Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste...

124

Transcript of Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste...

Page 1: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd
Page 2: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

2

Inhoud

1. Inleiding ............................................................................................................................................ 4 2. Begeleiden op OVSG: Visie – Missie – Werkingscode in praktijk brengen ..................................... 7 3. Begeleiding 2016-17 in één (eerste) oogopslag .............................................................................. 8 4. Realisatie van de vier speerpunten ................................................................................................ 15

4.1. Speerpunt 1 Zorgzaam onderwijs.......................................................................................... 15 4.2. Speerpunt 2 Taal ................................................................................................................... 26 4.3. Speerpunt 3 Interne kwaliteitszorg ........................................................................................ 31 4.4. Speerpunt 4 Professionaliseren van directies en beleidsteams ........................................... 35

5. Prioriteiten ingegeven door actuele ontwikkelingen ....................................................................... 38 5.1. De pedagogische begeleiding zet in op STEM ..................................................................... 38

5.1.1. STEM-nascholingsaanbod ‘Goesting in STEM’ ............................................................ 38

5.1.2. De PBD zet in op samenwerking rond STEM ............................................................... 40 5.2. Duaal Leren ........................................................................................................................... 40 5.3. Omgaan met probleemgedrag: het traject Connect i.s.m. vzw Arktos .................................. 41 5.4. De weg naar actief pluralisme ............................................................................................... 42 5.5. Gezondheidsbeleid op school ............................................................................................... 43 5.6. Aandachtspunten voor toekomstig beleid ............................................................................. 43

6. Realisatie van de overige strategische doelen .............................................................................. 44 6.1. Op het niveau van begeleidingsinterventies en acties .......................................................... 44

6.1.1. Visieontwikkeling – ondersteunen (artistiek) pedagogisch project ................................ 44 6.1.2. Begeleiden na doorlichting ............................................................................................ 44 6.1.3. Internationalisering ........................................................................................................ 45 6.1.4. Lerende netwerken ........................................................................................................ 45

6.1.5. Volwassenenonderwijs .................................................................................................. 47 6.1.6. Uit de Startblokken met de aanvangsbegeleiding ......................................................... 47

6.2. Op het niveau van complementariteit nascholing – begeleiding ........................................... 48 6.3. Op het niveau van samenwerking met andere onderwijsactoren ......................................... 50

6.3.1. Formeel overleg inspectie en begeleiding ..................................................................... 50 6.3.2. Samenwerking met andere koepels .............................................................................. 50 6.3.3. Samenwerking met hogescholen en universiteiten ....................................................... 52

7. Kwaliteitsvolle werking van de pedagogische begeleidingsdienst ................................................. 56 7.1. Duurzaam en impactvol begeleiden ...................................................................................... 56 7.2. Netwerken en kwaliteitszorg .................................................................................................. 56 7.3. Pedagogische Raad .............................................................................................................. 57 7.4. Registratiesysteem ................................................................................................................ 58 7.5. Professionalisering van de PBD ............................................................................................ 58

7.5.1. Professionaliseringsbeleid ............................................................................................. 58 7.5.2. Starters in de PBD ......................................................................................................... 59

Page 3: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

3

7.6. Gids voor begeleiders ............................................................................................................ 59 7.7. Gemeenschappelijke bijeenkomsten ..................................................................................... 60

7.8. Effectmeting als onderdeel van een kwaliteitsbeleid ............................................................. 61 7.9. Communicatiebeleid .............................................................................................................. 63

7.9.1. Externe communicatie ................................................................................................... 63 7.9.2. Interne communicatie .................................................................................................... 63

8. Tot slot: krachtlijnen ....................................................................................................................... 64 8.1. Evenwichtig en verstandig omgaan met onze opdrachten en rollen, schakelen tussen macro-meso-micro ........................................................................................................................................ 64 8.2. Voor 2018-2021 een uitdagend én haalbaar begeleidingsplan formuleren, resultaatsgericht in een inspirerend format ....................................................................................................................... 64 8.3. Zorgzaam onderwijs als speerpunt aanhouden in een vernieuwd zorglandschap .................... 65 8.4. Onze rol bij interne en externe kwaliteitszorg blijven spelen, binnen de contouren van het (r)OK ........................................................................................................................................................... 66

8.5. Samen zoeken naar een heldere (her)formulering van duurzaam en onderbouwd begeleiden 66 8.6. Ontwikkelen van innovatieve materialen in functie van begeleidings- en vormingsdoelen ........ 67 8.7. Professionalisering en kennisdeling in de PBD blijven stimuleren ............................................. 67 8.8. Naar een nieuw DKO, structureel verankerd in onderwijs, en hoe dat te begeleiden ................ 67

Bijlagen .................................................................................................................................................. 69

Foto cover: GBS De Regenboog Wondelgem

Page 4: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

4

1. Inleiding

Dit verslag beschrijft de werking van de pedagogische begeleidingsdienst (PBD) van OVSG voor het schooljaar 2016-17. Het bouwt verder op het begeleidingsverslag 2015-2016 en behoudt grotendeels dezelfde structuur en concept. Het begeleidingsplan 2015-‘18 vormt ook dit jaar het referentiekader voor het verslag. Vooraleer in te gaan op de beschrijving en evaluatie van onze activiteiten van schooljaar 2016-2017 herhalen we in deze inleiding enkele uitgangspunten van het vorige verslag.

Begeleidingsplan 2015-2018 als instrument van interne kwaliteitszorg in de PBD

Zoals decretaal bepaald stelt de pedagogische begeleidingsdienst driejaarlijks een nieuw begeleidingsplan op en deelt dat plan mee aan de instellingen en aan de Vlaamse Regering. Ons begeleidingsplan 2015-2018 omvat de visie, de speerpunten, de doelstellingen en acties en het kwaliteitsbeleid voor de komende drie schooljaren.

Om dat plan op te stellen, hanteerden we verschillende referentiekaders. Samen met een kritische analyse van de eigen werking en een bevraging van de medewerkers vormden ze het uitgangspunt voor de invulling van het begeleidingsplan. De decretale opdrachten van de pedagogische begeleidingsdienst zoals omschreven in het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs (2009)1 waren richtinggevend.

Daarnaast vormden de aanbevelingen uit de evaluatierapporten van de commissie Monard2 een belangrijke inspiratiebron. We hebben onze lectuur van deze rapporten geëxpliciteerd en concreet gemaakt in de conceptnota ‘Tweemaal 5 uitdagingen’.3 Deze uitdagingen situeren zich zowel op organisatieniveau als op het vlak van de resultaatsgebieden/kernopdrachten van de PBD:

M.b.t. de resultaatsgebieden/kernopdrachten van de PBD:

1. De PBD wil met zijn begeleidingen effect creëren op de werkvloer.2. De PBD stemt nascholing en begeleiding op elkaar af en onderzoekt waar ze een

‘makelaarsrol’ kan opnemen.3. De PBD heeft bijzondere aandacht voor beginnende personeelsleden.4. De PBD reikt innovaties aan en stimuleert en ondersteunt scholen hierin.5. De PBD ontwikkelt materialen en instrumenten in functie van begeleidingsinitiatieven (ze

vormen geen doel op zich).

Op organisatieniveau:

6. Begeleidingsinitiatieven vertrekken vanuit een gezamenlijk theoretisch en wetenschappelijkonderbouwd referentiekader.

7. De PBD zet in op een niveau-overschrijdende werking met respect voor de eigenheid vande verschillende niveaus.

8. De PBD is een performante organisatie. Ze stelt duidelijke prioriteiten, hanteert eendoelgerichte strategie, heeft een efficiënte interne organisatie en investeert insamenwerkingsverbanden.

9. De PBD investeert in de professionalisering van haar medewerkers en maakt werk vankennis- en expertiseontwikkeling en deling en dit over de verschillende niveaus heen.

10. De PBD bouwt een kwaliteitszorgsysteem uit om bereik, tevredenheid, effectiviteit enefficiëntie van de begeleidingsinterventies na te gaan.

Deze 2 x 5 uitdagingen vormen dus de fundamenten van het begeleidingsplan 2015-‘18.

Verder verwijzen we naar de Beleidsnota 2014-2019 van de Vlaamse minister van Onderwijs, die richting gaf om onze werking af te stemmen op te verwachten beleidsevoluties.

1 Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs 8 mei 2009, artikel 15§1 2 Commissie o.l.v.de heer Georges Monard, Rapport evaluatie PBD, 2014 3 Tweemaal 5 uitdagingen. Conceptnota n.a.v. de opvolging rapport evaluatie PBD-OVSG, 2014

Page 5: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

5

Het begeleidingsplan 2015-18 kwam tot stand in overleg met alle medewerkers van de pedagogische begeleiding basis-, secundair, deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Ze dachten mee na over en gaven vorm aan de doelstellingen en acties.

Dit begeleidingsplan is participatief tot stand gekomen met het oog op het creëren van draagvlak. Tegelijk is er gezocht naar versterking van de gelijkgerichtheid over de verschillende niveaus en diensten heen.

We kozen er ook uitdrukkelijk voor om dit begeleidingsplan te construeren als een werkinstrument. Daartoe werd parallel aan het begeleidingsplan een Excel-versie gemaakt. Elke dienst kan aan de hand van dit instrument de doelen selecteren die voor de dienst van toepassing zijn en deze sorteren op schooljaar. Dat maakt het voor de coördinatoren en de medewerkers mogelijk om regelmatig de uitvoering van de doelstellingen te monitoren, de opgenomen acties te evalueren en waar nodig bij te sturen. Het plan fungeert dus ook als referentiekader om te reflecteren over de eigen werking als pedagogische begeleidingsdienst.

Dit werkinstrument vormt de leidraad van tussentijdse en jaarlijkse interne evaluaties op zowel dienstniveau als op het niveau van de gehele pedagogische begeleidingsdienst. Tegelijk vormt ook de visie op begeleiding een rode draad doorheen gesprekken en overleg. Tijdens dienstoverleg, functioneringsgesprekken, discussies... geeft de visie mee richting.

Het jaarlijkse begeleidingsverslag: evaluatieve synthese

Zoals decretaal bepaald legt de pedagogische begeleidingsdienst jaarlijks een verslag neer bij de Vlaamse Regering over de realisatie van het begeleidingsplan. Dit verslag is conform de afspraken die we met de overheid maakten rond het vorige verslag4.

Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd hebben aan de overheid als voorbereiding op de hervisitatie door de commissie Monard in het schooljaar 2017-2018. In dat dossier verzamelden we informatie die aantoont hoe we gewerkt hebben aan de aanbevelingen uit het evaluatierapport van de vorige visitatie (zie hoger de conceptnota ‘Tweemaal vijf uitdagingen’). Het spreekt voor zich dat veel van de activiteiten van dit schooljaar ook in dat informatiedossier beschreven en geanalyseerd werden. Waar relevant voor dit verslag hernemen we passages uit dat dossier.

We onderscheiden voor dit verslag drie grote doelgroepen:

- De overheid: synthetiserend verslag met beleidsaanbevelingen - Onze eigen organisatie: relevante interne communicatie met integratie van kwaliteitszorg - De klanten (besturen, scholen, centra, academies) en partners: verduidelijken van aanbod,

werking, doelen, effecten … (zie ook het omvattende jaarverslag OVSG)

Dit verslag beschrijft onze werking 2016-‘17 op een synthetiserende manier. Elk hoofdstuk vertrekt vanuit bevindingen, kleurt deze met cijfers, geeft duiding aan de evaluatie en formuleert aanbevelingen.

Voor de redactie van dit verslag is uitgegaan van een groot aantal kwantitatieve gegevens, die geregistreerd werden a.d.h.v. het nieuwe registratiesysteem van de PBD dat dit schooljaar voor de tweede keer gebruikt werd. Over opzet, werking en evaluatie van dit systeem verwijzen we naar hoofdstuk 7.

4 Zie het verslag van het overleg met de overheid van 16 februari 2016 waar nieuwe afspraken werden gemaakt over deze verslaggeving. Alle deelnemers aan het overleg vinden het wenselijk om de jaarlijkse rapportering meer ‘beleidsgericht’ te maken, om “[… ] geen te gedetailleerd jaarverslag meer op te stellen en te evolueren naar een meer evaluatief syntheseverslag waarin ook eigen accenten en beleidsaanbevelingen naar de overheid opgenomen zijn”.

Page 6: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

6

We refereren ook regelmatig naar relevant wetenschappelijk onderzoek waar we als pedagogische begeleiding bij betrokken zijn of gebruik van maken in functie van ons begeleidingsplan.

Daarnaast is gebruik gemaakt van verslagen, getuigenissen, publicaties en mondelinge toelichtingen.

Het verslag is als volgt opgebouwd.

In hoofdstuk 2 schetsen we hoe we dit schooljaar de visie en missie op begeleiden van OVSG ingezet hebben in ons begeleidingswerk en onze professionalisering.

Hoofdstuk 3 geeft ons in één (eerste) oogopslag het globale overzicht van contacten en interventies van de PBD op basis van de registraties.

In hoofdstuk 4 gaan we in op de realisatie van de prioriteiten (4 speerpunten) van het begeleidingsplan.

In hoofdstuk 5 brengen we verslag uit over een aantal begeleidingsactiviteiten die werden ingegeven door actuele ontwikkelingen.

Hoofdstuk 6 loodst ons door de overige decretale doelen uit het begeleidingsplan, op het niveau van de begeleidingsacties, van de complementariteit nascholing-begeleiding en van de samenwerking met andere onderwijsactoren.

In hoofdstuk 7 staan we stil bij de eigen interne kwaliteitszorg en professionalisering van de pedagogische begeleidingsdienst.

Globale conclusies worden gebundeld in hoofdstuk 8.

We verwijzen ook naar het begeleidingsverslag 2016-2017 van de Permanente Ondersteuningscel (POC) van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (OGO). Het POC OGO is geïntegreerd in het organogram van de PBD van OVSG. Het POC evolueerde ook in 2016-17 verder in de richting van een meer niveau-overstijgende werking, waarbij samengewerkt werd met de pedagogische begeleiders van de PBD-OVSG en PBD-POV. Het begeleidingsverslag van het POC beschrijft enerzijds hoe de doelstellingen die het POC voor zichzelf vooropstelde in haar eigen begeleidingsplan bereikt werden en kadert anderzijds de niveau-overstijgende acties die gerealiseerd werden. Dit verslag is opgenomen als bijlage 1.

Page 7: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

7

2. Begeleiden op OVSG: Visie – Missie – Werkingscode in praktijk brengen

Het begeleidingsplan 2015-2018 besteedt heel wat aandacht aan het expliciteren van onze visie op en de onderbouwing van onze begeleidingspraktijk. In de begeleidingsvisie van OVSG zijn de kernwaarden, de kernkwaliteiten van begeleiders en een aantal gewaagde doelen geformuleerd5:

• Kernwaarden: welke overtuigingen en principes volgen pedagogisch begeleiders van OVSG? o Begeleiden vanuit de specifieke lokale context o Grondhouding van gelijkwaardigheid, respect en geloof in de groeikracht

• Kernkwaliteiten: waarin blinken pedagogisch begeleiders van OVSG uit? o Respect voor de autonomie van onderwijsinstellingen en CLB’s o Houding van nabijheid en afstand met het oog op duurzame begeleiding

• Gewaagd doel: wat zijn de uitdagingen voor pedagogisch begeleiders van OVSG? o Begeleiding resulteert in beleidskrachtige onderwijsinstellingen en CLB’s. o Begeleiding leidt tot competentieontwikkeling van leraren en CLB-medewerkers

met duurzame effecten op de klas- en werkvloer. o Begeleiders faciliteren de uitbouw van professionele leergemeenschappen

en onderlinge kennisdeling. o Begeleiders staan model voor levenslang lerenden. o Begeleiders zijn promotoren van innovatie. o Complementariteit begeleidings- en nascholingsaanbod van OVSG. o Verbinden van praktijk, persoon en theorie.

De visie op begeleiding is richtinggevend voor de werking van de PBD. Deze visie is expliciet aanwezig in de strategische doelen van de organisatie. Maar visie, missie en werkingscode willen we ook actief uitdragen in onze begeleidingsopdracht. Ook in het schooljaar 2016-17 besteedden we aandacht aan de implementatie van deze visie en waken we er over om deze te verbinden met de dagdagelijkse begeleidingspraktijk.

In het professionaliseringsbeleid van onze pedagogische begeleidingsdienst, geven we praktijkgerichte toelichtingen over visie, missie, werkingscode systematisch een plaats: het is een belangrijk aandachtspunt in de aanvangsbegeleiding van nieuwe medewerkers en in elke gemeenschappelijke bijeenkomst verbinden we zowel plenaire toelichtingen als interactieve sessies waar mogelijk en relevant met deze visie uit het begeleidingsplan (zie verder over de gemeenschappelijke bijeenkomsten in hoofdstuk 7). Dit schooljaar hebben we verder werk gemaakt van een betere kennisdeling via de Gids voor begeleiders (zie verder in hoofdstuk 7).

5 Gids voor begeleiders, Visie op begeleiding. Kernwaarden, kernkwaliteiten en gewaagd doel, 2015

Page 8: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

8

3. Begeleiding 2016-17 in één (eerste) oogopslag

We starten dit hoofdstuk met een overzicht van de omkadering en organisatie om daarna dieper in te gaan op ons bereik.

Figuur 1: Organogram van de pedagogische begeleidingsdienst

Registratiesysteem

Vanaf schooljaar 2015-2016 werken we met een digitaal registratiesysteem waarin alle PBD-collega’s hun tijdsbesteding registreren volgens een aantal categorieën afgestemd op de decretale opdrachten en aansluitend bij ons begeleidingsplan 2015-2018. Deze tijdsregistratie is uitdrukkelijk gekaderd binnen onze interne kwaliteitszorg (zie verder in hoofdstuk 7).

Ook tijdens het schooljaar 2016-17 hebben we gebruik gemaakt van het registratiesysteem zoals het in het vorige verslag werd beschreven. De data en de analyse ervan moeten ons helpen om een beter zicht te krijgen op de verschillende begeleidingsinitiatieven die we als pedagogische begeleidingsdienst

Op 1 januari 2017 telde de afdeling Pedagogische Begeleiding van OVSG 83 FTE, waarvan • 63,2 FTE collega’s effectief begeleiden in onze instellingen (als adviseur,

begeleider, projectmedewerker …) • 8,7 FTE collega’s een coördinerende/leidinggevende functie hebben • 5,8 FTE collega’s studie- en ontwikkelingswerk leveren • 5,3 FTE collega’s administratieve ondersteuning bieden

Page 9: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

9

nemen. Ondertussen hebben we enkele bijsturingen van het systeem gedaan zodat de accuraatheid van de registratie is toegenomen (zie ook onder 7.6).

Daarnaast hebben we een inventaris gemaakt van de talrijke netwerken die we als PBD initiëren. Een kwantitatief en kwalitatief onderzoek moet ons helpen het overzicht te behouden en kwaliteitsindicatoren te definiëren en op te volgen (zie ook hoofdstuk 7).

Bereiken we al onze scholen, centra en academies?

BaO SO VO DKO Aantal instellingen in adressenbeheer 587 65 12 151 Aantal instelling waar contact in kader van begeleiding is geregistreerd 483 59 12 93

% bereik 82,30% 90,80% 100% 61,60%

In databeheer van OVSG zitten 587 instellingen (Bu)BaO. Voor 483 van deze scholen werden er voor het schooljaar 2016-2017 in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd. Dat is een bereik van 82,3% (vergelijking 15-16: 86,4 %).

In databeheer van OVSG zitten 65 instellingen SO (gewoon en buitengewoon). Voor 59 van deze scholen werden er voor het schooljaar 2016-2017 in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd. Dat is een bereik van 90,8% (vergelijking 15-16: 89,2 %).

In databeheer van OVSG zitten 12 instellingen VO. Voor al deze instellingen werden er voor het schooljaar 2016-2017 registraties ingevoerd. Dat is een bereik van 100% (vergelijking 15-16: 100 %).

In databeheer van OVSG zitten 151 instellingen DKO. Voor 93 van deze scholen werden er voor het schooljaar 2016-2017 in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd. Dat is een bereik van 61,6% (vergelijking 15-16: 70.2 %).

Steven De Laet, niveaucoördinator BaO reflecteert over deze cijfers: “Deze cijfers zijn besproken op de verschillende regiovergaderingen. Ze geven een vertekend beeld omdat heel wat van de scholen die geen registraties hebben, deelnemen aan (niet-geregistreerde) netwerken. De 17,7% niet geregistreerde scholen werden met alle medewerkers overlopen. Opvallende conclusie: slechts 2 scholen namen aan geen enkel initiatief deel. Deze scholen benaderen we actief om in kaart te brengen waarom ze niet aan de interventies van de begeleiding deelnemen.”

Hans Laureyn, niveaucoördinator DKO reflecteert over deze cijfers: “De daling van het aantal registraties van begeleidingstrajecten in academies DKO tijdens het voorbije schooljaar is te wijten aan een plotse daling van het inzetbare personeel binnen de dienst DKO door vervangingen, ziekte en het wegvallen van de pilootprojecten Musi’X en Kunstenbad. We bereikten wel een aantal academies waar we geen expliciete begeleidingen of trajecten hebben lopen op het beleidsplatform voor directies en schoolbesturen van 1 juni 2016 (zie verder). Deze cijfers zijn niet in de registratie opgenomen.”

Page 10: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

10

Als we de gegevens van het schooljaar 2016-17 vergelijken met die van het schooljaar 2015-16 stellen we vast dat de aantallen van bereikte scholen en bereikte doelgroepen op jaarbasis in dezelfde buurt liggen. Via ons systeem hebben we ook een perfect zicht – op naam – welke instelling we niet bereikt hebben. Dat laat ons toe om ook het niet-bereik te evalueren. Van bepaalde scholen weten de betrokken ankerfiguren dat er wel degelijk contacten zijn geweest (bijvoorbeeld via een netwerkmoment of een ontmoetingsdag). Van andere dit schooljaar niet-bereikte scholen weten we dan weer dat de contacten niet zo frequent/ niet jaarlijks zijn. Nu we voor het eerst gegevens van twee schooljaren kunnen benutten hebben we de analyse van bereik ook gedaan op basis van twee schooljaren. Deze analyse leert dat het bereik gemeten over een langere periode aanzienlijk stijgt. Dat bevestigt de hypothese die we in het verslag van vorig jaar ook al maakten: er zijn scholen/centra/academies waarmee we niet elk schooljaar contact hebben, maar die we in de loop van enkele schooljaren wel bereiken. Bereik 2016-17 2015-16 én 2016-17 exclusief Gent/Antwerpen BaO 82,30% 93,50% 98% SO 90,90% 93,80% 100% VO 100% 100%

DKO 61,60% 86,10%

In databeheer van OVSG zitten 587 instellingen (Bu)BaO. Voor 540 van deze scholen werden er in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd gedurende de vermelde periode. Dat is een bereik van 92%. Als we de 6 Franstalige scholen buiten beschouwing laten, komen we op een bereik van 93,5%.

Voor de scholen die behoren tot de stad Gent en de stad Antwerpen is er ook overkoepelende begeleiding in samenwerking met de stedelijke pedagogische begeleidingsdienst. Hierbij zijn o.a. ook afspraken gemaakt over de scholen die de stedelijke begeleidingsdienst zelf ondersteunt en waar wij als PBD niet over de vloer komen. Hierdoor kan het aantal niet bereikte scholen teruggebracht worden van 47 naar 17. Dat is dan voor (Bu)BaO een bereik van 98%.

In databeheer van OVSG zitten 65 instellingen (Bu)SO. Voor 61 van deze scholen werden er in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd. Dat is een bereik van 93,8%. Ook hier hebben we afspraken met de stad Gent en Stad Antwerpen waardoor het aantal niet bereikte scholen kan teruggebracht worden van 4 naar 0. Dat is dan voor (Bu)SO een bereik van 100%).

In databeheer van OVSG zitten 151 instellingen DKO. Voor 130 van deze scholen werden er in het registratiesysteem begeleidingen geregistreerd. Dat is een bereik van 86,1%.

Page 11: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

11

Wie bereiken we?

Het registratiesysteem laat ons toe om ook voor dit schooljaar na te gaan welke doelgroepen we het afgelopen jaar met een bepaalde begeleidingsinterventie bereikt hebben.

Als we de cijfers van 2016-17 vergelijken met die van 2015-16 zien we geen echte grote verschuivingen. De leidinggevenden (21.33%) en deelteams (24.39%) blijven onze belangrijkste contactgroepen in de scholen, gevolgd door schoolteams (20.81%) en individuele personeelsleden (18%), waaronder personeelsleden met een specifieke opdracht (12.42%) en starters (1.89%). Dat wil dus zeggen dat we als pedagogische begeleidingsdienst zowel met de directeur als met verschillende teamleden werken.

Figuur 2: Contacten PBD verdeeld per doelgroep (%)

5,99

20,00

21,62

21,43

4,44

2,39

13,36

7,26

3,51

6,72

21,33

20,81

24,39

3,75

1,87

12,42

5,31

3,40

Bestuur

Leidinggevende(n)

Team

Deelteam

Personeelslid

Beginnende personeelsleden

Personeel met specifieke opdracht

Netwerk

Andere

Rubriek begeleiding PBD - doelgroep in % over 2 schooljaren

16-17 15-16

Page 12: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

12

Waarover gaan onze begeleidingscontacten?

Bij het registreren verzamelen we informatie over het (thematisch) domein van de begeleiding. Ook deze keuzelijst is samengesteld op basis van de decretale opdrachten. Bij het registreren van de begeleidingscontacten kunnen de begeleiders maar één thema tegelijk aanvinken. Ze moeten dus het thema aanvinken dat volgens hen voor die bepaalde begeleiding het meest relevant is.

Figuur 3: Contacten PBD verdeeld per onderwerp (%)

Interventies n.a.v. een doorlichting zijn goed voor een vijfde van alle contacten.

Contacten gerelateerd aan zorg (‘competentieontwikkeling’’ en 'gelijke onderwijskansen') scoren prominent: samen 21,76%. Opvallend is wel een verschuiving van GOK naar Competentieontwikkeling. We kunnen dit verklaren door het M-decreet, de waarborgregeling en de voorbereidingen op de ondersteuningsnetwerken.

1,23

3,18

2,82

9,23

8,14

4,05

6,04

5,88

6,88

13,50

8,10

17,43

13,52

0,78

2,77

2,92

7,68

4,70

5,10

4,60

2,20

11,28

17,06

8,38

19,65

12,88

ICT-beleid

Implementeren (nieuwe) leerplannen

(artistiek) (ped)agogisch project

Veranderingsprocessen

Gelijke onderwijskansen

Beleidsvoerend vermogen

Professionaliseringsbeleid

Talenbeleid

Integrale kwaliteitszorg

Competentieontwikkeling

Implementeren van innovatie/project

Doorlichting

Andere

Rubriek begeleiding PBD onderwerpen in % over 2 schooljaren16-17 15-16

Page 13: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

13

Ook het begeleiden van veranderingsprocessen en implementeren van innovaties (beide bijna 10%) zijn belangrijke thema’s. Deze interventies zijn zeer gevarieerd van invulling, gaande van het implementeren van leerplannen tot ondersteuning bij kwaliteitsontwikkeling.

De voorgestelde cijfers moeten we met de nodige omzichtigheid interpreteren. Bij het registreren kozen we ervoor om aan een begeleiding één thema en één doelgroep te koppelen. Begeleiding is echter een complex proces waarbij tijdens een interventie verschillende opdrachten samen aan bod komen en waarbij verschillende doelgroepen betrokken zijn. De analyse en bespreking van de resultaten leert ons dat de keuze voor slechts één thema en één doelgroep geen recht doet aan de feitelijke variatie van thema’s of invalshoeken die in een begeleidingsactiviteit van toepassing zijn.

Deze manier van registreren is zeker een aandachtspunt voor de categorie ‘begeleiding na doorlichting’. De inhoudelijke focus of foci van dit type van begeleiding worden nu onvoldoende gecapteerd. Dat is mogelijks een verklaring voor of minstens een kanttekening bij de relatief lage score voor ‘talenbeleid’.

Sommige decretale opdrachten zijn in élk begeleidingsverhaal systematisch aanwezig maar worden niet altijd als dusdanig ‘geregistreerd’. Dit is bijvoorbeeld zeker het geval voor een thema als integrale kwaliteitszorg (IKZ), dat we niet los kunnen zien van professionaliseringsbeleid, beleidsvoerend vermogen, (artistiek) pedagogisch project … We stoten hier op de grenzen van ‘registreerbaarheid’ van complexe processen. Het zal ons aanzetten om voor het nieuwe begeleidingsplan de categorieën waarop we registreren goed te overwegen en zo nodig bij te sturen (zonder evenwel langdurige vergelijking over meerdere cycli van begeleidingsplannen heen onmogelijk te maken).

Ellen Van den Block, niveaucoördinator SOVO: “Zo leert reflectie door het team SOVO dat begeleiding rond taalontwikkelend vakonderwijs vaak wordt meegenomen in begeleidingen met vakleraren of in het kader van andere thema’s zoals evaluatiebeleid. Deze aanpak ‘tikt niet aan’ in het registratiesysteem bij ‘talenbeleid’ maar biedt wel meer kans op effect in de klas, vermijdt weerstand bij niet-taalleraren of de reflex dat taal ‘niet voor ons’ is..”

Hans Laureyn, niveaucoördinator DKO neemt de verschuivingen van onderwerpen binnen het DKO onder de loep: “Deze zijn als volgt te verklaren:

1. Aanzienlijke vermindering van het aantal ‘andere’ is m.i. te wijten aan het meer vertrouwd raken met het registratiesysteem, waardoor steeds meer kleinere begeleidingsopdrachten onder de juiste paraplu worden geplaatst.

2. Doordat de pilootprojecten sinds 1 september 16 uit onze PBD zijn verdwenen, is er een aanzienlijke afname van het aantal uren besteed aan het implementeren van een innovatie/project.

3. De grote toename ivm kwaliteitszorg is uiteraard te wijten aan het ROK dat in 16-17 het licht zag.

4. De toename van het aandeel in veranderingsprocessen komt doordat vorig schooljaar er vanuit de PBD veel is meegedacht aan de inhoudelijke vernieuwing van het DKO.

5. Ook vorig schooljaar werden er samen met AHOVOKS basiscompetenties/eindtermen ontwikkeld ifv de inhoudelijke vernieuwing. Hierdoor is het aandeel ‘implementeren van nieuwe leerplannen’ toegenomen. Voor de rest zijn er vorig schooljaar geen nieuwe leerplannen as such ontwikkeld.

Page 14: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

14

Conclusie

We ervaren dit jaar opnieuw dat de analyse van de registratiegegevens een waardevolle bijdrage levert aan onze verslaggeving. Het is zeker een meerwaarde nu we voor de eerste keer kunnen vergelijken tussen schooljaren én voor bepaalde analyse analyseren over twee schooljaren heen (zie bijvoorbeeld voor ‘bereik’). Uiteraard kunnen we op basis van twee meetpunten nog geen trends afleiden, maar het kan wel de reflectie over de gegevens verrijken en verdiepen.

We herhalen de noodzaak om dit systeem voortdurend te evalueren en bij te sturen, niet alleen in functie van het jaarverslag aan de overheid, maar veel meer nog in het kader van onze interne kwaliteitszorg en de dreigende planlast (zie ook verder). We beschouwen dit als een leerproces waarvan we hopen in het volgende Begeleidingsplan 2018-2021 de vruchten te plukken.

We willen bijsturen in functie van de gebruiksvriendelijkheid voor de collega’s die hun activiteiten registreren. Vanuit organisatiestandpunt moeten we bijsturen in functie van het gebruik van deze data in het kader van onze interne kwaliteitszorg. Zo zal het een uitdaging zijn het registratiesysteem inhoudelijk af te stemmen op het nieuwe Begeleidingsplan.

Ook dit jaar herhalen we onze overtuiging: de onderbouwing met cijfers beschouwen we als één van onze bronnen van verslaggeving; om in de diepte weer te geven en te begrijpen wat begeleidingswerk in onze instellingen teweegbrengt, hebben we nood aan andere bronnen: reflecties van begeleiders, getuigenissen, praktijkvoorbeelden …

Page 15: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

15

4. Realisatie van de vier speerpunten

4.1. Speerpunt 1 Zorgzaam onderwijs

Een thema dat ook in 2016-17 zeer veel aandacht kreeg, als speerpunt en vanuit niveau-overstijgend perspectief, is zorgzaam onderwijs. De wijze waarop we dit thema in onze begeleiding integreren toont hoe we onze organisatie moeten afstemmen en zonodig bijsturen onder invloed van actuele onderwijskundige ontwikkelingen.

Wat zijn de belangrijkste verwezenlijkingen 2016-2017?

Anno 2017 kunnen we onze ondersteuning van de implementatie van het M-decreet en onze begeleidingsactiviteiten samenvatten in een matrix die diverse ondersteuningsinitiatieven combineert met verschillende doelgroepen:

Figuur 4: Matrix speerpunt 1 Zorg

Page 16: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

16

Niveau-overstijgend zorgoverleg

Wat de interne organisatie betreft hebben we het niveau-overstijgend zorgoverleg dat we in het schooljaar 2015-2016 installeerden, verdergezet: alle begeleiders die met zorg of GOK te maken hebben uit alle onderwijsniveaus, inclusief het deeltijds kunstonderwijs, komen maandelijks samen in een zorgoverleg. Een van de zorgbegeleiders coördineert en modereert het overleg.

De permanente ondersteuningscel (POC) van de CLB’s is er ook vertegenwoordigd om de verbinding te maken tussen zorgbeleid en de centra voor leerlingenbegeleiding. Aan dit zorgoverleg neemt ook een stafmedewerker van de studie- en ontwikkelingsdienst deel.

Deze structuur bood ook dit jaar een stevig kader om de zorgbegeleiders zelf

de kans te geven voortdurend te professionaliseren en info, kennis en ervaringen te delen. Daarnaast is er intensieve samenwerking met de andere begeleiders en pedagogisch adviseurs. In de geest van onze visie op begeleiding waken we over een goed evenwicht tussen materiaalontwikkeling, begeleiden op vraag van scholen, netwerken organiseren, zelf een ondersteuningsaanbod ontwikkelen en vorming aanreiken (zie matrix).

Zorgcontactdagen en begeleiding

De evolutie van de pre-waarborgregeling naar een meer uitgebreide waarborgregeling vroeg een grote tijdsinvestering van de zorgbegeleiders. We kozen er bijgevolg voor om dit jaar twee zorgcontactdagen te organiseren, in tegenstelling tot drie zoals vorig schooljaar. Na evaluatie van de zorgcontactdagen van vorig jaar, opteerden we om tijdens de twee

zorgcontactdagen éénzelfde thema te behandelen. Het thema was “verbindend en oplossingsgericht samenwerken”. Op die manier konden we dieper ingaan op het thema en was er ruimte om de deelnemers te ondersteunen bij de implementatie op school. Ook op het niveau secundair onderwijs werd rond dit thema gewerkt in netwerken met leerlingbegeleiders van verschillende scholen.

Zorg voor Brussel

In opvolging van het voorrangsbeleid Brussel (VBB) zette de PBD twee competentiebegeleiders expliciet in voor de Brusselse scholen. Deze begeleiders werkten in 38 Brusselse basisscholen intensief aan competentieontwikkeling, gelijke onderwijskansen, visieontwikkeling en interne kwaliteitszorg. Voor deze grote en complexe doelgroep ging veel aandacht naar preventieve basiszorg.

