INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners...

33
INSPIRATIEGIDS voor Belgische steden en gemeenten Smart Cities

Transcript of INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners...

Page 1: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

INSPIRATIEGIDS voor Belgische steden en gemeenten Smart Cities

Page 2: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

1. SMART CITIES TUSSEN DROOM EN DAAD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

2. MEGATRENDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

3. SMART CITIES: WHAT’S IN A NAME? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

4. OVER NORMEN EN STANDAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

5. BELEID ROND SMART CITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

6. 4 SLEUTELTHEMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

1. Smart Energy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

2. Smart Mobility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36

3. Smart Building, Living & Working Environment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

4. Smart Digital Communication & Infrastructure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

7. 13 AANBEVELINGEN VOOR STEDEN EN GEMEENTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56

8. ONZE PARTNERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

9. GERAADPLEEGDE BRONNEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

2 3

Page 3: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Beste lezer,

Steeds meer mensen kiezen voor een leven in de stad. Deze trend brengt nieuwe uitdagingen met zich mee op het vlak van mo-

biliteit, energievoorziening, luchtkwaliteit, ouderenzorg enzovoort. Om de leefbaarheid te blijven garanderen, moeten steden en

gemeenten zich in de toekomst nog intelligenter organiseren.

Sinds 2011 ondersteunt de Smart Cities Community binnen Agoria steden en gemeenten door goede praktijkvoorbeelden aan te

reiken uit de technologische industrie. Vandaag zitten al meer dan 400 stakeholders – ondernemingen, overheden en kennisin-

stellingen – rond de tafel om het Smart Cities-project op de rails te zetten.

De ambitie? Onze stedelijke omgeving aan de hand van innovatieve technologische oplossingen omvormen tot een duurzame

plek waar het comfortabel is om te leven, te werken en te vertoeven.

SMART CITIES: EEN VEELOMVATTEND BEGRIP

ITU-T, een internationaal overlegorgaan voor telecommunicatie, definieert een Smart City als volgt:

“An innovative city that uses information and communication technologies (ICTs) and other means to improve

quality of life, efficiency of urban operation and services, and competitiveness, while ensuring that it meets

the needs of present and future generations with respect to economic, social and environmental aspects.”

4 sleutelthema’s

Als technologiefederatie neemt Agoria vier concrete thema’s onder de loep:

1. Smart Energy

2. Smart Mobility

3. Smart Building, Living & Working Environment

4. Smart Digital Communication & Infrastructure

Binnen elk van deze domeinen kunnen we samen met de Belgische steden en gemeenten echt het verschil maken.

4 5

Page 4: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Holistische aanpak

Eén ding is zeker: een stad ‘slimmer maken, lukt alleen wanneer we over de grenzen van beleidsdomeinen heen kijken. Daaren-

boven moeten de verschillende actoren de handen in elkaar slaan: stad en regio, bedrijven, kennisinstellingen, financiers en – last

but not least – de burger zelf. Een verhoging van zijn comfort en levenskwaliteit staat immers centraal.

Tijd voor actie

Al enkele jaren zijn verschillende Europese steden bezig om zich te ontpoppen tot Smart Cities. De combinatie van een langeter-

mijnvisie, een breed politiek draagvlak en concrete implementatieplannen begint stilaan vruchten af te werpen.

Hoewel ons land over een toonaangevende industrie beschikt, staat het Smart Cities-concept in de steden en gemeenten nog

in zijn kinderschoenen. Om onze steden en gemeenten internationaal op de kaart te zetten, moeten we dan ook dringend werk

maken van concrete, schaalbare implementaties.

De ambitie van deze gids is om u wegwijs te maken én om u te inspireren. Dat doen we aan de hand van praktijkcases uit

binnen- en buitenland. Eerst vertalen we de megatrends naar onze Belgische stedelijke context. Vervolgens diepen we onze vier

sleutelthema’s – Smart Energy, Smart Mobility, Smart Building, Living & Working Environment en Smart Digital Communication

& Infrastructure – uit en presenteren we u businessmodellen en technologische oplossingen. Afsluiten doen we met concrete

beleidsaanbevelingen.

Beschouw deze inspiratiegids als een startpunt en neem ook geregeld een kijkje op www.agoria.be/smartcities. Op dit digitaal

Smart Cities-platform vindt u nog veel meer praktijkcases en gedetailleerde toelichting. De technologische ontwikkelingen en de

voorbeelden evolueren immers razendsnel.

Veel leesplezier!

Ingrid Reynaert

Business Group Leader

Smart Cities, Agoria

Peter Van Den Heede

Marketing & BD Manager,

Smart Grids CEU Region

& Benelux, ABB - Voorzitter

Agoria Smart Cities Comité

Emanuel Marreel

Business Development &

City Account Management,

Siemens - Ondervoorzitter

Agoria Smart Cities Comité

Philippe Dubernard

Business Analytics, IoT, Smarter

Cities & BeNeLux Leader, IBM

- Ondervoorzitter Agoria

Smart Cities Comité

292

103

13bedrijven

federaties, kennisinstellingen

en politieke partijen

gewestelijke en

lokale overheden

AGORIA SMART CITIES COMMUNITY

6 7

Page 5: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

… naar schaalbare implementaties

Een Smart City in ontwikkeling wordt geconfronteerd met twee ontwikkelingsstromen: ‘bottom-up’ en

‘top-down’. Bottom-up-initiatieven komen tot stand door participatie van de bewoners. De vele lokale

apps zijn hier een mooi voorbeeld van.

Het zijn stuk voor stuk waardevolle initiatieven, maar ze zijn ontoereikend om van een stad of gemeente

een intelligente leefomgeving te maken. Daarvoor moet ook de infrastructuur worden aangepast en

vernieuwd. Dit gaat gepaard met top-down-beslissingen die kaderen binnen een langetermijnvisie.

Vandaag zijn er in eigen land nog maar weinig voorbeelden van grootschalige implementaties op wijk-

of stadsniveau. In vergelijking met de beste leerlingen in de Europese klas – Kopenhagen, Barcelona,

Helsinki en Wenen – hebben we dus nog heel wat in te halen. Denk bijvoorbeeld aan het aansluiten van

enkele duizenden woningen op warmtenetten. Of aan het installeren van intelligente verkeerslichten die

de verkeersstromen in de stad optimaliseren met respect voor de zwakke weggebruiker.

Streven naar een plek waar het goed is om te leven, wonen en werken: het is geen

exclusiviteit voor metropolen. Dat bewijzen de talrijke kleinschalige projecten in onze

steden en gemeenten. Zo kaapte het Kortrijkse Shop&Go-project in 2014 de Agoria

Smart City Award weg.

Van kleinschalige pilootprojecten …

De beperkte schaal van de bestaande Belgische Smart Cities-initiatieven heeft

uiteenlopende oorzaken: het ontbreken van een (langetermijn)visie, het werken in

silo’s, de beperkte impact van het lokale bestuursniveau op de stadsontwikkeling,

budgettaire en boekhoudkundige beperkingen ... Ook zijn veel Belgische steden en ge-

meenten vandaag nog hoofdzakelijk bezig met het optimaliseren en digitaliseren van hun

interne processen.

Het gevolg hiervan? Besturen geven de voorkeur aan kleinschalige initiatieven,

de zogeheten ‘quick wins’ die zichtbare resultaten opleveren binnen de huidige

legislatuur. Maar willen we een versnelling hoger schakelen, dan is een geïntegreerde,

holistische aanpak binnen een langetermijnvisie onontbeerlijk.

01 SMART CITIES TUSSEN DROOM EN DAAD

Ons land behoort tot de meest verstedelijkte

gebieden ter wereld. In de stad begint dus

de zoektocht naar oplossingen voor de grote

sociaaleconomische en ecologische vraag-

stukken van onze tijd – klimaatopwarming, ver-

grijzing, globale concurrentie, digitalisering …

De Belgische steden en gemeenten dragen

vandaag al hun steentje bij. Maar er is nog

veel onbenut potentieel.

8 9

Page 6: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

De rol van de burger

Hoe kan een technologische oplossing een antwoord bieden

op een specifieke nood en ingezet worden om het comfort

van de burger te verhogen? Dat is hét uitgangspunt van

Smart Cities. Als eindgebruiker is de burger dus hoofdrol-

speler in het verhaal. Het project staat of valt dan ook met

zijn betrokkenheid.

De rol van Agoria

Vanuit Agoria willen we niet alleen de dialoog op gang

brengen tussen steden, beleidsmakers en de technolo-

gische industrie. We willen hen een platform aanreiken

om een strategische oefening op te starten en infor-

matie en advies verlenen over technologische trends

en oplossingen.

Voor steden en gemeenten willen we het single point of

access zijn voor de technologische industrie. Onze leden

beschikken immers over uitgebreide internationale

kennis binnen dit domein. Niet alleen op technologisch

vlak, maar ook wat financiering en businessmodellen

betreft. Kortom, Agoria is de enige federatie die de

volledige technologische waardeketen behelst. Onze

ambitie is dan ook om als facilitator op te treden en

Smart Cities-projecten versneld en met succes te

helpen implementeren.

EIGENAAR OF HUURDER

Steden en gemeenten staan vandaag voor een moeilijke keu-

ze: zelf hun infrastructuur ontwikkelen, kopen en beheren, of

diensten inhuren. Bij deze beslissing spelen uiteenlopende

factoren mee: flexibiliteit, controle, capaciteit en kostprijs.

FINANCIERING

Om zowel aan de behoeften van het bestuur als van de be-

trokken partners te voldoen, zijn er verschillende mogelijkhe-

den op het vlak van financiering. Dé standaardoplossing voor

alle Smart Cities-projecten bestaat echter niet. De formule

dient immers rekening te houden met:

/ de aard van het project,/ de schuldcapaciteit van de klant,/ de kostprijs van de voorstudie,/ de rol die de overheid en zijn partner zullen opnemen.

Transformatie in denken en doen

Een Smart City is visionair, digitaal, open en collaboratief, en

ze stelt de bewoners centraal. Om deze ambitie te realise-

ren zijn een sector- en beleidsoverschrijdende visie en een

geïntegreerde werking onontbeerlijk.

Slimme oplossingen vragen immers om uiteenlopende ex-

pertises: infrastructuur, energie, mobiliteit, ICT en planning.

De verschillende stakeholders – bedrijven, investeerders,

stadsbestuur, kennisinstellingen en burgers – moeten hierbij

samen speuren naar oplossingen die het beste beantwoor-

den aan de noden.

Steden die slimme stadsprojecten met succes implemen-

teren, beschikken doorgaans over een strategische Smart

Cities-cel of -divisie. Die stippelt een langetermijnvisie uit en

waakt over de juiste koers en de coördinatie. In onze Belgische

context zal de succesvolle uitrol bovendien in sterke mate

afhangen van de autonomie van onze lokale besturen en de

balans tussen overheids- en privé-infrastructuur.

Concrete uitdagingen

SLIM SAMENWERKEN

Slechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten

hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en

budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente apart

een Smart Cities-coördinator aan te stellen, een digitaal plat-

form te ontwikkelen of een slim energienetwerk op te zetten.

Diverse regio’s hebben dan ook al stappen ondernomen om

clusters aan te gaan. Zo beschikken Zuid-West-Vlaanderen,

Midden-West-Vlaanderen, het Pajottenland en de Kempen al

over een Streekpact.

