Ict In De Zorg Volop In Beweging
-
Upload
frits-pfeiffer -
Category
Documents
-
view
2.003 -
download
0
description
Transcript of Ict In De Zorg Volop In Beweging
EVisionsmagazineICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
Managementadvies - Gedreven door cultuurAugustus 2006, nummer 3, jaargang 4
Remko Hoekstra, NICTIZHet begint allemaal met afspraken maken
Erna Sluis (Vierstroom) en Patricia Giesbergen (Prevalent) Een landelijk Elektronisch Kind Dossier (EKD) per 1 januari 2007 is niet haalbaar
Bert van de Bovenkamp, Expanding VisionsHet Elektronisch Medicatie Dossier (EMD) en het Waarneem Dossier Huisartsen (WDH): de vrijblijvendheid is ervan af
➔ ➔
Tony Rubino, ArcurisDe implementatie van een zorgdossier is geen ICT-traject!
➔
Claudia van Erven en Ingrid van Hoof, stichting De WeverZorgdossiers: “Gewoon beginnen, maar niet als een kip zonder kop”
➔
➔
4
8
11
15
18
pagina
Kijk op www.ev.nl voor de andereEVisionsmagazines:
- Van visie naar resultaat
- Organisatie van ICT
- Breedband en vraagbundeling
- Voice over IP routekaart
- Slim inkopen
- Informatiebeveiliging
- Flexibel werken en mobiliteit
- ICT in de zorg
- De organisatie van ICT
- ICT op school
- Breedbandpioniers
- Triple Play en zorgdiensten
- Breedband Nederland ligt op koers
- Shared Service Centre
ZappenOnderuitgezakt zitten ze daarEen hapje, een drankjeEn de afstandsbedieningBinnen handbereikEn maar knoppen drukkenVele kanalen worden bekekenMaar aan het eind van de avondEigenlijk niets opgepikt….Willekeurig scannenLevert veel informatie opDossiers, foto’s, verslagenMaar is het wel allesKun je met die informatieDe juiste diagnose stellenOf gebruikte jouw cliëntNog een ander medicijn….Alles wat je wilt wetenIs bekend en staat beschrevenHoe het moet worden gemaaktIs best uit te leggenMaar de laatste vertaalslagVan kant en klaar productNaar een geslaagde implementatieBalanceert vaak op het randjeVan Utopie of strakke planning….Voor het doen slagenVan zo’n complex projectHeb je mensen nodigDie vooruit kijkenDie weten waar ze het over hebbenDie de klus al geklaard hebbenVoordat je je zorgen gaat makenBij sommige bedrijvenZie je aan de naam alDat ze die visie hebben….
© 2006 Jan Struiving
Het begint allemaal met afspraken maken
Remko Hoekstra, programmamanager zorgtoepassingen bij NICTIZ, over
de samenhang tussen de verschillende zorgdossiers, voorwaarden voor
succesvolle implementatie en de veranderende rol van NICTIZ
Een landelijk Elektronisch Kind Dossier (EKD) per 1 januari 2007 is
niet haalbaar
Erna Sluis (Vierstroom) en Patricia Giesbergen (Prevalent) over de ont-
wikkelingen met betrekking tot het EKD en hun ervaringen tot nu toe
De implementatie van een zorgdossier is geen ICT-traject!
Tony Rubino, projectleider Arcuris, over de ervaringen tot nu toe
Zorgdossiers: “Gewoon beginnen, maar niet als een kip zonder
kop”
Claudia van Erven en Ingrid van Hoof van Stichting de Wever (V&V) in
Tilburg over hun ervaringen met betrekking tot de implementatie van een
Elektronisch Zorg Dossier
Het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD) en het Waarneem Dos-
sier Huisartsen (WDH): de vrijblijvendheid is ervan af
Bert van de Bovenkamp, coach bij Expanding Visions over de meest
recente ontwikkelingen met betrekking tot het EMD en het WDH.
Colofon
EVisionsmagazine is het magazine van Expanding Visions B.V. over toekomstvaste bedrijfsvoering.Baarnsche Dijk 12-i, 3741 LS Baarn, Postbus 747 3740 AS Baarn
tel: +31 (0)35 5 488 388 / fax +31 (0)35 5 422 [email protected] / http://www.ev.nl
Expanding Visions is een managementadviesbureau voor toekomstvaste bedrijfsvoering. EV coached organisaties op het snijvlak van organisatie en ICT.
Aan deze editie werkten mee: Bert van de Bovenkamp, Jan van der Meulen (IDEM), Rogier van Viersen, Stijn Sprenkels, Maarten van Hout, Jan Loeffen, Richard Puyt.
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
AbonnementsinformatieHet EVisionsmagazine dient als handvat voor ondernemers die op zoek zijn naar verbeterkansen. Grijp uw kans, neem een abonnement! http://www.ev.nl/aanmelden
Dit magazine bevat informatie die met de meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Expanding Visions aanvaart geen aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie.
© 2006 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van fotokopie of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van Expanding Visions.
EVisionsmagazine
2maart 2003
Augustus 20063
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
EVisionsmagazineZappenOnderuitgezakt zitten ze daarEen hapje, een drankjeEn de afstandsbedieningBinnen handbereikEn maar knoppen drukkenVele kanalen worden bekekenMaar aan het eind van de avondEigenlijk niets opgepikt….Willekeurig scannenLevert veel informatie opDossiers, foto’s, verslagenMaar is het wel allesKun je met die informatieDe juiste diagnose stellenOf gebruikte jouw cliëntNog een ander medicijn….Alles wat je wilt wetenIs bekend en staat beschrevenHoe het moet worden gemaaktIs best uit te leggenMaar de laatste vertaalslagVan kant en klaar productNaar een geslaagde implementatieBalanceert vaak op het randjeVan Utopie of strakke planning….Voor het doen slagenVan zo’n complex projectHeb je mensen nodigDie vooruit kijkenDie weten waar ze het over hebbenDie de klus al geklaard hebbenVoordat je je zorgen gaat makenBij sommige bedrijvenZie je aan de naam alDat ze die visie hebben….
© 2006 Jan Struiving
Beste Lezer,
Waarschijnlijk vertel ik u niets nieuws als ik stel dat het zorgveld meer dan ooit in beweging
is. Met de komst van de Zorgverzekeringswet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de
wijzigingen zoals die zijn en worden doorgevoerd in de AWBZ, is het zorgstelsel in feite op z’n
kop gezet. Ineens zijn er allerlei nieuwe partijen die een rol gaan spelen in de zorg (denk aan
de gemeenten), komen er nieuwe aanbieders en doet concurrentie haar intrede in de zorg.
Zorginstellingen moeten zich in dit kader beraden op hun concurrentiepositie en zich opnieuw
positioneren.
Onder invloed van de veranderende marktverhoudingen komt er steeds meer aandacht voor
kwaliteit van de zorgverlening. De steeds mondiger wordende patiënt/cliënt, die steeds meer
keuzevrijheid krijgt, stelt namelijk steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening.
Het feit dat er per jaar nog vele ziekenhuisopnamen zijn als gevolg van medicatiefouten, wordt
niet meer geaccepteerd. Ook niet door de beleidsmakers in Den Haag.
De inzet van ICT kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de zorgverlening.
Denk bijvoorbeeld aan de communicatie die nodig is in het kader van ketenintegratie; één van
de ontwikkelingen die in gang is gezet als gevolg van de toenemende mondigheid van patiën-
ten en veranderende marktverhoudingen.
Het belang van de inzet van ICT is onderkend door de centrale overheid. Vandaar dat een
aantal jaren geleden diverse initiatieven zijn opgestart: de ontwikkeling van een Elektronisch
Patiënten Dossier (EPD), met als voorlopers het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD) en het
Waarneem Dossier Huisartsen (WDH), het zorgidentificatienummer (ZIN), de UZI-pas en het
Landelijk Schakel Punt (LSP). ICT-ontwikkelingen die de kwaliteit van de zorg ten goede moe-
ten komen.
