Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1...

38
Verslag Conferentie Burgerschap met een hart en ziel 23 november 2006

Transcript of Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1...

Page 1: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Verslag Conferentie Burgerschap met een hart en ziel23 november 2006

Page 2: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Burgerschapmet een hart en ziel

Donderdag 23 november 2006

Actuele informatie over Het vernieuwde brondocument

Bouwstenen voor een visie op burgerschap

Gesprekken met collega’s over een kader

Goede voorbeelden

Handvattenvoor vormgeving in het onderwijs

Het Expertisecentrum van de Federatie Christelijk Bve organiseert deze conferentie De Federatie Christelijk Bve bestaat uit het Albeda College, Alfa-college, Landstede, ROC A12, ROC ASA, ROC Aventus, ROC Friese Poort, ROC van Twente, ROC Zeeland, Berechja College, CIBAP vakcollege, Effatha Guyot Groep.

2

Page 3: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Doelgroep:

Dit verslag is bestemd voor docenten, opleidingscoördinatoren, beleidsmedewerkers en managers die betrokken zijn bij de vormgeving van burgerschap in competentiegericht onderwijs met behulp van de nieuwe kwalificatiedossiers.

Inlichtingen: Marianne Beelaerts, secretaris van de Federatie Christelijk Bve, [email protected], telefoon 070-3481243, 06-51509178 en bij de identiteitsmedewerker van uw instelling.

3

Page 4: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Toelichting op het programma

Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 oktober 2006 verschenen. Het is bestemd om te gebruiken bij het ontwikkelen van opleidingsprogramma’s. Samen met de eisen in het kwalificatiedossier vormen de kwalificatie-eisen in het brondocument de wettelijke basis voor het onderwijs. Iedere instelling kan zelf een uitwerking aan het brondocument geven die past bij de eigenheid van de opleiding en de kernwaarden van de instelling. Het gaat om burgerschap met een hart en een ziel.

We merken dat er veel onduidelijkheid is over de vraag wat het doel en de functie is van het verbeterde brondocument en hoe je burgerschap in de eigen opleiding vormgeeft. Daarom beginnen we deze conferentie met een toelichting op het brondocument. Dat doet Pia Deveneijns, één van de auteurs van het document.

Bij de vormgeving van een opleidingsprogramma zijn er diverse mogelijkheden. Keuzes zijn afhankelijk van praktische omstandigheden en van visie. Drie inleiders leveren daarom bouwstenen voor het ontwikkelen van een eigen visie op burgerschap. Ze laten zien dat er een verbinding is van burgerschap met de pedagogische en levensbeschouwelijke kern van het onderwijs en dat er een internationale context is. Ze gaan daarbij in op de vraag welke rol waarden spelen en hoe je inspirerend vorm geeft aan burgerschap.

Op basis daarvan ontwikkelden we samen bouwstenen voor een eigen visie op burgerschap. Zo bouwen we aan een kader dat handvatten biedt bij de invoering van burgerschap met hart en ziel.

Daarna staan we in workshops stil bij goede ervaringen met burgerschap in diverse opleidingen. Dat leidt tot een beter beeld van de manier waarop je burgerschap in de opleiding vorm kan geven en tot verheldering van eigen uitgangspunten. Zo bouwen we aan een kader voor burgerschap met hart en ziel.

Kortom, deze map geeft richting en inspiratie voor een waarde(n)volle vormgeving van burgerschap in het nieuwe onderwijs.

4

Page 5: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Inhoudsopgave

5

Page 6: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Heeft burgerschapsvorming burgerrecht in school?

Laten we de vraag naar burgerschap nu eens omdraaien. We vragen niet meer: kan de school meedoen aan het oppakken van dit thema. We vragen: kan dit maatschappelijk zorgpunt meedoen aan de school? Is burgerschap een thematiek die voor de school van buiten komt, een voor de school allochtone agenda? Is het weer een problematiek van de samenleving die door de school moet worden opgelost?

Vreest niet. Ik zal verdedigen dat burgerschap op school thuis hoort, van de school is. Maar dan niet op het niveau van de school als een formele organisatie, maar op het fundamentelere niveau van wat de school eigenlijk is: als een pedagogische waardegemeenschap.

Voor dit fundamentele niveau wil ik opkomen. Te vaak drukt de regulering van buitenaf de essentie van school zijn weg. Of wordt het halen van zichtbare doelen (targets) een bestuurlijk alibi om de kwaliteit van de school niet op het niveau van de concrete school als concrete pedagogische waardegemeenschap te ontwikkelen. Scholen laten te vaak gebeuren dat hun kerntaak (hun ziel?) bepaald wordt door instituties die werken met andere agenda’s en belangen zoals bedrijfsleven en overheid. De geknakte beroepstrots van leraren zou wel eens met deze onteigening te maken kunnen hebben. Een deel van de crisis van het lerarenberoep is terug te voeren op een motivatieprobleem dat samenhangt met het verdwijnen van de band tussen de formele kant van het werk en de pedagogische drives die motiveren. De aansluiting van de thematiek van burgerschap bij de pedagogische waardegemeenschap die de school uiteindelijk is, vraagt om inbedding in het pedagogisch debat en in de uitwisseling van waardevolle ervaringen waarvan de school leeft. Burgerrecht van burgerschap in de school als pedagogische waardegemeenschap maakt de benadering van deze thematiek radicaal en onontkoombaar.

Het gaat me, anders gezegd, om het bekijken van het thema burgerschap vanuit het perspectief van schoolontwikkeling. De volgende vier noties zijn daarbij bepalend.

Ten eersteHet gaat niet om burgerschap van binnenuit ‘het’ onderwijs te ontwikkelen. Het gaat om een ontwikkeling vanuit deze concrete school als gemeenschap. De school is niet in de eerste plaats een formele organisatie, die een nauwkeurig bepaald doel wil halen met transparant beleid, dat op kwaliteit geëvalueerd wordt en door professionals die in nauwkeurig bepaalde beroepsrollen met elkaar interacteren en waarbij die rollen contractueel zijn vastgelegd. Natuurlijk is de school dat ook! Maar de school is het niet in de eerste plaats en al helemaal niet alleen. Allereerst is de school een gemeenschap van mensen. Een gemeenschap waarin mensen waardevolle ervaringen met elkaar delen en vanuit deze ervaringen met elkaar verder gaan. Een gemeenschap als een ruimte waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. Als de school dit niet is, dan is ze als formele organisatie leeg. En dan zullen mensen die in de school werken moeilijkheden hebben met hun motivatie, als die tenminste verder zou gaan dan de motivatie in de afwikkeling van procedures. Het is zaak de school terug te vinden onder of achter de formele organisatie die ze geworden is. Dit gaat niet vanzelf. Organisaties en formele structuren hebben de verborgen neiging om zichzelf tot doel te maken en mensen van zich te vervreemden. Om van burgerrecht van burgerschap in de school te kunnen spreken zullen we dat burgerrecht niet allereerst en zeker niet alleen op het niveau van formele structuren en planbare trajecten moeten zoeken. Het moet verankerd worden in de school als een

6

Page 7: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

pedagogische waardegemeenschap. Het overige is secundair en slechts dienstig als middel om deze waardegemeenschap te ontwikkelen. Deze fundering van burgerschap in de school heeft niet genoeg aan een document. Het is een traject dat zich nergens anders dan in de concrete school kan afspelen.

Ten tweedeDe oriëntatie op wat in deze school als gemeenschap uiteindelijk waardevol is zal in elke school resulteren in een pedagogische opdracht. Niet een opdracht die van buiten komt, maar een opdracht die de school zichzelf stelt. Een opdracht die deze concrete school verstaat als een aanbod aan de leerlingen (en hun ouders). Een opdracht waarin de school zich rekenschap geeft van de situatie van de leerlingen als mens, als waarderende en waardevolle persoon, en waarin de school aangeeft welke vormingsdoelen ze wil nastreven. Let wel: bij ‘waarden’ gaat het niet om abstracties en begrippen. Het gaat om ervaringen van wat zinvol is en wat niet. Ervaringen zijn altijd concreet. Het is essentieel dat mensen in een gemeenschap zulke ervaringen met elkaar delen. Dat gebeurt allereerst in verhalen over deze ervaringen. Verhalen nodigen luisteraars uit tot identificatie. Verhalen maak je mee, letterlijk. Om een pedagogische waardegemeenschap te worden heeft een school een verhaalcultuur nodig waarin mensen in de school hun ervaringen van wat waardevol is met elkaar delen. Concreet en formeel schoolbeleid zal altijd door deze waardegerichte pedagogische opdracht worden onderbroken en herijkt. In dit aanbod kunnen scholen levensbeschouwelijke oriëntaties meenemen. Het gaat dan om binding met tradities waarin mensen hun levenservaringen van wat uiteindelijk waardevol is aan elkaar doorgeven als richtinggevende noties, die in elke situatie weer opnieuw de waardigheid van hun richting kunnen bewijzen. Het gaat daarbij om tradities die opgebouwd zijn uit schakels van concrete praktijken waarin mensen wat uiteindelijk van betekenis is ontdekten en vorm gegeven hebben. Tradities hebben hiervoor hun eigen verhaalcultuur ontwikkeld. De dogmatische stelsels zijn secundair en hebben slechts een functie in het perspectief van de verhalen en ervaringen die worden doorgegeven. Scholen kunnen zulke tradities in hun pedagogische opdracht meenemen. Katholieke scholen kunnen dat niet alleen, ze zullen dat ook doen. Scholen die het delen van wat uiteindelijk waardevol is nalaten zijn kwetsbaar voor inmenging van de machtige agenda’s van systemen in andere sectoren van de samenleving, zoals markt, economie, recht en het puur formele management dat een gemeenschap kan devalueren tot een min of meer geoliede machine. Een school is geen machine!

