Hoe haal je meer uit de Kijk- en luistertoetsen Engels van Cito?

34
Nationaal Congres Engels Hoe haal je meer uit de Kijk- en luistertoetsen Engels? Margreet van Aken Ingrid Bresser Marion Boxum

Transcript of Hoe haal je meer uit de Kijk- en luistertoetsen Engels van Cito?

Nationaal Congres Engels

Hoe haal je meer uit de

Kijk- en luistertoetsen Engels?

Margreet van Aken

Ingrid Bresser

Marion Boxum

• Wat zijn de Kijk- en luistertoetsen MVT?

• Wat moet een leerling kunnen om een vreemde taal

te verstaan?

• Hoe kun je met de Kijk- en luistertoetsen de

luistervaardigheid verbeteren?

• Zelf in teams aan de slag

• Plenaire terugkoppeling

• Bevindingen en conclusies

Programma workshop

• Zowel audio als video

• Toetsafname duurt ongeveer 1 uur

• Alleen meerkeuzevragen

• Losse passages van ongeveer 1 minuut

• Alle fragmenten komen 1x keer voorbij

Wat is een Kijk- en luistertoets?

Hoe komt de toets tot stand?

Productieproces

Constructie Voorjaar 2013

Pretest Najaar 2013

Analyse en selectie Voorjaar 2014

Afname toets Januari 2015

Normbepaling Februari 2015

Wat moeten leerlingen kunnen om een vreemde

taal te verstaan?

1. Voldoende woorden kennen en weten hoe deze

worden uitgesproken

2. Woorden isoleren uit een onafgebroken stroom

klanken

3. Begrijpen van de inhoud

4. Reflecteren (essentie vatten etc.)

Leerlingen moeten voldoende woorden kennen

en weten hoe deze worden uitgesproken

‘Buy Worcester sauce on Wednesday’

1. Auditieve woordverwerving

Leerlingen moeten woorden kunnen isoleren uit

een onafgebroken stroom klanken = decoderen

• Halve woorden

• Samentrekkingen

• Gereduceerde versie

2. Teksten verstaan

Leerlingen moeten teksten begrijpen:

komt de boodschap over?

• Globaal begrip: onderscheiden hoofd- en bijzaken

• Selectief luisteren

• Voorspellend luisteren

• Intonatie herkennen

3. Teksten begrijpen

Leerlingen moeten kunnen reflecteren op teksten

• In kaart brengen van oorzaak-gevolgrelaties,

principes en voorbeelden, feiten en meningen,

sprekersbedoeling etc.

• Doorgronden structuur van een tekst

4. Tekstreflectie

Noteer bij het fragment 3 werkwoorden /

zelfstandig naamwoorden / bijvoeglijke

naamwoorden

Auditieve herkenning

Werkwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

sing language

think

• Luister naar het fragment en vul de missende delen

aan

Teksten verstaan

The hammer, anvil and stirrup bones,

……………………………………………that form key components of the

middle ear structure…………………………………………. , are actually

often preserved in fossil skulls because they've been so sheltered,

locked ……………………………... skull.

• Geef de hoofdgedachte van een fragment weer in

één zin

Voorbeeld fragment:

‘the hammer, anvil……homo heidelbergensis.’

‘Ons gehoor is geëvolueerd tegelijkertijd met onze

schedelvorm/omvang’

Teksten begrijpen

• Laat aantal fragmenten horen

• Laat leerlingen aangeven of het voornamelijk gaat

om feiten of meningen

• Welke woorden wijzen hierop?

− 1e fragment – voornamelijk mening

− 2e fragment – vraag gevolgd door feitelijke uitleg

Tekst reflectie

• Groepen van 5

• Bedenk 5 oefeningen bij een fragment

• Presenteer de beste oefening

ZELF AAN DE SLAG

• Noteer bij het fragment 1 woord dat je niet kent.

Probeer het juist te (voor)spellen

[opnieuw luisteren]

• Probeer de betekenis uit de context af te leiden

Auditieve herkenning

Voorbeeld leerling: [shalterd]

They’ve been so sheltered, locked away in the base of the skull

• Omcirkel de woorden die je in het fragment hoort

Auditieve herkenning

Actually

Bought

Brought

Abilities

Agility

Bad

Bet

Bed

Relatively

Rely

• Luister naar het fragment en probeer de betekenis

van de volgende woorden te achterhalen

Auditieve herkenning

Inhibit =

Abilities =

Embarrassment =

Desensitised =

• Vul de lege plekken met het woord dat je in het

fragment hoort

Auditieve herkenning

I’m not sure if we can today, because I think effectively we’re relatively

desensitised to musical sound or …………… in …………… and how

they can relate to emotions, because we …………. on language.

• Luister naar de uitspraak van het onderstreepte

woord. Hoe wordt dit woord uitgesproken?

