-tal case beschrijvingen met een 40-tal

belemmeringen. De knelpunten zijn nader juridisch ingedeeld en geanalyseerd. Algemene conclusie is, dat voor vrijwel alle belemmeringen in beginsel een oplossing

voorhanden is binnen de ruimte die bestuurders hebben binnen bestaande

regelgeving. De meeste knelpunten hebben betrekking op een bepaalde activiteit, los

van de locatie. Enkele knelpunten hebben betrekking op de locatie

(bestemmingsplannen). De oplossing van de meeste knelpunten wijst daarmee niet

zozeer in de richting van een zone met een apart regime voor regelgeving.

Overigens sluiten de knelpunten aan bij de knelpunten die in eerdere studie zijn

gesignaleerd.

Aan de hand van de gegenereerde oplossingen lopen contacten met enkele van de

bedrijven die hebben deelgenomen aan het project om de door hen aangedragen cases

verder te brengen.

Uit de inventarisatie van de aard en de omvang van biobased bedrijfsactiviteiten bleek

ruwweg berekend een jaarlijkse omzet van € 4,6 mld. Daarvan is ruim € 200 mln. te

relateren aan bedrijven waar zich de gesignaleerde knelpunten voordoen.

Met de resultaten van het project zijn mede verbindingen te leggen met gerelateerde

initiatieven in noord Nederland.

De belangrijkste geleerde lessen zijn:

1. Zorg vooraf voor voldoende commitment van overheden en bedrijven op

bestuurlijk niveau om niet alleen het onderzoek uit te voeren, maar vooral om de

resultaten werkelijk toe te passen. Zorg voor voldoende betrokkenheid tijdens het

project van stakeholders die essentieel zijn bij het realiseren van het uiteindelijke

doel.

2. Leiderschap, visie en durf van hoofdrolspelers zijn belangrijk voor het

implementeren van de resultaten van het project en het creëren van de juiste context.

3. Houd rekening met de context van het project:

- binnen bedrijven: wat is de urgentie, wat is het potentieel en zijn er meer

voorwaarden die moeten worden vervuld dan alleen het oplossen van de knelpunten

waarop het onderzoek is gericht (de micro context)?

Page 4: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

3

- in de buitenwereld: de relatie en de mogelijke synergie met gerelateerde projecten

(de macro context).

4. Ga in de fase van inventarisatie bij bedrijven na of zij de voorgenomen activiteit

waarbij zich belemmeringen in regelgeving voordoen ook werkelijk gaan

concretiseren als er zicht is op oplossing van de belemmeringen.

5. Zorg voor de juiste inzet van de juiste deskundigheid per activiteit in het project,

zodat de resultaten daarvan bij de essentiële stakeholders worden erkend.

6. Pas de oorspronkelijke uitgangspunten en concepten uit de initiatieffase van het

project waar zinvol aan op basis van de resultaten (in het onderhavige geval: in plaats

van een "experimenteerzone", per geval oplossingen toepassen binnen de kaders van

de bestaande regelgeving, met mogelijk een enkele maatwerk afwijkingen van de

regels).

Page 5: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

4

1. Inleiding

In juli 2012 is door de Kamer van Koophandel Noord-Nederland een project gestart

met als doel te komen tot de invulling van een experimenteerzone ter stimulering van

de bio-based economy in Noord-Nederland door vermindering van belemmerende

regeldruk. Achtergrond en aanleiding voor het project zijn de kansen die in Noord-

Nederland in beeld zijn en belemmeringen die daarbij zijn gesignaleerd.1 Het project

is gericht op de regio Eemsdelta – Oldambt – Veenkoloniën. De beoogde

uitvoeringstermijn was juli 2012 – medio 2013.

Het project is ondersteund met een Green deal tussen de Kamer en de Rijksoverheid

(bijlage 1). Vanuit het Rijk bezien was het mede van belang dat het project

oplossingen en leerpunten oplevert die elders kunnen worden gebruikt. Het project

past voorts in de "Right to challenge" en "Ruimte voor regels" aanpak vanuit het

ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

In dit rapport is de inhoud en het verloop van het project weergegeven en de daarvan

geleerde lessen, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De

toepassing van de resultaten van het project loopt nog.

De opsteller van dit rapport heeft alle bijeenkomsten van de projectgroep bijgewoond

en gedurende het project diverse bilaterale gesprekken gevoerd met de projectleider,

vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken, SIRA Consulting

(externe adviseur) de NOM en de provincie Groningen. Verder is gebruik gemaakt

van alle relevante projectdocumentatie en opgeleverde rapporten.

