IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is...

93
IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) Aantal woorden: 13.093 Julie Galle Studentennummer: 01304261 Arno De Letter Studentennummer: 01307124 Promotor: Prof. dr. Frederik Deconinck Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Lichamelijke opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar: 2017 2018

Transcript of IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is...

Page 1: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET

CEREBRALE PARESE (CP)

Aantal woorden: 13.093

Julie Galle Studentennummer: 01304261

Arno De Letter Studentennummer: 01307124

Promotor: Prof. dr. Frederik Deconinck

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Lichamelijke opvoeding

en Bewegingswetenschappen

Academiejaar: 2017 – 2018

Page 2: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

I

Voorwoord

Deze masterproef werd opgesteld naar aanleiding van de functionele inkleding van een extra uur

bewegingstherapie dat centrum Ten Dries in Landegem ter beschikking kreeg in het schooljaar

2017-2018. Ten Dries biedt kinderen met een motorische en meervoudige beperking school en

bewegingstherapie aan. Het feit dat ons onderzoek rond kinderen met een hersenverlamming

ging, was in eerste instantie een uitdaging, maar vooral een leerrijke ervaring. Wij zijn blij dat

we een samenwerking met het centrum konden opzetten aangezien dit veel praktijkrelevantie gaf

aan onze masterproef. We willen dan ook in de eerste plaats de therapeuten van het centrum Ten

Dries bedanken voor hun bereidwilligheid en flexibiliteit om dit onderzoek tot een goed einde te

brengen. In het bijzonder willen we drie kinesitherapeuten, Wilfried Van Dyk, Machteld Dierickx

en Stefanie Pesant, bedanken om ons uitgebreid te begeleiden tijdens dit onderzoek.

Uiteraard konden we deze masterproef niet verwezenlijken zonder de hulp van onze promotor,

prof. dr. Frederik Deconinck. Hij hielp ons bij elke stap in dit proces en gaf steeds tijdig feedback

op het geleverde werk zodat we dit konden verbeteren. Hij motiveerde ons binnen het volledige

proces van deze masterproef en daagde ons steeds uit een hoger niveau na te streven.

Verder mogen we uiteraard de steun van familie en vrienden niet vergeten. Zij waren er steeds

de momenten kort voor de deadlines als extra motivatie en hielpen binnen hun mogelijkheden.

Zij waren ook de personen die de finale versie ter verbetering onder ogen namen en trokken dit

werk tot een hoger niveau. Een extra bedanking voor Mathias, de vriend van Julie, die tot de

laatste minuut met veel geduld geholpen heeft met het verbeteren van deze masterproef.

Tot slot willen we benadrukken dat deze masterproef door twee studenten werd gemaakt. Het

was een groepswerk van twee jaar waarbij we steeds elkaars tekorten aanvulden en elkaars

sterkten naar boven lieten komen. We kijken dan ook met heel veel plezier terug naar de

afgelopen twee jaar.

Wij denken met deze masterproef een boeiend en relevant onderzoek opgesteld te hebben voor

de praktijk. We vonden het dan ook een mooi eindwerk om onze master in Lichamelijke

Opvoeding & Bewegingswetenschappen mee af te sluiten.

Alvast heel veel leesplezier.

Julie en Arno, mei 2018

Page 3: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

II

Abstract

Doelstelling

Met deze studie wordt onderzocht of een impliciete leermethode voor een groter leerresultaat

zorgt bij kinderen met cerebrale parese, dan een expliciete methode. Ten tweede poogt dit

onderzoek te antwoorden op de onderzoeksvraag: ‘Is het implementeren van een impliciete

leerstrategie haalbaar in een ecologische context?’.

Methodiek

Het onderzoek werd uitgevoerd in een centrum waar kinderen met CP therapie krijgen.

Gedurende het schooljaar 2017-2018 vonden twee interventies plaats, telkens met een duur van

tien weken. Deze interventies bestonden uit een extra therapiesessie van één uur per week rond

de functionaliteit van de bovenste ledematen en posturale controle. In de eerste interventie

werkten de therapeuten op hun eigen traditionele manier, tijdens de tweede interventie werd er

een impliciete leermethode opgelegd. Voor en na elke interventie werd er respectievelijk een

motorische pre- en posttest afgenomen. De motorische test bestond steeds uit de QUEST, Box

& Block en een specifieke vaardigheidstest. Tijdens iedere interventie werd een vragenlijst

afgenomen van de therapeuten die peilde naar de bruikbaarheid en effectiviteit van de

implementatie van het impliciet leren die plaatsvond tussen beide interventies.

Resultaten

Er werd een significante verbetering gevonden ten gevolge van de tweede interventie op de

QUEST, wat niet het geval was bij de eerste interventie. Ten gevolge van de tweede

interventie werd ook een trend tot significante verbetering waargenomen op de Box & Block

test. De specifieke vaardigheidstest ‘inschenken’ op de eerste interventie geeft een

significante progressie van 10%. De specifieke vaardigheidstest ‘tafeltennis’ op de tweede

interventie geeft ook een significante progressie van 27%. Er werd geen significant verschil

gevonden tussen het effect van interventie één en het effect van interventie twee op de

QUEST en de Box & Block. De vragenlijsten geven aan dat de kennis rond impliciet leren

effectief gestegen is en dat de implementatie van impliciet leren mogelijk is in een concrete

praktijksetting.

Page 4: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

III

Conclusie en discussie

Deze studie geeft aan dat er een mogelijks groter leerresultaat bij kinderen met CP kan worden

bekomen door vaardigheden op een impliciete manier aan te leren. Dit potentieel groter

leereffect werd ook in de literatuur teruggevonden (Maxwell et al., 2017). Verder is de

implementatie van impliciet leren in een ecologische context bruikbaar en haalbaar. De

resultaten van deze studie moeten met enige nuance worden bekeken. De kleine populatie, lage

intensiteit en korte duur van de interventie moeten hier zeker in rekening worden gebracht. Ook

het cognitief niveau en mate van aandoening werd in de analyse niet meegerekend. Er is nood

aan verder onderzoek rond het verschil in effect ten gevolge van een impliciete leermethode en

een expliciete leermethode.

Page 5: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

IV

Inhoudsopgave

Voorwoord .................................................................................................................................. I

Abstract ..................................................................................................................................... II

Inhoudsopgave ......................................................................................................................... IV

Overzicht figuren en tabellen ................................................................................................... VI

Figuren ....................................................................................................................... VI

Tabellen ..................................................................................................................... VI

Inleiding .................................................................................................................................. VII

Literatuurstudie .................................................................................................................. 1

Cerebrale Parese .......................................................................................................... 1

Symptomen van Cerebrale Parese ............................................................................... 3

1.2.1. Motorische problemen .......................................................................................... 3

1.2.2. Andere problemen ................................................................................................ 3

Evaluatie motoriek ....................................................................................................... 4

Therapeutische benadering motorische problemen ..................................................... 9

Impliciet en expliciet leren ........................................................................................ 13

Implementatie impliciet leren in een ecologische context ......................................... 15

Samenvatting, doelstellingen en hypothesen ............................................................. 16

Methode ............................................................................................................................ 18

Context ....................................................................................................................... 18

Proefpersonen ............................................................................................................ 18

Materiaal .................................................................................................................... 19

2.3.1. Algemene motorische vaardigheid: QUEST en Box & Block ........................... 19

2.3.2. Specifieke motorische vaardigheid: inschenken en tafeltennis .......................... 21

2.3.3. Vragenlijsten ...................................................................................................... 23

Procedure ................................................................................................................... 23

2.4.1. Interventie één .................................................................................................... 24

2.4.2. Implementatie impliciet leren ............................................................................. 24

2.4.3. Interventie twee .................................................................................................. 25

Data-analyse .............................................................................................................. 26

Resultaten ......................................................................................................................... 28

Evaluatie motorische vaardigheid ............................................................................. 28

Page 6: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

V

3.1.1. QUEST ............................................................................................................... 28

3.1.2. Box & Block ....................................................................................................... 29

3.1.3. Vaardigheid inschenken ..................................................................................... 30

3.1.4. Vaardigheid tafeltennis ...................................................................................... 30

3.1.5. Vergelijking specifieke vaardigheid voor en na interventie ............................... 31

Evaluatie implementatie ............................................................................................ 31

Discussie ........................................................................................................................... 34

Resultaten onderzoekshypothesen ............................................................................. 34

4.1.1. Motorische vaardigheid ...................................................................................... 34

4.1.2. Implementatie ..................................................................................................... 36

Beperkingen en suggesties toekomstig onderzoek .................................................... 37

Conclusie .......................................................................................................................... 39

Referentielijst ................................................................................................................... 40

Bijlagen ............................................................................................................................ 49

Bijlage 1: vragenlijst vóór implementatie ................................................................. 49

Bijlage 2: vragenlijst na implementatie ..................................................................... 61

Bijlage 3: PowerPoint implementatie impliciet leren ................................................ 76

Bijlage 4: testbatterij vaardigheid inschenken ........................................................... 79

Bijlage 5: testbatterij vaardigheid tafeltennis ............................................................ 80

Page 7: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

VI

Overzicht figuren en tabellen

Figuren

Figuur 1: bubble chart met interventies voor kinderen met Cerebrale Parese ......................... 10

Figuur 2: tijdlijn onderzoek ...................................................................................................... 23

Figuur 3: resultaten algemene vaardigheid QUEST ................................................................ 29

Figuur 4: resultaten algemene vaardigheid Box & Block ........................................................ 29

Figuur 5: resultaten specifieke vaardigheid inschenken........................................................... 30

Figuur 6: resultaten specifieke vaardigheid tafeltennis ............................................................ 31

Figuur 7: keuze van therapie .................................................................................................... 32

Figuur 8: kennis impliciet leren interventie twee ..................................................................... 33

Figuur 9: zelfrapportering gebruik impliciete versus expliciete leermethode .......................... 33

Tabellen

Tabel 1: specificaties proefpersonen. ....................................................................................... 19

Tabel 2: voorbeeld ingevuld scoreformulier van de vaardigheidstest inschenken. .................. 21

Tabel 3: voorbeeld ingevuld scoreformulier van de vaardigheidstest tafeltennis. ................... 22

Page 8: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

VII

Inleiding

Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of

bewegingsstoornissen veroorzaakt. Deze hersenbeschadiging kan zowel voor, tijdens als tot één

jaar na de geboorte ontstaan door verschillende complicaties bij de ontwikkeling van de

hersenen. Doordat de hersenen van de foetus of de zuigeling zich niet maximaal kunnen

ontwikkelen, ontstaat een verscheidenheid aan problemen. Dit zijn bijvoorbeeld een zwakke

spiertonus en spasticiteit, wat leidt tot vertraagde of atypische motorische ontwikkeling. Dit kan

bovendien gepaard gaan met intellectuele ontwikkelingsproblemen (Lin, 2003).

CP is een blijvende, niet-progressieve aandoening. Dit betekent dat er geen herstel van de

hersenschade mogelijk is. Wel zijn er verschillende therapeutische methoden voorhanden om

de problematiek en zo ook de levenskwaliteit van de kinderen te verbeteren. De beschadigde

hersencellen zullen nooit herstellen, maar hun functie kan wel deels of volledig door niet-

beschadigde cellen worden overgenomen. Afhankelijk van het domein waar de problemen zich

situeren, wordt voor de behandeling gebruik gemaakt van verschillende methoden. Zo kunnen

bij problemen met de stand van de gewrichten orthesen worden aangebracht die helpen om die

gewrichten in de correcte stand te houden. Hiervoor wordt soms ook gebruik gemaakt van

botuline injecties of orthopedische chirurgie. Om de spierfunctie en het spiergebruik te

verbeteren zullen kinesi- en ergotherapie aangewend worden. Op deze manier worden de grote

en de kleine motorische taken van zowel de onderste als bovenste ledematen geoefend.

Daarnaast worden ook logopedisten en zorgverleners aangesproken om onder meer spraak-,

taal- en leerproblemen te verhelpen.

Deze behandelingen worden uitgevoerd in specifieke centra waar de kinderen therapie kunnen

volgen. De invulling van de zorg zal voor ieder kind verschillen en wordt geïndividualiseerd.

De therapie kan bestaan uit het oefenen van de algemene motoriek, maar ook uit het aanleren

van specifieke vaardigheden of een combinatie van beide.

Er bestaan echter een heel aantal verschillende benaderingen omtrent de aanpak en de inhoud

van dergelijke therapie. Zo wordt vandaag de dag vaak de Bobathmethode, ook wel gekend als

de Neurodevelopment Therapy (NDT), gebruikt. In de Neurodevelopment Therapy zal men

zich focussen op de sensorimotoriek van de volledige beweging. Men zal de patiënt de

beweging zo goed mogelijk laten aanvoelen (Velickovic and Perat, 2005).

Page 9: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

VIII

De stretchmethode probeert dan weer de spasticiteit van een patiënt tegen te gaan en diens

beweeglijkheid te bevorderen door passieve stretchoefeningen (Pin et al., 2006).

Ook de manier waarop een therapie wordt gegeven is van belang. In de wetenschappelijke

literatuur wordt aangegeven dat impliciet (onbewust) leren effectiever is dan het meer

traditionele expliciet (bewust) leren. Het expliciet leren zou voor een hoge cognitieve belasting

zorgen: de patiënt is voortdurend bewust bezig met het leerproces en krijgt tijdens het volledige

proces feedback. Impliciet leren daarentegen zorgt ervoor dat de patiënt onbewust leert, wat

voor een lagere mentale belasting zou zorgen. Impliciet leren is dus een veelbelovende

therapeutische aanpak die recentelijk meer wordt aangeraden voor kinderen met CP

(Steenbergen et al., 2010).

Het omzetten van de op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde theorie naar de praktijk is de

eerste stap. Daarnaast blijft het van groot belang om elke therapie te individualiseren naar de

specifieke problematiek van het kind. Het zal dan ook nodig zijn om te onderzoeken hoe

bruikbaar en haalbaar een impliciete therapie is in een ecologische context voor zorgverleners

en patiënten.

Deze masterproef poogt daarom een antwoord te formuleren op de volgende onderzoeksvragen:

‘Zorgt impliciet leren voor een groter leerresultaat bij kinderen met CP?’ en ‘Is het praktisch

haalbaar impliciet leren te gebruiken in een ecologische context?’.

Page 10: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

1

Literatuurstudie

Cerebrale Parese

CP is een aangeboren aandoening die ontstaat ten gevolge van hersenbeschadiging. Deze

hersenbeschadiging ontstaat tijdens de ontwikkeling van de hersenen van de foetus of de

zuigeling en kan verschillen inzake locatie, omvang en ernst. Bijgevolg verschilt het ziektebeeld

van individu tot individu. De kans op CP vergroot bij complicaties die de ontwikkelende

hersenen kunnen beschadigen. Hierbij gaat het onder meer over prematuriteit, langdurige

weeën, te weinig zuurstof, etc. (Barabas and Taft, 1986).

De aantasting van de witte stof of de vorming van de grijze stof op de verkeerde plaats in de

hersenen verstoren de migratie van de neuronale verbindingen (Lin, 2003). De minder

ontwikkelde hersenen geven aanleiding tot problemen die sterk verschillen in aard en in ernst.

Zowel intellectuele als motorische problemen zijn symptomen van deze aandoening. Dit kan

zich concreet uiten in verminderde cognitie, spraakcapaciteit en communicatie,

groeiproblemen, een verstoorde motorische functie en het vertraagd bereiken van motorische

mijlpalen. (Lin, 2003).

CP duidt dus niet op één ziektebeeld, maar is een verzamelterm voor verschillende symptomen.

De handicap die ontstaat, situeert zich bovendien ook binnen verschillende domeinen

(Rosenbaum et al., 2007). Om een classificatie mogelijk te maken wordt er onderscheid

gemaakt tussen drie niveaus.

De drie niveaus - spastische, dyskinetische en atactische CP - worden onderscheiden aan de

hand van het meest dominante bewegingsprobleem. Deze zijn te wijten aan de beschadiging

van bepaalde zones in de hersenen. Schade aan de motorische cortex kan spastische CP tot

gevolg hebben, wat spierstijfheid veroorzaakt. De dyskinetische vorm daarentegen zal zich

voornamelijk uiten in ongewilde bewegingen. Schade aan de basale ganglia is hiervoor

verantwoordelijk. De atactische vorm wordt veroorzaakt door schade aan het cerebellum. Het

cerebellum zorgt onder andere voor de coördinatie van de bewegingen en het bewaren van het

evenwicht. Schade aan het cerebellum zal dus specifiek moeilijkheden teweegbrengen bij deze

functies (Martini and Bartholomew, 2012).

Page 11: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

2

Daarnaast kunnen de verschillende types CP ook onderverdeeld worden aan de hand van de

situering van de aangedane ledematen. Volgens deze onderverdeling onderscheidt Lin (2003)

monoplegie, hemiplegie, diplegie en quadriplegie. Ook triplegie kan hieraan toegevoegd

worden, maar zoals onder andere in de studie van Gorter et al. (2004), worden de personen met

triplegie vaak bij de quadriplegie-groep gevoegd. Het achtervoegsel –plegie duidt op de

verlamming van het lichaam. De verschillende voorvoegsels duiden op de plaats waar de

verlamming zich situeert. De term ‘hemi’ betekent ‘half’, dus hemiplegie duidt op een

verlamming van één zijde van het lichaam. Mono-, di-, tri- en quadriplegie betekenen dus

respectievelijk: verlamming aan één lidmaat, verlamming aan twee ledematen – bijvoorbeeld

beide benen –, verlamming aan drie ledematen of verlamming aan vier ledematen. Dat betekent

dat bij quadriplegie beide armen en benen zijn aangedaan (Martini and Bartholomew, 2012). Is

de linkerzijde van het lichaam verlamd, dan is er meestal hersenschade aan de rechter

hersenhelft opgelopen en omgekeerd. Elke hersenhelft is immers via sensorische en motorische

banen verbonden met de tegenoverliggende zijde van het lichaam. Aangezien iedere hersenzone

bepaalde functies draagt, zullen de verminderde functies van het kind afhankelijk zijn van welke

zone in de hersenen schade heeft opgelopen. Zo beschrijft Lin (2003) bijvoorbeeld hersenen

met beschadiging aan de linker hersenhelft, waar onder andere het spraakcentrum zich bevindt.

