HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het...

53
HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT VERSIE 2009-06-28 (13:01)

Transcript of HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het...

Page 1: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

VERSIE 2009-06-28 (13:01)

Page 2: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Pagina 2 van 53

Memo Implementatie Maritiem Arbeidsverdrag en Modernisering Wetboek van Koophandel Commentaar sociale partners

Hierbij ontvangt u een concept voor de regeling van de zee-arbeidsovereenkomst in een nieuwe

afdeling 12 in titel 7.10 BW. Tevens bevat het concept een afdeling 12A met betrekking tot de

zee-arbeidsovereenkomst naar buitenlands recht en een afdeling 12B met betrekking tot de

zeevarende in de zeevisserij.

Tot onze teleurstelling is er toch voor gekozen het verbintenissen deel van de MLC-implementa-

tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk

Wetboek onder te brengen in plaats van Boek 8, dat daar bij de opzet van het Nieuw Burgerlijk

Wetboek oorspronkelijk voor was bedoeld (zie hiertoe het werk, dat hieraan in de jaren 80 van de

vorige eeuw is gedaan onder leiding van prof mr H. Schadee).

Uit de Analyse van mogelijke rechtsverhoudingen bij arbeid in de zeevaart die wij eerder ter

beschikking hebben gesteld, kan worden opgemaakt, dat niet alleen de arbeidsovereenkomst

voorkomt, maar ook de overeenkomst van opdracht, de overeenkomst van aanneming van werk

en de openbare/stille vennootschap (thans nog de maatschapsovereenkomst) in de zeevisserij. De

relevante MLC-bepalingen moeten (ook) in de wettelijke regelingen van die overeenkomsten

worden geïmplementeerd en gelet op de samenhang ware het voor de gebruikers van de wet

eenvoudiger en beter geweest de implementatie op één plaats in het Burgerlijk Wetboek onder te

brengen, te weten in Boek 8.

In verband met die samenhang is het van groot belang, dat eenduidige definities voor de

regelingen gelden, definities die wij in dit voorstel niet aantreffen. In het verleden is bijvoorbeeld

verzuimd een duidelijke definitie van het begrip ‘schepeling’ in de wetgeving op te nemen. Dat

heeft jarenlang gesteggel opgeleverd. Laten we die fout niet opnieuw maken!

Overigens hebben wij geen voorstellen ten aanzien van de overeenkomst van opdracht en de

overeenkomst van aanneming van werk aangetroffen.

Wij verzoeken SZW uitdrukkelijk deze kritiek over te brengen op de betrokken ministers en de

regeringscommissaris voor het Burgerlijk Wetboek (die wij overigens en ondanks toezeggingen

van de zijde van het Ministerie van Justitie nooit zelf te spreken hebben gekregen).

In het concept is enerzijds getracht de bepaling van het MAV te implementeren en is anderzijds

geprobeerd een moderniseringsslag te maken met betrekking tot de huidige bepalingen van het

WvK over de arbeidsovereenkomst van de kapitein en de schepeling. Boven de artikelen is

aangegeven met welke verdragsbepalingen of WvK-bepalingen deze samenhangen.

Ter toelichting op het concept (de memorie van toelichting is nog niet beschikbaar) het volgende.

Met betrekking tot het WvK is gekeken naar de bepalingen die met de arbeidsovereenkomst van

de kapitein en schepeling samenhangen. Deze beide begrippen worden vervangen door het

begrip zeevarende, waar nodig wordt alleen de kapitein genoemd. De meer publiekrechtelijke

bepalingen over de kapitein (derde titel tot en met art. 374 WvK, m.u.v. art. 364 dat terugkomt

in de Wet zeevarenden) zijn vooralsnog ongemoeid gelaten. Dit omdat er nu op grond van het

verdrag niets mee gedaan hoeft te worden en omdat nog niet duidelijk is waar deze artikelen

geplaatst zouden moeten worden.

Aangezien de Zeevaartbemanningswet thans al op zowel zeevarenden als zeevissers van toepas-

sing is, heeft het onze voorkeur de gewijzigde wet Wet zeevarenden en zeevissers te gaan noemen,

zodat ook zeevissers zich reeds in de (citeer-) titel van de wet kunnen/zullen herkennen; het moet

ook hùn wet zijn. Het onderscheid tussen zeevarenden en zeevissers, dat duidelijk uit de afzon-

derlijke verdragen blijkt, dient voorts in de terminologie tot uitdrukking te komen.

De “meer publiekrechtelijke bepalingen over de kapitein” dienen volgens ons, al dan niet

gemoderniseerd, overgebracht te worden naar Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, waar reeds

ruimte voor die bepalingen is gereserveerd.

Met betrekking tot de zieke zeevarende is voor het volgende systeem gekozen: Artikel 415 WvK

geldt voor alle zeevarenden, de artikelen 415a ev. WvK zien op degene die niet valt onder de

Ziektewet en op wie niet een wettelijke regeling van een EU-lidstaat van toepassing is. Daar het

verdrag ook verplicht tot bepaalde voorzieningen voor zeevarenden met een buitenlands contract

Aangezien er ook zeevarenden zullen zijn met een zee-arbeidsovereenkomst naar Nederlands

recht, die niet verzekerd zijn ingevolge de Ziektewet en op wie niet een daarmee vergelijkbare,

wettelijke regeling van een lidstaat van de Europese Unie van toepassing is, zullen de bepalingen

die de artikelen 415a tot en met 415i gaan vervangen, evenals de bepalingen die artikel 415 gaan

Page 3: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Memo Implementatie Maritiem Arbeidsverdrag en Modernisering Wetboek van Koophandel Commentaar sociale partners

Pagina 3 van 53

op een Nederlands zeeschip (vlaggenstaatverplichtingen), wordt onderscheid gemaakt tussen een

zeevarende met een arbeidsovereenkomst naar Nederlands recht (met een loondoorbetaling op

grond van 7:629 BW) en een arbeidsovereenkomst naar buitenlands recht met specifieke bepa-

lingen die overeenkomen met de huidige artikelen 415a ev. WvK. De bepalingen met betrekking

tot de arbeidsovereenkomst naar buitenlands recht zijn opgenomen in een nieuwe afdeling 12A.

vervangen, opgenomen moeten worden in afdeling 12. In afdeling 12A zal vervolgens bepaald

moeten worden, dat die ‘vervangers’ van toepassing zijn op zeevarenden wier zee-arbeidsover-

eenkomst wordt beheerst door een ander recht dan het Nederlandse recht.

De bepalingen over de arbeidsovereenkomst in de zeevisserij zijn aangepast aan de doorgevoerde

wijzigingen van de bepalingen over de zee-arbeidsovereenkomst en zijn opgenomen in een

afdeling 12B. Een inhoudelijke aanpassing volgt, waar nodig, bij de implementatie van het

Visserijverdrag. De bepalingen over de maatschap in de zeevisserij worden opgenomen in een

nieuwe afdeling 9 in titel 7.13 BW over de vennootschap.

Titel 7.13 is thans alleen nog maar een wetsontwerp (28 746) waarvan de parlementaire behan-

deling nog moet worden afgerond. Het lijkt ons daarom beter de regeling van de maatschaps-

overeenkomst ter zeevisserij in het WvK te handhaven, althans in iets gewijzigde vorm. Verwij-

zingen naar WvK-artikelen kunnen daarin vervangen worden door verwijzingen naar de nieuwe

BW-bepalingen. Overigens is raadpleging van de maatschapsvissers zelf vereist, hetgeen vóór 30

juni 2009 niet meer georganiseerd kan worden.

In het concept is de werkgever de wederpartij van de zeevarende. Omdat er op schepen met een

Nederlandse vlag veel met uitzendkrachten gewerkt wordt en het (vaak buitenlandse) uitzendbu-

reau in ons systeem de werkgever is, hebben we een bepaling over inlenersaansprakelijkheid

opgenomen. Deze bepaling wordt toegevoegd aan afdeling 11 van titel 7.10 BW. Ook bevat het

concept een bepaling over het van toepassing zijn van een aantal artikelen van ons arbeidsover-

eenkomstenrecht in het geval van een zeevarende op een Nederlands schip met een buitenlandse

arbeidsovereenkomst.

Wij constateren dat de voorgestelde inlenersaansprakelijkheid in artikel 693 niet beantwoordt

aan onze wensen ten aanzien van de noodzakelijke eindverantwoordelijkheid van de ‘shipowner’,

zoals die term is gedefinieerd in de MLC en door ons is vertaald met ‘scheepsexploitant’ (omdat

de term ‘reder’ in het BW al een andere, beperktere betekenis heeft).

Zoals wij eerder hebben aangegeven, delen wij de opvatting van Universiteit Leiden niet, dat

het verdrag uitzendarbeid zonder meer mogelijk maakt. De verdragsdefinitie van ‘recruitment

and placement’ sluit aan bij de Nederlandse terminologie voor arbeidsbemiddeling, niet bij die

voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. Ook de universiteit komt tot die conclusie,

maar maakt vervolgens een onbegrijpelijke draai door zonder deugdelijke onderbouwing te

stellen dat uit het internationale gebruik van het begrip zou kunnen worden afgeleid dat het toch

beide elementen omvat (zie pagina 31 van haar eindrapport). Dat is niet alleen weinig weten-

schappelijk, maar ook een volstrekt onjuiste conclusie. In ILO-verdrag 181 (Private Employment

Agencies Convention, 1997), dat door Nederland is geratificeerd en dus ònze internationale

context bepaalt, staat in artikel 2, lid 2, dat het verdrag “does not apply to the recruitment and

placement of seafarers” en niet “does not apply to seafarers”, waarmee niet alleen het aparte

regime voor arbeidsbemiddeling in de zeevaart wordt bevestigd (ILO-verdragen 22 en 179 en de

MLC), maar ook dat er een verdragsrechtelijk onderscheid bestaat tussen arbeidsbemiddeling en

terbeschikkingstelling. In 2007 heeft de ILO die opvatting bevestigd op pagina 71 van Report IV

(2A) ten behoeve van de International Labour Conference van dat jaar.

