hoe gevoelig is de consument voor prijsveranderingen ...Onder inkomenselasticiteit verstaan we de...
Transcript of hoe gevoelig is de consument voor prijsveranderingen ...Onder inkomenselasticiteit verstaan we de...
READER LESBRIEF VERVOER | HOOFDSTUK 6 INTRODUCTIE
In de vorige hoofdstukken heb je geleerd hoe prijzen tot stand komen door het (vrije) spel van
vraag en aanbod. Door de werking van het marktmechanisme heeft de hoogte van de prijs
invloed op de vraag naar producten. Dit betekent dat de prijs een instrument kan zijn om de
vraag naar een product te sturen. Overheden gebruiken dit gegeven om d.m.v. heffingen en
subsidies de vraag naar bepaalde producten af te remmen of juist te stimuleren. Commerciële
bedrijven gebruiken het instrument prijs om hun winst te maximaliseren.
In beide gevallen gaat het daarbij om de vraag: hoe gevoelig is de consument voor
prijsveranderingen? De mate waarin prijsveranderingen leiden tot veranderingen in de vraag
noemen we prijselasticiteit van de vraag. De mate waarin verandering van inkomen leidt tot
veranderingen in de vraag noemen we inkomenselasticiteit van de vraag.
READER LESBRIEF VERVOER | HOOFDSTUK 6 BASIS LEERVRAGEN PRIJS- EN INKOMENSELASTICITEIT
1. Wat verstaan we onder prijselasticiteit van de vraag [Ev]?
2. Hoe bereken je prijselasticiteit van de vraag [Ev]?
3. Waarom is de uitkomst van Ev meestal een negatief getal?
4. Wat betekent: de prijselasticiteit van de vraag [Ev] is relatief inelastisch?
5. Noem een voorbeeld van een getal dat hoort bij een relatief inelastische Ev.
6. Wat betekent: de prijselasticiteit van de vraag [Ev] is relatief elastisch?
7. Noem een voorbeeld van een getal dat hoort bij een relatief elastische Ev.
8. Van welke 3 factoren is prijselasticiteit van de vraag [Ev] afhankelijk?
9. Hoe kan de overheid de vraag naar bepaalde producten stimuleren of afremmen?
10. Wat verstaan we onder maatschappelijk kosten?
11. Waaruit bestaan maatschappelijk kosten?
12. Noem een voorbeeld van een negatief extern effect.
13. Wat verstaan we onder maatschappelijk opbrengsten?
14. Waaruit bestaan maatschappelijk opbrengsten?
15. Noem een voorbeeld van een positief extern effect.
16. Wat betekent: internalisering van externe negatieve effecten?
17. Waarom is voor commerciële bedrijven interessant om Ev cijfers te weten?
18. Wat verstaan we onder kruiselingse prijselasticiteit van de vraag [Ek]?
19. Hoe bereken je kruiselingse prijselasticiteit van de vraag [Ek]?
20. In welk geval is de uitkomst van Ek een positief getal? Leg uit waarom.
21. In welk geval is de uitkomst van Ek een negatief getal? Leg uit waarom.
22. Wat verstaan we onder inkomenselasticiteit van de vraag [Ey]?
23. Hoe bereken je de inkomenselasticiteit van de vraag [Ey]?
24. Welke drie soorten goederen worden bij inkomenselasticiteit [Ey] onderscheiden?
25. Geef bij elk van de drie soorten een voorbeeldgetal van de uitkomst van Ey.
Gebruik bovenstaande leervragen voor het maken van een samenvatting over de belangrijkste
theorie in dit hoofdstuk. Gebruik je samenvatting bij het maken van toepassingsopgaven.
SUCCES!
READER LESBRIEF VERVOER | HOOFDSTUK 6 EXTRA UITLEG
PRIJSELASTICITEIT [10:41] https://www.youtube.com/watch?v=JW_ZWqa9ZjM
KRUISELINGSE ELASTICITEIT [9:58] https://www.youtube.com/watch?v=C79Z5lRGv7M
INKOMENSELASTICITEIT [2:10] https://www.youtube.com/watch?v=hcay_VGubsY
1
ECONOMIE
VOOR DE BOVENBOUW
concept
MARKTD1
ELASTICITEITVAN DE VRAAG Bij het onderwerp ‘vraag en aanbod’ heb je al geleerd dat een relatie (verband)
bestaat tussen de prijs [P] en de gevraagde hoeveelheid van een product [Qv].
In het algemeen geldt:
• Als de prijs [P] daalt stijgt de vraag [Qv]
• Als de prijs [P] stijgt daalt de vraag [Qv]
In het algemeen is dus sprake van een negatief verband tussen de prijs en de vraag
naar een product.
