Ik moet steeds meer dingen doen die ik niet kan, niet wil en nooit zal leren!

1
21 TBV 18 / nr 1 / januari 2010 Vorige week ging een collega met pensioen. Hij en ik delen een lichte afkeer van bureaucratie en regeltjes. Hij en ik vinden dat je het werk moet laten doen door mensen die dat het beste kun- nen. Zo staat dat ook in elk goed boek over ‘orga- niseren’. Die oud-collega wist altijd slim om de administratieve lasten heen te laveren... en ik niet. Bij zijn afscheid sprak hij over de ‘nieuwe griep’ in organisaties. Indirect werk wordt steeds meer naar de werkvloer geduwd. Ook ik krijg steeds meer werk op mijn bordje waarvoor we vroeger ondersteuning kregen van bekwame mensen, voor wie dat een dagtaak was. Nu moet je je eigen projecturen in het ERP-sys- teem invoeren, je moet je eigen planning elke week updaten in uiteraard weer een ander sys- teem, kilometers declareren met een Excel-sheet die je weer moet ‘uploaden’, nieuwe acquisities moet je zelf bijhouden in een CRM-systeem, je eigen klantgegevens bijhouden in de klantenda- tabase, je moet je eigen koffie regelen voor ver- gaderingen met een onmogelijk formulier op intranet (nog steeds geen idee wat het verschil is tussen ‘luxe’ en ‘gewone’ broodjes) en je moet je eigen klanten bellen als ze niet betalen. Aan het einde van de week zit je mailbox vol overbodige interne berichtjes over aangepaste procedures. Ik krijg er buikpijn, rode vlekken in mijn nek en een hardnekkige jeuk van. Ik wil dit niet en ik kan dit niet! En ik zal het ook nooit leren. Ik vraag me af wat er omging in het hoofd van de manager die dit bedacht. Wie heeft op het whiteboard gezet dat het beter, en efficiënter is, om het werk weg te halen bij mensen voor wie dat werk een dagtaak was, en voortaan door medewerkers te laten doen die elke ervaring en routine missen? De slechte kwaliteit waarmee ik, onhandig, al die zaken zelf regel, leidt tot grote problemen verderop in de werkketen. Waardevolle directe uren worden ingewisseld voor waardeloze indirecte uren, met een groot verlies aan kwaliteit, voor mij, de organisatie en de klant. Ergens moet kortsluiting zijn ontstaan in het gezond verstand van die manager. Niet alleen zijn de procedures voor de medewer- ker op de werkvloer vaak slecht bedacht, maar vooral ook slecht uitgevoerd. Hoeveel gegevens moet je niet vaker dan één keer invullen, hoe vaak moet je niet alsnog iets printen en, laten, tekenen (hoezo papierloos?), hoeveel hordes moet je nemen in het ene enkele proces en hoe- veel user-ID’s en passwords staan er niet op jouw whiteboard om toegang te krijgen tot al die systemen? Elke menselijke maat is weg. Bij Defensie heb ik geleerd over de teeth-to-tail- ratio. De verhouding tussen de ‘tanden’ van de krijgsmacht en de ‘staart’ daarvan. De tanden zijn daadwerkelijk gevechts- en direct gevechts- ondersteunende militairen die tegen de vijand vechten, de staart is het ondersteunend perso- neel in administratieve, dienstverlenende, facili- taire en staffuncties. Die staart vertraagt direct je opereren, als je hem niet goed hebt gedimensio- neerd. Die staart moet je steeds opnieuw scherp in de gaten houden, anders kom je niet meer aan opereren toe. Zo zouden we ook moeten kijken naar alle pro- cedures in onze organisaties. Welke waarde creëert die staart eigenlijk. Juist vandaag, met de snijdende economische tegenwind vol in het gezicht, moeten onze tanden scherper dan ooit zijn. Voordat je werkzaamheden naar de werk- vloer drukt, moet je nagaan of dat echt wel waar- de toevoegt en of die processen ook simpel genoeg gemaakt zijn om door leken te laten uit- voeren. Ik zal mijn oud-collega missen op de barrica- des... Ik moet steeds meer dingen doen die ik niet kan, niet wil en nooit zal leren! Walther Ploos van Amstel COLUMN Jhr.dr. Walther Ploos van Amstel is senior adviseur aan de Business Unit Mobiliteit en Logistiek van TNO in Delft. E-mail: defensie [email protected].

