Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele...

20
Hoe postmodern valt een steen? Over wetenschappelijke zekerheid en het postmoderne relativisme A.F.W. Klukhuhn Van welke mensen en van welke dingen kan ik nu werkelijk zeggen dat ik ze ken? Mijn hart kan ik in mijn lichaam voelen kloppen en daaruit kan ik op- maken dat het bestaat. Ik kan deze wereld aanra- ken en ook van haar kan ik zeggen dat zij bestaat. Dat is alles wat ik weet, verder bestaat mijn kennis alleen maar uit wat ik zelf heb geconstrueerd. (Albert Camus. De myte van Sisyfus. De Bezige Bij, 1985. p. 26.) Wat is postmodernisme? Het cultuurfilosofische debat in de laatste decennia van dit millennium, bekend als de controverse tussen de modernen en de postmodernen, staat geheel in het teken van het einde van de grote verhalen. Dat zijn verhalen met absolute en universele waarheidspretentie, verhalen waarmee we onze wereld eenduidig zin en betekenis proberen to geven en waar we ons mo- rele denken en handelen als vanzelfsprekend aan kunnen ontlenen. Zo wordt er gesproken van het einde van het grote verhaal van de godsdienst, van de politieke ideologieen, maar vooral toch van het einde van het grote verhaal van de moderne, rationele wetenschap. Wat we ons bi j het grote verhaal van de rationele wetenschap moeten voorstellen, kan ik het best toelichten met een citaat uit Het verschi jnsel wetenschap, het weten- schapsfilosofische standaardwerkje van de voormalig Wageningse filosoof Herman Koningsveld: Iedere, enigszins bewuste, krantelezer en iedere tv-kijker die zijn ogen goed open heeft kan constateren dat (...) [het] idee van wetenschappe- lijkheid in alle hoekjes en gaatjes van de praxis aan het doordringen is. Personen worden op grond van hun wetenschappelijke kwaliteiten als deskundig gezien, of gediskwalificeerd omdat ze niet rationeel handelen; het regeringsbeleid wordt door een aparte wetenschappelijke raad van 139

Transcript of Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele...

Page 1: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodern valt een steen?Over wetenschappelijke zekerheiden het postmoderne relativisme

A.F.W. KlukhuhnVan welke mensen en van welke dingen kan ik nuwerkelijk zeggen dat ik ze ken? Mijn hart kan ik inmijn lichaam voelen kloppen en daaruit kan ik op-maken dat het bestaat. Ik kan deze wereld aanra-ken en ook van haar kan ik zeggen dat zij bestaat.Dat is alles wat ik weet, verder bestaat mijn kennisalleen maar uit wat ik zelf heb geconstrueerd.(Albert Camus. De myte van Sisyfus. De Bezige Bij,

1985. p. 26.)

Wat is postmodernisme?

Het cultuurfilosofische debat in de laatste decennia van dit millennium,bekend als de controverse tussen de modernen en de postmodernen, staatgeheel in het teken van het einde van de grote verhalen. Dat zijn verhalenmet absolute en universele waarheidspretentie, verhalen waarmee we onzewereld eenduidig zin en betekenis proberen to geven en waar we ons mo-rele denken en handelen als vanzelfsprekend aan kunnen ontlenen. Zowordt er gesproken van het einde van het grote verhaal van de godsdienst,van de politieke ideologieen, maar vooral toch van het einde van het groteverhaal van de moderne, rationele wetenschap. Wat we ons bi j het groteverhaal van de rationele wetenschap moeten voorstellen, kan ik het besttoelichten met een citaat uit Het verschi jnsel wetenschap, het weten-schapsfilosofische standaardwerkje van de voormalig Wageningse filosoofHerman Koningsveld:

Iedere, enigszins bewuste, krantelezer en iedere tv-kijker die zijn ogengoed open heeft kan constateren dat (...) [het] idee van wetenschappe-lijkheid in alle hoekjes en gaatjes van de praxis aan het doordringen is.Personen worden op grond van hun wetenschappelijke kwaliteiten alsdeskundig gezien, of gediskwalificeerd omdat ze niet rationeel handelen;het regeringsbeleid wordt door een aparte wetenschappelijke raad van

139

Page 2: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

advies voorzien; plannen worden gemaakt op grond van wetenschappe-lijke voorspellingen; onze problemen worden op wetenschappelijke wi zeaangepakt, of ze nu op het individuele, maatschappelijke, economischeof politieke vlak liggen; boeren, middenstanders en wie al niet wordenwetenschappelijk voorgelicht; het bestuur wordt op allerlei niveausgerationaliseerd; ons milieu wordt wetenschappelijk gezuiverd; oorlogvoeren doen we wetenschappelijk; onze hele productie is wetenschappe-lijk opgebouwd; we worden wetenschappelijk in leven gehouden ...

Nu zijn modernen en postmodernen het er roerend over eens dat dit groteverhaal van de rationele wetenschap, hoe succesvol in een aantal opzichtenook, de aanvankelijke beloften niet heeft kunnen waarmaken en inmid-dels op materieel niveau een treurige keerzijde heeft gevonden in de grotedruk die de mens op zijn leefwereld uitoefent. Alle milieuproblemen vanonze ti jd - de overbevolking, de dreigende uitputting van onvervangbareenergie- en grondstoffenvoorraden, het broeikaseffect, het gat in deozonlaag en al het andere bederf van lucht, land en water - zijn immersmin of meer direct terug to voeren op de ongebreidelde voortgang vanwetenschap en techniek, en de grootschalige industriele toepassing van deresultaten daarvan. Maar de modernen -met als bekendste vertegenwoor-diger Jurgen Habermas - zien als reden voor het falen dat het project vande moderne rationaliteit nog niet of is, dat er weliswaar tekortkomingenaan kleven, maar dat die voor verbetering vatbaar zijn. Geheel in over-eenstemming met hun onverwoestbare vooruitgangsgeloof vinden de mo-dernen dat de problemen waar we nu mee worstelen zijn op to lossen metmeer van dezelfde rationeel-wetenschappelijke en technische middelenwaaruit ze ook zijn voortgekomen.De postmodernen - Jean-Francois Lyotard bijvoorbeeld - vinden daar-entegen dat niet alleen het materieee, maar ook het morele failliet van demoderne rationaliteit definitief en afdoende is bewezen door rationeel-wetenschappelijke uitwassen als de atoombommen op Japan, maar veelsterker nog door de holocaust: de systematische, rationele en technischeonderneming die tot doel had een heel volk to vernietigen. Zulke massalemisdaden in een door de moderne wetenschap beheerste tijd, kunnen

