Historische schets Kontich

17
13 2.1. K ONTICH Voor velen is Kontich één van de vele gemeenten die langzaam maar zeker door randstad Antwerpen worden opgeslorpt. Voor sommigen begint - of eindigt - hier het platteland. Enkelen hebben horen spreken over de “ramp van Kontich” en ook de naam “Kontich-Kazerne” is spreekwoordelijk geworden. Toch is dit dorp ooit belangrijker geweest dan Antwerpen. Wie zich in dat verleden wil verdiepen, kan in het monumentale geschiedeniswerk van wijlen Robert Van Passen duiken of het knappe Museum voor Heem- en Oudheidkunde bezoeken. In deze historische schets is alleen maar ruimte voor enkele krachtlijnen en merkwaardigheden. Over de prehistorie kan weinig worden verteld, gezien de enige getuigen - de walvissen, dolfijnen en haaien - onder- tussen helaas verdwenen zijn. Het doet toch wel vreemd aan als we ons realiseren dat zovele miljoenen jaren geleden de zee tot op ons grondgebied kwam. Kontich Plage, stel je voor! Getuigen hiervan vind je in het museum: ruggenwervels van walvissen, de schedel van een spitsneusdolfijn en vooral veel haaientanden. Veel jonger zijn de mammoettanden: toen die kolos Kontich onveilig maakte had de zee zich al lang teruggetrokken. En zwierf hier ook de wolharige neushoorn, het rendier en... de Neanderthaler rond. Hoofdstuk 2 FLARDEN UIT HET VERLEDEN Schelde, Nete en Rupel waren nog niet de gekanaliseerde rivieren die wij nu kennen. Minder dan 1.000 jaar geleden was de invloed van de zee tot hier merkbaar en de rivieren waaierden breed uit, zodat ook de afwatering na regenval veel trager gebeurde. Het gevolg was dat de lager gelegen gebieden onbewoonbaar waren en dat de voorhistorische mens de hoger gelegen plekken opzocht om te wonen. K ontichse Oude Belgen Toen in 1937 de Koningin Astridlaan werd aangelegd, werden er ter hoogte van de Beukenlaan stenen gebruiksvoorwerpen opgegraven. Die stenen dateren uit het begin van het Neolithicum, inderdaad: het Jonge Steentijdperk, dat liep van 2.600 tot 1.600 vóór 0 (of vóór Christus, zoals wij vroeger op school leerden). Kontich moet er toen uitgezien hebben als een oerwoud met ondoordringbare moerassen, zoals het Broekbos en de laaggelegen weiden daaromheen. Gedurende de volgende eeuwen woonden hier alleen maar herten, beren, wolven en andere min of meer lieve dieren, want er zijn geen menselijke sporen meer te vinden tot de bronstijd en de ijzertijd. Zoals de naam laat vermoeden, had de mens toen de stenen wapens en werktuigen vervangen door voorwerpen in metaal. Toen men in 1898 een bos wou planten in de buurt van Duffelshoek, op een

description

Historische schets van de gemeente Kontich

Transcript of Historische schets Kontich

Page 1: Historische schets Kontich

13

2.1. KONTICH

Voor velen is Kontich één van de velegemeenten die langzaam maar zekerdoor randstad Antwerpen wordenopgeslorpt. Voor sommigen begint - ofeindigt - hier het platteland. Enkelenhebben horen spreken over de “rampvan Kontich” en ook de naam“Kontich-Kazerne” is spreekwoordelijkgeworden. Toch is dit dorp ooitbelangrijker geweest dan Antwerpen.Wie zich in dat verleden wil verdiepen,kan in het monumentalegeschiedeniswerk van wijlen RobertVan Passen duiken of het knappeMuseum voor Heem- en Oudheidkundebezoeken. In deze historische schetsis alleen maar ruimte voor enkelekrachtlijnen en merkwaardigheden.

Over de prehistorie kan weinig wordenverteld, gezien de enige getuigen - dewalvissen, dolfijnen en haaien - onder-tussen helaas verdwenen zijn. Het doettoch wel vreemd aan als we onsrealiseren dat zovele miljoenen jarengeleden de zee tot op ons grondgebiedkwam. Kontich Plage, stel je voor!Getuigen hiervan vind je in hetmuseum: ruggenwervels van walvissen,de schedel van een spitsneusdolfijn envooral veel haaientanden. Veel jongerzijn de mammoettanden: toen die kolosKontich onveilig maakte had de zee zichal lang teruggetrokken. En zwierf hierook de wolharige neushoorn, hetrendier en... de Neanderthaler rond.

Hoofdstuk 2

FLARDEN UIT HET VERLEDEN

Schelde, Nete en Rupel waren nog nietde gekanaliseerde rivieren die wij nukennen. Minder dan 1.000 jaar geledenwas de invloed van de zee tot hiermerkbaar en de rivieren waaierdenbreed uit, zodat ook de afwatering naregenval veel trager gebeurde.Het gevolg was dat de lager gelegengebieden onbewoonbaar waren en datde voorhistorische mens de hogergelegen plekken opzocht om te wonen.

Kontichse Oude Belgen

Toen in 1937 de Koningin Astridlaanwerd aangelegd, werden er ter hoogtevan de Beukenlaan stenengebruiksvoorwerpen opgegraven.Die stenen dateren uit het begin vanhet Neolithicum, inderdaad: het JongeSteentijdperk, dat liep van 2.600 tot1.600 vóór 0 (of vóór Christus, zoalswij vroeger op school leerden).Kontich moet er toen uitgezien hebbenals een oerwoud met ondoordringbaremoerassen, zoals het Broekbos en delaaggelegen weiden daaromheen.Gedurende de volgende eeuwenwoonden hier alleen maar herten,beren, wolven en andere min of meerlieve dieren, want er zijn geenmenselijke sporen meer te vinden totde bronstijd en de ijzertijd. Zoals denaam laat vermoeden, had de menstoen de stenen wapens en werktuigenvervangen door voorwerpen in metaal.Toen men in 1898 een bos wou plantenin de buurt van Duffelshoek, op een

