Integraal Vastgoedrekenen - SPRYG · 2020. 5. 28. · CIS HypZert (MLV) valuer Functie: Senior...
Transcript of Integraal Vastgoedrekenen - SPRYG · 2020. 5. 28. · CIS HypZert (MLV) valuer Functie: Senior...
Integraal Vastgoedrekenen
Dag 1: 22 maart 2017
Uw docentenDag 1
Docent: André Deleroi MSc MRICS RT RM REVRICS registered valuer, CIS HypZert (MLV) valuer
Functie: Senior taxateur en adviseur
Docent: Léon van der Wal MScFunctie: Consultant
Programma dag 131 maart 2016
08:30 Ontvangst
09:00 Algemene introductie en actualiteiten
10:45 Theorie en rekenbegrippen (incl. casussen)
12:30 Lunch
13:00 Vervolg: Financiële haalbaarheidsanalyses
• Gebruiks- en beleggingsfase
• Financiering
• Bouw/ontwikkel exploitatie
16:00 Netwerkborrel
Aandachtspunten
• Mobiele telefoons stil
• Laptops gesloten, behalve tijdens oefeningen
• Niet bellen, mailen, appen, sms-en, behalve tijdens de pauze
LeerdoelenWaar liggen onze ambities
Leerdoelen basiskennis vastgoed
• Bekendheid krijgen met de vastgoedmarkt• Weten welke partijen actief zijn en wat zijn de diverse
belangen• Weten hoe een waarde tot stand komt• Het zelfstandig maken van een eenvoudige waardering• Het kunnen interpreteren van waarderingen en de kritische
vragen kunnen stellen• Bekend raken met actuele ontwikkelingen• Beknopte kennis opdoen over huurcontracten• Beknopte kennis opdoen over ruimtelijke ordening, dit
bepaalt immers veelal in grote mate (mede) de waarde• Weten waar je informatie kunt vinden om iets van een pand
te kunnen vinden
Introductie vastgoedmarktActualiteiten
De nieuwskoppen in de media
De nieuwskoppen in de media
Introductie vastgoedmarktSpelers en sectoren
Spelers en belangen
Spelers Focus
• GrondeigenarenSluitende exploitatie
• Ontwikkelaars Marge maken
• Beleggers Rendement maken
• Gebruikers Genot van de zaak
Daarnaast
• Gemeenten
• Provincies
• Adviseurs/taxateurs
• Financiers / Banken
Bestaat ‘de Vastgoedmarkt’ wel?Activamarkt versus Ruimtemarkt
Lokale en nationale economie
Toekomst verwachting
Kapitaal markt
Cash flow
Marktwaarde vastgoed
Geëiste rendement
Aanbod (eigenaren die verkopen)
Vraag(investeerders die
kopen)
Vraag (huurders)
Aanbod (verhuurders)
Huur & bezetting
Ontwikkelmarkt
Indien ja
Toevoeging aan voorraad
Is ontwikkeling winstgevend?
Stichtingskosten (incl. grond)
Activamarkt
Ruimtemarkt
Sectoren
• Residentieel vastgoed• Koop• Huur• Particulieren versus ondernemers• Regulier wonen, senioren, wonen/zorg combi’s• Recreatief• Woonconcepten (studenthotel, friends-concept etc.)
• Commercieel kantoren• Commercieel retail• Commercieel bedrijfspanden• Commercieel logistiek• Commercieel recreatief• Commercieel parkeren
De cyclus van vastgoed
Introductie vastgoedmarktWaarom wordt er geïnvesteerd in vastgoed?
Waarom is vastgoed zo interessant?
Figuur: Rendementen Nederlandse aandelen, obligaties, direct vastgoed en beursgenoteerde vastgoedaandelen 1977-2015
Bron: De vastgoedindex op waarde geschat (ROZ IPD)
• Er is sprake van een stroom van redelijk stabiele rendementen, tenminste als wij kijken naar de rendementen van direct Nederlands vastgoed (ROZ/IPDindex);
• Spreiding investeringsportefeuille over meerdere asset-classes. Denk onder aan pensioenfondsen en andere institutionele investeerders;
• Inflatie hedge op direct rendement.