140

Page 3: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steen?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relativisme

onmogelijk achteraf in de geschiedenis worden ingepast als een toherstellen tekortkoming. Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, een onvermijde-lijke consequentie daarvan, zoals morele ontaarding altijd een onvermij-delijke consequentie is geweest van welk groot verhaal dan ook. Het groteverhaal van de rationele wetenschap met universele en absolute waar-heidspretentie kan daarom maar beter zo snel mogelijk worden vergetenom plaats to maken voor een pluriforme en vooral tolerante samenleving,bestaande uit een mozaiek van kleine godsdienstige, filosofische, cultu-rele, politieke en wetenschappelijke verhaaltjes met beperkte geldigheidin ruimte en tijd. Als we daar niet in slagen, dan zal de in het modernismeingebouwde born nogmaals afgaan en ditmaal vernietigender dan ooit.

Waarheidspretentie en postmoderne wetenschapsfilosofie

De vraag of een steen postmodern kan vallen, is eigenlijk de vraag naarde waarheidspretentie van de natuurwetenschap, de vraag naar hoe groothet verhaal van de natuurwetenschap dan wel is. Dat is in hoofdzaak eenwetenschapsfilosofische kwestie, en ik zal kort bespreken wat er in deverschillende wetenschapsfilosofische opvattingen in deze eeuw over dewaarheid in de wetenschap is gezegd.

Zonder over het hoofd to zien dat een aantal individuele filosofen zeerzinnig over wetenschap heeft nagedacht, kan gerust worden gesteld dat dewetenschapsfilosofie, in de zin van een systematische theorievorming overwat wetenschappelijke kennis is en hoe die tot stand komt, pas echt vande grond is gekomen in de jaren twintig van de twintigste eeuw. In dietijd legde de Wiener Kreis de basis voor een wetenschapsfilosofie diewordt aangeduid met logisch positivisme of logisch empirisme. Een sys-tematisch onderzoek naar de rechtvaardiging van de wetenschappelijkewaarheidsaanspraken werd v66r die tijd niet erg noodzakelijk geacht, om-dat het gelijk, door enerzijds een dogmatisch geloof in de juistheid vande wetenschappelijke methode, en anderzijds het technische en economi-

141

Page 4: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

sche succes, op voorhand al aan de kant van de wetenschap lag. De weten-schap was toen nog een echt groot verhaal.Hoe komt nu, in een alinea neergeschreven, wetenschappelijke kennisvolgens de logisch positivisten tot stand? In de eerste plaats zijn er deonbetwijfelbare zintuigelijke waarnemingsfeiten: je ziet een steen vallen;die worden neergelegd in elementaire uitspraken: een steen valt; combina-ties van elementaire uitspraken vormen hypothesen, die door generalisatieleiden tot op ervaringskennis gebaseerde wetten: de valwetten van Galileiof Newton; vervolgens wordt een theorie opgesteld waarmee de ervarings-wetten worden verklaard: dat is Newton met betrekking tot de valwetnooit gelukt, maar Einstein wel; en tenslotte worden uit de theorie nieuwehypothesen afgeleid, die dan weer aan de hand van waarnemingsfeitenworden bevestigd.En zo is de cirkel rond en groeit onze wetenschappelijke kennis gestaagaan. Daarbij wordt dit snort kennis beschouwd als de enige zinvolle kennisover de wereld. Maar de logisch positivisten moeten wel toegeven dat, integenstelling tot wat hun voorgangers dachten, er zo geen absolute waar-heid of zekerheid to verkrijgen valt. Immers, als een wet tot de conclusieleidt dat stenen vallen, dan blijven er, door hoeveel vallende stenen dewet ook wordt bevestigd, altijd nog stenen over die niet aan een onder-zoek zijn onderworpen. Wat wel kan, is het bereiken van een hoge matevan waarschijnlijkheid door het onderzoek aan vallende stenen steedsverder uit to breiden.

Als ik nu iets over Ludwig Wittgenstein zeg, dan is dat niet vanwege zijnopvatting over de wetenschappelijke waarheid, want die lijkt erg op dievan de Wiener Kreis. Maar waar de positivisten beweerden dat wat we-tenschappelijk gezegd kan worden de enige zinvolle kennis is, hechtteWittgenstein minstens een even groot belang aan wat alleen kan wordengetobnd. Daaronder vallen bijvoorbeeld de schoonheid en de moraal, diedus niet met rationele middelen zijn to funderen, en thuishoren op eengebied dat alleen toegankelijk is met de gevoelsmatige en intuitieve mid-delen van de kunst. Zo biedt bijvoorbeeld de poezie het domein waar-binnen de zin van het leven wordt uitgesproken.

