Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie...

23
Klinische neuropsychologie Inleiding Reader H9 deel 2: Functionele neuroanatomie van de cerebrale cortex A. Steunstructuren van de cerebrale cortex 1. Schedel We hebben een vrij grote schedel met een achterhoofdsgat (foramen magnum). Bij de mens is dit heel merkwaardig recht in het midden bewijs dat we een rechtoplopend wezen zijn. Bij de geboorte is de schedel nog niet volgroeid moet door geboorte kanaal kunnen. (fontanelle =opening) De schedel zorgt voor de eerste lijn van bescherming voor de hersenen, maar toch kan het brein hinder ondervinden door zo vast te zitten. Acceleratie – deceleratie letsels: lineaire voortgaande beweging abrupte stop, maar hersenen blijven bewegen coup of contracoup Intracraniale druk: de enigste opening in de schedel is de foramen magnum waar de hersenstam zit. Wanneer er een zwelling optreedt kan het brein nergens naartoe hersenstam onder drum en deze zorgt voor de levensfuncties dodelijk 2. Hersenvliezen 3 hersenvliezen Dura mater: Buitenste laag: hardste laag, sterk vezel tegen schedelwand Rond volledige hersenen, buiten rond het middenbrein (= Tentorial notch) Gaat tussen hemisferen in de longitudinale fissuur omtrek corpus callosum (= falx cerebri) Maakt een separatie tussen cerebelum en occipitale lobben (= tentorium cerebelli Circulatiefunctie: bevat sinussen, waardoor gedeoxiceerd bloed en cerebrospinaal vocht stroomt. Belangrijkste sinussen: o Superior sagitale sinus o Inferior sagitale sinus o Rechte sinus o Transverse sinus o Sigmoid sinus

Transcript of Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie...

Page 1: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Klinische neuropsychologie

Inleiding

Reader

H9 deel 2: Functionele neuroanatomie van de cerebrale cortex

A. Steunstructuren van de cerebrale cortex

1. Schedel

We hebben een vrij grote schedel met een achterhoofdsgat (foramen magnum). Bij

de mens is dit heel merkwaardig recht in het midden bewijs dat we een

rechtoplopend wezen zijn.

Bij de geboorte is de schedel nog niet volgroeid moet door geboorte kanaal

kunnen. (fontanelle =opening)

De schedel zorgt voor de eerste lijn van bescherming voor de hersenen, maar toch

kan het brein hinder ondervinden door zo vast te zitten.

Acceleratie – deceleratie letsels: lineaire voortgaande beweging abrupte

stop, maar hersenen blijven bewegen coup of contracoup

Intracraniale druk: de enigste opening in de schedel is de foramen magnum

waar de hersenstam zit. Wanneer er een zwelling optreedt kan het brein

nergens naartoe hersenstam onder drum en deze zorgt voor de

levensfuncties dodelijk

2. Hersenvliezen

3 hersenvliezen

Dura mater:

Buitenste laag: hardste laag, sterk vezel tegen schedelwand

Rond volledige hersenen, buiten rond het middenbrein (= Tentorial notch)

Gaat tussen hemisferen in de longitudinale fissuur omtrek corpus

callosum (= falx cerebri)

Maakt een separatie tussen cerebelum en occipitale lobben (= tentorium

cerebelli

Circulatiefunctie: bevat sinussen, waardoor gedeoxiceerd bloed en

cerebrospinaal vocht stroomt. Belangrijkste sinussen:

o Superior sagitale sinus

o Inferior sagitale sinus

o Rechte sinus

o Transverse sinus

o Sigmoid sinus

Page 2: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Mogelijke ziekten:

o Epidural hematoma: scheuring van een hersenvliesaders zorgt voor

bloeding in de potentiele epidurale ruimte (tussen schedelwant en

dura) craniale druk (zeker snel wanneer het om een slagader

gaat)

o Subdurale hematoma: scheur in ader tussen dura en archanoid

sinussen in de subdurale ruimte bloedophoping tussen de twee

lagen. (Trager en minder ernstiger)

o Meningiomas: traag groeiende tumors in hersenvlies, meestal aan

basis van het brein of rond falx. Kan lang aanslepen zonder ernstige

symptomen. Komt tot uiting bij het zenuwstelsel.

o Meningitis: ontsteking of infectie van de hersenvlies. Kan overslaan

op hersenen (= encephalitis)

Arachnoid:

Er onder: subarchnoidale ruimte met cistern: bevatten cerebrospinaal

vocht.

Mogelijke ziekten:

o Subarchnoidale cysts: Hoeveelheid vocht dat niet communiceert

met het ventrikelsysteem. Kan zorgen voor hoofdpijn, aanvallen,

maar kan ook leiden tot agenesie van de temporale lobben.

o Subarchnoidale bloeding: door lekkage of scheuring van

oppervlaktevezels. (Sterkere gedragsgevolgen)

Pia mater :

Heel dun en delicaat met kleine bloedvaten

Helemaal rond het brein ook gyri en sucli

3. Ventrikelsysteem

Deze zijn samen met subarachnoidale ruimte gevuld met cerebrospinaal vocht.

Functies:

Steun en bescherming

Elektronische en metabole balans van extracellulair vocht van de hersenen

Mogelijk probleem: hydrocephalie/waterhoofd. Komt nu niet meer voor bij

geboorte.

