Installation Manual Orion - · PDF file2 Publicatie Maart 2015, Keyprocessor BV...
Transcript of Installation Manual Orion - · PDF file2 Publicatie Maart 2015, Keyprocessor BV...
1
Orion
Installatiehandleiding
o Product o Installatie
o Aansluiting o Technische gegevens
2
Publicatie
Maart 2015,
Keyprocessor BV
Paasheuvelweg 20
1105BJ Amsterdam
www.keyprocessor.com
Tel.: +31-20-4620700
Deze handleiding geeft de stand van kennis tijdens het bovengenoemde tijdstip weer.
Keyprocessor werkt voortdurend aan de verbetering van haar producten. Voor de meest recente technische stand kunt u contact opnemen met uw consultant of dealer.
Inhoudsopgave
Publicatie ..................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ............................................................................................................. 2 1 Productbeschrijving ......................................................................................... 3 2 Toepassingen .................................................................................................. 4 2.1 Functies ..................................................................................................... 4 3 Montage ......................................................................................................... 5 4 Aansluitingen .................................................................................................. 6 4.1 Orion ......................................................................................................... 6 4.1.1 Labels ........................................................................................................ 7 4.1.2 Voedingsaansluiting en sabotage contact ........................................................ 8 4.1.3 Smart LED status ........................................................................................ 8 5 Orion als vervanger van de lezer Orbit ............................................................... 9 5.1 Aansluiten op een iPU-8 ............................................................................... 9 5.2 Aansluiten op een Polyx .............................................................................. 10 5.2.1 Bekabeling voorschrift ................................................................................. 10 5.2.2 Kaartlezer en IO aansluitingen ..................................................................... 11 5.2.3 Diagnosticeren ........................................................................................... 11 6 Meerdere Orion’s op een data lijn (bus) ............................................................. 12 6.1 Aansluiten op een Polyx Netwerk controller.................................................... 12 6.1.1 Rechtstreekse verbinding ............................................................................ 13 6.1.2 Verbinding via een adapterboard .................................................................. 14 6.1.3 Bekabeling voorschrift ................................................................................. 14 6.1.4 Kaartlezer en IO aansluitingen ..................................................................... 15 6.1.5 kpSensor bus aansluiting ............................................................................. 16 6.1.6 Diagnosticeren ........................................................................................... 16 7 Diagnostiek menu .......................................................................................... 17 7.1 Verbinding met de Console poort .................................................................. 17 7.2 Start diagnostiek van de iPU-8 ..................................................................... 18 7.3 Start diagnostiek van de Polyx ..................................................................... 20 7.3.1 Orion als vervanger van de lezer Orbit .......................................................... 20 7.3.2 Meerdere Orion’s op een data lijn (bus) ......................................................... 22 8 Technische gegevens (Engels) ......................................................................... 24 9 Annex ........................................................................................................... 26 9.1 I/O connections .......................................................................................... 26 9.2 Reader connection: Orion – Sirius i30 ........................................................... 27
3
1 Productbeschrijving
De Orion is een veelzijdige Smart door controller die meerdere communicatie protocollen
ondersteunt en voor veel doeleinden toepasbaar is.
De compacte controller is te bevestigen op een 35mm montagerail en kan in bestaande Keyprocessor behuizingen worden geplaatst.
4
2 Toepassingen
Afhankelijk van de situatie kan de Orion worden gebruikt op vele verschillende manieren.
De Orion kan worden toegepast indien:
- er een bestaande Lezer Orbit moet worden vervangen of
- er een communicatie bus gewenst is of
- er meer functionaliteit gewenst is.
2.1 Functies
Afhankelijk van het gebruik van de Orion, zijn er functionaliteiten beschikbaar. Hieronder wordt een functionaliteiten overzicht weergegeven:
Overzicht per Orion:
Orion als Orbit Orion Bus systeem
Digitale inputs 8 2*
Digitale outputs 2 6
High power outputs 2 2
Analoge/Digitale inputs - 6
Orion sabotage input - 1
Kaarlezer Wiegand/ABA 2 2*
Card reader sabotage contact - 2
kpSensor - 4
Locatie buzzer - Ja
LED status Ja Ja
Audio - **
microSD card - **
Communicatie type RS422 RS485
Interne temperatuur meting Ja Ja
Voedingspanning meting Ja Ja
Lezer spanning meting Ja Ja
Stroomafname lezers Ja Ja
Overbelasting detectie H1 en H2 Ja Ja
Softstarting outputs Ja Ja
Orion als Orbit Orion Bus systeem
In combinatie met iPU8 Max. 8 0
In combinatie met Polyx Max. 2 Max. 16 (8 per bus)
- Niet beschikbaar
* Dit zijn gedeelde ingangen. Bij gebruik van een kaartlezer zullen de ingangen niet kunnen worden gebruikt en visa versa.
