Innoveren of stilstaan - ie-net · H et raj cv nD o iSm :gfs d b uwp Ingenieurs over hun hobby’s...

Nr. 7 - april 2013Magazine voor slimme oplossingen

Tweemaandelijks tijdschrift van

Innoveren of stilstaan

� Mario Fleurinck:"Niet zeuren"

� Vrouw tussenhet puin: Dorien Desmet

� Renilde Craps:pionier in openinnovatie

� Nieuwafrittencomplexin Geel

3ILYA • april 2013

VOORWOORD

‘‘In de zestiger jaren waren ingenieurs volop in de weer met het bouwen van de E3 (de huidigeE17) die noord en zuid in Europa zou verbinden. De doortocht door België vormde een crucialeschakel in dit groots project: het dwarsen van de Schelde een uitdaging voor ingenieurs bij

uitstek. De E3, de ring rond Antwerpen en de Kennedytunnel faciliteerden de stijgende vraag naarmobiliteit, zowel voor het bedrijfsleven als voor privé- en vrijetijdsverkeer van noord naar zuid.

De voorbije decennia namen de verkeersstromen toe en explodeerde de vraag naar mobiliteit. In diemate dat er nog weinig “daluren” zijn op onze wegen, en als ze er al zijn, dan mag er echt niets acci-denteels gebeuren of we krijgen direct een piek, met stilstand tot gevolg. Niet alleen op de weg waarer iets gebeurt, maar ook in de omgeving. Voor velen een bron van ergernis.

Nu, 50 jaar later zijn de ingenieurs nog steeds volop in de weer. Ondertussen is ons wegennet sterkuitgebreid, waardoor onderhoud en een meer verkeersveilige infrastructuur topprioriteiten zijn.Creatieve oplossingen zoals spitsstroken moeten de capaciteit bij een omzeggens ongewijzigdruimtegebruik optimaliseren. Maar er is veel meer.

De snelweg van de 21-ste eeuw, de digitale snelweg, met een schier oneindige capaciteit schiet de be-tonnen snelweg met een waaier aan innovatieve oplossingen ter hulp. Ingenieurs werken er metman en macht aan. Informatie over het verkeer op de snelweg wordt onder de meest diverse vormengecapteerd, verzameld, geanalyseerd en wordt zo een nieuwe bron van informatie voor iedereweggebruiker. Er worden kaarten opgesteld die de verkeersintensiteit grafisch weergeven, via deradio zijn we binnen de 5 minuten geïnformeerd over dichtslibbende autowegen en onze smart-phone rinkelt wanneer er een nieuw sms-bericht met verkeersinfo bij ons is binnengerold.

Dankzij de mobiele technologie, nog een ingenieursdomein bij uitstek, komt deze informatie boven-dien op iedere plaats en ieder moment ter beschikking. Nu al voeden we de verkeerssystemen via desmartphone die in uw en mijn broekzak zit. Detectoren evalueren continu de afstand met de auto’svoor ons en drukken desgevallend automatisch de rem in. Binnenkort communiceren we met onzetegenliggers en krijgen we info over het traject dat we nog moeten afleggen. De mogelijkheden vande technologie zijn schier onbeperkt geworden.

De combinatie van de betonnen autoweg en de digitale snelweg opent perspectieven, die de uitdag-ing is voor vele ingenieurs om juist dat te realiseren waar de maatschappij naar vraagt. Diemaatschappij wenst sowieso een beheersbare mobiliteit. En dit heeft voor gevolg dat we een stukjevan onze persoonlijke vrijheid zullen moeten prijsgeven om de maatschappelijke doelstelling te re-aliseren. Verkeersmonitoring zal meer en meer leiden tot verkeerscontrole en -aansturing waarbijde automobilist in het gelid zal moeten lopen (rijden) om net te voldoen aan de randvoorwaardenvan een vlotter verkeer. Dit zal gaan van opgelegde snelheden (een moderne vorm van blokrijden),tot opgelegde trajecten en vertrektijden, eventueel met een verschillend prijskaartje en volledig gefa-ciliteerd door ict-systemen. Zullen we dit zien als een vooruitgang door de technologie of precies eenbetutteling door technologie?

En onze maatschappij vraagt meer dan auto-mobiliteit. De maatschappij van de 21-tigste eeuwvraagt duurzame oplossingen voor mobiliteit. Vandaar dat ingenieurs werken aan systemen die hetmogelijk maken om automobiliteit op een ecologisch verantwoorde manier te laten gebeuren. Zewerken er ook aan om mobiliteit in te schrijven in globale mobiliteit, waar de auto aansluit op defiets voor de laatste 2 km in de stad, of tram en trein om een grotere afstand tot de bestemming metminder CO2-uitstoot te realiseren.

Kortom 50 jaar na de pure constructie van infrastructuur werken ingenieurs gedreven om met be-hulp van nieuwe technologieën innovatieve en duurzame oplossingen te creëren voor de uitdagingenvan de 21-ste eeuw. Die zijn divers, complex en veelomvattend.

Hans RomaenGedelegeerd Bestuurder

Mo

bilit

eit o

p de

weg

de

co

ntin

ue u

itdag

ing

voo

r in

geni

eurs

!

Ontdek al onze vacatures op www.de spoorwegen werven aan.be

Wij zoeken burgerlijk ingenieurs en industriële ingenieurs (m/v). We bieden je een boeiende en gevarieerde job. Kom in ons team!

Mobiliteit is een hoofdprioriteit voor de NMBS-Groep. We hebben meer dan ooit talent als het jouwe nodig om te bouwen aan de trein van morgen. Kom bij ons ingenieursteam en ga deze uitdaging aan. Werk zo alle dagen aan vernieuwende projecten.

Bouw mee aan de trein van morgen

UNILIN, best known among the general public for its Quick-Step division, employs 4000 people at 18 production sites worldwide. UNILIN has a turnover of

1 billion euros and forms part of the international listed group Mohawk. Along with laminate floors, UNILIN also produces engineered wood, melaminated

boards, MDF, HDF & chipboards, click furniture, roofing systems and insulation panels. As an employer, UNILIN distinguishes itself as an enthusiastic and

innovative growth company, where real entrepreneurs on every level form the basis of its success. Investments in infrastructure and people form an integral

part of the UNILIN business culture. UNILIN is established in Wielsbeke near Waregem, close to the E17 and thus easily accessible. We are in search of

smart talent (Masters who are just getting started or with a first work experience) to create the foundation for our future. Every year we recruit young talent

and provide them with the opportunity to develop along with our company. We are looking for team players to build on our success story. UNILIN always

has room for people who get the job done and are eager for more responsibility.

Description

As a young graduate with passion for Technics, there are several opportunities within Production, Maintenance and Engineering:

• within the domain of Technical Process Engineering (Production) you will be (internationally) involved in the start-up of new production lines and will be

constantly searching for improvements of the existing production processes and installations. You will identify bottlenecks, quality and efficiency losses

and will search for best solutions.

• within the domain of Engineering and Maintenance you will be the moving spirit behind the analysis of technical bottlenecks or issues. You will take the

lead to implement optimizations of maintenance techniques on a uniform basis throughout the different installations. You will be thé expert on specific

technologies and processes for the assigned production system.

Profile

• You have a Master’s degree in Industrial (or Civil) Engineering (Electro mechanics, Mechanics, Automation).

• You are a motivated and dynamic engineer, looking for a highly technological environment.

• You have an entrepreneurial personality and possess a strong sense of responsibility.

• You have an innovative mindset and the determination to persevere.

• Your hands-on mentality is an asset.

• You speak fluent English. German or Spanish are nice to haves.

• If you are eager for international assignments, projects abroad and/or expat experience are possible.

Offer

You will be working in a company that enjoys a healthy growth, operating on an international scale and boasting a strong financial background. We offer

attractive salaries topped up with fringe benefits. You will be working as part of a team with young colleagues who place a premium on professionalism and

‘entrepreneurship’. You will receive intensive on-the-job training and support from experienced colleagues and we also offer an extensive range of courses.

Contact

Maaike Van Delsen, Talent Specialist, Ooigemstraat 3, 8710 Wielsbeke, 056 67 53 51. Apply online http://jobs.unilin.com.

Young graduate with passion for technics

2013

4 ILYA • april 2013

ILYANr 7

april 2013

DE OMDENkER

kNOwhOw

Langetermijnoplossing voor de Kempen 26Het afrittencomplex van de E313 in Geel-West moet de regiobeter ontsluiten

Actualiteit: technologische vindingen van Vlaamse bodem 29

DOSSIER : MObIlItEIt

Ingenieurs en de echte wereld 32Groep T introduceert teamdynamica en leiderschapin ingenieursopleiding

Vrouw tussen het puin 34Het traject van Dorien Smet: gefascineerd door bouwpuin

Ingenieurs over hun hobby’s 37

MENSEN

Adres van de redactieDesguinlei 214 - 2018 AntwerpenT 03 260 08 40E-mail: [email protected]

Verantwoordelijke uitgeverHans Romaengedelegeerd bestuurder ie-net vzw

HoofdredacteurJohan Op de Beeck

EindredactiePeter Ooms

RedactieChristine Huyge, Luc Vander Elst, Peter Van Dijck, WouterPeeters, Erwin Vanvuchelen, An Rekkers, Frank Edelynck,Koen Vandepopuliere

FotograafIvan Mervillie

Coördinatie en contactKarolien Van Wiele, [email protected]. 03-260 08 58

KlankbordgroepJos Vander Sloten, Bart Demol, co-voorzittersJaak Blocken, Ivan Born, Roland Debruyne, Frederik Ronsse, Paul de Schepper, Clement Noé, Hans Romaen, Guy Roymans, Luc Taerwe, Thérèse Van Bellinghen, Werner Van Cayseele, Karolien Van Wiele, Johan Vyncke

VormgevingRoland Van [email protected]

ProductieOp de Beeck & [email protected]

DrukDrukkerij Sleurs & PartnersAstridlaan 215 - 3900 OverpeltT 011 80 90 90www.drukkerijsleurs.be

TabletDecom nv‘t Hofveld 6c4 - 1702 Groot-BijgaardenT 02-325 64 [email protected] - www.decom.be

Oplage en verspreidingILYA verschijnt 6 keer per jaar. Het wordt gratis verstuurd naar alle leden.

AbonnementenNiet-leden kunnen een jaarabonnement aanvragen door te mailen naar [email protected]. Prijs binnenland (excl. BTW): 60 EUR. Prijs buitenland (excl. BTW): 90 EUR.

Reclameregietrevi nv Leopold II laan 53 - 1080 BrusselT 02 428 30 [email protected]

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigden/of openbaar gemaakt dmv druk, fotokopie, inter-net of welke andere vorm dan ook zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

INHOUD

Slimme lichten blijven langer groen 10Om files te vermijden is het nodig om de verkeersstromen actief te sturen

Datacommunicatie: veiliger verkeer met de wagen 14eCall waarschuwt automatisch de hulpdiensten na een ongeval

Be-Mobile: een internationaal succesverhaal 16Intelligente transportsystemen brengen verlichting bij fileleed

Strijd tegen de putten 20De aanpak voor de beschadigingen in de wegen

“Pionieren is innoveren in het kwadraat” 22Renilde Craps over de projecten van Flanders’ DRIVE

Lid van de Unie van de Uitgevers vande Periodieke Pers

“Zij die zeuren over loonkosten, hebben problemenmet hun eigen businessmodel” 6Mario Fleurinck, CEO van Melotte

COVE

RBEE

LD ©

BEN

ELUX

/ CO

RBIS

7ILYA • april 20136 ILYA • april 2013

“Ik vaar niet tegen de stroom in, ik zoekgewoon een andere rivier.” De quote typeertde aparte denkwereld van Mario Fleurinck,

CEO van Melotte. In zijn digitale fabriek voelenjonge ingenieurs zich als een vis in het water.