Ten derdeDe school zal haar maatschappelijk opdracht formuleren op basis van deze pedagogische waarden. Niet het bedrijfsleven bepaalt wat de opdracht van de school is, en deze opdracht kan ook niet worden gevangen in een juridisch kader dat de overheid over de school legt. Deze opdracht is een zaak van de school zelf. Het gaat de school om de ontwikkeling van de kinderen tot volwaardige mensen. Daar hoort werk en deelnemen aan overheidsinstituties bij! Natuurlijk. Maar achter en onder de rollen van werknemer of staatsburger leeft de waarderende persoon. Op de ontwikkeling van deze persoon is de school uiteindelijk gericht. De school richt zich op heel de mens. De school is vanuit zijn pedagogische opdracht gericht op menselijkheid. Dat geldt onverkort voor katholieke scholen. Hoe heeft het toch kunnen gebeuren dat het christendom niet meer gezien wordt als een humanisme. Vanuit deze rol brengen scholen een beschermende zorg voor de leerling als mens in en laten ze zich die zorg niet afnemen door de behoeften van de economie.

7

Page 8: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Ten vierdeAls het gaat om burgerschap dan heeft katholiek onderwijs eigen noties in te brengen. Deze noties zijn kritisch. Als burgerschap gaat over de aanpassing en inpassing van mensen aan en in de samenleving, dan heeft het christendom dubieuze papieren. Het sterkst en het helderst is het christendom als het zijn tegoed kan formuleren in kritiek op wat gangbaar is in de situatie. De volgelingen van Jezus van Nazareth zullen er moeite mee hebben om zich te nestelen in een burgerschapsideaal waarin het individu voor alles gaat en zijn autonomie opeist, waarin de wereld rond dit individu wordt gezien als grondstof en materiaal voor de ontwikkeling van het ik, waarin de kwaliteit van leven wordt afgemeten aan de mate van consumptie of het succes van de carrière, waarin kwetsbaarheid een ondeugd is, lijden wordt miskend of zonder mededogen wordt geaccepteerd als verdiende loon voor persoonlijk falen en liefde een marktprestatie.In plaats daarvan gelden in het christendom ervaringen en waarden die mensen zien als personen die niet op zichzelf gericht zijn, maar fundamenteel op anderen. Waarin aandacht is voor lijden, ook als het onherroepelijk is, waarin het ikbesef wordt onderbroken door ervaringen van lijden van anderen. Waarin uiteindelijk genade en ontvankelijkheid zwaarder wegen dan maakbaarheid, regie en bezit.Waarin er een universele lotsverbondenheid is tussen mensen. Gemeenschap, ontvankelijkheid en mededogen, dat zijn kernwaarden en ervaringen die vanuit het christendom de notie burgerschap aan de tand voelen. Deze ervaringen zijn voor christenen zonder het geloof in God niet mogelijk en niet op een menswaardige manier hanteerbaar. Geloven in God op een christelijke manier en deze ervaringen van lotsverbondenheid, mededogen en gemeenschap roepen elkaar op. Het leven van Jezus opent in zulke kritische situaties menselijkheid. Juist omdat met het oog op de universele solidariteit met lijden die in dit leven openbaar is geworden, God ter sprake kwam, ook wanneer het menselijkerwijs niet meer plausibel was.

Dit betekent nogal wat voor de invulling van onderwijs. Ik beperk me tot twee voorbeelden. Tegen deze achtergrond komt internationalisering niet bij burgerschap aan de orde omdat er juridische structuren zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld in Europa. Internationalisering is al een item vóórdat er juridische banden zijn!De lotsverbondenheid van alle mensen, die voorafgaat aan juridische systemen, of die zich meldt wanneer juridische systemen uitbuiting en economische destructie laten bestaan, dat is de grond van internationalisering vanuit christelijk perspectief. Wat we op onze scholen doen aan internationalisering van burgerschap, past dat de verhalen van mensen op wie we door deze lotsverbondenheid aangewezen zijn, en die al te vaak slachtoffer zijn van onze samenleving? Die het zelfgenoegzame ik van westerse consumptiemaatschappijen onderbreken en aanklagen? Zijn zulke verhalen contexten van ons onderwijs als het om internationalisering gaat? Het katholiek onderwijs kan op dit punt een traditie inbrengen (of doodzwijgen).

De christelijke noties die ik schetste kunnen ‘burgerschap’ op een bijzondere manier invullen in de context van de sociale stage. Burgerschap wordt getransformeerd door mededogen, compassie. Dan is de sociale stage er niet simpelweg om leerlingen iets sociaal nuttigs te laten doen. Maar de school leert leerlingen door hen een indringende situatie aan te bieden waarin ze mensen ontmoeten die lijden en waarin ze leren zich in deze situaties te verplaatsen als situaties die ook hun ik aantasten.

Hiervoor is pedagogische moed en voorzichtigheid nodig, en hoop. Is dit appel voor burgerrecht van burgerschapsvorming op grond van schoolontwikkeling wel positief genoeg? Zit er niet teveel pijn en lijden in? Is

8

Page 9: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

gevoeligheid voor de schaduwkant van leven niet iets waar je bij jonge mensen niet mee aan moet komen? Past het wel bij de leus dat alles ‘leuk’ moet zijn? Laat me hier met een tegenvraag antwoorden. Wie anders zou voor deze gevoeligheid voor het lijden van anderen open kunnen staan dan jonge mensen? Wie anders kun je een andere manier van leven aanbieden, dan jonge mensen? En wie anders dan pedagogische gedreven leraren die in school met elkaar samenwerken, kunnen de veilige omgeving bieden waarin deze waarden kunnen worden overgedragen? Zijn we vergeten dat het christendom begonnen is als een jeugdrevolte tegen het burgerdom van de toenmalige joodse overheden? Dit zijn pedagogische vragen die de nieren van de school willen proeven.

Burgerschap is radicaler verbonden met de pedagogische kern van de school dan in eindtermen en inhoudsoverzichten voor leergebieden kan worden waargemaakt. Het komt tot ontwikkeling in de school zelf: als in de school het pedagogisch debat wordt gevoerd, en gecommuniceerd wordt wat de school wil aanbieden, wat uiteindelijk waardevol is.

9

Page 10: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Burgerschap met hart en zielAlfa College

1.Waarom komt de thematiek op?

Het advies van de Onderwijsraad van een paar jaar terug zegt het volgende.“Ingrijpende veranderingen in de bevolkingssamenstelling, de voortschrijdende secularisatie, culturele verscheidenheid en individualisering hebben de oorspronkelijke bronnen van maatschappelijke samenhang en betrokkenheid aangetast.”Daar zou volgens de Onderwijsraad in toenemende mate een taak voor het onderwijs liggen.

Bouttelier zegt over onze cultuur het volgende.“…een cultuur zonder veel zekerheden en zonder veel idealen, m.a.w.: zonder de ooit vanzelfsprekende samenhang tussen idealen, normen, waarden, instituties en gedragsvoorschriften. Mensen moeten veel meer dan voorheen hun eigen weg zien te vinden in de maatschappij. De sociale verhoudingen zijn onbestemd hetgeen ook leidt tot psychische onbestemdheid. Onze cultuur –‘van God en ziel verlaten’- lijkt gebrandmerkt door onbehagen over wie we eigenlijk zijn. Ik hoor het jongeren in mijn omgeving zeggen: ‘ik kan alles zijn dus wat moet ik worden?’

Met andere woorden: niet alleen onze bronnen van gezamenlijkheid hebben we laten aantasten, ook de sociale structuren en het vlees en bloed op de botten daarvan -normen, waarden, gedrag- hebben we laten verbrokkelen. De leegte en verbrokkeling zijn opnieuw gevuld: door een vrijheidsideologie –soms economisch gedefinieerd, soms meer vanuit de gedachte van de zelfontplooiing- en later door een sterke economisering van het dagelijks leven.

