Hoofdstuk 4.1

111

Transcript of Hoofdstuk 4.1

Page 1: Hoofdstuk 4.1
Page 2: Hoofdstuk 4.1

De vorige keer...

De vorige update werd Ruby tiener.Magda beviel van een dochter, Rachel.

Joëll werd kind.En Jairo en Tyler gingen naar de uni, waardoor dit hoofdstuk 4 is.

...

Ja, dat waren wel de belangrijkste punten.

Als dat je niets zegt, kijk dan even terug naar het vorige hoofdstuk.

Weet je wel waar het over gaat? Dan kan je verder! ->

Page 3: Hoofdstuk 4.1

‘Zo, dat was de laatste kleding,’ zegt Jairo en met een zucht duwt hij de la dicht. ‘Ik heb nog wel wat andere stuff, maar dat komt later wel. Ik vind dat ik nu genoeg heb gedaan.’ Hij kijkt naar Tyler. ‘Al klaar met chagrijnig doen?’

Universiteit

Page 4: Hoofdstuk 4.1

‘Ik doe niet chagrijnig, ik vind het gewoon stom,’ moppert Tyler. ‘Het huis van de studentenvereniging staat leeg, wij zijn degenen die daar mogen gaan wonen, dus waarom moeten we dan eerst een semester hier doorbrengen?’

Page 5: Hoofdstuk 4.1

‘Dat zijn nou eenmaal de regels,’ zegt Jairo redelijk. ‘Als ze voor ons een uitzondering zouden maken, zou iedereen dat willen en dat kunnen ze niet hebben.’

Page 6: Hoofdstuk 4.1

‘Maar het is ook een stomme regel,’ houdt Tyler koppig vol. ‘Nu zitten we een semester in dit huis, waar we rekening moeten houden met een tiental andere studenten. En er is niet eens plek om een goed feest te geven!’

‘Je moet dit positief bekijken.’

‘Positief? Wat is hier nou positief aan?’

Page 7: Hoofdstuk 4.1

‘Ten eerste hebben we een semester dat we niet zelf voor het hele huishouden hoeven te zorgen en zo, er wordt hier zelfs eten gekookt voor ons. En ten tweede... Hier kan je nu een hoop nieuwe vrienden maken, die je dan kan uitnodigen op de feestjes die je wil gaan geven.’

Tyler’s ogen beginnen te glimmen. ‘En hier kan ik ook makkelijk nieuwe meisjes ontmoeten. Je hebt helemaal gelijk, zo slecht is dit nog niet.’ Zijn humeur is helemaal omgeslagen. Tyler staat snel op en loopt vrolijk de kamer uit, op zoek naar het vrouwelijk schoon.

Verbaasd kijkt Jairo zijn broer na. Dan haalt hij zijn schouders op en loopt hij naar een van de overgebleven dozen en haalt hij een boek tevoorschijn om lekker te kunnen lezen, nu het rustig is.

Page 8: Hoofdstuk 4.1

Zachtjes zingt Magda een liedje voor Rachel, in de hoop haar wat slaperig te krijgen. ‘Een schaap met witte voetjes, die drinkt zijn melk zo zoetjes.’ Maar helaas, Rachel heeft nog geen zin om een dutje te doen.

Challengefields 1

Page 9: Hoofdstuk 4.1

Sterker nog, ze geeft helemaal geen reactie op het liedje. Iets wat Ruben niet prettig vindt. ‘Het lijkt wel alsof ze het liedje helemaal niet hoort,’ zegt hij dan ook tegen Magda.

Page 10: Hoofdstuk 4.1

‘Volgens mij is het gewoon een stil meisje,’ zegt Magda. Ze trekt wat gekke gezichten en hoewel ze niet hardop lacht, glimlacht Rachel wel vrolijk naar haar moeder. ‘Een vrolijk maar stil meisje. En zo erg is dat niet, met al het kabaal dat haar broers maken.’

Page 11: Hoofdstuk 4.1

‘Hmm, ik weet het niet,’ mompelt Ruben. Hij kijkt nog een tijdje bezorgd toe, maar als Rachel haar vrolijke gezichtje zijn kant opdraait, moet hij toch ook een beetje glimlachen.

Page 12: Hoofdstuk 4.1

‘Ach ja,’ zegt Magda. ‘Zelfs als er iets is, kunnen we er nu weinig aan veranderen. Maar kijk nou hoe vrolijk en lief ze is. Als ze echt ergens last van zou hebben, zou ze dat toch laten merken?’

‘Waarschijnlijk wel,’ zegt Ruben, maar zijn zorgen worden er nog niet minder van. Hij besluit voorlopig goed op Rachel te letten, meer kan hij toch nog niet doen.

Page 13: Hoofdstuk 4.1

‘Ja ja, ik kom al!’ roept Britt als er ongeduldig nog een paar keer op de bel wordt gedrukt. ‘Ik lig er niet naast, hoor,’ moppert ze.

Challengefields 6

Page 14: Hoofdstuk 4.1

Dan doet ze de deur open. Voor ze verder ook maar iets kan zeggen of doen, wordt er enthousiast geroepen; ‘Britt!’

Verschrikt zet Britt snel een paar passen achteruit.

Page 15: Hoofdstuk 4.1

Dan vliegt Tim haar om de nek. ‘Britt!’ roept hij weer net zo enthousiast. ‘Britt, je gelooft het niet! Ik wordt vader!’

