IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten...

20
IN2030 – VIER VERGEZICHTEN

Transcript of IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten...

Page 1: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

IN2030 – VIER VERGEZICHTEN

Page 2: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030
Page 3: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

S C R I P T U M

IN2030VIER VERGEZICHTEN

Hans Stegeman

Danijela Piljic

Anke Struijs

Enrico Versteegh

Page 4: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030
Page 5: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

1

2

3

4

5

6

7

INHOUDVoorwoord 7

Dankwoord 9

Inleiding 10

Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16

Vier vergezichten voor 2030 52

De wereldeconomie in 2030 80

Wonen en werken in Nederland in 2030 112

De financiële sector in 2030 154

Grondstofzekerheid en duurzame economische 204

ontwikkeling in 2030

Vier scenario’s, nog meer mogelijkheden 242

Bijlagen 255

Literatuur 263

Noten 269

Page 6: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

6

Page 7: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

7

VOORWOORDIn 2030 bereik ik bij leven en welzijn de leeftijd van 72 jaar en ben ik hoogstwaarschijnlijk met pensioen.

Maar of ik mijn pensioen te zijner tijd in euro’s, Amerikaanse dollars, Chinese yuan, Special Drawing

Rights of nieuwe guldens krijg uitbetaald, weet ik niet. Ik verwacht in euro’s, maar zeker is dat natuurlijk

niet. Evenmin weet ik of ik dan nog steeds vrijelijk de wereld over kan reizen, of dat er lange moeizame

procedures nodig zijn om een bezoek aan New York of Beijing te brengen. In ieder geval weet ik dat nieu-

we technologieën op het gebied van communicatie, transport en gezondheidszorg beschikbaar zullen

zijn die mij het leven in veel opzichten kunnen veraangenamen. Maar of mijn pensioen mij straks ook

de koopkracht geeft om al deze innovaties te benutten, dat zal de tijd moeten leren.

We weten weinig over de verre toekomst. Natuurlijk: u en

ik proberen iedere dag opnieuw zicht te krijgen op de

ontwikkeling in de economie en de samenleving. Tal van

trends zijn zichtbaar en worden geëxtrapoleerd. Daar-

mee hebben we tot op zekere hoogte een redelijk inzicht

in wat ons op korte termijn te wachten staat, al heeft de

crisis van 2008/2009 ons voor de zoveelste maal ge wezen

op onze beperkingen. Dat laatste noopt tot bescheiden-

heid bij het doen van voorspellingen. Zeker als het gaat

om de lange(re) termijn zijn onze mogelijkheden om

voorspellingen te doen beperkt. Zelfs een tamelijk zeke-

re trend als de demografische ontwikkeling, die in het

al gemeen beter kan worden voorspeld dan de meeste

an dere trends, kan op zijn kop worden gezet door een

ramp, een oorlog, medische technologie of een ingrijpen-

de verandering in het immigratiebeleid. Veranderingen

in binnenlandse migratie kunnen bovendien in ons land

regionaal zeer grote consequenties hebben voor bij-

voorbeeld de lokale woningmarkt. Ook technologische

doorbraken laten zich slecht voorspellen. De vliegende

automobiel, al aangekondigd in de jaren dertig van de

twintigste eeuw, is nog steeds niet tot ontwikkeling

gekomen, terwijl de mobiele communicatie een vlucht

heeft ge nomen die twintig jaar geleden maar door wei-

nig mensen werd voorzien. De mogelijkheden die inter-

net biedt, hebben de wereld ingrijpend veranderd en

zullen dat blijven doen. Maar in welke richting? Zal in -

ternet in delen van de wereld beknot worden door poli-

tieke machthebbers? We kunnen er veel over schrijven,

maar echt weten doen we het natuurlijk niet.