2.Plaatsing van de thematiek

Als mijn analyse klopt, dan is het voorliggende document een ingewikkeld (te beoordelen) stuk.Enerzijds: het is een poging tot herbronning of zoeken van nieuwe bronnen als het gaat om burgerschap.Anderzijds: het is een aanpassing in het dagelijkse gedrag aan de nieuwe economische normen die in de nieuwe mondiale kenniseconomie dominant zijn.

En dan wordt voor beide vraagstukken de taal van de competenties aangereikt.“Nu in ieder kwalificatiedossier gebruik gemaakt wordt van het competentiemodel KBB was het logisch dit model ook te gebruiken voor het brondocument.” (p.4) Dat is natuurlijk nog maar de vraag. Het is niet gezegd dat deze taal het beste past bij het type vraagstuk dat in het brondocument aan de orde is.

Nog het meest opvallend is dat de thematiek eigenlijk helemaal niet wordt toegelicht, ingebed, uitgelegd, behalve in functionele termen. De samenleving vraagt dit, dus is het nuttig als …….

Dit alles doet een paar vragen rijzen.Bijvoorbeeld: als we moeten herbronnen, hoe gaat dat? Kan dat? Wat is de aard van zo’n bron? Die zal uiteindelijk levensbeschouwelijk zijn. Als dat zo is, dan wordt zo’n

10

Page 11: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

bron toch gekozen om zichzelf, en niet vanwege de eventuele meerwaarde in een modern burgerschap? Met andere woorden: laat de noodzaak tot herbronnen zich instrumentaliseren?

11

Page 12: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Een andere vraag die rijst is de volgende. Onderwijs wordt in dit document volledig in dienst gesteld van de ideale, mondige zich zelf sturende mens; maar is nu juist het doel van vorming niet dat de betrokkene zélf toegerust is om te bepalen of en in hoeverre en in welke opzichten hij dit mensbeeld überhaupt deelt en kán delen? En hoe hij in het reine komt met het feit dat hij misschien niet in alle opzichten mee kan met dit ideaal en toch zijn waardigheid niet mag verliezen? En is één van de redenen van veel onzekerheid in deze tijd nu juist niet dat instituties –onderwijs-arbeidsmarkt, burger-politiek etc.- erg samenvallen met elkaar in plaats dat ieder zijn eigen mandaat/roeping waarmaakt?Nog een andere vraag. De één op één-relatie –functioneel- tussen samenleving en onderwijs, brengt dat ook niet het risico met zich mee dat de ene mens –autonoom, zelfredzaam, ondernemend etc.- hoger gewaardeerd wordt dan de andere? Rita Kohnstamm heeft daar op ons symposium op 17 november over onze pedagogische opdracht gewaarschuwd.Tenslotte: is de taal van de competenties –gericht op handelen, waarneembaar gedrag- de geschiktste taal voor het type problemen waarover het gaat? Stemmen, geloven in de democratie, meedoen in de samenleving, zijn dat competenties? Gaat het niet veel meer over motieven, drijfveren, mensopvattingen en dergelijke? Ben je competent als je op de pedofielen-partij stemt? Als je de stappen volgt die in dit document aangereikt en verondersteld worden wel. Maar is de inhoud waarom het gaat niet ten onrechte weggelaten? In dit document is een sterk procedurele de kijk op burgerschap dominant. Alsof de democratie of goed werknemerschap een kwestie van protocollering is in plaats van inhoud. Een ander voorbeeld: als je op je werk niet negen van de tien keer, maar tien van de tien keer dwarsligt, ben je dan incompetent of ben je gewoon een klier?

Kortom: het herbronnen laat zich niet instrumentaliseren, het aanpassen aan de economie via het onderwijs mág niet door te instrumentaliseren en de taal van de competenties ontneemt het zicht op de aard van de problemen en vragen die aan de orde zijn. Er is juist een andere taal nodig.

3.De noodzaak van vorming

Donner heeft er op 11 september 2003 op gewezen dat het moderne liberale mensbeeld op de eigen grenzen van haar bruikbaarheid stuit.“Het denken in die termen gaat uit van een mensbeeld dat geen tegenwicht biedt aan de middelpuntvliedende krachten die het schept. Want ik kan met mijn verstand wel analyseren en uiteenleggen; ik kan relativeren, maar ik kan niet samenstellen en waarderen, dat vereist een gezichtspunt van buitenaf. Vandaar dat het rationalistische individualistische mensbeeld tegenstellingen schept die het niet kan overbruggen….. tussen vrijheid en dwang, … tussen mijn normen en waarden versus de jouwe ….. Wie vrije, rationeel handelende en autonome mensen ziet als essentie van de werkelijkheid en doel van het bestaan, komt daar ook uit. Dat is geen einde en ook geen toekomst, maar gewoon een redenering die niet over de eigen beperkingen heen kan kijken.”Hij plaatst daartegenover het christelijk mensbeeld dat uitgaat van de relatie. “Het verenigt individu en gemeenschap; de mens is als persoon geschapen, maar met een sociale bestemming. In dat uitgangspunt ligt een wezenlijk ander zicht op de maatschappelijke werkelijkheid besloten Individu en gemeenschap, vrijheid en gezag, het zijn een tegenstellingen maar onderscheiden aspecten van eenzelfde relatie.”Als de essentie van alles is dat we in relatie staan tot elkaar –en vanuit een christelijk mensbeeld is dat geen keuze, maar een gegeven; we zijn allemaal uit dezelfde uit de

12

Page 13: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

klei getrokken, allemaal door Gods woord tot leven gewekt, we zijn allemaal geroepen….- dan kan burgerschap niets anders betekenen dan dat we leerlingen vormen als persoon om toegerust te zijn voor het op de ander aangewezen zijn en om er voor de ander te zijn.

13

Page 14: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

a.Het sleutelwoord is dan kiezen.Groen van Prinsterer zei: alleen wie partij kiest, kan onpartijdig zijn.Van Crombrugge: “De beste manier om de mens van zijn vrijheid te beroven, is niet alleen geen alternatieven voor hem open te houden, maar hem ook de boodschap te geven dat alles mogelijk is en dat het eender is wat hij doet. Wil je de mens vrij maken, dan moet je hem voor keuzen plaatsen. … Dit (kiezen) gebeurt evenwel steeds vanuit een gegeven positie, die hij niet zelf gekozen heeft.” Anderen –ouders, docenten- hebben eerst voor jou keuzes gemaakt.b. Je kunt als docent niet niet-opvoeden. Je bent per definitie voorbeeld. Ook als je zwijgt over de mens in zijn relaties of daar niet naar handelt. De docent is een Gestalt en niet een optelsom van competenties. Vanuit dat geheel –de persoon- ben je iemand om zich meer of minder mee te identificeren.c.Je kunt over burgerschap niet niet-levensbeschouwelijk zijn. Het is tegenwoordig nogal in om ook jonge mensen of kinderen op levensbeschouwelijk terrein de keuze te laten. De impliciete boodschap is: het maakt in essentie niet uit. Echte keuzevrijheid –juist op levensbeschouwelijk terrein- ontstaat alleen door juist vanuit één benadering te vormen. Het is opvallend dat deze dimensie –levensbeschouwing, spiritualiteit, niet alleen inspiratie biedend, maar ook intellectueel vormend- in het brondocument niet voorkomt. Dat is een gemis.Hoe is het mogelijk dat in een tijd dat Job Cohen pleit voor een ‘omgekeerde doorbraak’ (hij bedoelt daarmee dat de PvdA een technocratische meet- en regelpartij is geworden, omdat de beoogde invloed van het christendom en andere levensbeschouwelijke tradities na de ‘doorbraak’ vlak na WOII van christenen uit de christelijke zuil naar de sociaal-democratie, is weggeebd.) in dit document niets gezegd wordt over deze bronnen van burgerschap?d. Is vorming planbaar? Nee. Het gebeurt veel meer op een impliciete manier. De Muynck vroeg aandacht voor ‘het maximaliseren van het alledaagse’ –op tijd komen, groeten, elkaar aankijken- om aan te geven dat je echt in relatie staat. Iets dergelijks geldt voor het gedrag van teams bijvoorbeeld met betrekking tot agressie. In veel onderwijsteams accepteert men feitelijk een grote waaier aan gedrag en spreekt men elkaar en leerlingen er niet of nauwelijks op aan. Gevolg is een boodschap van: onderhandelbaarheid of het maakt niet uit wat ik doe. Alleen door met elkaar echt één lijn te trekken, laat je voelen en ervaren dat bepaalde normen ertoe doen, maar vooral ook dat de collega en de leerling ertoe doet.

