I N H O U D V A N D I T N U M M E R - … de oude doos... · Familiekroniek Kraewinkels 146. - ......

61

Transcript of I N H O U D V A N D I T N U M M E R - … de oude doos... · Familiekroniek Kraewinkels 146. - ......

I N H O U D V A N D I T N U M M E R

- Van de redaktie 124.

* UIT HEDEN EN VERLEDEN VAN KINROOI

-

Uit een bijzonder zwarte tijd... "Het zwarte boekje" 125.

- Een domein weer in de aktualiteit: WALBORG - Een kasteelruïne en

zijn laatste bewoners 130.

-

Molenbeerselse berichten uit de eerste wereldoorlog (vervolg) 138.

-

Meditatie van een lijnvisser 142.

-

Pelgrimstocht van Kinrooi naar Rome anno 1787 145.

-

Familiekroniek Kraewinkels 146.

-

Molenrecht te Kessenich 148.

- Van meer dan een halve eeuw gel éden.. Geplogenheden bij overlijden

en begrafenis 150.

-

Kurieus... (Bidprentje van Peter Silkens) 152.

- Perikelen op en

rond de tram Maaseik-Weert (vervolg en slot) 153.

-

Jaak Boonen (1875-1944) 157.

-

"Drie mensen" (gedicht) 158.

-

Bij wat romantische muziek (vervolg) 159.

* WAAT MAAG PET IN GODSHIERENAAM BETEIKENE ?

-

Euver boumspek en mörge pèère... 163.

a AANWINSTEN HEEMBIBLIOTHEEK 165.

*

NIEUWE PUBLIKATIES ^7.

« VRAAG- EN ANTWOORDRUBRIEK 170.

-

86/02 Naamgeving waterplassen Maas (vraag) 170.

-

86/03 Santiago De Compostela (vraag) 170.

*

TENTOONSTELLINGEN 171.

*

KONGRESSEN - JAARVERGADERINGEN - STUDIEDAGEN 173.

*

KRINGWERKING 175.

-

Verslag van de 48ste ledenvergadering van vrijdag 11 april 1986 175.

*

UIT ONZE LEDENFAMILIE 176.

*

MUSEUMNIEUWS 177.

- Officiële opening

"Molenmuseum Molenbeersel" en eerste aktiviteiten 177.

» KOMENDE AKTIVITEITEN VAN ONZE KRING 178.

-

Uitnodiging 49e ledenvergadering op vrijdag 20 juni 1986 178. - Uitnodiging vergadering "Kieke nao vreuger" op dinsdag 26 augustus 1986 178. - Uitnodiging werkbezoek aan St.-Truiden, Kolen en Zoutleeuw, 23 augustus 178.

AANSTAANDE VRIJDAG 20 JUNI OM 20.00 UUR: LAATSTE LEDENVERGADERING VOOR

DE VAKANTIE IN "BUURTHUIS HEES" AAN DE SCHOOLSTRAAT TE HEES-KESSENICH!

UW UITNODIGING EN DE AGENDA VOOR DEZE BIJEENKOMST IS AFGEDRUKT OP BLAD-

ZIJDE 178 IN DIT NUMMER. LEES EERST BLADZIJDE 178 !!! ARCHIVARIS PETER ROOST KOMT SPREKEN OVER ONZE BUURGEMEENTE THORN !

Van de redaktie

Uit heden en verleden van Kinrooi

UIT EEN BIJZONDERE ZWARTE TIJD.,

H E T Z W A R T E B O E K J E . . .

Van Mevrouw Mia Rutten-Greefkens, zijn enige

dochter, kregen wij inzage van de luttele

"persoonlijke bezittingen", zoals men dat in het

gevangeniswezen pleegt te noemen, haar en haar

man bezorgd nadat vader in de gevangenis te

Brussel was gestorven. Niet veel natuurlijk; in hoofdzaak enkele aandoenlijke papieren.

Pieter Greefkens °

24.11.1861 + 15.08.1941

Over hulp aan geallieerde piloten tussen 1940

en 1944 heeft Jozef Bussels een boek laten

verschijnen in 1981.

Het heet "De doodstraf als risico" en uit de

inhoud, die gans Limburg be-r strijkt, blijkt

maar al te zeer hoe waar dit was ..

Het .Geistinger "geval", met als hoofd-

figuren pastoor Alfons Overman en Pieter

Greefkens wordt behandeld blz.

23-33. (1)

Het lijkt goed dat er studies en boeken verschijnen rond de veelal tragische

gebeurtenissen tijdens en na de oorlog:

steeds meer verdwijnen er kroongetuigen en

"mensen die het meemaakten" en de

geschiedenis van de oorlog tegen de vijand,

later de bezetter, is in honderden details nog

onvolledig of ver- vervrongen weergegeven..

Het blijkt overduidelijk uit wat men nu op

touw zet : verhalen over Oost-fronters, het

verzet, terreur in Limburg, televisiereeksen

van ene De Wilde en anderen ..

Om dan nog niet te spreken van de triestige tijd : die van een soms regelrechte

burgeroorlog in 1944-1946 en nog later ..

KAN DE GESCHIEDENIS NU OF ZELFS OOIT

GESCHREVEN WORDEN ?

Het zal wel altijd een "kleur" hebben en het is

ook uiterst moeilijk de verschillende brokjes

van de puzzel bijeen te brengen. Dit is waar

voor lang gèleden, wat dan toch een

afgesloten periode heet : denk aan de

bokkerijders. Het is, zelfs met nog heel wat

getuigen bij de hand, misschien nog

moeilijker voor wat een veertigtal jaren geleden is

Dan zijn er immers remmen : begin van

legendevorming; eerzucht van mensen die er

belangrijker uit willen komen dan het was.. ;

overgeërfde atavismen; misschien levende

verwijten..

Dit alles om u voor nu en voor het vervolg

met deze soort geschiedenissen te

waarschuwen !

In afwachting -zo hopen wij toch- dat ooit

"waarheid" bovendrijft en ook geschreven

wordt (maar dan vooral aan de hand van echte "bewijzen") mag en moet verzameld

rond "het geval " Overman-

125.

Greefkens; pastoor Spitz; Theo Brouns en zo

heel wat meer nog. Op bijzonderheden gaan

wij nu en hier niet in ...

PIETER GREEFKENS

Pieter Greefkens is in duitse gevangenschap

bezweken ®p 15 augustus 194T. Na een

gevangenschap van veertig dagen en de

terdoodveroordeling op 9 augustus (samen

met de pastoor die op 13 november werd

vrijgelaten).

PIETER GREEFKES (2)

Pieter waas in Amerika gewéès, woe ze mét van

diej mesjiene wirke; zeöbbe dao ouch houte

kirke en driej kier zoe dikke birke en e

soort van buffel-véès . .

Pieter zach tét en wèè lachdje és ter kaldje

van veugelkeszact, van boumbókse, troet

oppedaot met polfer: dèt kan gei kwaot..

Détter looch, waas waat wéé dachte..

Pieter looch neet, wiste we later..

Héè haaj wirkelik veul gezeen veur der mét

tant Bil wól zeen die gare verkocht métte

streen aanne steinwèèch toe noch vol gater

Den tram dèé veel dao stil, de masjinist ging

e pötje drinke van dèt beer van naober Vïncke

woe oppe stoep de mèèchtjes hïnke en gart

Jang zeuktj nao zene bril.

Zoe ging dèt in Röstige tieje: men haaj tiet

of men pakdje hum zich; oppe rèt dao haardje

men de zicht, men vènj déttet gèt kos lieje..

Pieter waas ene groete man: drooch inne

perséssie den hemel, waas biej kirk- en biej

sjoel-gewemel, wos raot veur rópsen en memel

: jao, ne man dèè van alles kan.

Dao veel zwaore sjeem euver 't lant: de

ielènj van oorloch en striet..

En dêèn Amerikaanen tiet

bekans vergèète, oet jeucht zoe wiet

sjreef ouch Pieters naam in het zant..

126.

"Nónk Pieter"

"Tant Bil"

Pieter was inderdaad in zijn jonge ja- ren iri

Amerika geweest. Ook een broer van hem,

terwijl zijn zus Anna als zuster van liefde

daar praktisch haar hele leven doorbracht,

vooraleer zij op haar oude dag terugkwam

om te Maaseik te sterven. Hij was er een.

twaalftal jaren geweest en het moet gezegd

dat hij er vaak nog vol van was. Zijn kennis

van het Engels is hem trouwens fataal

geworden..

Het waren ten slotte twee oude mensen die

in die zomer werden opgepakt: de pastoor

was er toen 73 en Pieter, zijn voorzitter van

de kerkfabriek was bijna 80 ! Met zijn

gezondheid ging het overigens maar

"stilaan": pillekes en zo..

HET ZWARTE BOEKJE ... _____________________

Wij komen aan onze bijdrage : "het zwarte

boekje"..

Had hij het in Amerika geleerd ? Waar-

schijnlijk. Pieter droeg altijd zo'n zwart

"kalpinke" met zich mee, en een potloodje.

Hij noteerde zo wat hij dacht dat moest

onthouden worden..

Een gelukkige gedachte (ik wou dat meer

mensen dat deden ! ..)

Het is met hem mee de gevangenis ingegaan op 5 juli 1941. Een medegevangene heeft er

nog een tekening ingezet in inkt, dus

kopieerbaar. Zijn eigen heel korte notities

kunnen niet gereproduceerd; een

tachtigjarige met een stomp potloodje; ziek;

allicht soms de kluts kwijt:

terdoodveroordeeld !..

We geven de tekst hier getrouw weer: wie

goed Engels kent zal zelfs merken hoe het

Engels zich hier en daar doorzet. .

Intrede in het belgische . juli

8

JULI

12 bezoek ontvangen van Jef Henkens

bracht brood 1 hemd'1 neusdoek

12 ontvangen naamloos 50 gram tabak

(onleesbaar) en zeep

13 bezoek van Martinus en Lisken de

groeten van de brigadier der

gendarmen te Hasselt

Eerste bladzijde van het dagboekje van P. Greejkens

14 geweegt 81 kgr

15 stortbad genomen aangezwollen in den

el boog

16 bij den doctoor bezoek van Jules arm

nog altijd dik zeer dikke hand

17 hand niet beter 19 hand beter

19 had bezoek van broeder Henkens

20 zondag bezoek van Henry Dreesen 17

in verhoor geweest op kommandatuur

21 bezoek van Liza Overman

21 stortbad genomen bij doktoor bezoek

van Mme Claps

22 bezoek van Martinus 22 brief van

Maria

24 bezoek van Henry Overman x J. Rutten

26 bezoek van Jef Henkens

27 zondag bezoek van Liza Neele en kleine druiven van eenen vriend uit Rothem

order van morgen te vertrekken naar

Brussel 20 man

127.

28 naar Brussel vert. 9 u aank. 12 geen middag

alleen in cel

29 in celule met 3 den ganschen dag gezeten in nr. 336

30 Woensdag viziet bij doctoor terwijl anderen

wandelen

ganschen dag gezeten en fransch gazet

gelezen

31 eene halve uur in den gang gestaan dan

naar den Haubtmann drie kwartier ver eenen

anderen gang gestuurd ieder op toer bij den

Haubtmannn

nix uitgericht

AUGUSTUS

1 meest den ganschen dag gezeten kwartier gewandeld

heb op den stoel geslapen en heb pijn in

de zij eenen scheut in de zij

2 nog altijd de scheut een dag zonder eind

kwartier wandeling

3 zondag mis scheut in de rug was gedaan

maar nu erg in den arm

een langen dag in de sel 's morgens mis

geen wandeling

4 om 8 uren wandeling \ uur en gimnastik

heb veranderd van cel nu met twee walen

katholiek goede jongens 5 wandeling namiddag gewogen 2 k meer als

Hasselt zonder jas goed bed slecht geslapen

arm dik gezwollen jicht in de beenen dikke

voeten boys maakten een goed bed redelijk

geslapen

6 visit bij den docter hij sprak van hospitaal

kreeg een nieuwen matras en 1 deken er bij.

3 uren promenade

7 8 uren promenade Ik ben niet uitgeweest

niet fel geslapen op die nieuwe matras te

dik gevuld geen doktoor gezien geen nieuws

namiddag werd een man zot, hij werd weg gebracht

8 heb goed geslapen jicht wat weg den arm

beter voeten nog altijd dik geen nieuws

9 's morgens voor het eeten bericht van naar

huis te gaan, maar den oto in en naar het

krijgsgerecht, wij troffen Seline Henkens als

getuige ook den engel ander was daar, recht

tegen mij getuigd het verhoor heeft eenen

hal ven dag geduurd onder het requisitorium

heeft Mr. Pastoor geslapen. Op het leste is

de jury teruggetrokken en de rechter las het

Officiële mededeling uil de gevangenis

vonnis. TEr dood veroordeeld nu

konden wij nog daartegen inbrengen Ik

vraagde vermoedelijke ontlasting geen

gevolg petitie indienen binnen 3 dagen

voor Gratie Heb Seline nog gezien in

het uitgaan.

10 Zondag geene mis den ganschen dag gezeten en gelegen. Heb aanvraag voor

kwijtschelding der straf geschreven door

Barbier cellehroer haden eenen goeden

kouden midag.

11 's morgens een gansch dik been, kan niet

gaan, om 9 uren heeft een soldaat mij in

den arm genomen naar den do gebracht

en naar het militairen hospitaal gebracht

daar wilde ze mij ook niet daar geweest

tot midag. het hart en den rug onderzog

en gedaan

12 niets meer gehoord van doctor, maar mijn been is erger

128.

heb bezoek van Martinus te huis alles

goed, hebben eene petitie en gestuurd

bij ton Falkenhausen Hebben mij

beloofd dat ik morgen den doctor zal

hebben

13 Geen nieuws geen doctor Bij midag

een stuk worst ieder kreeg een pak van

winterhulp 1 doos sardinnen 1 doos

vleesch 2 stukken peperkoek

I K kristalizer suiker 1 doos con- fi tuur

14 Geen bezoek van doctor Een brief van Maria alles dik gezollen voeten beenen

arm dik en doet pijn mijne stem klinkt

niet meer

15 ..........................................................

Slechte nacht laat ................... Geene mis

om 5 uren kwam bericht naar huis maar

na lang wachten kwam bericht tot

morgenvroeg hier blijven en dan naar

het hospitaal.

Vandaag voor de eerste maal inge-

spuit.

"Vandaag voor de eerste maal ingespuit" Met

deze schamele woorden eindigt het kort rel

aas..

Een "document humain" zeggen de geleerden

.

"Mijne stem klinkt niet meer"

"Slechte nacht"..

Het was een zwarte nacht voor de familie.

Ook voor het dorp waar hij - en dat is geen

frase - "alom" geliefd was. Het bidprentje is,

voorzichtig, erg sober gehouden..

* * *

Ik zie hem, in betere tijden, nog tussen zijn

ongewoon gewas staan : dat

"veugelkeszaod", wat -zei hij tegen de op de

tram wachtende studenten - door de

amerikanen geplant en gezaaid werd als

andere oogstdreigde te mislukken .. Ik zie

hem nog aan Luurs kepèlke de hemel dragen

in de processie en met zijn wit-

gehandschoende hand op het "los land" een

hoop aarde grijpen om mijn in brand

geschoten wierookvat te doven. De

snoterkop van een "naoliezige koerjaong" was heel ver

schrikt (het was het kostbaar "zilveren"

wierookvat !) en er zou weil erg gegrommel

komen .. na de processie .. Ik vertelde

moeder naderhand van die buitengewone

"tegenwoordigheid van geest" want daar znu

ik in geen honderd jaar aan gedacht

hebben.. Pieter wel..

Maar die was ook in Amerika geweest !

DONAAT SNIJDERS, o.s.c.

VOETNOTEN _________________________________

(1) J. Bussels. De doodstraf als risico

1981 - p. 23-33 . -

(2) Uit : "Van vreuger" van D. Snijders

1975.

129.

EEN BLIK OVER DE MAAS

HONDERD METER BUITEN ONZE GRENZEN :

EEN DOMEIN WEER IN DE AKTUALITE IT : W A L B 0 R 6

EEN KASTEELRUINE EN ZIJN LAATSTE BEWONERS (1)

(Van onze verslaggever)

OHE EN LAAK - De

eigenaars van Kasteel

Walburg in Ohé en Laak.

de dames Vencken uit

Meerssen, hebben giste-

ren aan een reportage-

team van Gewest tot Ge-

west van de NOS de toe-

gang tot het terrein ge-

weigerd om tv-opnamen

4e maken,

Het team wilde een re-

portage maken van de

ontgrindingen in het 800

inwoners tellende Maas-

dorpje.

Daarvoor werden

interviews met inwoners

afgenomen en zouden op-

namen van Kasteel Wal-

burg worden gemaakt

Dat werd echter door de

eigenaars geweigerd

In Ohé en Laak

Dames

jagen Nos-

team

kasteel-

terrein af

Monument Het kasteel komt voor op de

momumentenlijst. Vorig jaar

werd het complex door de

dames Vencken voor 1,4

miljoen aan Stevol BV uit

Nijmegen

verkocht om het terrein te

kunnen ontgrinden. Tot de

werkzaamheden

plaatsvinden mogen de

dames Vencken nog van de

grond gebruik maken.

Jachtgeweer „XJ Iaat toch ook niet

iedereen uw huis binnen”,

was het commentaar van een

van de dames toen om de

reden van weigering werd ge-

vraagd. Dat het tv-t«am mei

een jachtgeweer van de

terreinen zou zijn verwijderd

leek haar onwaarschijnlijk.

Bij na- vraag bieek daar ook

bij de politie niets van be-

kend.

Het tv-team maakte toch nog

haar opnamen. Vanaf de

Hompesche molen werden

met een telelens shots van

het kasteel gemaakt.

edert 1633

zijn er veel

jaren vervlo-

gen en is er

veel water

door de Maas

gegaan. Drie-

honderddrie-

envijftig jaar geleden schaakte de heer

van Stevensweert, Herman Frederik van

den Bergh, de zestienjarige abdis Jo-

sina Walburgis van Leeuwenstein-Wert-

heim-Rochefort.. tot haar groot genoe-

gen uit de abdij van Thorn en bouwde

hij het kasteel Walborg aan de Maasoe-

ver.

Over deze romantische en schandaal-ver-

oorzakende geschiedenis hebben wij

breedvoerig verhaald in "Uchteravond-

vertellingen I": "De abdis die zich

graag liet schaken" (2).

Van aan de Spaanjerd keken wij tot aan de

tweede oorlog op dat kasteel en meester Juul

Poukens schreef erover in zijn "Van Nu en

straks"-verhalen, zoals een Ophovens

jongetje dat zag en waarnam: (3)

"Waar is de tijd, dat Waiborg aan gene kant

de Maas bewaakte; Walborg, als een op wacht-

liggende leeuw met vooruitgestoken poten;

Walborg met zijn typisch uiterlijk, zijn

witgekalkte muren, zijn blauwleien dak, zijn

kenmerkende schoorstenen, zijn vele vensters

met kleine ruitjes.

"Walborg" zegden onze mensen; in de annalen

van Ohé en Laak staat "Walburg" en ik heb

ook wel eens ergens gelezen

dat het "Malberg" zou zijn. Wie er meer over

wil weten, zou het aan Jan Geer- kens moeten

vragen.

130.

Ik weet er juist zoveel van als alle die van

boven de zestig er over weten te vertellen:

driehonderdvijfenzestig vensters,

tweeënvijftig deuren, twaalf poorten - een

lusttuin met veel bomen en heesters, een

groentetuin met grote serren van bloemen en

groenten, een boomgaard met duizend

fruitbomen: appelen, peren, kersen, noten,

pruimen, abrikozen, zelfs appelsienen,

citroenen en vijgen.

Die appelsienen werden niet rijp, ze bleven

groen, wrang en werden rot; ook de citroenen

en vijgen.

Op Walborg was een ijskelder, waar ijs in

bewaard werd en wanneer iemand de mizerère

had, liep men daar ijs halen om het, volgens

dokters raad, de lijder op zijn buik te

leggen, die dan 's anderendaags of zo dood

was.

Het domein Walborg strekte zich uit vanaf

Roosteren tot voorbij Stevensweert en

Maasbracht. Het werd bewoond door een gravin,

"de gravin van Walborg".

