Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale...

52
2016 | 4 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF 40 jaar bibliotheekautomatisering Interview met Sylvie Dhaene Het bibliotheekrapport: een generale repetitie Waar vind ik anderstalige boeken? AANPASSINGEN MET EEN KLEIN BUDGET HET BIBLIOTHEEKGEBOUW GEËVALUEERD EN GEËVOLUEERD Periodiciteit: Maandelijks • mei 2016 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070

Transcript of Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale...

Page 1: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

2016 | 4

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

40 jaar bibliotheekautomatiseringInterview met Sylvie DhaeneHet bibliotheekrapport: een generale repetitieWaar vind ik anderstalige boeken?

AAnpAssingen met een klein budget

Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

mei

20

16 •

Afg

ifte

kan

too

r: T

urn

ho

ut

• E

rken

nin

gsn

um

mer

: P8

020

70

Page 2: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 3: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 1

BijsluiterVERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Bram Baert, Klaartje Brits, Paul Buschmann,

Gerd De Coster, Noël Geirnaert, An Labis,

Myriam Lemmens, Kris Michielsen,

Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,

Peter Rogiest, Eva Simon, Patrick Vanhoucke,

Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Patrick Vanouplines, voorzitter VVBAD

Een editoriaal is een beetje als een bijsluiter: best aandachtig te lezen voordat je het product begint te gebruiken. Een bijslui-ter, zo ook dit editoriale stukje, beschrijft de heilzame werking en de dosering. Daarnaast zijn er allerlei waarschuwingen. Er

is gewoonlijk ook de lijst met bijwerkingen. Tot slot is er een beschrijving van de bewaaromstandigheden, maar die moeten we bij META niet toevoegen voor lezers uit onze sector. De houdbaarheid van het product is uiteraard erg lang. De meeste bijsluiters zullen vollediger zijn dan wat er in dit editoriaal staat, maar in META staat de volledige inhoudsopgave twee pagina’s verder.

De heilzame werking van META staat buiten kijf. Te consumeren in gevallen van zowel acute als chronische nood aan informatie over ons vakgebied. Het essay over het bibliotheekrapport van Het Nieuwsblad geeft steun aan bibliotheca-rissen bij de interpretatie van het door de krant gepubliceerde cijfer voor hun openbare bibliotheek. In de nieuwsrubriek staan nog meer cijfers, zoals een bloemlezing uit Okapi, met een belichting van enkele kerncijfers voor biblio-theken van Vlaamse hogeschool- en universiteitsbibliotheken. Simha Chardon beschrijft dat er ook voor bibliotheken met een beperkter budget mogelijk heden zijn: je kan in zo’n geval opteren voor een constante verandering. Daarmee slaag je er trouwens in om korter op de bal te spelen. Dat is ongetwijfeld een bijzon-der heilzame boodschap.

Bruno Vermeeren waarschuwt: “in cijfers lees je niet alles”, naar aanleiding van het bibliotheekrapport van Het Nieuwsblad. Er is door de krant geen exacte wetenschap bedreven. De journalisten vonden het wellicht een leuke oefening, maar je moet het als bibliothecaris nu aan het bestuur of de beheerraad uitge-legd krijgen dat een vijf op tien niet “met de hakken over de sloot” betekent, maar een gemiddelde score is, waarvoor we eerder een zeven of een acht op tien verwachten. Tel bij alle scores die de krant publiceerde twee of drie bij en er is geen enkele openbare bibliotheek gebuisd. Het artikel ‘Het bibliotheek-gebouw geëvalueerd en geëvolueerd’ geeft aan dat het steeds moeilijker wordt om de goede bibliotheekwerking in cijfers te vatten: het gaat niet alleen meer om objectief meetbare uitleencijfers en veranderende oppervlakten. In tegen-deel, het gaat tegenwoordig meer over hoe soepel je de bibliotheekruimte en de dienstverlening kan aanpassen aan de evoluerende noden van de gebruikers.

Het lezen van deze weerom boeiende META heeft positieve en negatieve bij-werkingen. Zo kan het zijn dat de lezer een drang voelt om zelf met cijfers aan de slag te gaan. Het kan ook zijn dat een bibliothecaris zich aangespoord voelt om toch maar die kleine, continue veranderingen in de bibliotheekruimten door te voeren in plaats van dat grote renovatiewerk of die bouwplannen te starten. Nog een bijwerking is mogelijk de drang om eindelijk dat ene boek, die ene tekst over archiefwerk of bibliotheekwerk te lezen. Welke ook de bijwerkingen zijn, wij vragen onze lezers hierover te rapporteren. Dat mag als een bericht dat in de nieuwsbrief past of in de vorm van een tekst die we kunnen publiceren in een volgende META.

editoriaal

Page 4: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Meta 2016/4Jaargang 92 - mei 2016

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalBijsluiter

4 Nieuws

21 InzetCarine Goossens

22 EtalageDe Openbare Bibliotheek van TongerenAn Lysens

24 SignalementAlgemene Ledenvergadering 2016

31 De vraagWaar vind ik anderstalige boeken?Patrizia Civetta

32 Over de schuttingCreatief Schrijven: wegwijs in het schrijflandschapAnneleen Winten en Barbara Delft

34 TrendNaar een superdivers bibliotheekaanbod:de aanpak van de Brusselse bibliothekenEls Patoor en Stijn Callewaert

35 Het plan

36 UitgepaktHTTPS: bescherm je bezoekersPieter De Praetere

37 ColumnCrisiscommunicatieNoël Geirnaert

37 Citaat

“ UIT DEZE ERVARING HEB Ik WEL GELEERD DAT INCIDENTEN, HOE BANAAL ZE OOk MOGEN ZIJN VOOR WIE ZE ZELf MEEMAAkT, VOOR BUITENSTAANDERS SOMS ZEER SPECTACULAIR kUNNEN OVERkOMEN.”

43 KroniekSchaalvergroting door samenwerking in de erfgoedsector

44 Personalia

45 Lezersreactie

46 Toepassing

47 Zo gelezenBjörn Hinderyckx

48 Uitzicht

2 | META 2016 | 4

inhoud

Page 5: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

16

Hoe kan het bibliotheekwezen een vitale en florerende functie behouden in een maatschappij die snel evolueert en gebukt gaat onder economische besparingen? Het is perfect mogelijk om betekenisvolle aanpassingen aan te brengen voor een relatief klein budget in vergelijking met een volledige renovatie of nieuwbouw. Meerdere technieken zijn mogelijk. Een bibliotheek kan een diepgaand onderzoek laten uitvoeren aan de hand van de ‘post occupancy evaluation’ (POE), een systeem dat een gebouw systematisch evalueert aan de hand van o.m. uitgebreide vragenlijsten en focusgroepen, na de bouw en nadat het een paar jaar in gebruik is genomen.

INTERVIEW

Sylvie Dhaene

Het bibliotheekgebouwgeëvalueerd en geëvolueerd

Simha Chardon

Vubis: 40 Jaarbibliotheekautomatisering

Stefaan Renard en Patrick Vanouplines

Essay: Het bibliotheekrapport:een generale repetitie

Bruno Vermeeren

10

26

38

ARTIKELS

“ HET WAS TIJD OM UIT DE COCON VAN DE MUSEA TE STAPPEN EN VOOR EEN SOCIAAL THEMA TE GAAN.”

inhoud

10

24

Page 6: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Het btw-actieplan van de Europese Commissie

In een persmededeling van 7 april 2016 lezen we in de titel “Btw-actieplan: Commissie stelt maatregelen voor om btw in EU te moderniseren”. Is er dan eindelijk nieuwe hoop dat elektroni-sche literatuur en informatiebron-nen het verlaagde btw-tarief krijgen? Misschien, maar er valt nog wel wat te gebeuren en er zijn nog onzeker-heden. En vooral, er gaat nog wat tijd over gaan.

Door de oude Europese btw-regelge-ving is het zo dat op gedrukte litera-tuur en informatiebronnen het ver-laagde btw-tarief wordt geheven, maar in die regelgeving werd nog geen reke-ning gehouden met de elektronische vorm. Daardoor wordt binnen Europa het hogere standaardtarief geheven op de elektronische vorm van literatuur en informatiebronnen. In België bestaat, in overeenstemming met de Europese btw-regelgeving, een standaard tarief van 21 procent, een verlaagd btw-tarief van 6 procent en een nultarief. Op basis van de huidige, verouderde Europese btw-regelgeving wordt tot nu toe 6 procent btw geheven op gedrukte literatuur en informatiebronnen, 21 procent op de elektronische tegen-hanger (met dezelfde inhoud) en zelfs nul procent op gedrukte periodiek ver-schijnende publicaties zoals kranten en weekbladen. In de andere EU-landen bestaan eveneens drie niveaus van btw-tarieven, maar die verschillen van land tot land.

HET BTw-ACTIEPLANHet nieuwe btw-actieplan van de Europese Commissie is hoopgevend. Eerder meldde ik al dat de overgang naar het verlaagde btw-tarief niet los kon gezien worden van andere belangen. Er zouden zelfs belangen uit de landbouwsector meespelen. Maar nu wordt de modernisering van de Europese btw-regelgeving in een adem genoemd met fraudebestrijding en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat lijkt mij in elk geval een goede koppe-ling die voor andere sectoren de btw-pil gemakkelijker te slikken maakt.

Het gevaar bestaat dat harmoniseren kan betekenen dat we binnen Europa het verlaagde btw-tarief voor gedrukte

literatuur in informatiebronnen verlie-zen. Gelukkig lijkt het de bedoeling te zijn om te harmoniseren naar het verlaagde tarief. Dat betekent minder inkomsten voor de EU-lidstaten. Dit was voor vele landen een groot strui-kelblok. De persmededeling spreekt geruststellend: “De “btw-kloof”, het verschil tussen de verwachte btw-inkomsten en de daadwerkelijk geïnde btw, bedroeg in 2013 bijna 170 miljard euro in de lidstaten. Alleen al de grens-overschrijdende fraude is jaarlijks naar schatting goed voor een verlies aan btw-inkomsten in de Europese Unie van ongeveer 50 miljard euro.” Als de lidstaten hun best doen zouden btw-verlagingen, in het ruimere kader beke-ken, zelfs winst opleveren. Dat noem ik een mooi plan dat het geheel aan-vaardbaar moet maken.

Die aanvaardbaarheid is van belang. De EU-regelgeving moet door de lid-staten in nationale wetgeving omge-zet worden. Indien het gaat om een ‘dure’ maatregel, dan zal België onge-twijfeld uitstelgedrag vertonen. Als de EU-lidstaten echter het verlies aan btw-inkomsten kunnen goedmaken, dan is de situatie anders en dan kan het zijn dat de EU-lidstaten staan te popelen om de ganse btw-hervorming met gezwinde spoed te implemente-ren.

LIjSTENMomenteel kunnen EU-lidstaten voor bepaalde goederen en diensten een verlaagd of een nultarief toepassen, maar alleen als die goederen en dien-sten op de EU-lijst staan. Zo staan momenteel op die EU-lijst wel de gedrukte literatuur en informatiebron-nen, maar niet de elektronische vorm daarvan. De EU-Commissie stelt in haar rapport twee opties voor om mee te werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de eerste optie wordt een lijst van goederen en diensten opge-steld die in aanmerking komen voor het verlaagde en het nultarief. Die lijst zou dan regelmatig herzien worden. Dat betekent een grote flexibiliteit ten opzichte van de huidige situatie. Met de tweede optie zou er geen lijst meer zijn van goederen en diensten die in aanmerking komen voor een verlaagd btw-tarief. Dat geeft de lidstaten een

grote vrijheid. frankrijk zou dan kun-nen opteren voor een verlaagd tarief op de elektronische vorm van literatuur en informatiebronnen, terwijl België het verlaagde tarief enkel zou toe-passen op elektronische boeken. Dat kan tot lastige situaties leiden binnen Europa. De EU-Commissie waarschuwt daar dan ook voor: er moeten waar-borgen komen om fraude en oneer-lijke belastingconcurrentie op de een-gemaakte markt te voorkomen. Op die manier zal er toch enige harmonisering komen tussen de EU-lidstaten, volgens mij ook wat betreft literatuur en infor-matiebronnen.

In de persmededeling wordt niet gesproken over boeken, literatuur en informatiebronnen. Bestaat het gevaar dat deze ‘goederen en diensten’ over het hoofd worden gezien? Neen, maar om dat te weten te komen moet men dieper graven in de documenten: het gaat duidelijk over meer dan boeken alleen.

TIMINgWe lezen dat er nog dit jaar een voor-stel komt voor het weghalen van btw-obstakels, ook aangaande e-publi-caties (inderdaad, weer de meer uitgebreide term, dus niet alleen boe-ken). In 2017 komt er een hervorming van de btw-tarieven.

Pas daarna kan men in België aan het werk. Noteer dat btw een nationale aangelegenheid is (bevoegdheid van de minister van financiën). Afhankelijk van de eerder vernoemde twee opties gaat België misschien eerst beslis-sen welke goederen en diensten in het Belgische lijstje moeten komen. Dat kan een vertragingsmaneuver zijn om zo lang mogelijk zo veel mogelijk inkomsten te halen uit het hoge stan-daard btw-tarief. Veel hangt af van de verplichtingen die Europa oplegt aan de lidstaten. Misschien is het nog het beste dat Europa de lidstaten dwingt de btw-hervorming als een pakket te behandelen: in haar geheel te imple-menteren. Anders zouden sommige landen stappen kunnen ondernemen die de btw-fraude tegengaan (dat betekent onmiddellijk winst voor die landen) en toch voorlopig het hoge standaard btw-tarief onaangeroerd

4 | META 2016 | 4

nieuws

Page 7: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Dit is het aantal beschrijvingen van archiefstukken bewaard in Belgische archieven die u op dit ogenblik kan raadplegen in het Europese portaal Archives Portal Europe (https://www.archives-portaleurope.net/). Deze zijn terug te vinden in 22.764 toegangen en betreffen 22.311.616 gedigitali-seerde pagina’s. Dit betekent con-creet dat België op een totaal aan-tal van 455.812 archieftoegangen 5% vertegenwoordigd, of 3% indien we het aantal bestanddeelbeschrij-vingen in rekening brengen. Deze cijfers ogen op het eerste zicht misschien bescheiden, maar niets in minder waar. In APE zijn 37 lan-den (+ Europa) vertegenwoordigd. Dit betekent dat België, met een gemiddelde van 11.995 gepubli-ceerde toegangen per land, bijna twee keer zo goed scoort.

7.173.532

laten (dat betekent nog even winst, maar het is uiteraard uitstel van exe-cutie). We gaan in België dus ten vroegste in 2018 resultaat zien van de nieuwe EU btw-regelgeving. Wellicht wordt het pas 2019, zelfs als België van goede wil is, want zo’n btw-her-vorming kost tijd (de wetgeving moet aangepast worden en die wetgeving moet dan nog eens in de praktijk wor-den omgezet).

ONZE INSPANNINgENVanuit de VVBAD (en vroeger ook van-uit het VOWB) zijn er heel wat inspan-ningen geweest tot nu toe. Wat wij als kanongeschut lanceerden kwam waar-schijnlijk bij de EU-instellingen over als speldenprikken. Maar ook vele spel-denprikken zijn behoorlijk lastig. We werkten in op onze Belgische minis-ters (die daardoor misschien even op een cruciaal Europees moment hun mond hielden, of juist spraken). We lieten vragen stellen in het Europees Parlement (dat geplaagd door deze speldenprikken misschien wat sneller handelde, of juist niet).

Vanaf nu moeten we de Europese werkzaamheden nog nauwlettender opvolgen. De VVBAD en haar leden moeten ingaan op consultaties, als die er moesten komen. We moeten tevens binnen Europa vragen lance-ren, als dat nodig is. We moeten kij-ken naar acties die gezamenlijk met andere Europese bibliotheekvereni-gingen kunnen ondernomen worden. Eens de nieuwe EU btw-regelgeving er is moeten we ons werkterrein ver-leggen naar België: de minister moet aangespoord worden om een vlugge omzetting van de EU-regelgeving naar Belgische wetgeving snel en correct uit te voeren.

We moeten alert blijven, actie voeren waar nodig en werk leveren wanneer dat vereist is. De VVBAD doet dat met plezier. Wordt vervolgd!

Patrick Vanouplines

infosessies over eengemaakt Bibliotheeksysteem In mei 2015 wees een interbestuurlijke studie de haalbaarheid van één bibliotheek-systeem voor de openbare bibliotheken in heel Vlaanderen uit. Sindsdien werkt Cultuurconnect samen met de provincies, de Vlaamse gemeenschapscommissie (voor Brussel) en bibliotheken aan een lastenboek voor dit ‘Eengemaakt BibliotheekSysteem’ voor Vlaanderen. Innemen, uitlenen, reserveren, ... stabiele processen die dagelijks in de bibliotheek gebeuren, in één bibliotheeksysteem onderbrengen, dàt is de uitda-ging. Daarop is er een projectstructuur opgezet met een technisch projectteam, een juridisch team, en een stuur- en stakeholdersgroep. De groepen zijn divers samen-gesteld met vertegenwoordigers van kleine en grotere bibliotheken, en ze zijn al dan niet opgenomen in een PBS, of ambities hebben voor een regiobibliotheek.

Najaar 2015 begon het projectteam met het analyseren van de werkprocessen van de bibliotheek. De verschillende transacties zoals leden inschrijven, collectie verwerken, uitlenen, … werden in een DEMO-model ondergebracht. Zonder in te gaan op hoe een bepaalde transactie in het ene of het andere bibliotheeksysteem gebeurt, beschrijft de blauwdruk wat er gebeurt, wie het proces in gang zet, en welke informatie daar-bij nodig is. Het model werd in de loop van januari en februari 2016 tijdens een 14-tal werkbezoeken met bibliotheken verder op punt gezet, en bij elke transactie kwam er meer en meer duidelijkheid over welke functionaliteiten bibliotheken wensen, welke werkprocessen minder complex zouden moeten kunnen, en welke koppelingen van belang zijn.

Een tiental leveranciers van bibliotheeksystemen kwam begin 2016 tijdens een ‘Request for information’ meer toelichting geven over hun kandidatuur aan het projectteam en het juridische team.

Na de paasvakantie schreven zich in totaal 130 mensen in om tijdens een workshop nog verder op de functies en koppelingen in te gaan. De workshops vonden 5 keer plaats, in bibliotheken over heel Vlaanderen.

De resultaten van de workshops leggen we binnenkort tijdens zes infosessies voor, dat is er één per provincie en één in Brussel. De bedoeling is de sector grondig te informeren over de voor-bereidingen voor het Eengemaakt BibliotheekSysteem: de stand van zaken, de aanbestedingsprocedure, de opzet en historiek van het EBS. We maken ook tijd om de voorlopige con-clusies uit de gesprekken met leveran-ciers/de werkbezoeken/de workshops voor te leggen, en we lichten de plan-ning toe. Er is tijd om vragen te stel-len en bezorgdheden te uiten. Data en locaties van de infosessies: • 17 mei (PAC Het Zuid, auditorium De

Schelde)• 19 mei (Provinciehuis Limburg)• 26 mei (Huis van de Sport Antwer-

pen)• 27 mei (Provinciehuis West-Vlaan-

deren)• 3 juni (Cultuurconnect Brussel)• 6 juni (Provinciehuis Vlaams-Brabant)

Inschrijven voor de infosessies kan op de website van Cultuurconnect: http://www.cultuurconnect.be/diensten/eengemaakt-bibliotheeksysteem/ebs-workshops-en-infosessies

Klaar Leroy

META 2016 | 4 | 5

nieuws

Page 8: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Steeds meer bibliotheken verbreden hun educatieve werking en willen collega’s en inwoners mediawijzer maken. En als we eerlijk zijn is dit al eeuwenlang ingebakken in de kern-opdracht van bibliotheken. Maar de digitalisering van onze samenleving zorgt hier voor een nieuwe bijkomende dimensie en de behoefte om de mediawijze competenties aan te scher-pen, ook bij bibliotheekmedewerkers. Dit is wat Mediacoach kan aanbieden: stevige bagage om de visie en het beleid van jouw bibliotheek, stad of gemeente op vlak van mediawijs-heid concreet en daadkrachtig te maken.

Mediacoach is een opleiding voor professionals die werken met kinderen, jongeren of volwassenen en die mediawijs-heid willen integreren in hun eigen praktijk en organisatie. De opleiding mikt op een evenwichtige mix tussen theorie en praktijk en bestaat uit inhoudelijke sessies en contact-momenten, een online traject en het realiseren van een pro-ject rond mediawijsheid. De eerste sessies zoomen in op het begrip mediawijsheid en het mediagebruik bij diverse doel-groepen. Daarna volgen vijf themasessies waaraan actieve keuzeworkshops zijn gekoppeld: media, relaties en samenle-ving; mediaproductie; media en privacy; nieuwsmedia, infor-matie en reclamewijsheid; media, spel en coderen.

De hele opleiding wordt geschraagd door een online module mediacoach.mediawijs.be waarin theorie op interactieve manier wordt aangeboden. Tijdens de contactmomenten gaan we verder aan de slag met de aangereikte leerstof.

NIET ALLEEN DENKEN, VOOrAL DOEN!Centraal in de opleiding staat het uitwerken en realiseren van een project in je lokale context. Ieder project krijgt een indi-viduele coach en er zijn ook sessies die specifiek inzoomen op hoe je zo’n mediawijs project van A tot Z kunt vormgeven. Op www.mediawijs.be zijn een aantal projecten beschreven. Zo werkten heel wat mediacoaches lespakketten en educa-tieve trajecten rond mediawijsheid uit voor scholen. Andere collega’s zetten in op interne opleidingen en kennisdeling voor personeel van bibliotheek en andere gemeentediensten. Sommige collega’s starten met een werkgroep rond media-wijsheid en willen een organisatiebreed mediawijs beleid met aandacht voor infrastructuur, soft- en hardware, het ontwik-kelen van nieuwe educatieve methodieken, verbreding

> alle praktische informatie vind je op www.mediacoach.be. inschrijven kan

nog tot eind mei.

Hannes Vanhaverbeke en Laure Van Hoecke

Mediacoaches in de bib, 4e editie in september 2016

BRENG UW ARCHIEF TOT LEVENAXIELL ALM is de leidinggevende leverancier van collectie management systemen, online-publicatie en mobiele-oplossingen. Eén van Axiell’s producten is Adlib Archief: een professioneel software pakket voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven.

Adlib Archief voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden behoren tot de standaard functionaliteit. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst!

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van kleine (privé)collecties tot nationale archieven.

nieuws

Page 9: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

3,98Hogescholen

Universiteiten

Uitleningen1 miljoen

Leenfrequentie (per capita)

5,23

5000Hogescholen

40.000Universiteiten

IBL inkomende

vragen

45.000

Niet-seriële publicaties (boeken)

5 miljoen

96.000 Hogescholen

4.904.000 Universiteiten

240.000

26.500 Hogescholen

213.500 Universiteiten

Seriële publicaties (periodieken)

Universiteiten

35 Hogescholen

52

6,56Hogescholen

8,90Universiteiten

Openingsurenper week

40

Zitplaatsen (per 100 capita)

7,53

De voorbije weken verwerkte het VVBAD-secretariaat de kerncijfers voor 2014 van zestien Vlaamse hoge-scholen en vijf universiteiten.

Het inzamelen van de gegevens gebeurde onder de noemers Okapi (voor de associatie kU Leuven) en Okapi2 (voor de overige instellin-gen). Het Overleg Wetenschappelijke Bibliotheken (OWB), een nieuwe pro-jectgroep van de VVBAD, is verant-woordelijk voor de verwerking van de data. Deze worden momenteel aan een laatste controle onderworpen, maar we geven u hier toch al graag een kleine preview. Aangezien niet alle instellingen alle gevraagde infor-matie aanleverden, zijn de cijfers een onderschatting.