1 - De bio-based economy in Noord-Nederland. Chemie ontmoet agro, NOM, dec. 2011

- Botsende belangen in de bio-based economy. Een inventarisatie en een analyse van de belemmeringen in de

transitie naar een bio-based economy. SIRA, nov. 2011

- Een punt op de horizon. Aanzet voor een intersectoraal Businessplan Bio-based Economy, Werkgroep -

Businessplan Bio-based Economy, juni 2011

- Een verkenning van de (juridische) belemmeringen in de ontwikkeling van de bio-based economy in

Nederland, KNN/Pro Facto, juli 2011

Page 6: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

5

2. Inhoud en verloop van het project

De Kamer van Koophandel Noord-Nederland heeft een projectleider ter beschikking

gesteld, de heer Van Zanten. De projectleider werd ondersteund door een

Klankbordgroep, waarin betrokken partijen zitting hadden. Tevens namen externe

adviseurs deel aan de vergaderingen, alsmede uitvoerders van de verschillende fasen

respectievelijk deelonderzoeken van het project (Bijlage 2). De Klankbordgroep heeft

viermaal vergaderd. Het project is financieel ondersteund door een elftal partijen

(bijlage 3).

Het project bestond uit een drietal fasen:

1. In kaart brengen van regeltechnische belemmeringen en knelpunten.

2. Analyse en genereren van oplossingen voor de aangetroffen belemmeringen en

knelpunten.

3. Bevordering van de realisatie van de oplossingen.

Fase 1: In kaart brengen van Regeltechnische belemmeringen en knelpunten Deze fase is uitgevoerd door de heer Rodenhuis van Van Hall Larenstein. De heer

Rodenhuis heeft een technische en bedrijfskundige achtergrond.

Voor de uitvoering van fase 1 is een projectplan opgesteld.2 In eerste instantie zijn

circa 30 bedrijven schriftelijk benaderd door de Kamer van Koophandel; 4 bedrijven

hebben aangegeven mee te willen werken aan het onderzoek. Vervolgens zijn nog

circa 120 bedrijven en andere partijen per email of telefonisch benaderd. Dat heeft

uiteindelijk geresulteerd in een 30-tal interviews en een 12-tal case beschrijvingen,

waaruit ruim 40 belemmeringen naar voren zijn gekomen.

De belemmeringen zijn aangegeven per innovatiesysteem. Daarbij is aangegeven wat

het stadium is van de cases in termen van voortschrijdende realisatie van de

innovatie, in de vorm van een viertal opeenvolgende "innovatiemotoren" (met tussen

haakjes het aantal motoren respectievelijk belemmeringen per motor):

1. Kennismotor, welke gericht is op kennisontwikkeling en kennisdeling (deze motor

kwam niet voor in het onderzoek).

2. Ondernemersmotor (9), welke gericht is op het ontwikkelen van

toepassingsgerichte kennis door middel van pilotprojecten (10 belemmeringen).

3. Systeemopbouwmotor (11), welke gericht is op commercialisering van een

technologie in een niche via een bedrijfsmodel (25 belemmeringen).

4. Marktmotor (5), welke gericht is op optimalisatie van de markt (9 belemmeringen).

2 Plan van aanpak Invulling experimenteerzone stimulering biobased economy door verminderen regeldruk, fase

1, E.J Rodenhuis, F. W. Visser, Leeuwarden, 10 oktober 2012.

Page 7: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

6

Schematisch als volgt weer te geven.

Behalve de kennismotor komen alle stadia van innovatie voor, met belemmeringen in

elk van de stadia (met een accent op de systeemopbouwmotor).

Er zijn uitgebreide case beschrijvingen opgesteld, die echter om redenen van

vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie niet ter beschikking konden worden gesteld.

De indruk van de Projectgroep was, dat de resultaten van de inventarisatie een

representatief beeld geven van de belemmeringen in de biobased activiteiten in noord

Nederland.

De aard van de belemmeringen liggen op de volgende terreinen:

- bestemmingsplannen

- bouwbesluit

- meststoffenwetgeving

- afvalstoffenwetgeving

- milieuvergunningen

De meeste belemmeringen zijn niet locatie gebonden; enkele wel, met name het niet

kunnen ontplooien van industriële activiteiten in agrarische bestemde gebieden.

Aan het einde van fase 1 is een nieuwsbrief aan financiers en belanghebbenden

gezonden.

Fase 2: Analyse en genereren van oplossingen voor de aangetroffen belemmeringen en knelpunten. Juridische analyse

In fase 2 is door de bureaus Lexnova en Pro Facto een juridische analyse gemaakt van

de belemmeringen en zijn oplossingsrichtingen aangegeven3. Tevens is de aard en de

omvang van de biobased economy in de noordoostelijke regio geïnventariseerd.4

In de juridische analyse is per belemmering de wettelijke grondslag aangegeven en

een juridische analyse gemaakt. Vervolgens zijn aan de hand van de volgende criteria

3 Invulling experimenteerzone stimulering biobased economy door vermindering regeldruk, regio Eemsdelta,

Opdampt en Veenkoloniën, Eindrapportage fase 2, G.Blekkenhorst, F.W. Visser, H.B. Winter, T.A. Pals,

Lexnova en Pro Facto, Groningen, juni 2013 4 De aard en omvang van de Bio-based Economy in de Noordoostelijke regio, G. de Jong, W.A. Veele, G.J.W.

Euverink, Rijksuniversiteit Groningen, juni 2013

Page 8: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

7

de cases geselecteerd die zich het beste lenen voor een succesvol vervolg:

- De ondervonden belemmering moet zijn gelegen in regelgeving, anders gezegd; er

moet sprake zijn van een juridische belemmering.