Ik heb ze nooit gezien, ik heb ze me zelfs

nooit kunnen voorstellen, maar ik heb altijd

gedacht dat ze verschrikkelijk groot moet

geweest zijn en dat het geen mens was gelijk

een ander.

Daar waren ook "Freules" op Walborg; Milke

Vandoren van Maaseik, die per fiets reed, en

"bonjour" zei, ging die elke week pianoles

geven; aan het Wit Paard werd overgehaald met

de privé- pont van Walborg en ook weer

teruggebracht .

Die freules heb ik ook nooit gezien en toch

reed de koets van Walborg hier herhaaldelijk

voorbij: met het veer werden ze overgezet;

twee zwarte paarden er voor met pluimen op hun

kop, een koetsier op de bok en een lakei,

rechtstaande op de achtertrede; die waren in

groene livrei met koperen knopen en ze hadden

zwarte, glimmende hoge hoeden op. Dat was een

teken dat de gravin of de freules binnen

zaten, maar de gordijntjes waren dan toege-

schoven.

Soms zaten koetsier en lakei nevens elkander

op de bok, dan was het spul van binnen leeg.

Ik heb ze nooit gezien en

weinigen zullen ze ooit gezien hebben en

wanneer mijn vader of mijn moeder zaliger me

vertelden dat die van Walborg protestanten

waren en dat de dominee van Stevensweert hun

pastoor was, dan vroeg ik hoe protestanten er

uit zien en of die meer dan vier poten hebben

.

Zo zagen het onze Ophovenaren. Lang.

Eigenlijk een paar eeuwen lang. Er huisde adel

die zich opvolgde: na van den bergh: Van

Limburg-Bronkhorst-Stirum; van Hompesch,

met als voornaamste telg Rei nart Vincent, die

de molen liet bouwen die zijn naam draagt en

met wie Walborg zijn hoogste glorie beleefde.

Dat was rond 1700. Hij was het die daar aan

de Maas op grote voet leefde. Hij hield er

zowaar een soort hofhouding op na.

Hij verrijkte het kasteel met die beroemde en

beruchte prachtige paardenstal voor 24

paarden, met kribben uit artistiek bewerkte

natuursteen, waarboven zich een rij van witte

glanzende tegels bevond.. In die stal stonden

er verder 24 houten pilaren waarop het mooi

bewerkte plafond rustte.

Verleden jaar zag ik nog de prachtige vloer.

Het was niet voor niets nóg onderwerp van de

gesprekken in mijn jeugd. De mensen zeiden

daarbij dat 't "oos Hier nao de ouge stêèken

waas": paarden huisvesten op zo'n prachtige

vloeren, terwijl de meeste mensen het nog

moesten doen met een... lemen vloer...

De geweldige molen was in 1722 voltooid,

door een kaarsrechte laan verbonden met

het kasteel, ruim een kilometer verder.

In 1733 stierf deze grote bouwheer zonder

nakomelingen. Er kwam een zijtak te wonen,

die zich van Heyden-Hompesch noemde; door

huwèl ijken verder de familie de Riedesel

d'Eisenbach. Ene Karei van die naam is de

geschiedenis ingegaan als een soort

"germaanse ridder- boer", die er letterlijk op

de klompen bijliep.. Hij was daarom een zeer

populaire figuur. Hij overleed in 1855 en

131.

ligt begraven op één van de

twee "protestantse" kerkhof-

jes te Stevensweert. Hij was twee keer getrouwd, met

ene de Riggé, die in 1875

overleed.

Er bestaan niet zoveel fo-

to's van de familie en van

het kasteel; wat geen ver-

wondering baart: het be-

stond nog niet af nauwe-

lijks.

De op zich prachtige te-

keningen -veelal gemaakt

om de heren te believen- zijn, evenmin als die

vroegere oude kaarten be-

trouwbaar. . Men kijkt

zich bijvoorbeeld de ogen

uit op een prachtige gra-

vure van van Afferden,

die de indruk wekt of men

een klein Versailles aan-

schouwt daar aan de Maas-

boorden.

Zo komen wij stilaan bij

onze bekende "freules",

waar meester Poukens o-

ver vertelt, dochters van

het echtpaar de Hompesch-

Rürich en de Riedesel

d'Eisenbach, inderdaad

eerder "Pruisen" te noe-

men.

Adolph-Marie Charles Frangois de Hompesch-Ru'rich 1834-1893.

x Barones de Riedesel d’Eisenbach 1840-1910. 3 kinderen: zoon: 5 jaar gestorven 2 dochters: 1. Karla Josephina Her- mine Eleonore Arnaille 2. Renée Eleonore Frederica Arnaille Joséphe Frangoise x De Seters

132.

Het kasteel was eigendom van de barones,

zodat de volksmond wel gelijk had met de

bewering dat "de graaf er zomaar bijliep",

ingetrouwd. Hij was ridder van de

Johannieterorde, maar toen hij na zijn

huwelijk overging tot het protestantisme

wilde zijn familie hem niet eens meer

erkennen. Zelfs zijn stervende moeder wilde

hem niet ontvangen. Hij schreef artikelen

tegen al wat katholiek was. De kleine pro-

testantse "gemeente" in Stevensweert vond

in hem een groot weldoener. Hij

restaureerde de protestantse kerk in 1864

en overleed in 1893. Zijn vrouw in 1910.

Hun enig zoontje is in 1867 op vijfjarige

leeftijd overleden. Hij ligt te Stevensweert

begraven met een franse tekst op zijn steen

(al wat toen deftig heette sprak., natuurlijk

Frans). Aandoénlijk is het graf daar van de

gouvernante van het kind, Eleonora

Fabricius. Wat ik nog nooit heb gezien: ze

heeft zelfs TWEE grafstenen: één in 't Frans

en één in haar moedertaal: het Duits. Zij

stierf op Walborg in 1877 in de leeftijd van

59 jaar.

Wij zijn aan de laats ten toe: de twee

overgebleven meisjes.

Karla (met een hele rits verdere namen

erachteraan) van Hompesch-Rürich huwde

tweemaal en overleefde haar beide echtgenoten. Zij stierf te Obbicht in 1918.

"Men" zegt: in eerder armelijke omstandi

gheden.

De jongere Renéé (etcetera) trouwde met de

gepensioneerde generaal-majoor de Seters

in 1914. Zij waren toen allebei "laat-

bloeiers".

Het was met de grote dagen van Walborg al

een tijdje gedaan. Vijf jaar na dit huwelijk

verkocht de Seters, op 21 februari 1919 het

hele bezit. Heel spoedig kreeg hij daar spijt

over en... kocht hij alles weer terug. Met

grote verliezen was hij evenwel, wegens

geldgebrek, weer verplicht tot verkoop!..

Hij was blijkbaar geen gemakkelijk

heerschap: om de herinnering aan Walborg

te laten verdwijnen nam hij zich zelf voor

het archief te laten vernietigen; iets wat

gelukkig ten slotte op het nippertje

vermeden werd.

Het kasteel verdween voor een groot deel:

uitverkocht! Waardevolle stukken werden

stuksgewijze verhandeld, uitgebroken, te

gelde gemaakt. In het huis van mijn

grootvader te Geistingen belandde zo een

trap met sierlijke spijlen...

Met het landhuis als zodanig ging het

onherroepelijk bergaf. Tussen 1919 en

1924 verdwenen steeds sneller schoor-

steenmantels, binnendeuren, hele vloeren,

meubelen.

Hoeveel en wat precies is onbekend.

Er bleef in 1925 niet veel méér over dan de

grote achterbouw en de monumentale

schuur, die wij er in onze jeugd nog wisten.

De grote vleugels, de "vooruitgestoken

leeuwepoten" werden met de grond gelijk

gemaakt: er kwam vee. Het grote park werd deels wildernis, deels

fruitaanplanting.

Het middenstuk bij de vorige foto's is hier

duidelijker en groter weergegeven op de

foto links. Hier zijn blinden en een rijker

dak, waarbij de talrijke

schoorstenen beslist opvallen. Rechts vertrekt, opzij van de hoofdvleugel, de koets waar meester Poukens het over heeft.

Hier ziet U de binnenkoer, van buiten-

uit gezien (U merkt het torentje, rechts

van de paardenstallen). De buitenmuur

telde drie poorten in de gewitte muren oude boerderij van Walburg

(met rondboog): U ziet er twee volledig en

een in aanzet. Rechts hiervan is dan de

geweldige schuur en de boerderij.

Als mijn generatie weg is, zullen alleen de oude kaarten overblijven.

135.

Hier de voorzijden, naar de Maas toe gekeerd. De op deze foto, met de Maas in de rug

genomen, grote vleugel rechts, vertoont een goede geleding van brede vensters met hardsteen

omlijst. De schouwen waren zwaar: het is hier te zien. Vooraan is het bekende "prieel". De

korresponderende vleugel links op de foto is veel bescheidener.

Op het ogenblik dat wij dit uitschrij ven

rest nog alleen een troosteloze aanblik op

de laatste resten van de binnenkoer: men herkent nog wel iets met de vorige foto's

voor ogen uit be tere dagen..

(Muurresten paardenstallen; onderste

stuk van de beroemde W.C.'s.. stukje van

de boerderij..)

geen "kasteel" meer verwoest. Er zullen

alleen ruïnes verdwijnen.

Wij wilden het neg even vastleggen..

Voor nu en voor het nageslacht..

Dat er nog en weer eens een plas bij zal

hebben. .

N O T E N

(1) De tekst komt in hoofdzaak uit de

publikaties van mijn konfrater Willem

Sangers; de schaarse en daarom wel

kostbare foto's uit diverse publikaties

.

(2) Donaat Snijders,

"IJchteravondver- tellingen I" - Een

Maaslands verhalenboek met een eerste

reeks van vijfentwintig, Geistingen,

1979.

De verwoesting werd bespoedigd door

beschieting in 1944.

Ook dit -zo laat het zich maar al te zeer

aanzien- zal binnen afzienbare tijd door de

grijpgrage baggermolens weggegraven

worden.. Nee, er wordt dan

(3) Oorspronkelijk verschenen in "'t

Bazuintje", jrg. 2, nr. 10.

Heruitgegeven door de Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi, "Alleen voor

mensen van boven de zestig.. Van Nu en

Straks", Kinrooi, 1979.

(Nog verkrijgbaar op het sekretariaat

aan de prijs van 60,-fr., exkl. ver-

zendingskosten) .

(4) Donaat Snijders,

"Nimmersti1", Geistingen, 1983, blz.

10.

W A L B O R G (4)

voor M. Maessen

van Ohë en Laak

Vuil blekt een muur van 't slot, voorgoed verlaten.

Verwoest. Een windvaan kwarsend in de wind.

Er groeit wild gras door spleten en door gaten en

langs de schuurmuur, levenloos en blind.

Hier schreden heren ooit, waar freules zaten en

kant-gekleed liep er een spelend kind, stil hopend

dat de groten het vergaten en het kon lópen, haren

in de wind.

Toen leefde '"t Huis" hier aan de eeuwige stroom, waarover

schepen stil, blankzeilig gleden naar verre oorden: Venlo,

Rotterdam.

Het puin ligt vaal. Het is verdwenen droom, met

heimwee naar een rozerood verleden, dat ging.

En dat helaas nooit wederkwam.

DONAAT SNIJDERS

137.

MOLENBEERSELSE BERICHTEN UIT DE EERSTE WERELDOORLOG (vervolg)

In het vorige nummer van dit tijdschrift publiceerden we het eerste deel van deze

"Molenbeerselse berichten uit de eerste wereldoorlog". Wie kan ons foto's bezorgen van

Molenbeerselse "oud-strijders" (in bruikleen)? Bestaat een foto met alle oudstrijders van

Molenbeersel? We zullen ze graag opnemen bij deze bijdrage!

Nummer 7 - juni 1917

Een landbouwer uit de gemeente moest de Mof

zijn paard afstaan voor 1.300,-fr. Hij kocht

een os in de plaats en betaalde hem 1.700,-fr.

-Onlangs werd hier het huwelijk ingezegend

van Petronella Bakkers (dochter van Jengsken uit de Groezen) met Willem Moonen (zoon van

Doorken uit het Broek). Voorbeelden strekken:

enige dagen later volgde de zuster van de

bruid, Catharina, het voorbeeld en trad in het

huwelijksbootje met Mathieu Cuypers van

Kinrooi .

-Een drietal inwoners ener naburige Hollandse

gemeente, aangelokt dorr de hoge daglonen,

waren naar het Moffen- land vertrokken. En

inderdaad, zij verdienden er van 7 tot 10 mark

per dag, doch konden met geld in de hand

nergens aan eten geraken. Weldra kwamen ze

terug thuis, half dood van de uitgestane

ellende en zwerende dat men ze niet meer zou

beet hebben. Een goede les, voorwaar !

-Twee zonen van de heer T., het alom geacht

gemeenteraadslid, zijn ook gelukkig over de

moordende draad geraakt; weldra zullen ze

hun drie dappere broeders op het front komen

vervoegen.

Vijf broeders, die naast mekaar voor Koning

en Vaderland tegen de snode o- verweldiger

strijden, wat een prachtig voorbeeld ! Deze laatste ontvluchting beet de Mof bitter in de neus. E.V.E. en de dienstdoende burgemeester werden te Maaseik, desaangaande voor de krijgsraad gedagvaard. Ze kwamen er met de schrik af.

Nummer 8 - jul i 1917

Rond de 70 kinderen uit het Walenland zijn

alhier bij de mensen gehuisvest. Het is diep

aandoénlijk te zien hoe die arme schaapjes

zich verheugen weer eens 'n buikje vol te

krijgen. Velen lopen reeds mee naar school

en leren vlaams dat het klinkt, terwijl onze

bengels er ook een mondvol waals doorheen

slaan. Prachtig voorbeeld van vader-

landsliefde !

-Onze bekende dorpsgenoot Baens Theo-

door (Veltjes Door), wiens vrouw deze winter gestorven is, trad voor de tweede maal in 't

huwelijksbootje, op zestigjarige leeftijd, met

een jeugdige dochter (24 jaren) van Segers

Nielke uit Kinrooi, die bij hem als meid

diende.

Heeft Baens niet altijd gezegd dat hij "ne

vieze" was ?

-De tram Maaseik-grens loopt nog altijd,

ofschoon weinig regelmatig.

-We zijn er fier over weer 1.000 mark

boete gekregen te hebben. Jos B... en Jaak

M..., beiden broeders van twee onzer

dappere mannen van de vuurlijn, trokken

de sperdraad over en zijn op weg om u een

handje toe te steken de pruis te

"zwaarsen".

-Daar gaan er hem zoveel lopen dat de Mof

er van vervaard wordt; daarom is hij nu

bezig langs de ganse grens de sperdraad

nog een goede meter te verhogen. Allemaal

niets gekort, Mofje lief !

-Enige personen stonden hier aan de draad te

praten met de bewoners van de

138.

overkant, iets wat de Pruis tot dan toe

toegelaten had, toen eensklaps een paar

pinhel men te voorschijn sprongen en alle

gevankeilijk meenamen. Zeker weer kwestie om de lui wat geld af te troggelen. Zulke

vuige plannetjes vindt alleen een Mof uit.

-Moffen in burger gekleed schooien de

huizen af en trekken niet zelden de grens

over om maar al te kopen wat eetbaar is. De

hollandse wacht heeft reeds enige van die

"smausen" de grens over gedreven.

De vrouw van Johannes Akkermans (Makke

Henske).

De Wwe Denier (Truye Jen). Mathijs Se- gers

(Hubus Ties op de Manestraat), Monne

Berbke. Jan Gielen (Boumer Jan, echtgenoot

van Huuskes Trui). Math. Ti- rium (op

Donker) .

Geboorten: een zoon bij Mathieu Arits-

Driesser (Smeetsstraat). Een zoon bij P.

Peltzers-Truyen (aan de kerk). Een zoon bij

Lamb. Keyers-Verheyden. Een dochter bij Jan

Coolen-Smeets. Een dochter bij Wi1h.

Brouns.

Nummer 9 - augustus 1917 _______________

Overlijdens: de oudste dochter van Mathijs

Van Deur (Vazen), zuster van onze vriend en

wapenbroeder Jan Van Deur die we onze

innige deelneming aanbieden.

De vrouw van Hendrik Baens (Zooie Rieks- ke)

die negen minderjarige kinderen achterlaat;

het jongste, slechts vier weken oud, wordt

door de liefdadige Wwe Steensels verpleegd,

van de anderen wilde zich de zwaar-

beproefde vader niet schei den.

-Geen week gaat er voorbij of er komen in

ons dorp vluchtelingen aan uit alle hoeken

van 't overweldigd vaderland, die dan

meestal gelukkig de grenzen o- ver

geraken. Helaas, allen gelukt het niet de

dodende sperdraad met goed gevolg te

overschrijden; zo bleef er op 13 juni een

reeds bejaard heer uit Luik aan dood.

Diezelfde dag werden vijf jongelingen bij

de grens door de Moffen aangehouden en

meegevoerd.

-Er gaat ook haast geen dag voorbij of er worden bij deze of gene huiszoekin-

139.

gen gedaan, natuurlijk zonder gevolg, want

de mensen zijn die domme Mof te plat af.

De woningen gans op de grenzen gelegen,

doet hij ontruimen. Zo móest Meu- len

(Heibloem) verhuizen en heeft een

onderkomen gevonden bij Hoeser Ties; Jacob

Aendekerk moest bij zijn schoonmoeder

(Schreven) gaan inwonen.

-De Moffen, zowel "veldezels" als stumpers

van soldaten, die hier langs de grens

rondlopen, zijn echte "armoe- pensen". Ze leven hoofdzakelijk van wat hun de hollandse

smokkelaars, na voorafbetaling over de draad

werpen.

De officieren vertonen zich als het ware

broed van die ikzuchtige vermetele Pruisische

kuituur: een hoop verwaande zotten, kale

praalhanzen, stijve domkoppen, die zelfs hun

eigen soldaten erger behandelen dan

slachtvee.

Ook trekken deze met ganse benden de grens

over. Van 25 juni tot 8 juli kozen er niet

minder dan 25 het hazepad en van achter

komen er nog!

Vijf kwamen er hier uit Brussel aan, alle

gebrekkige kerels: twee met een ferme bult,

de derde was een hinkepoot, de vierde had

een paardenvoet, nummer vijf miste drie

vingers aan de linkerhand. Ge kunt u geen

denkbeeld vormen hoe blij die mannen waren

zich op het hollands grondgebied te bevinden

en hoe diep ze er van overtuigd zijn dat gans

"groszes Deutschland" naar de knoppen is !

-Op 12 juni werd de hofstede van Theod.

Baens, langs de steenweg van Molenbeersel

naar Kinrooi, gans door de brand vernield.

Zelfs geld en klederen bleven in de vlammen;

alleen het paard en twee varkens konden

gered worden. De brand brak uit terwijl de

echtgenoten Baens om voeragie waren.

-Daar de Mof verboden had nog na 7 uur te

tappen, trokken enige jongens van 1t Winkel op Pier van Transvaal af, denkende daar op

de hei vrij spel te hebben. Maar de Mof had

lont geroken; hij kwam de kaartpartij

onderbreken en begon andere troef te spelen.

Pier kreeg 500 mark boete en zijn klanten

elk 25 mark. Maar goed dat er aan de

baggenhandel nog een centje vast zit.

-Bij Kunnen de slachter, waar de bevoorrading

van het steunkomiteit zijn waren huisvest, stal

men drie hespen en andere levensmiddelen.

Een paar Moffen zouden het gedaan hebben !

Nummer 10 - september 1917 ______

Men meldt ons het overlijden van: Jo-

hannes Henckens, landbouwer (Vlaaster

Jan), Elisabeth Stevens (Slichte Bet- je),

Renier Voorter (Klokke Nierke).

-Het hooigras werd geveild en gepacht aan

1.000 tot 1.500,-fr. de hektare.

-De Moffen hebben ellendige armoede

(Goddank!) en bedelen de mensen af voor alles

wat maar enigszins eetbaar is; ze zijn op niets

vies gevallen. Echt zwijnenras !