4.Hoe zou burgerschap vormgegeven kunnen worden?Ik knoop aan bij de praktijk van onze instelling en borduur daar een beetje op voort.a. Een ROC moet een heldere missie en visie hebben. In ons geval: redeneren vanuit de christelijk-sociale traditie. Individuele medewerkers moeten zich gesteund weten door instellingsuitspraken. Dat is zeker zo belangrijk als instemming van de medewerkers met die uitspraken.b. In het kader van herontwerp kan gedacht worden aan het expliciteren van de pedagogische opdracht als een soort archimedisch punt voor didactische en leerpsychologische keuzes. Ook zou de Wet BIO op een eigen manier vormgegeven kunnen worden door te redeneren vanuit ‘presentie’als de kern van goed leraarschap, of vanuit deugden in plaats van competenties. Daar zijn in het VO al voorbeelden van te vinden.c. In deze dynamische tijd moet veel geïnvesteerd worden in medewerkers, om te beginnenin de onderwijsvernieuwing, maar ook door vorming op het punt van onze traditie of door ze bezinningsmogelijkheden te bieden op hun vak.

14

Page 15: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

d. Voor deelnemers is van belang dat ze levensbeschouwelijk geschoold worden. Ook kan gedacht worden aan een –verplichte- maatschappelijke stage. Dit vanuit de gedachte dat het in aanraking komen met andere werelden dan waar je zelf voor zou kiezen of in aanraking zou komen wezenlijk goed is. In een wereld die steeds meer accepteert dat mensen keuzes maken op basis van sympathie, gevoel, groep etc. en die daarmee segmentering bevordert, is tegenwicht een goede zaak. Ook kunst en cultuur bieden aanknopingpunten. Zie ons poezie- en muziekproject van allochtone deelnemers en autochtone musici.

5.SlotDe discussie over burgerschap en het brondocument ademen sterk de sfeer van verplichten omdat het anders niet goed komt met ons gedrag en onze normen en waarden. Er zit een zekere kramp in de discussie.Mijn conclusie zou een andere zijn. Ik zou zeggen: focus niet op wat je wilt bereiken, maar op waar je in gelooft en handel daar systematisch en consistent naar. Mensen hebben niet behoefte aan nog meer regels en protocollen, mensen hebben behoefte aan houvast en geloofwaardigheid.Naar de mate waarin het gaat om vragen waarbij kennis een minder grote rol speelt, waarbij het gaat om ‘trage vragen’ en waarbij niet zozeer de competentie alswel een gevormd karakter bepalend is, is het minder passend om het onderwijs over deze vragen onder het regime van competenties en verplichtendheid te brengen. En je mag er een leven lang over doen. Dat heeft het brondocument gelukkig goed gezien.

15

Page 16: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

‘Adopteer een school’ Versterken van het beroepsonderwijs in AfrikaVoorstel en actieplan, M. Witvliet

Achtergrond

De (inter(nationale) sterke focus op het basis – en universitair onderwijs in ontwikkelingslanden heeft ertoe geleid dat er weinig aandacht en budget beschikbaar is voor de verbetering van beroepsonderwijs. Dit type onderwijs daarentegen vervult een belangrijke brugfunctie tussen basisonderwijs en vraag / behoeften vanuit de professionele sector wat betreft geschoold personeel. Goed en relevant beroepsonderwijs is onmisbaar voor technologische vernieuwing en economische groei van een land. Verschillende partijen spelen daarbij een belangrijke rol en hebben ieder een verantwoordelijkheid dit te realiseren. Bedrijven kunnen meer betrokken worden bij curriculum ontwikkeling en kunnen stages mogelijk maken. De Nederlandse en lokale overheden zouden meer moeten investeren in beleidsontwikkeling, het opzetten van een nationaal netwerk voor beroepsonderwijs en het vrijmaken van budget voor kwaliteitsverbetering. Nederlandse onderwijsinstellingen kunnen structureel bijdragen aan verbetering van kwaliteit middels uitwisseling en steun aan collega-instellingen in ontwikkelingslanden.

Dit document doet een voorstel voor een pilot programma om beroepsonderwijs in Afrika te versterken.

Kinderen in Tanzania tekenen wat ze later graag willen worden

16

Page 17: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Doelstellingen van het project

Het project streeft naar het vergroten van beschikbaarheid en kwaliteit van (formeel) beroepsonderwijs in Afrika middels het realiseren van:

Structurele samenwerking en uitwisseling tussen Nederlandse ROCs, AOCs en Afrikaanse instellingen, gericht op docententraining, het verbeteren van lesmateriaal, stagebeleid, curriculum en de inrichting van het vaardigheidsonderwijs.

Uitwisseling tussen de professionele sector (o.a. instellingen op het gebied van zorg en welzijn, de private en agrarische sector), en onderwijsinstellingen in Afrika.

Lobby bij de Nederlandse en lokale overheden voor beleidsontwikkeling, het opzetten van een nationaal netwerk en voldoende budget (%) voor de ontwikkeling van beroepsonderwijs.

Een pilot zal worden uitgevoerd waarin uitwisseling tussen instellingen in Nederland en verscheidene Afrikaanse landen wordt opgezet. Een handboek voor samenwerking zal vervolgens worden ontwikkeld, dat kan worden gebruikt voor toekomstige samenwerking.

Tot nu toe zijn contacten gelegd met verscheidene Nederlandse onderwijsinstellingen en het International Child Support (ICS), een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie die programma’s in Afrika en Azië steunt (Voor meer informatie: www.icsfonds.nl).

Landen

Een aantal landen komt in aanmerking om te worden betrokken in het programma, onder andere Zuid-Afrika, Kenia, Zambia, Tanzania en Uganda. Voorstel is om, afhankelijk van de voortgang van de pilot, landen gefaseerd te betrekken.

Beroepsonderwijs

Het type onderwijs dat bedoeld wordt, betreft (formeel) beroepsonderwijs voor jongeren vanaf 15/ 16 jaar, gericht op professionele scholing en training. In de pilot zullen 3 tot 6 instellingen in Afrika worden betrokken. De Nederlandse instellingen zijn de ROCs (beroeps- en volwassenenonderwijs) en AOCs (agrarische opleidingscentra). Project organisatie

Het project zal (deels) worden gemanaged en gemonitord door International Child Support (ICS). ICS heeft een regiokantoor in Kenia en een veldkantoor in Tanzania, en heeft programma’s op het gebied van onderwijs, gezondheid, HIV/ Aids, inkomen en kindbescherming. ICS zal de identificatie en selectie van instellingen faciliteren, de samenwerking begeleiden, de monitoring en evaluatie op zich nemen en andere benodigde steun verlenen.

Rollen en belangen van betrokkenen in het project

Onderwijsinstellingen in Afrika Rol: structureel bijdragen aan armoedebestrijding en ontwikkeling in eigen land

en bijdragen aan een internationaal netwerk van beroepsonderwijsinstellingen.

17

Page 18: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Belangen: grotere bijdrage aan (economische) ontwikkeling middels een verhoogde kwaliteit van en aandacht voor hun diensten, deelname aan een internationaal netwerk, leren van collega-instellingen in Nederland.

ROCs en AOCs in Nederland Rol: structureel bijdragen aan armoedebestrijding en ontwikkeling in Afrika

door kwaliteitsverbetering van collega-instellingen middels uitwisseling en ondersteuning in internationaal verband.

Belangen: leren van collega-instellingen in Afrika, deelname in internationaal netwerk voor beroepsonderwijs, vergroten van draagvlak en betrokkenheid van leraren en leerlingen voor goed en relevant beroepsonderwijs in Afrika.

De professionele sector in ontwikkelingslanden Rol: aanbieden stageplaatsen en bijdragen aan curriculum ontwikkeling. Belangen: goed gekwalificeerd personeel (t.b.v concurrentiekracht, innovatie,

etc), beïnvloeden van curriculumontwikkeling (t.b.v. relevantie van beroepsonderwijs en aansluiting op vraag/ behoeften vanuit professionele sector), toegang tot goedkope en goede arbeidskrachten middels stages.

International Child Support (ICS) Rol: faciliteren samenwerking en uitwisseling door het aanbieden van een

lokale structuur (regionaal en veldkantoor), begeleiding en ondersteuning aan betrokken instellingen in Afrika en Nederland.

Belangen: verbreden van draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland, verder vormgeven van beleid op voortgezet (beroeps)onderwijs.

Overheden (Nederland en lokaal) Rol: beschikbaar stellen van budget, beleidsontwikkeling en versterking

nationaal netwerk voor beroepsonderwijs. Belangen: verkrijgen van (internationale) steun voor de verbetering van

systeem voor beroepsonderwijs als katalysator voor economische groei.