Page 2: Historische schets Kontich

perceel dat in de volksmond“Pronkenberg” heette, stootte men openkele grote urnen met daarrondmassa’s bijpotjes en overblijfselen vanbeenderen. Een andere vindplaatswas het Blauwesteenbos, nu eenindustrieterrein. Ook daar werden dusvoorlopers van onze “Oude Belgen”begraven, maar of dat nu al in de 11deof pas in de 7de eeuw vóór 0 was, daarzijn de geleerden nog niet uit.Vanaf 450 vóór 0 kwamen hier Galliërswonen. Het waren boeren die schapenen geiten hielden en gerst enknolgroenten teelden. Zo woonde ereen stam op het huidige Neerveld, deAlfsberg en tussen de Kauwlei en deOoststatiestraat. Zij woonden er nogtoen Julius Caesar met zijn Romeinenkwam binnenmarcheren: ofwelvermoordden zij hen ofwel voerden zijhen als slaven weg. Rond het begin vanonze jaartelling mochten nieuwevolksstammen de vrijgekomen grondbewonen. Toch blijkt dat het nog bijnahonderd jaar duurde eer ze zich lieten“romaniseren”. En dan zitten we al ophet einde van de eerste eeuw van onzetijdrekening.Van 1964 tot 1987 deed de AntwerpseVereniging voor Romeinse Archeologie(AVRA) op de vroegere woonplek vandie Oude Belgen opgravingen.Daaruit bleek dat de meeste gebouwenvan die Gallo-Romeinen nog in hout envlechtwerk waren opgetrokken en metleem waren bestreken. Het dak was vanstro. In de grond vonden ze interessantescherven van aardewerk: sommigepotten waren eenvoudig, met de handgevormd. Voor andere fijnerevoorwerpen hadden onze voorouderseen draaischijf gebruikt. Ze troffen zelfskostbaar Romeins luxe keukengerei

14

aan, dat als “terra sigillata” (gestempeldaardewerk) bekendstaat, het ValSaint-Lambert van die tijd. Nog meerfraais dat gevonden werd, ligt te pronkin het Museum: bronzen sieraden, glasen muntstukken. En niet te vergeten: dehele pottenbakkersoven die werdblootgelegd, met inhoud en al.Alleen jammer dat hij 1800 jaar eerderwas ingestort, want zo vind je natuurlijkalleen maar misbaksels…

In het museum staat ook een maquettevan de tempel, één van de grootste dieer in onze omgeving is gevonden.De constructie was stevig, want op ditdak lagen pannen. En in de omgevingervan werden votiefbeeldjes vanRomeinse goden en offerrestengevonden. Merkwaardig was dat er ookeen zwaard van het Germaanse type

Page 3: Historische schets Kontich

bovenkwam. Op basis van de sporen inde grond kon men een hele straatreconstrueren (op papier weliswaar),waarlangs een hele reeks eenvoudigehuisjes van boeren en arbeiders stond.De belangrijkste huizen, de villa’s,stonden het dichtst bij de tempel.Dwars door dit oude dorp werd op heteinde van de 20ste eeuw een nieuwestraat getrokken, met de toepasselijkenaam “Gallo-Romeinenlaan”...Ook op de Alfsberg stond een villa:dat blijkt onder meer uit de fragmentenvan een “hypocaustum”, Romeinsevloer- en muurverwarming. Deze plek isin de volksmond beter gekend als deIJzermaalberg: er werden dan ooksporen van industrie gevonden. Uit datijzermaal wonnen de bewoners immersijzer! De “slakken” gebruikten ze om deRomeinse weg te verharden.Maar er moeten nog andere plaatsenbewoond zijn geweest. Een getuigedaarvan is de Romeinse waterput die

15

werd gereconstrueerd in hetGemeentepark. Die was in 1947gevonden in de velden links van deGroeningenlei, vlak voorbij de brug overde E19. Het dakje is uiteraard vanrecente makelij! Dergelijke relictenwijzen er op dat de weg van onsGallo-Romeins dorp (Condacum ofContiacum) naar Wilrijk (Villariacum)druk bewoond was. En wat er inAntwerpen in die periode is gevonden,duidt maar op een klein gehucht!

Condacum of Contiacum?

En zo zijn we terloops op de oudstenaamgeving van Kontich gestoten.Eigenlijk weten we daar niet veel van.Er zijn drie “sagen” om uit te leggenhoe Kontich aan zijn naam is gekomen.Eerst de mooiste. Er stond eens eenreus met zijn ene voet op deOnze-Lieve-Vrouwekathedraal teAntwerpen en met de andere op de

Page 4: Historische schets Kontich

Sint-Romboutstoren van Mechelen.En in ’t midden, vlak onder zijn...achterste, juist, daar lag Kont-ich. Dat isuiteraard een vertelselke voor kinderen! Een tweede verhaal ging uit van deveronderstelling dat de oudste naamvan onze gemeente Condacum was.In de taal van onze voorouders, deKelten en Gallo-Romeinen, betekendedat “de plaats bij de samenvloeiing”.Inderdaad: wat verder vloeien Rupelen Schelde samen. Toch wel eenuitgestrekt gebied! En het centrum ligtdan wel ver van het water... Toch zouKontich zich uitgestrekt hebben tot aanRupel en Schelde en omvatte hetAartselaar, Boom, Edegem, Hemiksem,Hove Lint, Mortsel, Niel, Reet, Schelleen... Waarloos.Een derde hypothese gaat uit van eennaam als Contiacum: de nederzettingvan Contius, de naam van een Keltischhoofdman. Een collega vanAbraracourcix dus, voor wie de stripsvan Asterix leest. En dat er hier Keltenof “Oude Belgen” hebben woonden,werd al eerder in deze tekstaangetoond. Deze stelling wordttegenwoordig al meer aanvaard,maar ook hier weer geen zekerheid.Het zou immers nog 1.000 jaar dureneer men iets opschreef!