Aantrekkelijke cumulatieve rendementen?
• Direct vastgoed heeft aantrekkelijke cumulatieve rendementen. Beursgenoteerde (publieke) vastgoedaandelen en obligaties scoorden vrijwel net zo goed;
• Voor obligaties hebben we de afgelopen jaren een forse rentedaling gezien.
Bron: De vastgoedindex op waarde geschat (ROZ IPD)
Cummulatieve rendementen
• Internationaal gezien deed direct Nederlands vastgoed het heel goed, effecten van de crisis waren beperkt!
Bron: De vastgoedindex op waarde geschat (ROZ IPD)
Vastgoedmarkt na de crisis
Bron: ROZ IPD (eigen bewerking)
Introductie vastgoedmarktMeer dan alleen stenen
Van winst uit vastgoedontwikkeling naar een bredere legitimatie
Grondopbrengsten
Verkoopopbrengsten
Huuropbrengsten
Tijdelijke verhuuropbrengsten
Erfpacht-, haven- kadegelden
Direct Indirect
financieel of maatschappelijk
Kosten
Opbrengsten
Verwerving/inbreng
Bouw- en woonrijp maakkosten
Plankosten
Kosten (tijdelijk) beheer
Werkgelegenheid
Energie, water en afval
Parkeerinkomsten
Detailhandelsomzet
Woningwaarde (OZB)
Veiligheid
Sociale cohesie
Uitkeringen
Zorgkosten
Infrastructuur/mobiliteit
Politie-inzet
Fysieke en sociale beheerkosten
Hoe kom je tot een investeringskaart?
Schuivende panelen in de vastgoedwereld
Middellange termijn (2017 – 2019)
• Risicoaversie neemt af, met name bij internationale financiers;
• Investeringskracht blijft sterk, maar selectief;
• Gebruikersvraag neemt toe, maar zeker niet voor alle sectoren en deelmarkten;
• Partijen gaan buiten hun kerncompetentie;
• Publieke middelen zijn schaars;
• Regelgeving dominant: liever rechtmatig en doelmatig dan doeltreffend;
• De bouwkolom kan niet meer bijbenen, bouwprijzen stijgen;
• …. en de markt (b)lijkt weer op het niveau 2008 …
Effecten verduurzaming vastgoed
• Label C-verplichting kantoren vanaf 2023
• Afspraken Energieakkoord om te komen tot een energie-neutrale gebouwde omgeving in 2050.
• Een tussenstap is de ambitie dat alle gebouwen in 2030 gemiddeld ten minste label A hebben.
• Wie houdt hier nu al rekening mee?
• Aanhouden en investeren of nu verkopen?
Vanaf 2030
Vanaf 2023
Innovatie en nieuwe spelers in de vastgoedsector…
Vastgoed rekenen en waarderenDe basis principes
Vastgoed rekenen
• Alles heeft waarde
• Waarde bepaald door:• Netto opbrengsten
• Toekomstpotentie
• Emotie
• Opbrengst bepaald door:• Marktvraag
• Situatie van de verkoper
• Financieringsmarkt
• En uiteraard door alles wat de ‘waarde’ bepaalt
De vastgoedketen en rekenmethodieken
Het vastgoed proces en de rekenmethodieken
Waarderingsmethodieken
• Comparatief
• Direct
• Regressie (hedonisch)
• Kapitalistiemethode (inkomstenbenadering)
• Bruto aanvangsrendement (BAR)
• Netto aanvangsrendement (NAR)
• Discounted Cash Flow methode (DCF)
• Residuele methode
Comparatieve methode
WaarderingsmethodiekenComparatief
WaarderingsmethodiekenComparatief
Kapitalisatie methode
WaarderingsmethodiekenKapitalisatie methode
• Bij regulier commercieel vastgoed meest gebruikt
• Ook bij beleggershuurwoningen veel gebruikt
• Niet transparant
• Veel correcties nodig op afwijkingen van standaard
• Banken zijn er gek op, net als buitenlandse partijen.
Huurwoningen
Retail
Kantoren
DefinitiesBAR
Het Bruto Aanvangsrendement is een ratio's om op basis van de bruto markthuur (de theoretische huur) de marktwaarde van een object te bepalen.
