Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

13
Het kabinet-Heemskerk (-)

description

Een fragment

Transcript of Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Page 1: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Het kabinet-Heemskerk (-)

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:231

Page 2: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Redactieraad

Kernredactie:

prof.dr. D.. Kuiper prof.dr. G. Harinck drs. P.W. van Trigt

dr. T.R. Barnard dr. F.G.M. Broeyer prof.dr. J. de Bruijn dr. C.M. van Driel dr. J. Exalto dr. G.J. van Klinken prof.dr. G.J. Schutte dr. J. Vree

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:232

Page 3: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Het kabinet-Heemskerk (-)

Onder redactie van D.. Kuiper en G.J. Schutte

Jaarboek voor de geschiedenis van hetNederlands protestantisme na Jaargang

Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:233

Page 4: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

:

www.uitgeverijmeinema.nl

Ontwerp omslag: Marion Rosendahl

Illustratie omslag: L. J. Jordaan, ‘De belangrijkheid van Ernst’, in: De Notenkraker .

Binnenwerk: Hans Seijlhouwer

© Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van de uitgever.

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:234

Page 5: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Gerrit Schutte en Dick Kuiper Overeenkomstig de beginselen der rechterzijde Het kabinet-Heemskerk in perspectief................................................

Gert van Klinken Tussen droom en daad Electorale keuzen tussen idealisme en pragmatisme ......................

Jan de Bruijn Doch gij zijt zoo vindingrijk De formatie van het kabinet-Heemskerk .........................................

Arno Bornebroek Verzoening als christelijke plicht Minister-president Heemskerk ..........................................................

Johan den Hertog Klassieke diplomatie in een nieuw jasje Reneke de Marees van Swinderen......................................................

Hardy Beekelaar Het Suikerpotje van Kolkman Minister mr. M.J.C.M. Kolkman en de staatsnanciën ..............

Erie Tanja Op de bres ter bestrijding van de zedeloosheid De katholieke ministers van Justitie: A.P.L. Nelissen en E.R.H. Regout .....................................................................................

Inhoud

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:235

Page 6: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Alexander van Kessel Katholieken in de schaduw van Lely Jan Bevers (-) en Louis Regout (-), ministers van Waterstaat....................................................................

Gerard van Krieken Jouw Pa is rood Talsma’s arbeidersverzekeringswetten .............................................

Herman Langeveld In de schaduw van de Eerste Wereldoorlog Het defensiebeleid van het kabinet-Heemskerk...........................

Herman Smit Het heilloos drijven eener clericale regeering Het koloniaal beleid van het kabinet-Heemskerk........................

Personalia van de auteurs.......................................................................

Register van persoonsnamen ................................................................

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:236

Page 7: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Drie christelijke coalitiekabinetten kende Nederland voor de Grond-wetswijziging van , die het algemeen (mannen)kiesrecht, de evenredige vertegenwoordiging en de onderwijspacicatie bracht en daarmee een heel andere politieke constellatie. Het kabinet-Mackay (-), het kabinet-Kuyper (-) en het kabinet-Heemskerk (-). Van die drie is dat onder voorzitterschap van mr. . Heemskerk ( februari - augustus ) verre het minst bekend gebleven. Ten onrechte, lijkt het.

In werd Nederland een constitutionele monarchie met parle-mentair stelsel. Sindsdien wisselden conservatieve en liberale kabi-netten elkaar op, veertig jaren lang. Bezit en aanzien waren voorwaarde voor deelname aan het democratisch proces in die tijd. Slechts elf pro-cent van de (mannelijke) inwoners was aanvankelijk kiesgerechtigd, het districtenstelsel benadeelde minderheden. Verlicht-protestant en burgerlijk was de fatsoenlijke bovenlaag van de Nederlandse standen-samenleving; kerk en school predikten christelijke en maatschappe-lijke deugden, een civil religion voor maatschappelijk correct gedrag in de gekoesterde nationale eenheid. Orthodoxe protestanten en ka-tholieken, veelszins behorend tot het volk achter de kiezers, voelden zich echter minder vertegenwoordigd. Formeel was er gelijkstelling van alle godsdiensten, maar hun emancipatie moesten zij bevechten en de wetgeving gaf keer op keer (, ) geen gelijkstelling van het bijzondere onderwijs – ondanks het massaal Volkspetition-nement van . In de strijd voor het bijzonder onderwijs ging het over fundamentele zaken: wie bepaalt welk mens- en wereldbeeld de school onderwijst? Katholieken en orthodox-protestanten gruwden

