Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

4
Stapert biedt aangename verrassing H e t archeologische belang van terpzoien Vraag een Friese archeoloog wat de grootste ramp is die zijn werkgebied is overkomen, en hij zal niet lang na hoeven te denken. De systematische aanslag op de terpen in de tweede helft van de 19e, en de eerste helft van de 20e eeuw is zo ingrijpend geweest, dat traditionele boosdoeners als ruilverkavelingen en nieuwbouwprojecten erbij verbleken. J.M. Bos, J. Scheffer, E. Taayfce & H.T. Waterbolk 'De terpen (...) behooren tot de belangrijkste overblijfselen uit ons verle- den en zij hebben groote beteekenls voor de gansene archeologische wetenschap, ook zoover deze het verleden van ons vaderland niet raakt. Het verlies zou onher- stelbaar zijn en onze goede naam in de beschaafde wereld zou er onder lijden, indien ze alle verdwenen zonder dat er één systematisch was onderzocht!' Deze drama- tische oproep van de hoogleraar-directeur van het Rijksmuseum van Oudheden, geci- teerd in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 3 november 1905, heeft geen effect gehad. We kunnen het verloop van het archeologische onderzoek van de Friese ter- pen, enigszins maar niet tè gechargeerd, vol- gen aan de hand van twee citaten. Het eerste is uit 1947, van notaris Ottema in een gedenkboek voor archeoloog Van Giffen: 'Natuurlijk viel het mij toen ook wel op, dat het jammer was dat er niet voldoende krachten waren om toezicht op de afgravin- gen te houden en de gegevens op kaarten vast te leggen.' Het tweede citaat is uit i 961, van archeoloog Waterbolk over zijn opgra- ving in Tritsum: 'In de reeks van terpopgra- vingen ontbrak tot nu toe echter een groot systematisch onderzoek van een terp in het eigenlijke Friesland.' Angstaanjagende erosie Kan het nog somberder? Jazeker. Een (te) klein gedeelte van de resterende terpen en terprestanten is beschermd in het kader van de Monumentenwet. De laatste jaren is ech- ter duidelijk geworden dat die bescherming niet effectief is. De jaarlijkse erosie van deze monumenten is weliswaar geringer dan als ze werden afgegraven, maar niettemin angst- aanjagend groot. Litanieën als hierboven zullen de komende jaren nog wèl vaker te horen en te lezen zijn. In dit artikel wordt het probleem nog groter gemaakt, maar dan vanuit een positieve invalshoek: er is meer bewaard gebleven dan we dachten. Er zijn meer terreinen met archeologische potentie dan op de bestaan- de archeologische kaarten staan; we kunnen ze zelfs heel precies aanwijzen, maar deze terreinen hebben nu nog een wegwerpstatus. Terpzoien de moeite waard Verbouwereerd als ze waren, hebben archeo- logen misschien met te weinig afstandelijk- heid gekeken naar de gevolgen van de terp- afgravingen. Als zij voorstellen deden om afgegraven terpen weer aan te vullen (en die zijn gedaan en uitgevoerd), gaven zij zich er kennelijk geen rekenschap van wat de gevol- gen daarvan konden zijn. De ervaringen van de laatste jaren hebben ons geleerd dat we eens wat langer stil moe- ten staan bij de vraag wat het nou precies betekent dat een terp is afgegraven. Heb- ben terpzoien (de terreinen waar de terpen lagen die zijn afgegraven) terecht een wegwerpstatus? Waarom zou het zo moeten zijn dat bij de terpafgravingen alle ophogings- en bewo- ningslagen zijn verdwenen? Bovendien: boven op de terp hebben over het algemeen eeuwenlang mensen gewoond. Diepere ingravingen uit alle perioden reikten tot in de natuurlijke ondergrond, en zijn daardoor in de terpzoien terug te vinden: je kunt er vergif op innemen dat in iedere terpzooi nog vele, vele waterputten aanwezig zijn. Ook andere vormen van Ingravingen onder de terplagen zullen in de terpzooi zijn verze- geld: grachten, greppels, afvalkuilen, soms misschien wel grafvelden. Terpzoien zullen natuurlijk niet de informa- tieve kwaliteit hebben die de gave grote ter- pen gehad hebben. Dat is misschien aanlei- ding tot nostalgische bespiegelingen, maar we doen er goed aan te roeien met de rie- men die we hebben; laten we blij zijn dat we een nieuwe bron van informatie hebben 'ont- dekt'. Laten we ons er tegelijkertijd sterk voor maken dat die nieuwe status van terp- Noorderbreedte95l160

Transcript of Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

Page 1: Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

Stapert biedt aangename verrassing

Het archeologische belang vanterpzoien

Vraag een Friese archeoloog wat de grootste ramp is die zijn werkgebied is overkomen, en hij zal niet lang na hoeven tedenken. De systematische aanslag op de terpen in de tweede helft van de 19e, en de eerste helft van de 20e eeuw is zoingrijpend geweest, dat traditionele boosdoeners als ruilverkavelingen en nieuwbouwprojecten erbij verbleken.

