Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen...

7
11/25/18 1 Hoogbegaafdheid en metacognitieve vaardigheden Marcel V. J. Veenman Instituut voor Metacognitie Onderzoek [email protected] © Hoogbegaafdheid (Terman, 1925) Intellectuele hoogbegaafdheid: IQ 130 Hoogbegaafdheid = intelligentie Intellectuele hoogbegaafdheid = potentieel-model (“belofte voor de toekomst”). Intelligentie is voor ca. 60% erfelijk bepaald. Intelligentie is niet trainbaar (“opwrijven van de thermometer”). Probleem 1: hoog-intelligente putjeschepper-op-zee (“onvervulde belofte”). Probleem 2: minder intelligente leerlingen die het tóch zeer goed doen (“onverwachte uitblinkers”). Hoogbegaafdheid = potentieel + motivatie en doorzettingsvermogen (Renzulli & Mönks) Hoogbegaafdheid = gerealiseerd potentieel (“vroegtijdig blijk geven van excellent presteren”) HB-lln. hebben de capaciteit om snel en effectief nieuwe informatie te verwerken en daardoor goed te presteren op een nieuwe taak (Elshout, 1988; Veenman, 2008). Wat zijn de factoren die voorspellen of iemand uitzonderlijk zal presteren in allerlei nieuwe situaties? Intelligentie en... Metacognitie: wat is dat? Kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te sturen en te controleren. Guido Gezelle (1893): “Denkt aleer gij doende zijt en doende, denk dan nog.

Transcript of Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen...

Page 1: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

1

Hoogbegaafdheid en metacognitieve vaardigheden

Marcel V. J. Veenman

Instituut voor Metacognitie Onderzoek [email protected]

©

Hoogbegaafdheid (Terman, 1925)

•  Intellectuele hoogbegaafdheid: IQ ≥ 130

Hoogbegaafdheid = intelligentie •  Intellectuele hoogbegaafdheid = potentieel-model

(“belofte voor de toekomst”).

•  Intelligentie is voor ca. 60% erfelijk bepaald. •  Intelligentie is niet trainbaar (“opwrijven van de

thermometer”).

•  Probleem 1: hoog-intelligente putjeschepper-op-zee (“onvervulde belofte”).

•  Probleem 2: minder intelligente leerlingen die het tóch zeer goed doen (“onverwachte uitblinkers”).

Hoogbegaafdheid = potentieel + motivatie en doorzettingsvermogen (Renzulli & Mönks)

Hoogbegaafdheid = gerealiseerd potentieel (“vroegtijdig blijk geven van excellent presteren”)

•  HB-lln. hebben de capaciteit om snel en effectief nieuwe informatie te verwerken en daardoor goed te presteren op een nieuwe taak (Elshout, 1988; Veenman, 2008).

•  Wat zijn de factoren die voorspellen of iemand

uitzonderlijk zal presteren in allerlei nieuwe situaties? Intelligentie en...

Metacognitie: wat is dat?

Kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te sturen en te controleren.

Guido Gezelle (1893): “Denkt aleer gij doende zijt en

doende, denk dan nog.”

!

Page 2: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

2

Metacognitie: wat is dat?

-  Oriëntatie & taakanalyse (Opdracht grondig lezen. Wat is de aard van de taak? Wat wordt er van me verwacht?)

-  Voorkennis activeren (Wat weet ik al? 2x) -  Doelen stellen (Wat moet ik bereiken?) -  Plannen (Hoe ga ik de taak aanpakken?) -  Plan systematisch uitvoeren (Stap-voor-stap) -  Monitoren (Jezelf in de gaten houden) -  Zelf-evaluatie (Heb ik mijn doel bereikt? 2x) -  Recapitulatie & reflectie (Conclusies trekken & terugkijken)

!

Kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te sturen en te controleren:

Cycli van metacognitieve vaardigheden bij taakuitvoering

Voorbereiding: Taakoriëntatie Doelstellen Plannen genereren

Zelf-evaluatie: Taakevaluatie Reflectie

Uitvoering: Plan volgen Monitoring

zelf-correctie

Nelson’s model (vergl. fabriek) & Zelfinstructies (Veenman, 2011, 2017)

Meta-niveau

Object-niveau(cognitief)

Controle Monitoring

Metacognitie en leerprestatie

Metacognitie bepaalt in hoge mate de leerprestatie (40%), en is daarmee belangrijker dan intelligentie, voorkennis, sociaal-economische-status, studie-motivatie etc. van de leerling (Veenman, 2008; Wang, Haertel, & Walberg, 1990).