COMPLEXE CONSTRUCTIES

Elk afzonderlijk Smart Cities-project vereist een business-

en financieel model. Dat heeft niet alleen zijn impact op alle

betrokken partijen, het is ook omgevingsafhankelijk. Het

bestuur, de industriële partners en de financiële instellingen

worden hierbij zwaar op de proef gesteld. Er worden immers

constructies opgezet waar geen enkele van de stakeholders

veel ervaring mee heeft.

10 11

Page 7: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

1. Verstedelijking

Vandaag woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Tegen 2050 zal dat

70% zijn. In eigen land wordt 98% van de bevolking vandaag al beschouwd als stedelijk.

We behoren dan ook tot de top 10 van meest verstedelijkte gebieden ter wereld.

BEVOLKINGSGROEI

Volgens nieuwe demografische vooruitzichten zou België in 2060 13,1 miljoen inwo-

ners en 5,9 miljoen huishoudens tellen. Dat zijn 1,9 miljoen inwoners en 1,1 miljoen

huishoudens meer dan in 2014. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stevent af

op een bevolkingsgroei van 26,2% tegen 2060, het Waals Gewest van 20%.

Het Vlaams Gewest zal in diezelfde periode een toename van 14% optekenen.

Steden als Aalst, Antwerpen, Asse, Grimbergen, Halle, Hasselt, Mechelen, Lokeren, Vilvoorde, Gent,

Zaventem en Sint-Niklaas mogen een toename verwachten van 5 tot 10% tegen 2024. Ook veel Waalse

steden en gemeenten zijn in expansie: Estaimpuis, Habay, Orp-Jauche, Jurbise, Enghien en Arlon

hebben een groeiverwachting van 20% tot 26% tegen 2026. Om de leefbaarheid te garanderen, dringt

een andere organisatie zich op.

VERDICHTING

Deze bevolkingstoename zal voor

verdere verdichting zorgen. Verwacht

wordt dat er 20% meer mensen zul-

len leven op dezelfde oppervlakte.

Wel zijn er grote regionale verschil-

len. Zo ligt de bevolkingsdichtheid

in Vlaanderen dubbel zo hoog als in

Wallonië.

Bron: FOD Economie

Hoe moet de stad van de toekomst eruitzien?

Het antwoord op die vraag begint bij het iden-

tificeren van de maatschappelijke uitdagingen

van vandaag en morgen. Globaal tekenen

een aantal megatrends zich af: verstedelijking,

globalisering, vergrijzing, klimaatverandering

en digitalisering. Die evoluties zijn geen ver-

van-mijn-bedshow, maar hebben een directe

impact op onze leefomgeving.

02 MEGATRENDS

12 13

Page 8: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

België 2000 2014 2030 2060

Totale bevolking (in duizend) 10.239,1 11.150,5 11.944,6 13.093,8

0 - 14 (%) 17,6 17 16,9 16,9

15 - 64 (%) 65,6 65,1 60,7 58,6

65+ (%) 16,8 17,9 22,4 24,6

85+ (%) 1,8 2,5 3,0 5,8

Gemiddelde leeftijd 39,6 41,2 42,7 43,7

Afh. Van de ouderen (65+) / (15-64) 25,5 27,5 36,9 42,0

Actieven per oudere (15-64)/(65+) 3,9 3,6 2,7 2,4

3. Demografische veranderingen

Tegen 2050 wordt wereldwijd een verdubbeling van het aantal ouderen verwacht. Onze planeet zal dan 2 miljard 60-plussers

tellen, en zo’n 392 miljoen zullen zelfs ouder zijn dan 80. Om die demografische veranderingen aan te kunnen, moeten steden

opnieuw nadenken over leefbaarheid, toegankelijkheid en de beschikbaarheid van gezondheidszorg. Zo kan slimme technologie

senioren ondersteunen om langer zelfstandig thuis te wonen.

De Belgische bevolking zal verder vergrijzen van gemiddeld 41 jaar in 2014 tot 44 jaar in 2060. Het aandeel 15-64-jarigen in de totale

bevolking zal dalen van 65% in 2014 tot 59% in 2060, terwijl het aandeel 65-plussers zal stijgen van 18% in 2014 tot 25% in 2060. Met

andere woorden, de afhankelijkheidscoëfficiënt van de ouderen verhoogt en het aantal personen op actieve leeftijd per oudere zakt.

2. Globalisering

Bij de ontwikkeling van een Smart City spelen sociale en ruimtelijke dimensies van stadsontwikkeling en stedelijke vernieuwing een

belangrijke rol. Stedelijke groei wordt vooral bepaald door de economische structuur (specialisatie versus diversiteit) en het scholingsni-

veau van de inwoners. Bijgevolg zullen stedelijke overheden aandacht moeten besteden aan gemeenschapsopbouw in achtergestelde

wijken, participatie en inspraak bij projecten, sociale cohesie, strategische ruimtelijke planning, ondernemend beleid en de rol van

migratie en transitiezones in stadsvernieuwing.

Elke stad of gemeente heeft zijn eigen identiteit. En de nood aan samenhorigheid wordt steeds groter. Slimme technologische oplos-

singen kunnen de sociale cohesie een duwtje in de rug geven en helpen bouwen aan een stedelijke identiteit. Het stadsspel ZWERM

is het schoolvoorbeeld van zo’n toepassing. Gent sleepte er een nominatie voor de Agoria Smart City Award 2014 mee in de wacht.

Bron: FOD Economie

Bron: Federaal Planbureau

LUCHTKWALITEIT

In juni 2015 daagde de Europese Commissie België voor het

Europese Hof van Justitie voor de aanhoudend hoge fijn-

stofconcentraties. Fijn stof vormt een ernstig risico voor de

volksgezondheid, want het veroorzaakt ademhalingsproble-

men, longkanker en vroegtijdige sterfte. Uit onderzoek blijkt

bijvoorbeeld dat slechte luchtkwaliteit elk jaar meer slacht-

offers eist dan het verkeer. Verkeer, industrie en verwarming

van woningen zijn de grote boosdoeners.

In de top 10 van Europese steden met de meeste files staan

3 Belgische steden: Brussel (plaats 2), Antwerpen (plaats 4)

en Gent (plaats 10).

Rangschikking 2014

Stedelijk gebiedAantal verloren uren in

het verkeer in 2014

1 Londen (commute zone) 96

2 Brussel 74

3 Keulen 65

4 Antwerpen 64

5 Stuttgart 64

6 Karlsruhe 63

7 Milaan 57

8 Düsseldorf 53

9 Utrecht 53

10 Gent 52

MOBILITEIT

Hoe meer inwoners, hoe groter ook de druk op de stedelijke mo-

biliteit. Volgens schattingen van de Europese Commissie kosten

verkeersopstoppingen de EU jaarlijks een slordige 100 miljard

euro. De nood aan efficiënt openbaar vervoer en manieren om

verkeersstromen in goede banen te leiden, is dus groter dan ooit.

België blijft het land waar (auto-)bestuurders het meeste tijd

verliezen in files. Dat blijkt uit de jaarlijkse Traffic Scorecard

van het Amerikaanse INRIX, internationaal marktleider in

realtimeverkeersinformatie. Vorig jaar verloren we gemiddeld

51 uur in de file.

Rangschikking Europese landen 2014

LandAantal verloren uren in het

verkeer in 2014

1 België 51

2 Nederland 41

3 Duitsland 39

4 Luxemburg 34

5 Verenigd Koninkrijk 30

Bron: VITO

Gemiddeld jaarlijks overzicht NO2 voor 2013:

Bron: INRIX 2014 Bron: INRIX 2014

14 15

Page 9: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Stedelijk hitte-eilandeffect voor Antwerpen - gemiddeld temperatuurverschil tussen de stad en het omliggende platteland om middernacht:

Zomer 2013 Zomer 2030

Bron: VITO

STEDELIJK HITTE-EILAND

In steden ligt de temperatuur doorgaans hoger dan in landelijke gebieden. Tijdens hittegolven worden stedelingen dan ook veel

meer blootgesteld aan hittestress. Vooral bij ouderen en kinderen leidt dit tot meer sterfgevallen.

De aandacht voor dit zogeheten ‘stedelijk hitte-eilandeffect’ is relatief recent in ons land. De oorzaken van dit fenomeen? Be-

perkte vegetatie (dus minder natuurlijke afkoeling door verdamping), het invangen van straling tussen gebouwen, de beperkte

warmte-uitwisseling tussen stad en atmosfeer, de hoge thermische inertie van materialen en de warmte die verwarmings- en

koelingsinstallaties en het verkeer produceren.

Er blijkt een duidelijk verband tussen de bevolkingsdichtheid en het hitte-eilandeffect aan de grond. In de steden is een toename

te zien van 4 tot 5 graden Celsius. Een verdere stijging van 2 tot 4 graden Celsius wordt verwacht tegen 2030.

Covenant of Mayors

Hoewel ze amper 2% van de totale wereldoppervlakte innemen, zijn steden goed voor driekwart van het wereldwijde

energieverbruik. Bovendien is 80% van de CO2-uitstoot van steden afkomstig, net zoals 70% van het afval. In

ons land zijn residentiële woningen verantwoordelijk voor 41% van het totale energieverbruik.

Kortom, steden dragen een enorme verantwoordelijkheid. De Covenant of Mayors bewijst dat ze dat ook

beseffen. Europese steden verbinden zich er immers toe om hun CO2-uitstoot tegen 2020 met 20% te

verlagen. In eigen land ondertekenden 253 steden en gemeenten het convenant. 114 (45%) daarvan

dienden ook een Sustainable Energy Action Plan in en 32 (13%) Monitoring Action Plans.

4. Klimaatverandering

Klimaatverandering is een rechtstreeks gevolg van de oplopende concentraties aan broeikasgassen in onze atmosfeer. Zo wordt

tegen 2030 een toename tot 30% voorspeld van de ozonconcentraties. Dicht bij drukke wegen en in het centrum van de steden

zal de stijging het grootst zijn. Verminderde ozonafbraak is hier de oorzaak van.

Nog deze eeuw mogen we ons verwachten aan een stijging van de zeespiegel met 18 tot 59 cm, een verhoging van de gemid-

delde temperatuur op wereldschaal met 1,1 tot 6,4 graden Celsius en een verandering van de neerslaghoeveelheden. Overstro-

mingen, droogte en verspreiding van ziektes zullen dan ook niet uitblijven.

ZICHTBARE EFFECTEN

Is de klimaatverandering vandaag al zichtbaar in ons land? En wat brengt de toekomst? Hoewel aanzienlijke natuurlijke schom-

melingen volkomen normaal zijn, laten de effecten van klimaatverandering zich vandaag al duidelijk merken. Zo ligt de gemiddelde

jaartemperatuur in ons land al 2,4 graden Celcius hoger dan in de pre-industriële periode, is de gemiddelde windsnelheid in het

binnenland met 10 tot 15% gedaald over de voorbije 5 decennia en lag het gemiddelde zeeniveau in Oostende in 2013 al 11,5 cm

hoger dan in de jaren 50.

16 17

Page 10: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

5. Digitalisering

Informatie- en communicatietechnologie is in volle expansie. Digitale infrastructuur – via de kabel, draadloos of satelliet – wordt

razendsnel uitgerold. En dat is ook een must, want de verwachting is dat tegen 2020 liefst 50 miljard apparaten autonoom met

elkaar zullen communiceren in het ‘Internet of Things’. Vandaag beschikt een gemiddeld Europees huishouden al over 5 gecon-

necteerde apparaten.