Page 16: Hoofdstuk 4.1

Wanneer ze Tim een beetje heeft weten te kalmeren, neemt Britt hem mee naar haar kamer. Zelf gaat ze op de bank zitten, maar Tim is daar veel te onrustig voor en hij blijft door de kamer heen lopen. ‘We kwamen er vanmorgen achter,’ vertelt hij. ‘Ze heeft helemaal geen last gehad van misselijk zijn of dat soort dingen, dus toen ze vanmorgen een schop voelde, was dat echt een verrassing.’

Page 17: Hoofdstuk 4.1

‘En ze is zo mooi! Dat buikje. Ze loopt zelf te mopperen dat het lijkt alsof ze een bal heeft ingeslikt, maar ik vind haar prachtig. Want in dat buikje, daar zit mijn zoon of dochter!’

Page 18: Hoofdstuk 4.1

‘En ze heeft gezegd dat ik een naam mag kiezen.’ Al vertellend loopt Tim verder door de kamer heen. ‘Ze zegt dat ze het kindje het niet kan aandoen haar een naam te laten kiezen, aangezien haar ouders haar Lieffie hebben genoemd en zij die genen heeft, dus ze vindt dat ze zelf geen mooie naam zal kunnen kiezen. Onzin natuurlijk, maar ze staat erop.’

Page 19: Hoofdstuk 4.1

‘En ik ben niet gek, ik ga geen ruzie maken met een zwangere vrouw. Ik heb geen zin om op de bank te slapen. Theoretisch gezien dan, want er zijn genoeg bedden in huis, maar ik wil niet mijn eigen bed uit geschopt worden. Maar ik heb dus al namen bedacht. Als het een jongetje is, vernoem ik hem naar mij, en als het een meisje is, vernoem ik haar naar mijn moeder.’

Page 20: Hoofdstuk 4.1

‘Ik zou een jongetje ook naar mijn vader kunnen vernoemen, maar Constantijn is zo lang, en er is niet echt een leuke variatie op te verzinnen, vind ik. En Tjerk, zoals mijn opa, vind ik ook niet ideaal. Maar van Ann zijn er natuurlijk een heleboel variaties mogelijk. Dus dan is het-’

‘Tim, hou je kop,’ zegt Britt giechelend en Tim kijkt haar een beetje schaapachtig aan.

‘Oeps, ik was aan het ratelen, hè?’

Page 21: Hoofdstuk 4.1

‘Nogal,’ zegt Britt en ze staat grinnikend op. ‘Maar deze keer vergeef ik het je. Je wordt vader, dat is ook niet niks.’ Ze slaat haar armen om Tim heen. ‘Gefeliciteerd.’

‘Dank je,’ zegt Tim. ‘En ik weet zeker dat jij zijn of haar favoriete tante wordt.’

‘Ik wil best een tante voor je kleintje zijn. Maar ik trek de grens bij luiers verschonen, dat doe je zelf maar!’

Page 22: Hoofdstuk 4.1

‘Gerda en Teun zijn nog steeds samen,’ vertelt Romeo. ‘Verschrikkelijk. Ze zijn al samen sinds we de middelbare begonnen en ze worden alleen maar kleffer. Ze brengen al hun tijd samen door! Teun maakt soms nog een moment vrij om te kunnen voetballen of zo, maar wanneer we dan klaar zijn, staat Gerda op hem te wachten en vallen ze elkaar in de armen alsof ze elkaar jaren niet hebben gezien. Ik snap niet dat hij er niet gek van wordt, dat ze continu aan hem hangt.’

Challengefields 8

Page 23: Hoofdstuk 4.1

Ruby grinnikt. ‘Zij vinden dat blijkbaar wel leuk. Ik durf te wedden dat Victoria en Fred over een tijdje ook een koppel zullen worden. Ze zien het misschien zelf nog niet, maar dat komt wel. Al moet ik er ook niet aan denken, mijn hele leven met maar een iemand doorbrengen. Een aantal leuke dates, prima, maar ik hoef ook geen huisje boompje beestje.’

‘Je bent echt een vrouw naar mijn hart,’ zegt Romeo met een grijns. ‘Als ik een serieuze relatie zou willen, zou het met iemand als jij zijn. Het is balen dat we familie zijn, anders zou ik je best aan een aantal van die droomdates voor je levenswens willen helpen.’

Page 24: Hoofdstuk 4.1

Daar denkt Ruby even over na. Dan krijgt ze een klein glimlachje op haar gezicht. ‘Maar waarom zou het eigenlijk niet kunnen? We zijn familie, ja, maar je bent mijn achterneef. Het is niet alsof we broer en zus zijn of zo. En we weten van elkaar dat we geen van beiden iets serieus willen, dat levert dan ook geen problemen op. Dus waarom zouden wij het niet ook op die manier gezellig kunnen hebben?’

Page 25: Hoofdstuk 4.1

‘Meen je dat serieus?’ vraagt Romeo verbaasd.

‘Ja, dat meen ik,’ zegt Ruby. ‘Niet alleen dat, maar je bent mijn beste vriend. Ik zou mijn eerste zoen wel willen hebben met iemand die ik vertrouw. En van iedereen die ik ken, vertrouw ik jou het meeste.’ Dan grinnikt ze. ‘Of durf je me soms niet te zoenen?’