Uitgangspunten

Een aantal belangrijke uitgangspunten staan centraal in het project. ‘Civic driven’ benadering. Dit houdt in dat het project uitgaat van wat aanwezig

en nodig is in Afrika en Nederland. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande instellingen en structuren en elke activiteit begint bij de behoeften, belangen en krachten van de betrokkenen. Dit is onmisbaar voor duurzaamheid van het project en zelfredzaamheid van betrokkenen.

Een participatieve benadering in het ontwikkelen van voorstellen per school. Alle partijen, ook de jongeren, moeten worden betrokken in alle fasen van het project.

Stappenplan

Allereerst zal dit projectvoorstel verder worden ontwikkeld (o.a. verantwoordelijkheden, budget en financieringsplan, selectiecriteria voor instellingen, etc). Ook moet het regionale team van ICS in Afrika goed worden geïnformeerd en voorbereid.

18

Page 19: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Daarnaast is een aantal stappen nodig om het project voor te bereiden, uit te voeren en evalueren.

Identificatie van beroepsonderwijsinstellingen in Nederland en Afrika Selectie van 3 tot 6 instellingen in x landen in Afrika Selectie van x instellingen in Nederland Identificatie van bedrijven in de professionele sector in Afrika om (in de

toekomst) te worden betrokken in het project Identificatie van behoeften van geselecteerde instellingen in Nederland en

Afrika Analyse van sterkten/ zwakten van geselecteerde instellingen in Afrika Analyse van wat Nederlandse instellingen kunnen bieden Ontwikkelen van een voorstel of activiteitenplan per instelling in Afrika Ontwikkelen van richtlijnen voor partnerschappen Opzetten van partnerovereenkomsten tussen Nederlandse en Afrikaanse

instellingen Uitvoeren van de pilot Monitoren van de pilot Evaluatie van de pilot: identificeren van geleerde lessen en succesvolle

strategieën Ontwikkelen van een plan of voorstel voor follow-up

Monitoren en evaluatie

Het project moet tijdens en achteraf gemonitord en geëvalueerd worden. Dit maakt het mogelijk lessen te trekken en succesvolle strategieën te formuleren voor eventuele nieuwe programma’s. Monitoring en evaluatie moet worden gedaan op alle niveaus, waaronder de organisatie, de partnerschappen en de activiteiten. Daarvoor moeten nog indicatoren worden opgesteld.

Contact informatie

Mevr. Martha Witvliet-Van der Wal06 – [email protected] / [email protected]

Jeske van de [email protected] / [email protected]

Contactpersoon ICS: Manon Stravens0341-271090 [email protected] www.icsfonds.nl

19

Page 20: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Evaluatie Workshop: ‘Adopteer een school’Martha Witvliet en Jeske van de Gevel, leden van De Derde Kamer 2006Marleen Hasselerharm en Manon Stravens, International Child Support

De workshop begon met een inleidende presentatie van Martha en Marleen. Martha verteld dat iedere opgroeiende Nederlander een zeldzaam kostbaar bezit heeft, namelijk toegang tot scholen en daarmee een groot deel van de kennis en kunde waarmee je een volwaardig lid van de samenleving kunt worden. Dit verbindt ze met wereldburgerschap waarmee ze de opdracht meegeeft om vanuit een christelijke visie mee te werken aan een betere wereld. Mensen die in Nederland werkzaam zijn in het beroepsonderwijs bezitten veel kennis tav curriculum ontwikkeling, het ontwikkelen van stagebeleid, integratie van theorie en praktijk, bijscholing van docenten en inrichting van practicum lokalen.

Het beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden, kan Martha uit eigen ervaring vertellen, staat er minder rooskleurig voor. Het beroepsonderwijs is weinig innovatief, het onderwijs is niet vraag-gestuurd en leidt daarom vaak op voor beroepen waar niemand op zit te wachten. Het beroepsonderwijs heeft te kampen met een status probleem en er is een chronisch en langdurig geldgebrek, geen bijscholing voor docenten en te weinig en vaak slechte leerbedrijven.

Met deze workshop willen Martha en Marleen de deelnemers warm maken hun competenties te gebruiken om het beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden te versterken door middel van het aangaan van langdurige samenwerkingsverbanden. Het gaat om langdurige samenwerkingsverbanden van 5 tot 10 jaar. De samenwerking kan op alle gebieden van het beroepsonderwijs plaatsvinden. Voorbeelden die werden genoemd zijn: curriculum ontwikkeling, leraren uitwisseling en training, het ontwikkelen van stagebeleid, het inrichten van practicum lokalen, het uitwisselen van stagiaires. Er worden scholen gezocht voor beroepsonderwijs die geschikt zijn voor deze samenwerking. Er wordt gestart met een Pilotproject van zo’n 3 – 6 ROC’s , deze worden ondersteund door professionals van een ontwikkelingsorganisatie evenals deelnemende scholen in ontwikkelingslanden.

Marleen geeft een korte inleiding over het werk van ICS. Het is een christelijke hulporganisatie. ICS wil dat alle jongens en meisjes kind kunnen zijn in een veilige leefomgeving. Centraal staat dat kinderen in deze veilige leefomgeving zichzelf ontplooien tot sterke persoonlijkheden en zo ontsnappen aan de armoede. ICS richt zich op de meest kwetsbare kinderen, en dan voornamelijk op die kinderen die wonen in de (afgelegen) plattelandsgebieden van Azië en Afrika. Dit jaar heeft ICS subsidie gekregen van de minister en dat betekend dat ICS gaat groeien. Een van de speerpunten in het beleid van ICS is onderwijs. Marleen ziet in dat veel beleid gebaseerd is op basisonderwijs maar ICS wil zich richten op pre-basisonderwijs en het voorgezet onderwijs in ontwikkelingslanden. Deze sectoren zijn vreselijk onderbelicht in Afrika en zodoende nauwelijks aanwezig. In sommige gevallen wordt er non-formele educatie aangeboden maar dit biedt maar beperkte mogelijkheden. Vandaar dat ICS wil samenwerken met Martha. De pilot die gestart gaat worden richt zich op Kenya, Tanzania en Uganda. Maar voordat het wiel opnieuw uitgevonden gaat worden wil ICS de kennis op het gebied van beroepsonderwijs die hier in Nederland aanwezig is, gaan gebruiken om het beroepsonderwijs in deze landen te versterken. Er moet een match gemaakt worden tussen twee scholen gebaseerd op de competenties van beide partners.

20

Page 21: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Reacties en vragen van deelnemersWorkshop 1:- Bevooroordeel je niet juist de ‘sterke’ scholen vooral in de steden? Je geeft

eerder aan dat deelnemende scholen wel een soort startcapaciteit moeten bezitten.Marleen: ICS werkt voornamelijk in rurale gebieden maar in zekere mate klopt het wel wat je zegt. Het is niet de bedoeling scholen vanaf nul op te gaan bouwen, de scholen moeten wel enige capaciteit bezitten. En deze scholen zullen waarschijnlijk liggen in landelijke steden, niet de grote steden dus.

- Er bestaat een stichting ‘Do you care’ en hier werkt de Friese Poort al mee samen in Zuid-Amerika. Maar vooral op het gebied van stages. Bieden jullie ook de mogelijkheid voor stages of is het alleen gericht op een uitwisseling van scholen?Marleen: Ja zeker, we zien hierin geen beperkingen. Stages zijn zeker mogelijk als daar een bepaalde vraag naar is vanuit beide kanten. Martha: Er bestaat al de mogelijkheid tot uitwisseling van studenten in het Xplore programma. Daar heb ik zelf ook subsidie mee aangevraagd voor ROC A12. Het bleek toen dat er relatief weinig interesse voor was, zeker vanuit de zorg sector. Sectoren moeten dit individueel oppakken.

- Zijn deze samenwerkingsverbanden niet alleen geschikt voor Agrarische behoeften?Marleen: Nee, het is juist breder. Bijvoorbeeld er is behoefte aan fietsenmakers want veel mensen hebben alleen een fiets. Er ontstaan dus veel kleine bedrijfjes die fietsen opknappen. Manon: De rol van het Bedrijfsleven hierin speelt een belangrijke rol. Deze samenwerkingsverbanden richten zich op de koppeling tussen het bedrijfsleven en scholen. Dus ook de kleine bedrijfjes om aan de regionale vraag van de arbeidsmarkt te kunnen voldoen zijn er goed geschoolde mensen nodig.

- In jullie presentatie noemden jullie Kenia en Tanzania. Staan deze landen vast?Marleen: Voor ICS staan deze landen vast. We werken (met lokale partners) in deze landen.Martha: Voor de pilot willen we een zo sterk mogelijk resultaat neerzetten. We moeten ons in die zin beperken tot een aantal landen. Er is gekozen dit in overeenstemming met ICS te doen. Daarom richten we ons ook op Engelstalige landen om de uitwisseling niet onnodig te bemoeilijken.