De data-inzameling gebeurt jaarlijks. De gegevens voor 2015 worden nu opgevraagd. (BV)

500Bibliotheek-

medewerkers190.000

180Hogescholen

320Universiteiten

Gebruikers

110000Hogescholen

80000Universiteiten

een, twee, drie … okapi!

440.000 Hogescholen

560.000 Universiteiten

6,98

Hogeschool- en universiteitsbibliotheken in cijfers gevat

META 2016 | 4 | 7

nieuws

Page 10: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

rechtzetting

In META 2016/2 stond in de titel van Het

Plan (p. 35) verkeerdelijk Museum voor

‘Moderne’ kunsten. De digitaliserings-

plannen waar er in de rubriek werd over

gesproken hebben echter betrekking

op het Museum voor Schone kunsten

in Brussel.

Bibliotheek ieper meest gastvrije bibliotheek

Vluchtelingenwerk Vlaanderen ging samen met haar partners op zoek naar gastvrije initiatieven voor asielzoekers en vluchtelingen in Vlaanderen en Brussel. Ze klokten het aantal deelnemers af op het historische record van 353 initiatieven. De initiatieven die ze verzamelden zijn veelkleurig en divers: samen koken met vluchtelingen, een vluchtelingenworkshop in de bib, wafels bakken met een jeugd-vereniging, huiswerkbegeleiding aan vluchtelingenkinderen, hulp bij het zoeken van huisvesting, … kortom alles waarmee asielzoekers en vluchtelingen gastvrij ver-welkomd worden in een gemeente.

Op de Gastvrije Awardshow op 14 april werd bekend gemaakt welke winnaars een Gastvrije Award en 1000 euro in de wacht sleepten. Met haar project ‘Aan tafel in de bib, Scholieren op de babbel’ sleepte de openbare bibliotheek van Ieper de titel Gastvrije Bibliotheek in de wacht!

Via Aan tafel in de bib! biedt de biblio-theek van Ieper de mogelijkheid aan om in klasverband met studenten Nederlands, veelal vluchtelingen, in gesprek te gaan. Twee anderstaligen zitten aan tafel met twee scholieren die via al dan niet gerichte vragen tot een boeiend en leer-rijk gesprek komen. Terwijl de vluchtelin-gen hun Nederlands oefenen, komen de leerlingen in contact met een grote ver-scheidenheid aan culturen, ervaringen en ideeën.

> Bron: Vluchtelingenwerk Vlaanderen

Brussel archiveert op Beursplein achtergelaten getuigenissen

De stad Brussel stuurde vrijdag 25 maart een archivaris naar het Beursplein om een eerste ophaling te doen van de talrijke tekeningen, berichten en objecten die er achtergelaten werden naar aanleiding van de aanslagen van dinsdag 22 maart. De fotografen van de stad hebben de opdracht gekregen om de krijtopschrif-ten te vereeuwigen.

De steunbetuigingen voor hoop en vrede zullen worden bewaard en opgeslagen in de Archieven van de Stad Brussel. De wens van de stad Brussel is om dit burge-rinitiatief verder te zetten. “De collectieve emotie moet zich verder kunnen uitdruk-ken”, vindt burgemeester Yvan Mayeur. Hij kondigde ook aan dat de fotografen van de stad zich mobiliseren om een bewijs van deze spontane bijeenkomst te bewa-ren en de krijtopschriften onsterfelijk te maken.

> Bron: hln.be

De openbare bibliotheek Ieper. (www.vanhaerents.be).

actiViteitenkalender

22.05 Open Dag

Bibliotheekschool

Bibliotheekschool Gent02.06 Studiedag ‘bibliotheken en

lokale besturen:

samen vooruit’

Provincie West-Vlaanderen03.06 In saecula saeculorum.

Parochiearchieven beheren

en waarderen

CRKC, KADOC-KU Leuven, Rijksarchief

10.10 focus op Auteursrecht

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Jeugdboekenweek barst uit haar voegen

De 45e editie van de Jeugdboekenweek, die liep van 5 tot 20 maart met als thema ‘Weg van de stad’, was een groot suc-ces! Een mooi startmoment in het STAM in Gent, meer dan 1000 gesubsidieerde auteurslezingen, honderden originele activiteiten in scholen en bibs, acties in boekhandels en ga zo maar door. Meer dan 8000 kinderen namen deel aan het online bibspel van Cultuurconnect.

Om iedereen nog meer de kans te geven om volgend jaar volop mee te vieren, nam Iedereen Leest een belangrijke beslissing: Jeugdboekenweek wordt Jeugdboekenmaand! Van 1 tot 31 maart 2017 zullen boeken en leesplezier meer dan ooit in de kijker staan. En omdat lees-plezier niet stopt op 12 jaar — integen-deel zelfs — breidt ook de doelgroep van de Jeugdboekenmaand uit met de 12- tot 15-jarigen. Iedereen tussen 3 en 15 jaar kan dus volop meevieren.

Ook het thema is intussen bekend: onder de noemer ‘M/V/X’ zullen we het hebben over jongens en meisjes, gender, rolpa-tronen en stereotypen. Bestaan er typi-sche jongens en meisjes? En bestaan er dan ook ‘echte’ jongens- en meisjesboe-ken? Houden alle meisjes van roze en prinsessen? En alle jongens van draken en ridders? Wat betekent het om jongen of meisje te zijn? Wat als je je geen van beide of net allebei voelt? Dat en veel meer, in boeken natuurlijk! 

> alle info voortaan op www.jeugdboekenmaand.be. 

> Bron: iedereen leest

> zie ook p. 45

8 | META 2016 | 4

nieuws

Page 11: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de
Page 12: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

het BiBliotheekgeBouw geëvalueerd en geëvolueerdSimha Chardon

Al meer dan 4600 jaar is de bibliotheek een fysieke plek die kennis bewaart. Van kleitablet-ten en perkamentrollen tot de boeken die we nu kennen. Met de digitalisering en de alom-tegenwoordigheid van internet wordt informatie overal gevonden zonder dat er een gedrukte versie hoeft te bestaan.

Met the print is dead in het achter-hoofd maakte de Cushing Academy in Massachusetts een volledige ommedraai en stapte resoluut de virtuele kant op door een ‘boekloze bibliotheek’ op te richten. De 20.000 boeken verdwenen en werden vervangen door miljoenen e-books. Toch zal de overgrote meerder-heid van bibliotheken niet naar een puur virtuele plek evolueren omdat de gebrui-ker de bibliotheek nodig heeft als plek om er met anderen interactief te zijn: de bibliotheek als collectieve woonkamer. Bibliotheken zijn ‘place makers’ gewor-den omdat mensen niet meer enkel iets

komen inkijken of uitlenen, sommige nemen hun eigen boeken of magazines mee. Mensen komen steeds meer naar de bib om er te werken, studeren en lezen.

De rol van de bibliotheek als boekenbe-waarder verdwijnt om plaats te maken voor het verbinden van gebruikers en het opbouwen van kennis. Een nieuwe rol die gepaard gaat met een nieuwe indeling waarin een grotere verscheidenheid van ruimtes aanwezig zijn waar zowel kleine als grote groepen mensen elkaar kunnen ontmoeten naast ruimte voor individuele studieruimtes.

Hoe kan het bibliotheekwezen een vitale en florerende functie behouden in een maatschappij die snel evolueert en gebukt gaat onder economische besparingen? Het is perfect mogelijk om betekenisvolle aanpassingen aan te brengen voor een relatief klein budget in vergelijking met een volledige renovatie of nieuwbouw.

Meerdere technieken zijn mogelijk. Een bibliotheek kan een diepgaand onderzoek laten uitvoeren aan de hand van de ‘post occupancy evaluation’ (POE), een sys-teem dat een gebouw systematisch eva-lueert aan de hand van o.m. uitgebreide

10 | META 2016 | 4

artikel

Page 13: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

het BiBliotheekgeBouw geëvalueerd en geëvolueerd

vragenlijsten en focusgroepen, na de bouw en nadat het een paar jaar in gebruik is genomen. Zo evalueerde de sectie ‘bibliotheekgebouwen en inrichting’ van de International federation of Library Associations and Institutions (IfLA) meerdere bibliotheken wereldwijd. Deze evaluatie keek naar de beste indelingen voor een bibliotheek, waarom bepaalde veranderingen doorgevoerd worden en uit welke fouten we kunnen leren. Zo’n evaluatie wordt vaak toegepast binnen de architectuur maar daar waar architecten en het facilitaire management bij de POE focussen op kwantitatieve en technische aspecten zoals hoeveel verlichting, welke soort verwarming waar plaatsen, hebben bibliotheken nood aan de ‘zachtere’ en meer kwalitatieve aspecten van de POE. Het zijn vragen als: “Welke aspecten van het gebouw werken goed, en welke min-der?” en “Hoe reageren de gebruikers op het project?”, die van belang zijn.

Wil of kan een bibliotheek geen groot en intensief onderzoek laten uitvoeren dan nog is het mogelijk om significante infor-matie te verkrijgen door goede observa-tie en door feedback te vragen aan de gebruikers en staf.

CONSTANTE AANPASSINgDe tijd dat een bibliotheek om de genera-tie een grote renovatie uitvoerde is voor-bij, nu moet een bibliotheek zich con-stant kunnen aanpassen en veranderen. Grote renovaties brachten een tevreden-heid op die een decennium lang duurde. Nadien volgde tien jaar waarin de tevre-denheid langzaam begon te dalen omdat de bibliotheek de noden van het publiek steeds minder tegemoet kon komen, bijv. omdat het materiaal begon te slijten of omdat de ruimte te klein werd. Tot slot werd het punt bereikt waarin naar veran-dering werd gevraagd. Het duurde dan nog tien jaar om een nieuwe bibliotheek te bouwen, of een bestaand gebouw volledig te renoveren en de hele cyclus begon opnieuw. De bibliotheek van de Emory University uit Georgia in de VS, werd dit patroon beu en besloot af te stappen van een bibliotheekdienst die was “vastgevroren in de tijd”, er moesten grote plannen maar kleine veranderingen

komen: stapsgewijs kleine afgelijnde pro-jecten jaarlijks doorvoeren om de biblio-theekwerking te verbeteren of “oppor-tunistisch incrementalisme” zoals Rick Luce, voormalig Director of Libraries, het benoemde.

Ook de bibliotheek van de universiteit van Missouri-kansas City (UMkC) die al sinds 1933 bestond, besloot om een gelijkaar-dige strategie toe te passen: de oppor-tunistic renovation strategy. Door kleine, constante veranderingen door te voeren is niet enkel de kostprijs lager maar is er ook ruimte voor experimenteren. De bib evalueert immers de veranderingen con-stant via zogenaamde ‘as you go’ evalu-atie, en ziet dan wat er al dan niet moet worden aangepast. Doordat het kleine aanpassingen zijn, kan een verandering ook snel worden doorgevoerd zonder helemaal opnieuw te moeten beginnen. Constante aanpassingen hebben echter ook nadelen omdat de bibliotheek dan in een voortdurende staat van renovatie is, die als storend en zelfs ontmoedigend kan worden ervaren.

Ook de Duitse Nationale bibliotheek voor wetenschap en technologie (TIB) en de Universiteitsbibliotheek van Hannover (UB) willen de studieomgeving constant verbeteren. Dit willen ze bereiken door leercentra te creëren en door op zoek te gaan, op de campus zelf, naar plek-ken die geconverteerd kunnen worden in leerruimtes. Dit project mondde uit in het ‘Lernraum-konzept’ dat opgericht werd om als blauwdruk te dienen voor alle organisaties binnen de universiteit (facul-teiten, centrale diensten, bibliotheken, …).

Observatie en bevraging van klanten zijn twee strategieën die van groot belang zijn enerzijds om te weten welke aanpas-singen aangebracht kunnen worden en anderzijds omdat elke bibliotheek zelfs met een klein budget die kan toepassen.

Opmerkelijk is dat het niet altijd de meest ‘hippe’ of moderne veranderingen zijn die gebruikers aantrekken. Wat oorspronke-lijk een goed idee lijkt kan na observatie vragen oproepen. Zo toonde observatie in de bibliotheek van de Emory University

META 2016 | 4 | 11

artikel

Foto p. 10: Technische Informationsbibliothek (TIB) Hannover, Duitsland. © TIB / C. Bierwagen. (CC)

“ HET IS PERFECT MOGE-LIJK OM BETEKENIS-VOLLE AANPASSINGEN AAN TE BRENGEN VOOR EEN RELATIEF KLEIN BUDGET IN VER-GELIJKING MET EEN VOLLEDIGE RENOVATIE Of NIEUWBOUW.

Page 14: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

dat er amper bezoekers kwamen naar de meest onconventionele ingerichte ruim-tes waar o.a. zitkussens rond lage tafel-tjes stonden. Toen de bibliotheek daarop besloot gewone stoelen en vergadertafels te plaatsen resulteerde dit in een stijgend aantal reservering en bezoeken. Daar waar Emory hier de statistische gegevens observeerde, stuurt UMkC de bibliotheek-medewerkers op pad in het gebouw die noteren wat ze opmerken om zo aanpas-singen te kunnen aanbrengen. Vele biblio-theken sturen ook hun medewerkers naar andere bibliotheken om zo op een infor-mele manier, als een gewone bezoeker, te zien hoe de bibliotheek functioneert. Zo gaan de West-Vlaamse bibliotheken die meedoen met het Delphi-project vaak incognito bij elkaar op bezoek, en geven ze elkaar achteraf feedback over de goede en minder goede punten. In Barcelona zitten 220 bibliotheken en 9 mobiele bibliotheekbussen in het de LSMU of Library Service Management Unit, een netwerk dat economische en technische ondersteuning geeft. Het voordeel van LMSU is dat het netwerk meewerkt aan zoveel projecten dat de fouten die — mede door de gebruikers — ontdekt worden niet meer in een ander gebouw worden gemaakt, de goed functi-onerende aspecten kunnen dan weer wel toegepast worden bij de andere bibliothe-ken. Daarnaast zijn andere voordelen van een netwerk dat er aan kostenbesparing wordt gedaan door schaalvergroting en dat er een territoriaal evenwicht is waar-door burgers een gelijke toegang hebben tot informatie, kennis en cultuur. Dankzij deze 229, al dan niet mobiele bibliothe-ken, wordt 98 procent van de bevolking bereikt.

kleine subtiele observaties gebeuren ook. Zo vertelde hoofdbibliothecaris Patrick Vanouplines van de VUB hoe zwarte en

witte tafels in een bepaald motief worden gerang-schikt. Op die manier vangt de bibliotheek twee vlie-gen in een klap. Bezoekers zijn minder geneigd om de tafels zomaar te ver-schuiven omdat ze het patroon niet willen versto-

ren. Worden tafels toch verschoven dan weet de bibliotheek dat deze verandering echt nodig was. De bibliotheek kan dan na observatie beslissen om de tafels anders te rangschikken.

TrANSACTIE VErSUS INTErACTIEBibliotheken uit de 21e eeuw moeten soe-pel zijn en zich constant kunnen aanpas-sen aan de veranderende noden van de gebruikers. Daardoor kan het succes van een bibliotheek niet meer op dezelfde manier gemeten worden. Zo was een traditionele bibliotheek de gatekeeper die ook nauwlettend controleerde dat de beperkt fysiek aanwezige boeken en kranten op een correcte manier uit-geleend werden. De interactie met de bibliotheek was enkel een van trans-actie. Het succes van een bibliotheek werd bijgevolg gemeten via de hoe-veelheid input van de bibliotheek op vlak van informatieve transactie: hoe-veel volumes bevat de collectie, hoe-veel mensen zijn er ingeschreven als lid, wat zijn de kosten, enz.

Met de opkomst van digitale infor-matie treedt disintermediatie op, de gebruiker gaat direct naar de bron en heeft geen tussenpersoon meer nodig. De bibliotheek van de 21e eeuw stapt over van de rol als gatekeeper naar de rol van dienstverlener. De bibliotheek moet niet langer materiaal bewaren maar gebruikers assisteren en bege-leiden in hun zoektocht naar informa-tie. Het succes wordt nu gemeten door de hoeveelheid output: hoeveel vragen werden beantwoord, hoeveel studen-ten kwamen hier studeren, hoeveel lessen of meetings vonden er in de bibliotheek plaats enz. Om succesvol te kunnen zijn, moet een bibliotheek ook beroep doen op haar bezoekers en medewerkers. Door antwoorden te

krijgen over heel gerichte vragen zoals bijv. wat gebruikers van de groepswerk-ruimte vinden of wat ze van de indeling van de ruimtes vinden, kan een biblio-theek inzicht krijgen op wat goed en wat minder goed of ronduit slecht loopt.

Na een vraag over groepswerkruim-tes kwam de TIB erachter dat studen-ten droomden van smartscreens aan de muren van groepswerkruimtes. Door deze feedback konden de bib en de gebruikers tot een oplossing komen die iedereen goed vond. Zo werden whiteboards geïn-stalleerd omdat gebruikers ook begrepen dat smartscreens installeren veel werk en budget zou kosten.

KrACHT VAN EEN gOED gESPrEKBibliotheken wereldwijd zijn erachter gekomen dat de gebruikers om feed-back vragen cruciaal is om echt te weten te komen wat hun vragen en noden zijn.

12 | META 2016 | 4

artikel

Studenten bij de Duitse TIB werden snel afgeleid tijdens het studeren, ze stelden daarom voor om de individuele werkplekken niet tegenover elkaar te plaatsen maar achter elkaar. © TIB / C. Bierwagen (CC).

95 procent van de bestanden van de TIB Hannover bevinden zich in het magazijn. © TIB / Euromediahouse.

Page 15: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Door de gebruikers bij veranderingen te betrekken via bevragingen of focus-groepen kunnen er positieve resultaten op korte termijn en met een redelijk laag budget worden bereikt.

Het creëren van focusgroepen die zowel gebruikers als medewerkers betrok bij de Duitse TIB leerde dat er niet enkel vraag was naar ‘rustige plekken’ of ‘zicht op groen’ maar dat er ook vraag was naar meer stopcontacten voor o.a. laptops, tafels met goede afmetingen en comfor-tabelere stoelen. Er werd geopperd om computerkabels te verbergen omdat die anders voor een heel slordige uitzicht zorgden. Een steeds terugkerende feed-back is dat ruimtes die verlicht worden door artificieel licht kil en zelf ‘creepy’ overkomen als er koud licht wordt gebruikt. Door warm licht te plaatsen verandert de sfeer drastisch, een kleine aanpassing met grote gevolgen.

Studenten bij de Duitse TIB werden snel afgeleid tijdens het studeren, ze stelden daarom voor om de individuele werk-plekken niet tegenover elkaar te plaat-sen maar achter elkaar op die manier is het immers moeilijker om een gezellige groepsbabbel te starten.

De Studenten van de Emory Bibliotheek in de VS, gaven tijdens een bevraging aan dat de bibliotheek deel uitmaakte van de twintig bibliotheken die geen 24/7 toe-gang verleende. Dit vond de bibliotheek vreemd omdat de bibliotheek 5 dagen per week 24 uur open was en op vrijdag en zaterdag sloot de bibliotheek pas om 20 uur maar toch vonden de studenten, dat de bib te weinig open was. Na controle besefte de bibliotheek dat het bezoekers-aantal vanaf 17 uur drastisch omlaagging op dagen dat de sluitingstijd om 20 uur was. Op de dagen dat de bibliotheek de hele nacht openbleef, daalde het bezoe-kersaantal pas rond middernacht. Om de studenten tegemoet te komen besloot de bibliotheek daarom om de openings-uren van die twee dagen met 4 uur te verlengen. De universiteitsbibliotheek van Helsinki loste het anders op: na sluitings-tijd kunnen de studenten in het aangren-zend leercentrum terecht dat wel open-blijft, daar staan meerdere leesruimtes en 350 werkstations tot hun beschikking. De rechtsbibliotheek van de Martin Luther universiteit die openblijft tot 5 uur ‘s och-tends regelde dat de bibliotheek overdag door bibliotheekpersoneel bemand wordt en ’s nachts door security. Andere uni-versiteitsbibliotheken zijn dan weer enkel 24/7 open tijdens examenperiodes.

Natuurlijk wordt er ook rekening gehou-den met de mening en ervaring van de staf. Om een goede bibliotheek te heb-ben zijn het bibliothecarissen die advies moeten geven aan de architecten en inge-nieurs, vindt bibliotheekarchitect Santi Romero. Want zij weten tenslotte pre-cies hoe een bibliotheek er moet uitzien. Twintig jaar geleden werd er nog niet naar de mening gevraagd van de bibliothecaris wanneer er een nieuw gebouw kwam. De architect besloot dat hij het beter wist dan de bibliothecaris en bouwde een gebouw dat op een standaard administratief

gebouw leek. Wanneer de bibliotheca-rissen het gebouw betraden, kwam het vrijwel telkens voor dat de bibliotheca-rissen van alles moesten verplaatsen en aanpassen om het gebouw enigszins om te zetten in een functionele bibliotheek. Nu vertellen bibliothecarissen hoe een bibliotheek er moet uitzien, waar poly-valente ruimtes moeten komen, hoe een stille ruimte ingericht moet worden e.d.

Er wordt ook steeds meer aandacht geschonken aan praktische zaken die het werk van bibliothecarissen vlotter laten verlopen. De bibliothecaris moet zich goed voelen in zijn/haar bibliotheek om de visie dat de gebruiker centraal staat te kunnen uitvoeren. Daarom plaatsen bibliotheken steeds vaker kleine infor-matiepunten doorheen het gebouw zodat medewerkers niet telkens terug moeten gaan naar een bureau om iemand verder te helpen. De universiteitsbibliotheek van Helsinki plaatste haar medewerkers hoog op de agenda door rekening te houden met elke soort werknemer. Op basis van het werk dat uitgevoerd moet worden, is er een aangepaste ruimte voorzien van eilanden tot kleine burelen voor individu-eel werk. Moet een werknemer in alle rust kunnen werken dat kan hij in een klein bureau gaan werken, is er daarentegen nood aan interactie dan zijn vergaderlo-kalen aanwezig. Ook aan ontspannings-ruimtes werd gedacht en de werknemers hebben op verschillende verdiepingen keukentjes en een grote ontspannings-ruimte met privéterras.

IMPACT VAN CLASSIfICATIELange tijd organiseerden bibliotheken in Europa en de VS zich volgens de Dewey Decimale Classificatie of DDC. Dit sys-teem komt echter niet meer overeen met de noden van het publiek. Steeds meer bibliotheken implementeren daarom naast de DDC een ander systeem. Zo klasseren de Catalaanse bibliotheken hun collectie op basis van de interesses van de gebruikers, de reader interest arran-gement of XBM-bibliotheek. De XBM-bibliotheek blijft wel samenleven met de traditionele indeling van de collectie. Daardoor moeten de XBM-zones duide-lijk zichtbaar zijn en verschillen van de

META 2016 | 4 | 13

artikel

Page 16: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

andere zones. Een voorbeeld van reader interest arrangement is het samenvoe-gen van de ouderzone in de kinderzone. Tussen de kinderboeken kunnen ouders ook boeken vinden over het kind-ouder onderwerp zoals kinderpsychologie, zwangerschapsboeken, spelletjes, …

Door te focussen op de gebruiker, zoals met reader interest arrangement in plaats van te focussen op de klassering van boe-ken ontstaat er een heel andere visie in het bibliotheekwezen. Zo creëren biblio-theken ruimtes die vroeger ondenkbaar waren. De kind-ouderruimtes zijn daar een goed voorbeeld van. In die ruimte kan de ouder rustig aan een bureau wer-ken terwijl het kind in dezelfde ruimte kan spelen. Zulke ruimtes zorgen ervoor dat mensen met kleine kinderen niet meer thuisgebonden zijn. Ook wordt er steeds meer aandacht besteedt aan praktische details die het resultaat zijn van klantge-richt denken, denk aan luiertafels in de buurt van peuterzones.

jONgErENZONETerwijl kinderen en volwassenen vaak in de bib zijn te vinden, haken jongvolwas-senen af. Toch is het niet omdat ze onge-interesseerd zijn dat ze zich niet aange-trokken voelen door de bib maar omdat ze zich er niet in kunnen terugvinden. Ze zijn te oud voor de kinderzone maar voe-len zich verloren in de volwassenenzone. Vele bibliotheken zijn er ondertussen ach-tergekomen dat een eigen ruimte met een collectie die aansluit bij hun interesses de jongeren weer kan aantrekken.