- De ondervonden belemmering moet zijn gelegen in regelgeving op lokaal,

provinciaal of nationaal niveau.

- De ondervonden belemmering wordt bij voorkeur door twee of meer bedrijven in

de regio Eemsdelta, Oldambt en Veenkoloniën ondervonden.

- De ondervonden belemmering geldt specifiek voor activiteiten die tot de biobased

economy worden gerekend en niet voor allerlei andere activiteiten die daar niet toe

behoren. Tevens zijn in algemene zin oplossingsrichtingen aangegeven, in de vorm van de

Crisis- en herstelwet, mogelijkheden voor tijdelijke afwijkingen van

bestemmingsplannen en regels, wijziging of schrappen van regels, gedogen en

instelling van een gebied met bepaalde vrijheidsgraden.

Ten slotte zijn deze oplossingsrichtingen gekoppeld aan de belemmeringen.

Over de juridische uitleg van en mogelijke oplossingen voor enkele belemmeringen is

tussentijds contact gelegd met de ministeries van Infrastructuur en milieu

respectievelijk Economische Zaken.

Algemene conclusie is, dat voor vrijwel alle knelpunten in beginsel een oplossing

voorhanden is. De meeste knelpunten hebben betrekking op een bepaalde activiteit,

los van de locatie. Enkele knelpunten hebben betrekking op de locatie

(bestemmingsplannen). De oplossing van de meeste knelpunten wijst daarmee niet

zozeer in de richting van een zone met een apart regime voor regelgeving.

Overigens sluiten de knelpunten aan bij de knelpunten die zijn gesignaleerd in de

studie "Botsende belangen in de biobased economy"1.

Inventarisatie biobased bedrijfsactiviteiten

De inventarisatie van de biobased activiteiten in de noordelijke regio Groningen,

Friesland en Drenthe) omvat het aantal en de omvang van de bedrijven respectievelijk

kennisinstellingen, gegroepeerd in de systematiek van de Boston Consulting Group

(zie volgende pagina).

Page 9: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

8

De omvang is weergegeven in fte en – aan de hand van omzet per fte per SBI code –

in geld. Daarbij is een schatting gemaakt van het aandeel biobased activiteiten per

bedrijf.

In totaal zijn 233 bedrijven en 69 instellingen aangetroffen. De ruwe indicatie van de

omzet per jaar van de bedrijven is € 4,6 mld. Daarvan is ruim € 200 mln. te relateren

aan bedrijven waar zich de gesignaleerde knelpunten voordoen.

Fase 3: Bevordering van de realisatie van de oplossingen. Op basis van de resultaten van de fasen 1 en 2 zijn in de Klankbordgroep diverse

voorstellen gedaan voor het invullen van fase 3. De volgende activiteiten hebben

plaatsgevonden.

- De onderzoeksrapporten5 zijn toegezonden aan alle betrokken bedrijven en

overheden (provincies Groningen en Drenthe, gemeenten Oldambt en Emmen). Hier

is weinig reactie op gekomen.

- De overheden zijn verzocht om pro actief in te zetten op opheffing van de

belemmeringen. Resultaten daarvan zijn niet bekend. Vermoedelijk zal dit pas

gestalte kunnen krijgen aan de hand van concrete acties van bedrijven.

5 a. Invulling experimenteerzone stimulering biobased economy door vermindering regeldruk, regio Eemsdelta,

Oldambt en Veenkoloniën, Eindrapportage fase 2, G.Blekkenhorst, F.W. Visser, H.B. Winter, T.A. Pals,

Lexnova en Pro Facto, Groningen, juni 2013

b. De aard en omvang van de Bio-based Economy in de Noordoostelijke regio, G. de Jong, W.A. Veele, G.J.W.

Euverink, Rijksuniversiteit Groningen, juni 2013

Page 10: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

9

- De onderzoeken zijn gepubliceerd en hebben aandacht gekregen in diverse media en

op het congres Biobased economy – Dagen in de Eemsdelta (11 oktober 2013).

- Oplossing van een vijftal cases door opneming in de Crisis- en herstelwet. Dit is niet

gelukt omdat bedrijven er niet in slaagden de cases voldoende concreet te maken.

- Er is nader contact geweest vanuit de Kamer van Koophandel met alle bedrijven die

bereikt konden worden over de actualiteit van de belemmeringen en de bereidheid

mee te werken aan de oplossing daarvan. Dit heeft geleid tot nader overleg met

enkele bedrijven, maar nog niet tot concrete actie vanuit de bedrijven richting

partijen die de knelpunten kunnen oplossen.

- Er is een werkgroep ingesteld van regionale overheden en de NOM om de invulling

van fase 3 gestalte te geven. De werkgroep heeft eenmaal vergaderd in augustus 2013.

-

Door reorganisatie van de Kamer van Koophandel was met ingang van eind 2013 een

rol vanuit de Kamer niet meer mogelijk. Het project is overgedragen aan de NOM. De

NOM heeft met een selectie van bedrijven nader contact gezocht. Ook dat heeft op

het moment van schrijven van dit rapport (april 2014) nog niet geleid tot het

bewerkstelligen van oplossingen voor de belemmeringen in een of meer van de cases,

maar er zijn duidelijke kansen geformuleerd.