Auditieve herkenning

we've ended up with a, an auditory system in place very much like our

own.

• Er staan teveel woorden in dit transcript. Streep de

woorden door die je NIET hoort

Teksten verstaan

I’m actually not sure if we can do it today, because I think effectively

we’re relatively desensitised to musical sound or different variations in

pitch and how they can relate to emotions, because we often rely on

language.

• Luister naar het fragment en verbeter de FOUTEN

in dit transcript

Teksten verstaan

I’m not unsure if we people can do it today, because I think effectively

we’re relatively desensitised to musical sounds or variations in pitch and

how they can relate to emotions, because we rely on language.

• Luister naar het fragment en zet een / tussen de

zinnen

• Onderstreep de woorden die benadrukt worden

• Ga staan als je een bepaalde klank hoort

(Klankgymnastiek). Bijv. [aʊ] als in now of out

Teksten verstaan

• Noteer 3 kernwoorden bij een fragment

Bijvoorbeeld:

‘Because I think what language does is inhibit our

musical abilities. Imagine nobody had language and

we all had to sing to each other, just think of the

quality [of] that singing would be’.

Teksten begrijpen

• Maak aantekeningen bij aantal fragmenten

• Maak daar samenvatting van

• Onderstreep hoofdgedachte

• Wat is bijzaak

• Leerlingen vergelijken onderling

• Wat is functie van ‘rest’ van het fragment

Teksten begrijpen

Wat is de bedoeling van de spreker in een bepaald

fragment?

Voorbeeld fragment:

‘the hammer, anvil……homo heidelbergensis’

Geef vooraf aantal mogelijkheden:

• Informatie geven + voorbeelden

• Informatie geven + uitleg

• Mening geven + argumenten

• Amuseren

• Oproepen tot actie

Tekst reflectie

• Geef leerling drie vragen te lezen:

− What opinion is expressed about language and

singing here?

− What is made clear about historical research into

hearing?

− What can modern man’s hearing system do

best?

• Laat fragment beluisteren en aangeven welke vraag

hier beantwoord is

Tekst reflectie

• Maak thema van het onderdeel bekendOm te beginnen een programma over zingen. Hoe heeft de

menselijke stem zich ontwikkeld sinds de prehistorie?

Presentator Gareth Malone spreekt met verschillende

deskundigen

• Laat leerlingen voorspellen waar het over gaat, in

kernwoorden

• Laat fragment beluisteren en nieuwe kernwoorden

noteren

• Leerlingen onderling laten vergelijken

Tekst strategieën

• Was het zinvol?

• Nieuwe ideeën opgedaan?

• PowerPointpresentatie via e-mail

• Evaluatie via e-mail

Afsluiting

Bijlage(n)

Overzicht van mogelijke luistervaardigheidsoefeningen

Margreet van Aken

Ingrid Bresser

Marion Boxum

Bijlage (1)

Auditieve Woordverwerving

• Laat de leerlingen bij elk fragment 3 à 5 werkwoorden / zelfstandige naamwoorden / bijvoeglijke naamwoorden noteren. Vraag de

leerlingen ook naar de betekenis van deze woorden.

• Laat de leerlingen bij elk fragment één woord noteren dat ze niet kennen. Laat ze proberen om het woord juist te spellen zodat

de klank-tekenkoppeling geoefend kan worden. Laat een tweede keer luisteren en vraag ze om de betekenis van dat woord af te

leiden uit de context.

• Woordzoeker: geef ter voorbereiding op het luisteren bij elk fragment 5 à 10 woorden plus de betekenis. Ongeveer driekwart van

deze woorden komt voor in het fragment, de andere woorden komen er niet in voor. Laat de leerlingen aanstrepen welke

woorden ze hebben gehoord.

• Woordzoeker plus: geef ter voorbereiding op het luisteren bij elk fragment 2 à 3 woorden zónder de betekenis. Laat de leerlingen

luisteren en vraag om ze na afloop van het luisteren de betekenis van de woorden op te schrijven. Als het niet lukt om de

precieze betekenis op te schrijven, kunnen ze ook kiezen voor een betekenisveld (een overkoepelend woord zoals bijvoorbeeld:

een sport, een meubel, een voorwerp).

• Geef een transcript waarin enkele woorden zijn weggelaten en laat dit invullen. Kies voor woorden waarvan de schrijfwijze afwijkt

van de uitspraak

• Woordbingo: maak een bingo-vel met woorden die in een fragment voorbijkomen en een vals broertje daarvan (taught-

thought/weather-whether, etc.) en kijk wie het eerst correct bingo heeft.

• Geef een woord dat in een fragment voorbijkomt en laat de leerlingen na afloop weergeven hoe het woord uitgesproken werd

• Geef een transcript waarin enkele woorden zijn weggelaten en laat deze invullen.