** Functie wordt nog niet ondersteund door de software (toekomstig gebruik).
5
3 Montage
Voor montage, gebruik een montagerail profiel: 35 mm, volgens NEN-EN 50022
Figuur1: 35mm montagerail Figuur2: afmetingen in mm
Monteer de montagerail aan de muur of in een beveiligde behuizing.
Zet de Orion tegen de rail aan en klik hem in.
Montage van de Orion op het profiel
Let op! Indien de Orion geplaatst wordt in een bestaande Keyprocessor behuizing, plaats
de montagerail in het midden van de behuizing.
Let op! Noteer bij installatie van iedere Orion het serienummer en de locatie van de
Orion.
6
A
B/C
D
L
J/K
I
E F G H
H
4 Aansluitingen
In dit hoofdstuk worden de aansluitingen van Orion omschreven. De mogelijkheden zijn
afhankelijk van het gebruik (Orion als vervanger van de lezer Orbit of meerdere Orions op een data lijn (bus)).
4.1 Orion
*Functie wordt nog niet ondersteund door de software (toekomstig gebruik).
Poort Omschrijving
A PRT1 - RS422 (Orbit mode)
B/C Reader & IO-1
D Voedingsconnector
E Status LED
F microSD slot*
G End of line jumper
H Koppel connector van de voedingspanning
I RS485 en kpSensor bus
J/K Reader & IO-2
L PRT2 - RS485 (Orion mode)
7
L
4.1.1 Labels
Hieronder worden de connectoren en de geprinte teksten op de Orion weergegeven, waarbij ADC staat voor Analoog/Digitaal converter:
Reader & IO-1
Connector: B Omschrijving Connector: C Omschrijving
C GND A1 ADC input 1
T1 Digitale input (Sabotage kaartlezer) A2 ADC input 2
LD Kaartlezer LED aansturing A3 ADC input 3
D0 DO/Data of Digitale input C GND
D1 D1/Clock of Digitale input H1 High Power output 1
O1 Digitale output 1 C GND
C GND O2 Digitale output 2
+V Voedingsaansluiting kaartlezer O3 Digitale output 3
Connector: D Omschrijving
⏚ Randaarde
- GND
+ Voedingsaansluiting Orion (12-24V DC)
T Sabotage contact Orion
Connector: I Omschrijving
A A-RS485
B B-RS485
C GND
S kpSensor
K
L J I
C
D B A
8
Reader & IO-2
Connector: J Omschrijving Connector: K Omschrijving
C GND A4 ADC input 4
T2 Digitale input (Sabotage kaartlezer) A5 ADC input 5
LD Kaartlezer LED aansturing A6 ADC input 6
D0 DO/Data of Digitale input C GND
D1 D1/Clock of Digitale input H2 High Power output 2
O4 Digitale output 4 C GND
C GND O5 Digitale output 5
+V Voedingsaansluiting kaartlezer O6 Digitale output 6
Let op! De Orion mag niet rechtstreeks worden aangesloten op het netwerk. Indien dit
toch gebeurd kan dit leiden tot ernstige schade aan het apparaat met verlies van
functies.
4.1.2 Voedingsaansluiting en sabotage contact
De voedingsaansluiting van de Orion is voorzien van een oranje connector. De
voedingsaansluiting is voor iedere Orion gelijk. Het sabotage contact is echter alleen van toepassing indien de Orion in een bus is aangesloten.
Iedere Orion dient te worden voorzien van een eigen voedingsbron, met als uitzondering bij
gebruik van de koppelconnector. Afhankelijk van de gebruikte voeding, kunnen er maximaal 4
Orions worden gekoppeld. Hierbij dient de – (ground) van iedere Orion afzonderlijk naar de voeding te worden doorbedraad.
De Orion accepteert een voedingspanning van 12 –
24.0 VDC.
Een hogere ingangspanning resulteert in een lager
stroomverbruik en zorgen voor kostenefficiënte
bedrading met een kleinere diameter van de geleider.
De voeding moet voldoen aan de SELV richtlijnen.
4.1.3 Smart LED status
Het doel van deze RGB LED is om in een oogopslag de actuele status van de Orion uit te kunnen lezen. In deze alinea wordt de LED status omschreven.
Connector D
Label Omschrijving
⏚ Earth
C GND
+ 12V – 24VDC
T Sabotage contact Orion
Poort D
LED Kleur Omschrijving
Violet Programmeer mode. Tijdens het programmeren zal de LED snel gaan
knipperen.
Rood De LED knippert rood wanneer er geen communicatie is met de
netwerk controller.
Rood Wanneer de LED continue rood brandt heeft de Orion een kortsluiting
of overbelasting gemeten. Tevens communiceert de Orion niet met
de network controller.
Orange Wanneer de LED continue oranje brandt heeft de Orion een
kortsluiting of overbelasting gemeten maar communiceert de Orion
wel met de network controller.
Green De LED brandt groen wanneer de Orion communiceert met de network
controller en er geen bijzonderheden worden gemeten op de in- en
uitgangen.