Vroege middeleeuwen

Volgens de legende zou de heiligeRenilde hier zijn geboren. Zij was nietde minste: haar moeder (ook al eenheilige) Amelberga was de zus vanPepijn van Landen, en die was op zijnbeurt voorvader van Karel de Grote.Dat er weinig kans is dat ze hierwerkelijk werd geboren, werd eldersuitvoerig aangetoond. Wat wel vaststaat

16

is dat zij hier grond bezat en die schonkaan de abdij van Lobbes inHenegouwen. Dat gebeurde in dezevende eeuw, toen men nog volopheidenen aan het bekeren was.Enkele eeuwen later gooiden deVikingen hier een en ander overhoop.En zo komt het dat de bisschop vanKamerrijk in 1149 nog eens moetbevestigen dat de kerk van Konticheigendom is van Lobbes. Dat was welbelangrijk, want behalve dat zij dan hetrecht hadden om een pastoor tebenoemen, mocht de abdij ook detienden innen, m.a.w. een belastingvan 10% van de oogst opeisen.Dat jaar 1149 is ook de eerstegeschreven vermelding die verwijst naareen kerk. Nu was Kontich in die tijd eenspeciale gemeente: er stonden hier toentwee kerken. En het strafste was dat zeamper op een steenworp van elkaarstonden. De oudste is ondertussenverdwenen: dat was het oorspronkelijkeSint-Martinuskerkje. Het stond op hethuidige Sint-Martinusplein. Daarrondlag het uitgestrekte kerkhof, waar alleparochianen, ook die van heinde enverre, een laatste rustplaats kregen.Het was immers de gewoonte om in demoederparochie te worden begraven.

Page 5: Historische schets Kontich

Dat Sint Maarten al van oudsher hierwerd vereerd, bewijst ook het bestaanvan de Sint-Martinusput in deNachtegaalwijk. Deze doopput wijstons terug naar de tijd van het vroegstechristendom, toen verwoede pogingenwerden gedaan om de bevolking hier te“bekeren”. Wellicht was deze bron zelfsal bekend in de tijd van de Kelten.Een bron met zuiver water was vanlevensbelang. In de religie van onzevoorouders kregen dergelijke plekkenvaak een magische betekenis.Pittig detail is dat het water van dezebron nog tot honderd jaar geleden werdgeput om...oogkwalen te genezen!Maar we zijn afgedwaald van onzetweede kerk. Die stond binnen dedorpsmuren, op het grondgebied vanhet Mechelse geslacht van deBerthouts. Andere delen van Kontichbehoorden toe aan de hertogen vanBrabant en sloten aan bij het Land vanRijen. Dat was geen eenvoudige situatieen leidde tot heel wat bestuurlijke enjuridische verwikkelingen. In ieder geval:zo’n kerk was belangrijk, want dan konje een pastoor aanstellen. En diegeestelijke herder werd ook veronder-steld de nodige belastingen in zijn“tiendenschuur” te verzamelen.Vandaar die tweede kerk, die werdgebouwd tussen 1088 en 1149 entoegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.Ze kozen daarvoor de vroegereFrankische biest, die in onbruik wasgeraakt. Zo’n biest was eengemeenschappelijk dorpsplein, met eendrinkplaats voor de dieren (waarinbiezen groeiden). De Berthouts dachtenook aan de veiligheid van hunonderdanen. Zij voorzagen de kerk vaneen massieve toren in Romaanse stijlmet muren van meer dan één meter dik.

17

Daarin konden de parochianen zichterugtrekken wanneer de Noormannenof andere snoodaards hier opplundertocht voorbijtrokken. Met opzetwas er onderaan geen deur: die is erveel later in uitgehouwen. Zij kropen viaeen ladder omhoog, die dan zo nodigkon binnengetrokken worden.En de dikke stenen muren waren lekkervuurbestendig!Het oudste en veel eenvoudigere kerkjewas grotendeels van hout en met eenstrooien dak, dus minder - om niet tezeggen niet - opgewassen tegen al datgeweld of tegen de vaak voorkomendedorpsbranden. Het raakte in onbruik enin de zeventiende eeuw of daaromtrentwerd het afgebroken. Brokstukkenwerden gebruikt in de fundamentenvoor een nieuwe boerderij er vlak naast.Er zat zelfs een fragment van dedoopvont in uit de 12de eeuw! Dat isallemaal aan het licht gekomen toen deOude Eendracht - de hoeve wasondertussen de stamherberg van hetschuttersgild geworden - op het eindevan 1979 werd afgebroken om deSint-Jozefsschool te vergroten.En zo weten we dat al in de 16de eeuwniet alleen de eredienst maar ook denaam van de patroonheilige geleidelijkaan overgedragen werd naar de“nieuwe” kerk.

Het Oude Regime

Kontich leek destijds een beetje opBaarle-Hertog/Nassau: een versnipperdgebied dat toebehoorde aan tweeheren van hoge adel. De hertog vanBrabant wees op zijn beurt de“heerlijkheid” van Kontich (zo werdtoen een gemeente genoemd) toe aaneen “lagere” heer, als pand of tegen

Page 6: Historische schets Kontich

betaling. Die “heren van Kontich”vertegenwoordigden hier het wereldlijkgezag, met recht op leven en dood vanhun onderdanen. Zij hadden meestalbeide gedeelten in hun hand, enzouden er in de loop van de zestiendeen zeventiende eeuw voor zorgen dater meer eenheid kwam.De namen van die heren van Kontichzijn bekend en staan vermeld in deGeschiedenis van Kontich: KoenraadPot (1505), Frans de Schot (1558),kardinaal Granvelle (1572), Lucas vanOpmeer (1626) en verschillende ledenvan het Spaans-Portugese geslachtFranco-y-Feo (1664-1794). De meestevan deze heren hadden hun kasteel teKontich. Zo was Groeningenhoftraditioneel het verblijf van deze heren,vanaf Lucas van Opmeer tot op heteinde van de 18de eeuw, toen deFransen korte metten maakten met het“Ancien Régime”. Het wordt trouwensnog altijd Kontich(s)hof genoemd.Sinds 1830 is het eigendom van defamilie della Faille, de vroegere herenvan Waarloos.Het prachtige waterkasteel vanGroeningen kreeg zijn huidige uitzicht inneo-renaissancestijl rond 1850. Toch zijner nog gedeelten bewaard die veleeeuwen ouder zijn. Kontich telt nogenkele “hoven van plaisantie”, zoalsdergelijke optrekjes werden genoemd.Zij werden gebouwd als luxueuzebuitenverblijven voor de adellijke en rijkeburgers van de koopmansstadAntwerpen. In oorlogstijd dienden zevaak als schuilplaats voor de Kontichsebevolking en het vee. Ze waren immersstevig gebouwd en omringd doorbeschermende grachten.Zo is er nog het minder bekende maarprachtige Tanghof, ook Rozenhof