INTRODUCTIE: RELATIE TUSSEN PRIJS [P] EN VRAAG [Qv]
Ook heb je geleerd dat prijsveranderingen [P] bij complementaire producten of bij
substitutieproducten kunnen leiden tot een toe- of afname van de gevraagde
hoeveelheid [Qv] van een product.
INTRODUCTIE: RELATIE TUSSEN PRIJS [P] EN VRAAG [Qv]
retourAmsterdam - Berlijn
€ 99
retourAmsterdam - Berlijn
€ 69
Onder elasticiteit van de vraag verstaan we in welke mate een prijsverandering [P]
leidt tot een toe- of afname van de gevraagde hoeveelheid [Qv].
Hierin onderscheiden we drie vormen:
• Prijselasticiteit [Ev]
• Kruiselingse elasticiteit [Ek]
• Inkomenselasticiteit [Ey]
Elasticiteiten worden uitgedrukt in een verhoudingsgetal.
ELASTICITEIT VAN DE VRAAG
PRIJSELASTICITEIT [Ek]
Onder prijselasticiteit van de vraag [Ev] verstaan we de mate waarin de gevraagde
hoeveelheid [Qv] van een product toe- of afneemt bij een prijsverandering [P] van
dat product. Ev wordt als volgt berekend:
PRIJSELASTICITEIT VAN DE VRAAG [Ev]
anders genoteerd:
weet je het nog? Δ% berekenen:
Ev = procentuele verandering v/d gevraagde hoeveelheidprocentuele verandering v/d prijs
Ev = Δ% QvΔ% P
Δ% = x 100% nieuw - oud
oud
2
De uitkomst van de Ev formule zegt iets over hoe gevoelig de consument is voor
prijsverandering bij een bepaald product.
Voorbeeld
Door een slechte vangst stijgt de prijs van haring met € 0,25 naar € 1,75 per stuk. Een visboer
ziet hierdoor de verkoop van zijn haringen dalen van 450 stuks naar 300 stuks per week.
Gevraagd: bereken de prijselasticiteit Ev.
Uitwerking
Δ%P = (nieuw-oud)/oud x 100% = (1,75-1,50)/1,50 x 100% = 16,7%
Δ%Qv = (nieuw-oud)/oud x 100% = (300-450)/450 x 100% = -33,3%
Dan is Ev = Δ%Qv/Δ%P = -33,3/16,7 = -2 [uitkomst negatief betekent negatief verband]
d.w.z. dat een prijsstijging van 1% leidt tot een afname van de vraag met 2%
PRIJSELASTICITEIT VAN DE VRAAG [Ev]
Omdat een prijsstijging normaal gesproken leidt tot een afname van de vraag en
omgekeerd (negatief verband), is Ev meestal een negatief getal.
Uitzondering hierop zijn exclusieve statusgoederen. Hiervan kan de vraag toenemen
wanneer de prijs (exclusiviteit) stijgt. Voorbeelden hiervan zijn zeer exclusieve kunst,
zeer exclusieve auto’s en zeer exclusieve horloges en juwelen.
PRIJSELASTICITEIT VAN DE VRAAG [Ev]
Soort product
Bijvoorbeeld: bij noodzakelijke levensbehoeften (zoals brood en merkloze kleding) is
de vraag minder gevoelig voor prijsveranderingen dan bij luxe producten.
Beschikbaarheid substitutiegoederen (alternatieven)
Bijvoorbeeld: bij een (sterke) prijsverhoging van Coca Cola heeft de consument
voldoende alternatieven, dit leidt tot sterkere daling van de vraag naar Coca Cola
dan wanneer Coca Cola de enige aanbieder zou zijn.
Termijn die je bekijkt
Bijvoorbeeld: stijging OV prijzen voor studenten op korte termijn geen alternatief. Op
langere termijn kunnen ze 2e hands auto overwegen.
WAARVAN IS DE MATE [=UITKOMST Ev] PRIJSELASTICITEIT AFHANKELIJK?
Ev heeft dus meestal een negatieve uitkomst, maar de uitkomst kan ook een positief
getal zijn. Mogelijke uitkomsten:
PRIJSELASTISCH OF PRIJSINELASTISCH?
relatief inelastisch
volkomen inelastisch(bijv. medicijnen)
positief verband: vraag stijgt als prijs stijgt[luxe tot zeer exclusieve luxe producten]
negatief verband: vraag daalt als prijs stijgt[normale producten]
relatief elastisch
Δ% Qv = Δ% P Δ% Qv = Δ% P
Δ% Qv < Δ% Prelatief inelastisch
Δ% Qv < Δ% PΔ% Qv > Δ% Prelatief elastisch
Δ% Qv > Δ% P
Ev0-1 1-∞ ∞
In het algemeen zijn primaire behoeften (1e levensbehoeften) relatief inelastisch en secundaire
behoeften (luxe producen) relatief elastisch.
