INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN · aantal concrete regels zijn vastgelegd m.b.t. de...

44
Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017 1 INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN

Transcript of INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN · aantal concrete regels zijn vastgelegd m.b.t. de...

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    1

    INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    2

    Inhoudstafel Hoofdstuk 1. Definities en afkortingen Hoofdstuk 2. Toelatingsvoorwaarden Hoofdstuk 3. Standaard voorrangs- en toewijzingsregels Hoofdstuk 4. Schrappingsgronden Hoofdstuk 5. Gemotiveerde weigeringen Hoofdstuk 6. Versnelde toewijzingen Hoofdstuk 7. De sociale huurwoning wordt hersteld of gerenoveerd Hoofdstuk 8. Ontbindingen van de huurovereenkomst Hoofdstuk 9. Toewijzing van garages Hoofdstuk 10. Rationele bezetting Hoofdstuk 11. Waarborg Hoofdstuk 12. Afrekening huurlasten Hoofdstuk 13. Verhaal

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    3

    INTERN HUURREGLEMENT DENDERMONDSE VOLKSWONINGEN

    In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode van 12 oktober 2007, zoals veelvuldig aangepast, en een laatste keer na goedkeuring van het lokaal toewijzingsreglement van Lebbeke dd. 18 augustus 2015 door de minister, heeft de Raad van Bestuur van cvba Dendermondse Volkswoningen met een sociaal oogmerk, Begijnhoflaan 2 te 9200 Dendermonde, in zitting van 18 april 2017, haar goedkeuring gehecht aan het hiernavolgend aangepast intern huurreglement. Dit naar aanleiding van de wijziging van de Vlaamse Wooncode door het decreet van 14 oktober 2016 en de wijziging van het Kaderbesluit Sociale Huur door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016. Dit intern huurreglement is een openbaar document waarin een aantal concrete regels zijn vastgelegd m.b.t. de inschrijvingsvoorwaarden voor KHs en de toewijzingsregels van de sociale woongelegenheden.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    4

    HOOFDSTUK 1. Definities en afkortingen

    01. DVW = cvba Dendermondse Volkswoningen, Begijnhoflaan 2 te 9200 Dendermonde

    in haar hoedanigheid van Sociale Huisvestingsmaatschappij, met erkenningsnummer 407

    02. SHB = Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode van

    12 oktober 2007, zoals veelvuldig aangepast, en laatste keer aangepast via wijziging van de Vlaamse Wooncode door het decreet van 14 oktober 2016 en de wijziging van het Kaderbesluit Sociale Huur door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 22 februari 2017.

    03. KH = een persoon die als kandidaat is ingeschreven in het inschrijvingsregister

    04. Inschrijvingsregister = DVW houdt een register bij waarin volgens de orde van de

    indiening van de aanvraag tot inschrijving, de KH’s worden ingeschreven, met vermelding van de eventuele voorrangsregels, vermeld in art. 19-21 SHB. Het inschrijvingsregister ligt ter inzage aan de balie

    05. PTL = Persoon ten laste volgens artikel 1. 22° SHB gedefinieerd als

    a) het kind dat op de referentiedatum bij de referentiepersoon gedomicilieerd is en dat voldoet aan de volgende voorwaarden: 1) het is minderjarig of er wordt kinderbijslag of wezentoelage voor uitbetaald; 2) het wordt door de minister na voorlegging van bewijzen als ten laste beschouwd;

    b) het kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum niet gedomicilieerd is bij de referentiepersoon maar dat op regelmatige basis verblijft bij de referentiepersoon en voldoet aan een dezelfde voorwaarden als in punt a.

    06. Werkgebied = dat bestaat uit grondgebied van volgende gemeenten incl. alle

    deelgemeenten: 1° Dendermonde : St-Gillis, Baasrode, Dendermonde, Schoonaarde,

    Grembergen, Oudegem, Mespelare en Appels 2° Waasmunster 3° Lebbeke : Lebbeke, Denderbelle en Wieze

    07. SHM = sociale huisvestingsmaatschappij

    08. IH= intern huurreglement

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    5

    HOOFDSTUK 2. Toelatingsvoorwaarden

    09. DVW houdt bij toewijzing rekening met de volgende toelatingsvoorwaarden (dezelfde als de inschrijvingsvoorwaarden, vermeld in art. 3 SHB) voor de KH, zoals opgenomen in het SHB (art. 14):

    1° hij is ingeschreven als KH in het Inschrijvingsregister ; 2° hij is meerderjarig of een minderjarig ontvoogd persoon of een minderjarig

    persoon die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door een erkende dienst;

    3° hij beschikt, samen met zijn gezinsleden, niet over een inkomen in het referentiejaar, dat de grenzen, vermeld in artikel 10 IH, overschrijdt (voor het jaar 2017 is het referentiejaar 2014);

    4° hij heeft, samen met zijn gezinsleden, geen woning of geen perceel dat bestemd is voor woningbouw volledig of gedeeltelijk in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik in binnen- of buitenland;

    4°bis hij of een van zijn gezinsleden is geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap waarin hij of een van zijn gezinsleden een woning of een perceel dat bestemd is voor woningbouw, heeft ingebracht. 5° hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden tonen de bereidheid om Nederlands

    aan te leren volgens art. 16 SHB; 6° hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden is bereid het inburgeringstraject te

    volgen overeenkomstig het Inburgeringsdecreet voorzover hij een verplichte inburgeraar is volgens art. 15 SHB;

    7° hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters, vermeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, of hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden zijn ingeschreven op een referentieadres als vermeld in art. 1 § 2 van voormelde wet.

    10. Het SHB legt de inkomstengrenzen vanaf 1 januari 2017 als volgt vast:

    € 24.092 voor een alleenstaande zonder personen ten laste; € 26.111 voor een alleenstaande gehandicapte als vermeld in artikel 1,22°,b) SHB € 36.137 verhoogd met €2.020 per PTL voor anderen.

    11. In Dendermonde hanteert DVW de verhoogde inkomstengrenzen conform het

    lokaal toewijzingsreglement (goedkeuring dd. 23/2/2010) voor kandidaten ingeschreven vόόr 1 maart 2017.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    6

    12. DVW kan de verhoogde inkomensgrenzen zowel preventief als curatief toepassen voor de wijken of gebouwen waarvoor uitdrukkelijk een leefbaarheidsplan is opgemaakt.

    13. Als minimaal 6% van de woningen in Dendermonde wordt verhuurd volgens dit

    SHB, kunnen de verhoogde inkomensgrenzen zowel preventief als curatief worden toegepast op alle sociale huurwoningen van Dendermonde.

    14. De toepassing van de verhoogde inkomensgrenzen mag er in Dendermonde niet toe

    leiden dat: 1° meer dan 20% van de huurders van DVW een hoger inkomen heeft dan de

    toepasselijke inkomensgrenzen, vermeld in artikel 3, §2 SHB; 2° DVW per gebouw of wijk op jaarbasis meer dan 20% toewijzingen doet aan

    KH’s van wie het inkomen hoger is dan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 3, §2 SHB;

    3° DVW op jaarbasis meer dan 10% toewijzingen doet aan KH’s van wie het inkomen hoger is dan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 3, §2.SHB

    15. Het SHB legt de verhoogde inkomstengrenzen vanaf 1 januari 2017 als volgt vast: € 31.954 voor een alleenstaande zonder PTL;

    € 33.739 voor een alleenstaande gehandicapte als vermeld in artikel 1, 22°, b) SHB;

    €42.605, verhoogd met €1.786 per PTL voor anderen.

    16. Als een persoon beantwoordt aan de definitie van PTL, en aan de definitie van persoon ten laste, vermeld in artikel 1, 22°, c) SHB, telt die persoon voor twee personen ten laste.

    17. Indien de KH tijdens het referentiejaar geen inkomen had, neemt DVW het inkomen

    in aanmerking van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen genoten werd. Als het inkomen van het referentiejaar de inkomensgrens overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de KH worden ingeschreven.

    18. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid van art. 3 van SHB worden de

    volgende personen niet beschouwd als gezinsleden : 1° de echtgenoot van de KH als er een vordering tot echtscheiding is ingesteld, of als er gegronde redenen worden aangevoerd voor het niet-instellen van een vordering tot echtscheiding en het huwelijk onherstelbaar is ontwricht; 2° de echtgenoot van de KH als er een vermoeden van afwezigheid als vermeld in artikel 112 van het Burgerlijk Wetboek, is vastgesteld; 3° een of meer andere personen dan de persoon, vermeld in punt 1°, die op het ogenblik van de toewijzing samenwonen met de KH, en die duidelijk de sociale huurwoning niet met die persoon gaan betrekken.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    7

    19. Bij toelating wordt de echtgenoot van de KH niet mee in aanmerking genomen voor de aftoetsing van de toelatingsvoorwaarden: 1° als er een vordering tot echtscheiding is ingesteld; 2° als er gegronde redenen worden aangevoerd voor het niet instellen van een vordering tot echtscheiding; 3° als er een vermoeden van afwezigheid als vermeld in artikel 112 van het burgerlijk Wetboek is vastgesteld.