Voor u ligt de toekomstverkenning IN2030: Vier ver-

gezichten, ontwikkeld door de economen van het Direc-

Page 8: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

8 VOORWOORD

toraat Kennis en Economisch Onderzoek van Rabobank

Nederland. Dit is geen voorspelling van de wereld in

2030, maar een verkenning van de wereld zoals die er in

2030 uit zou kunnen zien. We hebben daartoe vier ver-

schillende mogelijke toekomstbeelden (scenario’s) ont-

wikkeld aan de hand van twee assen die volgens ons van

doorslaggevend belang zullen zijn voor de toekomstige

ontwikkelingen, te weten ‘schoksgewijze versus gelei-

delijke vooruitgang’ en ‘conflict versus harmonie’. Deze

vier wezenlijk verschillende toekomstbeelden hebben

twee overeenkomsten. Allereerst hebben zij met elkaar

ge meen dat het best mogelijk is dat zij de wereld in 2030

beschrijven. (Alleen daaruit blijkt al wel dat het niet zo -

veel zin heeft om te proberen de toekomst te voorspel-

len.) En de tweede overeenkomst is dat zij innerlijk con-

sistent zijn en, waar mogelijk, van een kwantitatieve in -

vulling zijn voorzien.

Bij elk van de vier geschetste toekomstbeelden staan

we stil bij de vraag wat het voor de ondernemer en de

burger betekent indien de wereld zich de komende twin-

tig jaar ontwikkelt volgens dat ene toekomstbeeld. Welke

strategische opties heeft de ondernemer in dat geval

voorhanden? En hoe kunt u zichzelf in dat geval in uw

privésituatie het best voorbereiden op de toekomst? Bij

de behandeling van elk scenario gaan we in op vragen als

deze: Welke optie is een zogeheten ‘no regret’-optie (ofte-

wel: pakt altijd goed uit, dus kan nooit kwaad) en welke

opties zijn scenariogebonden? Hoe kunt u inschatten

dan wel waarnemen welke richting de wereld is ingesla-

gen? Welke trends winnen aan dominantie, welke zwak-

ken af? En welke relevante nieuwe trends of technolo-

gische doorbraken zijn ontstaan en lopen nu als ‘stoor-

zenders’ door de toekomstverkenningen heen? Met deze

studie willen we mensen en bedrijven in Nederland een

handvat geven bij het bepalen en herijken van hun stra-

tegie in een onzekere en steeds veranderende wereld.

Op basis van deze studie kan iedereen voor zichzelf

on derzoeken in hoeverre de huidige strategie wel toe-

komstvast is:

Is de organisatie wel flexibel genoeg om snel op alle

te verwachten verschuivingen in te spelen?

Waar zitten de zwakke plekken?

Welke impliciete aannames liggen onder de toekomst-

plannen en welke onzekerheden spelen daarbij?

Zijn alle relevante onzekerheden wel goed in kaart

gebracht? Ook als het meest onwaarschijnlijke toch

bewaarheid wordt?

We weten maar één ding zeker over onze verre toekomst:

deze zal in veel opzichten wezenlijk verschillen van de

wereld van vandaag. Meer weten we niet. Exercities als

IN2030 – Vier vergezichten zijn niet alleen uitermate

zinvol, maar zetten ook aan tot nadenken over de eigen

si tuatie en toekomst. Daarom wens ik de lezer, naast veel

creativiteit en inspiratie, boven alles heel veel leesgenot.

WIM BOONSTRA

Chefeconoom Rabobank Nederland

Page 9: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

9

DANKWOORDToen we in januari 2010 bij het Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek begonnen met het maken

van ‘scenario’s’ wisten we eerlijk gezegd nog niet waar dat ons zou brengen. Het doel dat we hadden was

om relevante, consistente en bruikbare scenario’s te maken, vooral voor gebruik binnen de Rabobank.

Door het enthousiasme en de gedrevenheid van het team van mensen dat hiermee bezig was, en door de

ruimte die we van Rabobank (en in het bijzonder van Wim Boonstra) kregen om hier mee bezig te zijn, is

het een iets langer verhaal geworden dan in eerste instantie de bedoeling was.

Dat we op dit moment scenario’s uitbrengen is niet ge -

heel toevallig. De economische, geopolitieke en maat-

schappelijke onzekerheden zijn groot. Meer dan ooit

hebben mensen behoefte aan een referentiekader. Dat

proberen we met deze studie te geven.