Ook zorginstellingen spelen op de ontwikkelingen in door de inzet van ICT ter ondersteuning
van het primaire zorgproces. Diverse AWBZ-instellingen hebben inmiddels een elektronisch
zorgdossier geïmplementeerd of zijn hiermee gestart, GGD’en en consultatiebureaus zijn bezig
met de implementatie van het Elektronisch Kind Dossier (EKD), huisartsen werken met een
Huisartsen Informatie Systeem (HIS) en ziekenhuizen richten naast het ZIS een EPD in.
Kortom: ook op het gebied van ICT gebeurt er het nodige in de zorg!
In een serie van drie magazines willen wij schetsen wat er komt kijken bij de ontwikkeling van
een elektronisch zorg- of patiëntendossier en bij de implementatie van het instrumentarium
zoals dat door NICTIZ is ontwikkeld.
In dit magazine vertellen enkele medewerkers van zorginstellingen over de ervaringen die zij
tot nu toe hebben opgedaan met de implementatie van een elektronisch dossier.
In het tweede magazine uit de reeks gaan wij in op een specifiek onderwerp, waarover nage-
dacht dient te worden bij de implementatie van een elektronisch dossier, te weten registratie bij
de bron met behulp van mobiele toepassingen.
In het derde magazine gaan wij in op het vraagstuk informatiebeveiliging.
Ik wens u voor nu en straks veel leesplezier.
Frits Pfeiffer, managing partner
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
4
EVisionsmagazine
Wij hebben in het kader van ons magazine
interviews gehouden met diverse typen
zorginstellingen: een verpleeghuis, een
thuiszorginstelling, een instelling voor
gehandicaptenzorg, een instelling voor
maatschappelijke opvang en een consul-
tatiebureau/GGD. De één is bezig met de
inrichting van een elektronisch zorgdossier,
de ander met een elektronisch kinddossier
en NICTIZ brengt het elektronisch medica-
tiedossier en het waarneemdossier huis-
artsen aan de man. Hoe verhouden al deze
ontwikkelingen zich tot elkaar?
Ongeveer 4 jaar geleden heeft het zorgveld
geconstateerd dat ketenzorg steeds belangrij-
ker wordt. In dat kader moeten de verschillende
zorginstellingen steeds meer patiënteninforma-
tie met elkaar uitwisselen. Daarbij is de patiënt
nu vaak nog de drager van informatie of infor-
matie ontbreekt domweg. Zo blijkt bijvoorbeeld
uit een recente rapportage van het Erasmus
MC, die is opgesteld in opdracht van CVZ, dat
per jaar gemiddeld 12.000 vermijdbare zieken-
huisopnames plaatsvinden doordat medica-
Elektronisch Medicatie Dossier (EMD),
Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), Elektro-
nisch Zorg Dossier (EZD), Electronisch Waar-
neemdossier Huisartsen (WDH),
Elektronisch Kind Dossier (EKD). Allemaal ont-
wikkelingen die bijdragen aan het digitaliseren
van de patiëntgerelateerde informatie. Maar hoe
hangen die ontwikkelingen met elkaar samen?
Bert van de Bovenkamp en Richard Puyt van
Expanding Visions vroegen Remko Hoekstra,
programmamanager Zorgtoepassingen bij het
Nationaal ICT Instituut in de Zorg (NICTIZ),
om een toelichting. Daarbij kwam ook de ver-
anderende rol van NICTIZ kort aan de orde.
Het begint allemaal
met afspraken maken
Remko Hoekstra
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
➔
2maart 2003
Augustus 20065
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
tie-informatie niet beschikbaar is. Gezien de
onnodige kosten en soms zelfs sterfgevallen
die dit met zich meebrengt, moet er dus iets
veranderen.
Conform de Wet op de Geneeskundige Behan-
deling Overeenkomst (WGBO) zijn de zorgver-
leners verantwoordelijk voor dossiervorming.
De verschillende zorgverleners richten in dat
kader ieder hun eigen dossier in dat is afge-
stemd op hun informatiebehoefte. De V&V-
instellingen en de thuiszorginstellingen richten
een EZD in, de GGD’en consultatiebureaus een
EKD, de huisartsen het Huisartsen Informatie
Systeem (HIS) etc. Een deel van de informa-
tie dat wordt opgeslagen is puur voor eigen
gebruik/interne bedrijfsvoering bedoeld en een
deel (steeds meer) van de informatie dient ook
voor andere zorgverleners toegankelijk te zijn.
Om de gewenste verbeteringen in het kader
van de ketenzorg door te voeren moet je als
zorgverlener weten wat je met elkaar wilt delen.
In samenwerking met de zorgverleners in de
keten kunnen daar afspraken over worden
gemaakt. Vervolgens moet je daar bij de inrich-
ting van je systemen rekening mee houden.
Om een voorbeeld te noemen: op het moment
dat een kind vanuit het consultatiebureau wordt
doorverwezen naar de huisarts, wil de huisarts
weten wat de bevindingen van de jeugdarts zijn.
Je moet dan met elkaar afspreken welke gege-
vens je exact met elkaar wilt uitwisselen en
aan welke standaarden die gegevens moeten
voldoen.
Voor wat betreft het maken van afspraken over
uit te wisselen informatie zijn we vanuit NIC-
TIZ begonnen bij het EMD en het elektronisch
WDH. Hiervoor zijn op landelijk niveau afspra-
ken gemaakt ten aanzien van de informatie die
zorginstellingen met elkaar gaan uitwisselen en
de te hanteren standaarden.
Voor het EKD zijn inmiddels ook dergelijke
afspraken gemaakt en de bedoeling is om
hierna bijvoorbeeld aan de slag te gaan met
het opvragen van laboratoriumuitslagen en een
dossier spoedeisende hulp.
Met Arcares zijn we op dit moment in gesprek
over de uitwisseling van gegevens met betrek-
king tot de verplegings en verzorgings- sector.
Het EMD, het waarneemdossier, het dossier
spoedeisende hulp etc. vormen samen uitein-
delijk het zogenaamde elektronische patiënten
dossier, dat dus meerdere hoofdstukken zal
kennen
Is er al een tijdpad uitgestippeld voor de
doorontwikkeling van het EPD? Zo ja, hoe
ziet dit eruit?
De uitrol van het EMD en het elektronisch WDH
zijn voorzien vanaf 2007. Parallel hieraan vindt
besluitvorming plaats ten aanzien van de ont-
wikkeling van nieuwe toepassingen. Voorbeeld
hiervan is de ontsluiting van de labuitslagen.
Ander voorbeelden zijn: het diabetesdossier,
het CVA-dossier en het spoeddossier. Opzet
is telkens dat eerst een businesscase gede-
finieerd wordt en dat vervolgens inhoudelijke
afspraken gemaakt worden.
Waarom afspraken maken op landelijk
niveau en bijvoorbeeld niet op regionaal
niveau? Immers, informatie-uitwisseling
vindt toch primair op regionaal niveau
plaats?
De landelijke afspraken zijn nodig omdat er ook
patiënten zijn die bovenregionale zorg nodig
hebben. Denk bijvoorbeeld aan iemand uit Val-
kenburg die in Friesland op vakantie is of aan
een patiënt die supergespecialiseerde zorg
nodig heeft .
De landelijke afspraken worden vervolgens
wel regionaal geïmplementeerd. Neem bijvoor-
beeld het WDH. Ten aanzien van de benodigde
informatie zijn landelijke afspraken gemaakt
door het Nederlands Huisartsen Genootschap
(NHG). Vervolgens wordt er op regionaal
niveau geïmplementeerd. Hierbij wordt gebruik
Het begint allemaal met
afspraken maken
Het kantoor van NICTIZ in Leidschendam
2maart 2003
Augustus 2006 6
EVisionsmagazine
Vragen: E: [email protected] weten: www.ev.nl
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!Het begint allemaal met
afspraken maken
gemaakt van de landelijke voorzieningen zoals
de UZI-pas, landelijke eisen waaraan systemen
moeten voldoen (de goed beheerde zorgsy-
steem (GBZ) eisen) en het Landelijk Schakel-
Punt (LSP).