Een jongerenzone voor 14 tot 25 jari-gen verschilt van bibliotheek tot biblio-theek omdat elke bib een ander publiek heeft met andere noden. Zo bieden som-mige bibliotheken de mogelijkheid om te gamen terwijl anderen dit dan weer niet hebben. Meerdere elementen komen ech-ter in elke bibliotheek terug. Zo moet het duidelijk zijn voor de bezoekers dat de ruimte de jongerenzone is en de ruimte moet een hippe uitstraling hebben geba-seerd op de actuele trends en de smaak van de jongeren. Daarvoor is informeel

meubilair zoals kussens en leunstoelen nodig. De zone moet ook flexibel zijn en weinig meubels hebben om multifunctio-neel te kunnen zijn. Wifi is uiteraard een must in een jongerenzone maar ook veel stopcontacten zijn nodig. Na onderzoek beseften meerdere bibliotheken dat het belangrijker is om veel stopcontacten beschikbaar te stellen dan computers te installeren. Veel jongeren komen immers met hun laptop of tablet naar de bib.

AKOESTIEKAkoestiek, een essentieel element in de bibliotheek van de 21e eeuw waar ver-schillende activiteiten zoals groepswerk, voorlezen, individueel werken, en lezen tegelijk plaatsvinden. Maar zones geluids-dicht maken en toch niet helemaal iso-leren van de rest van het gebouw is een ware hersenbreker. Zo moeten jongeren-ruimtes goed afgeschermd en geluids-dicht worden gemaakt om geluidsoverlast te voorkomen. Maar helemaal afsluiten kan niet, want de jongeren moeten nog deel uitmaken van de ‘bibliotheekge-meenschap’. Omdat bibliotheken vaak in elke zone diverse hoeken zoals een leeshoek, groepswerkhoek en zelfstu-diehoek willen installeren wordt het nog ingewikkelder. Een goed voorbeeld van akoestiekproblematiek is de bibliotheek The Berlin Brain van de Berlijnse Vrije Universiteit. De bibliotheek uit 2005 die plek biedt voor een collectie van 800.000 stukken bestaat uit één grote ruimte van 6200 m². Veel ruimte voor zonering is er bijgevolg niet. Gsm-gebruik en gesprek-ken worden overal gehoord en het lawaai weerkaatst door de ruimte. Een probleem dat de gebruikers aankaarten maar dat ze vreemd genoeg niet afschrikt: de zeer dynamische ruimtes blijven zeer popu-lair. De gebruiker wil zien en gezien wor-den en neemt de geluidoverlast voor lief. Geluidoverlast is een probleem dat vaak pas na evaluatie van een gebouw zicht-baar wordt. Geluidsabsorptiepanelen installeren of dik vasttapijt gebruiken, zijn doeltreffende oplossingen die na evaluatie nog geïnstalleerd kunnen wor-den. Helsinki University ging een stap ver-der door zelfs de muren met muurtapijt

te bekleden. De bibliotheek van Belfast deelt de studiezone die al rustig is nog eens in twee: fluisterzone en stille zone. Beide zones worden ook goed van elkaar afgeschermd.

Om hinder door telefoongesprekken tegen te gaan voerde de Martin Luther universiteit in Duitsland een verbod op gsm-gebruik in de leeszaal. De Helsinki University bib richtte telefoonruimtes in die op meerdere verdiepingen beschik-baar zijn. Op die manier zijn mensen min-der geneigd om het verbod te negeren. Licht moduleerbare scheidingsmuren die zeer praktisch zijn om zones gemakkelijk van elkaar te scheiden hebben het nadeel dat ze niet geluiddempend genoeg zijn als er aan de ene kant groepswerk en aan de andere kant rustig gelezen wordt. Geluidsdemping moet daarom zeer goed doordacht zijn en een optie die Helsinki University overweegt, wat moduleerbare scheidingsmuren betreft, om deze zones in verschillende ruimtes te plaatsen.

fLExIBILITEITIn de 21e eeuw moeten bibliotheken ook flexibel zijn en moeten ruimtes verschil-lende functies kunnen vervullen. Zo wil-len bibliotheken een ruimte die voor een workshop kan dienen en op andere momenten een voorleesruimte kan wor-den. Boekenrekken met wielen en ver-plaatsbare panelen zijn manieren om een ruimte snel en gemakkelijk te kunnen ver-anderen.

De Catalaanse bibliotheken willen hun ruimtes zo inrichten dat er in elke zone (volwassenenzone, kinderzone, …) diverse hoeken zijn zoals bijv. een leeshoek, zelf-studieplek, stille plek en groepswerkhoek. Elke zone wordt zo een doelgroepbib in de bibliotheek. Met zulke indelingen is het natuurlijk moeilijker om geluidsover-last tegen te gaan, maar dit zijn keuzes die elke bib moet maken.

Hoewel bibliotheken veel moeite doen om hun bib toegankelijk te maken voor ieder-een en de bereikbaarheid voor minder-validen hoog op de agenda staat, zijn er

14 | META 2016 | 4

artikel

“ BOEKENREKKEN MET WIELEN EN VERPLAATSBARE PANELEN ZIJN MANIEREN OM EEN RUIMTE SNEL EN GEMAkkELIJk TE kUNNEN VERANDEREN.

Page 17: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

• meer te leren over onze outsourcing diensten inzake abonnementen• meer te weten te komen over onze totaaloplossing voor het beheer van elektronische- en papieren abonnementen & e-pakketten• meer te horen over de unieke aanpak van onze klantendienst• meer te ontdekken over ons maatwerkaanbod rond e-Resource toegangs- en beheersdiensten dat perfect afgestemd is op uw bibliotheeksystemen

Contacteer ons vandaag nog om...

LM Information Delivery Uw performante partner voor het beheer van al uw informatiebronnen

www.LMinfo.be +32 (0)9 265 02 34 [email protected]

LM Information Delivery is de internationale leverancier van informatiediensten en abonnementen. Onze klanten zijn academische en onderzoeksbibliotheken, ziekenhuizen en medische bibliotheken, overheden en NGO’s, openbare bibliotheken, bedrijven en hun informatiediensten. We bieden onze klanten een bemiddelingsdienst voor abonnementenbeheer, oplossingen voor het ontsluiten en beheren van elektronische bronnen, alsmede e-books en databanken. LM Information Delivery heeft kantoren in Finland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Estland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Spanje, Nederland, Zuid-Afrika en België.

steeds details die toch aan de aandacht ontsnappen, en die pas na een evaluatie ontdekt worden. Zo zijn er vaak liften aan-wezig voor rolstoelgebruikers of mensen die met krukken lopen, maar zijn de deu-ren van de hoofdingang niet automatisch waardoor een mindervalide gebruiker niet naar binnen kan. Soms zijn de gangen tus-sen de rekken niet breed genoeg en kun-nen rolstoelgebruikers niet omkeren. De meeste bibliotheken hebben wel toiletten voor gehandicapten.

Slechtzienden en slechthorenden vallen er nog vaak uit omdat er bij ‘minderva-lide’ vooral aan rolstoelgebruikers wordt

gedacht. De bibliotheek van de Helsinki University introduceerde talking lifts voor slechtzienden en installeerde een ringlei-ding aan de ingang voor slechthorenden die ervoor zorgt dat storend omgevings-geluid wegvalt wanneer ze hun hoortoe-stel op een bepaalde stand zetten. De bibliotheek ging nog verder door een speciale ruimte in te richten voor men-sen met allergieën. Daar kunnen mensen terecht die bijv. allergisch zijn aan parfum.

CONCLUSIEDe tijd dat de sfeer van een bibliotheek op die van een grote lege kerk leek is voorbij. Bibliotheken zijn meer dan ooit

het hart van de gemeenschap dat op het ritme van de toekomst pulseert. Om mee te blijven moeten bibliotheken nu alert zijn op wat de gebruiker nodig heeft. Via doelgroepgericht denken en inde-len, observatie en feedback evolueert de bibliotheek mee met de veranderende noden van haar publiek en blijft dan, zoals de vijfde wet van bibliotheekwetenschap-pen haar omschrijft: “een groeiend orga-nisme”.

Meer over dit onderwerp vind je in het boek Post-occupancy evaluation of library buildings, uitgegeven door IfLA.

artikel

Page 18: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Sylvie Dhaene

“ het boek is de verbindende factor ”

Page 19: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Hoe hebt u de overgang van Het Huis van Alijn naar Iedereen Leest, van erfgoed naar leesbevordering ervaren? Heel goed. Het was voor mij een uitgemaakte zaak om niet in de ergoedsector te blijven en dus ook niet te kiezen voor een ander museum. Ik wilde iets nieuws, iets waar ik niet vertrouwd mee was. Het boeken- en letterenvak is voor mij zo’n nieuw ter-rein, maar uiteindelijk blijft het werken binnen de cultuursector en zijn er ook veel raakvlakken. Doordat ik uit de erfgoedsector kom, kan ik met een andere en open blik kijken naar het leesbe-vorderingsveld. Het was dus voor mij belangrijk om gedurende het eerste jaar zoveel mogelijk inzichten op te doen.

Hoe vertrouwd was u op voorhand met Stichting Lezen? Ik kende Stichting Lezen enkel van de affiches van de Jeugdboekenweek. Dus eigenlijk niet. Ik herinner me wel nog een avond met Gerda Dendooven in Studio Skoop in Gent, dat was een initiatief van Stichting Lezen rond kinderen en (het recht op) verveling. Gerda was naar het Huis van Alijn gekomen met de vraag of wij hieraan wilden meewerken door bewegend beeld ter beschikking te stellen. Dat was voor mij de eerste kennismaking.

Op de een of andere manier kwam Stichting Lezen dus nooit op mijn radar. De kinder- en Jeugdjury kende ik ook niet en ook de Voorleesweek ontsnapte aan mijn aandacht. Zo moeten er dus nog mensen zijn. Neem nu de kinder- en Jeugdjury: al die duizenden kinderen, honderden vrijwilligers en bibliothecaris-sen die daar mee bezig zijn, dat is dus nog te weinig bekend bij het grote publiek. Daar wil ik graag verandering in brengen.Stichting Lezen heeft enorm mooie dingen opgebouwd en ik denk dat we die kunnen versterken zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. Het is zo’n mooi en belangrijk werk. Dat is ook de rede waarom ik de overstap heb gemaakt. In de vacature stond één zinnetje dat mij bijzonder aantrok: “Wil je meewer-ken aan een maatschappelijk belang en het lezen meer onder de aandacht brengen?” Daarom heb ik gesolliciteerd. Het was tijd om uit de cocon van de musea te stappen en voor een sociaal

thema te gaan. Daar zie ik een grotere opdracht en daar wil ik me graag voor inzetten. Ik leer een heel andere wereld kennen. Als buitenstaander kijk je toch heel anders naar bibliotheken dan dat je er middenin zit?

Het lezen is in goede handen bij iemand die de cultuur van alle dag hip wist te maken? Ik hoop het. Maar het gaat voor mij vooral over om iets relevant te maken, niet hip of sexy. Dat laatste associeer ik met gladde reclamejongens. Terwijl ik wil dat lezen zoveel mogelijk mensen aanspreekt. Ik wil met ‘Ik lees’ (wijst naar haar button) zo veel mogelijk mensen, en vooral jongeren, aanspreken. Ik wil hen laten zien dat het oké is dat je graag leest en dat je daar gerust mee mag uitpakken. Mensen of kinderen die graag lezen daarvan wordt nog te vaak gedacht dat ze saai, verlegen of zelfs aso-ciaal zijn. Terwijl het iets is om trots op te zijn! Het gaat er niet alleen om om meer mensen te bereiken maar ook om lezen een positief imago te geven. Aan jongeren willen we de boodschap geven dat lezen cool is en aan volwassenen dat lezen belangrijk is. Die nuance tussen hip en relevant vind ik dus wel belangrijk.

De naam van Stichting Lezen is ondertussen veranderd naar Iedereen Leest. Dekte de vlag de lading niet meer? De naam Stichting Lezen creëerde een grotere afstand met het publiek dan Iedereen Leest. In Nederland is ‘stichting’ een veelvoorkomende term en heeft het ook een iets andere bete-kenis. De conotatie van ‘stichtend werken’ wilden we vermijden. Maar we willen echt meer mensen aan het lezen krijgen. Dus is Iedereen Leest het ultieme doel. Daarnaast willen we leesple-zier ook meer onder de aandacht brengen. We gaan het bijge-volg in onze communicatie niet hebben over de ‘ontlezing’ en hoe erg het daar wel niet mee gesteld is. Wel over de positieve kracht van lezen en hoe je daar ook je tijd voor mag en moet nemen. Iedereen Leest is als naam opener en toegankelijker. Een naam is belangrijk. Een naam zorgt ervoor dat mensen zich kun-nen identificeren of associëren met een organisatie. Iedereen

META 2016 | 4 | 17

interView

Interview: Simha Chardon en julie Hendrickx foto’s: Marc Engels

Juni 2014: directeur Majo De Saedeleer neemt in META afscheid van Stichting Lezen met goede raad voor haar opvolger. Nu bijna twee jaar verder vonden we het tijd om te polsen hoe het gaat met de organisatie. Bracht de nieuwe naam ook een nieuwe wind? En heeft Sylvie Dhaene, de nieuwe directeur, de goede raad van haar voorgangster gevolgd?

“ AAN JONGEREN WILLEN WE DE BOODSCHAP GEVEN DAT LEZEN COOL IS EN AAN VOLWASSENEN DAT LEZEN BELANGRIJk IS.

Page 20: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Leest heeft ook heel veel op zichzelf staande programma’s: de Jeugdboekenweek, de Voorleesweek, Boekbaby’s, … Allemaal aparte projecten waarvan het publiek niet altijd wist wie ze nu juist organiseerde. Iedereen Leest moet dus een grote kapstok worden waar al die projecten aan opgehangen kunnen wor-den. We willen van Iedereen Leest een merk en kwaliteitslabel maken.

Verliep die naamsverandering gemakkelijk? Toch wel. Vorig jaar moesten we een nieuw meerjarenplan, voor 2016-2020, afleveren. Dat was hét moment voor de medewer-kers en de raad van bestuur om te kijken waar we naartoe wil-den de komende jaren. Eerder hadden we daarvoor ook al het Lezerskabinet opgericht om iedereen te bevragen over hun verwachtingen van, toen nog, Stichting Lezen. En we hebben geluisterd naar ons publiek en onze stakeholders. Er was bovendien niet alleen een nieuw meerjarenplan waarmee we een nieuw verhaal konden schrijven maar ook een nieuwe positie voor Stichting Lezen als organisatie. Sinds 2014 vallen we niet meer onder het participatiedecreet maar onder het Vlaams fonds voor de Letteren als uitvoerder van het leesbevorderings-beleid. Het was nu of nooit!

Is er met de nieuwe naam ook al een verandering gekomen in het publiek? Het is nog te vroeg om dat al te zeggen. We veranderden de naam in november 2015. Tot hier toe kregen we alleen nog maar positieve reacties. We hebben de naamsverandering aangekon-digd op de Boekenbeurs en de reacties daar waren unaniem positief. Iedereen Leest was snel ingeburgerd. Ik herinner mij dat dat bij het Huis van Alijn niet zo was. Daar was de oorspron-kelijke naam het Gents Museum voor Volkskunde. Die overgang lag veel moeilijker want de woorden ‘museum’, ‘volkscultuur’ en ‘Gent’ waren ineens weg. De overgang naar Iedereen Leest voelde zo logisch. De tijd was er ook rijp voor. Vanuit het boe-ken- en letterenvak hebben we alleen maar positieve reacties gehad. Ik merk dat Iedereen Leest ook makkelijk in de mond genomen wordt. Als er iemand zich nog eens verspreekt, dan ben ik het meestal (lacht).

Hoe ziet u de toekomst voor Iedereen Leest, wat zou je graag verwezenlijken? We willen uiteraard een inspirerend leesklimaat, een sterke lees-cultuur en een positief imago voor het lezen. Het is de bedoeling om sensibiliserend te werken rond lezen en wel op zo’n manier dat onze partners hier ook de vruchten van plukken.

Op beleidsniveau willen we dan weer de urgentie van leesvaar-digheid en leesplezier aankaarten. Digitale vaardigheden en mediawijsheid staan heel hoog op de agenda en zijn ook nood-zakelijk. Maar leesvaardigheid wordt daar minder bij betrok-ken, het wordt als te vanzelfsprekend beschouwd. En dat is een risico. Als je niet graag of goed kunt lezen dan blijven de digitale vaardigheden en mediawijsheid ook uit. Het is meer dan

techniek alleen. Dus we blijven hameren op die leesvaardigheid. Zonder ons daar op blind te staren want ook het digitale ver-haal is belangrijk, het vult elkaar aan. Je hoort soms zeggen dat jongeren minder lezen. Terwijl wij denken dat jongeren anders lezen. Als apps en sociale media voor jongeren een beter kanaal zijn om te lezen dan is dat ook goed. Het andere uiterste dat je soms hoort waaien, is dat het hoe en wat van lezen eigenlijk niet zo cruciaal zijn. Dat jongeren al lezen, zou het belangrijkste zijn. Dat is ook niet waar. Leesplezier hoeft niet uitsluitend geasso-cieerd te worden met fictie maar ook met non-fictie, graphic novel, poëzie, strips, kranten, blog-artikels, … We hebben een brede visie op lezen maar we gaan het niet hebben over tech-nisch lezen of methode lezen want dat is niet onze essentie.

wat is de stand van zaken van het Lezerskabinet? In totaal ontvingen we meer dan vijfhonderd reacties op onze vragen, waarvan er zeker 70 procent van bibliothecarissen en/of bibliotheekmedewerkers komt. Zij zijn een bijzonder geën-gageerde groep, alert en betrokken bij de vragen. Een lezer die niet verbonden was aan een organisatie mocht die vragen ook even goed beantwoorden. We hebben het Lezerskabinet gebruikt als een instrument om het publiek te bevragen over enkele relevante thema’s. En dat willen we ook blijven doen. Niet te pas en te onpas maar wan-neer we het noodzakelijk vinden. Zo hebben we bijvoorbeeld net een opiniestuk geschreven over onderwijs en leesplezier in het kader van de vernieuwing van de eindtermen. Dat opinie-stuk delen we met de achterban van het Lezerskabinet met de vraag om een mening te vormen over leesplezier in het onder-wijs en dit ook aan te kaarten op het platform onsonderwijs.be waar de eindtermen bediscussieerd worden. We gebruiken het Lezerskabinet dus ook voor een maatschappelijk debat. Als je onsonderwijs.be nu doorzoekt met de zoekterm ‘leesplezier’ dan krijg je geen resultaat. Het gaat wel over allerlei thema’s zoals leesvaardigheid maar wij willen het debat ook richten op lees-plezier. Dat is de minimale versie van het Lezerskabinet. We zijn ook bezig met een traject voor een kennisplatform. De website van Iedereen Leest is dus nog volop in ontwikkeling, voorlopig

18 | META 2016 | 4

interView

“ ALS JE NIET GRAAG Of GOED kUNT LEZEN DAN BLIJVEN DE DIGITALE VAARDIGHEDEN EN MEDIAWIJSHEID OOk UIT.

Page 21: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

stellen we ons tevreden met een tijdelijke versie. Via het lezers-kabinet gooien we relevante vragen de ether in.

Met welke uitkomst van het Lezerskabinet bent u tevreden? Als er zich een grote community heeft gevormd en als het grote publiek zich ook aangesproken voelt. Als organisatie zit Iedereen Leest niet bij het beleid maar ook niet in het veld. We werken wel voor beide. Daardoor hebben we vaak met profes-sionele partners te maken maar we vinden het even belangrijk dat Iedereen Leest ook door lezers gedragen wordt.

Doet u hiervoor een beroep op sociale media?Ik geloof zeker in sociale media. Ook daar liggen nog kansen. Ik merk bijvoorbeeld dat we via de sociale media de band met de bibliotheken beter kunnen aanhalen. Alle activiteiten die biblio-theken plannen, kunnen wij doorlinken naar een groter publiek. We willen sociale media niet enkel gebruiken om onze eigen activiteiten te promoten maar ze inzetten als een groot venster om bijvoorbeeld bibliotheekactiviteiten een breder bereik en publiek te geven. Zo wordt iedereen ook door iedereen geïn-spireerd. Nu heeft elke bibliotheek zijn eigen kanaal. En aan-gezien ik in Gent woon, ga ik dus enkel naar de bibliotheek in Gent en niet die van Beernem of Brugge. Maar ook op die loca-ties gebeuren zoveel interessante dingen! Zo kunnen we niet alleen bijdragen aan een positief imago voor het lezen maar in het kielzog daarvan ook voor al die andere leesbevorderende

organisaties. Dat is het idee achter Iedereen Leest. Onze base-line is “meer leesplezier, meer lezers”. We hopen dat alle andere leesbevorderaars leesplezier ook als een streefdoel naar voor zullen schuiven.

In een interview met META vroegen we uw voorgangster Majo De Saedeleer of ze goede raad had voor haar opvolger. Ze hoopte dat de stichting geen praatorganisatie zou worden zoals het bij vele organisaties het geval is. “De sterkte van Stichting Lezen is dat het een projectorganisatie is.” wat vindt u van deze raad? Het is voor mij absoluut even belangrijk dat er zaken kun-nen bewegen en dat Iedereen Leest een organisatie is die de

veldorganisaties ondersteunt. Maar ook inspireert en initiatief neemt. Het is belangrijk dat we een visie omtrent lezen en lees-bevordering hebben en een bijhorende strategie om meer men-sen aan het lezen te krijgen. We hopen dat die visie door ieder-een gedragen kan worden en dat van daaruit naar het veld gewerkt kan worden. Iedereen Leest mag geen organisatie wor-den die alleen maar beleidsnota’s of dossiers maakt maar wel één die goed weet wat er leeft op het veld. Het is onze taak om te weten wat de noden zijn en te weten wat er leeft binnen scho-len, bibliotheken, jeugdwerk, media, … Anders doen we dingen waar niemand op zit te wachten. Door de verschuiving van Iedereen Leest naar het Vlaams fonds voor de Letteren is de opdracht ook anders. We kunnen dus niet meer die projectorganisatie zijn die Stichting Lezen was. Een andere plaats vraagt een andere manier van wer-ken. We richten ons daarbij op drie kapstokken: coördineren, inspireren en verbinden. De coördinatie van projecten is net als vroeger: elke bibliotheek of school gaat bijvoorbeeld met de Jeugdboekenweek aan de slag volgens eigen maat. Wij reiken het materiaal aan en zorgen voor inspiratie. Maar voor Iedereen Leest is het verbinden wel het belangrijkste aspect van de drie. We willen een verbindingsfactor zijn. Zoals ik al zei: onze soci-ale media moeten niet alleen een venster van onszelf zijn maar van alle betrokken organisaties. Met het op stapel staande ken-nisplatform willen we inzetten op het uitwisselen van ervaring. We vermoeden dat het warm water nog te vaak opnieuw wordt

uitgevonden terwijl er al zoveel goede voorbeelden zijn. Het is dan aan Iedereen Leest om er voor te zorgen dat iedereen die goede voorbeelden ziet. Hetzelfde geldt voor de faalverhalen, ook daar moeten we open over kunnen zijn: wat heeft gewerkt en wat niet? Door studiedagen, overleg en themadossiers te organiseren, kunnen we die verbinding realiseren.

