Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

6
3 Tijdschrift voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016 129 Neurologische observatie 1 aios neurologie, afdeling Neurologie, 2 longarts, afdeling Longziekten en Tuberculose, 3 aios radiologie, afdeling Radiologie en Nucleaire genees- kunde, 4 neuroloog, afdeling Neurologie, allen Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen. Correspondentie graag richten aan: mw. drs. J.E. Buijs en dr. B. Jacobs, afdeling Neurologie (AB 51), Universitair Medisch Centrum Groningen, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen, tel.: 050 361 24 00, e-mailadres: [email protected] Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: glandula parotis, nervus facialis uitval, neurosarcoïdose, sarcoïdose, syndroom van Heerfordt. Keywords: facial nerve palsy, Heerfordt syndrome, neurosarcoïdosis, parotid gland, sarcoidosis. Ontvangen 23 november 2015, geaccepteerd 5 februari 2016. Summary In this article we describe a patient with bilateral facial nerve palsy, bilateral parotid gland swelling and fever. These symptoms are found in Heerfordt’s syndrome, a rare presentation of sarcoidosis. Five percent of patients with sarcoidosis has neurological involvement. This includes cranial nerve palsy caused by meningitis and intracranial granulomas. Rarer is the involvement of peripheral nerves. The primary treatment consists of steroids. Samenvatting In dit artikel beschrijven we een patiënt met bilaterale n. facialis-uitval, zwelling van beide glandulae parotideae en koorts. Deze symptomen worden beschreven in het kader van het syndroom van Heer- fordt, een zeldzame uitingsvorm van sarcoïdose. Vijf procent van de patiënten met sarcoïdose heeft neurologische betrokkenheid. Dit betreft onder andere hersenzenuwuitval bij meningitis en intracrani- ele granulomen. Zeldzamer is betrokkenheid van de perifere zenuwen. De behandeling is primair door middel van corticosteroïden. (Tijdschr Neurol Neurochir 2016;117(3):129-34) Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van sarcoïdose Heerfordt’s syndrome: a rare presentation of sarcoidosis Mw. J.E. Buijs 1 , G.D. Nossent 2 , L. Smagge 3 , dr. G.J.R. Luijckx 4 , dr. B. Jacobs 4 Inleiding Het syndroom van Heerfordt is een bijzondere uitings- vorm van sarcoïdose. Het wordt gekenmerkt door unila- terale of bilaterale zwelling van de glandula parotis, uni- laterale of bilaterale n. facialis-uitval, uveïtis en koorts. In de literatuur wordt slechts spaarzaam melding ge- maakt over het vóórkomen ervan; een incidentie van 0,3% bij patiënten met sarcoïdose is beschreven. 1 On- danks dat het een zeldzame uiting is van sarcoïdose, is het belangrijk het syndroom te herkennen, mede gezien de behandelmogelijkheden. Ziektegeschiedenis Een 41-jarige man werd gezien op de afdeling Spoedei- sende Hulp in verband met een aangezichtsverlamming links. Hij had daarbij last van extreme vermoeidheid en was in een paar weken tijd 18 kg afgevallen. Tevens had hij een verminderd gevoel in zijn rechter gelaatshelft en rechts op de romp. De klachten waren 2 maanden er- voor begonnen met pijnlijke gewrichten (linker elleboog, rug en beide enkels). De enkels waren ook gezwollen, maar zonder roodheid. Reeds eerder, 6 weken na de start van de eerste klachten, was er door de reumatoloog een punctie van het enkelgewricht verricht. Deze toonde een reactieve artritis. Ondanks frequent bezoek aan het bos had patiënt naar zijn weten nooit een tekenbeet gehad. De medische voorgeschiedenis was behoudens boven- staande artritis niet bijdragend, hij gebruikte geen me-

Transcript of Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

Page 1: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

3

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016 129

Neurologische observatie

1 aios neurologie, afdeling Neurologie, 2 longarts, afdeling Longziekten en Tuberculose, 3 aios radiologie, afdeling Radiologie en Nucleaire genees-

kunde, 4 neuroloog, afdeling Neurologie, allen Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen.

Correspondentie graag richten aan: mw. drs. J.E. Buijs en dr. B. Jacobs, afdeling Neurologie (AB 51), Universitair Medisch Centrum Groningen,

Postbus 30.001, 9700 RB Groningen, tel.: 050 361 24 00, e-mailadres: [email protected]

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: glandula parotis, nervus facialis uitval, neurosarcoïdose, sarcoïdose, syndroom van Heerfordt.