Als gevolg van deze beschadiging kon de patiënt niet spreken.

Op basis van het onderzoek van Christensen et al. (2014) en het onderzoek van Johnson (2002),

kan besloten worden dat CP wereldwijd bij twee tot drie kinderen per 1000 geboorten

voorkomt. Het grootste deel van de kinderen met CP, ongeveer 80%, wordt gediagnostiseerd

met spastische CP. De helft van het totaal aantal kinderen met CP heeft bilaterale spastische

CP, waarbij twee zijden van het lichaam zijn aangedaan, 30% heeft unilaterale spastische CP,

waarbij één zijde van het lichaam is aangedaan (Johnson, 2002).

Page 12: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

3

Symptomen van Cerebrale Parese

1.2.1. Motorische problemen

Naast de verlammingen, de spasticiteit of de onwillekeurige bewegingen die hierboven

aangehaald zijn, kunnen kinderen met CP nog een aantal andere symptomen vertonen. Wanneer

kinderen een achterstand hebben in hun ontwikkeling, zullen zij mijlpalen zoals rollen, zitten,

kruipen, staan en lopen later of zelfs niet bereiken, in vergelijking met kinderen zonder

ontwikkelingsachterstand. Het te laat of niet bereiken van deze mijlpalen zijn een eerste, snelle

en goede indicatie van CP (Allen and Alexander, 1997). De problemen variëren in grootte

afhankelijk van de ernst van de aandoening en wanneer deze is opgelopen. Kinderen met een

lichte hersenbeschadiging zullen eventueel de mogelijkheid hebben om te staan en te wandelen,

kinderen met een ernstige hersenbeschadiging zullen hier waarschijnlijk niet toe in staat zijn.

De studie van Reilly et al. (1996) toont aan dat 90% van de kinderen met CP ook orale

motorische problemen heeft. Zuigen of slikken is moeilijker, waardoor zij ondervoed kunnen

raken. Andersson and Mattsson (2001) geven in hun studie naar de problemen bij mensen met

CP aan dat CP in 80% van de gevallen ook gepaard gaat met contracturen in de spieren van de

aangedane ledematen.

1.2.2. Andere problemen

Afhankelijk van het subtype van CP hebben 25 tot 80% van de mensen met CP bijkomende

problemen (Odding et al., 2006). De symptomen situeren zich naast de verstoorde motoriek ook

op het domein van de ontwikkeling, de cognitie, de communicatie en de sensoriek. De studie

van Liptak et al. (2001) toont aan dat hoe groter de motorische problemen zijn, hoe groter

waarschijnlijker de kans op bijkomende problemen zijn. De kinderen met de meeste motorische

problemen hebben ook de laagste mentale leeftijd, hebben de meeste moeilijkheden met eten

en hebben vaak ademhalingsproblemen (Liptak et al., 2001).

De verstoring van de sensoriek kan problemen met zicht, gehoor of gevoel tot gevolg hebben

(Rosenbaum et al., 2007). De visuele problemen uiten zich op verschillende manieren. Scheel

kijken, een lui oog (amblyopia) hebben, niet kunnen scherpstellen van het beeld of een deel van

Page 13: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

4

het gezichtsveld verliezen, zijn visuele beperkingen die vaak voorkomen bij kinderen met CP.

60 tot 80% van de kinderen met CP heeft deze visuele beperkingen (Black, 1982).

Kinderen met CP hebben ook een verhoogde kans op verstandelijke problemen. De ernst van

deze problemen kan erg variëren. Ook Autism Spectrum Disorder (ASD) komt volgens

Christensen et al. (2014) bij ongeveer 7% van de personen met CP voor. ASD zorgt voor een

verminderde sociale functie en communicatie en bemoeilijkt soms ook het leerproces van een

kind.

Tot slot komen ook spraak- en dus communicatiestoornissen geregeld voor. Dit varieert van

enkel moeite hebben met het spreken tot de onmogelijkheid zinnen te bouwen of nieuwe

woorden te leren. Er kan ook een combinatie van verschillende aandoeningen voorkomen. In

dit geval spreekt men van comorbiditeit. Om een aangepaste en geschikte therapie uit te werken

zal elk kind uitgebreid gediagnosticeerd moeten worden. Daarnaast kunnen echter ook

algemene, motorische therapieën zeker een positief effect hebben (Van Den Broeck et al.,

2010).

Evaluatie motoriek

De motoriek bij kinderen met CP kan getest en geclassificeerd worden op verschillende

manieren. In volgend onderdeel worden enkele testmethoden beschreven die een optie zouden

kunnen zijn binnen deze studie. Onderstaande testen variëren van heel uitgebreide en grote

testen naar heel specifieke en vaak kortere testen. Het doel van iedere test varieert dan ook.

Voor deze studie wordt gezocht naar een testmethode die duidelijke verandering ten gevolge

van een interventie kan aantonen. Als eerste worden enkele vragenlijsten voorgesteld die de

groot-motorische en fijn-motorische functionaliteit van een kind met CP in kaart brengt.

Eén van de meest gekende methoden om kinderen met CP te classificeren volgens functieniveau

is het ‘Gross Motor Function Classification System’ (Palisano et al., 1997). Hierbij wordt een

score toegekend aan het vermogen om groot-motorische bewegingen uit te voeren, waarbij de

functionaliteit van zowel de bovenste ledematen als de onderste ledematen wordt bevraagd. De

vragenlijst werd later uitgebreid en verbeterd en wordt nu het ‘Gross Motor Function

Classification System Expanded & Revised’ genoemd. Momenteel worden onder meer het zit-

Page 14: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

5

en wandelvermogen en de evenwichtstoestand van het kind bevraagd. Omdat de vragenlijst een

goed beeld geeft van de functie van een individu, wordt deze onderverdeling in de literatuur

vaak gebruikt als selectiecriterium. Level I zijn de kinderen met CP die vaak wel nog kunnen

wandelen zonder hulpmiddelen. Level V zijn kinderen die heel veel moeite hebben om zich te

verplaatsen, zelfs met hulpmiddelen. Zij zijn veel meer groot-motorisch beperkt. De inter- en

intra-raterbetrouwbaarheid van de test werd goed bevonden: de verschillende beoordelaars

tekenden bijna dezelfde resultaten op en ook wanneer dezelfde beoordelaar het kind na één

maand opnieuw scoorde, bekwam hij hetzelfde resultaat. Wanneer deze test door de ouders

wordt gebruikt om het kind te evalueren en hun resultaten worden vergeleken met die van de

therapeuten, blijkt dat de ouders over de hele lijn iets strenger zijn (Silva et al., 2013).

De Manual Ability Classification System (MACS) is een vragenlijst die de functionaliteit van

de hand van kinderen met CP in dagelijkse taken scoort. Opnieuw zijn er vijf levels waarbij

Level I de kinderen zijn die de meeste functionaliteit hebben en Level V de kinderen die bijna

geen handelingen met hun handen kunnen uitvoeren (Arner et al., 2010). De kinderen in Level

V moeten dus bijna permanent geholpen worden, terwijl de kinderen in Level I een zekere

zelfstandigheid hebben. Zowel de inter-raterbetrouwbaarheid tussen therapeuten onderling, als

die tussen therapeuten en ouders was goed. Deze hadden respectievelijk een intraclass correlatie

coëfficiënt van 0.97 en 0.96 (Eliasson et al., 2006).

Als laatste wordt de ABILHAND-Kids questionnaire, ontwikkeld door Arnould et al. (2004).

Deze vragenlijst heeft tot doel de functionaliteit in dagelijkse taken van kinderen met CP te

scoren. Die taken zijn onder andere een rits opendoen, een T-shirt uitdoen, tandpasta op een

tandenborstel duwen, een glas water vullen en dergelijke (Durez et al., 2007).

Vervolgens worden enkele testbatterijen besproken. Een testbatterij om de groot- en fijn-

motorische vaardigheden te meten is de Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, ook

wel de BOT-2 genoemd (Arnould et al., 2004). Deze test bestaat uit 53 items georganiseerd in

acht subtesten. Vier van deze subtesten hebben betrekking op de groot-motorische

vaardigheden en vier op de fijn-motorische bewegingen. Zo evalueert de BOT-2 onder andere

de kracht, de behendigheid, de handcoördinatie en de lichaamscoördinatie van kinderen. De

volledige test neemt één uur in beslag, maar de kortere versie met slechts 14 items, duurt maar

20 minuten. In de BOT-2 test zitten onder andere het vangen van een bal, het dribbelen met een

Page 15: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

6

bal en het uitknippen van een cirkel verwerkt (South and Palilla, 2013). De BOT-Short-Form,

de verkorte versie van de BOT-2, is een valide test om de motorische behendigheid van

kinderen van verschillende leeftijden te bekijken en met elkaar te vergelijken, maar is niet

betrouwbaar voor kinderen onder de 6 jaar (Venetsanou et al., 2009).

Verschillend van de BOT-2 is de QUEST, de Quality of Upper Extremity Skills Test, een test

die enkel de kwaliteit van de bewegingspatronen van de bovenste extremiteiten bij kinderen

met hersenverlamming meet. De QUEST evalueert op vier domeinen: onafhankelijke

bewegingen (van de hand, de schouder, de elleboog en de vingers), grijpen, beschermende

strekreflex (voorkomen voorwaarts, zijwaarts of achterwaarts vallen) en gewichtsbelasting

(bijvoorbeeld op de armen steunen tijdens het liggen). De QUEST wordt gebruikt bij kinderen

tussen 18 maanden en acht jaar en heeft een goede betrouwbaarheid, namelijk een inter-

raterbetrouwbaarheid van 0,96 en een test-hertest betrouwbaarheid van 0,95 (Hickey and

Ziviani, 1998). De test is relatief uitgebreid en neemt 30 tot 45 minuten in beslag (DeMatteo et

al., 1993). Toch wijst onderzoek uit dat de QUEST-methode niet echt geschikt is om progressie

of regressie na een bepaalde interventie in kaart te brengen. Ook tonen Thorley et al. (2012)

aan dat de totale score van de QUEST niet valide is. De resultaten kunnen dus enkel per domein

en per lidmaat gerapporteerd worden. Om een goed en objectief beeld te krijgen van de

functionaliteit van de bovenste extremiteiten zou je de QUEST moeten combineren met een

andere motorische testbatterij. (Hickey and Ziviani, 1998).

Net als de QUEST scoort de Melbourne Assessment of Unilateral Upper Limb Function de

functionele beweeglijkheid van de bovenste extremiteiten van kinderen met CP. De Melbourne

Assessment test evalueert vier elementen van de bewegingskwaliteit van de bovenste

ledematen: bewegingsbereik, nauwkeurigheid, vloeiendheid en beweeglijkheid. Deze test doet

dit aan de hand van 14 opdrachten waarbij de proefpersoon naar een object moet reiken, het

moet grijpen en moet manipuleren. De Melbourne Assessment of Unilateral Upper Limb

Function scoort heel goed het vermogen om zelfstandig dagelijkse taken als aankleden, naar

toilet gaan, ... uit te voeren (Bourke-Taylor, 2003). Er is een sterk verband tussen de resultaten

van de Melbourne Assessment test en de resultaten van de QUEST. Hieruit wordt

geconcludeerd dat beide testen dezelfde zaken meten en dat beide betrouwbare testen zijn om

de bovensten extremiteiten van iemand met CP te evalueren (Klingels et al., 2008).

Page 16: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

7

Om de progressie die mensen met CP maken, door een interventie of een ingreep, te kunnen

meten, wordt binnen een klinische setting meestal gebruik gemaakt van onderstaande

motorische testbatterijen. Ook deze testen onderzoeken de functionaliteit van de bovenste

ledematen en meer specifiek de handen.

De SHAP, Southampton Hand Assessment Procedure, is een kwantitatieve testmethode om de

handfuncties te scoren. De test bestaat uit zes objecten waarmee telkens twee taken moeten

worden uitgevoerd en 14 taken uit het dagelijkse leven (Kyberd et al., 2009). Aangezien de

Southampton Hand Assessment Procedure door het gebruik van relatief grote objecten niet

geschikt is voor kinderen, werd er een SHAP-C, Southampton Hand Assessment Procedure for

Children, met kleinere objecten, ontwikkeld. De taken worden op eenzelfde schaal gescoord en

dus wordt er gebruik gemaakt van zes scores op zes verschillende grijppatronen. De

betrouwbaarheid van deze test voor kinderen werd nagegaan en men kon concluderen dat de

intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid goed was. De inter-raterbetrouwbaarheid daarentegen werd

minder goed bevonden (Vasluian et al., 2014).

De Jebsen Taylor Hand Function Test (JTHFT), is een vergelijkbare test en heeft een

vergelijkbare setting als de SHAP-C-test. Er worden onder andere blikken, munten en

speelkaarten gebruikt (Trotter et al., 1969). De test is gemaakt voor kinderen vanaf vijf jaar en

ouder en bestaat uit zeven gestandaardiseerde subtesten zoals het oppikken van speelkaarten of

munten. Hierbij wordt telkens geregistreerd hoeveel tijd een kind voor een bepaalde handeling

nodig heeft. Wagner and Davids (2012) en Sears and Chung (2010) vonden echter een slechte

correlatie tussen de JTHFT en de MHQ (Michigan Hand Outcomes Questionnaire). De

validiteit van de JTHFT wordt dus sterk in twijfel getrokken. De MHQ is een valide en

betrouwbare test voor het meten van de handfuncties (Chung et al., 1998).

De AHA-test, Assisting Hand Assessment, is een test die de functie van de aangetaste hand

evalueert tijdens bimanuele taken en dit voor kinderen tussen 18 maanden en twaalf jaar met

bijvoorbeeld hemiplege CP. Deze test brengt in beeld hoe het kind zijn twee handen samen

gebruikt op een natuurlijke manier. De AHA-test duurt slechts vijftien minuten en is geschikt

om de effectiviteit van een interventie te meten bij kinderen met hemiplege CP of obstetrische-

plexus brachialislaesie. Er is nog verder onderzoek nodig om deze test toe te passen bij kinderen

met een gelijkaardige afwijking. Aangezien er nog geen duidelijke handleiding is, moeten de

Page 17: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

8

afnemers een opleiding van ongeveer drie dagen volgen. Daarnaast is de test niet geschikt voor

kinderen met bilaterale afwijkingen (Bower, 2013). Tijdens de test wordt het kind gefilmd

terwijl het speelt met standaard speelgoed (Krumlinde-Sundholm et al., 2007).

Een hele eenvoudige en korte test die de handfunctie kan meten is de Box and Block test. Het

is een test waarbij binnen de minuut zo veel mogelijk blokjes met één hand van de ene kant

naar de andere kant van een box moeten worden gelegd. Deze test kan zowel met de linker-, als

met de rechterhand uitgevoerd worden. Voor deze test zijn normatieve waarden beschikbaar

voor vrouwen en mannen afzonderlijk en deze zijn nogmaals onderverdeeld in verschillende

leeftijdscategorieën vanaf zes jaar. De scores kunnen makkelijk vergeleken worden met die van

leeftijdsgenoten. Deze test wordt dan ook vaak gebruikt voor het evalueren van interventies die

bedoeld zijn om de handfuncties te verbeteren (Mathiowetz et al., 1985). Wel moet er rekening

mee gehouden worden dat de test leeftijdsgebonden is: een kleine progressie na een lange

interventie is dus niet steeds te wijten aan de therapie zelf, maar kan ook te wijten zijn aan het

feit dat het kind ouder wordt en hierdoor beter scoort op de test (Mathiowetz et al., 1985).

Tot slot worden twee testmethoden besproken die voornamelijk in labo-settings worden

gebruikt om bewegingsvaardigheden te meten. Als aanvulling op de vragenlijsten en

testbatterijen kan gebruik gemaakt worden van EMG en 3D-beelden. In combinatie geven zij

een volledige weergave van het ziektebeeld.

Met een EMG wordt gekeken naar de werking van spieren bij het uitvoeren van een beweging.

In het onderzoek van Tang et al. (2017) wordt aan de proefpersonen gevraagd drie bewegingen

uit te voeren. Hierbij wordt de spieractiviteit gemeten door elektroden op het huidoppervlak te

bevestigen. In dit onderzoek werd vastgesteld dat de spieractiviteit van een persoon met CP in

vergelijking met die van een normaal ontwikkeld persoon duidelijk verschillend is.

In het onderzoek van Jaspers et al. (2011) werd gebruik gemaakt van 3D-beelden om de

bewegingspatronen van normaal ontwikkelde kinderen te vergelijken met die van kinderen met

hemiplege CP. De kinematica van een beweging kan aan de hand van 3D-beelden herhaaldelijk

en in detail geanalyseerd worden. Verschillende beelden kunnen dus in tijd en ruimte

vergeleken worden. De 3D-analyse is een betrouwbare meetmethode en dus geschikt om

beweegpatronen in klinische settings te analyseren (Kainz et al., 2017).

Page 18: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

9

In dit onderzoek zal er echter geen gebruik gemaakt worden van de voorgaande testen die in

een laboratorium worden uitgevoerd.