Soms kom je opgaven tegen waarbij de uitkomst Ev is gegeven en je de procentuele
verandering van de prijs [P] of de procentuele verandering van de vraag Qv moet
uitrekenen. Als hulpmiddel kun je hierbij een verhoudingsdriehoek gebruiken:
PRIJSELASTISCH OF PRIJSINELASTISCH?
Vergeet ook in de verhoudingsdriehoek niet [door] te rekenen met negatieve getallen!!!
Δ%Qv
Ev x Δ%P
PRIJSELASTICITEIT & OVERHEID
3
De overheid kan de vraag naar producten (goederen en diensten) beïnvloeden door
hun prijs hoger of lager te maken d.m.v. heffingen of subsidies.
HEFFINGEN
Dit zijn prijsverhogende belastingen bedoeld om de vraag naar een product te
verminderen, bijvoorbeeld extra belasting op energie, vliegtaks en accijnzen op
brandstof, tabak en alcohol.
SUBSIDIES
Dit zijn prijsverlagende schenkingen van de overheid bedoeld, om de vraag naar een
product te stimuleren, bijvoorbeeld huursubsidie, subsidie op zonnepanelen, subsidie
aan sportverenigingen etc.
BEÏNVLOEDING VAN DE VRAAG DOOR DE OVERHEID HEFFINGEN
verhogen de prijs [P]: vraag [Qv] neemt af
SUBSIDIES
verlagen de prijs [P]: vraag [Qv] neemt toe
Door middel van heffingen en subsidies op bepaalde producten wil de overheid dus
de vraag afremmen of juist stimuleren. Dit doen ze om maatschappelijke kosten
zoveel mogelijk te vermijden en maatschappelijke opbrengsten zoveel mogelijk te
stimuleren.
MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN OPBRENGSTEN
Voorbeeld: maatschappelijke kosten door luchtvervuiling en files.
Onder maatschappelijke kosten verstaan we de totale kosten voor de maatschappij
als als gevolg van productie en consumptie. Deze bestaan uit de som van private
kosten + de kosten van negatieve externe effecten.
Private kosten zijn alle kosten van een product voor de gebruiker zelf doordat deze
die zijn doorberekend in de aanschafprijs (waaronder accijns en btw).
Kosten van negatieve externe effecten zijn kosten die ontstaan door het gebruik van
producten en waarvoor de hele maatschappij opdraait.
Bijvoorbeeld: ziektekosten door luchtvervuiling bij productie, het plaatsen van
geluidswanden langs drukke wegen, extra arbeidsuren van vrachtwagenchauffeurs
door files, kosten van opruimen van plastic soep in rivieren en zeeën etc.
MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN
Onder maatschappelijke opbrengsten verstaan we de positieve effecten voor de
maatschappij als als gevolg van productie en consumptie. Deze bestaan uit de som
van private opbrengst + de opbrengst van positieve externe effecten.
Private opbrengst is het voordeel van het gebruik van een bepaald product voor de
gebruiker zelf, bijvoorbeeld dat zijn energierekening omlaag gaat door het gebruik
van zonnepanelen en hij zijn investering hierdoor binnen een acceptabele tijd terug
verdient.
Opbrengsten van positieve externe effecten zijn de voordelen die ontstaan door het
gebruik van bepaalde producten waar niet alleen de gebruiker, maar ook de hele
maatschappij profijt van heeft. Bijvoorbeeld: minder CO2 uitstoot door gebruik van
bovengenoemde zonnepanelen.
MAATSCHAPPELIJKE OPBRENGSTEN
Onder internalisering van negatieve externe effecten verstaan we dat de overheid
maatschappelijke kosten terugdringt door deze (geheel of gedeeltelijk) te laten
betalen door de gebruiker.
Bijvoorbeeld: kilometerheffing in plaats van motorrijtuigenbelasting. Hierbij betaalt
de automobilist belasting op basis van aantal kilometers dat hij/zij rijdt in plaats van
belasting op basis van bezit van een auto.
INTERNALISERING VAN NEGATIEVE EXTERNE EFFECTEN
Kilometerheffing: meer rijden = meer belasting betalen (profijtbeginsel)
4
COMMERCIËLE PRIJSELASTICITEIT
Voor commerciële bedrijven is kennis van prijselasticiteit belangrijk bij het bepalen
van de optimale verkoopprijs voor een zo hoog mogelijke omzet [= P x Qv].
Als de vraag negatief inelastisch is [EV tussen 0 en -1] zal een prijsstijging leiden tot
een hogere omzet, dit omdat de daling van de vraag in verhouding kleiner is dan de
stijging van de prijs. Een een prijsdaling leidt in dit geval tot lagere omzet.