Dat Internet of Things zal zich verder ontpoppen tot een ‘Internet of Experience’ waarin apparaten, infrastructuren en burgers zelf

data aanmaken. De voorbije twee jaar alleen al is de totale hoeveelheid data wereldwijd verdubbeld. Uit die massieve datastromen

van apparaten, sensoren en sociale netwerken zullen tal van slimme diensten ontspruiten.

Een grote, relatief nieuwe, databron is de mens zelf: we kunnen vrijwel alles van onszelf meten. In de cloud kunnen al die data

waar ook ter wereld gestockeerd, geanalyseerd en verwerkt worden. Naar verwachting zal tegen 2025 meer dan 60% van de

datacenter computing in de cloud gebeuren.

DE BELG EN ZIJN DIGITALE VOETAFDRUK

(Bron: Proximus)

52%80%

54%50%

68%

73%is actief op sociale media

gebruikt dagelijks internet

beschikt over een smartphone

surft via mobiele breedband

van de huishoudens heeft breedbandinternet

van de consumenten (15+) kocht online in 2015

18 19

Page 11: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

AGORIA SMART CITIES RANKING 2015

Voor de derde keer pakt Agoria uit met een ranglijst van

Belgische steden en gemeenten die zich slim organiseren. Plaats in ranking

Gemeente Score

1 Hasselt 85

2 Namen 69

3 Leuven 68

4 Mechelen 66

5 Genk 63

6 Kortrijk 60

7 Luik 57

8 Seraing 57

9 Roeselare 57

10 Sint-Niklaas 57

11 Gent 56

12 Bergen 50

13 Aalst 49

14 Brugge 48

15 Doornik 45

16 Charleroi 37

17 Brussel (gewest) 37

18 Oostende 36

19 Antwerpen 32

20 La Louvière 31

De beoordeling gebeurt op basis van publieke data en

aan de hand van 5 criteria:

1. Milieu: gemiddeld aantal kg huishoudelijk restafval

per inwoner (kg/inwoner) (2013).

2. Energie: gemiddeld residentieel energieverbruik per

inwoner (MWh/inwoner) (2012).

3. Gebouwen: aantal residentiële renovatievergunnin-

gen per 1000 inwoners (2014).

4. ICT: aantal digitale ondernemingen per 1000 inwo-

ners (2014).

5. Luchtkwaliteit: concentratie PM2,5, PM10, O3, NO2

(2013) in nanogram per kubieke meter.

Verder onderzochten we de ambitie van onze steden en

gemeenten om ‘smart’ te worden. Daarvoor toetsten we

de bestuursakkoorden 2013-2019 aan 41 uiteenlopende

criteria (2014).

Smart Cities-ranglijsten

Wereldwijd dingen steden naar een plaats op een Smart Cities-ranglijst. Realisaties binnen domeinen als

leefbaarheid, vergroening en mobiliteit hebben hier een belangrijke invloed op.

De internationale standaard ISO/DIS 37120 bestaat uit 17 indicatoren om stedelijke processen en de

levenskwaliteit van de inwoners in kaart te brengen en steden aan een internationale vergelijking te

onderwerpen. In de Europese top 10 van The British Standard Institution (BSI) voor 2015 prijken Barcelona,

Londen en Parijs bovenaan. En Juniper Research riep Barcelona uit tot ‘Global Smart City 2015’.

Voor de 20 grootste steden en gemeenten

ziet de rangschikking er als volgt uit:

03 SMART CITIES: WHAT’S IN A NAME?

In de loop der jaren werd ‘Smart Cities’ het buzzword bij uitstek in stadsmar-

keting. Maar wat betekent het eigenlijk? Tientallen wetenschappers bogen

zich over het concept. Rode draad in alle definities? Slimme technologie.

Intelligente digitale toepassingen maken onlosmakelijk deel uit van het Smart Cities-concept.

Technologie vormt namelijk een krachtig instrument om een stedelijk ecosysteem op poten te

zetten dat innovatief, duurzaam en inclusief is.

/ INNOVATIEFInnovatieve technologieën en alle andere beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk inzetten

om de levenskwaliteit, processen en serviceverlening naar nieuwe hoogtes te tillen, creativiteit

en ondernemerschap te stimuleren en de concurrentiekracht te verhogen.

/ DUURZAAMZo goed mogelijk tegemoetkomen aan de noden van huidige en toekomstige generaties,

natuurlijke hulpbronnen verantwoord inzetten en rekening houden met economische, sociale

en milieuaspecten.

/ INCLUSIEFBanden smeden tussen verschillende bewonersgroepen onderling en hun leefomgeving. Zo wor-

den burgers mee verantwoordelijk en ontstaat een ecosysteem dat klaar is voor de toekomst.

De ultieme definitie van een intelligente stad? Daar raken experts het niet over eens. Maar wat het

doel betreft wijzen de neuzen wel in dezelfde richting: de levenskwaliteit verhogen van de stedelin-

gen en het comfort van bezoekers. Een Smart City moet in de eerste plaats een fijne plek zijn voor

burgers om te leven, te werken en hun vrijetijd door te brengen.

20 21

Page 12: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Verschillende Europese en internationale normalisatiecommissies kwamen al met definities op de proppen

en zetten criteria op een rij waaraan Smart Cities moeten voldoen. Toch is er nog veel werk aan de

winkel op het vlak van technische normalisatie en standaardisatie. Een overzicht van de belangrijkste

standaardisatiecommissies:

/ CEN-CENELEC-ETSI coordination group ‘Smart and Sustainable Cities and Communities’ (SSCC-CG)/ ISO Technical Committee 268 ‘Sustainable development in communities’ (ISO/TC 268)/ ISO Strategic Advisory Group on Smart Cities (SAG S_cities)/ IEC Systems evaluation group on Smart Cities (IEC/SEG1)/ ISO/IEC JTC1 Study Group ‘Smart Cities’ (JTC1/SG1)/ ITU-T Focus Group ‘Smart Sustainable Cities’ (FG-SSC)/ British Standard Institution (BSI) Smart Cities development group / Other ISO Technical Standardization Committees: ISO/TC59 ‘Terminology and harmonization of languages’,

ISO/TC 207 ‘Environmental management systems’, ISO TC 292 ‘Security and resilience’

04 OVER NORMEN EN STANDAARDEN

Om Smart Cities definitief uit de proeftuinfase

te halen en oplossingen op grote schaal uit te

rollen, zijn overkoepelende technische normen

en standaarden broodnodig. Agoria speelt een

actieve rol in de verschillende normalisatie-

commissies.

22 23

Page 13: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

1. Europa

In oktober 2015 bereikten de Europese lidstaten een akkoord over de klimaat- en energie-

doelstellingen voor 2030. De objectieven zijn: minstens 40% minder uitstoot van broei-

kasgassen ten opzichte van 1990, minimum 27% hernieuwbare energieconsumptie en

tenminste 27% meer energie-efficiëntie.

SET

Het Strategic Energy Technology Plan (SET) is de technologische pijler van het energie- en

klimaatbeleid van de EU. De klimaat- en energiedoelstellingen van de EU kunnen immers

niet worden gerealiseerd zonder de ontplooiing van efficiëntere energietechnologieën.

SET stelt een langetermijnagenda op voor onderzoek, demonstratie en innovatie, inclusief con-

crete mijlpalen voor de komende jaren. Strategische planning en programmering staan hierbij

centraal. Op 15 september 2015 publiceerde de Europese Commissie een nieuw SET-Plan.

EIP-SCC

In 2012 gaf de Europese Commissie ook het startschot voor de European Innovation Partnership on

Smart Cities & Communities (EIP-SCC). De ambitie is om geïntegreerde industriële Smart Cities-oplos-

singen versneld uit te rollen. In oktober 2013 keurde het Partnership zijn Strategic Implementation Plan

(SIP) goed. In 2014 werd de eerste versie van het Operational Implementation Plan gepubliceerd.

HORIZON 2020

Binnen het Europese onderzoeksprogramma ‘Horizon 2020’ worden de plannen van SET en EIP-SCC

vertaald naar concrete acties. ‘Smart and Sustainable Cities’ is als nieuw thema opgenomen binnen het

onderdeel ‘Cross-cutting activities’ van het werkprogramma 2016-2017.

Op Europees vlak en binnen de 3 gewesten

van ons land tekenen zich verschillende beleids-

initiatieven af op het vlak van Smart Cities.

Op het federale niveau zijn de bevoegdheden

eerder beperkt.

05 BELEID ROND SMART CITIES

24 25

Page 14: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

BELEIDSVERKLARING 2014-2019 - BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK GEWEST

De Brusselse regering heeft Smart Cities als doelstelling in-

geschreven in haar beleidsverklaring 2014-2019. De verant-

woordelijkheid voor de uitrol ervan valt onder de bevoegd-

heid van de staatssecretaris belast met gewestelijke en

gemeentelijke informatica en digitalisering.

Na de Brussels Smart City Summit in juni 2015 werd de

website http://smartcity.brussels/ gelanceerd. In oktober

2015 werd ook een Smart City Coördinator aangeduid die

zal opereren onder het CIBG (Centrum voor Informatica voor

het Brusselse Gewest). In het ‘Witboek 2014-2019 smartci-

ty.brussels’ had het CIBG reeds een Smart Cities-strategie

opgesteld. Die is opgebouwd rond 4 uitdagingen die door-

slaggevend zijn voor de ontwikkeling van het stadsgewest:

verbondenheid, duurzaamheid, openheid én veiligheid.

DIGITAL BELGIUM

Op federaal niveau beperkt het Smart Cities-beleid zich tot

het Belgisch digitaal actieplan en een restbevoegdheid rond

de coördinatie van grootstedenbeleid en mobiliteit.

In april 2015 stelde de minister van Digitale Agenda ‘Digital

Belgium’ voor. Dit actieplan schetst de digitale langetermijn-

visie voor ons land en vertaalt het in duidelijke doelstellingen

om de digitale positie van ons land te versterken.

Ondanks een aanzienlijke overdracht van financiële middelen

van het federaal grootstedenbeleid naar de gewesten, werd

besloten om ook op federale niveau ‘grote steden’ te behou-

den als beleidsdomein.

2. België

PLAN DU NUMÉRIQUE WALLONIE

Het ‘Plan du Numérique Wallonie’ werd door le Conseil

du numérique voorgesteld aan de Waalse regering op

18 september 2015:

« Faire de la Wallonie un territoire connecté et intelligent, où

les entreprises technologiques sont des leaders reconnus

au niveau mondial et les moteurs d’une mutation industrielle

réussie et où l’innovation numérique est soutenue au service

de la qualité de l’éducation, de l’ouverture des services pu-

blics et du bien-être des citoyens. »

De Waalse regering plaatst Smart Cities hoog op de agenda

door ‘bien-être des citoyens’ in te schrijven in zijn doelstel-

lingen. Het plan omvat 5 thema’s; Smart Cities valt onder

‘Territoire connecté et intelligent’.

PLAN DE LA VILLE EN WALLONIE

Op 12 november keurde de Waalse regering ook een ste-

denplan goed:

“Adopté par le gouvernement wallon le 12 novembre 2015, il

prévoit notamment la mise en place de plans de développe-

ment urbain (PDU) qui constitueront des projets de déve-

loppement à long terme, ainsi qu’un ensemble coordonné

d’actions de développement, d’aménagement et de réamé-

nagement à réaliser dans les 6 ans. Outre un volet consacré

à l’attractivité et un autre au « vivre ensemble » (c.-à-d. la

cohésion sociale), ces PDU devront comprendre un volet

dédié à l’intelligence territoriale numérique et technologique.”