Metacognitie kan succesvol worden getraind in leerlingen en

studenten van alle onderwijsniveaus (late-PO, VO & HO) => betere leerprestaties.

Metacognitieve ontwikkeling & het brein: Executieve Functies (inhibitie)

Ontwikkeling: Domein-specifieke vs. Algemene metacognitieve vaardigheden

•  Tot 12 jr. ontwikkelen metacognitieve vaardigheden zich op “verschillende eilandjes van goedgelijkende taken en domeinen” (Veenman & Spaans, 2005).

•  Vanaf 14 jr. zijn metacognitieve vaardigheden taak- en domeinoverstijgend van aard => algemeen repertoire (Van der Stel & Veenman, 2011).

tekst

inductiefleren

probleemoplossen

algemeenprogrammavan zelf-instructies

8 - 12 jr.14 jr. enouder

Page 3: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

3

Ontwikkeling: Domein-specifieke vs. Algemene metacognitieve vaardigheden

•  Sekseverschil: in deze overgang naar algemene metacognitieve vaardigheden lopen meisjes 1 jaar vooruit op jongens. Dus meisjes 13-14 jr. en jongens 14-15 jr. Jongens halen deze rijpingsachterstand dus later in => géén blijvend verschil (Veenman e.a., 2014).

tekst

inductiefleren

probleemoplossen

algemeenprogrammavan zelf-instructies

8 - 12 jr.14 jr. enouder

Metacognitie en intelligentie Sternberg (1990): “Metacognitie is centrale component

van intelligentie.” Hoog-intelligente leerlingen zouden dan ook over meer en

betere metacognitieve vaardigheden beschikken dan minder intelligente leerlingen.

Wat denkt u?

Intelligentie ≠ metacognitie (Veenman, 2008)

•  Ca. 500 leerlingen/studenten van verschillende leeftijden met diverse taken in allerlei domeinen (PO, VO & HO).

•  Bijdrage aan leerprestaties:

•  Intelligentie-uniek = 10% •  Metacognitie-uniek = 18% •  Gedeeld IQ-Meta = 22% •  Totaal = 50%

Het Onderwijsbewijs-project naar hoogbegaafdheid en metacognitie:

•  82 geselecteerde Pre-University studenten (5-VWO) vs. 71 controle klasgenoten.

•  Pre-studenten > controle klasgenoten, qua IQ (∆ = 8.4 IQ-punt)*, Metacognitie* & Leerprestatie*

•  Maar… hoog IQ (≥ 130) vs. overigen (IQ < 130), geen verschil in metacognitie.

•  Bij 45% van de hoog-IQ groep was de metacognitie matig tot zwak (≈ vergelijkbaar met overige leerlingen).

•  Conclusie: excelleren = IQ + Metacognitie +…

Het Onderwijsbewijs-project: Tweede studie •  Beschikbaarheidsdeficiëntie: slimme leerlingen kunnen het écht

niet => volledige training. •  Productiedeficiëntie: slimme leerlingen kunnen het wél, maar ze

doen het niet => metacognitieve hints.

•  Onderzoek: Leerlingen met metacognitieve hints vs. controle-leerlingen zonder hints.

•  Resultaat: Leerlingen profiteerden niet van metacognitieve hints. Ook leerlingen met IQ ≥ 130 profiteerden niet van hints.

•  Conclusie: Beschikbaarheidsdeficiëntie. Er is dus doorgaans geen sprake van onwil of luiheid om metacognitieve vaardigheden toe te passen. Ze beheersen deze vaardigheden écht niet.

Hoge intelligentie ≠ hoge metacognitie

•  Verklaring: sommige hoog-intelligente leerlingen worden in het VO onvoldoende uitgedaagd om metacognitieve vaardigheden te ontwikkelen.

•  Homo-economicus: Als je het VO met gemak doorloopt, louter door je hoge intelligentie, waarom zou je dan metacognitieve vaardigheden ontwikkelen?