Page 26: Hoofdstuk 4.1

Romeo’s mond valt open. ‘Of ik dat niet durf? Pff, natuurlijk durf ik dat.’

‘Wil je het ook?’

Met een glimlach komt Romeo overeind. ‘Dat wil ik best.’

Page 27: Hoofdstuk 4.1

‘Kom dan,’ zegt Ruby met een grijns.

Met een zelfde grijns leunt Romeo over Ruby heen. Even kijken ze elkaar zo aan en dan leunen ze langzaam naar elkaar toe.

Page 28: Hoofdstuk 4.1

‘Romeo!’ klinkt het dan plots en de kamerdeur vliegt open.

‘Whaa, auw! Shit, dat doet zeer!’

Page 29: Hoofdstuk 4.1

Verbaasd kijkt Quinten naar Romeo, die kreunend op de grond ligt. ‘Gaat het wel goed?’ vraagt hij.

Page 30: Hoofdstuk 4.1

Bij Romeo komt er alleen wat onverstaanbaar gemopper vandaan, waar Ruby om moet giechelen. ‘Dat gebeurt jou weer,’ lacht ze.

Page 31: Hoofdstuk 4.1

‘Maar echt, wat een verschrikkelijke timing heeft dat broertje van mij,’ zegt Romeo zachtjes, zodat alleen Ruby het hoort. ‘Ik overleef het wel,’ voegt hij er wat luider aan toe, zodat Quinten het hoort. ‘Waar kwam je eigenlijk voor?’

‘Het eten is bijna klaar. En mama wil weten of Ruby ook mee eet,’ zegt Quinten.

‘Kan niet,’ zegt Ruby. ‘Mijn moeder verwacht me thuis met het eten.’

Page 32: Hoofdstuk 4.1

Quinten kijkt nog even verward van de een naar de ander. Dan schudt hij zijn hoofd. ‘Ik wil het niet eens weten,’ mompelt hij. Dan voegt hij er op normale toon aan toe; ‘Komen jullie dan mee naar beneden?’

‘Jup,’ zegt Ruby. Ze helpt Romeo overeind, voor ze nog zachtjes lachend achter Quinten aanloopt. ‘Ik zie je morgen op school, Romeo. En we komen hier later nog wel op terug.’

Page 33: Hoofdstuk 4.1

In de woonkamer van het hoofdhuis is het een enorm lawaai. Alleen de bewoners van het huis zelf zijn aanwezig, maar de jongens doen alledrie hun best om zo hard mogelijk voor de jarige Rachel te zingen en juichen.

Challengefields 1

Page 34: Hoofdstuk 4.1

Rachel let niet op het lawaai, zij vindt de bewegende vlammetjes veel mooier en krijgt een lach op haar gezicht wanneer haar vader de kaarsjes uitblaast. Dan gooit Ruben haar de lucht in.

Page 35: Hoofdstuk 4.1

En hij vangt een breed lachende peuter op. ‘Hallo, grote meid van me,’ zegt Ruben tegen haar. ‘Wat ben je mooi. Maar zullen mama en ik jou eens wat anders aan doen? Want zo’n jurk speelt niet zo lekker.’

Page 36: Hoofdstuk 4.1

‘Rachel? Rachel?’ Nadat ze de kleine meid een ander kapsel en andere outfit hebben gegeven probeert Magda Rachel’s aandacht te trekken, maar Rachel reageert niet.

Ruben brengt een flauw glimlachje naar zijn gezicht. ‘Dit is niet het goede moment om te zeggen “Ik zei het toch?”, hè?’

Page 37: Hoofdstuk 4.1

Magda blijft stil en beweegt haar hand in Rachel’s blikveld, waardoor Rachel nu wel met een lach naar haar moeder kijkt. ‘Ze reageert wel, alleen niet op het geluid.’

‘Doof. Ons kleine meisje is doof,’ mompelt Ruben.

Page 38: Hoofdstuk 4.1

‘Nee, stop, we gaan geen overhaaste conclusies trekken,’ zegt Magda. ‘Laten we positief blijven. We maken gewoon een afspraak met de kinderarts en die kan dan kijken wat er is.’

‘Is goed,’ zegt Ruben, al heeft hij niet het idee dat die arts iets anders zal zeggen.

Page 39: Hoofdstuk 4.1

‘Wat is er?’ vraagt Ilse wanneer haar dochter diep zucht.

Victoria haalt haar schouders op. ‘Niks boeiends,’ zegt ze. ‘Tenminste niet iets waar ik jou mee wil lastig vallen.’

Challengefields 7

Page 40: Hoofdstuk 4.1

‘Victoria, ik ben je moeder. Als je ergens mee zit, kan je altijd bij me terecht, hoe klein of groot het ook is. Daar heb je je ouders toch voor?’

‘Misschien wel,’ mompelt Victoria.

Page 41: Hoofdstuk 4.1

‘Nou, vertel dan maar. Dat kan heel erg opluchten.’

‘Oké,’ zegt Victoria en met nog een zucht begint ze te vertellen. ‘Het gaat om Romeo en Ruby. Het is zo anders nu zij al op de middelbare school zitten en ik nog niet. Het is dan wel in hetzelfde gebouw en we zien elkaar in de pauzes, maar zij zijn veel eerder uit gaan dan samen met de bus terug. En dan zijn zij hier al uren gezellig aan het kletsen en lol trappen. Als ik er dan bij kom, heb ik allerlei dingen gemist waar zij om moeten lachen. En meer van dat soort dingen. Het is nu zo anders.’

