In 't Hart van de Bouw Eindrapport 56 energieneutrale woningen

25
In ’t Hart van de Bouw Eindrapport 56 energieneutrale woningen Analyse en samenvatting projecten

Transcript of In 't Hart van de Bouw Eindrapport 56 energieneutrale woningen

In ’t

Har

t va

n de

Bou

w

Eindrapport

56 energieneutrale

woningen

Analyse en samenvatting projecten

Eindrapport 56 energieneutrale woningen

Analyse en samenvatting projecten

Vereniging WoON Twente

p/a Paul Krugerstraat 44

7551 GX Hengelo

Vertegenwoordigd door:

de heer H. Wanschers ([email protected]) en

de heer H. Manrho ([email protected])

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V.

Vestiging Zwolle

Postbus 40147

8004 DC Zwolle

T 038 – 467 00 30

[email protected]

Uitgevoerd door: ing. J.J.P. van Dalen

ir. H.J.J. Valk

Referentie: z090316ae

Status: definitief

Datum: 8 september 2015

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 3

Inhoudsopgave

Inleiding 4Hoofdstuk 1

Projecten 5Hoofdstuk 2

2.1 Omschrijving projecten 5

2.2 Bouwbedrijven 7

2.3 Achtergrond 8

Bevindingen 11Hoofdstuk 3

3.1 Resultaat 11

3.2 Vliegwielfunctie 15

Conclusie 16Hoofdstuk 4

4.1 Proces 16

4.2 Positie projecten anno 2015 16

Bijlagen:

1. Convenant

2. Overzicht met resultaten

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 4

InleidingHoofdstuk 1

Vanaf 2009 zijn door de aangesloten corporaties van de vereniging WoON 56 energieneutrale

woningen gerealiseerd. Deze ambitie is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Provincie

Overijssel. Hiervoor is op 20 september 2010 een convenant ondertekend (zie bijlage 1) met als doel

minimaal 50 energieneutrale corporatiewoningen te realiseren:

In dit convenant is de ‘Passief Bouwenroute’ als uitgangspunt verankerd. Achterliggende gedachte

hierbij was om via de ‘trias energetica’ te komen tot energieneutrale nieuwbouw. In overleg met de

Provincie Overijssel en op verzoek van de betrokken corporaties is een aantal projecten ook met

enige afwijking van de oorspronkelijke uitgangspunten gerealiseerd. De doelstelling

‘gebouwgebonden energieneutraal’ is echter steeds gehandhaafd.

Na oplevering van de laatste woningen is het tijd terug te kijken, lessen te leren en na te gaan hoe

de toekomstige nieuwbouw- en renovatie-opgave van de Twentse corporaties er uit ziet. Dit rapport

vat de resultaten samen. Ter afsluiting van dit traject vindt op 14 september 2015 in De Kleine

Willem in Enschede een slotsymposium plaats, waarbij de resultaten van dit traject worden

gepresenteerd.

Zwolle, 8 september 2015

ing. J.J.P. van Dalen ir. H.J.J. Valk

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 5

ProjectenHoofdstuk 2

2.1 Omschrijving projecten

Er hebben zeven verschillende woningcorporaties aan het project meegedaan. In totaal zijn er 56

energie neutrale woningen in acht projecten gebouwd. In tabel 1 zijn de woningcorporaties in

combinatie met het aantal woningen opgenomen. De omschrijving van de verschillende projecten

zijn in tabel 2 opgenomen.

Corporatie Aantal woningen

Viverion te Goor 2

Woonbeheer Borne 6

Woningstichting Tubbergen (2 projecten) 2 + 2

Welbions te Hengelo 10

De Woonplaats te Enschede 25

Ons Huis te Enschede 5

Domijn te Overdinkel 4

Tabel 1: Woningcoporatie en aantal in het kader van dit project gerealiseerde woningen

Goor:

Viverion was de koploper in het project. Zij

hebben reeds in 2011 de eerste 2

energieneutrale woningen opgeleverd in de wijk

’t Gijmink in Goor.

Deze woningen behaalden destijds de 2e plaats

in de strijd om de PassiefBouwen Award 2011.

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 6

Borne:

De voormalige woningstichting Woonbeheer

Borne (nu: Welbions) heeft eind 2012 een blok

van 6 energieneutrale woningen opgeleverd aan

de Welemanstraat. De woningen zijn destijds

bekroond met de PassiefBouwen Award 2012.

Enschede:

De Woonplaats heeft in de wijk Velve Lindehof

82 passiefwoningen gebouwd in een project van

211 woningen met vergelijkbare technische

specificaties. En dat alles geheel in

houtskeletbouw. 25 stuks van deze woningen

zijn energieneutraal gemaakt door toevoeging

van zonnepanelen. De woningen uit dit project

zijn bekroond met de PassiefBouwen Award

2013.

Tubbergen (1):

Woningstichting Tubbergen heeft medio 2013

een blokje van 2 woningen opgeleverd. Deze

woningen zijn bekroond met de Robuust

Energieneutraal Award van de Stichting

PassiefBouwen.

