HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs,...

26
PAPER: CHINEES RECHT HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA? Mei 2008 Annelies Vandendriessche Creditstudent Sinologie

Transcript of HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs,...

Page 1: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

PAPER: CHINEES RECHT

HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA? Mei 2008

Annelies Vandendriessche Creditstudent Sinologie

Page 2: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA? INHOUDSTAFEL Inleiding A. Het verzorgen van ouderen binnen het Chinese recht: geschiedenis

1. Tijdens het keizerrijk 2. Na het keizerrijk 3. De communistische periode 4. De veranderingen sinds eind jaren ‘70 5. De jaren ‘90

B. Het verzorgen van ouderen op dit moment

1. De wet van de volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden (de bejaardenwet)

2. De verantwoordelijkheid van de familie 2.1 De moeilijkheden op dit moment 2.2 Gevolgen van de éénkindspolitiek

3. De verantwoordelijkheid van de staat 3.1 Pensioenen 3.1.1 Pensioenen na de hervormingen van de jaren ’90: verantwoordelijkheid 3.1.2 Pensioenen op de dag van vandaag: begunstigden 3.2 Andere voorzieningen

Slot Noten Bibliografie Bijlagen

2

Page 3: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

INLEIDING

Volgens de statistieken van de Chinese overheid telde China in 2007 een bevolkingsaantal van 1,32129 miljard mensen, waarvan 11,6% ouder dan 60 jaar. 1 Dit percentage is zeker niet te hoog als je vergelijkt met het Europese gemiddelde van 17% in 2004. Maar het absolute getal, 153,4 miljoen mensen, is enorm. Bovendien stijgt het aantal bejaarden elk jaar met ongeveer 3% en wordt verwacht dat tegen het jaar 2030 22% van de bevolking ouder dan 65 jaar zal zijn. Wie zorgt in China voor deze mensen? De verantwoordelijkheid daarvoor wordt gedragen door enerzijds de familie en anderzijds de staat.

Binnen de Chinese confucianistische traditie is het zorgen voor de ouderen altijd een heel erg belangrijk aspect geweest. De term xiao, vaak vertaald als ‘kinderlijke piëteit’, houdt niet alleen in dat een kind moet gehoorzamen aan zijn ouders, maar ook dat de zoon voor zijn ouders moet zorgen, zelfs tot na hun dood door het verzorgen van de begrafenis en door voorouderverering. De zoon blijft heel zijn leven bij de ouders wonen en wanneer hij trouwt, komt zijn echtgenote bij hen wonen om te zorgen voor haar schoonouders. Deze traditie is onveranderd gebleven voor ongeveer 20 eeuwen. Pas door de economische hervormingen eind jaren ’70 en onder andere de invoering van de éénkindspolitiek, is het niet altijd evident voor kinderen om zowel financieel als fysiek en mentaal voor hun ouders te blijven zorgen. Toch staat er tot op de dag van vandaag in de ‘de wet van de Volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden’ dat de zorg voor bejaarden voornamelijk bij hun familie berust.

De economische veranderingen van de laatste decennia van de vorige eeuw hebben onder andere gezorgd voor een verandering in de familiestructuur. Waar het vroeger nauwelijks nodig was dat de staat tussenkwam in ouderenzorg, moet de staat nu, omwille van die veranderingen binnen de familie, voorzien in steun voor de ouderen. Want de economische veranderingen als gevolg van de opendeurpolitiek van Deng Xiaoping hebben ook geleid tot een langzaam afbouwen van centraal geleide staatsbedrijven en de opkomst van privé bedrijven. Aangezien staatsbedrijven sinds de maoistische periode altijd hadden voorzien in de sociale zekerheid voor zijn arbeiders, is de zekerheid van pensioenen voor arbeiders in gedrang gekomen. Zo ontstond voor de Chinese regering de noodzaak te zorgen voor een degelijk pensioensysteem dat bruikbaar is voor het hele land. In het geval van China is dat niet eenvoudig, omwille van de omvang van de vergrijzing. Daarenboven is China een land in transitie en nog geen welvaartsstaat. De problemen van de sociale zekerheid in de vorm van pensioenen zit ook in de landelijk sterk verschillende omstandigheden, omdat de sociale zekerheid een locale bevoegdheid is en geen centrale, hoewel de centrale overheid door overdracht van inkomsten tracht een rol te spelen in de sociale zekerheid.

In deze paper kijk ik eerst naar de evolutie van ouderenzorg doorheen de geschiedenis. Hoe de verantwoordelijkheid vanuit de confucianistische traditie naar pensioenen gegarandeerd door de staatsbedrijven evolueerde om vervolgens een verantwoordelijkheid voor de regering te worden. Daarbij kijk ik zoveel mogelijk naar de wetten en regels die daarvoor werden opgesteld. Ook probeer ik de gevolgen van de éénkindpolitiek die ongeveer in dezelfde periode als de opendeurpolitiek werd doorgevoerd uit te leggen.

3

Page 4: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

A. Het verzorgen van ouderen binnen het Chinese recht: geschiedenis

1. Tijdens het keizerrijk Het verzorgen van ouderen is altijd een heel belangrijk aspect geweest in de Chinese cultuur. Dit komt doordat het een belangrijke plaats inneemt binnen het confucianisme. Toen tijdens de periode van de Strijdende Staten (475–221 v. Chr.) er verschillende scholen ontstonden met elk hun eigen idee over hoe de staat zou moeten geregeerd worden, waren het vooral de confucianisten en de legalisten die belangrijk waren in de evolutie van het recht. Langs de ene kant had je het confucianisme dat de rite, li, als belangrijkste instrument om de staat te regeren vond en langs de andere kant het legalisme dat wetten, fa, uitvoerde voor dit doel. Voor het bespreken van de hoe de ouderen verzorgd werden, is de confucianistische tak het belangrijkste om te bespreken. De confucianisten zagen de rite, li, als normen en principes vanuit ethiek en moraal, voor een goede en harmonieuze staat. De wetten, fa, die bij de legalisten belangrijk waren, waren tweederangs en werden enkel gebruikt om te straffen. Ze hadden een negatieve connotatie, aangezien straffen en wetten enkel moesten gebruikt worden wanneer de li hadden gefaald. Binnen het confucianisme bestaat er naast li nog een andere belangrijke term en dat is xiao. Xiao wordt vaak vertaald als ‘kinderlijke piëteit’ en houdt in dat kinderen respect moeten tonen naar hun ouders toe, hen moeten gehoorzamen en hen moeten verzorgen. Het confucianisme draait om menselijke relaties. De belangrijkste menselijke relatie is die van ouders en kinderen. Ouders moeten voor hun kinderen zorgen (di, ‘vaderlijke plicht’), maar omgekeerd geldt ook, dat kinderen voor hun ouders moeten zorgen. De familie werd gezien als de hoeksteen van de staat en kenden een bepaalde hiërarchie waarbij de ouderen boven de jongeren staan. 2000 jaar lang was het de gewoonte dat de zonen bleven inwonen bij hun ouders en voor hen zorgden. Wanneer een zoon trouwde, kwam zijn echtgenote bij hen inwonen om mee voor zijn ouders en grootouders te zorgen. Dit is de reden waarom mensen liever zonen hadden dan dochters. Dochters zouden immers later hun man volgen naar het huis van zijn ouders en daar voor zijn ouders en grootouders zorgen, terwijl zonen bleven. Vandaar de zegswijze dat ouders kinderen groot brengen als zekerheid voor hun oude dag2. Voor zovele eeuwen lang was het verzorgen van je ouders geen last, het was een plicht en de ouderen stonden hoger op de ladder, dus moest je respect voor hen hebben. Deze gewoonten komen niet voort uit wetten zoals bij het legalisme of recht zoals wij dat kennen, maar kwamen rechtstreeks uit de li of principes. Gedurende de hele periode van het keizerrijk is deze moraal onveranderd gebleven. Het confucianisme, al dan niet in combinatie met een code zoals in de Handynastie, maakten het mogelijk dat recht zoals wij dat kennen, niet nodig was. Maar codes, net zoals in de Tangdynastie de Tangcode, waren opgesteld om het besturen van de staat en waren vooral belangrijk voor de keizers in het besturen en voor het controleren van de bevolking. Ze waren niet gericht op het recht voor individuen binnen families. Bovendien waren ze ook eerder strafrecht. Daardoor bestond er niet zoiets als ‘bejaardenrecht’ binnen codes in die perioden.3