Page 42: Hoofdstuk 4.1

‘En ik weet dat het wel weer zal zijn zoals eerst wanneer ik ook naar de middelbare mag en ik heb nu ook heel veel plezier met Fred, maar ik vind het toch wel vervelend dat het nu zo anders is.’

‘Dat lijkt me niet makkelijk, nee,’ zegt Ilse. ‘Ik had het erg makkelijk, Milan, Marnix en Lily zijn altijd mijn beste vrienden geweest, en we zijn alle vier op dezelfde dag geboren. Dus ik had dat probleem niet.’

Page 43: Hoofdstuk 4.1

Victoria knikt. ‘Ik ben ook heel blij dat Fred en ik wel even oud zijn. Want er is niks aan te veranderen nu. Ik moet gewoon geduld hebben.’

‘En geniet nog van je kindertijd, meid. Je wordt al zo snel groot,’ zegt Ilse. ‘Het lijkt nog maar gister dat je als een nieuwsgierige peuter door het huis kroop en nu is je tienertijd al heel dichtbij.’

‘Mam,’ zegt Victoria op een veelzeggende toon.

Page 44: Hoofdstuk 4.1

‘Kom hier,’ zegt Ilse grijnzend en ze steekt haar armen naar Victoria uit. Victoria moppert nog een beetje, maar kruipt toch met een glimlach tegen haar moeder aan.

Page 45: Hoofdstuk 4.1

‘Je hebt ongelofelijk veel boeken, Jairo. Moesten ze echt allemaal mee?’ vraagt Tyler met grote ogen.

‘Ja, dit zijn allemaal boeken die ik nog een keer zal lezen. Ik heb niet eens alle boeken meegenomen. Ik heb er een aantal gewoon thuis in de kast gezet en een aantal aan Sterre gegeven,’ zegt Jairo zonder van zijn boek op te kijken.

Universiteit

Page 46: Hoofdstuk 4.1

‘Pff, ik moet er toch niet aan denken, zoveel boeken lezen. Ik heb wel wat beters te doen.’

‘Als dat zo is, waarom kom je nu dan aan mijn hoofd zeuren? Dit boek heb ik nog niet gelezen en het is erg spannend, dus ik wil graag verder lezen,’ zegt Jairo.

Page 47: Hoofdstuk 4.1

‘Nou,’ begint Tyler met een grijns. ‘Ik ben er vanavond niet. Ik heb naar je geluisterd, we kunnen deze tijd gebruiken om nieuwe vrienden te maken. Ik doe dat een stapje verder, ik heb vanavond een date.’

Jairo schudt zijn hoofd. ‘Echt jij weer.’

‘Je kent me,’ grijnst Tyler.

Page 48: Hoofdstuk 4.1

‘Dan wens ik je veel plezier op je date,’ zegt Jairo.

‘Thanks. En jij veel plezier met je boek.’

‘Dank je. En ga nou, ik wil lezen.’

Page 49: Hoofdstuk 4.1

Lachend loopt Tyler de kamer uit. Dan zoekt hij zijn date van de avond op en gaat hij met haar op stap.

Page 50: Hoofdstuk 4.1

‘En hoe is het nu thuis?’ vraagt Lynn. ‘Nu zijn je broers al een tijdje weg. Ben je er al aan gewend?’

‘Ja, ik ben er heel snel aan gewend geraakt,’ vertelt Sterre. ‘Het is wel stiller, maar ik merk het eigenlijk alleen ‘s ochtends voor schooltijd en ‘s avonds. En in het weekend. Maar verder ben ik natuurlijk veel met jullie, en anders met Chris en Rick en andere klasgenootjes.’

Challengefields 6

Page 51: Hoofdstuk 4.1

‘En waardoor merk je dan dat het anders is, ‘s avonds en zo?’ vraagt Sapphire.

‘Nou, met Jairo deed ik vaak ‘s avonds een spelletje. En Tyler is absoluut geen ochtendpersoon, maar nu is er geen gemopper van hem tijdens het ontbijt.’

Page 52: Hoofdstuk 4.1

‘Ik vraag me af hoe dat is wanneer Ruby naar de universiteit gaat. Ik weet dat het nog ver weg is, maar ik vraag het me toch af,’ zegt Sapphire.

Sterre denkt er even over na. ‘Voor jou zal het wel meevallen. Je bent dan zelf ook een stuk ouder. En je hebt hier tante Britt, dan is het nooit stil.’

Sapphire en Lynn lachen. ‘Dat is zo.’ zegt Sapphire.

Page 53: Hoofdstuk 4.1

‘Ik hoef me daar geen zorgen over te maken. Mijn broers zijn gewoon even oud als ik,’ zegt Lynn. Dan zucht ze. ‘Maar dat is ook niet alles, hoor. Ik moet altijd mijn verjaardag met hen delen. En als ik in de klas iets doe, dan is de kans heel groot dat mam en pap het te horen krijgen. Want Laurence vindt het soms leuk om me in de problemen te krijgen en Liam denkt er niet altijd bij na als hij wat zegt.’

Page 54: Hoofdstuk 4.1

‘Dat lijkt me heel irritant,’ zegt Sterre.