    20. Van de eigendomsvoorwaarden wordt afgeweken indien:

    1° de woning in het Vlaamse Gewest die binnen de grenzen van een vastgesteld onteigeningsplan ligt, en die wordt bewoond door de persoon die zich kandidaat wil stellen; 2° de woning in het Vlaamse Gewest die maximaal twee maanden voor de inschrijving onbewoonbaar of ongeschikt verklaard is en waarvan de ontruiming noodzakelijk is; 3° de woning in het Vlaamse Gewest die onaangepast is en die bewoond wordt door een persoon met een fysieke handicap die zich kandidaat wil stellen; 4° de woning die bewoond wordt door een persoon met een handicap die ingeschreven is voor een ADL-woning als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot aanmoediging van projecten inzake het zelfstandig wonen van personen met een fysieke handicap in sociale woonwijken; 5° de woning die in een ruimtelijke bestemmingszone in België ligt waar wonen niet toegelaten is; 6° de woning die moet worden ontruimd met toepassing van artikel 18, § 2, tweede lid, artikel 26, 60, § 3, en artikel 90, § 1, vierde lid, van de Vlaamse Wooncode; 7° de woning die bewoond wordt door de persoon die zich wil inschrijven, en die het beheer over zijn woning heeft verloren tengevolge van een faillietverklaring met toepassing van artikel 16 van de Faillissementswet van 8 augustus 1997. 8°de woning of bouwgrond die de KH gedeeltelijk in volle eigendom heeft en die deel uitmaakt van een huwelijksgemeenschap. Die woning of bouwgrond vormt geen beletsel op voorwaarde dat bij inschrijving aangetoond wordt dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is. 9° de woning of bouwgrond die de KH kosteloos gedeeltelijk in volle eigendom heeft verworven (bv. schenking, erfenis)

    In het geval, vermeld in het eerste lid, 2°, moet de persoon die zich kandidaat wil stellen, de woning bewoond hebben op de datum waarop de woning onbewoonbaar is verklaard met toepassing van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet of op de datum van het conformiteitsonderzoek dat aanleiding heeft gegeven tot de ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring met toepassing van artikel 15 of 16bis van de Vlaamse Wooncode.

    Als de gevallen, vermeld in art. 20 IH, eerste lid, 2° tot en met 4°, en 6° en 7°, van toepassing zijn, moet de KH binnen een jaar na de toewijzing van een sociale huurwoning de woning vervreemden. Als het derde lid van toepassing is, moet de KH uit onverdeeldheid treden binnen een jaar na de toewijzing van een sociale

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    8

    huurwoning. Als de huurder daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren, kan hij DVW verzoeken om de termijn van een jaar te verlengen.

    In het geval, vermeld in het eerste lid, 8° en 9°, moet de KH uit onverdeeldheid treden binnen een jaar na de toewijzing van een sociale huurwoning. Als dat door omstandigheden niet lukt (erfenisregelingen kunnen een geruime tijd in beslag nemen), kan DVW beslissen om de KH meer tijd te geven.

    21. Iedere nieuwe inschrijver of KH kan het type en de ligging van de woningen

    aangeven waarvoor hij een toewijzing wil zonder hiervoor een motivatie te geven.

    22. Zijn voorkeur mag er echter niet leiden tot een te beperkte keuze. DVW kan die voorkeur weigeren als hij van oordeel is dat die voorkeur kennelijk een te beperkt aandeel van het patrimonium betreft of als die voorkeur ertoe leidt dat een toewijzing onmogelijk wordt.

    23. De KH kan de maximale huurprijs opgeven die hij wenst te betalen.

    HOOFDSTUK 3. Standaard voorrangs- en toewijzingsregels

    24. Het SHB bepaalt dat de toewijzing van een sociale woongelegenheid gebeurt door het beslissingsorgaan van DVW of de door hem aangestelde.

    25. Bij DVW zijn zowel Directiecomité als Raad van Bestuur bevoegd.

    26. De toewijzingslijst vermeldt slechts die KH’s die voor een dergelijk type huis en/of

    appartement in aanmerking komen.

    27. KH’s kunnen zich voor meerdere gemeenten in WG inschrijven.

    28. Artikel 18 e.v. SHB leggen toewijzingsregels voor sociale woongelegenheden vast.

    Er wordt achtereenvolgens rekening gehouden met:

    een gepaste rationele bezetting van de sociale woningen

    met toepassing van de voorrangsregels die achtereenvolgens gelden voor sommige categorieën van KH’s

    Het SHB voorziet in dit verband zowel:

    een aantal verplichte (absolute)voorrangsregels (art. 19 SHB);

    een aantal optionele voorrangsregel (art. 20 SHB);

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    9

    voorrangsregels in het kader van bijzondere gemeentelijke toewijzingsreglementen (art. 25 en volgende SHB)

    volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingsdatum;

    29. Volgens de bepalingen en bewoordingen van de art. 18 en 19 SHB wordt

    achtereenvolgens verplicht voorrang verleend aan de KH:

    1° die of een van zijn gezinsleden met een fysieke handicap of beperking, uitsluitend als de beschikbare woning door de daarop gerichte investeringen specifiek is aangepast aan de huisvesting van personen met die fysieke handicap of beperking of de KH die ingeschreven is voor een sociale assistentiewoning, als de beschikbare woning een sociale assistentiewoning is;

    1° bis de KH die huurder is van een sociale huurwoning van DVW die niet

    voldoet aan de normen, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid, van de Vlaamse Wooncode;

    1° ter de KH die huurder is van een sociale huurwoning van DVW en die met toepassing van artikel 92, § 3, eerste lid, 12°, van de Vlaamse Wooncode verplicht is te verhuizen naar een andere sociale huurwoning;

    1° quater de KH die met toepassing van artikel 30 vierde lid SHB voorrang dient te krijgen. Als DVW vaststelt dat in het geval, de beslissing is genomen door DVW om een woning toe te wijzen aan een andere KH, en de toewijzing had moeten gebeuren aan de betrokken KH, krijgt de betrokken KH de voorrang.

    2° de KH die nog geen huurder is van een sociale huurwoning, en die overeenkomstig artikel 18, § 2, tweede lid, artikel 26, 60, § 3 en artikel 90, § 1, vierde lid, van de Vlaamse Wooncode, moet worden gehuisvest; 3° de KH die huurder is van een sociale huurwoning die niet voldoet aan de rationele bezetting, en die wil verhuizen naar een sociale huurwoning van dezelfde DVW die aan de rationele bezetting voldoet, als de huurder zijn verplichtingen als KH, vermeld in artikel 10, vijfde en zesde lid, is nagekomen;

    4° in geval van gezinshereniging : de huurders die een eventuele aanvraag tot gezinshereniging hebben gemeld en/of vooraf aangevraagd en van wie de

    gezinshereniging nog niet heeft plaats gevonden;

    5° de KH die in de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is, zijn hoofdverblijfplaats had in een onroerend of roerend goed als vermeld in artikel 20, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode, op de datum waarop dat overeenkomstig artikel 20, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode in een proces- verbaal werd vastgesteld; 6° de KH die in de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is, zijn hoofd- verblijfplaats had in een woning op de datum waarop die :

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    10

    a) onbewoonbaar werd verklaard overeenkomstig artikel 135 van

    de Nieuwe Gemeentewet, en waarvan de ontruiming noodzakelijk was;

    b) met toepassing van artikel 15 of 16bis van de Vlaamse Wooncode ongeschikt of onbewoonbaar verklaard is of het voorwerp was van een conformiteitsonderzoek als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, voor zover die woning op het technisch verslag ofwel minstens drie gebreken van categorie III onder de hoofdrubrieken "Omhulsel" of "Binnenstructuur" ofwel minstens drie gebreken van categorie IV en 60 strafpunten gescoord heeft;

    7° de KH die zijn hoofdverblijfplaats had in een woning op de datum waarop die woning deel uitmaakt van een vastgesteld onteigeningsplan.

    8° de KH die een ontvoogde minderjarige persoon is

    Een KH die aan de voorwaarden van voorrang rationele bezetting art.29 IH 3° beantwoordt, kan na de tweede ongegronde weigering van een aanbod tot toewijzing, geen aanspraak meer maken op die voorrangsregel. Een woning, onroerend goed of kamer kan slechts eenmaal aanleiding geven tot de voorrang, vermeld in de laatste drie hiervoor vermelde voorwaarden (artikel 29 °5-°6-°7 IH). Om in aanmerking te komen voor deze voorrang, vermeld in art.29 IH 5°, 6° en 7°, moet de kandidaat-huurder de woning, het onroerend goed of de kamer sedert ten minste zes maanden bewoond hebben. De voorrang, vermeld in art. 29 IH 5°, alleen verleend als de KH zich ten laatste twee maanden na de vaststelling in een proces-verbaal heeft ingeschreven in het inschrijvingsregister. De voorrang, vermeld in art. 29 IH 6°, wordt alleen verleend als de KH zich ten laatste twee maanden na de datum van onbewoonbaar- of ongeschiktverklaring of na de datum van ontvangst van het resultaat van het conformiteitsonderzoek heeft ingeschreven in het inschrijvingsregister. De voorrang, vermeld in art.29 IH 7°, wordt alleen verleend als de kandidaat-huurder zich ten laatste twee maanden na de kennisneming van de akte van onteigening of de datum van de akte van eigendomsoverdracht in het geval van een minnelijke aankoop, heeft ingeschreven in het inschrijvingsregister. Een KH die aan de voorwaarden van een voorrang als vermeld in art. 29 IH 5° of 6° beantwoordt, kan na zijn weigering geen aanspraak meer maken op die

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    11

    voorrangsregel.

    30. Als de KH al huurder is bij DVW, hoeft hij niet meer voldoen aan de inkomensvoorwaarden.

    31. Na deze verplichte voorrangsregels maakt DVW daarenboven gebruik van de

    optionele voorrangsregel.

    1. Voor panden in Dendermonde verleent DVW aldus voorrang aan de KH die

    in de periode van zes jaar voor de toewijzing minstens drie jaar inwoner is of geweest is van Dendermonde .

    2. Indien het een nieuwbouwproject in Dendermonde betreft, voorziet het

    Lokaal Toewijzingsreglement van de Stad Dendermonde een voorrang bij de eerste verhuring van elk nieuw project voor KH’s die tijdens de laatste 6 jaar voor toewijzing 3 jaar wonen of gewoond hebben in de deelgemeente waar het sociale woonproject gelegen is.

    Deze voorrang wordt toegepast tot 1/3 van de nieuw toe te wijzen woningen van het sociaal woonproject aan deze KH’s is toegewezen.

    3. Appartementen met 1 of 2 slaapkamers in Dendermonde, bereikbaar zonder trap of met lift, gaan bij voorrang naar oudere (+65 jaar), zoals werd opgenomen in het Lokaal Toewijzingsreglement van de Stad Dendermonde (doelgroepenplan goedgekeurd dd. 5/9/2014 zie adressenlijst bijlage 1). Deze voorrangsregel komt vόόr punt 29 IH 1°.