Deze begeleiders gingen ook schooloverstijgend aan de slag in de netwerken voor zorgcoördinatoren en in de netwerken voor zorgondersteuners, georganiseerd per scholengemeenschap over de thema’s binnenklasdifferentiatie, omgaan met meertaligheid, effectief onderwijs organiseren. Ze bereikten hiermee alle scholen van het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Gemiddeld 17,06 % van de geregistreerde begeleidingstijd ging dit jaar naar competentie-ontwikkeling in de scholen en gemiddeld 4,7% naar GOK. Dat is een toename voor competentie-ontwikkeling en afname voor GOK. Wanneer we de cijfers verder analyseren naar onderwijsniveau, merken we dat in het basisonderwijs 26% van de interventies zorggerelateerd is. Voor secundair en volwassenenonderwijs en voor deeltijds kunstonderwijs was dit respectievelijk 15 % en 5%.

20 zorgbegeleiders waaronder 12 competentiebegeleiders bereikten op 2 zorgcontactdagen 226 scholen en 348 deelnemers.

Page 17: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

17

Er was steeds transfer naar directies en coördinerend directeurs via de reguliere begeleiding, alsook samenwerking met het CLB via overleg en via deelname aan de netwerken zorg.

De begeleiders namen ook deel aan het bovenschools overleg met het Onderwijscentrum Brussel (OCB), met als doel de begeleiding/ondersteuning in de scholen af te stemmen. Hierbij gebeurde ook een overdracht van expertise van het Onderwijscentrum Brussel naar OVSG en vice versa om eveneens de reguliere begeleiding in de rand rond Brussel te versterken

Prioritaire nascholing: Expeditie M6

In het schooljaar 2016-2017 werd het prioriteit nascholingsproject ‘Expeditie M’ een tweede jaar gerealiseerd. Expeditie M is een project van OVSG en POV dat twee doelen heeft: (1) de basiscompetenties van leerkrachten verbreden en verdiepen zodat ze inclusiever les kunnen geven en (2) leraren(teams) ondersteunen in het verbindend samenwerken aan competentieontwikkeling. De

begeleiding van de basisscholen, die intekenden voor het project, werd opgenomen door trajectbegeleiders van OVSG, de begeleiding van de secundaire scholen door trajectbegeleiders van POV.

Inhoudelijk gelijkt het project sterk op dat van 2015-2016, maar er werden wel enkele aanpassingen doorgevoerd. De volgende denkkaders kwamen opnieuw aan bod: inclusie, HGW, zorgcontinuüm, redelijke aanpassingen en Universal Design for Learning (UDL). Prodia werd, in tegenstelling tot 2015-2016, niet langer aangeboden omdat dit vooral gericht is op CLB’s en minder op schoolteams. Er werd, op basis van de ervaringen uit het eerste jaar Expeditie M, ook meer aandacht besteed aan de toepassing van HGW in de praktijk. Dit deden trajectbegeleiders o.m. door het aanbieden van materialen en oefeningen rond het formuleren van onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Daarnaast werden ook bijkomende werktafels voor schoolteams en een bijkomende terugkomsessie voor kernteams georganiseerd met als thema ‘communiceren met ouders en leerlingen over redelijke aanpassingen’.

Vervolgens werden er ook nieuwe projectpartners gevraagd voor het nascholingstraject. In plaats van met hogeschool Odisee werd samengewerkt met dr. Ludo Heylen van het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs (CEGO) en de collega’s van de Koepel van Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (KOOGO).

Net zoals in 2015-2016 was Expeditie M ook in 2016-2017 een proeftuin voor systematische effectiviteitsmeting volgens het model van Guskey. Op basis van ervaringen uit het voorgaande jaar werd het evaluatiesysteem bijgestuurd en geoptimaliseerd. Daarnaast werden ervaringen m.b.t. het evalueren van de effectiviteit van Expeditie M gedeeld met alle begeleiders van OVSG tijdens workshops op een gemeenschappelijke bijeenkomst in december 2016 (zie ook verder hoofdstuk 7).

De studie- en ontwikkelingsdienst van OVSG nam, net zoals in 2015-2016, een coördinerende rol op in dit project. Op regelmatige basis werd er overleg gepleegd met en feedback gegeven aan de overheid.

Tenslotte werd ‘Expeditie M’ in mei en juni 2016 grondig herwerkt zodat in schooljaar 2017-2018 een verdiepend traject ‘Expeditie M’ kan worden aangeboden. Tijdens deze twee maanden konden scholen intekenen en werden er reeds pre-intakes georganiseerd waarin de doelstellingen en inhouden van het herwerkte nascholingsproject grondig werden toegelicht.

6 Trajectbeschrijving: http://www.ovsg.be/bijlage/EXPEDITIE%20M.pdf

In totaal werden via Expeditie M, voor OVSG en POV samen, 394 personeelsleden in het basisonderwijs en 587 personeelsleden in het secundair onderwijs bereikt. Dit komt neer op 16 schoolteams basisonderwijs en 9 schoolteams secundair onderwijs. In totaal werden 216 sessies gegeven.

Page 18: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

18

Netwerken buitengewoon onderwijs

Specifieke netwerken voor collega’s buitengewoon onderwijs zoals netwerk type basisaanbod, netwerk type 9, netwerk type 3, netwerk ortho/psycho, netwerk GON/ION … brachten collega’s bovenschools samen en zorgden voor kennismaking met nieuwe inzichten enerzijds en uitwisseling van praktijk anderzijds.

In nauwe samenwerking met het werkveld (via netwerken met directies en leerkrachten), werd een visie ontwikkeld op de 2 nieuwe types van buitengewoon onderwijs: type basisaanbod7 en type 98. Ook de richtlijnen voor de evaluatie na 2 jaar type basisaanbod werden vastgelegd.

Figuur 5: Aanbod BuSO

7 Zie document ‘Visie op type Basisaanbod’ – 09/2016 8 Zie document ‘Visie op type 9’ – 12/2016

Begeleiders buitengewoon basisonderwijs organiseerden 28 netwerkmomenten, directeurenplatforms/intervisies en een driedaags seminarie en bereikten hiermee alle 38 scholen van het buitengewoon basisonderwijs. De pedagogisch adviseurs buitengewoon secundair onderwijs organiseerden in totaal 33 netwerkmomenten rond verschillende thema’s en 6 vormingsdagen voor ortho’s, zorgcoördinatoren en leerkrachten (bu)so, en een driedaags seminarie voor directies buitengewoon secundair onderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs bereikten we zo alle doelgroepscholen.

Page 19: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

19

Zorg in het deeltijds kunstonderwijs

Het zorgverhaal werd ook door het DKO mee opgenomen, alhoewel hier geen decretale verplichting is. OVSG vond het echter aangewezen om als PBD hierin een voortrekkersrol op te nemen. Het DKO heeft hiervoor een eigen stappenplan ‘Zorg in het DKO’ uitgewerkt.

Binnen de extra aandacht voor zorg zijn er ontmoetingen tussen startende zorgleraren (in het DKO) en ervaren orthopedagogen.

Waarborgregeling en GON-ondersteuning

Gedurende het schooljaar 2016 -2017 werd duidelijk dat de GON-werking niet gecontinueerd zou worden. Ondertussen liep de waarborgregeling. Er heerste een vermoeden dat de GON-werking meer richting waarborgregeling zou evolueren. Zowel vanuit eigen visie als op vraag van onze scholen brachten we daarom de GON- en waarborgwerking bij elkaar en focusten op de rol ‘begeleiden van leraren’ waar de meeste GON-medewerkers minder vertrouwd mee zijn.

Vorig schooljaar hadden we voor GON volgende netwerken:

• Overleg GON-coördinatoren (2x, en de laatste keer is vervangen door een bijeenkomst in het Huis van het Nederlands waar we onze Quick Start voorgesteld hebben, met de directies er dus ook bij)

• Netwerk voor GON-begeleiders met als thema ‘ondersteunen van leraren’ • Uitwisseldag voor GON-begeleiders en waarborgcoaches: deze dag vond plaats in 3 regio’s

(oost, west, centraal) Al deze netwerken waren niveau-overstijgend.

Van pre-waarborg via waarborg naar ondersteuningsnetwerken9

Het M-decreet voorziet een waarborgregeling zodat bij een daling van het leerlingenaantal in het buitengewoon onderwijs, de vrijgekomen middelen ingezet kunnen worden voor de ondersteuning van leerkrachten in het gewoon onderwijs in het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

In 2015-2016 werd een pre-waarborgregeling opgestart. Uit tellingen van 1 februari 2016 bleek dat de daling van het aantal leerlingen in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs zich doorzette. De pre-waarborgregeling werd in het schooljaar 2016-2017 bijgevolg verdergezet in de waarborgregeling voor beide onderwijsniveaus.

Waar het pre-waarborgproject van 2015-2016 nog kleinschalig was, zijn de waarborgmiddelen in 2016-2017 exponentieel gegroeid. Dit had uiteraard een impact op de aanpak van de PBD.

OVSG koos er dit schooljaar voor om de middelen zo in te zetten dat per scholengemeenschap zeker één school een waarborgcoach over de klasvloer kreeg. De focus van het waarborgproject lag op het leerkrachtgericht ondersteunen. Als PBD hielden we bij al onze interventies en contacten het bovenliggende doel in de aandacht van de betrokken teams. We citeren uit het eindverslag:

“Het strategisch doel is het organiseren van kwaliteitsvolle collegiale ondersteuning op de klasvloer in het gewoon onderwijs door de middelen voldoende substantieel en zonder versnippering in te zetten vanuit scholen voor buitengewoon basisonderwijs teneinde leerkrachten en leerkrachtenteams in het

9 Zie artikels Imago ‘Ondersteuningsnetwerken, de puzzel is gelegd’ en ‘Pedagogische begeleiding ondersteunt netwerken’ – 09/2017

Op deze GON-netwerken mochten we 111 collega’s uit 22 diensten/scholen ondersteunen.

Page 20: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

20

gewoon basisonderwijs in de praktijk effectief handelingsbekwamer te maken in hun onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.10

Bij de opstart van het waarborgproject maakte de waarborgcoach een beginsituatie-analyse op. Na het verkennen van de beginsituatie diepte de waarborgcoach samen met de leerkracht de zorgvraag uit. Vertrekkend vanuit de noden van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften, gingen waarborgcoach en leerkracht samen aan de slag op de klasvloer. Hierbij maakte de waarborgcoach een handelingsplan op met de leerkrachtgerichte doelen. Er werden methodieken en werkvormen uitgewerkt, materialen en hulpmiddelen aangebracht, maar de waarborgcoach legde zich ook toe op het voeren van coachingsgesprekken om leerkrachten te ondersteunen in hun aanpak.

De PBD volgde de waarborgprojecten van dichtbij op. Voor elke regio werd een zorgbegeleider aangesteld bij wie de scholen terecht konden voor schoolspecifieke vraaggestuurde begeleiding.

In elke regio vond een startdag en een terugkomdag plaats voor alle betrokkenen (directies, waarborgcoaches en zoco’s). Specifiek voor de waarborgcoaches organiseerden we in elke regio vijf vormingen. Daarnaast werden regio-overschrijdend nog twee verdiepende vormingen gegeven.

Om de projecten te evalueren, deden we in februari 2017 een digitale bevraging vertrekkend vanuit het strategisch doel. In de periode maart-april werden vrijwel alle waarborgprojecten ter plekke bezocht om te peilen naar de bevindingen van de betrokkenen. Zo kregen we zicht op zowel de ideeën en het handelen van de deelnemende scholen. Hieruit bleek dat het waarborgproject een succesverhaal was en dat scholen de waarborgcoach als een meerwaarde ervaren.

Vanaf 1 september 2017 worden de middelen van waarborg en GON samengenomen en stapt elke school in het nieuwe ondersteuningsmodel.

Als pedagogisch begeleidingsdienst stelden we een aantal indicatoren vast die in grote mate het succes verklaren van de werking. Cruciale factoren in de samenwerking zijn de communicatie, transparantie en het investeren in een psychologisch veilige werkomgeving. (wat geen evidentie is gezien de participanten voor andere instellingen werken ieder met een eigen cultuur). Deze inzichten worden belangrijke uitgangspunten voor de ondersteuning van de ondersteuningsnetwerken waar nog meer actoren bij betrokken zijn.

De omzendbrief van 2 juni 2017 bepaalde hoe vanaf 1 september 2017 met de invoering van ondersteuningsnetwerken een nieuw ondersteuningsmodel in werking zou treden voor de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Voor leerlingen die meer nodig hebben dan basiszorg of verhoogde zorg, kunnen scholen voor gewoon onderwijs vanaf 1 september 2017 ondersteuning krijgen vanuit het ondersteuningsnetwerk waarbij ze zijn aangesloten. In dit ondersteuningsnetwerk brengen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs op gelijkwaardige basis en in co-creatie de expertise samen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de leraren(teams) die met deze leerlingen werken, te ondersteunen.

Het was voor de PBD een heksentoer om de organisatie van de netwerken op deze extreem korte termijn rond te krijgen. Hoewel de PBD de zaken snel en flexibel heeft aangepakt, heeft het opzetten van deze netwerken toch een enorme druk gelegd. Dit alles heeft immers ook repercussies op het niveau van de organisatie, o.m. in het aanpassen van overlegstructuren, personeelsbeleid etc. De PBD werkte met man en macht om de snelle installatiegids voor ondersteuningsnetwerken tijdig uit te brengen.

10 Eindverslag waarborgregeling – 06/2017

115 gewone basisscholen en 19 buitengewone basisscholen namen deel aan het project.

Page 21: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

21

(Kans)armoede

De registratiegegevens maken duidelijk dat het M-decreet, (pre)waarborgregeling, (oprichting van) ondersteuningsnetwerken de voorziene begeleidingstijd voor zorg inpalmen. Daardoor ontstaat een verminderde aandacht voor GOK- en (kans)armoedewerking. De aspecten van deze werking is impliciet geïntegreerd in reguliere en competentiebegeleiding. Toch willen we deze werking in een volgend begeleidingsplan terug meer expliciet op de voorgrond laten treden. Een recent rapport van het Rekenhof ondersteunt deze ambitie.

Dat zet ons uiteraard tot denken aan. De reflectie die we vorig jaar maakten blijft overeind: hoewel kansarmoede expliciet of impliciet wordt meegenomen in alle zorgbegeleidingen, ervaren we dat in een aantal gevallen in het reguliere onderwijs de focus is verlegd en de eigenlijke GOK-aanpak (aan de hand van een GOK-plan op basis van de SES-indicatoren) ondergesneeuwd is geraakt of onvoldoende aandacht krijgt. Hier ligt zeker een uitdaging voor de scholen van zowel basis- als secundair onderwijs en voor de begeleiders om deze scholen te ondersteunen in de ontwikkeling van een geïntegreerd zorgbeleid, waarin aandacht voor GOK een duidelijke plaats krijgt. Tegelijk genereren de talrijke raakpunten tussen kansarmoede, waarborgregeling, diversiteit, M-decreet … heel wat mogelijkheden om een geïntegreerd zorgbeleid te voeren vanuit diverse vertrekpunten. De wisselwerking tussen deze verschillende invalshoeken kan dan worden gebruikt als motor voor ontwikkeling.

Elke Couvreur, stafmedewerker SOD licht toe: “In juni 2017 ontwikkelde de werkgroep ‘buitengewoon onderwijs’ een ‘snelle installatiegids voor ondersteuningsteams’. Deze brochure start met een inleiding die verduidelijkt waarom ondersteuningsnetwerken nodig zijn en wat hun voornaamste kenmerken zijn. Vervolgens reikt de PBD een vijfdelig stappenplan aan om ondersteuningsteams verder op weg te zetten. Bij elk van deze stappen horen concrete werkdocumenten.”

Page 22: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

22

Instrumenten en materialen

Door het nieuwe ondersteuningsmodel, ervaringen op het werkveld en verduidelijkingen in de regelgeving ontstond de nood aan een herwerkte versie van het ZOLSO-schema. Dit werd opgenomen door de zorggroep.

Tijdens begeleidingen wordt gebruikt gemaakt van zorgscreening, in samenspraak met adviseur en zorgbegeleider.

Een werkgroep werd opgericht om tegemoet te komen aan de vraag van scholen over hoe ze de administratie van leerlinggebonden zorg moeten bijhouden. Men werkte begeleidingsmateriaal uit om scholen te helpen een synthese van leerlinggebonden zorg bij te houden zonder de planlast te veel te verhogen. Ondertussen zit de werkgroep in de eindfase en wordt dit verder gefinaliseerd door het thema-overleg brede basiszorg en verhoogde zorg.

Ellen Van den Block, coördinator SOVO licht toe: “Vanuit SO stellen we vast dat het profiel van onze scholen daar ook mogelijk iets mee te maken heeft. Het gaat vaak om scholen die ofwel met een erg grote kansarmoedeproblematiek geconfronteerd worden (waardoor het in alles verweven zit) of weinig tot niet met kansarmoede geconfronteerd worden (waardoor het thema niet echt leeft). Beide invalshoeken zorgen ervoor dat er niet echt expliciet rond kansarmoede wordt gewerkt. Binnen de begeleiding SO stellen we vast dat vragen rond GOK-begeleiding vaak te maken hebben met het in orde zijn met de plannen en minder met de implementatie er van. We zien ook dat de implementatie in de school vaak moeilijk loopt omwille van onvoldoende betrokkenheid van het beleid op dit thema, onvoldoende mandaat van de coördinator en omwille van de veelheid aan collega's die met het thema bezig zijn waardoor er geen echt geïntegreerd beleid is. Leerlingenbegeleiding (zorg) is dus heel erg versnipperd: een leerlingenbegeleider, een GOK-coordinator,een trajectbegeleider, een vervolgschoolcoach, soms ook nog ondersteuners... Daarenboven hebben deze collega's vaak niet het mandaat om het beleid geïmplementeerd te krijgen tot op de klasvloer. Om geïntegreerd werken binnen de school te stimuleren en zorgbeleid ook echt te implementeren, zetten we vanuit de begeleidingsdienst in op geïntegreerde zorgbegeleiding. Leerlingbegeleiders, trajectbegeleiders, vervolgschoolcoaches zijn samen welkom op initiatieven. Heel concreet organiseerden we ook een ontmoetingsdag voor directies rond het thema zorg (juni 2016) waarbij we verbreedden naar leerlingbegeleiders op school. Op deze ontmoetingsdag gingen we beleidsmatig in op het nieuwe decreet leerlingenbegegeleiding en deelden scholen good-practices ivm zorg. De directeur mee betrekken bij het zorgbeleid is volgens ons een sleutel om ook de implementatie ervan binnen de school te bewerkstelligen. Kansarmoede is een peiler die daarin zeker moet meegenomen worden.”

Page 23: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

23

Portretten M 11

Voor de netoverstijgende samenwerking rond competentieontwikkeling/inclusie verwijzen we naar het verslag in bijlage 2 (zie ook hoofdstuk 6).

11 Zie artikel Imago ‘Dubbelportretten inclusie: iedereen leert van elkaar’ – 09/2017 en via https://www.ovsg.be/portretten-m/

Portretten M Wat betekent een leraar voor een leerling? En wat leert die leraar op zijn beurt van de leerling? Dat is de rode draad door de vijf dubbelportretten die studenten van Universiteit Gent (Vakgroep Orthopedagogiek) maakten in samenwerking met OVSG. Telkens gaat het om een leerling met een beperking, van welke aard dan ook. In alle dubbelportretten blijkt dat er een wisselwerking ontstaat waarin beide partijen van elkaar leren. Deze portretten werden door de studenten gemaakt via de werkwijze van portraiture-onderzoek. Via hun onderzoek geven ze de toepassing van het M-decreet een gezicht. Vervolgens analyseerde een nieuwe groep studenten de portretten. Zij zochten naar de ‘rode draden’ in de portretten. Welke elementen spelen een belangrijke rol in inclusieverhalen en kunnen inspirerend zijn voor de praktijk? Deze analyse begeleidt de portretten en kan gebruikt worden voor reflectie in lerarenteams of ondersteuningsnetwerken.

Project Potential In 2016-2017 nam OVSG deel aan het onderzoeksproject ‘Power to teach all’ of afgekort ‘Potential’. Dit project zet in op de competentieontwikkeling van (toekomstige) leraren en teams om inclusieve leeromgevingen te leren creëren. In het project zijn er vier lerende netwerken: diversiteit (1), professionalisering (2), samenwerking (3) en missing voices (4). Ieder netwerk kwam doorheen het jaar ca. drie keer samen. OVSG vaardigde daarbij per netwerk twee begeleiders af, bij voorkeur steeds een personeelslid van het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Hun rol bestond erin kennis te delen, materialen te verzamelen en mee uit te werken, en feedback te geven op bepaalde voorstellen van de onderzoekers. Vanuit de studiedienst werd het geheel van het onderzoek opgevolgd. In het voorjaar van 2017 werden er ook al begeleiders geselecteerd die in 2017-2018 het professionaliseringstraject van Potential zullen uitvoeren.

Project UNIA ‘afwegen van redelijke aanpassingen’ Acht zorgbegeleiders van OVSG werkten samen met UNIA aan een project rond het evalueren van de redelijkheid van aanpassingen. Vijf groepen, verspreid over Vlaanderen, experimenteerden aan de hand van casussen met het hanteren van criteria op basis waarvan geoordeeld moet worden over de redelijkheid van een aanpassing. Ondertussen is het project afgerond en volgt op 8 december 2017 een studiedag waar de resultaten van de casestudies gedeeld worden

Page 24: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

24

Wat leren we uit onze werking van het voorbije schooljaar?

Bij evaluatie van de werking stellen we vast dat scholen tijd nodig hebben om de nieuwe inzichten te implementeren. Dit bracht ons tot gedifferentieerde keuzes. Soms werd de frequentie van netwerksamenkomsten verminderd om schoolspecifieke begeleiding uit te voeren (vb. buitengewoon onderwijs/waarborg). In andere situaties is het nuttig om specifieke doelgroepen samen te brengen. Zo werden bv. de netwerken lichamelijke opvoeding, startende leraren, samenkomsten leraren zesde klas i.f.v. OVSG-toets, gecontinueerd en geïntensifieerd. Tijdens deze netwerken kreeg ‘zorg’ ook specifieke plaats, vb. hoe omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

We stellen vast dat er nood is aan meer afstemming en uitwisseling met de CLB-sector. Er werd daarom eind vorig schooljaar al beslist om nauwer samen te werken met de collega’s van de Permanente Ondersteuningscel (POC) voor de CLB’s van het officieel gesubsidieerd onderwijs. Zo zijn de CLB’s nu lid van het zorgoverleg, overleg BuO en GON-overleg. Ze zijn ook actief betrokken bij de ontwikkeling van een visie op de actoren en rollen van leerlingenbegeleiding in een niveau-overstijgend beleidsplatform.

De waarborgregeling werd globaal als een succesverhaal ervaren. De overgang naar ondersteuningsnetwerken bood kansen maar door de tijdsdruk en interpretatieve regelgeving ontstonden talrijke kritische situaties. Ondanks de gezamenlijke inspanningen van koepel en pedagogische begeleidingsdienst waren we onvoldoende in staat om alle actoren bij deze onderwijsinnovatie te informeren, sensibiliseren en ondersteunen bij het maken van duurzame beslissingen. We stellen vast dat dit leidt tot frustratie bij interne en externe actoren en kwaliteitsvolle implementatie van onderwijsinnovaties negatief beïnvloedt.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

In ons vorig jaarverslag pleitten we voor een opheldering en duidelijke communicatie over de regelgeving.

Vorig jaar wezen we in onze reflectie op de specifieke rol van de zorgbegeleiders/competentiebegeleiders. Onze ervaringen met de ondersteuning van de waarborgregeling afgelopen schooljaar, én met onze rol in de voorbereiding van de ondersteuningsnetwerken, bevestigen opnieuw dat we als pedagogische begeleidingsdienst een cruciale rol kunnen spelen in grootschalige onderwijsinnovaties. We voorspelden vorig jaar dat de ontwikkeling van een nieuw ondersteuningsmodel voor het gewoon onderwijs, op basis van samenwerking met en inzetten van expertise uit het buitengewoon onderwijs, ons onderwijs voor een ‘belangrijke en uitdagende onderwijsinnovatie’ zou stellen. De ervaringen met de prewaarborg en de waarborg leerden ons al dat we als pedagogische begeleidingsdienst een ‘deeltjesversneller’ kunnen zijn om de verwachte innovatie gerichter te introduceren, onder meer door scholen uitdrukkelijk te stimuleren om naar de doelen van de innovatie toe te werken. We formuleerden toen ook als aanbeveling om de pedagogische begeleidingsdienst als partner van zowel de overheid en als van de scholen te zien bij dergelijke innovatie. We gaven aan dat we als pedagogische begeleidingsdienst vanuit onze expertise en via de principes van ‘coach the coach’ deze innovatie in sterke mate kunnen helpen realiseren. De inbedding van begeleiders die expertise over zorg en inclusie ontwikkelen binnen het ‘reguliere’ kader van onze pedagogische begeleidingsdienst stelden we voor als een belangrijke hefboom voor transfer van een brede omvattende zorgvisie over het hele veld. Een bijkomend voordeel dat we daarin zagen was dat de begeleiding rond zorg gebeurt vanuit eenzelfde breed gedragen en voor onze scholen bekende visie op begeleiding, zodat de zorgbegeleiders zich niet tot een ‘geïsoleerd korps’ gaan ontwikkelen. Dat zou immers haaks staan op de geest van het M-decreet en het werken vanuit een zorgcontinuüm waarin brede basiszorg het vertrekpunt en de voedingsbodem is van kwaliteitsvol onderwijs tout court. De inbedding in de pedagogische begeleidingsdienst biedt ook kansen

Page 25: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

25

tot professionalisering: via het wederzijds koppelen van meer algemene begeleidingsvaardigheden aan specifieke expertise voor het begeleiden in het kader van implementatie van het M-decreet.

Het afgelopen schooljaar zijn we als pedagogische begeleidingsdienst op het vlak van een nieuw ondersteuningsmodel geconfronteerd met een beleidsvoering die het werken volgens bovenstaande principes bijzonder moeilijk maakte. We hebben onze rol in het ‘schakelen’ tussen macro-meso-micro zo goed mogelijk gespeeld. We hebben onze interne organisatie (zoals in vorig en dit jaarverslag geschetst) helemaal aan het eind van vorig schooljaar (juni/juli 2017) bijgestuurd. We ervaarden daarbij tal van moeilijkheden die tot op vandaag doorwerken. De timing maakt een doordachte, planmatige fasering onmogelijk. Het ontbrak ons bovendien aan voldoende en duidelijke informatie om beleidsmatige en inhoudelijke beslissingen goed te onderbouwen. We kwamen door de nieuwe regelgeving terecht in een moeilijke spreidstand tussen onze visie op zorg (en de rol van de competentiebegeleiders zoals initieel in het M-decreet gedefinieerd ter ondersteuning van het gele zorgcontinuüm en met focus op brede basiszorg) en de nieuwe rol van de competentiebegeleiders in de ONW waarin de focus kwam te liggen op ondersteuning van de ‘ondersteuners’ in fase 2 en 3.

Deze situatie heeft binnen de PBD gezorgd voor een turbulent einde van het schooljaar. We stelden tot onze spijt vast dat het erg moeilijk was om onze eigen kwaliteitsprincipes te respecteren. Het zorgvuldig doorlopen van PDCA-cycli was in de gegeven omstandigheden niet mogelijk en daar dragen we tot op vandaag de gevolgen van. Er is voortdurend nood aan bijsturen/afstemmen.

Page 26: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

26

4.2. Speerpunt 2 Taal

Wat zijn de belangrijkste verwezenlijkingen 2016-2017? Niveau-overstijgende werkgroep speerpunt taal

De begeleiders engageerden zich om scholen te sensibiliseren om na te denken over en aan de slag te gaan met talenbeleid en een visie rond taal. Het thema ‘meertaligheid’ stond centraal.

Heel wat materiaal i.v.m. meertaligheid werd gedeeld, gelezen en besproken:

• Haal meer uit meertaligheid (Validiv-project) • MARS onderzoek • Meertaligheid een troef • Boek van Kris Van den Branden ”Onderwijs voor de 21ste eeuw” • Visietekst Nederlandse Taalunie ‘iedereen taalcompetent – visie op de rol, de positie en de

inhoud van het onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw. • Meertaligheid onder de loep (Evy Ceuleneers, June Eyckmans, uitg. Garant) • …

Vanuit deze materialen werd een visietekst ontwikkeld die scholen aanspoort om na te denken en vorm te geven aan het omgaan met talen. Deze tekst verwierf een brede consensus in de verschillende niveaus en op de raad van bestuur van OVSG. De tekst werd breed gecommuniceerd via de verschillende kanalen en wordt gebruikt door begeleiders bij het begeleiden van scholen.

Er werd door de taalbegeleiders BaO een vorming rond meertaligheid uitgewerkt. Er waren 8 netwerkmomenten met in totaal 68 deelnemers. De reguliere netwerkmomenten anderstalige nieuwkomers hadden een onvoldoende opkomst maar werden nadien eerder vraaggestuurd vanuit de scholen georganiseerd. Ondersteuning aan scholen gebeurt dus niet enkel op beleidsmatig vlak maar ook op de klasvloer = Bottom Up!

Page 27: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

27

Page 28: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

28

Page 29: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

29

Gedirigeerd door de actualiteit

We verzamelden kwalitatieve en bruikbare materialen waarmee de pedagogisch begeleiders de scholen op weg kunnen helpen. We werkten aan ondersteunende materialen voor anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs. Deze materialen werden intern gedeeld met alle begeleiders en worden in december 2017 voor de scholen beschikbaar gesteld via het extranet.

Internettensamenwerking rond taal

De taalbegeleiders participeerden aan een netoverschrijdende vorming rond meertaligheid in samenwerking met de verschillende koepels en expertisecentra in Vlaanderen. Collega’s kwamen samen om vanuit casussen intervisie te houden over begeleidersaanpak rond complexe begeleidingssituaties taal. De collega’s secundair werden in internettenverband samengebracht voor expertisedeling rond taalgericht vakonderwijs/taal in alle vakken met als doel om in 2018 een gezamenlijke studiedag in te richten voor taal- en reguliere begeleiders.

We verwijzen hiervoor naar het netoverstijgend verslag in bijlage 3 en het activiteitenverslag Nederlands voor anderstaligen in bijlage 8.

Samenwerking in het volwassenenonderwijs

Het samenwerkingsverband van Vocvo en de pedagogische begeleidingsdiensten ontwikkelden een servicedocument dat het secundair volwassenenonderwijs ondersteunt bij het implementeren van de geletterdheidsmodules Nederlands en leren leren. Men vindt daarin een visie op werken aan geletterdheid in CVO, tips voor het inzetten van de L-modules in het kader van een geletterdheidsbeleid en FAQ’s.

In het voorjaar van 2017 werden 2 informatiemomenten verzorgd over geletterdheid in CVO en lanceerden we ook een nieuwe website: Geletterdheid in een CVO, die zal dienen als platform voor het geletterdheidsbeleid in de CVO.

De leerdrempels in het secundair volwassenenonderwijs zijn in de voorbije jaren in kaart gebracht door het project Doorstroom van de stuurgroep volwassenenonderwijs. Op de website van de stuurgroep volwassenenonderwijs is het materiaal van de werkgroep doorstroom ontsloten. Dit materiaal, dat de wederzijdse doorstroom en samenwerking van de CBE en CVO kan stimuleren en stofferen, kan door iedereen worden geraadpleegd en gebruikt.

We verwijzen in dit verband naar het activiteitenverslag van de netoverstijgende projectgroep Geletterdheid in het Volwassenenonderwijs in bijlage 6.

Op basis van een vraag van de minister over de opportuniteit om CLIL uit te breiden naar het Vlaamse basisonderwijs actualiseerde de groep het denken rond deze materie. Zo werden 2 Vlaamse scholen die pionier zijn in deze materie bezocht en leverden we een substantiële bijdrage aan het onderzoek van de Vlaamse onderwijsinspectie rond dit thema.

Page 30: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

30

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Talenbeleid en/of denken over taal is in vele scholen geen onderwerp van gesprek tenzij daar urgentie toe is. We merken dat scholen urgentie ervaren in de volgende omstandigheden:

• plotse aanwezigheid van een (groot) aantal anderstalige leerlingen (vb. migratiecrisis)

• meertalige leefomgevingen (vb. steden, Vlaamse Rand)

• regio’s waar taalproblematiek gevoelig ligt (vb. Vlaams-Brabant)

• externe input: vb. doorlichtingsverslag, vragen/opmerkingen van schoolbesturen, LOP’s …

Zo merken we dat de netwerken taal/talenbeleid beperkt bezocht worden behalve in stedelijke regio’s. Ook de intervisie met leraren AN/OKAN kenden minder interesse. Naast de urgentiebeleving zijn er nog meerdere verklaringen voor de beperkte interesse. De LOP’s hebben een aanbod naar AN en ook enkele steden stellen een interne taaldeskundige aan. Tot slot denken we dat de meeste taalbetrokkenen een leerlingcontactgeboden taak hebben. Het is minder evident voor deze collega’s om buitenschoolse vorming te volgen zoals dat wel lukt voor zorgbegeleiders. Daarnaast is de vraaggestuurde werking ook regiospecifiek.

Als begeleidingsdienst – ondersteund door inzichten uit (recent) onderzoek – beseffen we dat aandacht voor taal/talen/talenbeleid erg belangrijk is. We zetten in op urgentiebesef in de scholen om dit in hun professionalisering in te zetten. We bewandelen daarbij de bottom-up weg waarbij we (nog meer) van de leraar op de werkvloer en de kansen die er liggen rond taal. Zo gaan we bijvoorbeeld aan de slag met leraren praktijkvakken in beroepsopleidingen hoe zij vorm kunnen geven in hun werkcontext aan taalgericht vakonderwijs, kleutercollega’s in het omgaan met meertaligheid en trajecten aanvankelijk lezen met leraren en zorgleraren uit de eerste klas.

Gedurende de volgende jaren gaan we met de visietekst ‘visie op het leren van talen’ actief aan de slag op de werkvloer om de inzichten breed te delen en te concretiseren naar de dagelijkse praktijk.

In het kader van de omzendbrief ‘onderwijsaanbod vreemde talen in het gewoon basisonderwijs’ ontwikkelen we visie en gaan we met scholen aan de slag rond het al dan niet aanbieden van Frans en Engels in de basisschool. In de internettensamenwerking onderzoeken we of een gemeenschappelijke visie en concretisering naar de onderwijspraktijk mogelijk is.

Page 31: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

31

4.3. Speerpunt 3 Interne kwaliteitszorg

De motor van schoolontwikkeling is het interne kwaliteitsbeleid. Als pedagogische begeleidingsdienst vinden wij het belangrijk om scholen tools aan te reiken en te ondersteunen bij het optimaliseren en het bewaken van de eigen onderwijskwaliteit. We concentreren ons hierbij vooral op het proces en minder op kwaliteitszorgsystemen. We willen scholen en schoolbesturen ondersteunen om hun kwaliteitsbeleid systematisch uit te bouwen zonder te vervallen in een formalistische benadering. Hierbij zetten we ook in op datageletterdheid als een belangrijk element bij het uitbouwen van een systematisch kwaliteitsbeleid.

Wat zijn de belangrijkste verwezenlijkingen 2016-2017?

Zoals we reeds aangaven is het stimuleren van interne kwaliteitszorg eerder een generiek aandachtspunt in alle begeleidingstrajecten, over alle thema’s heen. Scholen worden voor tal van thema’s of domeinen (zorg, gelijke onderwijskansen, leerplanrealisatie, professionaliseringsbeleid …) gestimuleerd om de eigen kwaliteitszorg op teamniveau uit te werken. Als pedagogische begeleidingsdienst ondersteunen we op verschillende manieren: visie- en instrumentontwikkeling, netwerken en vormingsmomenten.

Kwaliteitszorg als thema en rode draad in begeleiding en nascholing

Kwaliteitszorg is de rode draad in al onze begeleidingsinterventies. Elke begeleidingsactie wordt PDCA-gewijs opgezet en opgevolgd. Ook stimuleren we scholen om aan praktijkgericht onderzoek te doen om op die manier hun kwaliteit van onderwijs zelf te onderzoeken en er kwaliteitsvol over te reflecteren.