Sapphire begint juist te lachen. ‘Daar hoef ik me juist geen zorgen om te maken. Want hier is het juist Ruby die van alles doet. Dus als ik dan wat doe zegt Ruby het niet, want ze weet dat ik anders nog genoeg over haar heb te zeggen.’

Daar moeten de anderen ook om lachen.

Page 55: Hoofdstuk 4.1

‘Lieverd,’ zegt Magda tegen Ruben die ongeduldig met zijn handen op zijn benen zit te tikken. ‘Doe eens niet zo nerveus. Is nergens voor nodig.’

Legacy Park Ziekenhuis

Page 56: Hoofdstuk 4.1

‘Nergens voor nodig?’ vraagt Ruben ongelovig. ‘Deze ruimte alleen al zorgt voor een nerveus sfeertje.’ Hij gebaart naar de wachtkamer waar ze zitten, de wachtkamer van de kinderafdeling in het ziekenhuis. ‘Het ligt niet aan mij.’

Magda trekt haar wenkbrauw op. ‘Je was al een grote stressbal voor we hier waren. Dus kalmeer nou een beetje.’

Page 57: Hoofdstuk 4.1

Ruben leunt met zijn onderarmen op zijn benen, zodat hij niet opnieuw kan gaan zitten tikken. ‘Ik ben gewoon bang dat er meer is. Ze is doof en daar is prima mee te leven. Maar wat als er nou meer aan de hand is?’

‘Je weet niet eens zeker dat ze doof is, daar zijn we hier voor, weet je nog? En het is een hartstikke gezond meisje. Dat zal de arts zo ook zeggen.’

Page 58: Hoofdstuk 4.1

‘Ik wou dat ik je kon geloven,’ mompelt Ruben.

‘Geloof me nou maar. Kijk maar naar haar. Ze kan prima samen spelen, hoe zou dat kunnen als ze doof was?’

Page 59: Hoofdstuk 4.1

Dat klinkt het piepje van de lift en stappen er een vrouw en een meisje de wachtkamer in. Het is duidelijk te zien dat ze moeder en dochter zijn, wat alleen maar bevestigd wordt als het meisje met een blik op de speeltafel vraagt; ‘Mam, mag ik ook gaan spelen?’

‘Natuurlijk, Veer,’ zegt de vrouw. ‘Maar niet te druk doen, hè?’

Page 60: Hoofdstuk 4.1

Het meisje huppelt vrolijk naar de speeltafel en pakt ook wat blokjes om te kunnen bouwen. De vrouw gaat ondertussen zitten en zegt de anderen vriendelijk gedag.

‘Goeiemorgen,’ antwoordt Ruben terwijl Magda en de vader van het jongetje vriendelijk knikken.

‘Het loopt ook altijd uit, of je nou bij de huisarts of in het ziekenhuis bent,’ zegt Magda dan met een blik op haar mobiel.

Page 61: Hoofdstuk 4.1

Gelukkig duurt het niet al te lang voor er iemand de wachtkamer inkomt. Ze kijkt op haar lijst en vraagt dan; ‘Rachel van Velds?’

Page 62: Hoofdstuk 4.1

‘Ja, we zijn er,’ zegt Ruben. Hij staat op, loopt naar Rachel toe en tilt haar op.

‘Komt u maar mee,’ zegt de dame, dus Ruben en Magda lopen netjes achter haar aan.

Page 63: Hoofdstuk 4.1

Ze hoeven niet ver te lopen. Bij de tweede kamer op het stukje zegt ze al; ‘Hier moet u zijn.’ Ze doet de deur open en loopt dan verder.

Page 64: Hoofdstuk 4.1

In de kamer staat de kinderarts al op ze te wachten. ‘Goedemorgen, ik ben dokter Ina de Jong,’ zegt de arts vriendelijk en ze steekt haar hand uit.

‘Magda van Velds,’ zegt Magda, die de hand schudt. ‘En dit zijn mijn echtgenoot Ruben en onze dochter Rachel.’

‘De kleine waar jullie hier voor zijn.’ Dokter de Jong schudt ook het handje van Rachel, waardoor Rachel een grote lach op haar gezicht krijgt. ‘Wat een schattig meisje. Zet haar maar bij het poppenhuis neer, ik wil eerst even met jullie praten.’

Page 65: Hoofdstuk 4.1

‘Zo,’ zegt de dokter wanneer ze allemaal zitten. ‘Vertel eens waarom jullie hier met Rachel zijn.’

Ruben begint te vertellen. ‘We zijn hier om haar na te laten kijken. We - nou, ik, denk dat ze doof is. Het zou fijn zijn als u zou kunnen nakijken of dat inderdaad zo is. Of dat er misschien iets anders met haar is.’

Page 66: Hoofdstuk 4.1

‘Waarom denkt u dat ze doof is?’

‘Nou, gewoon de normale dingen. Als we haar roepen, kijkt ze niet om, maar als we haar aandacht vragen door haar aan te raken kijkt ze ons altijd met een brede lach aan, dus het is niet dat ze ons negeert. We hebben drie zoons en die kunnen flink wat herrie maken, maar daar kijkt ze ook niet van op of om.’

Page 67: Hoofdstuk 4.1

‘En geluid maken? Met haar stem? Doet ze dat wel?’ vraagt Dokter de Jong.

