HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt...

61
EINDTEKST HET HOUDEN VAN KIPPEN IN EEN KLEINE TUIN SUPPLEMENT KALKOENEN

Transcript of HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt...

Page 1: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

EINDTEKST

HET HOUDEN VAN

KIPPEN

IN EEN KLEINE TUIN

SUPPLEMENT KALKOENEN

Page 2: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

VELT

DANIEL WILLAEYS

Colofon

Het Houden van Kippen in een kleine TuinSupplement Kalkoenen

Een uitgave van Velt

AuteursDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking.

DrukRoels Printing, Antwerpen

Foto CoverBovan Kip

Hendrix Poultry Breeders BV

2002ISBN…………..

2002 Velt vzwVereniging voor Ecologische Leef – en Teeltwijze vzw

[email protected]

www.velt.be

2

Page 3: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Overname van korte uittreksels voor niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding. Voor elke andere overname is schriftelijke toestemming van Velt vzw vereist.

INHOUD ( let niet op de nummering ,deze sloeg op de drukproef)

Vooraf 31. Het kippenhok

Inrichting van het hok 5De legnesten 6De potstal 7Welk strooisel 8

2. Een kippenlevenDe aankoop van kippen 11Gekapte of getoucheerde bekken 13Hoe lang houden we onze kippen 16Mag het een eitje meer zijn 19De jaarlijkse rui 20

3. De verzorgingDe voeding 22Het drinken 25Ook kippen kunnen ziek worden 26Het leggen van te grote eieren 27

4. Kuikentjes en PoeljenZelf kuikentjes opfokken 30Het opfokken met verwarming 32Het voedsel voor kuikentjes 33Opfok van Poeljen in zomerhuisjes 34

5. SlachtkippenHet vetmesten van slachtkippen 36

6. KalkoenenHet vetmesten van kalkoenen 37Symptomen van ziekte 39Huisvesting 39

Bijlagen42

VOORAF

3

Page 4: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

De eerste redactie van dit werkje dateert van halverwege de jaren zeventig. Toen het algemeen Velt-secretariaat nog in Halle-Zoersel gevestigd was, werd de gestencilde brochure van Velt Brasschaat herwerkt en uitgegeven. (1978)Onlangs heb ik het teruggevonden en constateerde ik dat veel geschreven is voor de liefhebber die gemiddeld 3-4 kippen houdt.Ik heb de tekst gemoderniseerd, aangevuld en verbeterd, en actueel gemaakt, maar zoveel mogelijk de oorspronkelijkheid, gesteund op de ondervinding van Louis Pernet (Brasschaat), een van de eerste Velters, geëerbiedigd.Ik dank mijn dochter Leen en Linda De Cock voor de hulp bij het taalkundig aspect , Miel Daems (kalkoenen), Prof Roland De Wilde (kalkoen)voeder , Griet Maes, Johan Meeus (voeder), Herman Rombouts (mestkippen),Vincent Turkelboom, Frans Truyen, Dirk Vanden Wyngaert, Erwin Van Eeckhout, en anderen voor de tips uit de praktijk.

Het is de bedoeling te schrijven over het houden van kippen op een beperkte oppervlakte, maar hoe meer ruimte je ter beschikking hebt, hoe beter. Als je de kippen een vrije loop wil geven, heb je voor elke volwassen kip minstens een oppervlakte van 10 m2 gras nodig om steeds over groen te kunnen beschikken.

Kippen zijn ook uitstekende opruimers van zowat alles wat eetbaar is. Ze kunnen grote hoeveelheden keuken – en tuinafval verwerken. Denk b.v. aan gekookte of gebakken resten, die anders problemen geven bij het composteren. Neem bij voorkeur kippen met een gave, ongekapte snavel. Oude batterij- kippen met gekapte bekken zijn toch wat gehandicapt, maar nog niet versleten..

We bekijken systematisch welke zorgen we aan kippen moeten besteden om optimale resultaten te bekomen.In de laatste twee hoofdstukjes wordt er ook wat meer verteld over het vetmesten van kippen en kalkoenen, speciaal voor hen die 100% zeker willen zijn van de kwaliteit van het stukje vlees op hun bord.

In dit werkje zijn mensen met ervaring aan het woord. Tenslotte : let op welke voeders je aankoopt. Hiervoor verwijzen we naar de bijlage achteraan.

Daniel Willaeys

4

Page 5: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

1. Het KippenhokHeel dikwijls is het zo dat mensen die kippen willen gaan houden eerst aan het hok denken.Je kan in de handel diverse kant en klare hokken kopen. Ze zijn meestal prijzig, doch het is een gemakkelijke oplossing. Beantwoordt dit hok voldoende aan de criteria die we later zullen bespreken? Een tweede mogelijkheid is zich een bouwpakket aanschaffen. Je hebt de keuze tussen een klein (4 kippen) tot een redelijk groot hok (12 kippen) (1) Maar je kan ook makkelijk zelf aan de slag.

DE INRICHTING VAN HET HOK.

Een kip vreest tocht en vocht!De ideale temperatuur in een hok is minstens 13° C. Beneden de 12° C nemen de kippen meer voedsel op om zich te verwarmen. Bij meer dan 25° C dien je vooral voor afkoeling, schaduw en luchtverversing te zorgen. De uitloopopening bevindt zich best aan de zuidoost kant, uit de regen en uit de wind.Plaats het hok liefst tegen de omheining zodat je de ren niet in moet om in het hok te komen. Als het kan breng je de deur aan uit de windzijde, bij voorkeur aan de zuid - oostkant.

DAKBEDEKKING.

Gewone dakpannen en hout zijn de beste materialen voor dakbedekking. Harde golfplaten geven te veel condensatiewater, zodat een bescherming boven de slaapstokken nodig is. Deze bescherming moet zo aangebracht worden dat er tussen het dak en de bescherming voldoende plaats is, dit om geen muizennesten of ander ongedierte te krijgen. Het isoleren met isolatie uit steenwol, een muisonvriendelijk materiaal kan overwogen worden. Die isolatie verhindert instraling van de ergste vrieskoude boven de slapende kippen.Dakbedekking van hout met roofing bekleding is zeer goed. Vergeet vooral niet langs beide zijden een verluchtingsspleet te maken die je tijdens de vorstperioden kan sluiten of verkleinen.

DE RUIMTE.

Bij het opmaken van het plan voor de huisvesting van de kippen hou je er rekening mee dat je minstens 1 m2 oppervlakte nodig hebt per 4 kippen. Ideaal is eigenlijk tot één volle m2 per kip, maar niet iedereen kan in een grote behuizing voorzien. Voldoende luchtruimte moet er zeker zijn. De lucht wordt door de mest sterk vervuild en zonder zuivere lucht, geen gezonde dieren. Als het kan, maak dan het hok zo hoog dat je er gemakkelijk in kan rechtstaan. Dan is het veel makkelijker om allerlei dingen te doen: graan strooien, drinken aanbrengen, mest ruimen enz. Maak van boven ook altijd een opening voor luchtverversing, zo vermijd je dat kippen in de tocht zitten.De dieren laten huisvesten in een gedeelte van een stal of schuur biedt dan weer voordelen qua isolatie en bergruimte voor voeder.

Het ter beschikking hebben van een aftappunt van water kan veel gezeul met emmers vermijden.

DE VERLICHTING.

Het vensteroppervlak dient 1/10 de van het hokoppervlak te bedragen. Het venster is best gericht naar het zuiden of het zuidoosten.De verlichtingsduur voor een optimale leg is 16 uur. Gepast licht geven verhoogt de eileg met 40 %. De biologische eierboeren moeten er evenwel voor zorgen dat hun kippen minstens 8 uren aan een stuk, dus ononderbroken, nachtrust hebben. Wanneer je een natuurlijk leven voor de kippen wil, beperk je je tot de natuurlijke verlichting (daglicht). Een dier heeft ook zijn rustperiode nodig.

DE VLOER.

Op de grond, die je wat verhoogd hebt, breng je best een laag cement aan. Maak deze cementmengeling niet te sterk, om alzo een optimale vloer te bekomen.

DE WANDEN.

Indien je hout gebruikt voor het inrichten van je hok, bestrijk het dan met b.v. tuinbeits b.v. beukenhoutteer van Leinos (product 110). Of een gelijkwaardig product. De binnenwanden van een hok worden best gewit.

DE LEGNESTEN.

Per 4 of 5 hennen wordt 1 legnest voorzien. De hoogte van het nest bedraagt 30 cm, evenals de diepte. De breedte kan verschillen, al naargelang de soort hennen. Voor lichte rassen voorzie je minstens 20 cm per hen, voor halfzware rassen 30 cm en voor de zware rassen 35 cm. Omdat de kippen in de praktijk nooit allen tegelijk op het nest zitten, is een breedte van 60 à 80 cm een goede maat voor een gezamelijk legnest.De bodem van de nesten bevindt zich steeds lager dan de zitstokken, dit om te vermijden dat de kippen in de nesten zouden slapen.Plaats de legnesten nooit zo dat er rechtstreeks Iicht in valt, anders wil de kip wel eens op zoek gaan naar een meer beschutte plek en geeft dit aanleiding tot het verloren leggen van de eieren.Als strooisel voor de nesten zijn boekweitpellen ideaal. Bij gebrek hieraan kan een mengsel van gedroogde varens met turf of turfvervanger en houtkrullen goede diensten bewijzen. De varens schrikken het ongedierte, zoals luizen en vlooien af, terwijl hooi b.v. deze onwelkome gasten kan aantrekken. De nesten moeten gemakkelijk te reinigen zijn en zo weinig mogelijk huisvestingsgelegenheid bieden aan mijten en andere ongewenste bewoners.Het is handig de eieren langs buiten te rapen door een openslaande klep in de achterwand van de nesten aan te brengen. Deze klep moet echter goed sluiten, dit om licht en tocht te vermijden.Een stok of plank voor de nesten bevordert de bereikbaarheid. De bovenkant van de

5

Page 6: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

nesten dient te bestaan uit een schuine plank zodat de kippen er geen houvast op hebben.Nog een wetenswaardigheidje: gedroogde muntbladeren onder de legnesten verjagen muizen e.d., let wel, onder de legnesten, niet er in!

DE VOEDERBAKKEN.

Voor een hok met een 5 à 6 tal kippen is een voederbak van een halve meter voldoende.Tracht te beletten dat de kippen in de bak gaan scharrelen en met hun uitwerpselen het voeder bevuilen, dit door b.v. een overlangse stok te plaatsen. Ik zie nog de voederbakken in het kippenhok van mijn ouders met een draaimolenstok bovenaan, bestaande uit 4 of 5 latjes gemonteerd op de centrale draaistok en de aftuimelende kuikentjes.

In de handel zijn automatische voederbakken te vinden. De kippen moeten die leren zelf te openen.Wanneer de dieren op een trede stappen, opent zich een gleuf, zodat ze voeder kunnen pikken. Trekt het dier zich voldaan terug, dan sluit de container. Het duurt wel even om de dieren aan het toestel te laten wennen.Je kan dit bereiken door wat voeder op de trede te strooien.Eerst worden ze nog wat afgeschrikt door de trilling, het geluid en de beweging van de zich openende schuif. Enkele keren herhalen. De achterblijvers volgen het gedrag van de eersten..Er zijn containers van 10 en 20 liter inhoud, zodat de dieren zich een tijdje zelf kunnen behelpen.Eén van mijn vrienden gebruikt dit toestel en is er heel tevreden over. Bosduiven die zouden willen mee-eten zijn te licht om het mechanisme in werking te laten treden. Je kan het mechanisme wel een beetje bijregelen naargelang je lichtere of zwaardere dieren hebt.Een keer heeft hij meegemaakt dat er een eendekuiken in was opgesloten geraakt. Als er kuikentjes lopen is opletten de boodschap. De kippen beschikken dank zij deze container steeds over eten. Aldus is het geen probleem wanneer je eens een avond laat thuis komt.Een bijkomend voordeel is dat ratten en muizen niet meer aan het voeder kunnen. Je moet ook nog een aparte bak voor de oesterschelpen voorzien. Hierover later meer.

DE SLAAPSTOKKEN.

Deze moeten in de eerste plaats aangepast zijn aan de poten van de kippen. Ze moeten niet rond zijn, maar wel aan de zijkanten afgerond. De breedte bedraagt 4 à 5 cm. en de hoogte eveneens ca. 5 cm. Voor 5 kippen is een lengte van 1 meter voldoende. Als je meer stokken gebruikt, plaats ze dan onderling 30- 40 cm van elkaar en op gelijke hoogte, dit om het vechten te voorkomen. In een kippentoom bestaat immers een bepaalde rangorde. Ze moeten dan geen slag meer leveren om de beste, in kippenogen, de hoogste plaatsen in te nemen. De laatste stok moet minstens 30 cm van de muur geplaatst

worden, om beschadiging van de staarten, vooral bij de hanen te vermijden.De stokken nagel je niet vast, maar je legt ze in een inkeping of tussen twee nagels, zodat deze gemakkelijk weg te nemen zijn om te reinigen. Zo kan je het ongedierte aan de onderkant bereiken (Zie verder) en kan je gemakkelijk aan de mest. Bij de slaapstokken hoort een mestbak, of je kan opteren voor een potstal.

DE MESTBAK.

Een mestbak maak je door een muurtje te bouwen in baksteen van ca. 50 cm hoogte. Daarop leg je de zitstokken. Tussen deze stokken en het strooisel wordt een grofmazige draad aangebracht. Deze draad belet dat de kippen bij de mest te komen. Je kan best nu en dan wat basalt – of lavameel (dit zijn gemalen vulkanische gesteenten) over deze mest strooien om de stikstof vast te leggen en de ammoniakgeur tegen te gaan. Het grote nadeel van een dergelijke mestbak is dat bij warm weer enorme aantallen larven van kleine insecten, vooral vliegenlarven zich weelderig ontwikkelen in de warme, broeierige mest, die hen beschermt tegen hun natuurlijke vijanden.

DE POTSTAL.

De potstal is een goed alternatief voor een mestbak.Hoe maak je nu een potstal ? De slaapstokken moeten minstens 50 cm hoog geplaatst worden, zodat de kippen er gemakkelijk onder kunnen. Ongeveer 20 cm voor de eerste stok plaats je een scheidingsplank tussen de leef - en slaapruimte. Deze plank rust op de vloer en is ongeveer 20 cm hoog. Als je meerjarige kippen hebt en je stokken zijn hoger geplaatst, dan gebruiken ze die plank ook om op de stokken te komen. Je kan deze plank ook weglaten.Als je in het strooisel onder de stokken granen werpt, krabben de kippen alles door elkaar; insecten en larven worden samen met de granen opgepikt.We staan er niet bij stil maar eigenlijk zijn kippen grote insecteneters! Door het systeem van de potstal krijgen de kippen in zekere mate verzwakte ziektekiemen binnen, waardoor ze een bepaalde weerstand opbouwen tegen ziekten. Dit sluit aan bij de biologische wetmatigheid dat een grote microbiële diversiteit voorkomt dat ziekteverwekkende bacteriën de bovenhand krijgen. Er heerst een soort evenwicht.Een andere manier om weerstand op te bouwen bestaat er in om wekelijks per jong dier een half ei te mixen met water en te mengen met het voeder.In zo’n potstal krijg je geen drek, maar luchtige mest en dus een veel interessanter materiaal voor de compostbereiding. Het vocht van de mest wordt namelijk door het strooisel opgenomen, daardoor heb je geen stikstofverlies. Wel zal je het strooisel onder de stokken regelmatig moeten vervangen, want hoe droger het strooisel, hoe gemakkelijker dit vocht opneemt. Als de mest begint te ruiken of kleverig wordt, is dit het gepaste ogenblik om deze te vervangen

6

Page 7: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

of bij te vullen.Bij deze methode kan je je wel afvragen of mogelijke wormeieren geen probleem vormen. Gezien de grond rul blijft zal dit voor de wormeieren een veel minder goede plaats zijn dan de drassige buitenloop.

DE MESTPLANK.

Een tussenoplossing vormt het aanbrengen van een mestplank om de meeste uitwerpselen op te vangen. De mestplank plaats je enkele centimeters onder de stokken. De mestplank moet je dan wel vrij regelmatig afkrabben.

ONTSMETTEN VAN HET SLAAP - EN LEGHOK.

Indien het hok in betonplaten of steen is vervaardigd, kan men het best ontsmetten door te kalken. Voor een houten hok gebruik je een natuurlijk impregneermiddel.Anderzijds staat daar weer tegenover dat het ongedierte licht en lichtweerkaatsing op witte wanden vreest. De slaapstokken moet je vooral aan de onderkant en aan de steunpunten nazien. Bleekwater (javel) is een toegelaten product om te reinigen. Heet sodawater is een alternatief. Beiden slagen er evenwel niet in alle bloedluizen te doden.De stokken zelf kan je op geregelde tijdstippen met natuurlijke, bruine (of groene) zeep afschrobben en b.v. met een allesreiniger van o.a. Ecover ontsmetten.Het is best het oude strooisel, daar dit een vervuilend element is, regelmatig weg te nemen. Bij een potstal echter mag dit wel iets langer blijven liggen. Er wordt dan gewoon wat nieuw zagemeel bij geworpen. De spinnen die door een potstal aangetrokken worden zijn welkome gasten. Spinnen vangen niet alleen vliegen en andere insecten, maar lusten ook wormeieren en microben.

WELK STROOISEL?

Als regel geldt dat alle droog strooisel goed is, als het maar niet aan elkaar kleeft. Gedroogd gras b.v. kleeft aan elkaar en gaat schimmelen. We kunnen in de zomer droog zand gebruiken, maar het veroorzaakt veel stof omdat de kippen zich graag ‘wassen’ in het zand. Voor hun zandbad plaats je best een apart zandbakje. Dit ‘wassen’ in het zand (ook soms ‘vluggen’ genoemd) is goed voor de hygiëne van de kip. Het verwijdert losse pluimen, luizen en eventuele vlooien omdat het zand tussen de pluimen rijst en alles mee neemt.Als strooisel is gekapt stro is zeer goed, maar valt nogal duur uit.Zagemeel is goed, maar niet van tropisch hardhout; het liefst van wit hout, omdat dit vlugger verteert en weinig of geen looizuur bevat.We beginnen met een laag van 5 cm en vullen nu en dan bij wanneer nodig. Een andere goede oplossing is eerst een laag turf, of beter nog turfvervanger, met daarop een laag houtkrullen. De lignine of houtstof

van het zagemeel en de houtkrullen kan de lignine van stro of andere droge plantenresten voor de composthoop vervangen.Je kan ook gebruik maken van vlaslemen. Ze worden in samengeperste, in plastiek verpakte pakken op meerdere plaatsen verkocht.Het beste strooisel is hennep strooisel, wat duurder is in aankoop, maar veel langer meegaat.