Tekst: Peter Van Dyck - Foto’s: Griet Dekoninck

Mario Fleurinck is een voortrekker van de nieuweindustriële revolutie. Een aanhanger ook van deblauwe economie. Op zoek naar nieuwe busi-nessmodellen, gebaseerd op duurzame proces-sen. In dat streven vindt hij medestanders in

Generatie Y. Hij out zich als fan van het jonge geweld. “Zij her-tekenen de sociale samenleving”, zegt hij. “Ze delen met elkaar.Die jongeren willen het verschil maken en toch krijgen ze zo wei-nig kansen. Als ik de omvang van de jeugdwerkloosheid zie, danvind ik dat ons grootste falen. Datwe er niet in slagen hen werk tegeven en zich te laten ontplooien,vind ik moreel onaanvaardbaar.”De digitale fabriek van Melotte

werkt volgens het principe van di-rect digital manufacturing of 3D-printing. Met de 3D-printersbouwt men, op basis van micropoeders (metaalpoeder), laag perlaag objecten op: gaande van tandprotheses, brilmonturen, juwe-len en hartkleppen tot onderdelen voor de ruimtevaartindustrie.Omdat deze techniek zo vooruit is op zijn tijd moet Mario Fleu-rinck soms ongewone keuzes maken bij de rekrutering en selec-tie. Melotte werft dan wel vooral ingenieurs aan, ook andereprofielen zijn welkom. “Ik heb net iemand aangeworven die an-tropologie heeft gestudeerd. Hij leert eerst meedraaien in de fa-briek, maar op termijn wil ik hem deeltijds als antropolooginschakelen. Omdat ik iemand nodig heb die samen met mij an-ders naar onze organisatie gaat kijken. Er is ook net een tatoea-gekunstenaar bij ons gestart. Hij heeft een goed oog voor

symmetrie en compositie, en volgt nu intern een designopleiding.Ik moet op zoek naar dit soort oplossingen, want digitale desig-ners levert ons onderwijs nog niet af.”

welke boodschap wil u jonge ingenieurs meegeven?Mario Fleurinck: In de eerste plaats wil ik hen, in tijden waarinde bestaande structuren op losse schroeven komen te staan, eenperspectief bieden. Jongeren zijn serieel monogaam. Als ze bijjou komen werken, zullen ze wel verbinding zoeken met je bedrijf

en zich hard inspannen, maarmoet je er toch vanuit gaan dathun aanwezigheid tijdelijk is. Jemoet hen een gevoel van vrijheidgeven. Tegelijk merk ik dat ze hetappreciëren dat je hen een goed

onderbouwd businessplan voor houdt en meeneemt in een ver-haal. Jonge sollicitanten voelen zich aangetrokken tot onze duur-zame filosofie: met Melotte willen we met 90 procent mindergrondstoffen méér toegevoegde waarde creëren. In onze maat-schappij draait het om continue groei, maar de aarde kan dat nietmeer aan. Het ontbreekt ons simpelweg aan resources.

U benadrukt wel dat u jonge rekruten eerst moet herscholen.wat moet u ze dan nog leren?Mario Fleurinck: In de diepte werken. Ze zijn breed gevormd,gaan makkelijk met complexe data om, maar op het vlak vandaadkracht hebben ze een zetje nodig. Jongeren missen somsnog het nodige doorzettingsvermogen. Ons onderwijssysteem is †

DE OMDENKER

"Met Melotte willen we met 90 procent minder grondstoffen

méér toegevoegde waarde creëren."

wie is Mario Fleurinck? Is 41, Oost-Vlaming en woont met zijn vrouw en twee kinderen in Moerzeke. Volgde academische cursussen en colleges lucht- en ruimtevaarttechniek, internatio-

nale handel, recht en financial engineering. Met de steun van zijn vader kon hij in 1996 aan de slag bij Boeing in Seattle, waar hij

in contact kwam met direct digital manufacturing en 3D-printing. Meteen startte hijin de VS met InnoCrowd, een wereldwijd netwerk voor 3D-printing op basis van duur-zame business modellen.

Leidde met een zakenpartner in 1998 de start-up TCR, die luchthavenapparatuur pro-duceerde. Drie jaar later besloot hij eruit te trekken en zijn droom - de eerste vollediggedigitaliseerde fabriek ter wereld te bouwen – te realiseren.

Kwam in 2004 aan het roer bij Melotte, toen nog een producent van gespecialiseerdemechatronica-oplossingen. Begon aan de ontwikkeling van een digitale fabriek, dienu al voor de helft van de omzet van Melotte zorgt.

Melotte is gevestigd in een volledig passiefgebouw in Zonhoven, dat draait op de rest-warmte van de lasertechnologie die het bedrijf tijdens het productieproces gebruikt.

Is wetenschappelijk adviseur bij het Duitse Fraunhofer Instituut en bij Coleman Re-search Group in New York.

"Zij die zeuren over loonkosten, hebben problemen met hun eigen businessmodel"


te eenzijdig gericht op leerstof verwer-ken en kennis reproduceren. Wat wij

jonge mensen leren, is gegevens enmensen met elkaar te verbinden. De ho-

listische benadering van het ondernemenis het onderwijssysteem vreemd. Een bedrijf is deel

van een ecosysteem: als wij ons aanpassen, moetde omgeving ons volgen, en dat kunnen we enkelbereiken door te communiceren en transparant te

zijn. Je moet al je stakeholders meenemen in je plan-nen.

hoe weten sollicitanten u te overtuigen?Mario Fleurinck: Echte sollicitatiegesprekken voeren we niet. Iklaat die mensen hun verhaal vertellen. Vraag waar ze fier op zijn.Welke mogelijkheden zien ze in nieuwe tendensen in de maat-schappij? Waar ik op let, is hun bereidheid om snel out-of-the-boxte denken. Ik moet ook de wil voelen om kennis te delen. Mensendie afkomen met patenten vallen meteen af. De uitdagingen zijn zogroot! Als we alles in patenten vastleggen, blokkeren we de voor-uitgang.

Geen wonder dat u op zakenrecepties als een lastige jongenwordt beschouwd, met dat soort uitspraken!

Mario Fleurinck: Ondernemers die het moeilijk met mij hebben,moeten als ze diep in hun hart kijken toegeven dat ze eigenlijk wor-stelen met hun eigen gebrek aan dynamiek. Zij die vandaag zeurenover de loonkosten of over te dure energie, hebben problemen methun eigen businessmodel. Ik heb Melotte ook eerst met de helft doenkrimpen om daarna weer te kunnen groeien. Een groot bedrijf datgepakt wordt door de snelheid waarmee de omringende technologiezich ontwikkelt of producten heeft die niet duurzaam en efficiënt ge-noeg zijn, wordt genadeloos uit de markt geflikkerd. Ik geef toe datondernemers daar vandaag te zwaar op worden afgestraft. Het be-leid zou bedrijven moeten helpen om een tijdlang hun lasten te ver-lichten, op voorwaarde dat ze bereid zijn tot een transformatie.

hebt u altijd zo’n dwars karakter gehad? Mario Fleurinck: Dwars? Ik vaar niet tegen de stroom in, ik zoekgewoon een andere rivier. Mijn ouders hebben met mij afgezien,ja. Toch gaven ze me veel vrijheid, omdat ze inzagen dat het tochgeen zin had om er tegenin te gaan. Ik liep niet in de pas. Als je alstienjarige luistert naar Brahms, Wagner en Mahler en als 13-jarige’s morgens om zeven uur vertrekt met de rugzak en pas om elf uur’s avonds terugkeert, dan ben je een atypisch kind. Ik liet me nietin een vakje duwen en nam niet zomaar alles aan wat er voor deklas verteld werd. Op mijn 16de had ik genoeg van de school; iktrok als muzikant naar Parijs. Ik speelde bij grote orkesten, zowelin de klassieke muziek als in de jazz en funk. Zo gaat het altijd: ikwil in iets de beste zijn en als ik dan dat topniveau bereik, wil ikweer iets anders. Mijn grote droom bleef ondernemen, en daar hebje geen diploma voor nodig. Wél volgde ik colleges als vrije student.Ik studeer nu nog altijd, trouwens. Van thuis uit of in de auto luisterik online naar een prof die lesgeeft. Achteraf bel ik die mens danop om te zeggen wat mij in zijn discours aansprak. Zo hing ik vorigeweek aan de lijn met antropoloog Joseph Tainter, de auteur vanhet boek Collapse of Complex Societies. Met zo iemand van gedach-ten wisselen, geeft me enorme boost. �

DE OMDENKER

Meer info op : www.ie-net.be/ilya201307

Met de 3D-printers bouwt men, op basis van micropoeders (metaal-poeder), laag per laag een object op. Hier: tandprotheses.

"Tijdens het sollicitatie-

gesprek moet ikvoelen dat de

kandidaat ken-nis wil delen,"

zegt MarioFleurinck.

Werfleiders Civiele Werken

Werfleiders Milieuwerken

Projectleiders Civiele Werken

Design Engineer

Tender Engineer Mariene & Civiele Werken Buitenland

Wij zoeken:

www.jandenul.comLike us on

B A G G E R W E R K E N C I V I E L E W E R K E N M I L I E U W E R K E N


DOSSIER MOBILITEIT

de meeste verkeerslichten in ons land zijn vrij star. Ze hebben maximaal één sensor perrichting, die de regelaar doet schakelen tussen programma’s voor rustig en druk verkeer.Aan snelle veranderingen in de verkeerssituatie kunnen de stoplichten zich niet aan-passen. Detectietechnologie, die zich focust op een voertuigafhankelijke regeling, zoudit wél mogelijk maken. “Eigenlijk moet je voortdurend de afweging maken: kunnen we

misschien, door het licht enkele seconden langer op groen te houden, de voertuigen die verder stroom-opwaarts op komst zijn nog meenemen?”, werpt ingenieur Chris Tampère op, docent verkeer en in-frastructuur aan de KU Leuven. “Zo’n dynamisch systeem vraagt heel precieze metingen van alle fasesvan nadering in alle rijrichtingen. In behoorlijk wat gemeenten in Nederland bewijst de voertuigaf-hankelijke regeling al zijn nut. Omdat het sein daar al op groen springt als het laatste voertuig van deconflicterende fase net van het kruispunt af is, win je telkens vier seconden.”Onlangs raakte bekend dat de stad Antwerpen en de Vlaamse Regering een akkoord hebben bereikt

over de aankoop van een ‘supercomputer’, die slimme verkeerslichten zal aansturen. Het systeem, datpas binnen vier jaar in de metropool geïnstalleerd zal zijn, kan naar schatting de filetijd op sommigedrukke kruispunten tot 64 procent verminderen. “Je hebt mensen met knowhow nodig om de veledetectoren te installeren en te onderhouden”, merkt Chris Tampère op. “Als je weet dat het VlaamseGewest slechts over beperkte middelen beschikt, dan is het logisch dat ze niet staan te springen omdit complexe systeem overal te implementeren. We moeten hier méér in durven te investeren.”

Buffers op opritten

Naast de fijnregeling van kruispunten is ook proactief filebeheer een manier om capaciteitswinst terealiseren. Het grootste probleem zit hem in het terugslageffect: vele voertuigen komen in de file testaan, terwijl ze eigenlijk vóór het knelpunt de weg via een afrit willen verlaten en ze dus onnodigtijdverlies lijden. De Ring rond Antwerpen illustreert dit goed. Soms staan de auto’s tot in Geel stil,terwijl het gros van die weggebruikers niet tot in Antwerpen-Zuid moet, waar het ware knelpunt ligt.Chris Tampère: “Je moet het verkeer naar dat knelpunt doseren: er bewust zoveel verkeer op afsturen

Er is een groeiende nood aan verkeersmanagement. Om files te bestrijden,moeten we actiever de verkeersstromen aansturen. Omdat daar een belangrijkerol voor de ingenieur ligt weggelegd, startte de KU Leuven de nieuwemasteropleiding VLITS.Tekst: Peter Van Dyck

Slimme lichtenblijven langer groen

ILYA • april 2013

© W

OO B

ING

SIEW

| DR

EAM

STIM

E.CO

M

†


DOSSIER MOBILITEIT

als het op maximale capaciteit kan verwerken. Verkeerslichten opopritten, zouden voor zo’n buffer kunnen zorgen. Uiteraard vraagtdit aanpassingen aan het wegennet. Om te vermijden dan je filesveroorzaakt in het onderliggend wegennet, moet je op die oprittendrie à vier rijstroken creëren.” Een andere optie is dynamische snel-heidsbeperking: stroomopwaarts van de filegolf breng je de snel-heid aanzienlijk terug, bijvoorbeeld met elektronischesnelheidsborden, zodat je de instroom van voertuigen in de filegolfkan beperken.