‘Ja, maar niet veel. Als ze honger heeft of een vieze luier, kan ze wel de aandacht vragen. Maar verder niet. Als ze bijvoorbeeld opgetild wil worden, steekt ze haar armen uit en is verder stil.’

‘Maar dat hoeft toch niet te betekenen dat ze doof is?’ vraagt Magda. ‘Ze is zo’n vrolijk en lief meisje, altijd een lach op haar gezicht. Daar kan toch niets mis mee zijn?’

Page 68: Hoofdstuk 4.1

‘Ik ga nu nog geen conclusies trekken,’ zegt de dokter. ‘Eerst zal ik zelf eens een kijkje nemen. Als een van jullie haar tot haar luier zou willen uitkleden, doe ik meteen een geheel onderzoek.’

Page 69: Hoofdstuk 4.1

Magda is degene die opstaat en doet wat Dokter de Jong vraagt. Wanneer Rachel alleen nog haar luier aan heeft, zet Magda haar voor de dokter neer.

Page 70: Hoofdstuk 4.1

Ook hier laat Rachel zien hoe makkelijk ze is. Ze vindt Dokter de Jong meer interessant dan eng en laat de dokter dus ook maar gewoon haar gang gaan. Een lange tijd gaat alles goed, maar dan is het voor Rachel genoeg geweest. Ze begint te snikken en steekt haar armen naar haar moeder uit.

‘Kleed haar maar aan, ik ben klaar,’ zegt Dokter de Jong en met nog een aai over het hoofd van Rachel gaat de dokter weer zitten.

Page 71: Hoofdstuk 4.1

Al snel heeft Magda Rachel weer in haar kleren – ze heeft er dan ook wel wat ervaring mee, met vier kinderen – en geeft ze Rachel een dikke knuffel. ‘Goed gedaan, meisje,’ zegt Magda zachtjes. Dan zet ze Rachel bij Ruben op schoot en gaat ze zelf ook zitten.

Page 72: Hoofdstuk 4.1

‘En, dokter?’ vraagt ze meteen.

‘Uw echtgenoot heeft het goed gezien, Rachel is inderdaad doof. Ze hoort niets en daar kan ook niets aan gedaan worden. Maar buiten dat is ze kerngezond,’ vertelt de dokter.

Magda trekt wit weg. ‘Ze is inderdaad doof?’

Page 73: Hoofdstuk 4.1

‘Ja, maar daar is prima mee te leven. Ze zal wat dingen op een andere manier moeten leren en echt praten zal ze ook niet kunnen, maar ze kan verder heel veel dingen wel.’

‘Wat kunnen we het beste voor haar doen?’ vraagt Ruben.

‘Vooral haar niet anders gaan behandelen. Ze is doof, niet dom of lam, ze kan best zelf dingen doen. Leer samen met haar gebarentaal. En leer het ook aan haar broers, zodat die ook met haar kunnen communiceren.’

Page 74: Hoofdstuk 4.1

‘En hoe zit het met school? Kan ze naar een gewone basisschool, of is het beter haar naar een speciale basisschool te sturen? Ik weet dat dat nog een tijdje weg is, maar ik weet liever waar we aan toe zijn,’ zegt Ruben.

‘Ik denk dat ze naar het gewone onderwijs kan. Misschien is het wel handig om samen naar haar huiswerk te kijken zodat jullie het kunnen uitleggen als ze iets in de klas niet heeft meegekregen. En het zou ook niet erg zijn om haar iets eerder te laten beginnen met leren lezen en schrijven, want dat zal voor haar ook een belangrijk communicatiemiddel worden.’

Page 75: Hoofdstuk 4.1

‘Dat is een hele geruststelling,’ zegt Ruben. ‘Want ik wil niet dat ze zich anders voelt dan haar broers. Dus als ze gewoon alles kan wat zij kunnen, is dat erg prettig.’

Dokter de Jong knikt. ‘En blijf haar vooral motiveren. Er zullen best dingen zijn die lastiger voor haar zijn dan voor anderen, maar als jullie achter haar blijven staan, komt ze er wel. Daar ben ik van overtuigd.’

Page 76: Hoofdstuk 4.1

‘Weet u toevallig ook hoe we aan boeken of zoiets kunnen komen om gebarentaal te leren?’ vraagt Ruben.

‘Ik zal zo naar beneden bellen, dan leggen ze daar een paar foldertjes met de basis voor jullie klaar. En ik zal zorgen dat er ergens in de komende week een paar boeken bij jullie bezorgd zullen worden. Die hebben we hier niet op voorraad, maar die krijgen jullie dan vanzelf binnen.’

‘Dokter,’ begint Magda. ‘Ik ben tijdens mijn zwangerschap een keer met een flinke klap op mijn buik terecht gekomen. Zou dit daar een gevolg van kunnen zijn?’

Page 77: Hoofdstuk 4.1

‘Dat zou kunnen. Maar het kan ook gewoon aangeboren zijn en het verschil daartussen is niet te zien.’

‘Dus als ik toen naar het ziekenhuis was gekomen, waar ze een echo hadden kunnen maken, had dat geen verschil gemaakt?’ vraagt Magda door.

‘Nee, mevrouw van Velds. Dat had geen verschil gemaakt. Dus ga hier niet u zelf de schuld van geven, want u had hier niets aan kunnen veranderen,’ zegt Dokter de Jong, die meteen aanvoelde waar het om ging. Magda slaakt een kleine zucht van verlichting.