2. Na het keizerrijk Tijdens de laatste eeuwen van het keizerrijk, hadden de Chinezen al te maken met heel wat invloeden vanuit het westen. Dat weerspiegelde zich ook in het opstellen van wetten tegen het einde van de Qingdynastie. Oude codes werden herzien aan de hand van westerse

4

Page 5: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

voorbeelden en vooral belangrijk is dat de li weer ondergeschikt werden aan de fa. Sinds de dominantie van het legalisme tijdens de Qindynastie was dit niet meer gebeurd. Maar anders dan tijdens de Qindynastie, had dit dit keer weinig tot geen invloed op de samenleving. De manier waarop een familie samenleefde, bleef onveranderd gedurende alle grote veranderingen die zich op politiek vlak afspeelden gedurende de periode van het einde van het keizerrijk en het begin van de republiek. Aangezien tijdens het begin van de republiek door de rechtshervormingen weer meer nadruk werd gelegd op de politiek, dit keer als instrument bij het doorvoeren van nieuwe ideeën, werd er nog steeds niet veel aandacht geschonken aan het begrip bejaardenrecht. Door het feit dat het confucianisme veel aan belang verloor in functie van de staat, lag de nadruk nu bij de natie en niet meer bij de familie. Desalniettemin was dit nog altijd niet echt voelbaar in de samenleving. Kinderen moesten nog altijd respect tonen voor hun ouders en de manier van samenleven, verschillende generaties onder één dak, werd niet erg beïnvloed.

3. De communistische periode Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste jaren na de stichting van de Volksrepubliek China in 1949 werd alle recht van de voorbije periodes afgeschaft en werden er geen nieuwe wetten opgesteld. Dit met uitzondering van het recht dat kon helpen om het volk te mobiliseren. Zo werd in 1950 de huwelijkswet opgesteld en die is voor ons onderwerp belangrijk. Hierin staat geschreven: “Ouders hebben de plicht hun kinderen groot te brengen en op te voeden; kinderen hebben de plicht hun ouders te verzorgen en bij te staan”. Dit impliceert dat de confucianistische principes rechstreeks werden opgenomen in het recht. De li worden als het ware fa, zonder het sterke strafelement dat fa impliceerde. Het inbrengen van confucianistische principes in de moderne wetten was goed voor de staat, omdat het een goede oplossing voor hen is om niet rechtstreeks verantwoordelijk te moeten zijn voor de verzorging van bejaarden. Hoewel de confucianistische manier van verzorgen van familieleden nog altijd primair was4, toch werd de nadruk op de verandering van familie als hoeksteen van de maatschappij naar de gemeenschap, tijdens deze periode wel belangrijker. Deze periode was namelijk het begin van de danwei en de eerste vorm van pensioenen in China. Midden jaren ‘50 werd het ‘vijf garanties programma’ voor het platteland ingevoerd. Met dit programma wil de staat ouderen zonder nakomelingen of mensen die voor hen kunnen zorgen, voorzien van voedsel, kleding, onderdak, medische verzorging en begrafenis.5 Voor de staatsbedrijven en stedelijke collectieven werd in 1951 de “Labour Insurance Regulations of the People’s Republic of China” ingevoerd6. Deze hield de eerste reguleringen voor pensioenen in. Meer bepaald hield dit in dat werknemers van staatsbedrijven drie percent van hun loon samenbrachten in een pensioensfond binnen het bedrijf zelf. Aangezien het staatsbedrijven waren, werd dit pensioen dus voorzien door de staat zelf. Het betrof mannen ouder dan 60 jaar, met 25 jaar werkervaring en vrouwen van 50 jaar en ouder met 20 jaar werkervaring, waarvan 5 jaar bij dezelfde werkgever. Ook tijdens de Culturele Revolutie van 1966 tot 1976 werden pensioenen verzekerd door staatsbedrijven. De danwei van elke persoon zorgde voor zekerheid tijdens zijn pensioen. Staatsbedrijven zorgden voor onderdak, medische verzorging, financiele steun, etc. aan zijn werknemers. White noemt deze staatsbedrijven “micro welfare states”.7 De zekerheid die staatsbedrijven boden aan arbeiders, werden ook aan gepensioneerden toebedeeld. Daarbij

5

Page 6: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

moet wel vermeld worden dat gedurende deze periode er heel erg weinig gepensioneerden waren, aangezien China toen een relatief jonge bevolking had.8 Bovendien was het tot de jaren 1970 moeilijk 20 jaar werkervaring volbracht te hebben, met als gevolg dat er relatief weinig mensen waren die een pensioensuitkering kregen.

4. De veranderingen sinds eind jaren ‘70 Eind jaren ’70 werden er twee belangrijke veranderingen die het leven van de gewone Chinese familie beinvloedden, ingevoerd. Ten eerste werd de opendeurpolitiek in 1978 geintroduceerd (gaige kaifang). De tweede verandering bestond uit het begin van de éénkindpolitiek vanaf 1979. Beiden werden door Deng Xiaoping ingevoerd. Deze twee beleidsveranderingen hadden tijdens de eerste jaren van deze nieuwe politiek niet meteen effect. Het is pas eind jaren ’80 dat de gevolgen zichtbaar zijn geworden. Met de opendeurpolitiek van Deng Xiaoping kwamen er veranderingen in de structuur van de staatsbedrijven, die tot nu toe hadden gezorgd voor de financiele voorziening van gepensioneerden. Vele staatsbedrijven kregen meer autonomie toebedeeld. Zo mochten er bijvoorbeeld hun winsten behouden. Aanvankelijk was dit geen bedreiging voor gepensioneerden. Frazier vermeldt zelfs dat vele bedrijven eind jaren ’80 de sociale zekerheid voor werknemers zelfs nog verbeterden. De verantwoordelijkheid voor het uitbetalen van pensioenen werd enkel verplaatst van de staat naar de bedrijven zelf. De opendeurpolitiek in de jaren ’80 hield ook het begin in van de mogelijkheid om zelf een privébedrijf op te richten. Dit heeft voor vele Chinezen tot welvaart geleid, maar langs de andere kant konden deze bedrijven niet instaan voor dezelfde pensioenszekerheid als de staatsbedrijven op dat moment. De evoluties die deze laatste veranderingen meebrachten gingen maar heel langzaam en het is niet zo dat van de ene op de andere dag bejaarden niet meer konden rekenen op pensioenen of andere zekerheden. Daarbij werd in de helft van de jaren ’80 nog een andere manier van voorzien in pensioenen door de staat zelf ingevoerd. Dit onder meer ook doordat het aantal bejaarden onder de bevolking naar het einde van de jaren ’80 meer dan verdubbeld was en de winsten van bedrijven kleiner werden door de stijgende concurrentie. Deze manier hield in dat de regering fondsen startte om de last van pensioenen te verdelen.9 Dit waren experimenten die later in de jaren ‘90 leidden tot de pensioenshervormingen die moesten zorgen dat de staat de sociale zekerheid van de bedrijven overnamen. In 1982 werd voor de eerste keer met stedelijke fondsen geëxperimenteerd. In 1986 moedigde de regering het maken van pensioensfondsen op stedelijk niveau aan op een pay-as-you-go basis.10 Op deze manier is het vangnet groter, omdat het nu op stedelijk niveau ligt en niet op het niveau van de bedrijven. Zo kunnen bedrijven zonder moeilijkheden en met jongere werknemers bijvoorbeeld, andere bedrijven helpen. Maar het pensioensbeleid op stedelijk niveau verliep ook niet zonder moeilijkheden. Het was moeilijk om fondsen te creëren die groot genoeg waren om de verhouding tussen arbeider en gepensioneerde te compenseren. Bovendien ontstonden er problemen doordat steden of gemeenten helemaal de bekwaamheid niet hadden om zulke fondsen en sociale zekerheden te creëren. Daardoor bleef de grootste verantwoordelijkheid nog steeds bij de staatsbedrijven zelf. Tegen het einde van de jaren ‘80 waren er meer en meer bedrijven die zich in financiële moeilijkheden bevonden en moesten besparen op pensioenen en andere sociale zekerheden, sommigen moesten sociale zekerheden zelfs helemaal afschaffen. Bovendien ondervonden