Groen/paars
Wanneer de locatie buzzer van de Orion geactiveerd wordt, zal de
groene status LED groen/paars gaan knipperen.
9
PRT1
RS422
PRT1 RS422
max. 8
5 Orion als vervanger van de lezer Orbit
Indien de Orion binnen iProtect™ geconfigureerd wordt als node type “Orbit(RS422)”, zal de
Orion als vervanger van de Orbit (1 en 2) worden gebruikt. Hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met software versies van iProtect™.
De UTP bekabeling, de verbinding tussen netwerk controller en Orion, dient op PRT1 van de Orion te worden aangesloten.
Vergelijkbaar als met de Orbit, ondersteund de Orion zowel Clock/Data als Wiegand kaartlezers.
5.1 Aansluiten op een iPU-8
De Orion is functioneel compatible met de Orbit 2. Alle I/O van de Orbit 2 zijn beschikbaar op
de Orion. Echter, de specificaties van de I/O zijn wel anders en dient rekening mee te worden
gehouden.
Hieronder een weergave van de installatie. Een combinatie van bestaande Orbits en nieuwe
Orion’ss is uiteraard mogelijk:
10
PRT1 RS422
max. 2
5.2 Aansluiten op een Polyx
De Orion is functioneel compatible met de Orbit 2. Alle I/O van de Orbit 2 zijn beschikbaar op
de Orion echter, de specificaties van de I/O zijn wel anders.
Hieronder een weergave van de installatie. Een combinatie van bestaande Orbits en nieuwe
Orion’s is uiteraard mogelijk:
5.2.1 Bekabeling voorschrift
De voorgeschreven kabel tussen de Orion en de Netwerk controller wordt hieronder
weergegeven:
Kabel Soort
communicatie
Afstand Communicatie tussen
UTP/STP Cat ≥3 RS422 1200m Netwerk controller en Orion
11
5.2.2 Kaartlezer en IO aansluitingen
Bij het uitwisselen van een lezer Orbit voor een Orion Smart door controller, kan de onderstaande tabel worden gehanteerd:
5.2.3 Diagnosticeren
De Orion kan, net als bij gebruik van een Orbit volledig worden getest alvorens deze
communiceert met iProtect™ middels een diagnostiek programma op de Netwerk controller.
In hoofdstuk 7.2 en 7.3.1 wordt het aansluiten en testen van de Orion als vervanger van de Orbit uitgelegd.
Orion aansluiting
(Reader & IO-1)
Orbit aansluiting
(Reader- en Inputs 1)
iProtect standaard
(C) - GND COM 0+1
(T1) - Digitale input IN3 Deur in latch mode
(LD) - LED LED Kaartlezer
(D0) - D0 / Data D0 / Data
(D1) - D1 / Clock D1 / Clock
(C) - GND GND
(+V) - Lezerspanning +5V Lezerspanning
(A1) - Digital input IN0 Lus
(A2) - Digital input IN1 Drukknop
(A3) - Digital input IN2 Deurstatus
(C) - GND COM 2+3
Orion aansluiting
(Reader & IO-1)
Orbit aansluiting
(Outputs 1)
iProtect standaard
(H1) - High Power output 1 Deuraansturing
(C) - GND GND
(O2) - Alarm output 2 Alarm
Orion aansluiting
(Reader & IO-1)
Orbit aansluiting
(Inputs 2)
iProtect standaard
(C) - GND COM 0+1
(T2) - Digitale input IN3 Deur in latch mode
(LD) - LED LED Kaartlezer
(D0) - D0 / Data D0 / Data
(D1) - D1 / Clock D1 / Clock
(C) - GND GND
(+V) - Lezerspanning Lezerspanning
(A4) - Digital input IN0 Lus
(A5) - Digital input IN1 Drukknop
(A6) - Digital input IN2 Deurstatus
(C) - GND COM 2+3
Orion aansluiting
(Reader & IO-1)
Orbit aansluiting
(Outputs 2)
iProtect standaard
(H2) - High Power output 1 Deuraansturing
(C) - GND GND
(O5) - Alarm output 2 Alarm
12
6 Meerdere Orion’s op een data lijn (bus)
Indien de Orion geconfigureerd wordt als node type “Orion”, dient de UTP bekabeling, de verbinding tussen netwerk controller en Orion, op PRT2 van de Orion te worden aangesloten.
Er kunnen er maximaal 8 Orion controllers op een communicatiebus worden aangesloten.
Onafhankelijk van het aantal controllers, dient de laatste Orion te worden voorzien van een End Of Line (EOL) jumper.
De voeding wordt niet doorgezet over de communicatie lijn, iedere Orion dient te zijn voorzien
van een eigen voedingsbron.
In deze configuratie dient rekening te worden gehouden met de software versie van iProtect™ (≥ 8.03). De Orion ondersteund zowel Clock/Data als Wiegand kaartlezers.