Nummer 11 - oktober 1917

De oogst valt nogal mee en hadden we er

alleen mee te delen dan viel er hoegenaamd

geen klagen, doch helaas ! De mof eist het

leeuwenaandeel, en waren onze boerkens hem

niet veel te plat, wat zou er ons overkomen.

Ofschoon het koren in 't algemeen goed in

heeft, dorst de pruis slechts vier vaten van de

tien hopen: de mof ziet beteuterd langs zijn

neus en de boer lacht in zijn vuist.

-Onzeggelijk is het met welke gulhartigheid

de lieve kleintjes uit 't Walenland hier

behandeld worden; men zou haast denken dat

er de eigen kinderen voor achteruit moeten

staan. Maar ze hebben ook zo'n verleidelijke

manier om zoentjes te geven en onze stuurse

boerenvrouwen als mamaatje te betitelen, dat

ze onweerstaanbaar zijn.

-Een Pruis die 't leven moe was -en hoeveel

zijn er zo niet?- dacht een werkdadig middel

uit om zich van die last te ontdoen, Hij ging

met het hoofd op de geëlektriseerde draad

liggen. Dit hielp want toen men hem vond was

zijn

140.

gen gedaan, natuurlijk zonder gevolg, want

de mensen zijn die domme Mof te plat af.

De woningen gans op de grenzen gelegen,

doet hij ontruimen. Zo móest Meu- len

(Heibloem) verhuizen en heeft een

onderkomen gevonden bij Hoeser Ties; Jacob

Aendekerk moest bij zijn schoonmoeder

(Schreven) gaan inwonen.

-De Moffen, zowel "veldezels" als stumpers

van soldaten, die hier langs de grens rondlopen, zijn echte "armoe- pensen". Ze

leven hoofdzakelijk van wat hun de hollandse

smokkelaars, na voorafbetaling over de draad

werpen.

De officieren vertonen zich als het ware

broed van die ikzuchtige vermetele Pruisische

kuituur: een hoop verwaande zotten, kale

praalhanzen, stijve domkoppen, die zelfs hun

eigen soldaten erger behandelen dan

slachtvee.

Ook trekken deze met ganse benden de grens

over. Van 25 juni tot 8 juli kozen er niet

minder dan 25 het hazepad en van achter

komen er nog!

Vijf kwamen er hier uit Brussel aan, alle

gebrekkige kerels: twee met een ferme bult,

de derde was een hinkepoot, de vierde had

een paardenvoet, nummer vijf miste drie

vingers aan de linkerhand. Ge kunt u geen

denkbeeld vormen hoe blij die mannen waren

zich op het hollands grondgebied te bevinden

en hoe diep ze er van overtuigd zijn dat gans

"groszes Deutschland" naar de knoppen is !

-Op 12 juni werd de hofstede van Theod.

Baens, langs de steenweg van Molenbeersel

naar Kinrooi, gans door de brand vernield.

Zelfs geld en klederen bleven in de vlammen;

alleen het paard en twee varkens konden

gered worden. De brand brak uit terwijl de

echtgenoten Baens om voeragie waren.

-Daar de Mof verboden had nog na 7 uur te

tappen, trokken enige jongens van 't Winkel

op Pier van Transvaal af, denkende daar op

de hei vrij spel te hebben. Maar de Mof had

lont geroken; hij kwam de kaartpartij

onderbreken en begon andere troef te spelen. Pier kreeg 500 mark boete en zijn klanten

elk 25 mark. Maar goed dat er aan de

baggenhandel nog een centje vast zit.

-Bij Kunnen de slachter, waar de bevoorrading

van het steunkomiteit zijn waren huisvest, stal

men drie hespen en andere levensmiddelen.

Een paar Moffen zouden het gedaan hebben !

Nummer 10 - september 1917 _______

Men meldt ons het overlijden van: Jo-

hannes Henckens, landbouwer (Vlaaster

Jan), Elisabeth Stevens (Slichte Bet- je),

Renier Voorter (Klokke Nierke).

-Het hooi gras werd geveild en gepacht

aan 1.000 tot 1.500,-fr. de hektare.

-De Moffen hebben ellendige armoede

(Goddank!) en bedelen de mensen af voor alles

wat maar enigszins eetbaar is; ze zijn op niets

vies gevallen. Echt zwijnenras !

Nummer 11 - oktober 1917

De oogst valt nogal mee en hadden we er

alleen mee te delen dan viel er hoegenaamd

geen klagen, doch helaas ! De mof eist het

leeuwenaandeel, en waren onze boerkens hem

niet veel te plat, wat zou er ons overkomen.

Ofschoon het koren in 't algemeen goed in

heeft, dorst de pruis slechts vier vaten van de

tien hopen: de mof ziet beteuterd langs zijn

neus en de boer lacht in zijn vuist.

-Onzeggelijk is het met welke gulhartigheid

de lieve kleintjes uit 't Walenland hier

behandeld worden; men zou haast denken dat

er de eigen kinderen voor achteruit moeten

staan. Maar ze hebben ook zo'n verleidelijke

manier om zoentjes te geven en onze stuurse

boerenvrouwen als mamaatje te betitelen, dat

ze onweerstaanbaar zijn.

-Een Pruis die 't leven moe was -en hoeveel

zijn er zo niet?- dacht een werkdadig middel

uit om zich van die last te ontdoen. Hij ging

met het hoofd op de geëlektriseerde draad

liggen. Dit hielp want toen men hem vond was zijn

140.

schedel gans doorgebrand en zijn

zwijnenogen hingen hem tot onder zijn

kinnebakken.

-De genaamde Eng... van Bree, die alhier in 1t

Broek aan de draad dood bleef, stond aan 't

hoofd van een geduchte dievenbende. De

gemeente Bree had zijn hoofd op prijs

gesteld en

1.0, -fr. uitgeloofd aan wie hem

dood of levend overleverde. De Duitsers had-

den hun grenswachten last gegeven hem bij

de eerste gelegenheid neer te schieten. Eng...

hield zich vooral in de bossen schuil en

randde onmeedogenloos alle voorbijgangers

aan.

-Onze naburige Hollandse bevolking heeft

het ook niet meer te breed en zij is voor

verschillende eetwaren op rantsoen gesteld.

- (Allerlei):

Jaak Janssen, van Molenbeersel, bevindt zich

nu in het I.M.I.O.H. (Tehuis voor

oorlogsinvalieden) te Sainte-Adresse.

Nummer 12 - november 1917

Het spreekt van zelf dat geen enkel inwoner

van onze gemeente gedacht heeft aan kermis

vieren. Hard werken en voor onze jongens

bidden, dat zijn de enigste bezigheden van

de brave bevolking. Maar de Mof had het anders voorzien en daar we steeds een sterke

grenswacht hebben, zocht hij er wat moed en

vrolijkheid in te blazen bij deze gelegenheid.

's Zondags 's namiddags dan kwam de

"kapelle" van Maaseik af met een hele stoet

staakrechte, dikneuzige en breedmuilige

officieren, schreeuwbont gekleed -men had

op voorhand alle varren met dubbel keten

moeten vastleggen- dikopgevulde, sterk

bepoederde "frau- lein" en een paar kale

jonkheden, waarvan we voor 't ogenblik maar

liever zwijgen, om de feestelijkheid bij te wonen en op te luisteren.

Dat er geen Molenbeerselaar te verre of te na

te zien was, spreekt van zelf.

-Onze hollandse geburen klagen stenen uit

de grond omdat ze zo streng gerantsoeneerd

zijn. Luister maar: een half pond brood per

dag en per kop; 1 ons

rijst, gerst of havermout in de maand, wat

erwten en bonen, een beetje suiker en een

handvol koffie... hoepel daar maar mee op !

-Onlangs trokken op 'nen viezen keer 12

feldgrauen met eens de grens over en zopen

zich te Str... bijna te bersten van plezier de

spuigaten uit te zijn. Konden ze dat maar

allemaal klaar spelen !

Nummer 13 - december 1917

Niettegenstaande de strenge grensbewaking,

trekken nog gedurig Mofse weglopers naar

Holland. Een Duits officier, die een ronde

deed langs de grens in 't Broek, zocht

tevergeefs naar een post van 15 man door

een "Veldezel" -lees feldwebel- aangevoerd.

Zelfs zijn schreeuwen als een speenvarken,

zijn "gesakker" als een helleduivel of zijn

urenlang turen door de verrekijker, brachten

hem niets verder: zijn mannen hadden het

naar Stramproy afgestapt.

-De tramlijn Maaseik-Weert is terug in

bedrijf. Volgens men ons schrijft loopt de

tram van Maaseik tot aan de grens, waar de

reizigers moeten overstappen op de tram die

hun van daar naar Weert brengt. Uiterst

strenge maatregelen worden toegepast. Zo

bijvoorbeeld is het de garde van de ene tram

onder de zwaarste bedreigingen verboden te

spreken tot die van de andere tram.

-Het is bijna onmogelijk een pas te bekomen

om zich, al was het maar voor een paar uren en om reden van familiezaken, naar de ene

of andere naburige Hollandse gemeente te

begeven. Toch is er onze zeer eerw. Heer

Pastoor nog i geslaagd -waarschijnlijk omdat

hij Hollander is- een viertal dagen bij zijn

achtbare zusters te mogen gaan

doorbrengen ter gelegenheid van Weert

kermis.

-Uit een brief van 6 november knippen wij:

de mensen zijn hier, Goddank, nog goed

gezond, hebben genoeg te werken en ook

genoeg te eten, ofschoon alles peperduur is.

Zo bijvoorbeeld: een ei 65 centiemen, een

vet zwijn van 1.700 tot 1.800 frank, een

goede koe rond de 2.500,-fr.

141.

Wat een boerenmens moet aankopen is ook zo

ijselijk duur: kolen 120,-fr. de

1.0 kg., koffie 40,-fr. de kg., een gewoon

kostuum 200,-fr., een paar schoenen 150,-fr.

en zo verder, alles wat men maar nodig heeft.

't Spreekt van zelf, dat onze goede boeren niet

meer kopen dan dat wat ze hoogst nodig

hebben en dat er zuinig en karig geleefd wordt

in afwachting dat de tijden weer verbeteren.

-Men meldt ons het overlijden van M.B.

Verstappen; Fransen Pieter-Johannes; de vrouw

van Mathys Kunnen (Jepkes Tieske)

-Ofschoon het wel streng verboden is zonder

toelating van de mof zijn eigen varkske te

kelen, weet menig boerke daar toch wel een

steeltje aan te passen. Zo lapte het hem ook

Mathijs S. (Hubes Ties), maar de mof kreeg er

kennis van en kwam den armen Ties 't varken

uit de pot halen. Waren die verwenste Pruisen

maar niet zo sterk, he! Ties ?

-Einde oktober werd een veulen geveild van

4 maanden voor 1.600 frank.

-De Mof rekende uit dat een boerengezin, uit

acht personen bestaande, maandelijks recht

behield op 61 kg. graan.

Waarlijk niet te veel om brood te bakken !

- (Allerlei):

Onze wakkere strijdmakker, Thomas Rachels

van Molenbeersel, die zich voor een paar

maanden inscheepte om ons heldhaftig

koloniaal leger te vervoegen, laat ons weten dat hij welvarend te Durban, in Afrika, is

aangekomen om vandaar de reis voort te

zetten.

Zijn nieuw adres luidt: Thomas Rachels,

onderofficier van de Openbare Macht,

Belgische koloniaal troepen, Bèlgisch Congo,

langs Dar-es-Salam.

- (Briefwisseling):

Wij zijn eindelijk zo gelukkig onze makkers

van Molenbeersel de adressen te kunnen

meedelen van hun twee wapenbroeders,

krijgsgevangen in Duitsland: -Kunnen Jacob,

14e linie, Kriegsgefan- genen nr. 136,

Stammlager, Parchim, Deutschland.

-Royens Theodoor, 2 Baton 5 cie, nr. 568,

Mannschaftsgefangenenlager, Trup-

penübungsplatz, Alten-Grabow, Deutsch- 1

and.

De Maeseyckenaar zal die twee vrienden niet

vergeten !

MEDITATIE VAN EEN LIJNVISSER

Morgen ga ik vissen...! Op voorhand verheug ik me reeds in een dag zonder woorden en cijfers,

die in hun fantazieloze eentonigheid een formele uitspraak doen over het wel en het wee van de

Vlaamse boerenstand. Geen kriepende deuren, geen raam dat open en toe moet naargelang de

onbekende willekeur van kollega’s en ook geen lift die vlak vóór je neus vertrekt terwijl je door

het spionnetje nog juist kunt zien hoe een juffrouw, met de rug naar je toe en het gelaat in de

spiegel, haar lippen wat bijwerkt. Naar het waarom daarvan kun je raden, net zoals naar de vele

andere waaroms die tussen het leven van elke dag een vraagteken plaatsen.

142.

Morgen is dat uit. Geen woorden, geen

telefoon, een ganse dag alleen met jezelf en

met alleen maar wat rode pieren naast je in

een potje.

Mijn zonen alle vier hebben zich vandaag op

een bijzonder toegewijde wijze ingespannen

om in onze tuin, hetzij onder de

bessenstruiken, hetzij onder de bloeiende

prinsessebonen, te zoeken naar de vetste en

roodste eksemplaren van de door vissen

meest gegeerde pierenvariëteiten die er in

onze hof voorkomen.

Ten einde elke ontsnapping te voorkomen,

hadden ze de pieren met een dikke koord aan elkaar geregen zodat ze, bij mijn

thuiskomst, met gezichten als zonnen, me

een sliert pieren lieten bewonderen, waarvan

ze zeker waren dat ze me zou bevallen.

Ik heb ze dan maar met dankbaarheid

aanvaard terwijl ik hen verzekerde dat geen

vis, te land of ter zee of waar ook ter wereld,

aan hun lokaas zou kunnen weerstaan.

Toen ze sliepen heb ik een nieuw potje

pieren gevangen, terwijl ik diep in mijn

binnenste een schuldgevoel gewaar werd

omdat ik mijn kinderen bedrogen had.

Vissers hebben over 't algemeen een gevoelig

geweten, net zoals jagers trouwens en

andere stropers. Ook mijn vrouw heeft haar

aandeel gehad in de voorbereiding. Deze

morgen heeft ze kempzaad gekookt, zodat ik

nu met bewondering kan kijken naar de witte

kiempjes die uit het harde zwarte zaad

komen kruipen.

Tenslotte trek ik naar het bos en vul er mijn

blikken doos met grote strijdlustige

bosmieren. Ze kijken me gloeiend kwaad

aan en bijten me kwaadaardig in mijn

kuiten.

Met de zalige zekerheid dat het morgen dé

dag zal zijn, leg ik me te bed en ik sluimer

in met het beeld van de wonderbare-

visvangst voor ogen. In mijn droom komen

ze één na één naar me toe: de grote wilde

snoek die als een "meteoor" door het water

flitst, het frele rietvoorntje met zijn zilveren

maliënkolder, de groen-gele baars met

vinnen als een vlag op een schip, de brasem

die er uitziet alsof hij gans zijn leven

tussen twee zware stenen werd platgedrukt.

Ze komen naar me toe en vechten als wilden om toch maar eerst aan het aas van mijn

angel te geraken.

De dobber zwalkt in wilde kolkingen over

de stroom en verdwijnt opeens met een

forse ruk in de diepte. Ik zet me schrap en

wil de lijn intrekken, doch mijn handen zijn

machteloos. Het monster trekt me het water

in.

Ik voel de koude stijgen rond mijn benen,

mijn borst, mijn keel. Wanneer ik op het

punt sta helemaal in het water teverdwijnen,

word ik wakker. Ik ben nat van het zweet.

* * *

De wekker loopt af. Vier uur.

De laatste jaren heb ik regelmatig met

heimwee teruggedacht aan de tijd, reeds

lang geleden, toen ik nog de moed had om

vier uur 's morgens op te staan alleen maar

om de zon te zien opgaan en te kontroleren

of onze leraar latijn geen zever vertelde

wanneer hij in de klas beweerde dat de

"aurora musis arnica" is. In die tijd werkte

ik meest- .al nog pro deo, ik schreef

namelijk gedichten.

Ik zal dus weer eens de zon zien opgaan .

143.

Ik werp de lijn uit in de rivier. Over het water

drijven grijsgrauwe mistslierten, restanten van

de verfomfaaide kleren van geesten en heksen

die de ganse nacht over de rivier hebben

gedanst.

In het oosten strijkt de dageraad met haar

roze vingers' over het blanke gezicht en het

zwarte haar van het slapende Sneeuwwitje.

Iets van de geest van Homeros, Vergilius en

Andersen komt over me, maar gelijktijdig ook

het gevoel van machteloosheid om uitdrukking

te geven aan die wereld zonder... geld en

ekonomie.

De lucht trekt open en over de rode

wolkenbanken heen zoekt het licht zijn weg

naar het westen, het zuiden en het noorden.

Kleine witte wolkjes troepen boven mijn hoofd

samen tot de huif van een wijtewagen.

Koeien loeien aan de overzijde van de

Maas. Zo hun boter niet mag ingevoerd

worden, dan kan het overwaaien van hun

geloei geen kwaad voor de veiligheid van

onze inlandse melkproduktie. Geërgerd zet ik deze "ekonomische gedachte" van

me af. Ze past niet in deze serene sfeer

van beroepsloze mijmering.

Een snok aan mijn dobber. De spanning wipt

als een aap in mijn leden.

Weer 'n snok. M'n handen trillen van verwachting: zal ie groot of klein zijn? De

dobber schiet de diepte in. Ik ruk even. Ik voel

de weerstand in mijn vingertoppen terwijl mijn

hart enkele onverwachte kloppingen heeft.

Zachtjes haal ik in tot de witvis in een zilveren

schittering aan de oppervlakte verschijnt.

Voorzichtig haal ik helnnaar de oever toe. Nu

het schepnet. Terwijl ik de lijn met de lin-

kerhand vasthoud tracht ik met de rechter het

schepnet onder de vis te schuiven. Eindelijk is

het gelukt. Ik trek de angel uit zijn bek en

duw hem voorzichtig in het leefnet dat ik terug in de rivier leg na het achter een steen

te hebben vastgesjord. Ik veeg

mijn kleverige handen af aan het gras,

doe drie verse bosmieren aan de angel

en werp de lijn weer in.

De dobber drijft rustig. Achter de dijk

ontwaken de geluiden van de dag. Ik hoor

gerinkel van melkemmers uit de nabije hoeve en over de weg dokkert een wagen. Ik

zie alleen de schuddende kop van het paard

en 't hoofd van 'n man met 'n pijp ervoor.

De vis in het leefnet spartelt. Ik kijk even.

Het is 'n mooie dikke vis... Zou hij er ooit

aan gedacht hebben dat het vandaag zijn

dag zou worden? Wellicht heeft hij al die

jaren maar gezwommen en gespeeld en

gevreten wat er voor zijn neus kwam,

precies of er nooit een einde zou komen aan

het dartele spel van zijn leven. Ben ik ook

niet 'n beetje "vis", zo nu en dan?

En hoe lang zal mijn spel duren? En als je eenmaal de hand van de Grote Visser om je

borst voelt, wat zal Hij dan van je zeggen?

Nee, nu geen zware gedachten !

De zon stijgt. Ze vlamt op mijn blote kop,

op mijn armen en benen. Naast me bruist

het water van een beek die met een kleine

waterval in de rivier valt. Over de stroom

tuffen schepen tot aan de rand geladen met

kiezel.

De schaduw van de kerktoren aan de over

kant kringelt over de lichte golfjes.

De zware tonen van de middagklok waaien

open over het water en over de ritselen de

tarwevelden achter de dijk.

Ik open mijn boterhammenzak, eet, mijmer

en geniet.

Ik wuif naar de man in de zeilboot die

voorbijkomt. Hij zit op het achterdek, de

handen onder het hoofd, alleen met het

water en de glooiende dijken. Hij groet

terug. Wij zijn broers, van de rustige

eenzaamheid.

Weer werp ik de hengel uit...