Overdinkel:

Domijn heeft in 2013 een blok van 4

energieleverende woningen opgeleverd. De

woningen zijn minder extreem geïsoleerd dan de

passiefwoningen, maar dat wordt

gecompenseerd door extra zonnepanelen. In

totaal liggen er 36 panelen per woning op het

dak. Daarmee dekt de woning ook het

energiegebruik voor de huishoudelijke

apparatuur van de bewoners.

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 7

Tubbergen (2):

Woningstichting Tubbergen heeft in 2014 haar

2e project opgeleverd, bestaande uit een blokje

van 2 energieneutrale woningen. De woningen

zijn minder extreem geïsoleerd dan de

passiefwoning. Dat wordt ruimschoots

gecompenseerd door de 26 zonnepanelen per

woning. Bij deze woningen wordt ook een

belangrijk deel van het energieverbruik van de

huishoudelijke apparatuur opgewerkt.

Enschede:

Ons Huis heeft in de wijk De Laares een blokje

van 5 energie neutrale woningen gebouwd. De

woningen zijn gebouwd volgens het

PassiefBouwen keur en zijn eind april 2015

opgeleverd.

Hengelo:

Welbions heeft eind april 2015 twee blokken met

in totaal 10 energie neutrale woningen

opgeleverd. De woningen zijn niet gebouwd

volgens de principe van het passief bouwen.

In plaats daarvan zijn enkele verschillende

alternatieve duurzame technieken toegepast.

2.2 Bouwbedrijven

De woningen zijn door verschillende regionaal actieve bouwbedrijven gerealiseerd. De volgende

(hoofd-)aannemers zijn betrokken:

Dura Vermeer Hengelo

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 8

Oude Lenferink Bouw

Groothuis Bouw

De Groot Vroomshoop

Te Pas Bouw Enschede

Nijhuis – Hegeman.

Daarnaast is vanzelfsprekend een groot aantal onderaannemers ingeschakeld, over het algemeen

ook regionaal actieve bedrijven. Omdat energieneutraal bouwen zowel bouwkundige als

installatietechnische facetten heeft, betekent dit dat een groot aantal bouwprofessionals uit de regio

op een heel praktische manier kennis heeft gemaakt met energieneutraal bouwen.

2.3 Achtergrond

De motivatie voor dit project ligt in het besef bij alle betrokken woningcorporaties dat zij hun

verantwoordelijkheid zullen moeten nemen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Die

noodzaak is enerzijds ingegeven door het grote aandeel dat de gebouwde omgeving heeft in de

uitstoot van broeikasgassen (m.n. CO2) en ook in het betaalbaar houden van de woonlasten voor de

primaire doelgroep, bewoners met een bescheiden portemonnee.

Het overheidsbeleid is gericht op energieneutrale nieuwbouw in 2020 en een energieneutrale

gebouwde omgeving in 2050. De betrokken corporaties willen goed voorbereid zijn op deze

ingrijpende wijzigingen voor de toekomstige bouw- en renovatieopgaven. Gezien de doorlooptijd van

bouw- en renovatieplannen van idee tot oplevering en de termijn waarop meerjarenramingen nodig

zijn, is een periode van 10 jaar een relatief korte tijd.

Energieneutraal

Bij de start van het project is uitgebreid stilgestaan bij de definitie van energieneutraliteit. Gekozen

is aan te sluiten bij het beleidsmatige uitgangspunt van gebouwgebonden energieneutraliteit.

Energieneutraliteit wil dan zeggen dat alle energie die per jaar nodig is om een woning te verwarmen

(eventueel zelfs te koelen), te ventileren, van warm tapwater te voorzien voor een modaal gezien en

te zorgen voor basisverlichting; dat die energie in datzelfde jaar op of aan dezelfde woning

duurzaam wordt opgewekt. Grofweg gezegd komt dat overeen met een EPC van 0.

Deze definitie wordt ook door de Nederlandse overheid gehanteerd voor de doelstelling

energieneutrale nieuwbouw in 2020. Anno 2015 wordt dit streefniveau aangeduid met BENG (bijna

energieneutraal gebouw), waarbij het ‘bijna‘ staat voor het feit dat de gebruiksgebonden energie

buiten beschouwing blijft. Het wil dus niet zeggen dat de bewoners helemaal geen energiekosten

meer hebben, want de energie voor televisie, wasmachine en alle andere apparatuur in huis blijft

voor rekening van de bewoner evenals het vastrecht. Deze definitie van BENG wordt ook Europees

gehanteerd, bijvoorbeeld in de EPBD (Energy Performance of Building Directive).

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 9

Trias Energetica

Hoe kun je energieneutraliteit het beste bereiken? In wezen is energieneutraliteit een balans tussen

de zomer (met een overschot door de zonne-energie) en de winter (met meer vraag door windstille

winternachten). Zo bekeken zou er zelfs gekozen kunnen worden voor het nauwelijks isoleren, indien

je dan genoeg zou opwekken. Daarvoor heeft WoON niet gekozen en daar zijn goede redenen voor,

want per saldo wordt er dan nog steeds veel energie gebruikt. Of energieneutraliteit dan ook leidt tot

lage kosten is geheel afhankelijk van het verschil in prijs tussen de afgenomen energie (in de

winter) en de geleverde energie (in de zomer). Opslaan van elektriciteit staat in de gebouwde

omgeving in de kinderschoenen. Al moet gezegd worden dat hierin tussen 2009 en 2015 de eerste

stappen zijn gezet. Voor grootschalige toepassing van energie-opslag is nog een lange weg te gaan.

