Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

5
Bestuurder moet meer verantwoordelijkheid nemen bij kwaliteit van vroegschoolse educatie De onderwijsinspectie is kritisch over de huidige stand van zaken van vroegschoolse educatie (VVE). Veel schoolbesturen pakken de taak die ze hebben niet op, zegt Maartje Jacobs, VVE-coördinator en -inspecteur van de onderwijsinspectie. PO-Raad Special Het jonge kind

description

Sinds de Wet OKE (Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) hebben schoolbesturen een wettelijke opdracht bij vroegschoolse educatie. In augustus verscheen een rapport over de stand van zaken rond VVE in Nederland en hoe schoolbesturen deze taak oppakken. Het beeld dat naar voren komt uit de Eindrapportage bestandsopname voor- en vroegschoolse educatie in Nederland is niet onverdeeld positief. Schoolbesturen laten het er te vaak bij zitten, zegt Maartje Jacobs, VVE-coördinator en -inspecteur bij de onderwijsinspectie. Deze portretten zijn geschreven door Irene Hemels van Hemels Schrijfbedrijf in opdracht van de PO-Raad.

Transcript of Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

Page 1: Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

Bestuurder moetmeer verantwoordelijkheid nemen bij kwaliteit van vroegschoolse educatie

De onderwijsinspectie is kritisch over de huidige stand van zaken van vroegschoolse educatie (VVE). Veel schoolbesturen pakken de taak die ze hebben niet op, zegt Maartje Jacobs, VVE-coördinator en -inspecteur van de onderwijsinspectie.

PO-Raad Special Het jonge kind

Page 2: Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

Sinds de Wet OKE (Wet Ontwikkelings­kansen door kwaliteit en educatie) hebben schoolbesturen een wettelijke opdracht bij vroegschoolse educatie.In augustus verscheen een rapport over de stand van zaken rond VVE in Nederland en hoe schoolbesturen deze taak oppakken. Het beeld dat naar voren komt uit de Eindrapportage bestandsopname voor- en vroegschoolse educatie in Nederland is niet onverdeeld positief. Schoolbesturen laten het er te vaak bij zitten, zegt Maartje Jacobs, VVE­coördinator en ­inspecteur bij de onderwijsinspectie. “Schoolbesturen met gewogen leerlingen op hun scholen moeten er alles aan doen dat deze kinde­ren zonder achterstand aan groep 3 kun­nen beginnen. Een belangrijke taak die ze nu niet altijd oppakken.” Kinderen uit groep 1 en 2 met een achterstand in hun ontwikkeling krijgen vaak ‘niet de zorg en begeleiding die ze nodig hebben’. De kwaliteit van voor­ en vroegschoolse educatie moet beter, luidt het oordeel van de inspectie. Op meer dan de helft van de basisscholen is verbetering nodig op het gebied van ouderbetrokkenheid, zorg en begeleiding, interne kwaliteits­zorg en de doorgaande leerlijn van voorschool naar vroegschool.

Ook positieve bevindingenDe onderwijsinspecteur waakt voor een te negatief beeld en benadrukt dat ‘een aantal zaken al best goed gaat’. “We zien goede voorbeelden van samenwerking tussen scholen en voorschoolse instel­lingen waaraan andere scholen een voorbeeld kunnen nemen. Ook is het

pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de leerkrachten op de meeste scholen van een goed niveau.”Leerkrachten doen het dus goed, er wordt gewerkt met VVE­programma’s en toch is de vroegschoolse educatie op de meeste basisscholen onvoldoende. Hoe kan dat? Het ontbreekt scholen vooral aan analyse, doelstellingen, planning en evaluatie, legt Jacobs uit. “Leerkrachten

van groep 1 en 2 zijn voldoende in staat te zien welke kinderen extra zorg nodig hebben. Zij vinden het echter soms nog lastig om vervolgens doelgerichte zorg en begeleiding te bieden. Dan zijn zij meer gevoelsmatig bezig met welke kinderen zet ik bij elkaar voor een extra activiteit in kleine kring en welk doel wil ik daarmee bereiken? Dat gebeurt te wei­nig beredeneerd en daardoor mist het aan effectiviteit. Zorgcoördinatoren en

Maartje Jacobs

PO-Raad Special Het jonge kind

Page 3: Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

intern begeleiders zouden leerkrachten hierin kunnen begeleiden.”

Specifieke aandacht ontbreektScholen organiseren weliswaar veel acti­viteiten voor ouders, maar het betrek­ken van ouders bij de school is lang niet altijd gericht op ouders van doelgroep­kinderen, aldus het inspectierapport. Jacobs: “Het gebeurt te lukraak. Als maar twintig procent van deze ouders een informatiebijeenkomst bezoekt, moet je dat evalueren en analyseren waarom dat zo is, en dat gebeurt te weinig.”Daarnaast is de afstemming tussen voor­ en vroegschool nog niet optimaal. “Er zijn veel warme overdrachten, maar het gaat er nu om een stap verder te zetten en ervoor te zorgen dat ook sprake is van inhoudelijke afstemming. Daaraan ontbreekt het meestal. Dan zie je op de basisschool een nieuwe aanpak met

andere afspraken en regels waarmee we de overgang voor kleuters onnodig groter maken.” Ook de interne kwali­teitszorg is onvoldoende. “De interne kwaliteitszorg is er op scholen veelal wel, maar specifieke aandacht voor het jonge kind uit groep 1 en 2 ontbreekt omdat het niet standaard in de kwali­teitszorg zit.”