Overeenkomstig de beginselen der rechterzijde

Het kabinet-Heemskerk in perspectief

Gerrit Schutte en Dick Kuiper

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:237

Page 8: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

van het ‘verlichte’ maatschappij- en staatsconcept, gebaseerd op het optimistisch mensbeeld van de vooruitgang en verbetering (‘Bouw scholen en gij kunt de gevangenissen sluiten!’). Geen wonder dat de schoolstrijd een belangrijke oorzaak was voor het ontstaan van confessionele politieke organisaties. In stelde de hervormde theoloog dr. A. Kuyper een program op voor de door G. Groen van Prinsterer in afgelopen decennia ontwikkelde antirevolutionaire beweging en initieerde een partij-organisatie. De priester dr. H.J.A.M. Schaepman, kamerlid vanaf , zette zich programmatisch en organisatorisch in voor een Katholieke staats-partij. Het conservatief-liberale kabinet-J.Heemskerk Az begreep dat een (bescheiden) kiesrechtuitbreiding noodzakelijk was () en – daartoe door rechts gedwongen, die dit als voorwaarde stelde voor steun aan kiesuitbreiding – aanvaardde herinterpretatie van het grondwetsartikel zodat subsidie van het bijzonder onderwijs mogelijk werd. De verkiezingen van verbraken de veertig jaren van con-servatief-liberale hegemonie, er werden antirevolutionairen, ka-tholieken, conservatief, socialist en liberalen gekozen. Æ. baron Mackay kon het eerste christelijk kabinet formeren. Gefundeerd op een parlementaire meerderheid van rechts, de confessionele coalitie, en met een program – allemaal nieuwe situaties, toen.

Het ‘kostelijk’ kabinetHet ‘kostelijk’ kabinet-Mackay staat terecht traditioneel bekend als een school-ministerie. Het onderwijs was wel niet de raison d’ être van de christelijke politiek maar vormde in ieder geval het cement van de parlementaire coalitie en eerste belang. De wet, die Mackay indiende en doorvoerde, heette officieel even bureaucratisch als dui-delijk: ‘Wet van de sten December , tot gedeeltelijke herzie-ning der wet van Augustus (Staatsblad no.) tot regeling van het lager onderwijs’. Herziening van de regeling van het lager onderwijs – dat was al nodig om het bijzonder onderwijs recht te doen. De tegenstanders van het bijzonder onderwijs hadden steeds gesteld, dat de grondwet subsidie aan het bijzonder onderwijs niet toestond. ‘Het geven van onderwijs is vrij’, luidde die grondwet sinds . Maar diezelfde grondwet stelde ook: ‘Het openbaar onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg der regering. Er wordt overal in het Rijk van overheidswege voldoend openbaar onderwijs gegeven’.