U wilt dat het veld mee de vruchten plukt van Iedereen Leest. Uw voorgangster vertelde in META dat ze onvoldoende oog heeft gehad voor het commerciële luik: “je kan zeggen dat het goed is dat ik Stichting Lezen uit de commerce heb gehouden maar het had misschien op een andere manier gekund.” Hoe wilt u de commerciële kant aanpakken?

META 2016 | 4 | 19

interView

Page 22: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

In het boeken- en letterenvak heb je zowel commerciële als niet-commerciële spelers en iedereen heeft zijn eigen belan-gen. Er zijn niet alleen tegenstellingen tussen de commerciële en niet commerciële organisaties want ook binnen de non-profit heeft ieder zijn eigen agenda. Maar er zijn ook veel gemeen-schappelijke belangen. De partners van het BoekenOverleg kozen ervoor om van leesbevordering een gemeenschappelijke doelstelling te maken. Elk vanuit zijn eigen terrein en vanuit de eigen organisatie. Dus samenwerken met de commerciële partners? Ja! Maar dat is niet hetzelfde als werken voor hen. Zo was de Jeugdboekenweek vroeger vooral gefocust op de bibliotheken en het onderwijs. Wij voegen daar nu de boekhan-dels aan toe. Want ook daar is leesbevordering op zijn plaats en er werken gepassioneerde vakmensen. Dus in die zin werken wij samen met uitgevers en boekverkopers om allerlei acties uit te denken maar we gaan niet die boeken promoten die zij graag gepromoot zouden willen zien. De suggestielijsten voor de Jeugdboekenweek wordt door een onafhankelijke redactie samengesteld op basis van een lijst van criteria en doelstellin-gen. Het is constant zoeken naar een evenwicht want we willen graag goed samenwerken en acties op poten zetten die ook voor hen goed zijn. We moeten elkaar versterken. Het verschil zit hem dan in het feit dat wij vertrekken vanuit het belang van de lezer en zij eerder op zoek zijn naar de koper in de lezer. Wij waken over een diversiteit aan boeken en focussen niet enkel op één niche. Dat dit lukt, heeft ook te maken met de aanwe-zigheid van het Boekenoverleg als platform waar alle partners samen zitten. Er is dus regelmatig overleg waar iedereen zijn eigen accenten kan leggen. Daardoor is de tegenstelling tussen commercieel en niet-commercieel niet langer relevant. De grens vervaagt ook meer en meer want als non-profit functioneer je steeds vaker als een bedrijf. Ook wij gaan bijvoorbeeld op zoek naar flankerende financiële middelen en eigen inkomsten door verkoop en dienstverlening.

Het onderwerp van de jeugdboekenweek dit jaar was ‘weg van de stad’, en denkt na over samenleven in de stad, in dorpen en landen. waarom deze slogankeuze?Elke Jeugdboekenweek heeft een eigen thema en ik vind het belangrijk dat dit ook een maatschappelijke relevantie heeft. Wij vertrekken natuurlijk vanuit de boeken maar het is belangrijk dat de andere maatschappelijke partners er ook iets in zien zodat we ze kunnen betrekken. ‘Weg van de stad’ gaat over wonen, daar heeft iedereen mee te maken. Het gaat over de stad, het platteland, samenleven, natuur, cultuur, diversiteit, … Met de slo-gan willen we mensen doen nadenken over hun voorkeur: som-migen houden van de stad en anderen willen er liefst zo snel mogelijk weg. Waarom en hoe kunnen wij daar mee werken? We hebben ontzettend mooie dingen rond dit thema gezien. In Sint-Niklaas was Velt vzw actief op de openingsdag, in Gent waren er natuurwandelingen met kinderen en huistaakbegelei-ders. Het effect van zo’n thema is dat er andere, minder voor de hand liggende, partners worden gezocht. Bij het leesbevorde-ringsbeleid vertrekken we vanuit cultuur maar bij alles wat we doen worden ook onderwijs en welzijn betrokken. Eigenlijk is

dat onze driepoot. Ook daar is het weer ‘iedereen leest’, lezen mag je niet opsluiten. Het boek is dus de verbindende factor. En dat willen we de volgende jaren echt verbreden zodat nog meer partners zich aangesproken voelen, zoals in het jeugdwerk. Daar liggen nog mogelijkheden. Bij de perslancering van de Voorleesweek werd er op negen plaatsen voorgelezen, ook door de drie ministers: Cultuur, Onderwijs en Welzijn. De minister van Cultuur heeft dat gedaan in de sociaal-inclusieve circusschool Circus zonder Handen, een organisatie in Molenbeek die circu-sateliers organiseert voor buurtjongeren. Maar er is ook voor-gelezen geweest in een kinderopvang, een kringloopwinkel, een psychiatrische instelling, … Met die plaatskeuze willen we boeken ook een bredere plaats geven in plaats van ze te beperken tot scholen en bibliotheken. Dat beleidsdomeinoverschrijdende is een enorm belangrijke uitdaging. En het zou fantastisch zijn als dit een evidentie wordt.

worden die samenwerkingen ook structureel of blijven ze eerder projectmatig? Ik denk dan aan het thema ‘gevaar’ dat in 2014 het centrale thema van de jeugdboekenweek was in samenwerking met Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Die nood is momenteel erg hoog. Het gaat niet enkel over boe-ken maar eveneens over leescultuur en zorgen dat mensen rust kunnen vinden. Er is nood aan begeleiding en vrijwilligers die weten hoe ze (meertalig) moeten voorlezen. kunnen we de men-sen in de opvangcentra bijvoorbeeld naar de bib brengen? Er zijn zoveel vragen. Momenteel bekijken we met het Centrum voor Taal & Onderwijs wat we kunnen doen. En met Minor-Ndako, een organisatie binnen de jeugdzorg die niet-begeleide minderjarige jongeren opvangt. Daar zijn we onlangs op bezoek geweest om te weten wat daar de noden en de vragen zijn. Dit zijn dingen waar we echt onze tijd in moeten investeren.

De jeugdboekenweek lanceert de oproep “wat is je favoriete leesplek?”, we willen uiteraard graag weten wat uw favoriete leesplek is !Ik heb er verschillende maar de plek waar ik thuis het best kan lezen is in bad. Dat staat gelijk aan rust en even alleen zijn. Maar ook onderweg lees ik graag. In het buitenland lukt het me beter om rustig op een terrasje te lezen, terwijl ik thuis nooit op een bank in het park zou gaan zitten om te lezen. Voor ons is die vraag een soort ingang om mensen te doen nadenken over (hun) leesomgeving. We willen ook werken rond een goede leesomgeving. Wat is dat eigenlijk? Dat gaat over de aanwezigheid van boeken, begeleiding door en stimuleren van ouders, bibliothecarissen, …

wat zou u voor uzelf graag verwezenlijkt zien binnen dit en tien jaar? Meer tijd om te lezen (lacht). Nee, hoe minder een leesbevorde-ringsbeleid nodig is, hoe beter. Dat wat we doen, dat het nuttig is en dat het een reëel verschil kan maken.

20 | META 2016 | 4

interView

Page 23: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Carine Goossens

“ Ik was verkocht, voor de rest van mijn leven, vrees ik”

geboren in Eeklo op 14 februari 1961

werkt sinds september 2004 bij het gemeente-archief van Beveren

Eerste baan: leerkracht geschiedenis en maat-schappelijke vorming a.i.

Hobby’s: lezen, schrijven, reizen, fietsen, zwemmen en alle uitingen van cul-tuur ontdekken, praten met mensen

Inspiratie: de mens giste-ren, vandaag én morgen

carine goossens

Hoe ben je in de archiefsector beland?Al van toen ik nog in de basisschool zat, droomde ik ervan om archivaris te wor-den. Hoewel ik betwijfel of ik toen de term al kende. Het was mijn vader die me liet kennismaken met archief: notu-len, patrimoniumregisters, journalen en manualen van inkomsten en uitgaven, … Hij was toen pas verkozen tot ontvan-ger-griffier van enkele kleine polders en verzamelde de archieven van zijn voorgangers om ze over te maken aan het Rijksarchief. Hij liet me perkament strelen, handgeschept papier voelen, stukjes tekst lezen, sierlijke handschrif-ten bewonderen én die kenmerkende geur opsnuiven. Ik was verkocht, voor de rest van mijn leven, vrees ik. Na mijn studies geschiedenis aan de universiteit van Gent rolde ik snel het onderwijs in. Later werkte ik nog in de sociaal-cultu-rele sector en in het vertaalbureau van mijn echtgenoot. Maar het archief liet me niet los en uiteindelijk werd de roep te sterk. In 2000 schreef ik me in aan de VUB voor de opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer. Daarna kon ik niet meer terug.

waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in? Tijdens mijn opleiding archivistiek liep ik stage in Beveren. Ik ben er achteraf ‘blij-ven plakken’, eerst als deeltijds archiva-ris van het familiearchief de Bergeyck op het kasteel Cortewalle, vanaf 2004 als gemeentearchivaris en sinds vorig jaar ook als verantwoordelijke van het OCMW-archief. Na al die jaren is mijn baan nog steeds boeiend, opwindend en uitdagend. Ik probeer mijn tijd zo accuraat mogelijk te verdelen over mijn drie werkplekken.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig? Samen met een team van vijf gedre-ven medewerkers rol ik in het OCMW momenteel de procedures van over-dracht, consulteren en vernietigen uit, in het gemeentearchief werken we volop aan het inventariseren en de selectie voor vernietiging. Alle depots puilen uit. Om het ritme van de overdrachten te kunnen bijhouden, moeten we elk

jaar gemiddeld zo’n 200 lopende meter afvoeren. Voor zowel het OCMW als de gemeentelijke administratie bouw ik samen met de kwaliteitscoördinator aan nieuwe mappenstructuren ter voorbe-reiding van een digitaal depot. Op het kasteel Cortewalle ontmoet ik dan weer mijn vele trouwe vrienden uit de familie de Bergeyck. Samen met mijn erfgoed-collega organiseer ik af en toe een publieksevenement.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit? ‘s Ochtends begin ik met het beant-woorden van mails. Vaak start om 10.00 u. een overleg met andere diensten. Af en toe ga ik in de middagpauze zwem-men, maar meestal probeer ik al enkele opdrachten te behandelen die uit het voormiddagoverleg zijn gevloeid. ’s Namiddags werk ik aan dossiers of mappenstructuren. Dinsdagnamiddag is voorbehouden voor de collega’s: de ene week voor het teamoverleg, de andere week om hun specifieke opdrachten en taken inhoudelijk te bespreken.

welke ambities koester je? Het beheer van de archieven en de museale collecties van gemeente en OCMW helemaal op punt zetten en onderbrengen in voldoende ruime en klimatologisch verantwoorde depots. Wellicht wordt nog dit jaar de eerste steen gelegd van een nieuw administra-tief centrum waarin ook de archieven onderdak krijgen. Het kunstpatrimonium verhuist volgend jaar naar een nieuw depot in het gerestaureerde kasteel Hof ter Welle. Dat wordt in Beveren de nieuwe draaischijf van de erfgoed-werking. Ten slotte wil ik de procedure van het digitaal archiveren helemaal afronden, inclusief een duurzame oplossing voor de permanente bewaring. Hallo DAV?

Hoe zie je het beroep van archivaris evolueren? De archivaris is vandaag een allround informatiebeheerder. Hoewel ik per-soonlijk heel veel houd van de beide poten van het vak, het statische én het dynamische, vrees ik dat het beroep in de toekomst noodgedwongen zal

worden opgesplitst. Beide aspecten ver-eisen immers een steeds hoger speci-alisatieniveau. Ergens vrees ik dat het culturele luik hiervan het slachtoffer zal worden, hoewel ik mezelf tegen alle vormen van doemdenkerij probeer te verzetten.

(Ter gelegenheid van Nachten van Cortewalle 2015)

META 2016 | 4 | 21

inzet

Page 24: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

openBare BiBliotheek tongeren

Aantal gebruikers: 5712

Collectie: 99.210 stuks

Topstuk: Tijdschriften-collectie

Ons lievelingsstuk: Rupsje Nooitgenoeg in reuzen-formaat

Leukste compliment ooit gekregen: Af en toe krijgen we pralines of chocolaatjes van gebruikers omdat we hen goed geholpen heb-ben of omdat we sugges-ties ter harte nemen. Daar genieten we dan natuurlijk allemaal van!

“ Een kleinere collectie die pertinenter is en meer up-to-date”An Lysens

22 | META 2016 | 4

etalage

De Openbare Bibliotheek van Tongeren

wanneer werd de bibliotheek opge-richt? De Openbare Bibliotheek in Tongeren werd in 1982 opgericht en bevindt zich sinds 1994 in het gebouw van de VELINX, waar ook het cultuurcentrum van Tongeren gehuisvest is. wat maakt de bibliotheek van Tongeren zo uniek? We beschikken over een grote, open ruimte met veel lichtinval. Met continue kleine ‘ingrepen’ aan die ruimte probe-ren we er een aangename plek van te maken voor onze bezoekers om te ver-toeven. Zo kwam er in 2012 een lees-café dat ook dienst doet als polyvalente ruimte bij activiteiten. En vorig jaar nog deden we een grondige herschikking van de bibliotheekrekken op de non-fictie afdeling. Dit laatste met het oog op een duidelijkere presentatie van onze collectie, maar ook om extra lees- en studieruimte te creëren.

Het feit dat we niet beschikken over afgesloten of afgebakende ruimtes, maakt dat plekken zelden of nooit opgeëist worden door bepaalde gebruikersgroepen. Bezoekers worden gedwongen om rekening te houden met elkaar, van hangjongeren of -senioren is bij ons weinig of geen sprake!

Hoe zien jullie de bibliotheek evolue-ren? Bibliotheken evolueren de laatste jaren over heel Vlaanderen van louter uit-leenpunten naar belevenisbibliotheken. Daar is Tongeren geen uitzondering op. Ook wij zetten steeds meer in op acti-viteiten en projecten die onze werking verbreden: gaande van deelname aan het project Boekbaby’s en voorleesuur-tjes op zaterdag, tot ontbijtlezingen en allerhande samenwerkingen met lokale partners.

Op vlak van collectievorming willen we evolueren naar een kleinere collectie die pertinenter is en meer up-to-date. We steken dan ook behoorlijk wat tijd in het grondig afvoeren van oude materialen.

En wat maakt het bibliotheekteam uniek? Elk lid van het team heeft natuurlijk zijn of haar eigen takenpakket maar daar-naast is elke bibliotheekmedewerker maximaal op de hoogte van alle biblio-theektechnische taken. Dat maakt dat we elkaars plaats moeiteloos kunnen innemen in geval van afwezigheid.

Hoe zou je de teamspirit omschrijven? De bibliotheekwereld staat voor de grote uitdaging om zichzelf te blijven waarmaken. Dat vraagt behoorlijk wat aanpassingsvermogen van ons alle-maal, maar het zet ook de nodige druk. Iedereen gaat daar uiteraard op zijn eigen manier mee om, maar we merken wel dat hoe meer projecten er slagen en hoe tevredener onze klanten, hoe positiever het effect op de groep. Een duidelijke richting helpt hierbij trouwens ook al een heel eind.

Ons team bestaat ondertussen niet alleen meer uit vaste medewerkers, maar ook uit heel wat voorlees- en andere vrijwilligers. Het enthousiasme van de vrijwilligers geeft een extra dynamiek in de groep, het zegt iets over hoe open-minded we zijn als ‘anderen’ zich zo gemakkelijk bij ons thuis voelen.

welke achtergrond hebben de team-leden?De bibliotheek heeft sinds enkele jaren een nieuwe bibliothecaris, zij studeerde communicatiewetenschappen en heeft een achtergrond in het marktonderzoek. Daarnaast telt de bib tien personeels-leden met een diverse achtergrond: een projectmedewerker met brede ervaring in het jeugdwerk, een administratief medewerker en 8 bibliotheekassistenten en -bedienden waarvan de meesten een bibliotheekopleiding genoten hebben.

welke eigenschappen, vaardigheden of interesses zijn cruciaal om in dit team te functioneren?Naast flexibiliteit en een passie voor het bibliotheekgebeuren, is het belang-rijk om oog te hebben voor wat leeft

Page 25: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

“ IN DE NABIJE TOEKOMST WILLEN WE GRAAG EEN TAALPUNT OPENEN EN OOK HET PROJECT BIB OP SCHOOL ZAL EXTRA AANDACHT kRIJGEN.

V.l.n.r. : Viviane, Ellen, Carine, Jef, Hans, An en Annemie.Ontbreken op de foto: Manuela, Godelieve, Ann en Myriam.

META 2016 | 4 | 23

etalage

bij onze bezoekers, hierin een oppor-tuniteit te zien en erop in te durven spelen. Om een voorbeeld te geven: we merken dat steeds meer jongeren de weg vinden naar de bib om er te komen studeren. Tijdens de afgelopen blokperi-ode hebben we hierop ingespeeld door snacks en gratis koffie te voorzien. Een berichtje op facebook was voldoende om ervoor te zorgen dat alle studie-plekjes gedurende enkele weken bezet waren.

In deze context is een regelmatig con-tact met de klant ook een absolute must. Daarom staat elke medewerker op zijn minst enkele uren per week aan de balie.

welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? In de nabije toekomst willen we graag een Taalpunt openen en ook het project Bib op School zal extra aandacht krij-gen. Daarnaast blijven we op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen.

En uiteraard is het op dagelijkse basis een ambitie om te werken aan klantte-vredenheid via een zo breed mogelijk aanbod voor onze bezoekers, zowel wat betreft collectie als wat betreft activitei-ten. Het bezoekersaantal zit de laatste jaren in stijgende lijn en dit willen we zeker graag doorzetten!

Page 26: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

algemene ledenvergadering 2016foto’s: Marc Engels

SteM

Mercatormuseum

24 | META 2016 | 4

signaleMent

Page 27: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 25

signaleMent

Page 28: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

VuBis: 40 Jaar bibliotheekautomatiseringStefaan renard en Patrick Vanouplines, Vrije Universiteit Brussel

Ongeveer veertig jaar geleden werd aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) gestart met VUBIS. Dit artikel schetst de aanleiding tot en de evolutie van het bibliotheekbeheersysteem door de jaren heen. Wat startte als een gedurfd lokaal initiatief groeide uit tot een internationaal gebruikt systeem door samenwerking met andere bibliotheken en commerciële partners.

Na de splitsing van de Université Libre de Bruxelles (ULB) in 1969 moest de VUB op zoek naar een oplossing voor haar bibliotheekwerking. In 1971 werd in de bibliotheekcommissie al principieel gesteld dat automatisering van de VUB-bibliotheek in de toekomst onontbeer-lijk zou zijn. In afwachting van de aan-stelling van een hoofdbibliothecaris was de Antwerpse hoofdbibliothecaris van het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen H.D.L. Vervliet door de academische over-heid ingeschakeld als bibliotheekdeskun-dige om een studie te maken betreffende de inplanting, structuur en werking van de VUB-bibliotheek op de nieuwe cam-pus Oefenplein. In een van zijn advie-zen verwees hij naar de vakliteratuur die stelde dat automatisering onvermijdelijk was vanwege de informatiegroei, maar merkte hij op dat er voor wat betreft de kosten weinig gegevens beschikbaar waren. In 1972 werd het organigram van de bibliotheek voorgesteld aan de Raad van Bestuur van de VUB. Er werd een

afdeling ‘automatie’ met drie medewer-kers voorzien.

Begin 1973 werd de eerste automatise-ringstap voor het catalogusbeheer gezet. Het Bielefelder Katalogsystem (BIkAS) systeem van de Universiteit van Bielefeld dat aangeboden werd door de RTT werd niet weerhouden. Het bevond zich nog in een testfase en de RTT had er onvol-doende ervaring mee. Er werd gekozen voor een offline batchsysteem op pons-banden, genaamd Oriel Intermediate Cataloguing System van Oriel Computer Services, dat toen net in gebruik geno-men was op de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA), waar Vervliet sinds de zomer van 1972 hoofdbibliothecaris was geworden. Vervliet had dit Computer Output Microfilm (COM) systeem samen met de Engelse firma Oriel Computer Services op punt gesteld voor de UIA. De beschrijvingen werden eerst op fotoko-pie voorbereid en dan ingeponst en naar Engeland gestuurd. Van die ponsbanden

werden dan eerst drie keer lijsten afge-drukt om wat ingeponst was te kunnen verbeteren, waarna de definitieve versies op microfiches werden gezet door Oriel. Elke microfiche kon tot 10.000 bibliogra-fische beschrijvingen bevatten. Er werd in de eerste fase gekozen voor een drie-maandelijkse auteurscatalogus, titelca-talogus en catalogus op basis van de Universele Decimale Classificatie (UDC). Deze fiches konden worden geconsul-teerd met microfichelezers. Het catalo-gusbeheer op microfiche had verschil-lende voordelen t.o.v. de traditionele fichebakken: het was minder arbeidsin-tensief en de gegevens waren machine-leesbaar. Door te kiezen voor deze oplos-sing kon bovendien worden bespaard, aangezien de afdeling catalogusbeheer niet noodzakelijk was.

Het batchsysteem was een eerste stap in de richting van automatisering, maar het systeem had ook nadelen. Doordat Oriel de verwerking in Engeland deed traden er

26 | META 2016 | 4

artikel

Page 29: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

“ WAT IN 1975 STARTTE ALS EEN GEDURfD LOkAAL PROJECT VOOR DE VUB IS DOOR DE JAREN HEEN UITGEGROEID TOT EEN PRODUCT DAT VEERTIG JAAR LATER IN 19 LANDEN WERELDWIJD GEBRUIKT WORDT DOOR MEER DAN 300 BIBLIOTHEkEN.

communicatieproblemen op en de exper-tise met betrekking tot de automatisering zat bij het commerciële bedrijf. Naarmate de catalogus groeide stegen de kosten van het systeem en werd het lastiger de catalogus te consulteren, omdat die op verschillende microfiches gezet moest worden. De procedure met verschillende verbeteringen was omslachtig en de ponsmachines waren zeer lawaaierig. De kwaliteit van de microfiches en de biblio-grafische beschrijvingen was niet goed en in het bijzonder de leesbaarheid van de gedrukte versie liet te wensen over.

HET PILOOTPrOjECTVandaar dat de nieuw aangestelde VUB-hoofdbibliothecaris, professor Micha Namenwirth, in het najaar van 1974 een “Voorstel betreffende de automatisatie van de Centrale Bibliotheek” indiende bij de bibliotheekcommissie. De biblio-theek had toen net geen veertig mede-werkers. De enige manier om het per-soneelsbestand zo beperkt te houden terwijl de bibliotheekcollecties groeiden, was volgens zijn voorstel te investeren in een geïntegreerde online computertoe-passing voor alle bibliotheekfuncties. De beschikbare technologie was al uitgetest door zijn medewerker Marc Verpoorten. Hoewel Verpoorten geen informati-cus was, had hij op een paar dagen tijd zeer beloftevolle tests kunnen uitvoe-ren in een MUMPS-omgeving op een Digital Equipment Corporation (DEC) PDP-minicomputer. De beschikbaar-heid van de MUMPS-taal stond als het

META 2016 | 4 | 27

artikel

Page 30: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

sleutelelement in het voorstel vermeld. MUMPS (Massachusetts General Hospital Utility Multi-Programming System) of kortweg M, is een ontwikkelomgeving die oorspronkelijk ontwikkeld was voor de gezondheidszorg. Via de invoerder van de DEC PDP-minicomputer had de bibliotheek contact opgenomen met het Brusselse Interactive Systems, dat gespe-cialiseerd was in M-toepassingen voor de medische wereld. Namenwirth vroeg aan de VUB-overheid toestemming een online systeem te ontwerpen, te testen en installeren binnen een periode van twee tot drie jaar. Hij stelde dat de risi-co’s redelijk waren doordat Interactive Systems de verantwoordelijkheid van het belangrijkste stuk op zich zou nemen, er talent in de bibliotheek inzetbaar was en dat de hardware en de programmeerom-geving beschikbaar waren op de markt. Eind 1974 kreeg de hoofdbibliothecaris toestemming van de Raad van Bestuur om een bestaand budget voor de aan-koop van referentiewerken voor een groot deel aan te wenden voor de automatise-ring. Na talrijke vergaderingen met het Rekencentrum werd in 1975 beslist de ontwikkeling te doen op een minicom-puter en niet op het mainframe van het Rekencentrum. Eigenaar Cox van Oriel Computer Services werd gepolst mee te werken aan het vooruitstrevende project, maar die had geen vertrouwen in de haal-baarheid ervan en sloeg het aanbod af. Ook de UIA wou niet samenwerken, hoe-wel zij een identiek batchsysteem hadden.