De MLC schrijft in Norm A2.1, lid 1, onderdeel a, voor dat tussen de ‘shipowner’ en de

‘seafarer’, die werknemer is, een zee-arbeidsovereenkomst getekend moet worden. Zoals wij

eerder hebben betoogd, maakt deze bepaling uitzendarbeid eigenlijk onmogelijk. In onze presen-

tatie van 30 oktober 2007 en in onze brief van 8 juli 2008 aan de heer Van Dommelen van het

Ministerie van SZW hebben wij aangegeven hoe ‘ander-werkgeverschap’—een begrip dat wij

gegeven de context prefereren boven ‘uitzendarbeid’—desondanks mogelijk gemaakt kon wor-

den, namelijk door de ‘shipowner’ eindverantwoordelijke/eindaansprakelijke te maken voor

nakoming van de verplichtingen die in overeenstemming met het verdrag aan ‘shipowners’

moeten worden opgelegd. De inlenersaansprakelijkheid die nu wordt voorgesteld bereikt dat

niet. Tussen de formele werkgever en de scheepsexploitant kan in de praktijk namelijk een

Page 4: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Memo Implementatie Maritiem Arbeidsverdrag en Modernisering Wetboek van Koophandel Commentaar sociale partners

Pagina 4 van 53

inlener staan of zelfs een keten van inleners/uitleners terwijl de scheepsexploitant niet zelf (ook)

inlener is. Voor de Nederlandse situatie hebben wij dat schematisch uitgewerkt in de Analyse van

mogelijke rechtsverhoudingen bij arbeid in de zeevaart die in uw bezit is. Daarbij komt nog dat

niet altijd duidelijk is of het gaat om terbeschikkingstelling zoals wij dat in Nederland wettelijk

hebben geregeld, met name daar waar het gaat om buitenlandse zeevarenden met een zee-

a rbe idsovereenkomst naar bu itenlands recht. De eindverantwoordeli jkheid /e indaan-

sprakelijkheid dient om deze redenen los te staan van de vraag of de ‘shipowner’ de inlener is van

de zeevarende.

In het navolgende doen wij daarom voorstellen waarin de eindverantwoordelijkheid (eindaan-

sprakelijkheid) van de scheepsexploitant wordt vastgelegd op een wijze die een zodanige ‘substan-

tial equivalence’ oplevert, dat de bescherming van de zeevarende op een acceptabel niveau in

overeenstemming is met de bedoeling van de MLC.

Waar het onderhavige ontwerp niet in voorziet, is de collectieve loonvorming bij grensover-

schrijdend ander-werkgeverschap (toepasselijkheid van hoofdstuk 3 van de Waadi of iets verge-

lijkbaars) en de arbeidsbemiddeling. Wij vertrouwen er op, op deze onderwerpen binnenkort

voorstellen van u te mogen ontvangen.

Een aantal bepalingen uit het WvK is niet meegenomen in het concept omdat deze bepalingen

niet meer nodig blijken te zijn. Daarnaast zijn bepalingen overgeheveld naar de Wet zeevaren-

den. Met betrekking tot enkele bepalingen wordt voorts in het concept nog de vraag gesteld of

deze gehandhaafd moeten worden.

Volgens ons zijn de volgende artikelen van Boek 2, derde en vierde titel, van het Wetboek van

Koophandel niet in het ontwerp opgenomen: 341 tot en met 374, 377, 378, 380, 386 tot en met

389, 391, 392a, 393, 394, 396, 399, 402, 406 tot en met 412, 418, 421, 423, 424, 428, 429,

438, 439, leden 2 en 3, 447, 449, 450d, 451, 451a, 451d, 451e, 452b-e, 452g, 452i-p, 452s en

452w.

Graag krijgen wij een overzicht met toelichting van de artikelen die gaan vervallen en van die,

welke naar de Wet zeevarenden en zeevissers worden overgeheveld.

Er zijn nog enkele bepalingen in het WvK die aanpassing behoeven door de in het concept

opgenomen wijzigingen, zoals de definitie van zeewerkgever in art. 309 WvK. Deze wijzigingen

in het WvK alsmede de noodzakelijke wijzigingen in de overige regelgeving zijn niet in dit

concept opgenomen en worden afzonderlijk verwerkt.

In het voorstel, en ook in de vigerende regeling van de zee-arbeidsovereenkomst, wordt op

verschillende plaatsen bepaald op welke wijze en voor welke rechter of soortgelijke instantie een

geschil gebracht kan worden. Wij zouden graag zien dat onderzocht wordt of al die bepalingen

in één artikel ondergebracht kunnen worden, waarbij de geschillen zoveel als maar mogelijk is ter

beslechting gebracht kunnen worden voor de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam.

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Titel 10: Arbeidsovereenkomst Algemeen: In de eerste kolom doen wij op enkeleplaatsen tekstvoorstellen die wij in vet tussen vierkantehaken hebben geplaatst.

Afdeling 11: Bijzondere bepalingen terzake van de uit-

zendovereenkomst

Page 5: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 5 van 53

Artikel 690

De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij dewerknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefeningvan het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikkingwordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan dewerkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toe-zicht en leiding van de derde.

Artikel 693

Indien de arbeid aan boord van een zeeschip, als be-doeld in artikel 695, wordt verricht, is de derde, onge-acht het op de arbeidsovereenkomst en de overeen-komst tussen de werkgever en de derde toepasselijkerecht, aansprakelijk voor de nakoming van de uit deartikelen 616, 696, lid 2 en 3, 707 [tot en met] 719 en

732 [tot en met] 741 voortvloeiende verplichtingen,

indien de werkgever met de nakoming daarvan in ge-breke is.

Artikel 616

De werkgever is verplicht de werknemer zijn loon op de bepaal-de tijd te voldoen.

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements1. Each Member shall adopt laws or regulations requir-ing that ships that fly its flag comply with the followingrequirements:

a. seafarers working on ships that fly its flag shallhave a seafarers’ employment agreement signed by boththe seafarer and the shipowner or a representative ofthe shipowner (or, where they are not employees, evi-dence of contractual or similar arrangements) providingthem with decent working and living conditions onboard the ship as required by this Convention;

De scheepsexploitant moet uiteindelijk aansprakelijkzijn, ongeacht de vraag of hij degene is (geweest) die dezeevarende heeft ingeleend. Wij hebben hierover uit-voerig geschreven in onze brief van 8 juli 2008, ken-merk 2008-001-001-PM-MZ, aan de heer drs J.J.C.M.van Dommelen van het Ministerie van SZW.

Zie het commentaar bij de artikelen 695 en 697.Zie ons tekstvoorstel bij artikel 694, dat omgenum-

merd zou moeten worden naar 695.

Afdeling 12: Bijzondere bepalingen terzake van de zee-

arbeidsovereenkomst

Algemene bepalingen

Artikel [694] [695]

[De zee-arbeidsovereenkomst is de arbeidsovereen-

komst, waaronder mede begrepen de uitzendovereen-

komst, waarbij de zeevarende zich verbindt arbeid aan

boord van een zeeschip te verrichten.] [Nadat de werk-

gever door een in kracht van gewijsde gegaan rechter-

lijk vonnis onherroepelijk veroordeeld is de zee-ar-

beidsovereenkomst na te komen, een bedrag te betalen

of anderszins iets te doen of na te laten jegens de zeeva-

rende en hij daartoe niet in staat is of daarmee in ge-

breke is, is de scheepsexploitant gehouden de onderha-

vige verplichtingen van de werkgever over te nemen

voor zover deze betrekking hebben op arbeid door de

zeevarende verricht aan boord van het zeeschip of de

zeeschepen van de scheepsexploitant.]

Standard A1.4

Recruitment and placement1. [...]2. Where a Member has private seafarer recruitmentand placement services operating in its territory [...].5. A Member adopting a system referred to in para-graph 2 of this Standard shall, in its laws and regula-tions or other measures, at a minimum:

[...](c) ensure that seafarer recruitment and place-

ment services operating in its territory:[...](vi) establish a system of protection, by way of

insurance or an equivalent appropriate measure, tocompensate seafarers for monetary loss that they mayincur as a result of the failure of a recruitment andplacement service or the relevant shipowner under theseafarers’ employment agreement to meet its obliga-tions to them.

In de ontwerp-redactie komt naar onze mening onvol-doende tot uitdrukking, dat het sluiten van een zee-arbeidsovereenkomst niet iets vrijblijvends is en dat hetenkele feit, dat een werknemer aan boord van een zee-schip werkt, zijn arbeidsovereenkomst in beginsel al totzee-arbeidsovereenkomst maakt. Mede daarom is hetnoodzakelijk een definitie van het begrip ‘zeevarende’op te nemen, alsmede een—beperkte—ministeriële be-voegdheid sommige categorieën van personen, werk-zaam aan boord van zeeschepen, van dat begrip uit tesluiten. Bij dat laatste kan gedacht worden aan aan dewal gestationeerde havenarbeiders die in een haven aanboord van een zeeschip werken om dat te lossen. Wijstellen daarom voor dit artikel te vervangen door devoorgestelde tekst en het om te nummeren naar 695.Zie verder onze tekstvoorstellen voor en ons commen-taar bij artikel 695, dat omgenummerd zou moetenworden naar 694.

Wij hebben de passages van Standard A1.4 opgeno-men om te illustreren hoever de bescherming van dezeevarende volgens de MLC moet gaan.