Therapeutische benadering motorische problemen

Gezien de grote verscheidenheid in ernst en dysfunctie bij kinderen met CP bestaat er een breed

spectrum aan behandelingen. Een kind met CP heeft bovendien nood aan verschillende soorten

therapieën: fysieke oefeningen, fijn-motorische dagdagelijkse oefeningen, taal- en

spraakoefeningen,... Ook zwemmen en hypotherapie kunnen helpen bij het versterken van de

zwakkere spieren en het ontspannen van de gespannen spieren (Kupper, 2001). Onderzoek toont

echter aan dat deze behandelingen niet allemaal even effectief of wetenschappelijk onderbouwd

zijn. Om therapeuten te ondersteunen en een oordeel te geven over de verscheidene

benaderingen zijn verschillende therapeutische benaderingen reeds onderzocht op hun

effectiviteit en bruikbaarheid. Hieronder wordt onder andere de review van interventies bij

kinderen met CP van Novak et al. (2013) en de studie rond stretching bij kinderen met CP van

Pin et al. (2006) besproken. Op basis van deze onderzoeken kan dan een aanpak aanbevolen

worden. Novak et al., (2013) hebben in een systematische review de effectiviteit van therapieën

onderzocht. Figuur 1 toont alle onderzochte therapieën, opgedeeld in verschillende

doelgebieden.

Page 19: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

10

Fig

uu

r 1: b

ubb

le cha

rt met in

terventies vo

or kin

deren

met C

erebra

le Pa

rese. (uit N

ova

k et al., 2

013

)

De g

roo

tte van

de b

ubb

le is geco

rreleerd m

et het vo

lum

e van

het g

epu

bliceerd

e bew

ijs. Ho

e gro

ter de b

ub

ble, h

oe m

eer gep

ub

liceerd b

ewijs.

De kleu

renco

de w

ijst op

effectiviteit: gro

en sta

at vo

or een

effectieve thera

pie, o

ran

je voo

r on

zeker over h

et effect en ro

od

voo

r ineffectiviteit.

De p

laats o

p d

e y-as g

eeft de sco

re op

de G

rad

e System

Ra

ting

aan

. Ind

ien h

et ond

erzoek kw

alita

tief zeer go

ed is en

het een

sterk bew

ijs

voo

r effect aa

ng

eeft, da

n za

l het h

oo

g o

p d

e y-a

s staa

n.

Page 20: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

11

De 10 doelgebieden verwijzen naar de specifieke vaardigheid of functies waar de verschillende

therapieën op ingrijpen. Spasticiteit, spierlengte, spierkracht, motorische vaardigheden,

zelfredzaamheid, communicatie, zelfstandig eten, gedrag en sociale vaardigheden,

betrokkenheid van ouders en botdensiteit worden onderscheiden.

Binnen het domein van deze masterproef, namelijk motorische vaardigheden, zijn onderstaande

therapieën de 6 meest effectieve motorische interventies uit de review: Bimanual training,

Constraints-induced movement therapy (CIMT), Context-focused therapy, Fitness training,

Goal-directed training/functional training and Occupational therapy after BoNT (Botulinum

Toxin).

In de studie van Löwing et al. (2009) werd het effect van Goal-directed therapy (GDT) en

Activity focused therapy (AT) bij kinderen met CP onderzocht. Goal-directed therapie valt

binnen de context waarin de uiteindelijke motorische beweging later ook uitgevoerd zal

worden. Men zal stap voor stap realistische doelen stellen om zo de aandacht en de motivatie

hoog te houden en het kind inspanningen te laten leveren om doelgerichte oplossingen te

ontwikkelen. In een op activiteit gefocuste therapie zullen eerder functionele (deel)bewegingen

herhaaldelijk worden ingeoefend en niet steeds binnen de context waarin de beweging later

gebruikt zal worden. Uit deze studie blijkt dat er een duidelijke verbetering is in de uitvoering

van de dagelijkse activiteit en de groot-motorische taken bij de kinderen die de goal-directed

therapy volgden. De kinderen die de activity-focused therapy volgden, toonden daarentegen

geen significante verbetering. Goal-directed therapy is dus mogelijks een effectieve methode

om de motorische vaardigheden bij kinderen met CP te verbeteren.

Ook de Constraint-induced movement therapy (CIMT) blijkt een effectieve therapie te zijn.

Deze therapie poogt om het gebruik van het goede lichaamsdeel tegen te gaan om zo het gebruik

van het aangetaste lichaamsdeel te stimuleren. Het herhaaldelijk inoefenen van gestructureerde

bewegingspatronen met het aangetaste lichaamsdeel tracht de motorische vaardigheid van dat

lichaamsdeel te bevorderen. Uit de studie van Gordon et al. (2006) blijkt bovendien aan dat het

effect van een CIMT bij kinderen met CP van 4 tot 8 jaar hetzelfde is als dat bij kinderen van 9

tot 13 jaar. Dit toont aan dat het effect niet leeftijdsgebonden is. CIMT kan dus gebruikt worden

om de motorische functies van de bovenste ledematen bij kinderen met hemiplegie te

verbeteren.

Page 21: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

12

Helaas wordt in de review ook vastgesteld dat er bij veel onderzochte therapieën geen

wetenschappelijk bewijs gevonden wordt voor de effectiviteit. Enkele zouden zelfs schadelijk

zijn voor de patiënt (uit Novak et al., 2013).

Neurodevelopmental therapy (NDT), ook wel gekend als Bobath, is een therapie die vandaag

de dag vaak wordt gebruikt om de motorische vaardigheden van bepaalde doelgroepen te

verbeteren. De doelgroepen zijn bijvoorbeeld personen die revalideren na een beroerte, maar

ook bij kinderen met CP wordt deze therapie toegepast. In de Bobaththerapie zal de therapeut

key points gebruiken om de foute of abnormale reflexen te vermijden. Men zal de patiënt zo

veel mogelijk zelf laten aanvoelen hoe een beweging moet worden uitgevoerd. De grondleggers

van deze methode, Karel Bobath en Bertha Bobath, geloven dat je door de proximale ledematen

te sturen, de distale ledematen kan beïnvloeden en zo deze beweging ook kan controleren. Er

wordt dus niet gefocust op 1 spiercontractie, maar eerder op het volledige lichaam en de

sensorimotoriek ervan. Er wordt meer probleem-oplossend dan taakgericht gewerkt

(Velickovic and Perat, 2005). Novak et al. (2013) tonen in hun review echter aan dat er voor de

Bobathmethode geen wetenschappelijk bewijs van effectiviteit is. Ook uit een recent

verschenen systematische review van Brown and Burns (2017) blijkt dat de effectiviteit van

Neurodevelopmental Therapy onduidelijk is. Sommige onderzoeken tonen een verbetering,

maar andere tonen geen systematische verbetering. Uit het onderzoek van Kollen et al. (2009)

blijkt dat Bobath niet effectiever is dan een alternatieve therapie.

Tot slot is ook rond de stretchmethode nog verder onderzoek nodig omdat over deze methode,

die nochtans vaak wordt toegepast, nog maar weinig wetenschappelijke kennis voorhanden is.

Met deze methode poogt men om de verkorte spieren van kinderen met CP terug op lengte te

krijgen of te verlengen en zo de beweeglijkheid ervan te vergroten. Vervolgens tracht men met

deze methode de spasticiteit te verminderen en de wandelefficiëntie te vergroten. Onderzoek

toont echter geen of slechts een kleine verbetering aan (Pin et al., 2006).

Dit onderscheid in effectiviteit van therapieën toont aan dat er nood is aan wetenschappelijke

onderbouwing van een gekozen therapeutische aanpak. Daarnaast is de keuze van een therapie

ook afhankelijk van het doel dat vooropgesteld wordt. Dit kan gaan van de verbetering van de

grove tot de fijne motoriek, maar kan ook niet-motorische doelen includeren zoals

spraakfunctie, computergebruik of zelfredzaamheid.

Page 22: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

13

Impliciet en expliciet leren

Bij de keuze van een therapie wordt best rekening gehouden met de wetenschappelijke

evidentie voor effectiviteit, zoals hierboven beschreven. Hetzelfde geldt uiteraard voor de

aanleermethode die men hanteert bij een therapie. Wat betreft deze methodiek wordt binnen het

vakgebied motorisch leren een onderscheid gemaakt tussen impliciet en expliciet leren. Om een

therapie impliciet of expliciet aan te brengen, worden verschillende aspecten in rekening

gebracht. Beide methoden verschillen sterk op vlak van instructiewijze.

Bij een expliciete aanleermethode worden veel analytische instructies gegeven die op het

lichaam gericht zijn en is de leerling bewust bezig met zijn leerproces. Hier wordt ‘declarative

knowledge’ opgebouwd rond de vaardigheid. ‘Declarative knowledge’ is kennis rond feiten en

uitvoeringsregels die ook verbaal kunnen worden gereproduceerd. Het beschrijven van de

beweging, het geven van feedback op de uitvoeringswijze en het stellen van vragen over de

uitvoering aan de leerling, zorgen ervoor dat de leerling expliciet zal leren. Expliciet leren

brengt bijgevolg hoge cognitieve belasting teweeg (Sun et al., 2005). In veel onderwijs- en

sportcontexten wordt expliciet leren gebruikt, aangezien er op aandachtspunten en feedback

kan worden gefocust. Op deze manier is er veel potentieel om tot een correcte uitvoering en

voldoende kennis over de beweging te komen.

Daarentegen houdt impliciet leren in dat de leerling geen intentie heeft om te leren of onbewust

aan het leren is. Om impliciet leren te stimuleren wordt een omgeving gecreëerd die ervoor

zorgt dat de leerling de onderliggende regel van een beweging kan ervaren, zonder er expliciet

de aandacht op te vestigen (Koedijker et al., 2007). Bovendien wordt bij de impliciete

aanleermethode weinig tot geen feedback gebruikt over de beweging op zich. Er wordt eerder

nadruk gelegd op het resultaat van de beweging (Dunnen and Grift, 2014). Door een secundaire

taak te geven, zoals rekensommen maken, kan een therapeut er ook voor zorgen dat een

vaardigheid impliciet wordt geleerd. Hierdoor zal het werkgeheugen minder actief zijn en zal

er rond de motorische vaardigheid ‘procedural knowledge’ in plaats van ‘declarative

knowledge’ worden opgebouwd. ‘Procedural knowledge’ is kennis die onbewust wordt

opgebouwd door ervaring en deze kennis kan moeilijk of niet verbaal worden gerapporteerd

(Steenbergen et al., 2010). De studie van Maxwell et al. (2017) toont aan dat impliciet leren bij

Page 23: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

14

kinderen met een motorische achterstand mogelijks voor betere resultaten kan zorgen dan

expliciet leren. Ze geven echter wel aan dat hier nog meer onderzoek nodig is.

Ongeacht deze lagere belasting van het werkgeheugen toont onderzoek aan dat ‘statistical

learning’, een bepaalde vorm van impliciet leren, gunstig is om zelf linken te leren leggen tussen

de aangebrachte leerstof. ‘Statistical learning’ is een vorm van leren waarbij geen instructies,

bevestiging of feedback wordt gegeven. Het kind ontdekt de leerstof als het ware zelf. Dit zorgt

ervoor dat de leerstof op een hoger niveau verwerkt wordt. Dit levert reeds positieve resultaten

op bij jonge kinderen (Aslin, 2016). Wanneer men sneller en gemakkelijker linken legt, zal men

ook sneller en gemakkelijker nieuwe informatie opnemen.

Verder tonen de studies van Masters (1992) en Steenbergen et al. (2010) aan dat er na het

impliciet aanleren van een vaardigheid beter gepresteerd wordt onder psychologische druk.

Motorische vaardigheden zijn dus beter bestemd tegen angst en vermoeidheid wanneer ze

impliciet aangeleerd zijn. Ook het onderzoek van Maxwell et al. (2001) toont aan dat wie een

vaardigheid op een impliciete manier aanleert, minder contextueel gebonden is en minder

moeite heeft met een secundaire taak dan wie de vaardigheid op een expliciete manier aanleert.

De taak impliciet of errorless aanleren, houdt in dat je tijdens de aanleerfase weinig tot geen

fouten zal maken. In het onderzoek rond minigolf zal deze groep dicht bij de hole beginnen en

stap voor stap verder gaan. De groep die de taak expliciet of errorful aanleert, start op 2 meter

afstand van de hole en komt telkens dichterbij. Die groep maakt dan ook meer fouten tijdens

het aanleren van de vaardigheid.

Een laatste manier van impliciet leren is het analogie-leren. In het analogie-leren wordt de

essentie van een complexe beweging omgezet in een metafoor en wordt deze metafoor gebruikt

als instructie. Men kan bijvoorbeeld de metafoor ‘ganzenkop’ gebruiken om zo de leerling de

follow-through in een basketbalworp correct te laten uitvoeren (Liao and Masters, 2001). De

leerling zal dan onbedoeld de correcte polsslag als einde van een basketworp toepassen door de

metafoor toe te passen. ‘Teken een rechthoekige driehoek in de lucht en raak de bal wanneer je

de schuine zijde tekent’ is een ander voorbeeld dat tafeltennistrainers kunnen gebruiken om de

topspin-forehand aan te leren. Het analogie-leren zorgt er niet voor dat men sneller leert dan bij

het expliciet leren, maar wel dat de leerling beter zal presteren wanneer er een secundaire taak

Page 24: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

15

bijkomt of wanneer hij onder psychologische druk komt te staan. De aangeleerde vaardigheid

is beter bestand tegen veranderende omstandigheden (Koedijker et al., 2007).

Zowel de impliciete als expliciete leerstrategie hebben dus voor- en nadelen. Bij expliciet leren

zal de kennisopbouw rond een beweging sneller verlopen, maar bij impliciet leren zal de

verworven kennis minder snel verloren gaan.

Ongeacht de voor- en nadelen van zowel impliciet als expliciet leren, tonen vele studies aan dat

ieder kind een voorkeur heeft voor een bepaalde (aan)leermethode. Ook is er bij het aanleren

van een nieuwe vaardigheid vaak interactie tussen het impliciet en het expliciet leren (Sun et

al., 2007). Daarom wordt aangeraden om in het onderwijs verschillende methoden te gebruiken

om aan de noden van ieder kind te kunnen voldoen.

Theoretisch is het duidelijk dat impliciet leren mogelijkheden biedt om kinderen met CP te

begeleiden. Vermoed wordt, door gelijkenis met sport- en onderwijscontexten en door

rapportage van therapeuten die dit onderzoek mee ontwikkelden, dat heden ten dage expliciet

leren het meest gebruikt wordt in revalidatiecentra.

Implementatie impliciet leren in een ecologische context

De ontwikkeling van de juiste therapie, met correct wetenschappelijk onderbouwd bewijs voor

effectiviteit, is een eerste stap bij de behandeling van kinderen met CP. Daarnaast is het ook

van belang de juiste methode te hanteren om de gekozen therapie aan te brengen bij kinderen.

Novak et al. (2013) deden een review naar een aantal therapieën die bij kinderen met CP worden

gebruikt. De combinatie van de juiste therapie met de juiste aanleermethode moet de grootste

effectiviteit teweeg brengen. In dit onderzoek wordt vanuit de literatuur verwacht dat een

impliciete leermethode gebruikt wordt bij kinderen met CP. In de praktijk echter beschikken

niet steeds alle therapeuten over voldoende kennis om impliciet leren te gebruiken. Daarom

wordt impliciet leren aan de hand van een interventie geïmplementeerd in een ecologische

context. Hiermee wordt een realistische revalidatiesetting bedoeld. Impliciet leren zal dus in

theorie en praktijk aangebracht worden in een centrum waar kinderen met CP behandeld

worden.

Page 25: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

16

Deze implementatie van impliciet leren heeft het potentieel om elke medewerker te informeren

en te overtuigen van een impliciete leermethode, maar mogelijks brengt deze implementatie

ook enkele problemen met zich mee. Elke therapeut krijgt vanuit zijn opleiding een variëteit

aan behandelmogelijkheden mee, waaruit men in de praktijk zelf een selectie zal maken.

Verschillende generaties van therapeuten kunnen bovendien een andere visie hebben en

mogelijks andere therapieën gebruiken. In een ideale situatie zal elke therapeut zich blijvend

bijscholen en ook wetenschappelijke literatuur aanwenden om de gebruikte therapie steeds te

vernieuwen en te verbeteren. In de praktijk wordt helaas vaak een discrepantie tussen nieuw

wetenschappelijk onderzoek en de praktijksetting gevonden. In dit onderzoek krijgen de

medewerkers van het centrum de mogelijkheid een interventie over impliciet leren bij kinderen

met CP te volgen. Daarna wordt hen gevraagd deze methode te implementeren in hun therapie.

Hiervoor moet tijd en materiaal beschikbaar gesteld worden, wat een inspanning vraagt van

zowel de medewerkers als de directie. De therapeuten moeten zich beschikbaar stellen om de

bijscholing omtrent impliciet leren te volgen. Enkel op deze manier kan met zekerheid gesteld

worden dat de kinderen een impliciete leermethode aangeboden krijgen. Daarvoor moeten

therapeuten echter bereid zijn hun klassieke aanpak opzij te zetten. Mogelijks is er een verschil

tussen de bereidheid van de verschillende therapeuten om hun dagelijkse methode aan te passen

na de interventie. Daarom is het nodig om de haalbaarheid van bepaalde benaderingen en

therapieën die in gecontroleerde setting effectief bleken, te testen in de praktijk.

Samenvatting, doelstellingen en hypothesen

CP is een niet-progressieve aandoening die veroorzaakt wordt door hersenbeschadiging voor,

tijdens of vlak na de geboorte. CP komt op verschillende gebieden tot uiting. Onder meer

groeiproblemen, spraak- en taalproblemen en motorische ontwikkelingsproblemen komen

geregeld voor (Lin, 2003).

Zoals eerder aangehaald is er een grote verscheidenheid in ernst en dysfunctie bij kinderen met

CP. Novak et al. (2013) tonen in een review aan dat er enkele effectieve behandelingen bestaan,

maar ook dat er heden ten dage behandelingen worden toegepast die geen effect opleveren of

waarvoor er een gebrek aan wetenschappelijk bewijs is.

Page 26: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

17

Naast de keuze van therapie moet er ook een aanleermethode geselecteerd worden. Expliciet

leren is een methode waarbij heel bewust met het leerproces wordt omgegaan. De bewegingen

worden analytisch ontleed (Steenbergen et al., 2010). Impliciet leren is een leermethode waarbij

vaardigheden worden geleerd op een onbewuste manier. Er wordt doelgericht gewerkt, zonder

na te denken over de beweging op zich. Maxwell et al. (2017) tonen aan dat impliciet leren bij

kinderen met een motorische achterstand voor betere resultaten kan zorgen dan expliciet leren.

