HUWELIJKSCONTRACTEN Volmacht mogelijk - vln.be · 10/25/2013 1 HUWELIJKSCONTRACTEN Christoph...

35
10/25/2013 1 HUWELIJKSCONTRACTEN Christoph Castelein, Geassocieerd Notaris te Kortrijk Volmacht mogelijk Notaris mag volgens notariswet alleen zijn ambtsgebied verlaten voor hoogstpersoonlijke akten (volmacht en testament) + op voorwaarde dat partij zich niet kan verplaatsen Dus niet voor huwelijkscontract Wat wel kan is volmacht geven voor ondertekening van (wijziging van) huwelijkscontract Rechtsleer: best opnemen van de inhoud van HC of WHC in de volmacht zelf Volmacht moet op zich notarieel

Transcript of HUWELIJKSCONTRACTEN Volmacht mogelijk - vln.be · 10/25/2013 1 HUWELIJKSCONTRACTEN Christoph...

10/25/2013

1

HUWELIJKSCONTRACTEN

Christoph Castelein, Geassocieerd Notaris te Kortrijk

Volmacht mogelijk

� Notaris mag volgens notariswet alleen zijn ambtsgebied verlaten voor hoogstpersoonlijke akten (volmacht en testament) + op voorwaarde dat partij zich niet kan verplaatsen

� Dus niet voor huwelijkscontract

� Wat wel kan is volmacht geven voor ondertekening van (wijziging van) huwelijkscontract

� Rechtsleer: best opnemen van de inhoud van HC of WHC in de volmacht zelf

� Volmacht moet op zich notarieel

10/25/2013

2

Wijziging van het HC vóór het huw

� Voorhuw HC is onder wettelijk opschortende voorwaarde van opvolgend huw (art. 1391 BW)

� Wijziging vóór het huwelijk is mogelijk (art. 1393 BW):

� Het tegenschrift moet op hetzelfde gezegelde papier, dus achteraan op de minuut van het gewijzigde HC;

� Afschriften van het oorspr. HC zonder tegenschrift mogen niet worden afgeleverd

� Indien de notaris al een afschrift heeft afgeleverd, dan moet hij het terugeisen, en terug in handen hebben, vooraleer het tegenschrift op te stellen

IPR

� Bij ‘vreemd’ element: rechtskeuze aangewezen

� Huwelijk vóór 01/10/2004: oud IPR toepb

� Huwelijk na 01/10/2004: Codex IPR toepb

� Huwelijk voor 01/10/2004:

� Geen HC: HVR beheerst door:

� Gemeensch nationaliteit: nationale wet echtgenoten

� zowel bij aangaan van huw als verwerven gemeensch nation na huwelijk

� Verschillende nationaliteit:

� Nation. W. Man als huwelijk voor 13/11/1955 (inw.tr. EVRM)

� Eerste echtelijke woonplaats na 13/11/1955 (en vóór 1/10/04)

� Bij onduidelijkheid: best uitdrukkelijke rechtskeuze maken conf. WIPR

10/25/2013

3

IPR

� Huwelijk vóór 01/10/2004

� Wel HC: uiteraard steeds op te vragen + na te zien

� Tip: vraag kopij huwelijksakte, daar staat vaak (zoals bij ons) of er HC is of niet. Zoniet: louter op verklaring

� Wijziging vermogensstelsel

� W die HVR beheerst bepaalt of dit mogelijk is

� Bij conflit mobile (nieuwe nationaliteit of nieuwe woonplaats): soepelheid, om de echtgenoten toe te laten hun vermogensstelsel aan de nieuwe omgeving aan te passen

� Vormvoorschriften: WHC in België respecteert uiteraard de Belgische wet

IPR

� Huwelijk na 01/10/2004: art. 51 WIPR: cascade

� R staat eerste gewone verblijfplaats;

� R staat gemeenschappelijke nationaliteit;

� R staat huwelijkssluiting.

� Soms probleem: man huwt in land van herkomst + echtgenote volgt later (bijv. geen verblijfsvergunning): criterium 2 toepasbaar

� Belang ook voor andere akten: aankoop/verkoop: wie tekent ? Voor welk vermogen ?

� Bij twijfel: altijd verklaring partij opnemen

� Lijst KFBN

10/25/2013

4

IPR

� Rechtskeuze: art. 49 WIPR: beperkt tot (op straffe van nietigheid van het HC of de WHC):

� R staat eerste gewone verblijfplaats;

� R staat gewone verblijfplaats van één van de echtgenoten op ogenblik rechtskeuze;

� R staat nationaliteit van één van de echtgenoten

� Gevolg: opletten met voorhuw HC met keuze 1, want als men elders gaat wonen = nietig

� Rechtskeuze: voor gehele vermogen, maar alleen voor toekomst, tenzij andersluidend beding (dus best verduidelijken in de akte)

Publiciteit W. Kh.

� Clausule dat de echtgenoten al dan niet handelaar zijn? Reden: art. 12-13 W.Kh: publiciteitsplicht:

� Voor voorhuw HC en wijz HC

� Beperkte publiciteit:

� Stelsel (GS of SvG) + bij GS de afwijkingen aan het WS (inbreng of niet). Verdelingsbedingen + erfst. (= overlevingsR) niet noodz. (vglb. met public B.S.)