142

Page 5: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem vale een steen?Over wetenschappelijke zekerheid an het postmodeme relativisme

Een andere criticus van het logisch positivisme is Karl Popper, die metzijn kritisch rationalisme tot een paar fundamentele bezwaren kwam.In de eerste plaats bestaan er volgens Popper geen theorievrije zin-tuigelijke waarnemingsfeiten. Waarnemingsfeiten krijgen pas betekenisbinnen de context van een voorafgaande theorie en kunnen dus nooit deharde, onbetwijfelbare ervaringsbasis vormen waarop onze wetenschap-pelijke kennis kan worden gefundeerd. Wetenschappelijke kennis is, metandere woorden, niet objectief buiten de mens gegeven, maar is mensen-werk.In de tweede plaats, zei Popper, is de positivistische bezigheid een beperktaantal waarnemingen tot algemeen geldige wetten to verheffen, striktlogisch gesproken niet mogelijk. Om het eerdere voorbeeld nog maar eensaan to halen: het waarnemen van hoeveel vallende stenen dan ook, geeftnog geen absolute zekerheid over het gedrag van de volgende steen. We-tenschappelijke uitspraken zullen het stadium van vermoedens of hypo-thesen nooit achter zich kunnen laten. Nu was dit probleem ook al eennagel aan de doodkist van de logisch positivisten, maar zij dachten nogdat er misschien geen absolute zekerheid, maar dan toch wel een hogemate van waarschijnlijkheid to verkrijgen zou zijn, door het aandragenvan steeds meer empirische bevestigingen. Poppers kritiek daarop luidtdat het aantal werkelijke waarnemingen altijd zeer klein is ten opzichtevan het totaal aantal mogelijke waarnemingen. Om het maar even bij destenen to houden: zelfs miljoenen waargenomen vallende stenen en allesteenlawines bij elkaar vormen maar een zeer klein deel van het door dehele geschiedenis van het universum heen totale aantal mogelijke waar-nemingen van vallende stenen, zodat de uitspraak `stenen vallen' alti jd eenwaarschijnlijkheidsgraad zal hebben die dicht in de buurt van 0 ligt.Met deze twee bezwaren - zintuigelijke waarnemingen zijn altijd theorie-geladen en veralgemenisering is strikt logisch gesproken niet mogelijk -zaagde Popper beide poten onder de logisch positivistische waarheids-pretentie vandaan. Popper is het wel met de logisch positivisten eens datonze wetenschappelijke kennis in de loop van de tijd steeds verder aan-groeit.

143

Page 6: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

Werd Popper pas echt beroemd in 1959, toen zijn uit 1934 daterendeLogik der Forschung in Engelse vertaling verscheen, drie jaar later wiptede Amerikaanse fysicus/historicus Thomas Kuhn hem alweer uit het we-tenschapsfilosofische zadel door de publikatie van De structuur van weten-schappelijke revoluties. In dit boek richt Kuhn zijn aanval in de eersteplaats op de door Popper veronderstelde gestage groei van wetenschappe-lijke kennis, door er twee soorten van wetenschappelijke bedrijvigheidtegenover to stellen: normale en revolutionaire wetenschap.Normale wetenschap gaat uit van een verzameling vooronderstellingen ofparadigma's, die door een wetenschappelijke groep wordt gedeeld en bin-nen die groep niet (meer) ter discussie staat. Deze paradigma's - wetten,modellen, methoden, schoolvoorbeelden - worden tijdens de opleidingaangeleerd en vormen het onproblematische kader waarbinnen weten-schappelijke vraagstukken snel kunnen worden opgelost, omdat tijd-rovende discussies over de geldigheid van de paradigma's achterwegekunnen blijven. Blijven er teveel vraagstukken onopgelost, dan raakt hetparadigma in een crisis en komen er alternatieve paradigma's boven tafel.Blijkt een alternatief paradigma succesvoller dan een bestaand, danbetekent dat het verval en de ondergang van een oude en de geboorte vaneen nieuwe wetenschappelijke school. Er vindt met andere woorden eenwetenschappelijke revolutie plaats. De grote voorbeelden van zulke revo-luties zijn de overgang van de aristotelische naar de newtoniaanse mecha-nica en van de newtoniaanse mechanica naar die van Einstein.Wat er gebeurt bi j de revolutionaire overgang van het ene paradigma naarhet andere, heeft volgens Kuhn duidelijke trekken van wat in de psy-chologie een Gestalt-switch heet. De bekendste illustratie daarvan is hetplaatje dat op twee verschillende manieren, als eend of als konijn, kanworden geinterpreteerd. Een dergelijke `Gestaltswitch' heeft een aantaltypische kenmerken. Beide interpretaties, eend of konijn, zijn onverenig-baar: het tekeningetje doet zich 6f als eend, 6f als konijn voor, en eensynthese die tegelijkertijd van beide interpretaties rekenschap geeft is nietmogelijk. Dezelfde verzameling netvliesindrukken is dus op twee totaalverschillende manieren to interpreteren, waarbij het verband tussen beideinterpretaties noch door logische, noch door empirische middelen kan

144

Page 7: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodern vale een steen?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relativisme

worden gegeven. De overgang tussen de interpretaties - of liever: deovergang tussen de paradigma's waarop de interpretaties zijn gebaseerd -is irrationeel en de nieuwe interpretatie betekent een revolutionaire breukmet de oude.De bezwaren van Kuhn tegen Poppers opvattingen zijn in dit licht mak-kelijk to formuleren. Er is, zegt Kuhn, alleen maar sprake van groei vanwetenschappelijke kennis ti jdens perioden van normale wetenschap, maarer vinden regelmatig revoluties plaats die breukvlakken in het weten-schappelijke kennen tot gevolg hebben. De schijn van continue groeiwordt veroorzaakt doordat de hele geschiedenis van de wetenschap na elkerevolutie vanuit het nieuwe paradigma wordt geherwaardeerd en de leer-boeken, als voertuigen van de wetenschappelijke vooruitgang, geheel ofgedeeltelijk worden herschreven. En als de leerboeken eenmaal herschre-ven zijn versluieren ze niet alleen de rol, maar zelfs het bestaan van derevoluties waarop ze moesten reageren, reden waarom studenten enonderzoekers zich al gauw deelnemers voelen aan een lange historischetraditie die in feite niet bestaat.Wat hier het meest van belang is, ligt in de opvatting van Kuhn dat hetene compacte beeld van wetenschappelijk kennen zoals ons dat doorPopper wordt voorgehouden, vervangen moet worden door een veel ge-fragmenteerder beeld van paradigmatisch verschillende soorten van we-tenschap. Om maar eens een metafoor to gebruiken: als de visie vanPopper wordt voorgesteld als een stevige, homogene appel, dan is defilosofie van Kuhn een sinaasappel, dat wil zeggen wat sappiger enopgebouwd uit min of meer op zichzelf staande partjes die nog wel gelij-kenis vertonen. En dat is een flinke stap op weg van Poppers moderne,naar Feyerabends postmoderne wetenschapsopvatting.