Sterke punten Verbeterpunten

Pedagogisch en educatief handelen van de leerkracht

Doorgaande leerlijn

Warme overdracht Interne kwaliteitszorg

Toegang tot externe zorg Ouderbetrokkenheid

VVE­conditiesOntwikkeling, begeleiding en zorg (m.n. planning en organisatie)

Lijst sterke punten en verbeterpunten VVE, afgeleid uit de Eindrapportage bestands-

opname voor- en vroegschoolse educatie in Nederland, Inspectie van het Onderwijs, 2013

De inspectie toetst op vier domeinen: de VVE-condities (formele eisen waar een voorschool aan moet voldoen), de gemeentelijke VVE-beleidscontext, de kwaliteit van VVE en de resultaten die door de VVE worden bereikt.

PO-Raad Special Het jonge kind

Page 4: Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

Aan de slagWat vindt Jacobs van kritiek van school­besturen die zeggen alles op orde te hebben en toch onvoldoende scoren? “Specifieke aandacht voor VVE ontbreekt vaak of er wordt te weinig ingezet op samenwerking. Allemaal essentieel om VVE op een hoger plan te brengen.”Haar advies aan schoolbesturen is met de verbetermaatregelen aan de slag te gaan. “Op een aantal onderdelen is bij veel scholen flinke verbetering nodig.

PO-Raad over de kwaliteit van de VVE

Uit het rapport van de inspectie blijkt op welke punten schoolbesturen de VVE op hun scholen kunnen verbeteren. Leden van het netwerk School & Omgeving van de PO­Raad geven aan dat zij het niet op alle punten eens zijn met de criteria die de Inspectie hanteert bij het beoordelen van de VVE op een school.

Zodra er geen gemeentelijke afspraken zijn, wordt de kwaliteit van de VVE bij­voorbeeld automatisch als zwak gekenmerkt.Het netwerk geeft aan dat de kwaliteit van de VVE goed op orde kan zijn, zon­der dat er gemeentelijke afspraken bestaan. Uiteindelijk is immers de leerkracht voor de groep het meest bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs. Ook de Inspectie geeft aan dat de kwaliteit van het pedagogisch handelen van de leer­kracht doorgaans op orde is. Toch kan een school aantoonbaar achterstanden bij kinderen op taal­ en rekenen in groep 1 en 2 wegwerken, en tegelijkertijd zwak scoren in de beoordeling van de VVE door de Inspectie.

Ga na of de verbeterpunten van de Inspectie ook van toepassing zijn op uw organisatie, is het advies van de PO­Raad. Kunt u aantonen dat uw organisatie resultaten behaalt bij het inlopen van eventuele taal­ en rekenachterstanden bij het jonge kind? En dat dit op een planmatige manier gebeurt?

Hier vindt u verschillende publicaties en instrumenten om de kwaliteit van de VVE in kaart te brengen en te interveniëren als verbeteringen gewenst zijn.

Afspraken met voorschoolse voorzie­ningen over een doorgaande leerlijn is in de praktijk niet gangbaar, maar wel noodzakelijk. Soms zijn er wel afspra­ken gemaakt op bestuursniveau met de gemeente en de houders van de peuter­speelzalen en kinderdagverblijven, maar is de schoolleider daarvan niet op de hoogte. Zorg dat scholen en leerkrachten en de voorschoolse voorzieningen elkaar kennen. Ik zie hierin een belangrijke taak voor het schoolbestuur.”

PO-Raad Special Het jonge kind

Page 5: Het jonge kind - verhalen uit de praktijk deel vier - Interview met Maartje Jacobs

Ook hebben schoolbesturen te weinig zicht op resultaten die geboekt worden. De aandacht ervoor is vaak gebrekkig. Een systematische evaluatie van de inspanningen is er dan niet. Bij slechts een derde van de basisscholen is dit van voldoende niveau. Het schoolbestuur moet laten zien dat dit prioriteit heeft, vindt Jacobs. “Het belang van groep 1 en 2 wordt onderschat. Een schoolbestuur­der kan het daar niet bij laten zitten en moet aan zijn schooldirecteuren vra­gen hoe het staat met de ontwikkeling van de kleuters in groep 1 en 2 op alle gebieden.”

InnovatiePilots waarbij scholen experimenteren met nieuwe combinaties van onderwijs

en opvang, zoals een basisvoorziening voor kinderen van twee tot twaalf jaar vindt de inspecteur positief. Zolang gezocht wordt naar het beste voor kinderen. De inspectie moet daarbij uitgaan van de wet bij haar toezicht op de kwaliteit van VVE en het pri­mair onderwijs. “We zien dat het veld in beweging is en dat allerlei nieuwe organisatie vormen rond het jonge kind ontstaan. Dit soort ontwikkelingen kunnen leiden tot aanpassing van de wet. Welke vorm er ook wordt gekozen, het gaat er om dat alle kinderen kansen krijgen om zich naar hun mogelijkheden te ontwikkelen.”Een voorbeeld van een nieuwe orga­nisatievorm, verschijnt in de volgende aflevering van het Jonge Kind. n

PO-Raad Special Het jonge kind