•  Risico op latere studievertraging en uitval in 4VWO en WO/HO.

Page 4: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

4

Lage intelligentie ≠ lage metacognitie : goede metacognitie als compensatie

•  Sommige leerlingen compenseren voor hun relatief lagere intelligentie met goed ontwikkelde metacognitieve vaardigheden => Pre-University College & Universiteit.

•  Metacognitie Gymniasten met dyslexie > Gymniasten zonder dyslexie (recent onderzoek bij lln. 14-16 jr.).

Wat kunnen ouders & docenten voor leerlingen betekenen?

IQ-hoog IQ-laag (rel.)

Meta-hoog

Meta-laag

Slim & Meta-cognitief geordend => zeer goede leer- prestaties.

Minder slim, maar Metacognitief geordend en gedisciplineerd => redelijke leer- prestaties.

Slim, maar chaotisch => wisselende leer- prestaties.

Minder slim & chaotisch => zeer zwakke leer- prestaties.

X

Belang van adequate ‘diagnostiek’ voorafgaand aan metacognitieve instructie

1) Herkennen of een leerling zwak is qua metacognitie (bij metacognitief goede leerlingen kan rigide instructie & training zelfs schadelijk zijn => interferentie). 2) Vaststellen welke metacognitieve zwakheden optreden, zodat je metacognitieve instructie specifiek daarop kunt richten. Anders risico van verveling (“weten we al, kennen we al, doen we al”). Zeker bij HB-leerlingen. Maar… neem niet zomaar aan wat leerlingen zelf zeggen...

Meting van metacognitieve vaardigheid (Veenman, 2011, 2018)

Géén vragenlijsten: wat leerlingen zelf rapporteren op vragenlijsten (bv. ILS) correspondeert niet of nauwelijks met wat zij daadwerkelijk doen tijdens de uitvoering van een leertaak => supermarkt voorbeeld (Nisbett & Wilson, 1977) & rijexamen.

Observeren van metacognitieve vaardigheid (Veenman, 2011, 2015)

Dus observeren wat leerlingen daadwerkelijk doen tijdens de uitvoering van een leertaak (of huiswerk). Je vraagt het kind om een schooltaak hardop-denkend uit te voeren. Géén hulp geven, maar alleen nagaan welke metacognitieve activiteiten het kind spontaan vertoont. Globaal vaststellen of kind impulsief of juist bedachtzaam handelt: wel/geen voorbereiding, stapsgewijze uitvoering + monitoring, en wel/geen evaluatie). Nadeel: individuele afname is tijdrovend.

Training en instructie van Metacognitieve vaardigheden.

•  In tegenstelling tot intelligentie, blijkt metacognitie wél trainbaar te zijn en daardoor grote leerwinst te kunnen opleveren (Veenman, 2013).

•  Het gaat om het aanleren van vaardigheden: het kost leer-lingen tijd en moeite om die vaardigheden te verwerven.

Page 5: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

5

Metacognitieve vaardigheden zijn trainbaar, mits... (Veenman, 2013)

1) Metacognitieve instructie moet worden geïntegreerd met de leertaak om succesvol te kunnen zijn => geen aparte studievaardigheidslessen. 2) Het nut van metacognitieve activiteiten moet expliciet worden uitgelegd om leerlingen ertoe te brengen de extra inspanning van die activiteiten te leveren => Waarom vertalen in wat voor het kind van belang is (tijdwinst, minder fouten, & hogere cijfers). 3) Metacognitieve instructie moet over een langere periode worden gegeven om een (langdurig) effect te bewerk-stelligen => inslijpen door oefening.

WWW&H regel voor de instructie van metacognitie (Veenman, 1998, 2013)

Wat: welke metacognitieve activiteiten? Wanneer moeten die activiteiten worden toegepast? Waarom zijn die activiteiten noodzakelijk? Hoe moeten activiteiten worden uitgevoerd? (Vooral het Hoe en Waarom schieten weleens tekort.)

