Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 4 - eu-re-ka.nleu-re-ka.nl/ANW/H4 HANDOUTS inleiding.pdf · 2 4 Metaalbinding...

3
1 Indeling soorten stoffen Indeling soorten stoffen 1 Als de stof uitsluitend uit metaalatomen bestaat: 1 Als de stof uitsluitend uit metaalatomen bestaat: Metaal of legering Metaal of legering 3 Als de stof zowel uit zowel metalen als nietmetalen bestaat: 3 Als de stof zowel uit zowel metalen als nietmetalen bestaat: zout zout 2 Als de stof uitsluitend uit nietmetalen bestaat: 2 Als de stof uitsluitend uit nietmetalen bestaat: moleculaire stof moleculaire stof Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 4 §4.1 Metaal of legering Metaal of legering Positieve atoomrompen van de metaalatomen worden bijeengehouden door vrij bewegende “valentie- elektronen. Dit heet een “METAALBINDING” Positieve atoomrompen van de metaalatomen worden bijeengehouden door vrij bewegende “valentie- elektronen. Dit heet een “METAALBINDING” §4.1 moleculaire stof moleculaire stof In het molecuul heersen de sterke (intramoleculaire) atoombindingen. Tussen de moleculen onderling heersen de veel zwakkere (intermoleculaire) molecuulbindingen. In het molecuul heersen de sterke (intramoleculaire) atoombindingen. Tussen de moleculen onderling heersen de veel zwakkere (intermoleculaire) molecuulbindingen. Deze stoffen zijn opgebouwd uit aparte losse moleculen. Ze komen zowel als vloeistof, gas als vast voor. Ze geleiden over het algemeen geen stroom. Ze komen voor als ontleedbare stof en als onontleedbare stof. bv H 2 O, NH 3 , S 8 , Cl 2 Deze stoffen zijn opgebouwd uit aparte losse moleculen. Ze komen zowel als vloeistof, gas als vast voor. Ze geleiden over het algemeen geen stroom. Ze komen voor als ontleedbare stof en als onontleedbare stof. bv H 2 O, NH 3 , S 8 , Cl 2 §4.1 zout zout Worden ook wel ionaire of ionogene stoffen genoemd. Hier bevinden zich positieve en negatieve ionen in een ionrooster. Het zijn vaste stoffen met hoog smeltpunt. Het zijn ontleedbare stoffen Geleiden alleen stroom in gesmolten of opgeloste toestand. Worden ook wel ionaire of ionogene stoffen genoemd. Hier bevinden zich positieve en negatieve ionen in een ionrooster. Het zijn vaste stoffen met hoog smeltpunt. Het zijn ontleedbare stoffen Geleiden alleen stroom in gesmolten of opgeloste toestand. §4.1 Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen. Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen. Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals- binding TUSSEN de moleculen. Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals- binding TUSSEN de moleculen. atoombinding molecuulbinding Als voorbeeld een moleculaire stof I 2 (s) §4.1 Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen. Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen. Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals- binding TUSSEN de moleculen. Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals- binding TUSSEN de moleculen. atoombinding molecuulbinding Dit geldt ook voor gas(mengsel) §4.1

Transcript of Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 4 - eu-re-ka.nleu-re-ka.nl/ANW/H4 HANDOUTS inleiding.pdf · 2 4 Metaalbinding...

1

Indeling soorten stoffenIndeling soorten stoffen

1 Als de stof uitsluitend uit metaalatomen bestaat:1 Als de stof uitsluitend uit metaalatomen bestaat:

Metaal of

legering

Metaal of

legering

3 Als de stof zowel uit zowel metalen als nietmetalen

bestaat:

3 Als de stof zowel uit zowel metalen als nietmetalen

bestaat:

zoutzout

2 Als de stof uitsluitend uit nietmetalen bestaat:2 Als de stof uitsluitend uit nietmetalen bestaat:

moleculaire

stof

moleculaire

stof Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 4

§4.1

Metaal of

legering

Metaal of

legering

Positieve atoomrompen van de metaalatomen worden

bijeengehouden door vrij bewegende “valentie-

elektronen.

Dit heet een “METAALBINDING”

Positieve atoomrompen van de metaalatomen worden

bijeengehouden door vrij bewegende “valentie-

elektronen.

Dit heet een “METAALBINDING”

§4.1

moleculaire

stof

moleculaire

stof

In het molecuul heersen de sterke

(intramoleculaire) atoombindingen.

Tussen de moleculen onderling heersen de veel

zwakkere (intermoleculaire) molecuulbindingen.

In het molecuul heersen de sterke

(intramoleculaire) atoombindingen.

Tussen de moleculen onderling heersen de veel

zwakkere (intermoleculaire) molecuulbindingen.

Deze stoffen zijn opgebouwd uit aparte losse moleculen.

Ze komen zowel als vloeistof, gas als vast voor.

Ze geleiden over het algemeen geen stroom.

Ze komen voor als ontleedbare stof en als onontleedbare

stof.

bv H2O, NH3, S8, Cl2

Deze stoffen zijn opgebouwd uit aparte losse moleculen.

Ze komen zowel als vloeistof, gas als vast voor.

Ze geleiden over het algemeen geen stroom.

Ze komen voor als ontleedbare stof en als onontleedbare

stof.

bv H2O, NH3, S8, Cl2

§4.1zoutzout

Worden ook wel ionaire of ionogene stoffen genoemd.

Hier bevinden zich positieve en negatieve ionen in

een ionrooster.

Het zijn vaste stoffen met hoog smeltpunt.