Zowel op ontmoetingsdagen als binnen het vormingsaanbod voor directies stonden thema’s rond kwaliteitszorg en meer specifiek het thema professionalisering regelmatig op het programma. Tijdens deze sessies wordt aandacht besteed aan: het belang van professionalisering als motor en indicator van kwaliteitszorg, de brede mogelijkheden van professionalisering (meer dan nascholing) en het ondersteunen van een professionaliseringsbeleid.

Kwaliteitszorg blijft een belangrijk onderdeel in onze nieuwe directieopleidingen (zie ook speerpunt 4). “Onderwijskwaliteit onderzoeken en ontwikkelen” is een van de 7 leerlijnen in de vernieuwde opleiding die is opgevat als een professionaliseringscontinuüm (zie ook onder 4.4).

Ook hier gaat veel aandacht naar het stimuleren van het beleidsvoerend vermogen, het ontwikkelen van een gedragen visie en professionaliseringsbeleid, het zorgvuldig communiceren, het omgaan met veranderingen en innovaties op een kwaliteitsvolle manier.”

Reflectief vermogen van scholen stimuleren vanuit een gedeeld referentiekader Onderwijskwaliteit (rOK)

In ons vorig jaarverslag wezen we op onze deelname aan het co-creatief proces dat geleid heeft tot een gevalideerd Referentiekader Onderwijskwaliteit. We kondigden toen aan dat we de vertaalslag naar de pedagogische ondersteuning zouden maken (en daarbij ook blijven toezien op het fundamenteel onderscheid tussen het referentiekader op zich en het nieuwe toezichtskader dat de inspectie zal ontwikkelen).

Page 32: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

32

In de loop van vorig schooljaar werd een actieplan rOK 12 ontwikkeld en al gedeeltelijk uitgevoerd. Het plan wil een overzicht bieden betreffende de initiatieven die worden genomen binnen een niveau-overstijgende en niveauspecifieke werking, zowel intern als extern. Het bevat strategische doelen op het niveau van de eigen medewerkers: blijvend informeren en professionaliseren, structureel opnemen in aanvangsbegeleiding nieuwe begeleiders …) zodat ze uitgerust zijn om scholen te ondersteunen in een schooleigen kwaliteitsbeleid (eigenaarschap IKZ bij de scholen). We nemen initiatieven om het OK te hanteren op begeleidingsniveau onder meer door het screenen van ondersteuningsmateriaal, aftoetsen aan het rOK bij het updaten van bestaande kwaliteitsinstrumenten of het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Uiteraard omvat het actieplan vooral doelen op het niveau van scholen/centra/academies. Ook daar werken we op verschillende lagen: informeren en sensibiliseren via de beschikbare kanalen (tijdschrift Imago, E-zines …). Volgende acties zijn opgenomen in het actieplan rOK:

• De bestaande nascholingsinhouden en de nieuw te creëren nascholingsinhouden enten op de kwaliteitsbeelden van het rOK

• Opmaken van een niveau-overstijgend nascholingsaanbod met als doel inzicht verwerven in de structuur en inhoud van het rOK

• Netwerken te organiseren per regio met als doel een kader te ontwikkelen waarmee de school haar eigen kwaliteit kan bepalen, deze kwaliteit cyclisch en systematisch kan evalueren en de resultaten van deze evaluatie kan borgen of gebruiken voor verdere schoolontwikkeling

• Methodieken te ontwikkelen waarbij de deelnemers de eigen schoolkwaliteit kunnen analyseren en bespreken rond één of meerdere kwaliteitsbeelden.

Als pedagogische begeleidingsdienst hechten we groot belang aan het reflectief vermogen van schoolteams. Zowel het basisonderwijs als het deeltijds kunstonderwijs stellen een zelfevaluatie-instrument ter beschikking voor scholen en instellingen. Deze (lijvige) instrumenten (ISA en DKO-scanner) vragen naar een kritische analyse en een eigentijdse vertaling en situering binnen het nieuwe referentiekader Onderwijskwaliteit. De piste van het ontwikkelen een nieuwe Quickscan voor scholen (niveau-overstijgend) is voorzien in het Actieplan rOK. We zijn begonnen met de ontwikkeling van een educatief Kwaliteitsspel i.s.m. de Aanstokerij. Ook de uitwerking hiervan is opgenomen in ons actieplan rOK.

De OVSG-toets: alle talenten in beeld

De OVSG-toets is een alle-talenten-toets voor het zesde leerjaar in de basisschool. De toets bestaat zowel uit praktische proeven die de leerlingen in de loop van het schooljaar uitvoeren als pen- en papiertoetsen in juni. Via de toets worden een relevante set leerplandoelen (en dus ook eindtermen) bevraagd die zicht geven op de kwaliteit van het onderwijs in een school en de talenten van jongeren op het

einde van de basisschool. De toets levert aan de scholen bijkomende gegevens voor het output‐ en leerlingendossier. Bovendien is de toets een instrument waarmee scholen hun onderwijskwaliteit kunnen bewaken.

De OVSG-toets staat daarbij garant voor brede evaluatie, met andere woorden alle domeinen waarvoor eindtermen zijn geformuleerd worden (vertrekkende vanuit de leerplandoelen OVSG) getoetst. Concreet wordt dus niet alleen kennis bevraagd, maar worden ook vaardigheden in beeld gebracht zoals ICT-

12 Zie het actieplan rOK 2017-2018 – 06/2016

In 2017 namen 861 scholen deel aan de OVSG-toets: 477 scholen van OVSG, 359 van het GO! en 25 scholen van het vrij net.

Page 33: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

33

vaardigheden, technische vaardigheden (STEM), Frans communiceren, muzische vaardigheden, sportieve vaardigheden … De OVSG-toets is elke keer een nieuw product en de vragen en opdrachten zijn telkens anders. Een specifieke voorbereiding is dan ook niet nodig. De toets is methode‐onafhankelijk en is gebaseerd op de leerplannen van het OVSG. Elk jaar opnieuw maakt een team van medewerkers een nieuwe toets rond een centraal thema.

Om zo veel mogelijk leerlingen de kans te geven om deel te nemen, biedt OVSG het bronnenboek en de opdrachten aan in dyslexiesoftware en een lay-outvrije tekstversie. De klassenraad in de school kan beslissen om zo nodig nog andere aanpassingen te doen. Zo sluit de toets aan bij de inzichten van het M-decreet.

Naast het materiaal voor de leerlingen, de handleiding voor de leraar en toegang tot een toetsensite krijgen de deelnemende scholen heel wat ondersteuning. Tijdens de toetsdagen bouwt OVSG een helpdesk uit via mail en telefoon. Elke dag krijgen scholen een nieuwsbrief met praktische tips. Als het werk van de leerlingen klaar is, volgt nog een heel proces van verwerking. De leraren geven de cijfers in een door OVSG ontwikkelde puntenmodule. Vervolgens krijgt de school een pak informatie waaronder een referentiescore waarmee ze zich kan vergelijken met scholen die in een vergelijkbare context werken. Daarenboven krijgen de scholen kansen om de eigen resultaten te vergelijken met andere scholen in een gelijkaardige werkcontext.

OVSG voorziet materialen voor kwantitatieve analyse (interactieve digitale module) en kwalitatieve analyse. De kwalitatieve analyse laat toe om concreet en schoolbreed leerinhouden te analyseren, te bespreken en te optimaliseren.

Vervolgens onderzoekt de pedagogische begeleiding basisonderwijs een specifiek onderwerp via een analyse van toetsresultaten, gesprekken met leraren en leerlingen. In november 2016 kreeg elke deelnemende school een reader rond wiskunde-getallenkennis. Bij deze reader werden kwaliteitskaarten gemaakt met de focus op didactiek.

Tijdens het schooljaar 2016-17 stond muzische vorming centraal. Ruim 2000 leraren vulden een bevraging in over het muzische onderwijs en de pedagogisch begeleiders van OVSG observeerden in de klassen. In november worden de resultaten van dit onderzoek aan de scholen teruggekoppeld, samen met materialen om o.a. muzische vorming te evalueren in de klas.

N.a.v. de nieuwe decretale verplichting voor basisscholen om vanaf het schooljaar 2017-2018 voor minstens twee leergebieden (later nog uit te breiden tot drie) De minister van Onderwijs gaf aan het Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingsonderzoek van de KU Leuven de opdracht om na te gaan of de OVSG-toets aan de criteria van een kwaliteitsvolle toets beantwoordt. Voorjaar 2017 kregen we de resultaten van dit onderzoek: de OVSG-toets is een valide evaluatie-instrument13.

Voor OVSG was het rapport een aanleiding voor een intern seminarie om samen met deskundigen en concullega’s na te denken over een verdere optimalisering van de OVSG-toets. Tijdens het seminarie gaven Riane Janssens (KULeuven), Jan Van Hoof (Universiteit Antwerpen) en de collega’s van Katholiek onderwijs Vlaanderen vanuit hun perspectief stem aan toetsen op het einde van de basisschool.

Op de adviseursvergadering werden op basis van deze inzichten afspraken gemaakt rond evolutie op korte en lange termijn rond de toets. Het draaiboek voor ontwikkeling van de toets werd bijgestuurd, de pistes om (delen van) de toets te digitaliseren werden opgestart. Er worden gesprekken gevoerd met mogelijke partners.

13 Zie ook http://www.ovsg.be/ovsgtoets en http://www.ovsg.be/pers/ovsg-toets-valide-evaluatieinstrument

Page 34: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

34

Lerend netwerk kwaliteitszorg en collegiale visitaties in het volwassenenonderwijs

Ook in het schooljaar 2016-2017 namen alle stedelijke Centra voor Volwassenenonderwijs deel aan het Lerend Netwerk Kwaliteitszorg (LNKZ). Tijdens elke bijeenkomst bleek hoeveel waarde de deelnemers hechten aan uitwisseling van praktijken. Op deze manier gebeurt het ook tijdsefficiënt, zowel voor begeleiders als voor deelnemers. Het is dan ook evident om deze werking voort te zetten.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Registratiegegevens en de reflectie erover bevestigen dat IKZ een rode draad, een soort van cement vormt door heel onze werking. In die zin vinden wij het cruciaal om hier de komende jaren te blijven op inzetten. Het nieuw ontwikkelde rOK biedt daar nu een belangrijke context voor. In die zin engageert de PBD zich om in al haar acties de link met het rOK kader te bewaken en ernaar te verwijzen. Onze begeleidingen en nascholingen zijn rOK -proof. Daarnaast bieden we ook systematisch informatie aan onze klanten aan (niveau-overstijgend en niveauspecifiek) om het referentiekader voldoende ingang te doen vinden in de scholen, centra, academies en bij de schoolbesturen. Verder willen we in de toekomst expliciet werk maken van datageletterdheid van scholen, en de scholen helpen om actief gebruik te maken van de Databundels van Mijn Onderwijs en andere relevante databronnen. Binnen de verschillende onderwijsniveaus worden hier methodieken en vormingssessies rond uitgewerkt.

N.a.v. de nieuwe decretale verplichting voor basisscholen om vanaf het schooljaar 2017-2018 voor minstens twee leergebieden (later nog uit te breiden tot drie) De minister van Onderwijs gaf aan het Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingsonderzoek van de KU Leuven de opdracht om na te gaan of de OVSG-toets aan de criteria van een kwaliteitsvolle toets beantwoordt. Voorjaar 2017 kregen we de resultaten van dit onderzoek: de OVSG-toets is een valide evaluatie-instrument.

Page 35: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

35

4.4. Speerpunt 4 Professionaliseren van directies en beleidsteams

Directies en beleidsteams spelen een cruciale rol in scholen, academies en centra. Zij sturen en ondersteunen de schoolontwikkeling. De pedagogische begeleiding neemt dan ook veel initiatieven om directies en beleidsteams te professionaliseren.14

Welke zijn de belangrijkste verwezenlijkingen 2016-17?

Professionaliseringscontinuüm voor leidinggevenden

De PBD besteedt heel wat aandacht aan de ondersteuning en professionalisering van directies en leidinggevenden. Zij hebben immers een cruciale rol in de ontwikkeling van schoolkwaliteit. Bij deze doelgroepen staan begeleiding en vorming in voortdurende interactie.

Dit speerpunt krijgt momenteel vorm in een volledig nieuw concept: het professionaliseringscontinuüm voor leidinggevenden in het onderwijs. We namen tijd en ruimte om dit nieuwe traject inhoud en vorm te geven. De Studie- en ontwikkelingsdienst (SOD) van OVSG nam het voortouw in de ontwikkeling van dit nieuw opleidingsmodel. Een grondige literatuurstudie en een breed praktijkonderzoek binnen onze organisatie liggen aan de basis. Het traject werd systematisch ontwikkeld in 3 fasen:

• FASE 1: Verkennende fase (SOD): in kaart brengen van inhoud en aanpak huidige opleiding, toetsen naar verwachtingen, bedenkingen, noden… uit de praktijk (stakeholdersbevraging) en vertrekkend vanuit aanbevelingen uit internationale literatuur,

• FASE 2: Ontwikkelfase (iteratief proces van ontwikkelen – evalueren – aanpassen) door een ontwikkelgroep en een stuurgroep (vanuit de PBD - niveau-overstijgende werkgroepen)

• FASE 3: Operationalisering: Er zijn 3 inspiratiedagen georganiseerd (concrete uitwerking van de leerlijnen door de eigen begeleiders van de PBD)

• Het resultaat is een wetenschappelijk onderbouwd opleidingsconcept dat bestaat uit een traject met 7 leerlijnen, die zich concentrisch verdiepen en georganiseerd worden binnen:

o een breed toegankelijke pre-service (OP-start) o een intensievere training met begeleiding voor de beginnende directeur ((TOP-start) o vervolgmodules in functie van diverse professionaliseringsmogelijkheden over de

volledige loopbaan (TOP-route)

14 Zie Speerpunt 4 in de Gids voor begeleiders en OD 2.2, 2.3 en 5.1 (en 2.11) van het begeleidingsplan 2015-16 Zie artikel Imago ‘De schoolleider doet ertoe, ziijn opleiding ook’ – 03/2017

Ongeveer 20 % van de geregistreerde contacten van de PBD had als doelgroep de leidinggevenden. Aan de kadercursus voor beginnende directeurs namen 104 deelnemers deel. 296 directies volgden verdiepingscursussen, o.a. over functionerings- en evaluatiegesprekken, timemanagement, vergadertechnieken, interne communicatie, projectmanagement, leidinggeven, conflicthantering. 36 deelnemers volgden de opleiding kandidaat-directies en 12 deelnemers volgden de opleiding pedagogisch coördinator DKO.

Page 36: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

36

Op-start is opgenomen in het aanbod van 2017-18. De vervolgopleiding wordt systematisch ontwikkeld en de volgende schooljaren stap voor stap uitgerold. De zeven leerlijnen zijn:

1. Onderwijskwaliteit onderzoeken en ontwikkelen 2. Geïntegreerd beleid 3. Persoonlijke leiderschapsstijl 4. Onderwijskundig beleid 5. Personeelsbeleid en professionaliseringsbeleid 6. Financieel en materieel beleid 7. Veiligheid van leef-, leer- en werkomgeving.

Rode draden doorheen de leerlijnen zijn visie, kwaliteitszorg en leiderschap en het geheel wordt gekaderd binnen het rOK. Het ontwikkelen van de leerinhouden en de opmaak van lesfiches worden opgenomen door onze eigen begeleiders. Niveau-overstijgende expertenduo’s gaan samen aan de slag. Dit leidt tot meervoudige winst: een verrijkende co-teaching in de praktijk werkt de gelijkgerichtheid over de niveaus heen in de hand. Bovendien is de afstemming tussen vorming en begeleiding verzekerd. Binnen dit traject worden ook de mogelijkheden van blended learning en het efficiënt en didactisch verantwoord inzetten van een elektronische leeromgeving meegenomen.

Figuur 6: Traject leidinggeven in onderwijs

Dat deze vernieuwde cursus aanspreekt en aanslaat blijkt uit de inschrijvingsaantallen van OpStart:

OpStart – aantallen 2017-18 BaO DKO SO VO andere Totaal Nieuwe directies groep 1 BaO-DKO 10 5 0 0 0 15

Nieuwe directies groep 2 BaO-SO 12 10 0 0 0 22 Nieuwe directies BaO 20 0 0 0 0 20 Kandidaat-directies groep 1 9 5 1 1 2 18 Kandidaat-directies buiten schooluren 10 3 2 0 3 18

93

Page 37: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

37

Netwerken voor directies

De pedagogische begeleidingsdienst zet intensief in op het organiseren van netwerken voor directies, zoals blijkt uit de inventarisatie van onze netwerken.

Het basisonderwijs organiseert zowel ontmoetingsdagen als kleinere regionale netwerken en intervisieplatforms. De ‘ontmoetingsdagen directies’ hebben als doel informatieoverdracht en netwerkvorming rond specifieke thema’s (vb. OVSG-toets, professionalisering). De kleinschaligere regionale netwerken voor directies behandelden thema’s als: startende directies, coaching, taalbeleid, zorg, onderwijs slim organiseren … Deze netwerken zijn vaak vraaggestuurd en op maat van de directies. De netwerkmomenten voor coördinerende directies en/of andere beleidsmakers uit de scholengemeenschappen, waren deels thematisch (professionalisering) en deels op basis van onderwerpen ingebracht door de directies.

Ook het SOVO zet in op netwerken van directies. Het doel van deze platformen is om enerzijds de directeurs samen te brengen en hen te informeren en anderzijds om vormingen/vormingsmomenten te voorzien. De inhouden van deze platforms waren heel divers en aangepast aan de noden die zich aandienen.

Het DKO organiseerde op 1 juni 2017 i.s.m. de koepel van OVSG naar aanleiding van het toekomstige decreet DKO een beleidsplatform waaraan 2/3 van de directies DKO deelnamen. Daarnaast bleven ook de intervisiegroepen voor leidinggevenden en coördinatoren DKO actief. Vanuit kennisdeling, overleg en samen naar oplossingen zoeken voor praktijkcases, geruggensteund door theoretische kaders, ontwikkelen deze groepen zich verder tot professionele leergemeenschappen.

Wat leren we uit onze voorbije werking?

Ook voor dit schooljaar concluderen we uit de terugblik en de analyse van beschikbare cijfergegevens dat directies en leidinggevenden voor onze pedagogische begeleidingsdienst een zeer belangrijke doelgroep zijn. Het hoeft geen betoog dat zij sleutelfiguren zullen blijven voor het realiseren van onderwijskwaliteit en van onderwijsvernieuwingen. We herhalen dat voor een goede transfer van het werk dat we met leraren (tot op de klasvloer) doen, cruciaal blijft om directies mee te nemen bij onderwijsinnovaties. In een omgeving waarin de onderwijsactualiteit onze directies/leidinggevenden de komende jaren zal blijven uitdagen met inhoudelijke, pedagogische vernieuwingen, willen wij onze ondersteunende rol met dezelfde intensiteit blijven opnemen.

De pedagogische begeleidingsdienst wil in de toekomst een sterke rol blijven spelen op het vlak van opleiding en professionalisering van directies en zal daarbij voluit de troeven van de vernieuwde directieopleiding uitspelen.

Alvast het aantal inschrijvingen voor de vernieuwde directiecursus is voor ons een stimulans.

Page 38: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

38

5. Prioriteiten ingegeven door actuele ontwikkelingen

Een behoorlijk tijdsaandeel van de begeleiding is dit schooljaar gegaan naar thema’s die niet waren opgenomen in het begeleidingsplan maar op de voorgrond kwamen omwille van maatschappelijke ontwikkelingen of politieke beleidskeuzes. De pedagogische begeleidingsdienst heeft op deze maatschappelijke tendensen en acute noden flexibel willen inspelen en hiervoor begeleidingstrajecten uitgezet.

5.1. De pedagogische begeleiding zet in op STEM

5.1.1. STEM-nascholingsaanbod ‘Goesting in STEM’

Het project ‘Goesting in STEM’15 was bedoeld voor de leerkrachten uit de derde graad van het basisonderwijs. De kernopdracht bestond eruit om innovatieve methodieken en inhouden rond het STEM-onderwijs aan te brengen bij de leerkrachten om hun handelingsbekwaamheid bij STEM-onderwijs te verhogen.

Het traject bestond uit drie sessies. Het doel van de eerste sessie was leerkrachten vertrouwd te maken met de STEM-visie en hen inzicht bij te brengen in de verschillende onderdelen van STEM (wie, wat en hoe). Het STEM-reflectie-instrument van de VLOR heeft hiervoor als leidraad gediend.

De tweede sessie was opgezet om de leerkrachten inzicht te geven in de STEM-didactiek aan de hand van praktische activiteiten. De derde sessie werd opgevat als een uitwisselmoment waar de deelnemers met elkaar hun succeservaringen en knelpunten rond de implementatie van STEM in hun lespraktijk konden delen. In deze sessie werden ook activiteiten aan elkaar voorgesteld.

De projectmedewerkers van OVSG ontwierpen een website specifiek voor dit project waar alle materialen zoals inhouden van de sessies en praktijkvoorbeelden van de deelnemers werden gebundeld. https://goestinginstem.jimdo.com/

De belangrijkste conclusies uit het eindrapport vatten we hier samen:

De scholen zijn zeer tevreden over dit nascholingstraject. De interesse en betrokkenheid van de aanwezige leerkrachten is zeer hoog. Voor een aantal scholen waren er niet alleen leerkrachten maar ook directies en zorgcoördinatoren aanwezig wat zorgt voor een bredere gedragenheid bij een verdere implementatie in de school.

Algemeen kan gesteld worden dat leerkrachten zich na het traject zekerder voelen om met STEM-inhouden en activiteiten aan de slag te gaan.

15 Oorspronkelijk was dit aanbod bedoeld voor 2015-2016, maar door langdurige ziekte werd het project later opgestart, en liep het door tot maart 2017. We verwijzen hier ook naar het eindrapport ‘Goesting in STEM’ m.b.t. het STEM-nascholingsaanbod 2016-2017

Er werden in totaal 21 reeksen van 3 sessies ingericht voor 21 scholengemeenschappen. Hiermee kon de PBD 209 leerkrachten en directies bereiken en motiveren. Dit bewijst de grote interesse voor dit thema in het basisonderwijs.

Page 39: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

39

De samenwerking tussen de verschillen STEM-lesgevers van OVSG over de verschillende projecten heen verliep vlot.

Ook al is de interesse groot bij de aanwezige leerkrachten en directies, de implementatie van STEM in het schoolbeleid en de schoolpraktijk is vaak moeilijk. We zien hiervoor verschillende oorzaken:

• Basisscholen worstelen met tal van innovaties. Naast STEM wordt elke school ook geacht om werk te maken van datageletterdheid, interne kwaliteitszorg cf. rOK, M-decreet, ondersteuningsnetwerken, UDL didactiek …

• Het urgentiebesef om met de volledige school in te zetten op STEM leeft vaak enkel bij de leerkrachten van de derde graad. Leerkrachten geven aan dat ze het moeilijk vinden om de rol van STEM-ambassadeur op te nemen.

• Voorlopig is STEM vooral via nascholing in de scholengemeenschappen geïntroduceerd. Om de vernieuwende inhouden en didactiek echt te implementeren tot op de klasvloer van de hele basisschool, zal er verder op schoolniveau moeten worden op ingezet.

• Het werken met techniekcoaches heeft een aantal voordelen maar ook het nadeel dat de verantwoordelijkheid voor STEM in een school vaak bij 1 persoon wordt gelegd. Hierdoor maken de overige leerkrachten in hun dagelijkse klaspraktijk minder gemakkelijk de overstap van het gekende en vertrouwde werken met stappenplannen naar een nieuwe didactiek van creatief en onderzoekend leren. Alle kennis over STEM is hierdoor bovendien geconcentreerd bij een persoon wat voor problemen kan zorgen indien deze persoon een andere opdracht krijgt of de school verlaat.

• Momenteel wordt er binnen het brede zorgbeleid van scholen weinig aandacht besteed aan het observeren, waarderen en ondersteunen van onderzoeksvaardigheden en technische vaardigheden. Er is ook slechts beperkt aandacht voor aanleg en interesse bij leerlingen op het vlak van techniek en wetenschap.

De samenwerkingsverbanden tussen basisscholen en andere expertisecentra verlopen met een wisselend succes. Er is een zeer groot aanbod van platformen en initiatieven die allemaal STEM in hun naam dragen. Het is voor basisscholen niet altijd duidelijk met welke organisaties ze best samenwerken.

Aanbevelingen om STEM verder ingang te laten vinden in de basisscholen Indien we willen dat de STEM-inzichten en didactiek in het schoolbeleid en tot op de klasvoer geïmplementeerd worden, zal het een duidelijker prioriteit in het onderwijsbeleid moeten worden. De nieuwe eindtermen voor het basisonderwijs bieden hiervoor de nodige kansen. We merken ook een pleidooi om coderen en programmeren op te nemen in de eindtermen om tegemoet te komen aan de ICT-ontwikkelingen in de maatschappij. Om deze nieuwe eindtermen te kunnen realiseren, zal dan wel in voldoende financiering voor de basisscholen en de begeleidingsdiensten moeten voorzien worden.

Om bepaalde STEM-doelen te kunnen realiseren op het einde van de basisschool is het belangrijk om niet alleen in te zetten op de leerkrachten van de derde graad. Het is cruciaal dat alle leerkrachten van de hele basisschool zicht krijgen op de vernieuwde STEM-inzichten en didactiek

Om samenwerkingsverbanden tussen de scholen en externe STEM-organisaties te versterken is het van belang dat scholen duidelijk zicht krijgen op de kwaliteit van de extra-curriculaire STEM-ICT-initiatieven. Het zou helpen om de term STEM opnieuw eenduidig te formuleren en een soort STEM-label te creëren voor organisaties die echt volgens de het STEM-kader en de STEM-principes werken.

Om ouders van de basisscholen de waarde van STEM-activiteiten juist te laten inschatten, blijft het belangrijk om ook naar deze doelgroep verder te sensibiliseren

Page 40: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

40

5.1.2. De PBD zet in op samenwerking rond STEM

In het schooljaar 2016-2017 is een OVSG-POV netwerk STEM opgestart om leerkrachten wetenschappen, wiskunde, techniek, informatica, technische vakken … te ondersteunen bij het ontwikkelen en delen van lesmaterialen en methodieken. Ook in het netwerk voor ICT-coördinatoren, dat OVSG met POV organiseert, is er aandacht voor STEM. Concreet worden lesmaterialen en methodieken rond STEM gedeeld tijdens netwerkdagen en is er aandacht voor de mogelijkheden van programmeren in de klas.

De PBD is lid van de stuurgroep van het Vlaams lerend netwerk STEM Secundair onderwijs. Dit netwerk heeft als doel de kwaliteit van het STEM-aanbod in het SO te verhogen via brede kennisdeling en wordt ondersteund door de Vlaamse Overheid Departement Onderwijs & Vorming en door UC Leuven-Limburg, Odisee, Hogeschool Gent, Vives en Arteveldehogeschool. Dit is een netoverschrijdend initiatief voor alle onderwijsvormen- en graden.

De PBD werkte verder samen met het Expertisenetwerk lerarenopleidingen (ENW) van AUGent.

dat verschillende workshops rond STEM heeft opgezet onder de vorm van ‘community of practice’ (COP). De focus lag op de attitude/rol van de leraar en op de ontwikkeling van een leergemeenschap/netwerk ter professionalisering van leraren binnen en buiten de school. Deze lerende netwerken zijn netoverschrijdend en overkoepelend voor Vlaanderen. De bedoeling is om good practices rond STEM-didactiek in het BaO uit te wisselen. Een aantal pedagogisch begeleiders van OVSG nam deel aan deze workshops.

Voor het project ‘Goesting in Stem’ gaf Jan De Lange van de Artevelde Hogeschool 2 lezingen ‘Big Ideas” met de focus op de innovatieve ideeën binnen STEM. Deze ideeën sluiten volledig aan bij de filosofie van verbreden die eigen is aan het STEM-onderwijs.

De PBD heeft deelgenomen aan het STEM-platform: een onafhankelijke groep die de STEM-stuurgroep en de Vlaamse regering adviseert over het STEM-actieplan. In maart werd een overleg georganiseerd bij Thomas More Mechelen.

Ook is de PBD betrokken op betrokken bij de ontwikkeling en evaluatie van een kwaliteitskaart voor de STEM gecoördineerd door de hogeschool Arthesis Plantijn.

De PBD participeert aan Ontdek techniektalent, een lokaal initiatief ingericht door de provincie Limburg. Een halftijdse begeleider BaO ondersteunt de werking door voornamelijk in te zetten om de inzichten uit het project te realiseren tot op de schoolvloer door een combinatie van vorming en klasvloerondersteuning.

5.2. Duaal Leren

In het schooljaar 2016-2017 is de regelgeving geschreven voor het nieuwe ‘duaal leren’. Een aantal proefprojecten startten september 2016 en gelijktijdig liep de voorbereiding van andere, nieuwe proefprojecten die gingen starten september 2017. De pedagogische begeleiding was vorig schooljaar zowel betrokken bij een aantal scholen in opstart van een proefproject uit de eerste lichting, alsook bij de voorbereiding van de tweede lichting proefprojecten. We participeerden aan de werkgroepen voor de opmaak van standaardtrajecten, begeleidden de scholen die bij de proefprojecten betrokken (zullen) zijn, maakten deel uit van een stuurgroep op het departement en waren vertegenwoordigd in één van de sectorale partnerschappen ‘Duaal leren’. Daarnaast namen we deel aan verschillende studiedagen en fora rond duaal leren.

De koepelwerking van OVSG nam een actieve rol op als dossierverantwoordelijke voor wat betreft de regelgeving, en zetelt op dit ogenblik ook in het overkoepelend overlegorgaan, nl. het Vlaams partnerschap. De pedagogische begeleidingsdienst volgt dit verder intensief op. Naast het formeel standaardtraject vinden er vaak nog heel wat informele vergaderingen plaats.

Page 41: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

41

Als onderwijsverstrekkers/PBD willen we inzetten op geslaagde proefprojecten (medewerking in initiatieven die vorig schooljaar zijn opgestart). We vinden het dan ook positief dat er wordt geïnvesteerd in een kwaliteitsvolle samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Conceptueel staan we volledig achter de idee van duaal leren. Daarnaast willen we ook bewaken dat de implementatie genoeg tijd krijgt en er een grondige evaluatie gebeurt van dit proefproject alvorens verder te gaan in het hele verhaal.

Figuur 7: Matrix Duaal leren

5.3. Omgaan met probleemgedrag: het traject Connect i.s.m. vzw Arktos

In het voorjaar 2016 kregen een aantal scholen de kans om in een traject Connect te stappen met vzw Arktos. De doelgroep van het traject waren scholen die geconfronteerd werden, met leerlingen die extreem risico-gedrag stelden en waarmee het schoolteam zich geen raad meer wist. In die zin situeert het traject zich in fase verhoogde zorg op het zorgcontinuüm. Wij hebben er als begeleidingsdienst voor gekozen om deze trajecten intensief op te volgen. Bij heel wat interventies van Arktos in de deelnemende scholen voor stedelijk en gemeentelijk onderwijs was een begeleider aanwezig. Met deze opvolging wilden we zicht krijgen op good-practices uit het project om deze verder te verspreiden naar alle scholen, zeker ook in functie van het decreet leerlingenbegeleiding dat op scholen afkwam.

Het traject werd in het schooljaar 2016-2017 verlengd voor de initieel ingestapte scholen (en uitgebreid). Gedurende dit schooljaar werd het traject in een aantal scholen van zeer nabij gevolgd, zodat ook de gehanteerde methodieken, indien nodig, kunnen geïmplementeerd worden in andere scholen (bv. Aandacht in Actie). Een pedagogisch begeleider volgde ook de training bij Arktos om de veerkracht bij jongeren te versterken (Bounce), een 3-daagse training die kan worden benut binnen de brede basiszorg en de verhoogde zorg. Een deel van de gehanteerde methodieken werden met geïnteresseerde PBD-medewerkers gedeeld tijdens de gemeenschappelijke bijeenkomst van 18

Page 42: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

42

mei 2017. De opgedane expertise werd ook meegenomen in onze interne werkgroep actief pluralisme die een vorming ontwikkelde om met jongeren in gesprek te gaan (cfr. supra) en in de interne werkgroep herinneringseducatie die in uitvoering van de engagementsverklaring herinneringseducatie een toetssteen voor de leraren PAV uitwerkte, waarbij ook het voeren van een open dialoog, respect voor elkaar en op een respectvolle manier leren opkomen voor een eigen mening, een belangrijk onderdeel vormden . Deze werkgroep bereidde een ontmoetingsdag voor met directies secundair- en volwassenenonderwijs in november 2017 waarin we de ontwikkelde materialen en inhouden willen delen met directies, leraren PAV, NT2, geschiedenis.

5.4. De weg naar actief pluralisme

In juni 2016 keurde de Algemene Vergadering van OVSG de beginselverklaring neutraliteit goed. Vervolgens werden alle lokale besturen uitgenodigd zich hierbij aan te sluiten. De PBD verleende zijn medewerking aan een colloquium (12 oktober 2016) over neutraliteit en actief pluralisme, bijgewoond door 130 bestuurders en directeurs. Aansluitend bij enkele praktijkverhalen werd ook het begeleidingsaanbod voorgesteld en werden de dit schooljaar geplande initiatieven vanuit de PBD aangekondigd.

De interne (niveau-overstijgende) werkgroep Actief Pluralisme nam in het schooljaar 2016-17 volgende initiatieven:

Implementatie van de leidraad ‘Actief pluralisme’

In het schooljaar 2015-16 is de leidraad ‘Actief pluralisme op school’ ontwikkeld. In de niveauraden is de leidraad toegelicht. De standpunten die OVSG inneemt, werden daardoor duidelijker. Er blijft echter handelingsverlegenheid: hoe moet ik dat als begeleider nu concreet doen? We stellen vast dat er weinig vragen komen van scholen.

Aanbod

Om de thematiek in de belangstelling te brengen heeft de PBD voor AVS een vormingsaanbod uitgewerkt (ISB): het tweeluik ‘Een open geest, daar scoor je mee’, twee interactieve vormingen van telkens een halve dag.16

• Deel 1: Actief pluralisme: de krachtlijnen in de praktijk Tijdens deze vorming gaan de deelnemers dieper in op de principes van actief pluralisme.

• Deel 2: Van discussie naar dialoog: in gesprek met je leerlingen. Tijdens deze vorming staat ‘dialoog’ als cruciaal principe van actief pluralisme centraal.

Op 8 juni 2017 nodigden we Bart Brandsma uit op de ontmoetingsdag OVSG voor schoolbesturen voor een interactieve lezing rond polarisering.

Interne professionalisering binnen de PBD

• De inhoud van het vormingsaanbod is niveau-overstijgend ontwikkeld. Doel is dat alle begeleiders ook kennis maken met deze inhouden. Dit wordt voorzien op een van de gemeenschappelijke bijeenkomsten van de PBD

• Een pilotgroep van 10 begeleiders volgde de opleiding Morele oordeelsvorming, een aanbod van Governance & Integrity (A. De Waele): de deelnemers werden getraind in de methodiek morele oordeelsvorming in 7 stappen. De opleiding bestond uit een introductie in de methodiek en twee vervolgsessies om de methodiek in te oefenen

16 Zie artikel Imago ‘Een open geest, daar scoor je mee!’ – 09/2017 en via link https://www.ovsg.be/nascholing/een-open-geest-daar-scoor-je-mee

Page 43: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

43

De makelaarsrol van de PBD rond ‘radicalisering

Wanneer scholen nood hebben aan info en ondersteuning rond radicalisering verwijzen we door naar het netwerk van Islamexperten. Hiervoor hadden we overleg met Khalid Benhaddou. Op de agenda van het overleg kwamen volgende punten aan bod:

1. Aanbod van het netwerk bekendmaken bij stedelijke en gemeentelijke scholen 2. Voorstellen van onze trajecten rond actief pluralisme 3. Voorstellen van de tekst rond actief burgerschap 4. Samenwerking op de VVSG-Trefdag op 12 oktober in Gent

5.5. Gezondheidsbeleid op school

De Studie- en Ontwikkelingsdienst volgt de VLOR-commissie ‘Onderwijs en samenleving' en de VLOR werkgroep 'welbevinden en preventie van pesten op school' op.