Foute redenering

Omdat er bij de overheid een gebrek aan knowhow is om de oor-zaken van de inefficiëntie in het netwerk te detecteren en bestrij-den, startte de faculteit ingenieurswetenschappen van de KULeuven met de masteropleiding VLITS (Verkeer, Logistiek en In-telligente Transportsystemen). “Wij brengen onze studenten denieuwe concepten bij”, legt Chris Tampère uit. “Als we hen enkelleren wat er nu in de praktijk gebeurt, zijn ze wel direct inzetbaar,maar bieden ze weinig meerwaarde. Ik wil dat onze studenten meteen zekere bagage in de arbeidsmarkt stappen.”Goede bedoelingen alleen volstaan niet. Een voorbeeld is de her-

aanleg van de N1 (Mechelsesteenweg) in Mortsel. Door de baan teversmallen en meer ruimte te geven aan trambeddingen en fiets-paden hoopte men daar het autoverkeer te ontmoedigen. Helaas,de verkeersinfarcten zijn er enkel erger op geworden. “Ik wéét hoe

gevaarlijk en onleefbaar die steenweg kan zijn”, zegt Chris Tam-père. “Een van mijn jeugdvrienden is er overreden en moet sinds-dien met een handicap door het leven. Dat neemt niet weg dat jede realiteit onder ogen moet zien: Mortsel is altijd een toegangs-poort tot Antwerpen geweest. Als je op een gegeven moment vast-stelt dat de verstedelijking zo groot geworden is dat je het verkeerniet meer door het hart van de stad wil, is dat zeer begrijpelijk.Maar zorg dan wél eerst voor een alternatief voor de autostroom.Het openbaar vervoer kan niet alle verplaatsingen opvangen. Menhad achter het centrum van Mortsel door, bijvoorbeeld langs hetspoorwegtraject, een weg moeten aanleggen vóór men de steen-weg in het centrum ging vernauwen.” Alle secundaire wegen be-perken tot de ontsluitende functie is geen oplossing. “Wat je zoukunnen doen, is aparte rijstroken voorzien voor het internationaalen lokaal verkeer”, oppert Tampère. “In Eindhoven halen ze dietwee heel rigoureus uit elkaar, en met succes.” Verkeersmanage-ment is dus de toekomst. �


technologie helpt kiezenDe File, Dat Ben Je Zelf. De titel van het boek dat onderzoekers vande TU Delft, onder redactie van ingenieur en professor Hans van Lint,twee jaar geleden schreven, laat weinig ruimte voor interpretatie.Files, zo zeggen de auteurs, zijn het gevolg van de keuzes van men-sen: waar ze wonen en werken, hoe laat ze opstaan en naar kantoorvertrekken... De verkeersstromen slimmer beheren, is zeker nodig,maar tegelijk moeten de weggebruikers gesensibiliseerd worden.Om de vervoersvraag te beteugelen, moet volgens de vorsers bij-voorbeeld een kilometerheffing worden ingevoerd.Twee PhD-studenten van de TU Delft begonnen de spin-off FileRadar.Zij koppelen de metingen die nu al op de snelwegen gebeuren (endie vertellen hoeveel verkeer er passeert en tegen welke snelheid)aan de floating car data (ICT-technologie die via de gps van auto’sgegevens verzamelt voor verkeersmonitoring). Op basis van dezetwee soorten metingen creëert FileRader modellen die voorspellenhoe de verkeerssituatie het komende uur zal evolueren. Dit zou weg-gebruikers toelaten om op die toekomstige situatie te anticiperen:die informatie helpt hen vertrektijd, route of verkeersmiddel te kie-zen. Op dat vlak ziet Chris Tampère ook potentieel in apps zoalsCoCar of FLINC. Daarmee kan je niet enkel online of op je smart-phone, maar ook via het navigatiesysteem in je auto de mogelijkhe-den bekijken voor het combineren van ritten. Wie wil carpoolen,meldt zich aan.

Chris Tampère

siemens.com/careers

Fabian Runte’s job gives him the opportunity to combine theory with practice. The knowledge he gained during his studies is put to good use at Siemens, where he works on the worldwide stage with colleagues from around our network, giving him valuable international experience. Such as his role in developing integrated social network platforms. This involved working with offices in different

countries and different time zones. At Siemens this kind of international teamwork is the norm.

Siemens is always looking for students who look for new ways of doing things. Because to discover great answers, you have to ask big questions. So, where can your curiosity lead you? Dare to ask.

Where can I turn theory into practice?There can be no answers without people who ask questions. People like Fabian Runte.


DOSSIER MOBILITEIT

technisch gezien moet het allemaal mogelijk zijn: eenauto die bij het binnenrijden van een stad informatiedoorgestuurd krijgt over vrije parkeerplaatsen, auto’sdie onderling met elkaar communiceren en elkaarwaarschuwen wanneer iemand bruusk op de rem trapt,

verzekeringsmaatschappijen die data over het rijgedrag van klan-ten verzamelen en daar hun premies aan aanpassen, enz. Ideeënvoor dergelijke telematicatoepassingen zijn er in overvloed. Regel-matig worden ook met succes pilootprojecten gerealiseerd. Maarvoor de massale uitrol stoot men altijd op hetzelfde praktische be-zwaar: het ontbreken van universele standaarden en systemen die

besloten om eCall verplicht te maken en vanaf 2015 op te nemenin de WVTA-certificatie (whole vehicle type-approval) die elk nieuwautomodel moet ondergaan.

Commerciële mogelijkheden“Elke auto zal een module bevatten met een embedded SIM-kaartdie bij een ongeval automatisch het noodnummer 112 oproept ende locatie doorgeeft. Er moet ook vanzelf een gesprek tot stand ge-bracht worden zodat de hulpdiensten de ernst van de situatie kun-nen inschatten en met de betrokkenen kunnen overleggen”, zegtPierre Masai. Hij is Vice President IT & Telematics bij Toyota MotorEurope en vanuit die functie betrokken bij tal van instanties die momenteel bezig zijn met de concrete uitwerking van het eCall-concept. Betrokken partijen zoals de autoconstructeurs, telecom-operatoren en aanbieders van telematicaoplossingen proberen toteen gezamenlijke standaard te komen, maar of dat lukt is nog niet

zeker. Ingenieurs werken aan de technische specificaties,maar als men die uni-form wil maken vooralle automerken zoudat tot een dure oplos-sing kunnen leiden. Deblack box zou dan bij-voorbeeld qua tempe-ratuurbereik vooriedereen aan zeerstrenge eisen moetenvoldoen zodra er éénmerk is dat de box dicht

bij de motor wil plaatsen.Maar ook het verzoenenvan alle specifieke wen-sen van constructeursom de box te integrerenmet de CAN-bus in dewagen, het audiosys-teem, enz. kunnen het

vinden van een uniforme oplossing bemoei-lijken. Daarnaast zijn ook de commerciële belangen bijzonder groot. Ie-dereen beseft dat er een hele reeks toepassingen mogelijk wordtzodra elke auto een dergelijke communicatiemodule aan boordheeft. In eerste instantie praatte men over de extra kost die de ver-plichting voor de constructeurs zou betekenen, maar vandaag gaathet gesprek over de commerciële mogelijkheden. Iedereen kent hetbusiness model van Apple dat een vergoeding ontvangt voor elkeapp die via een van zijn platformen gekocht wordt. Een dergelijkmodel is ook in de telematica mogelijk, tenminste voor degene diestraks de controle over die nieuwe black boxen verwerft. Meer info op : www.ie-net.be/ilya201307

Datacommunicatie:veiliger verkeer met de wagen

het mogelijk maken om dergelijke toepassingen over alle landenen merken heen voor iedereen toegankelijk te maken.Dezelfde problematiek speelt ook in het eCall verhaal, een ideewaar de Europese Commissie nu al ettelijke jaren achteraan zit enwaarvan men verwacht had dat de autoconstructeurs zelf met eenpassende oplossing gekomen zouden zijn. Enkele luxewagens bie-den ondertussen wel al dergelijke systemen aan, maar ze commu-niceren alle op hun eigen manier met de hulpdiensten wat eenadequate respons doorheen heel Europa moeilijk maakt. Bovendienlijken maar weinig klanten bereid om te betalen voor een servicedie men hopelijk nooit zal gebruiken. Daarom heeft de Commissie

Apps op GPSBij een aantal autoconstructeurs zijn nu al voorbeelden te zien vanhet soort toepassingen dat dankzij het eCall-concept in elke autobeschikbaar gemaakt kan worden. Zo heeft Toyota het Touch & Gosysteem waarbij de gebruiker apps kan downloaden voor zijn GPS. Pierre Masai: “Er is een Fuel app die via een server informatie op-haalt over de prijzen van alle pompen in de buurt zodat een be-stuurder weet waar hij voordelig kan tanken. Op het autosalon inParijs hebben we een twitter app voorgesteld waarmee je kan latenweten aan iemand waarmee je afgesproken hebt, wanneer je zalaankomen. De app maakt zelf het bericht met het uur van aan-komst op basis van de reistijd die de GPS berekent. De verbindingmet het internet gebeurt momenteel via Bluetooth, wat betekentdat je eigen smartphone als modem gebruikt wordt. In de toekomstzullen auto’s zelf een datacommunicatie hebben, wat veel meer mo-gelijkheden biedt. Zo zal je vanop afstand de toestand van je wagenkunnen raadplegen op je smart phone en bijvoorbeeld voor je gaatvertrekken de verwarming al aanzetten. Ook het onderhoud kangeoptimaliseerd worden omdat de garage op elk moment de statusvan een voertuig kan opvolgen.”Een volgende stap is dat auto’s kunnen communiceren met de in-frastructuur in steden. “In Japan zijn er al toepassingen waarbij deverkeerslichten aangestuurd worden op basis van de data van voer-tuigen. Men heeft er al langer een standaard voor dergelijke com-municatie en er is zelfs een aparte frequentieband voortelematicatoepassingen. In Europa is telematica tot nu toe beperktgebleven tot afzonderlijke projecten. Dankzij eCall komt er binnen-kort een platform dat deze toepassingen voor iedereen beschikbaarmaakt.” �

Vanaf 2015 zouden alle nieuwe wagens in Europa uitgerust moeten zijn met eCall, een systeem dat bij een ongeval automatisch de hulpdiensten waarschuwt en de locatievan het incident doorgeeft. Hoewel de technische specificaties nog niet vastgelegd zijn

en ook de precieze deadline voor de invoering van het systeem nog niet vaststaat, is wel al duidelijk dat de nieuwe black box de revelatie zal zijn

voor een hele reeks nieuwe telematicatoepassingen.Tekst: Erwin Vanvuchelen

Autoconstructeurs breiden de functionaliteit van de GPS in de wagenuit met apps, bijvoorbeeld om de tijd van aankomst door te gevenvia Twitter.

Veel mensen ondervinden het elke werkdag: er iseen explosieve groei in mobiliteit. Meer wegenaanleggen is geen haalbare kaart. Hoe kunnen wede mobiliteitsdruk dan toch verlagen? Be-Mobilebrengt met Intelligente Transport Systemen (ITS)verlichting in tijden van fileleed. In 2006 is Be-Mobile gestart als een lokaal Belgisch bedrijf. Anno2013 heeft het 15 landen in portefeuille en is hetnog steeds aan een opmars bezig. Als CEO Jan Coolsover de groei vertelt, lijkt alles erg eenvoudig. Tochis het vooral knokken om internationaaltechnologieleider te zijn en te blijven. Tekst: Karolien Van Wiele


DOSSIER MOBILITEIT

Het verhaal begint bij het Leuvense telematica bedrijfAcunia. Daar werden de burgerlijk ingenieur JanCools en jurist Philip Taillieu ondergedompeld inde wereld van de voertuigtelematica. In 2002 richt-ten ze samen ITS Belgium op, een sectororganisatie

die bedrijven, universiteiten en overheden samenbracht rond in-telligente mobiliteitsoplossingen. Jan Cools: “Op een gegeven mo-ment heb ik binnen ITS Belgium een pilootproject op poten gezet,waarbij we nagingen of het verplaatsen van gsm’s door het net-werk een indicatie kon geven voor de verkeersstromen. Ik on-dervond al snel dat er een markt voor was, en daarom heb iktoen Be-Mobile opgericht. Mijn ambitie was de verkeersdetectiein België op een veel hoger niveau te brengen.”

Zwarte doosVoordien bleef verkeersdetectie beperkt tot vaste wegkantinfra-structuur en incidentele informatie. De vaste wegkantinfrastruc-tuur – tellussen, radars of automatische nummerplaatherkenningscamera’s (ANPR) - wordt geïnstalleerd door regionaleoverheden. De incidentele informatie wordt door automobilisten,wegenwerkers en politie doorgegeven aan Touring Mobilis. Hetgrote probleem met vaste wegkantinfrastructuur is volgens JanCools dat deze enkel puntinformatie oplevert. “Een lus telt het aan-tal wagens dat passeert. Als er file is en de wagens staan nagenoegstil, lijkt het alsof er geen verkeer is. Dan heb je een hele reeks al-goritmes nodig om in te schatten of het gaat om file of om freeflow. Daarnaast liggen de tellussen vooral op de belangrijkste stuk-ken van de snelwegen en niet op de aanvoerwegen waar de file-problemen vaak beginnen. Precies daarom hebben wij onzetechnologie Floating Car Data ontwikkeld. Een aantal wagens zijn

uitgerust met een telematica module. Deze “zwarte doos” stuurtposities van voertuigen in real time terug. Er zijn 3 systemen. Debelangrijkste zijn de Fleet management systemen, waarbij beheer-ders van vrachtwagenvloten hun vrachtwagens uitrusten met trackand trace. Daarnaast zijn er systemen van verzekeringmaatschap-pijen die dienen om gestolen wagens terug te vinden en hun po-lissen afhankelijk te maken van het rijgedrag. En dan zijn er nogconsumententoestellen zoals radarmelders en sommige navigatie-tiesystemen. De eerste twee zijn voor ons het meest bruikbaaromdat die meteen bij het starten van de wagen de positie door-stuurt. Wij installeren deze systemen uiteraard niet zelf, maarkopen geanonimiseerde posities en snelheden aan. Deze FloatingCar Data, aangevuld met data uit wegkantinfrastructuur en de in-cidentele informatie is de basis voor onze hoogkwalitatieve realtime verkeersdetectie. Door de posities en snelheden te plotten opeen kaart en daar een route tussen te berekenen kunnen wij zeernauwkeurig de files en filegolven detecteren.”

