Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer...

21
Hoe train je het verschil? Interviews met o.a.: Ton Ojers Klaas Vreugd | TJC pupillen Legmeervogels Maurice Graef: ”Plezier in voetballen is het allerbelangrijkste” Nieuw! eerste uitgave # 1 JANUARI 2007 | JAARGANG 1 | € 6,95 Inhoud INTERVIEWS OEFENINGEN & KENMERKEN D, E, F JEUGD KABOUTERVOETBAL HOE TRAIN JE HET VERSCHIL? V.V. DE RIJNSTREEK trends • ontwikkelingen • praktijkvoorbeelden • interviews

Transcript of Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer...

Page 1: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Hoe train je het verschil?

Interviews met o.a.: Ton Ojers Klaas Vreugd | TJC pupillen Legmeervogels

Maurice Graef:

”Plezierinvoetballen ishetallerbelangrijkste”

Nieuw!eerste

uitgave

#1Januari 2007 | Jaargang 1 | € 6,95Inhoudinterviews

Oefeningen & KenmerKen D, e, f JeugD

KabOutervOetbal

HOe train Je Het verscHil?v.v. De riJnstreeK

trends • ontwikkelingen • praktijkvoorbeelden • interviews

Page 2: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Voorwoord

Nieuw!eerste

uitgave

onderwerpen volgende uitgave:

www.jeugdtrainer.com

De PuPillentrainer | Januari 2007

De partner voor uw club

Bespaar uw club veel geld en werkCreëer meer en betere sportmogelijkheden

www.sport-company.nl

Inkooporganisatie voor amateursportverenigingenPresentaties

ClinicsSportreizen

Professionele Voetbalkampen

Sport-Company Voetbalschool

Maurice Graef, oud-prof van ondermeer Roda jc en VVV-Venlo, heeft een voetbalprogramma in elkaar gezet voor de jeugd. Dit programma omvatvoetbaltechniek, voetbalplezier en een presentatie: Hoe word ik profvoetballer?

Wie?Maximaal 40 jeugdleden in een leeftijd van 8-16 jaar.

Waar?Op woensdagmiddag op het eigen sportcomplex of in de sporthal.

Kosten?€ 450,= exclusief BTW en reiskosten. dit betekent € 11,25 per deelnemer.Sport-Company factureert de club voor dit bedrag.

[email protected] - 27003300

www.sport-company.nl

Voor u ligt de 1e uitgave van “de Pupillentrainer”, hét vakblad voor de moderne jeugdtrainer. wij hopen dat u hieraan veel plezier zult beleven en bruikbare adviezen ter harte neemt.

regelmatig bezoeken wij verenigingen en zien met eigen ogen hoe daar getraind wordt. Met name in de leeftijds-

groepen 6 t/m 12 jaar zijn de trainingen vaak ver beneden peil. en dit is zeker niet de goedwillende mensen te

verwijten, die bereid zijn om minimaal een uur met de pupillen aan de slag te gaan. Zij doen immers hun uiterste best.

de vraag is of een kind daadwerkelijk iets leert van deze goed bedoelde oefeningen. wij denken van niet. Binnen een

club zou een technische jeugdcoördinator hieraan sturing moeten geven. verder bevelen wij een pupillencursus aan.

Maar trainingen alleen zijn niet voldoende. voetbal wordt steeds complexer en er komt ook een stukje psychologie

bij kijken. en hoe gaat u daar dan mee om?

verderop in deze uitgave staan interviews met diverse specialisten, evenals specifieke oefenstof gebaseerd op

de jongste spelers. Het betreft voornamelijk gesprekken met trainers en oefenstof waarin de bal centraal staat.

een kind moet het hebben van heel veel balcontacten. Met name bij de jongste leeftijdsgroepen vormen

het plezier in het spel en de techniek een belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling.

Kenmerken per leeftijdsgroepZoals wij eerder memoreerden, moet u bij spelers uit bepaalde leeftijdsgroepen letten op: de omgangsvormen,

de kenmerken en hun beleving. Binnen de F, e en d pupillen hebben wij daarom o.a. een uiteenzetting gemaakt van

de kenmerken die bij iedere leeftijdsgroep aanwezig zijn, en hoe u daar als trainer, coach en leider mee omgaat.

we geven niet alles in dit nummer meteen prijs.

per uitgave bespreken we telkens bepaalde kenmerken en omgangsvormen.

wij wensen u heel veel leesplezier.

Marcel wagenhuis

uitgever

de uitgever is niet verantwoordelijk voor de meningen van derden in de artikelen.

Zoveel mogelijk balcontacten...oh zo belangrijk!

Page 3: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Pag. 6

Kenmerken D-jeugd

Nieuw!eerste

uitgave

trends • ontwikkelingen • praktijkvoorbeelden • interviews

Inhoud

advertentie graef

www.jeugdtrainer.com

dePupillentrainer

Ookonline

Vaste rubrieken

VoorwoordMarcel wagenhuis pag. 3

ColumnMaurice graef pag. 27

Oefeningend-jeugd pag. 9

pag. 13

e-jeugd pag. 13

pag. 14

pag. 24

F-jeugd pag. 13

pag. 17

pag. 24

pag. 39

5-jarigen pag. 37

Lezersreactieseerste uitgave pag. 4

een abonnement op ‘de pupillentrainer’

kost € 35,- per jaar (6 nummers).

e-mail: [email protected]

Colofon

Pag. 18

Pag. 7

Pag. 10

Pag. 15

Pag. 22

Pag. 30

Pag. 33

De PuPillentrainer | Januari 2007

Lezersreactieseerste uitgave

‘Beste voetbaljournalisten,

allereerst wil ik jullie feliciteren met komende eerste

uitgave. echt een super goed initiatief en ook enorm

belangrijk. Zelf ben ik F-trainer bij pSv en kom jammer

genoeg, elke week in aanraking met amateurtrainers, die

wat mij betreft een abonnement op een dergelijk vakblad

als dat van jullie, goed kunnen gebruiken. initiatieven zoals

dat van jullie kunnen hopelijk een bijdrage leveren aan

de kwalititiet van de jeugdtrainingen. ik zie zoveel talent

verloren gaan al op vroege leeftijd. initiatief en creativiteit

worden tegenwoordig al in een vroeg stadium afgenomen

van zelfs al 8 9 jarige. ik heb zelf nogal wat ideeën om het

voetbal voor kinderen in de jongste leeftijd toch leuk te

houden. wellicht is het interessant om eens te zien of we

iets voor elkaar kunnen betekenen. verder wens ik jullie

veel succes met het blad.

Met vriendelijke groet,

Bastiaan riemersma | pSv onder 9’

een prima idee!!! ik vind ook dat er weinig is voor pupillen

trainers. dus ik steun dit helemaal.

Succes, groet , Sander van eeden | trainer roda 46 d2

prachtig idee. inderdaad de pupillen trainers zijn altijd

onder geschoven kindjes geweest maar deze zijn ozo

belangrijk want het begint met de jeugd.

groet jan van den Heuvel, ook pupillen trainer.

Contactpupillentrainer

t. 0297 523059

t. 0297 523173

F. 0297 523174

e. [email protected]

RedactieHans visser

warner de weerd

Maurice graef (column)

rik ossenkoppele

albert van de weide

ton ojers

peter ottevanger

erik Stekelenburg

UitgeverMarcel wagenhuis

Vormgeving3hoog

DrukHendricx

Maurice Graef voetbalkampen in limburg; profvoetballer zijn voor een week

Interviews & onderwerpen

Ton Ojers “we moeten voetbalscholen beginnen waar kinderen echt voetballen kunnen leren”

V.V. De Rijnstreek v.v. de rijnstreek werkt aan

de toekomst

InterviewRichard Kleuskenswittenhorst, een club met

ambitie

InterviewKlaas Vreugdde visie van legmeervogels

Hoe train je het verschil?opleiden jeugdige voetballers

Kaboutervoetbal een grote zak spekkies

doet wonderen

Pag. 14

Kenmerken E-jeugd

Pag. 26

Kenmerken F-jeugd

E

D

F

Circuitmodel

F-pupillenF

Pag. 39

Page 4: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

www.mauricegraef.nl

De PuPillentrainer | Januari 2007

Voetbalkampen in LimburgProfvoetballer zijn voor een week

naam

Maurice graef

geBoren

22 augustus 1969

Horn, nederland

cluBS

KSv Horn, vvv, roda JC, neC

poSitie

Centrale spits

Begonnen met voetballen bij de

amateurclub KSv Horn in limburg.

debuut in het betaalde voetbal op

17 december 1988 in het duel vvv-

Sparta (0-2). in het seizoen 1992/93

topscorer van de eerste divisie

met 29 doelpunten. Mede daardoor

promoveerde vvv dat jaar. op 12

september 1995 internationale

debuut met roda JC in het ueFa

Cup-toernooi tegen het Sloveense

olimpija ljubljana (5-0).

Voetbal CV

”Laatjeugdspelersvooralpingelen,daarmeelerenzedebasis

vanhetvoetballen”

“Plezier is het allerbelangrijkste dat een speler moet hebben in het voetballen en de trainer coach is daarvoor verantwoordelijk”. aan het woord is maurice graef 37 jaar inmiddels en ex-prof bij achtereenvolgens VVV, roda jc, nec en daarna terug bij VVV. Vier jaar geleden, na een mooie carrière van 13 jaar prof voetbal waarin hij 166 goals maakte, nam hij afscheid van het betaalde voetbal. Van VVV kreeg hij een baan aangeboden als commercieel medewerker en hij trainde ook nog een jaar VVV B1.enkele maanden geleden besloot hij VVV de rug toe te keren en begon hij samen met een compagnon een eigen bedrijf gericht op sportsponsoring voor bedrijven, het organiseren van voetbalkampen voor jeugdspelers van 8 tot 16 jaar en voetbalclinics.

albert van De weiDe Interview

De kenmerken vanD-jeugd

liggen in de vorige fase ( e-jeugd ) de accenten op

spelend leren, nu vindt er geleidelijk een verschuiving

plaats naar het leren door spelend oefenen. de bewegings-

drang is gecontroleerder en mede daardoor is een hoog

leertempo mogelijk. Bij sommige vroegrijpen kondigt zich

het begin van (de problemen van) de puberteit aan.

er kunnen dus al verschillen ontstaan in prestatieniveau

tussen vroeg- en laatrijpen.

de lichaamsbouw bij de meeste d-pupillen is harmonisch.

Het kind zit nog lekker in zijn vel. eigenschappen als

snelheid, behendigheid en coördinatie ontwikkelen zich

dan ook snel. Zo is het coördinatievermogen bij voldoende

lichaamservaring zelfs optimaal. de voorwaarden zijn

aanwezig om vrijwel alle bewegingen volledig onder de

knie te krijgen. leg daarom regelmatig het accent op een

algemene looptechnische scholing, waarbij alle soorten

van bewegingen aandacht kunnen krijgen. Besteed

bijvoorbeeld aandacht aan het nemen van hindernissen,

waarbij eisen worden gesteld aan aspecten als behendig-

heid en coördinatie. (doe de loopscholing als extra als het

trainingsveld niet meer beschikbaar is) Hoewel de belasting

nog gedoseerd moet worden, kunnen aspecten als snelheid

en reactievermogen de volle aandacht krijgen.

de d-pupil wil groot zijn. wie iets kan die is iets en telt

mee! vooral de oudere d-pupillen zullen al bewust bezig

zijn met het verwerven van een plaats binnen de groep.

als je lichamelijk goed in elkaar zit en je kunt wat met

je lichaam, dan win je aan status. Kinderen in deze fase

vergelijken zich dan ook sterk met elkaar. wedijveren en

prestatiezucht nemen toe. de d-trainer-coach kan daar

op inspelen door tijdens trainingen voor oefenvormen te

kiezen, waarin wedijver aan de orde is.

de prestatiezucht en het enthousiasme van de d-pupil en

het gebruik van wedstrijdgerichte vormen mogen overigens

niet voortdurend ten koste gaan van de technische

uitvoeringswijze van de beweging, de onderlinge sfeer

in de groep en het tactische overzicht en samenspel.

relativeer als trainer-coach van tijd tot tijd het resultaat

en de prestaties. de d-pupil kent meestal geen angst, is

een avonturier en ontdekker. Hij richt zich op de dingen

die om hem heen te zien zijn en die in de directe toekomst

zijn te verwachten. Het is over het algemeen geen denker

of piekeraar en tracht zijn doel zonder al te veel omwegen

te bereiken en dat is ook in het spel terug te zien. angst is

hem onbekend, omdat hij nog niet zo sterk nadenkt over

de gevolgen van zijn acties. Hij leeft hier en nu. daardoor

vergeet hij bijvoorbeeld ook een nederlaag of overwinning

zeer snel. de band met de jeugdtrainer wordt groter

naarmate de persoonlijke gesprekken gaan over de

vorderingen van de d-pupil.

in deze leeftijdsfase wordt de basis voor een eventuele

voetbalcarrière gelegd. Het is niet voor niets dat het

Jeugdplan nederland van de K.n.v.B. in deze leeftijds-

categorie begint met scouting en selectiewedstrijden.

dat geldt zeker ook voor de B.v.o.’s.

in de Volgende uitgaVe:

‘profiel van een d-pupillen trainer-coach’

D-jeugdD

de d-jeugd is een belangrijke

leeftijdsgroep. de kinderen in deze

leeftijdscategorie zijn vaak heel

enthousiast, leergierig en vragen

om technische aanwijzingen.

Hoewel de d-pupil sneller van begrip

is dan de e-pupil en langer kan

luisteren naar een instructie, pikt

hij vooral veel op door een goed

voorbeeld van de trainer-coach.

de d-pupil is sterk visueel ingesteld

en leert min of meer op het eerste

gezicht. Het motorische leer-

vermogen verbetert snel, zodat

technische vaardigheden goed en

snel geleerd kunnen worden.

Het is zelfs de ideale leeftijd om

technische vaardigheden te leren.

nadat de grove techniek in relatief

hoog tempo is verwerkt, kan

aandacht worden besteed

aan verfijning en uitbreiding.

een eigen mening ontwikkelt zich.

de drang om zich te vergelijken

met anderen neemt toe.

dat geldt ook voor de kritiek op

eigen prestaties en die van anderen.

Hoewel de succesbeleving

nog sterk individueel gericht is,

ontstaat ook al meer het beeld

van teamspeler en daardoor een

groepsgevoel.

in de d-jeugd wisselen spelers

al veel minder van vrienden. er

ontstaan vaste vriendengroepen

met een duidelijke groepsorde.

ook het samenwerkingsgedrag

neemt toe en daarom kan er al

meer aandacht voor tactiek en

samenspel zijn.

Page 5: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

de trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname-

wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten

wegdraaien naar binnenkant

fig.4

trainer

1

2

11

1

22

1

rood: geeft pass, groen: aan- meenemen (schijnbeweging)

en door de poort dribbelen en scoren. als rood de bal

verovert mag hij scoren op één van beide goals.

fig. 3

1

2

3

4

1

in de wedstrijdvorm speelt team a tegen team B. wie het

eerst 10 perfecte combinaties uitvoerd, is winnaar. Het

verliezend team moeten altijd een opdracht uitvoeren!!!

fig. 2

b.