In de zomer van 1975 kon het project echt van start gaan. Onder leiding van Namenwirth werkten Verpoorten en de pas aangeworven Gerrit Alewaeters in samenspraak met Interactive Systems aan de haalbaarheidsstudie en analyse van het basissysteem bestaande uit het catalogusbeheer en de opzoeking door het publiek. De algemene vereisten voor het systeem waren:• geïntegreerd, online, interactief en op

een minicomputer lopen,• de bestaande catalogiseringsregels van

het Oriel-systeem behouden,• aangepast zijn aan de academische

bibliotheek, maar voldoende eenvou-dig blijven,

• een centrale plaats geven aan de noden van de bibliotheekgebruikers (o.a. intuï-tief, snelle responstijden, gebruiksvrien-delijk en meertalig): het uitgangspunt was de publieke catalogus,

• compatibel zijn met het MARC-formaat,• een compromis zijn van de noden van

de verschillende gebruikers(-groepen).

Begin 1976 werd gestart met het eer-ste programmeerwerk op de minicom-puter bij Interactive Systems. De naam VUBIS (een lettercombinatie van VUB en Interactive Systems) wordt vanaf 1977 gebruikt voor het nieuwe systeem. Het was een race tegen de klok om het sys-teem te kunnen demonstreren tijdens het IfLA-congres in Brussel. Tegen eind 1977 draaide VUBIS proef op de minicomputer van Interactive Systems. Er was experi-mentele toegang tot de catalogus van-uit de VUB-bibliotheek. Op 23 mei 1978 werd VUBIS formeel goedgekeurd door de VUB. Er werd een eigen minicomputer aangeschaft en in de Centrale Bibliotheek op de nieuwe campus Oefenplein geïn-stalleerd. In de bibliotheektechnische diensten en leeszalen werden terminals geïnstalleerd. In Europa was de VUB-bibliotheek een van de eerste die een online publiekscatalogus kon aanbieden. Vele geïnteresseerden uit binnen- en bui-tenland werden in de VUB-bibliotheek ontvangen voor demonstraties van het systeem. Het basisbestand was de mag-neetband van Oriel met ongeveer 60.000 beschrijvingen, maar gezien de lage kwa-liteit van de beschrijvingen moest in het nieuwe systeem ook aandacht besteed worden aan catalogusverbeteringen.

Op initiatief van de Belgische regering werd er sinds 1974 onderzocht wat de mogelijkheden waren om te komen tot een nationaal gemeenschappelijk catalo-gussysteem. Eind 1978 werd VUBIS geko-zen als basis voor een pilootproject in het kader van het Nationaal Catalografisch Systeem (het zogenaamde CAT-project) voor een collectieve Belgische catalogus. Maar na jaren vergaderen verzandde het project voornamelijk om politieke rede-nen. Gelijkaardige initiatieven in het bui-tenland waren wel succesvol (bijvoor-beeld het Nederlandse PICA). Door de mislukking van het CAT-project had de ontwikkeling van VUBIS wel vertraging opgelopen.

DE NEDErLANDSE CONNECTIEOndertussen lagen de analyses voor een nieuwe versie te wachten op implemen-tatie. Een nieuwe versie was ook nood-zakelijk omdat er een nieuwe ANSI-gestandaardiseerde M-versie beschikbaar

was en het risico bestond dat de oude versie op nieuwe hardware niet meer ondersteund zou worden. Bij VUBIS I lag de nadruk vooral op het oplossen van eigen VUB-noden, bij de nieuwe versie zou er een verschuiving plaatsvinden naar een meer generieke oplossing, niet alleen voor het catalogusbeheer en de publiekscatalogus, maar ook voor uitleen, aanwinsten en tijdschriften. Er was ook een eerste klant voor het opstellen van een bibliografie.

Maar de VUB-bibliotheek moest in 1981 plots op zoek naar een nieuwe partner. Interactive Systems besloot immers, tot ontzetting van Namenwirth, zijn werk-zaamheden in België stop te zetten. Er werd o.a. gedacht aan een samenwer-king met Emory University in Atlanta, die eerder al interesse had getoond in VUBIS. Met Emory werd overeengeko-men een haalbaarheidsstudie te schrij-ven. Alewaeters deed een zeer succes-volle VUBIS-demonstratie in Atlanta op de lokale computer. Maar tot teleurstel-ling van de Emory-bibliothecaris kreeg hij geen groen licht van zijn academische overheid omdat alle nieuwe initiatieven tijdelijk werden geblokkeerd.

Een nieuwe partner werd uiteindelijk dicht bij huis gevonden dankzij Verpoorten. Hij had in de zomer van 1977 de VUB verla-ten, om te gaan werken voor Interactive Systems, en werd in 1982 bibliothecaris van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Verpoorten stelde voor het COM-systeem te vervangen door VUBIS. Het duurde nog verschillende maanden voor hij zijn academische overheid en vooral het Rekencentrum kon overtuigen, maar in 1983 kon een samenwerkingsverband met de VUB worden gestart, waarbij beide universiteiten voor de helft eige-naar werden van VUBIS. Er werd gestart met de gezamenlijke ontwikkeling van VUBIS II. De eerste versie werd in 1985 in gebruik worden genomen op de VUB.

In Antwerpen was men gebruik blij-ven maken van het Oriel-systeem. Ook toen Oriel failliet ging, bleef men trouw aan Cox om een nieuw systeem te ont-wikkelen. Dit automatiseringsproject mislukte, waarna het Antwerpse biblio-theeknetwerk in 1986 alsnog koos voor VUBIS. Hiervoor werd een samenwer-kingsovereenkomst met de VUB afge-sloten waarbij de Universiteit Antwerpen

28 | META 2016 | 4

artikel

Page 31: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

(UA) een gebruiksrecht op VUBIS kreeg en de mogelijkheid een Antwerps biblio-theeknetwerk uit te bouwen. Ook werd er een informaticus aangeworven. Andere VUBIS-gebruikers waren op dat ogenblik de Openbare Bibliotheek Eindhoven, de Zeeuwse bibliotheek en de Openbare Bibliotheek Turnhout.

Er was ondertussen zoveel interesse voor VUBIS dat er gezocht werd naar een oplossing voor de commercialise-ring. Er waren voor de hoofdbibliotheca-rissen Verpoorten (TU/e) en Namenwirth (VUB) drie mogelijke denkpistes, die elk hun voor- en nadelen hadden:• oprichting van een internationale ver-

eniging zonder winstoogmerk;• uitbating door een commercieel bedrijf;• oprichting van eenheden binnen beide

universiteitsbibliotheken belast met de commercialisering.

Na maandenlange informele onderhande-lingen over de drie opties nam Verpoorten in 1987 de beslissing een eigen bedrijf op te richten en ontslag te nemen aan de TU/e. Hoewel Namenwirth er bij hem op aangedrongen had om samen te werken met een bestaand bedrijf, was Verpoorten vastbesloten een eigen bedrijf op te rich-ten. Een belangrijk argument hierbij was dat VUBIS ook ‘multi-user’ voor DOS beschikbaar was, dat er daardoor ook VUBIS voor middelgrote bibliotheken op pc’s geïnstalleerd konden worden en dat er qua hardware dus een zeer lage drem-pel was voor de commercialisering.

DE COMMErCIALISErINgOnder deze omstandigheden was er voor beide universiteiten geen andere keuze dan samen te werken met Verpoorten. Geen enkel ander bedrijf had zijn kennis op het gebied van bibliotheekautoma-tisering en kennis van VUBIS in het bij-zonder. Op de technologiebeurs flanders Technology was bovendien gebleken dat er veel interesse was voor VUBIS. Om de commercialisering uit te besteden slo-ten VUB en TU/e een overeenkomst met ODIS. Het nieuwe bedrijf kreeg het alleen-verkooprecht tot eind 1990, maar alle nieuw ontwikkelde software bleef eigen-dom van beide universiteiten.

VUBIS II was bijna volledig afgerond: de bestelmodule was operationeel en de module voor de tijdschriftenadministra-tie bijna. In 1989 had ODIS een vijftigtal

systemen verkocht. VUBIS draaide in uni-versiteiten, openbare bibliotheken, docu-mentatiecentra, bedrijven en zelfs in een klooster. Er werden nieuwe contracton-derhandelingen tussen ODIS en de beide universiteiten gestart. ODIS probeerde het (mede-)eigendom van VUBIS te ver-werven, maar dit lukte uiteindelijk niet omdat er geen formule gevonden werd om de universiteiten te beschermen bij een faillissement of overname van ODIS. In 1991 werd er een nieuwe samenwer-kingsovereenkomst gesloten tot eind 1997 met als streefdoel de ontwikkeling van VUBIS III. Het ontwikkelen van een standaardversie van VUBIS had de hoog-ste prioriteit. Eigen VUBIS-ontwikkelingen moesten zoveel mogelijk worden onder-gebracht in de standaardversie. De VUBIS-samenwerking tussen VUB en UA werd verlengd tot eind 1998. Ondertussen sloot ODIS een belangrijk akkoord met CEVI (Centrum voor Informatica), dat de VUBIS-commercialisering in Oost- en West-Vlaanderen zou doen, en werden de eerste stappen op de franse markt gezet. ODIS had twee kantoren: een in Nederland en een in België. In zeven jaar tijd groeide ODIS uit tot marktleider in België en Nederland, en ook in Frankrijk begon VUBIS succesvol te zijn. Ongeveer tweehonderd bibliotheken gebruikten VUBIS. Het feit dat VUBIS kon draaien op pc’s maakte het product zeer toegan-kelijk, zelfs voor kleinere bibliotheken. Bij ODIS had men dit goed ingeschat.

In september 1994 nam Namenwirth het initiatief nog eens na te denken over de eigendomsrechten voor VUBIS. Een van de aandachtspunten waren de essenti-ele verschillen tussen twee categorieën van VUBIS-gebruikers: een grote groep

was louter ODIS-klant, maar er was ook een kleine groep die eigen VUBIS-toepassingen vervaardigde, in het bijzon-der de UA. Het probleem was de eigen-dom van de zelf vervaardigde software. Contractueel behoorde al die software VUB en TU/e toe, maar dit was niet fair naar de makers toe. Het werd toen ook duidelijk dat er een grafische (Windows-)client ontwikkeld moest worden. Hiervoor zouden mogelijk andere partners inge-schakeld moeten worden. Namenwirth dacht daarom aan het oprichten van een internationale vereniging zonder winst-oogmerk waar de eigendom van VUBIS werd neergelegd. Maar enkele maanden later bleek dat het Canadese software-bedrijf Geac Computer Corporation een overname van ODIS plande.

DE INTErNATIONALISErINgOp 1 januari 1995 verkocht Verpoorten ODIS aan Geac. De ontwikkeling, verkoop en ondersteuning van VUBIS werden voortgezet vanuit de bestaande ODIS-kantoren met de bestaande medewer-kers. Er werd een addendum toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst met de universiteiten om de gevolgen van de overname formeel te regelen. In tegen-stelling tot ODIS had Geac het recht concurrerende bibliotheektoepassingen te (blijven) ontwikkelen en verkopen. Het Canadese bedrijf was toen een van de grootste concurrenten van VUBIS en wou met de overname zijn positie op de Europese bibliotheekmarkt versterken.

VubisWeb, een webgebaseerde publieks-catalogus, werd aangeboden in 1996. Een paar jaar later volgde Vubis 4 Windows, een Windows-interface i.p.v. de tekstge-baseerde terminaltoepassing. Er werd

META 2016 | 4 | 29

artikel

Page 32: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

gewerkt aan een nieuwe samenwer-kingsovereenkomst tussen VUB, TU/e en Geac. Pogingen om de UIA als medebe-langhebbende in de verdere uitbouw van VUBIS te betrekken mislukten en de UIA besloot de samenwerking stop te zetten en verder te werken aan Brocade. In 1998 ging Namenwirth met pensioen en werd Verpoorten hoofdbibliothecaris van de VUB.

Sinds eind 1999 werd er gewerkt aan een grondig herziene VUBIS-versie, Vubis Smart, die in 2002 op de markt kwam. De nadruk lag op flexibiliteit en perso-nalisering. Een nieuwe bloeiperiode voor VUBIS kon beginnen, ook omdat Geac besliste, na een interne vergelijking met haar andere bibliotheektoepassingen (Advance, GeacPlus, GLIS en LIBS 100), voortaan alleen nog Vubis Smart verder te ontwikkelen. Een extra product werd toegevoegd aan de productportfolio: de op de OpenURL-standaard gebaseerde linkgenerator V-link.

HET HUIDIgE SAMENwErKINgSVErBANDIn 2005 werd Geac inclusief de biblio-theekdivisie overgenomen door Golden Gate Capital, een Amerikaans private equity bedrijf. In die periode werd V-spaces (federated search) voorgesteld en V-sources (beheer elektronische bron-nen) aangekondigd.

Na een korte periode bij Extensity Library Solutions werd de bibliotheekdi-visie bij Infor ondergebracht, een groot Amerikaans softwarehuis dat zich voor-namelijk specialiseert in ERP-systemen. De continuïteit bleef verzekerd, aange-zien alle personeelsleden in dienst bleven. Twee jaar later werd het volledig webge-baseerde V-smart voorgesteld. Voortaan was alleen een browser nodig om VUBIS te gebruiken. De volgende stap was het vernieuwen van de WebOpac. Iguana werd ontwikkeld als een portaal dat zowel de catalogus als de website kon ontsluiten

en waarbij er veel informatie geïntegreerd kon worden die aangestuurd werd vanuit het bibliotheeksysteem (bijv. een carrou-sel met nieuwe aanwinsten). Tegelijkertijd werd ook een toepassing voor statistische analyse, V-insight, gelanceerd, waarbij de bibliothecaris op eenvoudige wijze grafie-ken tevoorschijn kan toveren zonder een beroep te moeten doen op een spread-sheet-programma.

TU/e besloot in 2011 haar deelname aan de VUBIS-samenwerking te stoppen, maar bleef wel Vubis-gebruiker. Infor en VUB sloten een nieuwe overeenkomst waarbij de commerciële partner mede-eigenaar werd van het VUBIS-portfolio.De focus ligt nu op de zes producten in het portfolio: V-smart, V-insight, V@school, V-link, Iguana en V-eyeQ. V@school laat toe dat lagere scholen aansluiten bij een V-smart/Iguana-bibliotheek, waarbij ze beschikken over een eigen ruimte die aan-gepast is aan de noden van een schoolbi-bliotheek. Tegelijk kunnen ze mee genie-ten van de functionaliteit van het grotere systeem en kunnen ze gebruik maken van een gecentraliseerde V-link. V-eyeQ is een toepassing die analyses en voorspellingen voor het collectiebeheer maakt op basis van verzamelde statistieken.

CONCLUSIEWat in 1975 startte als een gedurfd lokaal project voor de VUB is door de jaren heen uitgegroeid tot een product dat veertig jaar later in 19 landen wereldwijd gebruikt wordt door meer dan 300 bibliotheken, o.a. de openbare bibliotheken van Parijs, het bibliotheeknetwerk in Gelderland, de universiteit van Nairobi, de Zwitserse blin-denbibliotheek (SBS) en de bibliotheek van het Vaticaan.

Samenwerking met externe partners is een constante in het verhaal en een belang- rijke factor voor het succes gebleken. In eerste instantie met een commerciële partner die de technologie in huis had om het pilootproject mogelijk te maken,

nadien de universitaire partner TU/e en vervolgens de opeenvolgende commer-ciële partners. Waarbij het VUBIS-team van die commerciële partners ondanks de overnames grotendeels hetzelfde bleef door de jaren heen, zodat de continuïteit verzekerd bleef voor het project.

De motor van VUBIS is al die jaren ook M gebleven. De omgeving is zich blijven ontwikkelen tot het huidige Caché van InterSystems en valt onder de noemer van wat men momenteel een noSQL-data-base noemt. Caché is niet alleen een sta-biele en performante database met een grote schaalbaarheid die op verschillende besturingssystemen werkt (Windows-, Linux- en Unix) maar ook een krachtige ontwikkelomgeving.

Op het vlak van innovatie is ook bin-nen de bibliotheekautomatisering het SMAC-paradigma van toepassing: soci-aal, mobiel, geïntegreerde analyse en de cloud zijn de voornaamste krachten ach-ter de productontwikkeling. Zo wordt er in V-smart Air (de meest recente versie) gebruik gemaakt van responsive design. In de volgende versie zitten koppelingen met V-insight om relevante grafieken te integreren en met Skype om bibliotheek-medewerkers op andere manieren met elkaar en met klanten te laten communi-ceren. Belangrijke troeven van de meeste bibliotheken zijn hun klantenbestand, hun laagdrempeligheid en integratie in de lokale context (de lokale klanten, de lokale gemeenschap, de lokale studen-ten, enz.). Het is belangrijk daar op voort te bouwen in de producten. Iguana DAM (Digital Asset Management) biedt bij-voorbeeld de mogelijkheid om de lokale erfgoedcollectie in de kijker te zetten.

En zo blijven we vanuit de VUB het pro-duct ook na veertig jaar verder innoveren in samenwerking met onze commerciële partner.

30 | META 2016 | 4

artikel

Page 33: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 31

de Vraag

Waar vind ik anderstalige boeken?Patrizia Civetta, foyer vwz

In het najaar van 2012 startte foyer vzw een pilootproject interculturele procesbegeleiding op in vijf Nederlandstalige Brusselse bibliotheken. In samenwerking met de bibliotheken werden verschillende activiteiten uitgewerkt met als einddoel een duurzame, drempelverla-gende en toegankelijke werking van de bib voor een divers publiek.

“ DE ZOEkTOCHT NAAR EEN GESCHIKT BOEK DAT METEEN OOK BESCHIKBAAR IS IN DE VEREISTE TALEN IS NIET ALTIJD EVEN EVIDENT.

Op basis van zijn jarenlange expertise rond meertaligheid spitste foyer zich daarbij onder meer toe op verschillende initiatieven rond meertalig voorlezen. Zo werden de meertalige voorleesuurtjes in het leven geroepen. Daarbij wordt een-zelfde verhaal in twee talen voorgelezen door native speakers en gaan de kinde-ren daarna spelenderwijze aan de slag met het verhaal en de gebruikte talen.

Dat meertalig voorleesuurtje heeft een aantal doelstellingen. In de eerste plaats wil het de taalkennis van de kin-deren vergroten (Nederlands + thuis-taal). Het voorlezen in de thuistaal van een kind staat de ontwikkeling van het Nederlands niet in de weg, integendeel: een sterke basis in de moedertaal bete-kent dat het kind ook beter andere talen zal aanleren. Het voorlezen vergroot

ook de waardering van de thuistaal en dus ook de meervoudige identiteit van de kinderen. Het stimuleert de aandacht voor verschillende talen en de open-heid voor alle talen en culturen. Dankzij ouderbetrokkenheid en netwerkvorming kan niet alleen ingespeeld worden op de talenten van de kinderen maar ook op die van de ouders en kunnen nieuwe partners (bijv. zelforganisaties, asiel-centra, ...) aangetrokken worden.

De zoektocht naar een geschikt boek dat meteen ook beschikbaar is in de vereiste talen is niet altijd even evident. Wat het aanbod betreft, kan je in eer-ste instantie een beroep doen op het bestaande aanbod van boeken in meer-dere talen:• Tweetalige boeken: er is een kleine

Nederlandstalige markt voor twee-talige boeken met als belangrijk-ste spelers het Nederlands Jeugd Instituut (boeken in het Nederlands, Arabisch, Turks en Papiamento), en het initiatief Nik-Nak (tweeta-lige boekjes in een 15-tal talen).

• Vertaalde literatuur: een aantal bekende prentenboeken is vertaald in verschillende talen. Het Vlaams fonds voor de Letteren ondersteunt buitenlandse uitgeverijen die een titel van een Vlaamse auteur uitgeven met vertaal- en productiesubsidies.

• In Brussel zijn er een aantal gespe-cialiseerde bibliotheken aanwezig zoals Espace Magh met boeken in het Arabisch (www.espacemagh.be), Instituto Cervantes met boe-ken in het Spaans (http://bruselas.cervantes.es), Oca Brasilis asbl met boeken in het Portugees (http://oca-mebrasil.org), enz. De bibliotheken van Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek en Sint-Joost hebben sinds kort een splinternieuwe collectie van kin-derenboeken in het Arabisch.

• Woordeloze boeken / silent books: deze boeken hebben als voordeel

dat ze zonder taal werken en elke verteller dus zijn eigen verhaal kan verzinnen. Een lijst van woor-deloze boeken is opgesteld in het kader van een project rond het sti-muleren van lezen en voorlezen voor vluchtelingen in Lampedusa: (www.ibby.org/fileadmin/user_upload/silent_books_Lampedusa_Exhibition_catalogue.pdf).

• Literatuur in de originele taal: een mooi initiatief dat hieraan tegemoet komt is de O Mundo-collectie van Iedereen Leest (www.omundo.be). Deze pakketten bevatten originele boeken uit alle hoeken van de wereld met telkens een Nederlandstalige ver-taling , audiofragmenten en nuttige doetips voor in de klas en de bib.

Lijsten van mooie prentenboeken zijn te vinden op de volgende websites:• www.ibbyeurope.org/books_in_

European_languages: IBBY-databank met de top-10 van boeken van elk Europees IBBY-land (van pren-tenboek tot Young Adults);

• www.ifla.org/nod: overzicht van lievelingsprentenboe-ken van bibliothecarissen

• www.bookfair.bolognafiere.it/en/bologna-ragazzi-award/win-ners-2015/2225.html: lijsten van de winnaars van de prijzen voor beste prentenboek van het jaar

• www.ijb.de/spezialbibliothek/white-ravens-2014.html: de Internationale JugendBibliothek heeft lectoren voor heel veel taalgebieden/landen en zij selecteren het mooiste uit elk land, zowel prentenboeken als romans

• www.imarabe.org/page-sous-sec-tion/les-coups-de-coeur-de-la-mediatheque-jeunesse: het Parijse Institut du monde arabe heeft een uitgebreide collectie van boeken voor kinderen en volwassenen.

© w

ww

.flic

kr.c

om/p

hoto

s/fo

tobi

b/ (

CC

)

Page 34: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Creatief Schrijven: wegwijs in het schrijflandschapAnneleen winten en Barbara Delft

De organisatie Creatief Schrijven vzw helpt mensen om schrijfdrempels te overwinnen zodat ze vriendschap sluiten met hun pen. Onderzoek toont aan dat mensen die vaak verhalen, gedichten of columns schrijven tussen de vijf en negen boeken per half jaar lezen en ook geregeld een biblio-theek bezoeken. Creatief Schrijven vzw ziet bibliotheken dan ook als een belangrijke partner om lees-en schrijfbevordering in elkaar te klikken.