Totale investering:
• koopsom +
• kosten koper +
• achterstallig onderhoud +
• CW (markthuur – contracthuur) +
• CW leegstand +
• CW erfpacht +
Voorbeeld BAR berekening:
BAR Waardering
= Markthuurwaarde 250.000
/ Gemiddeld BAR 7,00%
= Gekapitaliseerde markthuurwaarde 3.571.400
- Achterstallig onderhoud -
- Contante waarde verschil contract- en markthuur 40.000
- Contante waarde aanvangsleegstand 35.000
- Reductie erfpacht -
- Contante waarde incentives 35.000
- Contante waarde servicekosten eigen rekening -
= Waarde vrij op naam 3.461.400
- Transactiekosten 226.447
- Ovb op gekapitaliseerd erfpachtcanon -
= Waarde k.k. op basis BAR 3.235.000
Waardemethodiek:Bruto Aanvangsrendement (BAR)
B e l e g g i n g s w a a r d e
?
H u u r
E x p l o i t a t i e k o s t e n
G r o o t o n d e r h o u d
R e s t w a a r d e
Tijd
Kasstroom eerste jaar
B e l e g g i n g s w a a r d e ( t = 0 ) = k a s s t r o o m ( t = 1 ) / B A R
BAR 8% BAR?%
100% verhuurd0% aanvangsleegstandcontracthuur = markthuur
geen achterstallig onderhoud
kosten koper 7%
100% verhuurd m.u.v. jaar 110% aanvangsleegstandcontracthuur = 80% markthuurna 1e jaar: markthuur = contracthuurachterstallig onderhoud = 10.000
kosten koper 7%
koopsom + k.k. = € 107.000 koopsom + k.k. + CW leegstand + CW (markthuur –contracthuur) + achterstallig onderhoud = € 107.000
Waardoor wordt het BAR bepaald?
• Lage BAR kan betekenen:― Laag risicoprofiel
― Strategische locatie met groeipotentieel
― Sterke huurder, langjarig contract
― Verwachte waardegroei
― Eindwaarde overtreft de investering
― Hoge inflatieverwachting en derhalve huurgroei (inflation hedge)
― Gunstige financierbaarheid
• Een hoge BAR kan betekenen:― Hoge risicoverwachting
― Twijfels over de locatie
― Twijfels over de huurder en verhuurbaarheid
― Weinig tot geen waardegroei
― Lage eindwaarde (grondwaarde blijft over, vastgoed is incourant)
― Slechte financierbaarheid
Waardemethodiek:BAR uitdagingen
• Gebruik begrip BAR is niet eenduidig
• Onvoldoende transparantie in de markt om de BAR te gebruiken
• Vraag altijd naar de definitie van de gehanteerde BAR (wat zit er in, wat niet)
• Meest voorkomend: BAR = contracthuur/transactieprijs VON
• BAR zegt niets over leegstand op termijn• Wat als huurovereenkomst verloopt?
• Huurder heeft contract van 20 jaar?
• BAR zegt niets over huurprijsontwikkeling
• BAR zegt niets over onderhoud & beheer
• BAR zegt niets over restwaarde ontwikkeling
Conclusie: BAR is weinig bruikbaar bij Financial Engineering
DefinitiesNAR
Het Netto Aanvangs Rendement is een ratio's om op basis van de netto markthuur (de theoretische netto huur) de marktwaarde van een object te bepalen.
Eerste jaar markthuur – marktconforme exploitatiekostenNAR
= Totale investering• koopsom +
• kosten koper +
• achterstallig onderhoud +
• CW (markthuur – contracthuur) +
• CW leegstand +
• CW erfpacht
Typische vraagstelling:
• Wat is de prijs die in de markt voor een object wordt betaald?