KlantenDe klanten van Be-Mobile zijn overheden, media en consumenten.“De overheid gebruikt onze data als basis voor haar verkeersma-nagement. Dit betekent het informeren van weggebruikers en hetsturen van verkeer in functie van de huidige situatie. Op basis vanreal time data die wij aanleveren kunnen zij bijvoorbeeld reistijdenafficheren op borden langs de autosnelwegen. Een tweede belang-rijke markt voor ons zijn de consumenten. Zij willen zo goed mo-gelijk geïnformeerd worden over de huidige situatie en indienmogelijk alternatieve routes aangereikt krijgen. Hen benaderen wevoornamelijk door life informatie te zenden naar ingebouwde na-vigatiesystemen. Tot slot is er ook de media. We werken samenmet VRT en RTBF en leveren kant en klaar de verkeersbulletinsdie je op de radio hoort. We hebben eveneens een hele softwaresuite ontwikkeld voor visualisatie op TV-schermen. In België is ditonbestaande, maar Zuiderse landen en ook de VS hebben een rijketraditie van life traffic op tv.”

Be-Mobile: een internationaal succesverhaal

Ook consumententoestellen zoals radarmelders en sommige navigatiesystemen kunnen gegevens aanleveren.

Op basis van real time data kan men bijvoorbeeld reistijden afficheren op borden langs de autosnelwegen.


DOSSIER MOBILITEIT

Innovatie: de garantie voor de toekomstJan Cools heeft nog grootse plannen met Be-Mobile. “Binnen 10jaar zouden we graag nummer 1 zijn in de wereld op het gebiedvan verkeersdetectie, met indien mogelijk in alle continenten klan-ten en met een zeer sterke technologische expertise hier in België.Innovatie blijft daarbij een noodzaak. Je kunt internationaal geengoede deals blijven sluiten zonder koploper te blijven op techno-logisch gebied. In ons traffic lab doen we experimenten rond ver-keersmanagement en -technologieën. Vaak gaat het ompilootprojecten die in een volgende fase naar Product Develop-ment gaan. Daar worden de diensten en applicaties geprogram-meerd. De laatste stap is hetoperationeel maken van deze ap-plicaties zodat ze gecommerciali-seerd kunnen worden. Momenteeltesten we een aantal innovaties. De“groene golf” bijvoorbeeld: daarbijcombineren we info uit verkeerslichten met onze Floating CarData, en op basis daarvan sturen we niet enkel de verkeerslichtenaan maar willen we ook snelheidsadvies geven. Hoe snel kan jebest rijden om aan het volgende verkeerslicht groen te hebben?We trachten dus een soort peloton van voertuigen te creëren die

gezamenlijk door het groen licht kunnen rijden. Ook hebben wetoekomstplannen voor intelligente navigatiesystemen. Vandaagtoont een navigatiesysteem een kaart, een route en eventueel ookfile-informatie. We helpen de wegbeheerders al aan informatievoor dynamische verkeersborden, maar in de toekomst willen wedeze informatie ook terug naar het navigatiesysteem brengen. JeGPS-toestel kan je dan vb. informeren over wegenwerken en over

het aantal vrije parkeerplaatsen enkan rekening houdend met deweersomstandigheden snelheidsad-vies geven om filegolven te vermij-den. Om innovatief en internationaalaan de top te blijven, moeten we ons

bedrijf transformeren naar een internationaal gestructureerd be-drijf. Daarom willen we dit jaar ook nog een tiental ingenieurs re-kruteren.” �


"In de toekomst willen we onze informatie ook terug naar het navigatiesysteem brengen."

© B

RENT

WON

G | D

REAM

STIM

E.CO

M

voorzien voor wegenonderhoud een rol. “Tot 5 à 6 jaar geledenwerd weinig geïnvesteerd in wegenonderhoud. Daardoor kampenwe met een onderhoudsachter-stand. Minister Crevits wil die tegen2020 wegwerken”, stelt AWV’s se-nior adviseur. Een andere positieveontwikkeling is dat binnenkort eennieuwe toepassing nog zal bijdragen tot het optimaliseren van deonderhoudsplanning: het Pavement Management Systeem (PMS).Het is op punt gezet in Briessincks afdeling Wegenbouwkunde,en wordt eind 2013 operationeel.

KippennestenEr zijn verschillende soorten putten, legt Briessinck uit. Door-gaans gaat het om types die in het begin heel klein zijn, maar

beetje bij beetje aan de rand afbrokkelen,en zo aangroeien. Ze ontstaan in asfalt enkrijgen een diameter van 20 à 50 cm dia-meter. Ze kregen de schilderachtige naam‘kippennesten’. Grotere putten ontstaanmeestal op een andere wijze, namelijkdoor stukken asfalt die in één keer losko-men. Nog anders is het bij betonverhardin-gen. “Daar komt winterschade vaker voorop fietspaden, en soms op gewestwegen.Op autosnelwegen komt dat minder vaakvoor, omdat daar een hogere kwaliteit beton

wordt gebruikt”, klinkt het. En dan zijn er nog andere soortenschade, zoals vermoeiings-, verouderings- of constructiescheuren,die in de winter sneller degraderen door bevriezend, ingesijpeldwater.

Verboden te asfalteren‘s Winters zijn de omstandigheden om schade te herstellen alles-behalve ideaal. Het is dan namelijk zo koud en vochtig, dat dehechting tussen de verschillende asfaltlagen minder sterk is. Hetleggen van toplaagasfalt is zelfs verboden van december totmaart. Maar wat als er dan putten worden gesignaleerd? “Om deveiligheid te waarborgen, worden die gevuld met koudasfalt. Datis zelden een duurzame oplossing, zeker op autosnelwegen. Wehebben daarom met een beperkt aantal aannemers een contractwaarin ze verzekeren dat ze, waar nodig, binnen de 48 uur eennieuwe, voorlopige toplaag kunnen aanbrengen met warm asfalt.Gezien de slechte weersomstandigheden in de winter, brengt ookdie oplossing vaak slechts enkele maanden soelaas. Maar intus-sen is het warm en droog genoeg geworden, en kunnen we wélzorgen voor een duurzame oplossing”, legt Briessinck uit.

ToekomstEr wordt heel wat geïnnoveerd. Zo zijn er op dit moment in hetAntwerpse enkele proefvakken waar aannemers werken metnieuwe, dunne asfaltmengsels, dit in samenwerking met AWV’s

afdeling Wegenbouwkunde. De indie innovatieve mengsels ge-bruikte granulaten zijn opvallendfijn, en ook de bindmiddelen zijnbijzonder: denk bijvoorbeeld aan

bitumen dat is gemodificeerd met polymeren. Zo ontstaat een op-pervlaktetextuur die het rolgeluid dempt, én ’s winters duurzamerkan blijken, onder meer omdat daarin minder holle ruimtes zijnwaarin gesmolten water dringt. Dat dit zou bijdragen tot een ver-der dalend aantal klachten voor winterschade aan de auto, wordtdan ongetwijfeld een aangenaam neveneffect... �

Het is een jaarlijks ritueel: mensen die een schade-claim indienen bij de Vlaamse overheid omdat hunauto beschadigd raakte door putten in het wegdek.In de eerste helft van 2012 ging het over 879 bestuurders; in dezelfde periode van het jaar daar-

voor zelfs over 2.159. In gemiddeld één op de twee gevallen moetde overheid inderdaad de opgelopen schade aan het voertuig betalen.

Studie- en projectingenieursHet hoofdkantoor van AWV bevindt zich te Brussel, legt MargoBriessinck uit. Van het totale aantal werknemers, ongeveer 1.500,zijn er ongeveer 200 die, net als hij, een ingenieursdiploma heb-ben. Deze die werken in het hoofdkantoor zijn doorgaans studie-ingenieurs. Zij geven onder meer advies aan de projectingenieurs

die werken in één van de provinciale afdelingen. Deze laatstendragen ze een belangrijke verantwoordelijkheid wat betreft defeitelijke uitvoering van de werkzaamheden, bijvoorbeeld het aan-leggen van een asfaltverharding

Adviesvragen over putten komen vaker voor in de winter. Bries-sinck: “De winter van 2012 was relatief zacht. We hebben toenwel een lange vorstperiode gehad, maar die had niet veel schadetot gevolg. Reden is dat het vooral vorst-dooicycli zijn die proble-men veroorzaken. Als het dooit, dringt het water door in scheur-tjes en voegen; telkens als het vriest, wordt dit ijs, dat uitzet enzo schade veroorzaakt.”

OnderhoudsachterstandBehalve de weersomstandigheden, speelt ook het budget dat is



DOSSIER MOBILITEIT

“We kampen met eenonderhoudsachterstand.”

Het voorbije decennium regende het klachten over de staat van ons wegdek.Vooral in de winter, omdat in dat seizoen de vorst- en dooicycli heel watschade berokkenen. Bovendien vergt herstellen met asfalt droog envoldoende warm weer, wat ‘s winters allesbehalve vaak voorkomt. MargoBriessinck, burgerlijk ingenieur bouwkunde, weet er alles van. Hij werkt alssenior adviseur bij het Agentschap Wegen en Verkeer.

Tekst: Koen Vandepopuliere

Er zijn putten die inhet begin heel kleinzijn, maar beetje bijbeetje aan de randafbrokkelen, en zoaangroeien.

Margo Briessinck

Strijd tegen de putten

bedrijven en kennisinstellingen verenigen om een toe-gevoegde waarde te creëren voor de Vlaamse voer-tuigsector: dat is de kernactiviteit van Flanders’ DRIVE,het onderzoekscentrum voor de voertuigindustrie inVlaanderen. “We hebben op twaalf jaar tijd heel wat

ervaring opgebouwd rond het opzetten, uitvoeren en begeleidenvan grote onderzoeksprojecten en het bemiddelen in complexesamenwerkingsverbanden. Met meer dan honderdzestig aange-sloten vennoten en partners hebben we het vertrouwen van desector gewonnen. Toch blijft het doen werken van open inno-vatie na al die jaren een intensieve bezigheid”, zegt RenildeCraps, die al heel haar carrière met de belangen van de industrieen met innovatie begaan is.

Geen status quoNa haar ingenieursstudies verrichtte de huidige Flanders’DRIVE-directeur aan de KULeuven gedurende twee jaar toege-past industrieel onderzoek. Vervolgens bekleedde ze verschil-lende functies bij de Vlaamse Instelling voor TechnologischOnderzoek (VITO). Ze was er onder meer accountmanager, verantwoordelijk voor het analyseren van de strategische behoeften van de ferro-, non-ferro-, gas-, elektriciteits- en auto-motivesector. Na zeventien jaar verliet ze deze ‘gestructureerdeomgeving’ om Flanders’ DRIVE uit de grond te stampen. “Hetwas een moeilijke beslissing en een ingrijpende carrièrewen-ding. Maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Pionieren iseen extreme vorm van innoveren. Zelf een team samenstellen,een boeiende sector die in volle evolutie is van dienst kunnenzijn, concreet invulling geven aan die dienstverlening door op-lossingen te zoeken voor de noden die zich stellen: dit geeft mijelke dag energie. In het status quo werken, zou ik niet lang vol-houden.”

“Ik vecht voor elk project”Innovatie heeft tijd nodig en moet voortdurend met alle midde-len gevoed en gestimuleerd worden, meent Renilde Craps.Daarom vecht ze voor elk project. Niet zelden stapt ze zelf naareen partner of potentiële partner om er de bedrijfsleider of

Met een groep hooggespecialiseerde medewerkers en partners samenwerken om de Vlaamsevoertuigsector te ondersteunen en te vernieuwen: dat is wat Renilde Craps al twaalf jaar op dedirecteursstoel van het Lommelse Flanders’ DRIVE houdt. Doemdenken en bij de pakken blijven zitten is aandeze burgerlijk ingenieur niet besteed. Ook niet nu de autoassemblage in ons land rake klappen krijgt. “Ikblijf bedrijven uit de voertuigsector overtuigen om ook op langere termijn te denken. Dat is een absolutevoorwaarde om open innovatie alle kansen op slagen te geven.”Tekst: Christine Huyge - Foto's: Ivan Mervillie


DOSSIER MOBILITEIT

Renilde Craps, directeur Flanders’ DRIVE

“Pionieren is innoverenin het kwadraat”

© IV

AN M

ERVILLIE

†


R&D-manager te overtuigen om in een onderzoeksconsortiumte stappen. Voor veel Vlaamse bedrijven is die vorm van sa-menwerken niet vanzelfsprekend. “Als je via concrete voorbeel-den aantoont dat het bundelen van expertise en hetgezamenlijk onderzoeken en ontwikkelen tot snellere en betereresultaten leiden, krijg je ondernemers en managers gemakke-lijker over de streep. In barre economische tijden is dat moei-lijker, omdat het kortetermijndenken, dé vijand van innovatie,hoogtij viert.” Bijkomende uitdaging is dat de deelnemers aan

onderzoeksprojecten op het terrein soms elkaars concurrentzijn. “Daarom is er vertrouwen nodig, in de coördinatoren vanhet onderzoek, maar ook als deelnemers onder elkaar. Van onsvraagt dat een grote luisterbereidheid en respect voor de nodenen wensen van alle partners. Daar is verbindingskracht voornodig, maar ook glasheldere afspraken over de financiële kantvan de zaak en het beschermen van het intellectuele eigendomvan de deelnemers.” De specialisten – vaak ingenieurs – dieFlanders’ DRIVE zoekt om de onderzoeksprojecten op te zettenen te begeleiden, moeten dan ook van vele markten thuis zijn.“Het is niet altijd eenvoudig om ze te vinden. Zo zijn we al erglang op zoek naar een verkoopspecialist om de opgebouwdetechnologische kennis te valoriseren op de markt. Ook onze va-cature voor een projectleider met expertise in energie-efficiëntevoertuigsystemen staat al lang open.”