Transcript of Ik moet steeds meer dingen doen die ik niet kan, niet wil en nooit zal leren!

21TBV 18 / nr 1 / januar i 2010

Vorige week ging een collega met pensioen. Hijen ik delen een lichte afkeer van bureaucratie enregeltjes. Hij en ik vinden dat je het werk moetlaten doen door mensen die dat het beste kun-nen. Zo staat dat ook in elk goed boek over ‘orga-niseren’. Die oud-collega wist altijd slim om deadministratieve lasten heen te laveren... en ikniet.Bij zijn afscheid sprak hij over de ‘nieuwe griep’in organisaties. Indirect werk wordt steeds meernaar de werkvloer geduwd. Ook ik krijg steedsmeer werk op mijn bordje waarvoor we vroegerondersteuning kregen van bekwame mensen,voor wie dat een dagtaak was.Nu moet je je eigen projecturen in het ERP-sys-teem invoeren, je moet je eigen planning elkeweek updaten in uiteraard weer een ander sys-teem, kilometers declareren met een Excel-sheetdie je weer moet ‘uploaden’, nieuwe acquisitiesmoet je zelf bijhouden in een CRM-systeem, jeeigen klantgegevens bijhouden in de klantenda-tabase, je moet je eigen koffie regelen voor ver-gaderingen met een onmogelijk formulier opintranet (nog steeds geen idee wat het verschil istussen ‘luxe’ en ‘gewone’ broodjes) en je moet jeeigen klanten bellen als ze niet betalen. Aan heteinde van de week zit je mailbox vol overbodigeinterne berichtjes over aangepaste procedures.Ik krijg er buikpijn, rode vlekken in mijn nek eneen hardnekkige jeuk van. Ik wil dit niet en ikkan dit niet! En ik zal het ook nooit leren.

Ik vraag me af wat er omging in het hoofd van demanager die dit bedacht. Wie heeft op het whiteboard gezet dat het beter, en efficiënter is,om het werk weg te halen bij mensen voor wiedat werk een dagtaak was, en voortaan doormedewerkers te laten doen die elke ervaring enroutine missen? De slechte kwaliteit waarmeeik, onhandig, al die zaken zelf regel, leidt totgrote problemen verderop in de werkketen.

Waardevolle directe uren worden ingewisseldvoor waardeloze indirecte uren, met een grootverlies aan kwaliteit, voor mij, de organisatie ende klant. Ergens moet kortsluiting zijn ontstaanin het gezond verstand van die manager.Niet alleen zijn de procedures voor de medewer-ker op de werkvloer vaak slecht bedacht, maarvooral ook slecht uitgevoerd. Hoeveel gegevensmoet je niet vaker dan één keer invullen, hoevaak moet je niet alsnog iets printen en, laten,tekenen (hoezo papierloos?), hoeveel hordesmoet je nemen in het ene enkele proces en hoe-veel user-ID’s en passwords staan er niet opjouw whiteboard om toegang te krijgen tot aldie systemen? Elke menselijke maat is weg.

Bij Defensie heb ik geleerd over de teeth-to-tail-ratio. De verhouding tussen de ‘tanden’ van dekrijgsmacht en de ‘staart’ daarvan. De tandenzijn daadwerkelijk gevechts- en direct gevechts-ondersteunende militairen die tegen de vijandvechten, de staart is het ondersteunend perso-neel in administratieve, dienstverlenende, facili-taire en staffuncties. Die staart vertraagt direct jeopereren, als je hem niet goed hebt gedimensio-neerd. Die staart moet je steeds opnieuw scherpin de gaten houden, anders kom je niet meer aanopereren toe.Zo zouden we ook moeten kijken naar alle pro-cedures in onze organisaties. Welke waardecreëert die staart eigenlijk. Juist vandaag, met desnijdende economische tegenwind vol in hetgezicht, moeten onze tanden scherper dan ooitzijn. Voordat je werkzaamheden naar de werk-vloer drukt, moet je nagaan of dat echt wel waar-de toevoegt en of die processen ook simpelgenoeg gemaakt zijn om door leken te laten uit-voeren.Ik zal mijn oud-collega missen op de barrica-des...

Ik moet steeds meer dingen doen die ik niet kan, niet wilen nooit zal leren!Walther Ploos van Amstel

C O L U M N

Jhr.dr. Walther Ploos

van Amstel is

senior adviseur

aan de Business Unit

Mobiliteit en Logistiek

van TNO in Delft.

E-mail: defensie

[email protected].