    4. Voor toewijzingen in Waasmunster, voorziet het Gemeentelijk

    toewijzingsreglement van Waasmunster de volgende bepalingen:

    a. Er wordt eerst voorrang gegeven aan de KH die sinds hun geboorte wonen in de gemeente Waasmunster;

    b. Daarna wordt voorrang gegeven aan KH die minimaal 15 jaar in Waasmunster wonen of hebben gewoond;

    c. Als laatste wordt er voorrang gegeven aan de KH die in de periode van zes jaar voor de toewijzing minstens drie jaar inwoner is of geweest is van Waasmunster.

    5. Appartementen en gelijkvloerse woningen met 1 slaapkamer in

    Waasmunster, bereikbaar zonder trap of met lift, gaan bij voorrang naar oudere (65 +), zoals werd opgenomen in het Lokaal Toewijzingsreglement van de Gemeente Waasmunster (doelgroepenplan goedgekeurd dd. 25/2/2015, zie adressenlijst bijlage 2). Deze voorrangsregel komt vόόr punt 29 IH 1°.

    6. Voor toewijzingen in Lebbeke, voorziet het Gemeentelijk toewijzingsreglement van Lebbeke de volgende bepalingen:

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    12

    a. Er wordt eerst voorrang gegeven aan de KH die sinds hun geboorte

    wonen in de gemeente Lebbeke; b. Daarna wordt voorrang gegeven aan KH die minimaal 10 jaar in

    Lebbeke wonen of hebben gewoond; c. Als laatste wordt er voorrang gegeven aan de KH die in de periode

    van zes jaar voor de toewijzing minstens drie jaar inwoner is of geweest is van Lebbeke.

    HOOFDSTUK 4. Schrappingsgronden

    32. DVW gaat over tot schrapping van een kandidatuur uit het inschrijvingsregister in volgende gevallen:

    1° als de KH een woning die hem door DVW aangeboden wordt, heeft aanvaard; 2° als bij de actualisering blijkt dat de KH niet meer voldoet aan de

    inkomensvoorwaarde; 3° als bij de controle van de toelatingsvoorwaarden bij een aanbod van een

    woning blijkt dat de KH niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor zover de aanvaarding van het aanbod aanleiding zou hebben gegeven tot de toewijzing van de woning;

    4° als de KH werd ingeschreven ingevolge onjuiste of onvolledige verklaringen of gegevens, die door hem te kwader trouw werden afgelegd of gegeven;

    5° als de KH daar schriftelijk om verzoekt; 6° bij de tweede weigering of bij het tweemaal niet-reageren door de KH als hem

    een woning door DVW wordt aangeboden die aan zijn keuze qua ligging, type en maximale huurprijs beantwoordt, op voorwaarde dat tussen de eerste weigering of het uitblijven van een reactie en het volgende aanbod van een andere woning een periode verlopen is van ten minste drie maanden. DVW brengt bij het volgende aanbod van een andere woning de KH uitdrukkelijk op de hoogte dat bij een weigering of het niet-reageren op het aanbod zijn kandidatuur geschrapt zal worden. De KH krijgt telkens een termijn van minimaal vijftien kalenderdagen, vanaf de postdatum van de brief waarmee het aanbod werd gedaan, om te reageren;

    7° als de KH niet of niet tijdig reageert op de brief en de herinneringsbrief bij actualisering van het register, op voorwaarde dat hij minimaal een maand, te

    rekenen vanaf de postdatum van de brief, krijgt om te reageren en na de herinneringsbrief minimaal vijftien kalenderdagen, te rekenen vanaf de postdatum van de herinneringsbrief.

    33. DVW kan wegens zwaarwichtige redenen afzien van de toepassing van de

    schrappingsgrond bij een tweede weigering. De Toezichthouder oefent het toezicht uit op die afwijking.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    13

    34. Tijdens de periode van drie maanden tussen twee aanbiedingen als vermeld in het artikel 32 IH, 6°, worden er geen woningen aangeboden aan de KH. In afwijking waarvan kan de KH uitdrukkelijk verzoeken om bepaalde woningen toch aangeboden te krijgen. Als hij het aanbod van een van die woningen vervolgens weigert, wordt hij geschrapt. Na de eerste weigering of na het eerste niet-reageren wordt de KH door DVW op dat recht gewezen.

    35. Als de KH daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren die geen afbreuk doen aan

    zijn woonbehoeftigheid, kan hij DVW verzoeken om hem een bepaalde tijd geen woning aan te bieden, zonder dat dat verzoek in aanmerking wordt genomen als weigering van een aanbod. Als blijkt dat DVW ingaat op verzoeken die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan de Toezichthouder beslissen dat gedurende maximaal een jaar elk verzoek aan hem wordt voorgelegd.

    36. DVW besloot om over te gaan tot schrapping van een kandidatuur uit het

    inschrijvingsregister als een brief onbestelbaar terugkeert bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning op voorwaarde dat hij de brief bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning verzendt naar het laatst bekende adres dat in het Rijksregister wordt vermeld, tenzij de KH uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden.

    37. De KH wordt door DVW schriftelijk op de hoogte gebracht van de schrapping, behalve als die schrapping wordt uitgevoerd met toepassing van art. 32 1°, 5° en 7 ° IH en art. 36 IH. Dit wordt ook vermeld in het inschrijvingsbewijs.

    38. Als de KH’s die onder hetzelfde inschrijvingsnummer zijn ingeschreven, na de inschrijving beslissen zich niet langer samen kandidaat te stellen, wordt de volgende procedure gevolgd:

    1° als slechts een van de KH’s de inschrijving wil behouden, blijft het oorspronkelijke inschrijvingsnummer behouden; 2° als verschillende KH’s de inschrijving willen behouden,

    behoudt de persoon die zich opgegeven heeft als toekomstige referentiehuurder, het oorspronkelijke inschrijvingsnummer. Zijn wettelijke of feitelijke partner krijgt een inschrijvingsnummer dat gevormd is door de datum waarop zijn wettelijke of feitelijke partner is ingeschreven in het inschrijvingsregister, vermeld in artikel 7, eerste lid, en het volgnummer dat aansluit bij het volgnummer van de laatste inschrijving van de dag waarop zijn wettelijke of feitelijke partner is

    ingeschreven. De andere KH’s worden opnieuw ingeschreven met een nieuw inschrijvingsnummer.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    14

    HOOFDSTUK 5. Gemotiveerde weigeringen (art. 22 SHB)

    39. DVW kan de toewijzing van een woning gemotiveerd weigeren aan de KH die

    huurder van een sociale huisvestingsmaatschappij (geweest) is en:

    1° de huurovereenkomst werd beëindigd op basis van artikel 98, § 3, 2°, van de Vlaamse Wooncode (ernstige tekortkomingen met betrekking tot zijn verplichtingen of bij wanbetalingen).

    2° die de woning van een SHM bewoont of heeft verlaten voor zover wordt

    aangetoond dat hij ernstig of blijvend zijn verplichtingen niet nagekomen is.

    40. Als de huurovereenkomst werd beëindigd wegens wanbetaling aan een SHM , kan DVW de toewijzing van een woning weigeren als de KH op het ogenblik van de toewijzing de schulden bij die SHM nog niet heeft afgelost.

    41. In afwijking hiervan kan DVW, als de KH in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij

    een O.C.M.W. of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling, de toewijzing slechts weigeren, als op het ogenblik van de toewijzing minder dan 75% van de schulden bij die SHM zijn afgelost. Als de KH toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van in beslag genomen onroerende goederen, en er is een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling opgesteld, kan DVW de toewijzing niet weigeren.

    42. In uitzonderlijke gevallen kan DVW de toewijzing van een woning weigeren aan een

    KH voor zover wordt aangetoond dat de toewijzing aan de KH een ernstige bedreiging vormt voor de fysische of psychische integriteit van de bewoners. In de motivatie wordt uitdrukkelijk vermeld waarom een proefperiode niet volstaat voor de KH. Als blijkt dat DVW toewijzingen weigert die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan de Toezichthouder beslissen dat gedurende maximaal een jaar elke beslissing tot weigering aan hem wordt voorgelegd.

    43. In plaats van de toewijzing te weigeren kan DVW de KH de aanvaarding van

    begeleidende maatregelen opleggen. In dat geval sluit een welzijns- of gezondheidsvoorziening een begeleidingsovereenkomst met de KH.

    44. DVW is op straffe van nietigheid van de beslissing verplicht om de gemotiveerde

    weigering tot toewijzing binnen veertien dagen na de beslissing aan de KH te betekenen met melding van het verhaalrecht, vermeld in artikel 30 SHB.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    15

    45. Als de toewijzing van een woning wordt geweigerd, kan het aanbieden van een woning tijdens een periode van maximaal een jaar na de weigering worden opgeschort.

    HOOFDSTUK 6. Versnelde toewijzingen (art. 24 SHB)

    46. DVW kan aan een KH versneld een woning toewijzen door af te wijken van de

    toewijzingsregels, vermeld in artikelen 18 tot en met 21 SHB en in voorkomend geval de specifieke toewijzingsregels, vermeld in artikel 26 SHB.

    47. De beslissing om versneld een woning toe te wijzen, moet gebaseerd zijn op

    bijzondere omstandigheden van sociale aard. De Toezichthouder oefent het toezicht uit op het versneld toewijzen. Als blijkt dat DVW versnelde toewijzingen doorvoert die onvoldoende gemotiveerd zijn, kan hij beslissen dat gedurende maximaal een jaar elke beslissing tot versneld toewijzen aan hem wordt voorgelegd.

    48. Het O.C.M.W. dat ingevolge de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste

    nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor de hulpverlening aan een dakloze, kan ten behoeve van die dakloze een versnelde toewijzing van een woning vragen aan een DVW, in overleg met het O.C.M.W. van de gemeente waar de betrokken woning gelegen is.