J.M. Bos, J. Scheffer, E. Taayfce & H.T. Waterbolk

'De terpen (...) behooren tot debelangrijkste overblijfselen uit ons verle-den en zij hebben groote beteekenls voorde gansene archeologische wetenschap,ook zoover deze het verleden van onsvaderland niet raakt. Het verlies zou onher-stelbaar zijn en onze goede naam in debeschaafde wereld zou er onder lijden,indien ze alle verdwenen zonder dat er éénsystematisch was onderzocht!' Deze drama-tische oproep van de hoogleraar-directeurvan het Rijksmuseum van Oudheden, geci-teerd in de Nieuwe Rotterdamsche Courantvan 3 november 1905, heeft geen effectgehad. We kunnen het verloop van hetarcheologische onderzoek van de Friese ter-pen, enigszins maar niet tè gechargeerd, vol-gen aan de hand van twee citaten. Het eersteis uit 1947, van notaris Ottema in eengedenkboek voor archeoloog Van Giffen:'Natuurlijk viel het mij toen ook wel op, dathet jammer was dat er niet voldoendekrachten waren om toezicht op de afgravin-gen te houden en de gegevens op kaartenvast te leggen.' Het tweede citaat is uit i 961,van archeoloog Waterbolk over zijn opgra-ving in Tritsum: 'In de reeks van terpopgra-vingen ontbrak tot nu toe echter een grootsystematisch onderzoek van een terp in heteigenlijke Friesland.'

Angstaanjagende erosieKan het nog somberder? Jazeker. Een (te)klein gedeelte van de resterende terpen enterprestanten is beschermd in het kader vande Monumentenwet. De laatste jaren is ech-ter duidelijk geworden dat die beschermingniet effectief is. De jaarlijkse erosie van dezemonumenten is weliswaar geringer dan als zewerden afgegraven, maar niettemin angst-aanjagend groot.

Litanieën als hierboven zullen de komendejaren nog wèl vaker te horen en te lezen zijn.In dit artikel wordt het probleem nog grotergemaakt, maar dan vanuit een positieveinvalshoek: er is meer bewaard gebleven danwe dachten. Er zijn meer terreinen metarcheologische potentie dan op de bestaan-de archeologische kaarten staan; we kunnenze zelfs heel precies aanwijzen, maar dezeterreinen hebben nu nog een wegwerpstatus.

Terpzoien de moeite waard

Verbouwereerd als ze waren, hebben archeo-logen misschien met te weinig afstandelijk-heid gekeken naar de gevolgen van de terp-afgravingen. Als zij voorstellen deden omafgegraven terpen weer aan te vullen (en diezijn gedaan en uitgevoerd), gaven zij zich erkennelijk geen rekenschap van wat de gevol-gen daarvan konden zijn.

De ervaringen van de laatste jaren hebbenons geleerd dat we eens wat langer stil moe-ten staan bij de vraag wat het nou preciesbetekent dat een terp is afgegraven. Heb-ben terpzoien (de terreinen waar de terpenlagen die zijn afgegraven) terecht eenwegwerpstatus?Waarom zou het zo moeten zijn dat bij deterpafgravingen alle ophogings- en bewo-ningslagen zijn verdwenen? Bovendien:boven op de terp hebben over het algemeeneeuwenlang mensen gewoond. Diepereingravingen uit alle perioden reikten tot inde natuurlijke ondergrond, en zijn daardoorin de terpzoien terug te vinden: je kunt ervergif op innemen dat in iedere terpzooi nogvele, vele waterputten aanwezig zijn. Ookandere vormen van Ingravingen onder deterplagen zullen in de terpzooi zijn verze-geld: grachten, greppels, afvalkuilen, somsmisschien wel grafvelden.Terpzoien zullen natuurlijk niet de informa-tieve kwaliteit hebben die de gave grote ter-pen gehad hebben. Dat is misschien aanlei-ding tot nostalgische bespiegelingen, maarwe doen er goed aan te roeien met de rie-men die we hebben; laten we blij zijn dat weeen nieuwe bron van informatie hebben 'ont-dekt'. Laten we ons er tegelijkertijd sterkvoor maken dat die nieuwe status van terp-

Noorderbreedte95l160

Page 2: Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

t 1 «JS* JP

\mr 'jf •* «

r als een terp werd afgegré srd in 1930, foto BAI.

zolen consequenties heeft. Geen enkeleterpzooi is nu een archeologisch monument:in de praktijk is nog steeds sprake van eenwegwerpstatus. Dat dit onterecht is, zal doorgerichte voorlichting duidelijk gemaakt moe-ten worden. Uitgangspunt voor beleid zal numoeten worden dat iedere afgegraven terparcheologisch waardevol is tot het tegendeelbewezen is.