KMO’s koesterenFlanders’ DRIVE brengt innovatietrekkers en -volgers bij elkaar.De kennis die het centrum met zijn onderzoeksprojecten op-bouwt, komt niet alleen grote bedrijven ten goede. “In het in-novatielandschap vormen kmo’s – die moeilijker de weg naarinnovatiesubsidies vinden – een speciale doelgroep, waarvoorwe bijzondere aandacht hebben”, benadrukt Renilde Craps. Dehelft van de vennoten in het Flanders’ DRIVE-netwerk zijnkmo’s. “De voorwaarden om aan te sluiten, houden we bewustlaag. Bedrijven met minder dan vijftig werknemers betalen 620euro per jaar. Daar krijgen ze een heel pakket diensten voor inde plaats. Ze kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan onze onder-zoeksprojecten en tegen gereduceerd tarief seminaries en op-

leidingen volgen. Eens ze in ons netwerk zitten, volgenonze accountmanagers deze bedrijven op. We kennenhun innovatienoden en weten voor welke technologi-sche uitdagingen ze staan. We zorgen ervoor dat in onzeonderzoeksprojecten altijd minimaal één kmo-bedrijfvertegenwoordigd is. Meestal zijn het er twee of drie.”

Individuele ondersteuningFlanders’ DRIVE ondersteunt ook individuele bedrijven bijhun innovatie-initiatieven. Zo ontwikkelde de Lommelsekmo E-Trucks Europe samen met Flanders’ DRIVE en Triphase, een spin-off van de KULeuven gespecialiseerd inonderzoek en ontwikkeling op het gebied van vermogen-elektronica, een modulaire elektrische aandrijflijn voortrucks tot 22 ton. Dat gebeurde in het kader van een IWT-innovatieproject. Het bedrijf kan de aandrijflijn in be-staande en nieuwe vrachtwagens van verschillendemerken inbouwen. �

DOSSIER MOBILITEIT


Naar een voertuig dat zichzelf bestuurt“Het voertuig van de toekomst is groen, slim, biedt de inzittenden op-timaal comfort en communiceert met zijn omgeving”, zegt RenildeCraps. “Het ultieme doel is een voertuig dat zich autonoom voortbe-weegt. Met ons ‘Vision’-onderzoeksproject dragen we daartoe bij.”Een van de systemen is gebaseerd op speciale camera’s in het voer-tuig en langs de weg. Dankzij de communicatie tussen beide ‘weet’het voertuig wat er in zijn omgeving gebeurt, zelfs buiten het ge-zichtsveld van de bestuurder. Zo kijkt het voertuig om de hoek vaneen straat om overstekende voetgangers of fietsers tijdig te detecte-ren. Het ziet weggebruikers in een blinde hoek op een rotonde. Hetvoertuig waarschuwt de bestuurder voor gevaar en helpt zo ongeluk-ken te voorkomen. Via dit systeem communiceert het voertuig ookmet verkeerslichten, zodat de bestuurder een snelheidsindicatie krijgtvoor een groene golf. “We kiezen onze projecten steeds met het oogop hun economische én maatschappelijke meerwaarde”, zegt RenildeCraps.” Bedoeling is dat dit project op termijn commerciële toepas-singen genereert die haalbaar en betaalbaar zijn voor een breed pu-bliek, en dit op basis van Vlaamse expertise. Partners in het projectzijn Alcatel Lucent, Lommel Proving Ground, LMS, Melexis, Mobistar,NXP, Tenneco, TomTom en Traficon.

Het onderzoeksproject ‘Electric Powertrain’ bij Flanders’ DRIVE loopt ten einde.Doel was om samen met een tiental Vlaamse bedrijven kennis op te bouwenrond een aandrijflijn met individueel elektrisch aangedreven wielen, inclusiefbatterijpakket. Het ontwikkelde systeem is inzetbaar voor voertuigen metzowel voorwiel-, achterwiel- als vierwielaandrijving. Flanders’ DRIVE stelt hetsysteem, ingebouwd in een Range Rover Evoque, op 25 april aan de pers voor.

Wij zoeken regelmatig experts in volgende domeinen:

- elektromechanica- bouwkunde- elektriciteit- milieu

www.havenvanantwerpen.be/jobsT + 32 3 229 70 07E [email protected]

Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen doet samen met 1.650

medewerkers de Antwerpse haven mee draaien en groeien. Al die

bedrijvigheid maakt van de haven van Antwerpen een van de grootste

logistieke draaischijven van Europa. En dat vraagt om mensen met

uiteenlopende profielen.

Zet jij samen met ons je koers uit voor de toekomst?

Kom naar ons

JOBEVENT8 mei 2013van 11 u. tot 18 u.

Havenhuis - 1ste verdieping

Entrepotkaai 1 B - 2000 Antwerpen

Mijn loopbaan begint bij de MIVB.

De MIVB is een hoogtechnologisch bedrijf dat innovatie hoog in het vaandel draagt.

Als grootste werkgever van Brussel combineren we de troeven van een overheidsbedrijf met het dynamisme van de privésector.

Om mee te werken aan onze uitbreidingsprojecten en bij te dragen tot de voortdurende verbetering van de kwaliteit van onze diensten, zoeken we technische profi elen en engineersprofi elen voor de functies van PROJECTLEIDER (projecten spoorsignalisatie, elektronica, automatisering van de metro), van TECHNISCH EXPERT (in veiligheidssystemen, infrastructuur, IT, kwaliteit…) en van OPERATIONEEL BEHEERDER (netwerkverkeer in real time, management van de onderhoudsploegen…).

Wilt u een rol spelen in de ontwikkeling van duurzame mobiliteit in Brussel, een sector met toekomst?

Aarzel niet om onze vacatures te ontdekken op

jobs.mivb.be

1 0


ProjectGeelWest

Langetermijnoplossingvoor de Kempen

Vlaanderen krijgt er een knap staaltje engineering bij. Aan het afrittencomplex van de E313 in Geel-West,dat momenteel heraangelegd wordt, komt een nieuwe tuibrug met een overspanning van 180 meter. Denieuwe brug maakt deel uit van een ambitieus project voor een betere ontsluiting van deNoorderkempen en zal meteen ook een nieuwe landmark worden in de regio.Tekst: Erwin Vanvuchelen

nen om het geheel voldoende sterk te maken voor de volgende reeksbetonplaten. Als die er allemaal liggen, is het tijd voor de finale tui-regeling: het aanspannen van de kabels waaraan het brugdek opge-hangen is zodat de brug zijn definitieve vorm en stabiliteit krijgt. “Hetontwerp van een tuibrug is veel complexer dan dat van een klassiekebrug op liggers”, legt ir. Geert Versweyveld uit. Hij is projectleider bijJan De Nul, de aannemer die samen met Aswebo en Kumpen in eentijdelijke vereniging gestapt is voor deze publiek private samenwer-king. Tijdelijk wil zeggen voor een periode van dertig jaar. Zo langzullen ze samen met het Agentschap Wegen en Verkeer de lasten enlusten van dit project delen.

Tweede orde effectenEen tuibrug is een brug waarvan het dek met kabels (tuien) opge-hangen is aan de pylonen. Het concept wordt soms verward met eenhangbrug, maar daar is het dek opgehangen aan een dikke kabel dieop zijn beurt aan de pylonen hangt. De keuze voor dit type brug heeftte maken met de relatief grote overspanning, maar ook met de be-wuste keuze om in de regio een nieuwe landmark neer te zetten. Geert Versweyveld: “Het ontwerp is complex omdat er volop tweedeorde effecten spelen die ontstaan tijdens de bouwfase. Bij een klas-sieke brug gaat het meestal louter om de eerste orde effecten. Hiermoet men rekening houden met vervormingen die het gevolg zijnvan een initiële krachtwerking, en daardoor een nieuwe krachtwer-king veroorzaken. Het ontwerp gebeurt dan ook iteratief. Tijdens debouw moeten de vastgestelde vervormingen continu vergeleken wor-den met de berekende. Er is dan ook een vertegenwoordiger van deontwerper aanwezig op de bouwplaats om bij te sturen indien nodig.Het ontwerp is bovendien uitgebreid geanalyseerd in een windtunnel.Ook de verschillende bouwfasen zijn mee opgenomen in het ontwerpwant ook in de opbouw moet de brug uiteraard steeds stabiel zijn.Meer nog dan bij andere projecten moeten we er over waken datalles perfect volgens plan gebouwd wordt. Anders kloppen de theo-retische analyses die we gedaan hebben niet meer.”

Lagere total lifecycle costDe tuibrug over het Albertkanaal maakt deel uit van een reeks vandrie bruggen die het doorgaand verkeer in de toekomst zal nemen.Een eerste brug gaat over de autosnelweg, een tweede is een zoge-naamde fly-over met een lengte van 154 meter over een industrie-weg en een van de nieuwe rotondes met de open afritten. “Met dezeconstructie zal het doorgaand verkeer geen enkele hinder meer on-dervinden van de open afritten. Wie van en naar de autosnelweg ofde lokale industriezone wil, kan een zijweg nemen en via twee groterotondes zijn keuze maken”, zegt ing. Alain Cox, projectleider bij hetAgentschap Wegen en Verkeer. Voor de twee bijkomende bruggen werd gekozen voor zogenaamdeintegraalbruggen. Dat zijn bruggen waarbij het dek vast verbondenis met de pylonen, dus zonder oplegtoestellen die het krimpen en

uitzetten van het brugdek opvangen. “Dit type brug is qua investe-ringskost duurder”, zegt Geert Versweyveld, “want de kolommenmoeten zo ontworpen zijn dat ze de bewegingen van het wegdekkunnen opvangen, maar de total lifecycle cost ligt een stuk lageromdat dit type minder onderhoud vergt. De PPS vertaalt zich hier inconcrete keuzes die op termijn niet alleen geld besparen voor deoverheid maar ook de beschikbaarheid voor het verkeer vergroten.”

OverkluizingOmdat een integraalbrug ter plaatse gegoten moet worden en mende autosnelweg die overbrugd moest worden geen maanden kon af-sluiten voor het plaatsen van stellingen, werd hier gebruikgemaaktvan een overkluizing. Dat is een tijdelijke stalen brug die relatief snelgebouwd kan worden waarop men vervolgens de definitieve brugkan gieten. Het levert de ingenieurs opnieuw wat extra rekenwerkop want bij het bouwen van de bekisting moet men rekening houdenmet het feit dat de stalen brug door het gewicht van het beton zaldoorbuigen. Omdat de betonnen brug mooi volgens de theoretischeparabool moet verlopen, worden scheglatten aangebracht onder debekisting die net zo dik zijn als de doorbuiging op die plaats zal zijn. Het ontmantelen van de overkluizing is een wat merkwaardigschouwspel want ook dat moet snel gebeuren. Daarom wordt de sta-len constructie eerst met een soort bouten bevestigd aan het nieuwebetonnen dek dat er over ligt, waarna men de tijdelijke pylonen kanwegdoen en de tijdelijke brug dus onder de nieuwe blijft hangen.Men hoeft de autosnelweg dan maar een weekend af te sluiten omde tijdelijke stalen brug neer te laten en te ontmantelen. Tegen dezomer van 2014 zal alles klaar zijn. �

© VIB

-PSB


Met de vernieuwing van het afrittencomplex Geel-West en de aanleg van een nieuwe verbindings-weg tussen Kasterlee en Geel wordt momenteeleen van de missing links weggewerkt die gedefi-nieerd zijn in het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Het

project is voor de Antwerpse afdeling van het Agentschap Wegenen Verkeer een van de eerste projecten die in een publiek privatesamenwerking (PPS) gerealiseerd worden. Het is een benaderingwaarin de partners meer aandacht hebben voor de lifecycle cost,wat zich vertaalt in een aantal toch wel opmerkelijke keuzes. Bo-

vendien plaatst het de opdracht voor de ingenieurs in een veel bre-dere context dan louter de realisatie van wegen, rotondes en eenpaar bruggen. Men gaat een engagement aan tegenover een helereeks stakeholders, aan wie men voor een langere termijn een op-timale oplossing wil aanreiken. Bij ons bezoek aan de werf begin maart vallen meteen de 50 meterhoge pylonen op waaraan de tuibrug opgehangen wordt. Ook hetstalen brugdek met een totale lengte van 180 meter ligt er al. Eenvoor een worden nu van bij de pylonen de prefab betonplaten aan-gebracht waarna men telkens de bijhorende tuien moet aanspan-

Het ontmantelen van de overkluizingis een merkwaardig schouwspel.