Dit boek is zeker niet alleen het werk van de mensen

die op de voorpagina staan. Naast de auteurs hebben

vele mensen, binnen en buiten Rabobank meegedacht,

gebrainstormd, geschreven en commentaar geleverd op

(concepten van) IN2030. Vooral kritisch commentaar

van velen is door ons erg op prijs gesteld en heeft ervoor

gezorgd dat onze scenario’s meer focus hebben gekregen.

Tekstuele bijdragen van Nicole Smolders, August

Sjauw-Koen-Fa, Ruth van de Belt, Leendert Colijn, Bouke

de Vries, Frits Oevering, Cees Onderwater en Rogier Aal-

ders zijn verwerkt in dit boek. Reintje Maasdam, Wilma

van de Hoef en Bernita van Kreij hebben de projectorga-

nisatie gedaan en Roy de Haan en Reinier Meijer heb-

ben ondersteuning bij de figuren geleverd. Daarnaast

hebben bijna alle collega’s van het directoraat Kennis en

Economisch Onderzoek input gegeven, hetzij met expert-

kennis, hetzij met kritische feedback, hetzij door mee te

doen aan onze brainstorms.

Een opsomming van iedereen die verder heeft bijgedra-

gen gaat hier te ver. Daarnaast lopen we het risico dat we

ook mensen vergeten. Maar ook eenieder die hier niet

genoemd is: hartelijk dank voor de bijdrage!

HANS STEGEMAN

DANIJELA PILJIC

ANKE STRUIJS

ENRICO VERSTEEGH

Page 10: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

10

INLEIDINGOnze sociale en economische omgeving is de laatste jaren turbulenter geworden: de kredietcrisis, de

voedsel- en energiecrisis die daaraan vooraf ging en het moslimextremisme zijn slechts enkele recente

voorbeelden. Andere ontwikkelingen, zoals de opkomst van ICT, de wederopstanding van China als wereld-

macht en demografische vraagstukken, hebben de omgeving waarin we met z’n allen leven en plannen

maken onzekerder gemaakt. Dit leidt tot de behoefte om die omgeving beter in kaart te brengen. Waar

kunnen al die onzekerheden toe leiden? Waar liggen de grenzen? Wat is absoluut onmogelijk? En als we

dit alles eenmaal in ogenschouw hebben genomen, wat kunnen we dan als persoon of bedrijf het beste

doen om te anticiperen op deze cruciale onzekerheden?

Vier scenario’sOm op deze vragen een antwoord te kunnen formuleren,

beschrijven we in dit boek vier toekomstige werelden,

ofwel scenario’s. Deze vier scenario’s moeten niet worden

gezien als de enige mogelijke werelden waarin we over

twintig jaar leven. Het zijn consistente mogelijke beel-

den, waarbij het ene beeld niet waarschijnlijker is dan het

andere. Wel geven ze de randen aan van wat mogelijk is.

Daarbij hebben we getracht de we reld in elk scenario zo

concreet mogelijk te maken en er alle in gre diënten in te

stoppen die mensen en bedrijven no dig hebben om een

strategische afweging te kunnen maken.

De vraag die zich dan natuurlijk opdringt, is: stel dat

we op een van deze werelden afkoersen, hoe kunnen we

er ons dan het beste op voorbereiden? Hoe u deze scena-

rio’s daarbij gebruikt, is natuurlijk aan u. Vindt u een

van de scenario’s relevanter dan een ander, dan moet u

daaraan meer gewicht geven. Vindt u ze alle even waar-

schijnlijk, dan hebt u nog steeds strategische opties om

uit te kiezen: een defensieve strategie (alle mogelijke

risico’s in alle scenario’s uitbannen), een offensieve stra-

tegie (inschatten welke kansen het waarschijnlijkst zijn

en daarvoor gaan) of een combinatie van beide. De sce-

nario’s zijn vooral bedoeld als hulpmiddel bij dit soort

af wegingen. Dit boek biedt een gemeenschappelijk refe-

rentiekader dat verder gaat dan alleen trends doortrek-

ken. Hopelijk biedt het u verrassende inzichten.

