Jeugd en identiteit op

internet

IDENTITEIT

iden·ti·teit de; v 1 gelijkheid: zijn ~

bewijzen bewijzen dat men de persoon is voor

wie men zich uitgeeft 2 eigen karakter

IDEM

HETZELFDE

Nationale identiteitCulturele identiteit

Identiteit heeft te maken met datgenewat we met anderen delen.

IdentificatieIdentiteit heeft te maken met datgene

waar een ander jou aan herkent.

Je identiteit wordt gevormd doorde eigenschappen die jou onderscheiden van anderen.

Uniciteit en Authenticiteit

Identity theft

Identiteit zijn de feiten die over jou bekend zijn bij instanties (zoals de overheid) en zijn vastgelegd in digitale en fysieke documenten.

Persoonlijke identiteit moet worden ontdekt en gevormd.

Aantal zaken liggen vast: naam geboorteplaats, geslacht

Aantal zaken krijg je mee vanuit je opvoeding

Geloofsovertuiging, visie op de wereld etc.

Ontwikkeling.

Stress and storm (Hall)

Adolescentie en Identiteit

ado·les·cent de; m,v –en

iemand die bijna volwassen is

Adolescere; opgroeien

Hoe wordt identiteit vormgegeven op het internet?

Production doe not only refer to the creation of digital

products, but also to to the interactive consumption that is embedded in production.

(H. Jenkins)

Prosumers(Lister)

Identities in Action

Social interaction and affiliation

Profiel op social networksites : eigen ‘unieke’ look and feel

.Status wordt verworven door vriendenlijsten en testimonials

Eigenheid wordt getoond in de vormgeving van de site

Verbondheid door mediateksten, zelf gemaakt en ge- copy paste

Verschillen met real life identiteit

Adults create and regulate the media technologies consumed by young people

Persistance

Searchabillity

Replicabality

Invisible audiences

Sociale en emotionele effecten

Vriendschapsvorming en eenzaamheid

gezinsrelaties

Sociale en emotionele effecten

Agressie

Verdringing

Impulsieve stadiumImpulsief gedrag/ afhankelijkheid en volgzaamheid (overgang van kindertijd naar dit stadium tussen 8-11 jaar)

Zelfbeschermende stadiumzelfredzaamheid, opportunisme(tot ongeveer 14 jaar)

Conformistich stadiumAanpassing gelijkheid wederkerigheid(overgang naar dit stadium tussen 12-14 jaarpiek op ongeveer 16 jaar)

Zelfbewuste stadiumeigenheid, tolerantie(vanaf ongeveer 16 jaar overgang naar dit stadium ) Tussen de 21 en 25 jaar zit 75% van de mensen en het zelfbewuste stadium

Westerberg: vier stadia in de sociale

ontwikkeling van adolescenten

Groep 1 Impulsieve stadiumImpulsief gedrag/ afhankelijkheid en volgzaamheid (overgang van kindertijd naar dit stadium tussen 8-11 jaar)

Zelfbeschermende stadiumzelfredzaamheid, opportunisme(tot ongeveer 14 jaar)

Conformistich stadiumAanpassing gelijkheid wederkerigheid(overgang naar dit stadium tussen 12-14 jaarpiek op ongeveer 16 jaar)

Zelfbewuste stadiumeigenheid, tolerantie(vanaf ongeveer 16 jaar overgang naar dit stadium ) Tussen de 21 en 25 jaar zit 75% van de mensen en het zelfbewuste stadium

Groep 2

Groep 3

Groep 4

Voor volgende weekLees Hoofdstuk 6 van Beeldschermkinderen