JAAK VANDEWEERDT

(Geistingen, 1962)

PELGRIMSTOCHT VAN KINROOI NAAR ROME ANNO 1787

Of er vandaag de dag in de biechtstoel nog penitentie gegeven wordt laat ik in het midden. Toen

wij jong waren kregen we wel eens vijf onze vaders en vijf weesgegroeten te bidden, voor

penitentie. Onze ouders moesten al wat meer bidden, maar onze voorouders kwamen er soms

maar bekaaid af. Je hebt zeker al gehoord dat bepaalde lieden voor penitentie op tocht moesten

naar St.-Jacob van Compostella in Spanje. Een Roomse reis als je het me vraagt, honderd en meer

jaren geleden ging het allemaal te voet, door onherbergzame streken, temidden van vele

gevaren.

Welnu, in een archiefstukje uit 1787 ont

dekten we dat een inwoner uit Kinrooi op

pelgrimage trok naar... Rome. Ook niet bij de

deur als je het me vraagt.

Op 7 februari 1783 maakte Maria Hae-

mers, weduwe, (haar man heette Hendrik

Bosmans) haar testament.

Hier gaan de bepalingen van dat testament

:

1) Vijf stuiver aan de kerk van Kes-

senich.

2) Aan Maria Bosmans, de nagelaten

dochter van haar zoon Peter Bosmans,

de som van 50 gulden.

3) Aan haar zoon Joannes Bosmans 100

gulden.

4) Aan haar dochter Elisabeth Bos-

mans 60 gulden.

5) Aan haar zoon Mathias Bosmans

100 gulden.

6) Aan haar zoon Hendrik Bosmans

200 gulden.

7) Aan haar zoon Wilhelmus Bosmans, al

haar goederen.

Dit testament werd opgesteld ten huize van

Maria Haemers te Kinrooi. Getuigen waren:

Joannes Teuwen en Maxi- miliaan Van de

Walle.

Het testament werd overgemaakt aan

notaris Eggelen.

In een bijgevoegde nota lezen we: "Mathias Bosmans heeft op 12 april 1787 de som

van 200 gulden ontvangen uit handen van

Wilhelmus Bosmans, hem door zijn moeder

vermaakt voor de bekostiging van een

pelgrimsreis naar Rome".

Rest nu nog alleen de vraag waarom Ma-

thias Bosmans zo nodig naar Rome wou.

Het kan ook dat het hier gewoon gaat over

de inlossing van een 'belofte'.

Of dat Mathias Bosmans zo godsdienstig

was dat hij de paus, het hoofd van de

katholieke kerk, wel eens in levende lijve

wou zien. Van Kinrooi te voet naar Rome.

Zal het hem ooit iemand nadoen?

MET KALABAS, PALSTER EN SCHARPE.

Men kon in de Middeleeuwen op bedevaart

gestuurd worden, zowel wegens mondelinge

beledigingen als uit hoofde van man- of doodslag, lezen we in een oud artikel. Alles

hing af van de omstandigheden van de

zaak, van de plaatselijke gebruiken en van

de ... rechters. In vele gevallen kon het

slachtoffer de pelgrimstocht afkopen. Hij

die rijk was (denk maar aan de lo- telingen)

had altijd een voetje voor. Wie geen losgeld

kon betalen ondernam de opgelegde tocht

voorzien van kalebas, palster (staf) en

scharpe (reiszak).

Geen van de boetelingen mocht terugkomen

zonder behoorlijke getuigschriften te kunnen voorleggen, zoniet werd hij voor 33

jaar of voor 99 jaar (zeg maar voor altijd)

uit het land verbannen .

Uit de overlevering weten we dat een ander

persoon uit Kinrooi, een voorouder van de

stam Symkens, op bedevaart 'moest' naar

het verre St-Jacob van Compostella in

Spanje. Het blijkt dat hiervan nog een en

ander terug te vinden is in het

familiearchief.

14b.

NIKOLAES OP 't BROEK UIT VUCHT. FAMILIEKRONIEK KRAEWINKELS

In 'Maaslandse Sprokkelingen’ (oktober

1980) staat het verhaal van Nikolaes Op 't

Broek uit Vucht die op 14 april 1840 zijn

Rometocht aanvatte, samen met zijn

metgezel Willem Peeters.

Roger Janssen schrijft in de inleiding: "Van

in het begin gold zo een pelgrimage als een

boetedoening, die spontaan doch meestal

opgelegd en met dwang werd aanvaard.

Zowel kerkelijke als burgerlijke rechtbanken

verwezen de veroordeelden naar het een of ander bedevaartoord. Als voornaamste zijn

bekend: Rocamadout (Rutsemedouwe), Sint-

Jacob in Com- postelle Spanje), Vandöme

(Loire), Kevelaer, O.L.Vrouw van Loretto en

Rome enz..."

ic ie

Wellicht was Mathias Bosmans door de-zelfde gedachte bezield als Nikolaes Op 't

Broek uit Vucht waar die zegt: "Toen ik

nauwelijks de ouderdom van 20 jaren

bereikt had werd ik zo door

godsdienstigheid of eerder nog door

nieuwsgierigheid gedreven, dat ik het

besluit nam om Rome te zien, kost wat

kost, ik zou onze H.Vader de Paus

Gregorius XVI bezoeken, al moest ik

daardoor ook het leven derven".

PIET HENKENS

Gesprek in de Hees met een oud-brik- kebakker:

"Water, gank mich toch gauw! Gèèf mich

mer ene gooje borrel!"

"Dan motj gèè toch waal met eur jao- re

'n iezere gestel höbben?"

"Det is het noe zjust: ich ben bang det het

geit rossen..!"

De familiegeschiedenis van dit Maaslandse

geslacht werd geschreven in 1971, toen de

Kraewinkelsen hun eerste familievergadering

hielden. In dit fraai uitgegeven familieboek

lezen we dat de oudste gekende stamvader

een zekere Godefridus Krouwinkel was, die ca.

1636 te Maaseik woonde. Hij had liefst twaalf

kinderen, maar dan wel uit twee huwelijken :

zijn eerste vrouw was een zekere Anna en zijn

tweede heette Mechtildis van Kempen. Slechts

twee van de acht zonen huwden te Maaseik en

van deze twee stammen ook alle Kraewinkelsen af die men in alle hoeken van

Limburg en ook daarbuiten kan aantreffen.

Merkwaardig in de familiegeschiedenis is de

vondst van een muntstuk, dat te Geistingen-

Ophoven gevonden werd en waarop naast het

randschrift "Rechen Pfenninge van Dawanus

Kraewinkel" ook het familiewapen of beter het

huismerk geslagen werd. Het toont ons een

aardteken of wereldbol met band en kruis en

stelt het overwinnende kristen- dom voor.

Men zou hieruit kunnen besluiten dat onze

Dawanus Kraewinkel een

146.

zeer godvruchtig man was, maar ook en met

meer zekerheid dat hij handelaar is geweest.

Het was vroeger immers gebruikelijk dat

sommige landeigenaars die ook in de stad

een winkel hielden hun eigen munt lieten

slaan. Denken we maar aan Willem van der Meer van Tongeren, die méér dan 200 jaar

geleden zijn arbeiders met eigen gemaakt

geld uitbetaalde, geld dat uiteraard alleen

geldig was in zijn eigen winkel. Het is ook

mogelijk en zelfs niet uitgesloten dat het

alleen maar pasmunt of kleingeld was, dat bij

gebrek aan wisselgeld in gebruik genomen

werd. Er zijn trouwens nog grootwarenhuizen

die een soort rekenmunt, uit plastiek ge-

maakt, gebruiken bij de terugbetaling van

het leeggoed.

De Kraewinkelsen waren dus gewiekste

zakenlui en handelaars, maar dat zijn ze niet

altijd gebleven. Ze hebben zelfs zeer

uiteenlopende beroepen uit- geoefent,

gaande van landbouwer en dagloner tot

herbergier, koperslager en loodgieter.

In de 18de eeuw waren Pieter, Theodoor en Leonard Kraewinkels kerkmeester en

burgemeester te Ophoven. Eén van hen, nl.

Pieter had weinig of geen geluk in het leven,

want in 1754 liet Baron Filip van Waas

Hendrik Molenaers radbraken, Pieter Paesen

hangen en Pieter Kraewinkels onthoofden.

Dit wrede vonnis heeft onze bloeddorstige

edelman ook geen geluk gebracht, want

enkele jaren later werd hijzelf door een jon-

geman koelbloedig neergeschoten en zijn

zuster stierf, zoals onze Pieter, onthoofd

door de guillotine te Parijs.

Waar komt deze eigenaardig klinkende

familienaam Kraewinkels nu vandaan ?

Wel, van een plaatsnaam en het bewijs

hiervoor is het Kraewinkelshof te Ophoven,

een oud laat- of cijnshof.

Reeds in 1506 werd het door een zekere Johannes, die men Kraewinkels noemde, voor

het leenhof van Kuringen verheven. Het woord

"winkel" moet men hier niet zien in de

betekenis van een opslagplaats of ruimte waar

men handel drijft. Maar als een stuk land waar

vermoedelijk veel kraaien neerstreken. Ook

elders in ons land en in Europa zijn zulke

plaatsnamen gekend en de familienaam kan

dan ook op verschillende plaatsen ontstaan

zijn. Bekend voor ons zijn de families

Krahewinkel in Saksen en Van Kraaiwinkel in

Brabant. Dit Brabants geslacht heeft het in de loop der tijden niet slecht gedaan, want het

werd in de persoon van Barthelemy Van Kraai-

winkel door Karel II in 1687 in de a- delstand

verheven. Deze Barthelemy was de kleinzoon

van Jan Van Kraaiwinkel, die soldaat was bij

de lijfwacht van Keizer Karel V. Tot dit

geslacht behoorde ook Jan Frans Van

Kraaiwinkel, die in 1779 een leenhof kocht te

Geetbets.

Over al deze edele en minder edele takken

hebben de afstammelingen van Bella

Bruystens en Jacobus Antonius Kraewinkels op

hun familiereünies reeds dikwijls nagekaart.

FRANCIS G00LE en PIET SEVEREYNS

147.

MOLENRECHT TE KESSENICH

Meer dan honderd jaar geleden publiceerde ene G.D.F. in de eerste jaargang van "De

Maasgouw", 1879, nr. 77 d.d. 24.04.1879, een vondst uit het rijksarchief van Maastricht. Het

is niets 'bijzonders' wanneer we dit stuk vergelijken met andere uit de 17 eeuw, maar omdat

P.Bouveroux er in zijn degelijk en uitvoerig artikel 'Over de dwangmolens der heerlijkheid

Kessenich" (Verzamelde Opstellen, Hasselt, 1943) geen gewag van maakt, al weet hij veel te

melden over de betrokken molen, meenden wij dat het stuk, na zoveel tijd, nog de moeite

waard is om het te vermelden. Ziehier dan de tekst van het artikeltje:

Oc 't Provinciaal Archiei bevindt zich een

dubbel klein folioblad van den volgenden

inhoud:

Extract uyt de Landtrechten offte ordre van

rechten der bancke Kessenich, gere- formeert

offt gerenouveert by den Wel Eedelen Heer

Walraeven van Waes Heer zu Kessenich etc.

geexcopieert door Joannes Servatij, alwaar

onder andere in fine stondt het naervolgende:

Dit syn de Landtrechten end moolen- rechten

des Landts. Kessenich dienen verkleert te

worden op het jaer gedingh.

Item dat is dat moolen recht.

Item wij is van den irigesetenen lae- ten die

zelfs zien kooren draeght offt dede draegen,

offte voer offte dede vaeren voor sijn handt

in de moolen, soo sal den Molenaer maelen om

dat twintighste deel.

Item, haelt den molenaer dat kooren bij de

laeten undt wederbrenght, doo magh den

molenaer daer aff mollich- teren dat sestiende

deyl, soo oock dat moolenrecht offt den molder

wildt soo magh hij halden eenpeerdt met een

karren ende haelen dat kooren bij de laeten,

en hij sal hebben een Eycker gebrandt vat bij

de karre want wij offt wij den molenaer niet

en gelooff- den den laeten voors, soo ist den

molenrecht dat men sal meeten dat kooren

metten vat voors, en leveren dat kooren op

zijn karre.

drij vaet buydels meel; item is het kooren

geweest 4 vat, soo sal hij leveren 6 vaet

meeis; item offt is geweest een melder,

daer van sal hij leveren 9 vaet meeis, end

alsoo naer pondt belanck des koorens.

Item dat kooren en meel sal all streeck

moeten syn en dat met densel- ven vaet

gemeten.

Item offt geviel dat die ingesetene laeten

offte nabueren hun maete offt soo veel meeis

niet en hadden offt hebben dat sij den

molenaar gelevert hebben, soo magh men als die

laeten voors, die kerre met dat peerdt binden

aen eenen tuyn, al wes den molenaer hunne maet

lievert als voors. is sonder mesdoen aen den

Landtheer van Kessenich.

Item die mollichter cuyp offte kist sal vier

voet staen van het raet.

Item is noch dat moolen recht dat het kooren

magh liggen 2 daegen en een nacht wanneer die

meulen en conde gemaelen offte verlegen met

ijse; waer dan niet gemaelen, offt die molen

niet en ginck offt geen mael water en hadde, soo

mogen die laeten voors. het kooren op laeden en

maelen dan waer sij connen en mogen.

Item offt die laeten hun kooren moesten

gelden, soo sullen sij des versoecken aen den

molenaer, en vercoupt hij t' als den merckt

soo sullen sij dat kooren aen hem gelden als

hij dat oock gemaelqn kan; maer en heeft hij

geyn kooren, offt hij niet gemaelen en kan,

soo mogen die laeten het kooren gel-

Item, sal den molenaar dat alsoo maelen, offt

des koorens is geweest 2 vat dat hij daer uyt

sal leveren

148

den en laeten maelen, waer sij konnen offt

mogen.

Item is noch dat moolen recht offt de laeten

buyten moeien jaer en dagh, soo magh den

molenaar die laeten doen dae- gen met dagh en

dagh recht, en dwingen die persoonen met dagh

recht daer te moeten coemen en betaelen hem

heel en sijn gansch mollichter die sij hem

ontvoert hebben.

Item offt geviel dat eenige van die laeten

buyten moeien eens offt tweemael, offt drijwerf

offt meer offt min, als hij die luyden gehelpen

offte gemaelen kan, als dat verklaert staet,

soo magh den meulder henen gaen offt die weder

te moolen coomen, en mollichteren gans alle die

molchter die hij meynt dat die persoonen offt

laeten hem ontvoert hebben, sonder mesdoen aen

Heer offte jemandt, ende soo verre als die

laeten buyten hebben gemaelen geen saecke en

hebben tegen den meulenaer.

Et signatum erat: JOANNES SERVATIJ,

secretarius der Heerlyckheyt Kessenich

tot Hunsel. Copia.

Deze copia of afschrift had tot on-

derteekening: P.DREESENS, secretarius

liberi territorij de Kessenich.

Zoo als blijkt uit het hoofd van dit

afschrift, is dit molenrecht, dat in ieder

jaargeding aan de ingezetenen moest

voorgehouden worden,^van oude herkomst en

werd in de 17 eeuw hernieuwd of wellicht,

als slecht costumier zijnde, in schrift

gebracht door of op last van den heer van

Kessenich, Jan Walraf van Waes. Deze had

die rijksheerlijkheid verheven in 1689 voor

het leenhof van den Hertog van Gulik, van

welken zij roerende was.

Uit bij mij berustende afschriften van 't

Gichtboek van Kessenich, on- derteekend

door Joseph Buren, secretaris der bank, en

gecollationneerd door zijn opvolger P.

Dreessens bovengemeld, blijkt verder dat de

ban- of dorpsmolen in 1663 "verob-

ligeert ende verbonden" was voor

kapitale sommen aan Jonkheer Charles de

Bourlain en Matheus Bocholt, en dat

deze, wegens gebrek der in-

terestbetalingen, bij gerechtelijke

verkooping of uitwinning van 28 Sep-

tember 1663, den molen met alle apen

dependentien, tevens ook den hof genoemd

Grouwels, "met alle sij- ne aanclevende

gerechtigheyt", gelegen te Uffelsen en

mede hypothecair verbonden, overdroegen

aan den land- scholtis Carolus Crol,

admodiateur van 't Graafschap Horn.

G.D.F.

Nog enkele toelichtingen :

* het gaat duidelijk over de banale of

dwangmolen van Uffelsen, onder

Waleram of Walraaf II van Waes en wel

in de 17e eeuw. De molen werd door

hem verheven (kwam rechtens in zijn

bezit) voor de hertog van Gulik in

1639.

* het molchter was het maanloon in 'natura'. Het bedroeg, gelijk elders, 1/20 als men het graan zelf naar de molen bracht; 1/16 als de molenknecht het met de 'molenkar' kwam ophalen en het meel weer kwam thuisbezorgen.

* de molenkar wordt vermeld en ook het

geijkt vat dat de knecht bij zich moest

hebben ('gebrandt' betekent hier geijkt).

Hij moest een 'gestreken' maat afleveren.

Een 'malder' is hierbij een vaste maat

volgens het aangewende 'vat', in dit geval

'Maas- eiker maat'. In principe is een

'malder 1 een hoeveelheid graan die in-

eens kan gemalen worden. Het vat kent

verschillende maten, variërend van

23 tot 26 liter. Bijgevolg is een 'malder' zes vat, dus iets tussen 138 en 156 liter;

laten we zeggen : rond de 150 liter. Van 2

vat koren moet de klant 3 vaten meel

krijgen; van 4 vat moet dat 6 vaten meel

geven; van 1 malder dus 9 vaten meel.

149.

* Grouwelshof onder Uffelsen hoeft men niet

meer te gaan zoeken: volgens P. Bouveroux

werd het in 1840 afgebroken. De Uffelse

molen, lang een twistpunt tussen

Nederland en België vanwege bewateringen

.. staat daar nog wat verweesd langs de

rechtgetrokken

beek: een schaduw van wat deze bekende

molen ooit is geweest. Over eigenaars en

twisten ... kan men terecht bij P.

Bouveroux.

DONAAT SNIJDERS, o.s.c.

VAN MEER DAN EEN HALVE EEUW GELEDEN,..

GEPLOGENHEDEN BIJ OVERLIJDEN EN BEGRAFENIS

Als iemand in de parochie overleden was,

werden zo spoedig mogelijk de pastoor en de

koster verwittigd.

Dat was zó te Molenbeersel en ongetwijfeld

overal in het omliggende..

De hele buurtschap was van de treurige

gebeurtenis vlug op de hoogte. Vrouwen die

enigszins de tijd hadden, gingen de dode

even groeten en de familie wat troost bieden.

De koster, of één van zijn zoons, luidden de

klokken. Driemaal na elkaar, met een

minuutje tussenpoos tussen het gebeier.

Het nieuws liep als een vuurtje door het

dorp. Velen konden wel gissen wie -zoals dat

heet- het tijdelijke met 't eeuwige had

verwisseld.

De mensen uit de wijk kregen dan een aantal

opdrachten te vervullen, die bij zulk geval

noodzaak worden. Maar de vrouwen waren

nochtans eerst aan de beurt: zeven

ongehuwde meisjes (mêègdje), van hoofd tot

voeten omhangen met een zwarte folie,

trokken in de vroege morgen, in een lange rij

en hardop biddend naar de kerk. Daar werd

voor de zielerust van de gestorvene een

lange reeks Onze-Vaders en een lange reeks

litanieën gebeden.

* # *

Was de aflijvige iemand van enig aanzien,

dan werd vaak beroep gedaan op een

nonnetje om het lijk "af te leggen".

Tenminste als het zustertje niet te ver moest

gaan.

's Avonds kwamen alle mannen uit de buurt

in het sterfhuis samen om de rozenkrans te

bidden. De schaars verlichte huiskamer was

spoedig eivol en niet zelden te klein.

In het halfduister bromden de zware

stemmen vele rozenhoedjes. Zolang de dode

"boven d'aarde" lag, werd dat herhaald, maar

de eerste avond reeds moest er geloot

worden om de taken te verdelen :

- twee mannen kregen de opdracht bij

de dode te waken

- vier mannen moesten de lijkbaar dra-

gen. (Was hêt sterfhuis te ver uit de

dorpskom, dan moest gezorgd worden voor

kar en paard om 't lijk tot aan de kerk te

voeren).