Paul Feyerabend vervolgt met zijn In strijd met de methode de weg dieKuhn voor hem was ingeslagen. Hij noemt zichzelf eerst een kentheore-tisch anarchist, verandert dat later in dadaist en schrijft dan:

Een dadaist is totaal niet onder de indruk van welke serieuze onder-neming dan ook. Hij ruikt lont zodra men ophoudt met lachen en een

145

Page 8: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

houding en gezichtsuitdrukking aanneemt die erop wijst dat er ietsbelangrijks op komst is. (...) Ik hoop dat de lezer (...) zich mij zalherinneren als een spotzieke dadaist en niet als een ernstige anarchist.

En als spotzieke dadaist ontzegt Feyerabend het primaat aan de veel toserieuze rationeel-wetenschappeli jke onderneming, en maakt hi j zich alstegengif vrolijk over juist die imposante staaltjes van wetenschappelijken technologisch vernuft waarmee de superioriteit van deze benaderingvan de wereld zich zou bewijzen:

Wat uit technologisch oogpunt een fantastische prestatie lijkt, eenbemande ruimtevlucht naar de maan, ziet er van een ander gezichtspuntuit als een volmaakte dwaasheid: duizenden hooggekwalificeerde mensenzijn tientallen jaren intensief bezig om, ten koste van zeer veel in-spanning en enorme sommen geld, een relatief klein aantal (twee!) vanhen, uitgedost in karnavalspakken een paar potsierlijke danspassen tolaten uitvoeren op een droge, hete, atmosfeerloze kei, waar niemand diezijn gezonde verstand een beetje gebruikt naar toe zou willen.

Ondanks de eenvoud en de speelsheid van wat Feyerabend zijn methodo-logisch pluralisme noemt, blijken de misverstanden veelvuldig en hard-nekkig. Zo geven Feyerabends lijfspreuken `against method' en `anythinggoes' nog vaak aanleiding om to denken dat hij ertoe aanspoort om maarwat aan to rommelen, waarbij ongeveer alles is toegestaan, terwijl hettegendeel het geval is: beide lijfspreuken komen voort uit de gedachte dathet onverstandig is om op voorhand, onafhankelijk van de aard van deproblemen, de wetenschappelijke rationaliteit als enige geldige ver-klarings- of oplosmethode to beschouwen, en dat de mogelijkheid tokunnen kiezen uit meerdere andere, misschien beter toepasbare metho-dologieen, wegens het ontbreken van vanzelfsprekendheid, juist een veelgrotere zorgvuldigheid, verantwoordelijkheid en discipline vereist. Op devraag of men zich toch niet veel beter monistisch kan opstellen, omdat dekeuzemogelijkheid in een pluralistische situatie altijd iets willekeurigs zalhebben, antwoordt Feyerabend dat het pluralisme alleen maar iets aan hetlicht brengt wat het monisme ook heeft maar verborgen houdt: de wille-

146

Page 9: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steen?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relaf visme

keur, of het existentiele moment, in welke beslissing dan ook. Door zichto verschuilen achter de vermeende waarheid of vanzelfsprekendheid vanhet monisme ontloopt men de eigen verantwoordelijkheid.Terwijl Kuhn zijn methodologisch pluralisme nog beperkt houdt tot ver-schillende intern- wetenschappelij ke varieteiten, plaatst Feyerabend dewetenschappelijke rationaliteit in z'n geheel als een der mogelijkhedentussen verschillende andere kenwijzen van de wereld. En terwijl er bijKuhns overgang van het ene wetenschappelijke paradigma naar het an-dere nog sprake is van een zekere historische of intern -dynamischedwang, kunnen we volgens Feyerabend `de kosmologieen van een bepaal-de tijd' willens en wetens `wijzigen of zelfs vervangen'. Als we Poppersfilosofie beschouwen als een appel, en die van Kuhn als een sinaasappel,dan is Feyerabends methodologisch pluralisme een hele fruitmand, waar-uit op ieder moment een gewenste vrucht kan worden gekozen. Ook eensinaasappel, en als het nodig is zelfs een appel:

Er kan natuurlijk een tijd aanbreken waarin de rede een tijdelijke prio-riteit zal moeten krijgen en het verstandig is haar regels to verdedigenmet uitsluiting van de rest. Maar ik geloof niet dat we tegenwoordig inzo'n tijd leven.

Zetten we na Feyerabend een aantal wetenschapsfilosofische ontwikkelin-gen nog eens op een rij, dan blijkt dat de wetenschapsfilosofie als geheelin de loop van de geschiedenis een terugtrekkende beweging laat zien metbetrekking tot de waarheid. Galilei en Newton legitimeerden hun waar-heidsaanspraken met verwijzing naar logica en empirie, die buiten demens, dus objectief, gegeven zijn. De Wiener Kreis ging nog steeds uitvan logica en empirie, maar niet meer van absolute waarheid, maar vaneen hoge mate van waarschijnlijkheid van wetenschappelijke kennis.Popper had het eerder over mogelijkheid dan over waarschijnlijkheid enbeschouwde wetenschappelijke kennis niet meer als een objectief gege-ven, maar als des mensen. Vervolgens onderkende Kuhn, naar aanleidingvan zijn historische onderzoek, meerdere vormen van wetenschappelijkekennis en de specifieke keuze hangt of van historische, sociologische en

147

Page 10: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

psychologische factoren. Feyerabend tenslotte zag wetenschap als een dermogelijke ken-wijzen naast een aantal andere, en de voorkeur voor de eneof de andere al dan niet rationele kenwijze wordt bepaald door praktischnut, economisch voordeel of politieke macht.