WoON heeft er voor gekozen aan te sluiten bij de duurzame stappen-theorie die in de jaren negentig

is uitgewerkt door de TU-Delft. Voor energiebesparing staat deze ook bekend als de Trias Energetica.

Deze kent drie volgorderlijke stappen; in het kort zijn deze:

1. Beperk de energievraag.

2. Gebruik duurzame energiebronnen

3. Gebruik voor de resterende energievraag

fossiele bronnen zo efficiënt mogelijk.

Vraagbeperking staat dus voorop. Dat sluit aan bij de inzet van WoON om energiebesparing in te

zetten om de energiekosten en daarmee de woonlasten op een robuuste manier laag te houden.

Onafhankelijk van wat de toekomst mag brengen qua prijs en regelgeving. Want energie die je niet

nodig hebt, hoef je ook niet op te wekken of van het net te halen.

Passief Bouwen

De gebruikelijke manier om de gebouwgebonden energieprestatie van woningen weer te geven is

door middel van de EPC (energieprestatiecoëfficiënt), een dimensieloos getal. De EPC laat de keuze

voor het energieconcept geheel vrij. Dit sluit niet aan bij de wens van WoON om aan te sluiten bij de

Trias Energetica. Als alternatief is daarom gekozen voor de benadering van Passief Bouwen. Dit is

een principe voor energiezuinig bouwen, dat al langer binnen Nederland en Europa toegepast wordt,

zij het op kleinere schaal. Passief Bouwen gaat uit van het zo veel mogelijk benutten van passieve

(zonne-)energie voor het verwarmen van een gebouw en het voorkomen van opwarming in de

zomer om zo te komen tot een aangenaam binnenklimaat het jaar rond. Bij Passief Bouwen hoort

een eigen rekenmethode (PHPP, te vertalen als: passief huis project pakket) die op de eerste plaats

de energiebehoefte van een woning berekent en daaraan ook een eis stelt: minder dan 15

kWh/m2.jaar. Hoewel deze energievraag is uitgedrukt in kWh, die we vooral kennen als maat voor

het elektriciteitsgebruik, is het goed mogelijk om de in Nederland gebruikelijke HR-gascombiketels

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 10

toe te passen; dat is eenvoudig om te rekenen. Door het stellen van de eis aan de energievraag sluit

Passief Bouwen naadloos aan bij de principes van de Trias Energetica.

Een tweede voordeel van het werken volgens de principes van Passief Bouwen is de aandacht voor

de realisatie. Een woning is pas echt passief gebouwd als het ontwerp, de bouwkundige details en de

berekeningen door een onafhankelijk derde partij zijn gecontroleerd. Vervolgens begeleidt een

extern deskundige de uitvoering. Bij oplevering vindt een meting plaats van de luchtdichtheid (met

een zogenaamde blower-door test) en van de capaciteit van de ventilatie-installatie. Bovendien

wordt zo snel mogelijk een thermografische controle uitgevoerd naar de kwaliteit van de

bouwkundige schil en de thermische isolatie. Pas als deze aanpak is gevolgd en de woning voldoet,

komt deze in aanmerking voor een certificaat van de Stichting Passief Bouwen.

Het is deze combinatie van een passende rekenmethode, gebaseerd op de Trias Energetica, en de

onafhankelijke controle van ontwerp en uitvoering die voor WoON Twente doorslaggevend was om

Passief Bouwen als uitgangspunt te nemen voor de realisatie van deze 56 energieneutrale woningen.

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 11

BevindingenHoofdstuk 3

3.1 Resultaat

Van de acht verschillende projecten zijn de bouwkundige en installatie technische uitgangspunten in

een overzicht verwerkt. Dit overzicht is als bijlage 2 toegevoegd aan dit rapport. Hieronder volgt een

korte samenvatting van de bouwkundige en installatie technische uitgangspunten.

Bouwkundig

In tabel 3 zijn de verschillende behaalde Rc-waarden voor de vloeren, wanden en daken opgenomen.

Onderdeel Gemiddeld

(m²K/W)

Minimaal

(m²K/W)

Maximaal

(m²K/W)

Vloer 8,6 5,0 10,2

Wand (langsgevel) 8,6 6,2 11,8

Wand (kopgevel) 9.1 6,2 10,9

Dak 8,8 6,5 9,9

Tabel 3: Toegepaste Rc-waarden voor vloer, wand en dak

Installaties

Qua installaties is er, op één woning na, een HR 107 ketel toegepast. Voor de woning waar geen HR

107 ketel is toegepast, is een warmtepomp toegepast. Voor alle woningen is er gebruik gemaakt van

gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Eveneens zijn op alle woningen zonnepanelen

toegepast voor de opwekking van elektriciteit (PV-cellen). Het aantal zonnepanelen varieert van 9

panelen per woning tot 36 panelen per woning. Dit hangt samen met het ontwerpprincipe, al dan

niet volgens Passief Bouwen. Gemiddeld zijn er 15 panelen per woning toegepast.