11

2

23

3

4

4

5

5

6

6

in de wedstrijdvorm speelt team a tegen team B. wie het

eerst 10 perfecte combinaties uitvoerd, is winnaar. Het

verliezend team moeten altijd een opdracht uitvoeren!!!

fig. 1

D�

De PuPillentrainer | Januari 2007

Tekenlegenda

aanvaller verdediger

ballijn

koplijn

dibbellijn

op het binnenste been

aanspelen (tek 1)b.

albert van De weiDe Interview Maurice Graaf

“Plezierinvoetballenishetallerbelangrijkste”

Een perfecte combinatie

“ik had het gevoel teveel met commercie bezig te zijn

en te weinig met voetbal en dit is voor mij een perfecte

combinatie van beide”, stelt Maurice. Met name aan de

voetbalkampen beleef ik erg veel plezier en ze voorzien

in limburg zeker in de behoefte van de jeugd om deel te

nemen aan kwalitatieve trainingen, gegeven door goede

trainers. Ze zijn dus profvoetballer voor een week. daarom

organiseer ik de kampen altijd in samenwerking met een

Betaald voetbal organisatie en maak daarbij ook gebruik

van de trainers van de betreffende Bvo. naast plezier

hebben in het voetballen, leren de spelertjes hier natuurlijk

erg veel van.

Basisvormen van Coerverinhoudelijk beginnen we in de ochtend met de technische

basisvormen van Coerver, waarbij ook het hooghouden

van de bal een vast onderdeel is. we meten dit en aan het

eind van de week kijken we wie van de spelers de meeste

progressie heeft gemaakt. Zeker voor de allerkleinsten erg

leuk want aan het eind van de week is de finale en je ziet

aan de koppies dat de spanning er behoorlijk op staat.

Ze leren dus al onder druk werken. de Coerver basisvormen

doen we niet langer dan 30 minuten omdat zeker bij de pu-

pillen dan de aandacht en dus ook de concentratie verslapt.

Pass- en trapvormenna de technische vormen gaan we naar de pass en

trapvormen en hiervoor gebruik ik een vorm, die ik altijd

terug laat komen (zie tek.1 en 2). deze vorm kun je voor

iedere leeftijdscategorie gebruiken en de eisen steeds

hoger stellen. Het inspelen, aan-en meenemen van de bal

staat in deze vorm centraal. daarna het inbouwen van de

kaats. Maar ook de inspeelvorm (zie tek. 3) heeft naast de

technische uitvoering ook een wedstrijdelement in zich.

na de pass en de aanname moet de speler snel door een

van de twee kleine poortjes dribbelen en mag vervolgens

in een van de twee goals scoren.

de speler die de pass geeft moet in het 1 tegen 1 duel het

scoren voorkomen en mag bij balverovering zelf scoren.

in de Jeugdopleiding bij vvv, waar ik als 15- jarige werd

opgenomen in de selectie van vvv a1 trainde ik dit soort

vormen dag en nacht met Sef vergoossen. Hij was altijd

op de club voor extra individuele training.

Hele eenvoudige vormen gericht op de positie in het

veld, want dat was de basis waarop hij werkte. in de bal

komen, de kont erin, wegdraaien en scoren (zie tek. 4).

altijd eindigend met het mikken op een pilon die op een

hoge muur stond. drie keer raken en je kon naar binnen.

Sef was zelf meestal de winnaar en dat maakte toch

indruk. als coach voor ons als jeugdspelers deed Sef het

geweldig. altijd positief stimulerend, eenvoudige vormen

maar altijd gericht op de positie en het spelletje. ook dat

mag een boodschap zijn naar jeugdcoaches. positief

zijn en niet alleen het resultaat centraal stellen. Je bent

tenslotte bezig met opleiden en dus is je belangrijkste taak

spelers beter leren voetballen. als laatste onderdeel in de

ochtend leren we de spelers de beginselen van de positie-

spelen. we werken in kleine groepen en spelen 4 tegen 4,

5 tegen 5 en 6 tegen 6, altijd vrij spelen, want zelf ben ik er

voorstander van om de kleintjes vooral ook te laten pingelen.

dat moet je ze nooit verbieden. ook hier gaat het weer om

de kwaliteit van de coach en de coaching.

de keepers krijgen in de ochtend specifieke keeperstraining.

in de namiddag komen de partij spelen aan bod en er

worden partijtjes tot 3 doelpunten gespeeld met prijzen

voor de winnaar. de dag wordt altijd afgesloten met shoot-

outs en penalty’s. na een week hard, maar met veel plezier

werken, zie je een behoorlijke progressie in de uitvoering

van de basis technieken, maar ook in de partijspelen.

de kampen in limburg zijn dit jaar zeer succesvol geweest

met in totaal ca. 280 deelnemers in de twee voetbalkampen.

ook het volgend jaar staan ze weer op de agenda. de eerste

is in de meivakantie in Belfeld, in samenwerking met vvv.

Interview Maurice Graef albert van De weiDe

Page 6: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

10

De PuPillentrainer | Januari 2007

11

ook voor potentieel nieuwe trainers zal het instromen veel

soepeler kunnen verlopen, wat er dus voor zorgt dat ouders

en/of leden sneller bereid zullen zijn om iets binnen de

vereniging te gaan doen .

Bewakingnatuurlijk is het opstellen van een jeugdbeleidsplan pas

een begin. er zal namelijk ook iemand deze rode lijn binnen

de club moeten bewaken. als het nodig is zal deze het zelfs

moeten bijstellen en/of bijsturen. opvallend binnen deze

club is de jonge leeftijd van de technisch Jeugdcöordinator,

robert van de Berg is pas 21 jaar, en vanaf dit seizoen is

hij verantwoordelijk voor de gehele jeugdafdeling van

v.v. de rijnstreek. Maar binnen de club is het helemaal

niet zo vreemd dat juist hij deze functie heeft gekregen.

vanaf het prille begin is robert al lid bij de rijnstreek.

als speler doorliep hij alle jeugdteams, waarna hij al vroeg

in het eerste team terecht kwam. als middenvelder speelt

hij iedere zaterdagmiddag daarin zijn wedstrijden. robert

is geen speler die zomaar even 3 spelers voorbij speelt, hij

is meer iemand die via goed samenspel de bal in het doel

wil krijgen. al op jonge leeftijd liet robert zich als trainer

zien bij de jongste jeugd. Hij begon zo’n 4 seizoen terug

met het trainen van de F pupillen. na het behalen van de

KnvB pupillentrainer diploma, was hij klaar om met de

groep mee te gaan naar de e pupillen. daar werd in het

2e seizoen, het kampioenschap binnen gehaald.

een hoogtepunt uit zijn trainersloopbaan noemt hij dat.

Het andere hoogtepunt zal zijn nieuwe taak moeten gaan

worden. een grote verantwoording, maar een nog veel

grotere uitdaging vind hij dat zelf. nu kan hij mede voor

de komende jaren het gezicht gaan bepalen van zijn

vereniging.

Voordelen van een kleine verenigingnatuurlijk is een vereniging als de rijnstreek in het

nadeel tegenover de grote verenigingen uit de omgeving.

vanwege het kleiner aantal leden is er ook minder keuze

voor de selectie teams. ook is het een minder draagkrachtige

vereniging als die grote broers op fietsafstand. Maar dat wil

niet zeggen dat deze club geen stapje hogerop wil komen

met zijn jeugdafdeling. Het is juist de uitdaging om de

kinderen een dermate goede opleiding mee te geven, dat

het gat met deze verenigingen steeds kleiner word. door

de in korte tijd bereikte progressie binnen de club is voor

iedereen duidelijk dat de goede weg is ingeslagen.

Het zal dan ook niet lang meer duren voordat er spelers uit de

omliggende gemeenten richting nieuwerbrug gaan komen,

om daar mee te profiteren van de uitstekende jeugd

opleiding. een ander voordeel in deze club is de gebonden-

heid. alle leden kennen elkaar, en de meeste kinderen zitten

bij elkaar in de klas. ieder team bestaat dan ook vooral uit

vrienden van elkaar. wat de samenhorigheid dus alleen

maar verhoogt, en de bereidheid om mee te helpen vergroot.

Zo is het ook geweldig om te zien dat er bij de jongste

pupillen veel spelers uit de a junioren rondlopen als

begeleider. dat vergroot alleen maar de sociale binding

binnen de club. Zij hebben ook allemaal de KnvB cursus

gedaan, waardoor het niveau van deze trainers omhoog

is gegaan. niet alleen als speler maar wellicht ook wel

als voetballer, want je word op de cursus geleerd om over

het spel te gaan nadenken. deze groep verdient trouwens

toch al een groot compliment, want zij worden dit seizoen

getraind door robert van de Berg. nu heeft die wel laten

zien dat goed aan te kunnen, maar aangezien hij maar 2

of 3 jaar ouder is als alle spelers zou het bij de meeste

verenigingen niet goed werken. Het tegendeel word hier

bewezen, en dat is mede te danken aan de juiste instelling

binnen deze groep a-junioren. verder is het natuurlijk ook

bijzonder knap dat iemand op de leeftijd van 21 het al aan-

durft om zo’n belangrijke leeftijdsgroep te gaan trainen.

Het zal mij dan niets verbazen als we de komende jaren

nog veel meer van robert gaan horen.

Peter Ottevanger V.V. De Rijnstreek

V.V. De Rijnstreekwerkt aan de toekomst

Binnen het nederlandse voetbal staan voornamelijk de grote verenigingen in de schijnwerpers wat betreft het opleiden van jeugdspelers. onder aanvoering van alle BVo’s, proberen deze clubs zoveel mogelijk spelers op te leiden voor het allerhoogste niveau. deze verenigingen hebben dan ook allemaal een uitvoerig jeugdbeleids-plan met voldoende financiele middelen om dit allemaal mogelijk te maken. daardoor zijn het dan ook vooral de grotere amateurverenigingen die dit allemaal goed op een rijtje hebben. naast de financiele middelen is een jeugdbeleidsplan natuurlijk van nog veel meer factoren afhankelijk. er kan dan ook niet zomaar van een willekeurig beleidsplan, een kopie gemaakt worden. natuurlijk kan de rode draad bij veel clubs gelijk zijn, maar de uitvoering is bij alle clubs altijd anders. een vereniging in de randstad zal met hele andere zaken te maken krijgen als een club uit het oosten van nederland, terwijl ze wel beide dezelfde doelstelling voor ogen hebben. daarnaast is natuurlijk ook de grote van de jeugdafdeling van eminent belang in de doelstelling die een club heeft. gelukkig zien ook steeds meer kleine clubs in dat een goed gestructureerd jeugdbeleidsplan van zeer veel waarde is. naast de voordelen die het voor de spelers heeft, levert een duidelijke structuur vaak ook een groter aantal leden op. als ouders weten wat ze kunnen verwachten voor hun kind, dan schept dat veel vertrouwen. dit levert over het algemeen dan ook meer nieuwe leden op.

eén van zo’n kleinere vereniging die dit ter harte heeft

genomen komt uit nieuwerbrug. een landelijk gelegen dorp

in Zuid-Holland, op de grens met de provincie utrecht.

dit plaatsje gelegen tussen woerden en Bodegraven doet

dagelijks vele duizenden automobilisten de haren overeind

staan. er gaat geen dag voorbij of op de radio wordt

nieuwerbrug genoemd bij de filemeldingen.

op de herfstachtige avond dat ik op bezoek was bij deze

vereniging waren dan ook in de verte de vele lichtjes te

zien van de avondspits. doordat het complex alleen op het

trainingsveld verlicht was, kreeg het een bijna spookachtig

karakter. uit de donker kwamen steeds meer kinderen

te voorschijn. de regen en wind hadden hun niet kunnen

weerhouden om te komen trainen. Met volle overgave

werden de trainingen dan ook aangevangen. opvallend

daarbij is de grote opkomst van de teams, die deze avond

aanwezig zijn. Bij de partijspelen welke deze keer op het

programma staan, gaat het er stevig aan toe. de vele

doelpunten die vallen zorgen voor enorm veel plezier. Het

is de afsluiting van een periode, dus bemoeien de begelei-

ders zich zo min mogelijk met het spel. Ze laten

de kinderen zoveel mogelijk zelf hun oplossing zoeken.

als een spelertje het dan even echt niet meer weet,

helpen ze hem weer op weg.

Duidelijke LijnenSinds vorig seizoen is er bij voetbalvereniging de rijnstreek

een volledig nieuw jeugdbeleidsplan opgesteld. dit plan

bestaat uit een duidelijke structuur, en een uitermate goed

uitgewerkt technisch werkplan. waarbij de invloed van

de KnvB modules duidelijk waarneembaar zijn. er wordt

binnen de pupillen afdeling van deze club daar dan ook

getraind volgens het circuit model. alle trainers hebben

een cursus gevolgd waarin de modules volledig zijn

uitgewerkt, daardoor is de manier van werken bij iedereen

goed bekend. Met behulp van een planning, komen de ver-

schillende thema’s aan bod. Belangrijk hierbij is dat alle

trainers en begeleiders bereid zijn om volgens dezelfde

werkwijze aan de slag te gaan. aangezien deze vereniging

niet zo veel teams heeft, is ook de begeleidingsgroep niet

zo heel groot. Hierdoor is het makkelijker om alle gezichten

dezelfde richting op te krijgen. iedereen weet dan ook

precies wat er van hem of haar verwacht wordt, waardoor

tevens alle ouders weten waar ze aan toe zijn.

“Develedoelpuntendievallenzorgenvoorenormveelplezier”

V.V. De Rijnstreek Peter Ottevanger

Page 7: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Pingel/ mikvormPartijvorm met continue doorgang Mikvorm

afStand: 20 x 20 meter afStand: 25 x 25 meterafStand: 30 x 20 meter

[email protected] vragen en/of opmerkingen over dit artikel, email:

Vrije Vlak

1�

De PuPillentrainer | Januari 2007

1�

deze vorm herbergt naast het pingelen en van daaruit het mikken ook een eerste partijvorm.

Doelverbeteren van mikken en omschakeling in

simpele vorm.

deze vorm kan gespeeld worden met 4 tegen 4 of

3 tegen 3. in het vrije vak wordt er partij gespeeld

en mag er op elk moment gemikt worden op de

pilonnen van de tegenstanders. elk team heeft

meer pilonnen te verdedigen dan er spelers zijn.

de verdedigende partij mag uiteraard wel in het

eigen vak komen om de pilonnen te verdedigen.

de verdediginde partij moet dus eigen keuze

maken:

• de partij aangaan en de pilonnen onverdedigd

laten.

• 1 verdediger de pilonnen laten verdedigen met

als risico als ondertal te spelen.

Zelf laten denken en keuze te laten maken.

Variatie1 extra neutrale speler in het vrije vak om de druk

op te voeren.

3:3 een partijvorm met verschillende doelen.

Doelveel spelwisseling, veel verplaatsing,

omschakeling verbeteren en veel scoren.

er wordt 3:3 of 4:4 gespeeld. er mag door alle

doeltjes gescoord worden. na een een doelpunt

is het de bedoeling dat er direct wordt doorge-

speeld. de doelen worden daardoor ook gevormd

door 2 pilonnen en zijn dus open. er mag niet twee

keer door hetzelfde doeltje worden gespeeld

achter elkaar.

Variatieals variatie kan er een neutrale speler bijgezet

worden om de druk te verhogen.

ook kan als variatie de regel gesteld worden

dat er gescoord wordt wanneer er door de goal

gespeeld wordt en een medespeler deze oppakt

zonder tussenkomst van de tegenstander.

kan uitstekend als warming up gebruikt worden.

DoelHet verbeteren van het mikken van de ene partij

en het verbeteren van het drijven met de bal en

over de bal kijken van de andere partij.

de mikvorm kan gebruikt worden als warming

up maar ook als oefenvorm. de groene spelers

moeten onder druk van rood de overkant zien te

bereiken. als beloning mag er gescoord worden

in het doeltje.

de rode spelers moeten met hun bal via een ge-

mikt pass de bal van groen zien weg te kaatsen.

als dat lukt heeft de rode speler ook een punt.

en moet groen opnieuw beginnen.