In de herfst kunnen we ook gebruik maken van een flinke laag droge bladeren. Ideaal voor de kippen om in te scharrelen! Een betere bewerking en voorbereiding van de bladeren voor uw composthoop is nauwelijks denkbaar.Over het gebruik van gazongras is er discussie. Kort gras geeft geen problemen, maar als het gras te lang is en vooral gedroogd, kan dit gevaarlijk zijn omdat ze daar een ‘waterkrop’ van kunnen krijgen. Veiligheidshalve kan je lang gras beter als mulchlaag gebruiken tussen de planten in de tuin of onder bomen en struiken. B.v. tussen je bessen.Op vele plaatsen kan je op de containerparken gratis verhakseld materiaal ophalen. Je kippen zullen er heerlijk in kunnen scharrelen.

VOOR - EN NADELEN VAN EEN VRIJE UITLOOP.

Als wij de kippen een uitloop geven van bijvoorbeeld 2 bij 3 meter en de regen heeft er vrij spel, dan zullen wij spoedig ondervinden dat de grond daar erg vettig wordt. Doordat de kippen de meeste mest buiten laten vallen, verliezen wij veel stikstof voor onze compost en daarbij komt, dat na een tijdje de grond werkelijk schijnt te rotten. Dit merk je vooral vooraan de uitloopopening. Deze grond moet je vrij regelmatig wegnemen als het een slijkboel dreigt te worden.Vroeger raadde men ook omspitten aan, maar dan dringen er te veel meststoffen in de bodem en dragen een beetje bij tot de vermesting en bezoedeling van het grondwater. Daarom is het aan te bevelen eens per jaar een spade diep uit te graven en de grond rechtstreeks op de moestuin te brengen. Het uitgegraven deel kan je terug opvullen met gedroogde bladeren, tuinkruiden (onkruid) en overschot van het schoffelen en verse grond. Je maakt best een lichte verhoging zodat de regen afvloeit en er geen plassen ontstaan.Een betere oplossing is de uitloop gedeeltelijk te overdekken, zodat deze regelmatig kan uitgeveegd worden. Dit laat toe veel langer van dezelfde loop te genieten en levert regelmatig kippenmest op. Wij hebben daarmee uiteraard wel wat meer werk.Ook lijkt het mij interessant een gedeelte van de ren als ‘wachthoopplaats te gebruiken. Met draad of planken er rond zorg je dat alles op zijn plaats blijft. Als eerste laag kan je gehakseld hout aanbrengen voor de betere doorlaatbaarheid en luchtaanvoer. Vervolgens kan je er al de keuken – en tuinafval op kwijt. Je kippen genieten van de eetbare resten en het overschot mengen ze

7

Page 8: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

voortdurend door elkaar. Kunnen scharrelen verhoogt het ‘levensplezier’ van de kip. Heb je gekregen ‘afvalkippen’ met gekapte bekken, dan zijn deze dieren wel wat gehandicapt bij het pikken, maar scharrelen kunnen ze nog opperbest ( na een zekere leerperiode).De uitwerpselen zorgen voor aanvoer van stikstof zodat de vezelachtige delen (de lignine, in feite de koolstofhoudende delen) al een flinke voorvertering ondergaan. Ook pellen van citrusvruchten en aardappelschillen zijn na een tijdje totaal verdwenen.Na verloop van tijd als de hoop te hoog wordt kan je het materiaal als groffe mulchlaag in de tuin aanbrengen of - buiten het bereik van de kippen - een luchtige composthoop opzetten. Tijdens de wintermaanden de hoop wel wat afdekken om uitlogen door het vele regenwater te beletten.Vroeger heb ik dikwijls horen zeggen dat de buitenloop moest afgesloten worden met vogeldraad - geen kippendraad, die heeft te grote mazen - om vogels, vooral mussen die op het graan afkomen, uit de kooi te houden. Ze zouden de overbrengers zijn van allerlei plagen: vogelmijt, vogelpest enz.

Is dit wel zo?De mussen zijn grotendeels verdwenen. Turkse tortels en zelfs bosduiven dreigen hun plaats in te nemen.In sommige streken vormt de vos een nieuwe bedreiging en moet gezorgd worden voor een stevige afsluiting en vergrendelen van de uitloopopening.Of kan het ook zoals Rosemary Verey, de grote tuindame van Barnsley House in de Cotswolds vertelt hoe haar buurvrouw niet wakker ligt van het vossenprobleem. Het kleine deurtje van het hok wordt nooit afgesloten, maar er hangen een paar ijzeren kettingen voor de opening. Wanneer er sneeuw ligt, zie je de pootafdrukken tot bij de kettingen en dan omkeren. Zijn ze instinctief bang dat de kettingen een val zijn?

Mijn grootvader heb ik dikwijls horen zeggen : “Een nieuw kot doet de kiekens leggen”. Bij dit nieuwe hok kwam er natuurlijk een nieuwe loop en dat kwam werkelijk ten goede aan de gezondheid van de kippen. Heb je slechts een kale, kleine loop dan blijft er nog het gazon over. Wanneer je de kippen op het gazon wil laten lopen zonder dat ze het stuk scharrelen, laat ze dan ongeveer 30 minuten voor het donker wordt vrij. Ze beginnen dan onmiddellijk aan het gras te pikken, ‘zonder veel achter te laten’. Tegen dat het donker is, zitten ze op de slaapstokken en hoef je alleen nog maar te sluiten.In een volledig open loopren die groot genoeg is, is het goed b.v. een vlierstruik te voorzien. Bessen en bladeren betekenen een gezondheidskuur voor onze kippen en de struik trekt insecten aan die ons pluimvee graag lust. Toen ik hier kwam stond er een ganse rij zwarte bessen in de ren. De kippen pikken niet aan de sterk geurende bladeren en blijven ook heel lang van de vruchten af.Zwarte bessen houden van de stikstof uit de kippenuitwerpselen. Het zijn goede schaduw planten in de zomer.

Heb je de ruimte, zet een dichte bladstruik in de ren voor schaduw tijdens hete zomerdagen. B.v. een grootvruchtige hazelnoot, een moerbei, een mispel of een kweepeer. Een appelboom met veel bladeren kan ook, b.v. een Jaques Lebel.De dieren –oorspronkelijk bosvogels- gaan er onder schuilen bij gevaar bv. van overvliegende roofvogels. Biologische kippenboeren hebben ondervonden dat de kippen veel beter buiten komen wanneer ze enkele camouflage - of zonnewerende netten gespannen hadden, waaronder de dieren graag gaan schuilen.Wie over een tamelijk grote loop beschikt, kan deze in 2 verdelen, gras zaaien en, na begroeiing, eerst het eerste gedeelte laten afpikken. Vervolgens kunnen de kippen een tijdje op het tweede gedeelte verblijven, zodat perceel 1 zich kan herstellen. Dit houdt de grond bedekt en geeft voedsel. Een vriend vertelde dat zijn dieren veel vliegen vingen op de mierikswortel: de bladeren hebben een opgerichte groeiwijze. Vliegen gaan graag op een rechte wand zitten. Heb je kuikentjes, dan zijn het eveneens planten waartussen ze zich bij gevaar kunnen verschuilen.Tijdens de wintermaanden kan je de kippen, zo mogelijk, de vrije loop in je tuin geven. Door hun opruimingswerk van insectenpoppen en - eieren, slakken en slakkeneieren zal je moes - en fruittuin er wel bij varen. De kippen hebben een rijker voedsel en belonen je met eitjes.De resterende koolplanten, o.a. boerenkool zal je met draad moeten afschermen. Aan prei b.v.doen ze geen kwaad, in tegendeel ze vangen er de slakken.

8

Page 9: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

2 Een KippenlevenDE AANKOOP VAN KIPPEN.

Er zijn vele redenen om kippen te gaan houden: enerzijds omdat men het zo’n mooie dieren vindt en ze kleur en leven rond je huis brengen. Anderzijds heeft het nutprincipe evenwel bij velen de bovenhand. Hiermee bedoelen we dan: eigen, lekkere, verse eitjes, vlees en mest. En je zult je familie en vrienden af en toe een plezier kunnen doen met een eitje. Om economische redenen moet je ze zeker niet houden.Maar wat eveneens belangrijk is: kippen zijn erg nuttig bij de verwerking van keuken – en tuinafval. Kippen zijn verlekkerd op de gekookte en gebraden etensresten, die anders problemen stellen bij het composteren. Met kippen heb je normaal geen groencontainer meer nodig als je nog een paar knepen meer van composteren kent.Voor een gezin van ongeveer 6 personen zijn 4 à 5 kippen ruim voldoende. Voor een kleiner gezin volstaan 2 à 3 kippen. Daar kippen groepsdieren zijn is het af te raden slechts één kip te houden.

En nu sta je voor de keuze:

1. Wens je zelf verder te kweken, dan ben je aangewezen op een zuiver ras. Je moet een haan en enkele kippen aanschaffen. Deze kippen vind je enkel nog bij liefhebberkwekers. Soms vind je een zoekertje in ‘Seizoenen’, het ledenblad van Velt. Dan kan je wellicht starten met ‘ongecontroleerde’ biokippen. (Je moet dit niet verkeerd verstaan: officiële biokippen komen van een geregistreerd en gecontroleerd bedrijf. Pas dan mag men van Bio spreken).Misschien word je wel op weg geholpen door familie of kennissen? Meestal zal je aangewezen zijn op de diverse kwekersclubs, waar men soms meer middeltjes gebruikt en geen biovoer. In de toekomst zullen er hopelijk ook biologisch werkende leden komen. Jaarlijks zijn er ook wel enkele tentoonstellingen waar je te recht kan. Op sommige markten worden eveneens kippen aangeboden. Niet altijd koop je daar in vertrouwen. Trouwens deze kwekers bieden over het algemeen hybride kippen aan. (Zie punt 2 ) Vele mensen van de buiten gaan op de kwekerijen zelf hun kippen aanschaffen.Informeer je goed als je zeker raskippen wil hebben, want haast algemeen kweekt men enkel nog hybriden.(Zie verder).

Dankzij de inzet van echte liefhebbers worden de vroegere landrassen en ingevoerde rassen behouden. Men spreekt van neerhofdieren.In België waren in 1998 63 rassen grote ‘hoenders‘ en 59 rassen kleine ‘krielen’ erkend. Dit wil zeggen dat van elk ras een standaardbeschrijving in detail van het ideaalbeeld bestaat, opgemaakt door diverse standaardcommissies. Sommige rassen staan echter op het punt te

verdwijnen.Vooral de veelkleurige krielen, bomenslapers bij uitstek, zijn nog echte natuurwezens, die zich dapper kunnen vermenigvuldigen. Maar hun gekraai kan de buren ergeren. Weet dat hanengekraai aan wettelijke regelingen onderworpen is.De oude hoenderrassen zijn stuk voor stuk prachtige kippen en sommige leggen ook een niet onaardig aantal eieren. Het grootste nadeel van deze kippen is dat je in de winter soms enkele maanden moet wachten op een ei. En ook in de zomerperiode worden deze (meermaals) broeds (maar er zijn uitzonderingen) en leggen dan een tijd niet, terwijl je normaal aan één broedende kip ruimschoots voldoende hebt voor de eigen kweek. Maar is het niet betoverend moeder kloek met haar bende kuikens te zien rondscharrelen?Groot en klein zal er veel plezier aan beleven.Maar in pril stadium zal je moeten zorgen om eksters en kraaien uit de buurt te houden.Die zoeken op dat moment ook naar voedsel voor hun jongen.

Rassen:

Hieronder tref je als eerste oriëntatie een selectie van de oudere rassen aan.Je vindt het benaderend gewicht van de hanen (oudere dieren kunnen nog zwaarder worden). Er is ook een aanduiding van de eileg. Hieronder verstaat men het aantal eieren die men in het eerste legjaar kan verwachten. Maar dan moet je een goede stam treffen. O.a. door inteelt (langere tijd met dezelfde dieren telen en hun afstammelingen) hebben vele dieren niet meer hun optimale capaciteiten. Deze dieren worden meestal gehouden en geselecteerd voor hun uiterlijke pracht en niet voor de eileg.Bij vele liefhebbers loopt een allegaartje van kippen rond: verschillende rassen hebben zich onderling gekruist en de nakomelingen hebben allerlei kenmerken.Deze mensen kunnen spreken van hun eigen ras of rassen.

De lichte rassen

-Araucana (Chili) tot 2 kg, tot 180 blauwgroene eieren, maar meestal maar een 100 tal of nog minder.- Ardenner 2,5 kg , 150 eieren- Brakel ( zilver of goud) 2,5 kg, tot 200 witte eieren. Zeer levendige kip.- Brabants hoen of Brabançonne ( in blauwkwartel, blauwzilverkwartel, blauw, wit en zwart) tot 2,7 kg, tot 180 zware (70 gr). eieren.- Lakenvelder (Ned.) 2 kg, tot 180, wit.- Witte Leghorn (Middellands zeegebied, verbeterd in de USA )2,5 kg, 240 witte eieren.De Witte Leghorn gold vroeger als de kampioen eilegger.

De middelzware rassen. voor dubbel gebruik: leg en vlees - Australorp (Australië) 4 kg, 220 eieren- Barnevelder (Veluwe, Ned.) 3,5 kg, 200 bruine eieren- Faverolles (Frankrijk). De kip met de baard. 4 kg 200 eieren- Izegemse koekoek ( poten vederloos) 4,5

9

Page 10: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

kg, 150 eieren- Marans (Frankrijk) 4 kg , 200 diep bruine eieren- Mechelse Koekoek (met bevederde poten) 5 kg, 150 eieren Wordt zelfs nu nog industrieel gekweekt omwille van het fijne vlees. Het was de kip bij uitstek voor de Brusselaar, die men vroeger de spotnaam ‘Kiekenfretter’ gaf.- New Hamshire (USA) 3,5 kg , 200 eieren. Prachtig gekleurde hanen- Orpington (Kent, Engeland), 4,5 kg, 150 geelbruine eieren- Poulle de Bresse (Gauloise) (Frankrijk) tot 3 kg , 200 Tevens fijne vleeskip. Heeft blauwe poten.- Rhode Island red (USA ) tot 4 kg, 230. - Sussex (Engeland) tot 4 kg, 200. Prachtig wit en zwart.- Welsumer (Ned) 3 kg 200 bruine eieren Rustiek dier in rood-patrijs verenpak- Wyandotte (USA) tot 4 kg , 200 Rustige, tamme dieren.- Zingems Vleeshoen tot 5,5 kg (bijna uitgestorven).

De zwaarste rassen: (meestal uit Azië en verbeterd in de USA)

- Brahma (Indië) 6 kg. Leggen tot 150 , in verhouding kleine eieren van 55 – 60 gr.- Cochin (China) 5,5 kg , 100.- Jersey Giant 6 kg (de zwaarste), 120 eieren , eveneens met middelmatig gewicht.

In West - Vlaanderen werd lange tijd de Brugse Vechter (5 kg) gehouden (naast Engelse vechthanen) voor de (verboden) hanengevechten. Als kleine jongen heb ik die nog gezien tijdens de oorlog. Lang daarna waren er nog hanengevechten in Noord Frankrijk.

De zwaardere rassen eten meer en leggen minder, maar een eigen kippenbout valt niet te versmaden. Naast deze kippen bestaan er talrijke krielkippenrassen, dikwijls met een schitterend verenkleed.

Er zijn liefhebbersverenigingen die je een stuk op weg kunnen helpen. (4)Op het internet zie je op verschillende sites knappe foto’s van deze dieren.

Maar ook in de pers verschijnt soms wat nieuws. B.v. ‘Het Aarschots Hoen terug’Zondag 16 december 2001 werd het Aarschots hoen voor de tweede keer goedgekeurd. Nog één positieve keuring en het hoen is terug van weggeweest. Rondscharrelende kippen op de boerenbuiten bekoren heel veel mensen. Maar ook in de stad kan je kippen houden.Te oordelen naar de telefoontjes die ik kreeg hebben de dieren er wel meer ademhalingsproblemen. Er zijn meer bijgeluiden te horen, doch de eileg lijkt er niet sterk onder te lijden.

Als je de kippen telkens roept als je hen wat lekkers komt brengen kunnen sommige rassen heel tam worden. De middenzware rassen zijn over het algemeen minder schuw dan de lichte.Sommigen maken hun dieren heel tam. Maar

als je je erg hecht aan de dieren zal slachten een probleem worden. Na een viertal jaar gaat de eileg flink achteruit. Er zijn heel wat mensen die hun dieren laten lopen tot het einde. Een kip kan 10 jaar en meer oud worden. Doch reken er liever niet op. Tijdens hittegolven bezwijken er nogal wat kippen.

2. In de professionele kippenkweek is men na de tweede wereldoorlog overgeschakeld op hybride kippen. Ook hier zijn diverse nieuwe rassen ontwikkeld, zowel legkippen als vleeskippen. Men spreekt eerder van merken dan van rassen. Door meerdere kruisingen is men gekomen tot kippen die extra veel leggen (ook in de winter). Men rekent op een 350 tal eieren tijdens het legjaar waarin ze gehouden worden. Ook biologische kippenboeren houden de kippen maar één legjaar aan. Verhoudingsgewijs heeft de moderne legkip minder voeder nodig, en wordt niet meer broeds. (Maar er zijn altijd uitzonderingen.) Het zijn sterke rassen die minder uitval vertonen. Ik heb nu 2 jaar ervaring met de Bovans. Eerst volgde er een bange week van aanpassing, omdat ze moesten gaan samenleven met mijn mengelmoes oudere kippen, die natuurlijk de baas waren. Na zekere tijd begonnen de Bovans goed hun mannetje te staan

Hoe komt men nu tot deze hybride rassen?Enerzijds kweekt men de hennen tot deze allemaal dezelfde erfelijke eigenschappen bezitten (lijnenteelt). Dit vergt meerdere generaties van uitselecteren. Soms komen hier ook kruisingen en herkruisingen tussen. Tegelijkertijd doet men dit ook met de hanen.Via lijnenteelt komt men dus tot dieren met eenvormige erfelijke eigenschappen. De aldus bekomen henen en hanen worden samen geplaatst op een vermeerderbedrijf.Uit de broedeieren komt het hybride F1 (first filial generation –eerste nageslacht) ras met superieure eigenschappen. In de biologie spreekt men van het heterosis effect.