Page 6: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 6 van 53

Artikel [695] [694]

[1. In deze afdeling wordt onder ‘zeeschip’ verstaan,

een schip dat op grond van Nederlandse rechtsregels

gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren en in

afdeling 12A wordt verstaan onder:

a. maritiem arbeidsverdrag, het op 23 februari

2006 in Genève tot stand gekomen Internationale

Verdrag betreffende maritieme arbeid (Trb. 2007, 93)

en de bij dat verdrag behorende protocollen en bijla-

gen;

b. zeeschip, een schip—anders dan een schip dat

uitsluitend vaart op binnenwateren of wateren binnen,

of dicht grenzend aan, beschutte wateren of gebieden

waar havenvoorschriften gelden—dat op grond van

Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de vlag van het

Koninkrijk te voeren, echter met uitzondering van vis-

sersschepen, [traditioneel gebouwde schepen,] oorlogs-

schepen en marine-hulpschepen;

c. scheepsexploitant, de reder, bedoeld in artikel 10

van Boek 8, of een andere organisatie of persoon, zoals

de rompbevrachter in het geval van rompbevrachting,

die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het

zeeschip, waarop de zeevarende, bedoeld in onderdeel

d, arbeid verricht, van de reder heeft overgenomen {en

die door deze verantwoordelijkheid op zich te nemen

ermee akkoord is gegaan alle daarmee verbonden ver-

plichtingen op zich te nemen die het maritiem arbeids-

verdrag aan scheepsexploitanten oplegt, ongeacht de

vraag of een andere organisatie of persoon bepaalde

van deze verplichtingen en verantwoordelijkheden na-

mens de scheepsexploitant vervult};

d. zeevarende, de werknemer die aan boord van een

zeeschip arbeid verricht, ongeacht de hoedanigheid

waarin;

e. zee-arbeidsovereenkomst, de arbeidsovereen-

komst, waaronder mede begrepen de uitzendovereen-

komst, op grond waarvan de zeevarende arbeid ver-

richt aan boord van een zeeschip;

f. opvarende, een ieder die zich tijdens de vaart aan

boord van een zeeschip bevindt;

g. woonland, het land waarin de zeevarende zijn

woon- of gewone verblijfplaats heeft.

2. Onze Minister van [Verkeer en Waterstaat] is be-

voegd, na de representatieve organisaties van werkge-

vers en werknemers in de zeevaart respectievelijk de

waterbouw te hebben gehoord, voor de toepassing van

deze afdeling en afdeling 12A,

a. een schip of een bijzondere categorie van schepen

Algemeene bepaling

Artikel 309 (Vervalt?)

1. De beteekenis van begrippen voorkomende in Boek8 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van dievoorkomende in de artikelen 5, 6, 7 en 10, geldt even-zeer voor dit wetboek.2. Onder zeewerkgever is te verstaan de eigenaar of, ingeval van rompbevrachting, de rompbevrachter.

Eerste Titel - Van zeeschepen

Artikel 310 (Vervalt?)

In den eersten tot en met den vierden titel van dit boekworden onder schepen uitsluitend verstaan zeeschepen.

Artikel 311 (Vervalt niet?)

1. Een schip is een Nederlands schip indien wordt vol-daan aan de volgende vereisten:

a. het schip is eigendom van een of meer:1° natuurlijke personen die de nationaliteit bezit-

ten van een lidstaat van de Europese Unie, van een an-dere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffendede Europese Economische Ruimte, van Zwitserland ofdie worden gelijkgesteld met EU-onderdanen ingevolgehet van het Gemeenschapsrecht afgeleide recht;

2° vennootschappen waarop het recht van eenlidstaat van de Europese Unie, van een van de landen,eilanden of gebieden, bedoeld in artikel 299, tweedetot en met vijfde en zesde lid, onder c, van het EG-Verdrag, van een andere staat die partij is bij de Over-eenkomst betreffende de Europese Economische Ruim-te of van Zwitserland toepasselijk is;

3° rechtspersonen, niet zijnde een vennootschapals bedoeld onder 2°, waarop het recht van een lidstaatvan de Europese Unie, van een van de landen, eilandenof gebieden, bedoeld in artikel 299, tweede tot en metvijfde lid en zesde lid, onder c, van het EG-Verdrag,van een andere staat die partij is bij de Overeenkomstbetreffende de Europese Economische Ruimte of vanZwitserland toepasselijk is;

4° natuurlijke personen, vennootschappen ofrechtspersonen niet bedoeld onder 1°, 2°, onderschei-denlijk 3°, die aanspraak kunnen maken op het Europe-se recht van vrije vestiging ingevolge een overeenkomsttussen de Europese Unie en een derde staat;

b. de eigenaar heeft in Nederland een hoofdvesti-ging of nevenvestiging in de zin van de Handelsregister-

Article II

Definitions and scope of application1. For the purpose of this Convention and unlessprovided otherwise in particular provisions, the term:

(a) [...];(b) [...];(c) [...];(d) [...];(e) [...];(f) seafarer means any person who is employed or

engaged or works in any capacity on board a ship towhich this Convention applies;

(g) seafarers’ employment agreement includesboth a contract of employment and articles of agree-ment;

(h) [...];(i) ship means a ship other than one which navi-

gates exclusively in inland waters or waters within, orclosely adjacent to, sheltered waters or areas whereport regulations apply;

(j) shipowner means the owner of the ship oranother organization or person, such as the manager,agent or bareboat charterer, who has assumed the res-ponsibility for the operation of the ship from the ownerand who, on assuming such responsibility, has agreed totake over the duties and responsibilities imposed onshipowners in accordance with this Convention,regardless of whether any other organization or personsfulfill certain of the duties or responsibilities on behalfof the shipowner.2. Except expressly provided otherwise, this Conven-tion applies to all seafarers.3. In the event of doubt as to whether any categories ofpersons are to be regarded as seafarers for the purposeof this Convention, the question shall be determined bythe competent authority in each Member after consul-tation with the shipowners’ and seafarers’ organizationsconcerned with this question.4. Except as expressly provided otherwise, this Con-vention applies to all ships, whether publicly or pri-vately owned, ordinarily engaged in commercial activi-ties, other than ships engaged in fishing or in similarpursuits and ships of traditional build such as dhowsand junks. This Convention does not apply to warshipsor naval auxiliaries.5. In the event of doubt as to whether this Conventionapplies to a ship or particular category of ships, thequestion shall be determined by the competent author-

Zie ons tekstvoorstel.Het is voor ons onbegrijpelijk, dat cruciale definities

uit de MLC niet zijn overgenomen of verwoord in hetvoorstel, zeker nu in de vigerende regeling van de ar-beidsovereenkomst tot de vaart ter zee wèl verschillen-de van dergelijke definities voorkomen, zoals uit dedoor ons opgenomen teksten in de kolom Wetboek vanKoophandel van deze rij blijkt.

Eerste lid, onderdeel b: “naval auxiliaries” is in deofficiële Nederlandse versie van het verdrag vertaaldmet “mariene hulpschepen”, maar omdat het om hulp-

schepen van de marine gaat—dus met een “i” i.p.v.“ie”—, moet de vertaling “marine-hulpschepen” luidenof “hulpschepen van de marine” (zoals bevoorradings-schepen en ijsbrekers).

Eerste lid, onderdeel c: De tussen accolades geplaat-ste passage is waarschijnlijk overbodig omdat die ver-plichtingen uit de wet voortvloeien (ketenaansprakelijk-heid). Hier of op een andere plaats zal tevens vastge-legd moeten worden, dat de scheepsexploitant zijnwoonplaats, dan wel hoofd- of nevenvestiging in Ne-derland moet hebben.

Tweede lid: In onze visie mandateert de ministerzijn bevoegdheid in overleg met de betreffende socialepartners en onder voorwaarden aan colleges van socialepartners in de maritieme sectoren (zeescheepvaart, wa-terbouw en visserij). De regeling die is opgenomen inartikel 30 van de Zeevaartbemanningswet zou daar mo-del voor kunnen staan.

Page 7: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 7 van 53

geheel of gedeeltelijk van het begrip zeeschip uit te slui-

ten; en

b. bepaalde categorieën van personen geheel of ge-

deeltelijk uit te sluiten van het begrip zeevarende,

waarbij hij rekening houdt met de Resolution concer-

ning occupational groups die op 22 februari 2006 door

de Internationale Arbeidsorganisatie te Genève is

aangenomen.]

wet 2007;c. een of meer natuurlijke personen die in Neder-

land kantoor houden zijn namens de eigenaar verant-woordelijk voor het schip, de kapitein en de overigeleden van de bemanning, alsmede voor de daarmeeverband houdende aangelegenheden en zijn dienaan-gaande alleen of tezamen beslissingsbevoegd en be-schikken over vertegenwoordigingsbevoegdheid; en

d. een of meer natuurlijke personen als bedoeldonder c of, bij verhindering, een plaatsvervanger is bijvoortduring bereikbaar en beschikt over bevoegdhedenom onverwijld te kunnen handelen in situaties waarindat geboden is.2. In geval een schip eigendom is van een natuurlijkepersoon die tevens kapitein is van dat schip is dat schipeen Nederlands schip indien wordt voldaan aan heteerste lid, onderdeel a, onder 1° of onder 4°, en on-derdeel b, en er in Nederland aan de wal een vertegen-woordiger van die eigenaar is die bij voortduring be-reikbaar is en beschikt over bevoegdheden om onver-wijld te kunnen handelen in situaties waarin dat gebo-den is.3. Ingeval de eigenaar de verantwoordelijkheid voorhet beheer van zijn schip overdraagt aan een vennoot-schap als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder2°, of onder 4°, en het beheer van dat schip voor reke-ning van de eigenaar geschiedt, is dat schip een Neder-lands schip indien die vennootschap voldoet aan devereisten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot enmet d. De eigenaar behoeft in dat geval niet te voldoenaan het eerste lid, onderdelen b tot en met d. Indien deeigenaar niet voldoet aan het eerste lid, onderdeel b,kiest hij woonplaats ten kantore van de vestiging inNederland van de vennootschap waaraan het beheer isovergedragen.4. Een schip dat uitsluitend anders dan in de uitoefe-ning van een beroep of bedrijf wordt gebruikt, is eenNederlands schip indien wordt voldaan aan het eerstelid, onderdeel a, onder 1°, onder 3° of onder 4° en er inNederland aan de wal een natuurlijk persoon is metvoldoende volmacht van de eigenaar om onverwijld tekunnen handelen in situaties waarin dat geboden is.

Artikel 312 (Vervalt niet?)