Het zijn ontleedbare stoffen

Geleiden alleen stroom in gesmolten of opgeloste

toestand.

Worden ook wel ionaire of ionogene stoffen genoemd.

Hier bevinden zich positieve en negatieve ionen in

een ionrooster.

Het zijn vaste stoffen met hoog smeltpunt.

Het zijn ontleedbare stoffen

Geleiden alleen stroom in gesmolten of opgeloste

toestand.

§4.1

Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen.

Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen.

Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding TUSSEN de moleculen.

Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding TUSSEN de moleculen.

atoombinding

molecuulbinding

Als voorbeeld een moleculaire stof I2 (s)

§4.1

Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen.

Sterke atoombinding ofwel covalente binding IN de moleculen.

Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding TUSSEN de moleculen.

Zwakke molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding TUSSEN de moleculen.

atoombinding

molecuulbinding

Dit geldt ook voor gas(mengsel)

§4.1

2

4 Metaalbinding4 Metaalbinding

1 Atoombinding ofwel covalente binding1 Atoombinding ofwel covalente binding

2 Molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding2 Molecuulbinding ofwel Vanderwaals-binding

3 Ionbinding3 Ionbinding

Soorten bindingenSoorten bindingen

Ionogene binding wordt veroorzaakt door de elektrostatische aantrekking tussen tegengesteld geladen ionen in een ionen-rooster.

De ionbinding is zeer sterk, maar wordt in water 80 maal zwakker.

Veel zouten kunnen dan ook in water oplossen waarbij de ionen vrij gaan bewegen.

Ionogene binding wordt veroorzaakt door de elektrostatische aantrekking tussen tegengesteld geladen ionen in een ionen-rooster.

De ionbinding is zeer sterk, maar wordt in water 80 maal zwakker.

Veel zouten kunnen dan ook in water oplossen waarbij de ionen vrij gaan bewegen.

§4.1

ATOOMROOSTERATOOMROOSTER

IONROOSTERIONROOSTER

MOLECUULROOSTERMOLECUULROOSTER

METAALROOSTERMETAALROOSTER

In de vaste vorm kennen we 4 roostertypen

§4.1

De metaalbindingDe metaalbinding

In een metaal liggen de atomen keurig in een rooster

gerangschikt. Het metaalrooster.

De positieve atoomresten (atoomrompen) hebben een

vaste positie in het rooster.

De negatieve valentie-elektronen bewegen rond de

kernen en kunnen van de ene kern naar de andere

overgaan en zich zo door het rooster bewegen. Deze

elektronen houden de kernen bijeen, als een “soort

gasvormige lijm”.

De metaalbinding is sterk. Metalen zijn vaste

onontleedbare stoffen met meestal hoge kook- en

smeltpunten.§4.1

+

+

+ +

+ +Deze metaalbinding is zeer sterk.

Metalen hebben over het algemeen hoge smelt-

en kookpunten.

De metaalbindingDe metaalbinding

Deze verplaatsing van elektronen door het

metaal zonder invloed van buiten noemt men

“elektronenDRIFT”.§4.1

++ +

stroomgeleidingstroomgeleiding

+ +

batterij

De verplaatsing van elektronen door het metaal

onder invloed van elektrische spanning noemt

men “elektrische STROOM”.

+-

§4.1

In hoofdstuk 4 worden de “zouten” besproken.

Zouten zijn opgebouwd uit metalen enerzijds

en niet-metalen anderzijds.

Voorbeelden van zouten:

NaCl, Al2O3, K2S, FeBr2, Cu3N2, UF6

Sommige zouten lossen slecht of zeer slecht

op in water. Het lijkt of ze onoplosbaar zijn.

We noemen dit de slecht oplosbare zouten.

Voorbeelden van slecht oplosbare zouten:

Al2O3, AgCl, PbS AgCl(aq) bestaat dus niet.

§4.2

3

Voorbeelden van goed oplosbare zouten:

NaCl, K2S, FeCl3

Veel zouten lossen echter wel (goed) op. Dit

oplossen gaat echter op geheel andere wijze

dan bij de moleculaire stoffen.

In zouten heeft het metaal altijd een positieve

lading (+1 of +2 of +3 enz) en het niet-metaal

een negatieve lading (-1, -2 enz).

Het zout zelf is altijd neutraal.

§4.2

Voorbeelden van ladingen in zouten:

NaCl: Na heeft lading +1

Cl heeft lading 88

K2S: K heeft lading +1

S heeft lading 88

FeBr3: Fe heeft lading +3

Br heeft lading 88.

CuO: Cu heeft lading +2

O heeft lading 88

§4.2

POSITIEF

(MEESTAL

METAALIONEN)

POSITIEF

(MEESTAL

METAALIONEN)

NEGATIEF

(MEESTAL

NIETMETAAL-

IONEN)

NEGATIEF

(MEESTAL

NIETMETAAL-

IONEN)

Er zijn dus 2 soorten lading §4.2

ENKELVOUDIGE IONEN

INDELING VAN DE DIVERSE SOORTEN IONEN

POSITIEVE

IONEN

NEGATIEVE

IONEN

SAMENGESTELDE IONEN

ENKELVOUDIGE IONEN

SAMENGESTELDE IONEN

§4.2

ENKELVOUDIGE IONEN

INDELING VAN DE DIVERSE SOORTEN IONEN

POSITIEVE

IONEN

NEGATIEVE

IONEN

SAMENGESTELDE IONEN

ENKELVOUDIGE IONEN

SAMENGESTELDE IONEN

Li+, Fe3+

NH4+

S2-, F-

SO42-, OH-