4. Plexus choroideus en cerebrospinaal vocht

Choroid plexus bevind zich in de ventrikels. Deze maakt het cerebrospinaal vocht

aan. Dit vocht kan een grote rol spelen in de diagnose van vele neuropathologieën,

maar het kan ook de oorzaak zijn van enkele problemen:

Noncommunicating hydrocephalus:

Page 3: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Wanneer het vocht niet van de ene ventrikel naar de andere kan stromen

en dus niet naar de subarachnoidale ruimte kan gaan om gereabsorbeerd

te worden

Door obstructie van de stroom van de laterale ventrikels aan de aquaduct

of aan de uitgangen van de 4de ventrikel

Communicating hydrocephalus:

Ontstaat bij productie (plexus choroideus) of bij de reabsorptie

( arachnoidale villi)

Oorzaken: hersenvliesontsteking, subarachnoidale bloedingen, …

B. De cerebrale hemisferen

1. Sulci, gyri, fissuren

Er is individuele variabiliteit van sulci en gyri. Toch is het mogelijk om sommige te

specifieren. Deze patronen helpen ons bij klinische diagnosen. Bv. Bij degeneratieve

ziekte kan het verlies van neuronaal weefsel zorgen voor krimping van de gyri (

vergroting van sucli)

Fissuren zijn zeer grote sucli. Er zijn maar 2

fissuren geassocieerd met de cerebrale

cortex:

Superior longitudinal fissuur

Fissuur van sylvius/ Sulcus lateralis:

Hierin bevindt zich de insula (doordat

onze hersenen in de loop van de

evolutie geplooid zijn)

De centrale sulcus (fissuur van rolando)

scheidt de precentrale gyrus (primaire

motorische) van de postcentralische gyrus

(primaire somatosensorische)

2. Lobben van de cortex

De cortex van de telencephalon bestaat uit 4 verschillende lobben: de frontale,

pariëtale, temporale en occipitale lobben.

Frontaal:

Belangrijke rol in executieve functies

Hogere-orde: wanneer, waar, waarom, hoe en of iemand zou moeten

reageren op bep. Situaties

Planning en organisatie (motoriek, cognitie en affect)

Gedragcontrole

Hulpsystemen om tot efferente signalen te komen:

o Basale ganglia

o Cerebellum

Page 4: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

o Lymbisch systeem

Pariëtaal:

Deel van posterieur gedeelte

Informatie die men binnen krijgt analyseren: sensatie perceptie (=

hogere-orde cognitieve processen)

Specifiek somatosensoriële informatie verwerken bv stand van

ledenmaten aanvoelen

Assymetrisch: vb aandoeningen

Links: Gerstmann syndroom Links en rechts: Syndroom van

Balint

Alexie, dyslexie Spatiale perceptie

Agrafie-dysgrafie Spatiale aandacht

Aculculy- dyscalculie Posturale lichaamsschema

Lichaamsschema: links-rechts

desorganisatie

Constructieve apraxie

apraxie Optische ataxie

Temporaal:

Deel van posterieur gedeelte

Bevat hypocampus, uncus en amygdala

Processing van auditieve input en rol bij herinneringen.

Men denkt ook dat het een rol speelt bij processing van affectieve info,

taal en in bepaalde delen van visuele perceptie

Occipitaal:

Gedragsmatig vooral gelinkt aan visuele perceptie

In interactie met de andere lobben staat het ook in voor spatiale, talige

en object-herkenning functies

3. Lagen van de cortex

De cortex heeft verschillende lagen, waar de verhoudingen van verschillen

naargelang de plaats. Bij sensorische (afferente) gebieden is laag 4 dikker en bij

motorische (efferente) gebieden laag 5 en 6. Er zijn 6 cellagen:

1) Moleculaire of plexiforme laag: krijgt input van thalamische kernen

2) Externe granulaire laag: krijgt input van en projecteert naar andere corticale

gebieden

3) Externe pyramidale laag: bron van associatie en communiserale vezels

4) Interne granulaire laag: krijgt input van specifieke thalamische kernen

5) Interne pyramide laag: bron van associatie en projectie vezels

6) Multiforme of fusiforme laag: primaire bron van U-vezels voor nabijgelegen gyri

4. Projectiegebieden

Page 5: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

C. Functionele organisatie van de cerebrale cortex

1. Sensorische input

Er zijn 4 soorten sensorische informatie:

Visueel

Auditief

Somesthetic (textuur, temperatuur of vorm)

Chemisch (geur en smaak)

Elke soort input begint het basisproces in zijn gerelateerde primaire sensorische

cortex. Elk van deze gebieden liggen in contact met hun modaliteit-specifieke

secundaire associatie gebieden, zodat er percepten kunnen gevormd worden. (nog

geen specifieke betekenissen) Dan gaat het over naar de tertaire gebieden waar er

wel betekenis aan gegeven wordt. (basis van hogere-orde functies)

2. Motorische output

Dit systeem is gelijkend op het systeem van sensorische input, maar eerder in

omgekeerde volgorde.(tertiair primair). De sensorische input zorgt voor de

informatie en het motorische systeem beslist waar en hoe de informatie vertaald

wordt naar acties.

3. Klinische implicaties

Er zijn 2 corticale visuele paden beschreven: ventraal en dorsaal. De informatie

bereikt deze paden na het secundaire proces (percepten). De info over object

identificatie gaat naar het ventrale (connectie met limbische systeem emoties,

herinneringen) en de info over visuele locatie van het object gaat naar het dorsale.

Beide paden leggen contact bij de frontale cortex om de motorrespons te starten.

De structuur van deze connecties bepaalt de aard van specifieke stoornissen door

discrete corticale letsels.

Page 6: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

D. Corticale paden en hun klinische significantie

Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale,

bestaande uit op- en neerwaartse paden, en horizontale, betreft intra- en

interhemnisferische communicatie, axionale vezels. Wanneer deze connecties

verstoord worden door bv een hersentumor kunnen er een aantal stoornissen ontstaan.