Page 11: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

11

Beperkingen en aannamesIN2030 heeft ook beperkingen. We kijken vooral (en met

grove ‘pennenstreken’) naar ontwikkelingen die relevant

zijn voor onze sociaal-economische leef- en werkom-

geving. Daarbij vullen we een aantal thema’s bewust

niet tot in detail in. Dat kan ook niet met een termijnvisie

van twintig jaar. De keuze voor een scena rioperiode van

twintig jaar is geen arbitraire keuze. Een horizon voorbij

2030 wordt vooral gedomi neerd door schaarse grond-

stoffen en demografische ontwikkelingen, maar ook

klimaat problemen. Dat is niet de focus van deze studie.

We willen in IN2030 vooral iets zeggen over de toekomst

van het financiële stelsel en de economie. Daarom is het

wel prettig om het aantal onzekerheden niet te groot te

maken. De gemak ke lijkste manier om dat te doen, is door

niet verder vooruit te kijken dan twintig jaar. Voor bij-

voorbeeld economische ontwikkelingen, kansen voor be -

drijven of regionale bewegingen biedt een horizon van

twintig jaar voldoende mogelijkheden voor verschei-

denheid, terwijl tien jaar voor een aantal van die ontwik-

kelingen te kort zou zijn. Dit hangt natuurlijk ook af van

het soort ontwikkeling. Sommige processen verlopen

langzaam en zullen over een periode van twintig jaar niet

tot grote wijzigingen leiden. Te denken valt aan demogra-

fische ontwikkelingen. De economische activiteit kan in

een periode van twintig jaar wel behoorlijk verschui-

ven van de ene regio naar de andere; voor waar mensen

wonen geldt dat in veel minder sterke mate. Kortom,

2030 is voor het doel van deze studie de beste keus.

Om scenario’s te ‘bouwen’ moet je keer op keer aan-

names maken. Hoe ver kunnen bepaalde ontwikkelingen

gaan? Met andere woorden, hoe extreem kunnen be paal-

de onzekerheden zich ontwikkelen en welke aannames

hebben we daarbij gemaakt? De wereld over twintig

jaar laat zich niet voorspellen tot twee decimalen achter

de komma (de wereld van morgen trouwens ook niet).

We hebben bij de scenario’s een aantal duidelijke gren-

zen getrokken. De gebeurtenissen moeten tot op be paal-

de hoogte te voorzien zijn, en ook economisch te duiden.

Om die reden sluiten we oorlogen, overstromingen, aard-

bevingen en ander natuurgeweld in de scenario’s uit.

Niet omdat we denken dat deze zich de komende twintig

jaar niet zullen voordoen. Onze scenario-analyse zou

echter niet gediend zijn met een scenario dat volledig is

gebouwd op een gebeurtenis waarvan de kans klein is

dat deze zich voordoet, terwijl de gevolgen in dat geval

Page 12: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

12 INLEIDING

zeer groot zijn (een zogenaamde ‘zwarte zwaan’; Taleb,

2007). We willen immers algemene trends opnemen in

de scenario’s, en wel zodanig dat daar een strategische

afweging op kan worden ge baseerd.

Enkele aannames zijn bepalend geweest voor be -

lang rijke thema’s in dit boek. De demografische ontwik-

kelingen in de verschillende scenario’s worden bijvoor-

beeld bepaald door aannames omtrent de (stijging van

de) levensverwachting, fertiliteit, migratie et cetera.

Demografische ontwikkelingen zijn op hun beurt weer

bepalend voor de mate van vergrijzing in de vier scena-

rio’s en, samen met welvaartsontwikkeling en beleid,

voor het beslag op natuurlijke hulpbronnen. Dat laatste

is ook weer afhankelijk van aannames omtrent de ener-

giemix, de calorie-inname per persoon en de toename

van de energie-efficiëntie.

Voor economische ontwikkelingen zijn we uitgegaan

van wat (in sommige gevallen) maximaal mogelijk is,

waarbij we dat maximum zo goed mogelijk hebben ge -

toetst aan ontwikkelingen die zich in het verleden heb-

ben voorgedaan. En daarmee gaat het niet zozeer om de

omvang van bepaalde ontwikkelingen, maar vooral om

de snelheid waarmee processen verlopen.