Voorbeeld NAR berekening:
NAR waardering
Exploitatiekosten
+ Vaste lasten 9.272
+ Gemiddelde mutatiekosten t.l .v. eigenaar -
+ Beheerkosten 4.409
+ Gemiddelde courtages 3.529
+ Planmatig onderhoud 22.285
+ Overige kosten excl .servicekosten eigenaar -
= Totaal exploi tatie 39.494
= Bruto markthuurwaarde 222.649
- Totaal exploi tatie 39.494
= Netto huurwaarde 183.155
/ Gemiddeld NAR 7,50%
= Gekapita l i seerde netto huurwaarde 2.442.060
- Achtersta l l ig onderhoud -
+ Contante waarde verschi l contract- en markthuur 13.536
- Contante waarde aanvangs leegstand 27.344
- Reductie erfpacht -
- Contante waarde incentives -
- Contante waarde servicekosten eigen rekening -
= Waarde vri j op naam 2.428.252
- Transactiekosten 148.203
- Ovb op gekapita l i seerd erfpachtcanon -
= Waarde k.k. op bas is van NAR 2.280.049
Discounted Cashflow methode
WaardemethodiekDCF methode
B e l e g g i n g s w a a r d e
?
H u u r
E x p l o i t a t i e k o s t e n
G r o o t o n d e r h o u d
R e s t w a a r d e
Tijd
B e l e g g i n g s w a a r d e ( t = 0 ) = N C W k a s s t r o o m
WaarderingsmethodiekenDCF methode
Gebaseerd kasstroominschattingen:
• Kasstroomparameters
• Inschatting exploitatiescenario• Verhuurscenario • (Huur)prijsontwikkelingen
• Inschatting discontovoet
• Controle op: m²-prijs, res. BAR en res. NAR
• Voordelen van een DCF
• Inzicht in kasstroomontwikkeling
• Transparantie aannames
• Te gebruiken bij sterk wisselende kasstromen en uitpondscenario’s
• Goed te gebruiken bij incourant vastgoed
• Goed te gebruiken voor Financial Engineering
Financiële rekenkunde
Centraal staat geld & tijd
Oftewel: de waardeontwikkeling van geld in de tijd
Indexeren
Indexeren is het aanpassen van een bepaalde periodiek terugkomend bedrag aan de inflatie
• Soms berust dat op een afspraak:
• Prijsindexatie van de lonen
• Indexatie van pensioenen
• Huurverhoging
• Soms houd je er zelf rekening mee:
• Indexatie van budget onderhoudskosten in de tijd
Indexeren
Indexeren = cashflow * (1 + index)^t
Oefening: Wereldreis
Stel:
• Je krijgt nu een bonus van € 10.800 (na belasting);
• Je wilt graag over 5 jaar een wereldreis maken;
• Een mooie wereldreis kost nu € 11.163,-;
• De inflatie bedraagt structureel naar 0,5% per jaar;
• Je verwacht 1% theoretisch rendement per jaar te halen (deposito);
• Je kunt kosteloos inleggen en opnemen.
Heb je straks voldoende geld voor de wereldreis?
Wereldreis
2025
Vraag: Kan ik in jaar 5 deze wereldreis betalen?
Uitgangspunten
Bonus (t=0) € 10.800
Inflatie 0,50%
Rendement 1,00% per jaar
Wereldreis (t=0) € 11.163
DCF methodiek
• In feite wordt bepaald wat ‘iemand’ nu over heeft voor toekomstige kasstromen gegeven een bepaalde rendementseis.
• Naast de DCF is het aan te bevelen ook een BAR- en NAR-waardering te maken
• DCF methodiek geeft inzicht in kasstromen en kan risico’s kwantificeren en zichtbaar maken. Vaststellen van de discontovoet is bijzonder lastig en discutabel. Het hangt immers altijd samen met wat het risico is dat in de kasstromen is opgenomen versus wat in de discontovoet zit. Hier zit veel discussie en ruis op de lijn.
• Vandaar altijd toetsen met BAR en NAR
Financiële rekenkunde (eindwaardeberekening)
saldot = storting x (1 + rente)^t
Voorbeeld: Planeconomie eindwaardeberekening
jaar storting rente saldo
0 1.000 - 1.000
1 60 1.060
2 64 1.124
3 67 1.191
4 71 1.262
5 76 1.338
Financiële rekenkunde (contante waarde berekening)
contante waarde = cashflow / (1 + rente)^t
jaar cashflow CW
0
1
2
3
4
5 1338 1.000
Toekomst en heden
T o e k o m s t i g k a p i t a a l = >
C o n t a n t e w a a r d e = >
E W t = c a s h f l o w * ( 1 + R ) ^ t
C W t = c a s h f l o w / ( 1 + R ) ^ t
€100,- €104,- €108,16 €112,50 etc
€112.50 €108,16 €104,- €100,-
RekencasusKantoorbelegging
RekencasusKantoorbelegging
Vragen:(1) Wat is de beleggingswaarde van deze woning?(2) Wat is het BAR van deze woning?