KNOWHOW


actualiteit Meer info op : www.ie-net.be/ilya201307

Hannelore Veelaert: Faculty STARIngenieurswetenschappen

De KU Leuven presenteertde nieuwe Faculty STARs.Deze Faculty Student Artistsin Residence worden hetartistieke gezicht van hunfaculteit en krijgen tot aanhet eind van het academie-jaar tal van kansen om huntalent te tonen en verder teexploreren. De geselec-teerde studenten zijn actiefin fotografie, beeldendekunst, literatuur, cabaret,

dans en muziek. Het project Faculty STARs vindt voorde tweede keer plaats. Bij de start van het academiejaargingen de Dienst Cultuur en de faculteiten op zoeknaar studenten die creatief bezig zijn met fotografie,schilderkunst, poëzie, dans, performance of een anderekunstvorm. Elke faculteit en de vele studentenkringenzullen hun Faculty STAR dit voorjaar podiumkansengeven als huiskunstenaar op diverse gelegenheden.Star van de faculteit Ingenieurswetenschappen is ditjaar amateurfotografe Hannelore Veelaert.

Vorig jaar kreeg de Balk van Beel in de nieuwe, duur-zame wijk Tweewaters in Leuven het BREEAM‐certi-ficaat ‘outstanding’ inzake duurzaamheid. Nu komthet gebouw als winnaar uit de internationale vergelij-king met alle andere gebouwen in zijn categorie.Slechts in drie categorieën werd een internationalaward toegekend en de Balk van Beel is het enige Bel-gische gebouw dat de prestigieuze BREEAM‐awardbinnenrijft. Dankzij de Balk van Beel wurmt Leuvenzich zo inzake duurzaamheid tussen grootsteden alsLonden, Parijs, Istanboel, Liverpool en Manchester.BREEAM, een wereldwijd erkende standaard om de

duurzaamheid van gebouwen te meten, erkendesinds 1998 meer dan 250.000 gebouwen of een totaalvan 45 miljoen vierkante meter vloeroppervlakte. OP4 maart ging in Londen een international award naarhet meest duurzame kantoor, het meest duurzamebestaande gebouw en de meest duurzame nieuw-bouw. Uit de 15.000 projecten die vorig jaar een certi-ficaat kregen, werd telkens een winnaar gekozen enin de categorie nieuwbouw viel de eer te beurt aande Leuvense Balk van Beel. Daarmee stond Ertzbergop het podium naast Downingstreet 10, dat de prijswegkaapte in de categorie bestaande gebouwen.

Ingenieursstudenten winnen met Green Wall TrimmerVijf derdejaarsstudenten industrieel ingenieur aan deHoGent hebben de wedstrijd ‘CO2‐arm ontwerp’ vande Klimaatfiksers gewonnen met hun project ‘GreenWall Trimmer’. De gelukkigen zijn Jasper Beurms, BramCatthoor, Olivier Smet, Tim Van Damme en Tom Ver-beke. In de aanloop naar Dikketruiendag 2013 had Eco-campus studenten uitgedaagd om een doe – het – zelfidee uit te werken dat op zijn eigen manier bijdraagtaan CO2‐reductie.

De vijf studenten bedachten toen de Green Wall Trim-mer, een installatie waarmee verticale tuinen op hogemuren gesnoeid kunnen worden. Een groene muurwordt vooral gebruikt in steden en biedt heel wat voor-delen: deze werkt isolerend (zowel thermisch als akoes-tisch), neemt stof uit de lucht, zorgt voor een groterebiodiversiteit in de stad, heeft een positief psycholo-gisch effect op mensen en bezit een esthetischewaarde. De Green Wall Trimmer snoeit niet alleen maarverzamelt ook het snoeiafval, waardoor het gemakke-lijk te transporteren is naar biomassacentrales. Daar kan het afval dan gebruikt worden omenergie op te wekken: door gisting of verbranding. De CO2 die bij de verwerking vrijkomt,kan door middel van speciale scrubbers binnen de centrale opgevangen worden.

Studenten eerste bachelor winnen Leuvense ingenieurscompetitie EBEC LeuvenOp zaterdag 2 maart vond EBEC Leu-ven plaats, de Leuvense ronde van deEuropese Ingenieurscompetitie. Dezevond plaats aan de KU Leuven, opcampus Arenberg te Heverlee. Inruim 6 uur hebben 15 teams van 4studenten een praktische opdrachtmoeten oplossen op de meest crea-tieve manier, waarna ze die hebbenvoorgesteld aan een jury. Studentenuit de eerste bachelor en uit de eerste master wisten zich een weg te banennaar de top. Beide teams stoten door naar EBEC Benelux, de laatste stapvóór de Europese finale in Warschau.Voor de lokale ronde in Leuven bestaat de opgave uit 2 delen. Enerzijds eenTeam Design, waarbij de studenten een ontwerp bedenken voor een gege-ven probleem, dat ze ook bouwen en testen. Anderzijds ook een kleineCase Study, waar de deelnemers een theoretische vraag (die verband houdtmet het Team Design) op papier oplossen. In samenwerking met de NMBSis een onderwerp rond treinverkeer uitgewerkt.

Van Hool levert in Aberdeen grootste vlootvan brandstofcelbussen in EuropaVan Hool, onafhankelijk constructeur van bussen, touringcars en indus-triële voertuigen, heeft contracten afgesloten voor de levering van 22brandstofcelbussen van het type A330FC. Het grootste contract betreftde levering van 10 brandstofcelbussen aan Aberdeen in Schotland. Heelrecent werden ook bestellingen genoteerd vanuit de provincie Liguria(San Remo) in Italië voor 5 stuks en Nordrhein‐Westfalen (Keulen,Hürth) in Duitsland voor 2 stuks. In januari van dit jaar bestelde De Lijn,met de steun van de Vlaamse regering 5 stuks. De bestellingen kaderenin twee Europese demonstra-tie projecten, in vier EU‐lid-staten. Brandstofcelbussenzijn vandaag de meest milieu-vriendelijke voertuigen vooropenbaar transport: ze heb-ben geen emissies (totale af-wezigheid van schadelijkeuitstoot en CO2) en een sterkverminderd geluidsniveau.

Balk van Beel naast Downingstreet 10 op podium

ACTUALITEIT

De toekomst? Voor ING is dat eigenlijk al nu. Onze bank

wil meer bieden dan de traditionele service. Wij willen

vernieuwen, anticiperen op de verwachtingen van de cliënt,

en blijven verrassen met innovatieve producten. IT speelt

daarbij een doorslaggevende rol. Logisch dat wij op zoek

zijn naar (m/v) technical and functional analysts,

business analysts, test managers, project management offi cers, process managers, system engineers en andere. We dagen je uit

om creatiever, alerter en effi ciënter te zijn. Als je klaar

bent voor die stap, surf dan meteen naar onze website

ing.be/itjobs.

Bezoek onze website en vind je nieuwe job.

De toekomst wenktvoor IT-talent.

Een team Belgische weten-schappers die werken op deonderzoeksbasis Princess Elisa-beth Antarctica heeft een me-teoriet van 18 kg ontdekt dieingebed zat in de Antarctischeijskap. Het is de grootste mete-oriet die in de regio gevondenwerd sinds 1988. De vijf wetenschappers, van de Uni-versité Libre de Bruxelles (ULB) en deVrije Universiteit Brussel (VUB), die re-cent teruggekeerd zijn in België,maken deel uit van het SAMBA‐pro-

ject. In dat project werken ze samenmet wetenschappers van het Ja-panse Nationaal Instituut voor Pool-onderzoek (NIPR) en de Universiteitvan Tokio. Het team was op zoeknaar meteorieten die verspreid zijnover het Nansen Ice Field toen ze op28 januari de 18 kilogram zware ge-wone chondriet vonden. In het totaalontdekte het team 425 meteorietenmet een totaal gewicht van 75 kg tij-dens een expeditie van 40 dagen op2900 meter hoogte, 140 kilometerten zuiden van de Belgische basisPrincess Elisabeth Antarctica.

Powered by UmicoreDe materialen‐ en recyclagegroep Umicore heeft een nieuw pro-gramma gelanceerd: ‘Powered by Umicore’. Het biedt financiële entechnische ondersteuning voor een aantal projecten rond schonemobiliteit, uitgevoerd door studenten aan verschillende universi-teiten en hogescholen. Schone mobiliteit is een middel om we-reldwijde uitdagingen aan te gaan, zoals het verhogen van deenergie‐efficiëntie, het verminderen van de CO2 emissies en hetverbeteren van de luchtkwaliteit. Via ‘Powered by Umicore’ wilUmicore studenten enthousiast maken voor technologieën zoalsherlaadbare batterijen en fotovoltaïsche toepassingen en ze ertoeaanzetten om innovatieve oplossingen te ontwikkelen. Umicorewil schone mobiliteit ook beter bekendmaken bij het grote pu-bliek.In 2013 zal het ‘Powered by Umicore’‐programma meer dan50 Belgische studenten steunen.

ACTUALITEIT

Meer informatie vind je op

navb.constructiv.be

navb-cnac Constructiv is het preventie-instituut van de bouwnijverheid. Onze hoofdopdracht bestaat erin het welzijn in de bouw te bevorderen, met de nadruk op de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten. We zijn er voor alle bedrijven en werknemers in België die onder het Paritair Comité voor het Bouw bedrijf vallen en voor iedereen die kan bijdragen tot de voorkoming van arbeidsongevallen en beroepsziekten in de bouw.

Buildingon people

navb-cnac Constructiv, het preventie-instituut van de bouw, zoekt (m/v)

1 adviseur voor de afdeling “Onderzoek en ontwikkeling”

tie:Je funcdeling Als adviseur binnen de af

ontplooi je je ”” ontplooi je je telingkwikontelzijn in de bouw aantal disciplines van w

tivonstruccnac C o-vbna

1 adviseur nderO“deling oor de afv

oek en z“Onderdeling ot specialist in een ontplooi je je t

elzijn in de bouw

(publicatiesen v

an de bouw-instituut vtieenve, het prtiv

1 adviseur ”elingkwiktoek en onznder

, opleidingen, …) eebsit, woms, cd-r(publicatiesmatiezittingen.orgt inforzer

oekt (m, zan de bouw

, opleidingen, …) ij bieden:W

ansen in een dynamische ontplooiingsk

ansen in een dynamische

elzijn in de bouw aantal disciplines van w, psyondheid, gezeiligheid(v

en uit vkerwe bouwt net…). Junst om pren beheerst de k

erugvallen op an te ken. Jdinercoören, die je ste inzichtenschappelijketw

talen naar de praktijk via de uitervoor, opleidingen, vpublicaties

diplomatische aanpak en kis in vde mandatardeerwaarge

eet bestaat je funconcroepen. Crleggervoolgende:v

elzijn in de bouw , chosociale belasting, psy

ing garerennisvoor ken uit ve oepen trgtojecunst om pr

erugvallen op e eet teeds wen, die je st

ing van kerwtalen naar de praktijk via de uitoor je en. Ddrachtoor

ennis ben je een diplomatische aanpak en kerschillende is in v

tie uit het eet bestaat je func

o�el:Je pr

discipline of gelijkhouder van een attvan niv

eid dit tber

bouw en er

goede kgoede pedagog

o�el:

ing ben je vardig door erwaardiscipline of gelijkvullende vest van aanhouder van een att

entieadviseurs of ben je veoor preau 1 vvan nive behalen.eid dit t

.kerwtojecing met prvarbouw en er

oepassingen en -tfficeennis van MS Ogoede ktionele edacische en rgoede pedagog

ing ben je ming orvullende v

entieadviseurs of ben je

oepassingen en

vingomge

waamheden en erbek

- en ghospitalisatie

esse?ertnIStuur dan óór 15 april 2013v

ief naar namotivatiebrman, Diryrl Hear. Ct.a.v

-mail: sollicitaties@construce

ingvarwaamheden en er

ing)erekzeroepsvr- en g

óór 15 april 2013 v en je c, tivv onstruccnac C-vbief naar na

, generaal-eurtecman, Dir

.betiv-mail: sollicitaties@construc

ing op en houdt de kmer-nor.edat-o-tup

en i.vtojecen en prdienst

tiv is het pronstruccnac C-vbnaen, met de nadruk op de prderore bevde bouw t

in nemers kerwen en ijvbedrkoming voorot de v vagen tbijdr

ennisdatabank ing op en houdt de k

elzijn in de bouw .m. w

goede pedagogdigheden.vaar

walitkaangeschr

eran de bouwnijv-instituut vtieenevtiv is het prbeidsongevan artie veneven, met de nadruk op de pr

vé omitCitair arPhet onder die ië elgBoepsziektallen en berbeidsongevan arkoming v

goede pedagogdigheden.

ichtheid staan bij jou hoog eitsgerwaliten.veaangeschr

t ert bestaaachdopdre hoof. Onzheidere We en. oepsziektallen en berbeidsongeviederoor ven allen vijf bedrouw Bhet oor v

. en in de bouwoepsziekt

ichtheid staan bij jou hoog

matie vind je oporeer infM

onstruc.cvbna

elzijn in in het wt eroor alle e zijn er v voor alle

an kdie een ieder

matie vind je op

.betivonstruc

actualiteit

Belgische wetenschappers ontdekken een meteoriet van 18 kg op Antarctica

Een eerste veld -analyse geeft aandat de 18 kilogramzware meteorieteen gewone chon-driet is, de vaakstvoorkomendesoort meteorieten.