Eind november 2016 ondertekende OVSG een engagementsverkaring tussen de Vlaamse minister van Onderwijs Hilde Crevits, Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen, de onderwijsverstrekkers en de sector van de voedingsindustrie een engagement om tot een gezonder dranken- en tussendoortjesaanbod op school te komen. (https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderwijs-en-voedingsindustrie-samen-voor-gezonde-scholen) ) De onderwijsverstrekkers engageren zich om de scholen te informeren over de aanbevelingen aangaande een evenwichtig dranken- en tussendoortjesbeleid en hen te ondersteunen indien ze initiatieven willen nemen. De PBD ondersteunt hier vraaggestuurd. 17

5.6. Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Als pedagogische begeleidingsdienst blijven we groot belang hechten aan inspelen op actuele ontwikkelingen die een weerslag hebben op onze scholen, centra en academies. We wezen er vorig jaar al op dat dat voldoende wendbaarheid en flexibiliteit veronderstelt. We komen hier bij de afsluitende krachtlijnen op terug (zie 8.2).

Het aandachtspunt dat we in het vorig verslag formuleerden over de samenwerking met andere expertiseorganisaties blijft geldig. Enerzijds zien we hier voor onszelf een rol: wanneer de overheid projectmatig bepaalde vernieuwingen wil stimuleren, of scholen wil aanzetten maatschappelijke uitdagingen op te nemen, zal er ook nood aan ondersteuning zijn. Het verdient aanbeveling om deze ondersteuning zoveel mogelijk in te bedden in de reguliere werking van de pedagogische begeleidingsdiensten. Anderzijds kunnen we niet over al deze uitdagingen expertise uitbouwen en acties opzetten: voor bepaalde maatschappelijke thema’s kunnen en moeten we samenwerken met expertiseorganisaties. We nemen ons voor om rond die samenwerking een meer structureel beleid te voeren.

17 De acties zijn opgelijst in het document: ‘Opvolging initiatieven van OVSG m.b.t. de engagementsverklaring ter ondersteuning van het dranken-en tussendoortjesbeleid van scholen’

Page 44: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

44

6. Realisatie van de overige strategische doelen We zijn dit verslag begonnen met de uiteenzetting van wat we rond onze 4 speerpunten gerealiseerd hebben. Via die 4 speerpunten hebben we al het grootste deel van onze decretale opdrachten gevat. In dit hoofdstuk gaan we verder in op decretale doelstellingen die in ons begeleidingsplan niet onder een van de 4 voorgaande punten geplaatst zijn. We clusteren in drie grote categorieën: begeleidingsinterventies en acties (6.1), de afstemming nascholing en begeleiding (6.2), de samenwerking met andere onderwijsactoren (6.3).

6.1. Op het niveau van begeleidingsinterventies en acties

6.1.1. Visieontwikkeling – ondersteunen (artistiek) pedagogisch project

Het ondersteunen van scholen bij de ontwikkeling van een eigen (artistiek) pedagogisch project is een belangrijke decretale opdracht. Deze komt als dusdanig niet prominent naar voren uit de registratie van begeleidingsinterventies (ongeveer 3 %). De resultaten van deze analyse zetten de pedagogische begeleidingsdienst aan om te onderzoeken in hoeverre visieontwikkeling meegenomen wordt als onderdeel van andere begeleidingsinterventies (bv. begeleidingstraject na doorlichting) en hoe dit kan gecapteerd worden in de evaluatie. Ook hier stellen we vast dat visieontwikkeling (zoals kwaliteitszorg in het algemeen) een generiek gegeven is dat ingebed zit in een geheel van complexe processen die de begeleiding steeds meeneemt maar niet altijd expliciteert.

6.1.2. Begeleiden na doorlichting

Uit de verwerking van de registraties blijkt dat in de rubriek begeleiding het onderwerp 'doorlichting' een groot deel van de tijdsinvestering van de begeleiders inneemt. In het schooljaar 16 17 bedroeg dit 19,65% van de begeleidingstijd voor de ganse PBD (zonder reistijd). Dat is ongeveer 2% meer dan het vorige schooljaar.

In het schooljaar 2015-2016 kregen 201 scholen begeleiding in functie van een doorlichting, in 2016-2017 waren dat er 158. Dit alles volgens de gegevens van het registratiesysteem.

De PBD beschikte nog niet over een gecentraliseerde inventaris van de doorlichtingen, adviezen van de laatste jaren... Toch bleek daar nood aan te zijn. Bij de start van het schooljaar 2017-2018 is daarom intensief werk gemaakt van een inventaris op basis van de doorlichtingsverslagen die gepubliceerd zijn op de website van Onderwijs Vlaanderen.

De inventaris bevat de volgende gegevens:

• Gegevens van de instelling • Datum van de bespreking van het meest recente doorlichtingsverslag • Advies onderwijskundig • Advies voor bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne • Datum van de (geplande of effectieve) opvolgingsdoorlichting en (indien reeds gepubliceerd)

het resultaat daarvan • eventuele volgende opvolgingsdoorlichtingen • Aantal begeleidingsinterventies die voor deze school geregistreerd werden met als onderwerp

doorlichting per schooljaar.

Van al deze gegevens maakten we een synthese in een rapport voor elk niveau. In dit rapport zijn de volgende gegevens verwerkt:

• de gegevens i.v.m. doorlichting uit het registratiesysteem • een synthese van de adviezen per schooljaar (vanaf 2008 -2009)

Page 45: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

45

• een kwantitatieve vergelijking van de adviezen van de OVSG-scholen met de adviezen van Vlaanderen (gegevens uit de Onderwijsspiegels)

We kunnen de rapporten en overzichten raadplegen via de sharepointsite 'Schooldossiers’

Enkele aandachtspunten voor de toekomst:

• Deze rapporten zijn een 'momentopname'. Om ze vollediger te maken moeten we nog gegevens blijven verzamelen van reeds verlopen maar nog niet gepubliceerde opvolgingsdoorlichtingen, van de onderwijsspiegel 2018...

• Wanneer de eerste resultaten van de 'nieuwe' doorlichtingen bekend zijn zal een nieuw bestand moeten aangemaakt worden. Als we dit van bij de start opvolgen kunnen er ook meer inhoudelijke gegevens geïnventariseerd worden naast de algemene adviezen...

• Om de gegevens van OVSG kwalitatief te analyseren staat of valt veel met het registreren zelf...

6.1.3. Internationalisering

We stelden reeds in het vorig begeleidingsverslag vast dat het thema internationalisering vaak vorm krijgt vanuit de persoonlijke interesse en contacten van personeelsleden van de PBD en dat de zichtbaarheid en de impact van deze initiatieven nog kunnen verbeteren.

Door binnen de SOD het thema internationalisering aan een medewerker toe te kennen, krijgt het een meer structurele inbedding. Het is zeker een uitdaging om internationalisering te koppelen aan professionalisering en dit structureel te verankeren. Binnen de bestaande omkadering is het niet evident om hiervoor tijd en ruimte te creëren.

In eerste instantie werken we een visietekst uit over internationalisering en de plaats die kleinschalig enkele initiatieven of projecten uit te zetten. We nemen deel aan overleg, aan een beperkt aantal internationale projecten (Erasmus+) en netwerken, bestuderen internationaal onderzoek (OESO, PISA, Talis…) met relevantie voor de eigen werking. De informatie wordt ook gedeeld via onze kanalen.

Ook in het BaO en SOVO zijn er internationale contacten tussen scholen, zoals het overleg tussen scholen uit de grensregio België – Nederland en het project Antwerpen-Amsterdam, het ontvangen van de Congolese inspectie i.s.m. VVOB en van diverse internationale delegaties (Oostenrijk, Denemarken…).

De PBD heeft in die context de Congolese inspectie rondgeleid in de Gemeentelijke tuinbouwschool van Merchtem. Sedert 1 september 2016 begeleidt de PBD ook de Belgische (Nederlandstalige) basisschool in Kinshasa. Het volwassenenonderwijs visiteerde de collega’s in Wallonië. Het DKO onderhoudt internationale contacten via Arts4all.

Een heel bijzondere case van internationalisering in onze werking is onze begeleidingsopdracht in de Belgische school in Kinshasa, Congo. Anders dan in Vlaanderen kan de begeleider niet zomaar eventjes langsgaan. Het is zoeken op welke manier een lange afstandsbegeleiding effectief kan zijn. Pedagogisch adviseur Hans Vanbedts getuigt in Imago over zijn bezoek aan de Vlaamse Prins Van Luik school en zijn toch wel aparte begeleidingsopdracht in Congo18.

6.1.4. Lerende netwerken

Onderzoek leert ons dat expertise uitwisselen in netwerken een krachtige vorm van professionaliseren is. We initiëren dan ook tal van netwerken met als doel leerkrachten samen te brengen om kennis te delen en expertise uit te wisselen. We verwezen er al naar in de voorgaande hoofdstukken rond belangrijke thema’s zoals zorg, taal en STEM.

18 Zie artikel Imago ‘School maken onder de Afrikaanse zon’ – 12/2016

Page 46: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

46

Het BaO organiseert een indrukwekkend aantal netwerken en ontmoetingsdagen . Het volledig overzicht is opgenomen in de inventaris netwerken.

Naast een 15-tal netwerken en ontmoetingsdagen voor dirco’s en directies, zijn er ook thematische netwerken per regio rond Taal/AN, Zorg (met inbegrip van GOK, GON, type 2/3/9/basisaanbod, intervisies…) en netwerken voor de leerkrachten lichamelijke opvoeding en de ICT-coördinatoren. In het kader van de aanvangsbzegeleiding worden ook trajecten voor startende leerkrachten georganiseerd (zie onder)

Ook in het DKO zijn ontmoetingsdagen voor leerkrachten belangrijk voor hun professionalisering. De dienst DKO zet daar volop op in. In het schooljaar 2016-17 hadden – naast de ontmoetingsdag dircties, de Startblokken voor startende leraren en de ontmoetingsdagen voor secretariaatsmedewerkers DKO en DKO-WISA - volgende netwerkdagen voor leerkrachten plaats:

• Woordkunst • Dwarsfluit • Strijkers • Compositie en creatie • Gitaar • Begeleidingspraktijk • Ontmoetingsdag balletbegeleiders • Ontmoetingsdag dans

Vakdidactische leergemeenschappen SO

In samenwerking met Prof. Dr. Wouter Schelfhout (UA) zetten we al enkele jaren in op professionalisering van leerkrachten in vakdidactische leergemeenschappen binnen een aantal vakgebieden. Uit het praktijkgericht onderzoek blijkt dat via deze vorm van professionalisering de vakdidactische expertise van leraren toeneemt, zodat zij op de klasvloer het verschil kunnen maken bij hun leerlingen.

Vanuit onze opgedane ervaringen en op basis van de eerste onderzoeksresultaten verwerven we een diepgaand inzicht in deze vorm van professionalisering en ligt er voor de PBD een grote uitdaging op het vlak van de multiplicatie van deze professionaliseringsvorm bij andere begeleiders/adviseurs binnen andere vakgebieden. Daarom engageerden we ons voor het FWOSBO-project van Prof. Dr. Wouter Schelfhout ‘Subject-specific learning communities (SLCs): A platform for professionalization of (beginning) teachers’ dat in mei 2017 ingediend werd.

Om deze multiplicatie te realiseren, bouwden we onze werking verder uit waarbij de pedagogische begeleiders/adviseurs de rol van procescoach opnemen in een vakdidactische leergemeenschap.

In een vakdidactische leergemeenschap worden leraren uit verschillende scholen die eenzelfde curriculum onderwijzen samengebracht om o.a. concrete materialen uit te wisselen, samen nieuwe materialen te ontwikkelen, te reflecteren over hun eigen onderwijspraktijk … Vanuit een gemeenschappelijke visie op een kwaliteitsvolle leerplanrealisatie over de scholen heen ontwikkelen leerkrachten onder begeleiding van een procescoach op basis van eigen noden innovatief leerplangericht lesmateriaal. Met deze materialen gaan ze met hun leerlingen aan de slag in de klaspraktijk om nadien samen te reflecteren over hun aanpak en deze bij te sturen indien.

Page 47: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

47

Tevens zetten we in op het professionaliseren van leerkrachten die in een volgende fase de rol van interne procescoach binnen een vakdidactische leergemeenschap zullen opnemen.

Ook voor onze schoolleiders (coördinerend) directeurs van scholen(gemeenschappen) liggen er heel wat uitdagingen op het vlak van school- en kwaliteitsontwikkeling. Hiervoor zullen we toekomstgericht onze samenwerking met Prof. Dr. Wouter Schelfhout verderzetten. We vinden zijn project zowel onderzoeksmatig als qua valorisatie-output belangrijk en zien er handvaten in om onze aanpak rond professionele ontwikkeling van leraren (via het bestaande concept van de vakdidactische leergemeenschap) en onze aanpak rond school- en kwaliteitsontwikkeling (via de verbreding naar leergemeenschappen voor schoolleiders) vorm te geven.

6.1.5. Volwassenenonderwijs

WISA-werkgroep in het volwassenenonderwijs

De centra voor volwassenenonderwijs hebben de decretale verplichting om aan trajectbegeleiding te doen. De WISA-werkgroep is in het leven geroepen om trajectbegeleiding vorm te geven via het softwareprogramma WISA19. De WISA-werkgroep werkt vooral rond de trajectbeleiding voor de NT2-cursisten.

De WISA-werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle stedelijke centra die de WISA-software gebruiken, een vertegenwoordiger van WISA en eventuele gasten (AHOVOKS, KBI…). Er waren vorig jaar drie bijeenkomsten. De werkgroep werkt vooral vraaggestuurd en focust op het uitbreiden van de toepassingsmogelijkheden. Door een regelmatig contact tussen WISA en de centra wordt de vinger aan de pols gehouden: de centra krijgen directe informatie over nieuwigheden in de software en WISA verneemt snel de nieuwe eisen voor de software.

EVC – Tollnet

We verwijzen naar het activiteitenverslag van de netoverstijgende samenwerking EVC Toll-net van het volwassenenonderwijs in bijlage 7.

6.1.6. Uit de Startblokken met de aanvangsbegeleiding

De studie- en ontwikkelingsdienst onderzocht vorig schooljaar het aanbod via gesprekken met lesgevers, het meevolgen van een aantal sessies en het verzamelen van materialen20. Uit deze oefening nemen we een aantal aandachtspunten mee.

Het bereiken van starters is voor de PBD geen evident gegeven. Dikwijls kennen de starters ons aanbod niet. We beschikken niet over hun contactgegevens en kunnen hen dus niet rechtstreeks benaderen. We vragen dan ook aan de directies om eventuele starters in hun team attent te maken op de mogelijkheid van ons aanbod. Dankzij de bereidheid van directies om tijd en ruimte te creëren binnen de opdracht van de starter kan het startblokkenaanbod zijn vruchten afwerpen. Het blijft voor ons een uitdaging om het aantal startende leraars dat participeert aan de netwerken te verhogen. We streven dan ook naar een goede communicatie tussen school en PBD om het aanbod te verfijnen en af te stemmen op de noden van de school.

Het is ook de opdracht van de PBD om scholen te sensibiliseren omtrent het belang van aanvangsbegeleiding van startende leraren binnen hun personeels- en professionaliseringsbeleid. Enkele jaren geleden waren er expliciet uren voor mentoren. Door de afschaffing hiervan is het niet altijd duidelijk wie binnen scholen het mentorschap opneemt. In ons begeleidingswerk moedigen we directies 19 WISA is de schoolsoftware waarmee de gegevens van de cursisten in het volwassenenonderwijs worden opgevolgd. 20 Zie artikel Imago ‘Hoe de startende leraar wapenen?’ – 09/2017

Page 48: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

48

en schoolteams aan om de nodige aandacht te schenken aan de opvang van starters en een echt onthaalbeleid te ontwikkelen. In de vernieuwde directiecursussen (Opstart-Topstart) zal dit luik ook mee opgenomen worden binnen de leerlijn onderwijskundig beleid.

De PBD zoekt in haar aanbod ook naar een goede balans tussen gemeenschappelijke en niveauspecifieke inhoud en aanpak. De studie- en ontwikkelingsdienst bracht alle netwerken in kaart en ontwikkelt instrumenten om de effectiviteit en kwaliteit van deze netwerken te ondersteunen. We formuleerden ook een gewaagd doel: het ontwikkelen van een toolbox met oplossingsgerichte materialen voor onze begeleiders.

Project ‘Brussel’

Uit onderzoek blijkt dat de aanvangsbegeleiding van leraren in het Brussels hoofdstedelijk gewest om een specifieke aanpak vraagt. De uitdagingen van de grootstedelijke context zijn bijzonder en dit vraagt om een andere -weliswaar even waardevolle- aanpak. Het doel van dit project is om starters -die meestal buiten Brussel komen- kennis te laten maken met de bijzondere Brusselse context. Hoewel dit project niveau-overstijgend wordt aangeboden, stellen we vast dat we hiermee vooral leraren basisonderwijs bereiken.

Een smeltkroes aan culturen, religies, verschillen in socio-economische status en meertaligheid vragen een leraar die diversiteit herkent, erkent en als meerwaarde kan benutten in het lesgeven. Om de beginnende leraren hierin competent te maken, werd er gekozen om vijf (vormings)dagen uit te werken waarbij specifieke thema’s aan bod komen waarmee Brusselse leraren in contact komen. Het project Brussel helpt starters om de culturele achtergrond van de leerlingen beter te begrijpen en ondersteunt hen om die culturele achtergrond in de lessen te integreren. Inzicht in de specifieke omgeving(sfactoren) maakt hen ook sterker in de uitoefening van hun werk. Zo wordt lesgeven in Brussel interessant, uitdagend, maar vooral ook haalbaar, zodat leraren langer in Brussel actief blijven en echt het verschil kunnen maken.

6.2. Op het niveau van complementariteit nascholing – begeleiding

In het jaarverslag van AVSG21 vinden we:

• de volledige inventaris van navormingscursussen (per onderwijsniveau en niveau-overstijgend) • de cijfers m.b.t. de OVSG-toets, doelenboeken en leerplanzoeker

21 Zie Cijferanalyse en duiding van de AVSG werking, 5 juli 2017

Jos Vandael, begeleider BaO, ging met de starters van regio Oost aan de slag en vat zijn ervaringen samen: “De starters werden uitgenodigd met een wervende mail, die via de directies werd verspreid. In een drietal sessies gingen we in gesprek over alle mogelijke inhoudelijke en organisatorische aspecten van de lerarenjob. We vroegen naar hun noden en de starters hadden zelf inspraak in de inhoud van het traject. De starters zelf gaven aan dat het fijn was om met lotgenoten in gesprek te gaan in een veilige omgeving. Ze vonden het geruststellend te horen dat ook bij anderen niet altijd alles lukt. Ze leerden veel van elkaar, zochten samen naar oplossingen, kregen heel wat praktische tips mee en gingen met frisse moed terug naar hun klas.”

Page 49: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

49

• de gegevens m.b.t. openlucht en sportklassen • de cijfers m.b.t. het aanbod schooladministratie (WISA) en technisch-administratief vademecum

DKO • de procedure en het aanbod van jureringen en evaluaties • de publicaties i.s.m. Politeia

In het najaar 2016 werden vanuit een niveauoverstijgende werkgroep binnen OVSG de missie en visie van de nascholing binnen het aanbod van de PBD van OVSG scherp gesteld.22

Als koepelorganisatie wil OVSG voor instellingen en besturen van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs een professionaliseringsaanbod en -traject voorzien dat hen toelaat voldoende beleidskracht te verwerven en hun onderwijskwaliteit (en de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding) voortdurend te optimaliseren. De visie van OVSG op nascholing is conform aan de visie op begeleiding, vertrekt van dezelfde kernwaarden, kernkwaliteiten en gewaagde doelen:

1. Geïntegreerd 2. Deel van professionaliseringscontinuüm 3. Dynamisch en flexibel 4. Aanbod- en vraaggestuurd 5. Inspelend op de context van de instellingen 6. Op maat van verschillende doelgroepen 7. Participatief 8. Kwaliteitsvol en effectief 9. Een duidelijk referentiekader 10. Kostendekkend

In het verlengde van deze visie-oefening (die al startte in 2015) werd vorig schooljaar in de schoot van de directieraad en met betrokkenheid van de HR-afdeling en de verschillende diensten van de PBD de beslissing van de Raad van Bestuur voorbereid om een nieuwe dienst Vorming te installeren binnen de PBD. Op basis van de visie werd een profiel uitgeschreven en een interne vacature gelanceerd voor

22 Zie Missie en Visie nascholing 2.0 (definitieve versie, januari 2017)

BaO • 454 schoolteamcursussen met 8172 deelnemers • 41 sessies voor individuele leraren met 656 deelnemers

DKO • 3 schoolteamcursussen met 43 deelnemers • 37 sessies voor individuele leerkrachten met 413 deelnemers

SOVO • 5 schoolteamcursussen met 72 deelnemers • 2 individuele cursussen • 2-daags seminarie VO

DIRECTIES • Kandidaat-directies BaO + DKO : 36 deelnemers • Kadercursus nieuwe directies: 104 deelnemers • Functionerings- en evaluatiegesprekken: 140 deelnemers • Dagopleidingen en seminaries: 156 deelnemers

Page 50: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

50

een verantwoordelijke van deze dienst. Aan het eind van het schooljaar werd een collega aangesteld die een coördinerende opdracht heeft rond volgende domeinen:

- Ontwikkeling van het vormingsaanbod conform de visie van OVSG: - Ontwikkeling van zowel vormingsinhouden die aansluiten bij het driejaarlijkse Begeleidingsplan

van de PBD van OVSG, als inhouden die inspelen op dringende noden. - Afweging maken of naast aanbodgestuurde vorming kan ingegaan worden op specifieke

vragen, binnen de krijtlijnen van het begeleidingsplan. - Initiatieven nemen om de klanten te consulteren en instrumenten en strategieën te hanteren om

de vormingsbehoeften van verschillende doelgroepen (leraren, teams en leidinggevenden …) in kaart te brengen

- initiatieven nemen om de kwaliteit van de vorming voortdurend te verbeteren en, daartoe gerichte keuzes maken van leervormen en leeromgevingen (incl. digitale leeromgevingen) waarvan de effectiviteit is aangetoond (evidence informed).

- Initiatieven nemen om de kwaliteit van de vorming te onderzoeken en daarvoor een breed palet van wetenschappelijk gevalideerde criteria voor het meten van effecten van professionalisering en voor het evalueren van onze nascholingen hanteren.

Deze dienst Vorming is effectief van start gegaan op 1 september 2017. 23

6.3. Op het niveau van samenwerking met andere onderwijsactoren

6.3.1. Formeel overleg inspectie en begeleiding

Het overleg tussen inspectie en begeleiding is decretaal verankerd. Het voorbije schooljaar was de onderwijsinspectie voorzitter van dit overleg op de verschillende niveaus: overkoepelend en deelplatforms per niveau. We verwijzen naar het gemeenschappelijk jaarverslag van het formeel overleg inspectie-begeleidingsdiensten in bijlage 10.

6.3.2. Samenwerking met andere koepels

Samenwerking met andere begeleidingsdiensten: GO!, Katholiek Onderwijs Vlaanderen, OVSG, POV en OVSG

Een drietal keer per jaar overleggen de directies/coördinatoren van de pedagogische begeleidingsdiensten van het GO!, Katholiek Onderwijs Vlaanderen, OVSG en POV. Dit overleg is niet formeel of decretaal geregeld maar het fungeert wel als overkoepelende stuurgroep voor drie onderliggende overlegorganen waarvoor de betrokken koepels een samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten. Voor een verslag van de activiteiten binnen elk van deze overeenkomsten, verwijzen we naar de bijlagen.

• volwassenenonderwijs met naast de decretaal opgelegde taken expliciete samenwerking rond geletterdheid en afstandsleren, e-leren en gecombineerd leren (zie bijlagen 4, 5 en 6)

• competentie-ontwikkeling/inclusievere school (zie bijlage 2) • Taalbeleid (zie bijlage 3)

Vanuit een gezamenlijke lectuur de vier hogergenoemde netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten vorig jaar al het initiatief genomen om een netoverstijgende werkgroep op te zetten rond het meten van effectiviteit van begeleiding en nascholing. Ook de pedagogische begeleidingsdiensten van de kleine onderwijsverstrekkers sloten aan bij deze werkgroep. Aan het begin van schooljaar 2016-2017 werd consensus bereikt over een referentiekader ‘Effectiviteitsevaluatie van onderwijsondersteuning’. Er werd afgesproken dat elke PBD nu zelf aan de slag kon met dit referentiekader. Onze PBD hanteerde deze tekst vorig schooljaar als richtlijn voor de begeleiders (zie ook onder 7.8.)

23 Zie vacature ‘verantwoordelijke dienst Vorming’ – 28/04/2017

Page 51: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

51

N.a.v. de publicatie van de Onderwijsspiegel 2016 door de inspectie werd in de schoot van de van de rapporten Monard hadden de verantwoordelijken van onderwijscommissie van het Vlaams Parlement de vraag gesteld of en op welke wijze de werking van de PBD’s aansluit bij de vaststellingen en aanbevelingen door de inspectie. De PBD’s hebben gezamenlijk het aanbod gedaan aan de onderwijscommissie om hun jaarverslagen te gaan toelichten voor de onderwijscommissie. Er vond een hoorzitting plaats op 30 maart 2017 (https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/gedachtewisselingen-hoorzittingen/1126346). In het overleg werd het gemeenschappelijk gedeelte van deze hoorzitting voorbereid: kader met decretale uitgangspunten, decretale opdrachten, elementen van interne kwaliteitsbewaking en extern kwaliteitstoezicht op de PBD’s, omkadering, gemeenschappelijke verwachtingen:

- Op onderbouwde manier rollen afbakenen en partnerschap tussen alle actoren invullen ( Verder bouwen op de resultaten van de visitatiecyclus PBD ; de impact van inspectie 2.0 met aandacht opvolgen; vanuit onderscheiden rollen vorm en invulling geven aan overleg inspectie – begeleiding)

- De PBD verankeren als partner in de ‘andere’ kwaliteitsdriehoeken (professionalisering: lerarenopleiding – (stage)school – PBD; Onderwijsonderzoek: hoger onderwijs – school – PBD)

- De diversiteit van de huidige werking en structuur op maat van de verschillende onderwijsverstrekkers als sterkte benutten (Nabijheid en bereik bovenaan de gedeelde agen; Aansluiting bij pedagogische projecten van de instellingen; Evenwicht houden tussen wendbaarheid, innovatie en duurzaamheid; Focus en prioriteiten)

In het specifieke gedeelte hebben we voor de PBD van OVSG volgende krachtlijnen naar voren geschoven:

- bereiken van scholen, schoolnabij werken (rol van ankerfiguren) en maatwerk leveren - begeleiden (met effect) op de klasvloer - vorming en ondersteuning van directies als prioritaire doelgroep - begeleiding na doorlichting

Samenwerking OVSG POV formele samenwerkingsovereenkomst

Met het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen werd een samenwerkingsovereenkomst voorbereid op het vlak van de pedagogische ondersteuning in het secundair en volwassenenonderwijs. Concreet werd afgesproken om samen netwerkbijeenkomsten te organiseren rond duaal leren voor TSO-BSO-DBSO-BUSO-scholen van beide koepels. Nog voor duaal leren is er een taakverdeling afgesproken voor vertegenwoordiging in diverse overlegorganen. Voor het secundair onderwijs zullen beide koepels de werking van hun vakdidactische leergemeenschappen op elkaar afstemmen, stellen ze open voor elkaars leraren, hanteren een zelfde VLG-concept, organiseren samen vormingen en intervisie voor procescoaches van de VLG. Voor het volwassenenonderwijs en de CLB gaat de samenwerking tot op het niveau van inzet van personeel. Deze samenwerkingsovereenkomst zal ingaan op 1 oktober 2017.

Samenwerking openbaar onderwijs (GO!, POV en OVSG)

In 2016-17 is de PBD ook formeel gaan samenwerken met andere begeleidingsdiensten in de ‘Samenwerking openbaar onderwijs’.24 We vermelden hier de stuurgroep leerplannen en de werkgroep competentiegerichte leerplannen. Doel is het gezamenlijk ontwikkelen van leerplannen en samen ter goedkeuring aanbieden. Uitgangspunt hierbij is het garanderen van een kwalitatief en coherent aanbod over de onderwijsverstrekkers heen. Er worden dus afspraken gemaakt op het vlak van leerplanconcept en modaliteiten.

In de stuurgroep leerplannen wordt er (maandelijks) samengewerkt en nagedacht over concrete leerplannen, maar ook over leerplanconcept en modaliteiten. De stuurgroep ontwikkelt documenten ter

24 Standpunt en gemeenschappelijke tekst leest u onder ‘Samenwerken voor een sterk openbaar onderwijs’.

Page 52: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

52

ondersteuning van gezamenlijke leerplanontwikkeling bij de verschillende onderwijsverstrekkers en volgt de werkgroep competentiegerichte leerplannen op.

In de werkgroep competentiegerichte leerplannen wordt er met de verschillende onderwijsverstrekkers van het officieel onderwijs een competentiegericht leerplan uitgewerkt en wordt er nagedacht over wat een competentie betekent. Dit wordt vertaald naar een sjabloon voor alle onderwijsverstrekkers binnen de samenwerking openbaar onderwijs.

Op 31 januari 2017 werden de eerste gemeenschappelijke leerplannen ingediend. Een vijftal leerplannen TSO/BSO worden volgend jaar of in 2019 gezamenlijk ingediend.

6.3.3. Samenwerking met hogescholen en universiteiten

Als pedagogische begeleidingsdienst blijven we het belangrijk vinden om zoveel mogelijk evidence informed te werken. Vanuit onze eigen doelstellingen, specifiek gericht naar onze begeleidingspraktijk in scholen, zijn we vooral geïnteresseerd in het praktijkgericht benutten van wetenschappelijk onderzoek.

We doen dat op verschillende manieren en volgens verschillende intensiteit: gaande van zelf onderzoek doen, over actief participeren aan onderzoek (bv bij het ontwikkelen van materialen, het uittesten in het veld, samen nadenken over te onderzoeken interventies), tot deel uitmaken van een klankbordgroep, of een stuurgroep (met als doel de praktijkrelevantie van het onderzoek te bewaken), of door het verspreiden van inzichten op basis van literatuurstudie van afgerond onderzoek.

Participatie aan onderzoek

Op 1 juli 2016 werd het steunpunt voor beleidsgericht onderwijsonderzoek (SONO) opgestart. Daarin komen verschillende Vlaamse onderzoekers gedurende 4 jaar samen o.l.v. Geert Devos. In totaal zijn er drie grote onderzoeksdomeinen, bestaande uit meerdere onderzoeken, waarvan medewerkers uit de studie- en ontwikkelingsdienst van OVSG twee domeinen opvolgen: nl. ‘De lerende’ en ‘De leraar en de school als organisatie’. Als leden van de opvolgingsgroep van SONO nemen zij deel

Eline Derriks, stafmedewerker SOD getuigt over de samenwerking GO-POV-OVSG: “Samenwerking betekent ook afstemming van verschillende culturen. Momenteel vraagt de samenwerking een extra investering. Doel is evenwel op termijn een efficiëntiewinst te maken. Het doorkruisen van andere lopende dossiers zoals het eindtermendebat, modernisering SO, curriculumdossiers hebben eveneens een impact op het uitwerken van leerplannen. Momenteel gaan we vooral pragmatisch te werk. Een aantal concrete afspraken zijn gemaakt. Telkens één van de drie partners-onderwijsverstrekkers dient de gezamenlijke leerplannen in (met de 3 logo’s). De indiening van de gezamenlijke leerplannen gebeurde dit schooljaar door OVSG. Volgend jaar neemt POV deze rol op zich en het jaar er op GO!. Als er een beroepskwalificatie gekoppeld is aan een bepaalde studierichting, wordt er altijd een competentiegericht leerplan gemaakt. De stuurgroep leerplannen bewaart het overzicht over het hele proces (van de opstart van leerplancommissies tot het indienen van leerplannen bij de inspectie). Twee documenten zijn al in de stuurgroep ontwikkeld. De Leerplanfiche heeft als doel het overzicht te bewaren en te weten wie aan welke leerplannen werkt. De Ontwikkelwijzer dient ter ondersteuning van de leerplanmakers om te weten wat ze waar moeten zetten in het leerplansjabloon.”

Page 53: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

53

aan het overleg, geven zij regelmatig feedback op onderzoeksvoorstellen en denken zij mee na over valorisatiemogelijkheden.

Lid van de Stuurgroep “supporteren voor de startende leraar” (Hogeschool ODISEE, Aalst). Als lid van de stuurgroep verlenen wij ons advies en onze ondersteuning bij de inhoudelijke sturing en uitvoering van het bovengenoemde project. Dit project focust zich op het onderzoeken van de mate waarin verschillende vormen van aanvangsbegeleiding en de kenmerken van het collegiaal netwerk, de jobsatisfactie beïnvloeden via een sociaal leerproces. Hierbij wordt de talentenkaart als innovatieve methodiek ingezet om uitwisseling van informatie, hulp en feedback te stimuleren.

Lid van de adviescommissie van Startkracht (Artevelde Hogeschool). Dit is een praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek waar er wordt onderzocht hoe beginnende leraren in de Vlaamse onderwijscontext bij de start van hun loopbaan succesvol kunnen doorgroeien in hun leraarschap (basisonderwijs). Dit project is opgestart in 2017 en loopt verder de komende schooljaren. Via participatie aan het praktijkgericht onderzoek (vak)didactische leergemeenschappen van UA (Prof. Dr. Wouter Schelfhout) zetten we als PBD (SO) in op de wisselwerking tussen onderzoek en praktijk. Onze begeleidingservaringen, ervaringen van leerkrachten en interne procescoaches in vakdidactische leergemeenschappen staan in wisselwerking met het wetenschappelijk onderzoeksproject. Door de ruime voor interactie tussen onderzoekers en practici zijn we ervan overtuigd dat dit type van onderzoek het begeleiden tot op de klasvloer kan ondersteunen. (zie ook hoger bij (vakdidactische) leergemeenschappen).

Binnen basisonderwijs werkten we samen met de KULeuven voor de validering van de OVSG-toets en om zo onze eigen OVSG-toets te onderzoeken. Daarnaast hebben we bijdrages geleverd aan de peilproeven meer bepaald betrokkenheid bij de expertfeedback op de vragen en cesuurbepaling. Ook de samenwerking rond bewegingsintegratie PXL bleef doorlopen.

Binnen het DKO hebben we in het schooljaar 16-17 met externe partners samengewerkt zowel voor wat betreft nascholingen (bv. Een dansweek i.s.m. danspunt) als wat betreft ontmoetingsdagen (met orgelpunt Vlaanderen voor netwerkmoment orgelleraren). Voor 17-18 staat er hier bovenop een samenwerking op het getouw met ESTA (European string teachers association).

Het SO ging volgende samenwerkingen aan:

• Samenwerking met UGent Faculteit Ingenieurswetenschappen voor het STEM-project De Autofabriek : Githo Nijlen in techniek 1ste graad.