In deze studie zal impliciet leren bij kinderen met een hersenverlamming geïmplementeerd en

geëvalueerd worden. Aangezien dit een implementatie is van een ‘nieuwe’ therapie binnen een

ecologische context, maken ook de therapeuten, de kinesitherapeuten en de begeleiders die de

kinderen vaardigheden aanleren, deel uit van dit onderzoek. Dit onderzoek is dan ook tweeledig.

Enerzijds wordt onderzocht of de impliciete leermethode effectief voor een groter leerresultaat

zorgt bij kinderen met CP dan de traditionele (meer expliciete) methode. Anderzijds zal

nagegaan worden of het implementeren van een impliciete leerstrategie haalbaar is in een

ecologische context.

Uit bovenstaande literatuur, het theoretisch kader en de studie van Maxwell et al. (2017) blijkt

dat impliciet leren bij kinderen met CP voor betere resultaten kan zorgen dan expliciet leren.

De eerste hypothese stelt dan ook het volgende:

‘kinderen met CP zullen aan de hand van een impliciete aanleermethode een grotere progressie

maken in motorische vaardigheden van de bovenste extremiteiten, dan aan de hand van een

expliciete methode’.

Volgens het onderzoek van Novak & Cusick (2006) verhoogt de kans op slagen van de

implementatie van een therapie in een ecologische context, indien rekening wordt gehouden

met vijf actiefases. Deze vijf actiefases komen overeen met de vier Quality Implementation

Framework (QIF) fases, specifieke acties en gedragingen die moeten worden toegepast om de

kwaliteit van een implementatie te verhogen. Deze vier QIF fases werden opgesteld aan de hand

van 25 onderzoeken rond implementatie frameworks (Meyers, Durlak, & Wandersman, 2012).

Op basis van deze studies rond implementatie resulteert de tweede hypothese in:

‘de implementatie van de impliciete aanleermethode in een ecologische context is bruikbaar en

effectief, mits deze op een kwalitatief hoogstaande manier gebeurt’.

Page 27: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

18

Methode

Context

In het schooljaar 2017-2018 startte een nieuw initiatief in het revalidatiecentrum Ten Dries

(Landegem). In dit revalidatiecentrum krijgen onder meer kinderen met CP kinesi- en andere

vormen van therapie. Het centrum kreeg de mogelijkheid een extra uur bewegingstherapie aan

zijn werking toe te voegen. Om dit extra uur therapie zo functioneel mogelijk in te vullen, vroeg

het centrum aan de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent een

geschikte bewegingstherapie op te stellen. Door de bewegingstherapie wetenschappelijk te

onderbouwen wilden de initiatiefnemers maximaal leerresultaat behalen met de kinderen. Het

extra uur bewegingstherapie werd de ‘Hands-up’-training gedoopt, om duidelijk een

onderscheid te maken met andere therapieën die de kinderen krijgen. Deze context bood een

geschikte, ecologisch-valide context om de onderzoeksvragen gerelateerd aan deze masterproef

te beantwoorden.

Proefpersonen

Het onderzoek is uitgevoerd met 10 kinderen die lijden aan CP waarvan de specificaties in

Tabel 1 zijn opgenomen. Ieder kind moest de opdrachten van de onderzoekers kunnen begrijpen

en moest in de mogelijkheid zijn bewust de geaffecteerde hand en arm te gebruiken. Aangezien

de proefpersonen dus motorisch en cognitief voldoende ontwikkeld moesten zijn om de

beoogde motorische training te volgen, werden de kinderen die deelnamen aan dit onderzoek

geselecteerd door de therapeuten van het centrum. De ouders en proefpersonen kregen

informatie over het doel en de uitvoering van het onderzoek en gaven daarna hun toestemming

tot deelname.

Page 28: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

19

Tabel 1: specificaties proefpersonen.

MACS: Manual Ability Classification System. Level I zijn de kinderen die de meeste functionaliteit hebben en Level V de

kinderen die bijna geen handelingen met hun handen kunnen uitvoeren (uit Arner et al., 2010).

Materiaal

Dit onderzoek werd opgesteld met twee doelstellingen. Enerzijds werd onderzocht of een

impliciete aanleermethode betere leerresultaten oplevert dan de traditionele, meer expliciete

methode en anderzijds of het mogelijk is een impliciete aanleermethode te implementeren in

een ecologische context. Voor beide onderdelen van het onderzoek werden verschillende

testmethoden gebruikt.

2.3.1. Algemene motorische vaardigheid: QUEST en Box & Block

Om de algemene motorische vaardigheden van de proefpersonen te meten, werd gebruik

gemaakt van twee motorische testbatterijen: de QUEST en Box & Block. De week voor en na

de interventie werden bij de proefpersonen telkens respectievelijk de pretest en de posttest

afgenomen om een objectief beeld van de evolutie te bekomen. Enkel de onderdelen

Specificaties

proefpersonen

Leeftijd

(jaar) Geslacht Vorm CP

Dominante

hand

Totaal

IQ

MACS

(I-V)

Proefpersoon 1 6 V spastisch unilateraal rechts

spastische quadriplegie

spastische hemiplegie

spastisch unilateraal rechts

spastische quadriplegie

spastische quadriplegie

spastische hemiplegie

spastisch unilateraal rechts

spastische quadriplegie

spastische quadriplegie

L 64 II

Proefpersoon 2 6 V L 77 III

Proefpersoon 3 6 V L / II

Proefpersoon 4 8 M L 63 I

Proefpersoon 5 8 V L / III

Proefpersoon 6 9 M R 81-95 III

Proefpersoon 7 9 M L 72 II

Proefpersoon 8 10 V L 88 II

Proefpersoon 9 11 V L / IV

Proefpersoon 10 12 M R 61 II

III

Page 29: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

20

‘dissociated movement’ en ‘grasp’ werden beoordeeld. Om de QUEST uit te voeren was

volgend materiaal nodig: een in hoogte verstelbare tafel en stoel, een blad papier met potlood,

één blok uit de Box & Block, een knikker en een naald (Dematteo & Pollock, 1992). De Box

and Block toolbox bestaat uit 150 kubussen van dezelfde grootte die langs één zijde in een grote

bak geplaatst worden. De bak is in twee verdeeld door een tussenschot. De proefpersonen

moeten de blokken van de ene naar de andere zijde van de bak verplaatsen (Smith, 1961).

In een ideale situatie zou de Southampton Hand Assessment Procedure de voorkeur genieten,

maar door de hoge kost om deze test uit te lenen werd gekozen voor de QUEST. Deze laatste

kan afgenomen worden zonder dat door de testafnemer een uitgebreide training of opleiding

moet worden gevolgd. Daarnaast bestaan er uit andere studies gerapporteerde data van normaal

ontwikkelde kinderen, wat een indicatie kan geven over de functionaliteit van het kind met CP

in vergelijking met normaal ontwikkelde kinderen (Sorsdahl, Moe-Nilssen, & Strand, 2008).

Aangezien de QUEST best gebruikt wordt in combinatie met een tweede test, werd als

aanvulling ook de Box & Block gebruikt om de motorische vaardigheden te testen. Opnieuw

zijn hier gerapporteerde data uit andere studies ter beschikking voor kinderen vanaf 6 jaar. Deze

test geeft een indicatie van de progressie of de evolutie in manuele behendigheid die het kind

maakte tijdens de interventies (Mathiowetz et al., 1985). Deze test kan door iedereen worden

afgenomen en wordt in vele gelijkaardige studies gebruikt om motorische evolutie waar te

nemen.

Studies tonen aan dat de totaalscore van de QUEST niet valide is (Thorley et al., 2012), er wordt

aangeraden om de resultaten enkel per domein te rapporteren. Zo tonen Klingels et al. ( 2008)

aan dat de score op het onderdeel ‘dissociated movement’ sterk overeen komt met de scores op

de Melbourne Assessment, wat een goede validiteit voor specifiek dit onderdeel aantoont. De

betrouwbaarheid van de QUEST is goed. Er is sprake van een inter-raterbetrouwbaarheid van

0,95 en test-hertest betrouwbaarheid van meer dan 0,70 (Dematteo & Pollock, 1992). De studie

van (Jongbloed-Pereboom, Nijhuis-Van Der Sanden, & Steenbergen, 2013) geeft aan dat de

Box & Block een goede betrouwbaarheid heeft met een inter-raterbetrouwbaarheid van 0,85 en

test-hertest betrouwbaarheid van 0,99. Bovendien is deze test valide wanneer deze met de

Movement Assessment Battery for Children – 2 wordt vergeleken.

Page 30: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

21

2.3.2. Specifieke motorische vaardigheid: inschenken en tafeltennis

In dit onderzoek werden naast de gevalideerde, motorische testbatterijen bijkomend twee

vaardigheden getest. Beiden moesten de functionaliteit van de bovenste ledematen en de

posturale controle testen en bovendien relevant zijn voor de dagelijkse activiteiten van de

kinderen. Na overleg met de therapeuten werd gekozen voor de vaardigheden ‘inschenken’ en

‘tafeltennis’ die respectievelijk tijdens de eerste en de tweede interventie werden gescoord.

Bij de vaardigheid ‘inschenken’ was de intentie te testen hoe goed het kind in staat was om een

object met één hand gecontroleerd te manipuleren. Er werd geobserveerd of het kind in staat

was om uit een reservoir dat het met de ene hand vasthield, water te gieten in een recipiënt dat

het met de andere hand vasthield. De niveaus bij deze vaardigheid komen tot stand door te

scoren vanuit welk reservoir en in welk recipiënt de proefpersoon water kan schenken. De twee

verschillende reservoirs, een kan en een fles, bevatten het water bij de start van de test. De

proefpersonen kunnen deze met één of twee handen vasthouden tijdens het schenken. Op deze

manier ontstaan vier niveaus. Van makkelijk naar moeilijk zijn dit respectievelijk: de kan met

twee handen, de kan met één hand, de fles met twee handen en de fles met één hand vasthouden.

Ook de recipiënten waarin het water wordt geschonken, hebben een opdeling volgens niveau.

Opnieuw oplopend in moeilijkheidsgraad zijn dit: een grote emmer, een kleine emmer en een

beker. Door de combinatie van vier reservoir-niveaus en drie recipiënt-niveaus, zijn er in totaal

twaalf mogelijkheden om water te schenken bij de vaardigheid tijdens de eerste interventie.

Wanneer de proefpersoon kan schenken zonder hulp of morsen, wordt de score 1 toegekend.

Wanneer dit niet lukt, wordt de score 0 genoteerd. Tabel 2 is een voorbeeld van een ingevuld

scoreformulier.

Tabel 2: voorbeeld ingevuld scoreformulier van de vaardigheidstest inschenken.

PP1 - PRE Kan - 2 handen Kan - 1 hand Fles - 2 handen Fles - 1 hand SOM

Grote emmer 1 1 1 0

Kleine emmer 1 0 1 0

Beker 1 0 1 0

SOM 7

Page 31: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

22

De vaardigheid ‘tafeltennis’ hield in dat het kind een tafeltennisbal via een stootblok of een

tafeltennispalet naar een target moest slaan. Het target was een muur van één meter breed en

0,75 meter hoog en stond op twee meter afstand van het uiteinde van de tafel. De proefpersoon

bevond zicht achter de tafel op een Tripp Trapp of individueel aangepaste stoel. Hoe dichter de

bal bij het midden van de muur geslagen werd, hoe hoger de score die de proefpersoon kreeg.

De maximale score, wanneer de bal tegen het midden van het target werd geslagen, was drie

punten. Buiten het centrum van de muur leverde twee punten op en ver daarbuiten, maar wel

nog steeds tegen het target, leverde één punt op. De niveaus bij de vaardigheid ‘tafeltennis’

werden als volgt onderverdeeld: van een volledig gesloten context waarbij de bal stil ligt, naar

een meer open context waarbij de bal via een hellend platform met gleufje naar het kind wordt

gerold, met tot slot een situatie waarbij de bal door de therapeut naar het kind kan worden

gestuiterd. In niveau één en niveau drie wordt de bal gestoten via een stootblok en bevinden de

ballen zich op het tafeloppervlak, respectievelijk stilliggend en rollend. In niveau twee, vier en

vijf wordt er met een tafeltennispalet gewerkt. Hier bevonden de ballen zich in de lucht:

hangend of stuiterend.

Tabel 3: voorbeeld ingevuld scoreformulier van de vaardigheidstest tafeltennis.

Niveau 3

- dominante hand

Geraakt en/of

voorwaarts op

tafel

Target Totaal

Bal 1 1 + 3 = 4

Bal 2 1 + 1 = 2

Bal 3 1 + 1 = 2

Bal 4 1 + 0 = 1

Bal 5 1 + 3 = 4

= 13

De vaardigheidstesten en hun scoreformulieren zijn te vinden in bijlage 4 en 5.

Page 32: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

23

2.3.3. Vragenlijsten

Om de implementatie in deze ecologische context na te gaan, werden ook de medewerkers die

in het centrum tewerkgesteld zijn, via vragenlijsten bevraagd. In deze vragenlijsten werd

gepeild naar de bruikbaarheid en effectiviteit van de implementatie. Ook werd er gevraagd naar

de kennis over impliciet leren en hoe het gebruik van deze aanleermethode ervaren werd in de

praktijk. De vragenlijsten zijn opgesteld aan de hand van een 5-punts Likertschaal. De volledige

vragenlijsten, die gebruikt werden voor en na de interventie kunnen in bijlage 1 en bijlage 2

teruggevonden worden.

Procedure

Figuur 2 geeft de verschillende stappen weer die werden doorlopen tijdens dit onderzoek.

Figuur 2: tijdlijn onderzoek

Het onderzoek liep gedurende het schooljaar 2017-2018 en omvatte verschillende onderdelen.

Een eerste vereiste van het onderzoek was de uitvoering van pre- en posttesten. Deze werden

uitgevoerd voor en na de eerste en de tweede interventie om de motorische evolutie van het

kind weer te geven.

De ‘Hands-up’-training bestond uit het oefenen van algemene motorische vaardigheden met de

bovenste ledematen. Gedurende de eerste interventie gebruikten de therapeuten hun traditionele

Page 33: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

24

methode tijdens de ‘Hands-up’-training. Na de eerste 10 weken interventie volgde de

implementatie van impliciet leren, waardoor de therapeuten tijdens de tweede interventie de

‘Hands-up’-training op een impliciete manier konden aanbrengen.

Omdat ook de implementatie van de methode onderzocht zou worden, werd gebruik gemaakt

van een pre- en een post-vragenlijst omtrent de werking van de therapeuten. Hoe de interventies

er concreet uitzagen wordt hieronder beschreven.

2.4.1. Interventie één

De eerste pretest werd afgenomen bij de start van het schooljaar. Daarna volgde de eerste

periode van tien weken Hands-up training. De pretest bestond uit het afnemen van de QUEST,

de Box & Block en de vaardigheidstest ‘inschenken’. Tijdens deze eerste interventie waarin de

kinderen één uur per week ‘Hands-up’-training kregen, werden, zoals reeds beschreven, nog

geen instructies gegeven over welke aanleermethode gebruikt moest worden. De therapeuten

hadden dus de vrijheid hun eigen, traditionele methode toe te passen om de kinderen met CP

therapie te geven.

Tijdens de eerste interventie werd de pretest-vragenlijst (bijlage 1) over de therapie en huidige

werking door alle medewerkers van het centrum, meer bepaald kinesitherapeuten en

begeleiders, ingevuld.

Na de interventie werd de motorische posttest afgenomen. Net zoals bij de pretest bestond deze

dus uit de QUEST, Box & Block en de vaardigheidstest ‘inschenken’. Op deze manier is het

mogelijk een inschatting te maken van de motorische evolutie van de kinderen tijdens de eerste

interventie.

2.4.2. Implementatie impliciet leren

Na de eerste interventie vond de implementatie van impliciet leren plaats. Dit hield in dat alle

medewerkers een informatiesessie kregen over impliciet leren. Zo kregen zij inzicht in wat

impliciet leren is en hoe ze dit in de volgende interventie en in hun eigen therapiesessies konden

toepassen.

Page 34: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

25

Om een zo groot mogelijke succeservaring te bekomen bij de implementatie van een impliciete

aanleermethode werd gewerkt aan de hand van het model opgesteld voor OTHP of

Occupational therapy home programs (Novak and Cusick, 2006). Alhoewel beide contexten,

een thuisprogramma en de context van deze studie, niet geheel overeenkomen zijn ze wel sterk

vergelijkbaar. Aangezien het revalidatiecentrum Ten Dries zelf vragende partij was om op een

wetenschappelijke wijze therapie te ontwikkelen was stap één, het opbouwen van een

collaboratieve relatie met de therapeuten, geen probleem. Stappen twee en drie, respectievelijk

het opstellen van doelen en het selecteren van therapeutische activiteiten, werden tijdens enkele

vergaderingen van de therapeuten en de onderzoekers genomen. Hier werd beslist dat de

implementatie van impliciet leren zou gebeuren aan de hand van verschillende tools. Zo werden

de kinesitherapeuten en begeleiders voorzien van een informatiebundel, een

PowerPointpresentatie (bijlage 3) en een praktijkbundel met voorbeelden. Daarnaast vond er

een info- en oefensessie plaats waar de kinesitherapeuten en begeleiders met elkaar in interactie

konden gaan. Op deze manier werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen impliciet en

expliciet leren en zou elke medewerker in staat moeten zijn om een impliciete aanleermethode

op te stellen en toe te passen. De vijfde en laatste stap, de evaluatie van de interventie, gebeurde

zoals besproken, aan de hand van motorische testbatterijen en vragenlijsten.

2.4.3. Interventie twee

In de tweede schoolweek na de kerstvakantie werd pretest twee afgenomen, waarna de tweede

interventieperiode van tien weken plaatsvond. Tijdens interventie twee werd de ‘Hands-up’-

training op een impliciete manier aangebracht bij de kinderen, zoals de therapeuten hadden

geleerd tijdens de implementatie.