Variatiesals variatie zouden groene spelers in het midden

hun ballen kunnen overgeven aan de ander. dit

vergt overzicht en een goede overname. de rode

spelers kunnen als variatie een vrij vak krijgen om

in te bewegen richting de ballen van groen.

Technisch werkplan

Het belangrijkste onderdeel uit het nieuwe jeugdbeleidsplan

is het “technisch werkplan”. Hierin staan alle leeftijds-

groepen apart vermeld. iedere categorie heeft zo zijn eigen

hoofdstuk. ook deze hoofdstukken zijn weer onderverdeeld

in aparte delen. daarin worden zaken besproken als de

kenmerken van de desbetreffende leeftijdsgroep (bijv:

e-tjes). ook is een profiel van een trainer in deze categorie

gemaakt, met daarbij tevens een aantal tips voor deze

trainer coach. dit is vooral voor nieuwe begeleiders

goede informatie. Zij kunnen dan goed voorbereid aan de

slag en met al deze zaken rekening houden. Het tweede

gedeelte van het werkplan, is het onderdeel waar robert

zijn stempel op mag gaan drukken. door middel van het

in kaart brengen van de specifieke problemen bij iedere

leeftijdsgroep, kan de oefenstof bepaald worden. dit zal

hij niet alleen doen, maar in samenspraak met alle trainers.

natuurlijk is bij de jongste groepen (e en F) de keuze

makkelijker te maken dan bij de junioren. Bij de pupillen

staat voornamelijk het aanleren van de basisvaardigheden

centraal. in blokken van ongeveer 8 weken zullen dan

alle onderdelen van het voetbalspel aan de beurt komen.

waarna zo’n periode word afgesloten met (zoals eerder

vermeld) een toernooi. Hierin zijn de spelers vrij om te

laten zien wat ze hebben opgestoken in de voorgaande

periode. in de volgende 8 weken zullen wederom alle

thema’s aan bod komen, alleen nu in een andere vorm.

Hierdoor komen alle voetbalvaardigheden aan de beurt,

en kunnen deze door de spelers aangeleerd worden.

ook hier is in het werkplan goed rekening gehouden met

de opbouw. waar het bij de F pupillen nog gaat om spelend

leren, kan de lat bij de e-tjes al wat hoger worden gelegd.

nog steeds zal dit plaatsvinden in kleine groepen, maar

het wedstrijdelement zal toenemen. Bij de d pupillen

verandert er een heleboel. is bij de jongere groepen het

spelend leren nog heel belangrijk, nu gaan de spelers

vooral leren door spelend te oefenen.

Steeds vaker zullen er wedstrijdsituaties terugkomen op

een training. ook neemt het vermogen om taakbewust te

voetballen toe, zodat de trainingsvormen een doelstelling

kunnen meekrijgen. was dit voorheen nog om de basis-

vaardigheden als dribbelen en schieten te verbeteren,

nu komen er ook tactische zaken voor in de oefeningen.

er zal dus goed gekeken moeten worden naar het technisch

niveau van de spelersgroep, en de problemen die voorkomen

tijdens de wedstrijden. dan kan pas een goede keuze

gemaakt worden welke oefenstof gebruikt moet worden.

Binnen deze leeftijdsgroep is wel de opzet van iedere

training hetzelfde. er word gewerkt met 3 verschillende

oefenvormen welke door de groep in circuitvorm afgewerkt

worden. per training komen dan alle basisvaardigheden

terug in de oefenstof. dit dan ook nog eens zoveel als

mogelijk in wedstrijdvormen. Hierdoor zal er voor iedere

speler een uitdaging zijn, en daarmee wordt direct de

mentaliteit van alle kinderen getraind en ontwikkeld.

een goede mentaliteit levert de trainer een goed gemoti-

veerde groep op tijdens de training. niet alleen willen deze

spelers graag een betere voetballer worden, maar zullen

ze alles doen om hun wedstrijden te winnen.

“WaarhetbijdeFpupillennoggaatomspelendleren,kandelatbijdeE-tjesalwathogerwordengelegd”

v.v. De riJnstreeK Oefenstof F, E, D-jeugdV.V. De Rijnstreek Peter Ottevanger

F E D

Page 8: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

E-jeugd

www.rkSV-wittenhorSt.nli

E

1�

De PuPillentrainer | Januari 2007

1�

jan BeijerS (links)

Hoofd onderbouw

richard kleuSkenS (rechts)

Bestuurslid technische zaken

”Zoveelmogelijkjeugdspelerslatendoorstromennaarheteersteelftal”

albert van De weiDe Interview Richard Kleuskens

richard kleuskens (41) is sinds dit seizoen bestuurslid technische zaken van wittenhorst, een vereniging die uitkomt in de derde klasse c in district Zuid 2. het is een club in het noord limburgse dorp horst, op vijftien kilometer afstand van Venlo, met 600 leden. hij is verantwoordelijk voor het technisch beleid voor zowel de senioren als ook de jeugd en moet in die hoedanigheid uitvoering geven aan de “rode draad” binnen de club. Zelf heeft hij de volledige jeugdopleiding van VVV doorlopen en was hij jarenlang het boegbeeld als robuuste centrumverdediger van de plaatselijke trots. als bestuurslid technische zaken mag hij nu op een andere manier de lijnen uitzetten. een uitdaging die hij met heel veel inzet en ambitie is aangegaan.

“de doelstelling binnen wittenhorst is om vooral zoveel mogelijk eigen jeugdspelers door te laten stromen naar het

eerste elftal”, vertelt richard. om dat te bewerkstelligen hebben wij een twee-sporen beleid gecreëerd n.l. prestatief

en recreatief. Mijn verantwoordelijkheid ligt vooral op het prestatieve deel van onze opleiding en bij de seniorenselectie.

WittenhorstEen club met ambitie

de e-pupillen hebben een

grote bewegingsdrang.

Het oefenen van vaardigheden

gebeurt veel bewuster en

doelgerichter dan bij de

F-jeugd. de concentratie

ontwikkelt zich en techniek

kan heel goed worden aange-

leerd. elementaire tactische

beginselen kunnen aan de

orde komen.

op technisch gebied zijn er

grote verschillen in handigheid

met de bal, maar motorisch

leren verbetert snel, zodat met

de basistechnieken effectief

kan bijbrengen. de vaardig-

heid is zeer afhankelijk van de

ervaring en de aanleg. daarom

is het een goede zaak als er bij

de e-jeugd in kleine groepen

gewerkt kan worden. Bij veel

bewegingsvormen is namelijk

grote differentiatie mogelijk.

De kenmerken vanE-jeugd

de coördinatie is beter dan die van de F-jes en dat merken

ze ook. Ze hebben al meer inzicht in de bedoelingen van

het spel gekregen, zodat ze al wat beter op elkaar gaan

letten. dit is de voorwaarde voor het latere samenspel.

Ze hebben ook al wat besef gekregen van de taken in het

veld en gaan soms al een voorkeur ontwikkelen.

Zo ontstaan er keepers en ‘echte’ spitsen.

e-jeugd leert meer het opdoen van bewegingservaringen

en het kijken ernaar, dan van het luisteren naar wat een

trainer te vertellen heeft. Hun concentratie is gering,

maar ze kunnen zich helemaal inleven in het spel.

op deze leeftijd gaat ook het wedstrijd-idee leven, wat

in het spelgedrag ook zichtbaar wordt. Het individueel

bezig zijn, wat je nog zo sterk bij de F-jes ziet, verandert

beetje bij beetje in het steeds meer samen willen doen.

Specifiek probleem bij E-pupillen• de verschillen tussen eerstejaars e- en tweedejaars

e-pupillen kunnen groot zijn. de jongste groep is vaak

nog erg speels en heeft een beperkt concentratie-

vermogen.

de tweedejaars zijn veel leergieriger.

• als het mogelijk is, dan is het zeker op deze leeftijd aan

te raden om, gezien de grote onderlinge verschillen en

de gesignaleerde concentratieproblemen, in kleine

groepen te trainen met voor elke groep een begeleider

om de basistechnieken te ontwikkelen basistechnieken.

• Bij deze leeftijdscategorie is de betrokkenheid van de

ouders vaak nog groot. Helaas vetaalt die betrokkenheid

zich bij wedstrijden vaak in verkeerd gedrag langs de

lijn. Het is een goede zaak om voor het seizoen dit pro-

bleem bespreekbaar te maken. probeer door zelf het

goede voorbeeld te geven duidelijk te maken dat de

kinderen vooral zelf de voetbaloplossingen moeten

bedenken.

• de spelers hebben recht op ongeveer evenveel

speeltijd. Het is onjuist om vanwege het wedstrijd-

resultaat de minder goede voetballers veel langer aan

de kant te houden.

Profiel E-pupillen trainer-coachop de eerste plaats beseft hij dat de kinderen met zoveel

mogelijk voetbalsituaties geconfronteerd moeten worden.

daarbij treedt hij voornamelijk op als begeleider, die de

spelers de ruimte geeft om zelf oplossingen te vinden voor

de voetbalproblemen die ze tegenkomen. tijdens de trai-

ningen bewaakt hij de organisatie, helpt, motiveert en cor-

rigeert hij vooral op technisch gebied. een goede e-trainer

is voor zijn spelers meer een kameraad en opleider met

een echte voorbeeldfunctie, dan een trainer die vol met

tactische vondsten zit. op het veld kan hij het goede voor-

beeld geven en weet hij in alle omstandigheden resultaten

te relativeren en ook de ouders hiervan te overtuigen.

in de Volgende uitgaVe:

Coachtips voor de e-jeugd en uitgangspunten voor

de keuze van de oefenstof.

Page 9: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Loopspel met balPartijvorm 1<>1sprintduel vanaf de keeper Estafettespel

afmeting Veld: 15x 10 meter 10 meter8 meter

12

3

12

1�

De PuPillentrainer | Januari 2007

1�

“Wittenhorsteenuitermategezondevereniging”

daarbij behoort ook een aanpassing in de organisatie-

structuur welke inmiddels in concept gereed is en nog

door het Hoofd- en Jeugdbestuur moet worden goed-

gekeurd. een goede structuur en (voetbal)visie zijn daarvoor

noodzakelijk. de basis voor dit alles is de jeugdopleiding

en wij proberen met (oud)spelers uit de selectie de

jeugdteams te trainen en te begeleiden. tevens zorgen wij

ervoor dat deze jongens worden of zijn opgeleid, want ook

dat is een absolute voorwaarde. een aantal van deze trainers

zijn bezig met een opleiding op het CioS en alo.

de meeste zijn ook in het bezit van Jvt, tC iii of de pupillen-

traineropleiding.

verder hebben wij met een aantal jeugdtrainers de 3-daagse

trainersopleiding van rené Meulensteen gevolgd. een

zeer leerzame en interessante ervaring die ons ook heeft

gesterkt in onze visie van opleiden. Sinds enkele jaren

hebben wij ook een samenwerkingsovereenkomst met

pSv en dat heeft mede geresulteerd in een top toernooi

voor F spelers, met een prachtig deelnemersveld. voor

deze regio zijn dit soort toernooien voor jeugdspelers een

prachtige gelegenheid om kennis te maken met jeugd-

voetbal op een zeer hoog niveau. daarnaast leveren we

ook nog eens veel jeugdspelers aan vvv-venlo.

Mini-F’jesaan de basis hebben wij de mini-F’jes waarvan we 6

teams hebben. we hebben 7 teams van F-pupillen en

daarmee trainen we tweemaal per week op dinsdag en

donderdag in de late namiddag. de trainingen worden

uitgevoerd op basis van het jaarplan, wat is opgezet door

Hoofd onderbouw Jan Beijers. Jan is verantwoordelijk

voor de technische aansturing van de F, e en d pupillen.

de trainer van onze F1 (daan Hendriks) die een opleiding

volgt aan het CioS, leidt de training met de andere trainers

en begeleiders van de F-afdeling. aan het begin van het

seizoen is het jaarplan door Hoofd onderbouw met de

F-trainers doorgenomen.

Interview Richard Kleuskens albert van De weiDe

Het jaarplan is weer onderverdeeld in maandplannen en

dit is een prima handvat voor alle trainers om de juiste

doelstellingen in deze leeftijdscategorie na te streven.

uiteraard is dit plan gebaseerd op de specifieke leeftijds-

kenmerken van deze doelgroep. Het leren beheersen van

de bal moet centraal staan, maar het moet ook vooral

gezien worden als een uur vol met spelplezier met daarin

een vaste structuur. Het accent ligt daarbij op een brede

bewegingsscholing met behulp van speelse doelgerichte

oefeningen (zie trainingen in overzicht 2,3,4 etc.) Het gaat

om het ontwikkelen van bewegings- en balgevoel.

een andere voorwaarde is dat het uitdagend moet zijn

waarbij iedereen actief is, dus geen wachttijden of

filetraining. wij gebruiken hiervoor een voetbalmodel voor

de 6 t/m 9 jarigen met technisch, taktische, fysieke en

mentale aandachtsgebieden. Binnen deze kaders wordt er

gewerkt en dit gaan we nog verder uitdiepen voor de e en

d teams. dat gaat de komende tijd gebeuren om daarna

onze ambitieuze pijlen te richten op de ontwikkeling van

onze C,B en a teams, met de nadruk op de trainingsperiodi-

sering om zodoende de aansluiting naar het eerste elftal

te optimaliseren. “de basis voor het uiteindelijke doel is

daarmee gelegd”, aldus richard.

uiteraard kost dit totale opleidingsplan tijd, geld en kennis,

maar wittenhorst is een uitermate gezonde vereniging.

”Mijn taak is ervoor te zorgen, samen met de overige

tC-leden, dat het totale opleidingsplan een breed

draagvlak krijgt, want alleen dan zullen we in onze opzet

slagen en structureel naar een hoger niveau gaan”, aldus

richard.

de “pupillentrainer” wenst hem daarbij veel succes.

Organisatie• iedere speler heeft één bal en dribbelt in

de afgebakende ruimte

• twee spelers zonder bal, maar met hesje

(= rambo) moeten proberen alle ballen het

vak uit te schieten.

• als jouw bal er uit wordt geschoten ga je de bal

halen en doe je gelijk weer mee

• ‘rambo’ mag niet langer dan 4 seconden

op dezelfde speler loeren

• wissel van ‘rambo’ na 1 minuut

Coaching

• Hoeveel ballen heeft hij weggeschoten?

• wie is zijn bal niet kwijt geraakt?

• Hoe scherm je een bal af? wijs de spelers erop

dat ze niet met de rug maar met de zijkant van

het lichaam naar de tegenstander gaan staan.

Zo kunnen ze dan gemakkelijker wegdraaien

en de tegenstander kan de bal niet tussen

de benen door weg tikken. gebruik je armen

om stevig te staan.

VariatieSpeel met de grootte van het vierkant om het

moeilijker of makkelijker te maken. Benodigdhedenhesje voor tikker(s)

iedereen een bal

4 pilonnen

Organisatie

• de keeper speelt de bal diep het vierkant in.

• op het moment dat de keeper de bal speelt,

beginnen de mensen naast de goal te sprinten.

• er wordt een duel 1 tegen 1 uitgevochten en

er moet binnen 30 seconden geprobeerd

worden om te scoren.

• na scoren of 30 seconden wissel.

VariatieKan bij genoeg spelers ook op 2 pupillendoelen

uitgevoerd worden.

Benodigdheden1 pupillendoel

4 pilonnen

minimaal 4 ballen

Organisatie• drie spelers met één bal

• Speler 1 dribbelt, kapt, kijkt en passt op speler 2

• Speler 1 sluit achteraan aan

• Speler 2 neemt de bal aan en dribbelt, kapt, kijkt

en passt kort/lang op speler 3 enz.