Wat zien zorginstellingen/zorgverleners die
met een EZD, EKD, EMD of waarneemdos-
sier huisartsen gaan werken allemaal op
zich afkomen? Met andere woorden: wat
moeten zij allemaal geregeld hebben voor-
dat zij tot implementatie kunnen overgaan?
Het begint met afspraken maken met elkaar
zodat een deel van de informatie die je gaat
verzamelen uitwisselbaar is met andere zorgin-
stellingen en zorgverleners. Vervolgens moet
je met koplopers toetsen of datgene wat je hebt
bedacht implementeerbaar is. Daarna kan je
breder uitrollen.
Om het waarneemdossier huisartsen als voor-
beeld te nemen: dat betekent voor de individu-
ele huisarts dat zijn/haar dossiers op de goede
manier moeten zijn ingericht, dat systemen aan
de GBZ-eisen moeten voldoen, dat hij/zij moet
gaan werken met de UZI-pas en dat het burger-
servicenummer moet zijn ingepast. Allemaal
hulpmiddelen die ook weer op landelijk niveau
ontwikkeld zijn en worden getest met koplopers.
Is er in dit kader ondersteuning voor zorg-
verleners nodig?
In feite verandert er niet eens zo heel veel. De
huisarts werkt bijvoorbeeld al met een Huisarts
Informatie Systeem (HIS). Hij/zij krijgt straks
een upgrade van software van zijn/haar leve-
rancier, moet een UZI-pas aanvragen en moet
een aansluiting realiseren op het (LSP). Eventu-
eel moeten procedures worden aangepast.
Voor de implementatie van het WDH is bijvoor-
beeld de richtlijn ADEMD ontwikkeld door het
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).
De richtlijn geeft aan hoe een zorgverlener een
dossier moet inrichten om de uitwisseling van
informatie mogelijk te maken.
Zorgverleners en zorginstellingen zijn zelf ver-
antwoordelijk voor de implementatie van het
EMD en het WDH. Overigens is er wel een wet
op het EPD in voorbereiding, waardoor één en
ander verplicht wordt. Deze wet gaat naar ver-
wachting einde dit jaar/ begin volgend jaar naar
de kamer.
Het feit dat het EPD verplicht wordt, heeft o.a.
te maken met de verwachtingen van patiënten.
Uit onderzoek blijkt dat 80% van de patiënten
verwacht dat informatie beschikbaar is op de
huisartsenpost. Dit is echter in werkelijkheid
slechts in 10% van de gevallen zo.
In publicaties van de afgelopen periode
staat dat de rol van NICTIZ gaat veranderen.
NICTIZ zou een soort makelaar voor toepas-
singen moeten worden en aan de ontwikkel-
activiteiten zou een einde komen. Als ik het
jaarverslag 2005 van NICTIZ lees, zijn jullie
nu ook al actief als makelaar voor toepas-
singen. Dus verandert er nu eigenlijk veel?
De afgelopen 5 jaar is het vooral pionieren
geweest. En niet zonder succes. De landelijke
infrastructuur staat nu in de steigers, waardoor
we een nieuwe fase ingaan. Daar hoort ook een
andere rol en een andere taakstelling bij. NIC-
TIZ zal zich gaan bezighouden met de agenda-
voorbereiding: welke vervolgdossiers moeten
opgepakt worden?
Na besluitvorming van het Ministerie van
VWS en betrokken zorgkoepels zal NICTIZ in
opdracht van het ministerie en het veld stan-
2maart 2003
Augustus 20067
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
EVisionsmagazineICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
daarden ontwikkelen en deze in de praktijk
toetsen. Wat er bij komt, is het beheer van
bijvoorbeeld het LSP en de specificaties en de
standaarden van de basisinfrastructuur.
Daarnaast krijgt NICTIZ een onafhankelijke
kennis- en adviestaak. Binnen deze taak geven
we onder andere actief advies aan het minis-
terie van VWS en de zorgsector over welke
belangrijke (internationale) ontwikkelingen bin-
nen ICT in de zorg om een landelijke aanpak
vragen.
Welke boodschap wil je meegeven aan
een zorginstelling die nog geen plannen
heeft gemaakt met betrekking tot de
implementatie van het EMD in 2007?
Zorg dat je jouw eisen richting je leverancier
scherp maakt. Er liggen bestekken en checklis-
ten klaar. Deze zijn allemaal terug te vinden op
de site van NICTIZ. Daarbij is het van belang
goed te verwijzen naar alle eisen zoals die lan-
delijk geformuleerd zijn.
Het begint allemaal met
afspraken maken
Een onderwerp dat op dit moment volop in de belangstelling staat is het Elek-
tronisch Kind Dossier (EKD). Mede als gevolg van een aantal gezinsdrama’s
die de pers haalden, en waarbij naar voren kwam dat diverse instellingen die
zich bezig houden met de jeugdzorg, nog niet optimaal samenwerken. Staats-
secretaris Ross heeft in dat kader gesteld dat er per 1 januari 2007 een EKD
moet zijn voor alle 0-19 jarigen. Maar wat komt er allemaal kijken bij de imple-
mentatie van een EKD en is die termijn van 1 januari 2007 niet te kort dag?
Bert van de Bovenkamp en Richard Puyt van Expanding Visions spraken hier-
over met Erna Sluijs, verpleegkundige bij Vierstroom in Bodegraven, en Patricia
Giesbergen, tot 1 januari j.l. werkzaam bij de GGD Midden Holland en sinds-
dien werkzaam bij Prevalent (leverancier van het gelijknamige softwarepakket).
Beiden zijn ervaringsdeskundige, aangezien Vierstroom en de GGD Midden
Holland als koploper sinds maart 2004 in een pilotomgeving werken met een EKD.
2maart 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
8
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
Vragen: E: [email protected]
Een landelijk Elektronisch Kind Dossier (EKD) per 1 januari 2007 is niet haalbaar
Erna Sluis
Wat was de aanleiding voor Vierstroom en
de GGD Midden Holland om met een EKD te
gaan werken?
Erna: “De GGD Midden Holland en Vierstroom
zijn op zeker moment met elkaar gaan samen-
werken. Onder andere om echt invulling te
kunnen geven aan integrale jeugdgezondheids-
zorg.
Patricia: “We hebben in dat kader meerdere
projecten opgestart, waarvan de implementatie
van een EKD er één was”.
Waar staan jullie nu met de implementatie
van het EKD?
Erna: “We zijn in maart 2004 gestart met een
soort proeftuin van 1 dag. We wilden kijken hoe
het is om volledig elektronisch te werken. Hoe
zou het zijn voor de kinderen, voor hun ouders
en voor onszelf?
De reacties waren positief. Vooral de ouders
vonden dat één en ander veel professioneler
overkomt. Mede omdat zij gewend zijn dat hun
huisarts inmiddels ook met een PC werkt.
Op basis van de uitkomsten van de proeftuin
zijn wij uiteindelijk in maart 2005 gestart met
een bredere pilot op onze locatie in Bodegra-
ven. Aan de pilot nemen vanuit Vierstroom 1
CB arts, 2 CB assistenten, 3 vaste wijkver-
pleegkundigen en 2 plaatsvervangend wijkver-
pleegkundigen deel. Vanuit de GGD Midden
Holland een arts en een verpleegkundige.
Zij maken vanaf 1 maart 2005 voor alle nieuw-
geborenen direct een volledig elektronisch
dossier aan. Van de overige kinderen wordt
sindsdien een elektronisch dossier bijgehouden
vanaf het eerstvolgende consult. Het bestaande
dossier wordt zodoende voor deze kinderen
niet verwerkt in het EKD.
