Inleiding Eddy Van Lancker (ABVV)

3

Click here to load reader

description

Inleiding van Eddy Van Lancker (federaal secretaris ABVV) bij het Intergewestelijk Comité van het Vlaams ABVV over het Nieuw Industrieel Beleid in Vlaanderen - 14 juni 2011.

Transcript of Inleiding Eddy Van Lancker (ABVV)

Page 1: Inleiding Eddy Van Lancker (ABVV)

Vlaams ABVV – de socialistische vakbond in Vlaanderen – Algemeen Belgisch Vakverbond

Hoogstraat 42, 1000 Brussel – Tel. 02 506 82 06 – Fax 02 550 14 16 – [email protected] – www.vlaamsabvv.be – Bank 877-8031801-20

Kameraden, Het thema dat dit intergewestelijk comité behandelt is van zeer groot belang. De productie van de welvaartskoek Het is juist dat we als vakbond in de eerst plaats denken om op te komen voor een rechtvaardiger verdeling van de welvaart via degelijke lonen, een goede sociale bescherming en overheidsdiensten en uitgaven die onze samenleving socialer moeten maken. Toch zou het een kapitale fout zijn om niet even veel aandacht te hebben voor wat we ietwat plastisch kunnen uitdrukken als “de productie van de koek”. Dit mag niet alleen een zaak van ondernemingsleiders en regering zijn. Ook voor ons moet het investeringsbeleid en ook de arbeidsorganisatie in de ondernemingen een prioritaire aangelegenheid zijn. De bekende Italiaanse syndicalist Bruno Trentin zei ooit: als vakbonden zich enkel bezig houden met het sociale, worden ze zoals Indianen die opgesloten werden in een reservaat - op termijn delven ze zo hun eigen graf. De verdeling van de winsten We zijn inderdaad gedoemd om een actieve rol op te eisen in het industrieel en innovatiebeleid omdat we anders opgesloten worden in een defensieve loonkostendiscussie. Ik moet hier niet in het lang en het breed herhalen hoe het model waarin de werkgevers bereid waren om te onderhandelen over een verdeling van de productiviteitswinsten sedert de tweede helft van de jaren zeventig onder druk kwam te staan. De groei van de productiviteit die de voorwaarde was voor het toekennen van regelmatige loonstijgingen, kreeg in de nasleep van de oliecrisis de schuld voor de uitstoot van werknemers. Loonkosten werden door de werkgevers gezien als voornaamste rem op de exportprestaties. Loonconcurrentie tussen lidstaten werd groter en loonmatiging werd door werkgevers en een groot stuk van de politiek geprezen als hefboom voor banengroei. Lonen werden de aanpassingsvariabele van het economisch beleid.

Intergewestelijk Comité 14 juni 2011

Inleiding Eddy Van Lancker (federaal secretaris ABV V)

Page 2: Inleiding Eddy Van Lancker (ABVV)

2

Intergewestelijk Comité Vlaams ABVV / 14 juni 2011 / inleiding Eddy Van Lancker

De aanbevelingen van de Europese Commissie van begin vorige week bevestigen nog maar eens dat dit ook en meer dan ooit het standpunt is van de Europese Commissie. Indien de sixpack mbt het Europees economisch bestuur wordt goedgekeurd, zal het afdwingbaar maken van loonmatiging ook nog eens door de dreiging van sancties versterkt worden. Vandaar dat ik nog eens een warme oproep doe om massaal aanwezig te zijn op de betoging van 21 juni 2011 in Luxemburg. De beteugeling van onze loonkosten In België kennen we die beteugeling van vrije loononderhandelingen ondertussen al 35 jaar. Van de herstelwet van 1976 met een gedeeltelijke indexblokkering onder leiding van Leo Tindemans (CVP) tot de wet op het concurrentievermogen van 1996 die ons verplicht onze loonontwikkeling af te stemmen op deze van de drie buurlanden en waarvan het Koninklijk Besluit dat een maximale loonnorm oplegt van 0,3% een uitvloeisel is. In deze drie decennia werden de vrije loononderhandelingen in naam van het concurrentievermogen door de verschillende regeringen regelmatig aan banden gelegd en werden programma’s doorgevoerd voor de verlaging van de indirecte loonkosten en voor belastingverlaging. Alleen al tussen 1996 en 2011 werden de patronale bijdrageverlagingen opgevoerd van 1,3 miljard naar 4,4 miljard euro en de loonsubsidies van 19 miljoen naar 5 miljard euro. Tussen haakjes: het planbureau schrijft zelfs in zijn laatste meerjarenprojecties dat, als men rekening houdt met deze loonsubsidies, de loonafwijking tussen België en de drie buurlanden niet 3,5% is zoals het technisch verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) berekent, maar onbestaande is. We weten dat het Verbond van Belgisch Onderneming (VBO) in de CRB weigert om die verrekening te maken! Structurele tekortkomingen van onze economie Maar er zijn belangrijker besluiten te trekken dan uitsluitsel te geven over het gevecht over de cijfers als men het verslag van de CRB verder wil lezen dan het hoofdstuk over de loonkosten. Het kernbesluit is dat het gevoerde beleid van loonkostenbeheersing en fiscale en parafiscale vrijstellingen niet heeft bijgedragen tot een verbetering van structurele tekortkomingen van onze economie. Integendeel, het zorgde voor immobilisme bij veel ondernemers, die de vruchten plukten van loonmatiging, lagere bijdragen en lagere belastingen, zonder voldoende inspanningen te doen voor een modernisering van het productieapparaat of de creatie van meer banen. Het aantrekken van bedrijven met fiscale stimuli (coördinatiecentra, notionele interesten) heeft er niet toe geleid dat ook de beslissingscentra zich naar België verplaatsten of behouden werden. De Belgische economie doet het slecht in internationale vergelijkingen en is te veel afwezig in sectoren, producten en exportmarkten met het sterkste groeipotentieel.