� Verplichting op straffe van geldboete, of zelfs afzetting en aansprakelheid tgo SE als bedriegelijk

� Handelaar worden na huwelijk: echtgenoot moet zelf zorgen voor publiciteit (art. 14 W.Kh.)

10/25/2013

5

Toepasselijke stelsel: SvG of GS

� Criterium: (alle) beroepsinkomsten:

� Eigen: scheiding van goederen

� Gemeenschappelijk: gemeenschap van goederen

� Veel contracten: scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten

� Oneigenlijke terminologie naar huidige begrippen

� De lege ferenda: definitie van aanwinsten in het B.W.

� Ook toepasselijk op SvG (einde discussie)

� Toch vinden in (oude) HC = stelsel van GV (en niet SvG), met alle gevolgen van dien (Act en Pass, verhaalbaarheid van schulden, bestuursregime, enz.)

Toepasselijk stelsel: SvG of GS

� Soms: scheiding van goederen met vennootschap van aanwinsten (‘société d’acquêts’)

� Kan zowel stelsel van SvG zijn als GS

� Nagaan van de inhoud van de vennootschap noodz.

� Clausule: “De toekomstige echtgenoten vormen tussen hen een

vennootschap van aanwinsten die enkel zal bestaan uit de

besparingen verwezenlijkt door ieder echtgenoot op zijn inkomsten

van elke aard (of : op zijn beroepsinkomsten) na betaling van zijn

bijdrage in de lasten van het huwelijk en van zijn persoonlijke lasten

en schulden”.

� Verbeke (‘warme uitsluiting)’: dit is SvG

� Terminologie: ‘aanwinsten’ vallen feitelijk niet in de ‘vennsch’

10/25/2013

6

Vennootschap van aanwinsten

� Idee: vennootschap van aanwinsten is geen GV. Gevolg: de dw. regels van het GV gelden niet (bestuur, verhaalsR SE, vermoeden GV). Alleen contractuele bepalingen gelden.

� Maar: dan moet alles worden uitgeschreven: R en pl. echtgen, bestuur, bewijs, verhaal, ontbinding, ...

� Derden moeten niet respecteren: (huwelijks)contracten kunnen dw. regels zeker niet omzeilen.

� Af te raden formulering:

� Wel men deling ‘aanwinsten’, dan neemt men het GV met oprichting rechtspersoon of onbeslagbaarheid

� Wil men SvG, dan best TBGV (vermijd ‘aanwinsten’)

Onverdeeldmaking besparingen

� Svg met ‘onverdeeldheid’ of ‘vennootschap’ van besparingen

� Besparingen ≠ aanwinsten

� Basisprincipe is SvG

� Vervolgens wordt bedongen dat echtgenoten de onverdeelde helft van hun dag na dag verwezenlijkte besparingen aan elkaar overdragen

� Zelfde bedenkingen als daarnet. Volledig contractueel uit te werken. Daarnaast risico van niet-tegenstelbaarheid aan SE.

10/25/2013

7

Scheiding van goederen - TBGV

� TBGV:

� Meestal niet standaard voorzien

� Inhoud? Meestal gezinswoning. Maar kan ook voor bijvoorbeeld huurinkomsten of voor jaarlijks afgesproken te storten bedrag

� Bestemming tot de gemeenschap noodzakelijk bij latere aankoop (zoniet gemeenR onverdeeldheid)

� Voordeel:

� Inbreng mogelijk aan vast R;

� Mogelijkheid om keuzebeding te koppelen?

� Waarom niet standaard voorzien (als lege doos)?

TBGV

� Gevolg: is een echte gemeenschap (mits correct opgesteld, dus Act en Pass, bestemmingsgebonden, subrogatie, enz.). Bijgevolg gelden de regels van het GV inzake:

� Bestuur

� Rechten SE (gehoudenheid GV tot beroepsschulden)

� Ontbinding

� Huwelijksovereenkomsten incl. de beperkingen

� Erfrecht van de LLE (volledig GV bij afw. desc.)

� Fiscaliteit (inbreng en uitbreng): vast recht resp. delingsR

10/25/2013

8

TBGV ipv TIGV ?

� Discussie in de rechtsleer (Van Bael en De Wulf versus Verbeke en co);

� Toevoegen van een GV = aanvaarden van alle pas geschetste gevolgen van het GV, incl. verhaalbaarheid beroepsschulden op volledig GV

� TIGV:

� Intern (inter partes, de echtgen.) wel een GV;

� Extern (erga omnes, de SE) een gemeenR onverdeeldh.

� TIGV wordt gezien als benadeling SE, beperking van de verhaalsR, die van dw.R zouden zijn. Opletten met bedingen die rechten SE beperken

Scheiding van goederen

� Grotere verantwoordelijkheid voor de Notaris

� Vroeger: rechtsleer (Verbeke, ‘warme uitsluiting’): niet zonder ‘verpinken’ kiezen voor SvG

� Nu: best contractueel in te dekken?

� Voorbeeld: afzonderlijke clausule waarbij wordt gewezen op het feit dat bij vermindering van beroepsactiviteit geen deling van inkomen is

� Voorbeeld: clausule mbt ‘verlies’ van voordeel van preferentiële toebedeling (zie GwH).