- andere mannen werden aangeduid

om, de dag van begrafenis, de klokken te

luiden

- vier mannen kregen de moei

lijkste taak: het graf delven

- anderen werden er mee belast de fa-

milie in de naburige dorpen te verwittigen

Bij het waken waren enkele traditionele

gebruiken in acht te nemen :

- in de nabijheid van de aflijvige

b 1 i j ve n

- er op letten dat de brandende kaarsen

naast het bed niet uitdoofden en ze

desnoods vervangen

- de haard of de kachel mochten,

bij koud weer, gestookt woraen

- de wakers kregen een grote kan

koffie, om te voorkomen dat ze insliepen

en... dikwijls stond er een stoop jenever voor

ze gereed.

(Er werd verteld dat ze ooit de sterke drank

duchtig door het keelgat hadden gegoten en

dan de angst op het lijf kregen, spoken

meenden te zien, vreemde geluiden schenen

te horen., en nog erger dingen...!)

* * *

Over het klok-luiden op de begrafenisdag,

wil ik nog iets grappigs vertellen .

Mijn vader en ikzelf waren 's avonds gaan

bidden in de woning van een overleden

buurman, ergens in de richting van de beek.

Na de ceremonie werd er geloot om de

opdrachten.

Vader haalde een toegeplooid papiertje uit de

toegestoken hoed en las -tot zijn niet

geringe verbazing- "Loeien". Het stond daar

in mooi "klassiek" schrift: "Loeien". Die het

geschreven had moet zeker van mening zijn

geweest dat de "pappenheimers" van zijn

wijk, niet zouden gesnapt hebben wat "lui-

den" beduidde...

Vader kon zich de dag van begrafenis niet

vrij maken en liet een plaatsvervanger

"loeien"., de klok luiden, bedoel ik..

Wie aan de echtheid van mijn verhaaltje

mocht twijfelen..: na zoveel jaren heb ik, bij

groot toeval, het bewuste papier

teruggevonden in een kerkboek dat mijn

vader toebehoorde, (zie afbeelding) .

* * *

De grafdelvers kregen het moeilijkste werk op te knappen. Zo'n kuil graven is zwaar

labeur.

Zij moesten er vooreerst goed voor oppassen

dat de mulle bovenlaag niet in de put

neerstortte. Een groter probleem

deed zich voor wanneer ze door de dikke

zandlaag hadden gegraven en ze plotseling

op een keiharde, rosse grondlaag stieten, die

weerbarstig bleek voor een gewone schup.

Ik herinner me dat de del vers zich dan niet

verder inspanden, in zoverre dat de kist

nauwelijks één meter onder de grond kwam

te liggen.

Er zijn, op zekere dag, klachten gekomen

hierover (van hogerhand?). Voortaan kwam

de veldwachter meten met de duimstok of de

kuil de vereiste diepte gekregen had.

De delvers bedienden zich van dan af, van

een houweel of een oude aaks, om de

harde ijzerlaag te breken.

* * *

Een aantal mannen werden er mee belast de

familie in de naburige dorpen te verwittigen.

Dat kon onmogelijk anders dan mondeling

geschieden. Brieven schrijven werd niet

gedaan, telefoneren ging toen nog niet,

evenmin als telegrams zenden en wie bezat

een fiets ? Dus., te voet naar Kessenich, of

naar Beek, of Hunsel, of Tongerlo.. Het was

niet altijd een lachertje..!

* * #

Toen ik nog heel jong was, heb ik zo dikwijls

toegekeken als men een dode in het graf liet

zinken. Aan weerszijden ervan stonden twee

mannen met dikke koorden ("zeile"), die ze

onder de kist schoven. Met z'n vieren hieven

ze de doodkist omhoog en lieten die dan

zachtjes in de kuil zakken. (De cowboys van

de Far-West deden hetzelfde met hun dode

makkers., zoals we nogal eens zien op T.V.)

Wie destijds op het dwaze idee is gekomen

verandering te brengen in dit eenvoudig

gebruik, is mij een raadsel. Was men (?) van

oordeel dat twee mannen evengoed de

karwei aankunnen als vier? In elk geval

kwamen er verder geen koorden meer aan te

pas.

Een dikke plank, ongeveer 50 cm. breed, zou

de touwen vervangen. De delvers plaatsten

die in het graf met een uiteinde in de uiterste

hoek, waar de voe-

151.

ten van de dode zouden rusten. Het andere

einde, waar een handvat aan zat, stak aan de

overzijde boven de grond uit. De kist werd

op de plank getild.

Ze schoof met een plotse ruk naar beneden.

De twee mannen trokken de plank uit de

kuil... het lijk plofte neer op de bodem...

Akeli g..!

* * *

De priester maakte een laatste zegenend

gebaar over de dode en keerde dan met zijn

koorknapen terug naar de sa- kristie...

Maar de fami1 del eden, wenende vrouwen

en zwijgzame mannen, gingen weer de kerk

binnen om de kruisweg te doen. De koster

las uit een beduimeld boekje bij elke statie

het passieverhaal voor. Daarna kwamen alle

rouwenden in de middenbeuk, met wijd

uitgestrekte armen God om erbarmen

smeken over de mens die ze even tevoren ter

aarde hadden bestel d.

* * *

Nu zijn al die gebruiken meestal verdwenen

en vergeten...

Vóór een paar weken zat ik bij het bed van

een stervende. De aalmoezenier van de

kliniek kwam hem nog eens zegenen en hem

een troostwoord in het oor spreken .

Daarop zei tot de wenende echtgenote, van

de ijlende man: "Als hij dood is, zal het huis

hier alles voor U regelen. U moet enkel een

hemd meebrengen, een boordje en dasje.. De

begrafenisonder- nemer die aangeduid

wordt, draagt zorg voor de kleinste

details..."

Zo gebeurde het ook, met uitzondering van

de kerkelijke plechtigheid die -op aanvraag

van de naastbestaanden- uiterst ontroerend

overkwam..

In vroeger tijden was zoiets haast on-

mogelijk. Immers., begrafenisondernemers..

wie had daar, op de buiten, ooit van gehoord

??

De buurtgemeenschappen waren destijds

zeer gesloten kringen, waar iedereen elkeen

kende en -al waren er soms vetes tussen de bewoners- als er ergens echte nood heerste,

dan waren helpende handen tot alles bereid.

Bij een sterfgeval bijvoorbeeld, stonden

vrouwen, zowel als mannen, gereed om hulp

te bieden.

Nu zijn vele vriendschappelijke relaties -ook

bij dorpsmensen- door allerlei

omstandigheden verkild, zoniet uitgedoofd.

Men kan het alleen maar betreuren....

MAARTEN JOZEF BOON

K U R I E U S , . .

Verkleinde weergave van een inte-

ressant "doodsprentje"; een gene-

alogisch dokumentje, zoals we’er

meerdere kennen uit Duitsland.

De tijden zijn veranderd,

voor de doodsprentjes..

ook

(Ingezonden: Donaat Snijders)

PERIKELEN OP EN ROND DE TRAM MAASEIK - WEERT (vervolg en slot)

In dit nummer het slot van de "perikelen" zoals ze "Joe Benfon" zrich herinnerde. Qp onze

oproepen in vorige nummers van dit tijdschrift, ontvingen we nog een aantal reakties; deze

komen vanaf het volgende nummer aan bod.

Oude foto's van de tram in onze dorpen blijven welkom en., worden terug bezorgd !

"NOE KRIEG ICH NOCH VIEF SEIMTIEME!"

Wat kostte zo'n reisje Maaseik-Kinrooi of

Maaseik-Molenbeersel? Ik weet 't niet zo

precies meer, maar in de prijs werden toch

nog centiemen vermeld.

Het stukje van 0,05 fr. had nog een zekere

waarde. Op de Maaseiker kermis kon je, in

de twintiger jaren, nog 'n lekker ritje maken op de prachtige paardjesmolen voor 0,10 fr.

en een partij "beugelen" kon je overal spelen

voor hetzelfde bedrag.

Eén van de tramkondukteurs was bijzonder

tuk op een paar centjes "drinkgeld" en hij

had er een geraffineerd handje van weg, om

dat te bemachtigen.. Zo nam hij zeer

dikwijls ruimschoots de tijd om een

geldstukje van 0,05 fr. op te diepen uit het

rammelend kleingeld in de lederen tas, die

op zijn buik bengelde. Dat maakte sommige

reizigers zenuwachtig en die zeiden dan

tenslotte: "Och., laot mër zitte!"

Ik heb -in verband met dit truukje- het

volgende "incidentje" meegemaakt..

De “tramhalt" te Kinrooi, aan het huidige gemoderniseerde vijfwegenkruispunt, met de tram

komende uit de richting Molenbeersel. De "wachtzaal" is blijkbaar leeggestroomd voor de

fotograaf.. Waren het allemaal klanten voor de tram..? (Verzameling: Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi)

153.

Een geboren Kinrooi naar, oudstrijder 1914-

1918, was na de oorlog als beroepsmilitair te

Brussel blijven wonen. Hij kwam nu voor een

verlofperiode naar zijn familie in Kinrooi

afgezakt, nam aan de Bospoort de tram en

betaalde vóór 't Ven, zijn reistiketje.

De kondukteur scharrelde heftig in zijn

geldtas en gebaarde niet te vinden wat hij

zocht. De reiziger wachtte.. Hij had bij 't leger

geleerd wat geduld is!

Eindelijk zei hij: "Noe krieg ich noch vief

sentieme!"

De kaartjesknipper sloeg rood aan. Hij had

blijkbaar gerekend op: "Laot mèr zitte..!" Hij

grijnsde met brede mond en brabbelde

kwaadweg, zodat iedereen 't moest horen:

"Jao.. jao.. noch vief sentieme.. Hè woentj al

te lang in Brusselt.. Hè wèt neet mier dèt wièj

e knepke zegge.. Hiej.. dao is dien vief

sentieme.. Brusselèr!"

* * *

Onder de oorlog 1914-1918 waren we totaal

onderworpen aan de bezetter., zelfs wat de

betaalmiddelen betrof: we betaalden met

Duits geld., plakten Duitse postzegels op de

zeldzame brieven (die onderworpen waren aan

censuur..')

Na 1918 werden de Marken toch ingewisseld

tegen Belgisch geld (1 Mark= 1,25 fr.).. Maar

kleine muntstukken kwamen traag weer in

omloop.

Een heel aantal verdween trouwens ter

oorzake van de inflatie. Het stukje van 0,01

fr. (et eurtje) was al geen betaalmiddel meer.

De "cent" (0,02 fr.) bleef nog even in omloop.

Het "knepke"(0,05 fr.) -in Sint-Truiden "e

solleke" en in Oostende "enen alve klute"-

heeft nog lang stand gehouden.

In mijn beperkte verzameling munten vind ik

nog twee "knepkes"; het ene draagt als

uitgiftedatum 1895, het andere 1925.

Ik heb me onlangs laten vertellen dat jongelui,

bij slager of bakker, tegenwoordig de hand

niet meer uitsteken als ze nog 5 fr. moeten

terugkrijgen!

0 tempora, o mores !

DE STAKING

De meest bewogen en in zekere mate dra-

matische geschiedenis van de buurttram

Maaseik-Weert was zeker de staking in de

twintiger jaren.

Dramatisch in die zin, dat er klappen werden

uitgedeeld en dat er sommige ak- ties uit de

hand liepen, in zoverre dat ze voor de

rechtbank van Tongeren beslecht werden.

Waarom die staking uitgebroken is, weet ik

niet. Misschien voor 'n beter loon? Misschien

ook voor betere werkomstan- di gheden?

Eerste slachtoffers van de staking waren de

naar Maaseik schoolgaande jongeren. Fietsen

hadden ze niet., en ‘s morgens acht a tien

kilometer te voet gaan en na de studietijd

nog evenver terug., was geen pretje.. En de

steenweg was toen voorwaar allesbehalve een

spiegelgladde "macadam"!

De staking werd geen groot sukses.

Men moet er om te beginnen rekening mee

houden dat er van sterke vakbonden in 1920

nog geen sprake was en dat de bazen nog

oppermachtig waren.

Toch bestond er in Limburg reeds een soort

"werkmansvereniging" met als leider

Eerwaarde Heer Habraken. Hij was de

voorloper van Pater Anecetus van Rekem,

halfbroer en beschermer van de overleden

Minister van Staat August Cool.

Vermelden we ook nog dat de "Ollanders" niet

meededen met de stakers en dat de tram vrij

regelmatig bleef lopen van Weert tot de grens

in Stramproy en omgekeerd. En dit gaf

aanleiding tot gewelddaden en strafbare

feiten.

Natuurlijk waren de Belgen woest op hun

kollega's van over de grens. Het geharrewar

begon aan "de Paal"., met wat o- ver en weer

gejouw en bedreigingen.

Toen de staking echter zonder resultaat bleef

aanslepen, moest er ain gene zijde van de

"Paal", om de beheerders serieus te kunnen

dwingen tot toegevingen, wat gebeuren.

154.

Een paar stakers waren langs omwegen op

Hollands grondgebied geraakt en ze hadden

zich verstopt opgesteld in de nabijheid van de

wisselsporen, waar de lokomotief afgehaakt

werd en moest ma- neuvreren.

Op het ogenblik dat de Weerter machinist

daarmee bezig was, werd hij onverhoeds

besprongen door de stakers. Zij sloegen hem

"buiten westen" en wierpen hem op de berm.

Als de bliksem klommen ze op de loko, gaven

veel stoom en spoorden richting

Molenbeersel. Ze reden de herstelplaats

binnen en verwijderden enkele vitale

onderdelen uit de machine. Ze kraaiden

viktorie !!!

Maar dit kon niet ongestraft blijven. Hoe de

hele historie verder evolueerde weet ik niet

met zekerheid. Wel herinner ik mij dat

personeelsleden werden afgedankt en

sommigen daarvan later veroordelingen

opliepen.

Hun aanvoerder (als we hem zo mogen

noemen) kreeg evenwel een mooie kans om

zijn "maatschappelijke" stand weer vrij goed

te herstellen. Hij werd later zelfs een gekend

gemeenteambtenaar.

Maanden na de staking, toen alles weer rustig

was geworden, bleek de vader van één der

"belhamels" zo stoutmoedig, aan die halte te

Molenbeersel, een Weerter beheerder uit te

schelden, telkens die zijn hoofd aan 't eerste

klas- secoupé liet kijken. Dat eindigde ook al

op een rechtszaak te Tongeren. Getuigen

werden opgeroepen en moesten herhalen

welke vreselijke verwensingen de welgedane

administrateur naar zijn kop geslingerd

werden.

De nijdige druktemaker werd veroordeeld en

moest voortaan zijn bek houden, als hij het

dikke, ronde gezicht van K.... uit Weert in de eersteklaswagen ontdekte..!

DE STOOMFLUIT ALS SIGNAAL VOOR SLUWE DOUANIERS

Het is begrijpelijk dat de smokkelhandel te

Molenbeersel welig bloeide. Sinds

mensengeheugenis trouwens. De grens met

Nederland is er kilometerslang.

Vóór vijftig jaar lag de grensstrook daar als

een "no-man's-land".. verlaten bijna, met

hier en daar een bosje dennen of struiken,

een smalle weg, 'n zeldzaam stukje

akkergrond.

Anderzijds hadden v*ele huisgezinnen 't toen

erg moeilijk om "rond te komen".

Ze boerden op een kleine hoeve met één

koetje, een paar geiten, een varkentje en een

troepje kippen. Wat er 's middags en 's

avonds op tafel kwam, was dikwijls maar

magere kost. En als de boekweitoogst, of de

aardappeloogst mislukte, was armoede troef

!

Een kleine bijverdienste die de smokkelarij

kon opleveren was welkom., en wildstropen

bracht wat vlees in de pot! Smokkelen zat

velen in 't bloed en er waren altijd wel een

paar goederen de moeite waard om

klandestien verhandeld te worden.

Toch waren er in Molenbeersel een heel

aantal tolbeambten. Aan de "Paal" stond het

douanekantoor, het"werkterrein" van de

brigadier-ontvanger. Hij had een paar van

zijn mannen buiten staan -of zitten- gelast

met de gebrulikelijke kontrole op voertuigen

en koopwaren die over de grens moesten.

Verder had hij te doen met de

administratieve rompslomp, onder andere

"passavants" (geleibrieven) uitreiken, de

beurtrol van zijn ondergeschikten opstellen,

statistieken bijhouden en dies meer.

De doaniers stonden onder zijn toezicht

maar hij was tenslotte helemaal gebonden

aan zijn kantoorwerk. In feite werden de

tolbeambten gevolgd en gekontro- leerd

door een officier, namelijk een 1uitenant.

In de jaren 1922-1925(7) werd die post

bekleed door een ietwat oudere man, die niet

kon fietsen en dus per tram naar

Molenbeersel reisde. Zo kwam het bij-

voorbeeld al, dat de brave "kommiezen" op

hun nachtelijke tochten niet veel te vrezen

hadden van enige kontrole : hun luitenant

sliep lekker te Maaseik., hun brigadier had

dringend nachtrust nodi g.

Maar ook overdag hadden sommige "amb-

tenaars" (zo werden ze ook vaak genoemd)

een middeltje uitgekiend om aan

155.

dienstklopperij te ontsnappen. Zij bedachten

de machinisten van de tram met flinke fooien

en zodra één van hen gemerkt had dat de

luitenant te Maaseik "aan boord" was

gestapt, gaf hij tussen de "Lossing" en de

beek een afgesproken hels fluitsignaal, net

of er een kudde koeien de rails versperde.

De dienstverzakende kommies greep ijlings

zijn kepie, knoopte zijn uniformjas dicht,

sprong op zijn fiets en eer het luitenantje van de tram was gestapt, was de tolbeambte al

een heel eind op weg naar zijn standplaats.

Daar wierp hij zijn fiets in een gracht, of

tussen de struiken en keek uit naar

smokkelaars. Zó vond de officier hem.

"Ach, luitenant", zei de man, "wat een

verrassing. Ik sta hier al zo lang... maar ik

heb nog geen mens gezien.

Straks wandelde ik tot aan dat paadje

ginds.. Ik meende er sporen te vinden van

kal verhoeven.. Ze waren niet vers meer..

Toch moeten we hier opletten!"

En de luitenant onderzocht de hele omtrek,

maar vond niets wat hem verdacht voorkwam.

Nochtans prees hij de stiptheid en de

waakzaamheid van zijn bediende, wie hij

bovendien nog een spoedige promotie

voorspelde.

Hij kon onmogelijk vermoeden dat hij bij de

neus werd genomen, noch dat hij precies te

doen had met de uitvinder van de

bedrieglijke afspraken met de trammachi-

nisten.

* * *

Die bedrieger had trouwens nog andere pijlen

op zijn boog, die met de stoomfluit van de

tram niets te maken had-

Afdruk van een oude prentbriefkaart van het vroegere grenskantoor ("Zolkantoor") te

Molenbeersel (gebouw rechts op de foto). Deze kaart werd ons bereidwillig ter beschikking

gesteld door ons lid Pierre Verheyen van Molenbeersel ter illustratie van deze bijdrage.

Waarvoor beste dank!

De achterzijde,van deze kaart draagt de poststempel 23 januari 1912; ze werd geadresseerd

aan Mr. Leon Van Hoey, 18 Avenue Dailly, Schaerbeeck, Bruxelles.

den, maar die ik -tot slot van deze

geschiedenis- toch wil vertellen.

Op een bepaald ogenblik (in 1925-26?) had

de veesmokkel zulke dimensie aangenomen,

dat de Nederlanders besloten daar een eind

aan te stellen. Men vroeg zich af hoe het

Godsmogelijk was zo gemakkelijk door de

mazen van de grensposten te kunnen

geraken.

De fameuze tolbeambte Van B..., die zo hoog

stond aangeschreven bij zijn 1uitenantje,

moet er voor iets tussen hebben gezeten. Hij

kon immers de smokkelaars inlichten

wanneer (tenminste aan Belgische zijde) "de

baan vrij was".

De Hollandse kommiezen hadden echter lont

geroken. Op een nacht had een versterkt

peloton zich verdekt opgesteld en een bende

smokkelaars werd betrapt,

toen ze een groot aantal kalveren over de

grens joegen, richting België. Onder de

gevangenen bevond zich douanier Van B

Hij heeft een tijdje in de bajes gezeten en

werd stante pede geschorst en uit zijn ambt

ontzet.