Een van deze rassen is de Bovans Goldline.Dit ras gaf het meest voldoening aan de beroepskwekers van biologische eieren.Het zijn levendige kippen die graag buiten lopen en hiertegen goed bestand zijn.(Zie Bijlage 3 ‘ Kip bij ’t Groen Velt wil ’t doen’ ).

Sinds 2000 laat de broeierij Avibel nv (2) op door BLIK –controle orgaan voor de biologische teelt- gecertificeerde bedrijven, kuikens opkweken met Biogarantie tot bijna legrijpe kippen.Momenteel worden de dieren nog 6 weken gangbaar gevoed. (In Frankrijk is dit nog 12 weken gangbaar. De huidige E.U regelgeving voor biologische eieren schrijft slechts 6 weken biovoer voor, en de kippen mogen hoogstens 18 weken oud zijn, wanneer men overschakelt op biovoer.) In België schakelt men over op biovoer na 6 weken gangbaar voer.(op dit ogenblik voor minimaal 75 % bio, om later te komen tot wellicht 100 % bio.)

De Bovans leggen de bij ons meer geliefde bruine eieren.Witte eieren zijn echter even goed.

10

Page 11: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Joden mogen zelfs geen bruine eieren eten, omdat die volgens hun geloofsovertuiging niet ‘koosjer’ zijn.Welke kleur van eieren je mag verwachten is te zien aan de kleur van de oorlelletjes. Zijn deze rood: bruine eieren. Zijn deze wit: witte eieren.

Wat meer uitleg over hybriden.

Een hybride kan de kruising zijn tussen twee soorten . Sommigen kruisingen zijn niet levensvatbaar. Andere zijn onvruchtbaar B.v.een paard en een ezel. Het resultaat de muilezel is zelf niet meer vruchtbaar. Er Zijn kruisingen tussen diersoorten die wel vruchtbaar zijn. Zo las ik onlangs dat een bepaalde soort coyote (een Amerikaanse wolf) dreigt uit te sterven door vermenging met zwerfhonden.

In een soort heb je diverse rassen. ( In de gewone omgangstaal heeft men het meestal over soorten als men in feite rassen bedoelt. Je weet wel : ”welk soort appel is dit”?als men feitelijk naar de rasnaam vraagt.)Als je op rasniveau blijft -en dit is het geval met de hybride kippen - is voortplanting zeker mogelijk. Alleen bekom je weer een grote waaier aan eigenschappen en niet meer de superieure eigenschappen van de ouders. Sommige F2 ’s (tweede nageslacht) geven ook nog voldoening.

Als je binnen het ras blijft en twee rassen kruist bekom je geen steriliteit. Zelf heb ik prachtige kleurling kleinkinderen.Als je wil kan je de eieren van hybride kippen laten uitbroeden (Je blijft immers op rasniveau) en je bekomt een bonte mengeling van leuke bastaardkippen met goede en minder goede eigenschappen, natuurlijk voor een gedeelte afhankelijk van de gebruikte haan.

VOOR MIJ GEEN HYBRIDEN

Sommigen verwarren dit met de genetische wijziging (of modificatie), waarbij men erfelijk materiaal uit zeer verschillende soorten (b.v. een plant en een dier) mengt om te komen tot een genetisch gewijzigd organisme (g.g.o.).In de natuur, in een open systeem kan dit eventueel onvoorziene gevolgen hebben:eigenschappen die overgebracht worden naar andere gewassen, met nefaste gevolgen. Vandaar de acties o.a. van Greenpeace.B.v. In 2001 ontdekte men in de USA dat het biologisch maïszaaigoed dikwijls mee bestoven was door g.g.o maïs en als dusdanig niet meer kon gebruikt worden in de biologische teelt.Zeer recent meldde men dat men in een berggebied in Mexico wilde maïs ontdekt had met DNA (erfelijk materiaal) van g.g.o. maïs die men cultiveerde op 100 km afstand.Genetisch gewijzigd voeder (maïs, soja …) is niet toegelaten in biologisch voeder.

In een gesloten systeem betekent de genbiologie - voor geneeskundige doeleinden - wellicht een nieuwe vooruitgang.

De oude rassen zijn eveneens ontstaan door soms zeer ingewikkelde kruisingen tussen

meerdere andere rassen.Een voorbeeld : het ras Rhode Island Red werd in 1857 in America gefokt uit Red Malay, gekruist met roodkleurige Shangais, die zelf al bloed van Bruine Leghorn, Cornish, Wyandotte en Brahma hadden. R.I.R. zijn goede vleeskippen en tevens goede leggers van bruine eieren.De Witte Leghorn, afkomstig uit Italië (maar verbeterd in de USA) is een van de 12 subrassen van Leghorns.Tot de tweede wereldoorlog was het de wereldkampioen eileggers. Het is een rasdat witte eieren.legtDe hedendaagse kippenfokkerij geeft een goed voorbeeld van de toepassing van de genetische principes van kruising en lijnenteelt, zowel van de intensieve selectie om te komen tot productieve legrassen, die in verhouding minder voedsel nodig hebben; als tot het kweken van mestkippen die vlugger slachtrijp zijn met minder voedsel.

Zoals reeds uitgelegd maakt men dankbaar gebruik van het Heterosis effect en dit is een biologisch gebeuren. Door de gerichte kruising bekomt men een superieur nageslacht, dat moeilijk geëvenaard kan worden door een zuiver ras. In de commerciële teelt streeft men naar gecontroleerde eigenschappen. Met dieren (of planten) die hieraan niet voldoen kweekt men niet verder.Let wel, tot het bekomen van deze hybride lijn heeft men behoefte aan vier grootouderlijnen (ouders van de hanen en van de hennen). Hieruit houdt men de gewenste hanenlijn en de gewenste hennenlijn aan. De rest van de kuikens wordt vernietigd. Ook bij de laatste stap: het bekomen van de eigenlijke legkippen, worden de haantjes eveneens vernietigd.

Om tot verbeterde legrassen te komen werd gebruik gemaakt van Witte Leghorn, Rode Island Red, New Hampshire enz.De hybride mestkippen waarvan men in de biologische teelt gebruik maakt zijn de in Frankrijk ontwikkelde ‘traaggroeiers’.Biologische slachtkippen mogen ten vroegste geslacht worden na 81 dagen (12 weken)De gewone mestkippen leven ongeveer half zo lang!

Door ecologisch ingestelde mensen wordt bedenkelijk gekeken naar de kippenkweek in enge batterijen (althans de legkippen nog tot 2012; mestkippen zitten op de grond) en in reusachtige stallen, die wel tot in de puntjes met computerbesturing geconditioneerd en geregeld worden, met meerdere 10 000 den samen. Hun voeder is weloverwogen samengesteld, maar bevat artificiële toevoegingen: kunstmatige vitaminen en aminozuren. Een goede evolutie is dat stilaan de groeibevorderende antibiotica(al een tijdje verboden in meel voor legkippen, met soms een accident: de minicrisis begin 2001) )in dierenvoer verboden worden.Biologische legkippen zitten niet in batterijen maar zijn gehuisvest in stallen van ten hoogste 3 000 dieren met een buitenloop. Biologische slachtkippen mogen hoogstens met 4 800 zijn, eveneens met buitenloop, een zeer groot verschil is met de industriële

11

Page 12: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

kweek.

Als liefhebber heb jij waarschijnlijk de mogelijkheid om jou dieren ( zij het nu raskippen, bastaarden (een mengelmoes van verschillende rassen) of moderne legkippen nog betere leefomstandigheden te bieden.Voor iemand bij wie het vooral om productiedieren gaat, zie ik niet goed in waarom de beroepstelers wel met hybride dieren mogen kweken en liefhebbers niet.Maar nogmaals, lees hoofdstuk 1 opnieuw en overweeg of een nog prachtiger raskip niets voor jou is!Toch nog een opmerking. Bij F1 hybriden is de ‘natuurlijke’ variatie eveneens geminimaliseerd. Dit kan eenvoordeel maar ook een nadeel zijn.Als tuinier wens ik niet dat bv alle bloemkolen en spruiten, gelijktijdig oogstbaar zijn, wat je bekomt met hybride F1 zaden.Commercieel wenst men dit wel voor de eenmalige oogst. Maar ik hecht b.v. wel aan de overtreffende, zoete smaak van F1 suikermaïs boven een zaadvast ras.Hier moet ik wel de aandacht vestigen op het feit dat de gangbare F1 zaden meestal op een niet biologische manier bekomen worden; maar men kan voor het bekomen van hybride zaden ook perfect biologisch te werk gaan. Straks vind je ook deze zaden in de biologische zaadcatalogi.

Een Haan nodig ?

Het antwoord is neen.Een kip legt evengoed eieren met een haan als zonder. Als je geen raskippen houdt en dus zelf niet kweekt kan een haan eerder een lastpost zijn, zowel voor de buren (met zijn gekraai) als voor de kippen, die meestal met te weinigen zijn voor zijn avances. 7 à 10 kippen per haan is de beste verhouding.Bij weinig kippen en een te zware haan is dit te merken aan het beschadigde verenkleed op de ruggen van de kippen. Bij het paren wipt de haan op de kip. Met de snavel houdt hij zich vast aan de nekveren van de hen. In een tel drukt hij zijn aars tegen deze van de kip en spuit zijn sperma in, dat 14 dagen de eieren kan bevruchten. Aan de buitenkant zie je geen geslachtsorgaan bij de haan, die zitten van binnen, tegen de rugkant aan. Je zal je dan wel afvragen hoe men dan hanen tot ‘kapoenen’ kon castreren? De ingreep verloopt bij jonge haantjes van een geschikt ras (b.v. een Poule de Bresse) via een incisie tussen de laatste en voorlaatste rib rechts. Kapoenen leven een rustig leven en leveren malser vlees.Onlangs werd het wettelijk verboden om in België nog kapoenen te kweken.Heb je maar een paar kippen en wens je toch een haan, dan schaf je best een prachtig gevederde krielhaan aan. Door zijn licht gewicht zal hij de ruggen van de paar kippen niet beschadigen. Een Mechelse of een Izegemse koekoekhaan zal een ravage aanrichten.De biologisch dynamische methode onder het Demeter keurmerk schrijft 3 hanen voor per 100 kippen. Een rusticiteitsfactor die het doet bij het publiek.

Of een ei bevrucht is kan men normaal niet zien aan de dooier. Wel bij een enkele dagen bebroed ei. Dan vertrekt er vanuit de kiem een netwerk van rode draden die de dooier omspannen.Sommigen menen dat het kloddertje eiwit dat men soms ziet op het paardenoog in de pan, de bevruchting betreft. In feite is dit een van de twee strengen, waarmee de dooier op zijn plaats gehouden wordt. Wanneer men een sterk afgekoeld ei intact in de pan klopt zijn deze strengen duidelijk te zien.Anderen beweren dan weer dat bevruchte eieren beter zouden bewaren.Broedeieren mag men alleszins niet afkoelen in een koelkast.(zie hoofdstuk 4)Andere eieren worden best wel fris bewaard o.a. om eventuele salmonellakiemen niet te laten groeien.

GEKAPTE OF GETOUCHEERDE BEKKEN

Bij de aankoop van dieren van 6 weken of ouder dien je op enkele zaken letten. Soms worden de bekken gekapt (wettelijk mag men niet meer dan een derde van de bek wegnemen) zodat deze stomp zijn, wat de kippen uiteraard hindert bij het pikken (vooral als ze een vrije loop hebben). Het hindert hen niet als ze steeds in een volle etensbak kunnen pikken als batterijkip. Het minder drastische toucheren ( dan neemt men enkel de snavelpunt weg) wordt in de biologische beroepsteelt tegen het verenpikken en kannibalisme toegepast. Bedrijven waar de dieren meer afwisseling hebben en meer buiten lopen hebben er minder last van, maar het blijft wel een probleem.

Je weet intussen dat ik van mijn kippen verlang dat ze de mest dooreenmengen (potstal) en daar graan en insectenlarven pikken; dat mijn kippen helpen bij de verwerking van keuken - en tuinafval en dat ze fungeren als opruimers van heel wat insecten en slakken. Om kippen te hebben die over hun volle pikvermogen beschikken verkies ik kippen die hun perfecte snavel behouden.

VEREN PIKKEN

In sommige hokken treft men het verschijnsel aan van verenpikken of kannibalisme. Dit kan verschillende oorzaken hebben, één of meerdere te samen.Enkele mogelijke oorzaken zijn : overbevolking, te kleine loop, te vochtig hok, of een onevenwichtige samenstelling van het voeder, voornamelijk een tekort aan eiwitten of aminozuren.We kunnen trachten dit euvel te verhelpen door de voeding te wijzigen of door de beweging van de kippen te bevorderen. Dit laatste stimuleert de bloedsomloop en dat is gunstig. We kunnen bijvoorbeeld een busseltje groenvoeder ophangen aan een touw, zodat de kippen er naar moeten springen. Ook het ophangen van een bosje takken kan al voor verstrooiing zorgen.Te veel wit licht in het hok kan ook een rol spelen. Het verenpikken kan soms ook iets te maken hebben met de aanwezigheid van ongedierte. Naast het scheppen van de

12

Page 13: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

mogelijkheid tot ‘zand baden’, richten we onze aandacht op legnesten en zitstokken.

LEEWIEKEN

Leewieken is het bij pluimvee wegnemen van het uiterste segment van een vleugel. Dan kunnen de dieren niet echt meer vliegen.Volgens de wetgeving mag dit niet meer routinematig gebeuren bij kippen. Bij dieren die in een open ruimte worden gehouden mag het nog wel om het ontsnappingsrisico te beperken. Dit kan enkel tot de 3 de dag, chirurgisch of door wegbranden (thermocauterisatie).Voor kippen die vrij in een ren lopen kan dit zijn nut hebben zodat ze niet kunnen ontsnappen. Een draad van 1 meter hoogte volstaat dan, als ze geen verhoog hebben waar ze eerst op kunnen vliegen. Als de kippen niet gekortwiekt zijn en je hebt geen 2 m hoge draad, sta je soms voor problemen : eens ze een ontsnappingsweg gevonden hebben, kan je ze niet meer binnenhouden.

ZELF KORTWIEKEN

Kippen die steeds over de omheining vliegen is een vervelende zaak. Soms is het niet mogelijk de omheining te verhogen.Wat staat ons nu te doen?Trek een vleugel open en met een goede schaar knip je naast de nerf de pluimen weg. Hierdoor kan de kip niet meer recht vliegen. De verminderde weerstand van die ene vleugel is hiervan de oorzaak. Knip nooit de grote nerf van de pluim door, want dan verwondt je het dier. Er lopen bloedbanen en zenuwen door. Bij lichte rassen knipt men best de beide vleugels om het draagvlak bij het vliegen nog te verminderen.Maar zelfs met geknipte vleugels waren mijn Brakels moeilijk in de hoge kippenren te houden.Sommige raskippen zijn nog steeds uitstekende vliegers.Een kip die je makkelijk achter een één meter hoge draad kan houden is b.v. de Wyandotte. Daarenboven zijn het zeer tamme dieren.

BLOEDLUIS

Bloedluis zit bij daglicht verscholen in het hok,niet op de kip. Eigenlijk is een ‘bloedluis’ geen luis (6 pootjes) doch een mijt ( 8 pootjes). De Nederlandse naam is evenwel bloedluis. Op sommige plaatsen noemt men ze ook vogelluis of kanarieluis. Enkel ’s nachts komen ze uit hun schuilplaats en komen de kippen ‘leegzuigen’. De kippen kunnen er soms erg door verzwakken, met nare gevolgen. De luis verschuilt zich in de duisternis in spleten en kieren. Ze is zo taai dat ze een winter of zes maanden zonder voedsel nog overleeft, al wordt ze dan wel doorschijnend in plaats van rood. Een goed middel tegen deze luis is in de legbakken gedroogde varens te leggen. Bloedluizen zitten ook aan de onderkant van de zitstokken. Je merkt plekken kleine donkerrode luisjes met een witgrijze schijn en bij grote hoeveelheden constateer je een weeë geur.

Kijk regelmatig de zitstokken na, bijzonder de steunpunten en de onderkant van de zitstokken. Ingeval je er enkele ziet, bestrijk dan de stokken om de 2 à 3 dagen met een toegelaten productOok met een gasbrandertje kan je de luizen aan de onderkant van de zitstokken te lijf gaan. Indien er luizen aanwezig zijn hoor je een ’knetterend’ geluid. Na een paar dagen controleer je best nog eensEen eenvoudiger methode die ik toepas is gewoon de stokken vervangen en de misschien geïnfecteerde enkele maanden aan zonlicht blootstellen. Laatst had ik een kleine infectiehaard gezien, maar het vervangen gebeurde pas een tijdje later. De haard was verwonderlijk verdwenen. Wellicht hebben die luizen ook natuurlijke vijanden?Wie met een nieuw hok kan starten heeft er alle belang bij absoluut luisvrije dieren aan te schaffen.Hier ligt een ander voordeel van hybridekippen: ze komen luisvrij uit het ei, komen nooit in contact met andere kippen; in de stallen wordt met een all in/all out systeem gewerkt. Je hebt veel meer kans op ectoparasieten ( en andere ziekten) als je hier en daar een kip bijhaalt.Met PREVENTIE zijn de beste resultaten te behalen. De meeste mensen weten niet wat dit betekent. Ik zal een korte, gedeeltelijk theoretische beschrijving geven. In de diergeneeskunde spreekt men van ‘insleep’, het binnenbrengen van ziekteverwekkers.Ideaal heb je een aantal kerngezonde kippen, maar vroeg of laat zijn ze aan vervanging toe.Je kan bevruchte eieren van je eigen kippen uitbroeden, zo komt er geen enkele vreemde ziektekiem binnen.Uit hygiënisch oogpunt ideaal, maar je hebt misschien geen haan en anders zit je vroeg of laat toch met inteelt.De tweede beste oplossing: je broedt eieren uit die je bijgehaald hebt.Een klein aantal ziektes kan via het ei doorgegeven worden. Ze zijn ‘gelukkig’ van dien aard dat de kuikens in het ei of op heel jonge leeftijd sterven. Worden de kuikens drie weken en zijn ze gezond, dan mag je met 99,9 % zeker zijn goed gezonde dieren te hebben.Kippen kopen bij een commerciële kweker: Indien deze het all in/all out principe toepast komen deze als groep niet in contact met andere kippen. ( Dit is het geval bij het project ‘Kip bij ’t Groen, Velt wil ’t doen. Zie bijlage).Bij kippenhandelaars heb je deze garantie meestal niet.Wat absoluut af te raden is: hier en daar een kip bijhalenZit je toch met een blijvend ziekteprobleem: alles afslachten, strooisel uit de stal verwijderen, uitschuren en 4 maanden geen kippen houden.Dit klinkt radicaal maar is op termijn de beste oplossing.