Page 11: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

10

3. Geleerde lessen

Uit het project valt een groot aantal lessen te leren. De lessen zijn gegroepeerd in een

aantal sub paragrafen. Ter illustratie is steeds aangegeven wat de relatie is met het

onderhavige project. Hierna eerste de belangrijkste lessen.

Belangrijkste lessen 1. Zorg vooraf voor voldoende commitment van overheden en bedrijven op

bestuurlijk niveau om niet alleen het onderzoek uit te voeren, maar vooral om

de resultaten werkelijk toe te passen. Zorg voor voldoende betrokkenheid

tijdens het project van stakeholders die essentieel zijn bij het realiseren van

het uiteindelijke doel.

2. Leiderschap, visie en durf van hoofdrolspelers zijn belangrijk voor het

implementeren van de resultaten van het project en het creëren van de juiste

context.

3. Houd rekening met de context van het project:

- binnen bedrijven: wat is de urgentie, wat is het potentieel en zijn er meer

voorwaarden die moeten worden vervuld dan alleen het oplossen van de

knelpunten waarop het onderzoek is gericht (de micro context)?

- in de buitenwereld: de relatie en de mogelijke synergie met gerelateerde

projecten (de macro context).

4. Ga in de fase van inventarisatie bij bedrijven na of zij de voorgenomen

activiteit waarbij zich belemmeringen in regelgeving voordoen ook werkelijk

gaan concretiseren als er zicht is op oplossing van de belemmeringen.

5. Zorg voor de juiste inzet van de juiste deskundigheid per activiteit in het

project, zodat de resultaten daarvan bij de essentiële stakeholders worden

erkend.

6. Pas de oorspronkelijke uitgangspunten en concepten uit de initiatieffase van

het project waar zinvol aan op basis van de resultaten (in het onderhavige

geval: in plaats van een "experimenteerzone", per geval oplossingen toepassen

binnen de kaders van de bestaande regelgeving, met mogelijk een enkele

maatwerk afwijkingen van de regels).

Initiatief Er zal altijd een initiatiefnemer zijn. Relevant is helder in beeld te hebben vanuit

welke aanleiding het initiatief is ontstaan, of sprake is van overlapping met andere

initiatieven, wiens belangen met het initiatief worden gediend en of de

initiatiefnemer de meest aangewezen partij is om het project te managen en/of uit te

voeren (zowel qua management capaciteiten, inhoudelijke deskundigheid, als

acceptatie/gunning van de beoogde rol door de belangrijkste stakeholders).

Van de initiatiefnemer zal worden verwacht dat hij de visie, het doel, de afbakening,

de te betrekken partijen en hun rollen, de financiering, de aanpak en de beoogde

resultaten vorm geeft, al dan niet met inschakeling van derden. Deze punten komen

Page 12: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

11

hierna aan de orde. Cruciaal is dat de visie etc. wordt afgestemd met de belangrijkste

stakeholders. Van bijzonder belang daarbij is het verkrijgen van bestuurlijk draagvlak,

niet alleen voor onderzoek en analyse, maar vooral ook commitment vooraf voor het

realiseren van wat uiteindelijk met het project wordt beoogd: het wegnemen van

knelpunten bij de ontwikkeling van biobased activiteiten bij ondernemingen

(Belangrijkste lessen 1 en 2).

Initiatiefnemer was de Kamer van Koophandel Noord-Nederland. Een notitie over de

focus en essentie van het project en een deels uitgewerkt projectplan is medio 2012

besproken in een breed overleg met relevante partijen. Het bestuurlijk commitment

vooraf lijkt vooral te zijn gegeven voor de onderzoeksfase.

Visie De visie op het project dient in de eerste plaats te omvatten wat met het project wordt

beoogd, binnen welke context dat plaatsvindt, wat de urgentie is van oplossingen en

wat de relatie is met eventuele andere initiatieven waarmee raakvlakken bestaan.

Daarbij is zeker van belang een goed beeld te hebben van wie wat wordt verwacht,

zoals in het onderhavige project: "bedrijven moeten het doen, overheden moeten het

mogelijk maken"(belangrijkste les 2).

In het project werd beoogd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van biobased

activiteiten in noordoost Nederland. De analyses, oplossingen en implementatie

dienen in relatie tot de macro en micro context te worden bezien (Belangrijkste les 3)

De macro context betreft activiteiten op rijksniveau (zoals in dit geval de

Hoofdlijnennotitie biobased economy, het Topsectorenbeleid) en noordoost

Nederland als regio met veel agrarische activiteiten en biobased industrieën en

kennisinstellingen, waar blijkens voorafgaande onderzoeken potentieel voor verdere

ontwikkeling aanwezig is (o.a. Roadmap Biobased economy Noord Nederland;

Perspectieven door kracht, Advies van de Commissie landbouw Veenkoloniën).