Patricia: “Wat natuurlijk niet optimaal is. Wan-
neer een kind verhuist wordt nu bijvoorbeeld
een uitdraai gemaakt van het EKD en aan het
papieren dossier toegevoegd. Omzetten van
de papieren dossiers naar het EKD was echter
veel te tijdsintensief. En vanwege de interpreta-
ties die aan notities gegeven moeten worden,
is het een activiteit die ook lastig uit te besteden
is”.
Welke voorbereidingen hebben jullie moe-
ten treffen om de pilot mogelijk te maken?
Erna: “Er moest een gezamenlijke database
worden ingericht, er moesten nieuwe PC’s
worden aangeschaft, het interne netwerk en de
verbindingen moesten worden aangepast, en
de medewerk(st)ers moesten worden opgeleid”.
Patricia: “Al met al heeft een jaar geduurd voor-
dat we aan de slag konden”.
Erna: “Waar we echt tegenaan zijn gelopen is
dat KPN de verbindingen niet op tijd kon leve-
ren. Dit werd steeds uitgesteld en heeft veel
vertraging opgeleverd”.
➔
2maart 2003
Augustus 20069
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine Elektronisch Kind Dossier
Patricia Giesbergen
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
10
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine Elektronisch Kind Dossier
De pilot loopt nog steeds. Wat zijn de ver-
dere plannen?
Erna: “Het plan was om na de zomer het
EKD breder te gaan uitrollen. Ondertussen is
Prevalent in het verlengde van landelijke ont-
wikkelingen begonnen met de bouw van een
nieuwe applicatie. De nieuwe applicatie wordt
zo anders dan de huidige applicatie, dat wij
hebben besloten de uitrol uit te stellen. Onder-
tussen loopt de pilot wel door. De voordelen zijn
namelijk groot en eigenlijk is er na een jaar voor
ons ook geen weg meer terug”.
Wat zijn die voordelen dan?
Erna:”Ten eerste de eerdergenoemde profes-
sionele uitstraling. Andere voordelen zijn het
feit dat we verlost zijn van de slecht leesbare
handschriften”.
Patricia: “Wat voor de GGD een belangrijk
voordeel is, is dat de mogelijkheden voor het
genereren van statistieken toenemen. En ook
het oproepen van kinderen verloopt veel soepe-
ler. Werd er eerst gewerkt met lijstjes en schrif-
ten, nu is het een kwestie van een druk op de
knop en de uitnodigingen worden geprint en de
afspraken worden gepland in de agenda’s. Ook
de rapportages aan de gemeentes zijn nu veel
makkelijker samen te stellen.”
Staan hier ook nadelen tegenover?
Erna: “We zijn simpelweg meer tijd kwijt voor
een consult. Duurde dat eerst 15 minuten, nu
kost het ons 20 minuten.
Patricia: “Voor de GGD-arts ligt dat anders.
Daar duurt het consult even lang als voorheen.
Vaak voer je de gegevens in op het moment dat
een kind zich aankleedt na het onderzoek”.
Erna: “Iets anders is, dat het in het begin lastig
is om het gesprek gaande te houden. Terwijl
je met kind en (meestal) de moeder zit te pra-
ten, moet je ook gegevens invoeren. Er zijn
dan andere gesprekstechnieken nodig om het
gesprek goed te laten verlopen. We hebben
in dat kader ook een interactieve videotraining
gevolgd, waarbij je geconfronteerd werd met
je eigen handelen. Wat ik daar onder andere
geleerd heb is dat je gewoon aan ouders kunt
vragen of ze even willen wachten, omdat jij een
aantal zaken wilt noteren. Ook stellen we de
beeldschermen zo op dat ouders mee kunnen
kijken op het moment dat wij gegevens invoe-
ren. Ze kunnen dan direct aangeven of ze het
eens zijn met wat we invoeren.
En wat jammer blijft is dat we nog steeds geen
laptop kunnen meenemen op locatie.
Patricia: “Reden dat we in eerste instantie op
de locatie in Bodegraven zijn begonnen, is dat
alle consulten daar ter plekke worden gedaan.
Je zit dan niet met je verbindingen. Toen we
1,5 jaar geleden begonnen hebben we voor het
werken op scholen bijvoorbeeld gekeken naar
UMTS-verbindingen. De kosten waren toen nog
€ 80,- per persoon per maand. Als je dan kijkt
naar de GGD met 16 artsen en 16 verpleegkun-
digen, die ieder hun eigen verbinding en een
laptop moeten hebben, dan loopt het aardig in
de cijfers.
Doordat de nieuwe applicatie waar we vanuit
Prevalent aan werken webbased is, en de prij-
zen voor UMTS inmiddels gekelderd zijn, zou
je inmiddels toekunnen met een UMTS abon-
nement van € 35,- tot € 40,- per persoon per
maand.
Erna: “Bovendien zijn er veel scholen die over
een ADSL-verbinding beschikken”.
Patricia: “Inderdaad. We hebben dit nagevraagd
en het blijkt dat 90-95% van de scholen over
een dergelijke verbinding beschikt. Vervolgens
is het natuurlijk wel de vraag of die ook beschik-
baar is in de sportzaal, waar je als schoolarts
vaak zit. Er is in dit kader ook wel eens over
gesproken om aan scholen de eis te stellen dat
er een goede internetverbinding aanwezig is”.
En per saldo is er sprake van een positieve
businesscase?
Patricia: “De winst zit hem uiteindelijk in de
administratieve afhandeling van één en ander.
Dit wordt veel eenvoudiger. Bij de zuigelin-
2maart 2003
Augustus 200611
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine Elektronisch Kind Dossier
Ik denk dat 1 januari 2008 niet eens
haalbaar is”.
Patricia: “Ik merk dat al onze klanten ook
gewoon doorgaan op de ingeslagen weg. Mede
omdat het ministerie heeft aangegeven dat
degenen die hebben geïnvesteerd en vervol-
gens over moeten naar een ander applicatie,
hiervoor gecompenseerd zullen worden".
gen neemt het consult inderdaad meer tijd in
beslag.
Eén en ander is ook meegenomen in het uit-
rolscenario. Plan was om dit stukje bij beetje te
doen vanaf september. Maar nu heeft staats-
secretaris Ross dus gesteld dat ieder kind per 1
januari 2007 een EKD moet hebben”.
Erna: “Tegelijkertijd is niet duidelijk waar men
landelijk gezien heen wil. Ook dit was voor ons
overigens aanleiding om de uitrol uit te stellen”.
Wat betekent het advies van Het Expertise
Centrum om te kiezen voor één landelijk
EKD voor jullie?
Patricia: “De meningen lopen uiteen wat wordt
bedoeld met één systeem. Heb je het dan over
een broncode die iedere leverancier in zijn
applicatie moet verwerken? Of wordt het echt
één applicatie? Aangezien er nu wordt gespro-
ken over een Europese aanbesteding, lijkt het
laatste overigens het meest waarschijnlijk”.
Vierstroom en GGD Midden Holland lopen
dus het risico dat ze straks over moeten
naar een andere leverancier?
Erna: "Klopt, maar de overgang naar een
andere leverancier is minder ingrijpend dan de
overgang van volledig analoog naar volledig
digitaal werken. Wij gaan dus gewoon door
met Prevalent. Hun applicatie voldoet aan de
NICTIZ standaarden, en een eventuele nieuwe
applicatie zal daar ook aan moeten voldoen. Nu
stoppen zou een achteruitgang zijn. Wellicht dat
we dan over 2 tot 3 jaar over moeten naar een
andere applicatie – want eerder zie ik het niet
gebeuren – maar dat is dan maar zo".
1 januari 2007, zoals staatssecretaris Ross
heeft gesteld, is dus niet haalbaar?
Patricia: “De aanbesteding is dan nog niet eens
afgerond”.
Erna: “En voordat je dan kunt overgaan tot bre-
de implementatie, ben je zo een jaar verder. Je
moest eens weten hoeveel regio’s nu bijvoor-
beeld hun planning nog handmatig doen.