De organisatie Creatief Schrijven vzw, opgestart met één vaste werknemer in 2002, heeft ondertussen haar vleugels stevig uitgeslagen. De destijds 25-jarige An Leenders, die nu nog steeds aan het hoofd van de organisatie staat, dacht: ik probeer eens iets nieuws. En ze heeft blijkbaar goed gedacht, want het aantal schrijfinitiatieven neemt nog steeds toe en steeds meer mensen kloppen aan voor schrijfhulp. In het hoofdkwartier op de Waalse kaai in Antwerpen gonst het van de bedrijvigheid. Maar wat doet Creatief Schrijven vzw nu precies? En wat kan Creatief Schrijven vzw jouw bibliotheek bieden?

ExPErTISECENTrUM LITErAIr SCHrIjVEN “Een overkoepelende organisatie zijn voor niet-professionele schrijvers en literaire organisaties,” zo luidt de decretale opdracht van de organisa-tie Creatief Schrijven vzw die erkend is op het decreet amateurkunsten. Vrij vertaald klinkt dat volgens directeur An Leenders als: “wij willen zoveel moge-lijk schrijfdromen waarmaken en zoveel mogelijk mensen in de pen doen krui-pen omdat we geloven in de kracht van het geschreven woord. Volgens onder-zoek schrijft meer dan een half miljoen mensen geregeld verhalen, gedichten, columns of blogteksten. Maar eigen-lijk zijn er veel meer mensen dage-lijks met taal bezig. Ook Twitteren en facebookposts zijn een vorm van schrij-ven. Hoe leuker iemand een boodschap overbrengt, hoe meer volgers of likes. Creatief Schrijven vzw helpt mensen om hun gedachten te ordenen en/of een bepaalde boodschap goed te verwoor-den en scherpt bovendien ook de crea-tiviteit, twee competenties die in onze huidige samenleving broodnodig zijn.”

Schrijfdromen realiseren doet de orga-nisatie o.a. door mensen wegwijs te

maken in het literaire landschap. Ze toont geïnteresseerden de weg naar het aanbod aan cursussen, workshops en wedstrijden die in Vlaanderen georga-niseerd worden. De informatie wordt overzichtelijk ontsloten op de website, die o.a. ook een schrijfgids bevat met info over thema’s als publiceren, debu-teren, uitgeven in eigen beheer, fantasy, enz. Daarnaast geeft Creatief Schrijven vzw vier keer per jaar het magazine VERZIN uit. Het tijdschrift geeft geïnte-resseerden een inkijk in het schrijfproces van een bekende auteur en bevat con-creet schrijfadvies.

EEN EIgEN STEMIs het dan de betrachting van de orga-nisatie om van iedereen een professio-neel auteur te maken? “Nee, uiteraard niet,” reageert An Leenders, “schrijfple-zier staat centraal.” En dat schrijfplezier stimuleert Creatief Schrijven vzw ook via een eigen aanbod aan schrijfcursus-sen, zowel voor beginners als gevor-derden. Gaande van een cursus reis-verhalen over autobiografisch schrijven tot toneelteksten, het aanbod is ruim. Wie wil doorstromen naar professio-neel niveau kan de SchrijversAcademie volgen. kritische stemmen durven wel eens denigrerend te doen over schrijf-scholen. Daniel Billiet, auteur en één van de vaste schrijfdocenten van Creatief Schrijven vzw, relativeert die kritiek: “Er zullen altijd mensen zijn die zelfs na jaren cursus te hebben gevolgd, geen vooruitgang lijken te boeken. Het echte talent bestaat erin dat je de wenken snel oppikt en er je eigen ding mee doet.”

Naast cursussen biedt Creatief Schrijven vzw ook manuscriptbegeleiding aan en een opleiding voor wie schrijfdocent wil worden.

Schrijven is meestal een eenzame bezig-heid. Elke schrijfliefhebber heeft dan

ook af en toe nood aan frisse lucht en contacten met schrijfgenoten. Daarom organiseert Creatief Schrijven vzw ook jaarlijks in een andere provincie de Schrijfdag, de literaire hoogdag voor en door (amateur)schrijvers. De organisa-tie laat er nieuwe en andere stemmen horen en creëert ruimte voor debat en ontmoeting. Op het programma staan workshops, lezingen, gesprekken met gerenommeerde spelers uit het boeken-vak en de mogelijkheid om een manus-cript te pitchen bij een uitgever en/of feedback te krijgen op een vooraf inge-stuurde tekst. Het is dé ontmoetings- en netwerkdag bij uitstek voor al wie graag schrijft. De volgende editie vindt in 2017 plaats in Antwerpen.

32 | META 2016 | 4

oVer de schutting

Page 35: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

“ TIJDENS VOORRONDES IN VERSCHILLENDE BIBLIOTHEKEN PALMEN MEER DAN 40 JONGEREN HET PUBLIEk IN MET HUN WOORDEN.

tips Voor schriJfeVents in de BiB

SchrijfcursusVan een cursus reisverhalen over poë-

zie tot blogteksten schrijven. Creatief

Schrijven vzw levert graag een geschikte

cursusformat en een docent op maat van

de wensen van jouw bibbezoeker.

Txt-on-stage Performance en slamdichters program-

meren tussen de boeken werkt. Getuige

daarvan is de txt-on-stagewedstrijd Naft

voor Woord. Via het Vlaams fonds voor

de Letteren kunnen bibliotheken een tus-

senkomst krijgen als ze een slamdichter

boeken.

Literaire tatoeagesTeksten van onbekend talent een

nieuw leven geven, dat is het opzet van

Woordsculpturen. Creatief Schrijven

komt graag naar jouw bibliotheek met

één of meerdere bodypainters om lite-

raire tattoos te zetten op de armen of

benen van de bibbezoeker.

Scrabble in 3DSpelen met letters stimuleert het taalge-

voel en prikkelt de creativiteit. Creatief

Schrijven vzw bezit een Scrabble in 3D.

Met houten blokken leggen scrabbelaars

woorden op een magnetisch bord. Uren

spelplezier gegarandeerd.

HuisdichterOrganiseer een schrijfwedstrijd op het

platform Azertyfactor en selecteer een

huisdichter die bijvoorbeeld maandelijks

de bib opfleurt met een nieuwe tekst,

zijn leestips deelt met de bezoekers en/

of poëtisch verslag uitbrengt van wat er

leeft in de bib.

> info: www.creatiefschrijven.be

SCHrIjfKANSEN BIEDEN Met originele en vernieuwende projec-ten vult Creatief Schrijven vzw leemtes in het schrijflandschap. De projecten focussen op een bepaald literair sub-genre of bieden kansen aan bijzondere doelgroepen. Zo krijgen podiumdichters een professioneel podium tijdens het Belgisch kampioenschap Poetry Slam en kunnen liedtekstschrijvers deelnemen aan de liedtekstwedstrijd ‘Liefde voor Lyriek’.

De voorbije drie jaar coördineerde Creatief Schrijven vzw het Europees kunstproject PAROL!, schrijven en kunst over muren en grenzen. Auteurs en kun-stenaars gaven workshops woord en beeld in 13 gevangenissen in vijf landen. Creatief Schrijven vzw toonde de cre-aties van gedetineerden tijdens extra muros exposities, o.a. in de bibliotheek van Dendermonde.

“Ook Naft voor Woord, vroeger bekend als frappant TXT, speelt zich af in bibliotheken,” vertelt directeur An Leenders. Het is een txt-on-stage-wedstrijd voor jongeren die we samen met de provincie Antwerpen organise-ren. Tijdens voorrondes in verschillende bibliotheken palmen meer dan 40 jon-geren het publiek in met hun woorden. Een vakjury geeft instant feedback en kiest telkens twee laureaten die door-stromen naar de finale die onlangs plaatsvond in bibliotheek Permeke. De wedstrijd was o.a. een springplank voor Maarten Inghels, die ondertussen stadsdichter van Antwerpen is, Carmien Michels, intussen auteur van twee romans en Nederlands kampioen Poetry Slam en Maud Vanhauwaert, gerenom-meerd dichter.

Sinds 2013 heeft Creatief Schrijven vzw ook een online platform. Op Azertyfactor kunnen mensen kunnen

5 teksten posten en deelnemen aan ver-schillende schrijfkansen. De site telt ondertussen meer dan 3000 actieve gebruikers. Elke week grasduint een auteur, uitgever of recensent tussen de teksten en geeft op woensdag zijn of haar tip van de week. Het platform biedt wedstrijdorganisatoren ook de kans om eenvoudig een schrijfwedstrijd te organiseren. “Bibliotheken kunnen dus ook gratis een wedstrijd aanmaken op ons platform en zo in een mum van een tijd een ruime doelgroep aan geïnteres-seerden bereiken”, vertelt An Leenders enthousiast.

Azertyfactor biedt nog heel wat moge-lijkheden voor communityvorming en online cursussen. En die wil de orga-nisatie de komende jaren volop gaan uitbouwen. Na 14 jaar blikt directeur An Leenders samen met haar driekoppige team tevreden terug maar kijken ze toch vooral ook naar de toekomst. “In 2017 start een nieuwe beleidsperiode. We hopen dan wat meer financiële armslag te krijgen zodat we ook een structureel schrijfaanbod voor kinderen en jonge-ren kunnen uitbouwen en volop kunnen inzetten op Azertyfactor 4.0; de nieuwe schrijfcommunity.”

META 2016 | 4 | 33

oVer de schutting

Page 36: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Naar een superdivers bibliotheekaanbod: de aanpak van de Brusselse bibliothekenEls Patoor en Stijn Callewaert, netwerk van Brusselse bibliotheken

Dat Brussel een smeltkroes van gemeenschappen, culturen en talen is, hoeft geen betoog. Een recent artikel in De Morgen (december 2015) meldde dat er in Brussel meer dan 160 verschillende talen worden gesproken. Van superdiversiteit gesproken… Maar hoe ga je als openbare bibliotheek met die multiculturele stadscontext om?

“ HOEWEL DE DIVERSITEIT IN BRUSSEL ZEER GROOT IS, WORDT DEZE NIET WEERSPIEGELD IN DE COLLECTIES VAN DE BRUSSELSE BIBLIOTHEkEN.”

De Brusselse bibliotheken zijn er zich van bewust dat hun aanbod onvol-doende deze hoofdstedelijke diversi-teit weerspiegelt. De stap naar veran-dering was echter niet altijd evident. In

de loop van 2015 besloten de biblio-theken samen met het Streekgericht Bibliotheekbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie om de han-den uit de mouwen te steken. Een belangrijke aanzet was het intercultu-raliseringstraject dat onder begeleiding van het Regionaal Integratiecentrum Foyer een drietal jaren geleden gestart is in de Brusselse bibliotheken. Dit tra-ject resulteerde in de oprichting van een werkgroep diversiteit (diversiteit in al haar facetten: gender, taal, cultuur, leef-tijd, …). Iets meer dan de helft van de 20 Brusselse bibliotheken neemt actief deel aan de werkgroep. De werkgroep besliste te starten met diversiteit in de collectie.

In een eerste fase bracht de werkgroep de beschikbare contextge-gevens samen: demo -grafische cijfers over de verschillende ge meen-schappen in Brussel en hun geografische spreiding. Anderstalige collecties in de Brusselse bibliotheken én in andere organisa-ties werden opgelijst. Hieruit volgden een aantal vaststellingen:

• Hoewel de diversiteit in Brussel zeer groot is, wordt deze niet weerspie-geld in de collecties van de Brusselse bibliotheken: 90 procent van de werken zijn Nederlandstalig, van

de 10 procent die overblijft bestaat 90 procent uit Engelse, franse, Duitse en Spaanse boeken. De ove-rige 1 procent van de totale collec-tie over heel Brussel bevatte een beetje van alles, vele talen maar vaak slechts enkele exemplaren.

• Zeker voor kleinere bibliotheken is het niet vanzelfsprekend om de nodige expertise op te bouwen om een anderstalige collectie op te star-ten en op te volgen. Omwille van de expertise alsook de beperkte midde-len om een cultureel divers aanbod uit te bouwen op netwerkniveau: de vraag is niet langer of elke individuele bibliotheek een zo volledig mogelijk aanbod heeft, maar of we de wensen

en verwachtingen van ons (poten-tiële) publiek binnen het netwerk van de 20 Brusselse biblio theken kunnen beantwoorden. De relatief kleine afstanden tussen de Brusselse bibliotheken en het gebruik van een gemeenschappelijke bibliotheek-kaart spelen hierbij in ons voordeel.

De discussies binnen de werkgroep leid-den tot enkele belangrijke conclusies: • Om ons aanbod zo goed moge-

lijk af te stemmen op de vraag, laten we ons begeleiden door het bestaande en potentiële publiek: we gaan hiervoor in dialoog met de gemeenschappen (brugpersonen, organisaties, scholen, …).

• We zien ons aanbod niet alleen in termen van collectie: uitbrei-dings- en toeleidingsactiviteiten (voorleesuurtjes, lezingen, ontmoetingsmomenten, …) zijn even belangrijk om een breder publiek aan te trekken.

• We beseffen dat het werk altijd ‘in progress’ zal zijn: gemeenschap-pen komen en gaan waardoor we ons aankoop- en activiteiten-beleid altijd opnieuw op de reali-teit zullen moeten afstemmen.

Na een bevraging bleek binnen het netwerk van de Brusselse bibliothe-ken een prioritaire interesse te bestaan voor een aanbod in het Arabisch, Turks, Spaans, Portugees, Pools. Vele andere talen waaronder het Roemeens, Chinees, Japans, Russisch, Bulgaars staan ook op het verlanglijstje.

ArABISCHDe werkgroep besliste om te starten met een Arabische col-lectie omdat het gebrek eraan als een belangrijke lacune wordt ervaren. Om onze basiskennis aan te scherpen nodigden we professor

34 | META 2016 | 4

trend

Page 37: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Abied Alsulaiman uit (Onderzoeksgroep Vertaling en Technologie, kU Leuven). Hij schetste de evolutie van het Arabisch, de verschillende dialecten en hun verhouding tot elkaar, het belang van schriften en schrijfwijzen en hun leesbaarheid. Deze vorming stond open voor bibliotheken en was voor de vele deelnemers een echte eyeopener. Drie bibliotheken kozen er uiteindelijk voor om in te zetten op een collectie Arabisch, zowel fictie als non-fictie.

Na deze lezing startten de drie biblio-theken een ‘eigen’ intensief traject. Zij organiseerden bevragingen bij hun gebruikers alsook bij relevante ver-enigingen. Er waren contacten met verschillende instellingen (o.m. BON, Espace Magh, …). Op basis van al deze contacten werd er een ‘expertengroep’ gevormd. Bij de samenstelling van deze expertengroep hield men rekening met verschillende achtergronden, studieni-veaus en levensvisies om een zo breed mogelijke insteek te verzekeren. Dit was niet altijd eenvoudig. Ook de zoektocht naar een leverancier is geenszins van-zelfsprekend. Wat dan weer bemoedi-gend is, is de vreugde waarmee dit ini-tiatief door deze adviesgevers onthaald wordt en het enthousiasme waarmee ze hieraan meewerken.

TOEKOMSTNa anderhalf jaar werken hebben we een duidelijker kijk op de te volgen aanpak. In de toekomst organiseren we

vormingen per taalgroep, die ener-zijds focussen op actuele evoluties in een bepaald taalgebied, en anderzijds op het profiel van die specifieke taal-gemeenschap in Brussel. Van daaruit kunnen geïnteresseerde bibliotheken hun krachten bundelen, ook met part-ners en vrijwilligers die hun exper-tise willen delen om tot een duurzame anderstalige collectie te komen die aan-sluit bij de noden van de gebruikers.

Nieuwe openbare bibliotheek in Lubbeek

Na meerdere jaren voorbereiding en politiek debat is de bouw van een nieuwe bib in Lubbeek een feit. Hoog tijd want de oude 18e-eeuwse pastorij waar de huidige bib is gehuisvest, biedt ruimte noch comfort om een moderne dienstverlening uit te bouwen. De nieuwe infrastructuur is hier wel voor geconcipi-eerd. Wie met de eigen computer op het internet wil surfen, kan dit dankzij de wifi. Wie materialen wil lenen of terugbrengen doet dit aan de zelfscanstations. Wie een vergoeding moet beta-len, rekent af aan de betaalautomaat. Wie voor gesloten deu-ren staat, kan de materialen droppen in een (semi-intelligente) inleverbox. Wie wil experimenteren met computersoftware kan terecht in het computerlabo. Wie de catalogus wil raadplegen, vindt op meerdere plaatsen een tablet op staander. Voor pre-sentaties wordt de leeszaal voorzien van een verrijdbaar tou-chscreen-digibord.

Het gebouw zal niet alleen uitgerust zijn met nieuwe techno-logische snufjes, maar ook plaats bieden voor kleine culturele, educatieve en sociale initiatieven. Het bouwproject is toegewe-zen aan het architectenbureau Dierendonckblancke uit Gent via de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester. De bouw en inrichting worden gefinancierd met eigen middelen. Het zelf-uitleensysteem wordt gesubsidieerd door de provincie Vlaams-Brabant.

De nieuwe bib wordt gebouwd in de dorpskern, op de site waar zich ook het gemeentehuis, het politiekantoor, de sporthal, de sportvelden en de nieuwe feestzaal zich bevinden. De biblio-theek bevindt zich aan de straatkant van de Gellenberg en springt meteen in het oog door zijn ronde vorm. Dit laatste is een bewuste keuze van de architect om de site niet te versmach-ten en een gepast antwoord te geven op het programma van eisen. De belangrijkste uitgangspunten hiervan zijn: een gebouw dat in het straatbeeld duidelijk herkenbaar is, dat transparant en leesbaar is, dat compact doch ruimtelijk zeer open is en dat flexibel kan worden ingezet voor meerdere doeleinden.

Het gebouw telt drie verdiepingen. Ieder niveau bestaat uit twee in elkaar geplaatste niet-concentrische cirkels. De inkomhal geeft uit op een groot binnenplein. Hier worden de onthaalbalie, de zelfscanstations, de rekken en bakken voor de jeugdcollec-ties ingeplant. Omdat het hier laag meubilair betreft wordt niet geraakt aan het ruimtelijk gevoel van een open bibplein. Door het gebruik van dakkoepels en grote glaspartijen in de buiten- en binnenwand stroomt het daglicht royaal binnen. Hierdoor wordt het open karakter van het gebouw versterkt.

Zonder pech onderweg wordt het gebouw in het najaar 2016 in gebruik genomen. Met de nieuwe infrastructuur kan de bib haar rol als gemeenschapshuis voluit opnemen.

Chris Delcourte

META 2016 | 4 | 35

het plan

Page 38: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Er zijn grosso modo twee soorten aan-vallen op de communicatie tussen de websitebezoeker en de website. Bij de eerste groep aanvallen misleidt een cracker je browser zo dat die niet naar het juiste adres gaat, maar naar een adres dat onder zijn controle staat. Webpagina’s worden opgevraagd door een client (meestal een browser). Die zoekt het adres (IP-adres) van de web-site op in het Domain Name System (DNS), en maakt dan verbinding met de server op dat adres. Door je browser te misleiden kan de cracker bijvoorbeeld je kredietkaartgegevens opslaan.

Een andere groep zijn aanvallen waar-bij de verbinding tussen browser en server wordt gelezen en aangepast. Bij gewone HTTP-verbindingen is alle uitgewisselde data plain text en dus leesbaar en aanpasbaar voor iedereen tussenin. Een kwaadwillige hacker kan daarvan gebruik maken om de inhoud van je webpagina te onderscheppen, een reclameboodschap toe te voegen en terug door te sturen.

Om dit te voorkomen voegt HTTPS een beveiligingslaag toe aan de com-municatie, met name Secure Sockets Layer (SSL). SSL zorgt voor de bevei-liging van het bovenliggende HTTP op twee manieren: het verifieert of de server waarmee hij verbonden is bij de domeinnaam hoort die de browser heeft aangevraagd en het versleutelt de ver-binding tussen de browser en de server.

SLEUTELSSSL gebruikt een combinatie van public key cryptography en symmetrische encryptie om de communicatie te bevei-ligen. In de praktijk heb je voor het gebruik van SSL twee sleutels (dat zijn twee unieke reeksen bits) nodig. De twee sleutels moeten aangemaakt worden door de beheerder van de website. De eerste sleutels is de private sleutel. Die is geheim en wordt door de server gebruikt om data te ontcijferen. De andere sleutel

HTTPS: bescherm je bezoekersPieter De Praetere, PACKED vzw

Eén van de beste maatregelen om bezoekers van je website te beschermen tegen malafide hackers (crackers), is het activeren van HTTPS of HyperText Transfer Protocol Secure. Dit is een beveiligd protocol voor communicatie via het internet. Het is een uitbreiding van het (oudere) HTTP-protocol dat kwetsbaar is voor kwaadwillige aanvallen.

is publiek en wordt voor twee dingen gebruikt: de browser versleutelt hier-mee de data die naar de server wordt gestuurd en de browser controleert met behulp van de publieke sleutel of de ser-ver is wie hij beweert te zijn.

Om dat laatste te verifiëren moet de publieke sleutel gecontroleerd wor-den door een certificaatautoriteit (CA). Dit is een organisatie wiens enige taak het verifiëren van de eigenaar van de sleutelparen is. Als website en sleutel bij elkaar horen, dan plaatst de autori-teit een elektronische handtekening en krijg je als beheerder een certificaat. De browser heeft een lijst met autori-teiten die hij vertrouwd. Als de hand-tekening van een autoriteit is die op die lijst voorkomt, vertrouwt de browser de website. Let op: niet alle autoriteiten worden door alle browsers als betrouw-baar gezien.

HTTPS is een technologie waarmee je niet je eigen systeem (server) bevei-ligt, maar wel dat van de bezoeker. Het is niet gratis, maar de nood aan veilige communicatie is voldoende hoog om de investering te rechtvaardigen. Om je website te voorzien van HTTPS moet je ofwel naar je hoster (als je de site niet op je eigen server host), ofwel naar een CA (zoals Gandi, Globalsign en Digicert) om je publieke sleutel te laten onderte-kenen. Op het internet circuleren veel ‘how to guides’ 1 en er is dus geen enkele reden meer om het niet te doen.

Alice vraagt de website bob.be op via HTTP (1). Maar, haar netwerk is geïnfiltreerd door Evil Nick, die het antwoord van de server (2) aanpast en er malware (virussen) in injecteert (3). Wanneer bob.be HTTPS ondersteunt (4), kan Alice de webpagina zo opvragen. De website wordt versleuteld (5) en hoewel Evil Nick nog steeds haar netwerkverkeer kan zien, kan hij het niet ontcijferen of aanpassen. De versleutelde versie is dan ook gelijk aan het origineel (6).

1 Bijvoorbeeld https://www.digitalocean.com/com-

munity/tutorials/how-to-install-an-ssl-certificate-

from-a-commercial-certificate-authority

36 | META 2016 | 4

uitgepakt

Page 39: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

“My two favorite things in life are

libraries and bicycles. They both move

people forward without wasting anything.

The perfect day: riding a bike

to the library...”

Peter Gorkin, as quoted at wordsmith.org

citaat

CrisiscommunicatieNoël geirnaert

Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het

Brugse Stadsarchief. Noël was jarenlang

actief in de VVBAD, als bestuurslid van

de sectie AHD, als lid van de Raad van

Bestuur, en hij is nog steeds lid van de

redactie van Meta, tijdschrift voor biblio-

theek & archief. Eerder bewees hij zijn kun-

nen al bij Bibliotheek- & archiefgids.

Op 16 maart, al enige tijd geleden als u dit leest, maakte ik op mijn werkplek een nogal spectaculair arbeidsongeval mee: ik gleed uit op een loopplank en viel vier meter diep in een schacht tussen de muur van de archiefzolder en de buitenmuur van het historische gebouw waarin het Brugse Stadsarchief gevestigd is. Als bij wonder brak ik alleen een bovenarm. Ik raakte wel gekneld, kon nauwelijks bewe-gen en moest in een zeer netelige positie wachten tot ik kon worden bevrijd door een gespecialiseerde ploeg van de brand-weer. Gelukkig konden collega’s steeds contact met mij onderhouden en waren de hulpdiensten ook vlug ter plaatse. Zelf bleef ik ook steeds bij bewustzijn.