    49. Een erkende dienst voor begeleid zelfstandig wonen kan ten behoeve van een

    persoon die met toepassing van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand, zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding van die erkende dienst, een versnelde toewijzing van een woning vragen.

    50. Een centrum voor algemeen welzijnswerk kan ten behoeve van de volgende

    personen een versnelde toewijzing van een woning vragen: 1° een jongere die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door dat centrum op voorwaarde dat de jongere niet ouder is dan 21 jaar en niet valt onder de toepassing van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand; 2° een dakloze.

    51. Een erkend initiatief beschut wonen, een project psychiatrische zorg in de

    thuissituatie of een ambulant intensief behandelteam kan ten behoeve van een persoon met een geestelijk gezondheidsprobleem die zelfstandig woont of gaat wonen, een versnelde toewijzing vragen.

    52. DVW kan als voorwaarde voor een toewijzing stellen dat andere begeleidende maatregelen dan de basisbegeleidingstaken, vermeld in artikel 29bis SHB,

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    16

    aangeboden worden door de aanvragers, vermeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, of door een andere welzijns- of gezondheidsvoorziening, op initiatief van de aanvragers. De begeleidende maatregelen worden opgenomen in een begeleidingsovereenkomst tussen de kandidaat-huurder en de aanvragers of andere welzijns- of gezondheidsvoorziening, op initiatief van de aanvragers. Uit de begeleidingsovereenkomst moet blijken dat de kandidaat-huurder met de begeleidende maatregelen in staat is om zelfstandig te wonen en ook in staat zal zijn om zelfstandig te wonen zonder begeleidende maatregelen binnen een duidelijk afgebakende termijn. Als voor een persoon voor wie een versnelde toewijzing is gevraagd op het einde van een begeleidingsovereenkomst wordt vastgesteld dat een voortzetting van de begeleidende maatregelen noodzakelijk is, wordt de begeleidingsovereenkomst verlengd voor een duidelijk afgebakende termijn.

    53. DVW kan het verzoek alleen weigeren als:

    1° de kandidaat-huurder de begeleidingsovereenkomst weigert te ondertekenen; 2° niet wordt voldaan aan de voorwaarde, vermeld in het zesde lid; 3° hij in het jaar van de aanvraag al 5 % toewijzingen heeft gedaan op basis van de mogelijkheid tot versnelde toewijzing, vermeld in het eerste, tweede, derde en

    vierde lid; 4° in het kader van de woonbehoeftigheid van specifieke doelgroepen, vermeld in

    artikel 28, de persoon voor wie een versnelde toewijzing wordt gevraagd, behoort tot een doelgroep waarvoor een voorrang van minimaal 4% toewijzingen op jaarbasis is bepaald.

    Het percentage van 5 %, vermeld in art. 53 IH 3°, wordt berekend op basis van het rekenkundig gemiddelde van het aantal toewijzingen van de vijf jaren die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag gebeurt. De toewijzingen in het kader van de herhuisvesting omwille van renovatie worden niet mee in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal toewijzingen. De gemeente waar de toe te wijzen woning ligt, kan samen met DVW en de aanvragers, vermeld in art. 48, 49, 50 en 51 IH afspraken maken over de verdeling van het percentage, vermeld in het zevende lid, 3°, en een spreiding van de toewijzingen over het jaar.

    54. DVW deelt zijn gemotiveerde beslissing binnen een maand na de aanvraag mee aan de initiatiefnemer en de aanvragers, vermeld in art. 48, 49, 50 en 51 IH.

    55. De versnelde toewijzing kan echter alleen als er een sociale huurwoning vrijkomt

    die voldoet aan de voorwaarde van rationele bezetting.

    56. Voor Dendermonde werd er een samenwerkingsakkoord uitgewerkt. Als bijlage “Samenwerkingsakkoord Versnelde toewijzingen stad Dendermonde”.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    17

    HOOFDSTUK 7. Bepalingen van toepassing als de sociale huurwoning wordt hersteld of

    gerenoveerd. Art 37 bis SHB

    57. Als een sociaal woonproject sloop-, renovatie- of aanpassingswerkzaamheden omvat, informeert DVW de bewoners op gepaste wijze over de aard van de werken, de timing, de te verwachten hinder, de invloed op de huurprijs, de waarborg en de eventuele noodzaak van een tijdelijke of definitieve verhuizing.

    58. Als de sociale huurwoning herstellingen nodig heeft die niet tot na de beëindiging van de huurovereenkomst kunnen worden uitgesteld, duldt de huurder die zonder vergoeding, ongeacht de ongemakken die hij ervan ondervindt, en ook al moet hij gedurende de herstellingen het genot derven van een gedeelte van de woning.

    59. Als die herstellingen langer dan veertig kalenderdagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan de huurder het genot heeft moeten derven.

    60. De huurder stemt in met een herhuisvesting als DVW dat wegens sloop-, renovatie- of aanpassingswerkzaamheden aan de sociale huurwoning noodzakelijk acht. De herhuisvesting kan van tijdelijke of definitieve aard zijn. De huurder hoeft bij de herhuisvesting niet te voldoen aan de inkomensvoorwaarde, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 2° SHB. DVW kan in dit geval afwijken van de toewijzingsregels, vermeld in artikel 18 tot en met 29 van het SHB. De tijdelijke herhuisvesting kan in een woning van DVW. DVW kan die mogelijkheid beperken in de tijd, tot huurders die naar aanleiding van een specifiek renovatieproject opnieuw gehuisvest moeten worden. De beslissing kan worden herzien na verloop van een termijn van minstens twaalf maanden. Bij een tijdelijke herhuisvesting kan de huurder het aanbod van een woning die voldoet aan de normen, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid,van de Vlaamse Wooncode, met behoud van de toepassing van artikel 5, § 3, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode, niet ongegrond weigeren. Een ongegronde weigering van een aanbod wordt beschouwd als een ernstige tekortkoming op het vlak van de huurdersverplichtingen. De huurder kan ook tijdelijk op de private huurmarkt een woning huren of tijdelijk bij derden wonen. Bij de bestaande huurovereenkomst wordt een bijlage gevoegd, waarin het adres van de tijdelijke woning wordt vermeld, de geplande duur van de herhuisvesting en, in voorkomend geval, een plaatsbeschrijving van de tijdelijke woning en de waarborgregeling. Als de tijdelijke herhuisvesting plaatsvindt in een sociale huurwoning, mag de te betalen huurprijs tijdens de duur van de werkzaamheden niet hoger liggen dan de huurprijs van de sociale huurwoning die gerenoveerd wordt.

    61. Na de beëindiging van de renovatie- of aanpassingswerkzaamheden is de huurder verplicht om terug te keren naar de sociale huurwoning als hij die rationeel kan bezetten. Als dat niet het geval is, verhuist de huurder naar een andere woning van

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    18

    DVW. In dat geval kan de huurder het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woningen aangeven waarvoor hij in aanmerking wil komen met toepassing van artikel 10 SHB. Twee ongegronde weigeringen van een aanbod hebben de beëindiging van de huurovereenkomst tot gevolg. Als DVW en de huurder overeenkomen dat de huurder in de woning die oorspronkelijk bestemd was voor de tijdelijke huisvesting, blijft wonen, als hij die rationeel kan bezetten, wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten met een huurprijs voor die woning. In de nieuwe huurovereenkomst worden de huurderscategorieën overgenomen die vastgesteld waren in de vorige huurovereenkomst.

    62. Als de herhuisvesting onmiddellijk een definitief karakter heeft, kan de huurder het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woningen aangeven waarvoor hij in aanmerking wil komen, met toepassing van artikel 10 SHB. In dat geval wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten met een huurprijs die samenhangt met de nieuwe sociale huurwoning. In de nieuwe huurovereenkomst worden de huurderscategorieën overgenomen die vastgesteld waren in de vorige huurovereenkomst. Twee ongegronde weigeringen van een aanbod hebben de beëindiging van de huurovereenkomst tot gevolg.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    19

    HOOFDSTUK 8. Ontbindingen van de huurovereenkomst (art. 32, 33 en bijlage I art. 35 SHB)

    63. De huurovereenkomst zal worden ontbonden tijdens de proefperiode of beëindigd

    na deze proefperiode in alle gevallen die de regelgeving voorziet. Hierbij verwijst DVW naar de bepalingen van artikel 32 en 33 SHB.

    64. Volgens artikel 32 SHB kan het volgende gesteld worden :

    Als een huurder zijn verplichtingen, vermeld in artikel 92, § 3, eerste lid, 6° en 7°, van de Vlaamse Wooncode, niet nakomt, meldt het Huis van het Nederlands dat schriftelijk of via de Kruispuntbank Inburgering aan de verhuurder binnen dertig dagen na de vaststelling. De verplichting is niet nagekomen als een huurder de aangeboden cursus Nederlands tweede taal niet heeft aangevat of minder dan 80% aanwezig was tijdens de cursus Nederlands tweede taal, of geen 80 % meer aanwezig kan zijn, met behoud van de toepassing van artikel 4, § 3, tenzij de huurder kan aantonen dat hij het vereiste niveau van het Nederlands heeft behaald. Als een huurder zijn verplichting, vermeld in artikel 92, § 3, eerste lid, 8°, van de Vlaamse Wooncode, niet nakomt, meldt het onthaalbureau dat schriftelijk of via de Kruispuntbank Inburgering aan de verhuurder binnen dertig dagen na de vaststelling. De verplichting is niet nagekomen als een huurder een inbreuk pleegt als vermeld in artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 betreffende het opleggen van een administratieve geldboete aan rechthebbende en verplichte inburgeraars.