Opnieuw werd er tijdens de interventie een vragenlijst afgenomen (bijlage 2). De vragenlijst

peilde naar de werking, de therapie en de kennis over impliciet leren tijdens de tweede

interventie en bevroeg hoe de implementatie van het impliciet leren ervaren werd.

Na de tweede interventie werd opnieuw een posttest afgenomen. Ook hier waren pretest twee

en posttest twee identiek. Ze bestonden uit de QUEST, Box & Block en de vaardigheid

‘tafeltennis’.

Page 35: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

26

Data-analyse

Voor de analyse van de resultaten werd gebruikt gemaakt van het statistisch

computerprogramma SPSS Statistics 24. Binnen dit programma werd steeds gekozen voor non-

parametrische testen, aangezien er een beperkt aantal proefpersonen steeds voor en na een

interventie getest werden.

Om de mogelijke motorische evolutie van de proefpersonen tijdens interventie één en twee na

te gaan, werd gebruik gemaakt van de Wilcoxon test. Meer specifiek werden de scores op de

motorische pretesten vergeleken met die van de motorische posttesten. Indien p kleiner is dan

0,05 kan besloten worden dat er een significant verschil bestaat tussen de resultaten van de pre-

en de posttest. Om de richting van het verschil te bepalen, moeten bijkomend de gemiddelden

van beide testen vergeleken worden. Naast deze vergelijking, waarin de motorische evolutie

tijdens beide interventies werd geanalyseerd, werden de scores ook vergeleken met beschikbare

referentiescores van de QUEST (Sorsdahl, Moe-Nilssen, & Strand, 2008) en Box & Block

(Jongbloed-Pereboom, Nijhuis-Van Der Sanden, & Steenbergen, 2013; Smith, 1961;

Mathiowetz, Federman, et al., 1985).

Om te bepalen of beide interventies verschillen in effectiviteit, werd opnieuw gebruik gemaakt

van de Wilcoxon test. Voor deze analyse werd het verschil tussen de resultaten van de pre- en

de posttest bij de eerste interventie en het verschil tussen de resultaten van de pre- en de posttest

bij de tweede interventie vergeleken. Opnieuw kan besloten worden dat er een significant

verschil bestaat tussen beide indien p kleiner is dan 0,05.

Als aanvulling op de motorische vooruitgang van de proefpersonen, werd ook gepeild naar de

bruikbaarheid en effectiviteit van de implementatie van impliciet leren. De medewerkers van

het centrum beantwoordden anoniem op de pre- en de post-vragenlijsten. In totaal konden 16

pre- en 14 post-vragenlijsten kwalitatief geanalyseerd worden. Door deze analyse kon besloten

worden of de implementatie effectief en bruikbaar is en of de therapeuten hun therapie konden

aanpassen met de verkregen informatie over impliciet leren. Ter volledigheid werd ook gepeild

naar de ondersteuning van de therapeuten, de aanwezigheid van materiaal en accommodatie en

andere contextvariabelen.

Page 36: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

27

De combinatie van de analyse van de resultaten van de motorische testen en de analyse van de

antwoorden op de vragenlijsten zullen een inzicht geven in de mogelijke toekomst van impliciet

leren bij kinderen met CP, en dit in een ecologische context.

Page 37: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

28

Resultaten

De bespreking van de resultaten zal opgesplitst worden in twee onderdelen volgens het

tweeledig doel van dit onderzoek. In eerste instantie zullen de motorische vaardigheden aan

bod komen en nadien worden de resultaten van de vragenlijsten, die peilen naar de

implementatie, besproken.

Evaluatie motorische vaardigheid

In deze paragraaf worden de resultaten van de kwantitatieve analyses van de motorische en

specifieke vaardigheidstesten besproken. Er wordt voor elke test nagegaan of er significante

verschillen zijn tussen beide pre- en posttesten. Nadien wordt geanalyseerd of de verschillen

tussen de pre- en de posttest van de eerste interventie significant verschillen met deze van de

tweede interventie. Indien p kleiner is dan 0,05 kan een significant verschil geconcludeerd

worden.

3.1.1. QUEST

Het verloop van de QUEST-scores is te zien in Figuur 3. Zowel beide onderdelen van de test,

als het gemiddelde resultaat zijn weergegeven. De niet-parametrische Wilcoxon test van de

gemiddelde resultaten geeft geen significante verbetering aan na de eerste interventie. Na de

tweede interventie kan er wel een significant verschil worden waargenomen. Indien de

onderdelen ‘dissociated movement’ en ‘grasp’, afzonderlijk worden geanalyseerd wordt geen

significant verschil geconstateerd in de eerste interventieperiode, maar wel een trend tot

significant verschil bij de tweede interventie, en dit bij beide onderdelen. Tot slot is de

progressie van het gemiddelde na de eerste interventie niet significant verschillend van de

progressie ten gevolge van de tweede interventie.

Page 38: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

29

Sco

re

3.1.2. Box & Block

Figuur 4 toon de analyse van de Box & Block, er is bij de niet-dominante hand zowel tijdens

de eerste als tweede interventie geen significante verbetering waar te nemen. Bij de dominante

hand is enkel bij de eerste interventie een significante vooruitgang te zien. Er wordt geen

significant verschil in vooruitgang tussen beide interventies gemaakt. Wel stijgt de gemiddelde

score op de Box & Block met een trend tot significantie bij de tweede interventie.

15,7

17,516,8

19,220,3

26,424,6

26,8

11,1

8,6 9

11,6

5

7

9

11

13

15

17

19

21

23

25

27

29

PRE 1 POST 2 PRE 2 POST 2

Box & Blocks

Gemiddelden Dominante hand Niet-dominante hand

Figuur 4: resultaten algemene vaardigheid Box & Block

(*p<0,1; **p<0,05; ***p<0,01)

62,6

64,7

61,0

66,5

60,8 60,9

58,6

63,0

64,4

68,5

63,3

70,0

55

57

59

61

63

65

67

69

71

Pretest 1 Posttest 1 Pretest 2 Posttest 2

QUEST

QUEST gemiddelden QUEST Dissociated movements QUEST Grasps

Figuur 3: resultaten algemene vaardigheid QUEST

(*p<0,1; **p<0,05; ***p<0,01)

Sco

re

(SD 3,2)

(SD 3,4)

(SD 9,3)

(SD 8,4)

(SD 5,9)

(SD 6,3)

(SD 3,8)

(SD 2,7)

(SD 9)

(SD 9,3)

(SD 6,3)

(SD 6,8)

***

*

(SD 19,5)

(SD 20,3)

(SD 23,2) (SD 16,8)

(SD 17)

(SD 19,4)

(SD 20,3)

(SD 17,2)

(SD 21,1)

(SD 17,6)

(SD 19,3)

(SD 27) ***

*

*

Page 39: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

30

3.1.3. Vaardigheid inschenken

Figuur 5 geeft de scores van de eerste vaardigheidstest weer. Bij de subjectieve analyse kregen

de proefpersonen een punt bij het schenken zonder morsen en hulp, een half punt werd

toegekend wanneer het water geschonken werd met morsen of er minimale hulp werd gebruikt.

Deze analyse geeft een significante verbetering weer. Ook bij de strikte analyse, wanneer

proefpersonen enkel een punt kregen bij een perfecte uitvoering, was een significante

verbetering weer te vinden met een gemiddelde stijging van 10%.

Figuur 5: resultaten specifieke vaardigheid inschenken

(*p<0,1; **p<0,05; ***p<0,01)

3.1.4. Vaardigheid tafeltennis

Er wordt een significante progressie waargenomen op basis van de strikte scoring waarbij de

proefpersonen gemiddeld 27% beter scoren op de posttest. Ook wanneer bij het uitvoeren van

een moeilijker niveau, zoals bij de rollende en stuiterende ballen, een hogere score werd

toegekend, zien wordt geconcludeerd dat het verschil op de pre- en de posttest significant

verschillend is. Figuur 6 geeft de evolutie bij beide analyses weer.

5,8

6,46,1

7,2

4

4,5

5

5,5

6

6,5

7

7,5

8

pre post

Vaardigheidstest inschenken

strikt subjectief

Sco

re

(SD 3,1)

(SD 2,5)

(SD 2,4)

(SD 2,9)

**

**

Page 40: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

31

Figuur 6: resultaten specifieke vaardigheid tafeltennis

(*p<0,1; **p<0,05; ***p<0,01)

3.1.5. Vergelijking specifieke vaardigheid voor en na interventie

Beide specifieke vaardigheden werden gescoord voor en na de ‘Hands-up’-training. Aangezien

beide vaardigheden niet op dezelfde manier gescoord werden, kunnen deze ook niet

rechtstreeks met elkaar vergeleken worden. Wel kan besloten worden dat, wanneer de

vooruitgang van pre- naar posttest vergeleken wordt, er na de tweede interventie een grotere

vooruitgang geboekt is. Volgens de strikte scoring bij de vaardigheid schenken, is er een

gemiddelde vooruitgang van 10%. De strikte score van ‘tafeltennis’ geeft een vooruitgang van

27%.

Evaluatie implementatie

Naast de motorische testen die bij de proefpersonen werden afgenomen, werd gevraagd aan de

medewerkers om een vragenlijst in te vullen tijdens beide interventies. Om de implementatie te

kunnen beoordelen, werd dus gebruik gemaakt van deze pre- en post-vragenlijst. Er waren in

totaal 16 beantwoorde pre-vragenlijsten en 14 beantwoorde post-vragenlijsten die verwerkt

konden worden.

41,3

52,5

69,4

89,7

35

40

45

50

55

60

65

70

75

80

85

90

95

pretest posttest

Vaardigheidstest tafeltennis

Strikt Subjectief

(SD 27)

(SD 52,9)

(SD 55,1)

(SD 27,1)

Sco

re

***

***

Page 41: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

32

In de vragenlijst werden de therapeuten gevraagd welke therapie zij in hun dagelijkse praktijk

hanteren. Wanneer aangegeven werd de therapie nooit te gebruiken werd één punt toegekend

aan de desbetreffende therapie. Deze score steeg van twee punten voor ‘heel af en toe’, drie

voor ‘soms’, vier voor ‘vaak’ en vijf punten voor het antwoordalternatief ‘altijd’. De waarde

van elke therapie reflecteert dus de som van de scores van alle therapeuten. Figuur 7 toont deze

waarden en geeft aan dat er geen grote verschuivingen zijn in de keuze van therapie voor of na

de implementatie van impliciet leren.

Figuur 7: keuze van therapie. Tijdens beide interventies hadden therapeuten de keuze welke therapie ze hanteerden in hun

training. Er werd bevraagd naar het gebruik van: functionele vaardigheidstraining (FV), bobath (BB), Constraint Induced

Movement Therapy (CIMT), spiegeltherapie (Spiegel), bimanuele training (BiMan), Vojta-therapie (Vojta) en het verbeteren

van de uithouding, kracht en lenigheid.

Elke deelnemer gaf in beide vragenlijsten aan bereid te zijn tot verandering met de kanttekening

dat deze verandering zeker in functie moest zijn van het te behandelen kind. Tot slot geven

therapeuten in de vragenlijsten ook aan dat de contextvariabelen zoals accommodatie, steun

van leidinggevenden en materiaal hen voldoende ondersteunt om hun therapie en ook de

implementatie van impliciet leren uit te kunnen voeren.

Figuur 8 geeft de verspreiding van de antwoorden weer op de vraag: ‘In welke mate kent u het

verschil tussen expliciet en impliciet leren?’. Wanneer deze percentages werden geanalyseerd

en de beschrijvingen die de therapeuten aan impliciet en expliciet leren gaven werd vergeleken

op de pre- en postvragenlijst, dan kan geconcludeerd worden dat de kennis rond impliciet leren

is gestegen.

0

10

20

30

40

50

60

70

FV

BB

CIM

T

Spie

gel

BiM

an

Vo

jta

Uit

ho

ud

ing

Kra

cht

Str

etch

Pre therapieën

0

10

20

30

40

50

60

70

FV

BB

CIM

T

Spie

gel

BiM

an

Vo

jta

Uit

ho

ud

ing

Kra

cht

Str

etch

Post therapieën

Page 42: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

33

Naast de bevraging over de kennis van impliciet leren werd ook gepeild naar het gebruik van

deze methode. De Chi-kwadraat test van deze waarden geeft een significant verschil aan tussen

de pre-vragenlijst en de post-vragenlijst (p<0,01) en dit richting het hanteren van een meer

impliciete aanleermethode.

Uit de eerste vragenlijst en tijdens de implementatieperiode bleek dat de therapeuten in het

centrum Ten Dries reeds vóór de implementatie op bepaalde momenten impliciet tewerk

gingen. Toch is er een verschuiving richting het gebruik van een meer impliciete methode waar

te nemen na de implementatie. Zoals te zien is in Figuur 9, geeft de meerderheid van de

deelnemers in de tweede vragenlijst aan een impliciete methode te hanteren.

Figuur 9: zelfrapportering gebruik impliciete versus expliciete leermethode

Figuur 8: kennis impliciet leren interventie twee

7

86

7

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

hel

emaa

l n

iet

eerd

er n

iet

dee

ls

red

elij

k g

oed

hee

l go

ed

Post kennis

Sco

re (

pro

cen

t)

18

41 41

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100h

elem

aal

nie

t

eerd

er n

iet

dee

ls

red

elij

k g

oed

hee

l go

ed

Pre kennis

Sco

re (

pro

cen

t)

Page 43: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

34

Discussie

Resultaten onderzoekshypothesen

Dit onderzoek zocht antwoord op twee onderzoeksvragen: ‘Zorgt de impliciete leermethode

voor een groter leerresultaat bij kinderen met CP dan de traditionele, meer expliciete methode?’

en ‘Is het implementeren van een impliciete leerstrategie bruikbaar en effectief in een

ecologische context?’.

Dit onderzoek geeft een indicatie dat impliciet leren bij kinderen met CP een groter motorisch

leerresultaat kan opleveren dan expliciet leren. De QUEST geeft geen significant verschil weer

tussen de eerste pretest en de eerste posttest bij de eerste interventie. De totaalscore van de

QUEST na de tweede interventie ligt wel significant hoger dan op de tweede pretest. De Box

& Block geeft een trend tot significante progressie aan op de totale score ten gevolge van de

tweede interventie, terwijl er geen significante progressie wordt gemaakt ten gevolge van de

eerste interventie. Wanneer het effect van de eerste interventie wordt vergeleken met het effect

van de tweede interventie zien wordt geen significant verschil waargenomen bij beide testen.

Op de vaardigheidstesten ‘inschenken’ en ‘tafeltennis’ werd steeds een significante progressie

waargenomen. Een kwalitatieve analyse van de vragenlijsten toont aan dat dezelfde therapieën

werden gebruikt vóór en na de implementatie van het impliciet leren, maar dat deze meer op

een impliciete manier werden aangebracht. Ook is de kennis van impliciet leren bij de

therapeuten gestegen.

4.1.1. Motorische vaardigheid

In totaliteit werden steeds drie motorische vaardigheden, meer bepaald twee algemene en één

specifieke gescoord, zowel voor en na interventie één als voor en na interventie twee.

De QUEST en Box & Block scores kunnen voor de volledigheid ook vergeleken worden met

gerapporteerde scores uit ander onderzoek. Het onderzoek van Sorsdahl et al. (2008), leverde

respectievelijk voor de totale QUEST, de ‘dissociated movement’ en de ‘grasp’ een score van

61,8; 62,3 en 59,5 op voor kinderen van twee tot dertien jaar met CP. Deze populatie is goed

vergelijkbaar met de proefpersonen in dit onderzoek en de scores uit dit onderzoek komen zoals

Page 44: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

35

verwacht sterk overeen. Novak, Cusinck, & Lannin (2009) tonen een significante progressie

bij vier en acht weken home therapie, met respectievelijk 9,8 en 4,6 punten groei na acht weken.

Deze progressie is vergelijkbaar met het gevonden effect in dit onderzoek ten gevolge van de

tweede interventie, waarbij de therapieduur bestond uit één uur per week gedurende tien weken.

De onderzoeksresultaten van dit onderzoek voor de QUEST kunnen op basis van deze

vergelijkingen bruikbaar worden verklaard.

Het onderzoek van Mathiowetz, Federman, & Wiemer (1985) heeft normscores ontwikkeld

voor kinderen zonder beperking van zes tot negentien jaar. Deze scores zijn voor de dominante

hand 63 en voor de niet-dominante hand 60. Voor de vergelijking van de scores werd de score

uit dit onderzoek verdubbeld, aangezien in dit onderzoek de proefpersonen slechts 30 seconden

kregen, waar de standaard test één minuut duurt. Kinderen met CP scoren gemiddeld 83% lager

met hun niet-dominante hand dan normaal ontwikkelde kinderen en ongeveer 61% lager met

hun dominante hand. Sin & Lee (2013) tonen een progressie van 2,71 (SD 3,12) in de

controlegroep en een significant grotere progressie van 9,56 (SD 4,61) in de experimentele

groep die een dubbel zo grote intensiteit van interventie doorliep. De controlegroep doorliep

een interventie van zes weken occupational therapy, drie keer per week gedurende 30 minuten,

goed vergelijkbaar met de intensiteit van de interventie in deze studie. De resultaten die hier

voor de controlegroep worden bekomen zijn sterk vergelijkbaar met de progressie uit de studie

van Sin & Lee (2013).