2maart 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
12
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
Vragen: E: [email protected]
Arcuris Maatschappelijke Opvang is een
welzijnsorganisatie die opvang, huisvesting,
zorg, begeleiding, dagbesteding en werk biedt
aan kwetsbare mensen die door een combinatie
van problemen de thuissituatie verlaten hebben
en (tijdelijk) niet in staat zijn zich op eigen
kracht in de samenleving te handhaven. Arcuris
(www.arcuris.nl) is al meer dan een eeuw actief
in de zorg aan deze doelgroep en beschikt
daarvoor over een gedifferentieerd aanbod
van voorzieningen in een drietal regio’s.
Arcuris heeft inmiddels een zorgdossier
geïmplementeerd op basis van Clever: een
applicatie die eigendom is van het Leger des
Heils, geleverd wordt door Ordina, en op dit
moment wordt ingevoerd bij alle instellingen
die zijn aangesloten bij de Federatie opvang
(www.opvang.nl), het samenwerkingsverband
van de maatschappelijke zorg in Nederland.
Richard Puyt en Jan Loeffen van Expanding
Visions spraken op het Centraal Bureau van
Arcuris in Beekbergen met projectleider
Tony Rubino over de ervaringen tot nu toe.
De implementatie van een zorgdossier is geen ICT-traject!
Na lange tijd - zo’n 15 jaar - als ICT-er
gewerkt te hebben heeft Tony Rubino zijn
carrière een andere richting gegeven en is
als hulpverlener aan het werk gegaan. Dat
wetende, was de eerste vraag aan Tony is
ook onmiddellijk hoe hij verleid was toch
een ICT-project te gaan trekken.
“Bij een andere werkgever was ik hulpverlener
in opleiding en ik kende Clever uit de praktijk.
Via via kwam ik bij Arcuris waar ik de invoering
van Clever als eerste taak kreeg, maar ook hier
ben ik inmiddels als hulpverlener aan het werk.
En in de hulpverlening ligt mijn hart.”
Er was al een afspraak om Clever te gaan
gebruiken en er werd over nagedacht hoe dat
te implementeren. Arcuris is een fusie-instel-
ling, dus op allerlei plaatsen werd in meer en
mindere mate een zorgdossier bijgehouden.
Dat varieerde van het kladblok tot op DOS ge-
baseerde toepassingen die op locaties werden
gebruikt. De zorg aan cliënten was gebaseerd
op het zg. 8-fasenmodel.
Maar Clever paste niet één op één bij het 8-fa-
senmodel. Met een projectteam hebben we een
match gerealiseerd. In dat projectteam zat een
Tony Rubino
➔
2maart 2003
Augustus 200613
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine De implementatie van
een zorgdossier
lid van het MT, de directeur bedrijfsvoering, een
regiodirecteur, enkele clustermanagers, een
beleidsmedewerker en een ICT-er.
We wilden vijf regionale servers inrichten die
dan onderling van tijd tot tijd dienden te syn-
chroniseren. We zijn daar echter van afgestapt.
Dat was niet handig en op het gebied van de
infrastructuur was er inmiddels ook het nodige
aan de gang. Maar daar weet Jan Loeffen meer
van.”
Jan Loeffen: “Ik had van Arcuris de opdracht
gekregen als interimmanager de ICT nieuw
van de grond af op te zetten. Op basis van
een voorliggend advies van EV moest dat een
centrale serveromgeving worden en werkplek-
ken op basis van thin cliënt. Maar wel over zo’n
vijftien locaties en ook nog geschikt voor Voice
over IP (VoIP). Met Michel ten Broeke en later
ook Albert Durinck zijn we daar flink mee aan
de slag geweest. Een centrale serverruimte
werd ingericht en er werden verbindingen be-
steld met alle locaties. Lokaal bleken veel extra
werkzaamheden nodig voor de werkplekaan-
sluitingen. Die hebben nog al wat tijd gevergd.
We hebben op alle locaties nieuwe werkplek-
ken gerealiseerd, we namen een emailsysteem
in gebruik, we stelden overal applicaties ter
beschikking waaronder inderdaad ook Clever,
dat centraal kon worden ingericht en via de
thin cliënts op elke gewenste plek beschikbaar
kwam. En als laatste hebben we telefonie mid-
dels VoIP ingericht over alle locaties. Het brengt
Arcuris de nodige flexibiliteit en beperkt de
beheerskosten. Voor zo’n kleine 450 gebruikers
zijn nu twee ICT-beheerders actief.”
Tony: “We konden ons nu richten op een cen-
trale omgeving. De ICT-infrastructuur kruiste
de vertraging in de oplevering van de nieuwe
versie van Clever. Die kwam uiteindelijk in ok-
tober 2005 ter beschikking. Ik had alleen een
demoversie. Die ik heb aangepast en daarmee
ben ik zo snel de eerste locaties beschikbaar
waren aan de slag gegaan. In hechte samen-
werking met de clustermanagers zijn we de pilot
gestart en met succes. Inmiddels is de transitie
naar breed gebruik nog gaande. Het idee was
overigens dat we klaar zouden zijn als de im-
plementatie was afgerond, maar eigenlijk begint
het nu pas. Het IT-label moet er af. Nu moeten
we zien dat we de managementinformatie en
andere rapportagemogelijkheden kunnen be-
nutten en ze op elk gewenst moment actueel
kunnen opleveren. Rapportages aan derden
(overheden en anderen), maar ook interne infor-
matie moet dan dagelijks actueel beschikbaar
zijn. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
de juistheid van de gegevens krijgt nu des te
meer inhoud. Gebruikers moeten ook professio-
neler gaan rapporteren.”
“Hoe staat het met de opleidingen?
“Daar ben ik nog niet helemaal tevreden over.
In de pilot is dat door leverancier zeer uitge-
breid verzorgd, maar het rendement is te laag.
Nu doe ik het zelf, één à anderhalve dag per
week. Maar dat moet een structureel karakter
krijgen.”
“En de koppeling met de zorgkantoren?
“Op basis van de indicatie gaan we aan de slag.
Het 8-fasenmodel is daarbij het uitgangspunt.
Clever is daar nu voor ingericht. Technisch klopt
het. We kunnen de indicatie ophalen en melden
dat we actief zijn voor die cliënt. We werken niet
met PGB’s (Persoons Gebonden Budgetten),
maar met de regelingen van de AWBZ.
Zorgplanning is dus een voorwaarde. En dat is
nieuw in de maatschappelijke zorg. We zetten
begeleidingsplannen in Clever met de bijbe-
horende acties. Dat is de planbare zorg. We
melden nu nog handmatig terug aan zorgkan-
toren. We zitten dus in een overgangssituatie
en dat geeft aan dat de maatschappelijke zorg
nog flinke stappen heeft te zetten. De voorkant,
de indicatie, klopt nu. Het einde, de rapportage,
ook. Nu de rest nog, de tussenstappen.”
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
14
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
naast heb je een kernteam nodig van een func-
tioneel en een technisch applicatiebeheerder.
Die twee functies moet je goed onderscheiden
en ze tegelijk bij elkaar zetten. Verder zijn de
clustermanagers van groot belang. Je moet
zo’n project ook niet brengen als een ICT-pro-
ject. Maar ik vond het alles bij elkaar een GAAF
project.”
“Wil je ook een certificatie?
Ja, dat zit er in, dus we kunnen dat te zijner tijd
regelen.”
“Heb je nog adviezen aan anderen?
“In dit traject heb ik veel petten op gehad. Ik
kende zowel het pakket als de hulpverlening.
Kennis van de werkprocessen is cruciaal. Daar-
8-fasenmodel
We onderscheiden de volgende fasen waarbij elke fase een eigen doel, werkwijze en
bijbehorende instrumenten heeft.