    65. Volgens artikel 33 SHB kan het volgende gesteld worden :

    DVW zegt de huurovereenkomst op in de volgende gevallen:

    § 1. Ter uitvoering van artikel 96, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode zegt de verhuurder de huurovereenkomst op in de volgende gevallen: 1° de referentiehuurder of zijn wettelijke of feitelijke partner heeft een woning volledig of gedeeltelijk in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verworven; 2° de referentiehuurder of zijn wettelijke of feitelijke partner heeft een perceel, bestemd voor woningbouw, volledig of gedeeltelijk in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verworven; 3° de referentiehuurder of zijn wettelijke of feitelijke partner is een zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap waarin hij of zijn wettelijke of feitelijke partner een woning of een perceel dat bestemd is voor woningbouw, heeft ingebracht. De woning die in een ruimtelijke bestemmingszone in België ligt waar wonen niet toegelaten is, wordt niet beschouwd als een woning als vermeld in het eerste lid, 1°.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    20

    Als de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 3°, van toepassing zijn, bedraagt de opzegtermijn zes maanden. Als het geval, vermeld in het eerste lid, 2°, van toepassing is, bedraagt de opzegtermijn zes maanden, die ingaat vijf jaar na de verwerving van het perceel, bestemd voor woningbouw. Als de verwerving, vermeld in het eerste lid, 1°, kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval de woning of het vruchtgebruik ervan vervreemd worden binnen het jaar na de verwerving. Als de huurder daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren, kan hij de verhuurder verzoeken om de termijn van een jaar te verlengen. Als de woning of het vruchtgebruik ervan niet vervreemd is binnen een termijn van een jaar of, in voorkomend geval, de verlengde termijn, wordt de huurovereenkomst opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden. Als de verwerving, vermeld in het eerste lid, 2°, kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval het perceel dat bestemd is voor woningbouw, of het vruchtgebruik ervan vervreemd worden binnen vijf jaar na de verwerving. Als dat niet gebeurd is, wordt de huurovereenkomst opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden. § 1bis. Als de huurder zijn verplichtingen, vermeld in artikel 92, § 3, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode, niet nakomt, kan de verhuurder om een uithuiszetting te voorkomen de volgende maatregelen nemen : 1° de huurder doorverwijzen naar een welzijns- of gezondheidsvoorziening voor begeleiding; 2° als de huurder valt onder het toepassingsgebied van het Inburgeringsdecreet, de huurder doorverwijzen naar het onthaalbureau. De begeleidende maatregelen die gekoppeld zijn aan de begeleiding, vermeld in het eerste lid, 1°, worden opgenomen in een begeleidingsovereenkomst tussen de huurder en een welzijns- of gezondheidsvoorziening. § 2. ... § 3. De verhuurder moet aantonen dat hij een beroep heeft gedaan op de bemiddeling van het O.C.M.W. als hij de opzeg betekent aan een huurder van wie het inkomen in het referentiejaar dat als basis diende voor de huurprijsberekening, minder dan 16.200 euro bedraagt. § 4. De opzeggingstermijn vangt aan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de verhuurder met een aangetekende brief de opzegging aan de huurder heeft gegeven. Die opzegging geldt voor alle huurders. § 5. Met een voorziening met residentiële opvang als vermeld in artikel 98, § 2, derde lid, van de Vlaamse Wooncode wordt bedoeld een voorziening als vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    21

    Als de huurovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden omdat de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), van de Vlaamse Wooncode, de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder de huurovereenkomst te hebben opgezegd en er blijft geen huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), van de Vlaamse Wooncode, over, vindt de ontbinding plaats op de laatste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin de verhuurder heeft vastgesteld dat de huurder de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt. Als het adres bekend is, brengt DVW de huurder onmiddellijk op de hoogte van de mogelijke ontbinding en van de mogelijkheid om de feiten te weerleggen binnen de termijn die hij vastlegt, maar in ieder geval voor dat de ontbinding plaatsvindt. Als een huurder die niet gehuwd is met een andere huurder, de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt en als hij nalaat de huurovereenkomst op te zeggen, wordt de huurovereenkomst ten aanzien van hem van rechtswege ontbonden en wordt hij uit de huurovereenkomst geschrapt. Als een huurder die gehuwd is met een andere huurder en de sociale huurwoning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt, nalaat de huurovereenkomst op te zeggen, wordt de huurovereenkomst ten aanzien van hem van rechtswege ontbonden en wordt hij uit de huurovereenkomst geschrapt op voorwaarde dat de overblijvende huurder aantoont dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is. De ontbinding gaat in op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin die feiten met de nodige stavingsstukken door de overblijvende huurder ter kennis van de verhuurder worden gebracht. Als het adres bekend is, brengt de verhuurder de huurder die de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt, onmiddellijk op de hoogte van het neerleggen van de stavingsstukken door de overblijvende huurder en van de mogelijkheid om de feiten te weerleggen binnen de termijn die hij vastlegt, maar in ieder geval voor dat de ontbinding plaatsvindt. § 6. Als de huurovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden wegens het overlijden van de langstlevende huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), van de Vlaamse Wooncode, en er geen huurder over is als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), van de Vlaamse Wooncode, kan de verhuurder de erfgenamen verzoeken om de sociale huurwoning te ontruimen voor de eerste dag van de maand die volgt op datum van het overlijden, met dien verstande dat de erfgenamen minimaal beschikken over een termijn van vijftien werkdagen na het verzoek om de sociale huurwoning te ontruimen. Die termijn kan in onderling overleg verlengd worden. Als de sociale huurwoning niet binnen de bepaalde termijn ontruimd is, kan DVW de sociale huurwoning zelf ontruimen en de persoonlijke bezittingen van de overleden bewoner opslaan. Daarvoor kunnen aantoonbare opslagkosten aan de erfgenamen aangerekend worden.

    66. Volgens de Vlaamse Wooncode art. 98:

    § 1. De huurovereenkomst wordt in de volgende gevallen van rechtswege ontbonden : 1° als de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), overlijdt; 2° als de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), de

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    22

    huurovereenkomst heeft opgezegd of de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder de huurovereenkomst te hebben opgezegd. 3° als de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), samen met zijn gezinsleden, ten gevolge van een verhuis naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder, voor die woning een nieuwe huurovereenkomst sluit. Als er bij een ontbinding als vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, nog een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), overblijft, vindt de ontbinding plaats op de laatste dag van de zesde maand die volgt op de datum waarop de verhuurder het overlijden of de opzegging van de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), heeft vernomen of waarop de verhuurder heeft vastgesteld dat die huurder de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder dat hij de huurovereenkomst heeft op gezegd. De verhuurder kan om billijkheidsredenen beslissen om de voormelde termijn te verlengen tot maximaal vijf jaar. De huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), kan melden aan de verhuurder dat de ontbinding sneller moet plaatsvinden dan de termijnen, vermeld in het tweede lid, op voorwaarde dat hij dat ten minste drie maanden voor de gewenste datum van ontbinding van de huurovereenkomst aan de verhuurder meldt en er minimaal drie maanden verlopen tussen de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het overlijden, de opzegging of de vaststelling dat de huurwoning niet meer als hoofdverblijfplaats wordt betrokken, en de ontbinding van de huurovereenkomst. Het is niet toegestaan dat er tijdens de termijn in afwachting van de ontbinding van de huurovereenkomst extra personen in de sociale huurwoning komen wonen. Als het eerste lid, 1°, van toepassing is en er blijft geen huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), over, vindt de ontbinding plaats op de eerste dag van de maand die volgt op datum van het overlijden. Als de huurovereenkomst opgezegd is conform artikel 97bis, § 3 en § 4, geldt in afwijking van het tweede lid als datum van beëindiging van de huurovereenkomst de vervaldag van de huurovereenkomst of van de verlenging van de huurovereenkomst. De Vlaamse Regering bepaalt onder welke voorwaarden een huurovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden ten aanzien van de huurder die de sociale huurwoning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt en die geen opzegging heeft gegeven. Als het eerste lid, 3°, van toepassing is, vindt de ontbinding plaats op het moment dat de nieuwe huurovereenkomst ingaat. § 2. Een huurder kan te allen tijde de huurovereenkomst opzeggen met een aangetekende brief. De opzegging geldt enkel in zijn hoofde. Voor de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), die de huurovereenkomst opzegt, geldt een opzeggingstermijn van drie maanden, voor de andere huurders die de huurovereenkomst opzeggen, geldt geen opzeggingstermijn. De opzeggingstermijn begint te lopen op de eerste dag van de maand die volgt op de

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    23

    maand waarin de opzegging werd gegeven. In afwijking van het tweede lid geldt voor de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), een opzeggingstermijn van een maand als hij opgenomen wordt in een woonzorgcentrum als vermeld in artikel 37 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 of in een voorziening met residentiële opvang als bepaald door de Vlaamse Regering. § 3. Met behoud van de toepassing van artikel 97bis kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen in de hierna vermelde gevallen : 1° als de huurder van een sociale huurwoning niet meer voldoet aan de voorwaarden, gesteld overeenkomstig artikel 96, § 1; 2° bij een ernstige of blijvende tekortkoming van de huurder van een sociale huurwoning met betrekking tot zijn verplichtingen. Een inbreuk van de bepalingen, vermeld in artikel 92, § 3, eerste lid, 1°, 2° en 9°, wordt gelijkgesteld met een ernstige tekortkoming; 3° als de huurder ingevolge onjuiste of onvolledige verklaringen, afgelegd te kwader trouw, onrechtmatig voordelen, verleend bij de bepalingen van deze titel, heeft genoten of onrechtmatig tot een sociale huurwoning is toegelaten. De opzeggingstermijn bedraagt zes maanden. In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, bedraagt de opzeggingstermijn drie maanden. Als de tekortkoming, vermeld in het eerste lid, 2°, het gevolg is van het feit dat de huurder van een sociale huurwoning onvermogend is, dan kan de huurovereenkomst alleen beëindigd worden na overleg met het OCMW.

    HOOFDSTUK 9. Toewijzing van garages

    67. Bij toewijzing van losstaande garages wordt volgend reglement toegepast:

    1° De KH dient ingeschreven te zijn in de daartoe geopende registers voor het huren van een afzonderlijke garage van onze vennootschap.