6

Page 7: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

bedrijven met relatieve oude werknemers concurrentie van bedrijven met een relatieve jonge werknemersbevolking. Sinds de jaren ’50, maar vooral tijdens de jaren ’80, lag de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van de gepensioneerden dus ook voor een deel bij de danwei van die persoon. Het is niet meer zoals vroeger dat uitsluitend de familie voor de bejaarden zorgde. Een persoon hoorde nu niet enkel meer tot een familie, maar ook tot een arbeidersgroep, danwei. Dit is een grote verandering. Geleidelijk aan werden er naar het einde van de jaren ’80 ook meer en meer privébedrijven opgericht. Deze bedrijven hadden vaak geen sociale zekerheid, maar wel een jonge bevolking. Het recht in deze tijd was vooral gericht op de economische vooruitgang en had geen uitdrukkelijke aandacht voor onderwerpen als bejaardenrechten. In 1982 werd de grondwet die tot op vandaag geldt, opgesteld. Dit alles was vooral op stedelijk niveau. Op het platteland was de situatie helemaal anders. Vanaf de jaren ’80 kwam er door de nieuwe economie op grote schaal decollectivisering, wat veel zekerheden voor de ouderen wegnam. Pensioenen en sociale zekerheid zoals die werden ingesteld in de stad, hadden de bejaarden grotendeels niet op het platteland.11 Het enige waar enkele bejaarden recht op hadden, waren de vijf garanties van voeding, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en begrafenis. De tweede verandering die invloed had, was de éénkindpolitiek die Deng Xiaoping in 1979 invoerde om het bevolkingsaantal naar beneden te halen. Het éénkindpolitiek had in de jaren ’80 nog geen rechtstreekse invloed op het verzorgen van de ouderen. Het is pas nu dat de eerste generatie kinderen uit deze politiek zelf op die leeftijd gekomen zijn waarop ze zelf kinderen krijgen en moeten gaan werken. Zij dragen op dit moment de last van als enig kind voor hun ouders te moeten zorgen. Later ga ik verder op dit onderwerp in.

5. De jaren ‘90 Door de overgang van een planeconomie geleidelijk aan naar een markteconomie, die begonnen was in de jaren ‘80, werd het in de jaren ’90 duidelijk dat het systeem van pensioenen via de staatsbedrijven niet meer houdbaar was. De reden hiervoor was dat de staatsbedrijven meer en meer concurrentie kregen van privébedrijven en er steeds meer staatsbedrijven hun deuren moesten sluiten. Hierdoor en om de reden dat China te maken had en heeft met een snelgroeiend percentage ouderen in de bevolking, werden er begin de jaren ’90 pensioenshervormingen door de regering doorgevoerd. Wat hielden die hervormingen juist in? In 1991 en 1995 werden besluiten goedgekeurd die moesten zorgen voor een vervanging van het PAYG systeem dat toen in werking was. Het systeem dat ze invoerden heet het “multi-pillar system” en hield in dat ze pensioenen via drie peilers wilden financieren12. Het algemene idee was dat op drie manieren een percentage van de lonen in een fonds werd gestoken om pensioenen te betalen. De eerste peiler is de ‘publieke peiler’, wat een basispensioen voor elke werknemer van een staatsbedrijf was. De tweede peiler is de ‘private peiler’. Deze bestaat uit individuele fondsen die arbeiders gedurende de jaren dat ze werken kunnen bijeenzamelen. In feite moeten ze zelf dus sparen voor hun pensioen later. Zowel Frazier als James gebruiken hier de term “Defined Contribution”. De derde peiler is een optionele peiler die sommige bedrijven instelden als bijkomende pensioensverzekering na de twee eerste peilers. Hierbij moet gezegd worden dat toen dit beleid net was uitgevoerd, de mensen die toen op pensioen gingen, nog niet konden

7

Page 8: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

profiteren van de tweede peiler, aangezien ze de tijd niet gehad hadden om te sparen naar hun pensioen toe. Zij kregen hun pensioen enkel uit de eerste peiler. De eerste peiler is tot nu toe de belangrijkste en zorgt voor de basispensioenen voor elke gepensioneerde. De tweede en derde peiler komen pas nu geleidelijk op gang. Deze basispensioenen moeten voor vervanging van de zekerheid van staatsbedrijven in de jaren ‘80 zorgen. Uit de experimenten in de jaren ’80 was al duidelijk dat het creëren van zulke pensioensfondsen helemaal niet van een leie dakje gaat. Tegen het einde van de jaren ’90 was dit systeem nog verre van hoe het zou moeten zijn. De moeilijkheden bespreek ik later onder het hoofdstuk pensioenen. Doorheen de geschiedenis is er dus heel weinig evolutie geweest in hoe de Chinezen voor hun bejaarden zorgen. Ouderen werden vanuit de traditie van het confucianisme gerespecteerd en er bestond geen twijfel over dat het de plicht van de kinderen was om voor hun ouders te zorgen. Tot op de dag van vandaag is het confucianistische denken een niet onbelangrijke factor in het leven van de Chinezen. Pas de laatste decennia is er veel veranderd. Tijdens de communistische periode met de invoering van de danwei en de gemeenschap die belangrijker werd dan de familie. Met de danwei is ook het begin van sociale zekerheid voor gepensioneerden gekomen. Na de opendeurpolitiek van Deng Xiaoping en de gevolgen voor de staatsbedrijven, hebben er pensioensveranderingen moeten plaatsvinden, die tot op vandaag duren. Deze om een zo goed mogelijk sociaal vangnet op te bouwen. In 1996 is de “Wet van de Volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden” goedgekeurd. B. Het verzorgen van ouderen op dit moment

1. De wet van de volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden (de bejaardenwet)13

Tegenwoordig ligt de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van bejaarden bij twee instanties: bij de familie en bij de staat. Dit staat zo in de ‘wet van de volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden’ beschreven. Deze wet bestaat uit zes hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bestaat uit algemene bepalingen. Zo wordt in Art. 2 vermeldt dat bejaarden burgers van zestig jaar en ouder zijn. De wet ziet op dit moment dus geen verschil tussen man en vrouw als het op sociale zekerheid aankomt. Dit was in het verleden anders, aangezien in de “People’s Republic of China Labor Insurance Regulations” van 1951 (zie boven) er aanvankelijk wel een onderscheid werd gemaakt. Frazier zegt dat de redenen hiervoor tot nu onduidelijk blijven, maar dat het mogelijk is dat dit een poging is om werkgelegenheid te creëren door vrouwen vroeger te laten stoppen met werken.14 Nu nog altijd wordt er een verschil gemaakt in de pensioneringsleeftijd waarop mannen en vrouwen pensioen kunnen ontvangen van mannen en vrouwen. In dit eerste hoofdstuk staat ook al bepaald dat bejaardenvoorzieningen een verantwoordelijkheid voor volksregeringen van alle niveaus zijn. Dus niet enkel van de centrale regering uit.