WANNEER DE POELJEN IN HET LEGHOK PLAATSEN ?

Zowel bij poeljen als bij oudere dieren is het veranderen van verblijf nadelig. Wanneer je de eerste poeljeneieren raapt, wordt het nochtans tijd om de jonge dieren in het leghok te brengen. De laatste tijd doe ik het zo: de ruimte waar mijn 5 kippen verblijven is

13

Page 14: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

2 x 3 m. De slaap-, eet- en loopruimte voor de legkippen is 1 x 3 m en de opfokruimte voor de poeljen is ook 1 x 3 m.Wanneer ik een vijftal eieren geraapt heb van de poeljen, gewoonlijk in het strooisel, maak ik een scheiding in het hok van de oude hennen, zodat ze nog kunnen leggen, zich voeden en drinken. De poeljen krijgen het afgenomen stuk bij. Spoedig gaan ze de vergroting verkennen, daarin is de slaapstok van de oude kippen. De slaapstok van de poeljen neem ik na 2 à 3 dagen weg. Ik plaats intussen een fruitkist met wat hooi als nest in de loop, met een plaasteren ei erin.Wanneer na 14 dagen of een maand de oudere kippen geslacht zijn, krijgen de jonge kippen het ganse hok. Na een week of 14 dagen wordt het poeljenhok afgesloten. De verhuis is gebeurd zonder stoornis voor de jonge leggers.

WAT MET PAS AANGESCHAFTE KIPPEN?

Meestal zal de situatie zo zijn dat je met een aantal jonge kippen thuis komt. De dieren zijn waarschijnlijk ongeveer 17 weken en met velen samen opgekweekt.De makkelijkste manier is ze naar het hok brengen en meteen op de slaapstokken zetten. Wellicht zullen ze daar een tijd blijven zitten. Gaan ze naar buiten, dan zal je ze enkele keren ’s avonds zelf moeten binnen brengen. Hou dit consequent vol tot de dieren geleerd hebben zelf binnen te gaan.Als je dit verwaarloost, zoeken de kippen zelf oplossingen die wellicht minder met uw wensen overeenstemmen. B.v. Over de draad vliegen om in de bomen van de buren te gaan slapen. ‘Foute’ gewoonten afleren is een moeilijke zaak.

Vooral als er nog andere dieren lopen is de beste manier van gewenning volgens mijn ondervinding, de nieuwe dieren meteen op de slaapstokken zetten. De oudere dieren komen laat binnen en gaan mee op stok en wennen aan de nieuwkomers. Tussen de kippen bestaat er een eigen rangorde. Men spreekt ook van pikorde: de hoogsten in rangorde eigenen zich de beste plaatsen toe op de slaapstokken en bij het voeder. Nieuwkomers worden eerst weggepikt.Op de schemerige slaapstokken gebeurt dat niet. ‘s Morgens blijven enkel de jonge dieren in het hok achter. Je kan proberen wat opfokmeel voor poeljen te geven. Evenwel zullen de ouderen er wel het eerst bij zijn. Meestal duurt het wel een paar dagen vooraleer de jonge dieren zich buiten wagen. Ik heb gemerkt dat op deze manier de aanpassing het gemakkelijkst verloopt. Doe je het omgekeerd: de dieren eerst in de ren laten, dan voelen ze zich nog meer verloren. Tot nog toe zaten ze immers meestal in het grote hok, alhoewel er een buitenloop voorzien was.Als je alleen nieuwe dieren hebt is de situatie nog gemakkelijker om de dieren aan hun nieuw verblijf te wennen en ze tot aan de leg opfokmeel voor poeljen te verschaffen.

Dikwijls zal je je afvragen :’ wanneer zullen wij ons eerste ei rapen’. De opfok van kuiken tot leggende hen duurt in optimale omstandigheden 20 weken. (Sommige rassen

kunnen al op 18 weken hun eerste ei leggen). Afhankelijk van het ras kan dit langer zijn. Bij liefhebbers heb je die optimale omstandigheden meestal niet en duurt het langer. Ook het seizoen speelt een voorname rol (en ook het goede en slechte weer tijdens dat seizoen, b.v. een donkere, natte herfst). Tijdens de wintermaanden verloopt de ontwikkeling nog veel trager. Veel hangt af van het voeder dat ze krijgen en de tempe-ratuur tijdens de groeiperiode. Dus het tijdstip waarop ze geboren worden speelt een rol. Poeljen die een vrije loop hebben en alleen met graan gevoederd worden tijdens een warme zomer, beginnen te leggen op ongeveer 6 maand. Dezelfde kippen, in een kleine ruimte en gevoederd met graan en groeimeel, leggen ongeveer een maand vroeger. Tijdens een koude zomer ligt het legtijdstip wel 14 dagen later. Kuikentjes die bijvoorbeeld in juni, juli geboren worden en met een gure herfst en vroege winter af te rekenen hebben, wachten tot het nieuwe jaar om te leggen. In warme hokken en met bijkomende verlichting is het natuurlijk anders.

Wanneer een haan bij de poeljen loopt zal deze een 14 dagen voor je het eerste ei raapt, de poeljen bevruchten, ‘trappen’. Loopt er geen haan bij en is het gewoonlijk dezelfde persoon die de kippen verzorgt, dan zal je bemerken dat, wanneer deze in het hok komt, de kippen door hun poten buigen en de vleugels een weinig openspreiden. Als kleine jongen heb ik de kippen dan opgepakt tot ze het beu werden. Enkele dagen later vind je het eerste ei. Een plaasteren ei of een ronde kei in het legnest leggen werkt voor de kip uitnodigend. De kip moet het legnest leren kennen. De eerste eieren vind je meestal op de grond. Laat ze niet te lang liggen, want het kan aanleiding geven tot eierpikken.In het begin leggen de kippen kleinere eieren, maar na enkele weken zijn ze reeds groter. Overjaarse hennen leggen de grootste eieren en soms is de schaal dan zelfs gerimpeld!.

HOE LANG HOUDEN WIJ ONZE KIPPEN? WANNEER BEGINNEN WIJ ERMEE?

Als je kippen houdtt heb je graag dagelijks eieren voor het gezin. Dit is gemakkelijk te bereiken als je het volgende toepast.Je koopt kippen of kuikentjes die ten vroegste de laatste week van maart tot 15 april uit het ei gekomen zijn. Als je vanaf 15 april 5 maanden verder telt, is het ongeveer 15 september. Je kan dan de eerste (poelje -) eieren beginnen rapen. Het is ook rond deze tijd, of kort daarna tenminste, dat de oudere kippen minder beginnen te leggen. Deze zullen namelijk, naargelang het ras, stilaan beginnen te ruiven. Het is mogelijk dat er gedurende een korte periode te veel ( het hoogtepunt is normaal de vroege lente) of te weinig eieren zijn. Als je kippen koopt die in mei geboren worden en er volgt een koude zomer en een vroege herfst, zodat de poeljen minder goed groeien, dan loop je de kans dat ook die jonge kippen nog in de rui komen. Het gevolg is dan dat je tot een hele tijd na Nieuwjaar geen eieren kunt rapen, alhoewel je toch voor voeder moet zorgen.

14

Page 15: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Anderzijds, te vroeg geboren kippen zullen wel beginnen leggen vanaf augustus, maar gaan onvermijdelijk in de rui. Dat betekent ongeveer 3 maanden zonder eieren.De kippen die uit het ei kwamen tussen einde maart en half april, slaan de eerste winterrui over.

Hoe lang je de kippen houdt, bepaal je zelf. De meeste mensen houden hun kippen gedurende enkele jaren. De beste Ieggers zijn één - en tweejarige kippen. Vanaf het derde jaar is de productiviteit aanzienlijk minder. (Mijn ervaring is dat de moderne legkippen gemakkelijk meer dan 2 jaar goed blijven leggen). Kweek je met raskippen dan is het best ieder jaar vers broedsel of jonge kuikentjes te voorzien. Zo kan men iedere herfst de tweejarigen afdanken. Zulk een kip kunnen we als braad - of soepkip op tafel brengen. Een halfzware kip weegt geslacht doorgaans van 2 tot 2,5 kg; een lichte slechts 1,5 kg, wat natuurlijk ook aan tafel een verschil geeft, afgezien nog van de betere vleeskwaliteit van de eerste.

Je moet er dan wel aan denken af en toe voor ‘nieuw bloed’ te zorgen. Wissel dieren uit met kennissen om inteelt tegen te gaan. Als je kippen van verschillende leeftijd houdt is het interessant de nieuwe dieren een ring rond de poot te doen, zodat je later de jongere dieren blijvend kunt onderscheiden. In een even jaar doe die aan de rechter poot ; in een oneven jaar aan de linker poot. Je vindt de plastieken ringen in verschillende kleuren. Vergeet niet jaar en kleur te noteren.

HET RAPEN VAN EIEREN.

In ideale omstandigheden legt een kip haar eerste ei als ze ongeveer 20 weken oud is. De eierdooiers groeien aan de eierstok tot ongeveer 4 cm in diameter. Daarop komen ze in de eileider, een langgerekte, kronkelende buis die begint bij de eierstokken en achteraan uitmondt in de aars of cloaca. Eerst komt de dooier los. Het eiwit wordt gevormd en daarna de vliezen rond het ei. In een volgend gedeelte komt de schaal er rond. Dit proces neemt 24 uur in beslag. De eerste eieren zijn nog klein, ongeveer 55 gram. Al vlug wordt dat 60 à 65 gram. Dit geldt voor de doorsnee rassen. Er zijn rassen met kleine eieren en er zijn er die grote eieren leggen. (Zie bij rassen)Het is best de eieren dagelijks te rapen. Zo worden ze minder bevuild.Wanneer er (te) veel eieren in het nest liggen is de kans op eibreuk groter. Kippen die er hun eerste legjaar bijna achter de rug hebben beginnen dunschaliger eieren te leggen.Daarop gaan ze in de rui. Dit is het moment waarop professionele kwekers, zowel de gangbare als de biologische telers, de dieren vervangen.Veel eieren in een nest stimuleert ook het broeds worden.Vroeger noemde men goede legkippen, kippen die rond de 150 eieren legden. Door de keuze van een goed ras en mits een aangepaste voeding, kwam men vervolgens met raskippen tot een gemiddelde van 250 eieren en meer .

De beroepsteelt met de moderne hybride kippen rekent op minstens 300 eieren.Als je als amateur gemiddeld 7 eieren raapt van 10 kippen, dus 70%, is dat het bewijs dat je goede kippen hebt en dat alles prima in orde is.Tijdens de zomermaanden neemt de eileg wel wat af, zeker bij wat oudere dieren.Ik hoor mijn moeder nog zeggen dat tijdens de meimaand de eileg afnam ‘omdat de kippen te veel meikevers aten’!Al veertig jaar zijn meikevers zeer schaars geworden. In een zeer hete periode is er slechts weinig leg.Ongewassen eieren blijven langer goed dan gewassen eieren. Het gedroogde smeersel van de eileider belet het binnendringen van lucht door de poriën van de schaal. Anderzijds kunnen aan de schaal wel schadelijke bacteriën kleven. (Zie salmonella).Eieren worden best bewaard met de stompe kant naar boven, de luchtbel zit dan boven en de eieren bewaren dan het langst. In een frigo blijven ze beduidend langer ( 4 weken) goed, maar ze kunnen ongewenste geuren opnemen.Ter informatie: als een dooier van een ei in de pan mooi rond is, heb je een vers ei. Zakt de dooier daarentegen in, dan heb je te doen met een ouder ei dat best alleen nog wordt gebruikt in gebakken bereidingen.De ouderdom van een ei is ook te zien aan de luchtkamer: hoe groter, hoe ouder.Je kan dit uittesten in water. Zakt het ei plat naar de bodem: goed. Gaat het op de bodem min of meer rechtstaan dan is het ei te oud.Eieren van enkele dagen oud worden doorgaans lekkerder gevonden dan legverse eieren. Te verse eieren die worden gekookt, zijn moeilijk te pellen. Het pellen wordt overigens vergemakkelijkt door de eieren direct na het koken te laten schrikken : in stromend koud water afkoelen. Voor het koken een klein gaatje prikken in de bolle kant (de luchtkamer) voorkomt dat het ei gaat barsten bij het koken.

Soms zijn er problemen met windeieren. Windeieren zijn eieren zonder kalkschaal, afkomstig van dieren die te weinig kalk opnemen of vormen. Klassiek dient er steeds een schaal met gemalen oesterschelpen of grit ( gemalen schelpen en zeealgenkalk) voorradig te zijn. Als alternatief geef ik mijn kippen ook fijn geplette eierschalen - (Zomaar halve eierschalen voorwerpen is voor de kippen maar een stap om ook ganse eieren aan te pikken.) -, die eerst gedroogd werden; en een zeldzame keer een met een hamer fijngestampte mosselschelpen. In beide gevallen een goede vorm van recyclage! Haast nooit vind ik een windei. Als het leggen van windeieren dikwijls gebeurt is er sprake van moeilijke kalkvorming, tenminste als er altijd oesterschelpen tot hun beschikking staan. Dan is slachten de beste oplossing. Het komt er dan op aan te weten te komen welke kip de windeieren Iegt.

“Mag het een eitje meer zijn” ?

15

Page 16: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

In de volksmond wordt verteld dat de bleekgroene eieren van Araucana’s minder cholesterol zouden bevatten. Wetenschappelijk zou dit niet kloppen.Een groot ei bevat bij benadering 216 milligram cholesterol. Dit is een beduidend lager cijfer dan men tot 1990 dacht.Anderzijds zeggen nu meer voedingsweten-schappers dat het de lever is die het niveau van de cholesterol in het bloed regelt. Meer consumptie van cholesterol bevattende levensmiddelen geeft minder aanmaak en omgekeerd: minder inname: meer aanmaak.Het ei is een bron van hoogwaardig eiwit, d.w.z. eiwit dat al de noodzakelijke aminozuren bevat. Daarnaast levert het vitaminen (behalve vit. C) en bevat het veel essentiële mineralen, waaronder fosfor en zink.Al de vetten en de cholesterol zitten in de dooier die twee maal zoveel onverzadigde als verzadigde vetten bevat.Eieren ondergaan een verandering in voedingswaarde en verteerbaarheid door de bereidingswijze.Vitaalstoffen zoals de antioxydantia, vitamine E en lecithine beletten de schadelijke afzetting van cholesterol op de bloedvaten. Deze stoffen uit de eierdooier worden door hitte aangetast. Lecithine reeds bij een temperatuur vanaf 40 ° C. Spijtig genoeg wordt hierover weinig informatie verspreid.Licht gekookte eitjes, waarbij de dooier vloeibaar blijft, zijn beter dan hardgekookte.Anderzijds worden door meer verhitting eventuele schadelijke organismen gedood. Als kleine jongen nuttigde ik weleens een rauw ei. Maar een tante waarschuwde mij dat zekert niet te doen met eendeneieren, want die moesten absoluut eerst gebakken of hardgekookt worden. Dit zal wel tegen een eventuele bacteriële besmetting geweest zijn. (Zie bij salmonella p …)

EIERPIKKEN.

Zorg dat er steeds gemalen oesterschelpen of grit (gebrande en gemalen schelpen) ter van de kippen staan, zo voorkom je brozere eierschalen, die gemakkelijker breken. Eierpikken begint gewoonlijk na het breken van eieren met te zwakke schaal.Als men dit voorheeft, kan men volgend trucje proberen : een ei doormidden breken, het eiwit en dooier mengen met flink wat zout, peper, mosterd en andere scherpe specerijen. Het ei met deze brij terug vullen en in het nest leggen. De kip zal ervan eten, afgeschrikt worden en hopelijk nooit meer zijn eigen legsel nuttigen.

DUBBELE EIEREN

Iedere keer als een kip een ei legt ovuleert ze.Bij de ovulatie komt de eicel+dooier uit de eierstok vrij. Als er nu een dubbele ovulatie plaatsvindt (zoals bij een vrouw met een twee-eiige tweeling) , heb je een ei met twee dooiers. Dit gebeurt meestal als de hormonenspiegel niet optimaal is, dus bij begin/einde van de legperiode.

KENMERKEN VAN EEN GOEDE LEGSTER.

Om een goede leghen te herkennen kijk je eerst naar de kam. Niet de grootte, maar wel de kleur speelt een rol. Een dieprode kam is een teken dat de kip in goede toestand is om te leggen. Naar de legbeentjes kijk je ook, of beter je voelt deze. Onder de staart bevinden zich de legbeentjes waar de eileider en de aars tussen uitmonden. De opening tussen de beentjes mag niet te smal zijn. Bij een goede legster kan je daar gemakkelijk twee vingers tussen leggen. En voelt de cloaca (aars) elastisch aan? Dan heb je een goede legster.

DE JAARLIJKSE RUI

Als de winter nadert wisselen de kippen hun veren. Dit ruiven of ruien kan je natuurlijk niet als ziekte beschouwen, alhoewel de dieren er toch onder lijden. In de voorafgaande maanden worden de eierschalen al iets brozer. Mede hierom vervangen ook de biologische kippenboeren hun dieren na een jaar intensieve leg. De kippen houden op met leggen want het lichaam heeft alle krachten nodig om nieuwe pluimen te vormen.Goed en voldoende voedsel is dus in die periode zeker nodig om vlug die rui door te komen. Als je de kippen tuinkruiden (knopkruid, muur, sla…) geeft, zal de rui praktisch ongemerkt verlopen ( in een minimum van tijd en niet onderbroken in 2 of 3 periodes). Tocht en vocht is zeker te vermijden omdat de kippen gemakkelijker vatbaar zijn voor ziekten. Rust is altijd nodig.