BELEIDSPLAN BINNENLANDS BESTUUR EN STEDEN-

BELEID 2014-2019 – VLAANDEREN

In het Beleidsplan Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid

2014-2019 – Vlaanderen is innovatief stedenbeleid een van

de strategische doelstellingen:

“De basis hiervoor is de transversale aandacht voor ste-

den in het regeerakkoord en de hefboomuitdagingen die

binnen de steden leven. Het kan hierbij gaan om volgende

sleuteluitdagingen: het zorgen voor slimme stedelijke logis-

tiek en duurzame distributie, het realiseren van multifuncti-

onele infrastructuur, het ontwikkelen van performante en

efficiënte verkeers- en vervoersnetwerken, het creëren van

vernieuwende energieoplossingen voor de stad, het zorgen

voor een groene gezinsvriendelijke en klimaatsadaptieve

stad, het ondersteunen van nieuwe economie en de kring-

loopeconomie, het versterken van het stedelijk woonbeleid

en slimme verdichting, het verminderen van armoede en

sociale achterstelling, het versterken van inburgering en

integratie enzovoort.”

26 27

Page 15: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

06 4 SLEUTELTHEMA’S

28 29

Page 16: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Ademruimte voor innovatie

Het uitbesteden van de energievoorzieningen, het ontbreken

van een visie of roadmap en het gebrek aan een wettelijk

kader en financiële middelen zorgen er voor dat het in onze

Belgische steden en gemeenten vaak bij kleinschalige ener-

gieprojecten blijft. Om echter ook in de toekomst onze com-

petitiviteit veilig te stellen, moeten we dringend werk maken

van implementaties op wijk- of stadsniveau.

Heel wat nutsbedrijven nemen echter alleen het economi-

sche aspect in overweging en blijven daarom de vernieuwing

van het energienetwerk uitstellen. Bij veel nieuwe technolo-

gieën wegen de opbrengsten op korte termijn namelijk niet

op tegen de investeringen. Zo spreken de meeste lasten-

boeken nog over klassieke, in plaats van ledverlichting.

Toch biedt die laatste heel wat kansen om buurten energie-

efficiënter, gezelliger en veiliger te maken.

Verder zorgen het regulerend kader en de beperkingen in de

automatisering van het laagspanningsnet ervoor dat bijvoor-

beeld zonnepanelen op de daken van bedrijven niet optimaal

kunnen worden ingezet. Zo kan er geen stroom verhandeld

worden tussen de aangesloten deelnemers en bestaat het

risico dat de installatie zijn geproduceerde energie slechts

gedeeltelijk in het net kan pompen. Kortom: innovatie krijgt

vaak te weinig ademruimte, waardoor we achterop dreigen

te hinken op onze buurlanden.

Energiemanagement met nieuwe technologieën

Om dergelijke scenario’s in de toekomst te vermijden en

innovatie de nodige kansen te geven, moeten stad en

burger dringend hun greep op de energievoorziening

versterken. Zonder daarbij uiteraard de knowhow en de

ervaring van nutsbedrijven aan de kant te schuiven. Dé uit-

daging is dus om een balans te vinden tussen de bevoegd-

heden van de stedelijke overheid en de stadsbewoners ener-

zijds, en efficiënte ingrepen op regionaal vlak anderzijds.

De stad biedt heel wat mogelijkheden om energie efficiënter

op te wekken, op te slaan en te benutten. Die zaken kunnen

het best lokaal geregeld worden om vraag en aanbod maxi-

maal op elkaar af te stemmen en de diverse nutsstromen

aan elkaar te koppelen. Zo kan slim afvalbeheer het warm-

tenet optimaal voeden, of kan de batterij van een elektrische

wagen het net lokaal ondersteunen.

Technologie in stroomversnelling

De voorbeelden van succesvolle Europese implementaties

liggen voor het rapen. Zo zijn maar liefst 63% van de gebou-

wen in Denemarken aangesloten op een warmtenet. In eigen

land pioniert Roeselare met warmtenetten. En ook steden als

Antwerpen en Oostende zetten al stappen om een ‘district

heating and cooling’-netwerk aan te leggen.

Klein- en grootschalige smart grid-initiatieven zijn in Europa

geen uitzondering meer. Steden als Helsinki (Finland),

Issy-les-Moulineaux (Frankrijk), Carros (Frankrijk), Gorinchem

(Nederland) en Loen (Noorwegen) zetten hun burgers en

bedrijven aan tot actief energiebeheer.

ENERGIE IN DE STAD VAN MORGEN: EEN PRECAIR EVENWICHT

Decennia geleden waren steden zelf verantwoordelijk voor

hun energievoorziening. Geleidelijk aan is die verantwoorde-

lijkheid verschoven naar de nutsbedrijven. Die bieden name-

lijk belangrijke voordelen, zowel financieel als op het vlak van

schaalbaarheid en expertise.

Maar er zijn ook nadelen. Door de decentralisering van de

energiemarkt en de impact van hernieuwbare energie staat

dit model vandaag onder druk. Denk maar aan de herfst van

2014, toen bleek dat de Haven van Gent zich pal in het af-

schakelgebied bevond. De nood aan meer invloed vanuit de

steden groeit dan ook.

WAT IS ‘SMART ENERGY’?

Smart energy heeft betrekking op de verschillende nutsstromen die een stad in- en uitgaan: elektriciteit,

gas, waterstof, water, afval … Het slim beheren van die stromen resulteert in een optimaal energie- en

grondstoffenverbruik. Hoe? Door de nutsstromen te koppelen aan intelligente, geïntegreerde en

geconnecteerde beheersystemen.

SMART ENERGY

Om onze steden leefbaar te houden is de continue en gegarandeerde aanvoer van energie een

absolute basisvereiste. De stijgende vraag van een groeiende stedelijke bevolking staat echter lijn-

recht tegenover de schaarste aan natuurlijke hulpbronnen en de grenzen van de stroomvoorzie-

ning. Hoe gaan de Belgische steden en gemeenten van morgen om met energievoorziening?

En welke uitdagingen moeten ze vandaag overwinnen om daar te geraken?

3130

Page 17: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Extract uit de thermografische kaart van de stad Leuven:

Het Nice Grid in Frankrijk is het eerste grootschalig ‘slimme zonne-energiedistrict’-demonstratiepro-

ject in Europa. Door zonne-energie-infrastructuur te koppelen aan informatietechnologie zet het de

krijtlijnen uit voor een nieuw stedelijk energiemodel.

Slim testsysteem

Het testgebied bevindt zich in de regio Alpes-Maritimes in het zuidoosten van Frankrijk in de stad Carros. Op het netwerk zijn

250 residentiële woningen, diverse bedrijven, zonnepanelen en opvangsystemen aangesloten met verschillende megawatts aan

vermogen. Maar liefst 2.500 mensen participeren actief in de proeftuin.

NICE (FRANKRIJK):

VAN SMART GRID TOT SMART CITY

CASE 2

Doelstelling

De doelstellingen van Nice Grid:/ Het testen van massale fotovoltaïsche

elektriciteitsproductie gekoppeld aan

energieopslag;/ het testen van eilandbeveiliging voor

verzekerde energielevering;/ de gebruiker een actieve rol

toekennen in zijn elektriciteitsbeheer:

productie, verbruik en opslag;/ economische modellen testen die

gealigneerd zijn met het smart grid-

concept.

Bron: Nice Grid project

Bij thermografische analyses worden thermische luchtfoto’s

gemaakt van de stad om warmteverliezen op te sporen en

in kaart te brengen. Zo wordt snel duidelijk welke gebouwen

het grootste verlies genereren, bijvoorbeeld door gebrekkige

isolatie. Daaruit kan afgeleid worden welke renovatiewerken

de meeste impact kunnen hebben.

Energieverbruik in kaart

Door de kaarten online ter beschikking te stellen kunnen de

analyses bovendien het bewustzijn bij de burger aanwakke-

ren. In steden als Antwerpen, Gent en Brussel gebeurt dat al,

en met succes. Zo zag de stad Gent na de presentatie van

de thermografische kaart het aantal subsidieaanvragen voor

dakisolatie met 10 tot 20% stijgen. De website met de kaart

van Antwerpen kreeg in 2 maanden 80.000 bezoekers. Het

thermoloket in Genk kreeg 1.000 bezoekers over de vloer. En

ook in Veurne en Oostende is er aanzienlijke belangstelling

van burgers die individuele informatie willen over dakisolatie

en subsidies.

Bron: EUROSENSE (copyright Stad Leuven)

THERMOGRAFISCHE ANALYSE:

PRIORITISEREN VAN ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN

Door oude gebouwen te renoveren kunnen steden heel wat energie besparen. Helaas zorgen

budgetbeperkingen ervoor dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Thermografische analyses

helpen daarbij.

CASE 1

32 33

Page 18: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Zo bouwt de stad vandaag aan een virtueel

energienet met integratie van elektrische mobi-

liteit. Daarmee produceert Trier vandaag al 72%

duurzame energie. De hernieuwbare energie

wordt gecommercialiseerd voor het opladen

van elektrische voertuigen. Zo maakt Trier deel

uit van de ‘The Global 100% Renewable Energy

Cities and Regions Network’.

TRIER (DUITSLAND):

VAN ENERGIE-IMPORT NAAR -EXPORT

De regio rond de Duitse stad Trier voert al sinds jaar en dag energie in om aan de energiebehoefte

van zijn 245.100 inwoners te voldoen. In 2010 werd een plan uitgetekend om die trend te keren. Zo

streeft de regio naar 100% hernieuwbare energie tegen 2050, door een combinatie van energiebe-

sparingen en hogere energie-efficiëntie.

CASE 4

Bron: Renewable Energy in the German 100% RE region Trier.

15% besparen

Dankzij de slimme gebouwbeheersystemen

besparen de 2.000 inwoners vandaag al 15% op

water en elektriciteit. Bovendien zorgt slimme

automatisering ervoor dat vraag en aanbod

perfect op elkaar afgestemd worden. Zo stellen

wasmachines en andere huishoudapparaten hun

verbruik automatisch af op de toestand van het

net.

Op termijn wordt Kalasatama dé maatstaf voor

elke stad die bewust wil omspringen met ener-

gie. Tegen 2030 zal deze wijk 20.000 inwoners

tellen en zal het project zo’n 10.000 jobs creëren.

KALASATAMA (FINLAND):

VAN BEWUSTZIJN TOT BESPARINGEN

In de nieuwe Kalasatama-wijk in de Finse hoofdstad Helsinki kunnen bewoners in real-time hun

energie- en waterverbruik opvolgen en bijsturen dankzij slimme gebouwbeheersystemen.

In 2013 lanceerde Helsinki ‘Smart Kalasatama’: een intelligent energiesysteem dat een smart grid, slimme gebouwen, infrastruc-

tuur voor elektrische wagens en energieopslag omvat. Recent werd ook een vacuüm-gebaseerd afvalcollectienetwerk toege-

voegd dat restafval gebruikt om het warmtenet te voeden.

CASE 3

Bron: City of Helsinki, Kalasatama project

34 35

Page 19: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Vijf voor twaalf

In eigen land zijn we gefascineerd door al deze testprojecten

en realisaties, maar we blijven nog meestal vanaf de zijlijn

toekijken. Daardoor dreigt ons mobiliteitsbeleid achterop te

hinken ten opzichte van de ons omringende landen. Noch-

tans beseffen we heel goed dat we het roer dringend moeten

omgooien, willen we het comfort, de bereikbaarheid en de

economische relevantie van onze stedelijke omgeving in de

toekomst veiligstellen.