De luitenant, die zo hoog met hem opliep,

is niet lang meer in dienst gebleven. Hij

werd opgevolgd door ene

Van E , een strenge man, die wél

kon fietsen en ook bij nacht op kontrole trok.

De stoomfluit van de tram werd alleen nog

gebruikt om vertrek en aankomst aan te

kondigen of als er een hindernis te

bespeuren was op het spoor.

Signalen voor sluwe kommiezen waren niet

meer nodig..!!

JOE BENFON

JAAK BOONEN (1875 - 1944)

Op het nieuwe kerkhof te Opitter lezen we op een grafsteen: Bid/voor de ziel van/ Dr. Jaak

Boonen/geboren te Opitter/den 10 september 1875/overleden te /Schoten-

hofop/Hemelvaartsdag/18 mei 1944/en zijne echtg./A.M.Cath./Reuten/geb.te Ton- gerlo/den

24 januari 1884/overleden te/Schotenhof op/12 november 1958.

Het is goed mogelijk dat Jaak Boonen te

Opitter zelf niet erg meer bekend is. Hij

heeft slechts zijn jeugd doorgebracht in zijn

geboortedorp. Reeds in zijn kollegetijd

wierp hij zich op als een gevierd en knap

redenaar in de Vlaamse strijd, die in zijn

jeugdjaren voorgoed losbrandde. Na zijn middelbare studies trok hij naar de

Leuvense universiteit, waar hij in de jaren

1897-1901 wijsbegeerte en

letteren studeerde en de titel behaalde

van dokter in de germaanse filologie.

Dan was hij een tijdje leraar, om in

1905 te Brussel hulpbibliothecaris te

worden in de Kamer van

volksvertegenwoordigers.

De toen dertigjarige bezorgde in 1905 een

bloemlezing "VAn Onzen Tijd-proza en

poëzie uit Noord en Zuid", een boek van

408 bladzijden, dat voor die

157.

tijd veruit de beste Nederlandse bloemlezing

mocht heten, die er toen voorhanden was.

Boonen ontplooide een grote aktiviteit, met

bijdragen in meerdere Nederlandse en

Vlaamse tijdschriften, ondermeer een zeer

goede verhandeling over de Brusselse dichter

Prosper van Langen- donck in "Dietsche

Warande en Belfort", april 1905. In een

volgende fase bezorgde hij, perfekt

tweetalige, een aantal vertalingen uit het Frans van werken van René Bazin en andere

toen veelgelezen auteurs.

Later ging zijn voorkeur uit naar meer

folkloristisch-getinte dorpsvertellingen, zoals

de bundels "Allerlei Mensen", "Amusante

Typen-schetsen uit het Vlaamse volksleven",

"Boer Hannes- Baas Klits", "Geldjan", "Klok,

klok- Een lustige broeder", "De lijdensge-

schiedenis van pastoor Teevaert", "Naar Leuven", "Wraak-De koemeester", "De vliegende man" en zijn twee beste: "Van

plezante mensen" en "Het slijk der aarde";

vertellingen, waarin de mensen van Tongerlo

en Opitter zich moesten herkennen.

De eerste wereldoorlog inspireerde hem tot

"De Belgische soldaat. Zijn werk, zijn geest,

zijn ziel".

Zonder vaste bronnen van inkomsten geraakt

na de oorlog, ging het hem financieel slecht.

Jarenlang woonde hij te Ophoven, waar hij en

zijn talrijk gezin moeizaam aan de kost

kwamen. Hij schreef nog wel voor kranten,

maar van een regelmatig schrijversbestaan

kwam niets meer in huis. Rond 1940

verhuisde hij naar Schoten, waar hij tegen het

einde van de tweede wereldoorlog overleed.

Zijn oudste zoon, Edgar, geboren te Tongerlo

in 1912, vestigde zich als advokaat te

Antwerpen, waar hij huwde met de dichteres

Liesbeth van Thillo.

Ook hij was in zijn jonge jaren een bekend

redenaar in de Vlaamse studenten- bewegi

ng.

Het zou de moeite lonen de naast verdwenen

dorpsverhalen van Jaak Boonen, zo typisch

voor de tijd rond 1900, nog eens op te

sporen. Een zoektocht in diverse plaatselijke

boekerijen leverde tot dusver niets op: men

heeft met alles wat "oude spelling" heette wel

huisgehouden, dikwijls op onverantwoorde

wijze..

De verhalen van Boonen zijn geen grote

literatuur. Ze zijn wel typisch afgekeken van

de mensen van bij ons. Zodanig zelfs dat hij

eerder gevreesd dan bemind was om die

verhalen.

Overigens doet nog menig verhaal de ronde

rond deze vroegere bewoner van de Ophover

villa "Buitenzorg". Man en villa zijn sinds jaren

verdwenen..

Wij komen daar allemaal nog wel eens op

terug.

DONAAT SNIJDERS

D R I E M E N S E N

Ze zaten op een bank langs de groene

waterkant ze keken naar het water waarop de

bootjes varen.

Ze zaten op een bank ze lazen niet in de krant

alleen maar kijken naar 't water waarop de

golven spelevaren.

Drie mensen op een bank ze keken over de

waterkant ze lazen en spraken niet alleen

maar kijken, anders niets.

(1967) BROEDER HERMAN, o.s.c.

BIJ WAT ROMANTISCHE MUZIEK (vervolg)

160

Waat maag dét in godshiêrenaam beteikene

EUVER BOUMSPEK EN MORGE PEERE... WAT ONS NOG TE WACHTEN STAAT IN ZOMER EN H E R F S T . ,

Dit is een kort verhaal over betere tijden dan de winter. De bloei zal weer aan de bomen komen

en als een der eerste toont de heulenteul in de haag weer tekenen van leven.

heulenteul waar wij vroeger de klaptoeten

uit maakten.. en die overal de mestkuilen

vochtig hield het woord fleer of

vlier(struik) is eveneens bekend, maar de

heulenteul was wel ouder. Het

middelnederlands kent het woord hollender.

In het Duits is het Holunder. De

waarschijnlijke uitleg is: heul als hol en

verder teer wat betekent struik of boom.

Denk aan Appelterre wat niets met Frans te

maken heeft maar alles met ter of teer =

boom.

Stam en takken zijn hol; het was

trouwens het zachte merg wat wij

eruit stieten voor onze klaptoet.

Het jonge struikachtige gewas is eerst aan

de beurt : de kroonsjele vooral en de

miemerte.

kroonsjel is de kruisbes. Het woord van bij

ons is een wisselvorm, zoals men dat heet

van kroezel = ineenge- kruld, wegens de

fijne haartjes op de bes, die de indruk

kunnen geven of de bes ineengeschrompeld

is.

Denk aan kroezelhaar. Het oude Ne-

derlands kende de vorm kroezel voor de

bes. Kiliaen vermeldt de kroezel

(bezie). In het Duits is het Krau-

selbeer.

Alle soorten van "biere" trouwens leunen

aan bij_het Duitse woord: die Bee- re = bes,

bezie.

Hoe men precies aan de nu bij ons

verdwenen 'maosbiere' kwam voor

bosbessen ? Dat moas kan ik nergens

vinden. Heeft het plaatselijk woord iets

te maken met 'het Maos' de veldnaam waar

ik ze lang geleden nog vond als kind??

163.

De rest van het fruit komt veel later. Bij die

vinden we heel oude soorten zoals de

'baaskes', een heel oud soort pruim. Bij de

appelen de 'zeutappele' (zo zoet omdat ze

half wild zijn). Men griffelde en entte vroeger

niet voor niets om betere, hartelijker en

vooral zich beter bewarende soorten te

kweken.

Het kenmerk van wild en van half-wild is

trouwens : kleinere vrucht en zoetere ofwel

zeer wrange smaak. Men den- ke(mensen

boven de zestig!) aan de wilde kerseboom van nonk Belz en de beroemde pereboom in

Hoezers wei aan de beek : een monument

(dat helaas zoals zoveel verdwenen is..).

Men had de 'ossekop' : een dikke soort van

panappel, zeer geschikt overigens voor 'in de

krollemol' .. Dus ook Bak- appel.

Voor dit laatste bestond het heerlijk woord

'boumspek' = spek wat van de boom kwam :

heerlijk die gebakken appelsju- ve, al of niet

met spek erbij..

Intussen waren, met de kroonsjele, ook en

vooral de 'miemerte' rijp of toch zo

'ongeveer., want we zaten (let op dat woord

!) er bijtijds aan.

Het is wel kurieus dat dat vlugge

wegratten en wegritsen ZITTEN wordt

genoemd, waar het vlug en staande- beens

geschiedde..

Maar goed: miemerte en let op die begin-

M.

Wie in diverse woordenboeken onder de M

zoekt zal ons woord voor 1 aalbes' niet

aantreffen..

Wel onder de W. in het Maastrichts spreekt

men van Wiemer en dat zit dan zo: Wiemer

komt van wiember komt van wijnbeer of

wijnbes.

Ook het Rijnlands kent het zo: in Aken

is het wimel.

Hoe WIJ van die w op een m gekomen zijn?

Het is mij een raadsel.

De trossen zien er inderdaad uit als mini-

druiventrossen en ze hebben een helle

wijnkleur. Onze huidige 'wijnmakers'

kennen het vruchtje overigens zeer goed.

ER komen vroege 'ougstappels' en 'sint

Jacobspéérè' en de oeroude soorten

'waterpèére' en 'smaotpèèrè

de waterpêère zijn trouwens buitengewoon

waterachtig en dus flets van smaak.

de smaotpéère hebben inderdaad -met een

beetje verbeelding- da smaak in zich van

smout of raapolie: het goedkope

vervangmiddel van echt vet.. Beide dienen

vooral voor het maken van de

wintervoorraad 'OOFTE'

Duits Obst. A.N.: ooft.

Hoe ge die goed moet maken: daar heb ik

een gedicht aan gewijd..

Ge moet dat recept maar eens lezen.. Het

vraagt wel even inspanning: een keer of

drie de oven in na het baksel.. De muizen

op zolder zijn verwoede liefhebbers..

We zitten al vroeg aan het fruit, vooral aan

de 'vergéèriepdje' vruchten.

dat is in deftig Nederlands de vóór de

tijd rijpe, 'verkraadsjelde' peren of

appelen, hier zit het verdwenen oude woord

gaa of gee in: bewaard in het

woord geeuwhonger wat niets met

geeuwen te maken heeft, maar met dat

ga of gee= plots (opkomend) men sprak

vroeger bij voorbeeld ook over de ga-

dood, dit is de plotse, onvoorziene

dood. Ga- of gèè-riep betekent dus:

plots, te plots rijp.

Er waren latere soorten: de nu weer

gezochte 'binneruudjes' die hun naam niet

gestolen hadden, de renetten

renet is een winter-appelsoort.

In het Frans reinette. Ook hier

bedriegt de schijn. De naam is zeer

Waarschijnlijk afgeleid van de

rieviernaam de Rijn. Wetenschappelijk

gesproken poma rena- na = rijnse

appel. DE volksetymologie of

woordafleiding heeft zich daar later

meester van gemaakt en er het Franse

woord reine = koningin in gezien .

De echte "wintjerpéère hebben hun naam niet gestolen evnemin alf de beroemde "keuleman" of 'keulemenkes', naam afgeleid van een kweker van dit soort late appelen.

Ik wens u een sappige, 'moörge" péér.

mörg = overrijp, week, zelfs: melig of

op de rand van.. en dat is dan een

'MURWE' peer in het algemeen beschaafd..

FILOLOGUS

Aanwinsten heembibliotheek

Ook in dit nummer een lijst met aanwinsten

van de heembibliotheek. Al deze boeken zijn

aanwezig in onze heembibliotheek, weertersteenweg 241 te Ki nrooi-

Molenbeersel (boven de Gemeentelijke

drukkerij).

Onze openingsuren zijn van 08.00 h tot

12.0 h en van 13.00 h tot 17.00 h en dit op

elke werkdag.

Via deze weg willen we ook iedereen die ons

boeken of andere materialen schonk nogmaals

bedanken.

- Gedichten : Op zachte Vooizekens /

Alice Nahon. - Antwerpen: De Neder-

landsche Boekhandel, 1924 . -

- Het kleine Brouwersblad, het jaar van

het bier / z.a. - Tijdschrift . -

- Pastoor Dr. Jan Spitz (1887-1945);

Herdacht te Ophoven, 6 april 1986 / z.

a . - Ophoven; gelegenheidsuitgave, 86.

- Pastoor Jan Spitz; Herdenkingsdienst

1986 / z.a. - Ophoven; Pastoor Spitz-

werkgroep, 1986 . -

- Het leven van Peerke Donders / Jozef

Boon . - Hilversum; N.V. Paul Brands, 1930 . -

- Frans Theelen / z.a. - Hasselt; Hulde-

comité, 1960 . -

- Het ontstaan van de Maatschappelijke

werken in Limburg in het kader van het

Sociaal-Economisch gebeuren van de 19e

eeuw / Georges Vols .- Hasselt; A.C.W., z.j. -

- Herman Linnebank / Donaat Snijders .

Antwerpen, Standaard, 1952 . -

- Belgische Folklore, enkele overleve-

ringen en gebruiken / Henri Liebrecht .

Brussel; Cöte d'or, z.j. -

Lakwerk uit het verre Oosten / W.G. De Kesel .

- Gent; Rechta vit., z.j. -

- Folkloristische tijdspiegel voor België /

André Ver Eist. - Brussel; Mer- tens, z.j. -

- Hendrik van Veldeke; zijn werk en zijn

leven / J. Droogmans . - Hasselt; St.

Quintinus, z.j. -

- De dorpspastoors / August Snieders .

Antwerpen; Voor God en Volk, 1925 . -

- De kraaien zullen het uitbrengen /

August Snieders . -Antwerpen; Voor God en

't volk, 1926 . -

- Oorlogsboek van het Davidsfonds ,

14- 18 / z.a. - Brugge; J. Houdmont; z.j. -

Proeve tot een bibliografie van de gemeente

Maaseik / Peter Paumen . - Maaseik; P.

Paumen, 1986 . -

- Geschiedenis en oudheidkunde tegen-

over techniek en wet / z.a. - overdruk

- De Maaseiker kroniek Caris /R. Jans-

sen . - Hasselt, Cult. Aangelegenheden, 1986

. -

- Vijf monumenttochten in Vlaanderen /

z.a. - Koning Boudewijnstichting . -

- De heilige Machutus ; Bisschop en Be-

lijder / R. De Groodt. - Mechelen; Go-

denne, 1919 . -

- Competitie en spelreglement / z.a.

Belgische Beugel bond . -

- Samenvoegingen van gemeenten en

gemeentenwapens / Lieve Viaene-Awouters .

Brussel; Gemeentekrediet, 1977 . -

- Numismatiek; munten, penningen en

medailles / z.a. - Kredietbank, z.j. -

- Centrum voor Scriptophilie; 4de

openbare veiling / z.a. - Antwerpen, 1938 .

- Op stap ; lekker uit in eigen land /

Geert Hüsstege. - M & P Weert, 1985 .

- Archeologie in praktijk ; methoden

en technieken voor de (amateur-)archeo-

loog / K.J. Steenhouwer en A.H.C. Warringa.

- Weesp; Fibula, 1985 . -

- Levende houtwallen. Verborgen lente-

leven in onze weilanden en houtwallen/ J.

Bosselaers. Hoeselt; Stichting Limburgs

Landschap;z.j. -

- Zonen van Icarus; ontwikkelingsschets

165.

van het vliegwezen / P.R.O. Pelier . - Utrecht:

het Spectrum, z.j. -

- Verenigingen van Kinrooi / z.a. -Kin-

rooi, gemeente, 1986 . -

Verenigingen zetten zich in voor monu-

menten. 27 projekten; een korte voorstelling :

z.a. - Brussel ; Koning Boudewijnstichting,

1986 . -

- Drossaert Kroniek 1985 en 1986

/ L.J.J. Aendekerk . - 1985 . -

- Ruzie tussen het Moldersambacht de

Brouwers en de Backers, 't Antwerpen ten jare

1720-1753 / K. en P. Lemmens .

Heemkundekring de Root, 1985 . -

- Bosch in het Prado. Een

psychologische benadering../ José Raets

. - Maaseik; V.V.V.- 1986 . -

- Het leven van den H. Willebrord of de

bestiging van het Christendom in de

Noordelijke Nederlanden / F.J.P. Van Etten . -

Amsterdam; F.H.J. Bekker,

1889 . -

- Marguerite Bervoets; een heldin 1914-

1918 / A. Fontaines. - Brussel; Vanderlinden,

1951 . -

- Groote mannen van Limburg / H.C.

Melis . - Antwerpen: L. Opdebeek, 1982 .

- Geschiedenis der Middeleeuwen / FL. De Pratere . - Gent; W. Si ffer, 1983 . - Kunstgeschiedenis / J. De Keyser

en F.J. De Waele . - Antwerpen; De Stan-

daard, 1938 . -

- Stokkem, vroeger en nu/ J. Venken .

Stokkem, 1976 . -

- Schets van Maaseik vroeger, nu

en straks / J.C. Claessens. - Maaseik,

1970 . -

- Uit het verleden van Maasmechelen /

z.a. - Maasmechelen ; Gem. Culturele raad,

1980 . -

- 5 pentekeningen van Opoeteren /

Kris Nauwelaerts . -

- Geschiedenis van het Oud-

gemeentehuis van Kinrooi en Ophoven . -

- Jacob Panhausen van Opoeteren; Abt

van Steinfeld / T.J. Gerits . - Opoeteren,

gemeente, 1975 . -

- Wurfeld en zijn Sint-Laurentiuskerk /

s. de Traipont . -

- Opoeteren vroeger / Davidsfonds

Opoeteren, 1974 . -

- Limburg alaaf, carnaval in Belgisch-

Limburg / z.a. - GEnk; P.V.T.L., 1975 .

- Kunst en toerisme in Limburg /

Albert Dusar . - Hasselt; P.V.T.L., 1967 . -

- Munten en muntvondsten / z.a. -

Amsterdam; J. Schulman b.v., 1983 . -

- De geschiedenis van Smeermaas /

Frans Meertens . - Eigenbilzen, Teejaa, 74 .

- Buchenwald, Dachau, Belsen etc. / Z. L. Smith . - Gent; Fiat; z.j. - - Het bouwbedrijf in de Lage Landen tij-

dens de Middeleeuwen / A.L.J. Van de Wal le .

- Antwerpen; De Nederlandsche Boekhandel,

1959 . -

- Oude gevels te Maaseik / M.

Hendrickx Overdruk van Gemeentekrediet . -

Samenstelling : M. Donné en J. Laveaux.

Nieuwe publikaties

Een studie over de Geistinger taal... EPAARTE

KAL

Zopas verscheen, in zeer beperkte oplage en

'pro manuscripto' als eigen uitgave een nieuw

werk van Donaat Snijders. In 260 bladzijden

geeft hij een kleine stude over het

Oostneder- frankisch waartoe zijn

moedertaal, het Geistinger plat behoort.

Men kan erin kennis maken met de eige-

naardigheden van dit Limburgs dialekt of plat. Hij neemt de idee van min-

derwaardigheid weg, die zolang heeft

gekleefd aan alles wat 'plat' heette, maar wat

in feite veel ouder is dan het Algemeen

Nederlands, dat een kunstmatige taal is.

Bovendien is het vele generaties DE

moedertaal geweest. Dat dit, met alle

vervlakking die het dialekt de laatste tijden

kent, nog lang zo zal blijven is zijn vaste

overtuiging. Waarom ook niet, als men maar

zorgt ook verderafwonenden te verstaan en

te woord te kunnen staan? Hij beschouwt dit werk, vrucht van jarenlang noteren, als een

soort 'sluitstuk' van zijn vele bijdragen over

zijn geboortedorp, op geschieden

heemkundig, literair en poëtisch vl ak.

In plaats van een zoveelste 'woordenboek'

samen te stellen, met massa's dingen die

men ook in het Algemeen Nederlands

aantreft, gaf de auteur er bewust de voorkeur

aan het 'epaarte' daaruit te lichten: het

duidelijk zich onderscheidende als Maaslands

en zelfs Geistingers.

Het werd zo een ruime 'woordenlijst', alfabetisch gerangschikt en omvang- rijker

geworden dan de steller zelf oorspronkelijk

dacht..