18

genoemd, op het einde van een(eveneens beschermde) dreef, deReepkenslei. Het heeft een gaafgebleven rococo-uitzicht gekregen.De andere hoven zijn verdwenen.Boutersem was ooit een prachtigevesting in het Kontichse Broek.Tot aan de Eerste Wereldoorlog was heteen buitenverblijf van de familie Spruyt.Tot de Duitsers er een hoofdkwartier investigden. Sindsdien wilde de familie ergeen stap meer in zetten. De bevolkinghielp de tand des tijds, en geen kleinbeetje. Nu blijven er nog alleen kelders,stukken muur en brede grachten over.En een herinnering in enkelestraatnamen.Andere kastelen waren al eerderverdwenen: dat van Vrijsele (nu deBaddenbroekse hoeven, rechts van deGroeningenlei, aan de neergebliksemdeoude eik), Ten Eekhoven of BlauweSteen (aan het einde van deBlauwesteenstraat en zo genoemd naarde plaats waar de executiesplaatsvonden: vlakbij de grote steenwegstond de galg, zodat de passantenkonden zien dat het hier menens was),het Pluysegemhof (nu onder eenvoormalige betonfabriek en eentechnische school; de dreef ernaartoe isde Pluysegemstraat geworden) en daaral te na(bij) nog het kasteel van Altena.En dan vergeten we er nog enkele!

Langs oude wegen

Die nobelen en notabelen hadden hetgoed gezien: Kontich was gunstiggelegen, ver van alle drukte en tochgoed bereikbaar. Het dorp had zich inde bocht van de Heerbaan vanAntwerpen naar Mechelen gevormd:een weg die er al lag in de tijd van de

Page 7: Historische schets Kontich

Romeinen en later de Nerviërs.Nu is dat de Antwerpse en deMechelsesteenweg. De voetweg sneedmin of meer die bocht af. Deze “KleineSteenweg” werd op het einde van de19de eeuw opgesplitst in deMagdalenastraat en de Sleutelstraat,met daartussen de Varkensmarkt.Dat laatste pleintje lag vlak achter detuin van de pastorie: het Sint-Janspleinis dat immers eeuwen geweest.Nu wordt er verwoed basket gespeeld,maar als je goed kijkt, dan herken je inhun clubhuis een eeuwenoud gebouw:de vroegere pastorie. In de muurankerszijn de initialen van Arnoldus vanHembeeck verwerkt, de pastoor die hetgebouw in 1650 liet optrekken: AVH.Waarschijnlijk gebeurde dat vlak naastde vorige, bouwvallige pastorie en detiendenschuur. In de tuin was er eenganzenpoel die af en toe voor een vettebrok zorgde! Rond de ommuurde tuinliep de Pastoorsgracht, die verderafvloeide langs de Broekstraat (nuOoststatiestraat) naar deBoutersembeek.Hoeveel mensen er in het vroegereKontich woonden, kan nu maar ruwworden geraamd. Voor het jaar 1374wordt het aantal geschat op 700, voorhet grondgebied dat ongeveer hethuidige Kontich plus Lint beslaat.Lint is immers een voormalig gehuchtdat pas in 1869 een zelfstandigegemeente werd. Voor de 15de eeuwschommelt het getal tussen 800 en1.000. In 1526 bereikte de bevolking hetgetal 1.230, waarna een inzinkingmerkbaar is, tot amper 710 inwoners in1600: Spaanse troepen en vrijbuiters,zoals het zootje ongeregeld onderleiding van de beruchte Maarten vanRossem, teisterden onze streken! In de

19

17de eeuw gaat het cijfer weer omhoognaar ongeveer 1.900. Daarna worden degegevens preciezer: in 1766 worden2.188 inwoners opgegeven, en in 1789zelfs 2.790! Het inwoneraantal stijgtverder: in 1840 staat 3.687 genoteerd,in 1900 wordt de kaap van 5.00overschreden (ondertussen zonder Lint)en het precieze cijfer voor 1950 is9.393. Daarna gaat het razendsnelomhoog: meer dan 15.000 in 1973, metWaarloos erbij wordt het in 1976 al17.761 en intussen zijn het er al meerdan 20.000 geworden.Zoals blijkt uit de evolutie van hetbevolkingscijfer, is Kontich evenmin alsde rest van de regio gespaard geblevenvan oorlog en ellende. Dat was danweer een nadeel van vlak naast dieheerbaan te liggen! De benden vanMaarten van Rossem lieten een spoorvan roof, moord, vernieling en brandachter zich in 1542. Ook de pest kwam

De Reepkapel op de hoek van deMechelsesteenweg en Reepkenslei.

Page 8: Historische schets Kontich

hier langs, van de middeleeuwen tot inde 17de eeuw. De zieken werdenbuiten het dorp verbannen en moestenwegkwijnen in “pesthuisjes” in de buurtvan de Reepkenskapel.Huizen van hout en leem, met dakenvan stro, waarin ’s winters de openhaard duchtig brandde: dat roept ombrandgevaar. Er zijn verschillenderampen gekend: in 1538 en 1686 werdtelkens een aanzienlijk deel van dedorpskom in puin en as gelegd, in 1572moest zelfs de kerk het mee ontgelden.De sporen zijn nu nog te zien.