1. Aanmeldingsfase, het eerste contact tussen de cliënt en iemand van de instelling.
2. Intakefase, een nadere kennismaking tussen de cliënt en de instelling.
3. Opnamefase, de opbouwfase van de hulpverlening aan de cliënt.
4. Analysefase, analyse van het functioneren van de cliënt op de acht verschillende leefgebieden.
5. Planningsfase, het opstellen van een begeleidingsplan.
6. Uitvoeringsfase, de uitvoering van het begeleidingsplan.
7. Evaluatiefase, een terugblik op de uitvoeringsfase.
8. Uitstroomfase, de afronding van de hulpverlening.
In het 8-fasenmodel onderscheiden we acht leefgebieden.
De leefgebieden komen in bijna elke fase van het model terug. Ze staan dus steeds centraal
in het begeleidingstraject.
1. Huisvesting: huidige woonsituatie van de cliënt.
2. Financiën: financiële situatie van de cliënt (zoals inkomsten, uitgaven, schulden) en bestedings-
patroon.
3. Sociaal functioneren: relatie tussen de cliënt en zijn omgeving (waaronder zijn gezin, familie,
hulpverleners), inclusief zijn maatschappelijk gedrag (relatie en justitie).
4. Psychisch functioneren: het ‘welbevinden’ van de cliënt, inclusief eventueel psychiatrisch
ziektebeeld en verslavingsgedrag.
5. Zingeving: datgene wat de cliënt motiveert om te leven (bijvoorbeeld een levens- of
geloofsovertuiging).
6. Lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid van de cliënt en zelfzorg.
7. Praktisch functioneren: huishoudelijke en technische vaardigheden, taalvaardigheden.
8. Dagbesteding: daginvulling van de cliënt (werk, hobby’s, studie, activiteiten).
De implementatie van
een zorgdossier
➔
2maart 2003
Augustus 200615
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
Zorgdossiers: “Gewoon beginnen, maar niet als een kip zonder kop!”
Een aanzienlijk aantal AWBZ-instellingen werkt
inmiddels met een elektronisch zorgdossier of
is druk doende met de implementatie daarvan.
Zo ook stichting De Wever in Tilburg. Deze
organisatie heeft inmiddels een leverancier
voor het zorgdossier geselecteerd en staat nu
aan de vooravond van een implementatie.
Stichting De Wever biedt ouderenzorg. Er
werken 1500 medewerkers (ruim 800fte) en ruim
600 vrijwilligers voor 1100 cliënten op zeven
locaties: één verpleeghuis en zes zorgcentra,
deels gecombineerd met een verpleegafdeling.
In het verpleeghuis De Hazelaar troffen
Richard Puyt en Jan Loeffen van Expanding
Visions hun gesprekspartners Claudia van
Erven en Ingrid van Hoof (respectievelijk
staffunctionaris beleid en innovatie en
applicatiebeheerder elektronisch zorgdossier)
en vroegen hen naar hun ervaringen tot nu toe.
Jullie staan aan de vooravond van de
implementatie van een elektronische zorg-
dossiers. Kunnen jullie iets van de voorge-
schiedenis aangeven?
Claudia: “De Wever heeft tegenwoordig zeven
locaties die voorheen allemaal een eigen aan-
pak hadden met betrekking tot het papieren
zorgdossier.
We zijn begonnen met een brede groep van
deelnemers die allemaal meepraatten. We
meenden dat we alle mogelijke problemen
en knelpunten van te voren moesten oplos-
sen voordat we met de implementatie konden
beginnen. De kern van het probleem zat ‘m in
verschil van mening over de taken en verant-
woordelijkheden van de gebruikers van het
zorgdossier. We hadden zelf ook nog geen
goed eenduidig beeld. We wilden eerst, vooraf,
consensus en de meeste problemen opgelost
hebben. En dat bleek geen constructieve werk-
wijze.
Met ondersteuning van Jos de Bruin, proces-
manager van Expanding Visions, hebben we
toen besloten in een kleinere groep als project-
groep verder te gaan. Stap voor stap.”
Claudia van Erven en Ingrid van Hoof
Ingrid: “We zijn toen doorgegaan met die klei-
nere groep en een gefaseerde aanpak. De
eerste opdracht was het opstellen van een pro-
gramma van eisen en zoeken naar een leveran-
cier die aan die eisen kon voldoen.“
Claudia: “Bepaalde sleutelfunctionarissen in
het zorgproces moesten in ieder geval mee
doen. De beroepsgroep V&V (verpleging en
verzorging) moest als grootste gebruiker van
het zorgdossier ook vertegenwoordigd zijn in de
projectgroep. We hebben “go/no go” momenten
ingebouwd en de pilots laten plaatsvinden op
een afdeling waar veel cliënten worden opge-
nomen en ontslagen en een waar bewoners
langer verblijven. Een MT-lid werd gevraagd
als kartrekker en projectleider. De projectgroep
werd samengesteld met een aantal direct
betrokken functionarissen en kreeg ook een
beter mandaat. Het project werd opgeknipt in
fasen.”
Ingrid: “Er is overeenstemming over de uit-
gangspunten, alle rapportages zijn inzichtelijk,
de mogelijkheid om gegevens extra af te scher-
men is er wel, maar die wordt in de praktijk
weinig gebruikt behalve door therapeuten. De
projectgroep heeft de autorisaties uitgewerkt.
Inhoudelijk ligt alles nog steeds bij de vakgroe-
pen en vanuit applicatiebeheer ondersteunen
we meer in technische zin. Maar we zitten nog
wel in de overgangsfase. Nog niet alles zit er
in, gaandeweg bouwen we op, maar als we de
mogelijkheden aangeven komt dat vanzelf.”
Claudia: “Er is ook een beoordelingscommis-
sie ingericht. Als iemand iets wil, wordt hem of
haar gevraagd dat via de lijn met collega’s op
de afdeling te bespreken en via die commissie
in te brengen.”
Geldt dat alleen voor de zorgapplicatie?
Claudia: “Nee, ook bijvoorbeeld op het gebied
van roostering en planning hebben de planners
wel degelijk inspraak als het gaat om de plan-
ningapplicatie. Maar het is voor het eerst dat we
dat zo stevig wegzetten. Er is een stuurgroep
ICT op directieniveau en er zijn projectgroepen.
Die van het zorgdossier is er daar één van.
In de stuurgroep worden ook bijvoorbeeld de
landelijke ontwikkelingen meegenomen en de
invloed daarvan op het ICT-beleid.“
Wat staat er nog op de rol?
Ingrid: “Scholing en het implementeren van
het zorgdossier op de rest van de locaties.
De scholing voor het elektronisch zorgdossier
valt uiteen in een aantal onderdelen, namelijk
een basistraining voor computervaardigheden
voor wie dat nodig was, een scholing voor aan-
dachtsfunctionarissen, een algemene scholing
voor alle gebruikers van het zorgdossier en een
specifieke scholing voor de zorgcoördinatoren
met betrekking tot het zorgplan. Aansluitend
op de scholing kunnen we dan op een afdeling
gaan implementeren.
En het zorgdossier ontwikkelt zich ook verder.
Er kan bijvoorbeeld andere informatie nodig
zijn. Het zorgplan is lastig en vraagt veel aan-
dacht, met name voor wat betreft de scholing.”
Wie werken er nu het meest intensief mee?
Ingrid: “Natuurlijk de V&V-ers, die doen dat 24
uur per dag. Voor het zorgplan zijn dat verder
de zorgcoördinatoren en de artsen. In het ver-
pleeghuis is de eindverantwoordelijkheid voor
het zorgplan gelegd bij de verpleeghuisarts. In
de verzorgingshuizen ligt de verantwoordelijk-
heid voor het zorgplan meer in de lijn.”
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
16
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine “Gewoon beginnen, maar niet als
een kip zonder kop!”
Projectgroepoverleg met sleutelfunctionarissen
Welke externe factoren spelen een rol?
Claudia: “Door de keuze om gaandeweg
de zaken aan te pakken, moeten we steeds
opnieuw bekijken wat we doen. Bijvoorbeeld
met betrekking tot zorgzwaartemetingen en de
mate waarin we de geleverde zorg gaan regi-
streren.”