• Binnenkant/buitenkant voet, sterke/zwakke voet

Coaching

naast de technische uitvoering, is het belangrijk

dat ze goed kijken voordat ze passen.

VariatieMaak twee of drie groepen om er een wedstrijdje

van te maken.

Benodigdheden2 pilonnen

10 meter uit elkaar voor 1 groepje

per drietal/viertal 1 bal.

ricHarD KleusKens Oefenstof F-jeugd

F

Page 10: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

1�

De PuPillentrainer | Januari 2007

1�

opa’s, oma’s, moeders en ome Jan uit de kantine. Mensen

die alleen bezigheidstherapie geven, het is te verschrikke-

lijk om aan te zien, hoewel het allemaal goed bedoeld is.

Spelers uit het eerste elftal voor de groep zetten is ook

geen optie want die hebben geen kennis. trainer zijn is

een vak. Juist in de leeftijd tussen 6 en 10 leren ze voet-

ballen. Ze zijn gretig en willen enorm graag, daar valt een

enorme progressie te boeken. Begrijp jij waarom kinderen

op een basisschool duizend keer op een kast willen

springen terwijl wij dat na twee keer wel gezien hebben?

wat kinderen kunnen vinden ze leuk, dus je moet ze eerst

het kunstje leren. techniekoefeningen gepaard met heel

veel plezier. vijf minuten trainen, intensief, en dan even

een spelletje met de bal. Kinderen gaan met zoveel plezier

naar trainen. Ze hebben er altijd zin in dus moet je het ook

leuk maken. als ik zie hoe de jeugdtrainers het verzieken,

m’n hart huilt. niet dat ze het expres doen want het zijn

vaak vaders met een eigen kind en daarvoor wil je altijd

het beste. wat ze fout doen? Ze zitten qua eigen vaardig-

heid net boven het ‘gehandicaptenniveau’. als ik een gast-

training geef neem ik m’n zoon mee (speler van hoofdklas-

ser FC omniworld red.) want als ik zelf een schaar inzet

neem ik een halve meter grond mee. een goed, flitsend

voorbeeld werkt als doping voor kinderen. lesgeefkwali-

teiten hebben ze ook niet. dat leer je op cursussen maar

daar ontbreekt bij veel trainers de motivatie voor en bij

veel clubs het geld. de pupillen krijgen altijd beginnende

trainers. later wordt geld belangrijker en gaan die trainers

richting senioren, zo ging het bij mij ook.”

“wanneer luisteren kinderen naar je? als ik in een gymzaal

roep: “30 man, nu op de gele lijn” gebeurd dat ook.

ik heb ook nooit ordeproblemen gehad, dat is een natuurlijk

evenwicht en heeft veel met uitstraling te maken.

toen ik pas geleden m’n haar korter had kreeg ik 1800

e-mails van kijkers van nH Sport. Het is jouw verschijning.

als ik als trainer langs de kant sta, en ik zeg niks gaan ze

toch 15% beter spelen. ik heb een keer in de rust in de

kleedkamer een speler een ram voor z’n harses gegeven,

en die jongen is goed voor minimaal vijftien delicten.

waarom pikt hij dat van me? ook heb ik een keer de

linksback na vijftien seconden gewisseld omdat hij na

de aftrap van de tegenstander de bal onder z’n voet liet

lopen waarna de bal in het bakkie ligt, terwijl we die aftrap

vooraf uitgebreid besproken hadden. dus ik zeg: “wissel”,

volle tribune achter me hè. normaal liggen al je tanden

er uit toch? want je vernedert iemand tot op het bot. Hij

zegt alleen maar: “wat doe je nou? ik heb nog geen bal

geraakt?”. waarop ik zeg: “klopt, daarom kom je ook lekker

bij paps zitten”. verder niks. dat zou ik nu nooit meer

doen. ik ben ouder geworden en ook socialer. daarom

moet ik stoppen met het trainersvak, ik ben niet meer

meedogenloos.”

“voetbal gaat altijd om winnen, zelfs bij de 5-jarigen.

Kinderen vragen niet voor niets altijd naar de stand. als

één partij met 12-0 voorstaat heb ik de partijen dramatisch

ingedeeld en versta ik m’n vak niet. Je krijgt nooit strijd

als de partijen niet in balans zijn. Je laat de beste speler

van de F1 niet tegen de slechtste spelen. daar heb ik altijd

veel commentaar op gehad. nooit van de kinderen maar

van de pedagogen. Kinderen zijn zelf meedogenloos, zijn

spijkerhard. “Jij gaat op doel want jij kan niet voetballen”.

Zelfs F-jes kunnen feilloos twee gelijkwaardige partijen

maken, dat hebben ze dondersgoed in de gaten. Meestal

nog beter dan de coach.”

Hoeveel jeugdtrainers kunnen techniektrainingen geven?

Je moet zelf heel veel geoefend hebben, je moet het kunnen

uitleggen en je moet ook nog zorgen dat kinderen het leuk

vinden. in het begin vinden kinderen het nooit leuk want

het lukt niet. Ze struikelen over de bal, huilen, je kent het

wel.

riK OssenKOPPele Interview Ton Ojers

”Plezierinvoetballenishetallerbelangrijkste”

“We moeten voetbalscholen beginnen waar kinderen echt voetballen kunnen leren”

ton ojerS

ton ojers (52) is dankzij zijn

opmerkelijke optreden als analist

bij het programma noord-Holland

Sport een bekend gezicht in deze

provincie. Hij voorziet de gang van

zaken rond de noord-Hollandse

hoofdklassers en Bvo’s op geheel

eigen wijze van commentaar.

Mede dankzij ojers’ ongepolijste

mening, humoristische uitspraken

en verstand van zaken weet

noord-Holland Sport wekelijks

400.000 kijkers te trekken.

in dit interview geeft deze geboren

amsterdammer zijn mening over

het pupillenvoetbal, oefenstof en

de rol en het functioneren van

jeugdtrainers.

de lange en imposante trainerscarrière van ojers begint

in zijn tijd als student aan de academie voor lichamelijke

opvoeding als trainer van de d-, e- en F-pupillen van het

amsterdamse aFC op de woensdagmiddag. dankzij een

zeer talentvolle lichting begint ojers het trainersvak leuk

te vinden en besluit de cursus oefenmeester iii te volgen.

“dat was eigenlijk een soort vakantie voor me. lesgeven

leerde je wel op de alo ik voetbalde in die tijd zelf in de

hoofdklasse dus met de eigen vaardigheid zat het ook wel

goed. voor oefenmeester ii moest je een derdeklasser

trainen en dat werd KMvZ. dat was op mijn vijfentwintigste.

Zelf in de hoofdklasse spelen, een derdeklasser trainen

en een baan als gymleraar gaat je niet in de koude kleren

zitten dus besloot ik in de winterstop te stoppen met zelf

voetballen. ik dacht: “ik maak het seizoen af bij KMvZ en

ga dan weer naar JoS”. dat klopte ook, want ik ging naar

JoS maar dan als trainer. daar merkte ik dat het trainersvak

me wel lag want spelers boven de dertig pikten het van

me als ik, 27 jaar in die tijd, ze verrot schold. toen kwamen

achtereenvolgens Zeeburgia, Hilversum, FC Sloterplas,

Xerxes en 11 seizoenen dCg. na een onderbreking

vanwege een tia (lichte beroerte red.) keerde ik terug in

de hoofdklasse als trainer van dwv. Momenteel biedt het

trainersvak geen enkele uitdaging meer voor me. ik kan

overal naar toe maar ik doe het niet omdat ik het heilige

vuur niet meer heb. in mijn laatste jaar bij dwv had ik dat

wel. Het jaar voordat ik kwam waren ze kampioen

geworden en ik heb het hele kampioensteam weggestuurd

omdat ze niet goed genoeg waren. vervolgens ben ik met

13 spelers aan de gang gegaan. Heb ik er wat jongens

bijgezet voor de elftalfoto anders is het ook geen gezicht.

dus ik moest ze wel fit en scherp houden, fantastisch

jaar, we werden uiteindelijk vierde. Mijn grote kracht als

trainer is het maximale uit een speler halen.”

“toen ik bij aFC de jeugd ging trainen wist ik helemaal niks

als trainer want ik had zelf zulke slechte trainers gehad.

Speelden we partijtjes zonder doelen, op gravel, met een

man op je rug. of moesten we ingooien om de rugspieren te

trainen. verschrikkelijk. tot ik begin twintig een fantastische

trainer tegenkwam en me voor het eerste realiseerde:

“wat is trainen toch eigenlijk leuk!”. ik probeerde het

straatvoetbal naar het veld te vertalen. dan heb ik het

over de technische vaardigheden want tegenwoordig

hebben ze de trucjes tot kunst verheven. geweldige techniek,

prachtig om te zien maar op het veld hebben ze geen enkel

rendement. Bovendien is voetbal een contactsport. Maar

straatvoetbal is wel de basis van voetbal. Je kan met

zwemmen niet iemand die voor het eerst in het water ligt

naar de overkant lullen. dat is met voetbal net zo.”

ojers is een aantal jaar in dienst geweest bij de KnvB als

docent op de cursus oefenmeester ii en iii. “Hans van

der Zee en ik gaven eigenlijk onze eigen cursus, want ik

vond de trainersstof die we moesten hanteren dramatisch.

positiespelen 5:2 en 4:1 zijn leuk voor de warming-up

maar wil je echt wat leren moet je grotere positiespelen

doen met keepers op doel. dat is wedstrijdecht en zorgt

voor een enorme beleving. in zo’n positiespel train je zo

verschrikkelijk veel, passen, trappen, kaatsen, openen.

de mensen in het midden bepalen jouw positiespel. als

die niet jagen heb je er niets aan dus die spelers mogen

pas uit het midden als ze binnen vijf minuten drie keer

gescoord hebben, anders krijgen ze nog een keer vijf

minuten. dan gaan we twee keer raken, dan één keer

raken en als ze hem dan nog niet hebben gaan ze maar

lekker naar binnen. dan krijg je een sfeertje op trainen,

heerlijk. dat midden is een straf, niemand wil in het

midden staan. door een trainer gaat de oefenstof leven,

die bepaald het plezier van de spelers.”

“wij hebben in nederland geen goede jeugdtrainers voor

de d, e en F. Ze hebben geen kennis en geen vaardigheid.

wie traint de F-jes op woensdagmiddag?

“Alsikziehoedejeugdtrainershetverzieken,mijnharthuilt”

Interview Ton Ojers riK OssenKOPPele

Page 11: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

”Dooreentrainergaatdeoefenstof leven”

[email protected]

voor vragen en/of opmerkingen over dit artikel, email:

�0

De PuPillentrainer | Januari 2007

�1

donder op! voetballen dat moet je leren. wil je een goede

worden moet je investeren. Maar in nederland is het leven

wel zo geweldig goed geworden, we hoeven hier nergens

meer voor te vechten. Kinderen brengen en halen,

schoentjes vastmaken, ik word er misselijk van. donder

hem lekker alleen naar trainen, dat moet. Hoe ik m’n zoon

verpest heb, want ik heb het aan den lijve ondervonden. ik

heb een geweldig talentvolle jongen die er geen klote mee

doet. want papa brengt en die vindt het nog mooier dan

hijzelf. en wat heb ik uiteindelijk gecreëerd?

een watje, simpel... waarom is 80% van de amsterdamse

hoofdklassespelers allochtoon? Het antwoord is duidelijk,

die maken veel meer trainingsuren op straat. die zitten

niet dagelijks achter de playstation. we moeten nu die

knop omdraaien en echte voetbalscholen beginnen, waar

je echt voetballen kan leren. we beginnen ’s morgens van

8.30 uur tot 9.30 uur met trainen, dan gaan we studeren en

’s middags weer van 15.30 uur tot 16.30 uur trainen en dan

gaan we naar huis.”

“wij hebben in nederland 600.000 jeugdleden, is toch

een aardige vijver waarin je kan vissen. Hoeveel daarvan

breken er door? Met voetbalscholen leiden we ze op tot

goede spelers. dat willen de spelers, dat willen de ouders,

dat wil ik. net als in China en het oostblok gebeurd maar

daar wordt tegenaan gezeken want dat is onze cultuur

toch niet? daarom verliezen we straks ten aller tijde de

slag en spelen er alleen nog maar nigerianen, ivorianen

en Kameroenezen in onze competitie. de jeugdopleiding is

wel zo verschrikkelijk slecht. Zelfs bij ajax hebben ze het

door en komt er een mentaliteitsverandering. gaan ze ook

op fysieke kwaliteiten scouten want met tom de Mul red

je het toch niet? al die jonge, lichtgevederde voetballertjes.

ik hoor elke nederlands trainer zeggen: “we komen fysiek

tekort”, ja dank je de koekoek. de verenigingen kunnen

het niet meer bieden, trainingen zijn voor 80% een ramp.

trainen is een vak en je vindt er niemand voor omdat het

een onbetaalde baan is en de trainingstijden ongunstig

zijn. de enige oplossing zijn voetbalscholen voor kinderen

vanaf 6 jaar voor zowel Bvo’s als de betere amateurclubs.

Hier in almere zijn we er al mee bezig en krijgen kinderen

één keer per dag training van een KnvB docent.

Het is een start...”

riK OssenKOPPele Interview Ton Ojers

“Als er gewerkt moet worden,moet er gewerkt worden”

dan roep ik ze bij elkaar en zeg: “kom, we gaan nu

allemaal janken omdat we het niet kunnen, ik ga ook

meejanken. en als er straks weer één gaat janken gaan

we weer met z’n allen janken omdat hij het niet kan.”.

daarna beseft iedereen: “als er gewerkt moet worden,

moet er gewerkt worden en als er gelachen wordt, gaan

we lachen”. ik zie vaak trainingen en daar wordt en niet

gewerkt en niet gelachen. een partijtje bij de F-jes is niks

aan, alleen de beste speler heeft de bal en de rest rent

er achter aan. degene die niet kan voetballen krijgt nooit

de bal, dat weten kinderen feilloos. Maar je moet nu juist

zorgen dat die slechte voetballers ook plezier krijgen. ik

zorg er dan voor dat zij ook de bal krijgen want er mag niet

gescoord worden voordat hij de bal heeft geraakt. dan is

het fantastisch om te zien hoe die kinderen vooruitschieten.

vooruitgang is overigens pas na een aantal weken te zien

want de progressie van één training is niet te meten.”

“wij leren de basisvaardigheden, alle basistechnieken,

tussen 6 en 12 jaar. daar krijgt iedere speler mee te maken.

van daaruit gaan we specialiseren. waarom moest ik als

verdedigende middenvelder op trainen uit de spits komen

met een man in m’n nek en de bal terugleggen?

dat gebeurde in de wedstrijd nooit. dat was dan goed

voor je algemene ontwikkeling maar ik wilde doen waar ik

goed in was, namelijk een bal afpakken en weer inleveren.

Kinderen moeten tussen de 6 en 12 op elke positie spelen

behalve als je linksbenig bent. er zijn zo weinig linkspoten

dat je later toch nooit op rechts komt te spelen. dus die

spelen alleen aan de linkerkant of links in het centrum.”