Resultaat

De behaalde EPC waarden verschillen tussen -0,32 en +0,36. Gemiddeld is een EPC-score van 0,15

behaald, wat in een gemiddeld label van A++++ resulteert, volgens de methodiek tot en met 2014.

De meeste projecten zijn volgens het Passief Bouwen principe gebouwd en hebben een Passief

Bouwen-certificaat ontvangen. Dit zijn de projecten in Goor, Borne, Enschede en het project

Tubbergen (1). In totaal betreft dit 40 van de 56 woningen. Het houdt in dat er hoge waarden voor

de isolatie van vloer, wand en dak zijn toegepast, een goed luchtdicht gebouw (qv10 < 0,15 dm³/s

m²), een gebalanceerd ventilatie systeem met warmte terugwinning en over het algemeen ook een

zonneboiler. In totaal betreft dit 16 van de 56 woningen.

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 12

De projecten Tubbergen (2), Hengelo en Overdinkel, totaal 16 woningen, zijn niet volgens Passief

Bouwen ontworpen en gebouwd, maar hebben wel een EPC van ‘0’ en voldoen dan ook aan de

uitgangspunten van energieneutraliteit. De grotere warmtevraag, ten opzichte van de passief

gebouwde woningen, is gecompenseerd door een groter aantal PV-panelen. Daaraan zijn deze

projecten ook direct te herkennen: het dak ligt aan de zonzijde ‘vol’ met PV.

Zie voor het volledige overzicht en de specificaties bijlage 2.

Analyse concepten

De gerealiseerde projecten passen allen in het traditioneel beeld van de Nederlandse corporatie-

rijwoning of tweekapper. Een aantal onderscheidt zich in architectuur, zoals in Goor en Enschede,

maar het enige opvallende aspect voor de voorbijganger is de toepassing van de zonnepanelen.

Daarmee is in elk geval een belangrijke bijdrage geleverd aan de beeldvorming over energieneutrale

woningen. Het zijn geen ‘aparte’ huizen, het is ze niet of nauwelijks aan te zien; het verschil zit op

het dak.

Wordt wat nader naar de specificaties gekeken dan is er het al genoemde onderscheid tussen de

passief en niet-passief projecten, waarbij de niet-passief projecten zich onderscheiden door de

(nagenoeg) voldak-PV-toepassing. Qua beeld levert dat een ‘strak’ aanzien op. Bij de passief-

projecten is er sprake van de meer elementen op de daken: dakramen, zonthermische collectorenn

en dakdoorvoeren. Bij een volledig PV-dak is voor die elementen geen plaats, wat consequenties

heeft voor de bruikbaarheid (mogelijkheden dakraam of dakkapel), positie installaties op zolder

(plaats doorvoeren) en de oplossing voor het tapwater (geen zonnecollector).

Alle woningen, op een na, is een min of meer traditionele HR-gascombiketel toegepast. Eén woning

is als proef uitgevoerd met een lucht/waterwarmtepomp. Alleen in dat laatste geval is er sprake van

een all-electric oplossing en kan gesteld worden dat de PV-cellen elektriciteit opwekken die (zij het in

een ander seizoen) gebruikt worden voor de gebouwgebonden energiebehoefte. Bij alle andere

woningen wordt de energiestroom van de PV-cellen gebruikt om een energiestroom met een andere

‘drager’, namelijk gas, te compenseren. Daarmee zijn de woningen rekentechnisch evengoed in

evenwicht en voldoen ze volledig aan de uitgangspunten. In de praktijk betaalt de bewoner echter

de volledige gasrekening, maar krijgt deze in ruil een groot deel van zijn huishoudelijk

elektriciteitsverbruik geleverd vanaf het eigen dak.

Op de energierekening heeft dit bij de huidige wet- en regelgeving en met de huidige tarieven voor

stroom en gas een vergelijkbaar effect. Bij wijziging van deze randvoorwaarden treden verschillen

op, zowel tussen de all-electric-woning en de gaswoningen als tussen de passief en niet-passief

projecten. Bij het vervallen of aanpassen van de salderingsregeling voor elektriciteit en bij stijgende

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 13

energieprijzen zijn de woningen met de laagste energiebehoefte, en dat zijn de passief-projecten, in

het voordeel.

Prijs

Bij het realiseren van extra kwaliteit in woningen, zeker bij corporatiewoningen, ontstaat altijd

discussie over de meerkosten ten opzichte van de opbrengsten. Dit speelt nadrukkelijk bij de

realisatie van energieneutrale woningen. Bijzonder daarbij is de ‘split incentive’; de

meerinvesteringen komen voor rekening van de corporatie, maar het is primair de bewoner die

profiteert van lagere energielasten en meer comfort. Als vergelijkingsmaatstaf is het gebruikelijk dan

te kijken naar de terugverdientijd van de investering. De uitkomsten daarvan zijn echter sterk

afhankelijk van de gehanteerde aannames. Andere kwaliteitsaspecten, zoals een hoger

comfortniveau, blijven dan bovendien buiten beschouwing.