Andere initiatieven in de regio waren in het onderhavige geval onder andere

Eemsdelta Green en de Groene havenvisie van Groningen Seaport. Relevant is, gelijke

belangen en mogelijke synergiën te identificeren en uit te wisselen

De micro context betreft de omstandigheden bij bedrijven waar de knelpunten in

regelgeving zich voordoen, met name de betekenis van knelpunten in relatie tot de

urgentie en het economisch potentieel en de overige voorwaarden/op te lossen

knelpunten die doorslaggevend zijn voor de verdere ontwikkeling van de beoogde

biobased activiteiten (zoals bedrijfsstrategie, financiële middelen, kennis, urgentie).

Eventuele knelpunten in de regelgeving kunnen niet geïsoleerd worden bezien van

andere relevante factoren in bedrijven. Het is van groot belang bij bedrijven na te

gaan of zij de voorgenomen activiteit waarbij zich belemmeringen in regelgeving

voordoen ook werkelijk gaan concretiseren als er zicht is op oplossing van die

belemmeringen (Belangrijkste les 4).

Page 13: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

12

Doel Zoals bij elk project is een duidelijke, specifieke doelstelling noodzakelijk, met een

verbinding naar de bredere context en voldoende flexibiliteit om het doel te kunnen

bijsturen afhankelijk van tussentijdse resultaten.

In het project was dat het identificeren van juridische knelpunten, het identificeren

of genereren van oplossingen daarvoor en het bevorderen van de implementatie

daarvan bij de ontwikkeling van biobased activiteiten. Uitgangspunt was de realisatie

van een "experimenteerzone", een geografische gedefinieerd gebied, waarbinnen

regels zouden kunnen worden aangepast of waarvan al dan niet tijdelijk onder

voorwaarden zou kunnen worden afgeweken. Uit de inventarisatie bleek dat de

meeste knelpunten niet geografisch gebonden zijn, maar van algemene aard zijn (met

name de afvalstoffenstatus en de beperkingen op basis van de mest-en bouwstoffen

regelgeving). Enkele knelpunten hebben betrekking op de lokale situatie:

bestemmingsplannen en vergunningen.5a In veel gevallen bieden regelgeving en

plannen mogelijkheden tot oplossingen.

Afbakening Een duidelijke afbakening is nodig naar geografie, soorten te onderzoeken

activiteiten, en de relatie/complementariteit met andere aanpalende projecten.

Hierboven is voor het onderhavige project al aangegeven dat het om noordoost

Nederland en industriële biobased activiteiten ging. Een relatie met verwante

projecten is minder duidelijk gelegd.

Te betrekken partijen en hun rollen De te betrekken partijen zouden naast de initiatiefnemer in elke geval moeten zijn:

- (representanten van) de te onderzoeken organisaties (i.c. bedrijven);

- organisaties met een doorslaggevende rol in het oplossen van knelpunten in

regelgeving (i.c. rijk, provincies en gemeenten);

- relevante stakeholders met invloed op de realisatie van oplossingen;

- vertegenwoordigers van nauw gerelateerde projecten.

Deelnemers aan het project zijn weergegeven in bijlage 2. Bedrijven (Suikerunie),

provincies en gemeenten (Agenda voor de Veenkoloniën, Oldambt)bleken beperkt

vertegenwoordigd.

De financiering In de eerste plaats dienen vanzelfsprekend de financiële middelen in

overeenstemming te zijn met het beoogde doel, de afbakening, de aanpak en de

beoogde resultaten. Cruciaal is dat de primair belanghebbende partijen een

betekenisvol aandeel in de financiering bijdragen.

In het onderhavige project heeft een groot aantal bedrijven financieel bijgedragen

Page 14: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

13

(bijlage 3). Bedrijven zijn de primaire belanghebbenden. Van hen was circa 5% van de

bijdragen afkomstig (met daarnaast 20% van overkoepelende organisaties van

bedrijven, i.c. de Kamer van Koophanden en LTO).

Aanpak

Binnen de aanpak is een onderscheid gemaakt naar projectstructuur, proces en

inhoud.

Projectstructuur

Een heldere projectstructuur waarbij eenvoud en overzichtelijkheid voorop staan is

een belangrijk element voor het welslagen van projecten. Vele varianten zijn

mogelijk. Het is aan de initiatiefnemer dit vooraf te doordenken en draagvlak te

verkrijgen voor de passende structuur.

In het onderhavige project was bij de start alleen sprake van een projectgroep van

vertegenwoordigers van belanghebbende partijen. Een half jaar later is het

projectmanagement verder uitgewerkt in de vorm van een stuurgroep van

belanghebbenden en financiers (later omgedoopt tot klankbordgroep) en een

projectgroep van projectleider en uitvoerders. De deelname aan de

stuurgroep/klankbordgroep stond open voor een groot aantal partijen, die wisselend

hebben deelgenomen (bijlage 2). De taken van de stuurgroep/klankbordgroep

respectievelijk projectgroep waren gedeeltelijk omschreven.

Proces

In de kern gaat het om wie wanneer welke stappen zet in een project, wie daarover

wordt geïnformeerd en/of bij wordt betrokken, in welke rol en met welk doel. Daarbij

gaat het niet alleen over de inhoud, maar ook over het genereren van aandacht voor

het project, het onderstrepen van de relevantie, expliciteren van wederzijdse

verwachtingen, bewaken van het draagvlak, het onderhouden van goede relaties,

afstemming met gerelateerde projecten etc. En over de juiste niveaus: bestuurlijk

respectievelijk ambtelijk. Kernpunt is de juiste betrokkenheid en het juiste

commitment van de essentiële stakeholders voor de realisatie van het uiteindelijke

doel.