Terpzoolopgraving: Stapert

Met dit in het achterhoofd werd een aantal

jaar geleden besloten goed uit te kijken naargelegenheden die zich - gezien het tempowaarin het bodemarchief wordt aangetast -ongetwijfeld zouden voordoen om eens eenterpzooi op te graven. In 1994 was het danzover. Amateurarcheologen van het Argeolo-gysk Wurkferban van de Fryske Akademymeldden de vondst van aardewerk uit deperiode van de kolonisatie van het Friesekleigebied in de vroege ijzertijd; deze vond-sten werden gedaan ter plekke van een afge-graven terp, waar in 1995 een nieuwbouwwijk

zou verrijzen. Het betrof de voormalige terpStapert, aan de zuidkant van het dorp Wom-mels, de hoofdplaats van de gemeente Lit-tenseradiel, in Westergo.Een proefonderzoek wees uit dat er nietalleen scherven konden worden verzameld,maar dat er ook nog grondsporen aanwezigwaren.Het kwam ongelukkig uit dat de Friesearcheologie al geruime tijd in reorganisatiewas. Verantwoordelijkheden en bevoegdhe-den lagen niet altijd even duidelijk vast.

Noorderbreedte 95 1161

Page 3: Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

Alle terpzoien bevatten waterputten, zoals deze tonput in Stapert, foto BAI.

Opgravingsvlakken in de terpzoot van Stapart. Opname in noordelijkerichting, foto BAI

Toch was dit duidelijk een object dat nietverwaarloosd mocht worden: er was sprakevan directe bedreiging, het ging om eenbelangrijke episode uit de bewoningsge-schiedenis die nog slecht gedocumenteerdwas, èn het sloot aan bij de nieuwsgierig-heid die gewekt was naar deze veronderstel-de nieuwe categorie archeologische monu-menten. Al met al bleek dit voldoende moti-vatie te zijn om het gehele beschikbareoppervlak met nederzettingssporen in enke-le campagnes op te graven, in een nauwesamenwerking tussen verschillende betrok-kenen. Het Argeologysk Wurkferban, dat hetonderzoek ook had aangebracht, formeerdeeen graafploeg; de betrokken gemeente, Lit-tenseradiel, gaf alle medewerking en steldede nodige faciliteiten waaronder een graaf-machine beschikbaar; en de vakgroepArcheologie van de Rijksuniversiteit Gronin-gen kon het onderzoek in zijn onderzoekpro-gramma inpassen, waardoor een veldploegen wetenschappelijke begeleiding voorhan-den waren.

Zeer voorlopige resultatenDe terp Stapert ligt evenals andere vroege

nederzettingen in zuidelijk Westergo op derand van een 'veeneiland'. Ongeveer 4000jaar geleden, tijdens de Duinkerke 0-trans-gressiefase, ontstonden er grote erosiegeu-len die de zand- en kelleembodem tot 15 a20 meter diepte uitschuurden. De randenvan de gespaard gebleven pleistocene'eilanden', meestal met veen bedekt, raak-ten naderhand relatief hoog opgeslibd. Tij-dens de opgraving werden de zandonder-grond en een dun veenlaagje op circa 3,8meter beneden NAP waargenomen; evenerboven bevond zich een 10 cm dikke schel-penlaag. De ouderdom van de schelpen ismet de radio-actieve-koolstofmethode vast-gesteld op 3790 jaar (GrN-21041). Organischmateriaal in deze schelpenlaag, ongetwijfeldverslagen veen, bleek aanzienlijk ouder:6620 jaar[GrN-21108).