Van boerendorp…

In de tijd van de Franken was dedorpskern een driehoek, begrensd dooreen stukje Antwerpse steenweg, deMagdalenastraat, het Sint-Jansplein eneen stukje Mechelsesteenweg. Alles intermen van vandaag natuurlijk. In de15de eeuw was daar de spiebijgekomen die wordt gevormd door deSleutelstraat en de Mechelsesteenweg.In die tijd werd dat centrum de “Plaetse”genoemd. Rond het kerkhof met hetoude kerkje werden stilaan ook grotehuizen gebouwd en een kleinelakenhalle.Kontich was immers bekend voor deproductie van laken of wollen stof.Niet zo bekend als Duffel, waarvan dedekens “duffels” werden genoemd ennu nog voortleven in “duffelcoat”.Maar toch. Ook andere textiel werd hiergeproduceerd, zoals linnen. Het vlas datdaarvoor werd gebruikt, werd hierverbouwd (op de vlasaard), geroot invlasputten, verwerkt (gezwingeld engehekeld), gesponnen, geweven engebleekt, nog tot in de 19de eeuw.Het klinkt als een gedicht, maar voor de

20

werkers was het hard labeur! Hierbij kannog worden vermeld dat Kontich zich inde loop der eeuwen een behoorlijkereputatie van hoedenmakers had wetenop te bouwen.Kontich was in de eerste plaats echtereen boerendorp. De Franken en hunopvolgers pasten het drieslagstelsel toe:één strook grond voor winter-, één voorzomergewassen, en één lieten ze“braak” of onbebouwd liggen. Bij gebrekaan meststoffen moest men dat eenbeurt laten rusten. Sommigengebruikten mergel of leem om hunakkers te bemesten. Die werd gehaalduit de mergelput aan de Molenstraat, nuonder de speelplaats van de AbrahamHansschool. Bepaalde gedeelten vanhet grondgebied waren “vroente” ofgemeenschapsgronden: Kontichbroek

Het hoedenmakersalaam uit het museum.

Page 9: Historische schets Kontich

en Boonwit bijvoorbeeld. Op dezeuitgestrekte weiden konden dedorpelingen hun vee laten grazen.En te midden van al die percelen lagende hoeven, soms gegroepeerd ingehuchten, zoals Pluysegem, Duivelshoek(het latere Duffelshoek), Keizershoek,Pierstraat en Lint. In de 19de eeuw kwamdaar Kontich-Kazerne bij.Bepalend voor het landschap vanweleer waren ongetwijfeld de molens.Daar kon de boer zijn graan latenmalen. Op bepaalde ogenblikken warener vier die tegelijkertijd hun wiekenkonden laten draaien. Aan de Bergstraatstond de molen op de Luisterbol(vandaar ook enigszins verbasterdde“Lijsterbolstraat”). De Rijkerooimolenstond op het gelijknamige gehuchtnabij het Tanghof. Waar nu het bedrijfGroeninghe is gevestigd, aan het beginvan de Groeningenlei, stond deVrijselmolen: die is nog op postkaartente vinden, want hij werd pas in 1910afgebroken. Verder was er de molen bijAltena, aan de Antwerpsesteenweg.Een molen van jongere datum werd in1816 opgericht op het Ploegveld aan deMechelsesteenweg, dat is op de plaatswaar nu het warenhuis “Centrum” staat.Toen hij in 1918 werd afgebroken,verdween de laatste windmolen uit deKontichse skyline.Geloof het of niet, maar er werd in onsdorp van toen ook aan wijnbouwgedaan. Er waren zelfs twee“Wijngaardleitjes”! Niet te verwonderenmet al die kasteelheren hier. Maar zoalselk dorp had Kontich toch vooral zijntalrijke brouwerijen. Enkele namenbleven over, vaak overgedragen opnieuwe gebouwen: de Valk, naast hetpolitiekantoor, de Arend, waar nu hetMuseum is ondergebracht, en de

21

Sleutel, waarvan een gedeelte nubeschermd erfgoed is. In die laatstebrouwerij werd nog tot in 1933 devermaarde “seef” gebrouwen, een witstreekbier. Dit is slechts kleine greepuit het vroegere bierwezen.En dan hebben we het nog niet gehadover de brandewijnstokerijen. In 1709waren er vijf officieel ingeschrevenstokers. Er werd dus in de veleKontichse cafés niet alleen biergeschonken! Zelfs bij baardscheerderPillegro, die in een van de huizen op hetkerkhof woonde, dat toen nog rond dekerk lag, werd “brandewijn geschonckenende vercoght aen sommige menschendie aldaer hunnen baert quamen latenscheiren”.

…met ambachten en neringen…

Het nabijgelegen Boom is bekendgeworden voor zijn steenbakkerstraditie.De eerste vermelding van een “geleeg”in Kontich dateert van 1666, ook algebeurde het bakken in die tijd nogoccasioneel, naarmate men op deboerderij stenen nodig had. Tot vorigeeeuw lagen er nog twee bedrijven langsde Pierstraat. Steenbakkerij Tilly (laterTruyts of De Bie) was die met de langste levensduur. Tot 1968 werd ergewerkt en woonden de arbeiders ervlakbij in werkmanshuisjes.Vroeger waren dat er 75, toen nogamper 30.In 1970 werd de reuzenschoorsteenneergehaald: het bedrijf moest plaatsmaken voor de E19.Antwerpen is van oudsher eendiamantcentrum. Op het einde van de19de eeuw zochten de diamanthande-laars goedkopere werkkrachten enminder vakbondsdruk op “den buiten”.