3 major vezels:

Projectie vezels: connecties van de cortex naar niet-corticale structuren en

omgekeerd

Belangrijkste:

o Interne capsule

o Externe capsule

o Extreme capsule

o Cerebrale penduncles

o Optic radiations

Bij letsels: stoornissen

o Niet alleen motorisch en sensorische problemen!

o Letsel bij thalamofrontale connectie frontale lob syndroom

o Disconnecties tussen temporele, partiële of occipitale lobben en

thalamus:

Neglect

Afasieën

Andere sensorische-perceptuele problemen

o Disconnectie syndroom meestal bij de andere 2 soorten vezels, maar

hier kan het ook. Hier is de normale communicatie tussen de cortex

en de subcortex en hersenstam verstoord

Soorten projectiegebieden + vb stoornis

o Motorische projectiegebieden + hemiplegie (1 kant verlamd)

o Somatosensorische projectiegebieden + hemianesthesie (1 kant niet

meer voelen)

o Visuele projectiegebieden + hemianopsie (halfzijdige

gezichtsvelduitval)

o Limbische projectiegebieden

Associatie vezels: Commincatie tussen gebieden in dezelfde helft

Zowel korte als lange. De korte zitten meestal rond de gyri en sulci

Zorgt voor constante feedback. Is nodig voor de kleinste taken. Bv

motorische taak vereist sensorische feedback.

Bij letsels kunnen er verschillende problemen ontstaan bij:

o Aandacht links en rechts

o Ruimtelijke perceptie

o Dieptezicht

o Proprioceptie

Page 7: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

o Visuele controle

o Oogbewegingen

o Automatisatieprocessen

o …

Commissurale vezels: Tussen de 2 hersenhelften

Meerdere belangrijke functies:

o Info kan nuttig zijn voor het gelijkaardige gebied in de andere

hersenhelft. 1 helft kan beter gespecialiseerd zijn in een bepaalde

taak

o Elke helft heeft een andere manier van informatieverwerking

complementaire functie en rijkere beleving

Verschillende vezels, maar de grootste en belangrijkste is het corpus

callosum. Deze verbindt zoals alle andere commisurale vezels of homologe

of gelijkaardige gebieden. Hier met de uitzondering van de primaire visuele

cortex en de primaire motorische cortex.

Deze connecties kan men zien via brainimaging. (DTI scans)

E. Disconnectie syndromen

De verschillende delen van de hersenen moeten communiceren met elkaar via de

commuserale, associatieve en projectie vezels (lange axonale pathways). Hier zijn

meerdere hypothesen over:

Delen van informatie uit 1 gebied worden overgebracht naar een volgend gebied

verder verwerkt in context met andere informatie herhaald proces:

geïntegreerde respons

Unieke linken tussen gebieden (temporale-spatiale integratie), die specifiek zijn

voor de huidige conditie van het organisme. Deze patronen worden dan

gecombineerd met andere patronen op daaropvolgende situatie.

Bij een letsel aan de commuserale of associatie vezels spreekt men van Disconnectie

syndromen.

Meest voorkomende oorzaken:

Beroerte

Tumor

Split brain

Page 8: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

syndromen uitleg zakboek

Ideomotorische apraxie

Onvermogen om bewust/op bevel aangeleerde handelingen uit te voeren

Transitieve taken: voorwerp gebruiken

Intransitieve taken: symbolische gebaren Letsel meestal in linker hemisfeer

133

Unilaterale ideomotorische apraxie

Aan 1 zijde Letsel: Anterieure deel van corpus callosum

135

Occulmotorische apraxie

Onvermogen om de ogen op bevel te bewegen 126

Buccofaciale apraxie Inaccurate uitvoering van aangeleerde bewegingen met kin, lip, tong, farynx of larynx

127

Alexie zonder agrafie Men kan wel schrijven, maar niet lezen wat ze schrijven Meestal door een letsel van het splenium van corpus callosum en de linker occipitale cortex

Conductie afasie Stooring in de herhaleing van zinnen en woorden. Er is wel begrip van taal en goede spraak articulatie.

154

Collosale syndromen Bv split brain

F. Hemisferische specialisatie

1. Anatomische asymmetrie (enkel slides)

Er zijn zowel structurele als functionele verschillen tussen de twee hersenhelften.

Een structureel verschil is dat er in de linker hemisfeer meer associatiegebieden zijn

dan in de rechter. De verschillen op functioneel vlak:

Opmerking:

dichotomie is ingewikkelder voor mensen die linkshandig zijn

Genderverschillen

Frontaal zijn er minder verschillen

Links Rechts

Taal en Symbool

gerelateerde functies

Nonverbale functies

Bepaalde motorische

vaardigheden

Gerichte aandacht

Logisch-rationele

verwerking

Emotioneel-affectieve

verwerking

mediëren van

lichaamsbewustzijn

(lichaamsschema)

Bepaalde aspecten van

muziekvaardigheden

Temporeel Visio-perceptuele / -

spatiale vaardigheden

Page 9: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

2. Functionele specialisatie (enkel slides)

Rechtshandig meeste links dominant

Linkshandig meer verdeeld, maar nog steeds meeste links dominant

3. Linker hemisfeer specialisatie

1) Taal

Er zijn twee pioniers in de lokalisatie van taal in het brein:

Broca:

letsels in linker hemisfeer, nl. 3de frontale winding (pars triangularis

en opercularis)

Kunnen niet meer vlot praten, maar hebben wel auditief begrip

Extern

Wernicke:

letsel in posterieure deel van de linker superieure temporele gyrus

hebben geen auditief begrip meer, maar kunnen wel praten.