Vooral de hoge fijnstofconcentraties zijn een grote boosdoe-

ner voor de volksgezondheid. Het Instituut voor Natuur- en

Bosonderzoek (INBO) becijferde recent nog dat fijn stof alle

Vlamingen samen jaarlijks bijna 80.000 gezonde, kwaliteits-

volle levensjaren kost. Met deze cijfers behoort Vlaanderen

tot de meest verontreinigde regio’s van Europa.

Naast gezondheidsproblemen berokkent de mobiliteitspro-

blematiek ook flink wat economische schade. De kost van de

structurele files loopt voor het personenvervoer op tot hon-

derdduizenden euro’s per dag, maar logistieke vertragingen

kosten onze bedrijven een veelvoud van dat bedrag. Daar-

door wordt steeds vaker de overweging gemaakt om uit te

wijken naar fileluwe regio’s.

Intelligent mobiliteitsbeheer, de vergroening van het wagen-

park en de optimalisatie van onze verouderde weginfrastruc-

tuur zullen een gigantische impact hebben op de congestie

en de luchtkwaliteit. Maar om de ontwikkeling van slimme

mobiliteitsoplossingen alle kansen te geven, moeten ruwe

datasets van de diverse actoren in het mobiliteitslandschap

worden opengesteld.

Bevoegdheden herschikken

Om hun mobiliteitsbeleid ten gronde aan te pakken, moeten

steden en gemeenten ook zelf meer grip krijgen op het totale

plaatje. De bevoegdheidsverdeling over het lokale, geweste-

lijke en federale bestuursniveau creëert een juridisch en ad-

ministratief kluwen dat een vlotte gang van zaken bemoeilijkt.

Maar ook het ontbreken van een eenduidig wettelijk kader

leidt ertoe dat projecten moeilijk op de rails raken. Het resul-

taat is dan ook dat er eerder gekozen wordt voor het in stand

houden van bestaande verouderde infrastructuur dan voor

innovatieve alternatieven.

Naar contractmanagement

Daarbij komt dat infrastructuurwerken een lange doorlooptijd

hebben en dat de positieve effecten ervan pas op middellan-

ge of lange termijn merkbaar zijn. Om innovatieve oplossin-

gen een kans te geven, is het dus cruciaal om over legislatu-

ren en beleidsdomeinen heen te denken.

Nieuwe samenwerkingsvormen met spelers uit de privésec-

tor zijn een valabele piste om innovatie in een stroomversnel-

ling te brengen. Wanneer steden en gemeenten de transitie

maken naar contractmanagement, krijgen leveranciers meer

speelruimte om nieuwe oplossingen te implementeren. Dit

houdt in dat besturen niet langer bestekken opmaken met

technische details, maar contracten waarin vereiste kwaliteit

en prestaties voorop staan, los van de gekozen apparatuur.

Onze structurele files behoren tot de langste ter wereld, de verkeersassen in onze steden bereiken

hun verzadigingspunt en jaar na jaar flirten we met de Europese fijnstofnorm. Onze steden en ge-

meenten letterlijk meer zuurstof geven zonder daarbij de bereikbaarheid en economische leefbaar-

heid te hypothekeren, is vandaag één van de hardste noten om te kraken voor besturen. Intelligent

mobiliteitsmanagement dringt zich dan ook op.

WAT IS ‘SMART MOBILITY’?

Onze stijgende mobiliteit legt een zware druk op het stedelijk weefsel en het leefmilieu. Smart Mobility zet

technologie in om mobiliteit efficiënter en duurzamer te organiseren, en bereikbaarheid en leefbaarheid met

elkaar te verzoenen.

SMART MOBILITY

OP WEG NAAR INTELLIGENT MOBILITEITSMANAGEMENT

Op het vlak van mobiliteitstechnologie is er de voorbije jaren

grote vooruitgang geboekt. Overal in Europa worden concre-

te initiatieven uitgerold, van intelligente parkeersystemen over

wifi-communicatie tussen verkeerslichten tot de bijsturing

van het stedelijk mobiliteitsbeleid op basis van data-analyse.

Door vervoer met hoge uitstootconcentraties te weren uit

de stadscentra, over te schakelen op openbaar vervoer met

lage emissies en voldoende oplaadpunten te voorzien voor

elektrische voertuigen, wordt de binnenstad snel leefbaarder.

En intussen staat de technologie niet stil: onderzoekscentra

sleutelen aan de zelfrijdende auto en state-of-the-art tech-

nologie maakt communicatie tussen wagens en verkeers-

infrastructuur stilaan mogelijk. Tegen 2030 zal de geoliede

samenwerking tussen individuele voertuigen enerzijds en

softwaresystemen anderzijds een feit zijn.

3736

Page 20: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Ons land is de ideale incubator

Ondanks al deze drempels heeft ons land een unieke troef in

handen waar andere Europese landen alleen maar jaloers op

kunnen zijn: een publiek glasvezelnetwerk. De aanwezigheid

van deze digitale snelweg, in combinatie met onze ernstige

mobiliteits- en uitstootproblematiek, maakt van ons land de

ideale incubator om slimme mobiliteitsoplossingen op grote-

re schaal uit te rollen en zelfs een voortrekkersrol te spelen

binnen Europa.

Bovendien hebben we flink wat technologische expertise in

huis om die incubatorrol te vervullen. Zo beschikken we met

Flander’s Make over een volwaardig competentiecentrum voor

innovatie in de voertuigenindustrie, waaronder elektrische

voertuigen. Voor elektrische bussen beschikt Vlaanderen

met VDL en Van Hool over twee competentiecentra. Wat

elektrische laadpalen betreft speelden we onze leiderspositie

kwijt door het uitblijven van impactvolle initiatieven.

Naar een plan van aanpak

De ontwikkeling van een globale mobiliteitsaanpak en –ac-

tieplan gebeurt niet op één-twee-drie. Eerst moet de stad

beslissen in hoeverre ze bereid is om technologie in te scha-

kelen in functie van efficiënter mobiliteitsbeheer en een scho-

ner wagenpark. Daarna moet er een strategie ontwikkeld

worden: welke doelen willen we bereiken op het vlak van

vergroening, verkeer in de binnenstad, openbaar vervoer,

logistiek enzovoort? Op welke vlakken willen we verbeterin-

gen realiseren en in welke grootteorde? De antwoorden op

al deze vragen vormen de basis voor het bepalen van de

meest geschikte technologische oplossingen. Het bestuur

moet ook beslissen of het de mobiliteitsinfrastructuur zelf

gaat beheren of uitbesteden.

Met de Stuttgart ServiceCard kunnen inwoners en bezoekers van Stuttgart tal van mobiliteitsdiensten

onbeperkt gebruiken. De afrekening gebeurt via één vervoersfactuur.

Mobiliteit aanbieden als een service: dat is de ambitie van de

Stuttgart ServiceCard. Inwoners en bezoekers krijgen via de

kaart en een onderliggend softwareplatform allerhande ver-

voermiddelen ter beschikking, van bus en trein over e-bikes

tot deelauto’s.

De Stuttgart ServiceCard is zowel een ticket voor het open-

baar vervoer als een sleutel voor een e-bike of deelauto. Een

centraal softwareplatform integreert alle mobiliteitsdiensten en

bevat ook een boekings- en facturatiesysteem. Op het einde

van de maand ontvangt de gebruiker één vervoerfactuur.

Bedoeling van de Stuttgart ServiceCard is om het gebruik

van de mobiliteitsdiensten zo laagdrempelig te maken dat

mensen hun auto aan de kant laten en er een algemene

shift plaatsvindt in de gebruikte vervoermiddelen. Zo kan de

Zuid-Duitse stad de files in de binnenstad en de bijbehorende

uitstoot drastisch reduceren.

STUTTGART (DUITSLAND):

MOBILITEIT ALS DIENSTVERLENING

CASE 1

Bron: Bosch

38 39

Page 21: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Een parkeerplaats vinden in de binnenstad is geen sinecure. Dankzij dynamische verkeersinformatie

leidt Amsterdam haar parkeerbeleid in goede banen.

Gemiddeld 30 procent van het stadsverkeer bestaat uit

rondtoerende automobilisten die op zoek zijn naar een par-

keerplek. Naast overlast zorgt dit voor heel wat onnodige

uitstoot. Met Dynamisch Parkeren maken ze daar in Am-

sterdam komaf mee. Het volledige parkeersysteem wordt er

centraal aangestuurd.

Zo schommelt de prijs van een parkeerplaats – in een over-

dekte parking of op straat – naargelang de evenementen in

de onmiddellijke omgeving. Bezoekers kunnen vooraf hun

parkeerplaats in een specifiek gebied reserveren en er ge-

richt naartoe rijden. Bewoners worden dan weer beloond

wanneer ze hun parkeerplaats voor de deur tijdelijk vrijgeven

en elders parkeren. Ook controle maakt inherent deel uit van

dit intelligente systeem. Via nummerplaatdetectie worden

overtreders meteen bekeurd.

In Los Angeles in de Verenigde Staten zorgde een verge-

lijkbaar dynamisch parkeerbeleid voor 10 tot 30% meer

parkeercapaciteit in de binnenstad en een daling van de

congestie met 10%. Bovendien zorgde het dynamische prijs-

beleid voor een mentaliteitsverandering bij automobilisten. In

totaal 6.000 sensoren in 800 verschillende straten sturen de

nodige data naar het softwareplatform.

AMSTERDAM (NEDERLAND):

DYNAMISCH PARKEREN VOORKOMT RONDTOEREN IN HET STADSCENTRUM

Met een ingenieus monitoringsysteem optimaliseert de Duitse stad Münster haar verkeersstromen.

Want hoe minder voertuigen remmen en optrekken, hoe minder schadelijke uitstoot ze produceren.

In 2016 zal de stad Luxemburg twee elektrische

buslijnen in gebruik nemen.

Filerijden zorgt voor heel wat extra uitstoot van CO2 en fijn stof.

Hetzelfde geldt voor remmen aan een stoplicht en vervolgens

weer optrekken. In de Duitse stad Münster zorgen ze ervoor

dat het verkeer altijd optimaal kan doorstromen. De invoe-

ring van een ‘adaptive traffic control system’ zorgde voor een

verbetering van de verkeersdoorstroming met 38% over een

strook van 6 kilometer. Het systeem levert een vermindering

van brandstofverbruik van 20% op en een vermindering van

NOx- en CO2-uitstoot van respectievelijk 50% en 33%.

Sensoren en camera’s brengen de verkeersstromen en –in-

tensiteit minutieus in kaart en signaleren waar er een opstop-

ping dreigt. Vervolgens stelt een centrale computer de inter-

vallen van de stoplichten automatisch anders af. Verder zorgt

het detectiesysteem ervoor dat fietsers altijd voorrang krijgen

op de rest van het verkeer.

De voertuigen zullen automatisch opgeladen worden aan snel-

le oplaadsystemen ter hoogte van hun eindhalte. Het opladen

neemt slechts 4 tot 6 minuten tijd in beslag, waardoor de bus-

sen de klok rond kunnen blijven rijden. Het resultaat? Openbaar

vervoer zonder CO2-uitstoot in de binnenstad. De technologie

werd vooraf getest in Genève (Zwitserland), Offenbach (Duits-

land) en Coventry (Verenigd Koninkrijk).