    2° De KH kan zich slechts inschrijven voor garages in zijn onmiddellijke woon- of

    werkomgeving. 3° De toewijzing van een garage is in eerste instantie voorbehouden voor een wagen

    waarvan de huurder zelf eigenaar is en waarvan kopie van het inschrijvingsbewijs bij de huurovereenkomst is gevoegd. De KH’s met een motorfiets en/of fiets komen pas in aanmerking voor een garage éénmaal alle KH’s met een wagen bediend zijn.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    24

    4° De toewijzing zal gebeuren volgens de chronologische volgorde van inschrijving waarbij achtereenvolgens prioriteit wordt verleend aan:

    a) de ingeschreven KH voor een garage, die ook reeds huurder is van een

    woongelegenheid van DVW en die nog niet over een garage beschikt;

    b) de ingeschreven KH voor een garage, die niet-huurder is van een woning van DVW en die nog niet over een garage beschikt;

    c) de ingeschreven KH voor een garage, die huurder is van DVW en die reeds over maximum één garage beschikt;

    68. Bij toewijzing van een garage geïntegreerd in een appartementsgebouw wordt voorkeur gegeven aan de zittende huurders van het gebouw en dit eveneens in de chronologische volgorde van inschrijving.

    HOOFDSTUK 10. Rationele bezetting

    69. De rationele bezetting van een woongelegenheid wordt vastgelegd op basis van:

    enerzijds woningtype;

    anderzijds gezinssamenstelling en in voorkomend geval specifieke gezinssituatie en fysieke toestand van de gezinsleden; waarbij op datum van bezorgen van het bewijs van toekenning van kraamgeld een kind reeds als bestaande wordt beschouwd, doch pas bij geboorte bij de rationele bezetting mee wordt rekening gehouden.

    70. Uit een ontleding van het patrimonium blijkt dat DVW beschikt over woningen en

    appartementen met 1, 2 en 3 slaapkamers en 1 appartement met 4 slaapkamers, als volgt afgekort:

    1 S = pand met één slaapkamer;

    2 S = pand met twee slaapkamers;

    3 S = pand met drie slaapkamers;

    4 S= pand met vier slaapkamers. 71. De toewijzing van de woningen gebeurt als volgt, rekening houdend met de

    chronologische volgorde van de inschrijvingsdatum, de wettelijke voorrang en met vermijding van overbezetting:

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    25

    1 S = gezin met één of meerdere personen voor zover geen overbezetting ontstaat (max. 2);

    alleenstaande;

    koppel;

    2 S = Gezin met twee of meerdere personen (max. 4)

    alleenstaande + 1 kind;

    koppel die een medisch attest kunnen voorleggen, dat zij apart dienen te slapen wegens medische redenen

    koppel + 1 kind;

    koppel + 2 kinderen van hetzelfde geslacht. voor zover er uitdrukkelijk wordt om verzocht;

    alleenstaande + 2 kinderen van hetzelfde geslacht, voor zover er uitdrukkelijk wordt om verzocht;

    3 S = Gezin bestaande uit drie of meerdere personen (max.6)

    alleenstaande + 2,3,4 of 5 kinderen;

    koppel + 2, 3 of 4 kinderen;

    4S = Gezin bestaande uit 6 of meerdere personen (max. 8)

    alleenstaande + 5,6 of 7 kinderen

    koppel + 4, 5 of 6 kinderen 72. De artikels in Hoofdstuk 10 IH, inzake rationele bezetting doen geen afbreuk aan de

    eventuele huurverhoging die overeenkomstig de bepaling van artikel 50 SBH kan opgelegd worden bij onderbezetting van de woning.

    73. De definitie van onderbezetting per woningtype dient nog verder gedefinieerd te

    worden. 74. Vanaf dat ogenblik zal een KH die een onderbezette woning krijgt toegewezen deze

    toewijzing mogen afwijzen zonder dat deze afwijzing als een weigering zoals bedoeld in de regelgeving kan worden beschouwd, tenzij de KH expliciet kiest voor een onderbezette woning. Dan wordt de afwijzing wel beschouwd als een weigering. Tot op heden is de onderbezettingsvergoeding nog niet van toepassing.

    75. Voor die gevallen waarin een gezinshereniging wordt voorzien wordt verwezen naar

    de specifieke bepalingen terzake in het SHB. 76. Woongelegenheden zullen volgens rationele bezetting toegewezen worden aan een

    KH of huurder:

    op basis van zijn/haar gezinssamenstelling; Indien volgens gezinssamenstelling geen geschikte (kandidaat)-huurder meer voorhanden is wordt stapsgewijs

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    26

    overgegaan naar de (kandidaat)-huurders die met hun gezinssamenstelling rationeel zijn voor een woningtype met 1 slaapkamer minder.

    rekening houdend met de specifieke gezinssituatie; zijnde enkel een toewijzing als het noodzakelijke woningkenmerk (gelijkvloers / bereikbaar via lift, aanpasbaar, aangepast) ook effectief aanwezig is.

    77. Via het aanvraagformulier wordt aan de KH’s meegedeeld welke woongelegenheden

    rationeel aan hun gezinssamenstelling aangepast zijn, en op basis hiervan kunnen KH’s hun gezinssituaties (aantal personen en fysieke toestand van deze personen) kenbaar maken.

    78. Als een KH toch absoluut wil ingeschreven worden voor een grotere woning dan de

    woning waar hij volgens de rationele bezetting voor in aanmerking komt, zal dat gebeuren met de mededeling dat hij enkel bij uitputting van de KH’s met aangepaste gezinssamenstelling in aanmerking kan komen.

    79. Indien een huurder van DVW mutatie naar een andere woongelegenheid aanvraagt,

    zal om de mutatieprioriteit toe te kennen nagegaan worden of de betrokken huurder:

    laagbezet, overbezet, niet-aangepast woont;

    Volgens de principes van rationele bezetting woont een huurder van DVW:

    laagbezet indien hij een groter woningtype bewoont dan omschreven in artikel 71 IH.

    overbezet indien hij een kleiner woningtype bewoont dan hij met zijn huidige gezinssamenstelling rationeel zou toegewezen krijgen.

    niet-aangepast indien hij een woningtype bewoont dat niet beschikt over het woningkenmerk dat hem met zijn huidige gezinssituatie of fysieke toestand rationeel zou toegewezen worden.

    Daarenboven moet de huurder steeds correct aan DVW onmiddellijke melding doen in het geval:

    dat één of meerdere kinderen geboren werden;

    dat gezinsleden de woning verlieten;

    dat de partner van de huurder kwam bijwonen;

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    27

    dat er nog andere wijzigingen in de gezinssamenstelling gebeuren, en waarvoor de huurder schriftelijke toestemming vraagt;

    de bepalingen inzake gezinshereniging van toepassing zijn. 80. Overbezetting die tot stand kwam naar aanleiding van wijzigingen van de

    gezinssamenstelling waaraan DVW op generlei wijze goedkeuring verleende, kan geen aanleiding geven tot mutatieprioriteit. Daarentegen kan dit wel aanleiding geven tot passende maatregelen ten aanzien van de huurder om zo opnieuw een normale bezetting van de verhuurde woongelegenheid te bekomen.

    81. Indien de KH een toewijzing heeft gekregen met als rationele bezetting 2s = 1 of 2

    ouder + 2 kinderen van hetzelfde geslacht, mag deze KH pas een mutatie aanvragen 1 jaar na aanvang huurovereenkomst.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    28

    HOOFDSTUK 11. Waarborg

    82. De waarborg wordt gestort in handen van DVW en wordt dus niet geplaatst op een

    geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder, vanaf inwerkingtreding van dit intern huurreglement.

    83. De waarborg bedraagt maximaal twee maanden de basishuurprijs, vermeld in artikel

    38 SHB, met een beperking tot € 953 (voor jaar 2017). De waarborg wordt verhoogd met de in de loop van de huurovereenkomst gekapitaliseerde intresten tegen een intrestvoet die minimaal gelijk is aan de creditrentevoet, vermeld in artikel 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de VMSW.

    84. DVW kan bij de beëindiging van de huurovereenkomst, van rechtswege van de

    gestelde waarborg, vermeld in artikel 82 IH, verhoogd met de gekapitaliseerde intresten, alle sommen afhouden die hem door de huurder verschuldigd zijn. De sommen die na het beëindigen van de huurovereenkomst en het ontruimen van de woning, na verrekening van alle aan DVW verschuldigde bedragen, overblijven, worden aan de rechthebbende terugbetaald.

    85. DVW bezorgt aan de huurder een gedetailleerd overzicht van de afgehouden

    bedragen, evenals de nodige bewijsstukken. 86. De huurder kan DVW jaarlijks vragen om een overzicht te geven van de door de

    huurder gestelde waarborg, vermeld in artikel 82 IH, verhoogd met de gekapitaliseerde intresten. De huurder moet die aanvraag schriftelijk richten tot DVW.

    87. De waarborgen die in handen van DVW werden gestort ter uitvoering van

    huurovereenkomsten die werden afgesloten voor 1 januari 1985, brengen in hoofde van de huurder intresten op vanaf 1 januari 2008, tegen een rentevoet die minimaal gelijk is aan de creditrentevoet, vermeld in artikel 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2008 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de VMSW.

    88. DVW kan instemmen met een gespreide betaling van de waarborg met maandelijkse

    afbetalingen volgens de voorwaarden die DVW bepaalt. Bij iedere storting wordt binnen de maand de betaling doorgestort naar de geïndividualiseerde rekening van de huurder geplaatst.

    89. De waarborg kan ook worden vervangen door een schriftelijke garantie van het

    bevoegde ocmw in afwachting van een eenmalige doorstorting door het ocmw van het volledige bedrag, binnen achttien maanden na de ondertekening van de overeenkomst.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    29

    HOOFDSTUK 12. Afrekening huurlasten

    90. De huurlasten die ten laste van de huurder worden gelegd, zijn opgenomen in artikel 1, § 1, van bijlage III, gevoegd bij SHB. De betalingen van kosten en lasten van de huurder

    gebeuren door middel van maandelijkse voorafbetalingen op basis van de totale reële kosten van de meest recente facturen. Na ontvangst van alle nieuwe facturen van betrokken leveranciers gaat DVW over tot individuele afrekening van deze kosten en lasten.