In het project is gestart met een brede bijeenkomst op "ambtelijk" niveau. Buiten de

reguliere projectstructuur hebben tal van bilaterale contacten plaatsgevonden vanuit

de initiatiefnemer, i.c. de Kamer van Koophandel. Van een structurele bestuurlijke

betrokkenheid vanuit bedrijven en overheden is geen sprake geweest.

Inhoud

Kernpunt is te zorgen voor de juiste inzet van de juiste deskundigheid per activiteit in

het project, zodat er een goede aansluiting is tussen de ingezette deskundigheden in

de verschillende projectfasen en de resultaten per fase bij de essentiële stakeholders

Page 15: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

14

worden erkend (Belangrijkste les 5).

In het project lag in fase 1 het accent op het ophelderen bij een groot aantal bedrijven

van eventuele knelpunten in regelgeving in relatie tot de ontwikkeling van biobased

activiteiten. De "aanvliegroute" was niet zozeer knelpunten in bredere zin in relatie

tot die ontwikkelingen, met als specifiek aandachtspunt de rol van regelgeving.

Vanuit andere projecten waren al diverse knelpunten bekend6; die kennis is

gedeeltelijk gebruikt.

De ingezette deskundigheid lag sterk op het vlak van de ontwikkeling van biobased

activiteiten (innovatie), minder op het juridische respectievelijk

(bedrijfs)economische vlak.

In fase 2 volgde de analyse van knelpunten in de regelgeving en het genereren van

oplossingen, vanuit een juridische invalshoek. Bij de ingezette deskundigheid lag het

accent op academische expertise, minder op praktische expertise.

In fase 3 was het beoogde accent het bevorderen van de implementatie van

gegenereerde oplossingen. Overheden hebben hierbij weinig initiatief getoond, de

belangstelling vanuit bedrijven bleek beperkt, maar het entameren van bedrijven om

gewenste ontwikkeling van biobased activiteiten aan te pakken is nog niet afgerond.

In verband met reorganisatie van de Kamer van Koophandel heeft de NOM dit

overgenomen.

Gezien de tot nu toe beperkte realisatie van het uiteindelijke doel van het project,

bevorderen dat biobased activiteiten gaan plaatsvinden door belemmeringen in

regelgeving op te lossen, is het van belang reeds in de fase van inventarisatie van

activiteiten en belemmeringen na te gaan of bedrijven die activiteiten ook werkelijk

zullen doorzetten als er zicht is op oplossing van de belemmeringen.

Gaandeweg bleek behoefte aan meer inzicht in de aard en omvang van biobased

activiteiten in Noord Nederland, om de relevantie van de knelpunten en de oplossing

daarvan in een bredere contact te kunnen plaatsen. Dat leidde tot een inventarisatie

van die activiteiten7.

Een diepgaandere en kwantitatief onderbouwde studie, waarin idealiter de volgende

punten aan de orde komen, zou behulpzaam zijn geweest:

1. De biomassastromen en de omvang en waarde daarvan.

2. Beoogde eindproducten op basis van die biomassa stromen, Grootte van de

beoogde volumina (in eerste instantie en het verdere potentieel) en waarde

van het volume aan eindproducten.

3. Beknopte beschrijving van de keten per producttype: herkomst biomassa, be-

/verwerking, eindproduct, afzetmarkt. Beoogde geografische plaats waar welke

activiteit uit de keten zal plaatsvinden.

6 Met name: Botsende belangen in de biobased economy, SIRA Consulting in opdracht van het ministerie van

economische zaken, landbouw en innovatie, november 2011, Nieuwegein 7 De aard en omvang van de Bio-based Economy in de Noordoostelijke regio, G. de Jong, W.A. Veele, G.J.W.

Euverink, Rijksuniversiteit Groningen, juni 2013

Page 16: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

15

4. Indeling van de beoogde productie activiteiten op basis van

ontwikkelingsstadium.

5. Schatting van de benodigde investeringen, opgesplitst conform ad. 3, voor de

verschillende activiteiten in de keten (zie 4).

6. Mate waarin financiering ad. 5 realiseerbaar is.

7. Voorziene uitbesteding naar andere bedrijven.

8. Schatting van de potentiële werkgelegenheid.

De gesignaleerde knelpunten zijn in fase 1 ingedeeld per type biobased activiteit

respectievelijk innovatiestadium (zie schema p. 4). In fase 2 zijn de knelpunten

ingedeeld naar de regelgeving waar zij uit voortvloeien. Andere indelingen kunnen

bruikbaar zijn met het oog op nadere analyse, aangrijpingspunten voor oplossingen,

mate van urgentie en relevantie en realiseerbaarheid van oplossingen. Het gaat dan

onder meer over:

- Aansluiting bij landelijke analyses: operationele, structurele, fundamentele en

botsende belemmeringen8;

- Al of niet lokaal gebonden;

- Betrekkingen hebbend op bestaande biobased activiteiten, uitbreiding van bestaande

activiteiten, vernieuwing van bestaande activiteiten of geheel nieuwe activiteiten.