Hoe complexer

het probleem, hoe leuker

de job?

Vind je nieuweuitdaging op

streekpersoneel.be/jobgids!

OB

5553

7

1 2

© VIN

CIAN

E DE

BAILLE

/ IM

AGEG

LOBE

engineering for the Real World? IngenieursstudentenKaren Van Rompay (26) en Dries Oeyen (19), die beidenkozen voor de richting ‘elektromechanica en elektronica’,hadden geen idee wat ze konden verwachten. “Ik namaan dat de cursus zou gaan over het verband tussen tech-

nologie en economie, over hoe je je ontwikkelingen winstgevendmaakt”, zegt Karen. Ze was aangenaam verrast toen het tegendeelbleek. “De theorie en praktische opdrachten waren er net op gerichtna te denken over maatschappelijke, ethische en ecologische facet-ten van technologie. Voor mij is dat heel relevant. Ik wil later inmijn job niet met oogkleppen rondlopen. Er is geen betere rol alsdie van ingenieur om van de wereld een betere plek te maken omin te leven. Na twee jaar als leerkracht wiskunde en aardrijkskundebegon dat besef te knagen. Dat is een van de redenen waarom ikopnieuw ging studeren.”

Technologie verloopt niet lineairOok Dries Oeyen hoopt als ingenieur zijn stempel op de wereld tedrukken, liefst in de IT-sector. “Dat kan volgens mij het best inkleine start-ups, die door hun beperkte omvang erg wendbaar zijnen dus kort op de bal kunnen spelen.”Wat Dries vooral trof aan het vak Engineering for the Real Worldwas het besef dat technologie niet lineair verloopt, van beter naarnog beter. “Technologische evolutie moet je je veeleer als een net-werk met veel vertakkingen voorstellen. Sommige van die takkenevolueren, andere sterven uit. Het is niet, of niet alleen, de ingenieurof technoloog die dit proces stuurt. Vooral sociale groepen bepalen

het verloop, door de betekenis die zij al dan niet aan een technolo-gie geven.” De sms is daar een treffend voorbeeld van. De mobieleoperatoren hadden het succes van de dienst totaal niet verwacht.Sms zat ingebakken in het GSM-protocol, dus voegden ze het alseen soort extraatje toe aan telefonie-abonnementen. Uiteindelijk

werd de sms razend populair bij jongeren. Dàt heeft de technologievoortgestuwd. Ontwikkelaars gingen op basis van het succesnieuwe functies bedenken, zoals betalend parkeren en televoting.

Luier voor fetisjistenDe studenten analyseerden in kleine groepen zelf een technologiein al zijn details. Hiervoor hanteerden ze het Social Construction ofTechnology-model voor technologische innovatie. Karen bestu-deerde de pamper. “Ongelooflijk wat je allemaal ontdekt. Wij had-den bijvoorbeeld nooit vermoed dat we in het overzicht vangebruikersgroepen ook op fetisjisten zouden botsen.” Karen gelooftdat het interessant is om als ingenieur het netwerk en de geschie-denis van een technologie te kennen. “Bij takken die doodbloedden,kan je onderzoeken wat er fout liep en de draad weer opnemen.Dat is in feite wat er nu gebeurt met de herbruikbare luier. Vanafde jaren zestig van vorige eeuw is die in de Westerse wereld mas-saal in onbruik geraakt door de opkomst van de wegwerpluier. Het

toegenomen milieubewustzijn maakt het oorspronkelijke product,in sterk verbeterde versie, opnieuw populair.” Naast de technolo-gieverkenning kregen de studenten een tweede opdracht. Ze moes-ten zelf een technologische oplossing voorstellen voor eenmaatschappelijk knelpunt, bijvoorbeeld de verzuring in de maat-schappij. “Wij bedachten een nieuwe app voor een smartphone, de‘fun button”, zegt Karen. “Als je nieuwe mensen wil leren kennen ofje wil je wachttijd leuker spenderen, dan druk je op de knop. Detoepassing pikt signalen op van anderen die in de buurt zijn en diehetzelfde doen, en stelt een ontmoetingsplek voor. Sociaal contactverhoogt je geluk, dat is het idee. Ons plan hield ook samenwerkingmet psychologen in, met name voor het bedenken van opdrachtenom het ijs te breken.”

Catwoe-analyseDe studenten gaven achteraf commentaar op elkaars creaties. “Datwas een bijzonder geanimeerde discussie”, lacht Dries Oeyen, diemet zijn groep tegenwind kreeg. “Wij hadden een concept bedachtvoor een horloge dat je gemoedstoestand waarneemt en dat ver-volgens sociale programmaatjes op je smartphone activeert omdaarop in te spelen. Maar de technologie om de nodige parametersop de huid af te lezen, staat nog niet ver genoeg. Daarom was onshorloge voorzien van een fijne naald om via stoffen in het bloed in-formatie te verzamelen. We waren er ons ten volle van bewust datdit een groot struikelblok was!” De studenten gebruikten een aantalmodellen om te onderzoeken of hun technologie al dan niet zouaanslaan. Een eenvoudige en handige checklist is de Catwoe-ana-lyse. De c staat voor customers (wie zal je product gebruiken), de avoor actors (wie voert de oplossing uit), de t voor transformation(hoe verloopt het proces), de w voor world view (wat is het groteregeheel), de o voor owner (wie is de eigenaar van het proces) en dee voor environmental constraints (welke omgevingsfactoren belem-meren het proces). “Hierover reflecteren zorgt ervoor dat je als in-genieur verder kijkt dan je neus lang is, dat je eerst een aantalbelangrijke factoren aftoetst en dan pas keuzes maakt.” �

3332 ILYA • april 2013ILYA • april 2013

Ingenieurs en de echte wereld

MENSEN

Om hun blik te verruimen, krijgen deingenieursstudenten van Groep T de knepen vanteamdynamica, projectwerk, interculturelecommunicatie, management en leiderschap mee. Inhet tweede jaar staat bovendien het vak‘Engineering for the Real World’ op het programma,met dit jaar als afsluiter een debat over technologieen welzijn.

Tekst: Christine Huyge

De 5E-ingenieur“Het vak Engineering for the Real World sluit aan bij het 5E-profieldat Groep T voor zijn ingenieurs voor ogen heeft”, zegt ingenieurLuc Geurts, die samen met sociaal wetenschapper Vero VandenAbeele het vak organiseert. Environmenting betekent dat de in-genieur zich bewust is van de invloed van technologie op de we-reld en omgekeerd. Engineering gaat over het maken van dingen.Hiervoor zijn wetenschappen en technologie nodig. Die zijn on-afscheidelijk verbonden met management en communicatie. En-terprising houdt het hebben van een visie en missie in. Educatingbetekent dat de ingenieur via zijn of haar werk anderen helpt ont-wikkelen. Ensembling ten slotte staat voor de eigenschap om desamenhang der dingen te zien, wat leidt tot een dieper inzicht enrijkere beleving.


Vrouw tussen het puin

Het zal je maar overkomen: als ingenieur bouwkunde een grote fascinatie koesteren voor oudegebouwen, terwijl je dagelijkse taak bestaat uit het keuren van partijen gebroken metselwerk-, beton- enasfaltpuin. Dorien Desmet, nu vier jaar werkzaam bij de certificatie- en controle-instelling voorbouwproducten Copro, laat het niet aan haar hart komen. “Mijn traject toont vooral aan dat je met ditdiploma werkelijk alle kanten op kunt.”

Tekst: Christine Huyge

“nog steeds kan ik vol bewondering staan kijkenwanneer een oud gebouw in de steigers staat”,vertelt Dorien Desmet. “Fantastisch toch omzo’n brok verleden-in-steen weer tot leven tewekken.” Met de intentie zelf het renovatie- en

restauratievak machtig te worden, startte de nu dertigjarige in-genieur haar opleiding in Antwerpen. “De Scheldestad was hetperfecte decor voor mijn passie. Ik werd er omringd doormassa’s herenhuizen en oude panden. In de opleiding zelf ginghet tot mijn verwondering haast uitsluitend over nieuwe con-structies. Ik begrijp dat wel. Met een diploma van ingenieurbouwkunde kan je in zoveel verschillende omgevingen terechtdat de opleiding wel heel breed moet zijn. Het gemis dat ik somsvoelde in de cursussen, compenseerde ik met een thesis over derenovatie van een pastorie in mijn woonplaats Essenbeek, eengehucht van Halle.”

Zwarte puntenToen Dorien Desmet afgestudeerd was, reageerde ze op een werk-aanbieding van een studiebureau in Halle. “Een job in infrastruc-tuur, dicht bij huis: dat leek me als start niet slecht. Het bedrijfwerkte in onderaanneming voor de tijdelijke vennootschap ‘VeiligVerkeer Vlaanderen’ (TV 3V), die in opdracht van de Vlaamse Re-gering de gevaarlijke kruispunten en wegvakken herinrichtte. Hetwas erg boeiend om daar als schoolverlater aan mee te werken.Ik volgde het totale proces van een aantal dossiers mee op, vanhet maken van de plannen, over het budgetteren, tot het overleg-gen met de gemeentelijke overheden. Na anderhalf jaar schakeldeik over naar een groter studiebureau binnen de tijdelijke vennoot-schap, namelijk Grontmij, waar ik in essentie hetzelfde werk deed.Ook daar bleef ik anderhalf jaar op post.”


MENSEN

Dorien Desmet aan het werk bij een mobielebreekinstallatie die betonpuin breekt tot ver-schillende fracties betongranulaat. Achter debreekinstallatie (groen) bevindt zich een zeef-installatie (blauw).

MENSEN


vrije tijd

Een paard zet je niet even in de kast

Paardenrijden is méér dan een sport, het is een passie. “Als jebeslist om paarden te houden, dan verandert je hele leven”,vertelt Caroline Van der Heyden. “Je moet altijd voor die die-ren zorgen. Een paard is geen tennisracket dat je buiten hetseizoen even terug in de kast opbergt. Wat de sport zo mooimaakt, is de band tussen ruiter en paard. Ieder paard heeftzijn eigen persoonlijkheid en het doel is om als ruiter een ge-heel te vormen met je paard. Als je samen in topvorm bent,geeft dat een zalig gevoel.” Caroline kreeg de liefde voor hetpaard al met de paplepel binnen. “Mijn vader reed paard enelke zondag mocht ik mee bij hem op het zadel zitten. Vanafhet moment dat ik oud genoeg was, kreeg ik mijn eigenpony en op mijn achtste begon ik met wedstrijden.” Laterkon ze als lid van de Belgische Studentenruiters ook, op eenbudgetvriendelijke manier, deelnemen aan internationalewedstrijden. Op het World University Equestrian Champion-ship (WUEC) reed ze twee keer Top 10 in de dressuur: in 2010in Zuid-Korea en in 2012 in Duitsland. Toch blijft de bio-inge-nieur bescheiden. “Ik ben een vrij onzeker persoon; ik denkdat ik tot de subtop behoor.” Als doctoraatstudent bij de vak-groep biosysteemtechniek aan de UGent heeft ze behoorlijkwat vrijheid en dat is mooi meegenomen als je bijna elke dagmoet trainen. “Ik kan al eens een half dagje verlof nemen. Ikhoop dat ik later een job vind die de combinatie met de paar-densport toelaat. Ik heb de twee echt nodig. Na een hele dagintensief mijn hersenen gepijnigd te hebben, doet het deugdme te kunnen ontspannen op mijn paard. Soms komen erdan ook inzichten boven, die ik voor mijn onderzoek kan ge-bruiken.”

Voetbal is kunstVoetbal zit Joachim Colleman in de genen. Meteen hoop tegen de baltrappende familieleden(broer, neven, vader enooms), was het geen ver-rassing dat hij als kleuter alin de ban was van het spel-letje. Op zijn zesde begonhij al met competitie. En ja, het ventje had talent. Hij schopte het met WS Meerdonktot 2de provinciale en met een zaalvoetbalploeg speelde hij maar liefst vijf keer kam-pioen. Momenteel is de industrieel ingenieur elektronica-ICT linksback bij KSK Kiel-drecht in 3de provinciale (Oost-Vlaanderen). “Verdedigen is mijn sterkste kant”, weethij. Hij wil ook graag een vooroordeel uit de wereld helpen. “Voetbal is méér dan zo-maar tegen een bal schoppen. De sport heeft een fysisch, technisch en tactisch ele-ment, en de kunst is die drie factoren zo goed mogelijk met elkaar te verbinden.”Met twee trainingen en één match per week is de voetbalmicrobe goed te combi-neren met zijn job: het ontwikkelen en realiseren van projecten bij studiebureau Ja-cobs Engineering NV. “Om tijdens de winter- en de zomerstop de conditie teonderhouden, probeer ik op mijn eten te letten en ga ik geregeld lopen.”