Een schip dat hier te lande is of wordt gebouwd, wordtals Nederlands schip beschouwd, totdat de bouwer hetheeft opgeleverd aan hem, voor wiens rekening het isof wordt gebouwd, of wel het voor eigen rekening in de

ity in each Member after consultation with the ship-owners’ and seafarers’ organizations concerned.6. Where the competent authority determines that itwould not be reasonable or practicable at the presenttime to apply certain details of the Code referred to inArticle VI, paragraph 1, to a ship or particular catego-ries of ships flying the flag of the Member, the relevantprovisions of the Code shall not apply to the extentthat the subject matter is dealt with differently by na-tional laws or regulations or collective bargainingagreements or other measures. Such a determinationmay only be made in consultation with the shipowners’and seafarers’ organizations concerned and may only bemade with respect to ships of less than 200 grosstonnage not engaged in international voyages.7. [...]8. [...]

Article VI - Regulations and Parts A and B of the Code

1. The Regulations and the provisions of Part A of theCode are mandatory. The provisions of Part B of theCode are not mandatory.

Page 8: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 8 van 53

vaart heeft gebracht.

Artikel 319 (Vervalt niet?)

Op zeevissersschepen zijn de artikelen 311 en 312 nietvan toepassing.

Tweede Titel

Artikel 340 (Vervalt niet?)

In deze titel wordt verstaan onder Nederlands schip:een schip dat Nederlands is op grond van artikel 311van dit boek, dan wel op grond van artikel 5 van deWet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting.

Derde Titel - Van den kapitein

Artikel 341 (Vervalt niet?)

Onder opvarenden worden in dezen titel verstaan, allendie zich aan boord bevinden, buiten den kapitein.

Vierde Titel - Van de schepelingen

§1 - Algemeene bepalingen

Artikel 393 (Vervalt?)

1. Scheepsofficieren zijn de schepelingen, aan wie denmonsterrol den rang van officier toekent.2. Scheepsgezellen zijn alle overige schepelingen.

§2 - Van de arbeidsovereenkomst tot de vaart ter zee

Artikel 396 (Vervalt?)

1. Als schepelingen worden alleen aangemerkt, perso-nen die eene arbeidsovereenkomst met de zeewerkge-ver hebben aangegaan.

Artikel 406 (Vervalt?)

Schepelingen-dienst mag niet worden verricht door:1° door hen, die niet met de zeewerkgever eene ar-

beidsovereenkomst hebben aangegaan,2° door hen, die, hoewel zij met de zeewerkgever

eene arbeidsovereenkomst hebben aangegaan, niet inde monsterrol zijn genoemd.

Artikel 696

1. Op de zee-arbeidsovereenkomst zijn de bepalingenvan de afdelingen 1 [tot en met] 9 en 11 van deze titel,

met uitzondering van de artikelen 624, 652, 676 en

Artikel 375

Op de arbeidsovereenkomst tusschen de zeewerkgeveren de kapitein zijn de bepalingen van het BurgerlijkWetboek van toepassing, voor zoover daarvan in dit

Eerste lid: Zie ons tekstvoorstel.In de literatuur ten aanzien van de WvK-regeling is

door verschillende auteurs kritiek geuit op de passage“voor zover daarvan in deze afdeling niet is afgewe-

Page 9: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 9 van 53

684, van toepassing, voor zover daarvan in deze afde-ling niet is afgeweken.2. Van de artikelen 697[, lid 2], 698, 699, 704 tot en

met 706, 707, 710, 712, 719 [en] [,] 729 [en 744 en

745] [van deze afdeling] kan niet worden afgeweken.

3. Van de artikelen [697, lid 1,] 709, 714, 715, 716

[tot en met] 718, 721, 722, 727, 728 en 732 [tot en

met 743] [745] kan niet ten nadele van de zeevarende

worden afgeweken.

wetboek niet is afgeweken.

Artikel 392

Bij overeenkomst kunnen partijen niet afwijken van hetbepaalde in de artikelen 376-378, 380 en 383, nochook ten nadeele van den kapitein van het bepaalde inde artikelen 381, 384 en 389.

Artikel 397

Op de arbeidsovereenkomst tusschen de zeewerkgeveren den schepeling zijn de bepalingen van het BurgerlijkWetboek van toepassing, voor zoover daarvan in ditwetboek niet is afgeweken.

Artikel 450b

De artikelen 613 tot en met 613c, 617, 620, 623, 624,625, 627, artikel 629, lid 10 en artikel 629b, leden 1,2, 4 en 3 voor zover het betreft toepassing van artikel628, leden 3 en 4, 650, 652, 657, 658, 676, 683 en684 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek vindengeen toepassing ten aanzien van de dienst van de sche-peling aan boord van een schip.

Artikel 450c

1. Bij overeenkomst kunnen partijen niet afwijken vanhet bepaalde in de artikelen 398-401, 407, 408, 413,416-419, 421-426, 428, 439, eerste en tweede lid, 445,448 en 449, noch ook ten nadeele van den schepelingvan het bepaalde in de artikelen 402, 414, 415-415h,420, 427, 432-434, 438, 439, laatste lid, 440-443, 447,450, 450a en 450aa.

ken”. Ze zou te onduidelijk zijn. In de praktijk hebbenwij dit bijvoorbeeld steeds ondervonden bij de invoe-ring en de uitbreiding van de loondoorbetalingsplichtbij ziekte (privatisering van de Ziektewet). Zie onzebrief van 3 december 2003 aan de Minister van SZW(kenmerk 2002.202.001/PM/MZ). Wij hechten erdaarom belang aan, dat de afwijkingen van de ‘gewone’BW-bepalingen expliciet genoemd worden in de betref-fende speciale bepalingen. Ook dient steeds duidelijkte zijn in hoeverre wordt afgeweken.

Het lijkt er op, dat het eerste lid artikel 450b WvKgaat vervangen. Artikel 450b WvK regelt dat bepaaldeartikelen van de regeling van de ‘gewone’ arbeidsover-eenkomst in het BW niet van toepassing zijn ten aan-zien van de dienst aan boord. Het aantal artikelen vanhet ‘gewone’ arbeidsovereenkomstenrecht dat in denieuwe regeling van de zee-arbeidsovereenkomst nietop die overeenkomst van toepassing is, is beduidendminder dan in de vigerende regeling niet van toepassingis ten aanzien van de dienst aan boord. Gaarne verne-men wij per artikel waarom. Voorts vragen wij ons afof “ten aanzien van de dienst aan boord” dezelfde bete-kenis heeft als “op de zee-arbeidsovereenkomst”. Ookop dit punt verkrijgen wij gaarne duidelijkheid.

In een aparte bijlage hebben wij nader commentaaropgenomen.

Tweede lid: Zie onze tekstvoorstellen en het com-mentaar bij het derde lid.

Sociale partners zeevisserij: van artikel 729 zou bijcollectieve arbeidsovereenkomst afgeweken moetenkunnen worden (zie opmerking aldaar).

Derde lid: Standard A2.1, paragraph 1(c), MLC staatin het geheel geen afwijking van het aldaar bepaalde toe(tenzij de afwijking ‘substantially equivalent’ is. Daar-om dient “697, lid 1” te worden verplaatst naar hettweede lid. Verder lijkt afwijking van de artikelen 744en 745 strijdig met artikel 745, tweede lid (zie aldaar).

Zie overigens onze tekstvoorstellen.

Artikel 697

1. De zee-arbeidsovereenkomst moet door partijenschriftelijk worden aangegaan en door [partijen] [hen]

worden ondertekend.2. Ieder der partijen dient te beschikken over een on-dertekend origineel exemplaar van de zee-arbeidsover-eenkomst.

Artikel 376

1. De arbeidsovereenkomst tusschen de zeewerkgeveren de kapitein moet, op straffe van nietigheid, schrifte-lijk worden aangegaan.2. Kosten der akte en andere bijkomende kosten zijnten laste van de zeewerkgever.

Artikel 398

1. De arbeidsovereenkomst tusschen de zeewerkgeveren den schepeling moet, op straffe van nietigheid,

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements1. Each Member shall adopt laws or regulations requir-ing that ships that fly its flag comply with the followingrequirements:

a. seafarers working on ships that fly its flag shallhave a seafarers’ employment agreement signed by boththe seafarer and the shipowner or a representative ofthe shipowner (or, where they are not employees, evi-dence of contractual or similar arrangements) providing

Zie ons tekstvoorstel.Blijkens Standard A2.1, paragraph 1(a), MLC moet

de zee-arbeidsovereenkomst getekend worden doorzowel de—gedefinieerde—scheepsexploitant (shipow-ner) als de zeevarende. In dit voorstel is—gelet op decontext en het ontvangen memo—‘scheepsexploitant’vervangen door ‘werkgever’, die in lang niet alle geval-len de scheepsexploitant is. Om redenen die wij eerderuitvoerig hebben verwoord en opgeschreven is dat voorons slechts acceptabel als de scheepsexploitant de uit-

Page 10: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 10 van 53

schriftelijk worden aangegaan en door den laatste per-soonlijk worden onderteekend.2. Kosten der akte en andere bijkomstige kosten zijnten laste van de zeewerkgever.

them with decent working and living conditions onboard the ship as required by this Convention;

[...]c. the shipowner and the seafarer concerned shall

each have a signed original of the seafarers’ employ-ment agreement;

eindelijk aansprakelijke is voor nakoming van de zee-arbeidsovereenkomst. Zie ook het commentaar bijartikel 693.

Artikel 698

Iedere zeevarende moet aan boord kennis kunnen ne-men van zijn zee-arbeidsovereenkomst en van de toe-passelijke collectieve arbeidsovereenkomst alsmede opeenvoudige wijze duidelijke informatie kunnen krijgenover niet in deze [zee-]arbeidsovereenkomst of collec-

tieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namenseen daartoe bevoegd bestuursorgaan voorkomende ar-beidsvoorwaarden.

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements1. Each Member shall adopt laws or regulations requir-ing that ships that fly its flag comply with the followingrequirements:

[...]d. measures shall be taken to ensure that clear infor-

mation as to the conditions of their employment can beeasily obtained on board by seafarers, including theship’s master, and that such information, including acopy of the seafarers’ employment agreement, is alsoaccessible for review by officers of a competent author-ity, including those in ports to be visited; and

e. seafarers shall be given a document containing arecord of their employment on board the ship;[...]3. The document referred to in paragraph 1(e) of thisStandard shall not contain any statement as to the qual-ity of the seafarers’ work or as to their wages. Theform of the document, the particulars to be recordedand the manner in which such particulars are to be en-tered, shall be determined by national law.