ZELF AAN DE SLAG MET DE VIER SCENARIO’S

Op onze website (www.in2030.nl) kunt u zelf aan de slag met de vier scenario’s die in dit boek worden gepresenteerd. Door persoonlijke of bedrijfsgegevens in te vullen, krijgt u vier min of meer ‘persoonlijke’ scenario’s. Vervolgens kunt u gaan variëren met de gegevens die u invult; u kunt uw eigen persoonlijke stra-tegie ontwikkelen en kijken welk effect dat heeft op uw situatie in de scenario’s in 2030.

Vanzelfsprekend zijn dat nog steeds zeer stilistische weergaven van uw mo -gelijke toekomst. Ook kunnen wij op onze website nooit de totale voor u rele-vante omgeving schetsen. Wij hopen echter dat dit gereedschap op internet u samen met dit boek meer grip geeft op uw eigen toekomst.

Naast deze informatie kunt u op de website onder meer uitgebreidere be -schrijvingen van de ‘stuwende krachten’ vinden. Deze stuwende krachten zijn de in onze optiek belangrijkste trends en ontwikkelingen die ook in de komende twintig jaar van grote invloed zijn.

Page 13: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

13

Het onderzoeksproces voor IN2030De vier scenario’s in dit boek zijn tot stand gekomen aan

de hand van verschillende brainstormsessies, gesprek-

ken met tal van mensen binnen en buiten Rabobank

Groep en een uitgebreide literatuurstudie. Aan deze sce-

nariostudie hebben, zowel in woord als geschrift, naast

de hoofdauteurs veel mensen bijgedragen. Allereerst

bijna alle medewerkers van het directoraat Kennis en

Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland, die

deel hebben genomen aan de verschillende sessies, maar

ook trendstudies hebben geschreven, uitzoekwerk heb-

ben verricht en tekstuele bijdragen aan dit boek hebben

geleverd. Daarnaast hebben we ook kennis vergaard en

ideeën opgedaan in gesprekken met tal van collega’s uit

andere geledingen van Rabobank Groep en experts van

buiten.

LeeswijzerDit boek hoeft niet per se van voor naar achter te wor-

den gelezen. In de figuur op de volgende pagina hebben

we, bij wijze van leeswijzer, de structuur van IN2030

schematisch weerge geven. U kunt bijvoorbeeld beginnen

met het thema dat u in eerste instantie het meest inte-

resseert (bijvoorbeeld het hoofdstuk over de financiële

sector, het hoofdstuk over grondstoffen, of over Neder-

land in 2030). Dit wordt in het schema weergegeven

door de pijl ‘thema’s volgen’. Maar u kunt ook een van de

scenario’s kiezen (bijvoorbeeld ‘Schokkend Samen’ of

‘Dynamisch Divers’) en in elk thematisch hoofdstuk de

paragraaf over dat specifieke scenario doornemen. Dit

is weergegeven door de pijl ‘scenario’s volgen’. Het boek

bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 1, Een onzekere wereld: de stuwende krach-

ten, biedt vooral achtergronden: wat zijn de meest rele-

vante trends en onzekerheden? We kijken daarbij dus

vooral vanuit het heden naar de toekomst. Aan het eind

van hoofdstuk 1 leggen we uit, hoe we van deze stuwen-

de krachten tot scenario’s komen. Dat biedt een achter-

grond voor de verschillen tussen de scenario’s.

Hoofdstuk 2, Vier vergezichten voor 2030, geeft de

kern weer van de vier mogelijke werelden in 2030 – dat

wil zeggen, de grote lijnen voor de wereld als geheel (en

niet enkele specifieke aspecten, zoals in de volgende

hoofdstukken).

In de hoofdstukken 3–6 worden vervolgens enkele

thema’s verder uitgediept: wereldeconomie (hoofdstuk

3), wonen en werken in Nederland (hoofdstuk 4), de fi -

nan ciële sector (hoofdstuk 5) en grondstofzekerheid en

duurzame economische ontwikkeling (hoofdstuk 6).