8

Page 9: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Hoofdstuk twee benadrukt de rol van de familie. Art. 10 stelt nog altijd: De zorg van bejaarden berust voornamelijk bij hun familie. Hun familieleden moeten zich om hen bekommeren en hen verzorgen. Dit artikel sluit aan bij artikel 15 van de huwelijkswet, die ik al eerder heb besproken als de huwelijkswet van 1950: “Ouders hebben de plicht hun kinderen groot te brengen en op te voeden; kinderen hebben de plicht hun ouders te verzorgen en bij te staan”. Het feit dat de familie zo nadrukkelijk is vermeld in de bejaardenwet, is een gevolg van de confucianistische traditie die ik hierboven al heb besproken. Er wordt ook vermeld wie die familie of verzorgers precies zijn: zonen en dochters en andere personen met wettelijke onderhoudsplicht. Die laatsten zijn in de bejaardenwet niet nader bepaald. De bejaardenwet stelt dat de familie de bejaarden zowel financieel moeten steunen als hen dagdagelijks verzorgen. In de huwelijkswet van 1980, in hetzelfde artikel 15 staat ook: “Wanneer de kinderen hun verzorgingsplicht niet vervullen, hebben ouders die arbeidsonbekwaam zijn of in behoeftige omstandigheden verkeren, het recht van hun kinderen om betaling van de kosten voor hun verzorging te eisen.” Dit artikel is te vergelijken met artikel 15 van de bejaardenwet: “De verzorgers mogen niet door afstand van de nalatenschap te doen of om andere redenen, weigeren hun onderhoudsplichten te vervullen. Als de verzorgers hun onderhoudsplichten niet vervullen, hebben de bejaarden het recht te eisen dat de verzorgers de onderhoudskosten betalen.” Hoofdstuk drie heeft het over de sociale zekerheid door de staat gegarandeerd. Daarbij horen onder andere pensioenen en andere voordelen. Ook hier wordt gezegd dat het een verantwoordelijkheid voor de locale volksregeringen zijn. Binnen dit onderdeel wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen stad en platteland. In steden geven locale volksregeringen steun aan de bejaarden zonder verzorgers en inkomen. In dorpen wordt gezegd in art. 22: “als de omstandigheden het toelaten, dan wordt er een systeem van sociale zekerheid ingesteld.” Wat die omstandigheden zijn, wordt niet nader verklaard. Wel kunnen gronden in collectieve eigendom als productiebasis ten bate van bejaarden dienen. Bovendien worden in art. 23 de vijf garanties vermeld. Over deze garanties heb ik al vermeld dat ze de eerste keer ingevoerd zijn in de jaren ’50 (zie boven). Deze zijn voor bejaarden in de dorpen die niemand hebben om voor hen te zorgen en ook financieel het alleen niet aankunnen. In dit onderdeel gaat het niet enkel over pensioenen als sociale zekerheid, maar ook over andere organisaties als rusthuizen e.a. Dit bespreek ik uitgebreider in het laatste puntje 3.2. ‘Andere voorzieningen’. Ook weer de verantwoordelijkheid van de maatschappij wordt sterk benadrukt in hoofdstuk 3. In het vierde hoofdstuk staat de plicht van bejaarden om deel te nemen aan de sociale ontwikkeling geschreven. Zo moeten ze hun kennis doorgeven en onderricht geven in socialisme, vaderlandsliefde en collectivisme. Art. 42 stelt: “De wettige inkomsten van bejaarden uit hun arbeidsdeelname worden beschermd door de wet.” Dit is een probleem van de jeugd van nu, want zo nemen gepensioneerden werkgelegenheid af. Hoofdstuk vijf heeft het over wat als de rechten van de bejaarden worden geschonden. Straffen voor het schenden van de rechten van de bejaarden gaan van kritiek en bevel tot verbetering van gedrag tot betaling van het onderhoud van de bejaarde. Voor ernstige gevallen wordt er verwezen naar bepalingen in het ‘Reglement op de administratieve straffen ter handhaving van de openbare orde’. Aanvullende bepalingen staan beschreven in hoofdstuk zes.

9

Page 10: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

2. De verantwoordelijkheid van de familie

2.1 Moeilijkheden voor de familie op dit moment Hoe het komt dat de familie zo een belangrijke taak heeft als het de verzorging van bejaarden betreft, heb ik uitgelegd in het eerste deel over het confucianisme. Maar nu door de ontwikkeling van de economie gedurende de laatste decennia, ligt de situatie anders. Tegenwoordig neemt de financiele situatie van gezinnen de overhand op de deugd van xiao. Na de periode dat er veel werkzekerheid werd gegarandeerd door staatsbedrijven, is met de privatisering van de markt veel onzekerheid gekomen, zowel de werkzekerheid als sociale zekerheid is afgenomen. Voor de werkende generatie van vandaag is het helemaal zo vanzelfsprekend niet meer dat ze kunnen zorgen voor zowel hun kinderen als hun ouders. Vaak werken de man en de vrouw, waardoor ze geen tijd hebben om fysiek voor hun ouders te zorgen en bovendien kunnen ze het vaak niet betalen. De samenwoningsstructuur is dan ook helemaal anders dan voorheen. Waar het vroeger normaal was dat er verschillende generaties onder één dak leefden, gebeurt dit tegenwoordig nog maar zelden. De gezinsstructuur is herleid tot de ouders en de kinderen. Ouderen leven vaak alleen. Er bestaat een Chinees spreekwoord dat zegt: Zolang je ouders leven, moet je niet te ver gaan.15 Maar tegenwoordig worden ook op het platteland ouderen vaak alleen gelaten. De kinderen trekken naar de stad om te werken en sturen geld op om hun ouders te helpen. Toch kunnen er ook redenen zijn om je ouders wel in huis te nemen. Er bestaan gevallen waarbij het pensioen dat de bejaarden krijgen een groot deel van het inkomen thuis kan bepalen en zelf hoger zijn dan de lonen van de werkende ouders. Ook kunnen grootouders vaak voor hun kleinkinderen zorgen, zodat de ouders niet moeten betalen voor opvang van de kinderen.16

2.2 Gevolgen van de éénkindpolitiek De invoering van de éénkindpolitiek had in het begin niet veel invloed op de verzorging van ouderen. Het is slechts nu dat de kinderen van de generatie van de jaren ’80, die als enig kind zijn opgegroeid, volwassen zijn en voor hun bejaarde ouders moeten zorgen, dat er gevolgen zijn. De éénkindpolitiek is ingevoerd voor intomen van de bevolkingsstijging. Maar het intomen van de bevolkingsstijging door middel van geboortepolitiek, heeft tot het gevolg dat de bevolking sneller evolueert van een jonge bevolking naar bevolking met zoveel ouderen dat de verhouding jong versus oud in onevenwicht raakt. Elk jaar stijgt het aantal bejaarden met ongeveer 3%. Dit is een hoog percentage. De stijging van het aantal ouderen en de daling van het aantal jongeren zorgt ervoor dat de jongeren veel harder moeten werken om te kunnen instaan voor het voorzien in sociale zekerheid voor bejaarden. Hoewel dit probleem in China nog niet zo acuut is als in de Westerse landen, is de trend naar vergrijzing in China zeker niet te onderschatten. Een ander belangrijk gevolg is het “Four-Two-One probleem”.17 Dit betekent dat één kind moet zorgen voor twee ouders en vier grootouders. Zowel fysiek als financieel. Fysiek is dit heel erg moeilijk voor de jongere, omdat zowel de man als de vrouw vaak buitenshuis gaan werken en ’s avonds dan zowel voor hun ouders als hun kinderen moeten zorgen, terwijl ze al een hele dag gewerkt hebben. Daarom is het goed dat de staat een sociale zekerheid aan het opbouwen is. Maar ook financieel is het moeilijk, zowel op het vlak van individuele families als op het vlak van de maatschappij. Sommige individuele families hebben het al moeilijk om

