Hoe bereid je het oudercontact voor? Tijdsindeling:

Hoeveel tijd besteed ik voor iedere ouder?

Hoe licht ik de ouders in?

Hoe richt ik alles in?

Waar ga ik zitten?

Zorg voor plaatsen voor de wachtenden.

Hulpmiddeltjes om de tijd in de gaten te houden.

Materiaal klaar leggen. (bv. Om zelf notities te nemen, proeven in volgorde steken…)

Kijk nog even in het LVS-dossier naar de vorige jaren.

Wanneer begin ik?

Hoe bereid je het ouercontact voor?

Welke boodschap wil je kwijt? Hoe vertaal je die?

Zorg dat het doel van het gesprek duidelijk is. Wil

je enkel resultaten bespreken, informatie

doorgeven of is er een probleem dat wat meer

aandacht nodig heeft?

Wat verwacht je van de ouders en welke rol willen

ze spelen in het leerproces?

Ook moeilijke leerlingen hebben

positieve kanten.

Laat ik de leerlingen bij het gesprek aanwezig zijn of niet?

Hoe bereid je het oudercontact voor?

Hoe bereid je het oudercontact voor?

Eventueel voor anderstalige ouders: Kijklijst

Moet ik voor sommige gescheiden ouders andere schikkingen treffen?

Ben je onzeker? Haal er iemand bij. Je zult als beginnende leraar te maken krijgen met ouders die soms een jaar of twintig ouder zijn dan jij. Als er zich dan problemen voordoen met een kind in je klas en het is nodig daarover met de ouders een gesprek te voeren, dan kan het best zijn dat je je onzeker voelt. Waarom dan niet aan collega vragen om bij zo'n gesprek aanwezig te zijn.

Probeer vooraf toch reeds signalen te

geven bij moeilijkheden, zodat ouders niet

onvoorbereid op het oudercontact komen.

Het gesprek

Ontspan je. Wie gespannen aan een

gesprek met ouders begint, geeft die

spanning vaak aan hen door.

Verwelkom de ouders op een gepaste wijze.

Ouders en school zijn partner in de

opvoeding van het kind: spreek niet tegen

de ouders maar met de ouders.

Elk gezin heeft ongeschreven regels.

Peil ernaar in het gesprek en respecteer

ze.

Ouders en leerkrachten hebben het beste voor

met het kind. Ze delen dezelfde zorgen. Luister

daarom actief wat ze te vertellen hebben. Dat

betekent niet dat je met alles akkoord moet gaan.

Vermijd het conflict. In een conflictsituatie

is er nooit een winnaar.

Erken dat de ouder deskundig is. Een

gesprek is geen machtsspel, maar verloopt

tussen twee evenwaardige partners.

Neem een luisterhouding aan. Je hoeft als

leraar niet voor elke probleemsituatie naar

een oplossing te vinden. Zoek daar samen

met de ouders naar.

Wie actief luistert wil zo goed mogelijk

begrijpen wat de andere zegt, maar ook

denkt en voelt. Hij laat de andere uitpraten.

Hij luistert ook naar de lichaamstaal (hij is

boos, bang, staat open voor kritiek).

Als je advies geeft, is het dan uitvoerbaar? Hebben ouders er een aandeel in? Ouders willen betrokken zijn. Stap naar ze toe. Wat maken ze thuis mee? Waar willen ze naartoe? Welke oplossing zien zij? Geef concrete tips of voorbeelden. (Zorg niet steeds voor meer werk voor de kinderen!)

Ouders verwachten geen waarzeggers, geen tovenaars. Ze verwachten hulp.

Probeer bij moeilijke gesprekken niet naar een

schuldige te zoeken, wel naar een oplossing.

Kan je dat niet in tien minuten tijd, maak dan

een afspraak voor een vervolggesprek. (of plan

vooraf een gesprek dat langer kan duren.)

Zorg voor een follow-up van het gesprek. Maak

afspraken die je in een volgend gesprek kunt

toetsen. Wat gaan we doen en hoe pakken we dat

aan?

Geef ouders ook de ruimte om te praten over hun kind. Zeker als je slecht nieuws te melden hebt over een kind, is het verstandig er rekening mee te houden dat ouders daarvan zullen schrikken. De mededeling dat een kind blijft zitten, kan hard aankomen. Ouders hebben vaak even tijd nodig om dat te verwerken en te accepteren. Neem dan ruim de tijd om met ouders over hun kind te praten. En kom niet te snel aanzetten met de oplossingen die je zelf al bedacht hebt. Dan sla je dat acceptatieproces over.

Misschien zijn er op school mensen die hetzelfde hebben meegemaakt en daar eventueel willen over getuigen.