    91. DVW bezorgt jaarlijks aan de huurder een overzicht van alle kosten en lasten die aan de

    huurder worden aangerekend. Dat overzicht omvat minimaal voor elke uitgavenpost : 1° de totale kostprijs die aan de huurders wordt toegewezen voor het afgelopen jaar, onderverdeeld volgens de belangrijkste onderdelen; 2° de aan de huurder toe te wijzen kostprijs; 3° in voorkomend geval de reeds betaalde voorafbetaling en het nog te betalen saldo; 4° de voorafbetaling of afbetaling die het komende jaar zal worden aangerekend. DVW stelt informatie over de verdeelsleutels die gehanteerd werden om de kostprijs, vermeld in het derde lid, 2°, te berekenen, ter beschikking van de huurder.

    92. Bijlage III. Kosten en lasten ten laste van de huurder en DVW SHB:

    Artikel 1. § 1. De kosten en lasten welke ten laste van de huurder vallen, zijn deze verbonden aan het gebruik, het genot en de bewoning, meer bepaald :

    1° de kosten verbonden aan het individuele verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie, met inbegrip van de kosten betreffende de huur, het onderhoud en de opname van de individuele tellers of meettoestellen; 2° de kosten verbonden aan het verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie in de gemeenschappelijke delen en het gebruik van de liften; 3° de kosten verbonden aan :

    a) het normaal onderhoud en het schoonmaken van de gemene delen en de groenruimten, met inbegrip van de werkingskosten van DVW betreffende de organisatie ervan en de kost van kuismateriaal;

    b) het ophalen en verwerken van huisvuil en het reinigen van vuilnislokalen- en containers; c) het reinigen en ontstoppen van septische putten, controleputten,

    afvoerleidingen en rioleringen; d) ongediertebestrijding en het ontsmetten van lokalen; e) het normaal onderhoud en de controle van liften, centrale

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    30

    verwarmingsinstallaties met inbegrip van het reinigen van schouwen, ventilatiesystemen, regenwaterinstallaties, drukopvoerinstallaties, geautomatiseerde systemen van toegang, warmwatertoestellen, zonne- energiesystemen en branddetectie-, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen;

    4° de door DVW aan de conciërge of huisbewaarder betaalde bezoldiging en sociale bijdragen, met inbegrip van de voordelen van alle aard;

    5° de premiekost van de clausule afstand van verhaal op de huurder en het uitbreiden van het verhaal van derden ten voordele van de huurders in de omnium brandverzekering die door DVW werd afgesloten, evenals de werkingskosten van DVW betreffende het behandelen van schadedossiers; 6° de kosten verbonden aan de huur, de aansluiting en het gewone onderhoud van de collectieve schotel- televisie- of radio-antenne; 7° de belastingen, heffingen en retributies verbonden aan het genot of het gebruik van de woning, zoals de milieuheffing op waterverbruik, de bijdrage voor groene stroom en de huisvuilbelasting; 8° elke andere kost en last verbonden aan het gebruik en genot van de woning die het gevolg is van nieuwe technologische ontwikkelingen waarmee op het ogenblik van het in werking treden van dit besluit geen rekening kon worden gehouden. De werkingskosten van DVW voor het behandelen van de verhuisaanvragen van de huurder die niet vallen onder de toepassing van artikel 19, eerste lid, of artikel 37bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, vallen ten laste van de huurder. § 2. De kosten en lasten welke ten laste van DVW vallen, zijn deze verbonden aan de eigendom van de woning, zoals : 1° de kosten verbonden aan het berekenen en opvolgen van de maandelijkse voorafbetalingen en de jaarlijkse afrekening betreffende de kosten en lasten uit art. 1, § 1; 2° de kosten verbonden aan : a) de aanleg van groenruimten; b) grote onderhoudswerken in de gemeenschappelijke delen en groenruimten, zoals bijvoorbeeld het volledig (her)schilderen van de gemeenschappelijke delen en traphallen; c) de aankoop, de installatie, het herstellen en het groot onderhoud van liften, centrale verwarmingsinstallaties, ventilatiesystemen, regenwaterinstallaties, warmwatertoestellen, zonne-energiesystemen, zonneweersystemen en

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    31

    branddetectie-, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen; 3° de belastingen, heffingen en retributies verbonden aan het bezit van de woning. Art. 2. Als DVW een onderhoudscontract heeft afgesloten, kan het gedeelte van de kosten dat ten laste valt van de huurder, aan hem worden doorgerekend. Art. 3. De aan de huurder aangerekende kosten en lasten moeten overeenstemmen met reële uitgaven van DVW en worden aangerekend op basis van bewijskrachtige documenten. Art. 4. Als DVW de kosten of lasten, vermeld in artikel 1, § 1, moet verdelen onder meerdere huurders, gebeurt dit op de hierna vermelde wijze : 1° Voor de kosten, vermeld in artikel 1, § 1, 1°, wordt het verbruik per woningcomplex of per kostenplaats (als er individuele tellers per woning bestaan) bepaald aan de hand van de tellerstand. De kost van de huur, het onderhoud en het gebruik van de tellers wordt gelijk verdeeld over de woningen. (als er enkel een collectieve teller staat met individuele meettoestellen in de woningen) verdeeld op basis van de opname van de individuele meterstand of op basis van de verdeelsleutel die wordt aanbevolen door de firma die de meters installeerde. De kostprijs van de huur, het onderhoud en de opname van de meettoestellen wordt gelijk verdeeld over het aantal woningen, evenals eventuele andere vaste kosten. (als er enkel een collectieve teller staat zonder individuele meettoestellen) van water verdeeld volgens het aantal bewoners per woning. Het verbruik van gas, stookolie, elektriciteit en andere energie wordt gelijk of proportioneel op basis van de oppervlakte van de woningen verdeeld en dit naargelang de beslissing van DVW. 2° De kosten, vermeld in artikel 1, § 1, 2°, worden per woningcomplex gelijk verdeeld over het aantal woningen. Indien er enkel een collectieve teller staat zonder individuele meettoestellen en het verbruik van de gemene delen niet kan worden vastgesteld, wordt de totale verbruikskost per woningcomplex verdeeld overeenkomstig de werkwijze vermeld in 1°. 3° De kosten, vermeld in artikel 1, § 1, 3° en 4°, worden gelijk verdeeld over het aantal woningen waarvoor ze werden gemaakt. 4° Als de omnium brandverzekering, vermeld in artikel 1, § 1, 5°, betrekking heeft op meerdere woningen, verdeelt DVW de kostprijs van de premie van de afstand van verhaal en de uitbreiding van het verhaal van derden gelijk over het aantal woningen, of volgens de sleutel die de verzekeraar aanbeveelt. 5° De kosten, vermeld in artikel 1, § 1, 6°, worden gelijk verdeeld onder de huurders die van de antenne gebruik maken. 6° Als de kosten, vermeld in artikel 1, § 1, 7° en 8°, samenhangen met de kosten,

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    32

    vermeld in artikel 1, § 1, 1°, worden ze per woningcomplex verdeeld conform de verdeling van de desbetreffende verbruikspost. In de andere gevallen worden zij gelijk of proportioneel op basis van het aantal bewoners of de oppervlakte van de woningen verdeeld over het aantal woningen waarvoor de kosten werden gemaakt en dit naargelang de beslissing van DVW.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    33

    HOOFDSTUK 13. Verhaal

    93. Voor een hierna vermelde beslissing van DVW kan de KH die zich benadeeld acht door

    die beslissing, met een aangetekende en gemotiveerde brief een beoordeling vragen van de Toezichthouder : 1° de beslissing om een woning toe te wijzen aan een andere KH; 2° de beslissing om geen afwijking toe te staan, als vermeld in artikel 3, § 1, vijfde lid

    SHB, of een versnelde toewijzing als vermeld in artikel 24 SHB; 3° de beslissing om de KH te schrappen uit het register; 4° de beslissing om de toewijzing van een woning aan de KH te weigeren; 5° de beslissing om een persoon die zich wil inschrijven, niet in te schrijven of een persoon die wil toetreden tot de huurovereenkomst, niet te laten toetreden; 6° de beslissing om de voorkeur van de KH, vermeld in artikel 10 SHB, tweede lid, te weigeren.

    7° de beslissing, naar aanleiding van een uitdrukkelijk verzoek, de KH niet op te nemen in het referentiebestand, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders;

    8° de beslissing om de redenen die een kandidaat-huurder opgeeft om een aanbod te weigeren niet als gegrond te beschouwen.

    94. Betrokkene moet de beoordeling van de Toezichthouder vragen binnen dertig dagen na

    de melding van de beslissing, behalve in het geval vermeld in artikel 80 IH, 1°. In dat geval moet hij de beoordeling binnen een jaar na de datum van de betwiste toewijzing vragen.

    95. De Toezichthouder beoordeelt de gegrondheid en bezorgt zijn beoordeling aan DVW en

    aan de betrokkene binnen dertig dagen vanaf de datum van afgifte op de post van de aangetekende brief van betrokkene. Als de Toezichthouder het verhaal gegrond heeft, betekent DVW zijn nieuwe gemotiveerde beslissing aan de betrokkene binnen dertig dagen na ontvangst van de beoordeling van de Toezichthouder, en bezorgt op diezelfde datum een afschrift aan de Toezichthouder.

    96. Als DVW vaststelt dat in het geval, vermeld in artikel 93 IH, 1°, de toewijzing aan de

    betrokkene had moeten gebeuren of dat in het geval, vermeld in artikel 93 IH, 4°, dat de betrokkene ten onrechte werd geweigerd, of als er binnen dertig dagen na ontvangst van de beoordeling van de Toezichthouder geen beslissing wordt betekend, krijgt de KH de voorrang, vermeld in artikel 19, eerste lid, 1°quater en artikel 21, § 2, eerste lid, 1°bis SHB.