Keywords: facial nerve palsy, Heerfordt syndrome, neurosarcoïdosis, parotid gland, sarcoidosis.

Ontvangen 23 november 2015, geaccepteerd 5 februari 2016.

SummaryIn this article we describe a patient with bilateral facial nerve palsy, bilateral parotid gland swelling and fever. These symptoms are found in Heerfordt’s syndrome, a rare presentation of sarcoidosis. Five percent of patients with sarcoidosis has neurological involvement. This includes cranial nerve palsy caused by meningitis and intracranial granulomas. Rarer is the involvement of peripheral nerves. The primary treatment consists of steroids.

SamenvattingIn dit artikel beschrijven we een patiënt met bilaterale n. facialis-uitval, zwelling van beide glandulae parotideae en koorts. Deze symptomen worden beschreven in het kader van het syndroom van Heer-fordt, een zeldzame uitingsvorm van sarcoïdose. Vijf procent van de patiënten met sarcoïdose heeft neurologische betrokkenheid. Dit betreft onder andere hersenzenuwuitval bij meningitis en intracrani-ele granulomen. Zeldzamer is betrokkenheid van de perifere zenuwen. De behandeling is primair door middel van corticosteroïden. (Tijdschr Neurol Neurochir 2016;117(3):129-34)

Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van sarcoïdose Heerfordt’s syndrome: a rare presentation of sarcoidosis

Mw. J.E. Buijs1, G.D. Nossent2, L. Smagge3, dr. G.J.R. Luijckx4, dr. B. Jacobs4

InleidingHet syndroom van Heerfordt is een bijzondere uitings­vorm van sarcoïdose. Het wordt gekenmerkt door unila­terale of bilaterale zwelling van de glandula parotis, uni­laterale of bilaterale n. facialis­uitval, uveïtis en koorts. In de literatuur wordt slechts spaarzaam melding ge­maakt over het vóórkomen ervan; een incidentie van 0,3% bij patiënten met sarcoïdose is beschreven.1 On­danks dat het een zeldzame uiting is van sarcoïdose, is het belangrijk het syndroom te herkennen, mede gezien de behandelmogelijkheden.

ZiektegeschiedenisEen 41­jarige man werd gezien op de afdeling Spoedei­

sende Hulp in verband met een aangezichtsverlamming links. Hij had daarbij last van extreme vermoeidheid en was in een paar weken tijd 18 kg afgevallen. Tevens had hij een verminderd gevoel in zijn rechter gelaatshelft en rechts op de romp. De klachten waren 2 maanden er­voor begonnen met pijnlijke gewrichten (linker elleboog, rug en beide enkels). De enkels waren ook gezwollen, maar zonder roodheid. Reeds eerder, 6 weken na de start van de eerste klachten, was er door de reumatoloog een punctie van het enkelgewricht verricht. Deze toonde een reactieve artritis. Ondanks frequent bezoek aan het bos had patiënt naar zijn weten nooit een tekenbeet gehad. De medische voorgeschiedenis was behoudens boven­staande artritis niet bijdragend, hij gebruikte geen me­

Page 2: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016130

Neurologische observatie

dicatie. Bij neurologisch onderzoek werd een niet­zieke man gezien met bij hersenzenuwonderzoek een subjec­tieve hypesthesie van de rechter gelaatshelft volgens het areaal van de n. trigeminus. Hierbij was er sprake van een perifere faciale parese ten nadele van links, House­Brackmann (HB) graad V. Overig neurologisch onder­zoek was ongestoord. De patiënt werd opgenomen voor nader onderzoek. Bloedonderzoek toonde de volgende uitslagen: bezinkingssnelheid 19 mm/uur, c­reactief proteïne 2 mg/l, angiotensine I­converterend enzym (ACE) 57 U/l, met negatieve serologie voor Borrelia, hiv, lues, tuberculose (TBC) en negatieve auto­immuunse­rologie (ANA, ANCA, ENA). Er was initieel ook sprake van een hyponatriëmie (129 mmol/l), wat samen met de gerapporteerde dorst zou kunnen duiden op een diabe­tes insipidus. Bij herhaling kon de hyponatriëmie echter niet meer worden aangetoond. Een MRI­scan van de hersenen liet gadoliniumaankleuring zien van de n. fa­cialis links (zie Figuur 1) met enkele wittestofafwijkin­gen (niet getoond). Liquoranalyse toonde een verhoogd eiwitgehalte 0,73 g/l, een pleiocytose van 25/μl (98% mononucleairen) en een normaal glucosegehalte. In een herhaalde liquoranalyse was het ACE 0,7 U/l (normaal). De PCR­analyse van de liquor op neurotrope virussen was negatief, en evenmin konden er antistoffen tegen Borrelia worden aangetoond. Cytologisch onderzoek toonde ook geen afwijkingen. Gezien de artralgiëen en