Als de vraag negatief elastisch is [EV tussen -1 en -oneindig] zal een prijsstijging
leiden tot een lagere omzet, dit omdat de daling van de vraag in verhouding groter is
dan de stijging van de prijs. Een een prijsdaling leidt in dit geval tot hogere omzet.
PRIJSELASTICITEIT IN EEN COMMERCIEEL BEDRIJF
KRUISELINGSE PRIJSELASTICITEIT [Ek]
Onder kruiselingse prijselasticiteit verstaan we de mate waarin de prijsverandering
van een product van invloed is op de vraag naar een ander product:
KRUISELINGSE PRIJSELASTICITEIT [Ek]
anders genoteerd:
weet je het nog? Δ% berekenen:
Ek = procentuele verandering v/d gevraagde hoeveelheid product Aprocentuele verandering v/d prijs van product B
Ek = Δ% Qv [product A]Δ% P [product B]
Δ% = x 100% nieuw - oud
oud
Bij complementaire [aanvullende] producten is Ek NEGATIEF
Bijvoorbeeld: een toename van de prijs van inkt leidt tot een afname van de vraag
naar inktjetprinters.
Bij substitutie [vervangende] producten is Ek POSITIEF
Bijvoorbeeld: een toename van de prijs van Coca Cola leidt tot een toename van de
vraag naar Pepsi Cola.
Aan de kruiselingse prijselasticiteit kun je dus zien of producten complementair of
substituten zijn. N.B.: Bij Ek = 0 bestaat geen P/Qv verband tussen de producten.
Ek BIJ COMPLEMENTAIRE PRODUCTEN EN SUBSTITUTIE PRODUCTENanders genoteerd:
weet je het nog? Δ% berekenen:
Ek = procentuele verandering v/d gevraagde hoeveelheid product Aprocentuele verandering v/d prijs van product B
Ek = Δ% Qv [product A]Δ% P [product B]
Δ% = x 100% nieuw - oud
oud
INKOMENSELASTICITEIT [Ey]
5
Behalve de prijs is ook de hoogte van ons inkomen van invloed op de vraag naar
producten. Onder inkomenselasticiteit verstaan we de mate waarin de procentuele
verandering van ons inkomen van invloed is op de procentuele verandering van de
vraag naar bepaalde producten.
INKOMENSELASTICITEIT [Ey]
anders genoteerd:
Ey = procentuele verandering v/d gevraagde hoeveelheidprocentuele verandering van het inkomen
[gevolg][oorzaak]
Ey = Δ% Qv Δ% Y
Δ%Qv
Ey x Δ%Y
[Ey] wordt in grote mate bepaald door het soort product. Hierbij onderscheiden we:
PRIMAIRE GOEDEREN [EERSTE LEVENSBEHOEFTEN]
• Reageren niet sterk op inkomensverandering
• Verzadigingsinkomen [geen toename van de vraag meer boven bepaald inkomen]
LUXE GOEDEREN • Reageren sterk op inkomensverandering
• Drempelinkomen [vanaf dit inkomen neemt vraag sterk toe]
INFERIEURE GOEDEREN • Hiervan koop je minder als je inkomen stijgt
• In plaats hiervan koop je bij stijging van je inkomen duurdere substituten
INKOMENSELASTICITEIT [Ey]
CHECK:
PRIMAIR – LUXE - INFERIEUR
INKOMENSELASTICITEIT [Ey] INKOMENSELASTICITEIT [Ey]
primair goedinferieur goedkleiner dan 0 groter dan 1
luxe goed
Ey0 1-∞ ∞
Δ%Qv
Ey x Δ%Y
INKOMENSELASTICITEIT [2:10]https://www.youtube.com/watch?v=hcay_VGubsY
EXTRA UITLEG
PRIJSELASTICITEIT [10:41]https://www.youtube.com/watch?v=JW_ZWqa9ZjM
KRUISELINGSE ELASTICITEIT [9:58]https://www.youtube.com/watch?v=C79Z5lRGv7M
PRIJSELASTICITEIT [Ev] + HOE BEREKENEN
WAAROM Ev MEESTAL NEGATIEF
WAARVAN Ev AFHANKELIJK
KRUISELINGSE ELASTICITEIT Ek + HOE BEREKENEN
WANNEER Ek POSITIEF EN NEGATIEF
INKOMENSELASTICITEIT + HOE BEREKENEN
HOE GEBRUIKT OVERHEID PRIJSELASTICITEIT
MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN & OPBRENGSTEN
EXTERNE EFFECTEN
WAT ZIJN PRIMAIRE – LUXE – INFERIEURE GOEDEREN
Ey BIJ PRIMAIRE – LUXE – INFERIEURE GOEDEREN
LET’S CHECK: BEGRIPPEN