Zowel collega’s als de mensen van de hulpdiensten vroegen onmiddellijk of mijn familie moest worden gewaarschuwd. Aangezien ik dacht dat ik slechts lichtge-wond was wimpelde ik deze vragen hard-nekkig af. Ik dacht dat ik als alles achter de rug was wel tijd genoeg zou hebben om iedereen op de hoogte te brengen van dit ‘fait divers’. Nu weet ik dat dit fout was. Want wat gebeurt er bij een ongeval met enige ‘spektakelwaarde’?

Nog voor ik goed en wel bevrijd was, waren lokale journalisten al op de hoogte van de feiten, dat wil zeggen: de geruch-tenmolen produceerde verhalen over een vermolmde zoldering in het Stadsarchief waar de hoofdarchivaris was doorgezakt, met zeer waarschijnlijk ernstige verwon-dingen tot gevolg. En ook de lokale pers is ‘in real time’ aanwezig op het wereld-wijde web, zodat gezinsleden, vrienden en kennissen geconfronteerd werden met zeer alarmerende berichtgeving.

Nog dezelfde dag werd ik uit het zieken-huis ontslagen, en weliswaar nog enigs-zins in shock kon ik mijn naaste familie en vrienden geruststellen. Later op de dag heb ik via facebook mijn kennissenkring op de hoogte gebracht en kon ik ook de lokale pers de juiste toedracht meedelen, zodat de latere berichtgeving op de web-sites en in de gedrukte kranten wat min-der alarmerend was.

Uit deze ervaring heb ik wel geleerd dat incidenten, hoe banaal ze ook mogen zijn voor wie ze zelf meemaakt, voor buiten-staanders soms zeer spectaculair kun-nen overkomen. Door de snelheid van de

nieuwe media is het publiek ook onmid-dellijk op de hoogte. Daarom is het van belang dat je als betrokkene zelf zoveel mogelijk en zo vlug mogelijk de commu-nicatie over het incident kunt beheersen. Op die manier voorkom je verkeerde per-ceptie, paniek en overtrokken reacties.

META 2016 | 4 | 37

coluMn

Page 40: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

essay

38 | META 2016 | 4

Page 41: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 39

essay

het BiBliotheekrapport: een generale repetitieBruno Vermeeren, VVBAD

Op 29 maart publiceerde Het Nieuwsblad een biblio-theekrapport. De krant gaf elke bibliotheek in Vlaanderen een quotering. De reacties bleven niet uit. Bibliotheken met een goede score lieten op facebook of elders al snel weten dat ze bij de besten waren, van de regio of zelfs van het land. Bibliotheken die het minder goed deden, kregen niet zelden vragen van het bestuur om zich te verantwoorden en vroegen zich waar dat cijfer vandaan kwam.

de achttien criteria

fysieke collectie:

• Aanbod gedrukt materiaal

• Vernieuwing gedrukt materiaal

• Aanbod audiovisueel materiaal

• Vernieuwing audiovisueel materiaal

• Abonnementen

• Boekenlijst

Digitale collectie• Digitale media

gebruikers• Leners binnen gemeente

• Leners buiten gemeente

• Aantal bezoekers

Personeel• Personeelsbezetting

Toegankelijkheid• Communicatie naar leners*

• Openingsuren

• Lidgeld

Infrastructuur• Wifi

• Boekenschuif

• Zelfuitleenbalie

gebruik• Uitleningen per lener

• Activiteiten in de bib

(de indeling in categorieën gebeurde door META)

* moet eigenlijk zijn ‘digitale communicatie naar leners’.

Het gaat immers over het gebruik van media zoals

Facebook, Twitter, een blog …)

Het Nieuwsblad werkt in 2016 aan een grote gemeentetest. De lokale bestu-ren zitten nu halverwege hun beleidsperiode en de krant wil in maandelijkse afleveringen een stand van zaken opmaken. Nadat in eerdere bijdrages de burgemeesters en gemeentesecretarissen in het vizier genomen werden, was het in een derde ronde de beurt aan de openbare bibliotheken. De krant vindt de openbare bibliotheek een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening en had het plan opgevat om elke bibliotheek in Vlaanderen een score te geven. Brussel werd buiten beschouwing gelaten omwille van de specifieke situatie daar.

De krant had bij de overheid de meest recente cijfers opgevraagd, de BIOS-gegevens van 2014. Naast die bibliotheekcijfers zou de krant ook een tien-tal boeken selecteren die volgens de redactie in elke bibliotheek aanwezig zouden moeten zijn en ook die gegevens mee verwerken in de test. Voor de uitwerking van het hele project werd onder meer contact opgenomen met de VVBAD.

KwALITEIT Of KwANTITEIT?De vereniging formuleerde van in het begin kritische bedenkingen bij het project. Mijn reactie zoals ze in de krant verscheen: “in cijfers lees je niet alles. kwaliteit, klantvriendelijkheid, de durf om te experimenteren en te vernieuwen … Ook dat is essentieel.” Oefeningen om de werkelijke impact van bibliotheken te meten, in plaats van hun output, hebben nog geen bruik-baar resultaat opgeleverd. We wezen de krant onder meer op de verkie-zing van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel, een initiatief van Bibliotheekblad waar de VVBAD aan meewerkt. Daar wordt gewerkt met mystery guests en tellen kwalitatieve criteria mee in het selectieproces. Omdat de krant echter in het kader van de grote gemeentetest elke biblio-theek een score wilde geven was deze aanpak geen optie.

De BIOS-gegevens bevatten wel informatie over elke bibliotheek in Vlaanderen. Het is dan ook mogelijk om basis hiervan een rapportcijfer toe te kennen. Omdat de vereniging bezorgd was over de criteria die meegeno-men zouden worden in beoordeling, besloot ze om toch advies te verlenen. Opnieuw zoals het in de krant staat: “Samen met de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie (VVBAD) hebben we (Het Nieuwsblad, nvdr) achttien parameters geselecteerd.” Inderdaad hebben we met de redactie van de krant de BIOS-gegevens overlopen en gepleit onder meer

Page 42: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

40 | META 2016 | 4

essay

voor het opnemen van elementen zoals aantal georganiseerde activiteiten, bezoekersaantallen (naast aantal leners) en per-soneelsbestand. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de selectie van de criteria lag uiteraard bij de krant.

Die selectie is aanvechtbaar. “Samenwerking met het onder-wijs, bevorderen van mediawijsheid , allemaal zaken waar niet

over gesproken wordt”, merkt een bibliothecaris terecht op. “Maakt de aanwezigheid van een zelfuitleenbalie van een bib een betere bib?” vraagt hij zich af. “Wij doen bijvoorbeeld 85 procent van onze uitleenuren met de bezetting van één perso-neelslid. Die moet er sowieso ook zijn met een zelfuitleenbalie. Waarom zouden wij (…) dan in hemelsnaam geld uitgeven aan een zelfuitleenbalie terwijl we er toch geen personeelsuren mee uitwinnen voor andere activiteiten?” In wezen kan er over elke set van criteria gediscussieerd worden. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen wat wenselijk is en wat haalbaar is. Cijfers over inhoudelijke werking zijn er niet. We weten niet welke bibliotheken aan mediawijsheid werken, om bij dat voor-beeld te blijven. Hoewel de statistieken wel informatie bevatten over de samenwerking die bibliotheken opzetten met allerlei partners, bleken deze dan weer moeilijk te interpreteren en te verwerken. Criteria geven ook een algemene richting aan. Als we menen dat bibliotheken meer moeten inzetten op de orga-nisatie van activiteiten en de begeleiding van gebruikers, dan is RfID een manier om de uitleenprocessen te automatiseren en personeel vrij te maken hiervoor. Voor de sector als geheel is dat dan een zinvolle indicator, zeker als ook het personeels-bestand en het aantal georganiseerde activiteiten opgenomen is in de set. Uiteraard zegt dat niets over de kwaliteit van de dienstverlening. Het betekent al evenmin dat dit voor elke indi-viduele bibliotheek de beste oplossing is.

EEN CIjfEr VOOr ELKE BIBLIOTHEEKZelfs als je het eens wordt over een set van criteria heb je nog geen rapportcijfer. In principe is het een interessante oefening: op basis van het beschikbare cijfermateriaal komen tot een samenvattende score. Dat is geen eenvoudige opdracht. Om te beginnen is er al discussie over de betrouwbaarheid van de statistieken: kunnen bezoekerscijfers wel opgenomen worden als het in ongeveer de helft van de gevallen gaat om schattin-gen en niet om exacte cijfers? Dan is er de vraag of er gewerkt wordt met absolute of relatieve cijfers: de grootte van de col-lectie op zich, of afgezet tegen het aantal inwoners of tegen het aantal leners? Die afweging is onder meer van belang om grote bibliotheken met kleine te kunnen vergelijken. En wordt er dan een cijfer gegevens op basis van een norm, of gaat het om een vergelijkende score? Is er een ideale of een minimale verhouding tussen het aantal inwoners en het aantal leners, of rangschik-ken we de bibliotheken en bepalen we het gemiddelde? Tot slot moet ook de afweging gemaakt worden tussen de verschillende

cijfers onderling. Weegt de grootte van de collectie zwaarder dan het personeelsbestand? Primeert het aantal uitleningen op de aanwezigheid van wifi?

Een interessante, maar complexe oefening dus en geen expe-riment om overhaast uit te voeren. Bovenstaande principes hebben we besproken met de krant, maar het echte rekenwerk

hebben we aan hen overgelaten. Voor vragen over concrete cijfers hebben we altijd moeten doorverwijzen naar de krant. We voelen ons dan ook niet geroepen om hier in detail de bere-keningswijze toe te lichten. Het is wel belangrijk om te melden dat de redactie uiteindelijk gekozen heeft voor relatieve cij-fers. De krant heeft per criterium een rangschikking gemaakt van de bibliotheken, extreme scores weg gefilterd en dan een evenredige verdeling gemaakt van de bibliotheken. Een vijf op tien halen wil dan zeggen dat je als bibliotheek op het gemid-delde zit.

Jammer genoeg heeft de krant dat niet duidelijk gecommu-niceerd. In de artikelenreeks wordt soms melding gemaakt van bibliotheken die ‘met de hakken over de sloot’ geraken en andere die ‘onvoldoende scoren’. Dat taalgebruik wekt de indruk dat er een norm is waaraan een openbare bibliotheek moet vol-doen. In de woorden van een bibliothecaris: “het blijft toch mijn aanvoelen dat de plaatselijke bibliotheek hiermee in een slecht daglicht komt te staan. Als mensen in de krant lezen dat de bib (…) 5/10 behaalt, wordt dit niet geïnterpreteerd als een verge-lijkende score. Cijfers wijzen, zonder bijkomende toelichting, steeds op een absolute quotering.” Inderdaad, als onze kinderen thuis komen met een vijf op tien voor wiskunde of frans, weten we als ouder dat ze voor dat vak maar net het minimum kunnen of kennen dat ze nodig hebben. Onze reactie op dat rapport zal anders zijn als die vijf zou betekenen dat ze het klasgemid-delde halen. We weten dan wel dat ze vergelijkbaar presteren met hun klasgenoten, maar niet meer of dat wel voldoende is om verder te kunnen studeren.

Opvallend is wel dat er geen poging gedaan werd om uit te pak-ken met de beste bibliotheek (of bibliotheken) van Vlaanderen. De krant publiceerde geen absolute ranking, al werd daar in sommige artikelen wel allusie op gemaakt. Allicht besefte de redactie goed genoeg dat iets andere indicatoren of een andere weging van deze indicatoren een andere uitslag hadden kunnen geven, om een bibliothecaris te parafraseren.

EEN rAPPOrT VAN HET rAPPOrTWat heeft de artikelenreeks dan opgeleverd? Een score dus, die zoals gezegd, door de bibliotheken die goede punten krij-gen zonder veel bedenkingen uitgespeeld wordt. Bibliotheken die op of onder het gemiddelde scoren, worden niet zelden ter verantwoording geroepen door bestuur of beheerraad. Zij

“ VOOR DE BIBLIOTHECARIS IS HET NIET PRETTIG OM VERANTWOORDING TE MOETEN AFLEGGEN TEGENOVER HET BESTUUR OVER EEN CIJFER WAARVAN DE WAARDE DISCUTABEL IS. DAT DIT WREVEL EN ERGERNIS OPWEkT, IS TE BEGRIJPEN.

Page 43: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 41

essay

moeten op zoek naar de juiste berekeningswijze. Voor zover we konden nagaan werden dergelijke vragen door de krant ook goed beantwoord.

Als sector kijken we gebiologeerd naar dat ene cijfer, maar er is meer. In zestien regionale edities van de krant verschenen telkens twee volle pagina’s over de bibliotheken. Een algemeen stukje over het rapport en een korte bijdrage over de bereke-ning van de score waren hetzelfde in alle edities. Daarnaast was er in elke editie ruimte voor een drietal andere bijdragen: reac-ties van bibliothecarissen en beleidsmakers en artikels over de bibliotheken in de regio. De toon is opvallend positief. Niet meer dan een vijftal kop-pen op een totaal van onge-veer 50 artikels maken mel-ding van bibliotheken met een ‘onvoldoende’. Verder gaat het over de bib als ontmoe-tingsplek, als een plaats van ontdekking ook waar meer te vinden is dan boeken alleen. Sommige stukken handelen over geplande investeringen, andere over de voordelen van samenwerking. De uitdagin-gen van de muziek- en filmaf-delingen komen geregeld aan bod. Ook over de besparingen wordt er geschreven, soms als verklaring voor een slechte score, maar ook als een peri-ode die achter de rug is en een enkele keer eerder in positieve zin: “Besparen op bibliotheken is niet aan de orde”. Samen schetsen ze een beeld van een dyna-mische sector die inspeelt op de actuele uitdagingen.

De belangrijkste lezers zijn ongetwijfeld de lokale bestuurders. Zij pakken graag uit met de positieve scores en vragen de biblio-thecaris toelichting bij de cijfers als die ervaren worden als min-der. koppen zoals “Besparingen voelbaar: vernieuwing wordt op lange baan geschoven” of “Middenmoot door uitblijven investe-ringen” leggen de verantwoordelijkheid voor de cijfers impliciet

ook bij het lokale bestuur. Met deze reeks krijgen burgemeesters en schepenen opnieuw een signaal dat de publieke opinie de bibliotheek nog altijd ervaart als een belangrijke gemeentelijke dienst, een ‘basisdienst’ om de terminologie van het decreet lokaal cultuurbeleid nog maar eens te gebruiken. Aangezien de grote gemeentetest nog het hele jaar doorloopt, mogen we verwachten dat dit effect langer doorwerkt dan het geval zou zijn bij een eenmalig artikel.

Voor de bibliothecaris is het niet prettig om verantwoording te moeten afleggen tegenover het bestuur over een cijfer waarvan

de waarde discutabel is. Dat dit wrevel en ergernis opwekt, is te begrijpen. Anderzijds is de score berekend op basis van cijfers die hij zelf heeft aangeleverd. Hij zou dan ook vrij snel de waarde ervan voor zijn eigen instelling moeten kunnen inschatten.

gENErALE rEPETITIEEigenlijk was dit niet meer dan een generale repetitie. Niet zozeer omdat de cijfers openbaar zijn en dus om het even wie morgen de oefening opnieuw kan doen, met eigen criteria en een eigen berekeningswijze. Wel omdat sinds 1 januari 2016 het

leven niet meer is wat het geweest is. In het bibliotheekbe-leid neemt Vlaanderen alleen nog een ondersteunende rol op, geen sturende. Er zijn geen opgelegde subsidievoorwaarden of kwaliteitsnormen meer. Vroeger kon de VVBAD lobbyen bij de Vlaamse minister van Cultuur om een goede regelgeving te bekomen. Hoewel dat werk niet helemaal zinloos wordt — er blijft gelukkig ook nog een Vlaams bibliotheekbeleid bestaan — verschuift het gewicht toch naar het lokale niveau. Daar zal beslist worden wat de opdracht van de bibliotheek is en op basis van welke criteria ze beoordeeld zal worden. De vereniging zal

moeten zoeken hoe zij de bibliothecarissen kan ondersteunen bij het verdedigen van het belangen op het lokale niveau. Want lokaal zal het moeten gebeuren. Een eerste uitdaging is dan leren hoe om te gaan met een ‘slechte’ quotering. Het voorbeeld van de zelfuitleenbalie hierboven, toont aan hoe een cijfer het gevolg kan zijn van een beargumenteerde keuze en dus ook verantwoord kan worden. Een slecht cijfer kan ook omgezet worden in een positief verhaal. Zo wil, volgens Het Nieuwsblad, Poperinge de score opkrikken met investeringen. Of, zoals één bibliothecaris schreef in een reactie: “Dit artikel is een geschikt moment om met de schepen één en ander te bespreken.”

“ EEN SLECHT CIJfER kAN OOk OMGEZET WORDEN IN EEN POSITIEf VERHAAL.

Page 44: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Ga voor meer informatie naar Abonnementenland: www.aboland.be

Uitgeverij IP | tel: 00-31-70-300 06 84 | uitgeverijip.kbenp.nl

Er is veel aan de hand in de bibliotheek en de wereld van de informatieprofessionals. Het is tijd om goed op de hoogte te blijven en te weten wat collega’s in Nederland weten,

denken en doen. Daarom biedt uitgeverij IP de gelegenheid om een abonnement te nemen op IP | vakblad voor informatieprofessionals en / of Bibliotheekblad

tegen nieuwe Belgische abonnementsprijzen: Bibliotheekblad € 221,90 en IP | vakblad voor informatieprofessionals € 127,40.

bibliotheekbladVakblad voor de openbare bibl iotheken 2016 nr 3

Dossier

BOEKHANDELS

MIKKEN OP

BELEVENIS

MYSTERY GUEST

VERLIEFD OP WITTE DAME

MARLEEN BARTH:

SAMEN EEN VUIST MAKEN

RECONSTRUCTIE PROJECT

COLLECTIE & FRANCHISE

MIDAS DEKKERS geeft bibliotheken draai om de oren

bib3-2016cover.indd 1 15-03-16 22:40

01Miljoenenbusiness achter headbangende banaan

GIFjes

025 trends

Boek-wetenschap

03Oplossing voor linkrot

Persistent identifiers

04Informatiebeheer van de overheid

Puberbrein

Nieuwe rol

voor ip’ers

Embedded

librarianship

vakblad voor informatieprofessionals vakblad voor

informatieprofessionals

2016 | 04

IP & Bibliotheekblad zijn de twee toonaangevende vakbladen in Nederland

voor archivarissen, bibliothecarissen en informatieprofessionals

IP | vakblad voor informatie-professionals is samen met

Informatie Professional.nl het platform voor de informatiespecialist. Het

vaktijdschrift voor iedereen die werkt bij erfgoed instellingen, bibliotheken,

informatieafdelingen en (cultuur-historische) archieven. Met aandacht

voor digital born bestanden, digitalisering, conservering,

auteursrecht, crowd sourcing, social media, ICT en het

aanbieden van ‘informatie’ in de breedst mogelijke zin.

Bibliotheekblad is het vakblad voor de openbare bibliotheken. Het signaleert nieuwe ontwikkelingen en richt zich op de beroeps beoefenaren in het openbare bibliotheekwerk. Het bevat opiniërende artikelen, interviews, mystery guest-verslagen, reportages en thema dossiers. En brengt op zijn

website al het actuele bibliotheek-nieuws, alsmede rubrieken

over ontwikkelingen op ICT-gebied en over ontwikkelingen in het buitenland.

nieuws, alsmede rubrieken over ontwikkelingen op ICT-gebied en over VAN

OVER DE GRENS

ADV_IPBB_belgie.indd 1 26-04-2016 16:15

Page 45: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

“ OOK MET DE GEBRUIKER KAN SAMENGEWERkT WORDEN.

schaalvergroting door samenwerking in de erfgoedsector26 februari 2016 – VUB, campus Oefenplein

De tijd dat studiedagen over samenwerkingen en schaal-vergrotingen louter theore-tisch waren, ligt achter ons. De cultureel-erfgoedsector is dan ook meer dan ooit ver-netwerkt. “Het is een knoop-punt geworden”, gregory Vercauteren (fARO) mocht met deze intro de spits afbij-ten. Hij schetste hoe samen-werkingen de laatste tien jaar evolueerden: het uitwisselen van kennis en ervaringen zijn vaak een aanloop naar project-matig samenwerken. Samen kennis creëren gebeurt pas als projectmatig samenwerken overstegen wordt naar structu-rele afstemmingen en samen-werking. Denk aan de Vlaamse Erfgoedbibliotheek vzw en de erfgoedcel Pajottenland-Zennevalei. Samen met de meerwaarde nemen dan ook het risico en investeringen toe. Op een volgende niveau van samenwerken staat centrali-sering en taakverdeling op de agenda. Daarna fusioneren. Voorbeelden daarvan vinden we op lokaal niveau terug: de integratie van gemeen-telijke diensten binnen een integraal vrijetijdsverhaal en het clusteren van stedelijke instellingen. Maar ook bin-nen het Vlaams cultuurbe-leid zijn er voorbeelden te vinden: Bibnet en LOCUS die nog maar pas Cultuurconnect zijn geworden, BAM, VTI en Muziekcentrum zijn nu samen kunstenpunt, de Vlaamse Opera en het koninklijk Ballet van Vlaanderen heten nu kunsthuis. En uiteraard fARO zelf is de som van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur plus Culturele Biografie Vlaanderen. Met de praktijk groeide ook het beleid (of was het andersom?). Van kader-stellend en ondersteunend naar eerder regisserend, waar we ons bij af moet vragen hoe dwingend de overheid die regisseursrol moet spelen?

Het Centrum voor Vrijzinnige en Academische Archieven (CAVA) presenteerde in totaal

negen praktijkvoorbeelden van verschillende soorten samenwerkingen. Interessant waren de samenwerkingen tussen verschillende soorten instellingen. Het verhaal van de Gentse Universitaire musea (GUM), die in 2019 de deur wil-len openen als één museum, werd verteld door Isabel rotthier (Universiteitsarchief Gent). Het verhaal vertelt vooral de stuwende kracht die verschillende partners, 7 musea en één archief, samen kunnen bezitten. De verschil-lende entiteiten werkten al lange tijd samen en heb-ben ook alles samen in gang gezet. Het idee van één uni-versiteitsmuseum is dan ook niet nieuw. Sinds 2003 werk-ten de collectiebeheerders verschillende visies uit en lan-ceerden ze verschillende voor-stellen tot de het universitaire bestuur in 2011 niet langer kan achterblijven en de pro-jectaanvraag voor een voor-bereidende studie voor het oprichten van een universi-teitsmuseum goedkeurt. Sinds 2013 is GUM verankerd als een autonome organisatie binnen de universiteit. De bedoeling van het samenwerkingsver-band is om de werking van de verschillende musea beter op elkaar af te stemmen en om een gemeenschappelijke wer-king uit te bouwen op vlak van publieks- en collectiebe-leid, inventarisering, bruikleen, tentoonstellingen, etc. Samen, en aangevuld met andere uni-versitaire erfgoedcollecties, willen deze musea evolue-ren naar een nieuw overkoe-pelend universiteitsmuseum. De samenwerking brengt het beste van beide werelden samen. Musea staan immers garant voor ruimte, publiek, wetenschapscommunica-tie en onderzoek. Terwijl het archief o.m. expertise heeft in digitalisering, contextualise-ring en met het ondersteunen van documentair erfgoed wel weg weet. De synergie tus-sen musea en het archief, sec-toren met vooralsnog weinig

bruggen tussen beiden, lei-den tot een gemeenschappe-lijk portaal. Een portaal waar iedereen zijn traditie in kan herkennen en dat dus verschil-lende soorten standaarden combineert. Aan de hand van de standaard kan je gemakke-lijk zien voor welk publiek het bedoeld is. Het collectiepor-taal experimenteert ook met structuren en relaties. Zo werd er bijvoorbeeld gekozen voor een boomstructuur waardoor een groot aantal voorwerpen in één keer beschreven wor-den, in tegenstelling tot dit afzonderlijk te doen.