• Lid van de stuurgroep Vlaams Lerend Netwerk STEM. Dit netwerk stopt na de eindstudiedag van 25 oktober 2017. (tenzij er een verlenging zou komen)

Daarnaast streven we ernaar laatstejaarsstudenten, in samenwerking met hun promotors, een masterproef te laten maken over onderwerpen die OVSG aanbelangen. Hierover kan teruggekoppeld worden aan de begeleiders. Zo werden in 2016-2017 drie masterproeven voorgesteld over de inhoudelijke vernieuwingen in het DKO. Er werden ook twee masterproeven afgerond over de implementatie van het M-decreet door schoolteams, onderzocht aan de hand van het prioritair nascholingsproject ‘Expeditie M’.

Jaarlijks bieden we stageplaatsen aan masterstudenten uit het brede veld van onderwijskunde. We communiceren aan de universiteiten een voorstel voor onderzoek/ontwerpopdracht, met gerichte onderzoeksvragen die ook voor de PBD relevant zijn en een meerwaarde bieden. De Studie- en ontwikkelingsdienst volgt de student op en stelt een mentor aan. De stage biedt de student de kans om de werking van de organisatie vanuit verschillende activiteiten te ervaren, zoals pedagogische begeleiders in het werkveld volgen, evenementen (vormingen, netwerkmomenten,…) ondersteunen en deelnemen aan studiedagen, teamoverleg… Het zijn ook stuk voor stuk opdrachten die voor een toekomstig onderwijskundige/pedagoog heel leerrijk kunnen zijn.

Er zijn een aantal samenwerkingsverbanden met hogescholen op regionaal niveau die op het niveau van de PBD vooral op lokaal niveau blijven (Cfr. voor Limburg vrij intensieve samenwerking met PXL). In andere regio's zijn zeker vergelijkbare samenwerkingsverbanden die niet of onvoldoende

Page 54: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

54

doorstromen op centraal niveau. Wellicht is het goed om intern meer aandacht te geven aan de inhoudelijke transfer die voortvloeit uit de regionale samenwerkingsverbanden.

Als pedagogische begeleidingsdienst dragen we bij aan de valorisatie van deze onderzoeken. Enerzijds maken we via onze communicatiekanalen deze onderzoeksprojecten bekend bij onze instellingen. Anderzijds geven wij deze onderzoeken ook een plaats binnen onze werking bij de ontwikkeling van nieuwe materialen, nascholingen, begeleidingsinitiatieven

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

We herhalen graag onze reflecties uit het vorig verslag: “Onze ervaringen leren dat het opzetten van evidence informed begeleiden niet evident is. Het vraagt tijd, het vraagt specifieke aandacht en expertise. Onderwijsonderzoek leidt niet vanzelf tot praktijkrelevante resultaten die door onze begeleiders ingezet of door scholen benut kunnen worden.”

Onze vragen naar een meer gerichte investering door de onderwijsoverheid in praktijkgericht wetenschappelijk onderwijsonderzoek en voor een efficiënte positionering van de pedagogische begeleidingsdiensten daarin, blijven overeind. We bevestigen daarom opnieuw het advies van de Vlor waarin meer aandacht wordt gevraagd voor de organisatie van het praktijkgericht onderzoek, met een duidelijke plaats voor overleg met stakeholders uit onderwijs en onderzoek, van waaruit een gemeenschappelijke visie op de relatie onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk ontwikkeld en verspreid kan worden. Dat overleg moet ook de grote lijnen van een onderzoeksagenda voor praktijkgericht onderwijsonderzoek op (middel)lange termijn kunnen uitzetten.

Verder blijven we vragen naar een portaalsite die kan leiden naar een betere valorisatie van bestaand onderzoek, en die bestaande informatie praktijkgericht ontsluit via zoekfuncties die afgestemd zijn op de kennisbehoeften van onderwijspractici.

We steunen nog altijd de vraag om te investeren in pilootonderzoeksprojecten met ruimte voor interactie tussen onderzoekers en practici (ontwikkelingsgericht onderzoek, actieonderzoek ...) en om extra

Het SO zal in het schooljaar 2017-2018 volgende samenwerkingen verder intensifiëren :

Samenwerking met UGent Faculteit Ingenieurswetenschappen voor het STEM-project De Autofabriek : Atheneum Wispelberg gaat dit schooljaar het project uitvoeren in de 2de graad wetenschappen

Samenwerking met Lerarenopleiding HOGent

voor de vakdidactische leergemeenschap Techniek en Wiskunde 1ste graad A-stroom. De lectoren Techniek en Wiskunde ondersteunen de VLG vanuit hun vakexpertise.

Samenwerking met HOWest, AP Antwerpen, Erasmus Brussel, HOGent voor werken met competentiegerichte leerplannen in Aardrijkskunde (samen met GO en POV) Luk Segers, pedagogisch adviseur SO

Page 55: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

55

impulsen te geven voor vakdidactisch onderzoek. We zijn ervan overtuigd dat dat type van onderzoek het begeleiden tot op de klasvloer kan ondersteunen (zie ook hoger bij vakdidactische leergemeenschappen).

6.3.4. Samenwerking en overleg met externe partners en organisaties

Voor onze pedagogische begeleidingsdienst is het gezien onze schaalgrootte een zeer grote uitdaging om de tijd die we investeren in overleg en samenwerking in balans te houden met de meerwaarde ervan voor onze kernopdracht. Nu leeft de perceptie, zeker voor leidinggevenden/coördinatoren in de PBD, dat de (tijds)druk door externe engagementen groot is. De komende jaren willen we werk maken van een accurate opvolging van de tijd die we besteden aan extern overleg. We zijn in elk geval genoodzaakt om keuzes te maken, en hanteren hiervoor ons begeleidingsplan. We zijn ook genoodzaakt naar efficiëntie te streven, bijvoorbeeld door netoverstijgend samen te werken tussen PBD’s en POC’s.

Page 56: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

56

7. Kwaliteitsvolle werking van de pedagogische begeleidingsdienst

Bij de opmaak van het begeleidingsplan 2015-2018 formuleerden we doelstellingen op organisatieniveau (zie hoger bij 1). Deze doelstellingen hadden betrekking op het hanteren van een gezamenlijk theoretisch en wetenschappelijk onderbouwd referentiekader (zie 2), inzetten op een sterkere niveauoverschrijdende werking met respect voor de eigenheid van de verschillende niveaus; evolueren naar een performante organisatie die duidelijke prioriteiten stelt, een doelgerichte strategie hanteert, een efficiënte interne organisatie heeft en investeert in samenwerkingsverbanden, investeert in de professionalisering van haar medewerkers en werk maakt van kennis- en expertiseontwikkeling en deling en een kwaliteitszorgsysteem uitbouwt om bereik, tevredenheid, effectiviteit en efficiëntie van de begeleidingsinterventies na te gaan.

Het is onze ambitie om als PBD in de toekomst een sterkere initiërende rol te kunnen spelen bij wetenschappelijk onderzoek. We willen ook nagaan hoe we sterker kunnen bijdragen aan de valorisatie van onderzoek en - door samenwerking - ook een sterkere partner kunnen worden bij onderzoeksprojecten (voornamelijk dan praktijkgerichte onderzoeken). Wij denken dat er beleidsmatig hiervoor ook nog mogelijkheden zijn (bv. Afstemmen PWO-projecten hogescholen met PBD's). We ondersteunen voluit de aanbevelingen die alle onderwijsactoren samen maakten in het recent geactualiseerd Vlor-advies over praktijkgericht onderwijsonderzoek (juni 2017) met daarin noodzakelijke bouwstenen voor een stimulerend beleid dat recht doet aan alle betrokken stakeholders uit onderwijs en onderzoek.

7.1. Duurzaam en impactvol begeleiden

Via onze ankerfiguren en regionale werking investeren we in een duurzaam persoonlijk contact met onze scholen. Onze contacten met de scholen zijn niet beperkt tot directies. Door een veelheid aan activiteiten, van velerlei aard, bereiken we alle doelgroepen op de werkvloer, inclusief de leraar in de klas. Duurzaam begeleiden wordt dus mogelijk als de PBD haar rol als vaste partner van onderwijsinstellingen volledig kan benutten, haar acties afstemt op de noden en tijd neemt om haar vertrouwensrol uit te bouwen en veranderingen te helpen implementeren. Zij moet instellingen uitdagen om te innoveren, te groeien en die veranderingsprocessen begeleiden. Dit is de kern van haar bestaan en tevens haar grootste uitdaging.

We zijn gestart met een niveauoverstijgende denktank om een gemeenschappelijk kader te formuleren en uit te werken voor duurzaam en impactvol begeleiden. Binnen dit stappenplan voorzien we praktijkonderzoek en literatuurstudie (link met wetenschappelijk onderzoek), het formuleren van werkdefinities, het expliciteren van procedures en werkstromen in het stroomschema ‘Langdurig begeleiden’, een gerichte inventarisatie van begeleidingsinterventies en een efficiënte registratie. We willen dit zeker ook koppelen aan effectiviteitsonderzoek en hiervoor instrumenten inzetten.

We staan ook stil bij het verder optimaliseren van onze lerende netwerken. Het ondersteunen van dergelijke netwerken vormt een decretale opdracht maar is eigenlijk in essentie een (belangrijke en invloedrijke) begeleidingsmethodiek. We zetten het afgelopen schooljaar stappen in het inventariseren en afbakenen van onze lerende netwerken en zoeken naar manieren om deze kwaliteitsvol uit te bouwen binnen ons begeleidingswerk.

7.2. Netwerken en kwaliteitszorg

Daarnaast willen we ook gericht een aantal begeleidingsmethodieken evalueren. Illustratief hiervoor zijn de inspanningen die we momenteel leveren om de vele netwerken in kaart te brengen.

Het werken met netwerken is een methodiek die veelvuldig gehanteerd wordt binnen onze organisatie. Het is expliciet opgenomen in de decretale opdrachten van de PBD. Zo stelt decretale opdracht 2: “De onderwijsinstellingen en de CLB's in kwestie ondersteunen bij het bevorderen van hun

Page 57: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

57

onderwijskwaliteit, respectievelijk de kwaliteit van hun leerlingenbegeleiding en bij hun ontwikkeling tot professioneel lerende organisatie door netwerkvorming te bevorderen en netwerken te ondersteunen”.

Als begeleiders initiëren we talrijke netwerken. Deze zijn van wisselende orde en impact. Ze verschillen in doelen, gewicht en frequentie. Ze zijn veelkleurig, veranderlijk, langdurig of kortstondig en soms moeilijk grijpbaar.

Afhankelijk van de vooropgestelde doelen krijgt een netwerk een andere invulling. Zo zien we netwerken die vooral als doel hebben te informeren terwijl andere vooral inzetten op leren van elkaar. In sommige netwerken wordt samen nagedacht, wordt samen materiaal ontwikkeld. Ook naar gehanteerde methodieken zien we verschillen: intervisie, supervisie, informeren… Tevens worden soms verschillende begrippen gebruikt: professionele leergemeenschappen, vakdidactische leergemeenschappen, ontmoetingsdagen… Dit zorgt soms voor een spraak- en begripsverwarring.

Maar we zijn het er over eens dat ze onontbeerlijk zijn om op een eigentijdse manier aan kennisdeling en expertise-opbouw te doen, in functie van de professionalisering van onderwijsprofessionals. We bevestigen dit ook in onze visie op begeleiding. Hierin stellen we dat begeleiders verschillende onderwijs- en CLB-teams en hun afzonderlijke leden aanmoedigen om ook onderling in interactie te treden met elkaar zodat zij van elkaar kunnen leren, hun opvattingen en praktijk ter discussie kunnen stellen en materialen en goede praktijkvoorbeelden kunnen delen. (OVSG, visie op begeleiding, p.11)

In het kader van de interne kwaliteitszorg willen we een aantal initiatieven nemen om de werking van de netwerken te optimaliseren en te stroomlijnen. We willen netwerken plaatsen in een kwaliteitszorgcyclus. We hebben hierbij volgende doelen voor ogen:

(1) een zicht krijgen op het bereik en de effectiviteit van de netwerken:

- Aantal deelnemers, sessies, bereikte scholen - Vooropgestelde doelen / beoogde effecten - Evaluaties van netwerken

(2) het opvolgen en verhogen van de kwaliteit van de netwerken

- Uitschrijven van visie op netwerken - Vastleggen van een aantal kwaliteitsindicatoren

Om dit te doen willen we praktijkgericht te werk gaan. We vertrekken vanuit de huidige gangbare praktijken, gaan dit spiegelen aan wetenschappelijk literatuur hieromtrent om van daaruit tot een kwaliteitsvol concept van netwerken te komen.

7.3. Pedagogische Raad

We hebben het afgelopen schooljaar dit overlegorgaan verder zien evolueren naar een verjongd en meer structureel overlegorgaan met stevige thema’s, met een hogere frequentie en met meer beslissingsrecht. Op die manier krijgt de gelijkgerichtheid binnen de organisatie meer body en inhoud. Beslissingen van de PR zijn dus richtinggevend voor alle niveaus binnen de PBD, worden uitgedragen door de coördinatoren en begeleiders en uitgevoerd binnen eigen dienst/niveau. De PR komt tweewekelijks bijeen. Drie maal per jaar voorzien we een PR-XL waar in de diepte wordt gewerkt rond evaluatie en planning van de prioriteiten en grote niveau-overstijgende thema’s.

Om de niveau-overstijgende thema’s op te volgen en verder vorm te geven is een nieuwe functie in het leven geroepen. Vanaf 1 september 2016 is een stafmedewerker pedagogische begeleiding vanuit de SOD toegevoegd aan de PR. Tot diens takenpakket behoren o.a. het uitschrijven van de verslaggeving (begeleidingsverslag) en mee vorm geven aan de beleidsplanning, het begeleidingsplan, het professionaliseringsplan en het organiseren van professionaliseringsinitiatieven voor de PBD, diverse acties m.b.t. de interne afstemming nascholing – begeleiding, zoals registratie, effectiviteit, visie op integrale begeleiding. Deze stafmedewerker volgt de strategische planning/verslaggeving en de communicatie op, ondersteunt diverse acties m.b.t. interne kwaliteitszorg, geeft het

Page 58: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

58

professionaliseringsbeleid van de PBD mee vorm en inhoud en bewaakt de afstemming tussen nascholing en begeleiding zoals geformuleerd in de visietekst.

Deze laatste opdracht heeft uiteindelijk geleid tot het creëren van de functie van Verantwoordelijke dienst vorming, die vanaf 1 september 2017 - naast het opvolgen en afstemmen van het nascholingsaanbod - tevens leiding geeft aan de groep begeleiders die specifiek worden ingezet in de nascholing (vanaf 1 september 2017) (zie ook hoger).

7.4. Registratiesysteem

Voor de PBD was het invoeren van het registratiesysteem in 2015 de aanzet om na te denken over het opzetten van ijkpunten en de bijhorende meting van effectiviteit en bereik. Tegelijk was de PBD waakzaam voor overdreven planlast en bezorgd over intern draagvlak.

In 2016-17 is een evaluatie en (beperkte) bijsturing van het registratiesysteem gebeurd op basis van de volgende principes:

• vanuit de behoeften van de PBD om de grote strategische lijnen van de PBD te bewaken in tijdsinvestering en output: kwaliteitszorg op PBD-niveau

• vanuit de behoeften van de diensten om de data-registratie en -analyse functioneel te maken om de eigen werking te optimaliseren: kwaliteitszorg op dienstniveau

• vanuit de behoeften van de gebruikers zodat deze consequent en duidelijk kunnen registreren en de planlast te beperken

Talrijke initiatieven zijn genomen in het kader van kwaliteitszorg. Het is de ambitie van de PBD om een kwaliteitszorgsysteem uit te bouwen om het bereik, de tevredenheid en de effectiviteit en efficiëntie van de begeleidingsinterventies na te gaan. Tegelijk stoten we op de grenzen van het registreerbare en stellen we vast dat meetbaarheid en aantoonbaarheid niet altijd samenvallen.

Parallel aan de ontwikkeling van het begeleidingsplan 2018-2021 voorzien we een grondige bijsturing van het registratiesysteem om vanaf 2018 de registratie accuraat, efficiënt en met zo weinig mogelijk planlast te kunnen doen.

7.5. Professionalisering van de PBD

7.5.1. Professionaliseringsbeleid

Het professionaliseringsbeleid van OVSG richt zich op het ondersteunen en ontwikkelen van de medewerkers in het uitvoeren van hun functie en in hun persoonlijke groei. Dit wordt geëxpliciteerd in het kader voor het professionaliseringsbeleid van OVSG. In functie van het strategisch meerjarenplan van de dienst/afdeling/organisatie en vanuit de afspraken m.b.t. professionalisering die gemaakt worden tijdens functioneringsgesprekken werden professionaliseringsvoorstellen geconcretiseerd en kende het directiecomité de vormingsbudgetten aan de afdelingen toe.

Binnen dit beleidskader is voor de PBD een eigen professionaliseringstraject onderzocht en uitgetekend. We stelden immers vast dat begeleiders heel eigen ‘begeleiders’-vaardigheden moeten verwerven en eigen wensen en behoeften hebben.

Dir resulteerde in een eigen professionaliseringsplan van de PBD ‘Samen Groeien’ 25 Dit plan is tot stand gekomen vanuit bevraging en overleg. Het koppelt de prioriteiten en speerpunten van de PBD aan de professionaliseringsnoden van de teams. Het gloednieuwe professionaliseringsplan kadert dus in een globaal professionaliseringsbeleid, stoelt op een toekomstvisie en wil bijdragen tot het realiseren van de strategische doelen van de organisatie, de decretale opdrachten en de eigen prioriteiten/speerpunten zoals geformuleerd in het Begeleidingsplan 2015-2018.

25 Zie professionaliseringsplan 2017 PBD ‘Samen Groeien’

Page 59: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

59

Deze oefening werd in het najaar van 2016 voor het eerst gemaakt. Vertrekkend van de opdrachten en de gestelde doelen worden de vormingsnoden en –behoeften van teams en individuele medewerkers in kaart gebracht en vertaald in concrete voorstellen. Op verschillende niveaus zijn professionaliseringsinitiatieven geformuleerd, die zowel voor PBD en Pedagogische Raad als voor de afzonderlijke diensten gekoppeld zijn aan een verdeelsleutel in de budgettering. Waar in het verleden eerder werd tegemoet gekomen aan particuliere vormingsbehoeften, voorziet het beleidskader voor professionalisering nu een toewijzing van de vormingsbudgetten op basis van onderbouwde en gemotiveerde professionaliseringsplannen op het niveau van de PBD.

7.5.2. Starters in de PBD

Tijdens de voorbije jaren hebben we uitgesproken geïnvesteerd in de aanvangsbegeleiding van nieuwe medewerkers. Naast een algemene introductie op organisatieniveau is een specifiek traject voor de pedagogische begeleidingsdienst uitgewerkt. Dit traject bestaat uit een informatief deel rond visie op begeleiding en het begeleidingsplan en sinds 2016-17 ook uit een vormingstraject rond coaching. In de introductiemodules voor starters van de PBD gaan we in op de specificiteit van het begeleiden. We oriënteren de starters in het begeleidingsplan en verkennen samen de visie op begeleiden. We creëren ruimte om van gedachten te wisselen over de eerste praktijkvragen.

Daarnaast organiseren we i.s.m. Balans vzw de module 'Coaching nader bekeken' voor onze startende begeleiders. In deze samenwerking hebben we de ruimte om onze eigen verlangens als organisatie mee te nemen en af te stemmen op onze eigen noden. Dit wordt tijdens het traject opgevolgd.

De module gaat in op de grondhouding van het coachen en de nodige competenties en bestaat uit een introductiesessie en vier werksessies. De introductiesessie schetst het coachingsmodel waarmee wordt gewerkt en de theoretische achtergrond. De vier werksessies focussen op de praktijk, dus met trainen en oefenen (soort 'labo'). Deelnemers kunnen hier eigen cases inbrengen.

Met dit traject willen een gemeenschappelijk kader introduceren zodat we als begeleiders van OVSG dezelfde taal spreken. Dit is één van de vele professionaliseringsinitiatieven die we nemen om de competentie van begeleiders te versterken en de gelijkgerichtheid te bevorderen.

7.6. Gids voor begeleiders

Het voorbije schooljaar is de Gids opgenomen in onze nieuwe SharePoint-omgeving. Bij deze implementatie hebben we hard gewerkt om de knelpunten weg te werken. De toegankelijkheid ervan is zichtbaar toegenomen en door systematisch verwijzen naar deze Gids bij alle communicaties is ook de gedragenheid ervan versterkt.

De Gids voor begeleiders positioneert de PBD binnen OVSG, expliciteert de visie op begeleiding en concentreert zich op de thema’s en methodieken voor de realisatie van de speerpunten van het begeleidingsplan 2015-18. De gids wil een naslagwerk zijn en een hulpmiddel voor alle begeleiders. Ook visieteksten en de procedures worden hierin opgenomen. Het doel van deze Gids voor begeleiders is onder meer om de begeleidingsinitiatieven sterker te onderbouwen vanuit gemeenschappelijke kaders om zo de gelijkgerichtheid te verhogen.

Page 60: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

60

7.7. Gemeenschappelijke bijeenkomsten

In functie van kennis- en expertisedeling en om niveauoverschrijdende uitwisseling te bevorderen zijn we in het schooljaar 2014-2015 gestart met gemeenschappelijke bijeenkomsten voor alle medewerkers van de PBD. Deze moeten beantwoorden aan drie doelen:

1. expertise uitwisselen en kennis delen; 2. de gelijkgerichtheid versterken (dezelfde referentiekaders en een gemeenschappelijke taal

hanteren); 3. verbinding maken.

Driemaal per jaar voorzien we dergelijke bijeenkomsten. Ze zijn dus een mix van ontmoeten, informatieoverdracht, kennisuitwisseling en professionalisering. We proberen deze thematisch op te pakken, gelinkt aan prioriteiten uit het begeleidingsplan en/of aan actuele thema's. Tijdens de gemeenschappelijke bijeenkomsten worden thema’s die alle begeleiders (niveau-overstijgend) aanbelangen op een wetenschappelijk onderbouwde, toegankelijke en interactieve manier aangebracht. De PBD streeft ernaar het eigenaarschap van deze thema’s bij alle begeleiders te integreren en een sterke gedragenheid te realiseren. Daarnaast is ook de niveau-overschrijdende uitwisseling en expertisedeling een belangrijk doel.

Doorheen het schooljaar 2016-2017 vonden drie gemeenschappelijke bijeenkomsten plaats: op 2 september 2016, 15 december 2016 en 18 mei 2017.

De eerste gemeenschappelijke bijeenkomst zoomde in op het Referentiekader OnderwijsKwaliteit (rOK). Bart Maes, coördinerend inspecteur bij de onderwijsinspectie, en Lieven Viaene, inspecteur-generaal, lichtten het kader toe. We bekeken hoe we als PBD met het ROK aan de slag kunnen gaan. Ook het thema ‘neutraliteit en actief pluralisme’ kwam aan bod. Tijdens gesprekstafels werd verder uitgedacht hoe we met behulp van ondersteunend materiaal en een vormingstraject actief pluralisme kunnen integreren in de praktijk van (onderwijs)instellingen.

Op 15 december 2016 werden tijdens de tweede gemeenschappelijke bijeenkomst stappen gezet naar een meer gelijkgerichte aanpak rond effectiviteitsmeting. De resultaten van een voorafgaande enquête vormden het uitgangspunt om de dag in te vullen. Na een theoretische voorstelling van het kader ‘effectiviteit volgens Guskey’, kon men in de namiddag twee praktijkgerichte workshops kiezen uit volgende voorstellen:

• Workshop 1: Van model naar materiaal: aan de slag met Guskey in expeditie M (praktijkgetuigenis)

• Workshop 2: Klanten bevragen (werksessie) • Workshop 3: Professionaliseringsinitiatieven in kaart gebracht (van onderzoek naar praktijk) • Workshop 4: Methodieken voor effectmeting gebruikt binnen de PBD (praktijkervaringen van

begeleiders) • Workshop 5a: ICT Google forms voor beginners: hoe maak ik een enquête? • Workshop 5b: ICT Apps voor snelle bevragingen: Kahoot en Socrative

Page 61: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

61

Afbeelding 8: Evaluatie van de gemeenschappelijke bijeenkomst van december 2016:

De gemeenschappelijke bijeenkomst van 18 mei 2017 kaderde binnen de thema’s groepsdynamica en omgaan met weerstand. Een aantal collega’s deelden hun kennis en ervaring tijdens workshops waarbij volgende thema’s aan bod kwamen:

• Oplossingsgericht coachen/begeleiden met groene taal • Krachtenveldanalyse toegepast • Hoe gebruik ik de Axenroos bij weerstand ? • Observeren van groepsgedrag a.h.v. 5 niveaus • Aandacht in actie: Water & Rots • Anders werken: klankbordgroep Nomaden

Daarna volgde een interactieve lezing door Silvia Prins, klinisch psycholoog en doctor in de organisatiepsychologie (KU Leuven). We kregen kaders en een gemeenschappelijke taal voor groepsdynamica en teambegeleiding aangereikt, afgewisseld met reflectiemomenten die ons ertoe aanzetten om het thema op onze eigen situatie toe te passen.

Bij de evaluatie van deze bijeenkomsten noteerde de pedagogische raad (PR XL van juni 2017) volgende aandachtspunten voor de toekomst:

• we kunnen de input van interne expertise en het eigenaarschap ervan bij de begeleiders nog versterken, door o.a. samen te ontwikkelen;

• we moeten de rode draad van de thema’s blijven meenemen van de ene gemeenschappelijke bijeenkomst naar de andere, met opvolging, in kleine stappen;

• we doen er goed aan te veel of te diverse acties/thema’s vermijden en ons beperken tot 1 thema per keer;

• laten we zeker voldoende tijd nemen om te ontmoeten en wat meer ruimte geven aan het informele en het verbindende, met ook welbevinden als belangrijke prioriteit.

7.8. Effectmeting als onderdeel van een kwaliteitsbeleid

Zoals reeds vermeld participeerden we in het tot stand komen van de netoverschrijdende visietekst rond effectiviteit (zie bijlage 9). In dat kader gingen we gericht aan de slag in expeditie M en ontwikkelden we diverse materialen voor onze begeleiders (o.a. de leidraad en de kaartjes van Guskey die alle begeleiders hebben gekregen).

Dit onderzoek/denkwerk hielp ons om effectiviteit breed te bekijken en als een constante onderstroom mee te nemen in onze reflectie en evaluatie van nascholings- en begeleidingswerk. Deze initiatieven hebben ertoe geleid dat we meer bewust zijn gemaakt van het effect van de begeleiding i.f.v.de eigen

Page 62: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

62

kwaliteitszorg. Op de gemeenschappelijke bijeenkomst van de PBD van mei 2017 kaderden we dit binnen volgend schema.

De PBD ging aan de slag met effectiviteitsmeting op basis van het model van Guskey. Dit werd aanvankelijk uitgetest in ‘Expeditie M’, waarvoor de studie- en ontwikkelingsdienst materialen ontwikkelde om de verschillende evaluatieniveaus in kaart te brengen en te bevragen. Op de gemeenschappelijke bijeenkomst van december 2016 werd het systeem toegelicht aan alle begeleiders van de PBD. Om het gemakkelijk toepasbaar en dichtbij de begeleiders te brengen werden bijkomend de ‘Guskey-kaartjes’ en Guskey-leidraad ontwikkeld en bij de begeleiders geïntroduceerd. Stap voor stap wordt dit systeem toegepast in de verschillende nascholings- en begeleidingstrajecten en worden de begeleiders uitgedaagd om er zelfstandig en op eigen wijze mee aan de slag te gaan. Wordt vervolgd…

Afbeelding 9: Uit de presentatie op de gemeenschappelijke bijeenkomst PBD van mei 2017

Page 63: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

63

7.9. Communicatiebeleid 7.9.1. Externe communicatie

Om de externe communicatie optimaal te voeren zijn heel wat communicatiekanalen in het leven geroepen. Naast de publieke website voorziet OVSG ook het extranet: schoolbesturen en directies krijgen via een gepersonaliseerde login toegang tot documenten, publicaties en modellen voor het voeren van schoolbeleid. Het tijdschrift Imago verschijnt vier maal per schooljaar en informeert scholen en schoolbesturen over actuele ontwikkelingen en over de verwezenlijkingen van de organisatie. Daarnaast zijn er ook diverse E-zines. E-mago is de digitale tegenhanger van Imago. POCket-info, Op Nivo, SOS, Première, In Beeld en Start zijn niveauspecifieke e-zines van de PBD. OVSG is ook aanwezig op Twitter, LinkedIn en Facebook.

Een digitaal platform voor de uitwisseling van didactisch materiaal wordt uitgetest en aangeboden via smartschool. Het ontwikkelen van dit digitale leerplatform is een pilootproject in de opleiding voor leidinggevenden (Opstart in 2017-18).

De communicatiedienst onderzocht in het voorjaar 2017 de externe communicatie van OVSG via een interne en een externe bevraging. We noteerden een hoge reactiegraad en een algemene tevredenheid. Beide rapporten doen voorstellen die ons inspireren tot verbeterprojecten. Deze conclusies worden omgezet in actiepunten, zowel OVSG-breed als op het niveau van de PBD.

7.9.2. Interne communicatie

Uit onderzoek blijkt dat tijdige, doelgroepgerichte en begrijpelijke interne communicatie leidt tot kwaliteitsvol werk door geëngageerde medewerkers. Interne communicatie draagt ertoe bij dat de organisatie haar doelstellingen realiseert. Bovendien ligt goede interne communicatie aan de basis van sterke externe communicatie. Voldoende redenen dus om als organisatie werk te maken van een transparante en goed gestructureerde interne communicatie.

De krachtlijnen zijn uitgewerkt in de nota Effectieve interne communicatie van OVSG van september 2016. In deze nota worden de communicatiekanalen beschreven en afspraken geformuleerd. Deze nota maakt impliciet een aantal keuzes, waaronder de stelling dat communicatie een opdracht is voor iedereen, de omschrijving van onze interne doelgroep, de rollen op het vlak van communicatie, afspraken rond vergaderen/werkoverleg/verslaggeving en de expliciete keuze voor klantgerichte, persoonlijke en waarderende interne communicatie (met vormingsaanbod).

Page 64: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

64

8. Tot slot: krachtlijnen26

In de voorgaande hoofdstukken hebben we gepoogd de huidige werking van te PBD te schetsen in zijn rijkdom, veelheid en variatie. Heel wat facetten van deze werking vormen tevens uitdagingen voor de toekomstige werking. We vatten ze even samen, verder bouwend op de uitdagingen die we eerder neerschreven in het begeleidingsverslag 2015-16 en de uitdagingen die de pedagogische raad formuleerde op het einde van het schooljaar 2016-17.

Onze toekomstige werking wordt tevens mee uitgetekend door onze begeleiders (via overleg en op de gemeenschappelijke bijeenkomsten 2017-18) en onze klanten (bevragingen en gesprekstafels op de inspiratiedagen 2017).

De grote krijtlijnen vatten we samen onder 8 grote uitdagingen.

8.1. Evenwichtig en verstandig omgaan met onze opdrachten en rollen, schakelen tussen macro-meso-micro De PBD van OVSG situeert zich in een bijzondere positie binnen het onderwijslandschap. Ze is op de eerste plaats, vanuit haar decretale opdrachten, ondersteunende partner van de onderwijsinstellingen bij het realiseren van onderwijskwaliteit. Tegelijk fungeert ze als partner van het beleid. In het complexe en snel draaiende raderwerk waarin vandaag beleid gemaakt wordt, speelt de PBD meer dan eens de rol van ‘overbrenger’. In grootschalige onderwijsvernieuwingen worden initiële intenties en doelstellingen niet vanzelf en ongeschonden doorvertaald naar de dagdagelijkse praktijk waarin lokale schoolteams opereren. Als netgebonden PBD ingebed in de onderwijskoepel van steden en gemeenten staan we dicht genoeg bij de fora waarop beleid gemaakt wordt, zijn we verbonden met de overlegstructuur op macro-niveau, om die overbrenging actief mee te realiseren. Scholen ondersteunen bij de implementatie van grootschalige onderwijsinnovaties heeft volgens ons meer kans op effect tot op de klasvloer, wanneer de ondersteuning duurzaam is ingebed in een stabiele ondersteuningsstructuur zoals de PBD’s. Onze relatief beperkte schaalgrootte speelt hier zelfs in ons voordeel: we staan dicht bij de schoolteams en kunnen ons begeleidingsaanbod goed afstemmen op de lokale situatie.

Maar macro-onderwijsbeleid kent een eigen dynamiek, volgt een eigen tempo. Dat stelt specifieke eisen aan wie eraan deelneemt, qua tijd, inzet én competenties. We ervaren het als een belangrijke uitdaging om deze rol in evenwicht te houden met het appèl dat scholen van onderuit op ons doen. We zijn het aan onszelf en aan de scholen verplicht om primordiaal in te zetten op de ondersteuning van de duurzame ontwikkeling van de lerende. Dat is de focus van het kwaliteitsverhaal (zie rOK) dat we lokaal, samen met schoolteams schrijven. Op de school- en klasvloer heerst een andere dynamiek, of leven andere prioriteiten, loopt de uitvoering van plannen volgens een ander tempo … dan wat beleidsmakers voor ogen hebben. Scholen van nabij, vanuit hun vragen en op hun maat ondersteunen, ook dat vraagt tijd, inzet én competenties.

8.2. Voor 2018-2021 een uitdagend én haalbaar begeleidingsplan formuleren, resultaatsgericht in een inspirerend format De zeven decretale opdrachten vormen het kader waarbinnen de PBD zich beweegt. Onze visie op begeleiden geeft kleur aan die opdrachten. Binnen dit kader beschrijft het driejaarlijks begeleidingsplan onze prioriteiten en geeft richting aan onze acties. Het begeleidingsplan is dus meer dan een visie, prioriteiten, doelen en acties op papier. We ervaren dat de visie tot leven komt in de praktijk, dat het plan richting geeft aan de keuzes die we moeten maken en ons helpt om prioriteiten te stellen.

26 Dit slothoofdstuk is integraal overgenomen uit het informatiedossier dat we begin van schooljaar 2017-2018 hebben gefinaliseerd ter voorbereiding van de hervisitatie van de PBD’s. De gemeenschappelijke reflectie die geleid heeft tot deze krachtlijnen vond plaats aan het einde van schooljaar 2016-2017.

Page 65: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

65

Maar bij de evaluatie van het huidige plan en bij onze zoektocht naar de invulling van ons toekomstige begeleidingsplan 2018-21 stellen we vast dat onze planning de afgelopen jaren doorkruist werd door beleidsontwikkelingen of door actualiteit. Overheden en andere maatschappelijke actoren spreken onze deskundigheid en engagement aan voor allerlei thema’s en bijkomende doelen. Denken we aan thema’s in het brede veld van educaties (bv. rond (een breed begrip van) gezondheid, mondiale vorming, vredeseducatie, natuur- en milieueducatie, herinneringseducatie, mediawijsheid, financiële geletterdheid …) of onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten gefinancierd en aangestuurd door de overheid (bv. rond armoedebestrijding, werkplekleren, differentiatie, STEM, ….). Hier stoten we op de grenzen van wat we als begeleidingsdienst zelf kunnen opnemen. Een veelheid van thema’s opvolgen die niet altijd tot concrete acties (kunnen) leiden, soms met bindende ‘engagementsverklaringen’, vraagt veel energie waarvan we niet altijd zelf het effect kunnen opvolgen. Deze vaststellingen dwingen ons af te bakenen: Waar staan we voor als organisatie en wat moeten we wel/niet doen? Soms kunnen we focussen op een deelaspect. Voor een aantal thema’s gingen we al samenwerkingsverbanden aan of namen we de makelaarsrol op ons. Deze piste moeten we verder lopen.