Let op! Noteer bij installatie van iedere Orion het serienummer en noteer de locatie van
de Orion.
Let op! De Polyx moet altijd het beginpunt van de Bus zijn.
6.1 Aansluiten op een Polyx Netwerk controller
max. 8
PRT2 RS485
max. 8
PRT2 RS485
13
Afbeelding T-568B
Afbeelding RS485 Bus aansluiting
6.1.1 Rechtstreekse verbinding
Bij het aansluiten van de eerste Orion kan gebruik gemaakt worden van aansluiting PRT2 op
de Orion. Hierdoor is het mogelijk om een standaard UTP kabel met RJ45 connectoren te
gebruiken tussen de Polyx Network controller en de Orion. Vanaf de eerste Orion kan middels
de schroefaansluiting de bus verder worden doorgelegd.
Opmerking: Indien gebruik gemaakt wordt van een afgeschermde kabel, dient de
metalen mantel van de bekabeling aan 1 kant te worden bevestigd op de
randaarde aansluiting (⏚) van de Orion.
Let op! De laatste Orion moet worden voorzien van een EOL jumper.
Polyx
PRT 2 / 3
TIA/EIA-568-B
kabelkleur
Orion
PRT2
RS485
1 Wit/oranje RXB
2 Oranje RXA
3 Wit/groen RXB
4 Blauw
5 Wit/blauw
6 Groen RXA
7 Wit/bruin GND
8 Bruin GND
Connector H TIA/EIA-568-B
kabelkleur
Connector I
B Wit/oranje B
A Oranje A
B Wit/groen B
- Blauw -
- Wit/blauw -
A Groen A
- Wit/bruin -
- Bruin -
UTP CAT 5/6
RS485 bus
PRT2 RS485
max. 8 per bus
I
I
14
6.1.2 Verbinding via een adapterboard
Wanneer er géén rechtstreeke UTP verbinding tussen de Polyx en de Orion mogelijk is, kan
gebruik worden gemaakt van een adapterboard.
Een rechtstreekse verbinding (zonder adapterboard) tussen de Orion en de Polyx™ is NIET
mogelijk als:
Orion en Polyx™ in verschillende gebouwen gemonteerd zijn en dus de
verbindingskabel het pand verlaat of
de verbindingskabel geen UTP kabel (CAT5 of CAT6) is of dit niet zeker is (bijv.
als een bestaande verbindingskabel hergebruikt wordt) of
een overspanningbeveiliging gewenst is
Het Adapterboard in combinatie met de Polyx™ worden met een standaard UTP CAT5 kabel
verbonden (stekkerverbinding).
Let op! De Polyx moet altijd het beginpunt van de Bus zijn.
Opmerking: De metalen mantel van de bekabeling dient aan 1 kant te worden bevestigd op de randaarde aansluiting van het adapterboard (⏚). De
metalen mantel tussen de twee apparaten dient ook aan één zijde op de
randaarde aansluiting van de Orion te worden gemonteerd.
Let op! De laatste Orion moet worden voorzien van een EOL jumper.
6.1.3 Bekabeling voorschrift Aanbevolen kabelsoort voor de communicatie bus tussen de Netwerk controller en de Orion(s):
Connector I
Label Omschrijving
A SER1A
B SER1B
Kabel Soort
communicatie
Totale bus afstand (meter)
CAT5/6 UTP four twisted pairs of 24AWG copper conductors
RS485 600
Minimal 24AWG twisted pairs of 24AWG
copper conductors, shielded
I I
RS485 bus
UTP CAT 5 max. 8 per bus
15
6.1.4 Kaartlezer en IO aansluitingen Hieronder worden de aansluitingen van de Orion op een bus communicatie lijn omschreven.
Reader & IO-1:
Reader & IO-2:
* Het is mogelijk om gebruik te maken van de analoge ingangen (bewaakte ingangen).
Hierdoor is het mogelijk om o.a. detectoren, rookmelders of bewaakte deurcontacten aan te
sluiten op de Orion.
Label Omschrijving iProtect standaard
C GND
T1 Digitale input Deur in latch mode
LD LED
D0 D0 / Data of Digitale input*
D1 D1 / Clock of Digitale input*
O1 Digitale output
C GND
+V Lezerspanning
A1 ADC input 1 Lus
A2 ADC input 2 Drukknop
A3 ADC input 3 Deurstatus
C GND
H1 High Power output Deuraansturing
C GND
O2 Digital output Alarm
O3 Digital output
Label Omschrijving iProtect standaard
C GND
T2 Digitale input Deur in latch mode
LD LED
D0 D0 / Data of Digitale input*
D1 D1 / Clock of Digitale input*
O4 Digitale output
C GND
+V Lezerspanning
A4 ADC input 4 Lus
A5 ADC input 5 Drukknop
A6 ADC input 6 Deurstatus
C GND
H2 High Power output Deuraansturing
C GND
O5 Digital output Alarm
O6 Digital output
16
UTP
6.1.5 kpSensor bus aansluiting
De Orion is voorzien van een kpSensor busaansluiting. Met behulp van de Orion kan
bijvoorbeeld de temperatuur en- of luchtvochtigheid van een bepaalde ruimte worden gemeten.