Avontuur onder de grondToen de Nederlandse industrieel ingenieur chemische techniek Hans van der Lindein 1969 naar België verhuisde, betekende dit niet alleen privé en professioneel eengrote verandering. Het was ook het startschot voor een nieuwe interesse. Via colle-ga’s leerde hij een groep speleologen kennen. Zij namen hem mee naar Troud’Eglise, een zogenaamde ‘beginnersgrot’ nabij Namen. “Ik was direct verkocht”,zegt Hans over zijn kennismaking met de speleologie. “Dit beantwoordde aan mijndrang naar avontuur.” Hans heeft altijd veel gereisd voor zijn jobs als procesingeni-eur en projectmanager. Toen hij in 1995 stopte met werken, besloot hij nog vakerde koffers te pakken, samen met zijn vrouw. Enkele keren per jaar gaan zij ook metde Brusselse speleoclub Les Stalacs op buitenlandse expeditie. De mooiste herinne-ringen bewaart hij aan het systeem Verneau in het Franse Doubs (een ingewikkeldgrottencomplex met ondergrondse rivieren), de afdaling in de Madejuno in de berg-keten Picos de Europa in Spanje (een ijskoude grot met gigantische putten) en dedoorsteek van de Pierre St. Martin in de Pyreneeën. Hans is 68, verkeert in goedeconditie en hoopt er nog een aantal jaren mee door te kunnen gaan. “Vorig jaar benik tijdens een expeditie op een nogal onbenullige manier mijn hele speleo-uitrus-ting kwijt geraakt: de draagzak met al mijn materiaal viel in een diepe ravijn. Naenige aarzeling heb ik alles nieuw aangeschaft, waardoor ik er weer minstens tienjaar tegenaan kan gaan.”

Niet de job zelf, wel het administratieve karakter ervan maakten datde ingenieur nieuwe wegen zocht. “Ik was bouw gaan studeren omeen constructie te zien groeien en veranderen. Ik wilde op een werfactief zijn, zonder per se werfleider te zijn. Ook daarom sprak de taakals controleur bij Copro me aan. Elke dag op het terrein bouwproduc-ten inspecteren: na drie jaar kantoorwerk voelde het als een bevrij-ding.”

Gerecycleerde granulatenDrie maanden opleiding waren nodig omhet specifieke inspectiewerk bij Coproonder de knie te krijgen. “Ik werk in de af-deling die de producenten van gerecycleerde granulaten certificeerten controleert. Het is een sector die de laatste jaren inzake wetgevingdrastische wijzigingen heeft ondergaan. Gerecycleerde granulaten zijnhet resultaat van een proces dat het zeven, breken en op grootte sor-teren van bouwen slooppuin omvat. Om de materialen als kwalita-tieve grondstof voor hoogwaardige toepassingen op de markt temogen brengen – bijvoorbeeld als fundering of onderfundering voorwegen – moeten ze aan een reeks eisen voldoen. Zowel bouwtechni-

sche, milieuhygiënische als veiligheidseisen zijn voor deze puingranu-laten van toepassing. De aanbieders moeten voldoen aan het Ovam-eenheidsreglement, een eis die wij valideren via ons Copro-certificaat.Daarnaast is ook het Benor-kwaliteitskeurmerk, alsook CE-markeringniveau 2+ van toepassing. Samen vormen ze een stapel reglementen,gelinkt aan producten proefnormen, die je als controleur moet leren

lezen, wat ontzettend moeilijk is in hetbegin. De eerste maanden liep ik voor decontroles op het terrein steeds met een er-varen collega mee, wat geen overbodigeluxe is.”

Vragen en doorvragenDorien Desmet voert haar controles uit op vaste locaties – bij aanbie-ders van gerecycleerde granulaten, die vaak eigen testlabo’s bezitten– of op mobiele installaties die op de bouw- of sloopwerf zelf zorgenvoor het breken en zeven van het puin. “Elk heeft een specifiek eisen-pakket. Als controleur ga ik, volgens een vastgelegde frequentie, naof aan alle voorwaarden van certificatie en erkenning voldaan is. Heeftde aanbieder voldoende proeven en analyses uitgevoerd en gebeurdedat op de juiste manier, is het productiesysteem adequaat, komen dekarakteristieken van de aanwezige partijen puingranulaat qua classi-ficatie, korrelverdeling, dichtheid etc overeen met hun technischefiche? In het begin was ik bang zaken over het hoofd te zien. Bij Coprohebben we echter een handige checklist als geheugensteun. Na eentijd merk je door ervaring sneller op wanneer iets niet klopt. Zo liggenbij een hoop gebroken puin alle grote stenen aan de buitenkant, zerollen af. Je kunt aan de grootte ervan zien of de aangegeven korrel-maat van het granulaat kan kloppen. Voor wegfunderingen mag erzich maar een maximale hoeveelheid hout in het materiaal bevinden.Als er te veel in zit, zie je dat meestal ook meteen. En wanneer ik ver-moedens heb dat iets niet klopt, stel ik vragen en vraag ik door. Alscontroleur mag je je niet snel laten afwimpelen.”

AmbitiesNaast keurder van gerecycleerde granulaten groeit Dorien Desmet bijCopro naar een tweede functie, die van productverantwoordelijke voorfysisch-chemisch gereinigde granulaten, afkomstig van uitgegravenbodem en afvalstoffen zoals rioolslib. “Mijn ambitie is om al mijn takenen verantwoordelijkheden correct te leren uitvoeren. Wat mijn oudeliefde, het restaureren van gebouwen betreft: misschien bieden zichooit nog kansen aan, maar momenteel ben ik niet op zoek naar ietsnieuws. De rol van controleur ligt mij goed en ik krijg hier volop kan-sen om me verder te bekwamen.” �



MENSEN

“Als controleur mag je je niet snel laten afwimpelen”

Dorien Desmet

BoekDe innerlijke dwaas ontmaskerdNa zijn studies, filosofie en biologie aan de UGent, wasRuben Mersch tien jaar lang actief in de farma-industrie.Plots gaf hij zijn ontslag. Voortaan ging hij zich totaal wij-den aan zijn missie: mensen opnieuw leren denken. In zijnboek Oogklepdenken fileert hij alle denkfouten en ontmas-kert hij de idioot in ieder van ons. Die innerlijke dwaas isdol op heldenverhalen, mirakels en complottheorieën. Er isvolgens Mersch een goede manier om het onderscheid temaken tussen waarheid en nonsens, en dat is: nuchter re-deneren. Kennis is macht. Het boek is dan ook, zoals weekblad Humo het ver-woordt, “een ode aan de droge kunst van de statistiek”. Een must dus vooriedereen met een hart voor de wetenschap.

Joachim Colleman


MENSEN

vrije tijd

Zingen als therapieAl zo lang ze zich kan herinneren, is JulieVan Tongerloo gek op muziek. “Het is eenvorm van expressie met een hoge emoti-onele factor”, verklaart de bio-ingenieur.“Voor mij is het dé ideale uitlaatklep.Zowel op momenten van uitzinnigheidals in perioden van droefheid kan muziekerg therapeutisch werken.” Aan de Stede-lijke Academie voor Muziek, Woord enDans in Sint-Niklaas leerde Julie piano.Toen ze later aan de KU Leuven studeerdeen de faculteit bio-ingenieurswetenschap-pen op zoek was naar een live-act om hetFeest Op Het Plein op te luisteren, vormdeze met enkele vrienden de band Legs &Rebels. “We kregen leuke reacties, maarpraktisch gezien werd het op de duur temoeilijk om nog samen te repeteren. Spij-tig, want ik mis dat nu wel.” Julie zingtgraag een mix van rock, pop, R&B en soul,maar aan het schrijven van eigen num-mers is ze (voorlopig) nog niet toe. Omdatze toch wel grootse dromen heeft in demuziek, schreef ze zich in voor de huidigeeditie van de tv-talentenjacht The Voicevan Vlaanderen. Hoewel ze, door een on-gelukkige nummerkeuze, niet door de‘blind auditions’ geraakte, heeft ze aller-minst spijt van haar deelname. “Ik kijk te-vreden terug op de ervaring. De coachesgaven constructieve feedback en moedig-den me zelfs aan om er nog een keer voorte gaan, dus wie weet…” Als productont-wikkelingsingenieur bij Barry-Callebautheeft ze het soms heel druk, maar de rit-ten naar en van het werk zijn zeker altijdgereserveerd voor muziek, inclusief luidmeezingen. “Wat de tegenliggers waar-schijnlijk zullen beamen”, lacht ze.

Renoveren om van te lerenEigenlijk heeft Luc De Coninck, industrieel ingenieur elektrotechniek, nauwelijks of geen vrije tijd. Over-dag is hij parttime in de weer als energiedeskundige en expert in de technisch uitrusting van gebouwenen parttime als lesgever in Don Bosco, school voor wetenschap en techniek. Na de werkuren investeerthij al zijn energie in het jeugdverblijfcentrum De Kafhoek in de Vlaamse Ardennen, waar jeugdvereni-gingen en andere groepen op kamp kunnen komen. Samen met zijn broer kocht Luc 12 jaar geleden

het gebouw, een oude boerderij. Vervolgensrenoveerden ze die zelf op een ecologischeen duurzame manier. “Het is die praktischerealisatie die me veel voldoening geeft”, ver-klaart hij zijn grote passie. “Te meer omdater een didactisch luik aan zit: bezoekerskunnen de technieken zien die we gebruikthebben. Zo plaatsten we een zonneboilervoor muur- en wandverwarming en fotovol-taïsche zonnepanelen, isoleerden we metnatuurlijke materialen en gebruikten wevooral leem als wandafwerking. Voor deverblijfsgroepen is dat een inspirerende in-frastructuur. Het is onze continue bekom-mernis om groepen met een tevredengevoel weer te zien vertrekken. Dat geeftons telkens de nodige energie om het cen-trum nog verder uit te bouwen.”

Na twee maten is het feestHet was op de universiteit dat Saskia Manshoven in contact kwam met de saxofoon. Ja,als kind had ze al wel klassiek orgel geleerd, maar dit deed pas écht de vonken over-slaan. “De link met jazz geeft het instrument een eigenzinnig tintje, en dat trok me welaan, nadat ik in mijn kindertijd jarenlang preludes, fuga’s en koralen van Bach had ge-speeld.” De sax opende de weg naar harmonieorkesten. “Mijn eerste optreden was tij-dens een Erasmus-uitwisseling in Schotland: geen betere manier om je te integreren inhet lokale publeven”, lacht ze. De bio-ingenieur in de milieutechnologie probeert elkeweek met een zekere regelmaat te oefenen. Geen sinecure met een full-time job enkleine kinderen in huis. Niettemin slaagde ze er twee jaar geleden in om ook met accor-deon te starten. “Sax en accordeon, dat zijn twee tegenpolen. De saxofoon heeft eenhip en stoer imago, terwijl deaccordeon als ouderwetswordt beschouwd. Voor mijheeft de accordeon een ruweauthenticiteit die ontwape-nend werkt. Speel er tweematen op en het is feest.” Sas-kia werkt bij VITO als onder-zoeker in het domeinduurzaam materialenbeheer.Voor een receptie op de ken-nisinstelling ontstaan weleensgelegenheidsbandjes met col-lega’s. “Geen betere teambuil-ding denkbaar. Het is ookaltijd weer fun. Op zo’n mo-ment voel je waarom je muzi-kant bent.”

Fossils are a thing of the past…

… today

we are

innovating…

JOIN US AND LEAD THE WAY IN AUTOMOTIVE ENGINEERING.

W W W. P UN C H P O W E R T R A I N . C O M

… the electrifying future is(hy)bright!

Punch Powertrain, headquartered in Sint-Truiden and with a second production facility in

Nanjing (China), offers a complete portfolio of powertrain solutions for the most popular

passenger car segments (conventional, hybrid and full electric). These innovative products

provide excellent driving dynamics, enhanced comfort, fun of driving and an ever improving

fuel economy. As a leading independent supplier to the automotive industry, Punch Powertrain

is expanding rapidly.

1 8 10:07

www.mijnvolvojob.be

350EXTRA JOBS

o TrucksvollvVsuteals

alentttalent

Innoveren of stilstaan - ie-net · H et raj cv nD o iSm :gfs d b uwp Ingenieurs over hun hobby’s...

Documents

Transcript of Innoveren of stilstaan - ie-net · H et raj cv nD o iSm :gfs d b uwp Ingenieurs over hun hobby’s...