� Klemtoon steeds meer op informatie- en adviesplicht (ook komende hervormingen)

10/25/2013

9

SvG en vergoedingsrekeningen

� Principe: 1435 B.W. alleen voor GS, niet voor SvG. Bij SvG geen vergoedingsrekingen, maar Sv, nominaal te waarderen...

� Cass. 27 september 2012: kentering?

� Cass. neemt aan dat de Sv (op grond van verrijking zonder oorzaak) van een ex-echtgenoot in de concrete omstandigheden geen loutere geldschuld betrof, maar een waardeschuld en dus wel kon worden geherwaardeerd.

SvG en verrekenbedingen

� Lagen ook onder vuur. Sommigen suggereren dat dit mogelijk erfovereenkomsten zijn;

� Anderen menen dat het beding geldig is, maar geen huwelijksvoordeel is, maar een schenking;

� De lege ferenda: bevestiging van de geldigheid + wettelijke verankering van de theorie van de huwelijksvoordelen;

� Ingewikkeld (hoewel ?), maar fiscaal interessant: art. 5 W. Succ. nvt, want geen GV, en dit is een van de voorwaarden

10/25/2013

10

Inbreng van OG – terugname

� Terugnamerecht of niet ? (art. 1455)

� Ja: met of zonder aanrekening op de kavel van de inbrenger ?

� Nee: vergoeding voor het ingebrachte goed ?

� Impact op preferentiele toewijs gezien 1455 > 1446/1447

� Best steeds uitdrukkelijke clausule voorzien, met inname standpunt, ook gelet op discussies, bijv. omtrent nog in natura aanwezig zijn (na afbraak woning, na bouwen woning, enz).

� M.i. terugnamerecht best uitzonderlijk, voorbeeld zo OG is waar geen investeringen in zullen gebeuren.

� Grond waarop wordt gebouwd is accessoir aan gebouw ?

� Clausule met motivering kan interessant zijn

� Fiscaal: inbreng = vast R, terugname = delingsR

Inbreng van OG met hypotheek

� Bij voorhuwelijks OG, belast met kredieten, is inbreng nuttig, omdat vanaf huwelijk betaling gebeurt door GV

� Inbreng betreft dan OG + tevens de hypothecaire schuld:

� Inbrengen van schuld nodig, want wordt niet vermoed. Zoniet is OG in GV en plicht tot afbetalen nog steeds eigen schuld. Gevolg: vergoedingsrekening van GV op EV, ook al is OG in GV

� Ook van belang bij WHC, voor de betalingen vóór de inbreng gedaan

� Uitsluiten toepassing art. 1452,2de lid B.W.

10/25/2013

11

Inbreng tegen vergoeding

� Begrijpelijke vraag, voorkeur boven toepassing 1455 B.W.

� Duidelijk modaliteiten bepalen

� Voorwaardelijk of onvoorw

� bijv. geen vergoeding als er kids zijn;

� geen vergoeding bij ontb. door overlijden (en geen fs of es))

� Ogenblik verschuldigd-opeisbaarheid;

� Omvang:

� Vaste som (indexatie of niet ?)

� Waarde goed bij inbreng, bij betaling of ontbinding

Inbreng tegen vergoeding

� Betaling

� In geldsom

� Door voorafname bij de verdeling:

� ofwel goed in natura voorafnemen (feitelijk vergelijkbaar met terugnamerecht zonder aanrekening)

� ofwel recht om een vordering op het GV te laten gelden voor een bedrag in de akte bepaald

� Na deze voorafname of betaling wordt het GV verdeeld in twee gelijke helften

10/25/2013

12

Inbreng – combinatie

� Situatie

Man Vrouw Ex(-vrouw)

kind kind

Man heeft woning, deels afbetaald, deels te verbouwen. Vrouw gaat mee betalen. Men wenst meerwaarden te delen

� Oplossing: inbreng OG in GV, met bepaling:

� Terugnamerecht met aanrekening (woning oma) bij relatiebreuk

� Inbreng tegen vergoeding, gelijk aan netto-waarde bij inbreng. Vergoeding gekoppeld aan 1435 ipv index

� vergoeding moet benadeling van gemeensch. kind mede vermijden

Verdeling

� Talrijke clausules ivm de verdeling van het GV zijn mogelijk. We overlopen:

� Voorafnamerecht

� Conventionele preferentiële toebedeling

� Vooruitmaking

� Ongelijke verdeling – keuzebeding

10/25/2013

13

Voorafnamerecht

� Vooral in oudere HC

� Bijvoorbeeld: elke echtgenoot heeft recht op voorafname, tegen aanrekening, van alle roerende goederen, dienstig voor het beroep, aan de waarde van die goederen bij ontbinding van het stelsel. Vaak ook voor gezinswoning en inboedel.

� Vergelijkbaar met preferentiële toebedeling

� Is geen uitzondering op principe van verdeling in helften, maar wel op principe van verdeling in natura. Vaak is een oplegsom voorzien.

Preferentiële toebedeling

� Toekenning van het recht aan de LLE om bij de verdeling bij voorrang goederen uit het GV toebedeeld te krijgen.