MÜNSTER (DUITSLAND):

INGENIEUS MONITORINGSYSTEEM OPTIMALISEERT EN VERGROENT VERKEERSSTROMEN

LUXEMBURG (GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG):

ELEKTRISCHE BUS MET AUTOMATISCH OPLAADSYSTEEM

CASE 3

CASE 4

Bron: ABB

CASE 2

40 41

Page 22: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Intelligent op vier niveaus

Een gebouw wordt als intelligent beschouwd als het op vier do-

meinen tegelijk gebruik maakt van innovatieve technologieën:

1. De schil: isolatie, zonnewering, zonnepanelen, groenzones,

windturbines, vernieuwende en flexibele woonconcepten,

gebruik van duurzame materialen en sensoren voor onder

meer luchtkwaliteit en vochtigheidsgraad.

2. Technische installaties: slimme verlichting, HVAC (heating,

ventilation, air conditioning), toegangscontrole, brandveilig-

heid, intelligente evacuatiepaden, communicatie en digita-

le infrastructuur (kabel en mobiel), lekdetectie voor gas en

water, bezettingsgraaddetectie, flexibele wanden en meubilair.

‘Smart meters’ en opslagbatterijen maken energiemanage-

ment mogelijk.

3. Automatisering: dit is de kern van het gebouwbeheer-

systeem. Door het verzamelen, analyseren, en integreren

van data over energie, veiligheid, bezettingsgraad, water,

temperatuur, weersvoorspellingen … krijgen facilitaire

managers meer inzicht en controle over hun gebouw. Één

systeem op zich kan echter niet alle problemen oplossen.

Om optimale productiviteit te garanderen dienen diverse

intelligente systemen geïntegreerd te worden. De verzamel-

de gegevens zijn zichtbaar in een centraal dashboard en

worden automatisch geanalyseerd in de cloud. Afwijkingen

op de optimale instellingen worden gedetecteerd en auto-

matisch doorgestuurd naar onderhoud en facilitair manage-

ment. Dit stelt hen in staat om de operationele kosten te

verminderen, de efficiëntie te verhogen, de systemen te

optimaliseren, en onderbrekingen op te vangen.

4. Omgeving: hieronder valt aandacht voor toegankelijkheid,

de inbedding van elektrische vervoersystemen, het voorzien

van een groene omgeving, woon-werkbalans, en de aan-

sluiting op een smart grid.

Duurzaamheid en comfort voorop

Gebouwen vertegenwoordigen zo’n 40% van de totale

globale energieconsumptie. Ze bieden dan ook belangrijke

opportuniteiten voor besparingen. Zo kunnen efficiëntere

systemen, aangepast design en een beter begrip van de

operationele noden het wereldwijde energieverbruik tot 20%

verlagen. En dat zonder in te boeten aan comfort op het vlak

van temperatuur, lucht- of lichtkwaliteit.

Behalve de energieconsumptie moet ook het binnenklimaat

optimaal afgesteld zijn. Mensen brengen 80 tot 90% van hun

leven door in gebouwen. Intelligente technologieën herdefini-

eren de rol van gebouwen van een statische omgeving naar

een dynamische en interactieve ruimte die de levenswijze,

het comfort, het welzijn en de productiviteit van de gebrui-

kers beïnvloedt. Ook de gebruiker zelf wordt zich bewust van

zijn energieverbruik en is in staat om vraag en aanbod aan te

sturen. Die bewustwording op zich zorgt al voor een energie-

besparing van minstens 10%.

Bewust bouwen

Bouwen of renoveren vertegenwoordigt slechts 20% van de

totale kost van een gebouw binnen de volledige levenscy-

clus. 80% van de kosten worden gemaakt tijdens het dage-

lijks gebruik, en energie is veruit de grootste slokop. Efficiënt

design en duurzame materialen kunnen dus enorm bijdragen

tot het verminderen van verspilling, kosten en het globale

energieverbruik.

Huizen, kantoorgebouwen, winkelcentra, zieken-

huizen, scholen … De gemiddelde stadsbewoner

brengt het gros van zijn tijd binnen door. Om de leef-

baarheid te garanderen, zullen de gebouwen van

de toekomst niet alleen comfortabel en veilig moe-

ten zijn, maar ook duurzaam, energiebewust en

toegankelijk. Bovendien staan ze niet alleen, maar

zijn ze geconnecteerd met andere infrastructuren.

Smart Cities draaien op power grids, die een evenwicht nastre-

ven tussen energieproductie en -consumptie. Dit start al bij de

‘smart buildings’: energienood wordt er automatisch afgestemd

op de bezettingsgraad, de batterijen van de elektrische voer-

tuigen worden er geïntegreerd in de energievoorspellingen, die

bovendien rekening houden met de veranderende weersom-

standigheden. De smart building past zich automatisch aan

voor maximale efficiëntie.

WAT IS EEN ‘SMART BUILDING’?

Een Smart Building is een duurzaam, energie-efficiënt gebouw dat geconnecteerd is met andere gebouwen

en infrastructuren, en dat ingebed is in zijn omgeving. Interactieve intelligente systemen (IBS – intelligent

building solutions) verbinden gebouwen op een energie-efficiënte, veilige, toegankelijke en duurzame ma-

nier met oog op het behoud of de verbetering van het comfort van de gebruiker. Zowel residentiële als

niet-residentiële woningen komen in aanmerking.

SMART BUILDING, LIVING & WORKING ENVIRONMENT

SLIMME GEBOUWEN IN DITO CLUSTERS

4342

Page 23: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

CASE 1

GÖTEBORG (ZWEDEN):

BENGT DAHLGREN BOUWT DUURZAME MASTODONT

Om het enorme pand zo energie-, kosten-, en onderhouds-

efficiënt mogelijk te maken, werd vanaf de ontwerpfase ge-

kozen voor een combinatie van duurzame materialen en

slimme technologie. Zo is de constructie bekleed met hoog-

waardige isolatie en bestaat de gevel voor 60% uit glas. Een

vraaggestuurd ventilatiesysteem controleert het binnen-

klimaat door middel van sensoren voor temperatuur, CO2 en

Volatile Organic Compounds (VOC).

Daarnaast maakt het gebouw gebruik van warmtenetten en

wordt het warmte-overschot van de koeling gebruikt om lei-

dingwater te verwarmen. Op zonnige dagen staat de auto-

matische externe zonnewering bovendien in voor 50% van

de afkoeling, waardoor de koeleenheid minder hard moet

werken. Tijdens koude nachten houdt het systeem dan weer

de warmte binnen.

Deze en heel wat andere inspanningen leverden het gebouw

in 2008 een Green Building-certificaat op.

Het kantoorgebouw van Bengt Dahlgren in het Zweedse Göteborg beslaat een oppervlakte van

4.113 m2 en telt vijf verdiepingen.

Bron: Verozo

Smart buildings in een smart grid

Met de stijgende energiebehoefte en de opmars van

hernieuwbare bronnen weerklinkt ook de vraag naar

smart grids steeds luider. De integratie van gebou-

wen op een dergelijk gedecentraliseerd net vereist

echter een perfecte afstemming van energieverbruik

en –aanbod. Slimme gebouwen zullen een funda-

mentele rol spelen bij het stabiliseren van het net.

Niet alleen door het geoptimaliseerde verbruik en

het vermogen om energie te produceren, maar ook

door energie op te slaan. Bovendien zal dit alles ge-

beuren op basis van accurate voorspellingen, die

gedeeld kunnen worden met nutsbedrijven en net-

beheerders.

NOOD AAN CERTIFICERING

Om de duurzame principes van slimme gebouwen

te helpen kaderen is certificering noodzakelijk. De

Building Research Establishment Environmental As-

sessment Method (BREAAM) en de Leadership in

Energy & Environmental Design geven in respectievelijk

Groot-Brittannië en de VS de richting aan voor nieuwe

gebouwen. Het behalen van de hoogste rating in een

van deze processen is een hele uitdaging, die maar

weinig steden overwinnen.

Om al deze aspecten in evenwicht te brengen is be-

grip, visie en doelgerichtheid van alle stakeholders ver-

eist. Kortom, er is nood aan een holistische aanpak die

design en uitvoering integreert.

44 45

Page 24: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Achter de schermen gaat bovendien een strak gecoördi-

neerd gebouwbeheersysteem schuil. Dat bestaat onder

meer uit draadloze energiemeters die gebruiksgemak en be-

trouwbaarheid naadloos met elkaar combineren.

Het systeem werkt volautomatisch: wekelijks krijgt de ope-

rator een e-mail met daarin het energieverbruik van de afge-

lopen week. Op basis van die data stuurt hij bij om de ener-

gie-efficiëntie stelselmatig te verbeteren. Een weerstation op

het dak zorgt ervoor dat het centrum verwarmd wordt op

basis van de actuele temperatuur en weersvoorspellingen.

CASE 3

AMSTERDAM (NEDERLAND):

VILLA ARENA KIEST VOOR DRAADLOZE ENERGIEMETING

Het Amsterdamse winkel- en wooncentrum Villa Arena valt op door zijn bijzondere architectuur en

futuristische uitstraling.

Bron: Cimpro

Het gebouw genereert al zijn energie zelf door middel van

zonnecellen en windmolens en maakt gebruik van ener-

gie-efficiënte toestellen die uitgeschakeld worden wanneer

mogelijk.

Tijdens een renovatie koos de school voor een lichtsysteem

met bewegingsdetectie. Dat regelt zich automatisch volgens

het daglicht en wordt aangestuurd door een kalender.

Dit project, en de installatie van onder meer een warmte-

pomp, Low Temperature Heating (LTH), balansventilatie met

warmtewiel en een zonneboiler leverden een CO2-reductie

van ongeveer 85% op.

GOES (NEDERLAND):

ODYZEE-SCHOOL ZEILT VOOROP NAAR ENERGIENEUTRALITEIT

CASE 2

‘LOW POWER NETWORK’ VERZAMELT EN ANALYSEERT DATA VOOR EFFICIËNT FACILITAIR BEHEER

Sensoren in een gebouw kunnen onder meer in de volgende situaties voor meer efficiëntie zorgen:

• Bij een temperatuursverhoging of een stijging van de vochtigheidsgraad gedurende een bepaalde periode wordt het

onderhoudsteam verwittigd.

• Wanneer een werkplaats voor een bepaalde tijd bezet is geweest, krijgt de schoonmaakploeg een melding om een

interventie in te plannen.

• Het aantal keer dat de toiletdeur open is gegaan geeft aan of onderhoud nodig is, en of het toiletpapier moet aan-

gevuld worden.

De OdyZee-school in Goes is de eerste energieneutrale school in Nederland.

Bron: ETAP

46 47

Page 25: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Door data steeds beter en sneller te combineren ontstaan

nieuwe toepassingen die een onmiddellijke impact hebben op

onze samenleving. Bekende voorbeelden zijn Uber en Airbnb,

die de gebruiker in staat stellen om zelf initiatief te nemen. Maar

ook op stadsniveau zet de digitale transformatie aan tot actie.

Zo legden de inwoners van het Nederlandse Groningen zelf

een seismisch sensorgrid om de effecten van aardbevingen

door gaswinning nauwkeurig en eenduidig in kaart te brengen.

Steden in (digitale) transformatie

De groeiende, geconnecteerde stadsbevolking, de grond-

stoffenschaarste en de nood aan verbeterde stadsinfrastruc-

turen zorgen ervoor dat steden zich moeten herorganiseren.