de n. facialis­uitval was er een hoge verdenking op neu­roborreliose. Derhalve werd gestart met ceftriaxon 1 dd 2.000 mg intraveneus voor 2 weken. Tijdens deze op­name ontwikkelde de patiënt ook een n. facialis­uitval rechts, naast zwelling van de glandulae parotideae bei­derzijds (zie Figuur 2a). Er was sprake van koorts tot 39,5 °C. De behandeling met ceftriaxon zorgde niet voor her­stel. Hij lag bijna hele dagen op bed, en had herhaalde­lijk verhoging tot 38,5 °C, weinig eetlust en veel moeite met slikken. Hierop werd de patiënt verwezen voor een tweede mening naar een Universitair Medisch Centrum.Bij onderzoek werd nu een zieke man gezien. Er was een dysesthesie van de rechter gelaatshelft met uitval van de n. facialis beiderzijds, HB graad V. Er was zwelling van de glandulae parotideae voelbaar beiderzijds zonder anderszins palpabele lymfeklieren. Er werd onder ver­denking van sarcoïdose een fluorodeoxy­glucose (FDG)­PET­scan gemaakt. Deze liet uitgebreide lymfadenopa­thie met name mediastinaal en intense FDG­stapeling in de glandulae parotideae beiderzijds (zie Figuur 3) zien. De kno­arts verrichtte vervolgens een biopt uit de glandula parotis rechts. Histopathologisch onderzoek hiervan toonde een niet­necrotiserende granulomateuze ontsteking wat de verdenking op sarcoïdose ondersteun­de. De oogarts constateerde nog, na start van de behan­deling met prednison, een lichte posterieure uveïtis. De patiënt had behalve fotofobie geen andere oogheelkun­

Figuur 1. Axiale T1-gewogen FLASH-MRI voor en na contrasttoediening toont subtiele aankleuring van de linker n. facialis na toediening

van gadolinium.

A B

Page 3: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

3

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016 131

dige klachten. De combinatie van de symptomen van bilaterale n. facialis­uitval, zwelling van beide glandulae parotideae, uveïtis en koorts wordt gezien bij sarcoïdose in het kader van het syndroom van Heerfordt.

BesprekingDeze ziektegeschiedenis toont het ziektebeloop van een patiënt met artralgieën en een bilaterale faciale pa­rese naar uiteindelijk de diagnose neurosarcoïdose. De

Figuur 2a. Zwelling van beide glandulae parotideae met bilaterale faciale parese, links HB graad V en rechts HB graad IV. De foto is

ruim 2 maanden na het begin van de eerste klachten gemaakt.

Figuur 2b. Bilaterale faciale parese, HB graad III. Deze foto is 4 maanden na het begin van de klachten gemaakt. De patiënt werd

verzocht de ogen te sluiten en de tanden te laten zien. (toestemming voor publicatie verleend door de patiënt)

A B

Figuur 3. Gefuseerde FDG-PET-CT toont FDG-stapeling binnen lymfeklieren hilair, mediastinaal en in de glandulae parotideae beiderzijds.

Page 4: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016132

Neurologische observatie

FDG­PET­scan toonde multipele klieren met intense FDG­stapeling evenals in beide glandulae parotideae. Er werd voor gekozen een biopt te nemen uit de glan­dula parotis. De verdenking op sarcoïdose kon uitein­delijk histopathologisch worden ondersteund.