Intern

Bij letsels aan de linker hemisfeer komen afasie en apraxie vaak samen voor:

evolutie van gebarentaal naar woorden

Page 10: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

2) Productie van mondelinge en geschreven taal

Verloop:

Intentie om te communiceren

Interne organisatie van gedachten

Toegang tot woorden om de gedachte te uiten

Toegang tot de fonetische representaties (klanken)

Intentie van de intentie

De productie (articulatie) van spraak (articulatie van fonemen)

Voor geschreven taal is het grotendeels hetzelfde buiten dat de fonemen

worden omgezet in geschreven symbolen (grafemen)

De gevolgen van een letsel in de linke hemisfeer hangt af van de locatie:

syndromen uitleg zakboek

Dynamische afasie Onvermogen voor de initiatie van een spontane communicatie Linker anterieure frontale letsels (geen echte taalstoornis!)

Transcorticaal motorische afasie

Haperende spontane en responsieve gesproken en geschreven taal. Wel herhalen en begrip Linker anterieure frontale letsels

157

Afasie van Broca/ Motorische afasie

Kunnen niet meer vlot praten of herhalen, maar hebben wel begrip

151

Afasie van Wernicke/ sensorische afasie

Hebben geen begrip, maar kunnen wel vlot praten Vlotte, maar gestoorde herhaling Horen zelf vaak niet dat ze “onzin” uitkramen

Transcorticale sensorische afasie

Kunnen vlot praten en herhalen, maar er is geen begrip.

103

Globale afasie Mix vorm: zowel problemen in uiting als begrip Weinig zelfcorrectie

155

Page 11: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Om te spreken van een taal stoornis moet en minstens een verstoring zijn

vloeiend praten, het begrip en het herhalen:

Schade aan de rechter hemisfeer brengt minder stoornissen met zich mee. De

controle over spraakoutput (tong, larynx en farynx) is bilateraal gereguleerd, dus

bij een letsel aan de rechterhemisfeer kan een verstoring van de articulatie

veroorzaken, nl. dysartrie, zonder een taalstoornis.

Atactiche dysartrie: ernstige verstoring in spraak-musculari: temporele

coördinatie is verstoord

Hypotone dysartrie: letsel in basale ganglia kernen: alsof tong verdoofd is

3) Taal reproductie

Stoornissen in de taal reproductie kunnen komen van:

Foutieve sensorische integratie of begrip

Productie verstoringen

Verstoringen tussen gebieden van sensorische input en sensorische

integratie bv: pure woordoofheid, alexie, alexie zonder agrafie

Disconnectie tussen anterieure en posterieure taal gebieden: conductie

afasie

syndromen uitleg zakboek

Conductie afasie Disconnectie van achterste en voorste gebieden van het brein Storing in de herhaling van zinnen en woorden. Er is wel begrip van taal en goede spraak articulatie. Vlotte, maar gestoorde spontane spraak. Efferente stoornis Wel ziekte inzicht!

154

Zuivere woorddoofheid

Auditieve verbale agnosie (≠ auditieve agnosie: begrijpt bv het geluid van een

101

Afasie Vloeiend Begrip Herhalen

Afasie van Broca/ motorische afasie

- + -

Transcorticaal motorische afasie

- + +

Afasie van Wernicke/ sensorische afasie

+ - -

Transcorticale sensorische afasie

+ - +

Conductie afasie + + - Globale afasie - - - Transcorticale gemengde afasie

- - +

Page 12: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

ambulance niet) “wat is dat woord?” gestoord begrip van lexicale elementen van gesproken of geschreven zinnen en vlotte, maar gestoorde herhaling. Horen wel, maar begrijpen de klank niet Bv liplezen gaat wel (niet-verbaal)

Er blijkt bijna geen invloed te zijn van de rechterhemisfeer, buiten als een

secundair gevolg van hemispatiaal neglect.

4) Woord-vinden vaardigheid

Fundamentele functie van taal:

Vaardigheid om woorden te associeren met ofwel een intern (gedachte)

of extern (perceptie) representatie van een object of idee

Word-finding: deze associaties maken en deze dan ophalen

syndromen uitleg zakboek

Anomische afasie (anomie, amnestische afasie, semantische afasie)

Praten vlot, maar kunnen niet op een woord komen Meestal woorden van zelfde categorie

145

5) Woord herkenning

De woorden die we als input krijgen moeten ook verstaan worden en daarbij ook

hun associaties. Taal begrijpen is onderverdeeld is een semathisch en een syntax

component. De linker hemisfeer is duidelijk dominant hierin maar er is toch een

kleine invloed gevonden van de rechter. Ondanks dat het zo miniem is, kunnen

er toch significante problemen optreden door een letsel in de rechter hemisfeer,

zoals problemen in begrijpen van subtiele of thematische aspecten van

communicatie (zeker bij gebruik van metaforen en sarcasme)

6) Intern gebruik van taal

We gebruiken taal ook intern, zo vormt het de basis van abstract rederen en

probleem-oplossend denken. Beide hemisferen staan hier voor in, maar we

proberen toch alledaagse problemen in verbale termen te gieten.