- Een VMBO school waarmee ik bekend ben heeft uit particulier initiatief een school gebouwd met de sector Bouw in Kenia. Dit was niet alleen uitwisseling maar de hele school werkte mee.

- Ik vindt het een erg goed idee. Uitwisseling mogelijk maken van studenten valt zeker onder burgerschapcompetenties. Het kan bijvoorbeeld dienen als maatschappelijke stage. Mensen leren zo veel als ze in de omstandigheden worden gebracht, denk bijvoorbeeld ook aan de voorbereidingen en de verdieping die het aanbrengt. Marleen: Uitwisseling tussen studenten is natuurlijk erg waardevol, maar het gaat ook om capaciteitsopbouw. Zien jullie daar mogelijkheden?

- Dit wordt moeilijk om in te bouwen. De uitwisseling is leuk maar competenties opbouwen?

- Eigenlijk moeten we daar gewoon mee beginnen, als je beperkingen gaat zien komt er niets van de grond.

- Een vriendin heeft met World Service meegelopen in Zambia. Zij heeft gewerkt op een skills school. Kan zij scholen hiervoor aandragen uit Zambia?Martha: Ja, dat kan zeker.

21

Page 22: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Workshop 2:- Hoe werken deze samenwerkingsverbanden in praktische zin?

Martha: dit kan op alle niveau’s plaatsvinden. Ook management, docenten en studenten moeten meewerken.

- Ik heb zelf ervaringen met stages als onderdeel van het curriculum op het Alpha college. Maar dit was niet vanuit de commissie internationalisering. Het biedt vooral mogelijkheden voor een invulling van het wereldburgerschap.

- Martha vraagt of er deelnemers zijn die bekend zijn met het Xplore programma. Dit bleek niet het geval.

- Volgend jaar vinden er grote veranderingen plaats en ik zie veel mogelijkheden om dit programma te integreren in het vak burgerschapskunde. Een erg motiverend idee! Haal de motivatie uit de praktijk in plaats van boeken. Martha: Bij de samenwerking met Visuela College in Zuid-Afrika vanuit ROC A12 bestond er een Buddy-systeem waar studenten uit Nederland gekoppeld worden met studenten uit Zuid-Afrika. De studenten hebben nog steeds contact met elkaar. Ze verbleven ook bij elkaar thuis tijdens de uitwisseling die 14 dagen duurde.

- Richten jullie je alleen op Afrika? Waarom niet bijvoorbeeld Roemenie? Marleen: ICS richt zich op Azië en Afrika en werkt vooral met ontwikkelingslanden waar maar weinig mogelijkheden zijn op het gebied van onderwijs. Dan kom je bijna automatisch terecht in Afrika. Doordat er zo weinig is kun je ook veel bieden als hulporganisatie. Martha: de taal is ook belangrijk. Voor een goede uitwisseling is het goed als dezelfde taal gesproken worden. Engelstalige landen bieden hierin weinig belemmering. We zoeken scholen die groeimogelijkheden hebben voor een gelijkwaardig partnerschap.

- Kom je dan niet tegen dat er behoefte is aan andere zaken naast onderwijs, zoals wegen, gebrek aan voedsel?Marleen: Belangrijk is om te doen waar je goed in bent. Door prioriteiten te stellen kunnen we meer betekenen voor het onderwijs. Wel kijkt ICS naar de gehele gemeenschap dus als er behoefte is aan andere zaken dan faciliteert ICS dit. In dit project denken we dat ROC’s een toegevoegde waarde hebben op het gebied van capaciteitsopbouw. We willen deze toegevoegde waarde inzetten om het beroepsonderwijs in Afrika te versterken.

- Ik ben zelf niet werkzaam bij een ROC maar wil wel zeggen dat ik het een goed project vindt. Als je uit eigen ervaring deel neemt aan een project in een ontwikkelingsland dan leer je zo ontzettend veel. Als scholen dit kunnen gaan inzetten in het kader van wereldburgerschap dan kunnen ze veel meer leermogelijkheden aanbieden.

De deelnemers kregen een uitdraai van het projectvoorstel en een formulier om meer informatie aan te vragen als ze interesse hadden. De feedback zal gebruikt worden voor de verder uitwerking van de pilot. Al met al een stimulerende workshop!

22

Page 23: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap.Pia Deveneijns, MBO Raad

1. Wat is de status van het brondocument?Op 21 september vastgesteld door de stuurgroep competentiegericht beroepsonderwijs.Het is meteen daarna aangeboden aan de staatssecretaris van OCW, Dhr. B. Bruins.Het brondocument wordt op 1 februari 2007, gezamenlijk met de door de Kenniscentra opgestelde kwalificatiedossiers (75 % van het totaal), ingediend bij bij de ministeries van OCW en LNV. Na indiening wordt het vastgesteld door de ministeries.

2. Wat is er nieuw aan het verbeterde brondocument?• Slim en slank• Vrijheid voor onderwijs • Conform nieuwe format• Loopbaan• Vitaal burgerschap• Uitspraak talen

3. Is het verplicht te gebruiken?Het is verplicht te gebruiken. Alleen de wijze waarop instellingen het document willen gebruiken is vrij. Dat wil zeggen, men mag de inhoud apart aanbieden óf verweven met de kwalificatieprofielen of een combinatie van beide.

4. Per wanneer is het verplicht?Het is verplicht te gebruiken vanaf 1 augustus 2008. Tegelijkertijd met de nieuwe kwalificatiedossiers. Wanneer men nog gebruik maakt van de oude kwalificatieprofielen, dan mag men nog gebruik maken van het oude brondocument.Als u vanaf 1 augustus 2007 start met de experimentele opleidingen (met de nieuwe kwalficatiedossiers), dan bent u ook verplicht om daarbij het vernieuwde brondocument te gebruiken.

5. Wie controleert straks?Als de inhoud van het brondocument apart wordt aangeboden, dan zal de inspectie daarop controleren. De scholen zijn dan ook verplicht om in hun Onderwijsregeling te verantwoorden op welke wijze ze vormgeven aan Leren, Loopbaan en Burgerschap. Het is hierbij niet verplicht om LLB op te nemen in het examenreglement. Maar, het mag wel.Als de school Leren, Loopbaan en Burgerschap verweeft met de kwalificatieprofielen dan zal KCE hierop toezicht houden. LLB zal dan deel uitmaken van de onderwijs- én examenregeling.

6. Hoe zit het met de talen?In het verbeterde brondocument worden geen uitspraken gedaan over de talen.In het brondocument worden geen aanvullende eisen gesteld voor talen. Scholen zijn vrij om, in overleg met de regio, aanvullende taaleisen te formuleren.Echter, diverse partijen zijn er niet gerust op dat er daadwerkelijk een aanvullend taalaanbod geformuleerd zal worden. Om die reden is de stuurgroep nu aan het nadenken over minimale taaleisen die, los van het brondocument LLB gesteld

23

Page 24: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

zouden kunnen worden voor doorstroming naar het HBO, maar ook doorstroming binnen het MBO.De adviezen zoals gesteld in het referentiedocument “Talen in de kwalficatieprofielen’ zullen hierbij gebruikt worden. Het procesmanagement is hierop een voorstel aan het ontwikkelen.

24

Page 25: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

7. Hoe zit het met rekenen?In het brondocument worden er geen uitspraken over het rekenonderwijs gedaan.De MBO Raad heeft een vraag voorgelegd aan het Freudenthal instituut i.s.m. de SLOA – instellingen om een voorstel te doen voor het ontwikkelen van een Referentiedocument Rekenen. Dit raamwerk moet aangeven aan welke rekenvaardigheden MBO leerlingen op een bepaald niveau minimaal moeten voldoen. De resultaten van dit onderzoek zijn pas halverwege 2007 bekend.

8. Hoe zit het met de voorbeeldmatige uitwerkingen?Oorspronkelijk hoorden bij het verbeterde brondocument ‘Voorbeeldmatige uitwerkingen”. In die uitwerkingen krijgen scholen suggesties voor de wijze waarop gewerkt kan worden aan de kerntaken en competenties in het brondocument. Op de website van het procesmanagement staat dat de voorbeeldmatige uitwerkingen niet gepubliceerd. Het argument is dat men bang is dat het de indruk zou kunnen wekken dat het verplicht is om op deze wijze te werken aan het brondocument. Dat is nl. niet het geval.Op de conferentie LLB in Woerden op 30 november a.s. zullen voorbeelden getoond worden. Dus probeer daar bij te zijn. Daar wordt waarschijnlijk ook wel bekend gemaakt wat het procesmanagement verder zal doen met de voorbeeldmatige uitwerkingen.