Connector H
Label Omschrijving Bus lengte Aantal kpSensoren (ID’s) Bekabelingtype
C GND 30m 4 UTP
S kpSensor
Afbeelding T-568B
Opmerking! Afhankelijk van het type sensor kunnen er meerdere waardes worden uitlezen.
Denk hierbij aan een gecombineerde sensor die zowel de temperatuur als de
luchtvochtigheid meet. In dit geval wordt het voor het systeem als 2 sensoren
gezien (ID’s) en is er nog ruimte voor 2 andere sensoren.
6.1.6 Diagnosticeren
De Orion kan, net als bij gebruik van een Orbit volledig worden getest alvorens deze communiceert met iProtect™ middels het diagnostiek programma op de controller.
In hoofdstuk 7.3.2 wordt het aansluiten en testen van de Orion uitgelegd.
Connector H TIA/EIA-568-B
kabelkleur
Sensor
- Wit/oranje 1
- Oranje 2
- Wit/groen 3
S Blauw 4
C Wit/blauw 5
- Groen 6
- Wit/bruin 7
- Bruin 8
17
7 Diagnostiek menu
7.1 Verbinding met de Console poort
Het is mogelijk om een diagnose van de installatie uit te voeren met behulp van een pc /
laptop.
Voor het uitvoeren van een diagnose bestaat er op iedere Controller een diagnostiek menu.
Het enige wat hiervoor noodzakelijk is, is een seriële verbinding tussen de Controller en de PC
of laptop. Er dient wel gebruik te worden gemaakt van een “Terminal programma”.
Er zijn veel verschillende programma's, zoals Teraterm (of hyperterminal), die een VT100
terminal kan emuleren op een PC. Deze dient dus aanwezig te zijn of te worden geïnstalleerd.
Verbind de PC met de console poort van de Apollo. Gebruik hierbij de adapater die
hieronder staat weergegeven (verkrijgbaar via Keyprocessor BV).
Open het terminal programma en maak verbinding middels de volgende instellingen:
o Select the COM-port of the PC connected to the Apollo.
Indien gebruik van een iPU-8 controller:
o Kies een baud rate van “9600”, Data ‘8 bit”, Stop ‘1 bit’, Parity ‘None’ and flow
control “none”.
Indien gebruik van een Polyx controller:
o Kies een baud rate van “115200”, Data ‘8 bit”, Stop ‘1 bit’, Parity ‘None’ and
flow control “none”.
18
7.2 Start diagnostiek van de iPU-8
Druk na het opstarten van de iPU-8, bij het verschijnen van de tekst: Hit any key within
5s to run diagnostics... op een willekeurige toets.
Het hoofdmenu verschijnt en heeft de volgende opties:
--- iPU-8 diagnostics V1.00 ---
1) Environment settings
2) Test serial ports (loopback)
3 Test profi-device communications
4) Test profi-device functionality
5) Show board revision and test diag leds & inputs
6) Test Power
7) Test EEPROM
8) Test RTC
9) Test Watchdog
q) Start application
r) Restart system
Enter menu option:
Scherm 1: Hoofdmenu iPU-8 Diagnostics
Alleen de opties 2 en 3 zijn van toepassing voor de installateur betreft het testen van de Orion.
Optie 3: Profibus communication test
Wanneer men in het hoofdmenu van het iPU-8 Diagnostics programma kiest voor optie 3, Test
profi device communications, dan komt men in het Profibus DP communication test scherm.
Hiermee kan per poort ingesteld worden of er een profibus-apparaat is aangesloten en zo ja
welke slave dat is. Onder Communicatie-status is weergegeven of er communicatie is
(connected/disconnected). Het identificatie-nummer van het desbetreffende apparaat wordt
weergegeven en de hardware en software versie nummers worden getoond.
--- Profibus DP communication test ---
Comm. status Ident no. Hw/Sw version
------------ --------- ---------------
1) Profi slave 1 Connected 0xfffd IE-ORBRD2 V1.03
2) Profi slave 1 Connected 0xfffd KP-ORION V1.00
3) Profi slave 1 Connected 0xfffd IE-ORBRD2 V1.03
4) No profi-dev. Disconnected
5) No profi-dev. Disconnected
6) No profi-dev. Disconnected
7) No profi-dev. Disconnected
8) No profi-dev. Disconnected
1..8) : toggle device type S) : toggle start/stop Q) : Quit
Scherm 2: Profibus communication test
Wordt in het hoofdmenu van het iPU-8 Diagnostics programma gekozen voor optie 4, Test
profi-device functionality, dan kan getest worden of de aangesloten apparaten zelf goed
functioneren. Als eerste wordt gevraagd om de poort in te voeren waar het te testen apparaat
op aangesloten is. Vervolgens staan de verschillende typen apparaten weergegeven die
aangesloten kunnen zijn.