� Aanrekening van de waarde van de toebedeelde goederen op de kavel van de LLE in het GV

� Geen afwijking van de gelijke verdeling (‘in waarde’) van het GV, enkel een afwijking op de gelijke verdeling ‘in natura’.

� Overschrijdt de waarde van de preferentieel toebedeelde goederen de waarde van het aandeel van de LLE, dan is deze een opleg verschuldigd aan de nalatenschap

10/25/2013

14

Preferentiële toebedeling

� Het recht van PTB is een recht dat wordt uitgeoefend in het raam van de verdeling van het GV. Het is een recht dat een deelgenoot heeft om bij de verdeling van het GV goederen uit dit vermogen bij voorrang toebedeeld te krijgen.

� Dit houdt in dat men zich situeert in een fase NA de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel en in de fase van de verdeling. Door het overlijden wordt het stelsel automatisch en onmiddellijk ontbonden en ontstaat er een onverdeeldheid (bij helften – art. 1445 B.W. – of andere breukdelen – conventioneel verdelingsbeding).

Preferentiële toebedeling

� Het is pas daarna dat de LLE zijn recht uitoefent

� Er moet m.a.w. nog een OVK van verdeling worden gesloten met de andere deelgenoot, de NL.

� Indien het GV OG bevat en één of meer OG worden toebedeeld aan de LLE (of aan de NL), dan zijn er op die PTB regR verschuldigd (delingsrechten – 2,5% in Vl.). De LLE verkrijgt die OG niet onmiddellijk bij de ontb. van het stelsel en rechtstreeks en automatisch op grond van een beding uit het HC, maar op grond van een (latere) overeenkomst van verdeling. Uit het HC bekomt de LLE enkel het recht om bij het sluiten van een verdelingsOVK bij voorrang die OG toebedeeld te krijgen.

10/25/2013

15

Preferentiële toebedeling en 1464

� Art. 1464, 2 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. gemeenschappelijke kinderen) is niet van toepassing (althans indien niet afgeweken wordt van de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen bij helften)

� Reden: er wordt niet afgeweken van de gelijke verdeling van het GV (in waarde). Er is wel sprake van een ‘kwalitatief’ voordeel omdat de LLE de samenstelling en dus de ‘kwaliteit’ van zijn aandeel zelf kan bepalen, maar niet van een ‘kwantitatief’ voordeel.

Preferentiële toebedeling en 1465

� Art. 1465 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. niet-gemeenschappelijke kinderen) is evenmin van toepassing (opnieuw voor zover niet afgeweken wordt van de verdeling van het GV bij helften)

� Reden: er wordt niet afgeweken van de gelijke verdeling (in waarde).

� Dit geldt uiteraard alleen indien het GV uitsluitend aanwinsten bevat. Bevat het GV niet-aanwinsten, ingebracht door de eerstoverleden echtgenoot, dan is het loutere feit van de verdeling bij helften een aanrekenbaar huwelijksvoordeel.

10/25/2013

16

PTB en de successierechten

� De samenstelling van de NL kan (civielrechtelijk en dus ook fiscaal) enkel worden bepaald na de V-V van het GV, omdat pas dan vaststaat welk aandeel van het GV en welke goederen van het GV toekomen aan de NL.

� De successierechten worden berekend en geheven gelet op de (aard van de) goederen die in de kavel van de nalatenschap terechtkomen.

� Dit is van belang gelet op regels succR: split RG en OG, vrijstellingen (gezinswoning, familieondern.)

PTB en successierechten

� Indien het GV een gezinswoning bevat en de LLE vraagt de PTB ervan (desgevallend onder last een opleg te betalen), dan bevat de NL geen gezinswoning en verliest de LLE het voordeel van de vrijstelling van de gezinswoning.

� Doch in combinatie met het erfR of met een testament kan de PTB wel voordelig zijn. Indien het GV bv. uit 50 RG bestaat en uit 50 OG (gezinswoning) en de LLE vraagt de PTB van 50 RG, dan bevat de NL uitsluitend de gezinswoning. Indien de LLE de gezinswoning via erfR (geen afstammelingen) of test. bekomt, is de nalatenschap de facto onbelast.

10/25/2013

17

PTB en successierechten

� Let wel: in de mate dat de gezinswoning dan volledig in VE in het vermogen van de LLE aanwezig is, verdient verdere planning de voorkeur, zoniet eventueel toch zwaardere tarieven succR bij tweede overlijden

� Dus: bij eerste overlijden normaal geen succR, gezien niet meer dan ½ GV wordt ontvangen, maar opletten voor tweede overlijden

Afwijken van gelijke verdeling

� Mogelijkheden zijn gekend:

� Vooruitmaking: recht om vóór de verdeling bepaalde goederen vooraf te nemen; de rest wordt verdeeld bij helften

� Ongelijke verdeling: toebedeling van meer dan de helft aan de LLE

� Verblijving: toebedeling van volledig GV aan de LLE

� Gevolgen:

� Vooruitmaking is ten bijz. titel: geen bijdrage schulden;

� Verdeling/verblijving is ten alg. titel: evenredige gehoudenheid tot de schulden

10/25/2013

18

Beding van vooruitmaking

� Vóór de verdeling van het GV wordt een geldsom, bepaalde goederen in natura of een hoeveelheid of een percentage van een bepaalde categorie van goederen, ‘vooruitgemaakt’ (art. 1457 B.W.)

