Hoofdstuk 11 deel1 handel en marketing
description
Transcript of Hoofdstuk 11 deel1 handel en marketing
1
Hoofdstuk 11 deel1handel en marketing
Internationale samenwerking
2
Intergouvermentele samenwerking: de betrokken landen doen op geen enkele wijze afstand van hun afhankelijkheid.
Supranationale samenwerking: de landen dragen een deel van hun soevereiniteit (zelfbeschikkingsrecht) over aan het economisch blok.
Federale samenwerking: de samenwerking tussen de landen gaat zo ver dat zij ophouden als onafhankelijk te bestaan. (blz 133)
Diverse vormen van internationale samenwerking:
3
- IMF: Internationaal Monetair Fonds - Wereldbank - GATT en WTO- Unctad- Oeso: Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling. - G8- G20- (blz 133)
Voorbeelden intergouvernementele samenwerking:
4
IMF: - Verlenen van kredieten aan landen met betalingsbalansproblemen. Maar dan worden er wel allerlei eisen aan het land gesteld.(blz 133)
- Bevorderen van stabiele wisselkoersen. (Maar er bestaan nu geen vaste wisselkoersen meer.) (blz 134)
- Bevorderen van vrij internationaal betalingsverkeer.
- Voorzien in de behoefte aan internationale liquiditeiten. (blz 134)
Wat doet het IMF?
5
De mogelijkheid om bij het IMF te lenen wordt een trekkingsrecht genoemd. Ook wel Special Drawing Rights (SDR) genoemd.
Een land kan maximaal 200% van zijn quotum (contributie) lenen.
Hoe meer een land leent, hoe strenger de voorwaarden. (blz 134)
Trekkingsrechten bij het IMF.
6
Leent geld aan ontwikkelingslanden met lage rente en lange looptijd.
De allerarmste landen met het laagste Bruto Binnenlands Product hoeven soms helemaal geen rente te betalen. (blz 134)
Wereldbank
7
GATT: General Agreement of Tariffs and Trade.
WTO: World Trade Organisatie. (blz 135)
GATT en WTO
8
Ondertekend door 153 landen.
Hoofddoel is streven naar wereldwijde vrijhandel. Daarnaast ook:
• Bemiddelen bij handelsverschillen.• Voorwaarden maken voor het
handelsbeleid van landen.• Steunen van tariefverlagingen. (blz 135)
De GATT (de overeenkomst) en de WTO (de organisatie) .
9
Meestbegunstigdenclausule: als een land tariefvoordelen toekent aan een land dan moeten deze ook gelden voor alle andere landen die de GATT hebben ondertekend.
Landen mogen elkaar dus niet discrimineren met de hoogte van de invoerrechten. Maar natuurlijk zijn er uitzonderingen wanneer dat wel mag. (blz 135)
Belangrijk voorbeeld van afspraken over handelsvoorwaarden.
10
De WTO organiseert onderhandelingsrondes. Een ronde duurt jaren!
Sinds 2001 loopt de DOHA- ronde (DOHA is de hoofdstad van Qatar). De bedoeling was dat landen hun markten openstellen voor agrarische en industriële producten. Lukt nog niet om de overeenkomst rond te krijgen door eigenbelang van landen. (blz 136)
Onderhandelingsrondes GATT
11
Probeert ontwikkelingslanden op de wereldmarkt te beschermen.
APS: Algemeen Preferentieel systeem: positieve discriminatie van ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld lagere invoerrechten.
Er zijn weer zoveel uitzonderingen dat het niet echt werkt. (blz 136)
UNCTADUnited Nations Conference on Trade and
Development
12
Organisatie economische samenwerking en ontwikkeling.
Doet onderzoek over de economische ontwikkeling van de dertig aangesloten landen. (blz 135/136)
Oeso
13
Overleg tussen de ministers van de 8 sterkste industrielanden: Frankrijk, VS, Duitsland, Japan, Italië, Japan, Canada en Rusland.
Ook over andere onderwerpen zoals milieu, terrorisme, mensenrechten, ontwapening, veiligheid etc. (blz 137)
G8
14
Groep van 20 rijke en opkomende landen willen exportsubsidies voor landbouwproducten afschaffen. (blz 137)
G 20