Deze thematische hoofdstukken kunt u in iedere ge -

wenste volgorde lezen nadat u hoofdstuk 2, Vier ver-

gezichten voor 2030, hebt doorgenomen. En zoals al eer-

der gezegd: ook is het een optie om in de achtereenvol-

gende thematische hoofstukken steeds hetzelfde scena-

rio te kiezen – dus bijvoorbeeld alleen het Trage Twist-

scenario in alle hoofdstukken.

In het slothoofdstuk, hoofdstuk 7, behandelen we, hoe

u aan de hand van de de geschetste scenario’s uw eigen

persoonlijke toekomst (of die van uw onderneming)

kunt verkennen. We gaan daarbij onder andere in op de

vraag, hoe u kunt bijhouden welk scenario zich in de

wereld ontvouwt, en waar u op moet letten.

Page 14: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

14 INLEIDING

Demografie

Geopolitiek

Technologie

Arbeidsmarkt

Grondstoffen-schaarste

Sociaal-maat-schappelijk

Financieel stelsel

Regionale spreiding

SCENARIO’S VOLGEN

TH

EM

A’S

VO

LG

EN

SCHOKKENDSAMEN

DYNAMISCHDIVERS

TRAGETWIST

VLOEIENDVOORUIT

hoofdstuk 1Een onzekere

wereld: de stuwende krachten

hoofdstuk 2Vier vergezich-ten voor 2030

hoofdstuk 3De wereld-economie

in 2030

hoofdstuk 4Wonen en werken in Nederland

in 2030

hoofdstuk 5De financiële sector in 2030

hoofdstuk 6Grondstof-

zekerheid en duurzame

economische ontwikkeling

in 2030

hoofdstuk 7Vier scena-rio’s, nog

meer moge-lijkheden

FIGUUR Navigeren door het boek

Page 15: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

15

Dit boek bevat behalve de beschrijving van de scenario’s

enkele korte fictieve verhalen over het personage Farida

de Vries, die laten zien hoe het is om in de verschillende

werelden te leven. Deze verhalen zijn bedoeld om de

toch enigszins abstracte verhalen wat meer tot leven te

laten komen.

Hoe u IN2030 ook leest, we hopen dat het u inspireert

om na te denken over wat voor ons ligt. De toekomst

wacht niet – u kunt er maar beter op voorbereid zijn.

PASPOORTNAAM Farida de Vries

LENGTE 1,81 m

GEBOORTEDATUM 1 april 1998

GEBOORTEPLAATS Alphen aan den Rijn

WOONPLAATS Maastricht

STUDEERDE Biochemie @ TU, Delft

BEROEP Biotechnoloog @ NanonFoods

Page 16: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

Een onzekere wereld: de stuwende krachten1

Hoe zien de wereld, Europa en Nederland er over twintig jaar uit? Dat is natuurlijk niet exact te zeggen, maar wel bij benadering. Sommige structurele trends zijn vrij zeker, zoals de vergrijzing van de bevolking en het tekort aan natuurlijke hulpbronnen. Andere trends, zoals technolo gi sche ontwik kelingen, maatschappelijke tendensen en mondiale machtsver hou dingen, zijn met meer onzekerheid omgeven. Deze zekere

Page 17: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

en onzekere stuwende krach ten vormen de wereld van straks, waarin ondernemers en huishoudens moeten proberen succesvol te opereren.

In de brainstormsessies die we aan het begin van ons scenariotraject hebben gehou-den, hebben we ons allereerst de volgende open vraag gesteld: wat zijn de belang-rijkste trends en ontwikkelingen in de komende twintig jaar? Dit konden allerlei trends zijn: op sociaal, economisch, politiek, ecologisch of technologisch terrein. Na enig hergroeperen kwamen we uiteindelijk uit op zo’n 130 verschillende trends. Het was onbegonnen werk om die allemaal te onderzoeken en in kaart te brengen hoe ze zouden kunnen doorwerken in de scenario’s. Dus hebben we de trends opnieuw gegroepeerd, en nadat we ze hadden afgezet tegen de doelstelling van onze scenariostudie kwa-men we tot negen ‘stuwende krachten’ of belangrijke trends. Deze negen stuwende krachten plaatsen we in dit hoofdstuk in het perspectief van de laatste twintig jaar.1