Bij dit project was het de initiatiefnemers van meet af aan duidelijk dat er sprake zou zijn van

meerkosten, ten opzichte van woningen die gerealiseerd worden op het niveau van de geldende

eisen uit het Bouwbesluit. Anno 2009 gold bijvoorbeeld nog een energieprestatie eis EPC < 0,8. Dat

is een groot verschil met het uitgangspunt van energieneutraliteit en de bijbehorende

randvoorwaarden aan de bouwkundige uitwerking op het gebied van luchtdichtheid en isolatie. Er

was ook weinig praktijkervaring, wat over het algemeen leidt tot een hoger prijsniveau om risico’s af

te dekken.

Onderling verschillen de projecten, qua jaar van realisatie, projectomvang, grootte van de woningen,

doelgroep, aantal eind- en tussenwoningen en aanbestedingsmethode. Bovendien zijn er

verschillende energieconcepten toegepast en maakt een aantal woningen deel uit van een groter

project. Stuk voor stuk aspecten die een belangrijke invloed hebben op de prijsvorming. Om toch

enig inzicht te geven in de kosten van de projecten worden hier de bouwkosten weergegeven, zoals

deze ook zijn gerapporteerd aan de Provincie Overijssel. Het betreft de bouwkosten exclusief

grondkosten en exclusief BTW, maar inclusief PV-installatie (onafhankelijk van de eigendomssituatie)

en inclusief een eventuele buitenberging.

Aantal Tussen/hoek-

woningen

Corporatie / Locatie Totaal

€ ex BTW

Per woning

€ ex BTW

Concept

1 2 0 / 2 Viverion Goor 294.000 147.000 Passief

2 6 4 / 2 Woonbeheer Borne 738.000 123.000 Passief

3 2 0 / 2 Woningstichting Tubbergen 297.511 148.756 Passief

4 2 0 / 2 Woningstichting Tubbergen 268.000 134.000 Alternatief

5 4 2 / 2 Domijn Overdinkel 560.000 140.000 Alternatief

6 25 0 / 25 De Woonplaats Enschede 3.402.505 136.100 Passief

7 10 6 / 4 Welbions Hengelo 1.012.301 101.230 Alternatief

8 5 3 / 2 Ons Huis Enschede 700.000 140.000 Passief

Tabel 4: Bouwkosten exclusief BTW

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 14

Monitoring

Bij alle projecten is tijdens ontwerp en uitvoering nauwkeurig toegezien op de kwaliteit van ontwerp

en uitvoering. De projecten hebben ‘onder de loep’ gelegen en dat is in de Nederlandse bouwpraktijk

nog lang niet gebruikelijk. Daarmee maken de projecten een kwalitatief goede start. Maar de

werkelijke waarde moet en kan zich alleen maar bewijzen in de praktijk. Hoe ervaren bewoners de

woningen, zijn ze comfortabel en prettig om in te wonen en niet in de laatste plaats zijn ze ook in de

praktijk energiezuinig?

Dat kan alleen bepaald worden door de woningen tijdens de bewoning te monitoren. Daarvoor is

men niet gekomen tot een gezamenlijke aanpak. Alle corporaties hebben een eigen manier om de

woningen in beeld te houden. Dat wil zeggen, voor zover ze tot het corporatiebezit blijven horen,

want in het kader van de gewijzigde randvoorwaarden en financieringsregels voor

woningcorporaties, wordt een aantal van de woningen inmiddels ‘uitgepond’.

De monitoring is dus per corporatie verschillend en varieert van het vrij intensief volgen door een

externe partij, via een maandelijks langs gaan door eigen personeel, tot een jaarlijkse check op

papier. Meest uitgebreid en onafhankelijk is het onderzoek dat door de Stichting Pioneering1 is

uitgevoerd naar het project Velve Lindenhof2. In het kader van dit onderzoek zijn gedurende het

eerste jaar van bewoning de meterstanden van 75 van de 211 woningen opgenomen. De rapportage

concentreert zich op de gasmeterstanden. Het gemiddelde gebouwgebonden gasverbruik (dus

exclusief kookgas) komt uit op 472 m3/jaar3. Bij de energieneutrale woningen wordt dit

gecompenseerd door de opbrengst van de 9 PV-panelen per woning die een deel van de

huishoudelijk elektriciteitsgebruik dekken.

De mate van bereidwilligheid van bewoners om mee te werken verschilt per deelproject. Daarbij

moet aangetekend worden dat bij de start van het traject de mogelijkheden tot automatisch

monitoren nog niet bestond, zoals dat inmiddels vrij gebruikelijk is met een slimme meter en een

app. Bovendien levert intensief monitoren altijd een zeker spanning op met de privacy van de

bewoners. Het is de moeite waard om de monitoring toe te passen bij meerdere projecten en een

groot aantal bewoners.

1De stichting Pioneering is een samenwerking van bouwgerelateerde bedrijven uit de regio Twente,

de Universiteit Twente en de Saxion Hogeschool in Enschede.

2 Het project nieuwbouw Velve-Lindenhof bestaat in totaal uit 211 houtskeletbouw-woningen,

waarvan 82 voldoen aan passief bouwen en 25 energieneutraal zijn in het kader van het WoON-

project. De overige woningen hebben een EPC < 0,4 terwijl de eis ten tijde van de bouwwaanvraag

lag op 0,8.