Individuele instructie: Stappenplan probleemoplossen

(Wat & Wanneer)

1)  Lees de gehele opdracht grondig door. 2)  Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet

komen. 3)  Welke getallen heb je nodig om dit probleem op te lossen? 4)  Plan vooraf de stappen die je moet nemen om dit probleem op

te lossen. 5)  Ga bij elke stap na of de uitkomst van je berekeningen klopt. 6)  Ga bij elke stap na of je vooruitgang boekt. 7)  Kun je aan het eind een conclusie trekken als antwoord op de

vraag?

Individuele instructie: Stappenplan tekstbestuderen

(Wat & Wanneer)

1)  Lees de gehele opdracht grondig door. 2)  Lees de titel en probeer in je eigen woorden te zeggen wat je

over dit onderwerp te weten moet komen. 3)  Ga na wat je al over dit onderwerp weet. 4)  Bedenk vooraf hoe je het lezen van de tekst gaat aanpakken:

waarop ga je je aandacht richten? 5)  Ga bij elke zin of alinea na of je begrijpt wat er staat. 6)  Ga bij elke alinea na wat je nu meer weet over het onderwerp. 7)  Maak aan het eind een samenvatting in eigen woorden: weet je

nu voldoende over het onderwerp van de tekst?

Instructiemethode stappenplan (Waarom & Hoe)

Modeling: - stap voordoen terwijl u uitlegt Waarom & Hoe u dat doet; - stap laten uitvoeren door het kind terwijl u het kind helpt indien nodig; - stap geheel zelfstandig laten uitvoeren door kind; - kind laten oefenen met stap.

Principes modeling: - de stappen één-voor-één aanbieden;

- niet teveel stappen per sessie; - bij elke nieuwe sessie dienen eerdere stappen kort te worden herhaald en geoefend door het kind.

Impliciete vs. expliciete instructie: docent als rolmodel (Veenman, Haan, & Dignath, 2009)

•  Omdat docenten experts in hun vak zijn, passen zij zelf ook metacognitieve vaardigheden toe, maar...

•  Geen instructie: niet zichtbaar/hoorbaar. •  Impliciete instructie: docenten wijzen leerlingen niet

expliciet op waarom je dat moet doen. (vb. gemaakte fouten op het bord uitwissen).

•  Expliciete instructie (< 3%): bij elke meta-cognitieve vaardigheid wordt expliciet aandacht besteed aan de WWW&H regel:

(“Dit is plannen…, dat doe je zo…, en dat doe je hier omdat je dan…”).

Page 6: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

6

Expliciete instructie: Suggesties

•  Ouders/docenten moeten zich bewust worden van de metacognitieve vaardigheden die zij zélf toepassen, maar ook van de vaardigheden die zij niet (hardop) toepassen;

•  Ouder/docent als rolmodel: expliciete instructie van elke metacognitieve activiteit, vooral ook over het waarom van elke activiteit;

•  Monitoring en evaluatie verdienen meer aandacht;

•  Wees alert op ‘metacognitieve opmerkingen’ van kinderen (“Da’s handig!”) en reageer altijd daarop met expliciete instructie.

Wat te doen wanneer uw kind in verzet gaat? (“doe ik al, niet nodig, geen zin in…”)

•  Dwingen heeft geen zin, overreden wel (“probeer het een tijdje uit, dan kun je zelf ervaren dat het werkt.”).

•  Kost in eerste instantie moeite, maar gaat je daarna juist tijds-besparing opleveren => doelgerichter & minder fouten.

•  Ultieme argument: minder fouten => levert hoger cijfer op. •  Lange-termijn perspectief is lastig voor pubers: misschien lijkt

het nu niet nodig, maar straks (bovenbouw VO, of WO) kun je in problemen komen (onvoldoendes, studie-uitval).

Erasmus+ project SCOL Leiden – overzicht metacognitieve training PO-8

Meta training of teachers

Pretest MetaPlant task

discoverybiology

Meta training of students

Posttest MetaOtter task

math &reading

discoverybiology

Conclusies Erasmus+

•  Metacognitieve training door docenten verbeterde de metacognitieve vaardigheden van leerlingen, in vergelijking tot controlegroep zonder training.

•  Des te langer de training periode voor leerlingen, des te sterker het effect op metacognitie.

•  Transfer van leren van getrainde taken naar andersoortige taak met andere inhoud => niet een truukje geleerd, maar een toepasbare vaardigheid verworven.