- Op korte termijn/relatief eenvoudig op te lossen respectievelijk lange

termijn/complex.

- Al of niet ook elders gesignaleerde knelpunten.

- Mate waarin de oplossing van een knelpunt bijdraagt aan economisch potentieel.

- Betrekking hebbend op een bedrijf, een bedrijfsterrein, een cluster een keten.

- Mate van concreetheid.

- Mate van urgentie.

Resultaten De kern is hier dat de resultaten goed communiceerbaar zijn, (h)erkend worden en

ook werkelijk worden gebruikt. Het traject om tot de resultaten te komen is daarvoor

van wezenlijk belang, zoals hiervoor is aangegeven.

Aan het begin van het project is er doorgaans een beeld van het beoogde gebruik van

de resultaten. Het is van belang dat te vergelijken met de feitelijke resultaten. En te

bezien in welke kader de resultaten nog meer kunnen worden gebruikt.

Het resultaat van fase 2 van het project was een tweetal rapporten, respectievelijk

over de belemmeringen voor bombast activiteiten en inzicht in de omvang van die

activiteiten in Noord-Nederland. Het idee aan het begin van het project was een

"experimenteerzone", waarin afwijkingen van regels zijn toegestaan. De in kaart

gebrachte belemmeringen bleken zich echter meer te lenen voor het genereren van

oplossingen binnen de regelgeving en in enkele gevallen mogelijk maatwerk

8 Botsende belangen in de bio-based economy. Een inventarisatie en een analyse van de belemmeringen in de

transitie naar een bio-based economy. SIRA, nov. 2011

Page 17: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

16

afwijkingen (belangrijkste les 6). Dus onder andere niet persé een geografisch

afgebakende zone waarin afwijkingen mogelijk zijn.

De rapporten zijn breed verspreid onder betrokken overheden met het verzoek om

vervolgactie. De rapporten zijn eveneens aan alle betrokken bedrijven gezonden,

gevolgd door telefonisch contact met alle bedrijven en bezoeken aan enkele bedrijven

om tot een vervolg te komen. Op het moment van opstellen van dit rapport had dat

nog niet tot een concreet vervolg geleid.

Hiernaast geven de resultaten van fase 2 mogelijkheden voor verbinding met andere

activiteiten in Noord-Nederland gericht op bevordering van biobased activiteiten9; in

een aantal gevallen zijn verbindingen gelegd.

Er is geen gebruik gemaakt van de rijksinitiatieven "Ruimte voor regels" en "Right to

challenge". Pogingen om cases onder te brengen in de Crisis en herstelwet zijn niet

gelukt, omdat zij daartoe nog niet voldoende waren uitgewerkt.

9 Onder andere: Chemiecluster op stoom, Actieplan chemiecluster Eemsdelta, Werkgroep versterking

chemiecluster Eemsdelta, maart 2014 en de bijbehorende brief van de minister van Economisch Zaken aan de

Tweede Kamer d.d. 17 maart 2014.

Page 18: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

17

Bijlage 1

B-117 Green Deal van de Kamer van Koophandel, Noord-Nederland Betrokken partijen - Kamer van Koophandel, Noord-Nederland - Rijksoverheid

Beschrijving initiatief Het doel van deze Green Deal is het versterken van de mogelijkheden van technologische en economische ontwikkeling van de sector biobased economy in de regio Veenkoloniën-Eemsdelta. Hiervoor inventariseert en analyseert de Kamer van Koophandel (KvK), Noord-Nederland de belemmerende werking van bepaalde generieke en specifieke regelgeving op de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling in de sectoren agro economie, chemie, energie en bouw. De initiatiefnemer werkt voorstellen uit om deze belemmeringen te verminderen of op te heffen door verbetering van informatie en communicatie over de uitvoering en handhaving van regels en door het ontwikkelen van voorstellen tot wijziging of opheffing van regels. Verder bevordert de initiatiefnemer dat uitgewerkte voorstellen voor een experimenteerzone geïmplementeerd worden door overheden en dat hiervoor draagvlak bestaat bij maatschappelijke groeperingen en het bedrijfsleven. Geconstateerde belemmeringen voor deze Green Deal zijn: - Biogas wordt niet altijd als duurzaam beschouwd en als zodanig gereguleerd. - Organische reststromen (biomassa) vallen onder afvalregelgeving. - Covergisting stuit op belemmeringen in regelgeving over ruimtelijke ordening. - Er is vaak onduidelijkheid in bestemmingsplannen over biobased-economy-activiteiten. - Er is vaak onduidelijkheid over of bio-wkk een industriële of agrarische activiteit is. - Afvalstoffen- en meststoffenregelgeving conflicteren bij vergisten. - De regeling voor benutting van digestaat is ongunstig door typering als dierlijke mest. - De toepassing van ‘groene’ bouwmaterialen in relatie tot bouwvoorschriften. Om de groei van de biobased economy in Noord-Nederland te versterken, moet de Rijksoverheid waar mogelijk geconstateerde belemmeringen vanuit de regelgeving opheffen. Hierdoor kunnen technologische en economische factoren leidend worden voor het realiseren van nieuwe producten en processen in de biobased economy. De overheid kan de belemmeringen verminderen of opheffen door afschaffing, aanpassing en vernieuwing van regelgeving in een regio, toegesneden op specifieke proces- en productontwikkelingen in de biobased economy. Vervolgens kan dit uitgebreid worden naar andere gebieden. Thema: grondstoffen Topsector: chemie