Page 10: Historische schets Kontich

In Kontich verleende de gemeente in1904 de eerste vergunning voor eenslijperij in de Drabstraat. Vanaf 1910nam de diamantindustrie hier een warevlucht: dertig diamantmolensaangedreven door een elektrische motorin De Arend aan het St.-Jansplein, ineen pand op de plaats van het huidigeVTI aan de Edegemsesteenweg werdde “Katholieke Slijperij” opgericht, in deOoststatiestraat vestigden zich Elbaumen Tolkowsky, en verder waren er nogkleinere bedrijfjes aan deMechelsesteenweg, Nieuwstraat enelders. In 1924 waren er al eentwintigtal. Sommige mensen warengespecialiseerd in het gladschuren vande schijven. Honderden gezinnenleefden geheel of gedeeltelijk van dediamant.Het heeft geen zin alle ambachten teoverlopen. Langs de groteverbindingsweg Antwerpen-Mechelen-Brussel deden smeden enwagenmakers uitaard goede zaken.Evenals de afspanningen voor hetwisselen van paarden, waar deherbergier ook vaak als “bode”fungeerde. Nog een verrassend feit isdat onze gemeente enkeletabaksfabrieken heeft gekend.En in 1876 werd er op Altena eenstoomwasserij geïnstalleerd, dielegendarisch is geworden omdat hetkoninklijk linnen er werd gewassen.De laatste honderd jaar werd er ookmeer en meer aan tuinbouw gedaan,in open lucht of in serres. Niet alleengroenten werden geteeld, maar ookbloemen en planten. De cactuskwekerijvan De Laet aan de Duffelsesteenweggenoot zelfs wereldfaam. Nog in hetbegin van vorige eeuw werden er in de“Bloem- en fruitkweekerij” van Van der

22

Groen bij Kontich-Kazerne zeldzamesierplanten gekweekt. Tegenwoordigwordt de Kontichse hemel bij nachtverlicht door één van de grootstesnijrozenteeltbedrijven van België.

...tot randstad

Het is duidelijk dat Kontich het imagovan boerendorp heeft verloren. Kleineen middelgrote industrie werdaangetrokken zodat enkele duizendenmensen hier werk vinden.Landbouwgronden worden stelselmatigomgezet in industrieterreinen enwoongebieden. Oude huizen moetenplaats maken voor flatgebouwen, wanter zijn meer gegadigden dan woningen.De nabijheid van Belgiës drukstetreinverbinding en verkeersweg is daarniet vreemd aan. De rasechteKontichnaar met zijn uitstervend dialectloopt er verloren tussen de veel talrijkerwordende inwijkelingen.Gelukkig heeft het gemeentebestuurop tijd ingezien dat wat er nog is, moetworden gered, bewaard endoorgegeven. Zo kan de inwoner vanKontich en Waarloos een blik werpenop het plaatselijke verleden via viermagistrale boekwerken: de tweetoponymieën en twee geschiedenissen,respectievelijk van Kontich en Waarloos,geschreven door prof. dr. Robert VanPassen in opdracht van de gemeente.Daar is in 2004 nog het fotoboek“Archiefbeelden Kontich” bijgekomen.Bovendien steunt het bestuur ook dewerking van de Koninklijke Kring voorHeem- en Oudheidkunde, die allesverzamelt en tentoonstelt in hetDocumentatiecentrum (Duivenstraat 22)en het Museum voor Heem- enOudheidkunde (Cultuurgebouw,

Page 11: Historische schets Kontich

St.-Jansplein). Wie iets meer wil wetenover de “Ramp van Contich” in het jaar1908of wat dan ook, kan daar terecht.

2.2. WAARLOOS

Op 1 januari 1977 fusioneerde Waarloosmet Kontich. De oudste vermelding vandeze gemeente vinden we terug in 1149onder de benaming “Warlos”.Deze naam is vermoedelijk afgeleid vande Germaanse woorden “wardo” en“loos”, die respectievelijk “wacht” en“weide, glooiing” betekenen.De samenstelling betekende danwaarschijnlijk “uitkijkhelling” of“uitzichtweide”. Mogelijk bevond er zicheen wachtpost op de Keizerenberg.Later zijn kerk en centrum dan dichternaar Kontich toe opgeschoven.Het grondgebied van Waarloos werddoorkruist door oude wegen. Eén ervan,uit de Gallo-Romeinse tijd, moet de

oude weg van Rumst naar deSteenakker in Kontich-Kazerne zijngeweest. Een andere was de’s-Heerenstraat, die van Antwerpen viaMechelen naar Brussel en Leuvenleidde, de andere grote steden van hethertogdom Brabant. De heer naar wiedie straat verwees, was de hertog.Van 1704 tot 1706 werd dezekronkelende straat rechtgetrokken,zodat het centrum verder van de wegkwam te liggen. Om de aanleg en hetonderhoud van die weg te bekostigen,werd er sinds mensenheugenis tolgeheven. In Waarloos nog tot 1869!

Oud Waarloos

Van de oudste geschiedenis tot de 16deeeuw valt er weinig te vertellen, wegens

23

Het documentatiecentrum in deDuivenstraat.

Page 12: Historische schets Kontich

24

een gebrek aan geschreven bronnen.Toen er in 1877 een Frankischebegraafplaats met dito voorwerpen werdgevonden, was de beschrijving zoweinig wetenschappelijk dat er nu nietsmeer te situeren valt. Een verloren kans.In de middeleeuwen lag Waarloos in hetLand van Mechelen of van Arkel, datbehoorde tot het markgraafschapAntwerpen. In de 15de eeuw vormdehet samen met het aangrenzende Reeteen schepenbank. In 1530 kwam hetonder de schepenbank van Kontich.Deze toestand duurde tot 1620. In 1670kreeg Waarloos een zelfstandigeschepenbank.In 1572 werd de heerlijkheid aankardinaal Granvelle verkocht. Zo kwamhet dat Waarloos tot in 1616 tot hetgraafschap Cantecroy bleef behoren.Later wisselde de heerlijkheid nogenkele keren van eigenaar. Lucas vanOpmeer was heer van Waarloos in1626. Na hem kwam het gebiedachtereenvolgens in handen vanMaximiliaan van der Gracht, Jan-Karelde Cordes en zijn gelijknamige zoon enJacques de Raedt. De laatste herenkwamen uit het geslacht della Faille: zijbeheerden Waarloos tot aan de FranseRevolutie.Op kerkelijk vlak behoorde Waarloosvan oudsher tot de moederparochieKontich. Rond 1200 werd deSint-Michielsparochie echter zelfstandig.Het aanstellen van een priester en hetinnen van de tienden was evenals inKontich het recht van de Henegouwseabdij van Lobbes. In de 17de eeuwkwam het echter in handen vankardinaal Granvelle. Van hem ging hetover op de graven van Cantecroy.