Andere beleidsontwikkelingen zijn zo fundamenteel of structureel ingrijpend voor de scholen, dat het gewoon geen optie is om er niet op in te zetten. Denk aan ontwikkelingen op het vlak van duaal leren in het secundair onderwijs, of de ondersteuningsnetwerken. En in de nabije toekomst wachten ingrijpende vernieuwingen in het deeltijds kunstonderwijs, de modernisering van het secundair onderwijs, actualiseren van einddoelen.

Het is dus een belangrijke toekomstige uitdaging om het nieuw begeleidingsplan in zo’n format te gieten dat het onze decretale doelen nastreeft, duidelijke prioriteiten afbakent en tegelijk voldoende flexibel is om tegemoet te komen aan onvoorziene vragen. Het begeleidingsplan biedt structuur en inhoud maar moet bijgestuurd kunnen worden door actuele noden. Deze wendbaarheid is nodig maar flexibiliteit kent grenzen. Nieuwe opdrachten maken het herzien van planning en prioriteiten noodzakelijk. We streven er naar om extra vragen zoveel mogelijk te enten op onze planning, ze te koppelen aan bestaande prioriteiten. Tegelijk zullen nieuwe opdrachten het herzien van planning en prioriteiten soms noodzakelijk maken.

We hebben de intentie om in het nieuwe begeleidingsplan naar evenwichten te zoeken, flexibiliteit in te bouwen en de grote lijnen te vatten, eerder dan het opsommen van exhaustieve ‘To DO lijsten’. Tegelijk willen we er over waken dat we onze basisopdrachten ten volle kunnen vervullen. Het toekomstige begeleidingsplan moet onze begeleiders kunnen inspireren en motiveren en tegelijk aan anderen de zinvolheid, rijkdom en complexiteit van begeleiden aantonen

8.3. Zorgzaam onderwijs als speerpunt aanhouden in een vernieuwd zorglandschap Zorgzaam onderwijs ondersteunen is altijd een prioriteit geweest binnen onze PBD. Begeleidingsactiviteiten, netwerken, vormingen gerelateerd aan zorgzaam onderwijs vragen veel van onze tijd en aandacht. Dat kwam uitgebreid aan bod in ons begeleidingsverslag 2015-2016 en is ook in dit verslag aanwezig. We ervaren dat onze begeleiding rond zorg ertoe doet. We willen deze focus en deze intensiteit op het vlak van zorg aanhouden. Voor de implementatie van het M-decreet is ondersteuning op lange termijn noodzakelijk. De snelle invoering van de nieuwe ondersteuningsnetwerken heeft heel veel druk gelegd op de scholen en we staan nog maar aan het begin van het implementatieproces. Onze pbd probeert snel en flexibel op in te spelen op de noden van de schoolteams en heeft zich daar intern op georganiseerd. Het is nu zaak van de nieuwe overlegstructuur goed te doen werken, kort op de bal te spelen, zo nodig bij te sturen.

We verwachten ook dat op relatief korte termijn een nieuw decreet leerlingenbegeleiding heel wat impact zal hebben op de PBD’s: via de decretale opdrachten die scholen in basis- en secundair onderwijs zullen krijgen op het vlak van zorg en leerlingenbegeleiding en waarvoor ze op onze ondersteuning moeten kunnen rekenen, maar evenzeer via de positie die aan de PBD zelf toegekend zou kunnen worden in driehoek school – CLB – PBD.

Page 66: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

66

8.4. Onze rol bij interne en externe kwaliteitszorg blijven spelen, binnen de contouren van het (r)OK Interne kwaliteitszorg is geen geïsoleerd thema van onze begeleidingsactiviteit. Veel meer is het de rode draad door al onze ondersteuningsinitiatieven heen. Het rOK dat we in co-creatie met de inspectie, experts en andere PBD’s mee gemaakt hebben en waarvan we dus mee het eigenaarschap dragen, biedt een helder kader om onze begeleiding op af te stemmen. Vooral voor het ondersteunen van processen inzake interne kwaliteitszorg biedt het rOK heel wat opportuniteiten om onze ondersteunende rol te spelen.

Binnen de PBD is er voor gekozen om de implementatie van deze vernieuwing intern niveauoverstijgend te coördineren. In het plan van aanpak benoemen we zowel interne uitdagingen (op niveau van de organisatie) als doelen op het niveau van begeleiden van schoolteams en leerkrachten/directies. Het is ons doel zowel onze interne kwaliteitszorg als onze begeleidingsacties in de scholen rOK-proof te maken.

Het rOK biedt ook kansen voor de specifieke rol de we als PBD spelen in het proces van externe kwaliteitszorg door de inspectie. We stelden vast dat begeleiding na doorlichting veel van onze tijd vraagt. Het vraagt ook een specifieke aanpak: vertrekken van de tekorten die inspectie vaststelt en van de noden van scholen, planmatig werken in de richting van heldere doelen, volgens duidelijke afspraken, met de nodige intensiteit, waar nodig een multidisciplinaire aanpak. Deze begeleidingen willen we nauwgezet monitoren en de impact ervan opvolgen. Het rOK is ook hier bij uitstek het kader om ons begeleidingswerk op te oriënteren.

Het rOK houdt ook verband met wat we aan ondersteuning en vorming ontwikkelen voor de doelgroep van leidinggevenden in onderwijs. Als sleutelfiguren voor het realiseren van onderwijskwaliteit en onderwijsvernieuwingen blijven directies en leidinggevenden een prioritaire doelgroep. Om effect te hebben ‘tot op de werkvloer’ moeten we hen in onze ondersteuningsopdrachten meenemen. We willen met onze vernieuwde directiecursussen een sterke rol blijven spelen bij hun opleiding en professionalisering. Ook deze en andere vormingen maken we rOK-proof.

Verder willen we in de toekomst meer werk maken van het ondersteunen van datageletterdheid van scholen, scholen helpen om actief gebruik te maken van de Databundels van Mijn Onderwijs. We stellen vast dat Mijn Onderwijs en Dataloep in volle ontwikkeling zijn. We vragen aan de overheid om deze data voor de pedagogische begeleidingsdiensten nog verder toegankelijk te maken en uit te breiden tot alle onderwijsniveaus. We zijn zeker bereid om hierover in dialoog te gaan en constructief mee te denken. Hier ligt ook nog een uitdaging op het vlak van interne professionalisering (zie ook ActieplanrOK).

8.5. Samen zoeken naar een heldere (her)formulering van duurzaam en onderbouwd begeleiden Via onze ankerfiguren en regionale werking investeren we in een duurzaam persoonlijk contact met onze scholen. Onze contacten met de scholen zijn niet beperkt tot directies. Door een veelheid aan activiteiten, van velerlei aard, bereiken we alle doelgroepen op de werkvloer, inclusief de leraar in de klas. Duurzaam begeleiden wordt dus mogelijk als de PBD haar rol als vaste partner van onderwijsinstellingen volledig kan benutten, haar acties afstemt op de noden en tijd neemt om haar vertrouwensrol uit te bouwen en veranderingen te helpen implementeren. Zij moet instellingen uitdagen om te innoveren, te groeien en die veranderingsprocessen begeleiden. Dit is de kern van haar bestaan en tevens haar grootste uitdaging.

We zijn ervan overtuigd dat evidence-informed begeleiden leidt tot betere kwaliteit. Maar daarvoor is een gerichte deelname aan onderzoeksactiviteiten en/of een praktijkgerichte benutting van onderzoek nodig. Er is nood aan stevig faciliterend en stimulerend beleid van de overheid hiervoor, dat recht doet aan alle betrokken stakeholders uit onderwijs en onderzoek.

We zijn gestart met een niveauoverstijgende denktank om een gemeenschappelijk kader te formuleren en uit te werken voor duurzaam begeleiden. Binnen dit stappenplan voorzien we praktijkonderzoek en literatuurstudie (link met wetenschappelijk onderzoek), het formuleren van werkdefinities, het expliciteren van procedures en werkstromen in het stroomschema ‘Langdurig begeleiden’, een gerichte

Page 67: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

67

inventarisatie van begeleidingsinterventies en een efficiënte registratie. We willen dit zeker ook koppelen aan effectiviteitsonderzoek en hiervoor instrumenten inzetten.

We staan ook stil bij het verder optimaliseren van onze lerende netwerken. Het ondersteunen van dergelijke netwerken vormt een decretale opdracht maar is eigenlijk in essentie een (belangrijke en invloedrijke) begeleidingsmethodiek. We zetten het afgelopen schooljaar stappen in het inventariseren en afbakenen van onze lerende netwerken en zoeken naar manieren om deze kwaliteitsvol uit te bouwen binnen ons begeleidingswerk.

8.6. Ontwikkelen van innovatieve materialen in functie van begeleidings- en vormingsdoelen Duurzaamheid nastreven in onze begeleidingen zet ons er ook toe aan duurzame materialen en instrumenten te ontwikkelen. We streven naar een brede inzetbaarheid maar willen ook het eigenaarschap behouden en het doel (het ondersteunen van schoolteams en lerenden) bewaken. Dat geldt in het bijzonder voor onze OVSG-toets. In het maatschappelijk debat rond gevalideerde, gestandaardiseerde, al dan niet verplichte centrale toetsing, wijzen we consequent op het doel van onze toets in het kader van interne kwaliteitszorg van scholen.

Het is zeker een uitdaging om optimaal in te zetten op (innovatieve) digitale middelen. Onze klanten geven zelf de nood aan een extranet op het niveau van leraren en het delen van materialen aan. Dit houdt in dat we een digitale leeromgeving willen aanbieden voor nascholing en begeleiding die zich kan enten op een effectieve digitale didactiek. Binnen de nieuwe directiecursussen worden eerste stappen gezet in afstandsleren, digitale platforms voor expertise-deling en blended learning. Vanuit dit pilootproject willen we onderzoeken hoe we het e-leren in combinatie met contactmomenten kunnen inzetten in de breedte van de PBD.

8.7. Professionalisering en kennisdeling in de PBD blijven stimuleren Begeleiders PBD zijn kenniswerkers met een heel specifieke expertise. Het voorbije schooljaar hebben we onze professionaliseringsacties gebundeld in het professionaliseringsplan ‘Samen groeien’ waarbij het niveau-overstijgend aspect expliciet is benoemd en uitgewerkt. Dit willen we verder uitrollen in de praktijk. Binnen onze organisatie is het inzetten van personeel in niveauoverstijgende rollen immers sterk toegenomen.

Belangrijk hierbij zijn het verder uitbouwen van de interne kennis- en expertisedeling en ontwikkelen en implementeren van de eigen begeleidingsdidactiek, waarbij we ernaar streven om onze begeleiders gelijkgericht en systematisch te vormen in coachen, adviseren, ondersteunen. De eerste stappen die we hebben gezet voor de professionalisering van onze startende begeleiders willen we open trekken naar de volledige PBD.

We participeren regelmatig aan internationale projecten en stellen vast dat deze enorme leerkansen biedt voor onze organisatie. Het is dan ook een uitdaging om dit systematisch aan te pakken en internationalisering binnen de professionalisering van onze begeleiders expliciet mee te nemen.

In de veelheid van dagelijkse begeleidingsacties is het een grote uitdaging om de werkdruk te bewaken en voldoende aandacht te schenken aan welbevinden. We nemen dit op als ‘W OK-gedachte’ (ons ‘Welbevinden’ is OK). De verhuis van de PBD naar een nieuwe locatie biedt tevens de kans om de gedachte van ‘Anders Werken’ te expliciteren en te implementeren.

8.8. Naar een nieuw DKO, structureel verankerd in onderwijs, en hoe dat te begeleiden Op 1 september 2018 gaat het deeltijds kunstonderwijs met een nieuw organisatorisch en inhoudelijk kader van start. In mei 2017 keurde de regering het ontwerp van decreet voor het deeltijds kunstonderwijs goed. Dit betekent dat deze onderwijsvorm als laatste ook zal beschikken over haar

Page 68: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

68

eigen decretale basis. Academies krijgen niet veel tijd om zich hierop voor te bereiden. Bovenop deze inhoudelijke innovatie zal het deeltijds kunstonderwijs net als de andere onderwijsniveaus moeten beantwoorden aan het referentiekader voor onderwijskwaliteit. Hierdoor zullen de begeleidingsnoden van academies wijzigen alsook de bril waarmee de onderwijsinspectie tijdens doorlichtingen naar de academies komt kijken.

De afdeling DKO zal dan ook inzetten op de opmaak van leerplankaders, het ondersteunen van directies en teams bij de implementatie van het nieuwe decreet, met o.a. het teamtraject ‘Lerend team’ en het ontwikkelen van tools voor de implementatie van het Referentiekader Onderwijskwaliteit. Om een antwoord op al deze vragen te formuleren, ontwikkelen we een denkkader voor databeheer en datageletterdheid in functie van de integrale kwaliteitszorg, gestoffeerd met praktijkvoorbeelden

Page 69: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

69

Bijlagen

1. Begeleidingsverslag van de Permanente Ondersteuningscel (POC) van het Officieel gesubsidieerd Onderwijs (OGO) 2016-17

2. Activiteitenverslag Netoverstijgende samenwerking Competentiebegeleiding/Inclusie 2016-17

3. Activiteitenverslag van Netoverschrijdende samenwerking Taalbeleid Nederlands 2016-17

4. Activiteitenverslag elders verworven competenties Volwassenenonderwijs 2016-17 5. Activiteitenverslag onderwijs aan gedetineerden 2016-17 6. Activiteitenverslag van de Netoverstijgende Projectgroep Geletterdheid van het

Volwassenenonderwijs 2016-17. 7. Activiteitenverslag Netoverstijgende samenwerking EVC Toll-net van het

Volwassenenonderwijs 2016-17 8. Activiteitenverslag Nederlands voor anderstaligen (NT2) 2016-17 9. Jaarverslag effectiviteit begeleidingsinitiatieven 2016-17 10. Jaarverslag formeel overleg onderwijsinspectie-pedagogische begeleidingsdiensten

2016-17

Page 70: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Begeleidingsverslag Schooljaar 2016-2017

Permanente Ondersteuningscel van Officieel Gesubsidieerd Onderwijs

Bijlage 1

Page 71: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

2

HET BEGELEIDINGSVERSLAG 2016-2017

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 3

WERKING EN ORGANISATIE VAN HET POC 3

OP HET NIVEAU VAN BEGELEIDINGSINTERVENTIES EN ACTIES 7 DOELGROEPEN 6 FOCUS BEGELEIDINGEN 11 OP HET NIVEAU VAN COMPLEMENTARITEIT NASCHOLING – BEGELEIDING 13 OP HET NIVEAU VAN SAMENWERKING MET ANDERE ONDERWIJSACTOREN 15

KWALITEITSVOLLE WERKING VAN HET POC INGEBED BINNEN OVSG 17

BELEIDSAANBEVELINGEN OVERHEID 19

Page 72: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

3

1 INLEIDING

Zoals decretaal bepaald, stelt de Permanente Ondersteuningscel ( kortweg – het POC) jaarlijks een begeleidingsverslag over de realisaties van het afgelopen schooljaar op. Dit verslag beschrijft de evaluatie van onze werking in het schooljaar 2015-2016, de realisaties in het schooljaar 2016-2017 en onze plannen voor het schooljaar 2017-2018. Op 15 september 2017 leverde het POC haar informatiedossier af aan de overheid in voorbereiding van de herevaluatie door de commissie Monard in het schooljaar 2017-2018. Het spreekt voor zich dat veel van de activiteiten van het afgelopen schooljaar ook in dit informatiedossier beschreven en geanalyseerd werden. Waar relevant voor dit verslag, hernemen we passages uit dat dossier.

We verwijzen bijkomend naar de concordantie met het begeleidingsverslag van de pedagogische begeleidingsdiensten van OVSG. Aangezien het POC OGO is geïntegreerd in het organogram van deze PBD doet zij een beroep op de ondersteunende diensten van OVSG en wordt er verder gewerkt in de richting van een meer niveau-overstijgende werking. Het begeleidingsverslag van het POC beschrijft enerzijds de doelstellingen die het POC voor zichzelf vooropstelde en kadert anderzijds de niveau-overstijgende acties die ondernomen werden.

2 WERKING EN ORGANISATIE VAN HET POC

De begeleiding van de CLB’s is in de huidige regelgeving zowel ingeschreven in het Decreet betreffende de Centra voor Leerlingbegeleiding als in het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs. Het idee achter de huidige regeling is dat de POC instaat voor het professionaliseren van de CLB-medewerkers en de ondersteuning van de CLB-centra, terwijl de PBD verantwoordelijk is voor de realisatie van de decretale taken inzake begeleiding. De opdrachten van het POC en de PBD-CLB lopen in de praktijk heel sterk door elkaar. Om die redenen werd het POC OGO en de PBD-CLB samengebracht in één dienst en volledig geïntegreerd in de werking van OVSG. Zowel de pedagogische begeleiding van de centra van OVSG als de begeleiding door het POC werden ondergebracht onder de leiding van één coördinator. Vanaf het schooljaar 2016-2017 werd ook de pedagogische begeleiding van de centra van POV toegevoegd aan deze dienst. De belangenbehartiging wordt door iedere koepel afzonderlijk opgenomen (zie Figuur 1).

Page 73: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

4

Figuur 1: Schematisch overzicht plaats POC binnen de organisatie OVSG

Het POC-kader bestaat in het schooljaar 2016-2017 uit 5 medewerkers (3.1 FTE). Sommige medewerkers zijn bijkomend aangesteld als begeleider bij de PBD OVSG, PBD POV of het netoverstijgende project PRODIA (zie Figuur 2). Gezien de diversiteit aan nodige expertise om centra te begeleiden én de beperkte omvang van het POC-team werd elke begeleider aangesteld vanuit een specifieke expertise die hij/zij heeft binnen één begeleidingsdomein van de leerlingenbegeleiding (Leren & studeren, Onderwijsloopbaan, Psychosociaal functioneren en Preventieve Gezondheidszorg). Elke begeleider ondersteunt dan ook alle centra op het vlak van thema’s, noden, vragen… die ontstaan vanuit zijn/haar expertise in een specifiek begeleidingsdomein. Deze domeinexpert organiseert, begeleidt en faciliteert netwerkmomenten (mandaathouders1, coördinerend directeurs, middenkader, specifieke personeelsgroepen…) om beleidsmatige, pedagogisch-didactische, juridische informatie te verstrekken en om vormings- en begeleidingsinitiatieven voor te stellen binnen zijn/haar domein. Hij/zij communiceert nuttige informatie/bekommernissen vanuit het “werkveld” met de coördinator (bv. overdracht scholen, verwachtingen van de “klant”…). Als het gaat om juridische inhouden verwijst een POC-medewerker de vraagsteller door naar andere diensten van OVSG.

1 Het directieteam van een CLB bestaat uit een mandaathouder (vergelijkbaar met een directeur in een school) en coördinatoren.

Page 74: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

5

Figuur 2: Personeel POC OGO 2017-2018

Bijkomend fungeert elk lid van het team als ankerfiguur voor één individueel CLB. Een ankerfiguur dient als aanspreekpunt voor vragen rond de organisatie van het centrum, ondersteuning en opvolging bij de interne kwaliteitszorg en doorlichting van de centra. Hij/zij staat vanaf het schooljaar 2016-2017 in voor de tussentijdse evaluaties en bijsturing van de samenwerking tussen het POC en het individuele CLB. Tevens neemt hij/zij contact op met een nieuwe directie, gaat er de werking voorstellen en biedt ondersteuning aan.

Door de manier waarop de ondersteuning van de centra vanuit het POC, PBD OVSG en POV georganiseerd wordt, kan de ondersteuning van de centra zeer doelgericht gerealiseerd worden. Dit zorgt ervoor dat de expertise daar waar nodig ingezet kan worden.

3 KWALITEITSVOLLE WERKING VAN HET POC INGEBED BINNEN

OVSG

Om dit te realiseren bewaakt het POC op systematische wijze haar eigen kwaliteit via een eigen begeleidingsplan. In dit begeleidingsplan worden de visie, het kwaliteitsbeleid, de strategische doelstellingen en acties vooropgesteld voor de komende drie schooljaren. Het begeleidingsplan 2015-2018 fungeert dan ook als referentiekader om te reflecteren over de eigen werking. Het vormt de basis

Page 75: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

6

van een jaarlijkse interne evaluatie en eventuele bijsturingen. Dit begeleidingsverslag vertrekt dan ook vanuit de doelstellingen die het POC voor zichzelf vooropstelde in het eigen begeleidingsplan en deze jaarlijkse interne evaluatie. Het begeleidingsplan van het POC werd, gelijktijdig ontwikkeld met dat van de PBD, waardoor beide volledig afgestemd zijn op elkaar, dat vertaald zich dan ook in een sterke (samen)werking tussen de PBD en het POC.

Sinds september 2015 registreren de begeleiders van het POC en de PBD-OVSG welke begeleidingsacties zij uitvoeren in één uniform systeem. Deze registratie-tool werd voor het eerst gebruikt tijdens het schooljaar 2015-2016 en geëvalueerd in het schooljaar 2016-2017. Op basis van deze evaluatie werden intern ( binnen het POC) een aantal afspraken gemaakt zodat de registratie gelijkgericht gebeurde tussen collega’s. Bijkomend registreerden de POC-medewerkers die aan POV of PRODIA verbonden zijn, voor het eerst sinds schooljaar 2016-2017 hun begeleidingsacties in hetzelfde systeem. Om die redenen werd in dit begeleidingsverslag dan ook in de grafieken zowel het aantal effectieve uren als de procentuele verdeling opgenomen.

Op basis van de analyse van de registratiegegevens van het schooljaar 2015-2016 werd de werking van het POC geëvalueerd. Waar nodig werden de in het begeleidingsplan voorziene acties voor het schooljaar 2016-2017 bijgestuurd. De resultaten van deze analyse en de hieruit voorvloeiende bijsturingen in het schooljaar 2016-2017 werd met de mandaathouders en coördinatoren van onze centra besproken.

4 REALISATIE VAN DE STRATEGISCHE DOELEN

Het POC wil via een sterk partnerschap de draagkracht van de vijf centra van OVSG en POV versterken. Binnen het POC is de begeleider vooral procesbegeleider maar het is zeker niet uitgesloten dat hij/zij daarnaast een inhoudelijke bijdrage levert vanuit zijn expertise. Zeker in de CLB-sector biedt een dergelijke werkwijze een duidelijke meerwaarde boven het klassieke nascholingsaanbod omdat er geen specifieke opleiding tot CLB-medewerker bestaat en omdat CLB-teams samengesteld zijn uit medewerkers met een diverse opleidingsachtergrond.

Een groot deel van de opdrachten van medewerkers gaat naar overleg (20,61%). De helft hiervan heeft betrekking op intern overleg en de samenwerking met andere actoren binnen de sector en naar overleg met de overheid. Ongeveer de helft van de tijd wordt besteed aan begeleidingsacties (22,67%) en aan de ontwikkeling van materialen- en methodieken ter ondersteuning van onze centra (27,58%). In vergelijking met het schooljaar 2015-2016 zien we een verschuiving van de tijd die besteed wordt aan overleg naar het begeleidings- en ontwikkelwerk. We zien een daling in de overlegtijd met 6% (van 26.57% naar 20.61%) ten voordele van een procentuele verhoging van de tijd die aan ontwikkeling wordt besteed met 6% (van 21,45% naar 27,58%).

Page 76: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

7

Grafiek 1: Procentuele verdeling begeleidingsactiviteiten 2016-2017.

De daling in overlegtijd valt deels te verklaren door de integratie van de PBD-POV in de dienst (zie supra) waardoor een aantal (dubbele) afvaardigingen verminderd konden worden. Ook werd er bij de planning voor het schooljaar 2016-2017 vanuit het begeleidingsplan duidelijke keuzes gemaakt door het team m.b.t. de aanwezigheid op externe overlegfora ten voordele van de beschikbare begeleidings- en ontwikkeltijd. Door deze herschikking van de opdrachten van de POC-medewerkers was het mogelijk meer begeleidingstijd te spenderen aan de opstart van de Ondersteuningsnetwerken, het Referentiekader Kwaliteit CLB’s en het beleidsvoerend vermogen van onze centra (zie later, doelgroepen en focus begeleidingen).

Door de samenwerking met het GO! geven de medewerkers van het POC OGO zelf geen navormingen. Dit verklaart waarom slechts 1% van de tijd besteed wordt aan navorming. Uit de behoefteanalyse die we uitvoerden bij onze centra (zie later) bleek dat een aantal vormingsbehoeften van onze centra onbeantwoord bleven. In het schooljaar 2017-2018 wil het POC een eigen navormingsaanbod uitbouwen, aanvullend aan het aanbod van het GO! (zie later).

Page 77: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

8

4.1 OP HET NIVEAU VAN BEGELEIDINGSINTERVENTIES EN ACTIES

Bij de start van het schooljaar 2016-2017 werd op het jaarlijkse seminarie met directies de samenwerking met het POC geëvalueerd. Uit deze evaluatie bleek dat het professionaliseringsaanbod vanuit de POC’s te weinig aansloot op de professionaliseringsnoden van de centra. De centra slaagden er zelf niet in concreet de door hen ervaren noden te verwoorden. De volgende stappen werden ondernomen om het navormings- en begeleidingsaanbod sterker te doen aansluiten bij de noden van de centra:

- Op basis van de audit van de CLB-sector werden een aantal knelpunten in kaart gebracht. - In overleg met de ankerfiguren werden de professionaliseringsbehoeften per individueel

centrum geconcretiseerd. - Belangrijke nieuwe (maatschappelijke) evoluties, (verwachte) regelgeving en verwachtingen

t.a.v. de centra werden in kaart gebracht.

Op basis van deze gegevens werden de centra door het POC tijdens een behoefteanalyse bevraagd over:

- De tevredenheid over het huidige aanbod en de nood aan de eventuele continuering van het bestaande aanbod. Op basis van de resultaten zal bijvoorbeeld in het schooljaar 2017-2018 het netoverstijgende lerend netwerk “monitoring beleidsdoelstellingen” gecontinueerd worden. De interne werkgroep M werd stopgezet en vervangen door een nieuw professionaliseringstraject rond het formuleren van ondersteuningsbehoeften van leerlingen, leerkrachten en ouders.

- De interesse voor een aantal door het POC vooropgestelde initiatieven (aanbodgestuurd). Zo zal een navormings- en begeleidingstraject rond datageletterdheid en onderwijsloopbaanbegeleiding in 2017-2018 uitgerold worden. Ook zullen onze centra netoverstijgend ondersteund worden op vlak van informatieveiligheid.

- De eigen professionaliseringsnoden en -behoeften (vraaggestuurd). Verschillende POC-medewerkers zullen drie centra begeleiden bij een veranderingstraject rond de diverse teamrollen in een centrum, i.s.m. Flanders Synergie.

Op basis van de resultaten wordt een POC-aanbod samengesteld voor het daaropvolgende schooljaar. Het nascholingsaanbod komt zo, conform de POC eigen visie, zowel aanbod- als vraaggestuurd tot stand. Door de timing (voor de paasvakantie van het voorafgaande schooljaar) kunnen de centra dit opnemen in hun eigen professionaliseringsplan voor het daaropvolgende werkingsjaar. Op die manier speelt het POC een rol in het ondersteunen van vernieuwingen binnen het centrum en kan het inspelen op recente ontwikkelingen en bredere maatschappelijke uitdagingen.

Page 78: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

9

4.1.1 BEREIK

Het POC OGO begeleidt 5 centra. Aan ieder centrum is een ankerfiguur gekoppeld vanuit het POC, deze ankerfiguur neemt minimaal 2 maal per jaar contact op met het centrum om de samenwerking te evalueren en de ondersteuningsnoden van het centrum te bespreken. Onze centra begeleiden gemiddeld 17 500 leerlingen en hebben gemiddeld 54 scholen onder contract. De omkadering varieert sterk tussen de verschillende centra. Zij stellen in totaal 185 FTE personeelsleden te werk. Onze centra zijn hoofdzakelijk gelegen in een grootstedelijke omgeving. Dit betekent dat het aandeel SES-leerlingen in hun werkingsgebied hoger is dan gemiddeld in Vlaanderen. Meer dan 1 op 3 leerlingen die onze centra begeleiden, komen uit kansarme gezinnen. In de andere centra in Vlaanderen gaat het gemiddeld om 1 op 5 leerlingen. Bijkomend begeleiden onze Provinciale centra dubbel zoveel leerlingen uit het Beroeps- en Technisch Secundair Onderwijs dan andere centra in Vlaanderen. Onze centra hechten heel wat belang aan de nauwe samenwerking die ze uitbouwden met hun scholen en bij het uitbouwen van een sterk zorgbeleid en het garanderen van onderwijs voor kwetsbare groepen. Gezien de grote impact van de schoolloopbaan op de verdere kansen in de samenleving zijn dit de prioriteiten binnen de CLB-werking en dus ook binnen de POC-werking.

4.1.2 DOELGROEPEN

Het POC heeft een belangrijke opdracht bij de ondersteuning van het kwaliteitsbeleid in CLB’s, waardoor we sterk inzetten op de ondersteuning van leidinggevenden en het middenkader van onze CLB’s. Tweederde van onze begeleidingen is gericht op leidinggevenden en medewerkers in coördinerende functies (65,79%, zie grafiek 2).

Tijdens het jaarlijkse seminarie voor leidinggevenden werd bij de start van het schooljaar 2016-2017 ingegaan op

- Het ROK-kader voor scholen en de mogelijke implicaties op de werking en doorlichting van een centrum.

- De ontwikkeling van een eigen visie op een kwaliteitskader voor centra voor leerlingenbegeleiding.

- Ontwikkeling van een visie op de actoren en rollen binnen de leerlingenbegeleiding. - Het begeleidingsplan en de samenwerking met het POC.

Op basis van de evaluatie van het seminarie hebben we er voor geopteerd om in het schooljaar 2017-2018 twee ontmoetingsdagen i.p.v. één seminarie bij de start van het schooljaar te organiseren. We

Page 79: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

10

willen zo meer aandacht besteden aan het Referentiekader Kwaliteit Centra voor Leerlingenbegeleiding (R-CLB-K) en aan de nieuwe vorm van doorlichten in het kader van het decreet inspectie 2.0.

Grafiek 2: Aantal uren en procentuele verdeling begeleidingsuren per doelgroep 2016-2017.

Binnen het directeurenoverleg worden inhoudelijke thema’s besproken met de directies en de coördinatoren van onze CLB’s. Tijdens het schooljaar 2016-2017 kwam het directeurenoverleg intensiever samen omdat de verdere ontwikkeling van het decreet leerlingenbegeleiding in een stroomversnelling kwam en omdat aan het eind van het schooljaar de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften via de ondersteuningsnetwerken plots werd goedgekeurd. In het kader van deze beleidsontwikkelingen werd met de directies en coördinatoren nagedacht over een visie op de rollen en actoren van een leerlingenbegeleiding (ook buiten de centra), een visie op het domein

Page 80: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

11

preventieve gezondheidszorg en de systematische consulten (vroegere medische consulten), een visie op schoolondersteuning, de rol van de centra en de samenwerking met alle welzijnsinstellingen binnen de integrale jeugdhulp, een visie op een transparant omkaderingssysteem voor CLB’s en de ontwikkeling van richtlijnen voor het aanmelden van leerlingen voor ondersteuning bij de ondersteuningsnetwerken.

Een vierde van de begeleidingen is gericht op individuele medewerkers (8,16%) of op teamniveau (18,1%). Deze vorm van begeleiden is vooral gericht op het ondersteunen op casusniveau van medewerkers. Vaak ging het over vragen m.b.t verslaggeving in het kader van het M-decreet, diagnostiek en aanmeldingen bij het ondersteuningsnetwerk. Op niveau van het team werd bvb. in het CLB Antwerpen een informatiemoment rond de “deontologische code“ georganiseerd.

Drie van onze 5 centra zullen in het schooljaar 2017-2018 in een veranderingstraject stappen met Flanders Synergie. Dit met de bedoeling om de implementatie van het nieuwe decreet op centrumniveau voor te bereiden en de organisatie van het centrum binnen dit kader daar waar nodig bij te sturen. Het POC voerde in het kader van haar makelaarsrol de voorbereidingsgesprekken met Flanders Synergie en nam de voorbereiding hiervan op. Vier begeleiders zullen betrokken worden bij de begeleiding van de centra binnen dit traject. We verwachten dan ook dat tijdens het schooljaar 2017-2018 een groter bereik van de CLB-medewerkers en (deel)teams in deze centra.

4.1.3 FOCUS BEGELEIDINGEN

We zien een duidelijke verschuiving van thema’s m.b.t. de implementatie van innovaties (van 36,15% naar 5,32%) naar thema’s die verbonden zijn aan het beleidsvoerend vermogen ( van 5,6% naar 20,87%) en de integrale kwaliteitszorg van centra ( van 10,33% naar 25,07%).

Zoals in het vorige punt beschreven was voornamelijk de implementatie van het nieuwe decreet, dat in werking treedt op 1 september 2018, voorwerp van discussie tijdens het directeurenoverleg. Eén vijfde van de begeleidingen ging dan ook over het beleidsvoerend vermogen van centra (20,87 %, zie grafiek 3).

Eén tiende van de begeleidingen betreft het versterken van de interne kwaliteitszorg van de centra (25,07%, zie grafiek 3). De implementatie en de ontwikkeling van het Referentiekader Kwaliteit CLB’s en het gelijkgericht registreren binnen LARS stonden hoog op de agenda vorig schooljaar. In het verleden werd de ‘kwaliteitstoets op het dossier’ (kortweg Q-OOL) door het POC ontwikkeld. De Q-OOL heeft een dubbel doel: enerzijds wil het de kwaliteit van dossiers bewaken en verbeteren én anderzijds wil het de kwaliteit van de gelopen trajecten monitoren en optimaliseren. Dit instrument kan ook door (een) externe perso(o)n(en) gescoord worden. Het POC stond in het schooljaar 2016-2017 in voor de externe toets. Voor ieder centrum werd blind één leerlingendossier gescreend m.b.v. de Q-OOL door

Page 81: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

12

onze medewerkers, het betrokken centrum ontving een rapport met de voornaamste vaststellingen. Dit rapport werd op de teamvergadering van het betrokken centrum besproken. Op het lerend netwerk “Monitoring beleidsdoelstellingen” werd een overkoepelende analyse besproken. In 2017-2018 nemen de centra dit verder op in hun eigen werking.

Grafiek 3: Procentuele verdeling thema's begeleidingen 2016-2017.

Page 82: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

13

Hiernaast werden centra aan het eind van het schooljaar geconfronteerd met de plotse invoering van de ondersteuningsnetwerken. Vanuit de individuele medewerkers van onze centra kwamen hierdoor meer vragen op casusniveau m.b.t. handelingsgerichte diagnostiek, voorwaarden tot aanmelden en de M-verslaggeving (25,51%).

4.1.4 FOCUS ONTWIKKELING VAN MATERIALEN

Het POC werkte in 2016-2017 zowel binnen de eigen dienst als in dienstoverstijgende en/of netoverstijgende werkgroepen aan visieteksten, materialen en instrumenten.

Grafiek 4: Procentuele verdeling ontwikkeling materialen 2016-2017.

Page 83: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

14

Binnen de werkgroep neutraliteit werd in 2015-2016 een visie en krachtlijnen uitgeschreven die gelinkt zijn aan de 'beginselverklaring neutraliteit'. Deze werkgroep is dienstoverschrijdend samengesteld. De tekst is bedoeld voor scholen, centra en academies en wil een bron van inspiratie vormen om blijvend over in dialoog te gaan met de leerlingen. Het POC heeft bijkomend in 2016-2017 een eigen visie ontwikkeld over hoe “neutraliteit” zich vertaalt in de werking van de centra voor leerlingenbegeleiding. Het POC ontwikkelde hiernaast haar eigen visie op schoolondersteuning.