Aan de hand van de resultaten die peilden naar de motorische vaardigheid kan niet eenduidig

besloten worden dat er een grotere progressie is bij de kinderen wanneer impliciet leren wordt

aangewend in vergelijking met expliciet leren, zoals de eerste hypothese stelde. Er werd immers

geen significant verschil tussen het effect van beide interventies op de Box & Block en de

QUEST genoteerd. Wel kan er uit de resultaten afgeleid worden dat het impliciet leren meer

leerresultaten kan bieden, aangezien er enkel bij de tweede interventie een significante

vooruitgang op te meten was bij de QUEST en een trend tot significante vooruitgang bij de Box

& Block. Ook wordt er slechts 10% vooruitgang geboekt op de specifieke vaardigheid

‘inschenken’ ten gevolge van interventie één, terwijl dit 27% is op de specifieke vaardigheid

‘tafeltennis’ ten gevolge van interventie twee. Hier moet wel gesteld worden dat dit twee

Page 45: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

36

verschillende taken zijn met een verschillende testbatterij. Het kan dus zijn dat er makkelijker

progressie wordt gemaakt op de testbatterij van ‘tafeltennis’ dan op deze van ‘inschenken’.

Ondanks het feit dat de meeste onderzoeken naar het effect van een impliciete interventie

slechts kortdurend is (J P Maxwell et al., 2001; Masters, 1992 ;Koedijker et al., 2007), kan de

korte interventie van 10 weken de verklaring zijn voor de waargenomen niet significante

progressie tijdens beide interventieperiodes. Bovendien was de intensiteit van één uur ‘Hands-

up’-training per week ook relatief laag.

Een andere verklaring voor de gelijkaardige progressie tijdens beide interventies is het feit dat

sommige therapeuten reeds op een impliciete manier tewerk gingen voor de implementatie. Dit

kan geconcludeerd worden uit de eerste vragenlijst. Het is dus mogelijk dat enkele therapeuten

al impliciet tewerk gingen, wanneer zij hun eigen methode toepasten tijdens de eerste

interventie. Er werd echter gekozen om geen verplicht expliciete methode op te leggen tijdens

de eerste interventie, aangezien het niet mogelijk was te controleren of de kinderen geen

achteruitgang zouden maken tijdens de eerste interventie ten gevolge van de aanpassing aan

hun traditionele werkmethode.

4.1.2. Implementatie

Uit de resultaten blijkt dat de kennis over impliciet leren bij de therapeuten duidelijk is

toegenomen. Hieruit kan worden besloten dat de eerste stap binnen de implementatie bereikt is

en dat de implementatie effectief kan worden bevonden. Een tweede parameter gebruikt om

deze resultaten te beoordelen is of er een impliciete leermethode gehanteerd werd bij de

behandeling van de kinderen met CP en welke therapieën gebruikt werden vóór en na de

interventie. De implementatie had tot doel de therapeuten het onderscheid te leren kennen

tussen het gebruik van een therapie en het aanwenden van een leermethode. Tijdens de tweede

interventie werd geen specifieke therapie opgelegd, maar de aanleermethode was wel verplicht

impliciet. Er werden geen verschuivingen waargenomen binnen het gebruik van de

verschillende therapieën, maar er werd wel aangegeven dat impliciet leren meer gebruikt werd

tijdens de tweede interventie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de therapeuten het

onderscheid tussen therapie en aanleermethode kunnen maken en erin geslaagd zijn het

Page 46: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

37

impliciet leren te gebruiken binnen hun eigen gekozen therapie. Aangezien de implementatie

rekening hield met de elementen uit het model opgesteld voor OTHP (Novak and Cusick, 2006)

en deze cruciale elementen overeenstemmen met de 4 QIF fases (Meyers et al., 2012), kan

besloten worden dat dit een kwalitatief goed onderbouwde implementatie was.

Uit het onderzoek blijkt dus dat de implementatie van de impliciete leermethode in het centrum

bruikbaar en effectief werd bevonden. Hiermee wordt de tweede hypothese bevestigd.

Beperkingen en suggesties toekomstig onderzoek

Zoals veel onderzoek heeft ook deze masterproef een aantal beperkingen. Ten eerste is de

sample van 10 proefpersonen erg beperkt en kon er geen vergelijking gemaakt worden met een

controlegroep. Bovendien is de aard en de ernst van CP bij elke proefpersoon verschillend en

zou een volledige bepaling van hun aandoening meer uitgebreide testen moeten omvatten.

Hiermee samenhangend is dat de cognitieve aspecten van de kinderen in rekening moeten

gebracht worden bij het analyseren van de resultaten. Zoals aangehaald bij het ziektebeeld van

patiënten met CP, hebben deze kinderen vaak ook een mentale achterstand waardoor het

focussen op een test soms lastig blijkt te zijn (Liptak et al., 2001). Wanneer een testscore

afhankelijk is van de concentratie binnen een bepaalde tijdsduur, zal het resultaat hierdoor

beïnvloed worden. Dit is in dit onderzoek voornamelijk het geval bij de Box & Block test. Om

tijdens deze test het effect van de verminderde concentratie te beperken, werd de duur van de

test gehalveerd. Naast de cognitieve beperking is ook de motivatie van de kinderen zeer

verscheiden. De resultaten zijn hierdoor echter niet onbruikbaar, aangezien de pre- en de

posttest steeds op dezelfde manier beïnvloed zullen worden door deze factoren.

Een tweede beperking is dat er geen normscores bestaan voor de ontwikkelde specifieke

vaardigheidstesten en dat deze onderling ook niet kwantitatief vergeleken kunnen worden.

Mogelijks is de grotere vooruitgang van de vaardigheid ‘tafeltennis’ te danken aan het feit dat

deze vaardigheidstest makkelijker progressie mogelijk maakt.

Ten derde mag vooruitgang van de proefpersonen niet volledig aan de therapie toegeschreven

worden. De vooruitgang kan ook te danken zijn aan de herhaling van de verschillende

testuitvoeringen, waardoor een leereffect optreedt. Ook worden de kinderen ouder, waardoor

hun motoriek ook zonder therapie verbetert. Verder werd in deze studie van de veronderstelling

Page 47: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

38

uitgegaan dat het centrum voornamelijk op een expliciete manier werkte. Vanuit een sport- of

onderwijscontext kan dit aangenomen worden, maar de vragenlijsten toonden aan dat in het

centrum reeds vóór deze studie op een impliciete manier tewerk werd gegaan. Een grootschalig

onderzoek naar de toepassing van een expliciete of impliciete methode in een ecologische

context moet hierop worden toegepast.

Tot slot werden de gestandaardiseerde testen om logistieke redenen afgenomen door

verschillende personen, waardoor er mogelijk een lage inter-raterbetrouwbaarheid bestaat.

Rekening houdend met deze beperkingen, kan besloten worden dat er bijkomend onderzoek

nodig is binnen de context van impliciet leren bij kinderen met CP. Aan de hand van dit

onderzoek kunnen enkele aanbevelingen gedaan worden.

Ten eerste zou het aangeraden zijn om in toekomstig onderzoek gebruik te maken van een

grotere populatie, waarvoor ook een controlegroep voorhanden is. Wanneer de populatie groter

is, kan bovendien ook een onderscheid gemaakt worden tussen subgroepen. Deze kunnen

gemaakt worden aan de hand van de aandoening waardoor de beïnvloeding van onder meer de

cognitie beperkt kan worden. Ten tweede kan het een mogelijkheid zijn om de ‘Hands-up’-

training intensiever te maken, waardoor voor en na de interventie grotere verschillen kunnen

worden waargenomen. Tot slot zou het gebruik van een vaste expliciete en impliciete training

ervoor zorgen dat de kinderen met zekerheid een verschillende interventie doorlopen. In deze

studie gaven de therapeuten immers hun eigen invulling aan de training.

Page 48: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

39

Conclusie

In deze masterproef werden twee onderzoeksvragen beantwoord. De eerste vraag was of een

impliciete leermethode voor een groter leerresultaat zorgt bij kinderen met cerebrale parese dan

de traditionele en meer expliciete methode. Er werd geconcludeerd dat er mogelijks een beter

leerresultaat bij kinderen met CP kan bekomen worden door vaardigheden op een impliciete

manier aan te leren. Dit potentieel groter leereffect werd ook in de literatuur teruggevonden

(Maxwell et al., 2017). Er is nood aan verder onderzoek naar het verschil in effect van een

impliciete en een expliciete aanleermethode bij kinderen met CP. Dit effect moet ook

afzonderlijk onderzocht worden voor de verschillende niveaus en types van CP.

De tweede onderzoeksvraag was of het implementeren van een impliciete leerstrategie haalbaar

is in een ecologische context. Uit dit onderzoek blijkt dat deze implementatie mogelijk is. Op

basis van de 5 stappen van het model opgesteld voor Occupational therapy home programs van

Novak and Cusick (2006), kan een kwaliteitsvolle implementatie opgesteld worden. De

kritische succesfactoren van het implementeren van impliciet leren in een ecologische context

moeten echter verder onderzocht worden.

Page 49: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

40

Referentielijst

Andersson, C., & Mattsson, E. (2001). Adults with cerebral palsy: a survey describing

problems, needs, and resources, with special emphasis on locomotion. Developmental

Medicine and Child Neurology, 43(2), 76–82. https://doi.org/10.1111/j.1469-

8749.2001.tb00719.x

Arner, M., Eliasson, A. C., Rösblad, B., Rosenbaum, P., Krumlinde, S., Becking, E., &

Öhrvall, A. (2010). Manual ability classification system for children with cerebral palsy.

Manual Ability Classification System for Children with Cerebral Palsy, 317–319.

https://doi.org/10.1017/S001216220600209X

Arnould, C., Penta, M., Renders, A., & Thonnard, J.-L. (2004). ABILHAND-Kids: A measure

of manual ability in children with cerebral palsy. Neurology, 63(6), 1045–1052.

https://doi.org/10.1212/01.WNL.0000138423.77640.37

Aslin, R. N. (2016). Statistical learning: a powerful mechanism that operates by mere

exposure. WIREs Cogn Sci, 343–358. https://doi.org/10.1002/wcs.1373

Barabas, G., & Taft, L. T. (1986). The early signs and differential diagnosis of cerebral palsy.

Pediatr Ann, 15(3), 203,205-214. Retrieved from

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?cmd=Retrieve&db=PubMed&dopt=Citat

ion&list_uids=3960607

Black, P. (1982). Visual disorders associated with cerebral palsy. British Journal of

Ophthalmology, 66(1), 46–52. https://doi.org/10.1136/bjo.66.1.46

Bourke-Taylor, H. (2003). Melbourne Assessment of Unilateral Upper Limb Function:

construct validity and correlation with the Pediatric Evaluation of Disability Inventory.

Developmental Medicine and Child Neurology, 45(2), 92–96.

https://doi.org/10.1017/S0012162203000185

Bower, E. (2013). Using the Assisting Hand Assessment and the Mini-AHA for clinical

evaluation and further research and development. Developmental Medicine and Child

Neurology, 55(11), 977–978. https://doi.org/10.1111/dmcn.12229

Brown, G. T., & Burns, S. A. (2001). The efficacy of neurodevelopmental treatments in

Page 50: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

41

children : a systematic review. The British Journal of Occupational Therapy, 5(1), 235–

244. https://doi.org/10.1177/030802260106400505

Christensen, D., Van Naarden Braun, K., Doernberg, N. S., Maenner, M. J., Arneson, C. L.,

Durkin, M. S., … Yeargin-Allsopp, M. (2014). Prevalence of cerebral palsy, co-

occurring autism spectrum disorders, and motor functioning - Autism and

Developmental Disabilities Monitoring Network, USA, 2008. Developmental Medicine

and Child Neurology, 56(1), 59–65. https://doi.org/10.1111/dmcn.12268

Chung, K. C., Pillsbury, M. S., Walters, M. R., Hayward, R. A., & Arbor, A. (1998).

Reliability and validity testing of the Michigan Hand Outcome Questionnaire. Journal of

Hand Surgery, 23, 575–587. https://doi.org/10.1016/S0363-5023(98)80042-7

DeMatteo, C., Law, M., Russell, D., Pollock, N., Rosenbaum, P., & Walter, S. (1993). The

reliability and validity of the Quality of Upper Extremity Skills Test. Physical &

Occupational Therapy in Pediatrics, 13(2), 1–18. https://doi.org/10.1080/J006v13n02

Dematteo, C., & Pollock, N. (1992). Quality of Upper Extremity Skills Test. Physical

Occupational Therapy in Pediatrics, 13(2), 1–18. Retrieved from

http://search.ebscohost.com/login.aspx?direct=true&db=rzh&AN=1994179902&lang=fr

&site=ehost-live

Dunnen, A. M. den, & Grift, A. van der. (2014). Impliciete en expliciete leerstrategieën bij

jongeren met een Cerebrale Parese: Onderzoek naar inhoudsvaliditeit van een protocol

en naar verschil in de mate van plezier bij sportactiviteiten. Utrecht University.

Retrieved from https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/311744

Durez, P., Fraselle, V., Houssiau, F., Thonnard, J.-L., Nielens, H., & Penta, M. (2007).

Validation of the ABILHAND questionnaire as a measure of manual ability in patients

with rheumatoid arthritis. Annals of the Rheumatic Diseases, 66(8), 1098–1105.

https://doi.org/10.1136/ard.2006.056150

Eliasson, A.-C., Krumlinde-Sundholm, L., Rösblad, B., Beckung, E., Arner, M., Ohrvall, A.-

M., & Rosenbaum, P. (2006). The Manual Ability Classification System (MACS) for

children with cerebral palsy: scale development and evidence of validity and reliability.

Page 51: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

42

Developmental Medicine and Child Neurology, 48(7), 549–554.

https://doi.org/10.1017/S0012162206001162

Gordon, A. M., Charles, J., & Wolf, S. L. (2006). Efficacy of Constraint-Induced Movement

Therapy on Involved Upper-Extremity Use in Children With Hemiplegic Cerebral Palsy

Is Not Age-Dependent. PEDIATRICS, 117(3), e363–e373.

https://doi.org/10.1542/peds.2005-1009

Gorter, J. W., Rosenbaum, P. L., Hanna, S. E., Palisano, R. J., Barlett, D. J., Russel, D. J., …

Wood, E. (2004). Limb distribution, motor impairment, and functional classification of

cerebral palsy. Developmental Medicine & Child Neurology, 46(7), 461–467.

https://doi.org/10.1017/S0012162204000763

Hickey, A., & Ziviani, J. (1998). A Review of the Quality of Upper Extremities Skills Test (

QUEST ) for Children with Cerebral Palsy. The Haworth Press, 18(3/4.

https://doi.org/10.1080/J006v18n03

Jaspers, E., Desloovere, K., Bruyninckx, H., Klingels, K., Molenaers, G., Aertbeliën, E., …

Feys, H. (2011). Three-dimensional upper limb movement characteristics in children

with hemiplegic cerebral palsy and typically developing children. Research in

Developmental Disabilities, 32(6), 2283–2294.

https://doi.org/10.1016/j.ridd.2011.07.038

Johnson, A. (2002). Prevalence and characteristics of children with cerebral palsy in Europe.

Developmental Medicine & Child Neurology, 44(9), 633–640.

https://doi.org/10.1017/S0012162201002675

Jongbloed-Pereboom, M., Nijhuis-Van Der Sanden, M. W. G., & Steenbergen, B. (2013).

Norm scores of the box and block test for children ages 3-10 years. American Journal of

Occupational Therapy, 67(3), 312–318. https://doi.org/10.5014/ajot.2013.006643

Kainz, H., Graham, D., Edwards, J., Walsh, H. P. J., Maine, S., Boyd, R. N., … Carty, C. P.

(2017). Reliability of four models for clinical gait analysis. Gait & Posture,

54(November 2016), 325–331. https://doi.org/10.1016/j.gaitpost.2017.04.001

Klingels, K., De Cock, P., Desloovere, K., Huenaerts, C., Molenaers, G., Van Nuland, I., …

Page 52: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

43

Feys, H. (2008). Comparison of the Melbourne assessment of unilateral upper limb

function and the quality of upper extremity skills test in hemiplegic CP. Developmental

Medicine and Child Neurology, 50(12), 904–909. https://doi.org/10.1111/j.1469-

8749.2008.03123.x

Koedijker, J. M., Oudejans, R. R. D., & Beek, P. J. (2007). Explicit rules and direction of

attention in learning and performing the table tennis forehand. International Journal of

Sport Psychology, 38(2), 227–244.

Kollen, B. J., Lennon, S., Lyons, B., Wheatley-Smith, L., Scheper, M., Buurke, J. H., …

Kwakkel, G. (2009). The effectiveness of the bobath concept in stroke rehabilitation

what is the evidence? Stroke, 40(4). https://doi.org/10.1161/STROKEAHA.108.533828

Krumlinde-Sundholm, L., Holmefur, M., Kottorp, A., & Eliasson, A. C. (2007). The Assisting

Hand Assessment: Current evidence of validity, reliability, and responsiveness to

change. Developmental Medicine and Child Neurology, 49(4), 259–264.

https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.2007.00259.x

Kupper, L. (2001). Cerebral Palsy. Fact Sheet = La Paralisis Cerebral. Disabilities. National

Information Center for Children and Youth with Disabilities. Retrieved from

http://files.eric.ed.gov/fulltext/ED470829.pdf

Kyberd, P., Murgia, A., Gasson, M., Tjerks, T., Metcalf, C., Chappell, P. H., … Barnhill, T.

(2009). Case studies to demonstrate the range of applications of the Southhampton Hand

Assessment Procedure. British Journal of Occupational Therapy, 72(5), 212–218.

https://doi.org/10.1177/030802260907200506

Liao, C.-M., & Masters, R. S. W. (2001). Analogy learning: A means to implicit motor

learning. Journal of Sports Sciences, 19(5), 307–319.

https://doi.org/10.1080/02640410152006081

Lin, J.-P. (2003). The cerebral palsies: a physiological approach. J Neurol Neurosurg

Psychiatry, 74, 23–29. https://doi.org/10.1136/jnnp.74.suppl_1.i23

Liptak, G. S., O’Donnell, M., Conaway, M., Chumlea, W. C., Wolrey, G., Henderson, R. C.,

… Stevenson, R. D. (2001). Health status of children with moderate to severe cerebral

Page 53: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

44

palsy. Developmental Medicine and Child Neurology, 43(6), 364–370.

https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.2001.tb00223.x

Löwing, K., Bexelius, A., & Brogren Carlberg, E. (2009). Activity focused and goal directed

therapy for children with cerebral palsy--do goals make a difference? Disability and

Rehabilitation, 31(22), 1808–1816. https://doi.org/10.1080/09638280902822278

Marilee C. Allen, & Alexander, G. R. (1997). Using motor milestones as a multistep process

to screen preterm infants for cerebral palsy. Developmental Medicine and Child

Neurology, 39(1), 12–16. https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.1997.tb08198.x

Martini, F. H. ., & Bartholomew, E. F. . (2012). Anatomie en fysiologie : een inleiding.