Wegens het pluralistische karakter en het ontbreken van de absolute,universele wetenschappelijke waarheid, kunnen de kentheorieen vanKuhn en Feyerabend postmodern worden genoemd, wat de Amerikaansecultuurcriticus Ihab Hassan ook heeft gedaan. Eerst vraagt Hassan zich af:

Maar wat is dat dan, postmodernisme? Ik kan er geen harde definitievan geven, netzomin als ik dat kan van modernisme. Want het is eengangbare term geworden om tendensen aan to geven op het gebied vantheater, dans, muziek, beeldende kunst en architectuur; van literatuur enkritiek; van filosofie, psychoanalyse en geschiedschrijving; van cyber-netische technologie en zelfs van de natuurwetenschappen.

En hoewel de term postmodernisme op al deze gebieden naar iets anderslijkt to verwijzen, stelt Hassan vervolgens een lijst samen van elf post-moderne kenmerken, waarvan de eerste luidt:

1. Onbepaaldheid, of beter nog, onbepaaldheden. Deze omvatten alledubbelzinnigheden, breuken, verschuivingen betreffende kennis en maat-schappij. Daarbij kunnen we fonder anderej denken aan (...) Kuhnsparadigma's en Feyerabends dadalstische wetenschap.

En daarmee ben ik aangekomen bij de twee filosofen, die nog een stapverder hebben gezet en de voorgaande reeks collega's in de sandwichhebben genomen: bovenop de Amerikaanse pragmatist Richard Rorty enonderop de `godfather' van het postmodernisme Friedrich Nietzsche. Infeite heeft Rorty veel van Nietzsche overgenomen, waaruit weer blijkt datNietzsche ook op dit punt zijn tijd een eeuw vooruit was.

Hoewel Nietzsche op zijn eindexamen een onvoldoende voor wiskundehad, is hij over de waarheidsaanspraken van de wetenschap duidelijk en

148

Page 11: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem vaft een steen?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relativisme

beslist: die zijn er niet. De natuurkunde is `slechts een commentaar op eneen interpretatie van de wereld'. Voor zover zij pretendeert meer to zijnbaseert zij zich op een misplaatst geloof in de zintuigen. Wetenschappe-lijke kennis en de daarmee verbonden taal - die Nietzsche omschrijft als`een bewegend leger metaforen' - lijdt aan voorlopigheid en beweeglijk-heid:

Aan het bouwwerk van de begrippen werkt oorspronkelijk, zoals wij za-gen, de taal, en in later tijd de wetenschap. (...)Dat ontzaglijke balk- en plankenwerk van begrippen, waaraan de behoef-tige mens zich vastklampt terwijl hij zich door het leven slaat, is voor het

bevrijde intellect alleen maar een rek en een stuk speelgoed voor zijnstoute kunstjes: en als hij het stukslaat, door elkaar gooit, op ironischewijze weer in elkaar zet, de vreemdste dingen aan elkaar parend en demeest nabije van elkaar scheidend, openbaart hij dat hij die hulp-middelen van de behoeftigheid niet nodig heeft en dat hij nu niet doorbegrippen, maar door intuities wordt geleid.

Hiermee plaatst Nietzsche het `niets is waar, alles is mogelijk' dat sinds dedood van God al gold voor morele kwesties, direct over naar de fysischewereld, waarmee hij zich wezenlijk onderscheidde van zijn tijdgenoten.

Rorty herhaalt Nietzsches vertwijfelde poging om het hele idee van deniet bestaande morele waarheid onverkort naar de materiele wereld overto hevelen: ook volgens Rorty bestaan er geen fysische waarheden of fei-ten. Die manoeuvre kan alleen maar worden uitgevoerd als het verschiltussen de harde en de zachte wetenschappen wordt opgeheven. `Ik maakuitgebreid gebruik van het werk van Thomas Kuhn om een aanval to doenop het onderscheid tussen menswetenschappen en natuurwetenschappen',zegt Rorty, zodat het alleen maar `lijkt alsof de harde objecten van dechemicus anders zijn dan de zachte uit de wereld van de literatuurcriti-cus'. En dan vervolgt hij:

[Het zoul veel minder moeilijk zijn om de hele cultuur, van de natuur-kunde tot de poezie, to zien als een enkele continue, naadloze activiteit,

149

Page 12: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

waarvan de onderverdelingen niet meer dan een institutionele en_peda-gogische functie vervullen. Daardoor zouden wij de vraag waar de grensgetrokken moet worden tussen `waarheid' en `troost' niet tot een ethischprobleem hoeven to maken.

Waarheden worden dus niet gevonden, stelt Rorty, maar gemaakt - nietdoor elk individu afzonderlijk, maar door de collectieve inspanning vanvelen, en feiten ontstaan er evenveel als er talen zijn om die transactie tobeschrijven. Kennis is daarom niet los to maken uit de praktische, socialeen historische context waarbinnen ze ontstaat -`en dat geldt voor weten-schappelijke en common sense-kennis evengoed als voor de filosofie.Wat Rorty hiermee beweert, is dat het feit dat stenen vallen slechts eensociale constructie betreft die feitelijk verandert als het anders genoemdwordt of door een andere bril bezien. Voor alle zekerheid voegt hij er nogaan toe dat de hele idee van een werkelijk felt ons alleen maar in de wegzit'.