Gezien de komst van het nieuwe decreet op de leerlingenbegeleiding, dat ingaat op 1 september 2018, werd in samenwerking met onze directies en de collega’s uit de andere niveaus van de PBD OVSG/POV een visie op de rollen en actoren binnen de leerlingenbegeleiding gefinaliseerd in 2016-2017 (zie supra).

Het project PRODIA (project protocollering diagnostiek) beoogt op het vlak van diagnostiek een meer gestandaardiseerde en kwalitatieve leerlingenbegeleiding binnen een continuüm van zorg. Eén van de POC-medewerkers was in het schooljaar 2015-2016 en 2016-2017 zo actief betrokken bij de ontwikkeling en/of actualisering van de protocollen wiskundeproblemen, sterke cognitieve vaardigheden en de leeswijzer voor het algemeen diagnostisch protocol. Onze centra worden ook ondersteund bij de implementatie van deze protocollen in hun dagelijkse werking. In 2017-2018 zal één centrum ondersteund worden vanuit het project PRODIA in het kader van een dergelijk implementatietraject.

4.2 OP HET NIVEAU VAN COMPLEMENTARITEIT NASCHOLING &

BEGELEIDING

Het POC OGO werkte ook in 2016-2017 samen met het GO! in het kader van de aanvangsbegeleiding van beginnende CLB-medewerkers, vanuit het POC werd de hiermee verbonden vormingen inhoudelijk vorm gegeven. In het kader van haar makelaarsrol werden voor bepaalde doelgroepen van CLB- medewerkers vanuit het POC gericht doorverwezen naar het nascholingsaanbod van het GO!. Uit de evaluaties van de deelnemers blijkt dat de samenwerking met het GO! een meerwaarde vormt: er is uitwisseling tussen de centra, medewerkers leren van elkaar en de groep is voldoende groot en divers om interactief aan de slag te gaan. Deze samenwerking met het GO! zal dan ook in 2017-2018 verdergezet worden.

In hun begeleiding sporen POC-medewerkers directies aan om zowel het vraag- als het aanbodgestuurde nascholingsaanbod in te bedden in het professionaliseringsbeleid van hun eigen centrum. In 2016-2017 werden bij de implementatie van de nieuwe PRODIA-protocollen wiskundeproblemen netoverstijgend een aantal vormingen aangeboden aan de centra en pedagogisch

Page 84: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

15

begeleiders. Eén van de POC-medewerkers was betrokken bij de ontwikkeling van deze protocollen en stond in voor de vormingen hieromtrent.

Op basis van de gegevens in LARS wordt in samenwerking met de verschillende POC’s jaarlijks een sectoraal jaarverslag gemaakt. In dit jaarverslag worden o.a. gegevens over het aantal interventies besproken, de thema’s waarvoor het CLB tussenkomt (bijvoorbeeld het aantal M-verslagen in het kader van een overstap naar buitengewoon onderwijs, doorverwijzingen naar een ander hulpverleningsaanbod…) en hoe het CLB de grootste speler is in de brede instap. Het POC zetelt in de netoverstijgende werkgroep die dit jaarverslag samenstelt. Sinds het schooljaar 2016-2017 reikt het POC ook aan de eigen centra dezelfde analyses van haar eigen gegevens aan. Zo kan iedere mandaathouder en/of coördinator de werking van zijn/haar centrum vergelijken met deze van alle centra in Vlaanderen. Dit wordt ook besproken op een directeurenoverleg waar dan samen gezocht wordt naar mogelijke verklaringen, analyses en actiepunten. Als een gevolg hiervan zal in het schooljaar 2017-2018 een navorming aangeboden worden rond datageletterdheid gekoppeld aan de data uit LARS.

4.3 OP HET NIVEAU VAN SAMENWERKING MET ANDEREN

4.3.1 NIVEAU-OVERSTIJGEND SAMENWERKEN BINNEN OVSG

De interne werking wordt gestuurd en opgevolgd via diverse overlegorganen. 4% (zie grafiek) van het intern overleg heeft betrekking op deze vormen van overleg. De dwarsverbindingen tussen het POC enerzijds en de andere diensten van de PBD, de navormingsdienst AVS, de koepel en het directiecomité worden op deze manier bewaakt. Binnen de pedagogische begeleiding wordt de niveau-overstijgende aansturing opgenomen door de Pedagogische Raad. De coördinator van het POC zetelt zowel in de Pedagogische Raad, als in het beleidsoverleg met de koepel als in het DC+ van OVSG.

De helft van de tijd (52%, zie grafiek) die besteed wordt aan intern overleg, wordt verklaard door de niveau-overschrijdende samenwerking binnen de PBD m.b.t. tot zorg. Sinds 2015-2016 wordt hier sterk op ingezet. Vooral op het vlak van leerlingenbegeleiding en het hierdoor ontstane spanningsveld tussen school en CLB is een dergelijke niveau-overstijgende aanpak wenselijk.

Deze niveau-overschrijdende samenwerking werd in 2016-2017 nog verder geïntensifieerd, door structureel een POC-medewerker lid te maken van het overleg Buitengewoon Onderwijs, het overleg tussen PBD & GON-begeleiders en het zorgoverleg. Zo werd bv. over de verschillende diensten heen een visie ontwikkeld over de diverse rollen en actoren binnen de leerlingenbegeleiding op school (zie punt Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) en de (her)evaluatie type basisaanbod (zie punt Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Dit zorgt ervoor dat op het vlak van deze topics de begeleiding in de scholen van OVSG en in de centra vanuit eenzelfde visie vertrekt en dat de begeleiding afgestemd is

Page 85: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

16

op elkaar. In het schooljaar 2017-2018 willen we nog een stap verder gaan door met de dienst Secundair Onderwijs van OVSG en POV bvb. samen te werken aan een gemeenschappelijk visie op onderwijsloopbaanbegeleiding. Zodat we in een tweede fase een vormings- en begeleidingsaanbod kunnen ontwikkelen voor zowel de interne leerlingenbegeleiders van de scholen van OVSG en POV als de CLB-medewerkers van onze centra.

Grafiek 5: Intern overleg POC OGO schooljaar 2016-2017

Page 86: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

17

Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen scholen gewoon onderwijs vanaf 1 september 2017 een beroep doen op ondersteuningsnetwerken. Binnen deze ondersteuningsnetwerken werken scholen voor buitengewoon onderwijs samen met scholen van het regulier onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding en de pedagogische begeleidingsdiensten. Deze (nieuwe) rolverdeling daagde ook ons uit om na te denken over hoe we onze ondersteuning beter kunnen afstemmen op deze nieuwe situatie. We willen blijven uitgaan van een brede en integrale visie op zorg. Daarom werden een aantal overlegmomenten structureel gereorganiseerd zodat de interne samenwerking tussen niveaus en diensten, tussen begeleiders/adviseurs met verschillende opdrachten zoveel mogelijk afgestemd werden op de noden en vragen vanuit de centra en scholen.

Als een direct gevolg hiervan zal de niveaucoördinator CLB vanaf het schooljaar 2017-2018 vanuit de Pedagogische Raad en in nauw overleg met de directie PBD een coördinerende rol opnemen voor het geheel van de begeleiding rond zorg. Zij is voor collega's van andere afdelingen het eerste aanspreekpunt i.v.m. zorg. In het bijzonder voor de informatie die uitgewisseld moet worden tussen Koepel en PBD m.b.t. zorggerelateerde beleidsdossiers (ondersteuningsnetwerken, nieuw decreet leerlingenbegeleiding….) fungeert zij als draaischijf.

4.3.2 DUURZAME SAMENWERKING MET ANDERE ACTOREN

Via de Internettensamenwerkingscel (ISC) werken de verschillende POC’s al enkele jaren samen om een meer gelijkgerichte en duurzame werking binnen de CLB-sector te realiseren. Dit verklaart grotendeels waarom de categorie “andere” en de categorie “andere pedagogische begeleidingsdiensten” meer dan de helft van de externe overlegtijd inneemt (62%, zie grafiek). Netoverstijgend werden in 2016-2017 een aantal ondersteunende materialen opgemaakt voor CLB-medewerkers binnen een erkend multidisciplinair team (MDT) van het CLB. De materialen geven de medewerkers houvast bij de implementatie van het decreet integrale jeugdhulp. Zo werd een leidraad opgemaakt voor CLB-directies rond de deelname aan een lokale integrale veiligheidscel (LIVC) .

In de ISC-werkgroep M werden de sjablonen M-verslag en Gemotiveerd Verslag en de bijhorende schijfwijzers vernieuwd. Zoals reeds geschetst zijn aan het eind van het schooljaar 2016-2017 ondersteuningsnetwerken opgestart. Het POC was van nabij betrokken bij de voorbereidingen voor de start van deze netwerken. Op korte tijd kwam het POC, in samenwerking met de andere POC’s en in overleg met de eigen centra, tot een netoverstijgende afsprakennota en richtlijnen m.b.t. het aanmelden van leerlingen met ondersteuningsbehoeften die aangemeld kunnen worden bij het ondersteuningsnetwerk. Dienstoverstijgend werd een informatieronde georganiseerd waarbij scholen en centra samen werden geïnformeerd over wat de Overheid van hen verwachtte.

Onder vlag van de ISC loopt het project rond het “Leerlingen Activiteiten en Registratiesysteem” (LARS). Binnen dit project werd een gemeenschappelijk elektronisch leerlingendossier ontwikkeld. Onder

Page 87: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

18

leiding van de werkgroep datawarehousing werd een module ontwikkeld waardoor een centrum haar eigen leerlingengegevens kan oproepen en analyseren. Ook werd onder begeleiding van een POC-medewerker in 2016-2017 een visie ontwikkeld op gelijkgerichte registreren binnen LARS door een ad hoc-werkgroep die samengesteld is uit de kwaliteitscoördinatoren van onze centra. Deze tekst zal verder opgenomen worden binnen het directeurenoverleg in 2017-2018.

Grafiek 6: Extern overleg POC OGO schooljaar 2016-2017

Page 88: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

19

5 BELEIDSAANBEVELINGEN OVERHEID

Op 1 september 2018 wordt het nieuwe decreet op de leerlingenbegeleiding uitgerold. Dit betekent dat onze centra zullen moeten nadenken over de nieuwe rol en opdrachten die zij krijgen en hoe ze hun opdracht binnen de schoolondersteuning t.a.v. de PBD een invulling kunnen geven. Deze evolutie zal ongetwijfeld een gevolg hebben op de organisatie van de centra en op de wijze waarop teams binnen onze centra gevormd worden. Sinds 2016 zijn we gestart met ondersteuning van onze centra op het vlak van informatieveiligheid. Ook dit betekent een hele omwenteling voor onze centra. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen scholen gewoon onderwijs vanaf 1 september 2017 een beroep doen op ondersteuningsnetwerken. We willen blijven uitgaan van een brede en integrale visie op zorg. Daarom werden een aantal overlegmomenten structureel gereorganiseerd zodat de interne samenwerking tussen niveaus en diensten, tussen begeleiders/adviseurs met verschillende opdrachten zoveel mogelijk afgestemd werden op de noden en vragen vanuit de centra en scholen.

Het begeleidingsplan biedt structuur en inhoud maar deze actuele evoluties maakten het herzien van planning en prioriteiten soms noodzakelijk. Ook bemoeilijkte deze plotse nieuwe beleidskeuzes vanuit de overheid de werking van het POC bv. te weinig aandacht kunnen spenderen aan een goede planning en de aanpak van de implementatie er van.

Page 89: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 2

ACTIVITEITENVERSLAG NETOVERSTIJGENDE SAMENWERKING ‘COMPETENTIEBEGELEIDING /

INCLUSIE 2016-2017

1 SAMENWERKENDE ORGANISATIES • de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van de Onderwijskoepel van de Steden en Gemeenten van de

Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen • de Pedagogische Begeleidingsdiensten van de Kleine Onderwijsverstrekkers

2 SITUERING VAN HET THEMA De verschillende pedagogische begeleidingsdiensten zetten de samenwerking ontstaan onder de voormalige ‘SNPB’ verder. Hiervoor hebben de pedagogische begeleidingsdiensten een samenwerkingsovereenkomst ondertekend.

3 DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN SCHOOLJAAR 2016-2017 3.1 DOELSTELLINGEN De doelstellingen zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst zijn gedurende dit schooljaar voorwerp geweest van evaluatie

3.2 VASTSTELLINGEN • Er blijft behoefte en het engagement om overleg op niveau van een stuurgroep te organiseren waar

we o overleggen over actuele thema’s gerelateerd aan de implementatie van het M-decreet; o Regelmatig vragen en inzichten voorleggen aan en samenwerkingsmogelijkheden bekijken

met andere actoren in het veld die activiteiten opzetten verbonden aan de implementatie van het M-decreet;

o Professionaliseringsinitiatieven in functie van expertisedeling tussen begeleiders mogelijk maken.

Page 90: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

3.3 ACTIVITEITEN In het schooljaar 2017– 2018 werden er drie bijeenkomsten van de stuurgoep gehouden waarbij voornamelijk werd gewerkt aan

• Evaluatie en bijsturing van de aanpak van de doelstellingen binnen de vernieuwde samenwerking met volgende conclusies:

o Impact ondersteuningsmodel en andere initiatieven op onze samenwerking We blijven als PBD’s samenwerken rond het thema ook al verschuift mogelijks de

focus van de opdracht van de competentiebegeleiders. Definitieve afspraken zijn gemaakt bij het begin van het schooljaar 17 – 18 zo gauw er regelgevend duidelijkheid was.

We blijven samen werken in functie van • Delen van praktijk met elkaar; • Intervisie van ondersteuners mogelijk maken; • Projecten bespreken die reflectie vragen over de nood aan ‘gelijkgerichtheid in

aanpak’; mogelijke voorbeelden voor het volgende schooljaar zijn: o project differentiatie binnen modernisering SO (ook al gaat dit over

fase 0 en 1 van zorgcontinuüm) o prioritaire nascholingsprojecten indien focus verschuift o samenwerking met andere organisaties indien daar vraag naar is

Digitaal platform voor ondersteuners niet langer weerhouden: er is onvoldoende evenwicht tussen investeren om te actualiseren en het gebruik; onder meer omwille van ‘veranderende opdracht van competentiebegeleiders’.

• Gedurende het schooljaar 16 – 17 werd rond volgende initiatieven concreet samengewerkt: o Informatie uitwisseling:

Delen van de aanpak in de verschillende PBD’s bij uitrol ondersteuningsnetwerken; Reflectie over en/of samenwerken initiatieven van derden (overheid – andere

organisaties – lokale initiatieven…) o Vormingsproject Unia rond ‘redelijke aanpassingen’ o Rapport ‘ouders voor inclusie’ o Impact : van samenwerkingsverband naar ondersteuningsmodel :

consequenties voor samenwerking, impact op deelorganisaties, impact op samenwerking i.f.v. professionalisering competentiebegeleiders

o In functie van professionalisering competentiebegeleiders en samenwerkingsvragen van derden werkten we voor het schooljaar 16 – 17 samen rond:

• Deelname aan regionale werksessies project Unia: redelijke aanpassingen • studiedag in samenwerking met VVOB rond ‘inclusie’ – Zuid – Afrika.

(doelgroep competentiebegeleiders) • Reflectiedag voor ondersteuners ‘inclusie / zorg / competentie met o.m.

volgende thema’s : o Mindshift realiseren o Verbindend samenwerken realiseren tot op de klasvloer met

ondersteuners in brede zin, leerlingen, ouders, en schoolteam: o Curriculumrealisatie voor leerlingen met specifieke

onderwijsbehoeften

Page 91: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

o Onderzoek ‘de competentiebegeleider doet er toe’ – verbonden met vorige werking SNPBD (Katrien De Munck, Elisabeth De Schauwer vakgroep ortho pedagogiek UGENT)

Page 92: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

1

Bijlage 3

Netoverschrijdende samenwerking Taalbeleid Nederlands

Taalbeleid

Samenwerkende organisaties

Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap Pedagogische Begeleidingsdienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Pedagogische Begeleidingsdiensten van de Kleine Onderwijsverstrekkers

Omschrijving van het thema

De verschillende netten/koepels (POV, OKO, OVSG, GO! en Katholiek Onderwijs Vlaanderen) werken netoverschrijdend, conform een samenwerkingsovereenkomst, aan de ondersteuning van pedagogisch begeleiders op het vlak van taalbeleid Nederlands. Dat past in het kader van de aanbeveling van de commissie Monard over de samenwerkingsrelaties tussen de PBD’s (overkoepelend rapport, p.42). Voorbeelden uit de praktijk

• De samenwerking resulteerde in een netoverschrijdende vorming en expertisedeling over meertaligheid in het schooljaar 15-16. Dat in het kader van de meest recente onderzoeken zoals het MARS-onderzoek en het VALIDIV-onderzoek. Uit de groep van aanwezige begeleiders is een lerend netwerk ontstaan.

• De intervisiegroep rond taalgericht vakonderwijs in het secundair onderwijs kwam op het einde van het schooljaar 16-17 een eerste keer samen met het oog op de voorbereiding van een uitwisselingsdag in het schooljaar 17-18.

• Er was informatie- en materiaaluitwisseling rond “Onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw”, tekst van de Nederlandse Taalunie. Er komt in het najaar van 2017 een implementatieconferentie over taalbeleid Nederlands en het onderwijs Nederlands waar men op ons rekent.

• We hielden een bijeenkomst met een Vlaams parlementslid en de vereniging voor Esperanto over het nut van Esperanto in vreemdetalenonderwijs.

• We deden een eerste aanzet tot het delen van informatie over de verschillende netten i.v.m. visieteksten over meertaligheid, vreemde talen, talensensibilisering en taalinitiatie.

Planning voor volgende twee schooljaren

Enerzijds wil de samenwerking blijvend instaan voor de netoverschrijdende expertisedeling rond bepaalde thema’s. De werkgroep taalgericht vakonderwijs is opgericht met als doelen de expertisedeling en het voorbereiden van een ‘vorming‘ voor begeleiders.

Anderzijds wil de kerngroep werk maken van het gezamenlijk onderzoeken, voorbereiden en uitwisselen van visie op bepaalde thema’s (zoals in 16-17 de studie van de Taalunie, Esperanto). We zien kansen in de verdere uitwerking van meertaligheid, de rol van Nederlands in alle curricula …

Page 93: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

2

Wat hebben we gerealiseerd tijdens het schooljaar 2016-2017?

Netoverschrijdende samenwerking Taalbeleid Nederlands De verschillende netten/koepels/netwerkorganisaties (POV, OKO, OVSG, GO! en Katholiek Onderwijs Vlaanderen) werken netoverschrijdend, conform een samenwerkingsovereenkomst, aan de ondersteuning van pedagogisch begeleiders op het vlak van taalbeleid Nederlands. Dat past in het kader van de aanbeveling van de commissie Monard over de samenwerkingsrelaties tussen de pedagogische begeleidingsdiensten (overkoepelend rapport, p.42). De samenwerking resulteerde in het schooljaar 2016-2017 in 3 samenkomsten van een kerngroep (14.9.16/25.1.17/10.5.17) samengesteld uit een begeleider uit elk net onder voorzitterschap van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Daarbij werd de samenwerkingsovereenkomst opgemaakt aan de hand van strategische doelen en acties.

Doel 1: Lokaal en bovenlokaal samenwerken naar aanleiding van projecten (zoals de Week van het Nederlands van de Taalunie, netwerken, LOPS. ..).

Doel 2: Elkaar informeren, expertise-uitwisseling rond jaarlijks af te spreken begeleidingsactiviteiten met impact op de klasvloer in thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal, taalgericht vakonderwijs, aandacht voor scharniermomenten in de onderwijsloopbaan.

Doel 3: Samenwerken aan de professionalisering en een gemeenschappelijke kennisbasis rond thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal …

Realisaties: Doel 1: De verschillende netten/koepels/netwerkorganisaties moedigen pedagogisch begeleiders aan waar het kan lokaal samen te werken (bijvoorbeeld i.v.m. anderstalige nieuwkomers). Doel 2: We hadden o.a. netoverschrijdend contact met de taalunie, met expertisecentra over meertaligheid én met de vereniging voor Esperanto (onder impuls van de voorzitter van de Commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement). Doel 3: De samenwerking heeft o.a. geleid tot een netoverschrijdend lerend netwerk voor begeleiders met als thema meertaligheid en tot een intervisiegroep voor expert-begeleiders met als thema taalgericht vakonderwijs.

Voorbeelden vanuit de begeleidingspraktijk

• De samenwerking resulteerde in het schooljaar 15-16 in een netoverschrijdende vorming en expertisedeling over meertaligheid in het kader van de meest recente onderzoeken (zoals het MARS-onderzoek en het VALIDIV-onderzoek). Uit de groep van toen aanwezige begeleiders is een lerend netwerk ontstaan.

• De intervisiegroep rond taalgericht vakonderwijs in het secundair onderwijs kwam op het einde van het schooljaar 16-17 een eerste keer samen met het oog op de voorbereiding van een uitwisselingsdag in het schooljaar 17-18.

• Er was informatie- en materiaaluitwisseling rond ‘Onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw’ (tekst van de Nederlandse Taalunie). Er komt een implementatieconferentie over taalbeleid Nederlands waar we een bijdrage kunnen leveren.

• We hielden met de kerngroep een bijeenkomst met een Vlaams parlementslid en de vereniging voor Esperanto over het nut van Esperanto in vreemdetalenonderwijs.

• We deden met de kerngroep een eerste aanzet tot het delen van informatie i.v.m. visieteksten over meertaligheid, vreemde talen, talensensibilisering en taalinitiatie.

• We werken samenwerken met Iedereen Leest en CANON rond leesbeleid op de scholen. Verschillende vertegenwoordigers nemen deel aan het overleg hierover.

Page 94: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

3

Geplande acties/doelstellingen voor de volgende twee jaar (+ argumentatie waarom we dit nog niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd hebben)

Het samenwerkingsverband wil blijvend instaan voor de netoverschrijdende expertisedeling rond bepaalde thema’s. De werkgroep taalgericht vakonderwijs is daarvan een voorbeeld. De werkgroep werd opgericht met als doelen: expertisedeling en het voorbereiden van een ‘vorming‘ voor begeleiders. Ook over nieuwe instrumenten voor de taalscreening secundair onderwijs zullen we uitwisselen. De kerngroep wil nog meer werk maken van het gezamenlijk onderzoeken, voorbereiden en uitwisselen van visie op bepaalde thema’s. We zien hiertoe o.a. kansen voor wat betreft het thema meertaligheid en vreemdetalenaanbod en voor wat betreft de rol van Nederlands in alle curricula (eindtermen, leerplannen …) en de koppeling daarvan met de aanbevelingen van de Taalunie (Iedereen taalcompetent). Ten slotte willen we de netoverschrijdende samenwerking op lokaal vlak faciliteren, bijvoorbeeld rond taalbeleid , de samenwerking met bibliotheken en met externen (zoals taalcoaches).

Page 95: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 4

ACTIVITEITENVERSLAG ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES VOLWASSENENONDERWIJS

SCHOOLJAAR 2016-2017

1 SAMENWERKENDE ORGANISATIES • de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van

de Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen • het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs

2 OMSCHRIJVING VAN HET THEMA Samenwerking tussen de betrokken organisaties op het vlak van de ondersteuning van het volwassenenonderwijs. De rapportering van de hieronder beschreven doelstellingen en activiteiten voor het schooljaar 2016-2017 heeft betrekking op artikel 49, 6° ‘de ontwikkeling van instrumenten en procedures in zake de erkenning van al verworven competenties coördineren en ondersteunen’, Decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007.

Bovenvermelde opdracht werd geconcretiseerd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de pedagogische begeleidingsdiensten en Vocvo van 17 november 2015. De rapportering gebeurt conform de doelstellingen en activiteiten opgenomen in deze samenwerkingsovereenkomst.

3 DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN SCHOOLJAAR 2016-2017 3.1 THEMA 2: ELDERS VERWORVEN COMPETENTIES OVSG neemt rond dit thema het voortouw.

Doelstelling 2.1: Coördineren van de ontwikkeling van instrumenten en procedures inzake de erkenning van al verworven competenties.

Activiteit Beschrijving van de activiteit Ontwikkeling concordantietabellen. De Vlaamse Regering keurde 9 nieuwe

opleidingsprofielen voor het studiegebied ICT (secundair volwassenenonderwijs) goed, die met ingang van 1 september 2016 in de CVO’s kunnen worden ingericht.

Page 96: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Een netoverschrijdende ontwikkelcommissie ICT, die tevens instond voor de ontwikkeling van de nieuwe OP’s, werkte een afsprakenkader uit voor de toekenning van vrijstellingen voor bepaalde modules van de nieuwe OP’s (2016) op basis van deelcertificaten behaald in de “oude” ICT-opleidingen (2007). Dit afsprakenkader werd aan de centra bezorgd en gepubliceerd op de website http://stuurgroepvo.be/ Samen met de federatie TKO werd een afsprakenkader ontwikkeld voor de vrijstelling van de ICT-modules binnen AAV op basis van de modules binnen de opleidingen ICT. Voor de opleidingen kappersmedewerker (2006), Kapper (2006) en Kapper - salonverantwoordelijke (2006) werden concordanties naar de nieuwe opleidingen Kapper (2016) en Kapper - salonverantwoordelijke (2016) uitgewerkt.

Ontwikkeling uniforme netoverschrijdende vrijstellingsproeven ICT, incl. online applicatie

De netoverschrijdende ontwikkelcommissie ICT ontwikkelde 2 vrijstellingsproeven voor de twee ‘start’-modules van de nieuwe OP’s, zijnde ‘Aan de slag met ICT’ en ‘E-communicatie, internet en online diensten’. Vervolgens werd, in samenwerking met de IT-dienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, een online applicatie ontwikkeld voor het afnemen van deze vrijstellingsproeven; deze werd netoverschrijdend ter beschikking gesteld van alle CVO met onderwijsbevoegdheid voor de nieuwe ICT-opleidingen. Tijdens het afgelopen schooljaar gebruikten 37 verschillende cvo’s de proeven. Ze werden afgelegd door 1.321 cursisten. In het voorjaar 2017 gebeurde een evaluatie van het instrument door een bevraging bij meer dan 600 leerkrachten. Op basis hiervan werd in juni een geupdate-versie ontworpen door de pbd’s. Er werd ook beslist om in het schooljaar 2017-2018 testen te ontwikkelen voor ‘Start to create’, ‘Eenvoudige content aanmaken’ en ‘Start to program’. Aantal afgelegde testen:

• Start 1: 102 • Start 2: 79 • Start 1 +2 : 1.160 • Totaal: 1.321 • Gemiddelde score: 81%

Page 97: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd
Page 98: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

4 BIJLAGEN 4.1 BIJLAGE 1: OVERZICHT INGEDIENDE OPLEIDINGSPROFIELEN SCHOOLJAAR 2015-2016

Studiegebied Naam opleiding

Algemene vorming Wetenschappen

Economie

Humane Wetenschappen ASO2

Economie - Moderne Talen

Economie - Wiskunde

Humane Wetenschappen ASO3

Moderne Talen - Wetenschappen

Moderne Talen – Wiskunde

Wetenschappen - Wiskunde

Auto Heftruckchauffeur

Reachtruckchauffeur

Fietshersteller

Mecanicien bromfietsen en motorfietsen

Handel Behandelaar luchtvracht en bagage

Magazijnier

Verhuizer

Bedrijfsbeheer

ICT Start to ICT

ICT en administratie

ICT en sociale media

ICT in een educatieve context

ICT in een creatieve context

Webcontent

App-ontwikkeling

ICT besturingssystemen en netwerken

ICT programmeren

Mechanica-elektriciteit Onderhoudsmonteur

Elektromecanicien

Voeding Medewerker slagerij

Slager - spekslager

Slager distributie

Page 99: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Studiegebied Naam opleiding

Wild- en gevogelteslager

Bereider van vleesproducten (charcutier)

Vleesbereider

Vleesbewerker

Uitbener - uitsnijder

Page 100: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

4.2 BIJLAGE 2: OVERZICHT INGEDIENDE LEERPLANNEN SCHOOLJAAR 2015-2016 Leergebied/studiegebied Benaming opleiding/leerplan

Basiseducatie

Alfabetisering Nederlands tweede taal NT2 Alfa Mondeling richtgraad 1

NT2 Alfa Mondeling richtgraad 1 en Schriftelijk richtgraad 1.1

Latijns schrift basiseducatie

MO Keuzemodule ‘Omgaan met armoede en sociale uitsluiting’ wordt toegevoegd aan de reeds eerder goedgekeurde leerplannen. De toevoeging gebeurde in volgende leerplannen:

- MO Werk - MO Communicatie - MO Samen leven - MO Levenslang en levensbreed leren

Secundair volwassenenonderwijs

Hout Machinaal houtbewerker

Werkplaatsbinnenschrijnwerker

Binnenschrijnwerker

Werkplaatsbuitenschrijnwerker

Buitenschrijnwerker

Meubelmaker-interieurelementen

Interieurbouwer

Daktimmerman

Werkplaatsschrijnwerker houtskeletbouw

Lichaamsverzorging Kapper

Kapper-salonverantwoordelijke

Personenzorg Uitbreidingsmodule ‘Kennismaken met de Gezinsopvang’ bij de opleiding Begeleider in de kinderopvang (toevoeging aan het leerplan uitbreidingsmodules Personenzorg nummer 2015/1187/6//D)

Talen richtgraad 1 en 2 Tsjechisch R1 Breakthrough A-B

Tsjechisch R1 Waystage 1 A-B

Tsjechisch R1 Waystage 2 A-B

Page 101: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Leergebied/studiegebied Benaming opleiding/leerplan

Talen richtgraad 3 en 4 Zweeds R3 Vantage 1 A-B

Zweeds R3 Vantage 2 A-B

Toerisme Gids

Reisleider

Page 102: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 5

Activiteitenverslag 2016-2017

Thema: Onderwijs aan gedetineerden Doelstelling 3.1: Opvolgen van de werking van de onderwijscoördinatie en het onderwijsaanbod in de gevangenissen.

Doelstelling 3.2: Opvolgen van de implementatie van de visie en het strategisch beleidsplan voor het onderwijs aan gedetineerden.

Activiteit Beschrijving van de activiteit

Organiseren van de stuurgroepvergaderingen

In het schooljaar 2016-2017 vonden 3 stuurgroepvergaderingen plaats. Naast de begeleidingsdiensten maken ook het Departement Onderwijs, het Departement Welzijn, het Departement Justitie en de Federatie Centra voor Basiseducatie deel uit van deze stuurgroep. Van elk van deze bijeenkomsten werd een verslag gemaakt.

Voortdurend opvolgen van knelpunten en ontwikkelingen

● Aanbod gevangenissen Brussel: stelselmatige heropstart in 2017

● Aanbod gevangenis Brugge: geen aanbod in 2016-2017

● Aanbod in de forensische psychiatrische centra: aanbod zonder onderwijscoördnator

Opvolging beleidsplan: realisaties

Doelstelling 1 beleidsplan onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het huidige onderwijsaanbod in de gevangenissen => syntheserapport

Doelstelling 2 beleidsplan onderwijs aan gedetineerden Ontwikkelen van een model voor leertrajectbegeleiding => ESF-projectaanvraag LIO (Learning Inside Out) ingediend

Doelstelling 4 beleidsplan onderwijs aan gedetineerden Opzetten van een werkgroep rond het opvolgen van werkplekleren in de gevangenis

Doelstelling 5 beleidsplan onderwijs aan gedetineerden Opstart en uitbreiding van de digitale examens van examencommissie en vrijstellingsproeven TKO in enkele gevangenissen (Brugge, Antwerpen, Beveren) in samenwerking met het DG EPI

Doelstelling 6 beleidsplan onderwijs aan gedetineerden

Page 103: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 5

Deelname aan de werkgroepen gecoördineerd door het domein Welzijn voor de ontwikkeling van een nieuw registratiesysteem voor activiteiten in de gevangenissen

Page 104: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 6

ACTIVITEITENVERSLAG

PROJECTGROEP GELETTERDHEID

VOLWASSENENONDERWIJS SCHOOLJAAR 2016-2017

1 SAMENWERKENDE ORGANISATIES • de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van

de Vlaamse Gemeenschap • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen • de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen • het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs

2 OMSCHRIJVING VAN HET THEMA Samenwerking tussen de betrokken organisaties op het vlak van de ondersteuning van het volwassenenonderwijs. De rapportering van de hieronder beschreven doelstellingen en activiteiten voor het schooljaar 2016-2017 heeft betrekking op het Decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007.

Bovenvermelde opdracht werd geconcretiseerd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de pedagogische begeleidingsdiensten en Vocvo van 17 november 2015. De rapportering gebeurt conform de doelstellingen en activiteiten opgenomen in deze samenwerkingsovereenkomst.

3 DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN SCHOOLJAAR 2016-2017 THEMA: GELETTERDHEID Doelstelling 5.1: Opvolgen en ondersteuning van de implementatie van de doelen m.b.t. het volwassenenonderwijs in het plan geletterdheid.

Activiteit Beschrijving van de activiteit

Ontwikkeling servicedocument ‘Geletterdheidsmodules bij de diplomagerichte opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs’

Het samenwerkingsverband van Vocvo en de pedagogische begeleidingsdiensten ontwikkelden een servicedocument dat het secundair volwassenenonderwijs ondersteunt bij het implementeren van de geletterdheidsmodules Nederlands en leren leren. Men vindt daarin een visie op werken aan geletterdheid in CVO, tips

Page 105: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

voor het inzetten van de L-modules in het kader van een geletterdheidsbeleid en FAQ’s.

Organisatie informatiemomenten voor centra voor volwassenenonderwijs

In het voorjaar van 2017 werden 2 informatiemomenten verzorgd over geletterdheid in CVO en het inzetten van de L-modules: informatie, tips en advies en vraagstelling / gesprek:

• Op woensdag 1 februari organiseerden Vocvo en de pedagogische begeleidingsdiensten van het volwassenenonderwijs het lerend netwerk 'Geletterdheid in een CVO'.

• Op 12 mei gaf Riet Vanhoutte (CVO TSM Mechelen) de presentatie ‘Talent ontwikkelen met een krachtige tool: de L-modules!’ op de Vocvo-uitwisseldag.

Er werd toen ook gepeild naar de noden en vragen naar ondersteuning. Die zullen de verdere initiatieven focussen.

In 2017 lanceerden we ook een nieuwe website: Geletterdheid in een CVO. Die zal dienen als platform voor het geletterdheidsbeleid in de CVO. De input voor de verdere uitbouw kwam gedeeltelijk van het netoverschrijdend lerend netwerk dat we hieraan koppelden.

Adviseren specifieke CVO in verband met de implementatie van de L-modules

Bij het aflopen van het schooljaar 2015-2016 gaf het samenwerkingsverband van de pedagogische ondersteuningsdiensten aan verschillende CVO advies bij het implementeren van de L-modules gebaseerd op de matrix Nederlands en leren leren.

Ontsluiten van het materiaal van de werkgroep doorstroom op de website van het samenwerkingsverband

De leerdrempels in het secundair volwassenenonderwijs zijn in de voorbije jaren in kaart gebracht door het project Doorstroom van de stuurgroep volwassenenonderwijs. Ook werden voorbeelden van samenwerking tussen CBE en CVO uitgewerkt als inspiratiebron om de kansen van volwassenen met geletterdheidsnoden in het volwassenenonderwijs te verhogen.

Op de website van de stuurgroep volwassenenonderwijs is het materiaal van de werkgroep doorstroom ontsloten. Dit materiaal, dat de wederzijdse doorstroom en samenwerking van de CBE en CVO kan stimuleren en stofferen, kan door iedereen worden geraadpleegd en gebruikt.

We verzamelden deze info over wederzijdse doorstroom ook op de website ‘Geletterdheid in een CVO’.