Het 'oud' plat is er, wellicht voor de laatste

maal, in opgevist; er staat ook 'nieuw' plat in,

want deze taal is levend en dus aan

veranderingen onderhevig.

Waar het kon heeft de auteur wat uitgelegd,

voor zover dat mogelijk is in

een soort woordenboek, wat het toch is. Zijn

aandacht gaat zeer bijzonder naar de levende

gezegden en uitdrukkingen, meer dan naar de

'losse woorden'. Want hier speelt het plat juist

zijn grote en onnavolgbare levende rol. Er is

geen gevaar voor, maar met de dialekten zou

een enorme bron van fantasie en

zeggingskunst verloren gaan.

Niemand minder dan een Guido Gezelle heeft

dit een eeuw geleden al bewezen. Geleerde

apparatuur is evenzeer bewust vermeden: de

samensteller zegt dat hij wilde schrijven voor

zijn dorpsgenoten in een schrijfwijze

overigens die zo dicht mogelijk staat bij het

Algemeen Nederlands waaraan de lezer

gewend is.

Zo is het een boek 'om mee naar bed te

gaan', en eens goed te lachen of begrijpend

te knikken. Het is ook mogelijk de kroedwes

of het boonder en de vrecht of den tuut en zo achteraf op te zoeken of de bladzijden-

1ange lijst rond het woord 'vot' na te

speuren..

Of ‘met de zeve méèchdjes gaon' en zo van

die verdwenen dingen..

De auteur liet zeventig exemplaren

aanmaken: niet veel. Genoeg, dacht hij, om

de liefhebbers te gerieven. Die zullen er dan

ook wel zijn onder zijn dorpsgenoten of

ouddorpsgenoten. Of 'vrienden' van het

Maaslands plat.

U haalt er een stuk historie mee in huis, want

als er iets blijvend is, zegt de auteur, dan is

het het monument van de TAAL. Mensen gaan

en komen, maar hun taal blijft leven..

* * *

Tot uitputting is deze studie verkrijgbaar bij

de auteur: Pelserstraat 33 te Maaseik, bij Jan

Henckens-Snijders, Geistingen 19 te

Geistingen, bij de 'Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi' Weertersteenweg

241 te Molenbeersel- Kinrooi, tegen

afhaalprijs van 400,-Bfr.

167.

Bestelling over de post uitsluitend

door storting van 450,-Bfr. op P.C.-

rekening : 000-0988620-93 van Donaat

Snijders, Maaseik. (Niet buitenland vanwege de hoge post-

tarieven),

FEESTGIDS "SINT-CATHARINA"

Onze "buren" van het

Nederlands Limburgse

Stramproy vieren

feest op zondag 6

juli: het internati-

onaal Oud-Limburgs

Schuttersfeest !

We komen er elders

in dit nummer nog op

terug.

Op de valreep ontvingen we een exemplaar

van de "Feestgids St.-Catharina", een lijvig

boekwerk van maar liefst 224 bladzijden.

In deze, bij ieder O.L.S. gebruikelijke

uitgave, vinden we onder andere een aantal

"voorwoorden" door de beide gouverneurs,

de beide Limburgse bisschoppen, de

burgemeester en de pastoor van Stramproy,

de beschermheer, voorzitter van de

inrichtende schutterij Sint-Catharina, e.a.m.

L. Jans, president van de Oud-Limburgse

Schuttersfederatie, schrijft een "Ten

afscheid.." (Hij wordt opgevolgd door dhr. L.

Stals van Weert-Swartbroek).

Verder enkele geschiedkundige bijdragen:

"Stramproy, de parel van Limburg" en

"Schutterij St.-Catharina".

Uiteraard bevat deze gids ook heel veel

praktische gegevens voor zowel deelnemer

als bezoeker: volgorde van de optocht, de

korpsprijzen, de juryleden, een overzicht

van de verschillende wedstrijden, enz.

Een "Schets van het huidige Stramproy"

vormt het sluitstuk van deze interessante

uitgave.

Deze feestgids wordt op zondag 6 juli te

koop aangeboden aan de prijs van 2,50

gulden en is tevens verkrijgbaar bij de

Rabobank te Stramproy.

En nog andere uitgaven...

Voor de liefhebbers (verzamel aars) ver-

melden we nog dat, als publicitaire on-

dersteuning van het O.L.S., twee folders

werden uitgegeven:

-• "Stramproy, parel van Limburg"

- "Oud-Limburgs Schuttersfeest Stramproy:

een feest voor iedereen"

Verder een mooi uitgevoerde affiche en een

raamaffiche en zelfs een plaatje waarop de

schutters worden bezongen.

Beide folders kunnen verkregen worden op

ons sekretariaat. Voor verdere bij-

zonderheden kan men steeds terecht bij Wiel

van Lierop (public relations 0LS)

Bergerrothweg 21 te Stramproy.

BROCHURE "VAKANTIEZOEKTOCHT KINROOI"

Ieder laatste weekend van MEI tot en met

SEPTEMBER 1986 worden er "Molenweekends"

georganiseerd langs de "Molenroute Kinrooi".

De plaatselijke molens kunnen dan ook

bezocht worden. Vertrek is mogelijk in elk

kerkdorp.

Als hoofdprijzen zijn enkele reizen te

winnen. De prijzenpot bedraagt 20.000

frank.

Vanzelfsprekend kan deze vakantiezoek-

tocht ook op andere dagen gedaan worden.

Een deelnamebrochure is verkrijgbaar bij de

V.V.V.-Infodienst Kinrooi, Weer- tersteenweg

241 te Molenbeersel. Prijs 50,-fr. per stuk.

GRATIS FOLDER VOOR DE WANDELINGEN KONING BOUDEWIJNSTICHTING

In elke provincie hebben opnieuw wan-

delingen plaats, ingericht door de Ko- ning

Boudewijnstichting. Voor Limburg werd

Kessenich-Geistingen uitgekozen omdat daar

twee bekroonde projekten zijn (de Berg te

Kessenich en de Luurs- kapel te Geistingen).

Over deze wandeling verschijnt een

prachtige geïllustreerde folder die gratis zal

worden aangeboden aan de wandelaars.

Tevens is er aan deze wan-

deling een zoektocht verbonden waarmee

geldprijzen te winnen zijn (beschikbaar

gesteld door de Nationale Loterij).

Begin van de wandeling: "De Borg" aan de

Kerkstraat 6 te Kessenich, elke zaterdag en

zondag vanaf 13.30 uur tijdens de periode

van zaterdag 5 juli tot en met zondag 7

september 1986.

MOLENVERSJES BIJ "MEULEKEUKSKES"

Na het "Meuledröpke" (flesje kruidenge-

never) worden er nu ook "Meul ekeukskes"

gebakken om de toeristen die Kinrooi

bezoeken aan te bieden.

Aanvankelijk werden de koekjes los verkocht,

maar vanaf dit seizoen zullen ze in een

aangepaste verpakking te verkrijgen zijn. Er

is echter meer..

Bij een doos koekjes wordt er ook een vignet

afgeleverd met de adressen van de drie

bakkers uit onze gemeente waar de koekjes

verkrijgbaar zijn. Verder staat er ook volgend

vers op dat wat zegt over de samenstelling

van deze koekjes, echter zonder alle

geheimen prijs te geven.

Bij elk vignet wordt er tevens één "mo-

lenversje" gevoegd. Tevens werd er een

plakboekje uitgegeven door de V.V.V.-

Infodienst Kinrooi waar alle versjes kunnen

worden ingekleefd.

Het vers op hef vignet en de molenversjes

werden geschreven of verzameld door onze

voorzitter E.H. Donaat Snijders .

Hierna geven we de tekst van enkele van

deze versjes die betrekking hebben op onze

dorpen.

169.

00STHAM TIJDENS DE OORLOG 40-45

Gedurende de tweede wereldoorlog hield

"Meester Henri Jamar", toenmalig hoofd-

onderwijzer in Oostham en bekend als

geschiedkundige-folklorist, een dagboek bij,

waarin hij het alledaagse leven van een dorp

in een donkere periode optekende.

Vraag- en antwoordrubriek

Tot kort voor zijn overlijden werkte Henri

Jamar aan de uitgave vari deze notities. Ze

zijn verder gerangschikt en uitgeschreven

door zijn kleinzoon Mare Bertrands, en

verschijnen eind juni '86 in boekvorm met

ongeveer 200 foto's en authentieke

dokumenten.

De voor-intekenperiode loopt van 10 mei tot

en met 29 juni (datum van de voorstelling van

het boek door de Heemkundige Kring Sint-

Lucia, Oostham). De uitgave kost dan 595,-fr.

Daarna betaalt U 695,-fr.

Bestellen door overschrijving op rekening:

068-0766410-40 t.n.v. voornoemde Kring,

Heppense Steenweg 53, 3969 Ham (Oostham).

GESCHIEDENISPRIJS 1986 VAN HET GE-

MEENTEKREDIET

Een bedrag van 50.000,-fr. wordt ter

beschikking gesteld voor een onuitgegeven

werk dat een originele en belangrijke bijdrage

vormt tot de plaat selijke, gewestelijke of

provinciale geschiedenis van België.

Het volledige reglement is ter inzage op ons

sekretariaat.

Kandidaturen worden ingediend vóór 1

oktober 1986.

Voor bijkomende inlichtingen kan men terecht

bij het "Geschiedeniskomitee van het

Gemeentekrediet", Pacheco- laan 44 te 1000

Brussel. Telefoon: 02/214.46.17 of

02/214.48.13.

V R A G E N

- 86/02 NAAMGEVING WATERPLASSEN MAAS

Onlangs verscheen in het weekblad "Kinders

Klökske" een oproep van een lezer om

namen te geven aan de waterplassen langs

de Maas, aan het watersportcen- trum "De

Spaanjerd" te Ophoven.

Wij herhalen deze vraag in ons tijdschrift en

doen een oproep tot onze leden om

suggesties over te maken. Daarna kunnen we

een aanbeveling sturen aan ‘t

gemeentebestuur om de waterplassen aan

een passende naam te helpen.

Werner Smet, Venlosesteenweg 133, 3688 Kessenich - tel. 011/566.799

- 86/03 SANTIAGO DE COMPOSTELA

Een diepgaand onderzoek in Vlaanderen

omtrent de historiek van de bedevaart naar

Sint-Jacobs-in-Galicië stelt zeer bijzondere

problemen. Over het algemeen ontdekt men

gegevens over dit onderwerp slechts zeer

sporadisch en bij toeval en dan noteert men

meestal de ontdekte informatie niet omdat

men deze als te beperkt ervaart.

Dit heeft tot gevolg dat één onderzoeker of

zelfs een team nooit in staat zal zijn voldoende materiaal te verzamelen om een

relevant beeld te verkrijgen over het

bedevaartverschijnsel in onze gewesten.

Het Studiegenootschap verbonden aan 1t

Vlaams Genootschap van Santiago de Com-

postela doet dan ook een dringende oproep

tot alle archiefonderzoeken om alle gegevens

te willen helpen verzamelen die verband

houden met de bedevaart naar Sint-Jacobs.

De volledige bronver- wijzing, liefst met een

integrale transcriptie of een fotokopie, kan

bezorgd worden aan ons sekretariaat dat zal

doorzenden aan het Studiegenootschap .

Bij de verwerking van de gegevens zal de

identiteit van de ontdekker steeds vermeid

worden.

Sekretariaat Geschied- en Heemkundige

Kring Kinrooi, Weertersteenweg 241 te

3688 Kinrooi - Tel. 011/863.856

Tentoonstellingen

TENTOONSTELLING

OVER

HET"SCHUTTERSWEZEN"

TE STRAMPROY

In

het kader van het

Oud-Limburgs Schut-

tersfeest, dat op

zondag 6 juli plaats

heeft te Stramproy,

wordt een gelegen-

heidstentoonstelling

georganiseerd in het

gemeentehuis te Stramproy.

De opening heeft plaats op dinsdag 24 juni

om 15.00 uur. Iedereen kan er ver der

terecht tot en met zaterdag 5 juli

KUNSTTENTOONSTELLING TE KESSENICH

Het kultureel tijdschrift "Ter Eiken"

organiseert tijdens de kermisdagen een

kunsttentoonstelling met deelname van

Kessenicher kunstenaars.

Deze tentoonstelling gaat door in "De Borg",

Kerkstraat 6 te Kessenich op zaterdag 4 juli,

zondag 5 juli en maan dag 6 juli

aanstaande.

Openingsuren: zaterdag van 14 tot 21 uur,

zondag van 9.30 tot 12 uur en van 14 tot 21

uur, maandag van 16 tot 21 uur.

TENTOONSTELLING "GOED VAN GLAS"

De A.S.L.K. nodigt uit tot een bezoek aan

deze tentoonstelling m.b.t. de

glasschilderkunst in België' in historisch

perspektief.

Plaatfc: Galerij A.S.L.K., Kreupelenstraat 12

te Brussel. Alle dagen van 10 tot 18 uur,

ook op zon- en feestdagen, van 15 mei tot

13 juli 1986.

De toegang is gratis.

Een rijk geïllustreerde katalogus (met gl

asramengids) wordt te koop aangeboden in de A.S.L.K.-galerij . Deze katalogus kan ook

verkregen worden door o~

171.

verschrijving van 500,-fr.+100,-fr.

(verzendingskosten) op rekeningnummer

008-8966000-25 van de Kulturele Dienst

A.S.L.K.

Voor verdere inlichtingen kan men terecht

op het nummer: 02/213.71.68.

TENTOONSTELLING "PATROONHEILIGEN VAN

AMBACHTEN EN BEROEPEN" _

De Heemkring Houthalen-Helchteren or-

ganiseert in het domein Hengel hoef (in het

oude kasteel), een tentoonstelling over

"Patroonheiligen van ambachten en

beroepen".

Er wordt getracht met oude volksdevo-

tievoorwerpen, beelden en prenten (uit de

kollektie van Fons Claes, Heusden), de

patroonheiligen van ambachten en beroepen

in het licht te stellen.

Deze tentoonstelling is toegankelijk van 13

juli tot 17 augustus 1986 van 10 tot 12 uur

en van 14 tot 18 uur (op zondagen tot 19

uur).

EERSTE TENTOONSTELLINGEN IN HET

"MOLENMUSEUM" TE M0LENBEERSEL

Reeds vóór de officiële opening van ‘t

"Molenmuseum" op 26 juli aanstaande, zal

een mini-vakantiesalon" worden ingericht in

de polyvalente tentoonstellingsruimte van

de "Zorgvlietmolen" aan de Oudekerkstraat

te Molenbeersel . Dit vakantiesalon heeft

plaats op 28 en 29 juni 1986.

Ter gelegenheid van de "Molenfeesten",

organiseert "Studiekring Ons Molenheem'

een molententoonstelling op 26 en 27 juli

1986.

Op 30 en 31 augustus 1986 gaat er een

tentoonstelling door met werk van een

plaatselijk kunstenaar (verdere gegevens

ontbreken nog op dit moment).

Op 27 en 28 september 1986 worden de

eerste resultaten getoond van het pro- jekt

"Heemkundig Onderzoek Molenbeer- sel"

van onze Kring. Dit betreft vooral een

boerderij-onderzoek.

ONZE TENTOONSTELLING "KIEKE NAO VREU-

GER TE KINROOI" ! _____________ _

De laatste voorbereidende vergadering voor

onze vierde tentoonstelling "Kie- ke nao

vreuger", ditmaal in oud-Kin- rooi tijdens

de komende Allerheiligen- dagen, had

plaats op 22 april laatstleden.

eerste instantie betekent dit: opsporen van

interessant materiaal en het noteren om

het, in een latere fase van de

voorbereidingen, te kunnen ophalen bij de

eigenaars. Dit werk is thans bezig en zal

ook tijdens de maanden juli en augustus

verder gezet worden.

Een aantal inwoners van Kinrooi rea-

geerden ook reeds op onze vorige op-

roepen en persberichten voor het be-

schikbaar stellen van oude foto's en

andere meer.

Heel konkreet zal er gewerkt moeten worden vanaf de volgende voorbereidende

vergadering. Deze heeft plaats op DINSDAG

26 AUGUSTUS 1986 om 20.00 uur in "De

Limburger" aan de Breeërsteen- weg te Ki

nrooi.

Buiten de mensen die zich reeds hebben

aangemeld om mee te werken, zijn ook

anderen van harte welkom op 26 augustus .

Bezit U materiaal dat interessant kan zijn

voor onze tentoonstelling? Geef dan even

een seintje aan ons sekretariaat:

Weertersteenweg 241 te 3688 Molenbeersel-Kinrooi, telefoon: 011/

863.856.

Met onze beste dank aan iedereen voor de

fijne medewerking !!

Inmiddels is een werkgroep gevormd van

ongeveer twintig mensen die willen

meehelpen aan deze Organisatie. In Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen

Kongressen - Jaarvergaderingen - Studiedagen

OUD-LIMBURGS

SCHUTTERSFEEST OP 6

JULI!

De eerste zondag van

van juli is ieder

jaar opnieuw dé hoog-

dag voor onze schut-

terijen uit beide

Limburgen én voor de

vele duizenden toe-

schouwers, sympathi-

santen van het schut-

terswereldje, liefhebbers van traditie,

folklore, geschiedenis, heemkunde..!

Het "Oud-Limburgs Schuttersfeest" is hét

groot verbroederingsfeest voor onze beide

Limburgen.

Dank zij hun overwinning in 1985 werd de

órganisatie dit jaar in handen gegeven van

schutterij Sint.-Catharina te Stramproy. Zij

hebben niets aan het toeval overgelaten: een

jaar lang allerlei voorbereidingen, honderden

medewerkers die op 6 juli in de weer zullen

zijn, een grote promotiekampagne voor dit

enige Limburgse gebeuren, kortom: onze

buurgemeente Stramproy zal op zondag 6

juli te klein zijn om de ongeveer 50.000

bezoekers te ontvangen .. of toch ook weer

niet!?

Er is inderdaad gezorgd voor een 43 ha groot

parkeerterrein en men heeft de beschikking

over een ruim 7 ha groot feestterrein, met

aparte afdelingen voor alle wedstrijden,

terwijl daarnaast eet-, drink- en feesttenten

zijn geplaatst, want schutters zijn goede

drinkers en eters!

Uiteraard wensen wij onze acht deelnemende

schutterijen van Kinrooi heel veel sukses en

citeren uit het voorwoord van burgemeester

Drs. F. Beckers van Stramproy:

"..Waar komt de symboliek van het O.L.

S. als feest van de beide Limburgen, van

België en Nederland, beter tot uitdrukking

dan juist in Stramproy? Het dorp, met de

schutters van Sint-Catha- rina, zal er een

prachtig feest van proberen te maken, waar

gestreden wordt om de hoogste schutterseer,

waar gelachen, gezongen en gedanst wordt,

waar

het Limburgs gerstenat rijkelijk zal

vloeien, waar de folklore kleurrijk

hoogtij viert.

In dat Stramproy heet ik U namens de gehele

bevolking als gast van harte welkom en wens

U een genoegelijk verblijf toe dat U zal

prikkelen om terug te komen!"

- 12.30 uur: ceremoniële opening

met begroeting door de autoriteiten, in-

spektie van de schutterijen door de

autoriteiten, vlaggenparade begeleid door

fanfare Sint-Willibrordus en een massale

vendel groet.

- 13.00 uur: openingstoespraken, ge-

volgd door het openingsgebed door Pater

Willem Sangers .

- 14.00 uur: vertrek van de optocht

van de 151 schutterijen door de straten van

Stramproy.

Tevens aanvang van verschillende wed-

strijden .

- 16.15 uur: aanvang

korpsschieten5 eerste ronde.

- 17.00 uur: beoordeling overige wed-

strijden

- 17.30 uur: ereschoten door

personali- tei ten

- 19.15 uur: kaveling

- 19.30 uur: bekendmaking

prijswinnaars optocht en terreinwedstrijden

- 21.30 uur: huldiging winnaar 0LS 1986

(Zie ook enkele andere rubrieken in dit

nummer voor verdere bijzonderheden in

verband met het O.L.S. 1986).

OUD LIMBURGS

SCHUTTERSFEEST

STRAMPROY EEN FEEST VOOR

IEDEREEN

173.