Resultaten Het project bestaat uit 3 fases: - In de 1e fase wordt via een verkennend onderzoek de relevante regelgeving (lokaal, regionaal, landelijk) in de regio onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar initiatieven en activiteiten van bedrijven in de biobased economy in de sectoren energie, agro-economie, chemie en/of bouw. Er wordt vastgesteld welke belemmeringen optreden en wat hiervan de economische effecten zijn. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke bedrijven in de genoemde sectoren concrete belemmeringen ondervinden en welke economische voordelen kunnen ontstaan door opheffing van deze knelpunten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen (faculteit Economie) en Hogeschool Van Hall Larenstein (Lectoraat Biobased Economy). 2 | Green Deal

- Op basis van het onderzoek worden in de 2e fase analyses gemaakt van oplossingsmogelijkheden door afschaffing of aanpassing van regels. Hierbij zal het instrument right to challenge gebruikt worden om afschaffing van bepaalde regels voor te stellen en zullen wijzigingen van regels geformuleerd worden om deze in de experimenteerzone toe te passen, gericht op het opheffen van specifieke knelpunten. - Deze onderzoeken bieden concreet implementeerbare regels, die aan de betreffende overheden worden voorgelegd. De 3e fase is gericht op bevordering van realisatie van deze voorstellen. Hiervoor zullen implementatietrajecten worden ontwikkeld. Hierdoor kunnen overheden waarvan de betreffende regelgeving afkomstig is knelpunten in de ontwikkeling van de biobased economy wegnemen. Einddatum:

Page 19: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

18

Fase 1: december 2012 Fase 2: voorjaar 2013 Fase 3: wordt op termijn bepaald

Inzet en acties partijen - De Kamer van Koophandel, Noord-Nederland voert een onderzoek uit naar het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving voor de ontwikkeling van de biobased economy in Noord-Nederland in de regio Eemsdelta-Veenkoloniën. - Hierbij gebruikt de KvK het instrument experimenteerzone en ontwikkelt ze uitgewerkte voorstellen om tot aanpassing van relevante regelgeving te komen. - De KvK zet in op bevordering van implementatie van de voorstellen door overheden.

Inzet en acties Rijksoverheid - De Rijksoverheid is geïnteresseerd in de uitkomsten van de fases 1 en 2 en is bereid in fase 3 constructief en creatief mee te denken hoe, binnen de grenzen die het project ‘ruimte voor regels’ stelt, te zoeken naar oplossingen om eventuele belemmeringen in wet- en regelgeving in de experimenteerzone te verminderen. - Op basis van het rapport voert de Rijksoverheid de wettelijk toegestane voorstellen op een constructieve en creatieve manier uit. Deze worden als voorbeeldproject op de website www. biobasedeconomy.nl geplaatst. Voor meer informatie www.rijksoverheid.nl/greendeal

Page 20: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

19

Bijlage 2

Deelnemers Klankbordgroep

(N.B. de lijst is beperkt tot personen die op enig moment hebben deelgenomen aan (een)

vergadering(en) van de Klankbordgroep)

De heer Van Zanten Kamer van Koophandel Noord-Nederland

De heer Kadijk Kamer van Koophandel Noord-Nederland

De heer Koerts Kamer van Koophandel Noord-Nederland

De heer Butter Ministerie van Economische Zaken

De heer Verhulst Ministerie van Economische Zaken

De heer Jacobi Ministerie van Economische Zaken

De heer Van der Steen Ministerie van Economische Zaken

De heer Jansen Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties

De heer Van Bolhuis Agenda voor de Veenkoloniën

De heer Heesterbeek Gemeente Oldambt

De heer Fetter Suikerunie

De heer Van Steenis Energy Valley

Externe Adviseurs

De heer Bex SIRA Consulting

De heer Van der Kolk Van der Kolk Advies

Uitvoerders projectfasen/deelonderzoeken

De heer Rodenhuis Van Hall Larenstein

De heer Derksen Van Hall Larenstein

De heer Euverink Rijksuniversiteit Groningen

Mevrouw Veele Rijksuniversiteit Groningen

De heer Blekkenhorst Lexnova

Mevrouw Visser Lexnova

De heer Winter Pro Facto

Page 21: Invulling experimenteerzone stimulering bio-based economy ......Verloop van het project en geleerde lessen Van der Kolk Advies 14 mei 2014 035 – 6669873 Contact@VanderKolkAdvies.nl

20

Bijlage 3

Financieel bijdragende partijen

Kamer van Koophandel Noord-Nederland

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Agenda voor de Veenkoloniën

Gemeente Oldambt

Gemeente Emmen

Provincie Groningen

LTO

GSP

Suikerunie

ESKA

Van Hall Larenstein