Een goede digitale infrastructuur is daarbij een vereiste. Bo-

vendien speelt de mate van digitalisering een belangrijke rol

bij het aantrekken van investeringen.

Daarnaast voedt het toenemende gebruik van apps, wea-

rables en gadgets de informatiebehoefte bij de burger. Dat

dwingt besturen om na te denken over de nieuwe opportu-

niteiten die ermee verbonden zijn. De verwerking, ontsluiting

en analyse van al die data bieden namelijk mogelijkheden om

maatschappelijke kwesties efficiënt en met beperkte middelen

op te lossen. Ook de inwoners zelf dragen op die manier bij

tot de transparantie, effectiviteit en legitimiteit van het bestuur.

De continue monitoring van een aantal parameters laat de

stedelijke overheid toe om proactief aan te sturen en haar

beleid op lange termijn efficiënt uit te stippelen.

Of een stad al dan niet slim is, zal afhangen van de graad

van integratie tussen infrastructuren en data. Het traditionele

model, waarbij stedelijke administraties in silo’s binnen hun

beleidsdomein opereren, is daarbij niet langer houdbaar: het

leidt tot dubbele investeringen en is weinig efficiënt.

De bouwstenen van digitale infra-structuren en platformen

Een digitale ruggengraat is voor een stad even belangrijk als

het elektriciteits-, water-, verkeers- of gasnet en bestaat uit

verschillende lagen:

1. Connectiviteit via de vaste en mobiele infrastructuur;

2. Datacreatie via geconnecteerde systemen zoals sensoren,

mobiele apparaten, camera’s, en sociale media;

3. Dataverspreiding, communicatie en uitwisseling via vast

breedband of draadloos internet, low power networks en satelliet;

4. Dataopslag in lokale datacentra en in de cloud;

5. Dataverwerking en –analyse (big data) door interne en

externe data intelligent te integreren, over verschillende plat-

formen en domeinen heen, inclusief data van sociale media.

6. Datavisualisering via het beschikbaar en begrijpelijk ma-

ken van grote hoeveelheden informatie;

7. Applicaties op vier niveaus:/ E-government: stadsdienstverlening aan de burger;/ Modernisering, digitalisatie en integratie van applicaties

voor de interne werking van de stad;/ Stadsdienstverlening in samenwerking met externe

partners, zoals e-ticketing en parkeergeleiding;/ Data die worden opgepikt door start-ups, studenten en

burgers, en waarmee applicaties worden ontwikkeld.

Het digitale platform zelf moet een cataloog van diensten en

producten mogelijk maken waaruit de stad of gemeente kan

kiezen. Steden en gemeenten kunnen de digitale infrastruc-

tuur delen en zelf aangeven welke applicatie(s) ze wensen te

gebruiken. Deze applicaties kunnen verschillend zijn onder

de samenwerkende steden en gemeenten. Zo legt de ene

gemeente bijvoorbeeld de focus op energie en de andere op

mobiliteit.

Digitale infrastructuur, zowel draadloos als via kabel, wordt in sneltempo uitgerold. En dat is nodig,

want tegen 2020 zullen naar schatting zo’n 50 miljard apparaten zelfstandig met elkaar communiceren.

De massieve datastromen die ‘slimme’ toestellen, sensoren en sociale netwerken produceren maken

nieuwe, slimme diensten – en dus Smart Cities – mogelijk.

WAT IS ‘SMART DIGITAL COMMUNICATION & INFRASTRUCTURE’?

Om zich te ontpoppen tot Smart Cities moeten steden en gemeenten een digitale transformatie ondergaan.

Digitale infrastructuren, platformen en data vormen de kern van een Smart City, de IT-fundering die een

stad nodig heeft om smart-initiatieven te ondersteunen en aan te moedigen.

SMART DIGITAL COMMUNICATION & INFRASTRUCTURE

60% van de datacentercomputing in de cloud gebeuren

Tegen 2025 zal

5Aantal geconnecteerde apparaten in de woning van een gemiddeld Europees gezin:

97minuten2012:

2014:195minuten

Tijd die men gemiddeld per dag online doorbrengt:

DE DIGITALE FUNDERINGEN VAN DE ‘SMART CITY’

4948

Page 26: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Denk groots, maar begin klein

Het creëren van een performante digitale stadsinfra-

structuur gebeurt niet van de ene dag op de andere.

/ Eerst moet een strategie ontwikkeld worden over

welke data men wil opslaan en ter beschikking

stellen en op welke applicaties men wil inzetten.

Waar willen we als stad naar groeien? Op welke

vlakken willen we verbeteringen realiseren? De

antwoorden op deze vragen vormen de basis om

te kunnen beslissen welke data-infrastructuur en

cloudoplossing het meest geschikt zijn./ Om die grote hoeveelheid aan gegevens op een

veilige, snelle en correcte manier te verzamelen,

moet voldoende capaciteit worden voorzien. Door

gebruik te maken van een cloudplatform kan de

capaciteit dynamisch en efficiënt ingezet worden.

Dat zorgt dan weer voor een betrouwbare en kos-

tenefficiënte dienstverlening./ Het bestuur moet bovendien beslissen of het dat

platform zelf zal ontwikkelen en beheren, of kiest

voor een mix van publieke en privépartners. / Het is belangrijk dat het platform modulair is. Zo

kan de investering gefaseerd gebeuren, in lijn met

de beleidsdoelstellingen en de prioriteiten./ En last but not least moet er komaf gemaakt wor-

den met de stadssilo’s. Een geïntegreerd beleids-

kader dat ICT en andere beleidsdomeinen met

elkaar in verband brengt, is onontbeerlijk.

In België zijn er slechts een aantal steden en ge-

meenten waar het economisch verantwoord is om

een eigen digitaal platform te hebben. Het ontwik-

kelen van een digitaal platform kan daarom ook een

gemeenschappelijk initiatief zijn tussen een aantal

steden en gemeenten. Zo wordt de applicatie ‘Fix

My Street’ voor de 19 Brusselse gemeenten gecoör-

dineerd op gewestelijk niveau.

GEEN SMART CITIES ZONDER ICT

Vrijwel alle initiatieven binnen een Smart Cities-project

zijn voor hun werking afhankelijk van een degelijke

ICT-infrastructuur:

/ Smart buildings maken gebruik van ICT om informa-

tie rond veiligheid, energie en klimaat in en rond het

gebouw te verzamelen, te analyseren en te delen.

/ Smart mobility-oplossingen geven – op basis van

data uit sociale media en intelligente wegeninfra-

structuur – onder meer de optimale reisroute door

aan burgers met mobiele toestellen. Dankzij draad-

loze netwerken krijgen operatoren in het verkeers-

centrum een real-time overzicht van de situatie op

de weg.

/ Smart energy-oplossingen houden dankzij com-

municatietechnologie toezicht op het verbruik en de

opwekking van energie. Sensoren waarschuwen bij

gas- en waterlekken.

/ E-government-diensten zetten ICT in bij de uit-

bouw van een digitaal loket en remote-communicatie.

/ Nutsbedrijven zetten meer en meer in op geautoma-

tiseerde metercontroles, waardoor kosten én fouten-

marge dalen.

Privacy en cybersecurity zijn onontbeerlijk

De complexiteit van de ecosystemen die zullen ontstaan

rond de nieuwe digitale diensten en het domino-effect bij

storingen zullen een grote economische impact hebben.

Daarom moet er continu aandacht zijn voor de beveiliging te-

gen cyberaanvallen op de digitale infrastructuur en systemen

zoals verkeerslichten, alarmsystemen, enzovoort. Ook moet

voortdurend gewaakt worden over de bescherming van per-

soonsgegevens.

Open data

De technologie van vandaag laat toe om onbewerkte data te

verwerken en te analyseren, waar die informatie ook vandaan

komt. Die ‘open datasets’ zijn straks nodig om te communi-

ceren met de burger. Heel wat steden en gemeenten bieden

daarom vandaag al toegang tot onbewerkte datasets.

Het openstellen van data creëert bovendien nieuwe kennis-

economieën. Slimme steden ontwikkelen kennishubs. Zo

organiseert Amsterdam een start-upbootcamp rond Smart

City & Living. In Antwerpen is er ‘Apps for Antwerp’ en in

Gent ‘Apps for Ghent’ – stuk voor stuk initiatieven die jonge

ondernemers aantrekken.

Wat levert het op voor de stad?

De impact van de digitale transformatie vertaalt zich niet altijd

meteen financieel, maar heeft wel belangrijke maatschappe-

lijke voordelen. Een geconnecteerde en datagedreven stad

of gemeente kan de volgende zaken nastreven:

/ (Near) real-time monitoring van ontwikkelingen (mobi-

liteit, energie) en eigen prestaties, met als gevolg betere

verkeersdoorstroming, verminderde CO2-uitstoot, betere

luchtkwaliteit …;/ Inzicht in de effecten van het beleid en de uitvoering, en

daarmee de mogelijkheid om effectief bij te sturen;/ Nieuwe en verbeterde diensten op diverse domeinen.

50 51

Page 27: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

De burger kan gebruik maken van gepersonaliseerde appli-

caties, om zijn energiefactuur of culturele evenementen op

te volgen bijvoorbeeld. Meer nog: in 2015 heeft de stad een

oproep gelanceerd naar start-ups, onderzoekers en onder-

nemers om nieuwe innovatieve diensten voor te stellen die

op het platform kunnen worden aangeboden.

MULHOUSE (FRANKRIJK):

EEN GEMEENSCHAPPELIJK PLATFORM VOOR OPEN DATA

CASE 2

Bron: Engie – Cit’Ease

De Franse stad Mulhouse maakt gebruik van een digitale interface om zijn bestuur, stadsdiensten en in-

woners optimaal te informeren over de grote hoeveelheden open data die ter beschikking worden gesteld.

Om ACPaaS mogelijk te maken bouwt Digipolis Antwerpen,

de IT-partner van de groep stad Antwerpen, een innovatief

platform als backbone. De kern bestaat uit een goed ge-

integreerde, eenduidige IT-architectuur. Op het vlak van in-

frastructuur (IAAS) koos de stad voor een hybride model:

een mix van eigen infrastructuur en datacenter en cloudin-

frastructuur.

Rond deze kern zit een zogeheten ‘OS-laag’: een soort zelf-

bedieningsloket waaruit de platformen van de groep stad

Antwerpen toepassingen kunnen kiezen. Maar de open data

en services van de OS-laag zijn ook toegankelijk voor andere

doelgroepen, zoals start-ups. In de frontoffice van het AC-

PaaS-platform zitten onder meer de toepassingen die deel

uitmaken van de openbare serviceverlening aan burgers,

medewerkers, studenten, bedrijven, bezoekers enzovoort.

ANTWERPEN (BELGIË):

DIGITALE DIENSTEN OP MAAT DANKZIJ ANTWERP CITY PLATFORM AS A SERVICE

Burgers, bedrijven, studenten, leerkrachten, eigen medewerkers … Al deze doelgroepen krijgen

voortaan een gepersonaliseerde digitale dienstverlening dankzij het ‘Antwerp City Platform as a Ser-

vice’ (ACPaaS).

CASE 1

Dankzij ACPaaS gaan standaardisering en maatwerk hand

in hand. De verschillende onderdelen van de groep stad Ant-

werpen kiezen immers zelf welke toepassingen en functiona-

liteiten ze gebruiken op hun eigen website. Die werkwijze is

al goed ingeburgerd in de IT-wereld, maar is nog vrij uniek in

een overheidscontext.