DifferentiaaldiagnoseIn de differentiaaldiagnose van een bilaterale n. facia­lis­uitval dienen een aantal andere belangrijke groepen van oorzaken te worden onderscheiden.2,3 Allereerst een infectieuze groep waarbij er met name aan neuroborre­liose, tuberculose, varicellazostervirus, herpessimplexvi­rus, Epstein­Barrvirus, hiv en lues gedacht moet worden. Voorts inflammatoire oorzaken zoals systemische lupus erythematodes (SLE), M. Sjögren, Guillain­Barrésyn­droom en neurosarcoïdose. Hematologische maligni­teiten, leptomeningeale metastasen en parotistumoren kunnen ook een dubbelzijdige n. facialis­uitval geven.

Uitingsvormen neurosarcoïdoseSarcoïdose is een chronische auto­inflammatoire aan­doening met vorming van niet­necrotiserende granulo­men. De granulomen kunnen in vrijwel alle organen voorkomen, maar met name in de longen en in de lym­feklieren. Sarcoïdose heeft een incidentie van 16,5 per 100.000 voor mannen en 19 per 100.000 voor vrou­wen, met een piekincidentie tussen 20 en 40 jaar.4 Van de patiënten met sarcoïdose kent 5% klinisch­neurolo­gische betrokkenheid.5 Geïsoleerde neurosarcoïdose is nog zeldzamer: ongeveer 1% van de patiënten met sar­coïdose.6 Sarcoïdose kan zich op verschillende manie­ren in het perifere en centrale zenuwstelsel presenteren.

Hersenzenuwen De meest voorkomende uitingsvorm van neurosarcoï­dose is hersenzenuwuitval. Dit komt bij ongeveer 50% van de patiënten met neurosarcoïdose voor. Het meest aangedaan is de n. facialis door basale meningitis of secundair aan inflammatie van de glandula parotis.7

Uitval van de n. opticus, n. trigeminus en n. vestibu­locochlearis komt minder vaak voor.6,7 In ongeveer een derde van de gevallen is er sprake van bilaterale betrok­kenheid van de n. facialis.8

Intracraniële laesiesIntracraniële afwijkingen worden bij ongeveer 50% van de patiënten met neurosarcoïdose gezien.6 Er kunnen granulomen voorkomen in de hypothalamus en/of in de hypofyse waardoor er hormonale ontregeling kan optreden, zich uitend in diabetes insipidus (hyponatri­emie), amenorroe en galactorroe. Ook kunnen stoor­nissen in de slaap en lichaamstemperatuur optreden.6

Herseninfarcten zijn eveneens beschreven bij neurosar­coïdose, secundair aan granulomateuze angiitis of door cardio­embolische trombi.6,9 Andere complicaties kunnen zijn: hydrocefalus, epi­lepsie en cognitieve achteruitgang.7,9 Een hydrocefalus kan ontstaan door verminderde liquorresorptie bij een aseptische meningitis, maar ook door compressie door intracraniële granulomen.7,9

MyelumlaesiesZowel extradurale compressie als intradurale infiltra­tie van granulomen in het myelum is beschreven met dientengevolge een myelopathie.6 Betrokkenheid van het ruggenmerg treedt op bij ongeveer 10% van de pa­tiënten.10

Perifere neuropathie en myopathiePerifere (dikkezenuwvezel­) neuropathie is relatief zeld­zaam, in tegenstelling tot de dunnezenuwvezelneuro­pathie.11 Door middel van kwantitatieve sensorische testen worden bij ongeveer 65% van de patiënten met neurosarcoïdose en sensorische klachten aanwijzingen gevonden voor een dunnevezelneuropathie.12 Sympto­matische myopathie is slechts bij 1,4­2,3 % van de pa­tiënten beschreven.11

Syndroom van Heerfordt Het syndroom van Heerfordt bestaat uit een combinatie van zwelling van de glandula parotis, n. facialis­uitval, uveïtis en koorts. De zwelling van de glandula parotis en uitval van de n. facialis kunnen unilateraal of bilate­raal zijn.13 Het wordt uit de literatuur niet helder hoeveel

Figuur 4. Christian Frederick Heerfordt (1871-1953).