Amsterdam: Pearson Benelux.

Masters, R. S. W. (1992). Knowledge, Knerves and Know-How - the Role of Explicit Versus

Implicit Knowledge in the Breakdown of a Complex Motor Skill Under Pressure. British

Journal of Psychology, 83(June), 343–358. https://doi.org/10.1111/j.2044-

8295.1992.tb02446.x

Mathiowetz, V., Federman, S., & Wiemer, D. (1985). Box and Block Test of Wan al Dex ,

Norms for 6-19 Year Olds. Canadian Journal of Occupational Therapy, 52(5), 241–245.

https://doi.org/10.1177/000841748505200505

Mathiowetz, V., Volland, G., Weber, K., & Kashman, N. (1985). Adult Norms for the Box

and Block Test of Manual Dexterity. American Journal of Occupational Therapy, 39(6).

Retrieved from http://ajot.aota.org/article.aspx?articleid=1884839

Maxwell, J. P., Capio, C. M., & Masters, R. S. W. (2017). Interaction between motor ability

and skill learning in children: Application of implicit and explicit approaches. European

Journal of Sport Science, 17(4), 407–416.

https://doi.org/10.1080/17461391.2016.1268211

Maxwell, J. P., Masters, R. S. W., Kerr, E., & Weedon, E. (2001). The implicit benefit of

learning without errors. The Quarterly Journal of Experimental Psychology, 54(4),

1049–1068. https://doi.org/10.1080/713756014

Meyers, D. C., Durlak, J. A., & Wandersman, A. (2012). The Quality Implementation

Page 54: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

45

Framework: A Synthesis of Critical Steps in the Implementation Process. American

Journal of Community Psychology, 50(3–4), 462–480. https://doi.org/10.1007/s10464-

012-9522-x

Novak, I., & Cusick, A. (2006). Home programmes in paediatric occupational therapy for

children with cerebral palsy: Where to start? Australian Occupational Therapy Journal,

53(4), 251–264. https://doi.org/10.1111/j.1440-1630.2006.00577.x

Novak, I., Cusinck, A., & Lannin, N. (2009). Occupational Therapy Home Programs for

Cerebral Palsy: Double-Blind, Randomized, Controlled Trial. Pediatrics, 124(4), e606–

e614. https://doi.org/10.1542/peds.2009-0288

Novak, I., Mcintyre, S., Morgan, C., Campbell, L., Dark, L., Morton, N., … Goldsmith, S.

(2013). A systematic review of interventions for children with cerebral palsy: State of the

evidence. Developmental Medicine and Child Neurology.

https://doi.org/10.1111/dmcn.12246

Odding, E., Roebroeck, M. E., & Stam, H. J. (2006). The epidemiology of cerebral palsy:

Incidence, impairments and risk factors. Disability and Rehabilitation, 28(4), 183–191.

https://doi.org/10.1080/09638280500158422

Palisano, R., Rosenbaum, P., Walter, S., Russell, D., Wood, E., & Galuppi, B. (1997).

Development and reliability of a system to classify gross motor function in children with

cerebral palsy. Developmental Medicine & Child Neurology, 39(2), 214–223.

https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.1997.tb07414.x

Pin, T., Dyke, P., & Chan, M. (2006). The effectiveness of passive stretching in children with

cerebral palsy. Developmental Medicine & Child Neurology, (2), 855–862. Retrieved

from https://www.cambridge.org/core/services/aop-cambridge-

core/content/view/51E9635A89A748838A3437D85E7AF1CF/S0012162206001836a.pd

f/div-class-title-the-effectiveness-of-passive-stretching-in-children-with-cerebral-palsy-

div.pdf

Reilly, S., Skuse, D., & Poblete, X. (1996). Prevalence of feeding problems and oral motor

dysfunction in children with cerebral palsy: a community survey. J Pediatr, 129(6), 877–

Page 55: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

46

882. https://doi.org/10.1016/S0022-3476(96)70032-X

Rosenbaum, P., Paneth, N., Leviton, A., Goldstein, M., Bax, M., Damiano, D., … Jacobsson,

B. (2007). A report: The definition and classification of cerebral palsy April 2006.

Developmental Medicine and Child Neurology, 49(SUPPL.109), 8–14.

https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.2007.tb12610.x

Sears, E. D., & Chung, K. C. (2010). Validity and Responsiveness of the Jebsen-Taylor Hand

Function Test. Journal of Hand Surgery, 35(1), 30–37.

https://doi.org/10.1016/j.jhsa.2009.09.008.Validity

Silva, D. B. R., Pfeifer, L. I., & Funayama, C. A. R. (2013). Gross Motor Function

Classification System Expanded & Revised (GMFCS E & R): reliability between

therapists and parents in Brazil. Brazilian Journal of Physical Therapy, 17(5), 458–463.

https://doi.org/10.1590/S1413-35552012005000113

Sin, H., & Lee, G. (2013). Additional virtual reality training using Xbox kinect in stroke

survivors with hemiplegia. American Journal of Physical Medicine and Rehabilitation,

92(10), 871–880. https://doi.org/10.1097/PHM.0b013e3182a38e40

Smith, D. A. (1961). The Box and Block Test: Normative data for seven, eight and nine year

old children, (August).

Sorsdahl, A. B., Moe-Nilssen, R., & Strand, L. I. (2008). Observer reliability of the gross

motor performance measure and the quality of upper extremity skills test, based on video

recordings. Developmental Medicine and Child Neurology, 50(2), 146–151.

https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.2007.02023.x

South, M., & Palilla, J. (2013). Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency. Encyclopedia

of Autism Spectrum Disorders. https://doi.org/10.1007/978-1-4614-6435-8

Steenbergen, B., van der Kamp, J., Verneau, M., Jongbloed-Pereboom, M., & Masters, R. S.

W. (2010). Implicit and explicit learning: applications from basic research to sports for

individuals with impaired movement dynamics. Disability and Rehabilitation, 32(18),

1509–1516. https://doi.org/10.3109/09638288.2010.497035

Sun, R., Slusarz, P., & Terry, C. (2005). The Interaction of the Explicit and the Implicit in

Page 56: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

47

Skill Learning: A Dual-Process Approach. Psychological Review, 112(1), 159–192.

https://doi.org/10.1037/0033-295X.112.1.159

Sun, R., Zhang, X., Slusarz, P., & Mathews, R. (2007). The interaction of implicit learning,

explicit hypothesis testing learning and implicit-to-explicit knowledge extraction. Neural

Networks, 20(1), 34–47. https://doi.org/10.1016/j.neunet.2006.07.002

Tang, L., Chen, X., Cao, S., Wu, D., Zhao, G., & Zhang, X. (2017). Assessment of Upper

Limb Motor Dysfunction for Children with Cerebral Palsy Based on Muscle Synergy

Analysis. Frontiers in Human Neuroscience, 11(March), 130.

https://doi.org/10.3389/fnhum.2017.00130

Thorley, M., Lannin, N., Cusick, A., Novak, I., & Boyd, R. (2012). Construct validity of the

Quality of Upper Extremity Skills Test for children with cerebral palsy. Developmental

Medicine and Child Neurology, 54(11), 1037–1043. https://doi.org/10.1111/j.1469-

8749.2012.04368.x

Trotter, M., Trieschmann, R. B., Howard, D. L., Jebsen, R. H., & Taylor, G. N. (1969). An

objective and standardized test of hand function. Archives of Physical Medicine and

Rehabilitation.

Van Den Broeck, C., De Cat, J., Molenaers, G., Franki, I., Himpens, E., Severijns, D., &

Desloovere, K. (2010). The effect of individually defined physiotherapy in children with

cerebral palsy (CP). European Journal of Paediatric Neurology, 14(6), 519–525.

https://doi.org/10.1016/j.ejpn.2010.03.004

Vasluian, E., Bongers, R. M., Reinders-Messelink, H. A., Dijkstra, P. U., & Sluis, C. K. Van

Der. (2014). Preliminary study of the Southampton Hand Assessment Procedure for

Children and its reliability. BMC Musculoskeletal Disorders, 15(1), 1–13.

https://doi.org/10.1186/1471-2474-15-199

Velickovic, T. D., & Perat, M. V. (2005). Basic Principles of the Neurodevelopmental

Treatment. Medicina, 42(41), 112–120. Retrieved from

http://www.bioline.org.br/pdf?me05016

Venetsanou, F., Kambas, A., Aggeloussis, N., Fatouros, I., & Taxildaris, K. (2009). Motor

Page 57: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

48

assessment of preschool aged children: A preliminary investigation of the validity of the

Bruininks-Oseretsky test of motor proficiency - Short form. Human Movement Science,

28(4), 543–550. https://doi.org/10.1016/j.humov.2009.03.002

Wagner, L. V., & Davids, J. R. (2012). Assessment tools and classification systems used for

the upper extremity in children with cerebral palsy. Clinical Orthopaedics and Related

Research, 470(5), 1257–1271. https://doi.org/10.1007/s11999-011-2065-x

Page 58: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

49

Bijlagen

Bijlage 1: vragenlijst vóór implementatie

Julie Galle en Arno De Letter helpen centrum Ten Dries bij de uitwerking van het

nieuwe initiatief “Hands-up” training. Ze doen dit in het kader van hun masterproef voor

de opleiding Master LO en Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Gent.

Met deze vragenlijst wordt een beeld gevormd over hoe de therapeuten van centrum Ten

Dries te werk gaan. Deze vragenlijst zal twee keer afgenomen worden. Een eerste keer in

oktober 2017, een tweede keer in maart 2018.

Vul de vragenlijst zo correct en volledig mogelijk in. De vragenlijst is anoniem en de

informatie die u geeft zal vertrouwelijk behandeld worden.

De vragen polsen naar hoe u de bewegingstherapie van de kinderen dagelijks aanpakt.

Omcirkel steeds het meest passende cijfer van de 5-puntenschaal. Onder iedere vraag is

er ook de mogelijkheid om uw antwoord te staven, uit te breiden of opmerkingen te

noteren. Bij deze opmerkingen kan u altijd refereren naar een specifieke situatie of één

specifiek kind.

Alvast bedankt voor uw medewerking!

Julie Galle en Arno De Letter

Prof. Frederik Deconinck (promotor)

Bij vragen kan u steeds mailen naar: [email protected] of [email protected]

Page 59: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

50

1) Demografie

Geslacht: Man / Vrouw

Leeftijd: ................. jaar

Jaren werkervaring als ergotherapeut / kinesist: ..................... jaar

Aantal jaren werkervaring in Ten Dries: .....................jaar

Geef aan welke therapeutische methoden u gebruikt in uw dagelijkse praktijk:

Nooit Heel af en toe Soms Vaak Altijd

Functionele vaardigheidstraining

Bobath-therapie

Constraint-Induced Movement

Therapy

Spiegeltherapie

Bimanuele training

Vojta therapie

Uithoudings-/fitnesstraining

Krachttraining

Stretching

Andere? Vul aan:

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 60: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

51

2) Aanpak

2.1 Voorbeeldcase: u leert een kind een balletje bovenhands in een emmer gooien.

A) U geeft aan dat het kind de bal bovenhands in de emmer moet gooien.

U geeft de uitgangshouding mee: balletje in 1 hand boven dezelfde schouder en

elleboog weg van het lichaam gericht. Nadien zegt u de elleboog naar voor te brengen

en de bal op het hoogste punt te lossen en de arm door te laten zwaaien tot

horizontaal. U stelt veel vragen over de beweging aan het kind: “Hoe kan je kunnen

oplossen dat de bal steeds over de emmer gaat?”, “Hoe moet je je hand houden?”, ...

U begeleidt de goede uitvoering van de beweging door de ledematen vast te nemen en

de beweging mee te volgen.

B) U geeft de opdracht: “Gooi deze bal in de emmer.”. Nadat het kind enkele keren

geprobeerd heeft, geeft u meer feedback. Bijvoorbeeld: “Laat de bal iets later los, dan zal

hij minder hoog gaan.” Of “Breng je elleboog eerst naar buiten om de bal meer snelheid te kunnen

geven.”

C) U geeft de uitgangshouding mee: hand boven de schouder, elleboog naar buiten, etc..

De worp legt u uit aan de hand van een metafoor, bijvoorbeeld: “Doe zoals een high five

en laat de bal los op het moment dat je de andere hand zou raken, nadien wijs je naar de goal

(emmer).”

D) U zet de emmer hoger, maar dicht bij het kind. Op die manier moet het kind de bal

lichtjes opwaarts gooien en merkt het dat dit onderhands niet lukt. U geeft geen

instructies over hoe het kind de beweging moet uitvoeren, maar zegt wel dat het moet

mikken naar de emmer. Na de uitvoering geeft u feedback aan de hand van een

metafoor, bijvoorbeeld: “doe alsof je een high five geeft, op het moment dat je de high five

geeft, dan laat je de bal los”.

Page 61: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

52

- Welke beschrijving past best bij uw aanpak? A – B – C – D

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

2.2 Beschrijft u in uw instructies hoe de beweging (van de verschillende betrokken

lichaamsdelen) er moet uitzien om het doel te bereiken?

bv. Opstaan via het klimrek: “Kruip naar het klimrek, grijp het klimrek met 1 hand: vingers

boven de trap en duim onder de trap. Plaats je 2e hand bij je eerste (zelfde palmgreep). Hef je

hand 1 voor 1 op en plaats het met dezelfde greep een trede hoger. Ga zo hoog mogelijk en recht

je rug hierbij. Hef nadien je eerste knie van de grond en plaats deze voet naast je knie, terwijl

trek je goed op je armen. Nadien duw je uw lichaam op je been op en trek je het omhoog met je

armen, zo komt je tweede knie los en kan je uw voet bijplaatsen naast de andere voet.”

Nooit Heel af en toe Soms beschrijf ik de

beweging.

Meestal wel Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 62: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

53

2.3 In welke mate geeft u feedback die doelt op de uitvoering van de beweging?

bv. “Plaats je duim onder de trap zo heb je meer grip en kan je goed knijpen. Hef je schouder bij

het verplaatsen van je handen.”

Nooit Heel af en

toe

Soms geef ik die

feedback, soms

analyseer ik het

resultaat

Redelijk

vaak

Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

2.4 Maakt u veel gebruik van metaforen?

bv. Eerder: ‘Laat de bal los, doe alsof je nieuwe bal bovenhands zal gooien in slow-motion en

grijp een nieuwe bal (de bal is hier een trap)’ dan ‘laat je hand los, breng je schouder naar

achter en omhoog en nadien terug naar voor om de volgende trap te kunnen grijpen’.

Nooit Heel af en toe Soms gebruik ik een

metafoor en soms de

gewone uitleg

Redelijk

vaak

Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 63: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

54

3) Contextmogelijkheden

3.1 Heeft u de mogelijkheid om een specifiek motorisch leerdoel aan te passen naar het

niveau van het kind?

Geen

aanpassing

mogelijk

Weinig tot

geen aanpassing

mogelijk

Aanpassing is

soms wel, soms

niet mogelijk

Er is veel

aanpassing

mogelijk

Alles is

aanpasbaar

1 2 3 4 5

+ op welke manier (materiaal,…) en voor welk kind is dit wel/niet mogelijk:

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 64: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

55

3.2 In welke mate heeft u zelf inbreng en beslissingsmogelijkheden in verband met de

keuze van activiteiten en vaardigheden (schrijven, stappen,…)?

Ik kan totaal

geen inbreng

hebben, alles

wordt van

‘bovenaf’

gestuurd

Ik kan eerder

weinig inbreng

hebben, de meeste

beslissingen

worden van

bovenaf genomen

Soms

wel,

soms

niet

Ik kan eerder

veel inbreng

hebben

Ik kan heel veel

eigen inbreng

hebben

1 2 3 4 5

Geef hier een korte uitleg bij: hoe heeft u inbreng en geef een voorbeeld OF waarom

heeft u geen inbreng?

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

3.3 In welke mate laat de accommodatie uw huidige therapie toe?

Helemaal niet Eerder niet Soms wel,

soms niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 65: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

56

3.4 Zijn er voldoende tools aanwezig om uw therapie goed uit te voeren?

Helemaal niet Eerder niet Soms wel,

soms niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 66: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

57

4) Effectiviteit van de huidige therapie / methode

4.1 Maken de kinderen volgens u vooruitgang in de vaardigheden die ze aangeleerd

krijgen?

Helemaal niet Eerder niet Twijfel Eerder wel Ja, echt wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

4.2 Worden kinderen door uw therapie ook beter in andere (niet geoefende

vaardigheden) volgens u?

bv. Indien u oefent om het kind een bal te laten werpen, zal het door dit te oefenen ook beter worden

in het omdraaien van speelkaarten?

Helemaal niet Eerder niet Deels wel,

deels niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 67: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

58

5) Kennis van expliciet/impliciet leren

5.1 In welke mate kent u het verschil tussen expliciet en impliciet leren?

Helemaal niet,

nog nooit van

gehoord

Eerder niet Deels wel,

deels niet

Redelijk goed Heel goed

1 2 3 4 5

Kiest u hier ‘deels wel, deels niet’, ‘redelijk goed’ of ‘heel goed’ – beantwoord alle

onderstaande vragen.

Kiest u hier ‘helemaal niet’ of ‘eerder niet’ – ga meteen door naar vraag 5.4.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

5.2 Kan u kort uitleggen wat u begrijpt onder expliciet/impliciet leren, en wat het

verschil is tussen beide?