“ik vind lijnvoetbal verschrikkelijk. Je moet altijd scoren

op een doel. Het zou toch van de gekke zijn dat mijn rechter-

spits tijdens dwv-aFC de bal op de achterlijn stil legt en

juichend naar de cornervlag loopt en zijn shirt uittrekt

omdat hij gescoord heeft. Je moet scoren op iets wat op

een doel lijkt, al is het een vuilnisbak.

in plaats van 1:1 lijnvoetbal kun je ook een pion, op z’n

kop, op de achterlijn zetten. Scoren moet iets tastbaars

zijn. Mijn training is altijd hetzelfde en altijd anders.

net even de organisatie veranderen, zodat ze constant

aan het herhalen, herhalen, herhalen zijn zonder dat ze

er erg in hebben. “wat heeft die ojers een oefenstof”,

hoor je dan. welnee, ik doe continue hetzelfde maar dan

net iets anders. Herhaling is zó belangrijk. tennissers

slaan elke dag 10.000 keer een forehand en wij vinden

1 duelletje per training genoeg. wij kunnen boeken vol-

schrijven met oefenstof. Het vakblad “de voetbaltrainer”

heb ik meteen in de prullenbak gegooid want ik werd er

helemaal gek van. ik zag looplijnen, ik kwam er niet uit.

als je dat in het veld doet wordt je compleet gestoord

verklaard. al die oefeningen op papier, rot op. Ben ik nou

gek of zijn al m’n collega’s gek? ik ken maar één oefening

en dat is voetballen. techniektrainingen, 2:2 met doeltjes,

de kinderen smullen.”

“Hoe krijg je kinderen zo ver dat ze zelf gaan oefenen?

want van die ene training in de week leren ze weinig.

Huiswerk meegeven is goed maar kun je niet controleren.

F-jes moeten elke dag trainen. ik zag net een reportage

over China die hun atleten voorbereiden op de olympische

Spelen van 2008. die trainen elke dag 6 tot 8 uur en

wij met voetballen denken dat als we drie kwartiertjes

trainen, tussen haakjes trainen hè, je bent aanwezig, dat

je dan beter wordt. dat is toch een utopie of niet? waarom

spelen in onze nationale competitie zoveel buitenlanders?

we hebben ze niet meer hier. wij creëren geen topspelers

meer. dat begint al bij de basis. talenten moet je er

meteen uithalen en op een voetbalschool zetten waar het

voetbal geïntegreerd is met de studie. elke dag trainen.

pieter van den Hoogenband ligt al om vijf uur ’s ochtends

in het bad. wij hebben zo een andere denkcultuur bij voet-

bal. Bij F-jes vinden we het raar als ze twee in de week

moeten trainen, de arme jongens. rot op!

“Mijntrainingisaltijdhetzelfdeenaltijdanders”

Interview Ton Ojers riK OssenKOPPele

Page 12: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

alle nieuwe leden worden door de hoofdtrainers bekeken

waarna ze worden ingedeeld in een team dat aansluit bij

hun niveau. Bij de mini’s kijken we natuurlijk of er talent

tussen zit en verder hanteren we maar één criterium; is

hij of zij aan voetballen toe? Zo niet, laten we ze gewoon

wat langer trainen want van vliegtuigen kijken tijdens

de wedstrijd wordt niemand wijzer. vaak merken we dat

een halfjaartje extra trainen goed werkt en dat de mini in

december ingedeeld kan worden in een team.”

wat betreft vernieuwingen op het gebied van structuur

en organisatie is legmeervogels een club die model

kan staan voor vele andere verenigingen. Zo wordt er

veel aandacht besteed aan het opleiden van trainers.

de hoofdtrainers worden zoveel mogelijk binnen de

vereniging gezocht en geschoold. deze hoofdtrainers

geven eens in de zoveel tijd een demonstratietraining aan

de trainers van de lagere elftallen waarna de inhoud en

uitvoering van de training uitgebreid besproken wordt met

de trainers. daarnaast worden aan alle trainers cursussen

aangeboden en momenteel heeft bijna elke trainer een

certificaat of diploma op zak. verder zijn er voor d-, e- en

F-pupillen een aparte scouts die zich vooral bezig houden

met de lagere teams en letten op talenten die over het

hoofd zijn gezien en eventueel hoger kunnen spelen. ook

kijken zij of er problemen zijn binnen het team en hoe de

coaching vanaf de zijkant is. vreugd werkt veel samen

met algemeen technisch Coördinator (atC) Jeroen roest

die verantwoordelijk is voor de gehele club. daarnaast

heeft legmeervogels in de vorm van Henny Snel, trainer

van de zondag 1, een hoofdtrainer met oog voor de jeugd.

dit blijkt uit het aantal jonge spelers uit de eigen opleiding

die in het eerste team spelen maar ook uit het geven

van trainingen aan pupillenteams en het bijwonen van

hoofdtrainervergaderingen waarin met alle hoofdtrainers

binnen de club gesproken wordt over de manier van

trainen en spelen. daarbij kan de hoofdtrainer van de F

openlijk in discussie gaan met de trainer van het eerste

elftal. Jaarlijks organiseert de club een open dag waarbij

al het talent uit de regio wordt uitgenodigd om aan een 4:4

toernooi deel te nemen onder het toeziend oog van hoofd-

jeugdopleiding bij ajax, John van den Brom, en regio-

coach van de KnvB Maurice Hagebeuk. de samenwer-

king met ajax houdt verder in dat er wekelijks een scout

op het park te vinden is, de F1 afgelopen herfstvakantie

heeft deelgenomen aan een groot toernooi bij ajax en er

regelmatig teams uitgenodigd worden een wedstrijd van

ajax 1 bij te wonen in de arena. daarnaast worden alle

trainers uitgenodigd voor een trainingsdemo bij ajax met

daarbij een uitleg en discussie. daarbij wordt bijvoorbeeld

van gedachte gewisseld over het spelen van 7 tegen 7 of

toch 8 tegen 8.

naast cursussen van de KnvB krijgen trainers ook

de kans om deel te nemen aan een interne cursus die

gegeven wordt door Klaas vreugd en Jeroen roest. Bij

deze cursus krijgen de deelnemers Cd-rom’s en boeken

met oefenstof die aansluit bij de manier waarop vreugd

graag ziet dat er getraind wordt bij zijn club. “de visie van

legmeervogels kan gezien worden als een combinatie

van de Coerver methode en de Zeister visie. Bij de mini’s

worden veel techniekoefeningen volgens de leer van wiel

Coerver toegepast. Het is belangrijk om in te spelen op de

belevingswereld van de kinderen, dus bijvoorbeeld voor

een oefening zeggen: ”smeer eerst even je schoenen in

met lijm want dan blijft de bal goed aan je schoen plakken”.

daarnaast worden er veel circuittrainingen gedaan en

spelen de mini’s 4:4 waarbij elk viertal een beroemde club

representeert, zoals ajax, Barcelona of arsenal.

ook spelen ze wedstrijdjes (4:4) bij en tegen andere clubs.

Bij de F- en e-pupillen maakt de hoofdtrainer elke maand

circuittrainingen en mailt deze door naar de trainers van

alle teams. dan zie je op drie velden tegelijkertijd dezelfde

oefeningen uitgevoerd worden wat bijzonder efficiënt is

want je weet zeker dat trainers de juiste voetbalvormen

aanbieden. wel is er ruimte voor eigen initiatief doordat

één onderdeel van het circuit wordt vrijgelaten voor

wedstrijdgerichte oefeningen die natuurlijk per team ver-

schillen. natuurlijk is er ook verschil tussen de uitvoering

en soms de beleving bij de F1 en de F15.”

Bij de d-pupillen bepalen de trainers hun eigen oefenstof

maar krijgen ze trainersbegeleiding van Klaas vreugd.

“ik woon regelmatig trainingen bij en voorzie de trainers

vooraf, tijdens de training en achteraf van tips. Zo let ik

erop of de oefeningen voetbaleigen zijn. er moeten zoveel

mogelijk spelmiddelen (bal, tegenstander, medespeler,

spelregels, doelgerichtheid, tijd, ruimte) ingebouwd zijn.

verder moeten er veel herhalingen plaatsvinden en moet

de trainer rekening houden met de leeftijdskenmerken van

zijn groep. (vervolg pag. 25)

riK OssenKOPPele Interview Klaas Vreugd

“De visie van Legmeervogels; een combinatie van de Coerver methode en de Zeister visie”

“de visie van legmeervogels kan

gezien worden als een combinatie

van de Coerver methode en de

Zeister visie”.

Klaas vreugd (50) is sinds enkele

weken in het trotste bezit van het

diploma “technisch Jeugd Coör-

dinator”. Hij vervult de functie van

tJC pupillen bij sportvereniging

legmeervogels te uithoorn.

in het dagelijks leven werkt vreugd

als docent lichamelijke opvoeding

in het speciaal onderwijs op de

w.B. noteboomschool in amster-

dam, een school voor langdurig

zieke kinderen.

terwijl een stagiaire les geeft aan groep 4 steekt Vreugd in zijn aangelegen kantoor van wal. “toen ik acht jaar geleden mijn zoon aanmeldde bij de club werd hij ingedeeld in de f13. Zijn eerste wedstrijd was tegen toS/actief, ik weet het nog precies, en hij stond in het veld met allerlei jongetjes die grassprietjes aan het tellen waren. na die wedstrijd heb ik de hoofdtrainer f gebeld en gevraagd of iemand eens naar hem wou komen kijken. hij werd toen uitgenodigd voor een selectietraining met de f1 en gelukkig bevestigde de trainer dat hij in de eerstejaars selectie hoorde. Vervolgens heeft hij een leuk jaar gehad in de f4 maar als ik niet gebeld had was hij een jaar lang stil blijven staan en had hij nooit de stap als tweedejaars naar de f1 kunnen maken.

daarnaast viel me op dat er geen enkele structuur en visie aanwezig was bij de trainers. er was geen sturing van de hoofd-

trainers en elke trainer, vaak goedwillende ouders, bepaalde zijn eigen oefenstof en deed maar wat. toen mijn zoon bij de

e-pupillen kwam te spelen ben ik trainer en leider van dat team geworden. ik ben een aantal jaar trainer en leider geweest

en in die tijd heb ik de cursus “pupillentrainer” gevolgd. ik had een zeer goede relatie met KnvB docent Flip lammers die

mij meer als assistent beschouwde dan als cursist. legmeervogels herkende mijn kwaliteiten en de jeugdvoorzitter heeft me

gevraagd om technisch Jeugd Coördinator te worden van de pupillen.” aan die oproep van de jeugdvoorzitter heeft vreugd

gehoor gegeven en de eerste daden die hij als tJC’er verrichtte waren het verbeteren van de intake van nieuwe leden en

structuur aanleggen binnen de pupillenafdeling. “Bij legmeervogels is er een enorme instroom van vijfjarigen, wij noemen

dit de mini’s. voor deze groep hebben wij guido albers (tevens hoofdtrainer e) die op zaterdagmiddag om 13.30 uur met deze

groep traint.

“Legmeervogelsmodelophetgebiedvanstructuurenorganisatie”

Interview Klaas Vreugd riK OssenKOPPele

wedStriJdMoMent legmeervogels F1 - ajax F1

Page 13: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

F E��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

Klaas vreugD Oefenstof F, E-jeugd

Inhoud/methodiekSpelers spelen 1 tegen 1 waarbij er gescoord kan

worden als je over de achterlijn dribbelt en bal

daar stil legt.

na 3 minuten doordraaien waardoor iedereen

tegen verschillende tegenstanders speelt.

Bij een oneven aantal spelers kan er ingedraaid

worden zodat er steeds een speler een paar

minuten rust heeft. (laat deze met een bal spelen,

bijv hooghouden of dribbelen om speelveld)

Aanwijzingen/correctiepunten (T.I.C.)• Zowel links als rechts passeren

• actie op snelheid maken. Zonder snelheid

kom je er niet voorbij

• variatie in schijnbewegingen

(niet steeds hetzelfde doen)

• let op wanneer de schijnbeweging ingezet

wordt (niet te vroeg en niet te laat...)

Bijzonderhedenuitzetten volgens tekening. voorwaartse afstand

ca. 15 meter en zijwaartse aftand ca. 7 meter.

Benodigdheden15 hoedjes

16 pilonnen

4 ballen

3. Pingelvorm (Duel 1:1)

14 minuten

Inhoud/methodiekalle spelers spelen 5:4, waarbij er gescoord wordt

in het doel bij de keeper en bij de andere partij

tussen de pilonnen.

Aanwijzingen/correctiepunten (T.I.C.)• 1:1 aanvallende actie op snelheid maken.

• passeerbeweging op juiste moment maken.

• na de actie op snelheid doorgaan.

• 1:1 verdediger bij actie door de knieën staan.

• alert zijn, niet happen.

• direct terug in positie na doelpunt.

• Zorg dat alle spelers actief meedoen.

• geef spelers posities (spelen in een ruit/spekje)

of een mannetje en zorg dat ze zich daaraan

houden.

• Met z’n allen aanvallen en met z’n allen

verdedigen.

BijzonderhedenZet een veld uit van 30x15 meter met hoedjes

en 1 minidoel.

Benodigdheden6 hoedjes

1 bal

4 gele hesjes

1 minidoeltje

2 pilonnen

4. Partij 5:4

14 minutenAlgemeen• er worden drie oefeningen gedaan.

Het laatste kwartier wordt er een

partijspel gespeeld.

• 1 trainer houdt centraal de tijd bij,

deze training is dat Mark Streefkerk,

zorg voor een fluitje.

• na de laatste ronde alle kinderen

snel de spullenlaten opruimen zodat

het veld vrij is voor volgende groep.

• tot slot: Zorg ervoor dat je op tijd en

voorbereid bent!!!

Inhoud/methodiekSpelers dribbelen door elkaar heen en moeten

opletten dat ze elkaar niet in de weg lopen.

1. Bal tussen de benen heen en weer tikken.

2. door elkaar heen dribbelen en schaar maken

(beide benen afwisselen)

3. dribbelen en op fluitsignaal bal met punt voet

terughalen en tegengestelde richting op

4. dribbelen en op fluitsignaal kappen (binnen/

buiten afwisselen)

5. op fluitsignaal bal van andere speler

wegschieten (let op eigen bal)

Aanwijzingen/correctiepunten (T.I.C.)• rustig dribbelen

• let op medespelers

• Beide benen afwisselen

• afhankelijk van uitvoeringsniveau kan

de snelheid wat opgevierd worden

• eventueel kunnen er andere bewegingen of

technieken toegevoegd worden, maar de

genoemde bewegingen moeten in elk geval

(goed) gedaan worden

Bijzonderhedenuitzetten volgens tekening. afstand tussen de

pilonnen ca. 15 meter.

Benodigdheden4 hoedjes

1 bal per speler

Oefenstof F, E-jeugd Klaas vreugD

Warming-up (Techniek, dribbelen, schijnbewegingen, balcontrole)

10 minuten

Inhoud/methodiekSpeler past op speler aan overkant. Speel je de

bal tussen de pilonnen door dan hebt je een punt.

6. Slechte been aannemen en goede been passen.

7. goede been aannemen en slechte been passen.

Bij een oneven aantal spelers kan er ingedraaid

worden zodat er steeds een speler een paar

minuten rust heeft. (laat deze met een bal spelen,

bijv hooghouden of dribbelen om speelveld)

Aanwijzingen/correctiepunten (T.I.C.)• neem tijd voor pass

• passen met binnenkant voet

• probeer bal goed aan te nemen en direct klaar

te leggen voor de pass

• als het goed gaat harder laten inpassen.

• eerst met slechte been aannemen en met

goede been passen. daarna andersom.

Bijzonderhedenuitzetten volgens tekening. afstand tussen de

pilonnen ca. 15 meter.