BELEGGINGSBEREKENING (dcf-methode, IRR, BAR, NAR)
Uitgangspunten
BVO 160 m2
GBO 125 m2
Huurprijs 1.125€ per maand
Onderhoud 1.200€ per jaar
OZB 0,096% van de WOZ waarde
Waterschap 173€ per jaar
Verzekering 300€ per jaar
Beheer 300€ per jaar
Inflatie 2,00%
Huurstijging tov inflatie 0,00%
WACC (=IRR-eis) 6,75%
Waarde als koopwoning 280.000 von
Kosten koper 3,00%
Exploitatieperiode 25 jaar
DCF-berekening Internal Rate of Return (IRR)
Typische vraagstelling bij discontovoet als input:
• Wat is de waarde van een toekomstige kasstroom gegeven mijn discontovoet?
• Welke kostprijs-dekkende huur moet ik vragen om aan mijn rendementseis te voldoen?
Typische vraagstelling bij discontovoet als output:
• Is de IRR van een beleggingsvoorstel hoger dan mijn gewenste rendement?
• Effecten van ‘hold and sell’
• Financial Engineering vraagstukken
Rendementseis (discontovoet)
• Definitie: de rendementseis is een disconteringsvoet die de waarde van tijd vertegenwoordigt voor de belegger. Het bestaat uit inflatiecompensatie, een risicopremie, de kosten van financiering en opportunity costs.
• De rendementseis (= rentepercentage) is ‘input’ in de berekening van de contante waarden van kasstromen
• De uitkomst van de berekening is de Netto Contante Waarde: de optelsom van alle contante toekomstige kasstromen. Deze kan zowel negatief als positief zijn, en is afhankelijk van de hoogte rendementseis.
DCF-berekening (IRR)
• Definitie: De Internal Rate of Return is de disconteringsvoet waarbij de contante waarde van de toekomstige kasstromen gelijk is aan de investering.
• Oftewel, de NCW is bij de rentevoet van de IRR gelijk aan 0
• De IRR is een resultante (‘output’) van de bekende of geraamde kasstromen!
Residuele methode
WaarderingsmethodiekenResiduele methode
Waarde te realiseren vastgoed (100)
Kosten inclusief bouwrente, winst en risico (70)
Grond (30)
Waarde te realiseren vastgoed (100)
Kosten inclusief bouwrente, winst en risico (100)
Waarde te realiseren vastgoed (100)
Kosten inclusief bouwrente, winst en risico (130)
Grond (-30)
Grond (0)
0
Grondquote (30%)
Grondquote (0%)
Grondquote (-30%)
WaarderingsmethodiekenResiduele methode
De residuele rekensom
Opbrengst 200.000
Bouwkosten 120.000
Overige kosten 30.000
Resteert 50.000
Stichtingskostenopzet
Bij projectontwikkeling wordt voor de opbouw van de stichtingskosten vaak de volgende onderverdeling gebruikt:
• Bouwkosten
• Bijkomende kosten
• Algemene kosten
• Winst & risico
• Rentekosten
• BTW
• Hoe omgaan met grondkosten
Merk op: Marge (winst) op het einde van het project
Cash flow projectontwikkelaarBeleggingsgvastgoed
marge
oplevering
nu start bouw
grondkosten
Cash flow projectontwikkelaar Koopwoningen
Conclusie:
- Nauwelijks financieringsbehoefte (en dus ook geen rentelasten) gedurende de bouw
- Grondwaarde bij start bouw = verkoopopbrengst bij start bouw - realisatiekosten
Nu Start bouw Oplevering
Afname grond
1ste termijn koper
2de termijn aannemer
2de termijn koper
3de termijn aannemer
3de termijn koper
4de termijn aannemer
4de termijn koper
5de termijn aannemer
5de termijn koper
WaarderingsmethodiekenResidueel (m.n. grond / overtollig vastgoed)
Casus Residuele grondwaardeberekening
(1) Wat is de residuele grondwaarde van deze woning als huurwoning?