3Bron: Eindresultaten energiemonitoring Velve-Lindenhof, Pioneering, april 2014

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 15

Bij Ons Huis (Enschede) wordt sinds de oplevering het project van 14 woningen, waar de 5

energieneutrale woningen deel van uitmaken, gemonitord met behulp van het Aurum systeem.

Voornemen is deze monitoring een aantal jaren voort te zetten. Bovendien wordt de bewoners de

hulp van een energieconsulent aangeboden. Inmiddels is ook in Hengelo een monitoringsproject

gestart. Welbions monitort een deel van de woningen ook met het Aurum-systeem en heeft voor de

overige woningen gekozen voor de oplossing van Plugwise. Ook hier schakelt men een energiecoach

voor de bewoners in.

Een ander aspect dat nadere aandacht verdient is de bewonerstevredenheid. Het is relevant te

weten of bewoners al dan niet meer tevreden zijn over hun energieneutrale woning dan over een

standaard corporatiewoning. Wel moet daarbij aangetekend worden dat de omvang van de

verschillende deelprojecten voor statistische doeleinde (te) klein is.

In het project Velve in Enschede zijn 40 van de 211 woningen persoonlijk bezocht. Hoewel niet

bekend is welk daarvan tot de 25 energieneutrale woningen horen, is het onderzoek representatief

voor de wijk. De kwaliteit van de woning werd door de bewoners gemiddeld gewaardeerd4 met een

8. Opvallend is dat bewoners daarbij specifiek het aangename binnenklimaat noemden. De

Woonplaats beschouwt dat rapportcijfer als een samenvatting van het onderzoek en een goed

resultaat voor het project.

3.2 Vliegwielfunctie

De pilots hebben bij de ontwikkeling van energieneutrale woningbouw een belangrijke rol gespeeld.

De volgende inhoudelijke innovaties zijn mede dankzij dit project van WoON Twente gevoed:

- Energiebewust ontwerpen.

- Speerpunt is dat de energievraag van de woningen, en daarmee het energieverbruik voor

bewoners, in beginsel maximaal beperkt is.

- De details zijn significant aangepast; de ψ-waarden (lineaire warmteverliezen) zijn

geminimaliseerd.

- Kozijninnovaties (triple glas en bijbehorende kozijnen).

- Luchtdichte aansluitingen.

- Uitvoeringsbegeleiding en –controle.

- Bekendheid van energieneutraal bouwen bij alle betrokkenen in een brede kring.

4Bron: De Woonplaats

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 16

ConclusieHoofdstuk 4

4.1 Proces

De Vereniging WoON Twente heeft met het initiatief voor de realisatie van deze woningen een

bijzondere rol gespeeld bij het vergaren van praktijkervaring over energieneutraal bouwen. Door te

kiezen voor het realiseren van enkele woningen bij zo veel mogelijk van de aangesloten corporaties

is maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om onderling kennis uit te wisselen en deze

gelijktijdig breed te verspreiden. Iedere deelnemende woningcorporatie heeft bijgedragen aan de

ontwikkeling van energieneutrale woningen. Min of meer vanzelfsprekend heeft innovatie

plaatsgevonden en even vanzelfsprekend is die innovatie gedeeld, zowel informeel als formeel, zoals

met dit rapport en het afsluitende symposium.

WoON Twente, de bij haar aangesloten corporaties en de betrokken medewerkers hebben significant

bijgedragen aan de ontwikkeling en implementatie van energieneutrale corporatiewoningen en

daarmee aan een duurzamer Nederland.

4.2 Positie projecten anno 2015

Tussen het initiatief voor dit project van 56 energieneutrale corporatiewoningen in 2009 en het

samenstellen van dit rapport medio 2015, is er veel veranderd in de bouwsector en de

corporatiewereld. In het kader van dit project en dit rapport beperken we ons tot de stand van zaken

van energieneutraal bouwen.

Rijksoverheid

Dit jaar heeft de rijksoverheid veel bekend gemaakt over de manier waarop energieneutraliteit in de

bouwregelgeving zal worden vastgelegd. Inmiddels is duidelijk dat vanaf 2020 de energieprestatie-

eisen zullen worden bepaald in kWh/m2.jaar, net zoals bij het project van WoON Twente het

uitgangspunt is geweest. Ook zal de eis bestaan uit een drietal sub-eisen die aansluiten bij de Trias

Energetica. Daarmee is treffend geïllustreerd dat de insteek en aanpak die door de betrokken bij

WoON is gekozen en de uitwerking die dit in de projecten heeft gekregen, zeer relevant is als

voorbereiding op die toekomstige eisen.