Page 106: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Toll-net

27 oktober 2017

Klik hier voor de code

Bijlage 7 Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel

TOLL-NET 2017 1 MISSIE TOLL-NET Toll-net heeft tot doel de professionalisering van de actoren in de volwasseneneducatie te verhogen op het vlak van e-leren en gecombineerd leren. Toll-net organiseert hiervoor cursussen, workshops en trajectbegeleidingen.

2 OPDRACHT TOLL-NET 2.1 TER BESCHIKKING STELLING PLATFORM, SERVER EN TOOLS Toll-net stelt een server met Moodle en Xerte ter beschikking van alle docenten. Toll-net innoveert vanaf 2016 in het aanmaken van accounts. Sinds december 2016 is het mogelijk om via de inloggegevens van KlasCement in te loggen. Tegelijkertijd werd onze website omgebouwd naar WordPress; hierdoor werd het mogelijk om een ticketsysteem in te voeren voor technische support. Sinds januari 2017 stelt Toll-net naast Xerte ook een server met H5P ter beschikking. Met H5P maken leraren verschillende soorten digitale oefeningen zoals interactieve video, spreekoefeningen,….

Ervaring leert ons dat leraren vooral nood hebben aan pedagogische ondersteuning. Vandaar dat Toll-net de didactTool als designtool voor leraren ter beschikking stelt. Deze tool helpt leraren bij het bepalen van hun doelen, content, werkvormen en de selectie van de meeste geschikte ICT-web 2.0 tools. De selectie van de meest geschikte ICT-web 2.0 tools gebeurt aan de hand van een menukaart 2.0 tools. In het voorjaar van 2017 heeft Toll-net de menukaart gedigitaliseerd en ondergebracht in de website http://toll-nettools.be.

2.2 PEDAGOGISCHE EN TECHNISCH SUPPORT BIJ HET ONTWIKKELEN VAN E-MATERIAAL Tevens verzorgt de projectbegeleider hiervan ook de nodige pedagogische en technische support bij het ontwikkelen van e-materiaal. Toll-net evalueert steeds het aanbod en stuurt bij waar nodig.

Tijdens onze begeleidingen merkten we op dat er ook nood was aan meer ondersteuning bij het ontwerpen van e-materialen. Toll-net heeft in het najaar van 2017 de “placemats online leren” gelanceerd, deze placemats ondersteunen de leraren bij het ontwerpen van het materiaal.

Page 107: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

2.2.1 HET HUIDIGE ONDERSTEUNEND AANBOD VAN TOLL-NET ZIET ER ALS VOLGT UIT: 2.2.1.1 TOLL-CURSUSSEN

De Toll-cursus is een intensieve basiscursus e-didactiek, die vooral bedoeld is voor starters maar ook nuttig is voor docenten met enige ervaring in e-learning. De cursus biedt een grondig inzicht in de didactiek van e-leren. De doelstelling van de cursus is het verwerven van de competenties van de e-docent en is opgebouwd uit twee modules over het ontwerpen en ontwikkelen van e-leermateriaal en twee modules over het e-coachen.

Om tegemoet te komen aan de wijzigende leernoden van de doelgroep, werd een herontwerp van de toll-netcursus gemaakt in het voorjaar van 2016. We hebben daarbij de verschillende stakeholders bevraagd:

In het herontwerp houden we rekening met: • Modules modulair aanbieden op basis van een intake • Docenten kunnen individueel module volgen of centra kan modules kiezen voor

trajectbegeleiding • Deadlines worden afgesproken met docent/ centrum • Na beëindigen van elke module ontvangt deelnemer deelattest en motivatiebadge. • Na het ganse leertraject ontvangt deelnemer een certificaat.

In het voorjaar van 2017 heeft er een pilootproject gelopen met de modules:

- Visie op ICT & Leren - Perspectief van de online lerende - Leertechnologiëen - Ontwerpen - Ontwikkelen

Aan dit traject namen in het voorjaar van 2017 10 enthousiaste docenten deel. 2.2.1.2 TOLL-COMMUNITIES In het voorjaar van 2017 zijn de Toll-communities herwerkt. Een Toll-community is een intensief traject “content ontwikkeling” waarbij we stilstaan bij het ontwerpen en ontwikkelen van een e-les. Tijdens de startdag staan we stil bij het ontwerpen en maken we een lijstje op met uit te werken thema’s. Daarna gaan de deelnemers online aan de slag met de module “Ontwerpen”. Vervolgens gaan ze een eigen e-les uitwerken op papier. Tijdens de online modules worden de deelnemers gecoacht. Na het ontwerp van de les gaan de deelnemers aan de slag met het ontwikkelen. Ze volgen 3 intensieve modules om E-materiaal te ontwikkelen met Xerte. We voorzien intervisiemomenten zowel face-to-face als online intervisiemomenten.

De communities zijn zowel gericht op leerkrachten zonder ervaring in e-leren als op mensen met ervaring die hun competenties verder willen ontwikkelen. Tijdens een community leer je ook veel door je ervaringen uit te wisselen met je coaches en je collega’s. Bovendien kan het lesmateriaal dat tijdens de communities ontwikkeld wordt, gedeeld worden met je vakgenoten.

In het najaar van 2017 is de Toll-community NT2 gestart met 13 docenten.

2.2.1.3 TOLL-SHOPS Docenten hebben ook nood aan korte nascholingen onder de vorm van thematische workshops van een halve of een hele dag. Hiervoor richten wij de Toll-shops in die als doel hebben om enerzijds nieuwe mensen kennis te laten maken met e-leren en om anderzijds workshops aan te reiken aan gevorderde docenten waarin

Page 108: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

specifieke e-learning thema’s uitgediept worden. Toll-shops worden zowel aanbod- als vraag gestuurd aangeboden. In 2017 hebben we 532 leraren bereikt in diverse Toll-shops.

2.2.1.4 LERENDE NETWERKEN Tijdens onze trajectbegeleidingen in 2015 stelden we vast dat heel wat Moodle beheerders problemen ondervonden met het opzetten/upgraden van Moodle. Daarom hebben we besloten om in 2016 drie keer per schooljaar de Moodle-beheerders over de centra heen bij elkaar te brengen in een lerend netwerk. In dit lerend Netwerk zijn alle partners van Toll-net vertegenwoordigd.

2.2.1.5 TRAJECTBEGELEIDING BIJ DE INTRODUCTIE VAN E-LEARNING De bedoeling van een trajectbegeleiding bestaat erin begeleiding te bieden aan lokale centra in hun evolutie naar e-leren en gecombineerd leren. Aan de hand van een intakegesprek onderzoekt Toll-net samen met de verantwoordelijken de doelstellingen van de begeleiding. Samen wordt er een begeleidingsprogramma opgesteld voor het centrum. Via trajectbegeleidingen in diverse centra hebben we 577 deelnemers bereikt.

2.2.1.6 TALKS Sinds januari 2016 organiseert Toll-net in samenwerking met 12Change (NL) elke laatste vrijdag van de maand een Xerte Talk, een maandelijks webinar over Xerte Online Toolkits. Iedere talk begint met een kort stukje uitleg en vervolgens laten we een gebruiker aan het woord (Vlaams en Nederlands). Het zijn interactieve webinars waar de gebruiker volop de gelegenheid krijgt om vragen te stellen. De hosts zijn Katrien Bernaerts (Toll-net) en Inge Donkervoort (12Change).

2.2.1.7 STUDIEDAG “FEEDBACK GEVEN EN ONTVANGEN” Op 28 maart 2017 organiseerde Toll-net de studiedag “Feedback geven en ontvangen”.

Aan de studiedag namen 92 deelnemers deel, het was een mooie mix van alle partners van Toll-net.

2.2.1.8 DIVERSE VORMEN VAN AD HOC DIENSTVERLENING Daarnaast deed Toll-net aan diverse dienstverlening op vraag van de partners. In het bijzonder heeft Toll-net op vraag van CVO DTL, CVO IVORAN en CVO Crescendo de leerpaden NT2 die ontwikkeld worden binnen het ESF project @Level2Work geoptimaliseerd en hiervoor een website ontworpen.

Page 109: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 8

NT2

In het schooljaar 2016-2017 werd het internetten samenwerkingsverband NT2 voortgezet en heeft het duidelijk vorm gekregen in de creatie van het platform www.nt2020.be. Dat platform biedt een reeks professionaliseringsinitiatieven op maat aan.

Samenwerkende organisaties

Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten

van de Vlaamse Gemeenschap Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs (VOCVO)

De samenwerking met de universiteiten rond het gezamenlijk aanbieden van een professionaliseringsaanbod NT2 zijn de gesprekken lopende.

Omschrijving van het thema en deelprojecten

De samenwerking van bovengenoemde organisaties betreft het gezamenlijk organiseren van netoverschrijdende professionaliseringsinitiatieven voor de verschillende doelgroepen zoals: directies, coördinatoren, trajectbegeleiders, startende leraren, leraren en expert leraren. We vertrekken vanuit de aanbevelingen van het GIA-rapport, een behoeftedetectie uitgevoerd in juni 2016 en individuele vragen van onze centra. Deze samenwerking heeft als doel onderwijsinnovaties aan te reiken, te stimuleren en te ondersteunen. De verschillende organisaties kunnen desgevallend de verschillende nascholingsinitiatieven integreren in de begeleiding van hun CVO's.

Resultaten

Het oprichten van een databank experten NT2 inzetbaar in verschillende professionaliseringsactiviteiten in het bijzonder de masterclasses NT2;

Het organiseren van een opleiding gericht op startende leerkrachten NT2, ‘Mee met NT2’ in samenwerking met PCVO Het Perspectief, CVO Lethas, CVO Brussel en CVO Encora;

Het organiseren van een uitgebreid regionaal aanbod masterclasses NT2 vertrekkende van de prioritaire opleidingsnoden conform het GIA-rapport en zelf uitgevoerde behoeftedetectie. In het schooljaar 2016-2017 werden 47 masterclasses aangeboden;

Het organiseren van collegiale visitaties (zowel stedelijke als niet-stedelijke context). In mei 2016 werd de kick-off gegeven van een project collegiale visitaties met 8 centra. Het project loopt in de periode 2016-2019;

Het organiseren van een lerend netwerk NT2 materiaal richtgraad 3 en 4 (3 contactmomenten); Het organiseren van 5 regionale kennismakings- en ontmoetingsdagen OKAN-leraren en NT2-

leraren, trajectbegeleiders en coördinatoren uit CVO en CBE; Ervaringsuitwisseling Sector2-NT2 (3 contactmomenten); Het organiseren van een praktijkonderzoek voor leraren NT2 als nieuwe

professionaliseringsstrategie (7 contactmomenten inclusief intake en voorstelling van de resultaten/symposium in 2017-2018);

Het gezamenlijk bekendmaken van het aanbod professionaliseringsactiviteiten via de website www.nt2020.be , gelinkt aan de website volwassenenonderwijs: www.stuurgroepvo.be.

Page 110: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 8

Geplande initiatieven met begroting

Coördinatie werking projectgroep (bijeenroepen projectgroep, verslaggeving, communicatie naar relevante actoren onderwijsveld, communicatie naar de overheid, rapportering naar stuurgroep, en desgevallend organiseren klankbordgroep en naverwerking).

Coördinatie werking projectgroep (bijeenroepen projectgroep, verslaggeving, communicatie naar relevante actoren onderwijsveld, communicatie naar de overheid, rapportering naar stuurgroep, en desgevallend organiseren klankbordgroep en naverwerking)

20 mandagen

Projectgroep (voorbereiding, deelname, verslaggeving, …)

5 mandagen per organisatie = 20 mandagen

D 3.1 Databank experten (oproep experten, prospectie experten, screening experten, communicatie, …)

5 mandagen

D 3.2 ‘Mee met de rugzak-NT2’ 1 mandag D 3.3 masterclasses (oplijsten van prioritaire noden, matchen van masterclass met experten databank, organisatie masterclasses, evaluatie masterclasses, …)

10 mandagen

D 3.4 Collegiale visitaties 18 mandagen per collegiale visitatie

D 3.5 Lerend netwerk 4 mandagen D 3.6 Kennismakings- en ontmoetingsdagen OKAN, CVO en CBE 5 mandagen D 3.7 Ervaringsuitwisseling Sector2-NT2 1 mandag D 3.8 Praktijkonderzoek (organiseren van sessies, geven van feedback, organiseren van presentatiemoment, …)

12 mandagen

D 3.9 Website (bekendmaking van professionaliseringsactiviteiten, inschrijven …)

14 mandagen

Engagementen van de samenwerkende partners

Samenstelling van de projectgroep

De afstemming van de organisatie van de verschillende professionaliseringsactiviteiten wordt begeleid door een projectgroep met als vertegenwoordiger een NT2-begeleider van de samenwerkende partners. De projectgroep kan desgevallend het advies inwinnen van een klankbordgroep bestaande uit relevante NT2-actoren binnen het onderwijs – en inburgeringslandschap.

Looptijd van de samenwerkingsovereenkomst

Deze samenwerkingsovereenkomst geldt voor de periode van 15 november 2016 tot 31 augustus 2018 en is in onderling overleg verlengbaar. Een samenwerkende partner kan voor het einde van deze looptijd uit het project stappen mits geargumenteerde mededeling aan alle partners van deze samenwerkingsovereenkomst.

Afspraken qua taakverdeling worden gemaakt in onderling overleg Vergaderkosten 600 euro; 150 euro/partner Websitekosten +/- 180 euro per jaar

Page 111: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 8

Kwaliteitszorg

De projectgroep engageert zich om acties te ondernemen om de kwaliteit te borgen, te verbeteren en te verantwoorden. De samenwerking werd tussentijds geëvalueerd in juni 2017 en wordt opnieuw geëvalueerd in februari 2018. De eindevaluatie heeft plaats in mei 2018. De evaluatie in juni vormt de basis om het aanbod op www.nt2020.be voor schooljaar 2017-2018 te bepalen. De organisatie die het voortouw neemt voor een bepaalde doelstelling rapporteert aan het overleg van de hoofden van de pedagogische begeleidingsdiensten. De organisatie die het voortouw neemt voor een bepaalde doelstelling bezorgt tegen eind september van elk jaar aan elke partner een verslag dat in het eigen begeleidingsverslag van de Pedagogische Begeleidingsdienst opgenomen kan worden.

Page 112: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 9

Effectiviteit begeleidingsinitiatieven

Dit thema is nieuw en ontstond na de opmaak van de begeleidingsplannen. We kozen er als begeleidingsdiensten voor om hierrond de expertise te bundelen en dit complexe thema samen aan te pakken.

Samenwerkende organisaties

• Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap • Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten

van de Vlaamse Gemeenschap • Pedagogische Begeleidingsdienst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen • Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen • Pedagogische Begeleidingsdiensten van de Kleine Onderwijsverstrekkers

Situering van het thema

De verschillende pedagogische begeleidingsdiensten wensen kwaliteitsvol te werken vanuit een integrale benadering van kwaliteit. Dit is in lijn met de verwachting van de decreetgever (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009, art. 15 §4) dat elke pedagogische begeleidingsdienst op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt. De pedagogische begeleidingsdienst kiest zelf de wijze waarop zij dit doet. In dit kwaliteitsvol werken is er continue aandacht voor kwaliteitsontwikkeling, waarbij de kwaliteit van de eigen werking geregeld (kritisch) onder de loep wordt genomen. Het in kaart brengen van de effectiviteit, bereik, tevredenheid van de ondersteuning vormt hierbij één van de elementen. Het belang hiervan werd ook door de visitatiecommissie van de PBD’s onderstreept. De begeleidingsdiensten besloten in het voorjaar van 2016 een netoverschrijdende samenwerking rond dit thema op te starten. Katholiek Onderwijs Vlaanderen neemt het voorzitterschap van deze samenwerking op.

In dit verslag rapporteren we over de activiteiten van het schooljaar 2016-2017 in het kader van de gestelde doelstellingen zoals beschreven in de samenwerkingsovereenkomst. Doelstellingen en activiteiten schooljaar 2016-2017

Doelstelling 1: De eigen praktijken verbeteren om de effectiviteit van, het bereik van, en de tevredenheid over het ondersteuning na te gaan.

Doelstelling 2: Het proces daartoe verkorten door kennis en ervaringen te delen, en door te leren van en met elkaar:

het delen van definities en kaders van waaruit we (willen) werken; het samen onderzoeken van de betekenis en de bruikbaarheid van deze definities en kaders; het samen kritisch evalueren van bestaande praktijken of plannen op basis van deze definities en

kaders; het delen van praktische tips en voorbeelden.

Doelstelling 3: Afstemming zoeken op verschillende domeinen in functie van eenduidige (en eventueel gezamenlijke) externe communicatie:

het gebruik van begrippen (vb. "effectiviteit", "meten", "effecten", "evaluaties", "bereik"); visie over de mogelijkheden, haalbaarheid en valkuilen van het onderzoeken van de effectiviteit,

bereik, en tevredenheid bij ondersteuning.

Page 113: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

Bijlage 9

Activiteiten

De netoverschrijdende werkgroep waarbinnen afspraken werden gemaakt inzake de basisuitgangspunten waaraan effectevaluatie van begeleidingswerk moet voldoen, finaliseerde haar werk in de loop van dit schooljaar. De resulterende tekst benadrukt het functionele en ontwikkelingsgerichte karakter van effectiviteitsevaluatie, en beklemtoont tevens de complexiteit ervan. Daarnaast zet de tekst enkele krachtlijnen uit bij het evalueren van de effectiviteit van individuele interventies (of trajecten) en van de begeleidingsdienst als organisatie. De netoverschrijdende samenwerking werd algemeen beschouwd als een ondersteuning voor het netgebonden werk.

Page 114: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

1

Bijlage 10

JAARVERSLAG FORMEEL OVERLEG ONDERWIJSINSPECTIE – PEDAGOGISCHE

BEGELEIDINGSDIENSTEN SCHOOLJAAR 2016-2017

Page 115: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

2

1 VOORWOORD Met het kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009 kreeg het overleg tussen de onderwijsinspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten een formeel karakter en een duidelijke opdracht: de Vlaamse Regering richt een permanent overlegorgaan op waarin de onderwijsinspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten elkaar regelmatig ontmoeten in functie van hun opdrachten (artikel 48). Daarenboven stelt dit artikel dat ‘het overlegorgaan een jaarlijks rapport opmaakt over haar werking en dit bezorgt aan de Vlaamse Regering’, zoals vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de oprichting van het overlegorgaan ter uitvoering van artikel 48 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, d.d. 27 april 2012. Met het uitvoeringsbesluit van 27 april 2012 schoot het overleg officieel uit de startblokken. Inmiddels bieden we het vijfde rapport aan van de werkzaamheden van het formele overleg onderwijsinspectie – pedagogische begeleidingsdiensten tijdens het schooljaar 2016-2017. Om dit eerste lustrum enige luister bij te zetten gaan we bij het overzicht van de werkzaamheden van het niveauoverstijgende overlegorgaan dieper in op de volgende topics: wat is – na vijf jaar – de sterkte van het overleg, wat zijn aandachtspunten? En, wat na het OK (het referentiekader voor onderwijskwaliteit): hoe gingen de onderwijsinspectie en de begeleidingsdiensten hiermee aan de slag? Deze topics kwamen bovendien ook uitgebreid aan bod in de niveauspecifieke overlegorganen. 2016-2017 was een jaar van intensief en constructief samenwerken.

We wensen de lezer alvast veel leesplezier!

Page 116: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

3

2 NIVEAUOVERSTIJGEND OVERLEGORGAAN 2.1 BIJEENKOMSTEN: DATA EN LEDEN TIJDENS HET SCHOOLJAAR 2016-2017 Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op: • 25 oktober 2016 • 14 februari 2017 • 2 mei 2017

Leden van het overleg: • PBD GO!: Saskia Lieveyns • PBD Katholiek Onderwijs Vlaanderen: Machteld Verhelst • PBD POV: Marieke Van Nieuwenhuyze • PBD OVSG: Geertrui De Ruytter • VOCVO: Bart Horemans • OKO: Kris Denys • Onderwijsinspectie: Lieven Viaene, Els Vermeire, Ludo De Lee en Gerda Van Ryckeghem Secretariaat van het overleg tijdens het schooljaar 2016-2017: Bieke Vander Elst, stafmedewerker onderwijsinspectie Het voorzitterschap werd in 2016-2017 opgenomen door de onderwijsinspectie. Naast bovenstaande data kwamen de onderwijsinspectie en de begeleidingsdiensten ook een zestal keer samen als ‘Klankbordgroep OK (referentiekader onderwijskwaliteit)’1 met als prioritaire doel: informeren en afstemmen over de implementatie van het OK.

2.2 INHOUD VAN DE BESPREKINGEN De werkzaamheden van het overleg zijn grotendeels terug te brengen tot elkaar informeren, samen afspraken maken en de niveauspecifieke overlegorganen en hun onderliggende platformen coördineren. Volgende agendapunten stonden het voorbije schooljaar op de agenda: • Verwachtingen 2016-2017 overleg onderwijsinspectie – pedagogische begeleidingsdiensten • Ontwikkeling NT2-kader • Adviseren leerplannen / curriculumdossiers • Concretisering samenwerking onderwijsinspectie – pedagogische begeleidingsdiensten • GOK-controles Zoals hierboven al vermeld vonden er daarnaast een zestal overlegmomenten plaats specifiek voor • de implementatie van het OK.

1 25/10/2016, 20/12/2016, 7/3/2017, 3/5/2017, 30/5/2017 en 3/7/2017.

Page 117: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

4

2.3 UITGELICHT: EEN SWOT-ANALYSE VAN HET OVERLEG EN DE IMPLEMENTATIE VAN HET OK

Het overleg onder de loep Na één keer het rondje van wisselend voorzitterschap te hebben doorlopen vond het niveauoverstijgend overlegorgaan het zinvol om het werkjaar af te trappen met een rondvraag bij de partners over de verwachtingen van het overleg onderwijsinspectie - begeleidingsdiensten. Met andere woorden: tijd om te evalueren en desgevallend bij te sturen. Dit initiatief vond zijn weerklank in verschillende onderliggende platformen die een SWOT-analyse uitvoerden van hun werking. Het niveauoverstijgend overleg bouwde tot slot voort op deze rondvraag en analyses om te werken aan een samenwerkingsmatrix. Welke verwachtingen hebben de partners voor het niveauoverstijgend overlegorgaan in 2016-2017?

• Randvoorwaarden voor open en constructief overleg blijven bewaken • Engagement nemen om goede agendapunten goed voor te bereiden (selectie maken, agendasetting,

documenten aanleveren …) • Evenwicht bewaken tussen verschillende doelen: informatieoverdracht realiseren en afstemmen (en

oplossingen zoeken voor problemen die zijn/kunnen ontstaan door gebrek aan afstemming) • Vaste agendapunten voor het schooljaar: implementatie OK door de begeleidingsdiensten en Inspectie

2.0 door de onderwijsinspectie Welke sterke punten kwamen uit de analyses van de niveauspecifieke overlegorganen?

• Met gelijkwaardige partners vergaderen in een constructieve, open sfeer • Flexibel omgaan met de agenda • Evenwichtige taakverdeling en niet te belastend (max. 2 x per schooljaar) • Delen van informatie en uitwisselen/afstemmen van bekommernissen, ervaringen, knelpunten … • Elkaars denkkader leren kennen • Zicht krijgen op elkaars kijk op de realisatie van de onderwijsdoelen • Bevorderen van een gelijkgerichte kijk op leerplanrealisatie • Dezelfde problematiek benaderen vanuit verschillende perspectieven, rollen en expertise bundelen

vanuit verschillende invalshoeken • Aandacht voor knelpunten uit de doorlichtingen/doorlichtingsverslagen • Uitwisselen van good practices • Kans tot meer samenwerking op de vloer in kader van het OK

En dit zijn de aandachtspunten volgens de niveauspecifieke overlegorganen:

• Onvoldoende rode draad, continuïteit in de verschillende agendapunten • Te lage vergaderfrequentie • Te generieke onderwerpen • Onduidelijke afbakening: wat (eerst) op het niveauoverstijgend overleg – wat (eerst) op het

niveauspecifieke overleg? • Gebrek aan contnuïteit bij de deelnemers • Remmende procedure om een externe expert uit te nodigen • Weinig doorstroom naar het werkveld (Wat zijn de effecten van het overleg?) • Onvoldoende koppeling met het niveauoverstijgende overleg / overlap met andere overlegorganen /

weinig terugkoppeling naar of samenwerking met de andere overlegorganen • Beperkte delegatie begeleiders in de deelplatformen so • Beperkte autonomie voor de deelplatformen so • Beperkte inzet van geanonimiseerde casussen • Gebrek aan datagegevens en data-uitwisseling

Welk kader van samenwerking kwam tot stand?

Page 118: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

5

Het opstellen van een kader voor samenwerking startte met een oefening aan de hand van een matrix. Volgende items komen aan bod: (a) Inspectie 2.0, (b) thema-onderzoeken, (c) gemeenschappelijke studiedagen, (d) organisatieverslagen, (e) deelname in proces van de doorlichting, (f) deelname in proces van de begeleiding, (g) leerplanadvisering, (h) professionalisering van de medewerkers en (i) formeel overleg en niveauspecifiek overleg. De leden van de vergadering ordenden deze items op het continuum volgens ‘community of learning / community of interest / community of practice’. Samenwerken - mét respect voor de verschillende rollen - kent immers verschillende gradaties: van ‘elkaar informeren over’ tot ‘effectieve co-creatie’ (zoals bijvoorbeeld gebeurde voor het OK). Deze verschillende vormen van intensiteit krijgen een plaats op het continuum. De oefening werd als prikkelend en inspirerend ervaren. Het model maakte zichtbaar wat de contouren van de samenwerking kunnen zijn: wat is samenwerking ten aanzien van de specifieke rol die de onderwijsinspectie, c.q. de begeleidingsdiensten hebben gekregen met het kwaliteitsdecreet? De vergadering beslist om vanaf schooljaar 2017-2018 telkens na te gaan waar de agendapunten zich op het continuum situeren. Voor de eerstkomende vergadering wordt een gedachtewisseling geagendeerd over de items ‘deelname in proces van de doorlichting/begeleiding’ en de zes mogelijke posities (gaande van ‘observeren’ over ‘zich opstellen als gesprekspartner’ tot ‘mee vorm geven aan de evaluatie/begeleiding’). Wat na het OK? Op 20 september 2016 ondertekenden de verschillende onderwijspartners – tijdens een persconferentie in het bijzijn van minister van onderwijs Hilde Crevits – het OK, het referentiekader voor onderwijskwaliteit. Een kader dat het jaar voordien in cocreatie met verschillende onderwijsbetrokkenen (waaronder de onderwijsverstrekkers, de onderwijsinspectie en de begeleidingsdiensten) tot stand kwam. Deze ondertekening hield een engagement in om elk op zijn eigen manier van start te gaan met de implementatie van het OK: de scholen, de begeleidingsdiensten én de onderwijsinspectie. De scholen om een eigen kwaliteitsbeleid te ontwikkelen. De begeleidingsdiensten om scholen te inspireren en te stimuleren. De onderwijsinspectie om haar kwaliteitstoezicht en Inspectie 2.0 uit te bouwen op basis van het OK. Het overleg tussen de onderwijsinspectie en de begeleidingsdiensten (zowel het niveauoverstijgend overleg als de vergaderingen van de Klankbordgroep OK) was afgelopen schooljaar dan ook het uitgelezen platform om elkaar op de hoogte te houden van het verloop van deze implementatie. Zo werd er informatie uitgewisseld over:

• het ondersteunend OK-materiaal zoals de website, het magazine, de visuele voorstelling van het OK • de aanpassingen aan het regelgevend kader (van aanpassingen aan het kwaliteitsdecreet tot het

voorontwerp van decreet Inspectie 2.0) • het informeren van de eigen leden over het OK, het sensibiliseren, het vormen (nascholing) en tot slot

het implementeren • de principes en de uitwerking van het toezichtskader en Inspectie 2.0 (ontwikkelingsgerichte dialoog,

ontwikkelingsschalen, inhaken op interne kwaliteitszorg, tarra-proof doorlichten …) • de stapsgwijze ontwikkeling en testing van de methodologie en instrumenten van Inspectie 2.0 tijdens

de try-outs (november 2016, februari en mei 2017) • een mogelijke deelname van begeleiders aan de try-outs en de proefdoorlichtingen (september –

december 2017) • een mogelijke rol van schoolbesturen bij de vernieuwde doorlichtingsmethodiek • de overgangsmaatregelen naar aanleiding van Inspectie 2.0 (bv. opvolgingsdoorlichtingen) • de wijziging van de controle bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne in de controle van de leef-, leer- en

werkomgeving (cf. de kwaliteitsverwachting in het OK)

Page 119: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

6

3 NIVEAUSPECIFIEKE OVERLEGORGANEN 3.1 BASISONDERWIJS Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 2 februari 2017 en 4 mei 2017. Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 GOK-controles Onderzoek lichamelijke opvoeding Implementatie OK-kader bij de begeleidingsdiensten: stand van zaken Opvolgingsdoorlichtingen vanaf 2017-2018 Aanpak bij reorganisatie en verandering van schoolnummers bij opvolgingsdoorlichting 2016-2017 Modernisering so en vreemde talen in bao

3.2 SECUNDAIR ONDERWIJS Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 13 december 2016, 21 februari 2017 en 7 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: • Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 • Leerplannen • Onderzoekscompetenties • GIP • Stage • Aspecten van de doorlichting • GOK-controles • Duaal leren • Vakgroepen techniek en muzische vorming • Nieuwe wetgeving bewaking • Vertegenwoordiging in informele vakplatformen inspectie – begeleidingsdiensten

Onder het niveauspecifieke overlegorgaan secundair onderwijs functioneren onderstaande overlegplatformen.

3.2.1 AARDRIJKSKUNDE/WETENSCHAPPEN/LAND- EN TUINBOUW Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 20 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Moeilijkheden bij de leerplanrealisatie Evaluatie- en rapporteringspraktijk Stand van zaken farmaceutisch-technisch assistent Stand van zaken overleg COS-brochure Gebruik van formularia op examens Evaluatie van practica en gebruik van rubrics in het kader van de evaluatie DSETOC

3.2.2 ECONOMIE EN HANDEL Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 31 maart 2017.

Page 120: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

7

Volgende agendapunten stonden op de agenda: Bevindingen in verband met de onderzoekscompetentie in aso 2de en 3de graad Raakpunten en overlappingen in het aanbod tussen handelsvakken en andere vakken: visie bij

doorlichtingen

3.2.3 (KUNST)GESCHIEDENIS Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 14 december 2016.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: • Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 • Stand van zaken in het werkveld: vaststellingen van de onderwijsinspectie voor het vak geschiedenis • De rode draad in de vaststellingen over de doorlichtingsperiodes heen • Welke documenten legt de school klaar? De rol van het digitale platform • Evaluatiepraktijk • CLIL in geschiedenis • Blijft de ‘kwaliteitswijzer’ die de onderwijsinspectie hanteert voor geschiedenis ongewijzigd? • Ontwikkeling nieuwe eindtermen – hervorming so? • Welke prioriteiten bij de pedagogische begeleidingsdiensten?

3.2.4 ‘HARDE’ SECTOR Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 23 augustus 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Stand van zaken curriculumdossiers Stand van zaken duaal leren (standaardtrajecten) (Nieuw leerplan bij een) opvolgingsdoorlichting Evaluatie GKK Duaal leren

3.2.5 HUMANE WETENSCHAPPEN Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 1 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Positie van Humane wetenschappen na hervorming so Werken aan kwaliteit Tendensen bij doorlichtingen Doorlichting onderzoekscompetentie Doorlichting van 2de en 3de graad samen? Voorstelling nieuwe vakinspecteurs

3.2.6 KLASSIEKE TALEN Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 13 december 2016 en 27 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Nieuw leerplan OVSG Plannen voor nieuwe leerplanontwikkeling Stand van zaken werkveld: informatie-uitwisseling

Page 121: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

8

3.2.7 KUNSTEN Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 22 maart 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Bestaansrechten vakken PO en MO 3.2.8 LO – SPORT Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 22 maart 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: Stand van zaken leerplan / eindtermen LO in het kader van hervorming so Aanwezigheden bij organiseren van zwemlessen Behalen van VTS-diploma binnen onderwijscontext

3.2.9 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 12 oktober 2016 en 7 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Personeelswissels Ruimer netwerkmoment voor de inspecteurs en begeleiders voor moderne talen en talenbeleid Taalscreening en taaltrajecten in so CLIL Hervorming so, curriculumdossiers en de verwachtingen qua eindtermontwikkeling en –implementatie

voor de talen Meertaligheid op school Nederlands en de literaire canon Servicedocument alfabetisering Iedereen taalcompetent Taaltaken in het moderne vreemde talen-onderwijs Vreemde talen-onderwijs in het bso Datagebruik en databeheer binnen het overleg

3.2.10 PAV Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 6 september 2016 en 14 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 PAV en duaal leren: leerplandoelstellingen op de werkplek? Evaluatie vaardigheden / vakattitudes? Domein organisatiebekwaamheid: organisatieaanpak Onderwijsspiegel 2016 over PAV: bespreking Integratie MVT: goede praktijkvoorbeelden / kritische succesfactoren? Uitwisseling van informatie: doorlichten en begeleiden van PAV Werkdruk leraren PAV Schooluitval 3de graad voor PAV Remediëring/differentiatie Reflectie over peilingsproeven burgerzin bso 3de graad /over aanbevelingen na de peilingsresultaten PAV Klasindeling dbso voor PAV

Page 122: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

9

3.2.11 WISKUNDE Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 6 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Examencommissie so: examens wiskunde Hervorming so en mogelijk vernieuwde eindtermen wiskunde Professionele bachelor wiskunde in 3de graad kso/tso? Visie op het gebruik van de formele wiskundetaal Doorlichting(sverslagen): vragen om uitleg (over bouwstenen, over meten van vakattitudes, over evaluatie

…) Onderzoekscompetentie Integreren van ICT: visie pbd’s? Reflectie over dispenseren van wiskunde Reflectie over toepassing van de leerplannen Peilingsproeven wiskunde

3.2.12 ‘ZACHTE’ SECTOR Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 3 juli 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Standpunten met betrekkking tot gelijkgericht werken over vestigingsplaatsen heen Kijkwijzers stage en GIP

3.2.13 DBSO Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 niet samen.

3.2.14 TECHNIEK Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 23 juni 2017.

Volgend agendapunt stond op de agenda: Knelpunten techniek in de eerste graad A en B-stroom

Page 123: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

10

3.3 VOLWASSENENONDERWIJS Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 31 mei 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Evaluatie adviseringen gecombineerd onderwijs

3.4 DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 28 februari 2017 en 15 juni 2017.

Volgende agendapunten stonden op de agenda: SWOT-analyse van het overleg Stand van zaken OK en Inspectie 2.0 Bespreking begeleiding: visie, scenario en effecten Bespreking deskundigheidsbevordering Standpunt inzake infrastructuur en materiële/didactische uitrusting Zorgbeleid Nieuw dko-decreet Vergaderplanning 2017-2018

3.5 CLB Het overleg kwam tijdens het schooljaar 2016-2017 samen op 6 december 2016.

Volgend agendapunt stond op de agenda: • Feedback over de extra ondersteuningsnoden van de centra naar aanleiding van het verkennend

onderzoek naar de implementatie van het M-decreet in de CLB’s

Page 124: Inhoud - OVSG · we met de overheid maakten rond het vorige verslag. 4. Verder wijzen we op bewuste inhoudelijke overlap met het informatiedossier dat we op 15 september 2017 opgeleverd

11

4 SLOT Het overleg onderwijsinspectie – pedagogische begeleidingsdiensten werkt met een roterend voorzitterschap en verslaggeving. Katholiek Onderwijs Vlaanderen neemt voor het schooljaar 2017-2018 voor alle overlegorganen (niveauoverstijgend én niveauspecifiek) het voorzitterschap over van de onderwijsinspectie. De verschillende partners blijven de overlegorganen zien als kansen om samen te werken en elkaar te versterken.