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:238

Page 9: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

En dat laatste zinsdeel zou betekenen: de overheid betaalt uiteraard alleen openbaar onderwijs. In moesten de liberalen buigen voor een ander concept van de verhouding tussen staat en samenleving. Daarin was de bijzondere school van de ouders gelijkwaardig aan de neutrale staatsschool, want staat en civil society zijn ieder souverein in eigen kring. De verleende subsidie aan het bijzonder onderwijs was overigens uiterst bescheiden. Mackay was een hervormer, geen revolutionair. Maar het was wel een eerste stap naar een andere bedeling. Dat gold ook voor de arbeidswet van minister Ruys van Beerenbroek, dat over-matige arbeid voor vrouwen en kinderen beperkte. Staatsinmenging mag en moet soms, maar zelfverantwoordelijkheid is regel. Ook de minister van Koloniën, L.W.C. Keuchenius, gaf slechts enkele eerste indicaties van een nieuw ethisch koloniaal beleid. ‘s Konings Regeering verlangt ernstig dat de heerschappij van Nederland aan de koloniale bezittingen tot zegen zij, stelde hij – en hij doelde daarmee niet alleen op economische welvaart. Hij verwees expliciet naar de zegen die zen-ding en onderwijs zouden brengen en nam dan ook maatregelen ten behoeve van de positie van kerk, zending en inheemse christenen in Nederlands Oost-Indië. Maar de Eerste Kamer schreef, dat de dweep-zucht van Keuchenius de rust in de overzeese bezittingen in gevaar bracht, omdat zijn kersteningscampagne het islamitisch fanatisme prikkelde! Keuchenius had een lange, moeizame voorgeschiedenis met de liberalen, juist ook in koloniaal opzicht (Atjeh, Billiton) en hij vertegenwoordigde de gauche van de – als enige had hij de socialist Domela Nieuwenhuis in de Kamer verwelkomd. Er werden dus oude zaken verrekend toen de Eerste Kamer (gedomineerd door een liberale meerderheid) in zijn begroting afwees.

Het kabinet van de antitheseHet kabinet-Mackay had getoond, dat rechts kon regeren. Het had slechts bescheiden aanzetten tot verandering gebracht. Toch vol-doende voor links om bij de reguliere kamerverkiezingen van de eenheid tegen rechts te hervinden en vervolgens weer tien jaren lang Nederland naar eigen liberaal beeld te moderniseren. In datzelfde decennium werden de religieuze tegenstellingen sterker en zetten de arbeiders en kleine luyden hun emancipatie voort. Het versterkte het belang van de sociale kwestie. De encycliek Rerum Noarum en het

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:239

Page 10: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

Christelijk Sociaal Congres, beide van , benadrukten de afstand tussen de christelijke beginselen en de liberale principes. Kuyper en Schaepman, de vooruitstrevende voortrekkers van orthodoxe protes-tanten en katholieken, smeedden een confessionele coalitie. Steeds vaker werd gesproken over de antithese tussen rechts en links, gelo-vigen en paganisten. In behaalde de coalitie een parlementaire meerderheid, met kamerzetels tegen liberalen en socialisten. Abraham Kuyper formeerde een tweede christelijk kabinet. Het kabinet-Kuyper kwam in de jaren - met diverse voor-stellen en besluiten, die evenzoveel piketpaaltjes voor een christelijke politiek waren. De troonrede van proclameerde bijvoorbeeld een ethische koloniale politiek, op basis van de idee van voogdij over het bezit overzee. Het hoger onderwijs werd gereorganiseerd en ge-moderniseerd, de effectus civilis aan de Vrije Universiteit toegekend, en het bijzondere middelbaar onderwijs kreeg een begin van subsidie. Er worden confessionelen benoemd op functies, die voorheen als vanzelf-sprekend gereserveerd waren voor mensen van de hogere standen met liberale opvattingen. Beleid en presentatie van het kabinet-Kuyper veroorzaakte gemor, tegenzin en verzet. De Eerste Kamer (met een liberale meerderheid, net als in !) wees de Hoger Onderwijswet af; ‘staatsgevaarlijk’ heette eerste minister Kuyper toen hij daarop deze Kamer ontbond, met het oog op de verwachte confessionele meerder-heid in de nieuwe samenstelling. Nog meer verzet was er, toen Kuyper het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegmensen ontwierp. Dwangwet, erger nog worgwet, heette het prompt. De spoorwegsta-king van mislukte, maar de verhouding tussen de socialisten en Kuyper was denitief verstoord. En Kuyper kreeg geen gelegenheid meer, de sociale kwestie op te lossen.

Het kabinet-Kuyper had hoog ingezet, zeer hoog: ‘de beveiliging van den Christelijken grondslag van ons Staatsleven’. Maar het loste de schoolstrijd niet op, de sociale kwestie niet, en ook het kiesrecht niet. Het dreef de socialisten weg van rechts, vervreemdde progressieven en conservatieven aan de anken van de en polariseerde de te-genstelling links-rechts. Dat is allemaal waar, als maar tevens wordt vastgesteld dat het kabinet-Kuyper op een aantal terreinen wel dege-lijk resultaten bereikte: op het terrein van de koloniale politiek, het christelijk onderwijs, de defensiepolitiek en het benoemingsbeleid.