Benodigdheden16 pilonnen

1 bal per 2 spelers

1. Mikvorm (passen en trappen)

14 minuten

Inhoud/methodiekBeide spelers geven de trainer een hand. de bal

wordt door de trainer het veld ingeschoten en

de 2 spelers beginnen zodra de trainer hun hand

loslaat. degene die als eerste bij de bal is wordt

aanvaller en de ander de verdediger. de aanvaller

zal proberen te scoren en de verdediger probeert

dit te voorkomen. pakt de verdediger de bal af

dan wordt deze de aanvaller etc. als er wordt

gescoord of als de bal buiten het speelveld wordt

gespeeld dan zijn de volgende. (duurt de actie te

lang, ingrijpen en volgende laten starten)

Aanwijzingen/correctiepunten (T.I.C.)• direct op volle snelheid naar bal

• probeer bal goed aan te nemen en direct

op doel af gaan en te scoren of op snelheid de

verdediger passeren

• 1:1 aanvallende actie op snelheid maken

• passeerbeweging op het juiste moment maken

• na de actie op snelheid doorgaan en afronden

Bijzonderhedenuitzetten volgens tekening.

afstand tussen doel en pilon 1 is ca 20 meter (dit

ligt aan het niveau vd groep). probeer de afstand

zo groot mogelijk te maken.

Benodigdheden1 doel

1 pilon

1 bal per 2 spelers

2. Scoorvorm (Passeren en afronden)

14 minuten

(vervolg pag. 23) tot slot moet de

trainer duidelijk weten te maken dat

je spelletjes speelt om te winnen.

Bij het opleiden van jeugd gaat het

erom dat kinderen beter leren voet-

ballen met veel plezier.”

Bij selectie-elftallen in de d-pupillen

heeft vreugd geconstateerd dat er

problemen waren bij de overgang

van klein naar groot veld.

“ten opzichte van andere clubs

merkten we dat de ontwikkeling van

zeer talentvolle e-pupillen stagneerde

op het moment dat ze op groot veld

kwamen te spelen. dit proberen

we op te lossen door een e-top te

formeren van de meest talentvolle

e-pupillen die een jaar eerder op

groot veld gaan spelen. Zij nemen

deel aan een competitie waarbij ze

tegen andere e-teams spelen die dus

ook vervroegd op een groot veld zijn

gaan spelen.

de bedoeling is dat zijn volgend jaar

in de d2 komen en het jaar daarna

met de d1 in de hoofdklasse kunnen

spelen. een goede voorbereiding

want de C1 speelt landelijk derde

klasse.”

Page 14: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

de belangrijkste uitgangspunten

bij de F-pupillen zijn: Spontaan

bewegen, lekker kunnen spelen

en plezier hebben samen met

leeftijdsgenootjes.

Bij de F-pupillen maakt de pure

speelinstelling uit de kleuter-

fase langzamerhand plaats

voor de leerinstelling.

daarom is het ook een geschikte

leeftijd om met voetballen in

teamverband te beginnen.

Hoewel de spelertjes vaak nog

heel egocentrisch zijn, kunnen

ze toch al enkele basisregels

voor een teamsport begrijpen

en regelmatig toepassen.

we zien een eenvoudig

samenwerkingsgedrag.

De kenmerken vanF-jeugd

Profiel F-pupillen trainer-coach:een goede F-trainer is op de eerste plaats een goede

begeleider, die op de hoogte is van de specifieke kenmerken

voor deze leeftijd. Hij straalt rust en vriendelijkheid uit en

heeft erg veel geduld. Het directe wedstrijdresultaat is

voor hem volstrekt van ondergeschikt belang.

Hij kan goed communiceren met de ouders, die vaak

heel betrokken zijn bij de eerste stappen van hun kind in

de voetbalwereld. tijdens trainingen beseft hij dat deze

kinderen geen behoefte hebben aan uitgebreide tekst en

uitleg, maar dat het vooral belangrijk is om zelf het goede

voorbeeld te geven. een goede F-trainer-coach speelt,

zeker bij het kiezen van de oefenvormen en het coachen

in op de rijke fantasie-wereld van zijn spelertjes.

Coachtips• Stel nieuwe F-spelertjes op hun gemak door uitleg te

geven van nieuwe materialen, speelveld, accommodatie

en gewoonten van de club. ga er daarbij vanuit dat één

keer vertellen onvoldoende is.

• laat F-spelertjes vragen stellen en stel steeds vragen

aan het kind. door tweerichtings-communicatie ontstaat

er een goed contact en een hechte band. dat laatste

is immers de basis voor eeb fijne kennismaking met het

voetballen.

• leef met de kinderen mee. probeer je te verplaatsen in

de wereld van het kind.

• Straf niet voortdurend, zelden of nooit! Straf heeft vaak

een schrikeffect dat meestal direct negatief werkt. op

lange termijn heeft regelmatig straffen het nadeel dat

kinderen bang worden, de leider en daarmee ook het

voetballen niet meer leuk vinden en zelfs stoppen met

voetballen. Belonen wat het kind goed doet, is vaak veel

effectiever dan straffen wat het kind fout doet.

positief denken en formuleren!

• Streef naar een goed contact met de ouders. ouders

kunnen vaak goede informatie geven over de achter

gronden van het gedrag van hun kind. Het gebeurt maar

al te vaak dat leiders zelfs niet op de hoogte zijn van

gezondheidsproblemen van hun spelertjes.

een goed contact met de ouders levert dikwijls een

positieve houding op ten opzichte van de vereniging,

die het kind overneemt.

Concrete aandachtspunten bij de trainingHet leren beheersen van de bal staat centraal in deze

fase. de trainingen moeten vooral gezien worden als

het speeluur (spelplezier) dat bij voorkeur door of onder

supervisie van opgeleide deskundigen wordt geleid.

enkele belangrijke uitgangspunten:

• Breng een vaste structuur aan tijdens het instructie-

gedeelte van de training. de spelers moeten de trainer-

coach en de demonstratie goed kunnen zien.

Beperk je tot één of hoogstens twee aandachtspunten

en maak gebruik van kernwoorden. realiseer je dat

de informatie en een later stadium weer herhaald moet

worden.

• Begin niet met de instructie als er nog spelertjes aan

het spelen zijn. Het komt nogal eens voor dat de uitleg

van de volgende oefening begint, voordat de spelertjes

klaar zijn. Zij moeten dan aan andere spelers vragen wat

de bedoeling is, hetgeen weer leidt tot problemen bij de

uitvoering.

in de Volgende uitgaVe:

Het vervolg van ‘Concrete aandachtspunten

bij de training’.

F-jeugd

wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!

Maar hoe moet je met de jeugd van vandaag omgaan? Het allerbelangrijkste

voor een trainer, op welk niveau ook, is om zich te verplaatsen in een

jeugdspeler. alles begint met plezier. als je als trainer zorgt dat de spelers

plezier hebben kun je ze veel makkelijker wat leren. ook staan ze veel meer

open voor opbouwende kritiek als ze plezier hebben. en als ze dingen leren

gaan ze op den duur ook beter presteren. (plezier=> leren => presteren)

ik wil alle jeugdtrainers dus heel nadrukkelijk meegeven dat ze zich niet alleen

verdiepen in de oefenstof maar ook in de jeugd. Zorg voor enthousiasme

en beleving door positieve coaching. waardeer vooral de goede acties

waardoor de spelertjes ook ontvankelijk worden voor opbouwende kritiek.

Het verplichten van juichen, in allerlei verschillende vormen, na elk doelpunt

kan bijdragen aan een stukje extra beleving. om tot juichen te komen moeten

ze echter eerst die bal goed aannemen en scoren. Zo motiveer je kinderen

zonder dat ze het zelf in de gaten hebben. Zorg ook voor voldoende competitie-

element. Bij elke oefenvorm moet er een winnaar komen. partijspelen altijd

kort houden, vijf minuten of tot 3 doelpunten. dit voorkomt een gebrek aan

beleving door een grote achterstand. elke partij valt er weer iets te winnen.

voor jeugd tot 14 jaar is het trainen van balgevoel, techniek, veruit het belang-

rijkste. natuurlijk leren ze de basisvaardigheden van positiespel en van het als

formatie spelen in zeven tegen zeven, en later elf tegen elf, maar techniek daar

draait het om in deze fase. Kappen, draaien, passeren, hooghouden, trucjes,

aan- en meenemen van de bal moet elke training terugkomen!

Ze moeten leren een tegenstander uit te spelen, en moeten daar de vrijheid

voor krijgen zowel op de training als in de wedstrijd. van de trainer maar ook

van de ouders! want het “speel die bal af” komt meestal uit de mond van een

ouder en slaat nooit op zijn eigen zoon omdat die niet kan pingelen! Maar tot

14 jaar moet je kinderen stimuleren om te pingelen. want afleren kan altijd nog,

leren dadelijk niet meer!

en wat is er leuker dan voetballers als ronaldihno en arjen robben die zo

makkelijk een man uitspelen. daarvoor gaan wij toch naar het stadion en

het voetbalveld?

Pingelen, pingelen en nog eens pingelen!

ColumnMauriCe graeFoudspeler roda jc, nec en vvv-venlo

F

advertentie graefdePupillentrainer

Ookonline

www.jeugdtrainer.com

Page 15: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

na de analyse van succesvolle teams analyseren wij

Spelers van wereldklasse of de spelers die het verschil

maken. uit deze analyse komt naar voren dat de beste

spelers, verdedigers, middenvelders of aanvallers,

de 1:1 domineren.

Spelers van wereldklassedomineren van de 1:1

Verdedigen aanVal

organisatie/positie organisatie/positie

duel 1:1 Change of play

winnen 2e bal Change of pace

Spelhervattingen Change of direction

4 keer een 1:1 situatie:

• tegenstander achter je

• tegenstander voor je

• tegenstander zijwaarts

• tegenstander komend van l of r

Zoals uit het bovenstaande schema blijkt is het een

combinatie van 4 factoren die bepalen of je als speler de

1:1 situatie domineert. Hiernaast komt naar voren dat, bij

balbezit, je spelers nodig hebt die naast hun basisvaardig-

heden de 1:1 domineren door middel van kappen, draaien,

bewegingen en trucs.

Het beheersen van de 1:1 door middel van het kappen,

draaien, bewegingen en trucs maakt de spelers speciaal

maar is ook de reden waarom toeschouwers naar het

stadion komen.

niet mag vergeten worden dat naast de bovenstaande

kwaliteiten, techniek, een speler andere kwaliteiten nodig

heeft: inzicht, snelheid of houding.

albert van De weiDe Hoe train je het verschil

“Hetbeheersenvande1:1doormiddelvankappen,draaien,bewegingenentrucsmaakt

eenspelerspeciaal”

als laatste is het van groot belang om te weten wat (fysiek,

mentaal, technisch en tactisch) en wanneer (leeftijd) je

iets het beste kunt trainen.

pupillen hebben de leeftijd om te leren om te gaan met

een bal. Het leren beheersen van der bal moet centraal

staan de accenten voor elke training moet dan ook liggen

op techniek:

• snel voetenwerk

• bal gevoel

• basis bewegingen

• schijnbewegingen

• passeerbewegingen

• kort passen

• verwerken van de bal

in de komende uitgaven van de Pupillentrainer zal er

aandacht gegeven worden aan een combinatie van coördi-

natietraining en techniektraining voor pupillen:

inhoud van elke training:

• coördinatietraining

• balgevoel

• snel voetenwerk

• basisbewegingen

• spel/partijvorm

“Hoe train je het verschil”opleiden jeugdige voetballers

fons van de Brande, directeur van Sportpartners, opgericht in 1995, en o.a. aanbieder van “moves en Skills “ (coerver methode) van rene meulensteen heeft een uitgesproken mening over het opleiden van jeugdige voet-ballers. Samen met marcel lucassen, als hoofd Praktijkdocent bij Sportpartners en cor Vanhoeven, eigenaar van een Voetbalschool in maassluis en tevens hoofdtrainer van excelsior ’20 gaat het er vooral om hoe de basis bij de jeugd hiervoor kan worden gelegd.(zie ook www.winningskills.nl) ”Voetbal is èèn van de grootste amusement industrieën van europa geworden, stelt fons en de supporters komen vooral naar de stadions om creatieve spelers te zien die het verschil kunnen maken. Publiek wil genietenvan technische hoogstandjes van creatieve spelers als ronaldinho, henry, van Persie, robben en vroeger bv. maradonna en cruyff. allemaal spelers die het duel één tegen één tot in de perfectie beheersen. in de defensie maken spelers het verschil die in het duel één tegen één onverslaanbaar zijn zoals Stam en alex. al deze spelers hebben gemeen dat ze het 1:1 domineren en dus de baas over de bal zijn. met deze intentie moet er planmatig worden opgeleid ”, aldus fons.

“Hoe train je het verschil”een rondje langs de voetbalvelden leert ons een hoop

over de wijze waarop de nederlandse jeugd een voetbal-

opleiding krijgen. goed willende vaders worden zonder

enige kennis en zonder opleiding het trainingsveld opgestuurd.

een situatie waarin de vader zich niet prettig voelt en

waardoor het leerproces voor de voetballer onderbroken

wordt. Kortom een situatie die niet goed is voor onze

talenten. Het is dus belangrijk om trainers aan te stellen

die in staat zijn vooral de jeugd de nodige kwaliteiten bij

te brengen, welke onmisbaar zijn om met attractieve en

individuele acties, openingen te creëren en scoringskansen

uit te spelen en te benutten.

verder is het van belang dat voordat een trainer begint

met een geven van een training, hij in staat moet zijn om

een analyse te maken van het team dat hij gaat trainen.

de trainer moet weten welke training bij welke leeftijds-

groep hoort.

vaak vormen tactische trainingen tegenwoordig de basis

van elke training.

via de opleidingsmodules van rene Meulensteen wordt

getracht om jeugdtrainers hierin een ander inzicht te geven.

“Eenkijkjeindekeukenvoorhetsuccesvolopleidenvanjeugd”

daarnaast zal er oefenstof worden aangeboden die bij

elke jeugdtraining de basis voor succes kan zijn. Kortom

een kijkje in de keuken voor het succesvol opleiden van

jeugd.

De analyseals je wilt weten waar de verschillen zitten tussen succesvolle

teams zul je van deze teams een analyse moeten maken.

welke landen worden er wereldkampioen, welke teams

winnen de Champions leaugue, welke teams winnen het

landskampioenschap en welke teams winnen er in de 3e

klasse??

welke kwaliteiten hebben deze teams en waar maken zij

het verschil. er zijn veel verschillende kwaliteiten:

1. Spelers van wereldklasse

2. inzet

3. teamwork

4. tactiek

5. winnaarsmentaliteit

6. Scorend vermogen

Hoe train je het verschil albert van De weiDe

SPortPartnerS

in 1995 hebben een aantal conditie-

trainers uit de topsport het initiatief

genomen om Sportpartners op te

richten. aanleiding hiervoor was

destijds onder meer het expliciet

organiseren en tot uitdrukking

brengen van het belang van het

loop- coördinatie en krachttraining

voor de voetbalsport. later kwam

daar het conditiewerk voor de

tennissport – hockey, personal

training (123pt) en revalidatie-

krachttraining bij. als laatste is

Sportpartners aanbieder van de

“Moves and Skills” van rene

Meulensteen die momenteel

werkzaam is als hoofdtrainer bij

de deense voetbalclub Bröndby.

fonS Van den Brande

de initiatieven van Sportpartners

zijn van Fons van den Brande.

Fons is zelf werkzaam geweest

als voetbalconditietrainer van

verschillende Bvo’s en mag met

recht iemand van het “eerste uur”

worden genoemd ij is de man die

de voetbalconditie op de kaart

gezet heeft middels demonstratie-

trainingen, clinics, publicaties,

lezingen, innovatie en voortkomend

uit deze jarenlange activiteiten nu

een full-time baan als directeur van

iapF/iapt.

Page 16: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

�0

De PuPillentrainer | Januari 2007

�1

• bal met iedere stap, links en rechts, met voetzool

vooruit duwen.