Page 5: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

3

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016 133

C

van de symptomen er aanwezig moeten zijn om van het syndroom van Heerfordt te mogen spreken. Het syn­droom is voor het eerst beschreven door de Deense oog­arts Christian Heerfordt (zie Figuur 4) in 1909. Hij legde echter nog niet de relatie met sarcoïdose.14,15 Dit gebeurde rond 1937, wat in de literatuur wordt toegeschreven aan verschillende personen waaronder de artsen Walden­ström en Bruins­Slot.2,16 Het syndroom van Heerfordt komt waarschijnlijk bij ongeveer 0,3% van de patiënten met sarcoïdose voor, maar goed onderbouwde incidentie­cijfers ontbreken.1 De zeldzaamheid ervan maakt dat er slechts beperkte informatie beschikbaar is over de kliniek en prognose van het syndroom van Heerfordt. Bij dit syn­droom heeft 25­50% uitval van de n. facialis (uni­ of bila­teraal).7 Oogheelkundige problemen worden bij 11­83% van de patiënten met sarcoïdose beschreven waarbij ante­rieure uveïtis het meest voorkomend is.17 Dit geeft klach­ten van een rood oog, fotofobie, tranend oog, wazig zien en het zien van mouches volantes. Van de patiënten met sarcoïdose heeft 6% zwelling van de glandula parotis, bij 73% van deze patiënten is dit bilateraal.18 Het merendeel van de patiënten met het syndroom van Heerfordt heeft verhoging van de lichaamstemperatuur of zelfs koorts.13 Dit is het gevolg van een gegeneraliseerde inflammatoire respons, maar door disfunctie van de hypothalamus kan er ook temperatuurontregeling plaatsvinden.6

DiagnostiekHet stellen van de diagnose (neuro)sarcoïdose is uitda­gend.7,9,19 De diverse beschikbare diagnostische onder­zoeken hebben een matige sensitiviteit en specificiteit. De meeste onderzoeken hanteren als gouden standaard histopathologische bevestiging. Een röntgenfoto van de thorax voor pulmonale manifestatie van sarcoïdose heeft een lage sensitiviteit (4%), een hogeresolutie­CT­scan van de thorax heeft daarentegen een sensitiviteit van 67%. Het ACE­gehalte in serum is bij 30­40% van de patiënten met neurosarcoïdose verhoogd. De concentratie van de inter­leukine­2­receptor is in het serum ook vaak verhoogd,

maar beide zijn niet specifiek. Bij ongeveer 10% van de patiënten kan verder nog een hypercalciëmie gevonden worden. Liquoronderzoek kan een leukocytose, een ver­hoogd totaal eiwitgehalte, een verlaagd glucosegehalte en een verhoogde IgG­index laten zien. De sensitiviteit van het ACE in de liquor wisselt tussen de 28­75% bij patiënten met neurosarcoïdose, afhankelijk van de stu­die. De specificiteit kan oplopen tot 94%. Een MRI­scan helpt bij het detecteren en lokaliseren van neurologische laesies (wittestofafwijkingen, aankleurende parenchyma­teuze laesies, hersenzenuw­, leptomeningeale en durale aankleuring eventueel samengaand met spinale afwijkin­gen), maar is evenmin specifiek. Een FDG­PET­scan kan behulpzaam zijn in het aantonen van hypermetabolisme in bijvoorbeeld de lymfeklieren en het vinden van een geschikte biopsieplaats. Histopathologisch onderzoek draagt bij aan het stellen van de diagnose neurosarcoïdose.

BehandelingDe belangrijkste en primaire behandeling van (neuro­)sarcoïdose is door middel van corticosteroïden per os. Vaak wordt hieraan een ander immuunsuppressivum toegevoegd voor corticosteroïdsparing bij langdurige behandeling. Hiervoor wordt onder andere gebruik ge­maakt van azathioprine, mycofenolaatmofetil, metho­trexaat en/of monoklonale antilichamen zoals rituxi­mab of infliximab.9

De patiënt uit deze casus werd behandeld met prednison 0,5 mg/kg per os. De faciale parese was al herstellende voor de start van de prednison (zie Figuur 2b op pagina 131); na een aantal weken behandeling met prednison was de faciale parese hersteld tot een HB graad III links en graad II rechts. Hij was minder vermoeid en ook de zwelling van de beide glandulae parotideae was afgeno­men. De fotofobie hield nog wel aan.

ConclusieNeurosarcoïdose kan verschillende uitingsvormen hebben, zoals hersenzenuwuitval bij basale meningitis, intracrani­

Aanwijzingen voor de praktijk

1. Sarcoïdose kan diverse neurologische complicaties geven zoals hersenzenuwuitval en intracraniële

granulomen. Minder vaak wordt betrokkenheid van de perifere zenuwen gezien. Een uitzondering

hierop vormt de dunnevezelneuropathie.