Page 18: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

18 EEN ONZEKERE WERELD: DE STUWENDE KRACHTEN

STEEDS MEER EN OUDERE MENSEN OP DE WERELDDe wereldbevolking zal de komende twee decennia met ongeveer een kwart toenemen. Dat heeft

grote consequenties voor het beroep op onze natuurlijke hulpbronnen en de leefbaarheid op aarde.

De verschillen in demografische ontwikkelingen zijn groot. Terwijl Europa, maar bijvoorbeeld ook

China, vergrijst, heeft India een sterk groeiende, maar relatief jonge bevolking. In Nederland zijn we

in de af gelopen honderden jaren gewend geweest dat de bevolking groeit. Het denken in krimp, in

ieder geval voor wat betreft de werkzame beroepsbevolking, is de komende jaren dan ook een grote

uitdaging.

De wereldbevolking zal in de komende twintig jaar

groeien met 1,5 miljard tot ruim 8 miljard (US Census,

2010). Azië en Afrika nemen het overgrote deel van de

bevolkingstoename voor hun rekening, terwijl veel lan-

den hun bevolking zien afnemen met soms wel meer

dan 10 procent (figuur 1.1). In grote delen van de wereld

gaat de krimpende bevolkingsomvang gepaard met ver-

grijzing. In 2030 staan in Europa tegenover één poten-

tiële arbeidskracht (20–64 jaar) vier 65+’ers. In 2050 is

de verhouding zelfs één op meer dan vijf. De ontwikke-

lingslanden zullen tegen 2050 het stadium van vergrij-

zing hebben be reikt dat de ontwikkelde wereld nu kent.

Nu al woont meer dan 60 procent van alle 65+’ers ter

wereld in ontwikkelingslanden en dat zal naar verwach-

ting oplopen tot circa 70 procent in 2030 en tot bijna 80

procent in 2050. Dit houdt in dat de vergrijzing in die

landen een veel hogere vlucht zal nemen dan in de ont-

wikkelde wereld. Het betekent ook dat deze landen veel

minder tijd hebben om zich voor te bereiden op de maat-

schappelijke kosten die gepaard gaan met vergrijzing,

bijvoorbeeld voor gezondheidszorg en oudedagsvoor-

zieningen.

China0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,8

1,6

Aantal (in miljarden)

India VS Brazilië Japan DuitslandRusland

2010 2030 2050

FIGUUR 1.1 Ontwikkeling van de bevolking in de grootste

economieën ter wereld, 2010–2050 (BRON US Census Data IDB)

Page 19: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

19

De demografische ontwikkeling is een belangrijke be -

palende factor voor tal van thema’s (economische groei,

geopolitieke ontwikkelingen, grondstoffenschaarste) in

dit boek. In elk van de vier scenario’s die we hier uitwer-

ken, hanteren we een andere demografische verwach-

ting. Deze prognoses, afgeleid van cijfers van de Ver-

enigde Naties (voor de wereldbevolking) en het CBS

(voor Nederland), lopen sterk uiteen: tussen het hoog-

ste en het laagste cijfer voor de wereldbevolking in 2030

zit iets meer dan 900 miljoen mensen (gelijk aan de

bandbreedte van de VN-ramingen). Dit komt door ver-

schillen in aannames als (de stijging van de) levensver-

wachting en vruchtbaarheid (VN, 2009). In Schokkend

Samen wonen er 18,6 miljoen mensen in Nederland in

2030; in Dynamisch Divers 16,8 miljoen. Dit verschil is

(procentueel) ongeveer even groot als mondiaal.² Voor

Nederland vloeit het verschil echter vooral voort uit de

veronderstellingen over migratie. De verschillen in fer-

tiliteit en levensverwachting tussen de scenario’s zijn

voor Nederland minder groot dan voor de rest van de

wereld.