10

Page 11: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

voor hun ene kind in de nodige zorgen te voorzien. De kosten voor hun ouders daarbij is vaak een te zware last. Op vlak van de maatschappij is dit het probleem van de vergrijzing. Dit betekent dat een kleiner aantal jeugd of werkende generatie moet werken voor het pensioen van meer ouderen. De basisfondsen moeten gevuld worden, maar het is vanzelfsprekend dat met zulke bevolkingsstructuur dit niet gemakkelijk is. Kortom, de éénkindpolitiek heeft het proces van vergrijzing in de maatschappij alleen maar versneld. In een vrije markt economie is vergrijzing een vaak gezien fenomeen, in China gaat dit door deze politiek veel sneller. Dit fenomeen speelt zich af zowel in de steden als op het platteland. Op het platteland is het verkrijgen van sociale zekerheid nog altijd moeilijker, maar de volksregeringen ook op het platteland proberen voor verbetering te zorgen. Voor vele ouders is de éénkindpolitiek gezien hun economische situatie niet zo erg. Doordat ze maar één kind moeten financieren, kunnen ze hun kind een betere opleiding geven, meer extra’s geven, etc. Hong Zhang 18 heeft het in zijn artikel over de gevolgen van de éénkindpolitiek voor de ouderen op het platteland. Hij zegt dat ouders helemaal geen spijt hebben van deze politiek en dat ze zelf op zoek gaan naar andere methoden om zichzelf op hun eigen oude dag te verzorgen. Daar kinderen de plicht hebben voor hun ouders te zorgen, tenminste financieel, gaan ouders hun kinderen zo goed mogelijk verzorgen, zodat hun kinderen hen later niet kunnen verwijten dat de ouders niet voor hun kinderen gezorgd hebben. Vooral voor het huwelijk van hun zonen gaan ouders om die reden offers in de vorm van grote bedragen brengen. Als ze genoeg betalen voor het huwelijk van hun zoon, kan hij hen later niets verwijten en zijn plicht hen financieel te ondersteunen niet ontglippen. Een andere manier waarop ouderen zelf hun pensioen willen verzekeren is door dochters te gaan herwaarderen. Ze willen hen ook een goede toekomst geven. Steeds vaker ook gaan dochters niet meer bij de schoonzoon wonen, maar verzorgen ze mee de ouders. Op die manier verzorgt een koppel zowel zijn als haar ouders. Maar uiteindelijk vinden er ook veel ouders wiens zonen naar de stad verhuisd zijn om te studeren het beste dat ze gewoon voor hen zelf zouden kunnen zorgen. Financieel en fysiek, daarom is de hulp van de staat en maatschappij meer dan welkom.

3. De verantwoordelijkheid van de staat Onder deel A geschiedenis, heb ik al vermeld wat de rol van de staat is geweest in het verzorgen van de bejaarden en dit vooral in de vorm van pensioenen. Maar tot op vandaag is het pensioenenstelsel helemaal nog niet volmaakt. Met de pensioenshervormingen van de jaren ’90 bevatten ook veel moeilijkheden en problemen. Wat zijn die problemen en hoe zit het vandaag met pensioenen? De staat heeft ook verschillende organisaties en instituten opgericht in het belang van de bejaarden in China. Welke zijn ze? Ook zijn er wetten en reguleringen uitgevoerd. Onder andere in 1996 de ‘Wet van de Volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden’, die ik in het eerste puntje al voorgesteld heb. Verder worden er in andere wetten ook melding gemaakt van rechten voor bejaarden. Verder zijn er in de maatschappij ook verzorgingscentra en soort van rusthuizen uitgebouwd om het leven van de bejaarden te vergemakkelijken. Laten we die ook eens bekijken.

11

Page 12: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

3.1 Pensioenen 3.1.1 Pensioenen na de hervormingen van de jaren ’90: verantwoordelijkheid De pensioenshervormingen in de jaren ’90 zijn belangrijk in een land in transitie. De eerste stap in transitie van planeconomie naar een vrije markteconomie is de markt liberaliseren. De tweede stap is veel moeilijker, het opbouwen van sociale zekerheid. Deze hervormingen hebben veel belang bij de herstructurering van de staatsbedrijven, aangezien het doel van de staat moet worden dat de verantwoordelijkheid voor sociale zekerheid van de staatsbedrijven naar de locale overheden wordt verplaatst. Een probleem dat de hervormingen hebben meegebracht is de vraag wie er nu in feite verantwoordelijk is om de pensioenfondsen vanuit de staat te creëren. Welk niveau van de regering moet instaan voor het vlot verlopen van het creëren van de fondsen en daarna zorgen dat iedereen die recht op een pensioen heeft, zijn deel krijgt. In de bejaardenwet staat: Art. 5 “De volksregeringen van alle niveaus moeten voorzieningen voor bejaarden opnemen in de nationale economische en sociale plannen, (...) De staatsraad en volksregeringen van de provincies, de gewesten met zelfbestuur en de stadsprovincies nemen maatregelen om de samenhang tussen de inspanningen van de desbetreffende departementen voor de bescherming van de rechten en belangen van de bejaarden te organiseren.” Art. 23 “ De locale volksregeringen geven steun aan bejaarden in de steden, (...) De collectieve economische organisaties van de dorpen staan in voor de kosten van de vijf garanties ten behoeve van bejaarden in de dorpen (...). Het is dus bij de wet bepaald dat het een verantwoordelijkheid van de lagere regeringen is. Het probleem is dat de regeringen helemaal geen ervaring hebben met zulke administratie. Vaak begint het creëren van fondsen bij het bestuur van de stad of district. Hoewel de centrale regering pleit voor centralisatie naar het provinciebestuur toe, zijn er slechts drie provincies waar het beleid van pensioenen onder het provinciebestuur valt: Beijing, Shanghai en Tianjin. 19 De regering pleit daarvoor, omdat de administratie op dit moment zeer gefragmenteerd is. Dit speelt in het nadeel van de uitbouw van een efficiënt sociaal vangnet. 3.1.2 Pensioenen op de dag van vandaag: begunstigden Pensioenen worden gegarandeerd in de bejaardenwet, maar niet voor iedereen is het vanzelfsprekend deze pensioenen te ontvangen. In de wet staat geschreven: Art. 2 “Onder bejaarden verstaat deze wet burgers van zestig jaar en ouder.” Maar wie zijn burgers? En het hangt ook af van waar deze burgers zich bevinden. Tussen stad en platteland bestaat er een grote kloof als het op sociale zekerheid aankomt. Migranten die van het platteland naar de stad verhuizen op zoek naar welvaart, komen vaak niet in aanmerking om sociale zekerheid te ontvangen, omdat ze niet gezien worden als burgers van die stad. Voor hen is het ontvangen van pensioen helemaal zo vanzelfsprekend niet. Tijdens de eerst zitting van het elfde Nationale Volkcongres op 5 maart 2008 werd een balans gemaakt van het voorbije jaar. Over bejaarden en sociale zekerheid werd het volgende in het rapport geshreven: “Het aantal mensen die kunnen genieten van het sociale vangnet blijven stijgen. Het aantal stedelijke inwoners die kunnen genieten van het basis ouderdomspensioen stijgt met 13,41 miljoen mensen jaar op jaar en ouderdomspensioenen voor gepensioneerden zijn sterk verhoogd.”20 In de doelen van 2008 beloven ze de basispensioenen aan meer stedelijke inwoners te kunnen geven (eerste peiler). Ze hebben het ook over meer proberen om de persoonlijke pensioensfondsen van arbeiders te kunnen verwezenlijken (tweede peiler). Verder gaan ze