� Na de vooruitmaking wordt het restant van het GV verdeeld (in principe bij helften – art. 1445 B.W., tenzij bijv. nog keuzebeding volgt).

� Afwijking van de gelijke verdeling van het GV, vermits de LLE 100% bekomt van de vooruitgemaakte goederen en (per hypothese) 50% van de rest van het GV. De bevoordeling van de LLE is bovendien zowel kwantitatief als kwalitatief.

Vooruitmaking – civiel

� De vooruitmaking situeert zich in een fase vóór de verdeling. Door de vooruitmaking worden bij de ontb. van het huwelijksvermogensstelsel de vooruitgemaakte goederen onmiddellijk, rechtstreeks en automatisch vooruitgemaakt aan de LLE. De verkrijging geschiedt op grond van het HC zelf.

� Is het beding optioneel bedongen dan is de vooruitmaking ook rechtstreeks op het HC geënt, zij het dat de vooruitmaking dan geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de LLE de optie licht.

� Van een overeenkomst van verdeling is hier dus geen sprake.

10/25/2013

19

Vooruitmaking – 1464

� Art. 1464, 2 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. gemeenschappelijke kinderen) is niet van toepassing indien de vooruitgemaakte goederen aanwinsten zijn. Zijn de vooruitgemaakte goederen niet-aanwinsten, ingebracht door de eerstoverleden echtgenoot, dan geldt art. 1464, lid 2 B.W. wel. Het gaat hier om een ‘kwantitatief’ en ‘kwalitatief’ huwelijksvoordeel.

� Dit is anders wanneer de vooruitmaking geschiedt onder last om een vergoeding te betalen aan het GV (of aan de NL). In dat geval is er geen kwantitatief voordeel.

Vooruitmaking – 1465

� Art. 1465 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. niet-gemeenschappelijke kinderen) is steeds van toepassing omdat afgeweken wordt van de verdeling van het GV bij helften van de aanwinsten, en dus ongeacht of de vooruitgemaakte goederen aanwinsten zijn of niet-aanwinsten ingebracht door de eerstoverleden echtgenoot. Dit laatste is wel bepalend voor de omvang van het aanrekenbaar huwelijksvoordeel.

� Dit is anders wanneer de vooruitmaking geschiedt onder last om een vergoeding te betalen aan het GV (of aan de NL). In dat geval is er geen kwantitatief voordeel.

10/25/2013

20

Vooruitmaking – fiscaal

� Vooruitmaking = huwelijksvoordeel, geen erfR. Geen succR op grond van art. 1 W.Succ.

� Wel succR op grond van art. 5 W. Succ., aangezien LLE meer dan ½ van het GV ontvangt

� Indien het GV de gezinswoning bevat en de LLE vraagt de vooruitmaking ervan (ev. onder last een opleg te betalen), dan bevat de NL geen gezinswoning en gaat de vrijstelling van de gezinswoning in de NL ‘verloren’. De vrijstelling wordt wel toegepast op de heffing van successierechten in hoofde van de LLE (op grond van art. 5 W.Succ.), althans indien de vooruitmaking niet onder last van een vergoeding plaatsvindt

Vooruitmaking – fiscaal

� Indien het GV OG bevat en één of meer OG worden vooruitgemaakt aan de LLE, dan zijn er op die vooruitmaking geen regR verschuldigd (geen delingsrechten – 2,5% in Vl.)

� De langstlevende verkrijgt die OG immers onmiddellijk bij de ontbinding van het stelsel en rechtstreeks en automatisch op grond van een beding uit het HC, en niet op grond van een (latere) overeenkomst van verdeling, ook al is de uitoefening van het beding optioneel

� Wel nood aan planning bij LLE

10/25/2013

21

Ongelijke verdeling – principes

� Bij bedingen van ongelijke verdeling wordt afgeweken van de wettelijke regel dat het GV bij helften wordt verdeeld (art. 1445 B.W.). Zo wordt het GV toebedeeld voor een ander breukdeel aan de LLE (bv. voor een groter deel van de helft: 2/3, 3/5, 3/4, 5/6 enz.; maar het kan even goed voor een kleiner deel dan de helft zijn).

� Extreem gesteld wordt het GV voor het geheel toebedeeld aan de LLE (genoemd het ‘verblijvingsbeding in volle eigendom)’ (0-100) of voor het geheel aan de eerststervende echtgenoot (100-0).

Daartussen zijn alle andere breukdelen mogelijk.

Ongelijke verdeling – principes

� Er is in dit geval een duidelijke afwijking van de gelijke verdeling van het GV. De bevoordeling van de langstlevende is kwantitatief.

� Door (het recht van de) ongelijke verdeling wordt bij de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel het GV onmiddellijk, rechtstreeks en automatisch anders dan bij helften toebedeeld aan de LLE. De verkrijging geschiedt met andere woorden op grond van het HC zelf.

� Is het beding optioneel bedongen dan is de ongelijke verdeling ook rechtstreeks op het HC geënt, zij het dat de ongelijke verdeling dan geschiedt onder de

opschortende voorwaarde dat de LLE de optie licht.