Natuurwetenschap en waarheidspretentie

Om nu to kunnen beoordelen wie van de genoemde filosofen het bij hetrechte eind heeft, zullen we eerst moeten weten wat natuurwetenschap is.Natuurwetenschappelijke kennis heeft betrekking op het deel van de we-reld waar we van buitenaf naar kijken, waar we afstand van hebben ge-nomen. Die kennis komt niet direct en intultief tot stand, maar isbemiddeld door zintuigen en verstand, en de vraag die daardoor wordtopgeworpen is of de wereld is zoals we die zien, of dat we de wereldanders zien dan die in werkelijkheid is. Om de vraag naar de status vanonze natuurwetenschappelijke kennis in relatie tot de wereld zelf tokunnen beantwoorden, moet ik eerst een definitie geven van wat er onderwetenschappelijke kennis wordt verstaan. Natuurwetenschappelijke ken-nis over de wereld bestaat uit een heleboel losse feiten - zoals het feit datstenen vallen en dat water kookt bij 100 graden -, die zelf geen samen-hang en betekenis hebben maar die pas krijgen doordat ze deel uitmaken

150

Page 13: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steen?Over wetenschappelijke zekerheid an het postmodeme relativisme

van een heel netwerk van theorieen, die weer zijn opgenomen in een cul-turele context.Volgens deze omschrijving bestaat wetenschappelijke kennis uit drie ver-schillende niveaus, die elk afzonderlijk bekeken moeten worden op hunrelatie tot de wereld zelf. Eerst is er de culturele context - of andersgezegd: hoe cultuurafhankelijk is wetenschappelijke kennis; vervolgensis er, binnen de culturele context, het netwerk van theorieen bestaande uitfysische voorstellingen of interpretaties en een wiskundige beschrijvingdaarvan; en tenslotte zijn er, binnen de theorieen, de feiten en de daaraanverbonden getalswaarden die er in een wiskundige beschrijving van eentheorie moeten worden ingevuld om to controleren of de theorie wel dejuiste uitspraken en voorspellingen doet. Ik zal deze niveaus alle driedoornemen, to beginnen met de culturele context.

Het antwoord op de vraag hoe universeel, dat wil zeggen hoe cultuuronaf-hankelijk, wetenschappelijke kennis is, kan worden gevonden door desoorten wetenschap zoals die in de verschillende culturen bedreven zijnmet elkaar to vergelijken.

In de Griekse Oudheid vormde de natuurwetenschap een onderdeel vande hele wijsbegeerte en stond zo in nauwe relatie tot de heersende ethiek.Die ethiek nu was er een van respect en ontzag voor de natuur. Het in-grijpen van de mens in de bestaande harmonie, het verstoren van hetnatuurlijke evenwicht, behoorde niet tot de mogelijkheden. De antiekeGriek die de buitenwereld wilde kennen moest veel nadenken en goedkijken, maar mocht nergens aankomen. Plato liet zich laatdunkend uitover handwerk en Aristoteles heeft gezegd dat men zijn dochter maarbeter niet kon uithuwelijken aan een handwerksman. Op een mozaiek ineen villa bij Pompei uit de eerste eeuw na Christus is Plato met zijnleerlingen - waaronder Aristoteles - afgebeeld, zittend op een gebogenbank onder een boom, terwijl ze zich op beschouwende wijze bezighou-den met wi jsbegeerte, sterrenkunde, muziek, taal- en wiskunde. Het enigedat ze daarbij mogen breken is het hoofd. In de Griekse Oudheid was denatuurwetenschap uitgesproken beschouwend van aard. Ook in andere

151

Page 14: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

oude culturen waarbinnen de wetenschap aanzienlijk tot ontwikkelingkwam, - China, India en de islamitische landen - stelde men zich tegen-over de toepassingen van de wetenschap vergelijkbaar terughoudend op.

In de christelijke Middeleeuwen zijn wat de natuurwetenschappen betrefttwee perioden to onderscheiden. Zo van de eerste tot en met de twaalfdeeeuw, bleef hoofdzakelijk het platonisme uit de Griekse erfenis behou-den, maar de wijsgerige ethiek waar Plato's natuurwetenschap een gein-tegreerd onderdeel van uitmaakte werd vervangen door de christelijk-religieuze dogmatiek. Deze kwam er in het kort op neer dat er ernstigerzaken aan de orde zijn dan de wereldlijke wetenschap. De christen be-hoorde v66r alles bedacht to zijn op het zieleheil en daarvoor moest hijniet verder in de geheimen van de natuur willen doordringen dan de Hei-lige Schrift toelaat. Ter illustratie hiervan kan een schilderij van deVlaming Marinus van Reymerswaele uit 1541 dienen, voorstellende deheilige Hieronimus. Hieronimus behoorde met Augustinus tot de vroegekerkvaders en is hier afgebeeld met een bijbel, een schedel en eengedoofde kaars, allemaal attributen die verwijzen naar de verganke-lijkheid van wereldlijke zaken, waaronder de natuurwetenschap. Met allewaardering voor het monnikenwerk dat in de kloosters werd verzet, enaan het eind van die periode ook door de jonge universiteiten, stond denatuurwetenschappelijke bedrijvigheid in de vroege Middeleeuwen op eenlaag pitje en was het kennispeil, in vergelijking met de Griekse Oudheid,een flink stuk gedaald.Een geheel nieuwe periode brak aan in de dertiende eeuw, met name doorhet werk van Thomas van Aquino die een groeiende belangstelling voorwereldse zaken aan de dag legde. Thomas bracht een voordien ongekendeintegratie van wetenschap en godsdienst tot stand. Dit had echter totgevolg dat kwesties van wijsgerige, wetenschappelijke en godsdienstigeaard nauw met elkaar verweven raakten. Maar het standpunt van Thomasaangaande mogelijke conflicten tussen godsdienst en wetenschap was evenduidelijk als eenvoudig: twijfel aan de goddelijke openbaring is nietmogelijk, zodat bij uiteenlopende meningen de wetenschap bij voorbaataan het kortste eind trekt. Op een wandschildering van Andrea da

152

Page 15: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steep?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relafivisme

Firenze, getiteld Thomas van Aquino en de goddelijke openbaring, zeteltThomas op een troon en aan zijn voeten scharen zich dienstbaar de kun-sten en de wetenschappen. Dus hoewel Thomas, in tegenstelling tot zijnplatonische voorgangers, wetenschap van groot belang achtte, bleef dezegeheel ondergeschikt aan de christelijke dogmatiek en mocht slechtsdienen ter ondersteuning van wat er in de bijbel al geschreven staat.