Een Orion komt in het menu overeen met een Orbit-2 (Profi DP lezer-2).
In het volgende voorbeeld wordt optie 2, Profi DP lezer-2, geselecteerd:
19
--- Device functionality test ---
Enter the device to test 1..8) : 1
1) Profi DP lezer-1
2) Profi DP lezer-2
3) Profi DP io
Enter the device type : Profi DP lezer-2
Enter slave no. 1)..4) (CR=1) : 1
MT interface or Wiegand interface [M/W] for lezer 1 ? : M
MT interface or Wiegand interface [M/W] for lezer 2 ? : M
Continue [Y] ? :
Scherm 3: Device functionality test
In dit scherm wordt als eerste gevraagd het slave-nummer in te voeren. Dit nummer dient op
1 te staan.
Vervolgens wordt er gevraagd om het interface type (MT of Wiegand). Als tenslotte bevestigd
wordt dat alle invoer correct is en men door wil gaan, worden in een volgend scherm de
mogelijkheden en status van het geselecteerde apparaat getoond: --- Profibus DP orbit lezer test, no. 2 ---
Label Orion 1) Output R1-0: On : (H1)
2) Output R1-1: On : (O2)
3) Output R2-0: On : (H2)
4) Output R2-1: On : (O5)
5) RdrLED R1
6) RdrLED R2
Input R1-0: Off 128 : (A1)
Input R1-1: Off 128 : (A2)
Input R1-2: Off 128 : (A3)
Input R1-3: Off 128 : (T1)
Input R2-0: Off 128 : (A4)
Input R2-1: Off 128 : (A5)
Input R2-2: Off 128 : (A6)
Input R2-3: Off 128 : (T2)
Reader : R1: 29748424 08
State : Data exch.
1)... : toggle output state or flash lezerled S) : stop Scherm 4: Device functionality test, mogelijkheden en status van een Orion als lezer Orbit
In het bovenstaande scherm kunnen de in- en uitgangen worden getest. Via toets 1 tot en met
4 kunnen de uitgangen aan of uit worden gezet. De kaartlezer leds kunt u testen via toets 5 of
6 (vijf keer snel aan of uit).
Wanneer een kaart voor één van de kaartlezers gehouden wordt, zal achter het veld lezer de
kaartinformatie worden weergegeven. R1 geeft hierbij aan dat kaartlezer 1 een kaart heeft
gelezen; R2 geeft aan dat kaartlezer 2 een kaart heeft gelezen. Het cijfer achter het uitgelezen
kaartnummer (hier 08) duidt op het aantal cijfers dat het kaartnummer telt.
20
7.3 Start diagnostiek van de Polyx
Afhankelijk van functie en manier van aansluiten (PRT1 of PRT2 van de Orion) kunt u
bepaalde delen van het diagnostiek menu gebruiken. Beide manieren staan in de volgende
hoofdstukken beschreven.
7.3.1 Orion als vervanger van de lezer Orbit
Druk na het opstarten van de Polyx, bij het verschijnen van de tekst: Hit any key within
5s to run diagnostics... op een willekeurige toets.
Het hoofdmenu verschijnt en heeft de volgende opties: Polyx Diags version V3.0.5
1) Environment settings
2) Test onboard I/O
3) Test RS422 devices (loopback)
4) Test profi-device Communications
5) Test profi-device functionality
6) Test Orion-device Communications
7) Test Orion-device functionality
8) Clean nodemgr
9) Test Watchdog
a) Clean system
b) Clean /etc/rc.d/* to /etc/save.d/*
v) Version
p) Polyx menu
q) Start application
r) Restart system
Enter menu option:
Scherm 1: Hoofdmenu Polyx Diagnostics
Alleen de opties 4 en 5 zijn van toepassing voor de installateur betreft het testen van de Orion.
Optie 4: Profibus communication test
Wanneer men in het hoofdmenu van het Polyx Diagnostics programma kiest voor optie 4, Test
profi device communications, dan komt men in het Profibus DP communication test scherm.
Hiermee kan per poort ingesteld worden of er een profibus-apparaat is aangesloten en zo ja
welke slave dat is. Onder Communicatie-status is weergegeven of er communicatie is
(connected/disconnected). Het identificatie-nummer van het desbetreffende apparaat wordt
weergegeven en de hardware en software versie nummers worden getoond.
--- Profibus DP communication test ---
Comm. status Ident no. Hw/Sw version
------------ --------- ---------------
1) Profi slave 1 Connected 0xfffd IE-ORBRD2 V1.03
2) Profi slave 1 Connected 0xfffd KP-ORION V1.00
1..8) : toggle device type S) : toggle start/stop Q) : Quit
Scherm 2: Profibus communication test
Wordt in het hoofdmenu van het Polyx Diagnostics programma gekozen voor optie 5, Test
profi-device functionality, dan kan getest worden of de aangesloten apparaten zelf goed
functioneren. Als eerste wordt gevraagd om de poort in te voeren waar het te testen apparaat
op aangesloten is. Vervolgens staan de verschillende typen apparaten weergegeven die
aangesloten kunnen zijn.