Page 78: Hoofdstuk 4.1

‘Als u geen vragen meer heeft, kan ik volgens mij op dit moment verder niks voor u betekenen. Maar als er problemen zijn, kunt u natuurlijk altijd een afspraak maken,’ zegt Dokter de Jong. Ruben en Magda staan op, bedanken de dokter en lopen de kamer uit.

Page 79: Hoofdstuk 4.1

Magda en Ruben lopen de kamer qua stemmingen omgekeerd uit. Nu is Magda degene die bezorgd is en Ruben degene die positief is.

‘Hoe kan je nou zo vrolijk zijn?’ vraagt Magda dan ook.

Page 80: Hoofdstuk 4.1

‘Ik wist al dat ze doof was,’ zegt Ruben. ‘Maar ze is verder helemaal in orde en we weten nu wat we het beste voor haar kunnen doen. Dat is toch mooi?’

‘Ja, als je het zo bekijkt...’

‘Dan is dit juist een heel mooi iets geweest.’

Page 81: Hoofdstuk 4.1

‘Eindelijk!’ roept Tyler blij wanneer hij samen met Jairo de woonkamer van het van Velds-huis inloopt.

Jairo draait zich grinnikend naar hem toe. ‘Zo erg was het toch niet? Je hebt het volgens mij prima naar je zin gehad.’

Studenten- vereniging van Velds

Page 82: Hoofdstuk 4.1

‘Ja, het was ook best leuk, maar dit... Dit is ons eigen huis!’ blijft Tyler vrolijk volhouden.

‘Dat is wel zo,’ beaamt Jairo. ‘Lekker rustig, er is altijd wel een computer vrij, een berg boeken die ik nog niet heb gelezen...’

‘Pff, doe niet zo saai.’

Page 83: Hoofdstuk 4.1

‘Wat ben jij dan van plan?’

‘Met al deze ruimte? Feesten natuurlijk!’

Jairo slaat zijn hand tegen zijn gezicht. ‘Ik had het kunnen weten,’

‘Inderdaad. Dus waarom vroeg je het nog?’

Page 84: Hoofdstuk 4.1

‘Dat weet ik eigenlijk ook niet,’ zegt Jairo. ‘Maar zolang je maar niet vergeet, eerst het nodige, dan het nuttige, en dan pas het aangename.’

‘Je klinkt als opa,’ zegt Tyler plagend.

Page 85: Hoofdstuk 4.1

‘Dat is niet erg, want opa is een zeer verstandige man,’ zegt Jairo terwijl hij richting de keuken loopt.

‘Wat ga jij nou doen?’

Page 86: Hoofdstuk 4.1

‘Ik doe precies wat ik zei, eerst het nodige. En in dit geval is dat mijn paper schrijven.’

Page 87: Hoofdstuk 4.1

En zo vallen de jongens al snel in een ritme. Jairo zorgt ervoor dat het werk gedaan wordt. Zelf maakt hij zijn werk altijd heel snel af en wanneer hij klaar is, sleept hij Tyler naar de tafel of computer, zodat hij zijn werk ook doet.

Page 88: Hoofdstuk 4.1

En Tyler stort zich vooral op wat hij zijn eigen speciale studie noemt, namelijk de meisjes. Zo heeft hij het best gezellig met Andrea.

Page 89: Hoofdstuk 4.1

En met Sabine en met Nikki.

Page 90: Hoofdstuk 4.1

Ook Jacinta mag zeker niet vergeten worden.

Page 91: Hoofdstuk 4.1

‘Fijn dat jullie er zijn,’ zegt Victoria terwijl ze Romeo omhelst.

‘Dit zouden we voor geen goud willen missen, kleintje,’ plaagt Romeo.

‘Wacht maar, dadelijk ben ik zo klein niet meer. En als je dan vervelend bent, krijg je gewoon een schop van me.’

Challengefields 7

Page 92: Hoofdstuk 4.1

‘Oeh, wat zijn we nou bang, Vicky,’ grinnikt Ruby. Maar wanneer Romeo zijn nichtje loslaat, schiet Ruby toch maar snel naar binnen.

Page 93: Hoofdstuk 4.1

Nadat Victoria Ruby een tijdje door het huis achterna heeft gezeten, gaat ze naar de taart die op haar staat te wachten.

Page 94: Hoofdstuk 4.1

Onder luid gejuich van de gasten en extra luid getoeter van haar oma blaast Victoria de kaarsjes uit. Over een wens hoeft ze niet na te denken, die heeft ze allang uitgekozen.

Page 95: Hoofdstuk 4.1

Dat is het tijd voor de bekende sprong. Vanuit haar tenen gaat het tintelen en dan springt Victoria de lucht in.

Page 96: Hoofdstuk 4.1

En natuurlijk komt ze neer als een tiener. ‘Eindelijk,’ is het eerste wat Victoria zegt. ‘Nu ben ik niet zo klein meer.’

‘Als je wil, mag je nog wel ons kleintje blijven,’ zegt Romeo onschuldig, waarop Victoria hem meteen een trap geeft, zoals ze had gezegd.

Ilse lacht om het geklier, blij dat haar meisje zich niet op haar kop laat zitten. ‘Welke wens heb je gekozen, lieverd?’

Page 97: Hoofdstuk 4.1

‘Rijkdom, net als jij,’ zegt Victoria trots.

‘Heel netjes,’ vindt Jasper. ‘En je levenswens?’