(2) Wat is de residuele grondwaarde van deze woning als koopwoning?
Beleggers huurwoning Koopwoning
Beleggingswaarde 235.547€ VON-prijs 280.000€
Bouwkosten 700€ excl. BTW per m² BVO Bouwkosten 700€ excl. BTW per m² BVO
Bijkomende kosten 18,00% over bouwkosten Bijkomende kosten 18,00% over bouwkosten
Algemene kosten 5,00% over bouwkosten + bijkomende kosten Algemene kosten 5,00% over bouwkosten + bijkomende kosten
Winst & Risico 3,00% over ontwikkelomzet excl. BTW Winst & Risico 6,00% over ontwikkelomzet excl. BTW
Rente tijdens de bouw 5,25% Rente tijdens de bouw 5,25%
Bouwperiode 8 maanden Bouwperiode 8 maanden
Samenvatting
Het vastgoed proces en de rekenmethodieken
Het vastgoed proces en de rekenmethodieken
(residuele) grondwaarde berekeningen
(bouwrijp)
DCF-berekeningenBAR / NAR berekeningen
Tijd
ProjectontwikkelingGrondexploitatie Beleggingsfase
(residuele) grondwaarde
berekeningen (huidige staat)
Verdieping
Financiering
Motieven voor financieringLiquiditeitsbehoefte
• Vastgoed aankopen
• Grond aankopen
• Locatie met tijdelijke exploitatie
• Investeringen in groot onderhoud
• Renovatie
• Subsidie volgt later
• Planontwikkeling
Redenen om vreemd te financieren
1. Hefbomen
2. Meer omzet met hetzelfde eigen vermogen
3. Participatiegraad verlagen
4. Risicobeperking / risicospreiding
5. Verhandelbaarheid verhogen
6. Disciplinerende werking
Hefbomen
• De kosten van vreemd vermogen zijn lager dan de kosten van eigen vermogen (uitzonderingen?)
• Waarom activa met een laag risico met eigen vermogen financieren?
• Door vreemd vermogen toe te voegen aan je kapitaalsstructuur verlaag je de gemiddelde kostenvoet van vermogen
• En verhoog je het rendement op eigen vermogen
• Verandert de rendementsopbouw van het eigen vermogen van hoofdzakelijk direct rendement (netto huur) naar hoofdzakelijk indirect rendement (restwaarde)
• Maakt de vastgoedbelegging spannend en zorgt ervoor dat investeerders hun werk efficiënter en effectiever gaan doen.
HefbomenPrincipe op basis van kasstromen
Investering
Netto kasstroom en eindwaarde
Lening
Storting EV
Rente en aflossing
Dividend
Kasstroom project
Kasstroom Financiering (VV)
Kasstroom eigen vermogen (EV)
Hefboom 60% VV
LTV 1-LTV
rEVrVV
rproject
LTV = Loan to Value = verhouding VV / totale vermogen
Hefboom 80%
LTV 1-LTV
rEVrVV
rproject
LTV = Loan to Value = verhouding VV / totale vermogen
Cash flow waterfall
Kasstroom project
Senior DebtService
1e achtergesteldelening
2e achtergesteldelening
Kasstroom EV
Senior lening
Achtergestelde lening
Participatie lening
Preferente aandelen
Eigen vermogen
Mezzanine
FinancieringslegoVoorbeeld mezzanine kapitaalstructuur
RendementsbegripDirect, Indirect, TRR, IRR
Rendement
• R = Rendement
• O = Opbrengst
• K = Kapitaal
Rt =
Formule Rendement
O t
K t -1
Rendement
• R = Rendement in jaar t
• K = Kapitaal in jaar t
• I = Inkomsten eind jaar t
• U = Uitgaven begin jaar t
Formule Rendement
Rendement Kasstroom Kapitaalsontwikkeling
Rt = It - Ut + Kt - Kt-1