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 68: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

59

5.3 Vindt u van zichzelf dat u impliciet leren gebruikt in uw dagelijkse praktijk?

Nooit Eerder niet Soms Eerder wel Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

5.4 Zou u bereid zijn om uw dagelijkse praktijk aan te passen, bv. door een leermethode

toe te passen die anders is dan diegene die u gewoon bent?

Helemaal niet,

de methode die

we hebben is

goed

Eerder niet Misschien Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 69: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

60

6) Extra bedenkingen of opmerkingen

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 70: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

61

Bijlage 2: vragenlijst na implementatie

Julie Galle en Arno De Letter helpen centrum Ten Dries bij de uitwerking van het

nieuwe initiatief “Hands-up” training. Ze doen dit in het kader van hun masterproef voor

de opleiding Master LO en Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Gent.

De vragenlijst werd eerder in oktober 2017 reeds afgenomen, nu is het de tweede keer

dat deze wordt afgenomen (maart 2018). Met deze vragenlijst wordt een beeld gevormd

over hoe de therapeuten van centrum Ten Dries op dit moment te werk gaan.

Vul de vragenlijst zo correct en volledig mogelijk in. De vragenlijst is anoniem en de

informatie die u geeft zal vertrouwelijk behandeld worden.

De vragen polsen naar hoe u de bewegingstherapie van de kinderen dagelijks aanpakt.

Omcirkel steeds het meest passende cijfer van de 5-puntenschaal. Onder iedere vraag is

er ook de mogelijkheid om uw antwoord te staven, uit te breiden of opmerkingen te

noteren. Bij deze opmerkingen kan u altijd refereren naar een specifieke situatie of één

specifiek kind.

Alvast bedankt voor uw medewerking!

Julie Galle en Arno De Letter

Prof. Frederik Deconinck (promotor)

Bij vragen kan u steeds mailen naar: [email protected] of [email protected]

Page 71: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

62

1) Demografie

Geslacht: Man / Vrouw

Leeftijd: ................. jaar

Jaren werkervaring als ergotherapeut / kinesist : ..................... jaar

Aantal jaren werkervaring in Ten Dries: .....................jaar

Geef aan welke therapeutische methoden u gebruikt in uw dagelijkse praktijk:

Nooit Heel af en toe Soms Vaak Altijd

Functionele vaardigheidstraining

Bobath-therapie

Constraint-Induced Movement

Therapy

Spiegeltherapie

Bimanuele training

Vojta therapie

Uithoudings-/fitnesstraining

Krachttraining

Stretching

Andere? Vul aan:

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 72: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

63

2) Aanpak

2.1 Voorbeeldcase: u leert een kind een ballon in de lucht houden door er telkens op te

slaan.

A) U geeft aan dat het kind de bal onderhands moet raken door de vlakke hand van onder

naar boven te bewegen.

U geeft de uitgangshouding mee: hou je rechter hand met de handpalm naar boven ter

hoogte van de heup. Beweeg je arm opwaarts vanuit je schouder en raak de bal ter

hoogte van je schouder, plooi je arm hierbij lichtjes. Raak de bal met je handpalm

recht naar boven. Laat de arm verder bewegen tot boven en breng je elleboog naar

buiten, laat dan je hand terug naar beneden en begin de beweging opnieuw. U stelt

veel vragen over de beweging aan het kind: “Hoe zorg je dat de bal recht omhoog gaat? Hoe

hou je jouw hand hiervoor? ...”

U begeleidt de goede uitvoering van de beweging door de ledematen vast te nemen en

de beweging mee te volgen.

B) U geeft de opdracht: “Sla de ballon omhoog.”. Nadat het kind enkele keren geprobeerd

heeft, geeft u meer feedback. Bijvoorbeeld: “raak de bal iets vroeger/later OF hou je hand

goed vlak zodat hij recht omhoog gaat.”

C) U geeft de uitgangshouding mee: 1 hand ter hoogte van de heup, benen gespreid en

handpalm naar boven, etc.. De slag zelf legt u uit aan de hand van een metafoor,

bijvoorbeeld: “Doe alsof je een stikker op de onderkant van een tafel zal plakken. Of Geef een

‘low five’ aan mijn hand (handpalm naar beneden op schouderhoogte van het kind)”

Page 73: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

64

D) U past de omgeving aan door: een punt op het plafond aan te duiden. “Probeer te mikken

om tegen een punt op het plafond te slaan.” OF U plaatst een matje verticaal naast het kind

(+/- hoogste rand tot aan de schouder van het kind). “De mat is vuur, wanneer de ballon

voorbij het vuur komt gaat het ontploffen, sla het dus op tijd terug omhoog.”

U geeft geen instructies over hoe het kind de beweging moet uitvoeren, maar zegt wel

dat het moet mikken naar dat punt op het plafond of moet opletten dat de ballon niet

ontploft. Na de uitvoering geeft u feedback aan de hand van een metafoor,

bijvoorbeeld: “doe alsof je een politieagent bent die het verkeer regelt, deze zwaait zijn arm ook

rond om het verkeer door te laten gaan”.

- Welke beschrijving past best bij uw aanpak? A – B – C – D

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 74: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

65

2.2 Beschrijft u in uw instructies hoe de beweging (van de verschillende betrokken

lichaamsdelen) er moet uitzien om het doel te bereiken?

bv. Opstaan via het klimrek: “Kruip naar het klimrek, grijp het klimrek met 1 hand: vingers

boven de trap en duim onder de trap. Plaats je 2e hand bij je eerste (zelfde palmgreep). Hef je

hand 1 voor 1 op en plaats het met dezelfde greep een trede hoger. Ga zo hoog mogelijk en recht

je rug hierbij. Hef nadien je eerste knie van de grond en plaats deze voet naast je knie, terwijl

trek je goed op je armen. Nadien duw je uw lichaam op je been op en trek je het omhoog met je

armen, zo komt je tweede knie los en kan je uw voet bijplaatsen naast de andere voet.”

Nooit Heel af en toe Soms beschrijf ik de

beweging.

Meestal wel Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 75: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

66

2.3 In welke mate geeft u feedback die doelt op de uitvoering van de beweging?

bv. “Plaats je duim onder de trap zo heb je meer grip en kan je goed knijpen. Hef je schouder bij

het verplaatsen van je handen.”

Nooit Heel af en

toe

Soms geef ik die

feedback, soms

analyseer ik het

resultaat

Redelijk

vaak

Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

2.4 Maakt u veel gebruik van metaforen?

bv. Eerder: ‘Laat de bal los, doe alsof je nieuwe bal bovenhands zal gooien in slow-motion en

grijp een nieuwe bal (de bal is hier een trap)’ dan ‘laat je hand los, breng je schouder naar

achter en omhoog en nadien terug naar voor om de volgende trap te kunnen grijpen’.

Nooit Heel af en toe Soms gebruik ik een

metafoor en soms de

gewone uitleg

Redelijk

vaak

Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 76: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

67

3) Contextmogelijkheden

3.1 In welke mate is het duidelijk wat van u verwacht wordt na de implementatie van de

impliciete aanleermethode?

Helemaal niet

duidelijk

Eerder niet

duidelijk

Soms wel,

soms niet

duidelijk

Eerder wel

duidelijk

Helemaal

duidelijk

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 77: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

68

3.2 Heeft u de mogelijkheid om een specifiek motorisch leerdoel aan te passen naar het

niveau van het kind op een impliciete manier?

Geen

aanpassing

mogelijk

Weinig tot

geen aanpassing

mogelijk

Aanpassing is

soms wel, soms

niet mogelijk

Er is veel

aanpassing

mogelijk

Alles is

aanpasbaar

1 2 3 4 5

+ op welke manier (materiaal,…) en voor welk kind is dit wel/niet mogelijk:

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 78: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

69

3.3 In welke mate heeft u zelf inbreng en beslissingsmogelijkheden in verband met de

keuze van activiteiten en vaardigheden (schrijven, stappen,…)?

Ik kan totaal

geen inbreng

hebben, alles

wordt van

‘bovenaf’

gestuurd

Ik kan eerder

weinig inbreng

hebben, de meeste

beslissingen

worden van

bovenaf genomen

Soms

wel,

soms

niet

Ik kan eerder

veel inbreng

hebben

Ik kan heel veel

eigen inbreng

hebben

1 2 3 4 5

Geef hier een korte uitleg bij: hoe heeft u inbreng en geef een voorbeeld OF waarom

heeft u geen inbreng?

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

In welke mate laat de accommodatie uw huidige therapie toe?

Helemaal niet Eerder niet Soms wel,

soms niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 79: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

70

3.4 Zijn er voldoende tools aanwezig om uw therapie goed uit te voeren?

Helemaal niet Eerder niet Soms wel,

soms niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 80: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

71

4) Effectiviteit van de huidige therapie / methode

4.1 Maken de kinderen volgens u vooruitgang in de vaardigheden die ze aangeleerd

krijgen?

Helemaal niet Eerder niet Twijfel Eerder wel Ja, echt wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

4.2 Worden kinderen door uw therapie ook beter in andere (niet geoefende

vaardigheden) volgens u?

bv. Indien u oefent om het kind een bal te laten werpen, zal het door dit te oefenen ook beter worden

in het omdraaien van speelkaarten?

Helemaal niet Eerder niet Deels wel,

deels niet

Eerder wel Helemaal wel

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 81: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

72

5) Kennis van expliciet/impliciet leren

5.1 In welke mate kent u het verschil tussen expliciet en impliciet leren?

Helemaal niet,

nog nooit van

gehoord

Eerder niet Deels wel,

deels niet

Redelijk goed Heel goed

1 2 3 4 5

Kiest u hier ‘deels wel, deels niet’, ‘redelijk goed’ of ‘heel goed’ – beantwoord alle

onderstaande vragen.

Kiest u hier ‘helemaal niet’ of ‘eerder niet’ – ga meteen door naar vraag 5.4.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

5.2 Kan u kort uitleggen wat u begrijpt onder expliciet/impliciet leren, en wat het

verschil is tussen beide?

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 82: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

73

5.3 Vindt u van zichzelf dat u impliciet leren gebruikt in uw dagelijkse praktijk?

Nooit Eerder niet Soms Eerder wel Altijd

1 2 3 4 5

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

5.4 Duid op deze schaal aan welke methode, gemiddeld genomen in het centrum, werd

gebruikt voor het aanleren van (nieuwe) vaardigheden bij het begin van dit schooljaar.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Page 83: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

74

5.5 Duid op deze schaal aan welke methode, gemiddeld genomen, u gebruikte voor het

aanleren van (nieuwe) vaardigheden bij het begin van dit schooljaar.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

5.6 Duid op deze schaal aan welke methode, gemiddeld genomen in het centrum, wordt

gebruikt voor het aanleren van (nieuwe) vaardigheden op dit moment.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Page 84: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

75

5.7 Duid op deze schaal aan welke methode, gemiddeld genomen, u gebruikt voor het

aanleren van (nieuwe) vaardigheden op dit moment.

Opmerkingen:............................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

6) Extra bedenkingen of opmerkingen

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

impliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Volledig

expliciete

aanleermethode

Page 85: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

76

Bijlage 3: PowerPoint implementatie impliciet leren

Page 86: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

77

Page 87: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

78

Page 88: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

79

Bijlage 4: testbatterij vaardigheid inschenken

Materiaal

- Grote emmer, kleine emmer en beker

- Kan en fles

- Water

- Scoreformulieren + pen

- Dweilen/handdoeken

Setting

Kinderen zitten neer aan een tafel die laag genoeg is/stoel die hoog genoeg is in functie van geen

belemmering te hebben van hoogte om te gieten.

Instructies

‘We gaan eens kijken hoe goed jij al kan gieten. We starten met de kan/fles, die je met twee handen

mag vasthouden. Je mag het water allemaal in de emmer gieten, opgepast, probeer niks te morsen!’

Succes ‘Zeer goed! We maken het iets moeilijker!’

Geen succes ‘Geen probleem, je mag het nog eens proberen!/Super geprobeerd, dat heb je goed

gedaan!’

Scoreformulier

PP1 - PRE Kan - 2 handen Kan - 1 hand Fles - 2 handen Fles - 1 hand SOM

Grote emmer

Kleine emmer

Beker

SOM

Page 89: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

80

Bijlage 5: testbatterij vaardigheid tafeltennis

Materiaal

- Tafel van 1m op 2m

- Een stoel voor het pp

- 5 gekleurde pingpongballen

- Target (plakkaat van 1m op 1m met 3 kleuren)

- Pingpong palet

- Botsblokje

- Hangende balletjes: 1 plank (1m) , 5 balletjes aan touwtjes, 5 nagels en 2 kasten om dit

boven de pp te plaatsen.

- 2 hellende vlakken

- 2 verhoogjes waar hellende vlakken op kunnen staan

- Scoreformulieren

- Pen

Niveaus

1. Stilliggende ballen (2 dimensioneel) (5 ballen van elk een verschillende kleur)

Het kind zit op de stoel met het stootblokje achter de gekleurde pingpongballen. De stilliggende

ballen worden 1 voor 1 naar het target gestoten met het stootblokje (fig 2).

Instructie: ‘stoot het blauwe balletje en mik naar het midden van dit plakkaat.’

Figuur 10: testsetting niveau 1

Handgreep!

Figuur 11: plankje om tegen de ballen te botsen

Page 90: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

81

2. Stilhangende ballen (3 dimensioneel) (5 ballen van elk een verschillende kleur)

Idem zoals de tekening hierboven, maar nu hangen de balletjes aan een lat en op verschillende

hoogte, de balletjes vliegen met touw van de lat vanaf het moment dat ze worden geraakt.

Kind zit op de stoel met het pingpongpalet in vuistgreep.

Instructie: ‘sla het rode balletje naar het midden van dit target’.

3. Rollende ballen (2D)

Idem testsetting 1, maar nu rollen de ballen vanop een verhoogje tot bij de pp. Target staat net

achter het verhoogje en pp zit op 2 meter aan de andere kant van de tafel (zie figuur 1).

Instructie: ‘stoot de bal die naar jou komt terug naar het midden van dit target’.

4. Stuiterende ballen (3D)

Idem testsetting 3, maar dan nu staat het hellend vlak op een verhoogje (+-20cm) waardoor de bal

zich steeds aan dezelfde snelheid al stuiterend naar de pp verplaatst (3x stuiten tot einde van de

tafel). Licht pingpong palet wordt terug gebruikt. Het kind zit neer met een pingpongpalet in

vuistgreep.

Instructie: ‘sla het stuiterende balletje terug naar het midden van dit target’.

Figuur 12: testsetting niveau 2

Figuur 13: zo licht

mogelijk pingpong palet

T

a

r

g

e

t

!

Figuur 14: hellend vlak waarvan bal wordt losgelaten

Handgreep!

Figuur 15: plankje om tegen de ballen te botsen

Page 91: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

82

5. Random ballen gooien (ballen komen met 1 tot 3 botsen bij de pp aan en worden binnen

bereik (gestrekte arm) van de proefpersoon gegooid). De ballen kunnen van links naar rechts

geworpen worden, rechts naar links of rechtdoor.

Instructie: ‘sla het balletje terug naar het midden van dit target’.

Er wordt telkens met 5 ballen gewerkt. De 5 ballen worden richting een target geslagen.

Figuur 16: target (bvb. wit 3 punten, rood 2 punten, blauw 1 punten.

75cm 50cm

80cm

1 m

50cm

65cm

Page 92: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

83

Scorekaart niveau 1 en 2

niveau 1: Dominante hand

Juiste kleur geraakt Target Totaal

blauw + =

groen + =

geel + =

oranje + =

rood + =

TOTAAL=

niveau 2: Dominante hand

Juiste kleur geraakt Target Totaal

blauw + =

groen + =

geel + =

oranje + =

rood + =

TOTAAL=

niveau 1: Niet-dominante hand

Juiste kleur geraakt Target Totaal

blauw + =

groen + =

geel + =

oranje + =

rood + =

TOTAAL=

niveau 2: Niet-dominante hand

Juiste kleur geraakt Target Totaal

blauw + =

groen + =

geel + =

oranje + =

rood + =

TOTAAL=

Bvb. Testafnemers zegt: ‘speel de blauwe bal’. (pp die kleurenblind zijn kunnen een andere instructie krijgen: ‘speel de linker bal’ of ‘speel de bal die boven de

(afbeelding van) de beer ligt’ (afbeelding kan aan de rand van de tafel plakken).

PP raakt de blauwe bal = 1 punt

De bal raakt het witte vlak = +3 punten

Totaal: 4 punten.

Stel dat de pp de rode bal speelt i.p.v. de blauwe bal, maar wel het witte vlak raakt. Totaal: +3.

Op het einde van ieder niveau wordt de score opgeteld. maximale score is 5x4ptn. = 20 punten.

Page 93: IMPLICIET LEREN BIJ KINDEREN MET CEREBRALE PARESE (CP) · 2018-08-29 · Cerebrale parese of CP is een aandoening van de hersenen die houdings- en of bewegingsstoornissen veroorzaakt.

84

Scorekaart niveau 3, 4 en 5

De testafnemer neemt telkens een balletje links en rechts vast (op linker afloopplank en rechter

afloopplank), de testafnemer lanceert telkens 1 balletje.

Raken = +1 punt

Raken en de bal gaat voorwaarts op de tafel = +1 punt

Target = 1, 2 of 3 punten.

Alles optellen is de score voor die ene bal (maximaal 5 punten per bal).

(we doen dit met 5 ballen)

Bij ieder niveau doen we dit met 5 balletjes.

Op het einde van ieder niveau wordt de score opgeteld. maximale score: 5x5ptn = 25 punten.

niveau 3: Dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=

niveau 4: Dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=

niveau 5: Dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=

niveau 3: Niet-dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=

niveau 4: Niet-dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=

niveau 5: Niet-dominante hand

Geraakt en/of voorwaarts op tafel Target Totaal

Bal 1 + =

Bal 2 + =

Bal 3 + =

Bal 4 + =

Bal 5 + =

TOTAAL=