Guideline B2.1.1

Record of employment1. In determining the particulars to be recorded in therecord of employment referred to in Standard A2.1,paragraph 1(e), each Member should ensure that thisdocument contains sufficient information, with a trans-lation in English, to facilitate the acquisition of furtherwork or to satisfy the sea-service requirements for up-grading or promotion. A seafarers’ discharge book maysatisfy the requirements of paragraph 1(e) of that Stan-dard.

Standard A2.1, paragraphs 1(e) en 3, alsmede Guideli-ne B2.1.1, MLC zijn niet in dit artikel overgenomen.Waarom niet?

In dit verband is het van belang dat het zogenaamdemonterboekje blijft bestaan. Wij vertrouwen er op datdat het geval zal zijn. Graag vernemen wij waar ditgeregeld gaat worden?

Zie overigens ons tekstvoorstel.

Artikel 699

De zee-arbeidsovereenkomst vermeldt in ieder geval:1. de naam en de voornamen van de zeevarende, de

dag van zijn geboorte of zijn leeftijd en zijn geboorte-plaats;

2. de naam en het adres van de werkgever;3. de plaats en de dag van het aangaan van de zee-

Artikel 400

De overeenkomst moet behelzen, behalve hetgeen el-ders in de wet is voorgeschreven:

1° den naam en de voornamen van den schepeling,den dag van zijne geboorte of zijn leeftijd, en zijne ge-boorteplaats;

2° de plaats en den dag van het sluiten van de over-

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements4. Each Member shall adopt laws and regulationsspecifying the matters that are to be included in all sea-farers’ employment agreements governed by its na-tional law. Seafarers’ employment agreements shall inall cases contain the following particulars:

Aanhef, ten tweede en ten negende: De MLC spreektvan ‘shipowner’; niet van ‘employer’ (werkgever). Bijeindaansprakelijkheid van de scheepsexploitant is dezeinvulling evenwel acceptabel (zie echter ons commen-taar bij artikel 693).

Aanhef en ten zesde: Zie ons tekstvoorstel.Aanhef en ten negende: Zie ons tekstvoorstel. In het

Page 11: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 11 van 53

arbeidsovereenkomst;4. de aanduiding van het zeeschip of de zeeschepen

waarop de zeevarende zich verbindt dienst te doen; ofde bepaling dat hij dienst zal doen op een of meer doorde werkgever aan te wijzen zeeschepen;

5. de te ondernemen reis of reizen, als deze reedsvaststaan;

6. het bedrag van het loon van de zeevarende [en]

[of] voor zover van toepassing, de wijze van bereke-

ning;7. de aanspraak op vakantie of de wijze van bereke-

ning van deze aanspraak;8. het bedrag van het tijdens de vakantie door te

betalen loon en, voor zover van toepassing, de wijzevan berekening;

9. de door de werkgever aan de zeevarende te ver-strekken [bijdragen voor ziektekosten- en sociale zeker-

heidspremies (verdragstekst)] [geneeskundige zorg en te

verlenen sociale zekerheidsuitkeringen];

10. de [functie] [hoedanigheid] waarin de zeevarende

in dienst zal treden;11. indien mogelijk, de plaats waar en de dag waarop

de dienst aan boord zal aanvangen;12. de beëindiging van de zee-arbeidsovereenkomst,

namelijk:a. indien de overeenkomst voor bepaalde tijd

wordt aangegaan, de dag waarop deze [zee-]arbeids-

overeenkomst eindigt, met vermelding van de inhoudvan artikel 720 of, indien de overeenkomst voor be-paalde tijd bij de reis wordt aangegaan, de haven over-eengekomen voor de beëindiging van de overeenkomsten, indien de haven een Nederlandse haven is, met ver-melding van lid 2 of 3 van artikel 721 en de tijd die naaankomst moet zijn verstreken voordat de zeevarendevan zijn taken wordt ontheven {vraag aan de sociale

partners: is onderscheid m.b.t. havens nog wenselijk?};

b. indien de overeenkomst voor onbepaalde tijdwordt aangegaan, de inhoud van artikel 722, lid 1, eer-ste volzin;13. de aanspraak van de zeevarende op repatriëring;14. een verwijzing naar de toepasselijke collectieve

arbeidsovereenkomst of regeling door of namens eendaartoe bevoegd bestuursorgaan.

eenkomst;3° de aanduiding van het schip of de schepen, waar-

op de schepeling zich verbindt dienst te doen;4° de te ondernemen reis of reizen, indien deze

reeds vaststaan;5° de hoedanigheid, waarin de schepeling in dienst

zal treden;6° indien mogelijk, de plaats waar en den dag waar-

op de dienst aan boord zal aanvangen;7° het bepaalde bij artikel 414 nopens het recht op

vrije dagen;8° de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, na-

melijk:a. indien de overeenkomst voor een bepaalden

tijd wordt aangegaan, den dag waarop de arbeidsover-eenkomst eindigt, met vermelding van den inhoud vanartikel 431,

b. indien de overeenkomst bij de reis wordt aan-gegaan, de haven overeengekomen voor de beëindigingder arbeidsovereenkomst, met vermelding van den in-houd van artikel 432, tweede lid, alsmede, indien dehaven eene Nederlandsche haven is, van het eerste ofvan het tweede lid van artikel 433, naar gelang de ha-ven al of niet met name is genoemd,

c. indien de overeenkomst voor onbepaalden tijdwordt aangegaan, den inhoud van artikel 434, eerstelid.

Artikel 401

1. Voor zoover de namen, de plaats of dag van geboor-te van den schepeling niet bekend zijn, wordt dit in deovereenkomst vermeld.2. De aanduiding in de overeenkomst van het schip ofde schepen, waarop de schepeling zich verbindt dienstte doen, kan ook geschieden door te bepalen, dat hijdienst zal doen op een of meer door de zeewerkgeveraan te wijzen schepen, behoorende tot die, welke dezeewerkgever voor de vaart ter zee gebruikt.

Artikel 413

1. De arbeidsovereenkomst moet, op straffe van nietig-heid, het bedrag van het in geld uit te betalen loon be-palen of aangeven hoe het zal worden bepaald. Debepaling kan niet aan het goedvinden van een der par-tijen worden overgelaten.2. Bij de toepassing van het bepaalde in de artikelen415, tweede lid, 415a, eerste lid, 415g, 423, eerste lid,425, derde lid, 433, derde lid, 438 en 440 wordt loon,

(a) the seafarer’s full name, date of birth or age, andbirthplace;

(b) the shipowner’s name and address;(c) the place where and date when the seafarers’ em-

ployment agreement is entered into;(d) the capacity in which the seafarer is to be em-

ployed;(e) the amount of the seafarer’s wages or, where ap-

plicable, the formula used for calculating them;(f) the amount of paid annual leave or, where appli-

cable, the formula used for calculating it;(g) the termination of the agreement and the condit-

ions thereof, including:(i) if the agreement has been made for an indefi-

nite period, the conditions entitling either party to ter-minate it, as well as the required notice period, whichshall not be less for the shipowner than for the seafarer;

(ii) if the agreement has been made for a definiteperiod, the date fixed for its expiry; and

(iii) if the agreement has been made for a voyage,the port of destination and the time which has to expireafter arrival before the seafarer should be discharged;

(h) the health and social security protection benefitsto be provided to the seafarer by the shipowner;

(i) the seafarer’s entitlement to repatriation;(j) reference to the collective bargaining agreement,

if applicable; and(k) any other particulars which national law may

require.

technisch overleg van 31 maart 2009 is afgesproken datde originele (Engelse) tekst van het verdrag bepalendzou zijn voor de implementatie. Standard A2.1, para-graph 4 (h), MLC spreekt van ‘benefits’; dat zijn geenpremies, maar uitkeringen of verstrekkingen. Zie ookonze eerdere bijdrage in verband met dit vertaalpro-bleem.

Aanhef en ten tiende: Zie ons tekstvoorstel.Aanhef en ten twaalfde: Het heeft onze voorkeur de

indeling van de MLC (paragraph 4(g)) aan te houdenomdat dat de leesbaarheid ten goede komt. Het onder-scheid met betrekking tot havens is volgens ons nogsteeds wenselijk.

Volgens ons zou in deze tijd de regeling overigensmoeten inhouden dat, indien de reis eindigt in een an-d e r e d a n d e a f g e s p r o k e n h a v e n , d e z e e -arbeidsovereenkomst in die andere haven kan eindigenmits het woonland (“het land waar de zeevarende zijnwoonplaats of gewone verblijfplaats heeft”) binnen 24uur kan worden bereikt per vliegtuig. Zie artikel 721,lid 2.

Page 12: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 12 van 53

vastgesteld bij de reis, geacht te zijn vastgesteld vooreene tijdruimte gelijk aan den gemiddelden duur van dereis.

Artikel 431

De arbeidsovereenkomst, voor bepaalde tijd aangegaanof voortgezet, eindigt in de eerste haven, welke hetschip aandoet nadat die tijd is verstreken en, voorzo-veel nodig, opzegging heeft plaats gevonden.

Artikel 432

1. De arbeidsovereenkomst, aangegaan bij de reis, ein-digt als de reis of de reizen, waarvoor zij is aangegaan,is of zijn afgelopen.2. Evenwel kan de schepeling, na verloop van ander-half jaar, de arbeidsovereenkomst door opzegging doeneindigen in iedere haven, welke het schip daarna aan-doet. Bij de opzegging moet hij den termijn in achtnemen, welke redelijkerwijze noodig is voor zijne ver-vanging in die haven.