‘Ik wil graag een Stadsplanner worden.’

Page 98: Hoofdstuk 4.1

Dan schiet Victoria haar kamer in om zichzelf een make-over te geven. Een ander kapsel, een beetje make-up... En natuurlijk een andere outfit.

‘Ben je klaar?’ vraagt Romeo van buiten de deur.

‘Ja, kom er maar in!’

Page 99: Hoofdstuk 4.1

‘En? Is het zo goed?’ vraagt Victoria en ze draait een rondje.

‘Ziet er goed uit,’ zegt Ruby. ‘Heel goed. Je haar is heel leuk gedaan.’

‘Dank je,’ zegt Victoria met een glimlach.

Page 100: Hoofdstuk 4.1

Dan geeft Ruby Victoria een knuffel. ‘Gefeliciteerd.’

‘Ja, gefeliciteerd, Victoria,’ zegt ook Romeo.

Dan gaat de bel en alledrie kijken ze elkaar verbaasd aan. ‘Ik dacht dat iedereen er was,’ zegt Ruby.

Victoria knikt. ‘Dat dacht ik ook. Wacht hier maar, ik ga wel even kijken.’

Page 101: Hoofdstuk 4.1

Victoria doet de deur open en hoewel het donker is, herkent ze het rode haar meteen. ‘Fred!’ roept ze dan ook enthousiast uit.

Page 102: Hoofdstuk 4.1

Fred draait zich om en geeft Victoria meteen een knuffel. ‘Gefeliciteerd, Vic,’ zegt hij vrolijk.

‘Jij ook gefeliciteerd, Fred. En niet dat ik niet blij ben dat je hier bent, maar hoor je niet thuis te zijn?’ vraagt Victoria.

Page 103: Hoofdstuk 4.1

‘Nee, we hadden geen feestje. Aangezien mijn beste vrienden allemaal hier waren, besloot ik dus ook te komen.’

Victoria grijnst. ‘Goed idee, nu kunnen we het de rest van de avond gewoon samen vieren. Dus kom erin. Laten we maar snel naar m’n kamer gaan, voor Romeo en Ruby de boel afbreken.’

Page 104: Hoofdstuk 4.1

Op de kamer van Victoria treffen ze geen vernieling en verwoesting aan, maar juist een heel andere stemming. Fred schraapt zijn keel en snel stappen Ruby en Romeo een stukje bij elkaar vandaan.

Page 105: Hoofdstuk 4.1

Verbaasd kijken Victoria en Fred van de een naar de ander, van Romeo die een beetje naar de grond kijkt naar Ruby die een niet vaak voorkomende blos op haar wangen heeft.

‘Oké, wat is hier aan de hand?’ vraagt Victoria.

Page 106: Hoofdstuk 4.1

‘Niks,’ zegt Romeo snel. ‘Helemaal niks.’

‘Nope, alles is in orde,’ beaamt Ruby. ‘Hallo Fred, jij ook gefeliciteerd. Oh! Jij hebt nog geen taart gehad. Wacht hier, ik zal wel een stukje voor je halen.’

‘Dat is niet nodig, ik kan straks ook nog een stukje pakken,’ zegt Fred.

Page 107: Hoofdstuk 4.1

‘Nee, nee, jij bent jarig, dus ik ga het voor je halen. En dat moet ik nu doen, anders eten de anderen alles al op, dan heb je niks, dat willen we niet.’

‘Ruby, je ratelt,’ grinnikt Victoria terwijl Ruby de kamer nog net niet uit rent.

Page 108: Hoofdstuk 4.1

Wanneer Ruby uit het zicht verdwenen is, kijken Fred en Victoria elkaar aan. Fred haalt zijn schouders op. ‘Ik heb ook geen idee.’

Dan richten ze hun blikken op Romeo. ‘Neefje van me, wat was dit allemaal?’ vraagt Victoria.

Page 109: Hoofdstuk 4.1

Romeo keert zich naar het raam. ‘Er is niks, dat zei ik toch?’

Fred trekt zijn wenkbrauw op. ‘Daar leek het anders niet op.’

‘Laat het, oké? Ruby en ik zeggen allebei dat er niks was, dus kunnen jullie het dan met rust laten?’ vraagt Romeo, nu met lichte irritatie in zijn stem.

‘Oké,’ zegt Victoria, die geen zin heeft in ruzie op haar verjaardag. ‘We houden erover op.’

Page 110: Hoofdstuk 4.1

Na een paar ongemakkelijke minuten vallen de spanningen gelukkig weg en nadat ze met zijn vieren het stukje taart van Fred hebben weggewerkt – en op de een of andere manier kwam er een beetje in Romeo’s shirt terecht, waar hard om werd gelachen – hebben de vier nog een hele gezellige avond.

Page 111: Hoofdstuk 4.1

En dat was de update voor deze keer!

Bedankt voor het lezen, ik hoop dat jullie het leuk vonden, ook na al die tijd. En ja, reacties kan ik nog steeds heel erg waarderen.

Mijn dank gaat ook deze keer weer uit naar Anne, die zo enorm lief is en mijn update weer heeft nagekeken. Thank you, Anne.

Ik hoop heel erg dat de volgende update niet weer zo lang op zich laat wachten. Als het te lang gaat duren, geef me dan een virtuele schop en zet me aan het werk, oké?

Xx Marieke