Innovaties

Op de markt is veel gebeurd, al dan niet als gevolg van de diepe crisis die de bouwkolom heeft

doorgemaakt. Meest opvallend in relatie met energieneutraal bouwen is de opkomst van concepten

al ‘Nota-nul’ en ‘0-op-de-meter’. Aanvankelijk werd daarbij, onder meer in het kader van de

zogenaamde ‘Stroomversnelling’ gekeken naar renovatie. Inmiddels hebben bouwondernemers en

projectontwikkelaars ook aanbod uitgewerkt voor nieuwbouw. Kenmerk daarbij is de bredere

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015 Pagina 17

opvatting van het begrip energieneutraliteit. Het gaat bij al deze ontwikkelingen om een combinatie

van het gebouwgebonden en het gebruiksgebonden energieverbruik. Een tweede opvallend verschil

is dat nagenoeg alle concepten uitgaan van all-electric energieconcepten op basis van een

warmtepomp als energieopwekker. Er is echter ook een opvallende overeenkomst met de meeste

van het in het kader van het WoON project gerealiseerde woningen: de thermische schil is

vergelijkbaar met die bij Passief Bouwen, er wordt consequent triple glas toegepast en de woningen

hebben een vorm van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Daarnaast zijn de

woningen uitgerust met voldak-PV, wat ze vergelijkbaar maakt met de niet-passief woningen uit het

W0ON-project. De meest efficiënte manier om anno 2015 te komen tot energie-0 is blijkbaar een

combinatie van de beide benaderingen, die elk binnen het WoON-project zijn gerealiseerd.

Corporaties

De positie en de mogelijkheden van woningcorporaties zijn ingrijpend gewijzigd tussen 2009 en nu.

De verhuurdersheffing en het onderscheid tussen DAEB en niet-DAEB activiteiten zijn daarvan twee

belangrijke aspecten. Nieuwbouw zal veel vaker gerealiseerd worden zonder onrendabele top. Aan

de andere kant krijgen corporaties de mogelijkheid om een aanvullende vergoeding te vragen voor

zeer-energiezuinige woningen, de EPV (energieprestatievergoeding), in zowel nieuwbouw als

renovatie. Daarnaast is er een veranderend aanbod van woning- en renovatieconcepten en is het

beleidsvoornemen om energieneutraal bouwen te gaan verplichten vanaf 2020 inmiddels bij de

Tweede Kamer ingediend.

De conclusie is dat energieneutraal bouwen en renoveren niet meer weg te denken is. De uitwerking

anno 2015, en verderop anno 2020, zal anders zijn dan van de in dit project gerealiseerde

woningen. Maar dat de in dit kader gerealiseerde woningen zich gedurende vele jaren zullen kunnen

blijven meten met de beste praktijkvoorbeelden, staat wel vast.

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015

Bijlage 1

Convenant

Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vereniging WoON

Z090316ae.eindrapport – 08.09.2015

Bijlage 2

Overzicht bevindingen

Algemene gegevens Viverion - Goor Woonbeheer Borne Woningstichting Tubbergen (1) Domijn - Overdinkel Woningstichting Tubbergen (2) Welbions - Hengelo De Woonplaats - Enschede Ons Huis - Enschede

Uitvoerperiode oplevering: December 2011 oplevering: November 2012 oplevering: 13 juni 2013 oplevering: November 2013 oplevering: 25 april 2014 oplevering: 10 april 2015 oplevering: 30 april 2015 oplevering: 30 april 2015

Bouwende partij Dura Vermeer Bouw BV Oude Lenferink Bouw Dura Vermeer Hengelo Groothuis Groothuis Dura Vermeer HengeloBouwcombinatie De Groot Vroomshoop-

TePas Bouw EnschedeBouwcombinatie Nijhuis-Hegeman

Adviseur(s) Nieman RI Invent Advies Beilen Nieman RI Nieman RI Landstra bureau voor bouwfysica Nieman RI Invent Advies Beilen

Aantal woningen 2 6 2 4 2 10 25 5

Bouwkundig

Begane grondvloer Rc = 10,19 m²K/W Rc = 8,20 m²K/W Rc = 10,05 m²K/W Rc = 5,00 m²K/W Rc = 6,50 m²K/W Rc = 6,50 m²K/W Rc = 9,66 m²K/W Rc = 10,00 m²K/W

Langsgevel Rc = 9,26 m²K/W Rc = 8,70 m²K/W Rc = 9,25 m²K/W Rc = 11,78 m²K/W Rc = 6,20 m²K/W Rc = 6,50 m²K/W Rc = 8,92 m²K/W Rc = 8,75 m²K/W

Kopgevel Rc = 9,88 m²K/W Rc = 8,70 m²K/W Rc = 10,25 m²K/W Rc = 6,20 m²K/W Rc = 6,50 m²K/W Rc = 10,94 m²K/W

Hellend dakconstructie Rc = 9,86 m²K/W Rc = 9,36 m²K/W Rc = 9,79 m²K/W Rc = 9,75 m²K/W Rc = 7,27 m²K/W Rc = 6,50 m²K/W Rc = 9,19 m²K/W Rc = 9,80 m²K/W

Plat dakconstructie - - - - - -

Beglazing Ugl = 0,94 W/m2K ggl = 0,6 Ψglas = 0,08 W/mK- ZTA = 0,6 - Ugl = 0,60 W/m2K ggl = 0,6 Ψglas = 0,08 W/mKTriple glas Ugl = 0,7 W/m2K

Kozijn kunststof kozijnen hout (voordeur), kunststof (overig) kunststof kunststof hout hout