Vanaf 600 voor Christus duiken in dit gebiedpermanente nederzettingen op, die vooralgekenmerkt worden door het voorkomen vanzogenaamd Ruinen-Wommelsaardewerk(RW), het tamelijk uniforme gebruiksgoedvan deze kwelderkolonisten. De Friesevondsten, inclusief de mede naamgevendepotten uit Wommels-Walpert, werden

geborgen tijdens de commerciële terpafgra-vingen, die het Noorden in de 19e en 20eeeuw teisterden. In Friesland werd niet eer-der een nederzetting uit deze vroege perio-de opgegraven.De vroegste bewoning ter plaatse van Sta-pert (RW-I) was geen terpbewoning; de terpis er in de loop der tijd overheen opgewor-pen. Zo werd een beschermende laaggevormd: van de terpafgraving heeft devroegste nederzetting niet of nauwelijks telijden gehad. Beschadigingen uit laterebewoningsperioden werden wel volop aan-getroffen; zoals voorspeld bleken waterput-ten aanwezig uit de ijzertijd, uit de Romein-se tijd, en uit de vroege en late middeleeu-wen, behorend bij sinds de afgraving als hetware 'in de lucht hangende' leefniveaus.De RW I-nederzetting bestond uit verschil-lende erven. De oostelijke begrenzing is nogniet vastgesteld, maar dit zal zeker gebeurenals ook dat gebied in de komende jarenbebouwd zal gaan worden. De erven beston-den uit een of meer hoofdgebouwen, spie-kers (graansilo's) en water- en afvalkuilen.Door de vele putten uit jongere periodenzijn de huisplattegronden grotendeels ver-

Noorderbreedte95l 162

Page 4: Het archeologische belang van terpzoien - Noorderbreedte

stoord; zij lijken enigszins op de huizen uitde vroege ijzertijd die bij Peelo zijn opge-graven.De grootste verrassing vormde de inhoudvan de waterputten en afvalkuilen: vele tien-tallen vrijwel complete, soms rijk versierde,RW-potten konden worden geborgen, meerdan in heel Noord-Nederland tot nu toegevonden waren. Het materiaal is nog inbewerking; het zal niet alleen informatiegeven over de kolonisatie van het noordelij-ke kleigebied, het maakt ook nu al duidelijkdat de terpzolen ten onrechte zijn gene-geerd.

Wetenschappelijk belangHet gaat bij het archeologische onderzoekvan vroege terpzolen niet alleen om het ber-gen van oudheden uit het verre verleden,die anders verloren zouden gaan, maar ookom de oplossing van wetenschappelijke pro-blemen van meer algemene aard. Waar kwa-men de kolonisten vandaan? Waarom verlie-ten ze hun oude woonsteden? Waarom vondde kolonisatie ongeveer gelijktijdig plaatsover het gehele gebied tussen de Weser en

de Rijn, en omvatte het zowel de bebosterivieroevers als de bosvrije kwelders en zelfsde met zeeklei overslibde hoogvenen? Hoekomt het dat hun materiële cultuur vooralaanvankelijk zo'n grote uniformiteit over hetgehele gebied vertoont? Waarom is er tot nutoe uit die vroege fase nog nooit ergens eengrafveld gevonden?De oplossing van deze en andere vragen kanniet alleen worden gevonden door voortge-zet onderzoek in de kleistreken; daarvoormoet ook gekeken worden naar de strekendie als mogelijk herkomstgebied in aanmer-king komen: de hoge zandgronden nabij dekust en tussen de rivieren, en enkele klei-streken die al in de bronstijd warenbewoond, zoals de verzoete kwelders vanWest-Friesland en sommige delen van debeboste rivieroevers in de Betuwe.Het gaat hierbij niet alleen om gegevens overbijvoorbeeld de vorm en versiering van hetaardewerk, de huizenbouw, de dichtheid vande bevolking en over de wijze waarop hetlandschap werd geëxploiteerd, maar ook overontwikkelingen in het natuurlijke milieu alshoogveenvorming, overstromingen als gevolg

van de zeespiegelstijging, bodemuitputtingen het ontstaan van zandverstuivingen.Bij het bestuderen van dit alles moeten webeseffen dat er in de periode van 1000 tot500 voor Christus in Europa, aan de periferievan het Mediterrane gebied, culturele pro-cessen gaande waren die uiteindelijk ook inons gebied hun weerslag vonden. Het fameu-ze masker van aardewerk dat in Middelstum-Boerdamsterweg werd opgegraven is daarvaneen duidelijke illustratie. De plattegrondvan de tweede fase van deze nederzetting,met zijn omheining van palissaden en grep-pels en zijn vele spiekers daarbinnen, doetoverigens in vele opzichten denken aan deheuvelforten in Engeland en elders, en dusaan de waarschijnlijkheid dat er ook in onzestreken centrale machten aanwezig warendie wellicht leiding konden geven aan hetproces van kolonisatie.

Er Is, kortom, geen enkele reden om hetbelang van het onderzoek In Stapert teonderschatten: het levert gegevens waar-mee de Europese archeologie haar voor-deel kan doen.Nb

Stapert: volop grondsporen uit alle perioden vanaf de vroege ijzertijd, foto BAL

Uit de Stapertse putten kwamen vele tientallen complete pottefoto BAf.

Noorderbreedte 95 1163