Zorgkantoren ontwikkelen zich tot make-
laars in zorg. Er kunnen dus verschillende
tarieven gelden. Hoe heeft dat zijn invloed?
Claudia: “In de nabije toekomst heeft dit zeker
invloed. Cliënten gaan straks met een indicatie
in de vorm van een zorgzwaartepakket met ons
in onderhandeling over welke zorg zij willen
afnemen. Maar daarna komt het verantwoorden
van de geleverde zorg zowel naar de cliënt als
naar het zorgkantoor. De wijze waarop deze
verantwoording moet plaatsvinden is nog niet
bekend.
Welke ontwikkelingen zijn er verder nog?
Ingrid: “We willen straks kunnen zien wat de
zorg kost op het niveau van de cliënt en welk
tarief er tegenover staat. Daarbij hebben we
ook nog te maken met het onderscheid tus-
sen intra- en extramuraal. Extramurale zorg
wordt nu al gegeven, voornamelijk in de aan-
leunwoningen van onze zorgcomplexen. Op
dit moment is hierbij de indicatie veel meer
leidend, maar daar zal de registratie nog beter
moeten. Er komen ontwikkelingen aan met
PDA’s. Maar als je goed met een EPD wilt wer-
ken heb je een fatsoenlijk werkstation nodig.
We werken nu al veel draadloos met laptops.
De vraag is of dat ook allemaal met een PDA
kan.”
Wat zou je anderen willen adviseren?
Claudia: “Om bij voorkeur met een kleine groep
mensen te werken die mandaat krijgt om zaken
uit te werken en adviezen voor te bereiden.
Regelmatig moet er natuurlijk teruggekoppeld
worden aan het MT over hoe de zaken worden
aangepakt en ingericht. Verder blijkt dat het
geven van opleidingen door eigen applicatiebe-
heerders goed heeft gewerkt. Er waren korte
afstanden en een laagdrempelige toegang tot
de applicatiebeheerders. En de vreemde ogen,
in dit geval van Jos de Bruin van EV, dwongen
ons ook fasegewijs beslissingen te nemen.
MT-leden waren in het begin nauwelijks ICT-
minded. Onder invloed van het project en van
Jos is dat veranderd. Hij heeft ons ook gesti-
muleerd deel te nemen in landelijke netwerken.
Vakjargon, de ICT-taal spreken, bleek niet
noodzakelijk. En alles vastleggen in dossiers
bleek niet zaligmakend; je moet je steeds weer
afvragen in welke mate dat nodig is.”
Ingrid: “De projectgroep kreeg niet alleen man-
daat maar ook faciliteiten, qua mensen, uren en
middelen. Dat was een heel belangrijk aspect:
het was ook te doen doordat er sprake was
van vlotte besluitvorming en de bereidheid om
te investeren. Het MT vond het heel belangrijk
en dat straalde ook door. Je ziet dan ook de
resultaten komen. En de weerstand viel uitein-
delijk erg mee, mensen vroegen zelfs waar we
bleven.”
Claudia: “Het was belangrijk snel de meer-
waarde van het elektronisch zorgdossier ten
opzichte van de oude werkwijze duidelijk te
maken. En dan heb ik het niet alleen over snel-
ler of efficiënter werken, maar eerder over het
beschikken over altijd bijgewerkte dossiers,
een eenduidige werkwijze op alle locaties en
een verbetering van de kwaliteit van de zorg-
plannen. En dat is gelukt, het project heeft een
vliegwieleffect, dat blijkt ook uit de afstemming
tussen indicatie, zorgplan en de communicatie
met de cliënt en de verhoogde aandacht voor
systematisch en methodisch handelen. De fase
van een eenduidig papieren zorgdossier heb-
ben we daarmee dus overgeslagen.
De toegang voor huisartsen tot het zorgdossier
vormt nog een probleem. Buiten dat is er nog
veel te doen. Maar tegelijk is het een kwestie
geweest van gewoon beginnen, natuurlijk niet
als een kip zonder kop, maar wel aanpakken,
regelmatig terugkoppelen en doorgaan.“
2maart 2003
Augustus 200617
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine “Gewoon beginnen, maar niet als
een kip zonder kop!”
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
18
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
Het Elektronisch
Medicatie Dossier en
het Waarneemdossier
Huisartsen: de
vrijblijvendheid is er vanaf.
Het Nederlands ICT Instituut voor de zorg (NICTIZ) heeft de afgelopen jaren
samen met vertegenwoordigers uit het zorgveld hard gewerkt aan de
voorbereidingen voor de implementatie van een Elektronisch Patiënten
Dossier (EPD), met als voorlopers het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD)
en het Waarneemdossier Huisartsen (WDH). Tot voor kort hoorde je in veel
zorginstellingen dat men niet zozeer geloofde in de plannen zoals die er lagen en
dat het nog wel jaren kon duren voordat de AORTA-infrastructuur, het EMD en het
WDH gerealiseerd zouden zijn. En hoewel de planningen nog steeds doorschuiven,
komt daadwerkelijke realisatie van het EMD, het WDH en de bijbehorende landelijke
communicatie-infrastructuur steeds dichter bij. Instellingen die de boot niet willen
missen en willen voorkomen dat zij in een onmogelijke tijdsklem komen, zullen
snel in beweging moeten komen. Anders zullen zij de termijnen die door VWS
worden nagestreefd, en wellicht zelfs worden afgedwongen, straks niet kunnen
halen. Bert van de Bovenkamp, coach bij Expanding Visions, ligt één en ander toe.
Bert van de Bovenkamp
➔
2maart 2003
Augustus 200619
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine Het Elektronisch Medicatie
Dossier en het Waarneemdossier.
Onomkeerbaar proces
Minister Hoogervorst lijkt vastberaden de
geplande landelijke uitrol van het EMD, het
WDH en bijbehorende voorzieningen als het
Landelijk Schakelpunt (LSP), de UZI-pas en de
Sectorale berichtenvoorziening zorg (SBV-z)
door te drukken. Hij kan ook haast niet anders,
want de politieke druk is groot. De verschillende
fracties in de kamer willen nu namelijk eindelijk
wel eens resultaten zien en bestoken Hoo-
gervorst voortdurend met kritische vragen ten
aanzien van de voortgang. Mede als gevolg van
diverse publicaties waaruit blijkt dat er jaarlijks
vele duizenden onnodige ziekenhuisopnamen
en zelfs sterfgevallen zijn als gevolg van het
ontbreken van adequate medicatiegegevens.
Met als meest recent voorbeeld een rapportage
van het Erasmus Medisch Centrum, uitgevoerd
in opdracht van het CVZ .
De politiek voelt blijkbaar de hete adem van de
kritische patiënten (lees: kiezers) in haar nek!
De recente val van het kabinet, het rapport
Scheepbouwer en het “verzet” van een deel
van de leveranciers van ICT-toepassingen voor
de zorg zullen hier waarschijnlijk weinig aan
kunnen veranderen. Eenzelfde ontwikkeling
zien we overigens ten aanzien van het EKD.
Onder invloed van een aantal gezinsdrama’s,
dat breed uitgemeten zijn in de pers, heeft
staatssecretaris Ross gesteld dat er per 1
januari 2007 een EKD voor elke 0-19 jarige in
Nederland moet zijn. Ten aanzien van de haal-
baarheid van die termijn verwijs ik hier naar het
interview met Erna Sluis (Vierstroom) en Patri-
cia Giesbergen (Prevalent) in dit magazine.
Planning
Op hoofdlijnen ziet de planning voor de lande-
lijke uitrol van het EMD en het WDH er als volgt
uit (bron: brief van minister Hoogervorst aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer, kenmerk TK,
2005-2006, 25529, nr 22, onderwerp Voort-
gang ICT in de Zorg):
WDH:
Q3 2006 : pilot
Q4 2006 : uitrol koplopers
Q1 2007 en verder : landelijke uitrol
EMD:
1e helft Q4 2006 : pilot
2e helft Q4 2006 en Q1 2007 : uitrol koplopers
Q2 2007 en verder : landelijke uitrol
De zogenaamde Proof of Concept die hier-
aan vooraf gaat, waaraan 11 leveranciers van
informatiesystemen meedoen en waarbij de
aangepaste informatiesystemen getest worden
in onderlinge samenhang met het LSP, de SBV-
z, het BSN en de UZI-pas, dient voor die tijd te
zijn afgerond.