Een Orion komt in het menu overeen met een Orbit-2 (Profi DP lezer-2).
In het volgende voorbeeld wordt optie 2, Profi DP lezer-2, geselecteerd:
21
--- Device functionality test ---
Enter the device to test 1..8) : 1
1) Profi DP lezer-1
2) Profi DP lezer-2
3) Profi DP io
Enter the device type : Profi DP lezer-2
Enter slave no. 1)..4) (CR=1) : 1
MT interface or Wiegand interface [M/W] for lezer 1 ? : M
MT interface or Wiegand interface [M/W] for lezer 2 ? : M
Continue [Y] ? :
Scherm 3: Device functionality test
In dit scherm wordt als eerste gevraagd het slave-nummer in te voeren. Dit nummer dient op
1 te staan.
Vervolgens wordt er gevraagd om het interface type (MT of Wiegand). Als tenslotte bevestigd
wordt dat alle invoer correct is en men door wil gaan, worden in een volgend scherm de
mogelijkheden en status van het geselecteerde apparaat getoond:
--- Profibus DP orbit lezer test, no. 1 ---
1) Output R1-0: On : (H1)
2) Output R1-1: On : (O2)
3) Output R2-0: On : (H2)
4) Output R2-1: On : (O5)
5) RdrLED R1
6) RdrLED R2
Input R1-0: Off 128 : (A1)
Input R1-1: Off 128 : (A2)
Input R1-2: Off 128 : (A3)
Input R1-3: Off 128 : (T1)
Input R2-0: Off 128 : (A4)
Input R2-1: Off 128 : (A5)
Input R2-2: Off 128 : (A6)
Input R2-3: Off 128 : (T2)
Reader : R1: 29748424 08
State : Data exch.
1)... : toggle output state or flash lezerled S) : stop Scherm 4: Device functionality test, mogelijkheden en status van een Orion als lezer Orbit
In het bovenstaande scherm kunnen de in- en uitgangen worden getest. Via toets 1 tot en met
4 kunnen de uitgangen aan of uit worden gezet. De kaartlezerleds kunt u testen via toets 5 of
6 (vijf keer snel aan of uit).
Wanneer een kaart voor één van de kaartlezers gehouden wordt, zal achter het veld lezer de
kaartinformatie worden weergegeven. R1 geeft hierbij aan dat kaartlezer 1 een kaart heeft
gelezen; R2 geeft aan dat kaartlezer 2 een kaart heeft gelezen. Het cijfer achter het uitgelezen
kaartnummer (hier 08) duidt op het aantal cijfers dat het kaartnummer telt.
22
7.3.2 Meerdere Orion’s op een data lijn (bus)
Druk na het opstarten van de Polyx, bij het verschijnen van de tekst: Hit any key within
5s to run diagnostics... op een willekeurige toets.
Het hoofdmenu verschijnt en heeft de volgende opties:
Polyx Diags version V3.0.5
1) Environment settings
2) Test onboard I/O
3) Test RS422 devices (loopback)
4) Test profi-device Communications
5) Test profi-device functionality
6) Test Orion device
7) Clean nodemgr
8) Test Watchdog
9) Clean system
c) Clean /etc/rc.d/* to /etc/save.d/*
v) Version
p) Polyx menu
q) Start application
r) Restart system
Enter menu option:
Scherm 1: Hoofdmenu Polyx Diagnostics
Alleen optie 6 is van toepassing voor de installateur betreft het testen van de Orion. (Polyx
diags versie ≥V3.05 is noodzakelijk)
Optie 6: Orion device functionality
Wanneer men in het hoofdmenu van het Polyx Diagnostics programma kiest voor optie 6, Test
Orion device, dient men de communicatie poort van de Polyx te selecteren waarop de Orions
zijn aangesloten (PRT2 (1) – PRT3 (2).
--- Device functionality test ---
Enter the interface to test 1..2) :
Scanning done, please select an Orion device:
1) Orion snr: 140025, V1.0.20
2) Orion snr: 140026, V1.0.20
3) Orion snr: 140028, V1.0.20
4) Orion snr: 140040, V1.0.20
5) Orion snr: 140042, V1.0.20
6) Orion snr: 140043, V1.0.20
7) Orion snr: 140045, V1.0.20
8) Orion snr: 140046, V1.0.20
Enter the device to id to test 1..8) : 1
Scherm 2: Device functionality test
In het bovenstaande voorbeeld is gekozen voor PRT2 (1) van de Polyx om de aangesloten
devices te detecteren en uit te lezen. Bij detectie wordt het serienummers met het firmware
versie nummer getoond.