Artikel 433

1. Indien is overeengekomen, dat de arbeidsovereen-komst zal eindigen bij terugkomst van het schip in eenemet name genoemde Nederlandsche haven, is de zee-werkgever bevoegd haar te doen eindigen in eene ha-ven, van waaruit de genoemde Nederlandsche haven,anders dan met een luchtvaartuig, binnen vier en twin-tig uur kan worden bereikt.2. Is de Nederlandsche haven, waarop het schip zalterugkomen, niet met name genoemd, dan is de zee-werkgever bevoegd de arbeidsovereenkomst te doeneindigen in eene haven in het buitenland van waaruitAmsterdam of Rotterdam op de in het eerste lid be-doelde wijze kan worden bereikt.3. Behalve de reiskosten heeft de zeewerkgever denschepeling voor de dagen na de beëindiging van de ar-beidsovereenkomst tot den dag, volgende op dien,waarop deze ter plaatse had kunnen aankomen, loon tebetalen op den voet van het in de arbeidsovereenkomstnaar tijdruimte in geld vastgestelde deel van het loon,alsmede de kosten van onderhoud en zoo noodig vannachtverblijf.

Artikel 434

1. De arbeidsovereenkomst, aangegaan voor onbepaal-den tijd, kan ieder der partijen gedurende den tijd, datde schepeling in dienst is aan boord van een schip, door

Page 13: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 13 van 53

opzegging, met inachtneming van den daarvoor gestel-den termijn, doen eindigen in iedere haven, waar hetschip laadt of lost. Tenzij een langere termijn van op-zegging is overeengekomen of uit de wet voortvloeit,bedraagt deze vier en twintig uren. De opzegging ge-schiedt schriftelijk.

Artikel 700

Nietig is een beding, waarbij de zeevarende wordt be-perkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de zee-arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn.

Artikel 403

Nietig is een beding waarbij de schepeling wordt be-perkt in zijne vrijheid, na het einde der arbeidsover-eenkomst arbeid te verrichten.

Artikel 701

Vanaf het in de zee-arbeidsovereenkomst vastgelegdetijdstip van aanvang van de arbeidsovereenkomst heeftde zeevarende zich voor de uitoefening van zijn functieter beschikking te houden van de werkgever. Is over deaanvang van de zee-arbeidsovereenkomst niets bepaald,dan wordt deze voor de toepassing van dit artikel ge-acht samen te vallen met het aangaan daarvan. {Vraag

aan de sociale partners: Is dit artikel nog nodig?}

Artikel 379

1. Van het ogenblik waarop volgens de arbeidsover-eenkomst de arbeidsovereenkomst zal aanvangen heeftde kapitein zich te houden ter beschikking van den zee-werkgever tot het voeren van het in de overeenkomstaangewezen schip, of, bij stilzwijgen van deze, van eendoor den zeewerkgever aan te wijzen schip, mits ditbehoort tot de schepen welke de zeewerkgever voor devaart ter zee gebruikt. Is omtrent den aanvang van dearbeidsovereenkomst niets bepaald, dan wordt die voorde toepassing van dit voorschrift geacht samen te vallenmet het sluiten der overeenkomst.

Artikel 404

Van het ogenblik waarop volgens de overeenkomst dearbeidsovereenkomst zal aanvangen is de schepelingverplicht zich te houden ter beschikking van de zee-werkgever om gemonsterd te worden op een door deovereenkomst aangeduid schip. Is omtrent den aan-vang van de arbeidsovereenkomst niets bepaald, danwordt die voor de toepassing van dit voorschrift geachtsamen te vallen met het sluiten der overeenkomst.

Antwoord op de vraag aan de sociale partners: Ja.

Artikel 702

1. De zeevarende is in dienst aan boord van het zee-schip vanaf het tijdstip dat hij zijn werkzaamheden aanboord aanvangt tot het tijdstip waarop hij van zijnwerkzaamheden [aan boord] wordt ontheven of hij

deze neerlegt.2. De aanvang en de beëindiging van de werkzaamhe-den worden [door de kapitein] aangetekend op de

monsterrol, bedoeld in artikel 33 van de [Zeevaartbe-

manningswet] [Wet zeevarenden en zeevissers].

Artikel 379

2. De kapitein wordt geacht in dienst te zijn aan boordvan een schip van den dag, waarop hij zijne taak aanboord op zich neemt, tot den dag waarop hij daarvanwordt ontheven.

Artikel 405

De schepeling wordt geacht in dienst te zijn aan boordvan een schip van den dag, in de monsterrol daarvooraangewezen, of, bij gebreke daarvan, van den dag,waarop de monsterrol is opgemaakt, tot en met den dagwaarop hij van zijne werkzaamheden aan boord wordtontheven of hij deze neerlegt.

Zie onze tekstvoorstellen.

Page 14: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 14 van 53

Artikel 444

Iedere beëindiging van den dienst aan boord van hetschip wordt door den kapitein aangetekend op de mon-sterrol.

Artikel 703

De kapitein vertegenwoordigt de werkgever in de uit-voering van de zee-arbeidsovereenkomsten met de zee-varenden, die [in dienst] [werkzaam] zijn aan boord

van het door hem gevoerde zeeschip.

Artikel 396

2. De kapitein vertegenwoordigt de zeewerkgever in deuitvoering van de arbeidsovereenkomsten met de sche-pelingen, die in dienst zijn aan boord van het door hemgevoerde schip.

Er zullen zich situaties gaan voordoen waarin de kapi-tein een andere werkgever heeft dan één of meer vande zeevarenden die in dienst zijn aan boord van hetdoor hem gevoerde schip. Is deze bepaling dan vol-doende (denkend, onder andere, aan de rechtspositiesvan zowel de werkgever als de kapitein met betrekkingtot de arbeidsrechtelijke gezagsverhouding (-en))?

Zie overigens ons tekstvoorstel.

Artikel 704

1. De zeevarende is verplicht de hem door de kapiteinopgedragen werkzaamheden te verrichten, ook indienhet andere werkzaamheden betreft dan hij heeft te ver-richten overeenkomstig de [functie] [hoedanigheid],

waarin hij volgens de zee-arbeidsovereenkomst aanboord dienst doet.2. De zeevarende is verplicht mee te werken aan hetbehoud van het zeeschip, de [zeevarenden] [opvaren-

den] en de zaken aan boord.

Artikel 419

1. De schepeling is verplicht het hem door den kapiteinopgedragen werk te verrichten, doch heeft recht op eenbijslag op het loon voor den tijd, gedurende welken hijlanger dan den door de wet of de arbeidsovereenkomstbepaalden normalen arbeidsduur werk verricht, tenzijde kapitein het werk noodzakelijk acht tot behoud vanhet schip, de opvarenden of de zaken aan boord. Hetbedrag van dien bijslag wordt bepaald door de arbeids-overeenkomst of, bij haar stilzwijgen, door het gebruikof de billijkheid.

Artikel 420

Indien aan den schepeling andere werkzaamheden wor-den opgedragen dan hij heeft te verrichten overeen-komstig de hoedanigheid, waarin hij volgens de ar-beidsovereenkomst aan boord dienst doet, en dezewerkzaamheden volgens overeenkomst of gebruikhooger worden beloond, heeft hij aanspraak op daar-mede overeenkomend hooger loon.

Artikel 448

1. De schepelingen zijn verplicht aan het behoud vanhet schip en de zaken aan boord mede te werken. Zijhebben recht op buitengewone belooning voor de da-gen, gedurende welke zij werkzaam zijn geweest.

Zie onze tekstvoorstellen. De artikelen 704, tweedelid, 712, eerste lid, en 714 dienen met elkaar in over-eenstemming te worden gebracht. Wij nemen aan, dathet gaat om het behoud van een ieder die zich geduren-de de vaart aan boord bevindt, in de Zeevaartbeman-ningswet aangeduid met de term ‘opvarende’ (artikel 1,aanhef en onderdeel j). Onder andere hier wreekt zichdat in dit voorstel geen definities zijn opgenomen!

Artikel 705

1. Gedurende de tijd dat de zeevarende in dienst is aanboord van een zeeschip, is hij verplicht de bevelen vande kapitein op te volgen.2. Indien de zeevarende meent dat deze bevelen on-rechtmatig zijn, kan hij, in de eerste haven die het zee-schip aandoet, zijn klacht kenbaar maken overeenkom-stig het bepaalde in de artikelen [PM] van de Wet zee-

Artikel 417

1. Gedurende den tijd, dat de schepeling in dienst isaan boord van een schip, is hij verplicht de bevelen vanden kapitein met stiptheid op te volgen.2. Indien hij meent, dat deze bevelen onrechtmatigzijn, kan hij in de eerste haven, die het schip aandoet,de tusschenkomst inroepen van de inspecteur-generaalvan de Inspectie Verkeer en Waterstaat of in het Ko-

Heeft de kapitein deze bevoegdheid niet ten aanzienvan alle zeevarenden, dus ook ten aanzien van de zeeva-renden die niet werknemer zijn en behoort deze bepa-ling daarom niet thuis in algemenere regelgeving tenaanzien van zeevarenden, zoals de Wet zeevarenden enzeevissers of Boek 8, van het Burgerlijk Wetboek?

Zie overigens ons tekstvoorstel.

Page 15: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 15 van 53

varenden [en zeevissers]. ninkrijk buiten Europa van het bevoegde gezag of bui-ten het Koninkrijk, indien dit redelijkerwijze zonderoponthoud van het schip kan geschieden, van den Ne-derlandschen diplomatieken of bezoldigden consulairenambtenaar, die het eerst te bereiken is.

Artikel 706

De kapitein heeft disciplinair gezag over de zeevarende.Hij kan tot handhaving van dit gezag de maatregelennemen die redelijkerwijs nodig zijn.

Artikel 422

De kapitein heeft disciplinair gezag over den schepe-ling. Hij kan tot handhaving van dit gezag de redelij-kerwijze noodige maatregelen nemen.

Zie ons commentaar bij artikel 705.

Loon

Artikel 707

Voldoening van het in geld vastgestelde deel van het indienst aan boord van een zeeschip verdiende loon ge-schiedt in de munt, waarin het in de zee-arbeidsover-eenkomst is uitgedrukt, of in de munt, gangbaar terplaatse van de voldoening. Indien omrekening nodig is,geschiedt deze naar de koers, bedoeld in de artikelen124 en 126 van Boek 6.