10/25/2013

22

Keuzebeding – civiel

� Van een overeenkomst van verdeling is hier dus evenmin sprake.

� Art. 1464, 2 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. gemeenschappelijke kinderen) is niet van toepassing indien het GV enkel aanwinsten bevat. Zijn er echter ook niet-aanwinsten ingebracht door de eerstoverleden echtgenoot, dan geldt art. 1464, 2 B.W. wel. Het gaat hier om een kwantitatief huwelijksvoordeel.

Keuzebeding – civiel

� Art. 1465 B.W. (aanrekenbaar huwelijksvoordeel t.a.v. niet-gemeenschappelijke kinderen) is steeds van toepassing omdat afgeweken wordt van de verdeling van het GV bij helften van de aanwinsten, en dus ongeacht of het GV aanwinsten bevat of niet-aanwinsten ingebracht door de eerstoverleden echtgenoot. Dit laatste is wel bepalend voor de omvang van het aanrekenbaar huwelijksvoordeel.

� Uitzondering: keuzebeding onder last: geen kwantitatief voordeel (ev. wel kwalitatief)

10/25/2013

23

Ongelijke verdeling – fiscaal

� De LLE verkrijgt (een groter deel dan de helft of het gehele) GV niet uit de NL, als erfgenaam, maar op grond van het HC, als huwelijksvoordeel. Art. 1 W.Succ. is derhalve niet van toepassing op de ongelijke verdeling.

� In de mate dat de LLE meer krijgt dan de helft van het GV zijn wel successierechten verschuldigd, op grond van art. 5 W.Succ.

� Opletten met de redactie van de aangifte van nalatenschap: NL is hier niet ½ van het GV. Best duidelijk zeggen wat onder 5 W.Succ. valt

Keuzebeding – fiscaal

� Indien het GV OG bevat en op een ongelijke wijze wordt verdeeld, dan zijn er op die ongelijke verdeling geen regR verschuldigd (geen delingsrechten – 2,5% in Vl). De LLE verkrijgt die ongelijk verdeelde OG immers onmiddellijk bij de ontbinding van het stelsel en rechtstreeks en automatisch op grond van een beding uit het HC , en niet op grond van een (latere) OVK van verdeling.

� Wordt het GV verdeeld volgens een bepaalde sleutel (bv. ¾ - ¼, of 99 %), dan zijn er bij de latere verdeling van de OG uiteraard wel delingsrechten

verschuldigd.

10/25/2013

24

Keuzebeding: uitoefening keuze

� Ongelijke verdeling onder optie = keuzebeding

� Meestal meerdere opties? Nut? Gelet op ‘vangnetbepaling’

� Bepalen van de keuze: simulaties maken naar succ.druk

� Vaak interessant dat de LLE een kindsdeel neemt, gelet op principes succR:

� Wie krijgt, die betaalt

� Hoe meer je krijgt, hoe meer je betaalt (progressiv.)

� Dus: hoe meer zielen, hoe meer vreugd (divide et impera)

Keuzebeding: uitoefening keuze

� De akte houdende vaststelling van de keuze:

� Wijze waarop keuze wordt uitgeoefend: opgelet met formulering: aangifte nalatenschap? Notariële akte?

� Bij OG: afzonderlijke akte, over te schrijven op hypotheekkantoor (nuttig bij latere verkoop OG door LLE + tegenstelbaarheid aan de SE van de overige erfgenamen)

� Uitoefenen van de keuze:

� In principe door LLE alleen (tenzij andere clausule)

� Bij twijfel (bijv. de ‘gezinswoning’, de ‘inboedel’): andere erfgen betrekken, zo mogelijk

10/25/2013

25

Keuzebeding onder last

� Zgn. ‘Casman clausule’

� Alles wat meer dan ½ GV is, onder vordering:

� LLE heeft meer dan ½ GV in bezit (feitelijk)

� Economisch gezien slechts ½ gelet op de Sv

� Gevolg: 5 W. Succ. niet toepasbaar. Overige erfgen. betalen wel succR op Sv. Bij overlijden LLE is Sv wel een Pas. in diens NL, voor zover nog niet voldaan

� Zekerheid al dan niet te voorzien ?

� Vervroegde betaling is steeds mogelijk

� Nuttig: vervroegde betaling alleen bij Be not. akte (bewijs van niet-betaling bij gebrek aan akte).

Last/vordering

� Nadelen:

� Risico voor erfgenamen

� Stiefkinderen: 1465: alleen kwantitatieve benadeling, niet kwalitatieve benadeling?

� Verlies voordeel vrijstelling gezinswoning voor de LLE (art. 5 W. Succ. niet toepasbaar)

� Overige erfgenamen alleen Sv = alleen RG = geen split tussen RG en OG

� OG naar één van de kinderen: alleen LLE is eigenaar. Taxatie aan schenkingsR of verkoopR (inbetalinggeving van OG)

� Fiscus begint hier tegen in het verweer te komen

10/25/2013

26

Combi-beding 1

� Een efficiënt verdelingsbeding combineert bijvoorbeeld drie bedingen:

� Optioneel beding van preferentiële toebedeling naar keuze (best beperkt tot de RG);

� Optioneel beding van vooruitmaking naar keuze;

� Optioneel beding van ongelijke verdeling naar keuze.