Door een keuze te maken 1 - 8 wordt het volgende scherm getoond en kan de specifieke
Orion worden getest. In ons voorbeeld is dat Orion 1 met serienummer 140025.
23
--- Orion test >> snr: 140025, V1.0.20 ---
Reader & IO-1
---------------------------- --------------------- Input A1: off 128 (15939ohm) 1) Output O1: On/Off
Input A2: off 128 (15939ohm) 2) Output 02: On/Off
Input A3: off 128 (15939ohm) 3) Output O3: On/Off ----- general ----
Input T1: Off 128 4) Output H1: On/Off B)Buzzer : Off
Input D0: off 128 5) RdrLED R1 toggle
Input D1: Off 128 Input T :off 128
Input(v) :26.58V
Reader & IO-2 Reader(v):12.00V
--------------------------- ---------------------- Reader(a): 0.05A
Input A4: off 128 (15939ohm) 6) Output O4: On/Off Temp(K) : 240.0K
Input A5: off 128 (15939ohm) 7) Output 05: On/Off
Input A6: off 128 (15939ohm) 8) Output O6: On/Off
Input T2: Off 128 9) Output H2: On/Off
Input D0: Off 128 A) RdrLED R2 toggle
Input D1: Off 128
Reader [1 or 2] (ABA) > 29748424
1-B).. : toggle output state F) change format S) : stop
Scherm 3: Device functionality test, mogelijkheden en status van een Orion
In het bovenstaande scherm kunnen de in- en uitgangen worden getest. Via toets 1 tot en met
b kunnen de uitgangen aan of uit worden gezet. De kaartlezerleds kunt u testen via toets 5 of
a (vijf keer snel aan of uit).
Wanneer een kaart voor één van de kaartlezers gehouden wordt, zal achter het veld Reader de
kaartinformatie worden weergegeven.
Wanneer gekozen wordt voor optie F zal de weergave bij de analoge inputs anders worden
weergegeven (Ohm of ruwe data).
24
8 Technische gegevens (Engels)
Housing
Measurements: 47,0mm x 93,0 x 110,0mm (W x H x D)
Weight: 0,25 Kg
Mounting
Dinrail 35 mm (NEN-EN 50022)
Communication
PRT1
RJ45 socket, RS422
Pin out Pin 1 = RXB Pin 5 = -
Pin 2 = RXA Pin 6 = TXB
Pin 3 = TXB Pin 7,8 = GND
Pin 4 = -
PRT2
RJ45 socket, RS485
Pin out Pin 1 = RXB Pin 5 = GND
Pin 2 = RXA Pin 6 = -
Pin 3 = - Pin 7,8 = GND
Pin 4 = -
Card reader
Reader power (+V) Voltage 12.0V DC
Current 500mA (one Polyfuse for both readers)
Interface Clock/Data Max. 20m, depending of used cable and card
reader
Wiegand Max. 120m, depending of used cable and card
reader
Power supply & consumption
Voltage (+) 12,0 – 24V DC
Power Average 0,48W (no load)
Digital I/O
Digital output (O1, O2, O3, O4, O5, O6) max. Voltage 28V; Open collector output; sinked
current. Max. current 300mA (Polyfuse)
High power output (H1, H2) Current limiting, switching to GND, max. 2.5A
Digital input (T1, T2) Switching to GND, <20K ohm
Digital input (D0/D1) Reader IO-1 Switching to GND, <20K ohm
Digital input (D0/D1) Reader IO-2 Switching to GND, <20K ohm
Environment inputs
ADC input (A1, A2, A3, A4, A5, A6) value 0-60K ohm. Response time <250ms
Switching to GND, <2K ohm. Response
time 20ms
Environment sensor
kpSensor Sensor kpSensor 2 sensors
Type Temperature/Humidity
Indicators
Visual RGB-LED
Sound Multi-tone buzzer
microSD
microSD Type: SDHC, up to 32GB
25
End of line jumper
End Of Line resistor 120 ohm
Environment
Usage Indoor
Temperature -35°C to +70°C
Humidity 20 ~ 90% RH non-condensing
Storage temperature and humidity: -40 ~ +85°C, 10 ~ 95% RH
Polyfuse
Type PTC Fuse Case style
Thermal derating At -10° C the hold current will increase to 130%
At +25° C no derating
At +60° C the hold current will reduced to 60%
Certifications
CE compliant
European limits and methods of measurement of radio
disturbance characteristics of information technology
equipment
EN 55022:2010
Alarm systems – Part 4: Electromagnetic compatibility –
Product family standard: Immunity requirements for
components of fire, intruder, holp up, CCTV, access control
and social alarm systems
EN 50130-4:2011
26
9 Annex
9.1 I/O connections
27
9.2 Reader connection: Orion – Sirius i30
Orion - Smart
door controller
Sirius i30
card reader
D0 3 (Data) or D0
D1 4 (Clock) or D1
LD 5 (LED)
C GND
+V Vcc