12

Page 13: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

ook regels invoeren om arbeiders die van het platteland komen op te nemen in het basispensioen. Over het platteland zeggen ze dat ze de locale overheden willen aansporen experimenten te doen met regels over pensioenen.21 In 1997 heeft de centrale overheid het “social-pool-plus-personal-accounts schema” ingevoerd.22 Dit is een schema over hoe pensioenen voor iedereen worden berekend. Voor mannen boven de 60 jaar en vrouwen ouder dan 55 (kaders) en 50 (arbeidsters) die 15 jaar toeslag hebben betaald bestaat het basispensioen uit twee delen. Ten eerste is er het basispensioen dat per maand 20% bedraagt van het gemiddelde maandloon van de mensen die in die regio werken en wonen het jaar tevoren. Het tweede deel bestaat uit het pensioen dat persoonlijk bij elkaar is gespaard. Dat is elke maand 1/120ste van de totale som die de persoon heeft gespaard. Dit allemaal aangepast aan de prijsindex van de uitgaven en loonsstijgingen van de inwoners.23 In 2003 was het gemiddeld pensioen 621 yuan per maand en 38,6 miljoen gepensioneerden waren in staat aan dit programma deel te nemen. Het is dus opmerkelijk dat het pensioen dat een persoon krijgt, niet afhangt van je eigen werkervaring, maar van het gemiddelde van alle werkenden in je buurt. Op die manier kunnen mensen die veel verdienen en weinig verdienen elkaar compenseren. Hoewel Art. 20 van de “wet van de Volksrepubliek China ter bescherming van de rechten en belangen van bejaarden” stelt: “de staat stelt een systeem van sociale zekerheid voor bejaarden in, om te voorzien in de basisbehoeften van bejaarden”, dus voor elke bejaarde, toch ligt de situatie in de dorpen anders. In de bejaardenwet wordt er ook een onderscheid gemaakt in de sociale zekerheid tussen platteland en stad. En zoals ik al gezegd heb, kunnen mensen op het platteland nog niet genieten van dezelfde voorrechten als hun medeburgers in de steden. In de bejaardenwet staat ten eerste in Art. 23: “De collectieve economische organisaties van de dorpen staan in voor de kosten van de vijf garanties van voeding, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en begrafenis ten behoeve van bejaarden in de dorpen, die werkonbekaam zijn, geen bron van inkomsten hebben, en geen verzorgers hebben, of waarvan de verzorgers werkelijk in de onmogelijkheid verkeren hen te onderhouden of te verzorgen.” Toch zijn deze vijf garanties niet altijd gegarandeerd tot op de dag van vandaag zegt Hong Zhang.24 Art. 22 zegt: “In de dorpen wordt als de omstandigheden dat toelaten een systeem van sociale zekerheid voor bejaarden ingesteld, en bovendien, als de voorwaarden aanwezig zijn, kan een deel van de gronden, bergen watervlakten, stranden en zandbanken in de collectieve eigendom die niet in contract zijn gegeven, worden benut als productiebasis ten bate van bejaarden en de opbrengsten worden gebruikt voor de verzorging van de bejaarden.” 3.2 Andere voorzieningen Sinds de introductie van pensioenen en de economische veranderingen die zorgden voor een verandering in de familiestructuur, ligt de nadruk bij het verzorgen van ouderen vooral op financieel niveau. Maar ouderen hebben daar vaak niet genoeg aan en hebben ook fysieke en mentale steun nodig. Doordat ouderen tegenwoordig vaak alleen leven, hebben ze graag dat hun kinderen regelmatig langskomen om hen te verzorgen. Dit is een taak die dochters vaak spontaan op zich nemen. Ze bellen regelmatig of gaan langs en zijn sneller ongerust. Dit is een reden waardoor ouders steeds liever dochters krijgen dan zonen. Helemaal tegenovergesteld aan de vroegere verlangens om zonen te krijgen.

13

Page 14: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Maar ook de staat probeert wat aan de zorg voor ouderen te doen, naast het financiele. Zo zijn er organisaties voor het fysiek en mentaal verzorgen van ouderen. Vooral ouderen zonder kinderen hebben nood aan oplossingen vanuit de staat en maatschappij. In de wet van 1996: de “wet van de Volksrepubliek China ter beschermingen van de rechten en belangen van bejaarden” staat het volgende geschreven. Art. 33 “De staat stimuleert en helpt maatschappelijke organisaties en personen om voorzieningen voor bejaarden op te richten zoals welzijnscentra, rusthuizen, appartementen, herstellingsoorden en plaatsen voor hun culturele activiteiten en sportbeoefening.” “De locale volksregeringen van alle niveaus moeten geleidelijk, naar de mate van haar economische ontwikkeling, de inversteringen in welzijn voor ouderen opvoeren en welzijnsvoorzieningen uitbouwen.” Een artikel van Chang Jifei25 heeft het over enkele bejaardenorganisaties die op dit moment zijn uitgebouwd. Zo heeft de hoofdstad van Anhui, Hefei, geld vrijgemaakt om ondertussen al 160 ‘verpleegtehuizen’ 26 op te starten. In zulke homes krijgen bejaarden steun in het dagelijkse leven en krijgen ze gratis medische verzorging. Niet enkel in Hefei worden zulke initiatieven opgestart, maar over het hele land, zowel vanuit de overheid gesponsord, meestal vanuit stadsfondsen, als privé ondernemingen. Voor mensen die graag thuis alleen blijven wonen, bestaat er een systeem van netwerken vanuit de gemeenschap die zorgen voor de ouderen binnen hun regio. Langs de ene kant, als ouderen hulp nodig hebben, kunnen ze bellen en iemand in de buurt kan die persoon komen helpen, langs de andere kant organiseren ze ook activiteiten om de bejaarden te laten meedraaien in de gemeenschap. In 2006 heeft de State Council Information Office een Witboek27 uitgegeven om te tonen wat China al bereikt heeft op vlak van ouderenzorg. In het witboek staat vermeld dat er in 2005 32 000 “starlight homes” zijn opgericht waarvan 30 miljoen bejaarden kunnen genieten. Verder zijn er nog ongeveer 670 000 activiteitencentra opgericht, waar bejaarden gratis aan kunnen deelnemen. Naast dit alles is er ook gezorgd voor andere voorzieningen voor bejaarden als speciale kranten voor bejaarden, onderwijs voor bejaarden, bejaarden die kunnen meehelpen in onderwijs aan jongere generaties, etc. Hierbij moet wel vermeld worden dat deze verwezenlijkingen zich voornamelijk in de steden bevinden. Naast soorten rusthuizen en activiteitencentra zijn er nog andere voordelen voor gepensioneerden. Toen de staatsbedrijven nog voor de grootste deel van de sociale zekerheid zorgden, in 1994, geldden pensioenen voor 71 percent van het totaalpakket aan voordelen die gepensioneerden kregen. 28 Ze kregen ook gratis medische verzorging, gratis vervoer, verwarming, etc. Tegenwoordig is dit aanbod aan voordelen aangepast en zijn medische verzorging en subsidies voor begrafenissen de belangrijkste voordelen die ze krijgen.

14

Page 15: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

SLOT De laatste 50 jaar zijn dus cruciaal geweest in de evolutie van ouderenzorg in China. Voor de jaren 1950 was er niet veel verandering in hoe ouderen verzorgd werden, omdat het bepaald was door de confucianistische traditie. Kinderen hadden respect voor hun ouders en ouders werden thuis verzorgd door hun eigen kinderen. Dit werd niet in vraag gesteld. Pas in de maoistische periode vanaf 1950 kwamen er veranderingen, hoewel die in het begin niet heel erg groot waren. De familiezorg werd immers in de Chinese wetten opgenomen. Maar met de invoering van de danwei en de staatsbedrijven, werden ouderen ook nog financieel geholpen in de vorm van sociale zekerheid. Een volgende stap in de evolutie houdt de veranderingen van de jaren ’70 in. Met het economische beleid van Deng Xiaoping werd het aantal staatsbedrijven serieus gereduceerd en waren er heel wat arbeiders die hun werkzekerheid en hun sociale voordelen verloren. Daarom moest de regering zoeken naar oplossingen en een evenwichtig sociaal zekerheidsstelsel uitbouwen. In de jaren ’80 werd er al geëxperimenteerd met staatsfondsen om pensioenen te betalen. Deze pogingen resulteerden in de jaren ’90 tot de pensioenshervormingen. Deze hervormingen bestaan eruit dat pensioenen zowel uit een staatsfonds als uit individueel gespaarde fondsen worden betaald. Vooral dat tweede staat nog in zijn kinderschoenen op dit moment. Maar er wordt vanuit de staat duidelijk gewerkt aan sociale zekerheid en niet alleen aan het uitbetalen van pensioenen. Zo wordt er ook aandacht geschonken aan een soort van bejaardentehuizen en thuishulp voor mensen die geen familieleden hebben die voor hen kunnen zorgen. Maar deze netwerken zijn nog niet erg uitgebreid. Ook de éénkindpolitiek heeft invloed op de ouderenzorg. Binnen de families is er een evolutie op gang gekomen van het belang van respecteren van ouderen naar de aandacht die de kinderen krijgen op dit moment, alsof het kleine keizertjes zijn. Heel wat kinderen worden verwend en kennen de deugd van xiao niet meer. Ook is het voor kinderen alleen moeilijk om zowel voor hun ouders als hun grootouders te zorgen, dit zowel financieel als in de maatschappij gezien. Als laatste wil ik nog vermelden dat er een groot verschil bestaat tussen het beleid van de steden en van het platteland. De experimenten met pensioenen en de sociale voordelen zijn vooral voor de steden weggelegd. Hoewel op het platteland ook aan ouderen vanuit de staat wordt gedacht, is dit in vele mindere mate. Op het platteland is het zorgen van de ouders door de kinderen dan ook nog altijd heel belangrijk.