� De combinatie van deze drie bedingen (minstens van de laatste twee) biedt de mogelijkheid om het comfort van de langstlevende te maximaliseren en de fiscale druk te minimaliseren.

Combi-beding 1 – voorbeeld

� Het gemeenschappelijk vermogen bevat 50 OG (gezinswoning) en 50 RG (banktegoeden).

� De LLE kiest voor de vooruitmaking van de RG (zonder last) en voor de ongelijke verdeling van het GV (100/0 in het voordeel van de NL). Bij testament bekomt de LLE de volledige NL in VE.

� De NL is de facto onbelast wegens vrijstelling van de gezinswoning. Op de vooruitmaking wordt de LLE niet belast op grond van art. 5 W.Succ. omdat hij/zij niet meer dan de helft van het GV heeft verkregen.

10/25/2013

27

Combi-beding 1 – voorbeeld

� Er zijn dus geen successierechten verschuldigd. Er zijn ook geen registratierechten verschuldigd omdat de gezinswoning op grond van de ongelijke verdeling van het GV aan de NL toekomt (en niet op grond van een overeenkomst van verdeling).

� Wel planning nodig, gezien ganse vermogen bij de LLE is ‘geparkeerd’, hetgeen op zich niet interessant is.

Combi-beding 2

� Vermogensplanning met gezinswoning:

� Gezinswoning altijd in kavel eerststervende (geheel of voor 99 %) (= onvoorwaardelijke vooruitmaking);

� Keuzebeding voor de rest;

� De LLE stelt zijn/haar kavel dus samen met overige goederen, minstens tegenwaarde woning.

� Dan contractuele erfstelling (of testament) waarbij de eerststervende de gezinswoning (of 99 % ervan) vermaakt aan de LLE

� Voordeel: 2 x waarde gezinswoning vrij van successierechten

10/25/2013

28

Combi-beding 2

� Nadeel:

� Veronderstelt goede verstandhouding (inkortbaar)

� als de LLE niet plant, dan zit de gezinswoning voor 1/1 in haar nalatenschap (+ tegenwaarde ervan), wat duurder is dan wettelijk erfrecht

� Oplossingen:

� De langstlevende echtgenoot doet schenkingen onder de levenden van (deel) woning (of tegenwaarde);

� Testament met fideïcommis de residuo voor de helft van de woning. Bij overlijden LLE komt via het restlegaat de helft van de woning terug, zodat in de nalatenschap nog slechts de helft van de woning aanwezig is

Enkele nuttige clausules

� Beroepsgoederen – Gereedschappen en werktuigen

� Bijzondere vergoedingsrekeningen

� Correctie op betaling van interesten

10/25/2013

29

Gereedschappen en werktuigen

� Principes voor beroepsgoederen:

� Alleenbestuur: artt. 217 en 1417 BW

� Eigen, mits vergoeding aan het GV: art. 1400 BW

� Vergoeding is cf. 1435 BW minstens het uitgegeven bedrag

� Geen duidelijke wettelijke definitie van het begrip: wat wel en wat niet?

� Oplossingen:

� Clausule voorzien met definitie van begrip beroepsgoederen

� Clausule van voorafname voor goederen uit het GV, aan waarde bij ontbinding (veronderstelt dat die goederen in het GV zitten)

Gereedschappen en werktuigen

� Vergoedingsrekening aanpassen voor vergoeding door EV aan GV in zelfde zin (waarde ogenblik ontbinding) (veronderstelt dat de goederen in EV zitten)

� Clausule inlassen dat beroepsgoederen EV zijn, zonder vergoedingsplicht

� Is een ‘billijkheidscorrectie’. Best in elk HC te voorzien ?

10/25/2013

30

Vergoedingsrekeningen

� Ongeldig: beding dat alle vergoedingen uitsluit (in GS)

� Ongeldig: onweerlegbaar vermoeden dat de vergoedingen van dag tot dag zijn gebeurd

� Wel geldig: weerlegbaar vermoeden dat de vergoedingen van dag tot dag zijn gebeurd

� M.i. heeft deze clausule geen meerwaarde. Principe blijft dat wie vergoeding vordert, de bewijslast draagt, en het bewijs mag leveren met alle middelen van het recht (art 1436 B.W.). Meer zelfs, gelet op discussies is er risico dat men deze clausule aanvalt...

Aanzuiveren van vergoedingen tijdens het huwelijk

� Discussie: kan dit ?

� Stel: man beschikt over EV, dat hij investeert in GV. Mag het GV, wanneer voldoende actief beschikbaar is, het vergoedingsrecht aanzuiveren ?

� Meerderheidsopvatting: dit kan. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn opdat die echtgenoot weer eigen vermogen heeft (bijv. voor wederbeleg), of nog omdat het in het EV is beschermd tegen beroepsschulden mede-echtg.

� Minderheid: dit kan niet voor ontb. stelsel

� Opl: clausule in het HC: het mag + voorzien in bewijs, cf. art. 1399 BW (best financiële verrichting via bankrekeningen)

10/25/2013

31

Geen vergoeding voor betaling eigen schuld

� Stel: man heeft voorhuwelijks eigendom met hypoth. schuld. Wenst dit na huwelijk (met GS) verder alleen af te betalen en alleen eigenaar te blijven.