Boerenbuiten

Waarloos evolueerde van eenbescheiden parochie en gehucht tot eenklein dorp. In de 15de eeuw werden erslecht 18 tot 34 huizen geteld. Dan ginghet bevolkingsaantal stilaan omhoog -de cijfers zijn telkens benaderend: 200inwoners in de 17de eeuw, 340 in de18de, 560 in de 19de en in 1910 werdde kaap van 1.000 overschreden.Het jaar van de fusie, 1977, werden de1560 inwoners bij die van Kontich geteld.De bevolking leefde in de eerste plaatsvan de landbouw. Een merkwaardigeherenboer uit de 19de eeuw zal nietlicht vergeten worden. Hij is de enigemannelijke maker van een tekendoekdie hier bekend is. Zijn huisvlijt uit 1853is een pronkstuk van het Museum voorHeemkunde en draagt als opschrift“Het lijden en de dood van Christusdoor Egidius Annot tot Waerloos”.De volksmond noemde hem “zottenAnnot”.

Page 13: Historische schets Kontich

25

Ambachten

In de herbergen “De Hespketel”,“De Vos en de Craen” en “De Wildeman”werd er resp. in de 16de en 18de eeuwbier gebrouwen. Aanvankelijk deed mendat voor eigen en lokaal gebruik, maargeleidelijk werd ook gerstenat uitWaarloos uitgevoerd. Dan duikt er eerstde naam op van Het Wit Kruis,tegenover de kerk. De naamBrouwershuis herinnert aan de verganeglorie van deze brouwerij.Daar vergaderde ooit ook de Raad enhet College, en beschilderde J.B.Reykers de muren met taferelen initalianiserende stijl, soms dan weergebaseerd op het landschap rondom,met tonnenwagen en al. Voldoende voorMonumenten en Landschappen om hetgebouw met interieur te beschermen!De andere grote brouwerij was

Sint-Michaël, aan de Grote Steenweg.Zij kwam in de 19de eeuw in het bezitvan een steenbakker uit Rumst.Zijn zonen Ferdinand en Théophilelegden de basis van de later zovermaarde Brouwerij Maes. Ferdinandwerd zelfs even burgemeester, van 1927tot 1932, toen hij plots stierf. Twee jaarlater werd de Dorpsstraat naar hemomgedoopt. Hij zal wel nooit vermoedhebben dat zijn bedrijf zou uitgroeientot de nummer twee op de Belgischemarkt. En evenmin dat het in de 21steeeuw zou gedaan zijn met bierbrouwen, en dat met het hele complexook de trotse koperen ketels uit hetdorpsbeeld zouden verdwijnen, omvanaf 2005 plaats te maken voor eenindustrieterrein.Even verder in de richting van deVosberg, stond de molen van Waarloos,die in 1761 in werking trad. Nadat de

Page 14: Historische schets Kontich

26

familie Servaes jarenlang de maalderijhad uitgebaat, kwam in het begin vande 19de eeuw de naam Spruytopduiken. Ook van deze familie zal een“spruit” burgemeester van Waarloosworden. Helaas moest de molen in 1914worden afgebroken, want zowel alswaarnemingspost van de Belgen als infunctie van herkenningspunt voor deDuitsers moest hij verdwijnen. Maar defirma bestaat nog steeds onder denaam “Puffex”.Een ander bedrijf dat nog niet uit deherinnering van de Waarlozenaars isverdwenen, is de zuivelfabriek ofmelkerij Sint-Michaël. Daar werd van1925 tot 1959 melk gepasteuriseerd enandere melkproducten bereid. Sinds dejaren 1960 werd het de pleisterplaatsvoor het Waarlose verenigingsleven enin 1977 verbouwd en omgedoopt totBerkenhof.Ten slotte moet er nog één glorierijkfeit uit het ambachtelijk verleden van

Waarloos worden gelicht. Er woondennamelijk generaties smeden-horlogemakers met de naam Piron.Hun reputatie ging ver. In 1992 werdeen klok van Alexander Piron,gedateerd 1773, door de gemeente opeen veiling aangekocht. Het pronkstukkan nu worden bewonderd in hetDocumentatiecentrum van de Kringvoor Heemkunde.

2.3. BEZIENSWAARDIGHEDEN

Kontich en Waarloos hebben niet deallure van Brugge, Gent of Antwerpen,maar voor elke inwoner of bezoeker valter nog heel wat te ontdekken. Om dat tevergemakkelijken zijn er trouwensfiets- en wandelpaden uitgestippeld,zoals de Abraham Hansroute en hetkerk- en buurtwegelpad vanVakantiegenoegens. Wat nog niet invoorgaande tekst aan bod kwam, wordtin volgend hoofdstukje nog eens op een

Het Feugère-orgel van de St.-Martinuskerk Foto: F. Mattys

Page 15: Historische schets Kontich

27

rij gezet.Eerst de kerken. Van de Sint-Martinuskerk zijn behalve de toren, nogoude fragmenten bewaard gebleven.Zo zijn het middenkoor en de tweezijkoren in laatgotische stijl nogoorspronkelijk. Zij werden na de brandvan 1572 opgetrokken. Het huidigeuitzicht dateert van 1928 en zorgde vooreen aanzienlijke uitbreiding, zodat erplaats kwam voor bijna duizend stoelen.Het interieur werd in de jaren 1960drastisch versoberd, maar nog altijd valthet imposante hoogaltaar op, dat detenhemelopneming van Sint-Maartenvoorstelt. Koorbanken en preekstoelzijn zeventiende-eeuws. Zeer fraaibeeldhouwwerk is de groep van deH. Familie van Walter Pompe.De kruisweg wordt toegeschreven aanJ.B. Reykers. Het Feugère-orgel werd ophet einde van de 20ste eeuw van devroegere middenbeuk, nu zijbeuk, naarhet midden van de kerk verplaatst enwordt weer dankbaar gebruikt.De neogotische parochiekerk vanWaarloos uit 1864, toegewijd aanSint-Michiel, bleef goed bewaard.De toren is wel enkele eeuwen ouder:15de - 16de eeuw. Het fraaie,neogotische interieur is het werk van debekende West-Vlaamse baron J.B.Béthune, grondlegger van de neogotiekin België. Merkwaardig is hetopgehoogde kerkhof rond de kerk, metnog mooie zerken. Ook de tombe vande familie della Faille de Waerloos uit de17de eeuw is nog achter de kerk tevinden.Er staan nog twee modernekloosterkerken in twee buitenwijken.Bij het klooster van de patersMontfortanen in Kontich-Kazerne hoortde kerk van O.-L.-Vrouw Onbevlekt