DERDE "MOLENFEESTEN" TE MOLENBEERSEL -

ZATERDAG 26 EN ZONDAG 27 JULI 1986 !!!

MOLENFEESTEN MOLENBEERSEL 26-27 JULI

Ook dit jaar heeft de "Werkgroep Molen- zorg

en Molenmuseum Molenbeersel" weer een

grandioos programma uitgedokterd voor deze

derde editie van de "Molenfeesten

Molenbeersel"!

* ZATERDAG 26-27 JULI

- Keijersmolen: vanaf 14.00 uur gezins-

namiddag met onder andere "hoger-1ager",

play-back, luchtkussen, vlaamse kermis en

volksspelen..

- Zorgvlietmolen: om 17.00 uur

opening van het "molenmuseum" en

molententoonstel1ing

- Keijersmolen: vanaf 20.00 uur tiro-

leravond met de blaaskapellen "Zorgvl

ietmuzikanten" en de "Maasgalmkapel"

Toegangsprijs: 50,-fr.

Breugeliaanse gerechten verkrijgbaar,

barbecue, streekbieren...

* Z0NDAG_27_JULI:

- Keijersmolen: om 11.00 uur eucharis-

tieviering, opgeluisterd door het zangkoor

"Sint-Leendert Molenbeersel".

- Keijersmolen: vanaf 12.00 uur breuge-

1iaanse gerechten, barbecue, wijnbar,

streekbieren.. Zoals vorige jaren de

suksessen: bokeskook, bloodworst met

appeleprutsj, heissbein met zauerkraut en spek en eieren!

- Zorgvlietmolen: van 13.00 tot 18.00

uur "molententoonsteiling"

- Keijersmolen: om 14.00 uur vrij po-

dium met optredens voor jong en oud. Vanaf

20.00 uur dansavond en verkiezing van

"Molenprins" en "Molenprinses".

(Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen)

REEDS TWINTIG PROCENT LEDENWINST !! Inderdaad, dank zij wat inspanningen

kunnen we nu reeds twintig procent

ledenwinst noteren bij onze kring !

Fantastisch en., hartelijk dank aan

iedereen die meehielp deze groei te

bewerkstel 1i gen.

Alle nieuwe leden hartelijk welkom.

We kunnen nog steeds nieuwe leden

gebruiken., vooral ook om de kosten te

drukken en het abonnementsgeld op het

huidige, lage peil te kunnen handhaven.

Daarom durven we nogmaals hopen op uw

inzet. Laat dit tijdschrift zien aan uw

familieleden, vraag ons sekretariaat een

proefnummer voor de geïnteresseerden, geef

eventueel 'n geschenk-abonnement bij

bepaalde ge- 1egenheden..

Tijdens de voorbije maanden is het ons

opgevallen dat vooral uitgeweken

Kinrooienaren ons tijdschrift niet kennen

doch ook dat vooral deze mensen zeer groot

interesse hebben in alles wat te maken heeft

met hun geboortedorp!

Kent U namen en adressen van uitgeweken

dorpsgenoten, familieleden..? Bezorg ze ons

zodat we een proefnummer en informatie in

verband met onze kring kunnen toezenden.

Met onze beste dank !!

174.

Kringwerking

VERSLAG VAN DE ACHTENVEERTIGSTE LEDENVERGADERING VAN DE GESCHIED- EN

HEEMKUNDIGE KRING KINROOI, GEHOUDEN OP VRIJDAG 11 APRIL 1986 OM 20.00 UUR IN

"BUURTHUIS HEES TE KESSENICH-HEES

Vóór deze 1 edenvergadering ontvingen alle leden het tweede nummer, vijfde jaargang van ons

driemaandelijks heemkundig tijdschrift "Dao raostj gët!". Hierin was ook de uitnodiging on de

agenda van deze ledenvergadering opgenomen.

* AANWEZIGEN : FRANS PARREN - WILLY MEERTEN - ANITA FRANSSEN -

ELS REYNDERS -

LIL IANNE KUNNEN - TRUIJS CRAEGHS - MATH IE IJ NA US - TON BR IELS

- RENIER SNIJDERS - LEO VERSTAPPEN - MATHIEU KUNNEN - ELISABETH

GHIJSEN - ELS HEYMANS - HENRI HEYMANS - MIET HEYMANS - JEAN

HOEKEN - KRIS KOOLEN - MARIE-LOUISE MOORS - MIA REYNDERS - JGS

SMEETS - WERNER SMET - DONAAT SNIJDERS - MIA VANDERSTEGEN -

GUILLAUME VAN LOON - MATTHIEU WIEERS

* VERONTSCHULDIGD:THEO BEYNSBERGER - HENRI NEYENS - JAN VAN DER STEEN - PIERRE

VAN IMMISSEN - THEO BOSMANS - HUBERT HEYMANS - RENE RAETS -

MARIET MAESSEN - MATHIEU HENKENS - MARLEEN DONNE - MARIE-

JOSEE VOORTMANS - JO LAVEAUX

!. WELKOMSTWOORD DOOR DE VOORZITTER

ln zijn openingswoordje stelt de voorzitter

vast dat het "weer" hetzelfde is als

beschreven in het verslag van de vorige

vergadering, maar dat de agenda- punten

verschillend zijn.

Hij heet iedereen hartelijk welkom voor een

ongetwijfeld interessante uiteenzetting met

betrekking tot Kessenich.

Voorzitter Snijders blikt ook even terug naar

onze namiddaguitstap naar Genk. Dit werd,

voor wat betreft het gebodene absoluut een

meevaller! Het werd een soort verbroeden ng

met de Heemkring "Heidebloemke Genk" die

ons op een fijne wijze ontvingen en bege-

leidden. Voor de deelnemende bestuursleden

werd het tevens een namiddag van heel veel

praktische gegevens uitwisselen.

2. GOEDKEURING VERSLAG VAN DE 47ste LE-

DENVERGADERING

Dit verslag werd gepubliceerd in het

tijdschrift, jrg.5, nr. 2, bl z 118- 1 2 1 .

Dit 17 punten tellende verslag wordt

doorgenomen en zonder opmerkingen een-

parig goedgekeurd.

3. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN

- Verbond voor Heemkunde: 11de

gouwdag op 10 mei te Genk. Mathieu Kunnen

en Jean Hoeken zullen hieraan deelnemen.

- Uitnodiging voor de 12de Inter!im-

burgse monumentendag te Stevensweert.

4. VOORDRACHT DOOR LID FRANS PARREN

In zijn voordracht: "De Berg te Kessenich -

vroeger en nu", belicht Frans Parren aan de

hand van literatuur, gevonden voorwerpen,

dia's over de berg, de kerk en Kessenich in 't

algemeen, het ontstaan, situatie, funktie,

bouwgeschiedenis, plannen in verband met

restauratie, renovatie en animatie van "de

Berg".

Een interessante voordracht die met applaus

wordt afgerond.

b . V RAGE NKWA RTIERTJ E

De gestelde vragen hebben allemaal be-

trekking op het thema van de voordracht.

6. ALLERLEI

Werner Smet deelt mee dat Michael Prinsen

afgevaardigde is van onze Kring in

175.

de kommissie "Molenmuseum Molenbeersel" en dat dit weinig zin meer heeft omdat betrokkene niet meer in Kinrooi verblijft.

Aangezien niet onmiddellijk een vervanger

wordt gevonden, wordt beslist dit verder te

bespreken tijdens een volgende

bestuursvergadering.

JEAN HOEKEN Notulist

Uit onze ledenfamiSie

* ______________________________________ ZILVEREN HUWELIJKSJUBILEUM ______________

Op 6 april 1986 vierde ons steunénd lid

burgemeester Theo Schoofs en zijn

echtgenote Wendeline Lemmens, hun 25-

jarig huwelijksjubileum.

Langs deze weg wensen we de familie

Schoofs-Lemmens nogmaals van harte

proficiat !

* ______________________________________ HUWELIJK _________________________________

Op 16 mei 1986 traden ons lid Marianne

Stals en Ludo Vanreyten, beiden van

Molenbeersel, in de Sint-Leonarduskerk te

Molenbeerse!, in het huwelijksbootje. Marianne was anderhalf jaar in dienst van

de V.V.V.-Infodienst Kinrooi(BTK) en als

zodanig één van onze buren op het

sekretariaat. Ludo Vanreyten zorgt telkens

opnieuw voor een goede verzorging van

onze persartikel en in het maandblad "De

Zwetser" waar hij uitgever van is.

Aan het jonge paar: goed heil !!

* ONDERSCHEIDING

van laureaat, geslagen met de beeltenis van

Koningin Elisabeth, voor meer dan veertig jaar

in dienst staan van het Rode Kruis.

Met onze felicitaties !

* OVERLIJDEN _________ _________

Te Weert overleed op 11 mei 1986 Fiel Gofers,

echtgenote van ons lid en goede vriend Jaak

van Dael van Stramproy. Een onverwacht

heengaan van een sympathieke vrouw bij wie

we zo dikwijls over de vloer kwamen, een hartelijk iemand, altijd nieuwsgierig naar het-

geen we uitspookten op heemkundig gebied,

altijd klaar staande met een goede Limburgse

borrel en "doe maar of je thuis bent en schenk

maar in!"

Met verschillende bestuursleden en leden

hebben we op 16 mei afscheid van haar

genomen. Een veel te vroeg afscheid.. Fiel

werd geboren op 28 mei

1932..

Op haar bidprentje lezen we zeer toepasselijk:

"Zij hield van deze streek, de natuur en

spelende kinderen. Fiel, moge je nu rust

vinden, bij de Schepper. Rust waar je zo lang

naar hebt gezocht. Dit beeld van haar willen

wij in onze herinnering blijven vasthouden".

Fiel, onze dank voor alles en rust zacht..

Aan Jaak en familie onze gevoelens van innig

meeleven bij dit verlies.

* PERSONEEL _____

Wij wachten nog steeds op de eventuele

goedkeuring van het aangevraagde D.A.

C.-projekt..

Niettemin zal ons sekretariaat tijdens de

vakantiemaanden op werkdagen normaal

geopend zijn.

Ons lid Jaak Arits van Molenbeersel ontving enige tijd geleden de medaille Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen

'

Museumnieuws

ÖFFICIELE OPENING "MOLENMUSEUM MOLENBEERSEL" EN DE EERSTE AKTI VI TE I TEN

Onder impuls van de "Werkgroep Molen-

zorg en Molenmuseum Molenbeersel" en

dank zij de dringende instandhoudings-

werken met steun van de Rijksdienst voor

Monumenten- en Landschapszorg, de

provincie Limburg en het gemeentebestuur Kinrooi, is de "Zorgvlietmolen" aan de

Oudekerkstraat te Molenbeersel reeds totaal

van aanschijn veranderd !

Kom U eens vergewissen van de stand

van zaken !

Op zaterdag 28 juni en zondag 29 juni

aanstaande, telkens van 13.00 uur tot

18.0 uur, heeft er een "Mini-vakantie-

beurs" plaats in de polyvalente ten-

toonstellingsruimte in de molen. Een ideale

gelegenheid om vóór de vakantie nog allerlei

folders te raadplegen en informatie te

verzamelen.

Wie nog geen konkrete plannen heeft

kan alvast enige ideeën opdoen.

Op het gelijkvloers van de molen wordt een

toeristische tentoonstelling opgezet die eer,

bezoek meer dan waard zal zijn.

Verder is er een speciale stand ter

gelegenheid van het "JAAR VAN HET BIER" en

de plaatselijke souvenirs "Meule- dröpke" en

"Meulekeukske" zijn natuurlijk ook

verkrijgbaar.

De opbrengst van dit mini-vakantiesalon

komt ten goede aan het molenmuseum. De

toegangsprijs bedraagt 20,-fr. (beneden 16

jaar gratis toegang).

Deze aktiviteit is ook een goede gelegenheid

om met heel het gezin deel te nemen aan de

grote "Vakantiezoektocht" langs de

"Molenroute Kinrooi". Hieraan zijn voor

20.000,-fr. prijzen verbonden. Eeri

deelnarnebrochure kost slechts 50,-fr.

Men kan starten aan het begin van de

molenroute te Ophoven of in één van de

kerkdorpen van Kinrooi. Deel nameformu-

lieren zijn verkrijgbaar bij de V.V.V.

Infodienst Kinrooi, op het vakantiesa

lon, bij de receptie Maree en in het

V.V.V.-kantoor aan waters porteen trurn

de Spaanjerd te Ophoven.

OFFICIEEL OPENING MOLENMUSEUM

De officiële opening heeft plaats ter

gelegenheid van de "Molenfeesten'' te

Molenbeersel, namelijk op zaterdag 26 juli

1986 om 17.00 uur, uiteraard in de

"Zorgvlietmelen", Oudekerkstraat 12 te

Molenbeersel.

Aansluitend heeft een receptie plaat-, in de

feesttent aan de Keijersmolen in de

Smeetsstraat .

"Studiekring Ons Molenheem" organiseert ter

gelegenheid van deze opening en de

molenfeesten, een "molententoonstelling" in

de Zorgvlietmolen.

STICKER "KINROOI MOLENGEMEENTE" ¥

Onlangs werd de sticker: "Kinrooi rno- T

lengemeente"uitgegeven. Deze sticker kost

20,-fr. De opbrengst hiervan zal ten goede komen van het molenmuseum. Verkrijgbaar

in het molenmuseum, tijdens de mol en fees

ten en bij de V.V.V.- Infodienst Kinrooi,

Weertersteenwea 241 te 3688 Kinrooi-

Molenbeersel. Telefoon: 011/866.180.

Op dit adres zijn ook alle verdere in-

lichtingen verkrijgbaar met betrekking tot

het molenmuseum, de aktiviteiten a l daar en

de komende molenfeesten.

Samenstelling rubriek: Werner Smet

177.

Komende aktiviteiten van onze kring

U I T N O D I G I N G E N ! ! !

* We nodigen U vriendelijk uit op onze

laatste ledenvergadering vóór de va-

kantieperiode. Deze heeft plaats op VRIJDAG

20 JUNI om 20.00 uur in "Buurthuis Hees"

aan de Schoolstraat in de Hees te Kessenich.

A G E N D A

1. Welkomstwoord door de voorzitter.

2. Ingekomen stukken en mededelingen.

3. Bespreking onze eventuele deelname

aan een viering "150 jaar parochie

Molenbeersel" in 1987.

4. VOORDRACHT: DE ABDIJ IN HET VORSTEN-

DOM TH0RN door ons lid, archivaris

PETER ROOST van Thorn .

5. Vragenkwartiertje 6. Allerlei

* Alle medewerkers en medewerksters aan onze tentoonstelling "Kieke nao vreuger te Kinrooi", nodigen we langs deze weg vriendelijk uit op de eerstvolgende voorbereidende vergadering. Deze heeft plaats, in "DE LIMBURGER",

Breeërsteenweg te Kinrooi op DINSDAG

26 AUGUSTUS 1986 om 20.00 uur.

Uiteraard zijn nieuwe medewerkers eveneens

van harte welkom !

* Vanaf nu kan U inschrijven voor.... ONZE

JAARLIJKSE DAGREIS/WERKBEZOEK !!!

Voor ons jaarlijks werkbezoek gaan we het

dit jaar niet te ver van huis zoeken. Het zal

daarom niet minder interessant zijn !

Op ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1986

bezoeken we SINT-TRUIDEN, KOLEN en ZOUTLEEUW.

Zoals gebruikelijk vertrekt de autobus aan

de grens te Molenbeersel (om half negen)

met haltes te Molenbeersel aan de kerk,

Kinrooi kruispunt, Drietak, Kessenich-

rijkswacht, Geistingen, Ophoven aan de

kerk en Maaseik aan de Eikerpoort.

178.

Peter Roost is zeer zeker geen onbekende

voor veel van onze leden. Integendeel zelfs!

We kennen hem als iemand die altijd paraat

staat om te helpen bij allerlei opzoekingen,

inlichtingen te geven, zelfs ongevraagd be-

paalde van zijn vondsten door te spelen

omdat die misschien interessant kunnen zijn

voor andere leden.

Deze verdienstelijke archivaris van onze

buurgemeente Thorn komt ons tijdens deze

vergadering meer vertellen over Thorn en de

abdij.

Voor de pauze zal hij iets vertellen over de

stichting van de abdij, levenswijze van de

bewoonsters en nadere bijzonderheden

meedelen over énkele markante figuren die

met de abdij verbonden waren.

Na de pauze komen onder andere aan bod:

de verhouding met het Heilig Roomse Rijk,

de landrechten, instellingen die in het

vorstendom Thorn gefungeerd hebben en de

Franse tijd.

Gezien de historische bindingen van onze

gemeente met Thorn, zijn we van mening dat

het andermaal een leerrijke avond zal

worden.

We hopen U dan ook in grote getale te

mogen begroeten !!

Het programma ziet er uit als volgt: - Bezoek aan de ABDIJ van KOLEN; gids

is één van de zusters.

- Bezoek aan de FESTRAETSSTUDIO te

Sint-Truiden, w.o. het grootste uur- werk ter

wereld, het wondere schip, de slingerproef

van Foucault en "de jaarlijkse beweging van

de aarde rond de zon".

- Gezamenlijk middagmaal in restaurant

"Riddershof" te Sint-Truiden. Licht

middagmaal: koude schotel met friet,

kroketten of brood. Prijs: 180,-fr. per

persoon. Dit is ter plaatse door iedereen

persoonlijk te betalen (dus niet inbegrepen in

de deelnemingsprijs)

•• Bezoek aan het PROVINCIAAL MUSEUM

VOOR RELIGIEUZE KUNST te Sint-Truiden en

de tentoonstelling "Handschriften uit de abdij

van Sint-Truiden". Met gids van het museum.

- Bezoek aan de SINT-LEONARDUSKERK

te Zoutleeuw met als gids E.H. Vandeputte.

- Daarna (vooral voor de dames)

gelegenheid voor een boemel langs de

winkels te Sint-Truiden (de mannen weten

wel iets beter te doen..) en voor degenen

die het wensen misgelegenheid.

Het vertrek te Sint-Truiden voorzien we

omstreeks 19 a 19.30 uur zodat iedereen

tijdig terug thuis kan zijn. Gezien het

betrekkelijk vroeg vertrekuur 1s avonds, leek

het ons niet wenselijk nog een gezamenlijk

avondmaal te gebruiken.

PEELNAMEPRIJS ER PERSOON

Zoals steeds hebben we de deelnameprijs

weer zo laag mogelijk gehouden : 300,-fr.

per persoon. Hierin is begrepen het

autobusvervoer, de verschil” lende

toegangsgelden en de vergoedingen voor de

gidsen.

Niet inbegrepen dus het middagmaal en fooi

chauffeur.

ANNULERINGSKOSTEN

Bij laattijdige annulering van de inschrijving,

zien we ons verplicht een gedeelte van de

betaalde som in te houden.

Bij verhindering, na inschrijving, verwittig

dan onmiddellijk ons sekretariaat (tel.

011/863.856) of tracht alsnog een

plaatsvervanger te vinden !!

HOE INSCHRIJVEN ?

SCHRIJF ONMIDDELLIJK ÏN OM HET ZEKER

NIET TE VERGETEN !!

Uw inschrijving is eerst dan definitief als we

uw overschrijving van het deel- namebedrag

in ons bezit hebben ! 300,~fr. per deelnemer

kan overgemaakt worden op rekening: 735-

2222717-47 ten name van Geschied- en

Heemkundige Kring Kinrooi, Middenstraat 2,

3688 Kinrooi met vermelding "Reis St.-

Truiden". Kontante betaling is mogelijk

tijdens de eerstvolgende ledenvergadering

op 20 juni of op het sekretariaat.

Uw inschrijving moet in ons bezit zijn TEN

LAATSTE OP'10 AUGUSTUS 1986 !!!

Inschrijvers ontvangen nog een persoonlijk

bericht met vertrekuur en opstapplaats .

Wij wensen alvast iedereen heel aangename

uitstap !

Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen

Niets uit deze uitgave mag worden ver-

menigvuldigd en/of openbaar gemaakt door

middel van druk, mikrofilm, fotokopie of

op welke andere wij ze ook, zonder

voorafgaande1ijke scbrifte1ijke

toestemming van de uitgever en van de

auteur(s).