Artikel 6:124

Wordt de verbintenis als gevolg van toepassing van de artikelen121, 122 of 123 of van omzetting in een vordering tot schade-vergoeding overeenkomstig het bepaalde in afdeling 9 van titel 1voldaan in ander geld dan tot betaling waarvan zij strekt, dan ge-schiedt de omrekening naar de koers van de dag waarop de beta-ling plaatsvindt.

Artikel 6:126

Voor de toepassing van deze afdeling geldt als koers de koerstegen welke de schuldenaar zich onverwijld het geld kan ver-schaffen, zulks met inachtneming van hetgeen uit wet, gewoonteen inhoud of strekking van de verbintenis mocht voortvloeien.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 426

1. De uitbetaling van het in geld vastgestelde deel vanhet in dienst aan boord van een schip verdiende loonmoet geschieden in de munt, waarin het bij de arbeids-overeenkomst is uitgedrukt, of in de munt, gangbaar terplaatse van de uitbetaling. De koers waartegen in hetlaatste geval de herleiding geschiedt, moet den schepe-ling schriftelijk worden medegedeeld.2. Onverminderd het bepaalde in artikel 445, kan deschepeling, indien hij meent, dat de hem medegedeeldekoers niet juist is, zich na afloop van de reis deswegewenden tot de voorzitter van de Kamer van Koophan-del en Fabrieken te Rotterdam.

Standard A2.2

Wages1. Each Member shall require that payments due toseafarers working on ships that fly its flag are made atno greater than monthly intervals and in accordancewith any applicable collective agreement.

In deze bepaling ontbreekt het dwingende MLC-voor-schrift, dat loonbetalingen “at no greater than monthlyintervals” gedaan moeten worden.

De verwijzing naar Boek 6 is in overeenstemmingmet hetgeen wij eerder met de interdepartementalewerkgroep zee-arbeidsrecht bespraken.

Artikel 708

De zeevarende kan van de werkgever verlangen zijnloon geheel of gedeeltelijk over te maken aan door dezeevarende aan te wijzen personen. Indien omrekeningnodig is, geschiedt deze naar de koers, bedoeld in deartikelen 124 en 126 van Boek 6.

Artikel 425

1. Gedurende den tijd, dat de schepeling in dienst vande zeewerkgever aan boord van een schip of in het bui-tenland verblijft, heeft zijne niet van tafel en bed ge-scheiden echtgenoote recht op uitbetaling, op den voetals in de volgende leden bepaald, van ten hoogste hettwee derde gedeelte van het in geld vastgestelde loon,tot onderhoud van haar en hare kinderen, die niet instaat zijn in hun onderhoud te voorzien.2. De uitbetaling door de zeewerkgever geschiedt aande echtgenoote tegen overlegging van eene met het oogop de laatste monstering afgegeven verklaring van ha-ren man of beschikking van de kantonrecht van derechtbank van het arrondissement waarin haar woon-

Standard A2.2

Wages3. Each Member shall require that shipowners takemeasures, such as those set out in paragraph 4 of thisStandard, to provide seafarers with a means to transmitall or part of their earnings to their families or depend-ants or legal beneficiaries.4. Measures to ensure that seafarers are able to trans-mit their earnings to their families include:

(a) a system for enabling seafarers, at the time oftheir entering employment or during it, to allot, if theyso desire, a proportion of their wages for remittance atregular intervals to their families by bank transfers orsimilar means; or

De herziene bepaling is in overeenstemming met het-geen wij eerder met de interdepartementale werkgroepzee-arbeidsrecht bespraken.

Page 16: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 16 van 53

plaats is gelegen en wel voor het gedeelte van het aanden schepeling verschuldigde loon, in die verklaring ofdie beschikking genoemd. Wanneer eene onmiddellijkevoorziening wordt vereischt, zal de kantonrechter aan-stonds bepalen het gedeelte van het loon van den sche-peling, op welks uitbetaling de echtgenoote voorloopigrecht heeft tot onderhoud van haar en de kinderen inhet eerste lid bedoeld. Deze beschikking behoudt te-genover de zeewerkgever haare kracht gedurende eenemaand na den dag harer dagteekening, voor zooveelhem niet voor den afloop van dien termijn de eindbe-schikking van den kantonrechter is overgelegd.3. Het gedeelte van het loon, op welks uitbetaling deechtgenoote recht heeft, wordt haar uitgekeerd op detijdstippen voor de uitbetaling bepaald door de arbeids-overeenkomst of, bij stilzwijgen van deze, door het ge-bruik of de billijkheid, met dien verstand, dat, indienhet loon naar tijdruimte is vastgesteld, de hierbedoeldeuitbetaling uiterlijk telkens na eene maand geschiedt.

(b) a requirement that allotments should be remittedin due time and directly to the person or persons nomi-nated by the seafarers.

Artikel 709

1. De zeevarende heeft recht op voldoening van het indienst aan boord van een zeeschip verdiende loon:

1. indien het naar tijdruimte is vastgesteld, in iederehaven, die het zeeschip gedurende de reis aandoet, mitszeven dagen zijn verlopen sedert de laatste uitbetaling;

2. indien het niet naar tijdruimte is vastgesteld, opde in de zee-arbeidsovereenkomst vastgelegde tijdstip-pen voor voldoening, of, bij stilzwijgen daarvan, doorhet gebruik en [of?] de billijkheid, met dien verstande

dat de voldoening telkens uiterlijk na een maand ge-schiedt.2. Zolang de dienst aan boord niet is geëindigd, is dewerkgever niet verplicht in het geheel meer dan 5/6deel van het loon te voldoen.3. De voldoening van het in lid 1 onder 1 bedoeldeloon geschiedt uiterlijk op de dag volgende op die vande aankomst, maar in ieder geval voor het vertrek uitde haven, met dien verstande dat de betalingen elkaaropvolgen met tussenpozen van niet meer dan eenmaand. {Vraag aan de sociale partners: Is deze bepa-

ling nog nodig?}

Artikel 427

1. Behoudens het bepaalde in artikel 425 heeft de sche-peling recht op uitbetaling van het in dienst aan boordvan een schip verdiende loon:

1° indien het naar tijdruimte is vastgesteld, in iederehaven, welke het schip gedurende de reis aandoet, mitszeven dagen zijn verloopen sedert de laatste uitbetaling,

2° indien het niet naar tijdruimte is vastgesteld, opde tijdstippen voor de uitbetaling bepaald door de ar-beidsovereenkomst, of, bij haar stilzwijgen, door hetgebruik of de billijkheid.2. Zoolang de reis niet is geëindigd, is de zeewerkgeverniet verplicht in het geheel meer dan 5/6 deel van hetloon uit te betalen.3. De uitbetaling van het in het eerste lid onder 1° be-doelde loon geschiedt uiterlijk op den dag volgende opdien van de aankomst, de in artikel 354 bedoelde dagenniet meegerekend, doch in ieder geval voor het vertrekuit de haven.

Standard A2.2

Wages1. Each Member shall require that payments due toseafarers working on ships that fly its flag are made atno greater than monthly intervals and in accordancewith any applicable collective agreement.

Eerste lid, ten tweede: Zie onze tekstvraag.Tweede lid: Deze bepaling is volgens ons niet in

overeenstemming met Regulation 2.2 - Wages van deMLC, waarin staat dat “all seafarers shall be paid fortheir work regularly and in full in accordance with theiremployment agreement” (cursivering door ons aange-bracht voor nadruk).

Derde lid: In de praktijk kan deze bepaling niet wer-ken doordat—bijvoorbeeld—in veel gevallen een wette-lijk voorgeschreven loonadministratie moet worden ge-voerd die een langere tijd vergt. Beter lijkt het aanslui-ting te zoeken bij het eerste lid onder 2.

Artikel 710

1. Verricht de zeevarende arbeid gedurende meer dan8 uren per dag, dan heeft hij voor die extra uren rechtop loon dat tenminste 125% bedraagt van het over-eengekomen loon.2. De kapitein doet van ieder geval van overwerk aan-

Artikel 419

1. De schepeling is verplicht het hem door den kapiteinopgedragen werk te verrichten, doch heeft recht op eenbijslag op het loon voor den tijd, gedurende welken hijlanger dan den door de wet of de arbeidsovereenkomstbepaalden normalen arbeidsduur werk verricht, tenzij

Guideline B2.2.2

Calculation and payment1. For seafarers whose remuneration includes separatecompensation for overtime worked:

(a) for the purpose of calculating wages, the normalhours of work at sea and in port should not exceed

De (minimale) overwerktarieven behoren naar onzemening tot het domein van de private, collectieveloonvorming; dit artikel dient daar derhalve geen normaan op te leggen, zeker nu de MLC op dit punt slechtseen niet-verplichtende richtlijn geeft. Wij geven devoorkeur aan de redactie van artikel 419, lid 1, die in

Page 17: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 17 van 53

tekening in een daartoe bestemd register. Elke aanteke-ning wordt mede-ondertekend door de zeevarende bin-nen een termijn van ten hoogste een maand.

de kapitein het werk noodzakelijk acht tot het behoudvan het schip, de opvarenden of de zaken aan boord.Het bedrag van dien bijslag wordt bepaald door de ar-beidsovereenkomst of, bij haar stilzwijgen, door hetgebruik of de billijkheid.2. De kapitein doet van ieder geval van overwerk aan-teekening houden in een daartoe bestemd register.Elke aanteekening wordt door den daarbij betrokkenschepeling mede-onderteekend.3. Het recht, betaling van den bijslag te vorderen, ver-valt door verloop van één maand na het eindigen vanden dienst aan boord in eene Nederlandsche haven envan zes maanden na het eindigen van den dienst aanboord in het buitenland.4. Op den scheepsofficier, tevens hoofd van dienst, dengeneeskundige en den marconist zijn de bepalingen vandit artikel niet van toepassing.

eight hours per day;(b) [...];(c) the rate or rates of compensation for overtime,

which should be not less than one and one-quartertimes the basic pay or wages per hour, should be pre-scribed by national laws or regulations or by collectiveagreements, if applicable; and

(d) records of all overtime worked should be main-tained by the master, or a person assigned by the mas-ter, and endorsed by the seafarer at no greater thanmonthly intervals.

taalkundig opzicht natuurlijk wel gemoderniseerd kanworden.