Ontvangen, ingewijd in 1933. In de wijkPierstraat-Keizershoek staat deparochiekerk van Sint-Rita (1937).Elk jaar trekt deze patrones van dehopeloze gevallen nog honderdenpelgrims. De paters hebben in 2004echter het klooster verlaten.Om in de religieuze sfeer te blijven: dekapellen. Langs de Mechelsesteenweg,op de hoek van de Reepkenslei, staatde Reepkenskapel, toegewijd aanO.-L.-Vrouw-ter-Sneeuw. Vroeger wasdit een kapel voor de pestlijders en voorhen die tot de galg waren veroordeeld.Het Lievevrouwebeeldje uit de 16deeeuw werd uit veiligheidsoverwegingenovergebracht naar de Martinuskerk.Waar het kort daarop werdgestolen...Ten slotte is er nog hetKapellekensbos, een beschermddorpsgezicht vlakbij Lint en Duffel.Hier werd in 1683 een gestolenMariabeeld gevonden. De kapel die erwerd opgericht trok massa’sbedevaarders en dus geld in deofferblok.De inwoners van Lint wilden echter ookeen graantje meepikken en richtten eentweede kapel op, vlakbij de spoorweg.Vandaar…Beschermd is ook het oudegemeentehuis van Kontich inneo-Romaanse stijl uit 1860.De raadzaal wordt nog als trouwzaalgebruikt. Alle wanden ervan zijnbeschilderd met beelden van hovenen taferelen uit het Kontichse verleden.Er hangt ook een prachtige kopie vanVan Dycks Sint-Maarten te paard,waarvan het origineel in deparochiekerk van Zaventem hangt.De provinciale afdeling vanMonumenten en Landschappen vondnog een aantal gebouwen en

Page 16: Historische schets Kontich

28

dorpsgezichten beschermenswaard.Op de hoek van de Edegemse- enAntwerpsesteenweg staat hetSint-Martinushof of Hof van Cols.Deze neoclassicistische villa werd in1836 gebouwd. Achteraan werd rond1900 een mooie veranda in ijzergebouwd. Merkwaardig (maar nietbeschermd) is ook de villa “Rest and BeThankful”, die tijdens de EersteWereldoorlog een belangrijke rol heeftgespeeld. Daar werd immers deovergave van de stad Antwerpen aande Duitsers getekend, gekend als deConventie van Kontich.

Ingesloten in de nieuwe wijk rond deVredestraat is de 18de-eeuwseVerbrande hoeve gelegen.Terug in het dorp vermelden we hetKruisken of Hofke van Janssens: eenalleenstaand herenhuis uit de 18deeeuw binnen een ommuurde tuin.De voormalige brouwerij De Sleutelwerd (gedeeltelijk) als monumentbeschermd, de omringendeSleutelstraat met het brouwershuis ende bescheiden werkmanshuisjes alsdorpsgezicht. Verder op de lijst staande kastelen Groeningenhof en Tanghof,elk met hun omgeving.

De villa”Rest and be thankfull” op de Antwerpsesteenweg,waar de “Conventie van Kontich” getekend werd.

Page 17: Historische schets Kontich

29

In Waarloos gaat het ook om hetdorpsgezicht, met als ijkpunten de kerkmet het unieke kerkhof, het voormaligegemeentehuis en het Brouwershuis of“Trappeken op”. Deze deelgemeentekan bovendien prat gaan op eenwaardevol natuurreservaat, dat in deplaats kwam van de oudespoorwegbedding. Deze “diepe route”liep ooit van Wilrijk naar Mechelen.De werken waren in 1905 begonnen,in 1970 werd het station gesloopt ende spoorbedding verwijderd.Naast de voormalige pastorie uit 1650op het Sint-Jansplein tekent zich hetmoderne bibliotheek- en cultuurcomplexaf. Op de tweede en derde verdiepingnestelt zich nu - in een oude vleugelvan de oude maalderij/diamantslijperijDe Arend, het Museum voor Heem- enOudheidkunde. De boeiendste stukkendie uit de ondergrond van Kontich enWaarloos zijn opgedolven, worden hiertentoongesteld. Het verenigingsleven ende ambachten van weleer komen hierweer tot leven. De verzameling teken-doeken en stoplappen is een van deuitgebreidste van Europa. Via decultuurdienst kan iedereen hier overdagkomen snuisteren met de gratiscatalogus in de hand voor de nodigeuitleg. Elke zondag zijn er van 14 tot 17uur twee gidsen beschikbaar: ook algratis! Ook rondleidingen voor groepen,in het museum of door de dorpskom,overdag of ’s avonds (eventueel zelfsmet de nodige straffe verhalen…) zijnmogelijk. Voor afspraken voor dezedidactische maar ook ludiekeinitiatieven, kan contact wordenopgenomen met voorzitter PaulCatteeuw (tel. 03 457 19 38) of conservator Guido Theys(tel. 03 457 54 68).

Deze tekst is een grondige bewerkingvan de “Historische Schets” van wijlenRobert Van Passen, gebaseerd op devier vermelde werken van zijn hand.Hij werd samengesteld door FrankHellemans, m.m.v. Elza Broes, PaulCatteeuw, Jos De Hert, Guido Pede enRik Verbeeck. Bert Verbeeck zorgdevoor de illustraties.