Halverwege de vijftiende eeuw begon de Renaissance. Tijdens deze perio-de ontdeed de wetenschap zich van de schroom die er door de christelijkegodsdienst aan was verbonden. Omdat de minachting voor het handwerkverdween, kon het experiment zijn intrede doen in de wetenschap en dezekon zich toen ontwikkelen tot een machtig, maar schaamteloos instrument.Als voorbeeld hiervan een schilderij van Joseph Wright, getiteld A Phi-losopher Showing an Experiment on an Air Pump uit 1768. Het experimentmoet aantonen dat levende wezens lucht nodig hebben. Daartoe doet meneen leeuwerik in een glazen bol, en - zo luidt het onderschrift bij dereproduktie - `zodra lucht uit de bel werd gepompt, kon men de leeu-werik zien snakken, stuiptrekken en sterven. Hier slaat een weekhartigmeisje daarbij de handen voor de ogen'. Van een oorspronkelijk ingetogenbedrijvigheid veranderde de wetenschap gaandeweg in de ongebreideldexpansieve onderneming, die in het derde kwart van de achttiende eeuwde eerste industriele revolutie mogelijk zou makers en daarmee niet alleende bron van een stroom onmiskenbare verworvenheden zou worden, maartevens uitgroeide tot een ernstige bedreiging voor de hele planeet aarde.

En hierin ligt het antwoord op de vraag hoe universeel natuurweten-schappelijke kennis is in relatie tot de culturele context. Immers, als iknogmaals stel dat wetenschappelijke kennis niet alleen maar een verza-meling losse feiten is, maar een heel netwerk van theorieen waarbinnendie feiten samenhang en betekenis krijgen, dan blijken zich in relatie totde verschillende culturele en ethische contexten ook verschillende manie-ren van natuurwetenschappelijk denken to ontwikkelen, van beschou-wend, ondergeschikt en dienstbaar, tot schaamteloos. Welk soort vanwetenschappelijk denken in een bepaalde periode voet aan de grond

153

Page 16: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

krijgt, hangt ten nauwste samen met wijsgerige, religieuze en econo-mische motieven. En dat zijn niet erg universele motieven.

Dan verplaatsen we ons nu vanuit de culturele context naar het niveau vande natuurwetenschappelijke theorieen, zoals die binnen bepaalde culturenopgeld doen, met in principe dezelfde vraag naar het universele karakterervan. Daarbij zal ik het wiskundige formalisms terzijde laten en mebeperken tot de fysische voorstellingen die er zijn gemaakt van de ruimteen de tijd.

In het Egypte van voor de Griekse Oudheid beschouwde men de aarde alseen platte schijf, overspannen door een koepelvormig hemelgewelf.Begrippen als `aarde' en `hemel' werden voorgesteld als goden en godinnendie een erotische betrekking met elkaar onderhouden.Bij de Grieken bestond een veelheid aan voorstellingen naast elkaar. DeIoniers dachten zich de aarde als een platte schijf die in water drijft of inde ruimte zweeft. De atomist Demokritos zag de ruimte als oneindig inafmeting en leeg denkbaar. Pythagoras hield het op een bolvormige aardedie zich rond een centraal vuur moest bewegen.Volgens Aristoteles bevindt de bolvormige aarde zich in het kosmisch oer-centrum en verkeert in absolute rust. De ruimte om de aarde heeft ookeen bolvorm, kan niet leeg bestaan en wordt omsloten door eerst acht enlater vele tientallen concentrische kristallen schalen, met een voor onzebegrippen uiterst geringe diameter: het hele universum zou makkelijkbinnen de aardbaan passen. Het geheel is omgeven door een godensfeer.

In de aanvankelijk christelijk-platonische Middeleeuwen keerde mendeels terug naar het beeld van de platte aarde. De latere middeleeuwerszagen toch weer meer brood in de bolvormige aarde van Aristoteles. Hetverloop van de tijd beschouwde men als regelmatig, continu en overalhetzelfde, met then verstande dat Aristoteles de wereld een eeuwig be-staan toekende, terwijl die wereld in de christelijke versie door een enkelehandeling is geschapen en op dezelfde manier weer ten onder zal gaan.

154

Page 17: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steep?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relativisme

i

Aan de ontwikkeling van het rationeel-wetenschappelijke wereldbeeld,van geocentrisch naar heliocentrisch, is een hele reeks namen verbondenen de totale overgang nam zo'n 250 jaar in beslag. In de tussenvorm vanCopernicus is er nog sprake van een vaste sterrensfeer, maar in het vol-tooide heliocentrische wereldbeeld van Newton heeft de aarde haar cen-trale positie geheel verloren: zij draait, net als de andere planeten, omhaar eigen as en om de zon. De ruimte is niet meer omsloten door eenvaste sterrensfeer, maar strekt zich in alle richtingen oneindig uit en isleeg denkbaar, wat wil zeggen dat de ruimte als zelfstandig verschijnselbestaat, onafhankelijk van de daarin aanwezige materie en de tijd. Aande ti jd kende Newton overigens net zo'n absoluut karakter toe.Nadat deze ideeen bij elkaar de respectabele periode van zo'n twee- adriehonderd jaar in de wetenschappen hebben standgehouden, haaldeEinstein de zaken in het begin van de twintigste eeuw nog eens overhoop.In een van zijn relativistische versies is de ruimte nu weer besloten, zijhet dat hij er in tegenstelling tot Aristoteles een in zichzelf gekromde,vierdimensionale tijdruimte voor nodig heeft, waarbij de imaginaire tijdasen de drie ruimtelijke dimensies niet meer strikt van elkaar to scheidenzijn. Deze ruimte is niet meer absoluut of homogeen, dat wil zeggen`verkort' bij hoge snelheden, `verdicht' door de zwaartekracht, is volgenseen bepaalde opvatting evenmin leeg denkbaar als die van Aristoteles enbevindt zich bovendien in een toestand van periodieke of permanenteexpansie.Ook de tijd heeft in Einsteins relativistische opvatting het absolute ka-rakter verloren: een seconde duurt niet overal in het universum even lang.We de tijd verloopt hangt of van de zwaartekracht ter plaatse van hetgeobserveerde systeem en de relatieve beweging ten opzichte van dewaarnemer. Er zijn zelfs situaties denkbaar waarbij een seconde oneindiglang duurt: aan de rand van een `zwart gat' - een plaats in het universumwaar de zwaartekracht door het samenballen van materie zo sterk is datzelfs licht er niet uit kan ontsnappen - staat de tijd stil. Omgekeerd zalvoor iemand die zich aan de rand van een zwart gat bevindt, de eigen tijdnormaal lijken to verstrijken, terwijl de geschiedenis van de rest van hetuniversum in een razend tempo voorbij trekt.