25

Page 26: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Verslag workshop “Burgerschap verankeren in de school”- Truus van Dalsem, docent Plusstroom en Tehatex afdeling Zorg en Welzijn

Drachten- Emely van der Werff, stagiaire NHL Culturele Maatschappelijke Vorming, afdeling

Economie Drachten, lid werkgroep Leren, levO en burgerschap- Annemarie van den Berg, identiteitsmedewerker ROC Friese Poort

Truus van Dalsem over de Plusstroom

Op de afdeling Zorg en Welzijn van de vestiging ROC Friese Poort Drachten kunnen leerlingen sinds drie jaar deelnemen aan de Plusstroom. De Plusstroom is een programma van cursussen, workshops en excursies op drie gebieden: Mens en Maatschappij, Religie en Geloof en Kunst en Cultuur. De leerlingen maken een verplichte keuze uit activiteiten. Ze verdienen daar punten mee. Alle docenten van de afdeling zijn benaderd om activiteiten te verzorgen. Er wordt een beroep gedaan op het netwerk van docenten in en buiten de school, en op (verborgen) talenten en interessen van docenten. Dit werkt zeer positief en stimulerend. Deelnemers kiezen hun activiteiten op basis van interesse. Er wordt gewerkt met gemengde groepen: deelnemers van verschillende niveaus, leerjaren en opleidingen nemen samen deel aan activiteiten. Ook ouders raken inmiddels geïnteresseerd in de Plusstroom: thuis komt er een gesprek op gang over de keuze die leerlingen maken en sommige ouders willen zelf deelnemen of een activiteit verzorgen. Een aantal voorbeelden van activiteiten:

Mens en maatschappij: EHBO, je eigen huishouden straks, alcohol en drugs, bureau HALT, redactie van je eigen schoolkrant, vakbond, de Wereldwinkel, dierenambulance, workshop cultuurverschillen, budgetteren, bezoek gemeentehuis en raadsvergadering, bezoek verzetsmuseum, gevangenis, Abe Lenstrastadion, AZC.Religie en geloof: cursussen met levOmodule als thema: adieu (over eindigheid), symbolen en rituelen, de appel valt (over je “roots”), cursus filosofie, deelname aan koor, bezoek aan boeddhistisch klooster en bonifatiuskapel, excursie Keulen incl.Dom, Reis naar Taizé, workshop Pasen, Karmelklooster, Kleurrijk wandelpad door Friesland. Kunst en cultuur: Cursussen digitale fotografie, kleicurus, meditatie, schaken, sieraden maken, tekenen en schilderen, excursies theater Lawei (achter de schermen), Groninger museum, kunstroute, theatervoorstelling, reis naar Berlijn, workshop Aboriginals, workshop cliniclowns, workshop kleur bekennen.

Omdat levO een uur heeft moeten inleveren voor de Plusstroom is de stroming Religie en geloof in het programma opgenomen. Verder wordt er nagedacht over de vraag of er voldoende tijd wordt besteed aan reflectie op de verschillende ervaringen die deelnemers in de Plusstroom opdoen. Nu is de Plusstroom nog niet verweven met de rest van de opleiding. Er wordt nagedacht over het idee om de reflectie niet alleen in de wandelgangen te laten plaatsvinden, maar een plek te geven in de studieloopbaanbegeleiding.

26

Page 27: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

De verbinding met de rest van de opleiding en de eventuele koppeling naar het beroep kunnen hierin worden meegenomen. Ook in de levOlessen kunnen deelnemers napraten over hun ervaringen.

Na dit gedeelte hebben deelnemers aan de workshop zelf een keuze gemaakt uit de diverse activiteiten van de Plusstroom. Een aantal mensen heeft de keuze toegelicht.

Emely van der Werff over de werkgroep Leren, levO en burgerschap in de vestiging Drachten

In september 2006 is de werkgroep Leren, levO en Burgerschap in de ROC Friese Poort vestiging Drachten van start gegaan. Er is een stuurgroep die bestaat uit managers en leden van de werkgroep, en er is een werkgroep met daarin vertegenwoordigers van alle afdelingen van de vestiging Drachten (docenten), aangevuld met Emely van der Werff, studente Culturele Maatschappelijke Vorming aan de NHL. De stuurgroep en werkgroep hebben eerst een projectplan vastgesteld waarin onder andere het tijdpad en de uitgangspunten zijn vastgelegd. Leden van de werkgroep hebben één dag per week de tijd om te werken aan het plan. Zij doen dit gezamenlijk op dezelfde dag in de week. Doel is dat de deelnemers in het schooljaar 2007-2008 van start kunnen met burgerschapsactiviteiten. De werkgroep heeft eerst gewerkt aan een visie. Dit is onder andere gebeurd met behulp van een schema “Bouwstenen voor burgerschap”van Henk Blenkers, deskundige van Windesheim. Centrale vragen waren: Wat zijn de waarden waarvoor wij als school voor willen staan? Wat moeten we doen op het gebied van burgerschap, welke regels zijn nodig? Wat zijn onze wensen en verlangens? En waaraan kunnen mensen onze visie op burgerschap herkennen? De uitkomsten hiervan zijn in een bijeenkomst met alle levO- en MCV-docenten besproken. Doel van de werkgroep is om niet alleen deze docenten, maar alle teams te betrekken bij de visievorming rond burgerschap. Zo alleen kan het gaan leven in de school. Laatste ontwikkeling is dat de werkgroep het plan heeft een voor een burgerschap-loket, centraal in de school. Zowel medewerkers als deelnemers kunnen bij dit loket terecht voor informatie over burgerschapsactiviteiten. Ook kunnen er ideeën en suggesties voor burgerschapsactiviteiten aangedragen worden, die beoordeeld zullen worden op geschiktheid en haalbaarheid. Deelnemers kunnen zich inschrijven voor allerlei activiteiten. Organisaties en stichtingen kunnen er informatie achterlaten.

Annemarie van den Berg over de visie op burgerschap Friese Poort breed

Stand van zaken Burgerschap FP-breed

- De bedoeling van het College van Bestuur is dat, in navolging van Drachten en Emmeloord ook in Leeuwarden en Sneek werkgroepen burgerschap gaan starten.

- ROC Friese Poort wil een aantal zaken met elkaar verbinden: burgerschap, de christelijke identiteit van de school, levO, de beroepscompetenties en de begeleiding van deelnemers.

- ROC Friese Poort streeft ernaar dat bestaande succesvolle activiteiten met leerlingen op het gebied van burgerschap (politiek, sociaal, cultureel, normatief, organisatorisch, levensbeschouwelijk) een plek kunnen blijven houden in het toekomstige programma.

- Het CvB wacht de visie van de werkgroepen/docenten in de vestigingen af om zo tot een gezamenlijke visie Friese Poort-breed te komen. Uitgangspunten zijn

27

Page 28: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

voorlopig de identiteitsnotitie van ROC Friese Poort en kaderdocument “Het leven leren”.

28

Page 29: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Bouwstenen voor visie op burgerschap

Op de levOdagen vorig jaar, en op 28 september jl. zijn we met een aantal levO en MCV-docenten bezig geweest met het vormen van een visie op burgerschap, begeleid door Henk Blenkers, deskundige van Windesheim. Op een landelijke conferentie vorig jaar bleek dat een aantal Mbo-scholen al aan het experimenteren is met burgerschapsactiviteiten, maar het ontbreekt aan een onderliggende basisvisie. Dat resulteert erin dat burgerschapsactiviteiten niet gefundeerd zijn in-, en niet verbonden zijn met andere onderdelen in de opleiding en begeleiding van deelnemers.

Het brondocument “leren, loopbaan en burgerschap” geeft een handvat voor het vormgeven van burgerschap in de school. Scholen krijgen de vrijheid en de opdracht op hun eigen manier aan de competenties rond leren, loopbaan en burgerschap te werken met leerlingen en moeten dit ook verantwoorden. Daarvoor is een visie nodig. Scholen kunnen kiezen voor een minimale aanpak, maar kunnen ook burgerschap breed in de school(organisatie) zetten. ROC Friese Poort wil streven naar het laatste.

Uit de bijeenkomst van 28 september bleek dat de docenten van Friese Poort die daar waren een eigen geluid wilden laten horen als het gaat om burgerschap. Ook vanuit de christelijke identiteit ziet Friese Poort het als een uitdaging om meer te doen dan het gewone, het minimale. Begeleiding van deelnemers, (levensbeschouwelijke) reflectie op burgerschapsactiviteiten, en inbedding in de gehele organisatie zijn daarbij kernwoorden.

ROC Friese Poort heeft zijn visie op burgerschap nog niet definitief geformuleerd. Het is een opdracht aan de vestigingen, de werkvloer, om hierin mee te denken. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van deelnemers, maar ook om de organisatie als geheel. Als je een eenheid wilt vormen, laat je de dingen die je deelnemers wilt bijbrengen (bepaalde kernwaarden, een mate van gemeenschap, democratie, enz….) ook zien in je eigen schoolorganisatie!