Kt-1
Indirecte kasstroom 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Investering -15.200.000
Marktwaarde 15.200.000 15.504.000 15.339.658 16.106.640 16.428.773 16.422.202 16.757.349
Verkoop 16.757.349
Gerealiseerde waardemutaties 335.147
Ongerealiseerde waardemutatie 304.000 -164.342 766.982 322.133 -6.571 INDIRECT
Directe kasstroom
Bruto huuropbrengsten 1.064.000 712.000 1.100.483 1.119.192 1.138.218 1.157.568
Exploitatiekosten -127.680 -129.851 -132.058 -134.303 -136.586 -138.908
Opbrengsten uit vastgoedbelegging 936.320 582.149 968.425 984.889 1.001.632 1.018.660 DIRECT
Direct rendement 6,16% 3,75% 6,31% 6,11% 6,10% 6,20%
Indirect rendement 2,00% -1,06% 5,00% 2,00% -0,04% 2,04%
Geconsolideerd beleggingsresultaat 1.240.320 417.807 1.735.407 1.307.022 995.061 1.353.807
TRR 8,16% 2,69% 11,31% 8,11% 6,06% 8,24%
Netto kasstroom -15.200.000 936.320 582.149 968.425 984.889 1.001.632 17.776.009
IRR 7,38%
Total Rate of Return (TRR)
Directe opbrengsten
Indirecte opbrengsten
Hoe bereken je IRR, TRR?
Casus Rendement
Indirecte kasstroom 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Investering -15.200.000
Marktwaarde 15.200.000 15.504.000 15.339.658 16.106.640 16.428.773 16.422.202 16.757.349
Verkoop 16.757.349
Gerealiseerde waardemutaties 335.147
Ongerealiseerde waardemutatie 304.000 -164.342 766.982 322.133 -6.571 INDIRECT
Directe kasstroom
Bruto huuropbrengsten 1.064.000 712.000 1.100.483 1.119.192 1.138.218 1.157.568
Exploitatiekosten -127.680 -129.851 -132.058 -134.303 -136.586 -138.908
Opbrengsten uit vastgoedbelegging 936.320 582.149 968.425 984.889 1.001.632 1.018.660 DIRECT
Direct rendement 6,16% 3,75% 6,31% 6,11% 6,10% 6,20%
Indirect rendement 2,00% -1,06% 5,00% 2,00% -0,04% 2,04%
Geconsolideerd beleggingsresultaat 1.240.320 417.807 1.735.407 1.307.022 995.061 1.353.807
TRR 8,16% 2,69% 11,31% 8,11% 6,06% 8,24%
Netto kasstroom -15.200.000 936.320 582.149 968.425 984.889 1.001.632 17.776.009
IRR 7,38%
Achtergrondinformatie
• Basisboek Vastgoedrekenen
• Vastgoedrekenen met Spreadsheets
• Taxatieleer Vastgoed 1 & 2
Vragen?
Docent
André Deleroi MSc MRICS RT RM REV, senior taxateur en consultant
E-mail: [email protected]
M: +31(0)6 270 660 47
Botterstraat 139
8081 JW, Elburg
T: +31(0)85 4000 171 - www.basevalue.nl
2017 – heden : BaseValue BV
• Taxateur van commercieel vastgoed, staatssteuntoets
• Financieel structureren van vastgoed- en gebiedsontwikkelingsvraagstukken
• Expert van parkeervraagstukken
2003 – 2016 : Fakton, consultant en taxateur
1998 – 2003 : Ballast Nedam Engineering, civieltechnisch constructeur
Docent
Léon van der Wal MSc, consultant
E-mail: [email protected]
M: +31(0)6 256 393 56
Beurs-WTC - Beursplein 37
P.O. Box 30188 - 3001 DD Rotterdam
T: +31(0)10 300 6000 - www.fakton.nl/valuation
2015 – heden : Fakton, consultant
• Financieel structureren van vastgoed- en gebiedsontwikkelingsvraagstukken
• Taxaties ontwikkelingslocaties
2014 – 2015: SENS Real Estate, Assistant Project Manager