15

Page 16: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

NOTEN 1 http://www.stats.gov.cn/was40/gjtjj_en_detail.jsp?channelid=1175&record=32, [Statistical Communiqué of the People's Republic of China on the 2007, 28 februari 2008] Geraadpleegd op 7 mei 2008. (zie bijlage 1) 2 养儿防老 3 In dit hoofdstuk heb ik een aantal elementen uit de cursus Chinees Recht van prof. Deklerck opgenomen. 4 Zhan, H.J. & R.J.V. Montgomery, “Gender and Elder Care in China: The Influence of Filial Piety and Structural Constraints”, Gender & Society 17:2 (1965), p. 210. (zie bijlage 2) 5 Tsai, Wen-hui, “Life after Retirement: Elderly Welfare in China”, Asian Survey 27:5 (1987), p. 570. (zie bijlage 3) 6 Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), pp. 48-49. (zie bijlage 4)

Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 67. 7 Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 48. (zie bijlage 5) 8 James, E., “How can China solve its Old-age Security Problem? The Interaction between Pension, State enterprise and Financial Market Reform”, Journal of Pension Economics and Finance 1:1 (Maart 2002), p. 56. (zie bijlage 6) 9 http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008. (zie bijlage 7) 10 James, E., “How can China solve its Old-age Security Problem? The Interaction between Pension, State enterprise and Financial Market Reform”, Journal of Pension Economics and Finance 1:1 (Maart 2002), p. 57. (zie bijlage 8) 11 Hierbij moet vermeld worden dat sociale zekerheid en pensioenen niet geheel onbestaande waren op het platteland. Voor meer informatie over pensioenen in de jaren ’80 op het platteland en andere voorzieningen zoals een soort van rusthuizen, zie: Zhang, Chunyuan, “Welfare Provisions for the aged in Rural China”, The Australian Journal of Chinese Affairs 15 (Jan. 1986), pp. 113-124. 12 Zie Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 45-70. Ook: Frazier, M.W., “China’s Pension Reform and its Discontents”, The China Journal 51 (Jan. 2004), pp. 97-114. 13 Dit is de “Wet van de Volksrepubliek China ter Bescherming van de Rechten en Belangen van Bejaarden” Deze is op 29 augustus 1996 aangenomen door de Eenentwintigste Zitting van het Permanent Comité van de Achtste Nationale Volksvergadering. In deze paper noem ik deze wet ook wel ‘de bejaardenwet’. Fragmenten in het Nederlands uit deze paper komen van de website over Chinees Recht van de KUL. http://www.law.kuleuven.be/chineesrecht/burgerlijk%20recht/familierecht/bejaardenrecht/bejaarde.htm, [Wet van de Volksrepubliek China ter Bescherming van de Rechten en Belangen van Bejaarden, 1996]. Voor de eerste maal geraadpleegd op 19 april 2008. 14 Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 45-70. Ook: Frazier, M.W., “China’s Pension Reform and its Discontents”, The China Journal 51 (Jan. 2004), p. 67. Noot 8. (zie bijlage 9)

16

Page 17: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

15 “ 父母在,不远游。” 16 Tsai, Wen-hui, “Life after Retirement: Elderly Welfare in China”, Asian Survey 27:5 (1987), pp. 573-574. (zie bijlage 10) 17 http://en.wikipedia.org/wiki/One-child_policy, [One-Child Policy, 14 mei 2008], Laatst geraadpleegd op 15 mei 2008. 18 Voor uitgebreidere uitleg: Zhang, H., “Bracing for an uncertain future: A Case Study of New Coping Strategies of Rural Parents under China’s Birth Control Policy”, The China Journal 54 (2005), pp. 53-76. 19 http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008. (zie bijlage 11) 20 http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f61601196f9239cb10a6.html, [China’s Economic, Social Development Plan on Old-age Pension, Extracted from; China’s Economic, Social Development Plan, 21 april 2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. (zie bijlage 12) 21 http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f61601196f9239cb10a6.html, [China’s Economic, Social Development Plan on Old-age Pension, Extracted from; China’s Economic, Social Development Plan, 21 april 2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. (zie bijlage 13) 22 http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f616011936192b50005c.html, [China’s Social Security and Its Policy On Old age Security, April 10,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. (zie bijlage 14) 23 Zelfde bron (zie bijlage 15) 24 Zhang, H., “Bracing for an uncertain future: A Case Study of New Coping Strategies of Rural Parents under China’s Birth Control Policy”, The China Journal 54 (2005), p. 54. (zie bijlage 16) 25 http://en.cnca.org.cn/en/iroot1007210001/4028e47d1935f61601195f7587ac0e0b.html, [Eldercare in China, April 16,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. 26 Dit is een eigen vertaling van de Engelse term “nursing homes”. 27 http://china.org.cn/e-news/news061212-1.htm, [Speech by Li Bengong, standing vice-director of China National Working Commission on Ageing, December 12, 2006]. Geraadpleegd op 12 mei 2008. 28 China State Statistical Bureau, 1995, p. 688. (http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008.)

17

Page 18: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

BIBLIOGRAFIE

• Geraadpleegde websites http://www.law.kuleuven.be/chineesrecht/burgerlijk%20recht/familierecht/bejaardenrecht/bejaarde.htm, [Wet van de Volksrepubliek China ter Bescherming van de Rechten en Belangen van Bejaarden, 1996]. Geraadpleegd op 19 april 2008. http://www.stats.gov.cn/was40/gjtjj_en_detail.jsp?channelid=1175&record=32, [Statistical Communiqué of the People's Republic of China on the 2007, 28 februari 2008] Geraadpleegd op 7 mei 2008. http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f616011936192b50005c.html, [China’s Social Security and Its Policy On Old age Security, April 10,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. http://en.cnca.org.cn/en/iroot1007210001/4028e47d1935f61601195f7587ac0e0b.html, [Eldercare in China, April 16,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f61601196f9239cb10a6.html, [China’s Economic, Social Development Plan on Old-age Pension, Extracted from; China’s Economic, Social Development Plan, 21 april 2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. http://china.org.cn/e-news/news061212-1.htm, [Speech by Li Bengong, standing vice-director of China National Working Commission on Ageing, December 12, 2006]. Geraadpleegd op 12 mei 2008. http://en.wikipedia.org/wiki/One-child_policy, [One-Child Policy, 14 mei 2008], Laatst geraadpleegd op 15 mei 2008.

• Geraadpleegde artikels Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), pp. 45-70. Frazier, M.W., “China’s Pension Reform and its Discontents”, The China Journal 51 (Jan. 2004), pp. 97-114. James, E., “How can China solve its Old-age Security Problem? The Interaction between Pension, State enterprise and Financial Market Reform”, Journal of Pension Economics and Finance 1:1 (Maart 2002), p. 53-75.

18

Page 19: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Tsai, Wen-hui, “Life after Retirement: Elderly Welfare in China”, Asian Survey 27:5 (1987), pp. 566-576. Zhan, H.J. & R.J.V. Montgomery, “Gender and Elder Care in China: The Influence of Filial Piety and Structural Constraints”, Gender & Society 17:2 (1965), pp. 209-229. Zhang, Chunyuan, “Welfare Provisions for the aged in Rural China”, The Australian Journal of Chinese Affairs 15 (Jan. 1986), pp. 113-124. Zhang, H., “Bracing for an uncertain future: A Case Study of New Coping Strategies of Rural Parents under China’s Birth Control Policy”, The China Journal 54 (2005), pp. 53-76.