Ook in het voorbeeld van Het firmament, expertisecen-trum voor cultureel erfgoed van de podiumkunsten en PACkED vzw werd er samen-gewerkt over verschillende grenzen heen: kunsten- en erfgoedsector en het beleid. Veerle wallebroek van Het firmament vertelde dat de nood aan kennisuitwisseling binnen de kunstensector groot bleef. Weinig knowhow van hoe zorg te dragen voor het

eigen archief en erfgoed kwam te vaak voor. Hoe belang-rijk dit ook was, het behoort niet tot de kerntaken van de kunstensector en er werden al helemaal geen middelen voor vrijgemaakt. Hoewel de eis “zorg voor eigen archief” wel vermeld stond bij de sub-sidievoorwaarden waren hier-aan geen eisen gekoppeld. De stappenplannen die Het firmament zelf ontwikkelde voor de verschillende aspec-ten van archiefzorg binnen theater en dans bleek al snel ook inzetbaar voor andere kunstvormen. Daarop bun-delden Het Firmament en

PACkED vzw begin 2014 hun krachten. Resultaat? De tool-box werd opgenomen in het kunstendecreet. Iets wat pro-jectmatig begon, is structureel geëindigd.

Maar ook met de gebruiker kan samengewerkt worden. Noortje Lambrechts onder-zocht het participatief archief voor haar masterproef (2014-2015). kan deze vorm van samenwerking leiden tot een schaalvergroting in de archief-werking? Het participatief archief is nog maar een recent fenomeen, voor het eerst gebruikt door de Zweedse professor in Bibliotheek- en Informatiewetenschappen Isto Huvila, waar de gebruiker cen-traal staat. Die gebruiker par-ticipeert in het archivalisch proces. De mate waarin en de manier waarop dit verwezen-lijkt moet worden, staat wordt bediscussieerd: creëren de gebruikers door hun participa-tie toegevoegde kennis, zoals beeldbanken waar gebruikers beschrijvingen kunnen toevoe-gen. Of nemen de gebruikers

taken die betrekking hebben op het ontsluiten van archie-ven over van de archivaris? Of participeert de gebruiker doorheen het volledige archi-valische proces van waarde-ren, ordenen en beschrijven? Waar de gebruiker aanspraak maakt op een actievere rol, verandert vanzelfsprekend de rol van de archivaris mee naar een eerder ondersteunende functie. Met behoud van auto-riteit of niet, al naar gelang wie u het vraagt. Maar het is dui-delijk dat de archivaris in deze samenwerking zijn traditionele rol in vraag moet stellen. (jH)

META 2016 | 4 | 43

kroniek

Ga voor meer informatie naar Abonnementenland: www.aboland.be

Uitgeverij IP | tel: 00-31-70-300 06 84 | uitgeverijip.kbenp.nl

Er is veel aan de hand in de bibliotheek en de wereld van de informatieprofessionals. Het is tijd om goed op de hoogte te blijven en te weten wat collega’s in Nederland weten,

denken en doen. Daarom biedt uitgeverij IP de gelegenheid om een abonnement te nemen op IP | vakblad voor informatieprofessionals en / of Bibliotheekblad

tegen nieuwe Belgische abonnementsprijzen: Bibliotheekblad € 221,90 en IP | vakblad voor informatieprofessionals € 127,40.

bibliotheekbladVakblad voor de openbare bibl iotheken 2016 nr 3

Dossier

BOEKHANDELS

MIKKEN OP

BELEVENIS

MYSTERY GUEST

VERLIEFD OP WITTE DAME

MARLEEN BARTH:

SAMEN EEN VUIST MAKEN

RECONSTRUCTIE PROJECT

COLLECTIE & FRANCHISE

MIDAS DEKKERS geeft bibliotheken draai om de oren

bib3-2016cover.indd 1 15-03-16 22:40

01Miljoenenbusiness achter headbangende banaan

GIFjes

025 trends

Boek-wetenschap

03Oplossing voor linkrot

Persistent identifiers

04Informatiebeheer van de overheid

Puberbrein

Nieuwe rol

voor ip’ers

Embedded

librarianship

vakblad voor informatieprofessionals vakblad voor

informatieprofessionals

2016 | 04

IP & Bibliotheekblad zijn de twee toonaangevende vakbladen in Nederland

voor archivarissen, bibliothecarissen en informatieprofessionals

IP | vakblad voor informatie-professionals is samen met

Informatie Professional.nl het platform voor de informatiespecialist. Het

vaktijdschrift voor iedereen die werkt bij erfgoed instellingen, bibliotheken,

informatieafdelingen en (cultuur-historische) archieven. Met aandacht

voor digital born bestanden, digitalisering, conservering,

auteursrecht, crowd sourcing, social media, ICT en het

aanbieden van ‘informatie’ in de breedst mogelijke zin.

Bibliotheekblad is het vakblad voor de openbare bibliotheken. Het signaleert nieuwe ontwikkelingen en richt zich op de beroeps beoefenaren in het openbare bibliotheekwerk. Het bevat opiniërende artikelen, interviews, mystery guest-verslagen, reportages en thema dossiers. En brengt op zijn

website al het actuele bibliotheek-nieuws, alsmede rubrieken

over ontwikkelingen op ICT-gebied en over ontwikkelingen in het buitenland.

nieuws, alsmede rubrieken over ontwikkelingen op ICT-gebied en over VAN

OVER DE GRENS

ADV_IPBB_belgie.indd 1 26-04-2016 16:15

Page 46: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

oud-voorzitter VVBad Johan Vannieuwenhuyse met pensioen

Sinds 1 april 2016 is Johan Vannieuwenhuyse met pen-sioen. Johan trad in 1994 in dienst bij de Provincie West-Vlaanderen – Archiefdienst. Voordien werkte hij als leer-kracht en als wetenschap-pelijk medewerker in het Stadsarchief Gent.

Johan studeerde in 1974 af als licentiaat Geschiedenis – richting Middeleeuwen aan de Universiteit Gent en startte zijn professionele carrière als geschiedenisle-raar in het secundair onder-wijs. Tijdens die periode deed hij ook gedurende elf maanden legerdienst in het Legerarchief in Brussel, met-een zijn eerste kennisma-king met de archievenwereld achter de schermen. Het was niet evident om een voltijdse job als geschiedenisleer-kracht te vinden en dus zocht hij naar andere mogelijkhe-den. Vanaf 1978 kon hij in het Stadsarchief Gent aan de slag als wetenschappelijk medewerker. Onder leiding van Johan Decavele leerde hij er de knepen van het archiefvak in al zijn aspecten: archiefoverdrachten organi-seren, inventariseren, goed bewaren, ter beschikking stellen en publieksgericht werken.

Al die kennis nam Johan mee bij zijn overstap naar het archief van de Provincie West-Vlaanderen in 1994. Hij bouwde de Provinciale Archiefdienst en archiefwer-king op vanaf nul. Hij werkte procedures uit voor archief-overdrachten, bruiklenen en vernietigingen; organiseerde een leeszaalwerking; zette zich in voor de realisatie van een nieuw provinciaal archiefgebouw; coördineerde de archiefverhuis; bouwde een publiekswerking uit; ging van start met de vrijwilligers-werking; enzovoort. Ook de archiefwerking naar de West-Vlaamse lokale besturen toe

is onder zijn impuls opge-start.

Dankzij de inspanningen van Johan op het vlak van per-soneel werkten er heel wat mensen voor lange of kor-tere tijd bij de Archiefdienst. Startbanen, stagiairs, project-medewerkers, vrijwilligers, jobstudenten kregen er de kans om kennis te maken met de diversiteit aan archief-taken. Het vormen van een hecht team was één van zijn stokpaardjes. Belangrijk waren de projecten waarbij de volledige personeelsgroep samenwerkte en als team presteerde, zoals bijvoor-beeld de tentoonstellingen of de grote archiefverhuis vanuit de Brugse binnenstad naar Sint-Andries.

Het belang dat Johan hechtte aan het doorgeven van ken-nis en ervaring weerspiegelt zich ook in zijn engagemen-ten aan de Bibliotheekschool Gent en aan de Provinciale School voor Bestuursrecht.

Johan stimuleerde het archiefoverleg en de samen-werking tussen archiefdien-sten. Vanuit die optiek heeft hij zich al vroeg geënga-geerd binnen de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD vzw): achtereen-volgens in de toenmalige werkgroep Gemeentearchief, in het bestuur van de sec-tie Archief en Hedendaags Documentbeheer, als voorzitter van de sectie (1998-2006) en uiteinde-lijk als algemeen VVBAD-voorzitter (2007-2013).

Onder zijn voorzitterschap ging Informatie aan Zee in het kursaal van Oostende van start, werd de Proeve van Vlaamse Archiefdecreet uit-gewerkt en nam de VVBAD deel aan meerdere hoor-zittingen in het Vlaams Parlement.

Vanuit datzelfde streven naar overleg en samen-werking stond hij in West-Vlaanderen mee aan de wieg van het West-Vlaamse ArchievenPlatform (WAP). Hij was achtereenvolgens secre-taris en ondervoorzitter.

Daarnaast was Johan actief als onderzoeker en publicist. Zijn naam staat op archief-inventarissen en op publi-caties over de archivistiek in het algemeen, over het provinciaal archief en over de geschiedenis van de provin-cie. Uit zijn pen vloeiden ook verslagen van studiedagen, boekbesprekingen, enzo-voort. Via zijn lidmaatschap en momenteel als ondervoor-zitter van het Genootschap voor Geschiedenis in Brugge bleef (en blijft) hij op histo-risch vlak actief.

Johan gaf op 24 maart een afscheidsfeestje in het Provinciaal Archiefgebouw in Sint-Andries, zijn — zoals hij zelf zei — professionele bio-toop sinds 2003.

We bedanken Johan voor de goede samenwerking en wensen hem en echtgenote Martine het allerbeste voor de komende jaren!

Isabelle Verheire

44 | META 2016 | 4

personalia

Page 47: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

META 2016 | 4 | 45

lezersreactie

Aux armes et cæteraAlles van waarde moet weerbaar worden 1

1 De (onder)titel van dit stukje is

een parafrase op de titel van een

zogenaamde Socrateslezing die de

Nederlandse rechtsfilosoof Paul

Cliteur (°1955) op 3 april 2016 voor

de Humanistische Alliantie hield.

In zijn lezing ging Cliteur in op de

vraag naar de oorzaak van terro-

risme van radicaal religieuze aard.

Ook ik heb me afgevraagd óf en hoe we de vermaledijde aanslagen van de tweeën-twintigste maart in Brussel hadden kunnen voorkomen. En als bibliothecaris stel je je dan al snel overmoedig de vraag: “kan de bibliotheek de wereld redden?”. Mijn korte antwoord is een duidelijk “Nee.” Mijn lange antwoord is een genuanceerd “Nee, maar…”. Soms maakt een nevenschikkend voegwoord het verschil.

Op de dag van de aansla-gen in Brussel stelde oud-journalist Mia Doornaert zich in een opiniestuk voor De Standaard luidop de vraag of we nu eindelijk eens wakker wilden worden. Een bekom-mernis die ik deel. Want we moeten uit onze droom ont-waken. Een droom waarin we onszelf voorspiegelen dat we onkwetsbaar zijn. Een droom waarin we onze democratie als banaal (want vanzelfspre-kend) zijn gaan beschouwen.

En alsof de banalisering van de democratie nog niet genoeg is, heeft het cultuur-relativisme, dat “vrijblijvend gefilosofeer in vredestijd” (Paul Cliteur), ervoor gezorgd dat we onze waar-den in vraag zijn gaan stellen in plaats van ze te verde-digen. En dat komt ons nu duur te staan. We gedragen ons als de zorgeloze Eloi uit de negentiende-eeuwse science fictionroman The Time Machine van H.G. Wells, uiteindelijk slechts ten prooi aan de wrede, ondergronds levende Morlocks die in wer-kelijkheid de plak zwaaien.

Wat we nodig hebben is een nieuw soort modernisme. Geen modernisme van ‘het grote verhaal’, maar een

hedendaagse variant die de kleine verhalen met elkaar verbindt. Zodat ieder verhaal tot zijn recht kan komen. Alles onderzoeken, het Goede behouden. Wij mogen het kwaad niet tolereren. En de democratie — hoe onvol-komen zij in haar huidige ver-schijningsvorm misschien ook is — mag niet toestaan dat zij zichzelf met gebruikmaking van democratische middelen vernietigt.

Het kwaad — met hoofdlet-ter, dat is een niet onbelang-rijke nuance — is onder ons. Niet alleen in zijn duidelijk herkenbare vormen van fana-tisme, geweld, hebzucht, oorlog, radicalisering… Maar ook in zijn meer alledaagse en daardoor misschien min-der herkenbare vormen van armoede, discriminatie, onwetendheid, sociale onge-lijkheid… Het Kwaad is ook in ons. Elke keer als we onszelf op de borst slaan met de gedachte dat we het toch zo slecht niet doen. Morele lui-heid is zeer letterlijk het oor-kussen van de duivel.

En de bibliotheek? Wat kan zij doen? Laat mij duidelijk zijn: gebouwen of instellin-gen doen niets. Alleen men-sen doen wat. Die vaststelling moet ons nederig stemmen, maar ze kan ons als mede-werkers van bibliotheken ook strijdbaar maken. Ieder van ons is een schrijver van kleine verhalen die ertoe doen.

We weten niet precies waarom mensen radicaliseren en terroristen worden. Maar als medewerkers van biblio-theken kunnen we helpen ervoor te zorgen dat radica-lisme geen voet aan de grond krijgt. We kunnen mensen wapenen tegen

oogklepdenken door hen in contact te brengen met een veelheid aan kennis, meningen en gezichtspun-ten. We kunnen hen een plek voor ontmoeting bieden, om met elkaar en met ons in dialoog te gaan, om hun ideeën en gevoelens te delen en met elkaar te confronte-ren. Zo kan uiteindelijk het inzicht groeien dat waarden als vrijheid of zelfbeschik-king universeel zijn; dat deze waarden niet banaal zijn en dat hun kwetsbaarheid ze de moeite waard maakt. En daarmee wordt een sterke dam tegen het radicalisme opgeworpen.

“Ja,” zie ik je denken, “laten we een plan maken!” Nee! Geen woorden, maar daden. Laten we — om het met schrijfster Griet op de Beeck te zeggen — “stoppen met hopen en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren”.

De zeer oude zong dat alles van waarde weerloos is. En zoals de ouden zongen, pie-pen de jongen. Maar wordt het geen tijd om het kinder-lijke achter ons te laten? Het Kwaad in het aangezicht te kijken en ertegen ten strijde te trekken? Aux armes et cætera. Opdat alles van waarde weerbaar zou wor-den.

Patrick Vanhoucke Brussel, 20 april 2016

Gevel van de Beurs in Brussel op 23 maart 2016. Foto: © Bram Penninckx www.brampenninckx.be.

Page 48: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

toepassing

“ WHY DO I WRITE? IT’S NOT THAT I WANT PEOPLE TO THINK I AM SMART, OR EVEN THAT I AM A GOOD WRITER. I WRITE BECAUSE I WANT TO END MY LONELINESS.

Jonathan Safran foer

Aan de slag met QR

Ilse Depré, BiB IDee

In 1994 bedacht een Japans bedrijf een nieuw type streepjescode, Quick Response of QR genaamd. Initieel werden deze vierkante codes ingezet in fabrieken, om onderdelen snel te identificeren. 20 jaar later kan je QR-codes echter vinden op de meest diverse plek-ken. Ze staan op folders en pos-ters, en leiden de lezer snel naar

een reclamewebsite. Toeristische diensten plaatsen ze bij monu-menten, om de bezoeker extra info te verschaffen. En tijdens de verkiezingen van 2014 werden ze gebruikt als verificatiestrook bij het elektronisch stemmen.

Musea kunnen de info op het plaatje naast een kunstwerk mak-kelijk uitbreiden via een QR-code die linkt naar een webpagina. Biedt men op die weblocatie niet enkel tekst, maar ook audio en/of video aan, dan wordt de smartphone van de bezoeker meteen omgebouwd tot een audiogids. Apps zoals STQRY (iOS, Android) helpen om verhalen op een originele manier tot bij de bezoeker te brengen.

Bibliotheken gebruiken QR-codes om aanwinsten in de kijker te zetten, om te linken naar boekentrailers of de ‘digitale’ ver-sie van een thematafel op Pinterest, om e-boe-ken en digitale diensten makkelijk toegankelijk te maken, of de klant te lei-den naar een facebook-pagina. Door codes en opdrachten op websites aan elkaar te koppelen, steek je ook snel een digitaal spel in elkaar, bijv. om leerlingen weg-wijs te maken in de bib.

QR-codes gebruiken is makkelijker dan je denkt. Als ‘maker’ heb je enkel het webadres en een gratis QR-generator nodig, bijv. www.qr-genereren.nl. Als ‘gebruiker’ scan je de code vervolgens met één van de vele gratis QR-apps, zoals Scan (iOS, Android, Win).

> Meer info en nuttige apps: http://bibidee.blogspot.com

46 | META 2016 | 4

toepassing

Page 49: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

BJörn hinderyckx

Björn Hinderyckx is balieverantwoordelijke in de Faculteitsbibliotheek Letteren en Wijsbegeerte aan de UGent, waar hij vooral bezig is met dienstverlening. Hij wordt 33 en woont in Varsenare. Naast tijd spenderen met z’n dochter, is hij gebeten door de reismicrobe, trapt hij geregeld een balletje en leert hij de kunst van het zwaardvechten.

META 2016 | 4 | 47

“ Lezen, je kan er niet aan beginnen zonder uiteindelijk thuis te komen”

Björn Hinderyckx:

zogelezen

welk boek ligt er nu op je nachtkastje? Ik lees graag verschillende boeken door elkaar en liefst werken die een raakpunt hebben met iets waar ikzelf mee bezig

ben. Daarom liggen momenteel in ieder geval twee boeken op mijn nacht-

kastje die te maken hebben met his-torisch zwaardvechten, een hobby waar ik enkele maanden geleden mee begon: allereerst The Art of Combat, een Engelse

vertaling van het Fechtbuch van de Duitse schermmees-ter Joachim Meyer. Het Fechtbuch van Meyer is een prach-tig, geïllustreerde zestiende-eeuwse verhandeling die specifiek geschre-

ven werd om de krijgskunst met 5 wapens aan te leren, meer bepaald het lang-zwaard, de dussack, het rapier, de dolk en de zogenoemde paalwapens. Het tweede boek op mijn nachtkastje is Te Wapen door Bert Gevaert. Vlot geschreven, vol woordmopjes en interessante weetjes over en rond historische Europese krijgs-kunsten. Een aanrader voor wie houdt van Martials Arts en Europese (cultuur)geschiedenis.

Ongeveer één jaar geleden werd ik papa van een wolk van een dochter, dus mag ook Oei, ik groei niet ontbreken op mijn nachtkastje, om tijdens slapeloze nachten te lezen over sprongetjes …

welk boek mag er altijd in je nachtkastje blijven liggen? Meester Pluim en het praatpoeder van Marc De Bel: nostalgie ten top in een coming-of -age-pagetur -ner op kindermaat over opgroeien en afscheid nemen, met een vleugje magie en humor zoals alleen Marc De Bel dat kan. Een boek dat ik als kind ontelbaar keer heb gelezen.

welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten?De lijst is ellenlang en de reden is meestal gewoon tijdsgebrek maar ik pik er toch twee uit: Congo van David Van Reybrouck, warm aanbevolen maar er passeert altijd wel een ander boek dat me net iets meer aanspreekt en dus blijft het liggen. Daaronder ligt Everything is

illuminated van Jonathan Safran foer klaar. Ik was onder de indruk van hoe de auteur het verwerkingsproces van het hoofdpersonage zo beeldend neerschreef in Extremely Loud and Incredibly Close maar om dezelfde reden als Congo, blijft het ook liggen.

welk boek ben je begonnen maar onmid-dellijk gestopt?Ik vergelijk lezen graag met reizen: Je kan er niet aan beginnen zonder uiteindelijk thuis te komen en dus probeer ik elk boek ook helemaal uit te lezen. Ik kan dus niet meteen een titel bedenken.

wat zijn je leesgewoontes?Ik lees vooral op de trein, in bed, op toilet of op reis: liefst papier, maar ook digitaal op mijn iPad. De eerste paar keer is dat hard wennen, maar eens je eraan gewend bent, leest digitaal eigenlijk even vlot als papier. Het grote voordeel is dat je een enorm aanbod bij de hand hebt zonder dat je moet zeulen met een gigantische collectie: hoewel zo’n stapel boeken wel bijzonder charmant oogt, is dat toch niet meteen handig voor een pendelaar. Ik herlees ook heel veel: het klinkt heel cli-ché maar dat voelt altijd als een ontmoe-ting met oude vrienden.

Page 50: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Philologische Bibliothek der Freien Universität Berlin, September 2005.(Architekt Norman Foster)

Foto: svenwerk (CC) (https://www.flickr.com/photos/svenwerk/).

48 | META 2016 | 4

uitzicht

Page 51: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

OP NAAR DE BIBLIOTHEEK VAN DE TOEKOMSTMET WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRAIn deze digitale tijden staan bibliotheken en documentatiecentra voor grote uitdagingen: teruglopende bezoekers- en uitleenaantallen tegengaan, nieuwe inkomstenbronnen zoeken, een evenwicht zoeken tussen analoge en mobiele dragers, inspelen op de behoeften van de verschillende doelgroepen… Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra is een praktische gids die alle facetten van bibliotheek- en documentatiebeheer omvat. U krijgt een zo compleet mogelijk antwoord op onderstaande vragen en veel meer!

Abonnees kunnen het boek nu ook online lezen op www.wegwijzerbibliotheken.beDe website wordt na elke nieuwe aflevering bijgewerkt.

* Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Losbladige publicatie met abonnement. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen € 0,55 per pagina, website-updates tegen € 29 tot schriftelijke wederopzegging. Prijs geldig tot 30/06/2014. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Bestuur/Organisatie: .....................................................................................................................................................................................

Naam: ..........................................................................................................................................................................................................................

Functie: ......................................................................................................................................................................................................................

Adres: .........................................................................................................................................................................................................................

Tel: ................................................................................................................................................................................................................................

E-mail: ........................................................................................................................................................................................................................

BTW: ............................................................................................................................................................................................................................

DATUM & HANDTEKENING

Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestel via www.politeia.be • e-mail: [email protected]

Ja, ik bestel . . . ex. van Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra tegen 69 euro* voor VVBAD-leden of 99 euro* voor niet-leden.

BESTELKAART

• Hoe de werkprocessen verbeteren in bibliotheken en documentatiecentra?• Wat zijn de voordelen van open access? En hoe werkt dit praktisch?• Hoe een digitaliseringstraject opstarten?• Welke online communicatiekanalen aanwenden?• Wat kan je als informatieprofessional met linked open data?• Hoe de retrieval-techniek toepassen?• Hoe kunnen (openbare) bibliotheken de eigen inkomsten verhogen?

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 1

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OC

UM

EN

TATIE

CE

NTR

A 1

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 1 12/07/11 22:34

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OCU

MEN

TATIECEN

TRA

2

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 2

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 2 12/07/11 22:34

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA3

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OC

UM

EN

TATIE

CE

NTR

A 3

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 3 12/07/11 22:35

www.wegwijzerbibliotheken.be

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 52: Het bIblIotHeekgebouW geëvalueerD en geëvolueerD · en met de ondersteuning van de digi-tale economie en de e-commerce. Dat ... werken in de toekomstige btw-regel-geving. Met de

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]