HET SLACHTEN EN PLUKKEN

De ruiperiode is gewoonlijk ook de slachttijd. Wel best observeren want het is gek een kip in de pot te doen die nog aan het leggen is. Een kip die niet meer legt heeft doorgaans een blekere kam.Als men een kip slacht moet men vooral goed opletten voor het wegspringen van het bloed, dat gemakkelijk op de kleren kan spatten. Om het dier een hoop pijn te besparen, leggen we het op een zij met de kop op een blok hout, zo kan men gemakkelijk en vlug de kop afhakken. Een kip die nog warm is plukt het beste. Om gemakkelijk te plukken dompelen wij ze eerst in een emmer bijna kokend water. Als we dat een paar minuten volhouden, zijn de veren eenvoudig te verwijderen. Wanneer de kip reeds in de stoppelen zit (het begin van de nieuwe pluimen), is het lastiger ze te plukken. Dan herhalen we de procedure.Wanneer we zo’n kip een tweetal minuten in heet water dompelen en er dan met de rug van een mes over wrijven, gaan de stoppels er veel vlugger uit.Na het drogen van de kip, gewoonlijk onmiddellijk na het plukken, kan je (ik vind het de meestal de moeite niet) de windharen afbranden. Dit zijn de zeer fijne haartjes die tussen de pluimen staan. Dit afbranden kan boven een gasvuur; met een kaars of buiten met wat brandend stro.Het is best de ingewanden onmiddellijk te verwijderen, dit om gisting van uitwerpselen en gal te vermijden.In de onderbuik, voor de aars maak je met een scherp mesje een snede zonder de

16

Page 17: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

darmen te raken. Met gespreide wijs - en middenvinger druk je enerzijds de darmen omlaag en anderzijds snij je tot tegen het borstbeen. Vervolgens maak je een horizontale snede tussen staart en aars (cloaca) die je verder naar de zijkanten los snijdt. Weer opletten dat je de endeldarm intact houdt. Daarna heb je maar de ingewanden met de aars te verwijderen. De lever recupereer je. De galblaas snij je er zorgvuldig uit. De maag snij je aan een kant open, midden door een van de twee spierverdikkingen. Met het mesje kan je de maagwand gemakkelijk lospeuteren en verwijderen. Vergeet niet ook nog de krop weg te nemen. Alvorens het dier voor de tafel te bereiden, laten we het nog 24 uur versterven. Dit verbetert de smaak. Voor bereidingen met kip verwijzen we naar de Veltuitgave Handboek Ecologische Voeding.

3. De Verzorging

17

Page 18: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

DE VOEDING

De hennen moeten steeds voeder ter beschikking hebben. Daaromverstrekken we ’s morgens eiwitrijk voeder en ’s avonds, voor het slapen gaan, een granenmengsel. Gelukkig komt er nu een ruimer aanbod van Bio-voeder.( Let op het Biogarantie label of het Eko keurmerk). (Zie bijlage 1 )

In de moderne veevoederbedrijven wordt er tegenwoordig een en ander verwerkt in het legmeel en in de legkorrels, wat zeker niet met onze Velt-principes overeenkomt, zonder dan nog te spreken van de vele kunstmatige additieven (kleurstoffen en antibiotica).Intussen hebben we het dioxine schandaal gehad bij de kippen. Transformatorolie met de sterk giftige PCB’s was in het kippenvoer terecht gekomen.

Vismeel en beendermeel mogen voorlopig niet gebruikt worden. Ook fosfaat van beenderen kan niet (enkel uit rotsfosfaten).

Maar kippen houden in een met veel dioxines vervuilde streek blijft een besmettingsbron voor buitenlopende kippen.

Meestal zijn de kippen verlekkerd op keukenresten, die normaal gezien niet erg gezouten of gekruid zijn, want zout en peper zijn niet geschikt voor kippen. Versheid is belangrijk. Maar oud brood zullen ze ook gretig verorberen. Is het een grote homp of zijn het oude broodjes van de bakker, dan geef je die best gedompeld in water. Zo vermijd je dat ratten de overschotten komen hamsteren.

Destijds werden voederformules samengesteld door de Faculteit van diergeneeskunde van de universiteit Gent, dit voor de drie grote levensperioden van de kip.Let wel dit betrof de klassieke productie.Intussen worden dierlijke producten niet meer gebruikt.Bij biologisch voeder mag men geen gebruik maken van schroten, liefst ook niet van maniok (invoer uit derde wereldlanden) en kunstmatige aminozuren. Men vervangt de schroten door schilfers en koeken.Biologisch voeder dient vrij te zijn van g.g.o’s (genetisch gewijzigde organismen).

In het biovoer gebruikt men bio-granen: tarwe, gerst, triticale (kruising tussen tarwe en rogge) en maïs.Bio-leguminosen: erwten, zoete lupinen en g.g.o-vrije sojabonenBio-luzerne/grasmeelBio-zonnebloemolie en zonnebloemschilfersBio-tarwekiemen en nog andere beschikbare bio-grondstoffen.Men vult aan met toegelaten gangbare grondstoffen zoals:aardappeleiwit, maïszetmeel, lijnzaad, lijnschilfers en biergist.Circa 2/3 van de kalk komt van in het voeder toegevoegde kalksteentjes.

Men onderscheidt in een kippenleven drie periodes.

A. 0 tot 8 weken: snelle groei

De voedselopname is nog klein, maar een goede kwaliteit is een strikte vereiste.

(Oude gegevens van de Universiteit Gent)VOORBEELD: NORMEN:

Gele maïs: 60% 2 800 kcal Sojaschroot: 30% 20% eiwitLuzernemeel: 5% 0.75% Methi-Voederfosfaat:1.5% onine + cysti- Voederkrijt:1.3% ne: aminozu- Zout: 0.2% ren die de kip Lysine : 1% zelf niet kan Vismeel : 3 à 4% maken. Ca: 1%Mineralen en Fosfor : 0,6%Vitaminen :1% Na: 0.2%

B. Periode met trage groei van 8 tot 20 weken

De dieren zijn in staat reeds veel voeder op te nemen, zodat de inhoud aan energie en eiwit een stuk lager moet liggen, omdat anders de dieren te zwaar en te vet worden.

VOORBEELD NORMEN

Gele maïs: 60% 2 800 kcalSojaschroot: 15% 13– 6% eiwitManiok:15% 0.4% LysineLuzernemeel: 5% Ca: 1 %Voederfosfaat: 2% Fosfor: 0.6%Krijt:1% Na: 0.2%Zout: 0.35%Mineralen en vitaminen 1%

C. De periode na 20 weken: legperiode

Het voeder moet nu aangepast zijn om een goede eiproductie te geven.Het verschil tussen opfokvoeder en legmeel ligt ook in de kalkinhoud van het voeder: - voor legmeel: ca 3% voor de

vorming van de eierschalen

- voor opfok: ca 1%Legkippen hebben vanzelfsprekend meer kalk nodig voor de vorming van de eierschalen.

VOORBEELD NORMEN

Gele maïs: 60% 13 – 16% eiwitSojaschroot: 18 % Methionine:0.4%Luzernemeel: 6% Lysine: 0.5%Voederfosfaat: 2% Ca: 1% (3% voor Krijt 6,5%% leghennenZout: 0.3% Fosfor: 0.6%Mineralen en Na: 0.2%Vitaminen: 1%

Welke grondstoffen men ter beschikking heeft is van minder belang als men maar zorgt dat het rantsoen voldoet aan de geldende normen.Deze normen werden wetenschappelijk opgesteld en verzekeren bij het naleven ervan een goede uitslag.

18

Page 19: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bovenstaande voederformules zijn bestemd voor batterijkippen (nog toegelaten tot 2012), scharrelkippen en bij de opfok van kuikens in de klassieke teelt.

Vanaf augustus 2000 is de EU-wetgeving op de dierlijke, biologische productie in voege getreden.Toevoegen van aminozuren als lysine en methionine is niet toegestaan in de biologische teelt.Aardappeleiwit, biergist en maïsglutenmeel (60% eiwit) vormen een goed bruikbaar, maar duur alternatief.

Wanneer de kippen een buitenloop hebben en ze beschikken over voldoende groen (5 kippen per 100 m² ), dan kan volgende formule toegepast worden:

25% maïs 25% gerst25% haver 25% tarwe + eventueel boekweit

Kalk kan men verschaffen onder de vorm van fijngemalen oesterschelpen of grit.

Granen zijn arm aan eiwit maar rijk aan energie. Schroten (product dat men bekomt na het uitpersen van de olie), zoals sojaschroot, zonnebloempittenschroot, enz. zijn rijk aan eiwitten.Een goede combinatie van granen en schroten is de basis van een goed rantsoen.Je ziet dus direct dat voor een opfokmeel voor kuikens tussen 0 en 8 weken meer eiwit, dus meer schroten (of hun vervangers) nodig zijn.

Groenvoer is basisvoedsel voor je kippen.

Niet iedereen heeft de wenselijke 10 m2 gras per kip. Men kan de kippen verwennen met onkruiden uit de tuin. Bij mij is dit op de eerste plaats knopkruid, verder muur, comfreybladeren, de afval en overschot uit de keuken. Soms duurt het wel even voor ze alles leren kennen en lusten. Sommige kippen lusten wortelloof,andere, waaronder de mijne niet.

Ook planten leveren eiwit. Zo was comfrey, een productieve soort smeerwortel, vroeger wel beter bekend. De bladeren zijn zeer geschikt als groenvoer, maar dan moet je wel enkele planten ter beschikking hebben.Belangrijk is het tijdens de wintermaanden over groenvoer te beschikken.Daarvoor komen in aanmerking mergkool, boerenkool, wortelen en aardperen.Een kennis zorgt dat zijn serre volstaat met winterpostelein. Daar mijn kippen in de winter de volle loop krijgen, moet ik zorgen om een stukje winterpostelein af te schermen, zodat we zelf nog wat hebben!Muur is ook een van die onkruiden die in de tussenseizoenen welig tieren. Niet voor niets spreekt men van kippenmuur!

Het toevoegen van speciale houtskool bij het voeder of in de oesterschelpen – of gritbak bevordert de spijsvertering en voorkomt ingewandsstoornissen.

Af en toe wat geperste look toevoegen aan het drinkwater komt eveneens de gezondheid ten van de kippen ten goede.

19

Page 20: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bij onderstaand schema bemerk je dat ruw eiwit niet wil zeggen verteerbaar eiwit.De verteerbaarheid hangt af van het ruwvezelgehalte: hoe hoger % ruwvezel, hoe lager de verteerbaarheid.

Plant Gehalte droge stof in %

Ruw eiwit Ruwe vezel Kalk Zout Chloor Magnesium

Grassen 15 13 0.54 0.19 0.57 0.37

Bv. Eng.raaigras 12.2 26 0.35

0.56 0.19 0.51 0.35

Klavers 19.2 29.1 2.53 0.10 0.41 1.13Bv. Luzerne 17 30 3.01 0.10 0.50KruidenBoterbloem 25.7 16.07 0.75 - 0.14 -Brandnetel 27.5 32.7 6 (?) - 1.0 1 -Veldzuring 24.7 15.4 0.71 0.27 1.25 0.26Herderstasje 27.2 6 26.65 2.85 - - -Melkdistel 17.76 20.83 2.10 - 1.70 -Akkerdistel 29.6 - 2.97 - - -Duizendblad 19.90 24.30 1.57 0.06 0.53 0.75

Page 21: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

HET DRINKENDe behoefte aan drinken varieert van 100 ml tot 500 ml per dag op een warme zomerdag.Fouten die je maakt in voeding of huisvesting laten zich steeds voelen in het rapen van minder eieren. Dit is zeker zo met drinken. Onze kippen moeten steeds fris water hebben. Bij het gebruik van een open bak of pot (b.v. een oude kookpot) wordt het water vlug vuil, maar het reinigen gaat vlug en gemakkelijk. In de handel zijn handige en goede drinkemmers verkrijgbaar tegen redelijke prijzen. Het is altijd beter een grotere te nemen dan een kleinere. Deze emmers hebben een smalle drinkgleuf.Er bestaan ook drinknippels. Deze voldoen als de kippen deze methode kennen. Er moet een morsgoot met afloop naar buiten aangebracht worden. Een groot nadeel van deze nippels is dat als het vriest, meestal de leiding bevriest, zodat je naar een noodoplossing moet zoeken. Tegen het bevriezen van het drinkwater kan men een half klontje suiker en een vierde koffielepel zout toevoegen aan 3 liter water. Sommigen beweren dan weer dat de kippen er alleen maar meer dorst door krijgen. Geen warm water geven, daar krijgen ze zgn.

‘spreeuw’ van (keelziekte). ’s Avonds het water weggieten om het niet te laten bevriezen en ’s morgens lauw water geven is wel goed.Beter is met een verwarmingselement verhinderen dat het water bevriest.Je kan de metalen drinkemmer in een inkeping in een houten kist leggen en wat isoleren. In de kist plaats je een lamp van 15 – 25 watt. (Uittesten, hangt ook van de grootte van uw emmer af. Wel opletten dat de lamp geen brandbaar materiaal raakt.)Er bestaan ook elektrische verwarmingskabels.

Appelazijn, gegeven met kleine hoeveelheden, bevordert de algemene gezondheid. Idem met het toevoegen van een korreltje biergist.Sommigen hebben een goede ervaring met karnemelk en het toevoegen van looksap.

Hygiëne van drink – en voederbakken, vooral tijdens de hete zomerdagen is belangrijk voor de gezondheid van de kippen en om salmonella te voorkomen.

Page 22: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Kippen kunnen ziek wordenAls je 17 weekse poeljen aankoopt hebben zij net een gans inenting – of vaccinatieschema achter de rug tegen enkele erge ziektes.

Maar ook kippen kunnen, zoals alle levende wezens, ziek worden. Biologisch geteelde kippen hebben wel een grotere natuurlijke weerstand dan andere. Toch kan het gebeuren dat om een of andere uit de hand gelopen oorzaak je een tegenslag treft en daarom volgende bemerkingen over enkele ziekten.

COCCIDIOSIS

De coccidiosis bacterie is een bacterie die een darmziekte veroorzaakt. Bij jonge kuikens wijst een bloederige ontlasting op coccidiosis. Besmetting gebeurt via de mest.Als de kippen een witte, slijmerige diarreehebben, controleer dan of het voeder in orde is,of het strooisel droog is en het drinken goed. Heb je niet té veel jong groen gegeven ?Fijngehakte brandnetels werken versterkend.Vraag dierenarts medicatie om in het drinkwater te doen.

KALKPOOTMIJTEN

zitten onder de schubben op de poten (kalkpoten). Poten inwrijven met olie of vaseline. De mijten krijgen geen zuurstof meer en sterven.

LUIZEN

Luizen hebben 6 pootjes (te zien met een loep). Er zijn verschillende soorten: veerluis, donsluis, vleugelluis, bruine lichaamsluis en kippenkopluis. Zoals de naam zegt nestelen ze zich bij voorkeur op een bepaald lichaamsgedeelte. Ze kunnen niet lang overleven buiten de kip en gaan niet over op mensen. Ze bezorgen de kippen jeuk en onrust.Zandbaden is belangrijk voor de hygiëne.Boerenwormkruid zou de luizen afschrikken.

MAREKSE VERLAMMING

Dit is een besmettelijke virusziekte die vooral jonge hennen treft en is niet te genezen.De dieren zakken door hun poten en men ziet de verlammingsverschijnselen steeds erger worden. Ze geraken niet meer bij het voeder, vermageren en sommigen gaan dood. De overlevenden blijven gebrekkig. De gevoeligheid voor deze ziekte is verschillend van ras tot ras.Het Nederlandse ras Barnevelder is er praktisch door verdwenen. Mijn eerste toom Zilverbrakels ging er aan ten onder. Gelukkig heb ik dit daarna nooit meer meegemaakt. Onlangs vernam ik van een jong echtpaar dat voor ’t eerst kippen ging houden dat zij waarschijnlijk hetzelfde mee maakten met de Bovans. Nochtans worden de eendaagse kuikentjes standaard tegen Marekse verlamming ingeënt.

PSEUDOVOGELPEST (NEW CASTLE DESEASE)

Is eveneens een virusziekte. Er is geen behandeling mogelijk. Vaccinatie is aanbevolen en standaard in het opfokschema van de (biologische) legkippen. (verplicht voor tentoonstellingsdieren).Besmette dieren krijgen eerst ademhalingsmoeilijkheden. Na 1 à 2 dagen volgen verlammingsverschijnselen. De dieren hebben een groene ontlasting. De meesten sterven.

SALMONELLA

Dit is een bacterie: een eencellig, plantaardig organisme, dat zich soms bij wat verwarming onvoorstelbaar vlug kan vermenigvuldigen. Het zijn de toxines, de afscheidingen van deze wezens, die de vergiftigingen veroorzaken. Er zijn vele soorten salmonella’s Meer dan de helft van de collectieve voedselvergiftigingen zijn aan deze bacteriën te wijten. Mits doorkoken en doorbakken van eieren en vlees is men echter volledig zeker dat de bacteriën vernietigd zijn.Men spreekt van de verticale en de horizontale besmetting. De verticale besmetting wordt doorgegeven door besmette broedeieren. Door de sector worden nu grote inspanning gedaan om deze keten van besmetting te doorbreken. Al

Page 23: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

sinds de jaren ’40 tracht men resistente kippen te kweken. Sommige kippen waren ogenschijnlijk gezond, doch wel dragers van debacterie. Tijdens stressperiodes b.v. een hittegolf kunnen deze dieren bezwijken. Salmonella is vooral een probleem bij de slachtkippen, die de besmetting kunnen doorgeven in de voedselketen. In de slachthuizen tracht men deze dieren het laatst te slachten en te zorgen voor de nodige ontsmetting. Wellicht in tegenstelling met vroeger lijken besmette eieren haast te verwaarlozen: nog 2 op 10 000 bij batterijkippen en bij 7 op 10 000 biologische eieren(*) Vrij rondlopende dieren komen meer in aanraking met vogels en andere dieren en met bacteriën die van nature in het milieu voorkomen. (*) Onderzoek in 1999 van de Nederlandse Keuringsdienst voor Waren.

CAMPYLOBACTER

Zeer recent is de Campylobacter bacterie onder de aandacht gekomen als veroorzaker van veel vergiftigingen, die vroeger niet toegeschreven werden aan deze bacterie. Deze bacterie is vooral een zaak van het natuurlijke milieu en misschien een serieus probleem voor de biologische slachtkippen. Men zal dus attent moeten zijn om het vlees goed te bakken en verwijderd te houden van rauw vlees en snijplanken waarop rauw vlees lag. Maar wees gerust wat de biologische eitjes betreft. Campylobacter zitten niet in eieren.