Glasopeningen (incl. kozijn) - Uw = 0,76 W/m²K Uw = 0,97 W/m²K - Uw= 1,00 W/m²K Uw < 0,8 W/m²K Uw < 1,0 W/m²K

Dakraam Udakraam = 1,00 W/m2K - Fakro FTT-Thermo, Uw = 0,81 W/m²K Uw = 0,78 W/m²K - Uw = 0,8 W/m²K

Voordeur Ud = 0,80 W/m2K - Ud = 0,83 W/m²K Ud = 1,16 W/m²K - Ud = 1,45 Geïsoleerd, Ud < 0,8 W/m²K

Achterdeur - - -

Lineaire warmteverliezen invoer fundering en kozijnaansluitingen - forfaitair werkelijke waarden -

Kruipruimteventilatie - -

Buitenzonwering BG en 1e verd. op zuid - oost, zuid- en westgevel op bg en 1e - Op zonzijde Bouwkundig op zuid (overstek+luifel)

Thermische capaciteit - - traditioneel, gemengd zwaar -

Infiltratie N-50 = 0,59 Qv-50 = 0,6 Qv-10 = 0,40 dm³/s m² Qv-10 = 0,15 dm³/s m² Qv-10 = 0,63 dm³/s m² Qv-10: 0,39 - 0,26 dm³/s m² Qv-50 = 0,6 Qv-10 = 0,135 dm³/s m²

Installatietechnisch

Verwarming - opwekking Brink Passiefhuistoestel Brink Passiefhuistoestel HR 107 ketel, Intergas HRE 24-18Elektrische boiler / lokale elektrische

verwarmingAtag HR 107

Intergas HR 107 combi (9 won) en

luchtwarmtepomp Daikin (kavel 11)Intergas kombi kompact HRE 28/24 Intergas HRE 28/24 ketel

Verwarming - afgifte luchtverwarming luchtverwarming combi vloer/wand + radiatoren lokale elektrische verwarming RadiatorenRadiatoren (icm met HR ketel) en

vloerverwarming (icm wp, kavel 11)

Convector (woonkamer), radiator

(badkamer)

Temperatuurniveau LT - LT - HT (radiatoren)

Aanvullende circulatiepomp - - -

Ongeïsoleerde verdeler / verzamelaar - - -

Warmtapwater - opwekking Brink Passiefhuistoestel Brink Passiefhuistoestel, CW klasse 3 Combi HR Elektrische boiler Combi HR combi met ketel / warmtepomp Combi HR combiketel HRE 28/24 ketel

Leidinglengten - - - dmv warmtepomp (kavel 11)

Koelingn.v.t.

n.v.t. n.v.t. dmv ventilatie / spuien Spuiluik / dakvensters en WTW Elektrische compressiekoeling (kavel 11) Dmv zomernachtventilatie Zomernachtventilatie

Douchewarmtewisselaar - - - Douche WTW (1 won, kavel 11)

Ventilatieprincipe mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer mechanische toe- en afvoer

Nominmaal vermogen ventilatoren werkelijk - -

Specificatie ventilatiesysteemWTW met 100% bypass

Brink Passiefhuistoestel, WTW unitJ.E. Storkair WHR 930 J.E. Storkair WHR 930 J.E. Storkair WHR 930 - WTW Comfofan S (4 won, nat. toevoer) en

Storkair WHR 930 (6 won, WTW)

Brink Renovent Excellent met WTW WTW Brink Excellent 300

max. benutting geïnstalleerde ventilatie / spuicapaciteit voor koudebehoefte- - ja -

luchtdichtheidsklasse ventilatiekanalen - - - Luka C

PV-panelen

12 panelen / woning12 (hoekwoning) / 11 (tussenwoning)

panelen per woning van 1,63 m²14,8 m², 10 panelen 34 zonnepanelen / woning 26 zonnepanelen / woning 18 panelen / woning 9 panelen / woning 20 zonnepanelen / woning

Zonneboiler Topson F3-1 met 2,37 m² collector Brink Sun Set CV 2-200, 3,98 m² HR solar-HRS200/S.OAR 4,5 m² n.v.t.Dutch Solar system 120l. Collecter opp.

4,74 m²n.v.t. DSS ZB 120 TX tbv warm tapwater n.v.t.

Uitkomsten

EPC 0,13 0,07 tot -0,22 0,02

- Hoekwoning 0,13 -0,15 -0,32 0,36

- Tussenwoning 0,12 -0,16

PHPP

- Gemmiddeld 14,9 kWh/m² 15,4 / 15,1 kWh/m² (links/rechts) gem. 13 kWh/m²

Bouwkosten

Bouwkosten excl BTW (project) 294.000,00€ 738.000,00€ 297.511,00€ 560.000,00€ 268.000,00€ 1.012.301,00€ 3.402.505,00€ 700.000,00€

Bouwkosten excl BTW (gem/won) 147.000,00€ 123.000,00€ 148.756,00€ 140.000,00€ 134.000,00€ 101.230,00€ 136.100,00€ 140.000,00€

56 Energieneutrale woningen WoON

Specificatie projecten

bijlage 2 v2 overzicht uitgangspunten projecten.xlsx 8-9-2015