155

Page 18: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

Samengevat zijn zowel het tijd- als het ruimtebegrip in de natuurweten-schap vanaf Aristoteles tot heden aan spectaculaire veranderingen onder-hevig, en blijken ze van cultuur tot cultuur, van periode tot periode, maarook van school tot school to verschillen. Dus ook de theorieen zi jn, net alsde culturele contexten waarbinnen ze opgeld doen, alles behalve univer-seel to noemen.

Om het beeld van de wetenschap to completeren moeten we ons nog eenkeer verplaatsen, van het niveau van de theorieen naar het niveau van defeiten.Volgens de hier gehanteerde definitie hebben natuurwetenschappelijkefeiten zelf geen samenhang of betekenis, maar krijgen ze die pas door hetnetwerk van theorieen waar ze deel van uitmaken en dan nog wel in re-latie tot de culturele context. Maar dat betekent nog niet dat losse feitengeheel onbevangen worden waargenomen en tot de wereld zelf behoren.Natuurwetenschappelijke feiten maken immers deel uit van de wereld diewe buiten ons hebben geplaatst, waar we tegenover staan, zodat feitenslechts bemiddeld door zintuigen en verstand kunnen worden waargeno-men. Feiten zeggen daarom niet zozeer iets over de wereld zelf, alswelover de door ons waarnemen en denken bemiddelde wereld.Om de gedachten to bepalen zal ik een voorbeeld van een feit geven: hetis een feit dat een steen die wordt losgelaten omlaag valt. En dat is daaromeen feit, omdat dat het geval is en blijft, ongeacht ras, geslacht, leeftijd,plaats, politieke voorkeur, economische positie, godsdienstige achter-grond, wetenschappelijke school, culturele belangstelling of momentaanhumeur van de waarnemer. Parmenides vond een vallende steep een zins-begoocheling: de echte wereld is een en onveranderlijk. Plato beschouwdeeen vallende steen als een grofstoffelijke en onvolkomen afspiegeling vaneen zuivere en zelfstandig buiten ruimte en tijd bestaande ideeenwereld.Aristoteles vond een vallende steen streven naar het kosmische oercen-trum. Newton vond dat een steen valt als gevolg van de zwaartekracht, enEinstein vatte een vallende steen op als een krachtenvrij voorwerp datzich in een versneld systeem bevindt. Maar de voorstelling van een val-lende steen mag dan steeds veranderen, en ook de wiskundige beschrijving

156

Page 19: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

Hoe postmodem valt een steen?Over wetenschappelijke zekerheid en het postmodeme relativisme

kan worden ingeruild voor een andere, maar het feit dat een steen valtverandert niet. Feiten zijn weliswaar bemiddelde kennis en behoren niettot de wereld zelf, maar feiten zijn wel door de wereld zelf afgedwongenwaste punten in onze kennis over de wereld. Om een beeld to gebruiken:feiten zijn de knijpers waarmee onze in de culturele wind wapperendetheoretische netwerken onlosmakelijk aan de waslijn van de wereld zelfzijn opgehangen. Feiten zijn dus, in tegenstelling tot wat in sommigepostmoderne filosofische kringen wordt beweerd, wel degelijk to be-schouwen als een eenduidig en onveranderlijk fundament, waarop eengrote varieteit aan kennisgebouwen kan worden opgetrokken, met iedergebouw zijn eigen (theoretische) structuur en zijn eigen (culturele)voorkomen. En de onveranderlijkheid van de feiten is zelfs een noodza-kelijke bestaansvoorwaarde voor de wereld.

Ik rond af. Als Nietzsche schrijft:

De telbaarheid van bepaalde processen, bijvoorbeeld veel chemische, eneen zekere berekenbaarheid daarvan vormt nog geen reden om hiernaar `absolute waarheden' to tasten. Het is altijd alleen maar een getalin verhouding tot de mens, tot een of andere constant geworden neigingof maat in de mens. Het getal zelf is geheel en al onze vinding,

wreekt zich zijn onvoldoende voor wiskunde en voert hij zijn relativismeveel to ver door, want er is wel degelijk een onveranderlijke, feitelijkewereld buiten ons, die zich niets aan onze oordelen, uitspraken, getallen,belangen of zelfs aanwezigheid gelegen laat liggen.

En als Rorty, even gebrekkig onderlegd op het gebied van de natuurwe-tenschappen als Nietzsche, stelt dat feiten slechts sociale constructies zijn,en dat er net zoveel feiten bestaan als talen waarin ze worden geconstru-eerd, dan verwart hij feiten net zo met theorieen als Nietzsche dat deed.

Om toch niet to eindigen met alleen maar kritiek: de werkelijk belangrijkebijdragen van Nietzsche en Rorty liggen op een ander vlak, namelijk dat

157

Page 20: Hoe postmodern valt een steen? - Universiteit Utrecht · 2020. 3. 4. · Deze totale morele ontaarding, zeggen de post-modernen, is inherent aan de moderne rationaliteit zelf, ...

A.F.W. Klukhuhn

zij, net als Wittgenstein, de intuitie en het gevoel opnieuw hebben inge-voerd als legitieme kenwijze van de wereld naast en in het verlengde vande wetenschappelijke. Maar dat heeft dan niet tot gevolg dat het alleenmaar lijkt dat de harde objecten van de chemicus anders zijn dan dezachte wereld van de literatuurcriticus, maar dat zou best eens kunnenbetekenen dat de zachte objecten van de literatuurcriticus alleen maaranders lijken dan de harde uit de wereld van de chemicus.

158