7) Ideomotor praxis

syndromen uitleg zakboek

Ideomotorische apraxie

Onvermogen om bewust/op bevel aangeleerde handelingen uit te voeren

Transitieve taken: voorwerp gebruiken

Intransitieve taken: symbolische gebaren

133

Ideationele apraxie Inaccurate sequentiëring van de afzonderlijke stappen 137

Page 13: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

binnen een doelgerichte reeks van handelingen Kunnen wel de taken afzonderlijk uitvoeren en ook herhalen

Apractische agrafie Bij het schrijven volgens dictee, op commando, of als reactie op een stimulus, produceert de patiënt een slecht gevormd handschrift dat kan evolueren tot onherkenbare krabbels. Dit met beide handen Ze kunnen wel spellen

173

8) Calculations (lezen)

9) Gerstmann’s syndroom en verstoring van lichaamsschema

Door linker angulaire gyrus

symptomen uitleg zakboek

Vingermislocatie Inaccurate identificatie van vingers wanneer deze aangeduid worden Kunnen zelf ook niet aanduiden op prent

93

Vingeragnosie Onvermogen om op een visuele manier de afzonderlijke vingers van de handen te herkennen

94

Autopagnosie Inaccuraatheid in het lokaliseren van lichaamsdelen aangegeven door diagnosticus op eigen en ander lichaam Wel herkennen van lichaamsdelen Kan ook unilateraal

94

Heterotopagnosie Inaccuraatheid in het lokaliseren van lichaamsdelen aangegeven door diagnosticus op lichaam van diagnosticus

/

Links-rechts disoriëntatie/verwarring

Inaccuraatheid in onderscheiden van links en recht bij lichamen of in de ruimte vanuit eigen gezichtsveld of vanuit gezichtsveld van persoon die over patiënt zit

97

10) Kleur benoeming en associatie

syndromen uitleg zakboek

Stimulusspecifieke afasie (kleurafasie/kleuranomie)

Verminderd vermogen om te communiceren over kleuren

149

4. Rechter hemisfeer specialisatie

De rechter hemisfeer werkt op een fundamenteel andere wijze als de linker. Het

wordt gezien als een meer holistische of gestalt modus. Het verwerken van

meerdere soorten informatie gebeurt eerder op een simultane of globale manier.

Dit soort verwerking leidt tot onmiddellijke, intuïtieve algemene impressie of

analysevan een situatie zonder er over te moeten nadenken. De rechter hemisfeer is

dus misschien efficiënter bij nieuwe situaties die veel flexibiliteit en innovatieve

responsen nodig hebben. Ook is de rechter hemisfeer meer geassocieerd met

Page 14: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

emotionele verwerking. Het vertelt ons wanneer een situatie niet goed aanvoelt,

zonder dat we er iets op kunnen plakken.

1) Emotionele-affectieve processen

a. Emotionele expressie in communicatie

Emotionele boodschappen uiten zich in de lichaamshouding en

gezichtsuitdrukkingen van de mens. De rechter hemisfeer speelt hier een

dominante rol in. De toon waarop iets wordt gezegt noemt met emotionele

kleuring. Deze kan onze sociale interacties verbeteren en het geeft ons ook meer

informatie.

Affectieve kleuring bestaat uit 2 componenten:

Expressieve component: emotionele accenten toevoegen om de mood of

betekenis goed over te brengen

Receptieve component: interpreteren van van de mood en betekenis

achter de boodschappen van anderen

Verstoringen in deze componenten noemt met aprosodieën

b. Ervaring van emotie buiten taal (lezen)

c. Additional contributions to language processes

Naast affectief en linguistisch taalgebruik, zijn er nog andere elementen die

voornamelijk door de rechter hemisfeer worden geregeld, zoals de appreciatie

van de context. Bij langere, complexere narratieve is het nodig om het op te

delen in secundaire thema’s. hier is niet alleen comprehensie voor nodig, maar

ook organisatie.

Een letsel kan leiden tot moeilijkheden met:

Moraal begrijpen

Details onderscheiden van grote thema’s

Incongruenties opmerken

Humor

Conclusies trekken

Interpreteren van metaforen, idiomen of sarcasme

2) Spatiaal-perceptuele verwerking

Naast sensorisch-motorische vaardigheden staat de rechter hemisfeer ook in

voor de integratie en verwerking van spatiaal-perceptuele informatie. Maar men

ziet dat zo’n taken ook beïnvloed kunnen worden door letsels in de linker

hemisfeer.

a. Visuele-spatiale vaardigheden

Hier bestaan vele testen voor, maar deze zijn ofwel heel complex ofwel leunen ze

op verbaal gemedieerde responsen. Als men deze testen in een klinische situatie

Page 15: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

gebruikt zonder genoeg controle kan het de zoektocht naar specialisatie van de

hemisferen bemoeilijken.

Bv taken zoals topografische oriëntatie of

topografisch geheugen heeft ook verbale

associaties,… de rechter hemisfeer is wel

superieur voor het spatiale aspect, maar

door het verbale karakter kunnen er ook

gevolgen zijn van een linker letsel. Een

test die meer puur op het spatiale test, en

dus ook voor letsels van de rechter

hemisfeer, is bv de lijn oriëntatie. (voor

spatiale disoriëntatie)

Stoornissen die kunnen optreden bij de visueel-spatiale vaardigheden:

syndromen uitleg zakboek

Topografische disoriëntatie

Inaccuraatheid in pogingen tot het volgen van een route met behulp van niet-verbale kaarten Inaccuraatheid bij het aangeven van de richtingen (noord/zuid/oost/west) bij het afleggen van een bestaande route of bij het volgen van een route op een kaart

70

Topografische agnosie Onvermogen om voorheen bekende oriëntatiepunten in het landschap te herkennen Het vergelijken van oriëntatiepunten is wel intact

69

Spatiale disoriëntatie Inaccuate beoordeling van de ruimtelijke oriëntatie van visueel of tactiel gepresenteerde stimuli

77

b. Visueel-constructieve vaardigheden

Hier bestaan verschillende testen voor, die veel van elkaar verschillen en ook

verschillende dingen onderzoeken. Deze kunnen bevatten:

Tekenen van gekende objecten

Natekenen van 2D of 3D bv huis

Plattegrond tekenen van bv ziekenhuis

Namaken van geometrische patronen met behulp van Kohs blocks

Reconstrueren van 2D of 3D vormen met lucifersf houten blokken

Gefragmenteerde foto’s terug in elkaar zetten

Elk van deze taken heeft ook een invloed van de linker hemisfeer en

socioculturele factoren

3 implicaties:

De intercorrelatie tussen de testen is niet perfect

Enorm gevoelig aan meeste soorten van hersenletsel

Page 16: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Vaak het gevolg van ofwel rechter ofwel linker letsel

Eerst dacht men dat stoornissen in deze vaardigheden door letsels in de linker

hemisfeer kwamen (partiële lob), maar na verder onderzoek dacht met de

rechter. Nu ziet men stoornissen door beide kanten, wel met verschillende

klachten (niet significant genoeg voor indiviudele gevallen)

Rechts: dooor afbraak van spatiale integratie en perceptie

Grotere fragmentaties

Verlies van gestalt en 3D perspectief

Neiging om objecten linkgs van de tekening te negeren (linker

unilateraal neglect)

Links: afbraak van vaardigheden in het maken van plannen en executieve

vaardigheden (apraxie)

Over vereenvoudigen van tekeningen (spatiaal meer intact)

Minder replicatie van details

Letsels in de partiële lobben, zeker bilateraal, zorgen voor de ernstigste

stoornissen, maar een letsel in de frontale lob kan ook voor problemen zorgen.

syndromen uitleg zakboek

Visuoconstructiestoornis Niet kunnen natekenen: moeilijkheden om lijnen samen te construeren tot 1 visueel concept Geen 3D model kunnen namaken Bij beide handen! Ziektebesef

120

c. Visueel-perceptuele vaardigheden

Deze taken bestaan uit: (ook gevoelig voor linker hemisfeer letsels)

Discriminatie tussen ongekende gezichten

Incomplete, gefragmenteerde, overlappende figuren of gekende objecten

gezien vanuit een ongewoon perspectief

Mentale rotaties van patronen of figuren in de ruimte

Lokalisatie van objecten in de ruimte

Visuele doolhoven, kaarten maken, routebeschrijvingen

Diepteperceptie

syndromen uitleg zakboek

Stoornissen is de discriminatie van gezichten

Inaccurate matching (ander perspectief) of discriminatie van gezichten wanneer dit gebeurt op basis van visuele details Kunnen gezichten wel herkennen!

65

Stoornissen in de visuele vormperceptie

Inaccurate matching of discriminatie van complexe visuele stimuli, met uitzondering van gezichten Gestoorde figuur-achtergrond discriminatie (Stoornissen in discriminatie van complexe patronen) Inaccurate identificatie van visuele stimuli die

64

Page 17: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

gedeeltelijk verborgen zijn, of getoond worden vanuit ongewone hoeken, of waarbij opvallende details ontbreken Intact vermogen om diezelfde stimuli te identificeren wanneer deze duidelijk aangeboden worden

Spatiale flexibiliteit Mentale rotaties of veranderingen niet kunnen maken 78

Spatiale misschatting Inaccurate schatting van het aantal afzonderlijke elementen in een reeks stippen, letters, blokken, of soortgelijke elementen, gebaseerd op de spatiale configuratie van de reeks (lokalisatie van objecten in de ruimte)

79

Astereopsie Stoornis in diepteperceptie Lokaal: Inaccurate perceptie van diepte bij objecten gezien onder stereoscopische condities Globaal: Inaccurate perceptie van diepte bij het onder stereoscopische condities bekijken van patronen van randomsgewijs verdeelde stippen of letters

75

Simultaan agnosie Kunnen geen meerdere stimuli tegelijk identificeren Bij ballint syndroom

91

Spatiale dyscalculie/ constructionele agrafie

Inaccuraat schrijven van afzonderlijke letters tijdens een dictee, het schrijven op commando, het schrijven als reactie op een stimulus of afbeelding, of bij het kopiëren Beide handen Geen zelfcorrectie

174

3) Spatiaal (nonverbaal) geheugen (lezen)

4) Muzikale vaardigheden (lezen)

5) Gerichte aandacht en unilateraal neglect

syndromen uitleg zakboek

Neglect

Hemispatiaal neglect Onvermogen om de linker ofwel de rechterzijde van het visueel veld of van een stimulus in het visueel veld te exploreren of op te merken

88

Hemi-inattentie Onvermogen om een stimulus gepresenteerd aan een zijde van het lichaam of een zijde van het visuele veld op te merken

Extinctie (na bilaterale simultane stimulatie)

Stoornis in het detecteren van stimuli aan de rechter of linker kant bij dubbele of bilaterale simultane stimulusaanbieding

88

Hemi body awareness

Allesthesie Voelen aan de andere kant. (rechts letsel: wanneer links prikken, voelen rechts)

80

Anosognosie Gebrek aan ziekte inzicht 225

Anosodiaforie Onverschillig of gebrek aan bezorgdheid omtrent eigen medische toestand (door geen ziekte besef)

221

Somatoparafrenie Denkstoornis met neglect Ontkenning van lichaamsdelen als behorend tot eigen

226

Page 18: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

lichaam (meestal ledenmaten) Volhouden van ontkenning, ondanks tegenbewijzen ≈ waanachtig Hangt samen met gnostisch probleem: kennis verliezen (van eigen arm) “derealisatie”

Verminderde of verstoorde motor responsen

Akinesie: Directionele hypokinesie, bradykinesie, hemiakinesie

Onvermogen tot initiatie (spontaan of op vraag) van bewegingen van romp, gezicht, en ledenmaten Afwezigheid van betekenisvolle interacties met de omgeving Stoornis van attentie EN intentie

242

a. Hemispatiaal neglect

= Onvermogen om een stimulus gepresenteerd aan een zijde van het lichaam of een

zijde van het visuele veld op te merken.