Voor meer informatie en vragen over deze workshop: [email protected]

29

Page 30: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Burgerzin op School

Burgerschap vraagt om een specifieke inkleuring van de pedagogische taakstelling van scholen en heeft gevolgen voor een opleiding: voor de structuur, cultuur en opvattingen over professionaliteit. Ik spreek over een pedagogische taakstelling, omdat de Minister van OCW opdracht heeft gegeven aan alle scholen om met ingang van dit cursusjaar burgerschap te realiseren. Maar wellicht nog veel meer –en mijn voorkeur- heb ik het over een pedagogisch-didactische gedrevenheid vanuit eigen motivatiebronnen om kinderen en jongeren te begeleiden, op te voeden, te vormen…bij het opgroeien als ‘burger’. De kernvraag is of een ROC de vórmingstaak van jonge mensen kan en wil opnemen.

Hier volgt een basisvisie op burgerschap en een schema waarin een aantal elementen worden genoemd die het ‘containerbegrip burgerschap wat inkaderen Het schema gaat uit van een leerling die leert in de spanning tussen ‘eenheid’ en ‘diversiteit’. Die spanning is treffend weergegeven door Mahatma Gandhi met de uitspraak: ‘the abilty to reach unity in diversity will be the beauty and the test of our civilization’:

Eenheid en DiversiteitEen internationale ontwikkelgroep heeft in de zomer van 2006 een rapport uitgegeven met de naam ‘Democracy and Diversity. Het gaat er volgens de ontwikkelgroep allereerst om dat de leerling leert om actief bij te dragen aan ‘eenheid’ in de gemeenschappen, (actieve)

samenlevingen waarin geleefd wordt. Het leren opgaan met diversiteit is de tweede poot van deze benaderingswijze van burgerschap. Het gaat niet alleen om de toename van diversiteit, op alle niveaus, maar ook om de toename van de herkenning van diversiteit. Niet alleen in de samenleving, maar ook in onszelf: hoe gaan we om met meervoudige perspectieven, met multiple identities, etc.Het rapport komt tot een 4-tal principes en geeft aan wat de hoofddoelen zijn van burgerschapsonderwijs:

PrincipesDeel 1: diversiteit, een(drachtig)heid, totale onderlinge verbondenheid en mensenrechten

1. Leerlingen leren over de complexe relatie tussen een(drachtig)heid en diversiteit in hun lokale gemeenschappen, het land en de wereld.

2. Leerlingen leren over de manieren waarop mensen in hun gemeenschappen, regio en land groeiend onderling afhankelijk zijn van mensen op aarde en verbonden zijn met economische, politieke, culturele, technologische en milieugerelateerde veranderingen op deze aarde.

3. Het onderwijs in mensenrechten ondersteunt en draagt burgerschapsonderwijs in multiculturele samenlevingen.

Deel 2: Ervaringen en participatie4. Leerlingen hebben kennis over democratie en democratische instellingen en

krijgen mogelijkheden om democratie (uit) te oefenen, te gebruiken.

ConceptenNaast de 4 principes spreekt het rapport Democracy and Diversity over 9 concepten. Die concepten geven aan welke bewegingen en aspecten van belang zijn bij het

30

Page 31: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

doordenken van een onderwijsvisie en/of het ontwikkelen van een curriculum waarin burgerschapseducatie is opgenomen.De concepten zijn: democratie, diversiteit, globalisering, duurzame ontwikkeling; landen, imperialisme en macht; migratie, identiteit / diversiteit; meervoudige perspectieven; patriotisme en wereldburgerschap.Een met burgerschap verrijkt curriculum kan onderwijsinhouden en – activiteiten relateren aan deze 9 concepten.

Schema

Leerling

cultu

reel

sociaal

economisch

politiek

DiversiteitEenheid

Privé/gezin(nen)

School

Wijk/plaats

Regio/nationaal

Europees’

Levensbeschouwelijke en/of Ethische basis: o.a. mensenrechten

Globale horizon en ‘dromen en idealen’

burgerschapsvelden

Participatie en ervaring

verbondenheid

De samenlevingen (soms netwerken): van gezin en school, via het lokale en het nationale naar het Europese. En de verbondenheid tussen die samenlevingen roept direct vragen op naar de betekenis daarvan voor de professionaliteit van leraren. En dat geldt ook voor de participatie, voor het opdoen van ervaringen. Burgerschap kent in de theorie 4 aandachtsvelden: sociaal, economisch, cultureel en politiek.En de levensbeschouwing is in mijn optiek geen variant of aspect van het culturele, maar kleurt de wijze in waarop je naar deze velden kijkt. Wellicht is het een oefening voor jezelf om die 9 concepten eens te positioneren bij die 4 aandachtsvelden. Om het maar direct spannend te maken: het maakt wel wat uit of je migratie plaatst bij politiek of economisch…Het werkwoord ‘verbinden’ is het zusje van ‘eenheid’. Verbinden heeft gevolgen voor de kennis en vaardigheden van leerlingen en leraren. De didactiek kan zich richten op het analyseren en begeleiden van verschillen, maar kan ook oog hebben voor het stimuleren en verbinden van dat wat eenheid bevordert: voor de leerling en voor de groep.Er is gekozen om de globale context, of de droom van wereldburgerschap bij de dromen en idealen te plaatsen. Zónder wervend perspectief, zonder een ideaal op het samenleven van mensen bestaat er geen burgerschap!De vloer reikt een ethische basis aan: de mensenrechten en/of de rechten van het kind zijn wel het minimale. De instellingen aangesloten bij de Federatie christelijk BVE kunnen we dit verrijken met het herbronnen vanuit de bijbel en de tradities.

31

Page 32: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Trugkieke, Een Zeeuwse terugblik op de workshop die we gaven op 23 november j.l. tijdens de conferentie Leren, loopbaan en Burgerschap in Ede.

Met een groep belangstellenden vanuit verschillende onderwijsachtergronden hebben we ervaringen gedeeld vanuit onze experimenten met een eerste basisjaar Sociaal Agogisch Werk volgens de nieuwe kwalificatiestructuur. Ook hebben we goede voornemens genoemd. De dingen waar we nog mee aan de slag willen.Aan de hand van een Powerpointpresentatie toegelicht waarom we hebben gekozen voor een basisfase SAW-breed. Hierover met elkaar van gedachten gewisseld.

Ervaringen met Leren en Burgerschap. Thema’s die een zinvolle discussie opleverden waren:

Leren en loopbaan, het portfolio als begeleidingsinstrument. De taken en rollen van de coach, begeleidingstijd enz.

Maatschappelijke stage, hoe organiseer je die efficiënt voor alle betrokkenen? De door ons cluster gehouden interviews in de werkvelden om te komen tot

‘Instellingsportretten’ . Een manier van verbinding maken met het regionale werkveld om specifieke hulpvragen op te sporen m.b.t. het verzamelen van kritische beroepssituaties, de scholing van deelnemers m.b.t. regionale werkveldwensen.Een manier van verbinding maken met het werkveld met een aantal prettige bijwerkingen. (oprechte aandacht voor het werkveld,visie-uitwisseling, BPV-mogelijkheden enz.)

Classroom of Difference , een peergroup-training in burgerschap o.a. gericht op anti-discriminatie.

Vrije Ruimte invulling met workshops gericht op Burgerschap, Doekoe, Prettig geregeld. (Vrije Ruimte catalogus was ter inzage)

Goede voornemens met het oog op Leren en BurgerschapThema’s die we hebben besproken:

Wat kunnen deelnemers binnen de maatschappij doen? Overleg met Instellingen over buddyschap.

Zijn er mogelijkheden om te komen tot extra-curriculaire opleidingen m.b.t. levensbeschouwelijke onderdelen. Bijvoorbeeld: OA-opleiding, SMD, SCW, MMZ, PW?

Jammer, de tijd vloog voorbij. De workshopdeelnemers waren nieuwsgierig naar het ‘hoe’ en ‘waarom’ achter de dingen en vooral het ‘op welke manier ‘We kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat het een workshop was van geven en krijgen. Veel geleerd over en van elkaar.

Met plezier bijgedragen aan de workshop Leren en Burgerschap, chr. Besturenraad Bve

Met vriendelijke groet, Dineke Schroevers en Anneke Nonnekes.Goes, 7 december 2006

32

Page 33: Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap is op 1 ...federatiechristelijkmbo.nl/wp-content/uploads/2011/02/Ve…  · Web viewIedere instelling kan zelf een uitwerking aan het

Colofon

RedactieMarianne Beelaerts

Inhoudsopgave

Vormgeving omslagOntwerpwerk

Mei 2007

33