• bal met iedere stap, links en rechts, met voetzool

achteruit rollen.

• bal met voetzool terughalen vervolgens met

wreef voorwaarts duwen.

aandachtspunten coördinatief:

• evenwichtsgevoel.

• let op stabiliteit in het standbeen.

• ondersteuning door de armen, licht gebogen

in ellebogen (dus niet recht naast het lichaam)

2. Snel voetenwerk:• bal tussen je voeten heen en weer tikken.

• bal tussen je voeten heen en weer tikken: je maakt

hierbij een half rondje.

• met de punten van je teen de bovenkant van

de bal aanraken.

aandachtspunten coördinatief:

• op de voorvoeten (bal van de voet)

• licht gebogen knieën

• lichaamszwaartepunt naar voren

• armondersteuning

3. Basisbewegingentegenstander is naast je links of rechts.

organisatie vorm: Cirkel

organisatie:

8 pionnen aan de buitenkant: max 16 speler:

1 speler rechts en 1 speler links van de pion.

afstand: 9 / 12 meter.

Techniektraining1. Balgevoel

oriëntatievermogen; het vermogen tot het bepalen en

het veranderen van de lichaamshouding en -beweging

in ruimte en tijd.

evenwichtsvermogen; het vermogen om het lichaam

in balans te houden, of na een beweging de balans te

herstellen.

differentiatievermogen; het vermogen om zeer precieze

deelbewegingen uit te voeren in het licht van de totaal-

beweging. Het differentiatievermogen is belangrijk voor

het vervolmaken en stabiliseren van sporttechnische

specifieke vaardigheden.

ritmegevoel en frequentie; de eigenschap om kenmerkende

afwisselingen van aanspanning en ontspanning van een

bewegingsstructuur aan te voelen en om te zetten in een

effectief handelen. Het ritmegevoel is van belang voor het

juist aanleren van vaardigheden.

tot zover een algemene introductie betreffende coördinatie,

het moge duidelijke zijn dat coördinatie en techniek in het

voetbal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

er zijn echter nog meer componenten in het voetbal waar

coördinatie een bepalende rol speelt, wij richten ons in

eerste instantie op de doelgroep pupillen en in relatie

tot het opleidingsmodel. in navolgende uitgaven wordt

hieromtrent het e.e.a. uitgewerkt.

albert van De weiDe Hoe train je het verschil

een uitspraak van Marcel lucassen, hoofd praktijkdocent

bij Sportpartners. Hij heeft voetbalcoördinatie tot een

geheel eigen oefenstof ontwikkeld en integreert dit als

accent in onder andere de voetbaltechniek trainingen.

een uitleg en inleiding. Scholing van voetbaltechniek

levert meer resultaat op als training van de lichaams-

beheersing parallel loopt. om trainers meer inzicht te

geven over de coördinatieve vaardigheden welke horen

bij een beweging of spelvorm zal iedere oefenvorm een

uitdagender geheel zijn, bovendien verklaard het vaak

waarom bij het ene kind een bepaalde beweging wel lukt

en bij een ander niet. of dat een geleerde beweging onder

weerstand niet wordt toegepast.

een goed ontwikkeld coördinatievermogen is de basis van

alle efficiënt uitgevoerde bewegingen. Bewegingen zijn er

in een complexe sport als voetbal in overvloed. denk maar

eens aan lopen, springen, ontwijken, bal aannemen, passen,

koppen, passeerbewegingen, etc. voetbal zou in dit

opzicht al een totale coördinatietraining zijn, mits de basis

aanwezig is of sommige onderdelen als aandachtspunt

in de oefenvormen verwerkt zijn. de praktijk leert anders,

enerzijds is het bekend dat in onze westerse samenleving

de kinderen zich motorisch minder ontwikkelen, anderzijds

de onbekendheid in de trainersopleidingen en als zodanig

ook bij de trainers en uiteindelijk bij de spelers.

wat is dan coördinatie? om het zo eenvoudig mogelijk te

houden; het samenspel tussen zenuwen en spieren.

oftewel het harmonisch en economisch samenwerken

van spieren, zenuwen en zintuigen om doelgerichte,

stabiele bewegingsacties en snelle situatieaangepaste

reacties tot stand te brengen.

“Eengoedontwikkeldcoördinatievermogenisdebasisvanalleefficiëntuitgevoerdebewegingen”

goed ontwikkelde coördinatieve eigenschappen stellen

de voetballer in staat acties en bewegingen:

• op een zekere manier te beheersen

• economisch uit te voeren

• Snel aan te leren

Bovendien zorgt een goede coördinatie zorgt voor:

• Hoge bewegingssnelheid

• optimaal gebruik van spierkracht

• precisie in bewegen

we kennen algemene en specifieke coördinatie.

Met algemeen wordt bedoeld veelvuldige en veelzijdige

bewegingsscholing op alle gebied (boompje klimmen,

koprol, slootje springen, touwtje springen, etc.). Met spe-

cifiek wordt bedoeld alles wat sportspecifiek is (kappen,

vooractie, schaarbeweging, sprint met en zonder bal, etc.)

omdat de coördinatie aangestuurd wordt door het centrale

zenuwstelsel, is de beste fase om dit te ontwikkelen wanneer

de hersenen zich nog steeds aan het ontwikkelen zijn,

maar tevens een volwassen karakter hebben. de optimale

leeftijd hiervoor is tussen 6 en 13 jaar. daarom dient de

speler over alle basistechnieken te beschikken voordat ze

de leeftijd van 11-13 jaar bereiken. accenten zijn reactie-

snelheid, frequentie en voetbaltechnieken.

wanneer een speler op jonge leeftijd veel verschillende

coördinatieve vaardigheden worden bijgebracht zal dit op

latere leeftijd van invloed zijn op de mogelijkheden van de

speler.

Verschillende componenten die de coördinatie bepalenreactievermogen: het vermogen om na een signaal zo

snel mogelijk een motorische beweging in te leiden dan

wel uit te voeren.

marcel lucaSSen

als hoofd praktijkdocent bij “Sport-

partners” is hij al 10 jaar innovatief

met het ontwikkelingen van

trainingsmethodes en oefenstof.

in nederland wordt hij gezien als

de specialist op het gebied van

voetbalcoördinatie. Bij de iapF

(international academy physical

Football training) is dit specialisme

verwerkt in de opleiding voetbal-

conditietrainer. Hij heeft enkele

jaren bij vvv-venlo gewerkt in

de medische en technische staf

en ook daar de voetbalspecifieke

coördinatietrainingen geïntrodu-

ceerd.

SPortVerleden

Voetbal: regio- en provinciale

selecties, jeugd vvv,

amateurselecties nl en de

judo: 3 x limburgs jeugdkampioen

Zwemmen: jeugdselectie- en

wedstrijdteams

“CoördinatietrainingRuzie met je lichaam, is oorlog met de bal”

Hoe train je het verschil albert van De weiDe

Page 17: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

www.winningSkillS.nl

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

Kaboutervoetbal “Een grote zak spekkies doet wonderen”

Bij menige club zie je ze op de

heel vroege zaterdagochtend de

velden al bespelen. Kabouters,

welpen, duiveltjes en beertjes

worden ze wel genoemd. Stoere

kleine rakkers, amper uit de luiers

maar vaak al trots rondstappend

in een prachtige outfit van b.v.

Barcelona, ajax, pSv of arsenal.

de voetbalbroek tot aan de knieën,

echte kicksen aan en daar gaan

ze. Bal aan de voet en rennen maar

over die groene sprieten. die ze

een paar minuten later vervolgens

gaan zitten tellen en de bal rustig

laten voor wat die is!

‘Voor het voetbal is het fantastisch dat er al zoveel clubs kinderen op steeds jongere leeftijd de kans geven met het voetbal kennis te kunnen maken. al vanaf 4 jarige leeftijd wordt er in nederland actief en gestructureerd gevoetbald. dat is mooi, maar schept ook verantwoordelijkheden. wat en hoe is geschikt voor die kids en hoe ga je als trainer om met de vele specifieke eigenschappen van die kinderen? op de volgende pagina’s hoopt de Pupillentrainer huidige en toekomstige trainers van de jongste groep voetballertjes een handreiking te geven voor het zogenaamde kaboutervoetbal.’

Leeftijdsspecifieke kenmerken ‘Bij deze leeftijdsgroep, het loopt trouwens door tot een jaar of 7, is een aantal algemeen geldende leeftijdstypische

kenmerken van toepassing. Kinderen hebben een grote drang om te willen en kunnen spelen. alles staat in het teken

van het plezier van het ‘doen’. voor deze kids is bewegen en spelen hetzelfde. lekker spelen is voor hen een doel,

terwijl de doelstelling van een trainer normaal gesproken ergens anders ligt. voor de trainer is dit spelen een middel

om de kinderen het voetbal aan te leren en zijn of haar vaardigheden verder te kunnen laten ontwikkelen.’

Voordoen, herhalen en rust‘de meeste kinderen hebben een sterke drang tot nabootsen. elke nieuwe beweging en /of voetbalhandeling die ze

leren komt voort uit een voorbeeld van de trainer of wat ze op de televisie of op en rond het veld van hun favoriete

(club)spelers zien.

eriK steKelenburg Kaboutervoetbal

oefenen in vrije ruimte: uit de cirkel: zelf bepalen wanneer je

de beweging maakt. oefenen in gestructureerde organi-

satievorm: voor de pion de beweging maken: in de cirkel.

techniekvormen

vormen om in de lengterichting bewegingen te maken

zonder tegenstander. vormen om met tegenstander in

lengterichting bewegingen te maken:

• glazen plaat: 1 speler dribbelt richting pion en maakt

een beweging in de lengterichting. de andere speler

volgt, zonder bal en is een tegenstander zonder dat hij

de bal mag afpakken

Variatie: dribbel en drijfvormen aan de buitenkant van de

cirkel. estafette vormen.

tikspel

uiteraard kun je dit soort trainingen altijd afsluiten met

een tikspel. Je kunt hiervoor kiezen door 2 of 3 tikkers

(afhankelijk van het aantal spelers) gedurende 30 tot 40

seconden zoveel mogelijk andere spelers te laten tikken.

wel is de voorwaarde dat zowel de tikkers als de overige

spelers dit met bal uitvoeren en de bal moet binnen bereik

van zowel tikkers als overige spelers zijn.

Basisbewegingen

• bal onder je voet terughalen:

de bal rolt voor je uit. Je standbeen komt schuin achter

de bal te staan en met je andere voet stap je licht op de

bal en trekt hem onder je lichaam naar achteren. Je hoofd

draait over je standbeen naar achteren en met je stand-

been, buitenkant voet, duw je de bal verder weg.

aandachtspunten coördinatief:

• stabiliteit vanuit de beweging, ondersteuning armen

• verplaatsing lichaamszwaartepunt

• voorvoeten

• bal voor je lichaam met binnenkant voet terugkappen:

de bal rolt voor je uit. Je standbeen komt achter de bal

( binnenkant van de voet richting de bal ) met je andere

voet haal je de bal voor je lichaam langs terug. laat de bal

voorlangs rollen en duw hem met je standbeen, binnen-

kant voet, verder weg.

aandachtspunten coördinatief:

• vanuit gebogen kniestand lage houding naar gestrekte

knie in de bewegingsrichting

• géén gestrekte armen

• verplaatsing standbeen

4. Spel/Partijvormin een rechthoek staan 2 kleine goals met hun rug naar

elkaar. in het speelveld wordt 1:1 gespeeld. de bedoeling

is dat de basisbewegingen terug komen voordat de speler

gaat scoren. in de lengterichting dribbelen met tegenstander

naast je. de bal onder je voet terughalen of voorlangs

afkappen.

coaching: Stimuleren om de diverse bewegingen uit te

voeren.

cor Van hoeVen

wiinning Skills

winning Skills is op initiatief van

Cor van Hoeven in juni 2004 van

start gegaan.

Het idee voor de voetbalschool is

ontstaan door de constatering dat

tijdens de tegenwoordige trainingen,

minder aandacht wordt besteed

aan techniektraining en meer aan

tactische vormen.

analyse van internationale en

nationale wedstrijden laat echter

zien dat de technische vaardigheid

de basis is voor goed voetbal.

dit was voor Cor een reden om met

voetbalclubs in gesprek te gaan en

techniektrainingen aan te bieden.

Zie ook:

vervolg pag. 31: 3. Basisbewegingen

Hoe train je het verschil albert van De weiDe

“Kabouters,welpen,duiveltjes&beertjes”

Page 18: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

eriK steKelenburg Kaboutervoetbal

Sterker nog; de meeste weten waarschijnlijk niet eens

wat je bedoelt. de kleintjes zijn over het algemeen wel

van zeer goede wil en vooral dol op die bal. Met het

‘verpakken’ van oefenstof in leuke en voor de kinderen

makkelijk te onthouden spelvormpjes kun je met name

het dribbelen, drijven en schieten van de bal al snel

verbeteren. Met gewoon een wedstrijdje ‘wie het eerste

aan de overkant is’ werk je al aan het dribbelen en bij zich

houden van de bal. Houdt het dus simpel, maar wees wel

creatief in het aanbieden van vormen.’

Basisvoorwaarden‘Het is belangrijk een aantal basisvoorwaarden te

scheppen bij elke training met de allerkleinsten. Zorg er

voor dat het plezier in het voetbal altijd voorop staat, dat

de kinderen veel aan de bal komen – geen wachtrijen – en

bouw zoveel mogelijk handelingen ter verbetering van de

balgewenning en balcontrole in. dus, zoals dat zo mooi

heet, alles met bal! daarnaast is het van belang het pure

voetbal en de kinderen met ondersteunend enthousiasme

te stimuleren. dus in een partijvormpje ze gewoon lekker

laten pingelen, afspelen komt pas veel later aan de orde,

en ze zelf hun beperkingen en kracht laten ontdekken.

Coachen heeft weinig zin, ze horen dat toch niet of het

gaat het ene oor in en het andere uit. aanmoedigen, mee

juichen en gek doen helpt des te meer. wordt als trainer

ook weer kind. wees een van hen, dan staan ze voor

je open. Hoe maller de trainer doet, hoe mooier ze het

vinden.’

Geduld, geduld, geduld.‘Het trainen van kinderen op deze jonge leeftijd vereist

veel inlevingsvermogen en vooral geduld. geduld, geduld

en nog eens geduld. degene die gewend zijn met oudere

spelers te werken zal het niet meevallen dat geduld altijd

op te brengen. termen die voor deze trainers gewoon zijn

worden natuurlijk niet begrepen.

daarbij hoef je ook niet raar op te kijken als ineens de helft

van de spelers weg is en uitgelaten aan het hek dat langs

het veld staat slingert. weg is de aandacht voor het voetbal!

gewoon laten hangen, ze wel in de gaten houden uiteraard,

en doorgaan met de rest die wel nog geïnteresseerd is.

die anderen komen er dan later wel weer bij of besluiten

ter plekke toch maar op turnen te gaan.’

Materiaal‘voordat je als trainer aan de slag gaat zijn er een paar

belangrijke zaken waar je rekening mee dient te houden.

voldoende en goed materiaal is cruciaal. Met acht ballen

voor zestien kinderen doe je niet alleen de kinderen te kort,

maar leg je jezelf als trainer ook onnodig beperkingen op.

Zorg er daarom voor dat alle kinderen een bal hebben.