De zijde die genegeerd wordt is contralateraal aan het letsel:

Frekw. (linkszijdig neglect) > Frekw. (rechtszijdig neglect)

Ernst (linkszijdig neglect) > Ernst (rechtszijdig neglect)

Er is neglect op 3 niveaus:

Personal space: het eigen lichaam

Peripersonal space: bv bij kopieer- en teken taken maar de helft tekenen

Extrapersonal space: kunnen niet rechtdoor stappen, zitten scheef

Neglect en hemianopsie is soms moeilijk te onderscheiden, want bij beide

stoornissen kan de patiënt niet spontaan reageren op stimuli in de helft dat men

niet ziet. Maar bij ernstig neglect kan men soms de patiënt wel wijzen op de kant

die men negeert. Patiënten met hemianopsie zoeken wel in de kant die ze niet

zien (ze negeren het niet). Deze patiënten kunnen dus wel goede resulaten

behalen in de letter-cancellation test.

De rechterhemisfeer is dominant in dit proces.

Deze staat in voor zowel het zicht van links en van

rechts. De linker hemisfeer daarentegen enkel

voor rechts. Wanneer er dus een letsel in de linker

hemisfeer zich voordoet, zullen de gevolgen

minder ernstig zijn omdat de 2 kanten nog gezien

worden door de rechter hemisfeer.

Wanneer er een bilateraal letsel is, treedt er

simultaan neglect op.

b. Hemibody awareness

Stoornissen hier aan kunnen verschillende vormen aannemen:

Onbewust zijn of onderdrukking van tactiele stimuli

Page 19: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Geen ziektebesef

Eigen ledenmaat niet kunnen herkennen

Hemi body awareness

Allesthesie Voelen aan de andere kant. (rechts letsel: wanneer links prikken, voelen rechts)

80

Anosognosie Gebrek aan ziekte inzicht 225

Anosodiaforie Onverschillig of gebrek aan bezorgdheid omtrent eigen medische toestand (door geen ziekte besef)

221

Somatoparafrenie Denkstoornis met neglect Ontkenning van lichaamsdelen als behorend tot eigen lichaam (meestal ledenmaten) Volhouden van ontkenning, ondanks tegenbewijzen ≈ waanachtig Hangt samen met gnostisch probleem: kennis verliezen (van eigen arm) “derealisatie”

226

c. Verminderde of verstoorde motor responsen

Akinesie: Onvermogen tot initiatie (spontaan of op vraag) van bewegingen van

romp, gezicht, en ledenmaten en afwezigheid van betekenisvolle interacties met

de omgeving Stoornis van attentie EN intentie

d. Visual imagery

Mentale beelden maken houdt de perceptie van een beeld in zonder de visuele

input. Dit proces bestaat uit 2 delen:

Activatie van opgeslagen herinneringen van de delen van het visuele

beeld (linker hemisfeer)

Het plaatsen van de delen in een juiste configuratie mbv. Een

coördinatiesysteem (rechter hemisfeer)

In onderzoek is aangetoont dat er geen significante verschillen zijn in de activatie

van het brein wanneer men naar een foto kijkt of men het object inbeeld.

H9 deel 3: Functionele organisatie van de hersenen

A. Introduction (lezen)

B. Functional organization of the brain: Luria’s model revisited

3 functionele units van het brein:

Eerste unit: Regulating cortical tone: aandacht en arousal

Reticulaire activatie systeem: algemene, nonspecifieke arousal

Thalamus: selectieve aandacht

Limbische structuren: emotie, motivatie en doel-gerichte arousal / leren en

geheugen

Tweede unit: Informatieverwerkingsunit: gnostic (temporale, partiële en

occipitale lobben)

Page 20: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

Derde unit: Executieve unit (frontaal): programmeren, reguleren en nakijken van

mentale activiteit

C. The first functional unit: attention and arousal (lezen)

D. The second functional unit: information processing

1. The 3 horizontal zones of the second functional unit

Deze unit bevat de partiële, occipital en temporele lobben. Het wordt gezien als het

kennis systeem van de hersenen en staat in voor receptie, analyse en opslag van

informatie. (input van sensorische modaliteiten)

Proces:

Decoderen van sensorische input

De informatie moet gecodeerd worden naar zinvolle units

Analyse en integratie met andere informatie

Stockeren

Zo bouwen we aan onze capaciteit om de omgeving te voorspellen en

manipuleren databank

Superordinaat concepten

De tweede unit is opgedeeld in 3 zones:

Primair: ideotypic

Secundair: homotypical, modaliteisspecifiek, unimodal

Tertiair: homotypical, hogere orde, heteromodal

Elk van de 3 primaire zintuigen (horen, zien,

voelen) heeft zijn eigen primaire en

secundaire zone. (tertiaire is multimodaal)

Letsels in elke zone:

Primair:

stoornissen in primaire

sensorische vaardigheden (doof,

blind,…)

geen specialisatie van

hemisferen

Secundair:

Modaliteits-specifieke en

perceptuele stoornissen

Specialisatie van hemisferen licht

observeerbaar

Tertiair:

Niet meer gelimiteerd tot 1 modaliteit

Duidelijk observeerbare specialisatie van hemisferen

Page 21: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

2. Auditory processing in the second functional unit (lezen)

3. Visual processing in the second functional unit (lezen, uitgezonderd volgende)

Effects of lesions to the tertiary cortex on visual processes

syndromen uitleg zakboek

Apperceptieve agnosie

Inaccurate matching of discriminatie van complexe visuele stimuli, met uitzondering van gezichten Gestoorde figuur-achtergrond discriminatie (Stoornissen in discriminatie van complexe patronen) Inaccurate identificatie van visuele stimuli die gedeeltelijk verborgen zijn, of getoond worden vanuit ongewone hoeken, of waarbij opvallende details ontbreken Intact vermogen om diezelfde stimuli te identificeren wanneer deze duidelijk aangeboden worden