•  Meta-training op verschillende taken (parallel), waarbij op overeenkomsten in gebruik van Meta’s wordt gewezen.

Metacognitief organiseren van studie- en huiswerk (macro-niveau)

•  Agenda-gebruik (planning/werkverdeling). •  Vaste, rustige werkplek om huiswerk te maken. •  Afleiders (smart phone, tablet, TV, computerspelletjes). •  Werktijden (tijdsplanning, balans met nevenactiviteiten, maar

vooral ook voldoende slaap). •  Verschillende schriften voor verschillende vakken (of werk

organiseren in folders/files op de computer). •  Voorbereiding: ‘s avonds tas inpakken voor de volgende dag

(benodigde boeken, schriften, gymkleren etc.). •  Na school, thuis bespreken wat er die dag goed is gegaan

(pluim geven), en daarna wat er fout is gegaan en waarom (niet afkeuren, maar om ervan te leren).

Organiseren van studie- & huiswerk •  Ervaart de leerling (uw kind) het organiseren van studie- &

huiswerk ook zelf als een probleem? => het kind heeft de bereidheid om er iets aan te doen.

•  Afspraken niet eenzijdig opleggen of afdwingen => contraproductief omdat het dan een gevecht tegen elkaar i.p.v. met elkaar wordt.

•  Samen tot afspraken komen & ook samen bespreken indien het kind zich niet aan gemaakte afspraken kan houden (maak het kind medeverantwoordelijk).

•  Geef positieve feedback wanneer iets wél lukt (veel effectiever dan verwijten, zeuren, dreigen of straf).

•  Wees geïnteresseerd en aanspreekbaar voor vragen (niet om controle uit te oefenen).

Page 7: Hoogbegaafdheid en Hoogbegaafdheid metacognitieve … · 2018. 11. 27. · 2) 2)Probeer in je eigen woorden te zeggen wat je te weten moet komen. 3) Welke getallen heb je nodig om

11/25/18

7

Practische suggesties voor het organiseren van studiewerk

•  Neem samen de agenda van het kind door & leer het kind hoe schoolwerk in te plannen en te spreiden in tijd.

•  Plan ook nevenactiviteiten in de agenda, evenals ontspanning en beoogde bedtijd.

•  Laat het kind aan de hand van een overvolle agenda zien dat er keuzes moeten worden gemaakt => laat het kind zelf prioriteiten stellen (maar stel wel vragen).

•  Wees een goed voorbeeld door te laten zien hoe u zelf zo’n planning uitvoert.

•  Leg vooral uit wat het nut voor het kind is (Wat heb je er aan?).

•  Bij gesteggel over gebruik smart phone, laat het kind zelf ‘turven’ hoeveel keer de smart phone gebruikt wordt tijdens het maken van huiswerk (bewustwording).

In een notendop…

•  Hoogbegaafdheid kan worden opgevat als gerealiseerd potentieel, gekenmerkt door een hoog niveau van zowel intelligentie als metacognitieve vaardigheid.

•  Metacognitie is de belangrijkste factor in het leerproces (40%). •  Metacognitie wordt verworven tijdens de late kindertijd &

adolescentie. Vanaf 14-15 jaar: algemeen repertoire. •  Ook hoog-intelligente kinderen kunnen zwak zijn qua metacognitie

(beschikbaarheidsdeficiëntie). Omgekeerd kunnen minder intelligente kinderen compenseren met adequate metacognitie.

•  Herkenning van metacognitieve zwakheden: gebruik géén vragenlijsten => observeer kind tijdens de taakuitvoering.

•  Metacognitie kan worden getraind: geef expliciete metacognitieve instructies van WWW&H (ouder/docent = rolmodel).

In een notendop…

•  Het heeft dus geen zin om alleen maar tegen kinderen te zeggen dat zij moeten plannen, of hun uitkomsten moeten controleren, of een samenvatting moeten maken van een tekst.

•  Essentieel is de uitleg waarom zij dat zouden moeten doen: wat schieten zij er zélf mee op? (minder tijd, minder fouten, hogere cijfers)

•  Meestal moet ook worden uitgelegd hoe je een plan maakt, hoe je controleert, of hoe je een samenvatting maakt.

•  Pas metacognitie ook toe op macro-niveau van studie- & huiswerk.

[email protected]