19

Page 20: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

BIJLAGEN Bijlage 1

Table 12: Composition of Population in 2007

Unit: 10,000 persons

Item Population (Year-end figure) Percentage (%)

National Total 132129 100.0

Of which: Urban 59379 44.9Rural 72750 55.1

Of which: Male 68048 51.5Female 64081 48.5

Of which: 0-14 years 25660 19.415-59 years 91129 69.060 years and over 15340 11.6Of which: 65 years and over 10636 8.1

At the end of 2007, a total of 201.07 million people participated in basic pension program, a year-on-year increase of 13.41 million. Of this total, 151.56 million were staff and workers, and 49.51 million were retirees. http://www.stats.gov.cn/was40/gjtjj_en_detail.jsp?channelid=1175&record=32, [Statistical Communiqué of the People's Republic of China on the 2007, 28 februari 2008] Geraadpleegd op 7 mei 2008. Bijlage 2

Zhan, H.J. & R.J.V. Montgomery, “Gender and Elder Care in China: The Influence of Filial Piety and Structural Constraints”, Gender & Society 17:2 (1965), p. 210.

20

Page 21: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Bijlage 3

Tsai, Wen-hui, “Life after Retirement: Elderly Welfare in China”, Asian Survey 27:5 (1987), p. 570. Bijlage 4

Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), pp. 48-49. Bijlage 5

21

Page 22: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 48. Bijlage 6

James, E., “How can China solve its Old-age Security Problem? The Interaction between Pension, State enterprise and Financial Market Reform”, 1:1 (2002), p. 56. Bijlage 7

Declining Workers-to-Retirees Ratio When first established in the 1950s, the pension system for state employees offered life-time pensions upon retirement at age 50 to women and at age 60 to men with a record of at least 20 years employment. Therefore, few state retirees qualified for pensions until the 1970s. Urban collective enterprises which offered old age insurance also had few qualified retirees until the 1970s. In 1978, state pensioners numbered only slightly more than 2.8 million, accounting for 90 percent of all pensioners. In that same year, the eligibility requirement was reduced to 10 years of employment, partly to encourage retirement and free up jobs for young unemployed adults (Davis, 1993). State pensioners doubled over the next 2 years and doubled again by 1986. Pensioners from urban collective enterprises, while fewer in number, rose more rapidly than state pensioners in the 1980s. The liberalization of eligibility criteria contributed to a rapid increase in pensioners and led to a sharp decline in the workers-to-retirees ratio from 30 state and urban collective workers for every pensioner in 1978 to only 13 in 1980. The ratio of workers to pensioners has continued to decline, reaching 7.1 in 1986 and only 5.1 in 1994. http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008. Bijlage 8

22

Page 23: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

James, E., “How can China solve its Old-age Security Problem? The Interaction between Pension, State enterprise and Financial Market Reform”, 1:1 (2002), p. 57. Bijlage 9

Frazier, M.W., “After Pension Reform: Navigating the ‘Third Rail’ in China”, Studies in Comparative International Development 39:2 (2004), p. 45-70. Ook: Frazier, M.W., “China’s Pension Reform and its Discontents”, The China Journal 51 (Jan. 2004), p. 67. Bijlage 10 Tsai, Wen-hui, “Life after Retirement: Elderly Welfare in China”, Asian Survey 27:5 (1987), pp. 573-574.

23

Page 24: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Bijlage 11

Across the country, nearly all pools first were formed at the county or city level, and only in limited instances did the initial scope of the pool span the prefecture or province level. In several areas, pools later expanded from the county or city level to the prefecture or province level. The three municipalities having province level status -- Beijing, Tianjin, and Shanghai -- have established pools that cover the entire administrative area. Several provinces, including Guangdong and Shaanxi, have established an adjustment fund at the province level with contributions coming from the subprovincial pools, and the fund is used to assist pools in the province experiencing deficits. By the end of 1994, all cities and counties had either implemented pooling at the local level or were participating in higher-level pools for state-owned enterprise pensions (Lin, 1995).

http://www.census.gov/ipc/www/ebsum97b.html, [West, L.A., Pension Reform in China: Preparing for the Future, 1997] Geraadpleegd op 10 mei 2008.

Bijlage 12

The number of people covered by the social safety net continued to rise, the number of urban residents covered by the basic old-age pension system increased by 13.41 million year on year and old-age pensions for enterprise retirees were raised by a large margin. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f61601196f9239cb10a6.html, [China’s Economic, Social Development Plan on Old-age Pension, Extracted from; China’s Economic, Social Development Plan, 21 april 2008] Bijlage 13 We will accelerate improvement of the social safety net. We will expand the basic old-age insurance system to cover more urban workers, expand the trials to fully fund personal retirement accounts for enterprise employees and raise the level of unified management. We will explore ways to reform the system of basic old-age insurance for public service institutions. We will work out a set of unified national rules for transferring social security accounts from one region to another as well as measures for providing old-age insurance suitable for rural migrant workers. We will encourage local governments to carry out trials of old-age insurance system in rural areas. We will speed up establishment of a system for assisting both urban and rural residents in meeting expenses for medical care, expand the basic medical insurance system to cover more urban workers and extend trials of a basic medical insurance scheme aimed at non-working urban residents to 50% or more of the country's cities at the prefecture level. We will fully implement the new type of rural cooperative medical care system and within two years, increase the standard for financing its operation from 50 yuan to 100 yuan per person per annum, with central and local government

24

Page 25: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

contributions to be raised from 40 yuan 80 yuan per person. We will continue to experiment with expanding the scope of expenditures drawn from unemployment insurance funds in the eastern region. We will improve the basic cost of living allowance system for urban and rural residents by instituting dynamic management of the system and organizing beneficiaries by type in cities and including all eligible poor rural residents in the system. We will increase public assistance efforts and encourage the development of charity programs. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f61601196f9239cb10a6.html, [China’s Economic, Social Development Plan on Old-age Pension, Extracted from; China’s Economic, Social Development Plan, 21 april 2008] Bijlage 14 Reforming the basic old-age insurance system for enterprise employees in urban areas. In 1997, the Chinese government unified the basic old-age insurance system for enterprise employees in urban areas across the country by implementing a social-pool-plus-personal-accounts scheme. Enterprise employees who have reached retirement age as provided by law (60 for male employees, 55 for female cadres and 50 for female workers) and who have paid their share of the premiums for 15 years or more shall be entitled to collect a basic old-age pension every month after retirement. The basic old-age pension consists of two parts: base pension and pension from personal account. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f616011936192b50005c.html, [China’s Social Security and Its Policy On Old age Security, April 10,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008. Bijlage 15 The monthly sum of the base pension is tantamount to about 20 percent of an employee's average monthly wage in that area in the previous year. The monthly pension sum from the personal account is 1/120 of the total accumulated sum in the personal account (11 percent of an employee's wage being deposited every month in the pension section). The state adjusts the level of the basic old-age pension with reference to the price index of living expenses for urban residents and employees' pay increases. In 2003, the monthly basic pension for enterprise retirees covered by the basic old-age insurance scheme was 621 yuan on average. http://en.cnca.org.cn/en/iroot10073/4028e47d1935f616011936192b50005c.html, [China’s Social Security and Its Policy On Old age Security, April 10,2008]. Geraadpleegd op 11 mei 2008.

25

Page 26: HOE WORDEN OUDEREN VERZORGD IN CHINA?Ook na 1949 beschouwden de Chinezen recht als iets overbodigs, omdat het volgens de communisten voor de bourgeoisie voorbestemd was. De eerste

Bijlage 16

Zhang, H., “Bracing for an uncertain future: A Case Study of New Coping Strategies of Rural Parents under China’s Birth Control Policy”, The China Journal 54 (2005), p. 54.

26