64

Visuele agnosie Onvermogen om visueel gepresenteerde bekende objecten te herkennen Kunnen wel bv overtekenen, maar het brein interpreteert het niet

67

Achromatopsia Inaccuraat sorteren van kleuren volgens schakering, matching van kleuren en detectie van gekleurde stimuli in gekleurde achtergronden

62

Kleur agnosie Onvermogen om de karakteristieke kleuren van bekende objecten te identificeren

63

Prosopagnosie Herkennen gezichten niet

4. Somatosensory processing in the second functional unit (lezen)

Slides: Stoornissen in de gedragscontrole (frontale lobben)

Syndromen uitleg zakboek

Stimulus-bound gedrag Toegenomen disinhibitie van interferende irrelevante omgevingsstimuli

Perseveratie Onvermogen, om gedragingen op het vereiste tijdstip te beëindigen blijven hangen bij een respons die juist gedaan is

234-235

Verbale reïteraties Uitgestelde echolalie

Spontane herhaling van de woorden of uitdrukkingen door iemand anders uitgesproken Input weergalmt in brein

239

Grijp-reflex Stereotypische flexie-adductie respons van de hand

Ontremd gedrag/ agressief gedrag/ impulsdisinhibitie

Trigger wekt gedrag op dat oncontroleerbaar is 236

Page 22: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

3 belangrijke circuits dit vanuit de frontale lobben vertrekken:

Dorsolateral prefrontal circuit: cognitieve aspect van de gedragscontrole

Executieve stoornissen

syndromen uitleg zakboek

Ideationele constrictie Vermindering van het vermogen om soepel en abstract te denken Vb. spreekwoord niet abstract kunnen uitleggen

227

Ideationele disoriëntatie Verwarde gedachtegang Creëren eigen werkelijkheid Minder controle op gedachtengang

228

Anosognosie Gebrek aan ziekte inzicht Brein minimaliseert het letsel en klachten

225

Stoornis in probleem oplossing

Bv wanneer ene arm grijpreflex heeft komt men er niet zelf op om de andere arm te gebruiken om het object/persoon te lossen Geen zelfredzaamheid

Stoornis in de interferentie

Kunnen details niet meer onderscheiden van hoofdzaken Door alles afgeleid Presteren slecht op strooptaak

Orbifrontal circuit: inhibitie van veranderingen in gedragsresponsen op omgeving en

sociale situaties

disinhibitie

syndromen uitleg zakboek

Grijpreflex Stereotypische flexie-adductie respons van de hand

Utilizatiegedrag Aangeboden object meteen gebruiken voor wat het dient wanneer dit niet de bedoeling is Semantisch geheugen wordt meteen het actieplan

Forced collectionsime Men kan niets meer weggooien

Stimulus-bound gedrag Toegenomen disinhibitie van interferende irrelevante omgevingsstimuli

Echopraxie Neiging om te imiteren doordat de onderdrukking van spiegelneuronen niet meer werkt

247

Echolalie Spontane herhaling van woorden of uitdrukkingen door iemand anders uitgesproken Bijna gelijktijdig of zelfs zinnen afmaken

239

Perseveratie Onvermogen, om gedragingen op het vereiste tijdstip te beëindigen blijven hangen bij een respons die juist gedaan is

234-235

Pathologische reïteraties Palilalie

Spontane meervoudige herhalingen van lettergrepen, woorden of uitdrukkingen

239

Verbale reïteraties Uitgestelde echolalie

Spontane herhaling van woorden of uitdrukkingen door iemand anders uitgesproken

239

logorrhea “Spraakwaterval” Op 1 simpele vraag een heel lang antwoord geven

Page 23: Klinische neuropsychologie - OnderwijssiteD. Corticale paden en hun klinische significantie Informatieoverdracht in de cerebrale cortex gebeurd voornamelijk via verticale, bestaande

waarbij niet tot het punt gekomen wordt

Pathologisch wenen/lachen

Plotse onvrijwillige lach- of huilbui Afwezigheid van bijpassen subjectief gevoel

224

impulsdisinhibitie Onvermogen om vorige ervaringen of feedback te gebruiken om huidige of toekomstige gedragingen te leiden Onvermogen om negatieve gevolgen te anticiperen of er zich door laten beïnvloeden

Extra Ontremd, sociaal ongepast en emotioneel ongepast gedrag Stereotype repetitieve handelingen OCD

Anterior cingulate circuit: motivatie, verweer tegen interferenties (bv inhibitie van

automatische responsen) en initiatie van responsen

apathisch syndroom

syndromen uitleg zakboek

Apathie/pseudodepressie Verminderde motivatie en interesse 219

Akinesie/hypokinesie Verminderde snelheid van de bewegingen aan 1 of beide lichaamshelften Spontane afwijking van hoofd of ogen obv middenlijn Weinig spontane bewegingen in richting van afwijking Hoort de opdracht wel maar komt niet tot de initiatie van actie

219

Euforie/manie Opgewonde euforische stemming ondanks aanwezigheid van letsel/ziekte/handicap

219

Anosodiaforie Onverschillig of gebrek aan bezorgdheid omtrent eigen medische toestand (door geen ziekte besef)

221

Angst Via motorische acties controle krijgen over die angst OCD

Delusies/waanvorming Bv. Syndroom van cottard: denken niet meer te bestaan = nihilistische waan