• Deze oefening kan makkelijker worden gemaakt door te kiezen voor lange goed verstaanbare inhoudswoorden. Door te kiezen

voor korte woorden die op basis van de context niet voor de hand liggen, wordt de oefening een stuk moeilijker en worden

leerlingen gedwongen om heel precies te luisteren.

• Laat een/enkele tekstfragment(en) uitschrijven.

• Vraag het aantal woorden van een zin te tellen.

• Geef een transcript waarbij woorden die teveel staan moeten worden doorgestreept.

• Geef een transcript en verstop enkele afwijkingen (bijvoorbeeld werkwoordtijden of enkelvoud- meervoud) die leerlingen eruit

moeten halen.

Bijlage (2)

Globaal en selectief begrip

• Vraag leerlingen om bij elk fragment de hoofdgedachte in één zin weer te geven. Laat nog eens luisteren en vraag de leerlingen

om een detail op te schrijven dat niet direct iets te maken heeft met de hoofdgedachte.

• Vraag leerlingen om bij elk fragment zelf te bedenken welke vraag er in de luistertoets gesteld gaat worden.

• Vraag leerlingen om bij elk fragment drie kernwoorden op te schrijven.

• Laat een aantal fragmenten horen en vraag de leerlingen om aantekeningen te maken. Vraag vervolgens of ze op basis van hun

aantekeningen een samenvatting willen maken. Laat de tekst nog eens horen en geef leerlingen de mogelijkheid om de

samenvatting aan te passen. Geef vervolgens het transcript waarin bij elk fragment de belangrijkste zin is onderstreept. Laat de

leerlingen een vergelijking maken tussen hun samenvatting en de onderstreepte zinnen. Vraag ze vervolgens om in hun

samenvatting aan te geven welke elementen bijzaak zijn (en dus niet terugkomen in de onderstreepte zinnen). Bespreek de

resultaten.

• Dezelfde oefening als hiervoor, maar dan met kortere fragmenten. Laat één fragment horen en vraag leerlingen om de

hoofdgedachte in één zin weer te geven. Geef het transcript van de passage waarin de belangrijkste zin is onderstreept en laat

ze nog eens luisteren. Laat de leerlingen hun eigen zin vergelijken met de onderstreepte zin in de passage en bespreek dit:

hebben leerlingen echt voor de hoofdgedachte gekozen of juist voor een minder belangrijk element?

• Laat de leerling bij elk fragment een schema invullen met W-vragen: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe en Waarom?

• Laat leerlingen gericht luisteren naar signaalwoorden die de tekst structureren.

Voorspellend luisteren

• Zet de cd tijdens het luisterfragment stop en vraag leerlingen om de zin aan te vullen. Kies voor een stopmoment aan het einde

van het fragment, zodat leerlingen op basis van wat ze hebben gehoord hypotheses kunnen vormen.

Bijlage (3)

Sprekersbedoeling

• Laat de leerlingen luisteren naar een aantal fragmenten. Laat ze bij elk fragment aangeven wat de sprekersbedoeling is. Geef

van tevoren een aantal mogelijkheden:

• informatie geven + voorbeelden

• informatie geven + uitleg

• amuseren

• oproepen tot actie

Onderscheid feiten/meningen

• Kies een toets met verschillende onderdelen. Klik door naar het eerste fragment van elk onderdeel. Laat bij elk fragment

aangeven of het voornamelijk gaat om feiten of om meningen. Laat de leerlingen ook aangeven waarom of welk(e) woord(en)

hen daarop wijzen..

Opbouw fragment

Laat de leerlingen aangeven hoe een fragment is opgebouwd (bijvoorbeeld een stelling onderbouwd met voorbeelden of een

opsomming die leidt tot een conclusie).

Eigen mening

• Laat een fragment horen en laat de leerling een oordeel geven over de spreker. Geeft hij de informatie duidelijk weer?

• Onderbouwt hij zijn of haar mening goed? Zijn er meer argumenten te bedenken? Laat leerlingen ook opschrijven hoe het beter

kan.

Bijlage (4)

Voorbereidingsfase / luisterfase / evaluatiefase

• Woorden: Maak het thema van het luisteronderdeel bekend. Laat de leerling in de voorbereidingsfase woorden opschrijven

waarvan ze verwachten dat ze deze gezegd zullen worden. Tijdens het luisteren controleren de leerlingen of hun voorspelling

uitkomt. Daarbij noteren ze ook kernwoorden die ze niet hadden voorspeld. In de evaluatiefase worden de resultaten besproken

met een medeleerling. Wie had de meeste woorden goed geraden en hoe komt dat? Welke belangrijke kernwoorden ontbraken?

• Pas de voorbereidings-, luister- en evaluatiefase toe bij allerlei opdrachten die hiervoor zijn besproken (van het invullen van een

gatentekst tot het maken van aantekeningen).

• Laat de leerlingen samenwerken en elkaars zwakke en sterke punten in kaart brengen.