Er loopt thans internationaal onderzoek naar de erfelijke eigenschappen bij de kip waardoor een dergelijke kip de (salmonella)bacteriën zelf kan vernietigen en niet langer drager zou blijven.Er werd ook een vaccin ontwikkeld. De Bovans (zie bijlage 3) worden standaard hiertegen gevaccineerd.Vroeger veroorzaakten salmonella’s vooral hoge sterfte bij kuikens.Onlangs kreeg ik echter een brief van iemand wiens twee kippen dood gingen. Hij liet ze via de dierenarts onderzoeken, want het jaar voordien waren zijn kippen eveneens doodgegaan. De veearts zei dat het onderzoek salmonella aangaf als doodsoorzaak. Gezien de besmetting van zijn ren, raadde hij aan enkele jaren geen kippen

meer te houden. De bacteriën zelf overleven meestal niet lang buiten een lichaam, maar de sporen (ingekapselde bacteriën in rust ) kunnen wel jaren overleven.

HET SNOT (CORYZA)

Iets waar de kippen soms aan kunnen lijden, is het snot, een bacteriële besmetting van het neusslijmvlies. Het uit zich in een lopende, vieze neus.Vermijd tocht en vochtigheid in het hok en zorg voor droog strooisel. Het strooisel mag niet te warm worden, anders wordt het een voedingsbodem voor ziektekiemen en ongedierte. Kies voor een potstal, dit vraagt het minste werk en is het gezondste.Snot is te behandelen door het toevoegen van een scheutje javel in het drinkwater. Beter is de natuurlijke middelen looksap of lookolie hiervoor te gebruiken.

VLOOIEN

Ze zijn zwart en hebben eveneens 6 pootjes. Ze kunnen overspringen op de mens. Als er heel veel vlooien zijn kunnen de kippen ernstige bloedarmoede krijgen, soms met dodelijk gevolg. Vooral de legnesten kunnen ’s zomers broeinesten worden.Hygiëne is hier belangrijk. We wezen op het gebruik van varens in de nesten om de vlooien weg te houden..

WATERKROP

Bij waterkrop nemen de dieren geen voeder meer op, alleen nog water. Neem je de krop vast, dan loopt het water er terug uit. Dit komt door het eten van te lang en droog gras. Het gras zet zich vast in een bol en het geraakt niet meer in de maag voor verdere vertering. Slachten vooraleer ze wegkwijnen is het beste wat de liefhebber in zo’n geval kan doen. Opgepast dus met gemaaid gras geven, vooral als het vrij lang is.

Page 24: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

WORMEN

(Spoelwormen, Haarwormen, Lintwormen) kunnen de kip langzaam uitputten: vermagering en soms diarree zijn het gevolg hiervan. Vraag aan de dierenarts medicijnen om in het drinkwater te doen.Hoe merk je op dat kippen een gezonde ontlasting hebben hebben?Aan de ontlasting van de kippen is te zien of ze goed gezond zijn.Normaal is deze grauwgroen, vast en meestal bedekt met een wit laagje. In feite is dat wit laagje de urine van de kip. Maar opgelet: eenmaal daags is er ook een licht - tot donkerbruine, dunne ontlasting. Dit is de blindedarm ontlasting.Deze ontlasting heeft niet dat wit laagje.

PREVENTIEVE BIO-MEDICATIE

ParacoxEnting met levende occysten, afkomstig uit de darm van moederdieren. Deze behandeling beschermt de kuikens tegen coccidiosis. De enting moet gebeuren bij 5 dagen oude kuikentjes.

Zuren zijn natuurlijke antibiotica.In een zuur milieu kunnen schadelijke bacteriën niet leven.De zuren zijn zeer lang houdbaar en kunnen telkens voor de behandeling van enkele kuikens gebruikt worden.

ProbioticaToevoegen van goedaardige bacteriën, in plaats van alles te doden zoals bij antibiotica.

De hierboven vermelde bioproducten zijn vlot verkrijgbaar ( via veearts) maar de minimum dosis geldt steeds voor een behandeling van 1000 kuikens en zijn dus een zaak voor de beroepstelers.

Er bestaan ook homeopathische producten voor de behandeling van ziekten bij pluimvee.

Voor alle levende wezens geldt dezelfde regel: : een gezonde voeding en een gezond leefmilieu (hygiëne, verse lucht, licht en warmte) zijn de

beste behoeders tegen ziektes en de beste waarborg voor gezondheid.

UITGEZAKTE EILEIDER

Bij overjarige kippen, meer dan bij éénjarige, gebeurt het wel eens dat de eileider buiten het lichaam komt. De oorzaak hiervan is het leggen van té grote eieren. Dit kan aanleiding geven tot gepikt worden door de andere kippen. Indien dit gebeurt, is het beste er een soepkip van te maken. Als je dit niet graag doet, is het toch noodzakelijk om de hen af te zonderen, in een klein hok tot de wonde genezen is.Afzonderen is ook altijd nodig als een dier gekwetst is. Als de kippen bloed zien, blijven ze pikken tot het dier sterft. Sluit het dier op in een afzonderlijke ren, temidden van de andere kippen, zodat later, wanneer de kip terug bij de andere gezet wordt, ze niet als een vreemde indringster behandeld wordt. Ze moet de geur van het hok en de toom behouden.

NEKRUI

Sommige of alle hennen van het hok verliezen de veren in de nek.Dit verschijnsel komt voort uit stress of angst.Bij voorbeeld:

- wanneer plots de klimatologische omstandigheden veranderen - na een lange periode van opsluiting een grote loop geven of omgekeerd - twee dagen zonder water of een grote verandering in de samenstelling van het voeder. - opschrikking door bijvoorbeeld een vreemde hond die tegen de ren springt, enz.

Nekrui heeft voor gevolg dat de leg gedurende enkele weken ophoudt, of dat de haan geen eieren meer kan bevruchten.

HET BEVRIEZEN VAN DE KAM.

Wanneer het weerbericht spreekt van blijvende vorst van –12 en meer en dit voor een langere tijd, dan is er gevaar voor het bevriezen van de kam. Zorg voor minder open verluchting, dus geen tocht, en breng boven de slaapstokken

Page 25: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

desnoods een beschutting aan zodat de kou van het dak niet rechtstreeks op de kippen valt.Geef ze ‘werk’ door b.v. droge bladeren in het hok te werpen, waarin ze kunnen scharrelen. Dit bevordert de bloedsomloop. Zorg vooral voor droog strooisel.Een weinig suiker in het drinkwater geeft ook wat extra calorieën. Kam en lellen insmeren met vaseline is ook een methode

Voorkom door een smalle drinkgleuf dat de lellen in het water kunnen hangen bij het drinken.

Page 26: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

4. Kuikentjes en Poeljen

ZELF KUIKENTJES OPFOKKEN.

De gemakkelijkste manier om zelf kuikentjes groot te brengen is met een broedse hen of kloek of klokhen genaamd. Hier zijn praktisch geen moeilijkheden te verwachten. Het is een belevenis op zichzelf, vooral voor de kinderen en voor degene die tijd heeft om ze gade te slaan.Dit gebeurt best tot juni. Late kuikens ontwikkelen veel trager.De legkippen zijn nu geselecteerd op ‘niet broeders’, toch komt het nog wel eens voor dat ze broeds worden, vooral als je meerdere kippen hebt.Kentekens van het broeds zijn:- de hen zit veel op de eieren;- pikt naar de handen van degene die de eieren

raapt;- heeft een agressieve houding in het hok;- gedraagt zich wild en aanvallend;- laat een zekere roep horen die klinkt als “klok,

klok, kloek”. Vandaar de naam klokhen of kloek.

Men kan de hen ook zelf aanzetten tot broeden door:

- een groot aantal eieren in het nest te laten liggen (ca. 10)

- de voorbestemde kip te voederen met graan, gedrenkt in anijswater (dit maakt de kip dronken, waardoor de lichaamstemperatuur verhoogt).

Wat te doen met een broedse hen als men ze niet wil laten broeden?Zet deze kip in een hok op draadbodem en geef de eerste dag enkel water. De volgende dagen geef je naast water, ook een weinig voeder. Deze behandeling voortzetten tot het specifieke gekloek ophoudt. Zet ze dan terug bij de andere en sla ze gade. Als ze direct terug naar het nest gaat, zal ze opnieuw beginnen en moet ze terug worden afgezonderd.Broedsheid gaat gepaard met een verhoging van de temperatuur in de hen. Doordat ze op draad zit, zal deze temperatuur geleidelijk afnemen en het verschijnsel verdwijnen.Willen wij ze toch laten broeden, dan moeten wij zorgen voor goede eieren. Van een toom tot ongeveer 12 kippen en een haan komen

gewoonlijk de meeste eieren uit. De bevruchting heeft plaats binnen de 24 uur na de paring. Het sperma van de haan overleeft wel twee tot drie weken in de eileider. Het ideaal is 7 kippen per haan. Best is niet experimenteren met een kruising van broer en zuster om inteelt te vermijden. Laat dat maar aan specialisten over.1 à 2 kippen voor een haan is te weinig. De haan kwetst bij het ’trappen’ de rug van de kip met zijn scherpe nagels en sporen. Meerdere hanen samen vechten het onderling uit.Er zijn lichte en halfzware kippen. Voor lichte kippen gebruiken we 9 eieren en voor halfzware 11. Soms lukt het een kip wel 15 eieren en meer uit te broeden, maar dan moeten alle omstandigheden gunstig zijn.Eieren die men wil laten uitbroeden kan men bewaren in een frisse ruimte. Meestal is dit de kelder. De vochtigheidsgraad is er ideaal. (Tenminste als het geen stookkelder is!) Het is aan te raden deze eieren een paar keer per dag te keren.

Als de kip klokt zorgt men best voor een onpaar aantal eieren om onder het dier te leggen. Zo niet, kan de kip evenwichtsstoornissen vertonen, omdat ze altijd 1 ei in de borstholte neemt en dit regelmatig verwisselt (dus blijven er een even aantal eieren onder het lichaam).Als je denkt een broedse hen te hebben, zet ze dan in een rustig hoekje, liefst tamelijk donker. Zorg voor dat de andere kippen de rust niet teveel kunnen verstoren. Leg er enkele (een drietal) eieren onder en laat ze zo 3 tot 5 dagen zitten. Dit is om na te gaan of ze nestvast is. Intussen kijk je uit naar geschikte eieren. Er bestaat een elektrische schouwlamp waarmee men direct kan zien of een broedei goed is of niet. Na één week broeden is al duidelijk te merken of er zich een kuikentje ontwikkelt. Onbevruchte eieren worden weggenomen. Is de hen nestvast, neem dan b.v. een laag fruitbakje en Ieg er liefst wat gedroogde varens in, afgeritst van de hoofdnerf. Bij gebrek hieraan nemen we wat vers gras en stro, ofwel een grote graszode van 30 x 40 cm, een tiental cm dik. Daar leggen wij de eieren op. We zetten er voeder en drinken bij en laten ze verder met rust. Bij langdurige droogte mogen de eieren wel eens nat gesprenkeld worden met lauw water. Dit is zelden nodig aangezien het lichaamsvocht

Page 27: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

van de kip voldoende hoog is.Gewoonlijk komt de kip eenmaal per dag van de eieren. Ze slaat haar vleugels uit, loopt, vliegt en maakt groot kabaal. Het gebeurt ook dat ze dat niet doet. Dan moet je ze er af nemen en een weinig verder zetten.Om zeker te zijn of ze reeds van het nest geweest is, kijk je maar eens goed uit naar verse uitwerpselen. Deze zijn van buitengewone grootte voor een kip. Let hier vooral goed op want het gebeurt wel eens dat, indien ze niet van het nest komt, ze dood op de eieren zit.De voeding van een broedende kip bestaat vooral uit graan. Als het allemaal zéér verse eieren zijn, dan mag je de kuikentjes verwachten na 21 dagen, met een speling van enkele uren. Bij krielen is het enkele uren minder. Zijn de eieren van verschillende ouderdom en is het warm weer, dan kan je de eerste kuikentjes soms al zien rondtrippelen rond de hen. Gewoonlijk laat de hen de niet uitgekomen eieren na 2 à 3 dagen liggen. Is de temperatuur laag geweest en lagen er te veel eieren onder de kloek, zodat zij ze niet warm kon houden, dan zijn de kippetjes gestorven door de kou. Mogelijk zijn er onbevruchte eieren bij geweest.Ruim de boel op en laat kloek en kuikentjes gerust. Hier en daar een stukje draad spannen om de tuin niet te laten verwoesten en meer omzien heb je niet. Klein graan is in de handel te verkrijgen. Zorg voor een aangepast eet- en drinkbakje. Als er niet te veel katten in de buurt zijn, dan kan de kloek haar kuikentjes wel beschermen.Maar als er eksters en kraaien in de buurt zijn –die in het voorjaar zelf voor hongerige jongen moeten zorgen - is het veel veiliger kloek en kuikentjes eerst een tiental dagen in een afgesloten kooi te beschermen. Als je meer kippen wil houden dan je kuikentjes hebt, dan koop je ééndagskuikentjes bij. Bij valavond, dus als het reeds schemert, en de uitgebroede kuikentjes onder de vleugels van de hen zitten, plaats je de aangekochte kuikens onder haar vleugels.Negen op de tien hennen nemen ze aan en brengen er zo wel een twintigtal groot. Het moet wel zomer zijn, anders lijdt de ganse groep te veel onder de kou.Als je geen bevruchte eieren hebt, dan breng je de aangekochte kuikentjes zoals hierboven beschreven onder de kloek. ‘s Anderdaags

verwijder je de eieren. Bij 9 op de 10 kippen lukt dit als ze een vijftal dagen vast op het nest gezeten hebben.

HET OPFOKKEN MET VERWARMING.

Erg moeilijk is het niet. Wanneer het bij kippen volstaat éénmaal per dag de eieren te rapen en nu en dan voeder en drinken te geven, is het nu nodig een vijftal keren per dag te gaan kijken of de kuikens niets nodig hebben. Alles te samen een tiental minuten per dag.Wat heb je nodig?Een verwarmingselement, bijvoorbeeld een lamp die afgeschermd wordt zodat de kuikentjes er zich niet aan kunnen verbranden.Plaats deze op de vloer of een 10 tal cm boven de vloer. Zorg daarbij b.v. voor een ouderwets Iampenscherm, zodat de warmte naar beneden gestraald wordt. Je kan ook een infrarood verwarmingslamp aanschaffen en deze zodanig plaatsen dat de diertjes het warm hebben, maar niet te warm.Een bak van 35 x 40 cm volstaat tijdens de eerste dagen voor een twintigtal kuikentjes. Bij een bak van zo’n 80 cm lengte kan je er een schot in plaatsen dat verplaatst en dan weggenomen kan worden, zodat het hokje groter wordt naarmate de kuikentjes groeien. In de bak maak je openingen, opdat de kuikentjes kunnen uitlopen naar een koelere ruimte.Daar kan, naargelang de omstandigheden, het voeder en drinken geplaatst worden. Onder de lamp leg je best niet te glad papier. De eerste dagen wordt dit liefst dagelijks ververst, samen met het gemorste voeder. Later wordt het papier vervangen door houtkrullen.AIs drinkbakje gebruik je de eerste dagen een bordje met een tas omgekeerd er op geplaatst, zodat ze er niet in kunnen en toch kunnen drinken. Het water wordt dagelijks vernieuwd. De eerste week werp je het klein graan (gebroken zilvervliesrijst zou hierbij niet mogen ontbreken) op het papier en ‘s avonds neem je het papier met de uitwerpselen weg. Wanneer ze groter worden kunnen duivenvoeder en -drinkbakken goede diensten bewijzen. Als je er maar voor zorgt dat geen uitwerpselen in het voeder of drinken kunnen vallen.De eet- en drinkbakken voor kuikens moeten

Page 28: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

aan speciale eisen voldoen. Per kuiken bedraagt de lengte ongeveer 3 cm. Deze bakjes moeten smal zijn of je schermt de bovenkant af met een lat die eventueel kan draaien als er een kuiken opzit. De voederbakjes mogen niet hoger zijn dan de rug van de kuikens, dit opdat ze het voeder gemakkelijk zouden vinden.In de handel zijn er handige plastiekpotten verkrijgbaar die gemakkelijk kunnen gereinigd worden (regelmatig uitspoelen met javel en dit steeds koud gebruiken). Let erop dat de drinkpotten, goten of nippels van rode kleur zijn, wat de kuikens lokt.Bij de opfok van kuikentjes is het van groot belang de temperatuur aan de rand van deze kunstmoeder en in het hok in het oog te houden.Ideaal zijn volgende temperaturen:

Hok Kunstmoeder

1° week : 18 – 20 ° C 32 ° C

2 ° week : 16 ° C 28 ° C

3 ° week : 14 ° C 24 ° C

4 ° week 14 ° C 20 ° C

5 ° week 14 ° C 16 ° C

8 ° week optimale temperatuur 13 ° C

Een kleine afwijking qua temperatuur kan niet veel kwaad.

De kunstmoeder moet ook voldoende uitwijkingsmogelijkheid bieden aan de kuikentjes die het te warm krijgen en aan moet alle kanten bereikbaar zijn, zodat de kleine kuikens hun weg naar de warmtebron terug vinden. Als de kuikens het naar de zin hebben, kan je ze horen frazelen van deugd. Als ze piepen duidt dit op koude, honger of dorst. Ze moeten zich met loshangende vleugeltjes meer aan de rand van de kunstmoeder bevinden dan zich op een hoopje samen drummen. Dit betekent dat ze het te koud hebben. Wanneer een kuikentje afgezonderd is van de groep of zijn weg naar de ingang van het ‘verwarmde’ hokje niet meer vindt, roept het ook zo. Als aan het tekort

verholpen is, gaat binnen de minuut het geroep in frazelen over.Het is ook aan te raden dat de kuikentjes bij warm weer een met kort gras bezette uitloop hebben en dit vanaf de leeftijd van één week. Hier moet men uiteraard het bezoek van ratten en katten, eksters en kraaien voorkomen. Na een 2-3 weken dreigt er al minder gevaar.

HET VOEDSEL VOOR KUIKENTJES.