    97. Als er binnen dertig dagen na ontvangst van de beoordeling van de Toezichthouder geen

    beslissing als vermeld in 95 IH wordt betekend, wordt : 1° in het geval, vermeld in artikel 93 IH,2 °, de afwijking vermeld in artikel

    3, § 1, vijfde lid SHB, of de versnelde toewijzing, vermeld in artikel 24 SHB, toegestaan;

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    34

    2° in het geval, vermeld in artikel 93 IH, 3°, de schrapping ongedaan gemaakt; 3° in het geval, vermeld in artikel 93 IH, 5° de persoon ingeschreven of toegelaten tot toetreding tot de huurovereenkomst; 4° in het geval, vermeld in artikel 93 IH, 6° de voorkeur van de KH aangenomen

    5° in het geval, vermeld in artikel 7°, de beoordeling van de toezichthouder bepalend voor de vaststelling van het recht op de tegemoetkoming voor KH’s

    6° in het geval, vermeld in het artikel 93, 8°, de weigering van het aanbod niet in rekening gebracht voor de schrappingsgrond, vermeld in artikel 33 IH 6° .

    98. De beslissingen, vermeld in artikel 93 IH, met uitzondering van de beslissing, vermeld in het 1° vermelden de verhaalsmogelijkheid, de vorm waarin het verhaal moet gebeuren en de termijn waarin het verhaal moet worden uitgeoefend.

    99. Bij gebreke aan een formele beslissing (als vermeld in artikel 93 IH, 2° of 5°), binnen een termijn van twee maanden na het verzoek tot afwijking/ versnelde toewijzing/ inschrijving/ toetreding, kan de KH met een aangetekende en gemotiveerde brief rechtstreeks een beoordeling vragen van de Toezichthouder. De bepalingen van artikel 95 en 97 IH zijn daarop van toepassing. De beoordeling moet worden gevraagd binnen 6 maanden na het verstrijken van de voormelde termijn van twee maanden.

    NAMENS DE RAAD VAN BESTUUR:

    De Directeur, De Voorzitter, Piet Pauwels Marcel Segers

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    35

    Bijlage 1 Lijst van 65 + woningen te Dendermonde

    Dokter Haekstraat (GRE) 15/001 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/002 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/003 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/004 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/005 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/006 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/007 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/008 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/009 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/010 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/011 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/012 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/013 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/014 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/015 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/016 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/017 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/018 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/019 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/020 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/021 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/022 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/023 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/024 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/025 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/026 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/027 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/028 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/029 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/030 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/031 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/032 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 15/033 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/001 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/002 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/003 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/004 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/005 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/006 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/007 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/008 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/009 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/010 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/011 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/012 9200 Grembergen

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    36

    Dokter Haekstraat (GRE) 17/013 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/014 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/015 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/016 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/017 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/018 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/019 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/020 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/021 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/022 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/023 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/024 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/025 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/026 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/027 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/028 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/029 9200 Grembergen Dokter Haekstraat (GRE) 17/030 9200 Grembergen Posthoornstraat 21 9200 Dendermonde Posthoornstraat 23 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/1 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/2 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/3 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/4 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/5 9200 Dendermonde Posthoornstraat 25/6 9200 Dendermonde Posthoornstraat 47 9200 Dendermonde Posthoornstraat 49 9200 Dendermonde Posthoornstraat 51 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/1 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/2 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/3 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/4 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/5 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/6 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/7 9200 Dendermonde Posthoornstraat 53/8 9200 Dendermonde Posthoornstraat 55 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 13 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 15 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/1 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/2 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/3 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/4 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/5 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 17/6 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 46 9200 Dendermonde

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    37

    Tinnenpotstraat 48 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 50 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/1 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/2 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/3 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/4 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/5 9200 Dendermonde Tinnenpotstraat 52/6 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 44 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 42 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/1 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/2 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/3 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/4 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/5 9200 Dendermonde Korte Dijkstraat 40/6 9200 Dendermonde

    Bijlage 2 Lijst van 65 + woningen te Waasmunster

    Rene Bocklandtstraat 1 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 2 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 3 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 4 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 5 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 6 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 7 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 8 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 9 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 10 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 11 9250 Waasmunster Rene Bocklandtstraat 12 9250 Waasmunster Warandestraat 25 9250 Waasmunster Warandestraat 25/1 9250 Waasmunster Warandestraat 25/2 9250 Waasmunster Warandestraat 27 9250 Waasmunster Warandestraat 27/1 9250 Waasmunster Warandestraat 27/2 9250 Waasmunster

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    38

    Bijlage 3 Samenwerkingsakkoord Versnelde toewijzingen stad Dendermonde

    1. Partijen :

    dit samenwerkingsakkoord wordt afgesloten tussen volgende partijen : - De stad Dendermonde - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘de stad’ - met adres Franz Courtensstraat 11 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreden, Piet Buyse burgemeester en voorzitter gemeenteraad en Elke De Man stadssecretaris; - De sociale huisvestingsmaatschappijen – in deze overeenkomst verder aangeduid als SHM CVBA Volkswelzijn Dendermonde - in deze overeenkomst verder aan geduid als ‘Volkswelzijn’ - met als adres Serbosstraat, 2/16 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreden Theo Janssens voorzitter en Carine Verhelst directrice; CVBA Dendermondse Volkswoningen - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘Dendermondse Volkswoningen’ - met adres Begijnhoflaan 2 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreden, Marcel Segers voorzitter en Piet Pauwels directeur; Gewestelijke Maatschappij voor Woningbouw - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘GMVW’ - met adres Acacialaan, 49w13 te 9240 Zele, waarvoor optreden, André De Craene voorzitter en Glen Christiaens directeur; - De welzijnsorganisaties – in deze overeenkomst verder aangeduid als organisaties. - het CAW Oost-Vlaanderen regio Waas en Dender - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘CAW’ - met adres CAW-Huis Dendermonde, Van Langenhovestraat 20 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreedt, Rita De Vis directrice; - het netwerk GGZ Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas (Netwerk GGZ ADS) - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘GGZADS’ - met adres kasteeldreef 29 te 9240 Lede, waarvoor optreedt Vanessa De Roo; waaronder vallen :

    o het initiatief beschut wonen Pro Mente - in deze overeenkomst verder aangeduid

    als ‘Pro Mente’ - met adres Sint Gillislaan 6 bus 11 te 9200 Dendermonde,

    waarvoor optreedt, Bart Van de Voorde diensthoofd;

    o psychiatrisch verzorgingstehuis Leilinde - in deze overeenkomst verder

    aangeduid als ‘PVT Leilinde’ - met adres Zuidlaan 42 te 9200 Dendermonde,

    waarvoor optreedt, Marc Vandergraesen algemeen directeur;

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    39

    o het project psychiatrische zorg in de thuissituatie : De Monding - in deze

    overeenkomst verder aangeduid als ‘PZT De Monding’ - met adres Sint Gillislaan

    6 bus 11 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreedt, Bart Van de Voorde

    diensthoofd;

    - Organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg regio Waas en Dender

    o vzw Beaufort - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘Beaufort’ - met adres

    Sombekedries 12 te 9250 Waasmunster waarvoor optreedt, Stijn Deriemaeker;

    o vzw Jeugdzorg Sint-Vincentius - in deze overeenkomst verder aangeduid als

    ‘Sint-Vincentius’ - met adres Jagerstraat 32 te 9220 Hamme, waarvoor optreedt,

    Robert Impens;

    o vzw De Steiger - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘De Steiger’ - met

    adres Torenstraat 30 te 9160 Lokeren, waarvoor optreedt, Marniek de Fauw;

    o vzw Tehuis Sint-Carolus - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘Sint-

    Carolus’ - met adres Gyselstraat 49 te Nieuwkerken-Waas, waarvoor optreedt,

    Thierry De Raedt;

    o vzw Dienstencentrum Hof ter Welle - in deze overeenkomst verder aangeduid als

    ‘Hof ter Welle’ - met adres Anna Piersdreef 1 te 9120 Beveren, waarvoor optreedt,

    Guy Tindemans;

    Het OCMW Dendermonde - in deze overeenkomst verder aangeduid als ‘het OCMW’ - met adres Kerkstraat 115 te 9200 Dendermonde, waarvoor optreden, Patrick Meulebroek voorzitter en Katrien Aerts, secretaris;

    Het is een Samenwerkingsakkoord tussen de stad Dendermonde, de verschillende

    betrokken welzijnsorganisaties en de sociale huisvestingsmaatschappijen op het

    grondgebied Dendermonde.

  • Intern huurreglement Dendermondse Volkswoningen versie april 2017

    40

    2. Het doel van dit samenwerkingsakkoord :

    Dit samenwerkingsakkoord is opgesteld op basis van het Besluit van de Vlaamse

    Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van

    de Vlaamse Wooncode van 12/10/2007, (zoals gewijzigd door het Besluit van de

    Vlaamse Regering van 30.09.2011 en 4.10.2013) artikel 24. Vanaf 1 januari 2014

    zijn er wijzigingen in de regelgeving, ook voor de versnelde toewijzingen.

    Doelstelling is dat maatschappelijk kwetsbare doelgroepen een versterkte toegang

    krijgen tot sociale huisvesting in Dendermonde.

    Het betreft volgende doelgroepen :

    Daklozen, die begeleid worden door het CAW en het OCMW;

    jongeren die begeleid worden door een erkende dienst of het CAW,

    kandidaat-huurders in de geestelijke gezondheid : die begeleid worden

    door beschut wonen, project psychiatrische zorg in de thuissituatie of het

    ambulant intensief behandelingsteam.

    Gezien de vrij beperkte mogelijkheden om versneld te kunnen toewijzen door de

    verschillende welzijnsorganisaties, wil dit samenwerkingsakkoord deze toewijzingen

    beperken tot de welzijnsorganisaties die instaan voor de begeleiding van de huurder

    en dus minstens actief zijn op het grondgebied Dendermonde. Andere organisaties

    kunnen alleen toe leiden als ze daarvoor afspraken maken met de

    welzijnsorga