Bron: Groep Stad Antwerpen en Digipolis Antwerpen

52 53

Page 28: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

Er wordt rekening gehouden met geo-informatie, bezettings-

graad van parkings, verkeersstromen, gebruik van openbaar

vervoer, demografische gegevens, info over evenementen en

weersomstandigheden …

Alle data komen automatisch in een zogeheten ‘city dash-

board’ terecht: een krachtige softwaretool die de vertaal-

slag maakt van big data naar bruikbare verkeersinformatie.

Verkeersplanners gebruiken de informatie om op korte en

middellange termijn maatregelen te nemen om verkeerstromen

en verplaatsingsgewoonten (bij) te sturen.

LYON (FRANKRIJK):

DOELTREFFENDE MOBILITEITSPLANNING MET BIG DATA

CASE 4

In de Franse stad Lyon brengt krachtige analysesoftware verkeersstromen in kaart. Zo kan het

bestuur het mobiliteitsbeleid vormgeven en proactief bijsturen. De stad Dallas in de Verenigde Staten maakt sinds kort gebruik van een cloudplatform om real-time verkeersinformatie en data

over wegcondities te delen tussen zowel geconnecteerde publieke en private voertuigen als de verkeersmanagers van de stad.

De verkeersmanagers kunnen diverse real-time data van de geconnecteerde voertuigen en systemen verzamelen en analyseren.

Zo krijgen ze meer inzicht in het verkeersmanagement en kunnen adequate acties genomen worden.

DALLAS (VERENIGDE STATEN):

GECONNECTEERDE VERKEERSCLOUD VOOR OPTIMAAL VERKEERSMANAGEMENT

CASE 3

Bron: Ericsson

54 55

Page 29: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

07 13 AANBEVELINGEN VOOR STEDEN EN GEMEENTEN

Steden en gemeenten staan voor grote uitda-

gingen. Meer nog, de zoektocht naar adequate

oplossingen voor grote socio-economische en

ecologische vraagstukken – klimaatopwarming,

vergrijzing, globale concurrentie, digitalisering,

mobiliteit … - is gestart. Maar hoewel onze

steden en gemeenten hun verantwoordelijkheid

opnemen, is er nog veel onbenut potentieel.

56 57

Page 30: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

10. Steden en gemeenten werken best met lifecyclecon-

tracten waarin de ‘total cost of ownership’ (TCO) essen-

tieel is. De voorwaarden in de huidige contractvormen

zijn niet altijd afgestemd op de nieuwe technologische

ontwikkelingen. Meer flexibiliteit in de opmaak van con-

tracten, aangepast aan de nieuwe technologievereisten,

is dan ook aangewezen. Aangezien de technologie snel

evolueert, is het wenselijk om in contracten te vermelden

dat de leverancier de technologie mag actualiseren.

11. Steden en gemeenten bieden de mogelijkheid om oplos-

singen te introduceren op kleine schaal, om ze dan

achteraf verder uit te rollen op grotere schaal.

12. Besturen – of clusters ervan – zijn verantwoordelijk voor

hun eigen digitale communicatie-infrastructuur. Connec-

tiviteit is overal aanwezig en is gebaseerd op verschil-

lende technologieën (kabel, mobiel, satelliet, internet) die

met elkaar communiceren. Cruciaal is dat er intelligent

omgesprongen wordt met de bandbreedte, want niet

voor elke applicatie is een grote bandbreedte vereist.

13. Steden en gemeenten dienen te investeren in een ge-

neriek open digitaal platform dat toegankelijk is voor

alle applicaties en dat in real-time data kan verwerken

en analyseren. Zo’n platform staat in voor een efficiënt

beheer van de operationele processen en voor het dien-

stenaanbod aan de burger (aan een zo laag mogelijke

kostprijs). Ook staat het open voor ontwikkelingen van

derden die gebruik maken van overheidsdata. Wel moet

worden vermeden dat elke stad of gemeente zijn eigen

gesloten digitaal platform op poten zet. Clustering van of

samenwerking tussen gemeenten is noodzakelijk.

Het nieuwe operationale geïntegreerde model waar smart

cities naar evolueren:

Bron: BSI Standards Publication – PAS 181:2014 - Smart City frame-

work – Guide to establishing strategies for Smart Cities and communities

1. De uitrol vereist leiderschap, domeinoverschrijdende

samenwerking binnen het bestuur en een geprofessio-

naliseerd management. De vereiste holistische aanpak

brengt diverse bevoegdheidsdomeinen bij elkaar. Om

successen te boeken moet de ontwikkeling ook politiek

gedragen worden.

2. De ontwikkeling van een strategie en een langeter-

mijnvisie is onontbeerlijk. Daarbij dienen de meetbare

doelstellingen tegen 2030 aangegeven te worden: wat

komt de stad ten goede, vandaag en in de toekomst?

De ontwikkeling van een Smart Cities-project gebeurt

immers onder verschillende legislaturen.

3. Eens de strategie duidelijk is, moeten de doelstellingen

voor 2030 worden vertaald naar een operationeel model.

Dit vertrekt vanuit de nood van burgers en de lokale be-

drijfswereld. Het reikt dus veel verder dan het beheer van

de interne stadsprocessen.

4. De volgende stap is de ontwikkeling van een roadmap:

een gefaseerd implementatieplan dat een duidelijk on-

derscheid maakt tussen zogenaamde ‘quick wins’ met

een laag risico enerzijds en risicovolle langetermijninves-

teringen anderzijds.

5. Door de fragmentatie van bevoegdheden is de aanstel-

ling van één centraal aanspreekpunt voor de buiten-

wereld een absolute must.

6. Het bestuur dient de stadsontwikkeling te bekijken bin-

nen de context van een open economie. Een open

houding ten aanzien van interne en externe stakeholders

over sectoren heen is dan ook onontbeerlijk. In het bij-

zonder stelt de stad of gemeente zich open voor over-

leg op neutrale basis tussen de stadsbeleidsmakers en

de industrie. Een enkele stakeholder kan vandaag nog

onmogelijk over alle kennis en capaciteit beschikken.

Integendeel, Smart Cities-projecten vergen samenwerking,

overleg en langetermijnrelaties.

7. Steden en gemeenten moeten bereid zijn om de handen

in elkaar te slaan. Door clusters te vormen bereiken ze

immers een grotere bestuurskracht. Alleen zo kan de op-

bouw van een aantal Smart Cities-infrastructuren op een

economisch en maatschappelijk verantwoorde manier

gebeuren: een digitaal platform delen, een smart grid

uitrollen, gebouwen intelligent beheren …

8. Steden en gemeenten zorgen voor de toegang tot zoveel

mogelijk onbewerkte datasets. Een ‘verkrampte’ stan-

daard opstellen voor open data is onnodig, aangezien de

huidige technologie het perfect mogelijk maakt om ruwe

data te bewerken en te analyseren. Op termijn worden

open datasets noodzakelijk om met de burger te com-

municeren.

9. Steden en gemeenten dienen de klassieke lastenboeken

te verlaten en te streven naar performancecontracten.

Specifieke technologische eisen inschrijven in lastenboe-

ken van openbare aanbestedingen is niet langer aange-

wezen. Veel belangrijker is dat functionele specificaties

en vereisten worden beschreven, zodat de contractant

in samenspraak met het bestuur kan bepalen hoe hij dit

resultaat wenst te bereiken.

Agoria wil steden en gemeenten het volgende advies meegeven om zich succes-vol te ontpoppen tot Smart Cities (*):

(*) op gewestelijk niveau voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eventueel op clusterniveau voor gemeenten die samenwerkingsverbanden aangaan.

58 59

Page 31: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

traffic & automation

SMART MOBILITY

SMART ENERGY

STRUCTURELE PARTNERS

ONZE PARTNERS

A TOTAL APPROACH TO ENERGY

SMART BUILDING, LIVING & WORKING ENVIRONMENT

SMART DIGITAL COMMUNICATION & INFRASTRUCTURE

60 61

Page 32: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

GERAADPLEEGDE BRONNEN

/ http://www.itu.int/en/ITU-T/focusgroups/ssc/Pages/default.aspx

/ http://www.briobrussel.be/ned/webpage.asp?WebpageId=1110

/ Federaal Planbureau - Demografische vooruitzichten 2014-2060 - http://www.plan.be/admin/up-

loaded/201503170937310.FORPOP1460_10926_150310_N.pdf - http://www.plan.be/admin/uploa-

ded/201503170937470.FORPOP1460_10926_150310_F.pdf

/ http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Pages/2015-01-29-projecties.aspx

/ http://walstat.iweps.be/carto/cartographie.php?niveau_agregation=C&type_onglet=1&liste_com-

munes=-1&theme_id=2&indicateur_id=244600&ins_entite_id=57081

/ http://statbel.fgov.be/nl/binaries/NL_kerncijfers_2014_WEB_tcm325-259552.pdf

/ http://inrix.com/scorecard/key-findings-us/#key-findings-europe

/ MIRA Klimaatrapport 2015 - over waargenomen en toekomstige klimaatveranderingen - http://www.

milieurapport.be/Upload/main/0_Klimaatrapport/342195_Klimaatrapport%20toegankelijk.pdf

/ http://www.covenantofmayors.eu/index_en.html

/ http://www.dataforcities.org/

/ BSI Top 10 Smart Cities in Europe - http://www.bsigroup.com/en-GB/our-services/bsi-membership/

for-members/newsletters/2015/March/Top-10-smart-cities-in-Europe/

/ http://www.juniperresearch.com/press/press-releases/barcelona-named-global-smart-city-2015

/ The German Standardization Roadmap Smart City version 1.1, DIN/DKE

/ De Smart City – de stadsmarketing voorbij (Stad Gent)

/ https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/1_EN_ACT_part1_v8_0.pdf

/ http://ec.europa.eu/eip/smartcities/files/sip_final_en.pdf

/ http://ec.europa.eu/eip/smartcities/files/operational-implementation-plan-oip-v2_en.pdf

/ http://ec.europa.eu/research/participants/data/ref/h2020/wp/2016_2017/main/h2020-wp1617-focus_en.pdf

/ https://www.digitalwallonia.be/plandunumerique/

/ http://cibg.brussels/nl/over-het-cibg/een-strategie-smart-brussels

/ http://www.digitalbelgium.be/nl#this_id

/ Opmaak van een hittekaart en analyse van het stedelijk hitte-eiland effect voor Antwerpen (2013) -

http://ecohuis.antwerpen.be/docs/Stad/Bedrijven/Stadsontwikkeling/SW_Ecohuis/plannen_presenta-

ties/Hittekaart_Antwerpen_Eindrapport_v1.1_klein.pdf

/ http://www.atmosys.eu/faces/services-annual-maps.jsp

62 63

Page 33: INSPIRATIEGIDSSlechts 19 van de 589 Belgische steden en gemeenten hebben meer dan 75.000 inwoners (2015). Organisatorisch en budgettair is het dus niet haalbaar om in elke gemeente

www.agoria.be/smartcitiesSmart Cities

64

Ingrid Reynaert

Business Group Leader Smart Cities

[email protected]

AGORIA VLAANDEREN

Wilson De Pril

Directeur Generaal Vlaanderen

[email protected]

AGORIA BRUSSEL

Floriane de Kerchove

Chief Brussels Region

[email protected]

AGORIA WALLONIE

Thierry Castagne

Directeur Général Wallonie

[email protected]

Verantwoordelijke uitgever: Peter De Brabandere, August Reyerslaan, 80 – 1030 Brussel