� Oplossing:

� Ofwel: uitsluiting uit GV van de inkomsten van de man ten belope van bedrag gelijk aan schuld in kapitaal en interest

� Ofwel: opheffing van de normaal toepasselijke vergoedingsregels ten belope van bedrag gelijk aan schuld in kapitaal en interest (best zo)

Correctie op interesten

� Principe: art. 1436 B.W.: vergoedingsrekeningen brengen interest op vanaf datum ontbinding stelsel

� Welke interest ? De wettelijke

� Stel: na de ontbinding zit iedereen stil. Traditionele hypothese bij aanwezigheid LLE. Dit terwijl de LLE recht heeft op vergoeding. Gevolg: als LLE toch vereffening vordert: R op interesten vanaf ontbinding

� Oplossing: beding in HC waarin wordt gesteld dat interest pas is verschuldigd bij verzoek tot vereffening

10/25/2013

32

Artt. 1464 en 1465

� Beperkt de mogelijkheden om te plannen, binnen de gekende grenzen

� Na wetswijziging misschien nog strenger

� Inbreng/keuzebeding kan zinvol blijven, want is dan een aanrekenbaar/inkortbaar huwelijksvoordeel, vooruit en buiten deel, daterend van datum (W)HC

� Kan worden vermeden als alle kinderen gemeenschappelijk zijn: adoptie aanbevelen ?

� Toepasbaarheid 1465 ? Ook inroepbaar door gemeenschappelijke kids? Discussie.

Inkorting en Succ.R.

� De inkorting van een schenking onder levenden heeft geen succR impact.

� De niet-uitkering van legaten heeft wel impact, want die goederen zitten dan nog wel in de NL.

� Inkorting van huwelijksvoordelen? Die goederen zijn nooit in de NL aanwezig geweest. Het waren huwelijksvoordelen, deel van de huwgemeenschap, die via weliswaar erfrechtelijke regels, inkortbaar zijn. Dit betekent echter niet dat die goederen ooit in de NL zaten, zodat m.i. geen succ.R. toepasselijk is. Dit is wel nog niet definitief beslist.

10/25/2013

33

Van SvG naar GS

� Kan vorm van vermogensplanning zijn bij (kinderloze) oudere echtparen, getrouwd onder SvG

� Overstappen naar GS met keuze of verblijvingsbeding (zelfs AG)

� Voordeel: alles naar de LLE (wel 1464 en 1465)

� Dit kan uiteraard ook via SvG + testament of Ctuele erfstelling, maar voordeel van GS is dat reeds ½ van het GV bij de LLE is, en er dus slechts op ½ SuccR verschuldigd is

� Kan afhankelijk van volgorde overlijden ook een nadeel zijn ...

Van SvG naar GS

� Nood aan boedelbeschrijving?

� Voorwerp van discussie: strikt genomen geen vereffening?

� Voorzichtigheid geboden?

� Nood aan hypothecaire publiciteit (bijv. van SvG naar AG), voor de OG?

� M.i. strikt genomen niet?

� Veiligheidshalve toch aangeraden, gezien HC anders geen publiciteit kent (hoewel, zie formaliteiten na Wijz. HC). Zie bijv. De Wulf: bekendmaking op alle hypotheekkantoren waar OG is gelegen ...

10/25/2013

34

Van GS naar SvG of beperkter GS

� Hier wel boedelbeschrijving vereist (als overstap van GS naar SvG)

� Van GS naar beperktere gemeenschap = de zgn. uitbreng

� Voor OG: verschuldigd worden van het delingsrecht (2,5 %)

� Voor RG: vast recht

� Nut: wederzijdse schenkingen

� Maar: nu op zwarte lijst van antirechtsmisbruik

� Nut: tontine/aanwas-beding

Levens- en groepsverzekeringen

� Aangewezen, gelet op controverses in rechtsleer en rechtspraak, de nodige clausules te voorzien in HC, voor wat betreft de vergoedingen;

� Wetswijziging op komst: nut van clausules blijft;

� Voorbeeld: De Wulf: “Afwijkend van artikel 128 van de wet

van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, verklarende aanstaande echtgenoten dat alle premiebetalingen metgemeenschappelijke gelden gedaan voor verzekeringen door deene of de andere echtgenoot afgesloten voor of tijdens het huwelijken waarvan het verzekerde kapitaal niet aan de gemeenschap zaltoekomen, door de echtgenoot-verzekeringsnemer of zijnrechthebbenden integraal en zonder beperking aan de

gemeenschap moeten worden vergoed”

10/25/2013

35

Erfrecht

� Contractuele erfstellingen

� Mogelijk, maar zelfzamer

� Voordeel: onherroepelijk (itt testament)

� Nadeel: latere schenkingen inroepbaar. Wel mogelijk andersluidend te stipuleren in het HC

� Wet Valkeniers:

� Ofwel alles ontnemen + oplijsten wat wel

� Ofwel erfR behouden + oplijsten wat niet

� In dit geval altijd goed opletten met erfR op de voorhuwelijkse goederen + de reeds geschonken goederen (uitsluiting art. 858bis B.W.)