Japan

Rusland

China

Australië

Verenigde Staten

Brazilië

TurkijeIndia

Oost-Euro

pa

West-

Europa

Sub-Sahara0

20

40

60

80

100

% van de potentiële beroepsbevolking 2010 2030 2050

FIGUUR 1.2 Grijze druk neemt wereldwijd toe, 2010–2050

(BRON US Census Data IDB)

Page 20: IN2030 – VIER VERGEZICHTEN€¦ · Een onzekere wereld: de stuwende krachten 16 Vier vergezichten voor 2030 52 De wereldeconomie in 2030 80 Wonen en werken in Nederland in 2030

20 EEN ONZEKERE WERELD: DE STUWENDE KRACHTEN

Ook de Nederlandse bevolking groeit en vergrijstHet CBS verwacht dat de bevolking in Nederland in de

komende drie decennia zal toenemen met één miljoen

tot 17,7 miljoen. Maar als de recente demografische voor-

spellingen uitkomen, zal de bevolkingsomvang daarna

langzaam afnemen. Daarmee komt een einde aan een

eeuwenlange periode van vrijwel onafgebroken bevol-

kingsgroei. Ook de leeftijdsopbouw van de bevolking

verandert sterk in de komende dertig jaar. Het aantal

65+’ers neemt naar verwachting sterk toe vanaf 2011,

wanneer de grote naoorlogse babyboomgeneratie de

leeftijd van 65 jaar gaat bereiken.³ Door al deze ontwik-

kelingen zullen de oudere leeftijdsgroepen een steeds

groter deel van de bevolking uitmaken. In 2009 bedroeg

het aandeel 65+’ers in de totale bevolking nog 15 pro-

cent; in 2030 zal dit naar verwachting zijn opgelopen tot

circa 24 procent. Vijftig jaar geleden was slechts 8 pro-

cent van de Nederlandse bevolking ouder dan 65 jaar.

De hierboven beschreven demografische verandering

heeft twee belangrijke oorzaken. In de eerste plaats is

er  sprake van ‘ontgroening’: vrouwen krijgen gemid-

deld minder kinderen. Daarnaast worden Nederlanders

steeds ouder: de levensverwachting bij de geboorte ligt

in 2030 naar verwachting voor mannen op circa 81 jaar

en voor vrouwen op 84 jaar, gegeven een ‘gemiddelde’

ontwikkeling van bijvoorbeeld medische technologie.

Migratie (gastarbeiders, huwelijksmigratie, gezins-

hereniging) vormt sinds de jaren zeventig een steeds

belangrijkere factor in de demografische ontwikkeling.

Sinds 1976 maakt het migratieoverschot bijna de helft

uit van de Nederlandse bevolkingsgroei. Bovendien zal

de immigratie naar verwachting een nieuwe impuls

krijgen door de vervangingsvraag op de Nederlandse ar -

beidsmarkt.⁴ In de komende twee decennia wordt uit-

gegaan van een vrij stabiel vestigingsoverschot van rond

de 13.000 mensen per jaar.

Maatschappelijke gevolgen van demografische ontwikkelingenDe geschetste verwachte demografische ontwikkeling

(ontgroening en vergrijzing en uiteindelijk krimp) heeft

allerlei maatschappelijke consequenties, van een veran-

derende arbeidsmarkt tot de producten en diensten die

consumenten vragen en hun spaargedrag. Voor werk-

gevers wordt de vraag, hoe zij werknemers op een pro-

ductieve en gezonde wijze langer in dienst kunnen hou-

den, steeds belangrijker. Ook leidt de demografische ont-

wikkeling tot een omslag op de arbeidsmarkt: het aan-

bodoverschot aan arbeidskrachten maakt plaats voor

een tekort aan arbeidskrachten. Hoe groot deze gevolgen

zijn, hangt onder meer af van de migratiestromen en

technologische ontwikkelingen. De collectieve lasten

voor zorg en pensioenen nemen sterk toe door de stij-

gende levensverwachting en moeten bovendien worden

opgebracht door de kleiner wordende groep werkenden.⁵