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:2310

Page 11: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

En dat het programmatisch uiting gaf aan zijn maatschappijtheorie, ook op zulke belangrijke beleidsterreinen als sociaal beleid, beroeps-onderwijs en buitenlands beleid. De confessionele politiek was een reëel alternatief. Dat oordeel deelden niet de kiezers, die het kabinet-Kuyper in geen tweede termijn gunden. Geen verkiezingsstrijd in de Ne-derlandse geschiedenis hee zo’n persoonlijk karakter gehad als die van . Voor of tegen Kuyper! Het ging niet alleen over het beleid en de beslissingen van het kabinet, dat Kuyper had gedomineerd. Hij had ergernis opgeroepen, hij had zaken en verhoudingen op scherp gezet, hij had zich vijanden gemaakt. En zijn hele loopbaan werd hem voor de voeten gelegd: hij had de vaderlandse kerk gescheurd, de def-tige heren met dubbele namen a-sociaal genoemd, de Koningin diep gekrenkt door te schrijven dat met haar vader Willem het Huis van Oranje uitgestorven was. Kuyper verdeelde de natie – hij bracht in het alleszins christelijke, tolerante Nederland de tegenstellingen binnen, een antithese tussen gelovigen en paganisten. Kuyper was inderdaad geen meneer. Hij riep heige emoties op en hij was niet zelden een onmogelijk mens. Hij was een rebel en een breker – maar hij was ook een bouwer, de vormer van een volksdeel, waarvoor hij een plaats vroeg in een mee door hem gemoderniseerd Nederland. Maar zijn tegenstanders, in en er voor en na, wil-den geen orthodoxie en geen pluriforme democratie; voor hen was Kuyper een domper, de man van de nachtschuit, een radicaal, een dweper die het twistvuur van religieus-politieke ruzies keer op keer hoog liet oplaaien en de natie onder de tirannie van Genève en Rome wilde brengen. Het christelijk onderwijs – dat bracht burgeroorlog in een verdeelde natie. De Liberale Unie, die in alles eraan deed om Kuyper te laten vallen, had in haar programma staan: ‘De Liberale Unie beschouwt de openbare school, leidende tot Christe-lijke en maatschappelijke deugden, paedagogisch te verkiezen boven sectescholen en tevens als het beste middel om de eenheid in het volk aan te kweeken’.

Het jolige christendomRechts verloor in tien zetels, in plaats van Kamerzetels, en Kuyper bood het ontslag van zijn kabinet aan. Het werd opgevolgd door een liberaal minderheidskabinet-De Meester, aankelijk van

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:2311

Page 12: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

de gedoogsteun van het socialistische smaldeel met zetels. Kuyper wachtte op revanche. Hij maakte een lange reis langs de oude wereld-zee; hij bleef partijvoorzitter maar zat niet in de Kamer. Fractievoorzit-ter was mr. eodoor Heemskerk.