Page 3: Inleiding Eddy Van Lancker (ABVV)

3

Intergewestelijk Comité Vlaams ABVV / 14 juni 2011 / inleiding Eddy Van Lancker

Een alternatief voor loonmatiging Rapporten opgesteld onder begeleiding van de sociale partners binnen de CRB tonen aan dat die structurele gebreken vandaag nog altijd bestaan en steeds moeilijker om dragen worden. België blijft gespecialiseerd in sectoren en producten waar wereldwijde concurrentie, vooral op het prijsniveau, speelt. Het is in die context dat de werkgevers stellen dat er geen ander alternatief is dan loonmatiging. Het is dat soort van beleid dat rechtse partijen, werkgevers en spijtig genoeg ook Europa willen bestendigen en versterken door verder aan de solidariteit te knagen. Het sociaal overleg moet de strategie uitwerken voor een nieuw groeimodel. Het sociaal overleg moet de defensieve loonkostendiscussie overstijgen. We moeten in overleg opnieuw de voorwaarden definiëren om een strategie te ontwikkelen voor een nieuw groeimodel. Een terugkeer naar het naoorlogse compromis ‘productiviteitsverhoging als motor voor loonsverhoging’ zal niet volstaan om de situatie te verbeteren. In België heeft een meerderheid van de sectoren het onderste uit de kan gehaald wat productiviteitsverhoging betreft, rekening houdend met de bestaande technologieën en de bestaande productenmix. Dit leidde tot een heel kapitaalintensieve industrie, maar ook tot massale herstructureringen en afbouw van de werkgelegenheid. De limieten van de verdere verbetering van de ‘efficiency’ voor de productie van steeds dezelfde producten komen steeds dichterbij of zijn al bereikt. Een nieuwe groeimodel via innovatie Daarom willen we werken aan een nieuwe dynamiek door innovatie. Dit betekent dat zowel de innovatie van bestaande productieprocessen als de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten nodig zijn. Bij zo’n nieuw groeimodel zal de nadruk gelegd worden op kwaliteit en creativiteit. Dit moet het mogelijk maken om de bestaande industrie, die zich op massaproductie richt, te behouden. Dit betekent ook dat we willen werken aan sociale innovatie en dus syndicale inspraak willen over de arbeidsinhoud en de arbeidsorganisatie. Natuurlijk ligt de bevoegdheid voor het industrieel en innovatiebeleid grotendeels bij de gewesten. We zullen dus op federaal niveau verder moeten uitzoeken welke meerwaarde afspraken op het federale niveau kunnen bieden aan dit gewestelijk beleid. Het is belangrijk dat we daar in slagen want anders zal de federale discussie over concurrentievermogen de facto beperkt blijven tot een discussie over loonkosten, sociale bijdragen en fiscaliteit. In afwachting is het nodig dat we op gewestelijk niveau een sterk onderbouwde visie uitwerken over het te voeren industrieel en innovatiebeleid. Dat is de bedoeling van dit comité. Eddy Van Lancker federaal secretaris ABVV