Hesjes, pionnen, poortjes, kleine doeltjes en ander benodigd

materiaal spreekt voor zich. denk ook na over de maat

van de bal. een regulier vijfje komt bij de meeste van die

kabouters vrijwel tot aan hun knieën! dat is lastig voetballen,

vooral als je het nog moet leren! Schaf daarom liever

kleine ballen aan. veel bekende sportartikelenmerken

hebben van die kleine ballen die ze meestal als ‘give

away’ gebruiken, maatje 2 of 3. die zijn voor een schijntje

te koop. de kabouters die ik onder mijn hoede had konden

daarmee direct goed uit de voeten en na verloop van tijd

de bal al over een behoorlijke afstand verplaatsen met

gebruik van de juiste techniek.’

Simpel houden‘de kunst een zo goed mogelijk leerklimaat te scheppen zit

hem in de eenvoud en de simpelheid van de oefeningen

die de trainer ze laat uitvoeren. de techniek hoe een bal

goed te kunnen trappen kun je op meerdere manieren

voordoen. vertraagd en stap voor stap uitleggen hoe je

lichaamshouding moet zijn als je een bal trapt, waar je de

bal precies moet raken, hoe je speelbeen moet zwaaien

en hoe het standbeen het beste kan staan.

daarom is het hartstikke belangrijk alle oefeningen voor te

doen en ook vaak te herhalen. Hoe vaker de kinderen aan

de beurt komen in een bepaalde oefening hoe beter het is

en ook hier schuilt de kracht in de herhaling. de kinderen

hebben een veelal een prima uithoudingsvermogen en

kunnen veel in een relatief kort tijdsbestek, maar rust-

momenten moeten wel tijdig worden ingelast. gebruik die

rustmomenten bijvoorbeeld om met elkaar iets te drinken

en hun aandacht even van het voetbal af te halen.’

Concentratie ‘Het concentratievermogen op die jonge leeftijd is over

de algemeen laag. de meeste kinderen zijn snel afgeleid.

daar kun je je als trainer wel druk om maken, maar dat

heeft geen zin. er bestaat een mooi voorbeeld van een

hoog boven het veld voorbij komende luchtballon. op het

moment dat er een zou overkomen is de bal helemaal

niet interessant meer voor velen. Het enige waar ze dan

nog oog voor hebben is die ballon. Het beste is er maar

bij gaan zitten en samen met de kinderen van die mooie

ballon genieten. geef de kinderen de ruimte om hun

speelsheid en fantasie te etaleren. als de luchtballon

voorbij is zou je ze er snel weer bij kunnen krijgen door

een verband te leggen tussen de voetbal en de ballon.

Met een beetje geluk zullen de kinderen snel de draad

van het voetballen weer oppakken.’

Afwisseling in activiteit‘de kinderen kunnen zich dus maar een beperkte tijd

richten op eenzelfde activiteit, een kwartiertje met

hetzelfde bezig zijn is meestal wel genoeg. omdat het

dan niet echt spannend meer is verslapt de interesse.

Houdt daarom de afwisseling van de activiteiten hoog en

daarmee de spanning aanwezig. een simpele aanpassing

in de oefenstof - ik noem het trouwens liever een spelvorm

- doet al wonderen. diagonaal in plaats van rechtdoor is

voor kinderen in de jongste leeftijd al een verandering

die weer iets nieuws met zich meebrengt en ze zullen dat

dan ook als afwisseling ervaren.’

Individueel gericht‘een ander bijkomend ‘probleem’ is dat de meeste kinderen

erg individueel ingesteld zijn. deze jonkies zijn hun kleutertijd

nog lang niet ontgroeid en betrekken dan ook graag alles

op zichzelf. Het egocentrisme op deze leeftijd is een

normaal proces in de ontwikkeling van kinderen en wordt

naarmate de leeftijd vordert steeds minder. echter; nu zijn

slechts zij en de bal belangrijk, en wat er om hen heen

gebeurd kan ze niet zoveel schelen. Behalve als die ballon

weer voorbij komt! Het hier genoemde egoïsme moet men

overigens niet verwarren met de vorm van individualisme

dat later in het spel van voetballers kan sluipen. laat de

kinderen gewoon lekker hun gang gaan met de bal, maar

probeer intussen wel een beetje structuur te handhaven.’

Een beetje samenwerken‘op het eerste gezicht lijken de kinderen samen te werken,

maar dat is in de meeste gevallen slechts schijn. wanneer

je over een langere periode het gedrag nauwkeurig bekijkt

kun je zien dat ze naast elkaar wel tegelijkertijd, maar ook

onafhankelijk van elkaar, dezelfde dingen doen. Ze doen dan

dus ‘samen’ hun ‘eigen’ ding. toch heb ik mogen ervaren dat

ze met heel simpele spelvormpjes al goed bij de les te

krijgen zijn en het (positieve) egoïsme soms kunnen

laten schieten en met anderen kunnen samenwerken

(zie training 1). de meeste kinderen hebben nog weinig

gevoel om het echt samen te doen, maar spelenderwijs

kan je ze dat toch vrij snel bijbrengen. uitleggen waaróm

ze beter iets samen kunnen werkt ook verhelderend.’

Spelenderwijs leren‘de kinderen zijn natuurlijk nog niet in staat om standaard

voetbalaanwijzingen (b.v. kaatsen, let op je standbeen of

opendraaien) op te volgen.

Kaboutervoetbal eriK steKelenburg

“Geduld,geduld,geduld”

“Plezierinhetvoetbalstaataltijdvoorop”

Page 19: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

“Veelouders,opa’senoma’slangsdelijn,eenechtescheidsrechter,eenmooiebal,echtedoeltjes:succesverzekert”

��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

eriK steKelenburg Oefenstof 5-jarigen

Inhoud1. elke hoek 2 spelers, 1 speler met bal

2. de speler met bal brengt de bal naar

de overkant d.m.v. dribbel

3. de ander neemt de bal over en brengt

hem verder

Variaties• linksom, rechtsom, diagonaal

• Halverwege laten schieten naar de speler

die moet ontvangen

• pilonnen gebruiken voor slalom

• Speels karakter: verwijs naar plaatsnamen

(in de buurt) bv:

van amsterdam naar utrecht

van utrecht naar den Haag

van den Haag naar rotterdam

van rotterdam naar amsterdam

Leermomentendribbelen, drijven, schieten, aannemen, samen-

werken, balcontrole/beheersing

Benodigdheden4 pilonnen

1 bal per speler

Training 1Samen doen en leren werken

8 PuPillen

Inhouddribbelen/drijven door het vierkant. op teken van

de trainer buiten het vierkant dribbelen en de bal

direct stoppen.

de laatste speler die buiten het vierkant is wordt

tikker in het vierkant.

alle spelers dribbelen met hun bal; de tikker

probeert al dribbelend de andere spelers aan te

tikken. na het aantikken, verder dribbelen en op

het teken van de trainer uit het vierkant.

de trainer gaat dribbelen met de bal aan de voet,

de kabouters volgen, met de bal, achter de trainer

aan. linksom/ rechtsom, draaien/ keren etc.

Leermomentendribbelen, drijven, stoppen na rennen, draaien/

keren met de bal, winnen/ verliezen met het eruit

dribbelen spel.

Benodigdhedenvierkant: de grootte is afhankelijk van het aantal

spelers.

1 bal per speler

Training 2Dribbelen & drijven

Inhoudalle spelers dribbelen met de bal door

het rechthoek. op teken van de trainer; doeltje

zoeken en tussen de pilonnen door scoren, door

de bal erdoorheen te plaatsen.

Variatie• links en rechts schieten/ trappen

• Het tempo van de dribbel omhoogbrengen

• Binnenkant voet, wreeftrap

• tweetallen één bal, samen op trekken door

het rechthoek, bal tussen de pilonnen door

naar elkaar plaatsen

Leermomentendribbelen, drijven, passen/ trappen, schieten,

scoren, samenwerken, balbeheersing/ controle.

Benodigdheden2 pilonnen per doeltje

Training 3 Goaltjesdief

(vervolg pag. 35) dit kan goed werken, maar zullen ze niet

allemaal blijven volgen. leg je een bal met een goede

wreeftrap over vijfentwintig meter in de goal dan zullen ze

dat al snel willen kopiëren. dát wordt dan hun doel, want

dat willen zij ook wel. want dat is tenslotte vet cool!

ook van daaruit kun je ze dan weer de aanwijzingen

geven die horen bij het leren trappen. een prima oefening

om het trappen met binnenkant en wreef te leren is het

spel de ‘goaltjesdief’. Bij het spel goaltjesdief dienen de

kinderen door een afgebakend vak heen te dribbelen en

kunnen ze punten scoren door de bal tussen de neerge-

zette doeltjes te spelen.’ (zie training 3)

Scoren, wedstrijdjes en winnen ‘Het mooiste van voetbal blijft natuurlijk doelpunten

scoren en winnen. Zorg daarom altijd dat er wat te

‘verdienen’ valt. Het scoren van punten zou dan ook

eigenlijk in elk gegeven spelvorm aanwezig moeten zijn.

als je als club aan de slag gaat met deze leeftijdcategorie

is het belangrijk ze direct binding met het voetbal te

geven. voor die verenigingen is het dan aan te bevelen

een interne competitie op te zetten of in ieder geval wat

wedstrijdjes op zaterdag te organiseren voor deze kids.

een ideale vorm is het spelen van 4:4 op een kwart veld,

waarmee een behoorlijk aantal balcontacten voor ieder

spelertje gewaarborgd is. Met slechts acht Kabouters

kun je al een wedstrijdje spelen en de kinderen zullen het

ongetwijfeld prachtig vinden. veel ouders en opa’s en

oma’s langs de lijn, een echte scheidsrechter, een mooie

bal, echte doeltjes en spelen maar. Succes verzekert.’

Meer dan trainer ‘Bij deze leeftijdsgroep ben je niet alleen trainer en

begeleider maar zal er ook iets van opvoedkunde van

je worden verwacht. en dat kan soms lastig zijn. ga er

maar aanstaan; tien, twaalf of zestien van die koters

met allemaal hun eigen persoonlijkheidje, willetje en

eigenaardigheden. en streken natuurlijk, laten we vooral

die niet vergeten. naast het sussen van onderlinge

knokpartijtjes (hij pakt mijn bal.., niet waar, die was van

mij!) zal er dus ook troost moeten worden geboden,

geactiveerd, gemotiveerd en vooral begrip worden

getoond. Ze willen allemaal even veel aandacht en

belangrijk gevonden worden. Het zijn net volwassenen!

geef ze die aandacht. ondanks die individuele aandacht

kun je ongemerkt al aan het groepsgebeuren werken.

na afloop van de training met zijn allen opruimen en alle

gebruikte spullen op één plek bij elkaar brengen.

degene die niet meehelpt, piest naast de pot.

een grote zak spekkies doet namelijk wonderen!’

Kaboutervoetbal eriK steKelenburg

F

Page 20: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

Neem nueen

abonnement

F��

De PuPillentrainer | Januari 2007

��

Vakblad de Pupillentrainer is nu verkrijgbaar.

neem nu een abonnement voor slechts € 35,00 per jaar.

wilt u een abonnement op ‘de pupillentrainer’,

neem dan contact op met Mag’s & Media,

uitgever van de pupillentrainer

tel. 0297-523 059

e-mail: [email protected]

of vul de bon in en verstuur in een

gefrankeerde envelop naar:

Mag’s & Media, Klipper 40, 1423 Bn uithoorn

Beste trainersen bestuur

onze mening is dat overige vakbladen te weinig doen met pupillentrainers, veel meer met bekende trainers van BVo’s. we willen ons juist richten op die trainers die zich bezighouden met pupillen, de bakermat van iedere vereniging. uiteraard zullen regiocoaches die vaak de amateurclubs bezoeken, hierin een belangrijke bijdrage kunnen leveren die ten goede komt aan elke pupillentrainer. ook gaan we Belgische clubs publiceren. de kosten voor 6 nummers zal € 35,– per jaar bedragen voor het jaarabonnement. door de enorme aanvraag komt er wellicht een 7e uitgave voor hetzelfde bedrag.

Vakblad voor de moderne pupillentrainer“de pupillentrainer” houdt je op de hoogte van alle

nieuwe trainingsvormen op het gebied van pupillenvoet-

bal. Met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen, trends,

interviews en praktijkvoorbeelden. Met vooral jeugdtrainers

binnen het amateurvoetbal, gericht op pupillentrainers

(selectieteams en óók voor de niet selectie teams).

ook die teams willen een goede/leerzame en plezierige

training hebben. regelmatig informeert “de pupillentrainer”

over onderwerpen in de diverse rubrieken. Kortom, alles

wat je als pupillentrainer wilt weten!

Met een abonnement op “de pupillentrainer” ontvang je

niet alleen dit vakblad met uitgebreide artikelen, maar

ook specifieke oefenstof voor pupillentrainers.

een uitkomst voor vele pupillentrainers! daarnaast

kunnen abonnees vacatures plaatsen en vindt men hier

het laatste nieuws op trainersgebied. een ware bron van

informatie en kennisuitwisseling voor voetbaltrainers.

u kunt zich abonneren via de website www.jeugdtrainer.

com of per telefoon 0297-523059, of per e-mail

[email protected]

groet,

Marcel wagenhuis

Hét vakblad

marcel wagenhuiS

Mag’s & Media, mediabureau

Hoofdtrainer C jeugd

voorzitter v.v. de rijnstreek

praktijkbegeleider

pupillen Cursus KnvB

uitgever vakblad de pupillentrainer

uitgever vakblad the referee

Abonnementde Pupillentrainer

verstuur deze bon in een gefrankeerde envelop naar:

Mag’s & MediaKlipper 401423 Bn uithoorn

Ja, ik wil een abonnement voor € 35,00 per jaar.

naam:

adres:

postcode/plaats:

Club:

e-mail:

tel. nr.:

Inhoudtikvorm 5 minuten(1)

Mikken en scoren 10 minuren, penaltyspel (2)

pingelen/afpakken 10 minuten, duel 1:1

partijvorm 10 minuten, parijvorm 2:2

Aantal spelersminimaal 12 spelers – 16 spelers

Circuitmodel voor F-pupillen

7 x 12 meter

tikkertje

15 x 7 meter

20 x 12 metereindvak 12 x 12 meter

Benodigd materiaalhoedjes, pionnen, hesjes, goaltjes en voldoende ballen.

na 35 a 40 minuten alle binnenste oefeningen weghalen, pionnen,

hoedjes ed. de buitenste hoedjes (vaste kleur), nu gemarkeerd als

lijn blijft staan en kunnen direkt overgaan tot het spelen van 4:4 in

2 vakken(totaal 16 spelers)

de 2 speelvelden hebben een afstand van 20 x 40 meter.

Oefenstof F-jeugd

Page 21: Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4

w w w . v o e t b a l t r a i n i n g . n l

Sportpartners organiseert op 15, 16 en 17 juni- 2007 op het nSC. Papendal de 3-daagse-opleiding:

rené MeulenSteen the ‘MoveS & SkillS’(techniektraining gebaseerd op de wiel Coervertechniek)

De oPleiDing houDt o.a. in:

Moves&Skills Coach model

Snel voetenwerk en souplesse

Diverse bewegingen in trainingsvormen

Diverse bewegingen in trainingsvormen conditioneel

Formulering trainingsvormen

trainingsvormen in combinatie met passen en trappen

trainingsvormen in competitievormen

trainingsvormen met afwerken

aandachtspunten voor coaching

het wedstrijdmodel

Coachen van de 1 tegen 1 situatie in kleine spelvormen

Coachen van de 1 tegen 1 situatie in 11 tegen 11

voor koSten, De extra’S en alle relevante inForMatie:

SPortPartnerSbosweg 1a - 6881 kh velpt. 026-3610081t. 0654 94 20 12F. 026-3622975, e. [email protected]

Meer informatie op onze website: www.voetbaltraining.nl