Voor de opgroei en de latere legcapaciteit van de kippen is de voeding gedurende de eerste weken van groot belang. Het komt er vooral op aan dat ze voldoende eiwitten tot zich nemen om geen groeistilstand te ondergaan.De eerste 48 uur dien je geen voedsel toe, want dan reinigen de dieren zich.Vanaf de 3 de dag geef je verkruimeld brood of fijn gemaakte beschuit en havermout met een schaaltje zuiver water.Na 14 dagen kan men gebroken rijst geven, ofwel het kleinste gebroken graan dat in de handel verkrijgbaar is ( liefst mengeling). Begin met zéér klein, klein en daarna de gewone graanmengeling. Naargelang van welke fabrikant het voedsel komt, voederen wij 8 à 14 dagen, daarna schakelen wij over naar de tweede maat, steeds volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Er zijn fabrikanten die aanraden 5, andere 4 verschillende soorten voedsel te geven, naargelang de ouderdom van de kuikens of poeljen. Indien je enkel graan wil voederen, is het toch raadzaam de eerste weken een beetje eiwitrijk meel bij te geven. Aan kuikentjes kan je het eiwit ook via groenvoer geven. Pluk vers groen, zoals brandnetels, duizendblad, bernagie, tijm en munt. Laat dit één dag in het donker liggen en knip alles met de schaar zeer fijn. Groenvoer scherpt de eetlust. Regelmatig enkele graszoden in het hok leggen is eveneens aan te bevelen.Na zes weken kan je muur, tuinkers en andere malse gewassen geven.Het is goed dat de kuikens na de 2de week kunnen beschikken over rijnzand of grit, houtskool en tarwezemelen, dit voor een optimale spijsvertering.

VERZORGING VAN KUIKENTJES.

Page 29: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Jonge kuikentjes en poeljen verliezen hun pluimen enkele malen voor ze Iegrijp zijn. Dit is normaal, maak je er niet ongerust over. Zorg altijd dat ze voldoende voedsel hebben.Bij jonge kuikentjes gebeurt het wel eens dat de aars dichtgeplakt is door diarree. Neem dan een watje in slaolie gedompeld en bevochtig de aars enkele malen. Gewoonlijk is het gemakkelijk te verwijderen en is na 2 dagen de miserie voorbij. Geef geen te koud water te drinken, het kan oorzaak zijn van ingewandsstoornissen.Als de kuikentjes zonder drinken zitten, maak dan het verse water eerst lauw, ook in de zomer, anders nemen ze, omwille van hun dorst, teveel koud water ineens op. Bij de opfok van eendagskuikentjes mag je op een normale sterfte rekenen van 1 à 6 . Soms zal je ze allemaal kunnen grootbrengen zonder een achterblijvertje. Als je maar geen fouten maakt: zoals niet te koud of te warm, voldoende zon, licht en lucht, geen tocht, zuiver en droog strooisel en geen gebrek aan water en voeder.Voor hen die het opfokken van eendagskuikentjes te veel werk vinden, is er de volgende mogelijkheid: 6 weekse of oudere kippen kopen. In dit geval is het wel goed om enkele kilo’s voeder van de kweker te kopen om niet te snel van het ene voedsel naar het andere over te schakelen.

OPFOK VAN POELJEN IN ZOMERHUISJES.

Voor hen die liefst jonge kuikentjes van 6 weken oud kopen om ze verder zelf tot leghen op te kweken, is er de mogelijkheid om ze groot te brengen in zomerhuisjes. Deze huisjes worden uit Iicht materiaal vervaardigd. Ze worden zodanig gemaakt dat ze uit elkaar kunnen genomen worden om ze weg te bergen.Bij het maken ervan hou je rekening met het volgende:

Voldoende hoogte om de luchtverversing te verzekeren, zijwanden 60 à 70cm hoog, de nok van het dak ongeveer 115 cm hoogTussen 2 zijwanden en het dak een openingvan ongeveer 5 cm opdat de verbruikte luchtzou kunnen ontsnappen. Het dak zelf laat jeeen 10 cm overhellen aan alle kanten zodat er geen regenwater binnen kan dringen. De uitloopopening maak je niet langs de kant waar

het regenwater afloopt.- In het hok plaats je van het begin af aan een zitstok die je kanwegnemen om toe te laten het hok uit te mesten. Voor de zitstok is 3 cm breedte voldoende, omdat de kippen bij aankoop toch klein zijn.- Gebruik geen vezelplaten omwille van de regen en voor het dak geen plastiek want een slaaphok mag geen serre worden. Hout bekleed met roofing of plastiek is goed. Voorzie de mogelijkheid om de etensbak er in te plaatsen, b.v. een deurtje of een scharnierend dak, dan hoef je geen ander afdakje te maken om het voeder er onder te plaatsen. Een venster in het hokje is onnodig omdat er toch enkele vierkante meters buitenloop voorzien is.

- Als de ren klein is kan je ze best van boven ook dicht maken zodat je geen schrik moeten hebben dat de kippen de moestuin zullen verwoesten, als ze zouden uitbreken.

De plaats waar het zomerhuisje gestaan heeft moet, nadat het huisje weggenomen werd, wel gedeeltelijk van nieuwe grond worden voorzien. De mest die gedurende 4 maanden in de grond getrokken is kan soms te veel zijn, zodat de gewassen het jaar daarop soms verbranden door teveel aan stikstof.Dit kan voorkomen worden door een dikke Iaag strooisel te gebruiken. Steeds er op letten dat het droog blijft.Zij die zelf witloof of winterwortelen inleggen kunnen de dakbedekking van de zomerhuisjes ook hiervoor gebruiken.

In de zomer kan je ook gebruik maken van een verplaatsbaar hok op wielen, met een gesloten draadren.

Vroeger zag je dit meer. Je kan het telkens na een korte periode verplaatsen op vers gras.

Page 30: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

5. SlachtkippenHET VETMESTEN VAN SLACHTKIPPEN.

Als je kippen wil vetmesten, koop dan geen legkippen, alhoewel we in principe iedere kip of haan kunnen vetmesten.Voor het vetmesten werden mest- of vleeslippen ontwikkeld. Deze kippen vormen vlugger en beter vlees. Je zal er meer voldoening van hebben.Je kan starten met eendagskuikentjes. Daarvoor verwijzen we naar het zelf opfokken van kuikentjes in hoofdstuk 4.Men kan ook dieren van enkele weken oud kopen bij een kweker. Je kan denken aan Mechelse Koekoek, destijds de kip van de Brusselse ‘kienfretter’ , de Poulle de Bresse enz.Mei is een geschikte maand voor de opzet van kuikens. De minimum temperatuur moet 15 ° c zijn.Als bodembedekking zijn geschikt:

- gehakseld stro- vlaslemen (overal verkrijgbaar,

geperst en in plastiek verpakt)- hennep-strooisel is het beste strooisel

voor kippen (en paarden) maar is duur.

Hooi is absoluut niet geschikt want het beschimmelt en de kippen kunnen er moeilijk in scharrelen.

Als hoofdvoeding kan je best biologisch meel geven omdat hier de eiwit/energie verhouding optimaal is, wat resulteert in een goede vleesaanzetting.Te veel graan geeft ‘hard’ vlees en veel vet.( Het te veel energie zet de kip om in vet.)Keuken – en groenafval kan altijd bijgegeven worden. Het is interessant dat de kippen een buitenloop met gras hebben. De klassieke hybride rassen zetten zich vlug neer en zijn lui van aard, in tegenstelling tot de traaggroeiende rassen die nog ‘grazen’.Van groenvoer (kool, sla …vetten ze niet , maar het vlees is dan beter van smaak. Ook verwelkte brandnetels of bladeren van comfrey (Russische smeerwortel) zijn goed.Het hok moet droog worden gehouden.

De kippen, die begin mei werden opgezet, geven het beste resultaat.Daarna kan men het hok droog uitkuisen en minimum 3 weken laten leeg staan. Ontsmetten hoeft dan niet.Wil men toch ontsmetten dan kan men gebruik maken van witkalk, uitroken, branden of stomen.Het ontsmetten met creoline is niet toegestaan in de biologische teelt.Desgewenst kan nog een nieuwe toom opgezet worden. Wanneer deze tweede toom geslacht is, zet men meestal geen nieuwe meer op, want de dagen worden te kort en er moet minstens 4 weken langer gevoederd worden . Beroepskwekers moeten dan zorgen dat de daglengte van 12 u door middel van kunstlicht aangehouden wordt.

Als Bio-mestkippen verkiest men momenteel ‘Traaggroeiers’ (Franse hybride kippen, die geslacht worden na 81 dagen (12 weken). (Graag namen)Het zijn actieve kippen voor buitenloop. Hun vlees is rijker en smakelijker dan dit van de klassieke mestkippen die in grote geklimatiseerde stallen op de grond worden gehouden en die na 6– 8 weken slachtrijp zijn. Ook Testaankoop vond het biovlees opvallend beter dan dit van de klassieke slachtkip.

Page 31: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

6. . KalkoenenHET VETMESTEN VAN KALKOENEN.

We steunen op de ervaring van mensen op het veld die met succes en zonder noemenswaardige moeilijkheden kalkoenen mesten. Het eerste jaar zijn ze begonnen met 3 à 6 stuks. Later werd een toom opgezet van ongeveer 12 stuks. De aankoop gebeurt rechtstreeks bij een kweker, dit om zeker gezonde dieren te hebben. Rond 15 mei worden 6 – 7 weken oude dieren gekocht. Men kan ook tweemaal kweken: in april en eind augustus nog eens. Omdat jonge dieren veel warmte nodig hebben, wordt bij koude nachten in het voorjaar een oud deken voor de ingang van het hok gehangen.Ook lijkt het belangrijk de eerste dagen, zeker als het buiten nat is, de dieren nog een tijdje binnen te houden. Ze verwisselen immers een geklimatiseerde stal met een gans andere omgeving.

Kalkoenen komen oorspronkelijk uit Noord en Midden Amerika en de eersten werden al in 1498 door de Spanjaarden ingevoerd.In de natuur treft men twee soorten aan: de Honduras kalkoen (Meleagris ocellata) met twee vleesachtige uitwassen op de kop, doch zonder baard of kwast op de borst en de Mexicaanse kalkoen (Meleagris gallopova) met subsoorten.De verschillen bij deze ondersoorten zijn vooral te merken in de kleur van de staartband en de kleur van de naakte kophuid, die bij sommigen meer roodachtig met wit en bij anderen meer blauwachtig met wit is.Ook met deze dieren is men gaan kruisen. Door een mutatie (erfelijke verandering) is de breedborst kalkoen ontstaan. Die eigenschap tracht men ook bij de andere kweekrassen in te kruisen.De kleinere, witte Beltsville – kalkoen wordt populairder door het inkruisen van de breedborst eigenschap (gewicht hanen 9 kg, hennen 5 kg).Bij ons kweekt men commercieel de Witte Breedborst .Terwijl de Ronquières-kalkoen (al een oud Belgisch ras) in zijn diverse kleurslagen door liefhebbers geteeld wordt.Via een zoekertje in Seizoenen kon je al in contact komen met een kweker om jonge dieren te

bekomen.

Soms mag men op een kwekerij de dieren zelf uitzoeken. Als je in het hok gaat zijn ze eerst wat bang en lopen weg. Daarna komen de meest ondernemende naar je toe. Kalkoenen zijn op ’t eerste zicht een stuk tammer dan kippen. Doch ook schrikachtig. En ze schrikken dan ook in groep. Als er een schrikt van het voer dat je voorzet, duurt het een tijd vooraleer een dier zich durft te verstouten. Ze hebben tijd nodig om te leren.Als de dieren gebrande snavels hebben, kies je best dieren met de meest gave snavel waarbij de boven - en ondersnavel even lang is. Pas dan kunnen ze nog goed van de grond pikken en insecten vangen. Je kiest evenveel hanen als hennen. Op andere plaatsen zijn de bekken gaaf, maar zijn de dieren gesekst. Seksen is het bepalen van het geslacht bij pasgeboren kuikentjes.Het eerste seksen, voornamelijk bij kippen, gebeurde in de jaren 30 door Japanners, die daarvoor naar hier kwamen.Specialisten ter zake halen er de mannelijke kalkoenen uit. Bij kippen gaan zij omgekeerd te werk. De vrouwelijke dieren mogen blijven leven , de haantjes niet.Van de kwekerij zou je wat kalkoenkorrel kunnen meenemen, want hieraan zijn de dieren gewend. Dit meel, evenals het meel voor mestkippen bevat antibiotica.Daarom lijkt het toch beter direct over te schakelen op biovoer.In hun nieuwe hok of ren geef je ze nog niet direct voer of water. Ze moeten nog aan een normale omgeving en licht wennen. Voordien leefden ze met duizenden samen, onder kunstlicht in een geïsoleerd hok.Komen de dieren van een pluimveekweker waar ze minder kunstmatig opgekweekt werden, dan is de aanpassing minder groot.Met de kalkoenen uit de grote kwekerij is het dan even opletten. Je tracht het leiderdier op te sporen. Deze dieren zijn actiever, ‘praten’ meer en geven het voorbeeld aan de anderen.Tegen de avond, als het nog licht is, vang je dit dier. Opgelet: jonge dieren hebben nog brosse beenderen. Voorzichtig te werk gaan om breuk van een vleugel te vermijden. Je duwt voorzichtig zijn bek open en doet er voeder in om hem het voer te doen herkennen. En de

Page 32: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

open bek, met je vinger ertussen, strijk je door de kalkoenmeel/korrels in de eetbak. Hij begint te eten en maakt daarbij een typisch geluid, waarop de anderen als vanzelf mee komen pikken.Je brengt hem ook naar de drinkemmer en duwt er zijn bek in.Zo leert hij direct het water kennen, want vroeger waren er alleen de drinknippels.De volgende dag giet je er al wat gebroken graanmengeling bij.De eerste dagen geef je ze kalkoenkruimel Dit voeder bevat een middel tegen Blackhead, een besmettelijke kalkoenziekte. Als het niet te koud en te nat is mogen ze buiten. Er liefst voor zorgen dat ze ’s avonds binnen gaan door voeder te verschaffen.Na een tijdje geef je alleen nog graan. Men geeft dit ’s avonds en niet meer dan ze kunnen opeten.

Over het grootbrengen van kalkoenen wordt veel verteld, vooral dat het lastig is om ze gezond te houden. Ze mogen dit en dat niet, enz...De meeste vinden er niets moeilijk aan. Als zij thuis komen wordt het meegebrachte voeder gemengd met granen. Tarwe, rogge en maïs lusten ze liever dan gerst of haver. Verder krijgen ze netels (de grote brandnetel, niet de kleine). De brandnetels worden in de ren geworpen. De eerste dagen zijn ze er wel wat schuw van, ze moeten de nieuwigheid leren kennen. Ook hebben ze wel last van het branden aan hun jonge poten, maar na enkele dagen is het voorbij en werpen ze zich ijverig op de lekkernij die ze krijgen. Ze lusten de brand-netels liever dan ander groen. Het is wel goed eerst netels te voederen voor ander groen, opdat ze hun schuwheid voor netels vlug zouden overwinnen. De netels worden met de zeis afgemaaid en zo in de ren geworpen. Maak je geen zorgen als ze dikke stengels naar binnen spelen, (door de stengel terug uit hun bek te trekken zal je bemerken dat het verterlngsproces reeds begonnen is). De hoeveelheid netels voor een toom van 10 stuks is dagelijks wel 2 goed gevulde emmers.Brandnetels zijn vitaminerijk, bevatten mineralen en sporenelementen, dubbel zoveel kali als gras en vier maal zoveel kalk. Kolen lusten ze minder graag. Buiten graan, gemengd met een weinig eiwitrijk meel voor kalkoenen en

groenvoer, eten ze ook alle tafelafval, uitgezonderd vlees. Het duurt wel even voor ze het leren eten.Hierin verschillen ze dus wel degelijk van kippen. Oud brood in een pot met een geut water er op lusten ze graag. Mijn kalkoenen zijn ook verzot op appels. Een rottende verkiezen ze nog boven een gave.Na 3 à 4 maanden zijn ze uitgegroeid en slacht-rijp. Ze hebben dan een gewicht van 6 à 10 kg. De hanen wegen het meest.Op een zeker ogenblik lusten ze geen netels meer en laten ze die liggen. Dit is een teken dat ze volgroeid zijn en van nu af beginnen ze onderling te vechten, wat ze vroeger niet deden.Zelf heb ik nu enkele kalkoenen gekweekt in de vroegere ganzenweide- boomgaard, die weelderig begroeid was met netels. De dieren hebben tussen half augustus en december alle netelbladeren opgesnoept.

SYMPTOMEN VAN ZIEKTE.

De kentekens van gezondheid zijn: vinnige dieren met heldere blauwe en rode kopversierselen, heldere ogen en blinkende pluimen. De hanen laten zich opmerken door te blazen.Als een kalkoen op één poot staat, is dit een slecht teken, zo ook lusteloosheid, bleke kop en vooral geen netels meer lusten.(Dit in hun jeugdfase).Wat te doen als je denkt dat één van de dieren in slechte conditie of ziek is. Bij een vermoeden van ziekte moet het dier op een plaats afgezonderd worden waar nooit kalkoenen hebben gezeten en speciaal verzorgd. De belangrijkste ziekte is Blackhead. De koppen zien er zwart uit. Ook de ontlasting is zwartachtig. Door aantasting van de lever (plekken op de lever) sterven ze allemaal. De meest gevoelige periode is deze van 6 – 7 weken. Als de neuslel ontwikkeld is en ook de staartpennen doorkomen is meestal de kwetsbare periode voorbij.Tweemaal, zo vertelt onze vriend, hadden zij er een die zich afzijdig hield, niet op de netels afging en kleiner bleef dan de andere dieren. Hij voederde deze kalkoen dagelijks een tiental netelbladeren. Opgerold als een sigaret werden ze (één of tweemaal per dag) in zijn bek gestopt. Na een drietal dagen werd hij terug in de ren

Page 33: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

gezet. Deze kalkoen is de zwaarste geworden die hij ooit gehad heeft, ruim 10 kg. Het dier werd ook zeer aanhankelijk. Dieren mogen niet te lang afgezonderd worden, want daarna zouden ze niet meer aanvaard worden in de groep. Zo kan je later ook geen andere kalkoenen bijplaatsen.Het is ook wel nodig om de 2 dagen een emmer water te geven. Een gewone emmer volstaat want ze bevuilen het water niet zoals de kippen. Wel kan er nogal wat groen in komen te liggen en dan treedt er gisting op na 24 uur. Daarom ook regelmatig het water verversen.

HUISVESTING.