Heemskerk was toen – op enkele jaren na – sinds twintig jaren kamerlid; voorzitter van de fractie sinds . Beide christelijke kabinetten had hij van nabij gekend, hij had gezien hoe Mackay en Kuyper leiding hadden gegeven en hoe parlement en samenleving met een confessioneel kabinet omgingen. Heemskerk had tevens brede er-varing als lid van de Noord-Hollandse provinciale staten (-) en de gemeenteraad van Amsterdam (-, -), als wet-houder (-) ook. Heemskerk was gereformeerd en gepokt en gemazeld in de antirevolutionaire beginselen. En hij stond daar voor. De provinciale vervoersconcessies, die in zijn tijd als lid van de Staten van Noord-Holland verleend werden, kenden een bepaling over de zondagsheiliging en in de Amsterdamse gemeenteraad vroeg hij om handhaving van de zondagsbepalingen. Waren diepe overtuigingen in geding, dan bracht niets of niemand hem van zijn besluit af, zoals bijvoorbeeld inzake de benoeming van gereformeerde theologen aan rijksuniversiteiten. De politicus Heemskerk was een echte bestuur-der; zijn bestuurservaring in de Amsterdamse gemeenteraad leerde hem samenwerken met andersdenkende collegae, te depolitiseren en te paciceren. Heemskerk bezat nog een ervaringswijsheid: kennis van mensen van goeden wille die geen paganisten waren maar ook tevens geen partijgangers wilde zijn, geen radicalen, liberaal noch an-tirevolutionair. Het type Hartsen bijvoorbeeld, zijn schoonvader: een evangelisch vrome man, rechts, maar geen antirevolutionair. Of een diplomaat als De Marees van Swinderen: niet zo kerkelijk, rechts, geen antirevolutionair, zelfs geen vrij-antirevolutionair. Beide ‘vakminis-ters’ vonden zich goed thuis in een kabinet onder antirevolutionaire leiding.

Reeds in januari zei Heemskerk dat de zich gereed moest houden opnieuw regeringsverantwoordelijkheid te kunnen dragen. De verkiezingen van en hadden duidelijk gemaakt, dat de tijd van de liberale hegemonie denitief voorbij was – alleen samen met de socialisten (en dankzij het districtenstelsel) hadden de libe-

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:2312

Page 13: Het kabinet- Heemskerk (1908-1913)

ralen Kuyper in kunnen doen vallen (in absolute aantallen had rechts meer dan tien procent meer stemmen dan links!). De liberalen bovendien waren diep verdeeld, de grens tussen radicale liberalen en sociaal-democraten was vloeiend en de aanhang van de socialisten nam steeds meer toe. Maar ook de grenzen van rechts waren vloeiend, zowel aan de progressieve als conservatieve zijde, onder protestanten zogoed als katholieken. Veel protestantse arbeiders, ambachtsmensen, mid-denstandertjes en kleine ambtenaren zagen niets in het socialisme, maar ook niet in de Gereformeerde Kerken en Patrimonium. Mensen met weinig kerkelijke betrokkenheid, die dan ook niet warm werden voor de antithese – of het moest zijn tegen Rome. Zijn opmerking over de nieuwe regeringsverantwoordelijkheid maakte Heemskerk in het kader van de interne partijdiscussie over het kiesrecht – en hij koos tegen het algemeen kiesrecht (uiting van volkssoevereiniteit) en voor het goed-antirevolutionaire huismanskiesrecht – maar dan wel zo ingevuld dat feitelijk iedereen kiesrecht kreeg! Heemskerk begreep, dat de toekomst voor rechts gelegen was in het aantrekken van con-servatief-christelijke en gematigd liberale kiezers, en dat gezien het districtstelsel antithese en polarisatie beperkingen moesten kennen.

In onoorzichtigheid geborenHet kabinet-de Meester strompelde van het ene conict met de Kamer naar het andere. In december gaf het zich gewonnen, toch iet-wat onverwacht, toen de Tweede Kamer de begroting van de minister van oorlog aeurde, wat overigens geen reden tot areden van het gehele ministerie behoefde te zijn. Gezien zijn rol in het debat, gaf de koningin Heemskerk de opdracht een nieuw kabinet te formeren. In nauw overleg met de fractieleider De Savornin Lohman en zijn -fractiegenoten Talma en de De Waal Malejt en door zeer sterke betrokkenheid van koningin Wilhelmina slaagde Heemskerk daarin, en daarmee tevens Abraham Kuyper terzijde te zetten. Die sprak van een in onvoorzichtigheid geboren kabinet en verwerkte zijn chagrijn alleen, door er van uit te gaan dat de verkiezingen van hem op het kussen zouden brengen.

Heemskerks kabinet bestond uit drie bekende antirevolutionairen (Heemskerk Binnenlandse zaken, Talma Landbouw, Nijverheid en Handel, Idenburg Kolonien), drie deskundige katholieken (Kolkman

00 Voorwerk 03-11-2010, 18:2313