Volgens de laatste brief van de minister aan de
Tweede Kamer, d.d. 31 mei jl. staat deze plan-
ning nog steeds. Concreet betekent dit dat in
principe alle huisartsen aan het einde van dit
jaar klaar moeten staan en alle ziekenhuizen en
apotheken aan het einde van Q1 2007.
Wat komt erbij kijken?
Voor die tijd moet er het nodige gebeuren:
1 De informatiesystemen moeten worden aan-
gepast aan de landelijk gedefinieerde stan-
daarden en het programma van eisen voor
een Goed Beheerd Zorgsysteem (GBZ). Een
zorgverlener die werkt met een systeem dat
niet aan dit programma van eisen voldoet,
kan bijvoorbeeld niet aansluiten op de Zorg
Informatie Makelaar en het LSP
De GBZ stelt eisen aan de gebruikersfunc-
ties, berichtenuitwisseling, connectiviteit,
beveiliging, beschikbaarheid, responsetij-
den, capaciteit, betrouwbaarheid, actualiteit
en beheer. Om een aantal voorbeelden te
noemen: ten aanzien van beveiliging geldt
bijvoorbeeld de eis dat men uitsluitend
toegang tot het systeem moet kunnen ver-
krijgen via een UZI-pas. Ten aanzien van
Vragen: E: [email protected] 2003
Augustus 2006
Meer weten?: www.ev.nl
20
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine Het Elektronisch Medicatie
Dossier en het Waarneemdossier.
beschikbaarheid geldt de eis dat systemen
7 x 24 uur beschikbaar moeten zijn en dat
storingen binnen korte tijd verholpen moeten
worden (bron: Programma van eisen voor
een Goed Beheerd Zorgsysteem ).
2 Er moet een Zorg Service Provider worden
geselecteerd die verbindingen naar het
LSP kan verzorgen. KPN heeft in dit kader
onlangs een nieuwe marktpropositie speci-
fiek voor de zorg gelanceerd, maar er zijn
meer aanbieders.
3 De UZI-pas moet worden aangeschaft en
geïmplementeerd.
Schaalvoordelen door samenwerking
Als het gaat om het aanpassen van de infor-
matiesystemen op zich: de diverse leveranciers
zijn hier al hard mee bezig. Aandachtspunt hier-
bij is overigens dat een groot aantal leveran-
ciers via een brandbrief van de Vereniging van
Organisaties voor ICT in de Zorg (OIZ) heeft
laten weten dat men niet meekan in de planning
zoals die er nu ligt. Men geeft aan meer tijd
nodig te hebben om de systemen aan te pas-
sen aan de geformuleerde eisen.
Zorgverleners en zorginstellingen zullen echter
ook zelf actie moeten ondernemen. Om terug
te komen op bijvoorbeeld de eisen die de GBZ
stelt ten aanzien van de beschikbaarheid van
systemen: dit betekent al snel dat systemen
redundant uitgevoerd moeten worden, net als
de dataverbindingen. Bij hoeveel huisartsen-
praktijken en apothekers is dit nu het geval? Wil
je dit betaalbaar houden, dan is het raadzaam
je als zorgverleners te verenigen. Het liefst op
regionaal niveau. Dit kan zowel binnen één
discipline (bijvoorbeeld huisartsen die samen-
werking zoeken) als sectoraal (ziekenhuizen,
huisartsen, apothekers en eventuele andere
zorginstellingen samen). En zowel door vraag-
bundeling alsook door de inrichting van een
zogenaamd Shared Service Centre (SSC). Op
die manier kunnen belangrijke schaalvoordelen
gerealiseerd worden.
Gisteren beginnen
Vergis u niet in de impact van de ontwikkelin-
gen zoals die hiervoor zijn geschetst. Heeft
u er bijvoorbeeld al over nagedacht hoe u de
support op systemen in het kader van de 7 x 24
uurs beschikbaarheid wilt vormgeven?
De genoemde ontwikkelingen raken namelijk
niet alleen uw informatie-infrastructuur (appli-
caties en gegevensstructuur) en uw technische
infrastructuur (hardware en verbindingen), maar
ook uw organisatie-infrastructuur (ICT-beheer-
organisatie).
Om grip te houden op de ontwikkelingen en
op tijd klaar te staan is het van belang op korte
termijn een integraal plan te ontwikkelen, dat
al deze lagen uit het hiërarchisch model voor
de informatie infrastructuur (zie figuur) omvat.
Zeker wanneer u inderdaad besluit één en
ander niet alleen op te pakken, maar de samen-
werking te zoeken met collega-zorgverleners.
Ontwikkelingen inde omgeving
Bedrijfsdoelstellingen
Functioneleinfrastructuur
Technischeinfrastructuur
Organisatie-infrastructuur
15
j a a r e x p a n d i n
gvi s
i on
s
2maart 2003
Augustus 200621
Expanding Visions, managementadvies gedreven door cultuur
ICT in de zorg: het zorgdossier volop in beweging!
EVisionsmagazine
Aan- en afmeldenU abonnement op EVisionsmagazine is kostenloos en vrijblijvend. U kunt zich aan- of afmelden via http://www.ev.nl/aanmelden
EU-aanbesteden en EVEU-aanbestedingen die EV begeleidt worden doorgaans op www.ev.nl/aanbesteden gepubliceerd. U kunt automatisch op de hoogte blijven van deze aanbestedingen. Als er een project of informatie gepubliceerd wordt, dan ontvangt u hierover een e-mailbericht. Deze service is gratis voor abonnees van EVisionsmagazine. In uw my-profiel http://www.ev.nl/aanmelden kunt u naar keuze uw abonnement op deze e-mailservice activeren.
De website van EV en RSS is een toepassing van de internetmetataal XML. Een RSS-feed wordt op de EV-website gebruikt om geïnteresseerden een automatische melding toe te sturen over wijzigingen op de EV-website. Deze melding wordt gepresenteerd in een RSS-feed of nieuwsreader. Hiervan zijn verschillende varianten, al dan niet gratis, van verkrijgbaar. Wij verwijzen u naar FeedReader, een eenvoudige maar zeer bruikbare en gratis applicatie die u op uw computer kunt installeren.
Wat betekent de afkorting RSS? Er bestaat geen eenduidige verklaring voor de betekenis van de letters RSS. De volgende varianten worden gebruikt: RDF Site Summary , Rich Site Summary, Really Simple Syndication
Wat kan de RRS-feed van EV voor u betekenen? Via een RSS nieuws-reader ‘abonneert’ u zich op de RSS feeds van EV. Het programma verzamelt automatisch de headlines van onze website en eventueel intro’s en geeft deze in één opsomming weer in de reader of in uw browser. Op het moment dat wij een artikel plaatsen ontvangt u automatisch een signalering dat er nieuwe content beschikbaar is op onze website. Wilt u een artikel lezen dan klikt u op de headline en gaat u direct naar het artikel. EV’s RRS-feed: http://www.ev.nl/rss/
Heeft u vragen hierover mail dan naar [email protected].
Expanding Visions is een managementadviesbureau voor toekomstvaste bedrijfsvoering. EV coached organisaties op het snijvlak management en ict. De missie is 'Het identificeren van kansen uit ontwikkelingen op het snijvlak van management en ICT en die te vertalen naar resultaten voor organisaties'.
Expanding Visions B.V.Baarnsche Dijk 12-i, 3741 LS BAARNPostbus 747, 3740 AS BAARNT: 31+(35) 5 488 388F: 31+ (35) 5 422 953http://www.ev.nlE: [email protected]