Kalkoenen kunnen zeer goed vliegen. Een draad van 2 meter hoog volstaat soms niet. Maar meestal zijn de dieren geleewiekt. Is dit niet het geval, dan worden de pluimen van één vleugel geknipt zoals bij kippen. Nooit de hoofdnerf doorknippen maar er wel de zijkant afknippen.Maar meestal komen ze niet op het idee om zelfs over een draad van een meter te vliegen als hun beloop maar groot genoeg is. Belangrijk is ook dat er struiken staan waaronder ze kunnen schuilen, bij slecht weer of bij grote hitte.In de ren zitten de kalkoenen graag op een dikke boomstam of op andere verhevenheden. Kalkoenen lopen liefst buiten, maar moeten kunnen schuilen in hun slaaphok, zeker in het vroege voorjaar.De slaapplank(en) wordt ongeveer op een meter van de grond geplaatst. (Voor geleewiekte dieren op een 0.50 m.) De voorkant van het hok is naar het zuiden gericht en volledig open. Een loopplank met enkele Iatjes dient als ladder, maar soms vliegen ze er zo in.Kalkoenen gebruiken geen slaapstokken zoals de kippen, maar hebben een plank nodig van minstens 25 cm breed opdat hun borst erop zou kunnen rusten en niet misvormen.Het hok of afdak is ongeveer 1,5 m lang, 1 m breed en 1,5 m hoog. Hierin worden 2 planken naast elkaar geplaatst.

Na een maand of drie zijn kalkoenen slachtrijp. Maar je kan de dieren ook langer houden.Hennen beginnen na ongeveer 9 maanden een flink aantal mooie eieren met een sterke schaal te leggen. De zaadcellen van een kalkoenhaan

leven tot 6 weken. Het broeden, op 15 tot 18 eieren, duurt 28 dagen.Kalkoenen kunnen ook kippeneieren uitbroeden en kuikens grootbrengen.Kalkoenkuikens zien de eerste dagen niet goed. Daarom is het aangewezen de voederbakjes wat hoger zetten en er wat stukjes groen (sla) op te leggen.Verder opkweken zoals kuikentjes.

KALKOENVOEDERS

Het slachtrijp maken vergt minstens 2 soorten voeders:

1) een voeder tot 6 weken met een hoog eiwitgehalte (tot 26 %) , lysine 1,6 % (of biologische vervangers: aardappeleiwit, biergist en maïsglutenmeel) en eenzelfde Ca en P-percentage als voor vleeskuikens.

2) Vanaf 6 weken tot het slachten voeder met een eiwitgehalte tot 21 % , lysine 1,1 %; de rest zoals vleeskuikenvoer.Ca via voederkrijt en P via rotsfosfaat.Dierlijk vet is nog wel toegelaten en helpt het energiegehalte omhoog (tot max. 7 % toegevoegd vet).Zonnepitschroot is te arm aan lysine en lijnzaadkoek geeft groeivertraging en sterfte.Zout tot 0,5 %Men mag geen te fijn voeder geven.Als granen komen in aanmerking in orde van voorkeur: tarwe (50%), maïs (25%), haver (22%), gerst (3%).Als groenvoeders: -verse luzerne (gedroogde luzerne liever in korrelvorm)-snijgranen

BIOKALKOENEN

Onlangs heeft SKAL in Nederland normen vastgelegd voor de kalkoenenhouderij samen met het eerste biobedrijf voor kalkoenen in Rijkevoort (Ned)..De dieren moeten op een verhoging kunnen zitten. De bezetting in het hok mag niet meer zijn dan 20 kilo levend gewicht per vierkante meter.Bij een mobiele stal is 40 kilo de grens.Per kalkoen moet er minstens tien vierkante

Page 34: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

uitloop met gras of kruiden zijn.Vanaf een leeftijd van acht weken mogen de dieren naar buiten en op tien weken moeten ze zeker naar buiten.

Het voer bestaat voor minstens uit 80 % biologisch graan.Om het vlees nog extra smaak te geven ontwikkelde men een kruidenmix die aan het voer wordt toegevoegd.Net als voor de biologische mestkuikens ging men op zoek naar trager groeiende rassen met minder ziektegevoeligheid en smakelijker vlees.In Engeland vond men de Broad Brested Bronze op het gespecialiseerde fokbedrijf Kelly Turkeys.De hennen zijn slachtrijp op een leeftijd van 16 weken en wegen dan zo’n 7 kilo.De hanen blijven zitten tot 23 weken en een gewicht van zeventien kilo.

HET SLACHTEN.

Het slachten van een kalkoen is wel wat anders dan van een kip. Daar een kalkoen een kuddedier is, dient het slachten ver van de andere dieren te gebeuren, anders kunnen die instinctmatig met paniekreacties reageren op de geluiden van het te slachten dier. Alleen al het gewicht doet problemen rijzen.Neem een plastiekzak of beter een jute zak met een gat in waar zijn kop doorkan. Maar het is een karwij het dier in de zak te krijgen. Eens in de zak kan hij niet meer met zijn vleugels slaan. De kop wordt op een houtblok gelegd en met een bijl afgehakt. Je kan het ook met zijn 2 en doen. De ene persoon gaat op zijn knieën over de kalkoen zitten en sluit deze tussen zijn dijen. Daarbij houdt hij met elke hand een vleugel stevig vast. Zorgen dat de poten geklemd zitten, zoniet riskeert men schrammen van de stevige teennagels. De andere persoon snijdt met een scherp mes de hals door, maar niet helemaal de

kop eraf, zodat het bloed niet in alle richtingen kan spatten.Wanneer de zenuwen en spieren uitgewerkt zijn, wordt het dier een paar minuten in een ketel heet water gestopt en daarna op een werktafel gelegd. De pluimen worden uitgetrokken terwijl het dier nog warm is. Wanneer je bij het trekken een hoek van ongeveer 90° vormt, lossen de pluimen het makkelijkst. Sommigen stropen de kalkoenen. Doch met het vel er aan blijft het vlees sappiger. Bij zwaardere dieren van 10 kg en meer is het best deze volledig te ontbenen. De beenderen kan men afkoken voor bouillon en de restjes vlees verwerken tot fricassee. De borst kan als gebraad of als filet gebruikt worden. In de borst zit het fijnste stukje vlees: het ‘boontje’. Men kan het herkennen aan de platte, witte peesaanhechting waarmee je het stukje er kunt uittrekken.

Met kalkoenenvlees kan je alle kanten uit: biefstuk, filet of gebraad, klaarmaken zoals kip of konijn, warm of koud eten.In de Angelsaksische landen is kalkoen populairder dan bij ons.Zo hebben de Amerikanen hun ‘Thankgivingsday’ op de vierde donderdag van november.Dan staat er een hele, gevulde kalkoen uit de oven op het menu.Kalkoenvlees is mooi wit en mals.Het vlees van vrouwelijke dieren zou het lekkerst zijn.De vulling kan bestaan uit kastanjes, kastanjepastei met gehakt, kweepeer ( met schil en klokhuis ) of met appelsienen en gedroogde pruimen enz.Op de borst legt men lapjes spek.Smakelijk!

Page 35: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen
Page 36: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bijlage 1 Biologisch Voeder

Biologisch Voeder : moet voor kippen momenteel voor minstens 70 % uit biologische ingrediënten bestaan: EU wetgeving op dierlijke productie van augustus 2000. Een biologisch product wordt erkend en gecontroleerd door een controle instituut: in Vlaanderen meestal Blik; in Nederland Skal en in Wallonië Ecocert. Als label ziet men meestal BIOGARANTIE en EKO, soms DEMETER.

Vraag de verdeelpunten bij de firma’s

Molens De Dobbeleer N.V. Kapellestraat, 701500 Halle Tel 02/356 50 12 Fax 02/356 93 55

Molens VerbruggenSint-Amands/ OppuursTel 03/ 889 01 55

Versele-Laga NV Bio FaunaGraankaai 9800 DeinzeTel 09/381 32 00 Fax 09/ 386 85 13

AVEVEE. Meeusstr. 62170 MerksemTel 03/641 02 11Fax 03/641 02 45Slechts een paar bioproducten. Interessant kan zijn het opfok graan-meel voor bijna leggende poeljen.Let op met de verwarrende benaming van de andere producten. (Brio i.p.v. Bio)

REUDINK (firma met 20 jaar biologische praktijkervaring)Biologische VoedersMolenweg, 115221 EA Vierlingsbeek NederlandTel 00 31 (0)478-634114Fax 00 31 (0)478-634121 www.reudink.nl

Van Gorp Mengvoeders BVBenedenkerstraat 77 5165 CB Waspik NlTel 0416-315770 Fax 0416-315779

Page 37: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bijlage 2 Adressen

(1) o.a. de firma Vanheerentals Veldkant, 6 2530 Boechout Tel 03 454 27 33 heeft bouwpkaketten voor 4 , 6 en 12 kippen.Wellicht vind je in de eigen streek ook wel een adres.

(2) Broeierij: Avibel NV Watermolen , 9 2980 Halle-Zoersel Tel 03 384 08 63 E-mail: [email protected] kweekt op door BLIK gecertificeerde bedrijven, kippen met Biogarantie van het hybride legras Bovans Goldline.www.hendrix-poultry.nl

(3) BLIK controle en certificering Statiestraat, 164 B 2600 Berchem Tel 03/ 287 37 50 Fax 03/ 287 37 51 E-mail : [email protected]

(4) Het Vlaams Interprovinciaal Verbond van Fokkers van Neerhofdieren heeft een afdeling Hoenders

Secretariaat: Reginald Deyaert, Kattestraat,19 9170 St Gillis-Waas Tel 03 770 69 23

(5) Voor de oude rassen : Vereniging voor het Behoud van Zeldzame Huisdierrassen – V.B.Z.H. STICHTING LEVEND ERFGOEDDeze vereniging geeft het driemaandelijks tijdschrift ‘DE ARK’ uit.In 2000 verscheen als themanummer ‘De Belgische Hoenders, Eenden, Ganzen en Kalkoenen’ Beschrijving en kleurfoto per ras. 128 blz 13,6 Euro (incl. verzending) Rek 068-2056596-29Er is o.a. een Pluimveewerkgroep: Jan Martens, Spiegel 1, 9860 Scheldewindeke- Oosterzele, Tel : 09/362.74.33

(6) Momenteel is er reeds 1 Veltlesgever kippen

Frans SmetsWateringen, 8 2288 BouwelTel 014 51 70 96E-mail : [email protected]

Frans heeft zijn passie voor kippen opgedaan via het artikel over ‘Rubenskippen’ van Fik Seymus in ’t Seizoentje 4 Winter 1977.Hij is officiële keurmeester.

Page 38: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bijlage 3

Waar haal je meer informatie?

Boeken Houden van Kippen, Bert

Mombarg, Van Gorcum, Assen, 2000, (356 blz) Kippen en raspluimveeverenigingen in Nederland.

Handboek Rashoenders, Wandelt-Wouters Vertaler: H Pater, Tirion UitgeversBV, Baarn, 1999, (416 blz).

Een compleet werk voor de specialist. Handboek Dwerghoenders,

Wandelt-WoutersTirion Uitgevers BV, Baarn, 2000, (356 blz)Zeer.compleet werk.

Tijdschriften Zie Themanummer van ‘De

Ark’ op vorige blz. Avicultura, tijdschrift voor

kleinveeliefhebbers in Nederland en België.

Uitgave: Avicultura, Postbus 86, 3958 ZV Amerongen. Heeft ook een digitale uitgave. www.avicultura.net.

Fokkersbelangen, magazine voor de kleindierenliefhebberij.

Officieel orgaan van de NKB, (Nederlandse Konijnenfokkersbond) en de NHDB, (Nederlandse bond van Hoenders-, Dwerghoenders-, Sier- en Watervogelhouders).Uitgave: Nederlandse Kleindierenpublicaties BV. www.fokkersbelangen.nl

InternetVoor hen die over internet beschikken is heel wat informatie te vinden.Bijzonder interessant zijn de vele afbeeldingen en beschrijvingen van allerlei raskippen.Je kan vertrekken van www.avicultura.net, met verwijzingen naar talloze andere vindplaatsen. Zoek bij de links. Op de website van het Nederlandse blad Landleven: www.landleven.nl, vind je bij hoenders veel info met afbeeldingen van de Nederlandse hoenders.Nog de moeite waard:www.backyardchickens.comwww.feathersite.com/poultrywww.gallosuisse.chwww.avitals.com/www.huehner-info.dewww.federvieh.landwirtschaftliche-nutztiere.de

Page 39: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

Bijlage 4

Project ‘Kip bij ’t Groen Velt wil ’t doen

(Dit project werd achteraf bekroond door de Koning Boudewijnstichting in het kader van het jaar van de vrijwilliger.)Sinds 2000 laat de broeierij Avibel nv (2) op door BLIK (3) – controle orgaan voor de biologische teelt- gecertificeerde bedrijven, kuikens opkweken met Biogarantie tot bijna legrijpe kippen. Immers de regelgeving op de dierlijke biologische productie in de Europese Gemeenschap is dat jaar in voege getreden. In België hadden we al het Ministerieel Besluit van 30/10/1998 voor de dierlijke productie.Momenteel worden de dieren nog 6 weken gangbaar gevoed. (In Frankrijk is dit nog 12 weken). Dan schakelt men over op biovoer.

Velt Antwerpen was er als de kippen bij, sloot zich hierbij onmiddellijk aan en lanceerde in 2000 de actie ‘Kip bij ’t Groen, Velt wil ’t doen’ om ook de liefhebbers de mogelijkheid te bieden om biologische kippen aan te schaffen; in dat jaar met steun van het Provinciebestuur in de actie voor vermindering van de organische afvalberg.

Aan de oorsprong ligt de dioxinecrisis van 1999 en de vele vragen naar kippen. De aanleiding tot het project was tweevoudig: enerzijds de nieuwe opkweekmogelijkheid en anderzijds de aanmoedigingspremie door de provincie. Als compostmeester was ik daar extra gevoelig voor.We durfden het aan om een toom van 500 kippen te laten opzetten. We waren gelukkig dat er uiteindelijk 574 konden geleverd worden.Het bijzondere aan het toom voor Velt was dat de bekken niet getoucheerd werden. (Wegbranden van het snavelpuntje, zodat de kippen niet zo hard meer kunnen pikken. In de klassieke teelt gaat men nog verder: daar worden de bekken nog verder ’gekapt’.) Onze kippen beschikten nog over hun volle pikvermogen.

Het thuiscomposteren met kippen geeft ten eerste een interessante verwerking van het gekookte keukenafval, dat anders problemen stelt bij het composteren. Het voortdurend scharrelen van de kippen betekent een voortdurend inbrengen van zuurstof voor de vertering en ten derde de stikstofrijke uitwerpselen zorgen voor bijkomende voeding van de micro-organismen die instaan voor de feitelijke compostering. De kippen zorgen voor een verbetering en een versnelling van het proces en tevens voor een beter eindresultaat: verrijkte compost.

De bestellingen kwamen uit 54 verschillende gemeenten en deelgemeenten.Gemiddeld werden per gezin tussen de 3 en de 4 kippen gevraagd met als uitschieters naar beneden 1 en naar boven 20. Voor wie veel ruimte heeft en een grote familie is 20 kippen zeker een beredeneerd aantal.

Page 40: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

De gemeente Lichtervelde in West-Vlaanderen knobbelde uit dat de 3 kippen bij 61 gezinnen per week en per gezin 10 kg tuinafval en tussen de 3,5 en 35 kg keukenafval per maand verwerkten. Samen geeft dit per kip ongeveer per maand 15 kg. GFT.Laat ons uitgaan van een verwerking van die15 kg per maand , per kip ; dan geeft dit per jaar 180 kg en voor de kippen in het Project meer dan 100 ton.OVAM geeft als verwerkingskost voor 1 ton GFT 2 500 à 3000 F (62 à 74,37 euro + de ophalingskost komt men aan een bedrag tussen de 5 000 à 6 500 F (123,95 à 161,13 euro). Dus een besparing voor de Gemeenschap van meer dan een half miljoen (12395 euro) per jaar. En in 54 gemeenten en deelgemeenten geven de deelnemers aan het Project het voorbeeld aan de medeburgers.Een groencontainer hebben zij niet meer nodig.

Het Project ‘Kip bij ’t Groen, Velt wil ’t doen werd in 2001 verder gezet.De afdelingen van Velt West-Vlaanderen, een kern in Brabant en een kern in Oost-Vlaanderen sloten zich hierbij aan. Resultaat : 678 kippen : Antwerpen: 402 (afhaalpunten: Aartselaar, Halle-Zoersel en Kalmthout ; Brabant: 84 (Vissenaken); Oost-Vlaanderen : 21 (Zele) en West-Vlaanderen : 171 (Staden). www.stip.ovam.be Klik op projecten. Voer bij Zoeken in: kippen en je vindt de 5 Velt projecten. Dat het sterke kippen zijn en goede leggers kan ik uit eigen ervaring getuigen: mijn 5 jonge dieren en 5 meerjaarse (waarvan 3 Bovans) legden op 3 januari 2002 na 5 dagen ploeteren in de bevroren sneeuw samen 8 eieren (de dag ervoor 6 en de dag daarna 5) !Of nog een ander voorbeeld: met Pasen 2002 verdeelden we tussendoor enkele 23 weken oude kippen van een biobedrijf waar de populatie te dicht was. Gedurende enkele dagen hield ik 10 kippen bij voor een besteller. Ondanks de verhuis hadden de dieren niet geleden: ’s anderendaags 10 eieren, 9, 10, 8 en weer 10!

In 2002 loopt het project voor de derde keer. De bekendmaking bleef wat in gebreke. West-Vlaanderen was nu de meest vragende partij.

Zie www.velt.be voor de actuele situatie.

Daniel Willaeys Lage Weg 60 2980 Halle-Zoersel

Tel en Fax 03 383 12 37Op 20 januari 1974, ten zijnen huize, medestichter van Velt vzw en eerste en

enige Landelijke Secretaris, vrijwilligerVeltbeheerder tot 2002. Sinds 1973 onafgebroken secretaris van Velt

Antwerpen-Voorkempen , [email protected]

(1) Velt : Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze vzw Uitbreidingstraat 293 C 2600 Berchem. Tel 03 281 74 75 13.500 leden. Geeft het tweemaandelijks tijdschrift Seizoenen uit. Tijdschrift voor zelfdoeners en bewuste consumenten.

Page 41: HET HOUDEN VAN · Web viewDe oorspronkelijke tekst van Louis Pernet werd door Velt in 1978 bewerkt en uitgegeven. Daniel Willaeys schreef nu de herwerking. Druk Roels Printing, Antwerpen

18 euro Rek 001-0990550-62 www.velt.be

(2) Broeierij: Avibel NV Watermolen , 9 2980 Halle-Zoersel Tel 03 384 08 63 E-mail: [email protected]

(3) BLIK controle en certificering Statiestraat, 164 B 2600 Berchem Tel 03/ 287 37 50 Fax 03/ 287 37 51 www.blik.be E-mail : [email protected]