2. Denk bij (bilaterale) n. facialis-uitval in combinatie met zwelling van de glandula parotis ook aan

neurosarcoïdose.

3. Aanvullend onderzoek kent een lage sensitiviteit en is vaak beperkt specifiek. Onderzoek met FDG-PET

kan helpen bij de diagnose sarcoïdose en bij het vinden van een geschikte plaats voor weefselafname.

Page 6: Het syndroom van Heerfordt: een bijzondere uitingsvorm van ...

Ti jdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie vol 117 - nr. 3 - september 2016134

Neurologische observatie

ele granulomen, of minder frequent betrokkenheid van de perifere zenuwen. Denk bij bilaterale n. facialis­uitval ook aan sarcoïdose, waarbij het syndroom van Heerfordt met zwelling van de glandula parotis, n. facialis­uitval, uveïtis en koorts hier een bijzondere uitingsvorm van is. Referenties1. Sugawara Y, Sakayama K, Sada E, et al. Heerfordt syndrome initially presen-

ting with subcutaneous mass lesions: usefulness of gallium-67 scans before and

after treatment. Clin Nucl Med 2005;30:732-3.

2. Denny MC, Fotino AD. The Heerfordt-Waldenström syndrome as an initial pre-

sentation of sarcoidosis. Proc (Bayl Univ Med Cent) 2013;26(4):390-2.

3. Jain V, Deshmukh A, Gollomp S. Bilateral facial paralysis: case presentation

and discussion of differential diagnosis. J Gen Intern Med 2006;21:C7-C10.

4. Nunes H, Bouvry D, Soler P, et al. Sarcoidosis. Orphanet J Rare Dis 2007;2:46.

5. Delaney P. Neurological manifestations in sarcoidosis: review of the literature,

with a report of 23 cases. Ann Intern Med 1977;87:336-45.

6. Vargas DL, Stern BJ. Neurosarcoidosis: diagnosis and management. Semin

Respir Crit Care Med 2010;31:419-27.

7. Nowak DA, Widenka DC. Neurosarcoidosis: a review of its intracranial manife-

station. J Neurol 2001;248:363-72.

8. Zajicek JP, Scolding NJ, Foster O, et al. Central nervous system sarcoidosis-

diagnosis and management. Q J Med 1999;92:103-17.

9. Segal BM. Neurosarcoidosis: diagnostic approaches and therapeutic strate-

gies. Curr Opin Neurol 2013;26:307-13.

10. Lower EE, Weiss KL. Neurosarcoidosis. Clin Chest Med 2008;29:475-92.

11. Hoitsma E, Drent M, Verstraete E, et al. Abnormal warm and cold sensation

tresholds suggestive of small-fibre neuropathy in sarcoidosis. Clin Neurophysiol

2003;114:2326-33.

12. Hoitsma E, Faber CG, Drent M, et al. Neurosarcoidosis: a clinical dilemma.

Lancet Neurol 2004;3:397-407.

13. Chappity P, Kumar R, Sahoo AK. Heerfordt’s syndrome presenting with recur-

rent facial nerve palsy. Case report and 10-year literature review. Sultan Qaboos

Univ Med J 2015;15:e124-8.

14. James DG. Pioneers of sarcoidosis: Christian Frederick Heerfordt (1871-

1953). Sarcoidosis Vasc Diffuse Lung Dis 2002;19:65.

15. Heerfordt CF. Uber eine “febris uveo-parotidea subchronica” an der glandula

parotis und der uvea des auges lokalisiert und häufug mit paresen cerebrospinaler

nerven kompliziert. Albrecht von Grafes Archiv für Ophtalmologie 1909;70:254-73.

16. Young RC, Jr, Rachal RE, Cowan CL, Jr. Sarcoidosis- The beginning: histori-

cal highlights of personalities and their accomplishments during the early years. J

Natl Med Assoc 1984;76:887-96.

17. American Thoracic Society. Statement on Sarcoidosis. Am J Respir Crit Care

Med 1999;160:736-55.

18. James DG, Sharma OP. Parotid gland sarcoidosis. Sarcoidosis Vasc Diffuse

Lung Dis 2000;17:27-32.

19. Datema M, Tannemaat MR, Drent M et al. Neurosarcoïdose en paraneurosar-

coïdose. Ned Tijdschr Geneeskd 2015;159:A8383.