Commentaar sociale partners in de zeevisserij: Voorzeevissers wier loon geheel of gedeeltelijk afhankelijk isvan de vangst of de opbrengst daarvan kan dit artikelniet van toepassing zijn (zie het door ons voorgesteldeartikel 748b). Overigens geldt voor de zeevisserij opgrond van Richtlijn 2003/88/EG, artikel 21, een afwij-kend regime voor arbeids- en rusttijden, dat in overeen-stemming is met de artikelen 13 en 14 van de Work infishing Convention, 2007. Daarom past de bepalingzoals die in artikel 419, lid 1, WvK is opgenomen onsbeter.

Artikel 711

Verricht de zeevarende andere werkzaamheden dan hijheeft te verrichten overeenkomstig de functie, waarinhij volgens de zee-arbeidsovereenkomst aan boorddienst doet, dan heeft hij recht op het daarmee over-eenkomende loon voorzover dit [gelijk of] hoger is dan

het loon voortvloeiende uit de zee-arbeidsovereen-komst.

Artikel 420

Indien aan den schepeling andere werkzaamheden wor-den opgedragen dan hij heeft te verrichten overeenk-omstig de hoedanigheid, waarin hij volgens de arbeids-overeenkomst aan boord dienst doet, en deze werk-zaamheden volgens overeenkomst of gebruik hoogerworden beloond, heeft hij aanspraak op daarmedeovereenkomend hooger loon.

Zie ons tekstvoorstel; de passage “gelijk of” is overbo-dig (als het met de andere arbeid overeenkomende loonlager of gelijk is aan het met de zeevarende overeengekomen loon, dan ontvangt hij uiteraard zijn eigenloon).

Artikel 712

1. Werkt de zeevarende mee aan het behoud van hetzeeschip, de opvarenden en de zaken aan boord, danheeft hij recht op een buitengewone beloning voor dedagen, gedurende welke hij tot dit behoud werkzaam isgeweest.2. In het geval van geschil wordt de beloning vastge-steld door de kantonrechter van de rechtbank Rotter-dam.

Artikel 448

1. De schepelingen zijn verplicht aan het behoud vanhet schip en de zaken aan boord mede te werken. Zijhebben recht op buitengewone belooning voor de da-gen, gedurende welke zij werkzaam zijn geweest.2. In geval van geschil wordt de belooning vastgestelddoor de rechtbank van het arrondissement waarin dewerkzaamheden tot behoud hebben plaats gehad. Inhet Koninkrijk buiten Europa geschiedt de vaststellingdoor het bevoegde gezag en buiten het Koninkrijk doorden Nederlandschen diplomatieken of bezoldigdenconsulairen ambtenaar, die het eerst te bereiken is.

Eerste lid: Zie met betrekking tot de term ‘opvaren-den’, ons commentaar bij artikel 704.

Artikel 713

Een rechtsvordering op grond van de artikelen 710 [tot

en met] 712 verjaart door verloop van twaalf maanden

na het ontstaan van het vorderingsrecht.

Artikel 419 (t.a.v. artikel 710)

3. Het recht, betaling van den bijslag te vorderen, ver-valt door verloop van één maand na het eindigen vanden dienst aan boord in eene Nederlandsche haven envan zes maanden na het eindigen van den dienst in hetbuitenland.

Artikel 420 (t.a.v. artikel 711)

[Opmerking: Geen verjaringsbepaling aangetroffen]

Page 18: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 18 van 53

Artikel 448 (t.a.v. artikel 712)

[Opmerking: Geen verjaringsbepaling aangetroffen]

Artikel 714

Voor zover het in geld uitgedrukte deel van het loon isvastgesteld bij de reis, heeft de zeevarende recht op eenevenredige verhoging van het loon, als de reis doortoedoen van de [werkgever] [scheepsexploitant], molest

of door verblijf in een noodhaven of een andere soort-gelijke reden wordt verlengd in het belang van het zee-schip, de opvarenden en de zaken aan boord.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 441

Voor zoover het in geld uitgedrukte deel van het loon isvastgesteld bij de reis, heeft de schepeling recht op eeneevenredige verhooging van het loon, wanneer de reisdoor toedoen van de zeewerkgever, door molest ofdoor verblijf in eene noodhaven of eene andere soort-gelijke reden in het belang van het schip en de zakenaan boord daarvan wordt verlengd.

Met betrekking tot de term ‘opvarenden’, zie onze op-merking bij artikel 704.

Aangezien de werkgever van de zeevarende in langniet alle gevallen dezelfde is als de ‘scheepsexploitant’en de werkgever derhalve in lang niet alle gevallen in-vloed heeft op de vaart van het zeeschip, menen wij datin dit artikel “werkgever” vervangen moet worden door“scheepsexploitant”, hetgeen met zich meebrengt datdie laatste term in deze regeling (toch echt) gedefi-nieerd zal moeten worden.

Artikel 715

Aan de zeevarende wordt maandelijks een schriftelijkeopgave verstrekt van het voldane loon en van aanvul-lende vergoedingen alsmede van de munteenheid of dekoers die afwijkt van hetgeen is overeengekomen.

Standard A2.2

Wages2. Seafarers shall be given a monthly account of thepayments due and the amounts paid, including wages,additional payments and the rate of exchange usedwhere payment has been made in a currency or at a ratedifferent from the one agreed to.

Commentaar sociale partners in de zeevisserij: DeWork in Fishing Convention, 2007 bevat niet een soort-gelijke bepaling. Wel staat in artikel 23 van het ver-drag, dat vissers met een naar tijdruimte vastgesteldloon (“fishers who are paid a wage”) verzekerd moetenzijn van een maandelijkse of andere periodieke beta-ling. Waar de lonen geheel of gedeeltelijk afhankelijkzijn van de vangst of de opbrengst daarvan, is het inNederland gebruikelijk het loon of een voorschot daar-op per reis te betalen en wel, althans volgens de CaoTrawlvisserij, binnen vier weken na het einde van eenreis. Bij die betaling wordt een schriftelijke loonspecifi-catie aan de zeevisser verstrekt. Overigens is dit voor-gestelde artikel een afwijking van artikel 626—niet dui-delijk is in hoeverre—, waar de zeevisserij wèl mee uitde voeten kan. Daarom stellen wij voor, in een nieuwartikel 748c te bepalen dat artikel 715 niet van toepas-sing is ten aanzien van zeevissers (zie aldaar).

Vakantie

Artikel 716

1. De zeevarende verwerft over ieder jaar waarin hijgedurende de volledige overeengekomen arbeidsduurrecht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie vanten minste 30 [kalender]dagen.

2. De zeevarende behoudt zijn aanspraak op vakantieover het tijdvak gedurende hetwelk hij studieverlofgeniet.

Artikel 381

1. De kapitein heeft aanspraak op vakantie overeenk-omstig het bepaalde in artikel 414 van het Wtboek vanKoophandel.2. Het bepaalde in het vorige lid geldt niet voor dekapitein ter visserij.

Artikel 414

Regulation 2.4

Entitlement to leave1. Each Member shall require that seafarers employedon ships that fly its flag are given paid annual leaveunder appropriate conditions, in accordance with theprovisions of the Code.2. Seafarers shall be granted shore leave to benefit theirhealth and well-being and with the operational require-

Standpunt sociale partners in de zeevisserij: Dit artikelbehoort niet van toepassing te zijn op zeevissers; hunvakantie wordt sinds jaar en dag bepaald door de ‘gewo-ne’ BW-regeling, aangevuld door afspraken in de col-lectieve arbeidsovereenkomst. Bovendien bevat deWork in Fishing Convention, 2007 geen voorschriftendienaangaande, anders dan dat de vakantierechten in de‘fishers’ work agreement’ opgenomen moeten worden

Page 19: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 19 van 53

3. Tot vakantie worden niet gerekend:a. officieel of algemeen erkende feestdagen;b. tijdelijk verlof om aan de wal te gaan;c. compensatieverlof {vraag aan de sociale part-

ners: Wat houdt dit precies in?};

d. de duur van het vervoer in lid 6;e. de tijd doorgebracht in afwachting van repatri-

ering en de reisduur.4. De werkgever is verplicht om de vakantie, bedoeldin lid 1, aaneengesloten te geven. Van deze verplich-ting kan worden afgeweken bij collectieve arbeidsover-eenkomst of regeling door of namens een daartoe be-voegd bestuursorgaan. {Vraag aan de sociale partners:

Is er nog behoefte aan deze regel?}

5. De vakantie, bedoeld in lid 1 en in artikel 641, lid 3,wordt desverzocht aan de zeevarende gegeven in deplaats waar hij is gemonsterd, of de plaats waar de zee-arbeidsovereenkomst is aangegaan, al naar gelang dieplaats het dichtst is gelegen bij de woonplaats van dezeevarende. Van dit lid kan worden afgeweken bij col-lectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of na-mens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. {Vraag aan

de sociale partners: Is deze bepaling nog van deze

tijd?}

6. Indien de zeevarende genoodzaakt is de vakantiebedoeld in lid 1 en in artikel 641, lid 3, aan te vangenop een andere plaats dan die bedoeld in lid 5, is dewerkgever gehouden zorg te dragen voor kosteloosvervoer naar die andere plaats alsmede voor de betalingvan de kosten van levensonderhoud gedurende dat ver-voer.7. [Een zeevarende die zijn vakantie, bedoeld in lid 1

en in artikel 641, lid 3, geniet, kan slechts na tijdige

kennisgeving en met zijn instemming worden terugge-

roepen] [Artikel 638, lid 5, is van overeenkomstige

toepassing].

1. De schepeling verwerft over ieder jaar waarin hijgedurende de volledige overeengekomen arbeidsduurrecht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie vanten minste dertig dagen.2. De schepeling behoudt zijn aanspraak op vakantieover het tijdvak gedurende hetwelk hij studieverlofgeniet en van zi jn werkgever een studieuitkeringontvangt.3. Niet tot vakantie wordt gerekend:

a. officieel of algemeen erkende feestdagen;b. tijdelijk verlof om aan wal te gaan;c. compensatieverlof;d. de tijd van het vervoer, bedoeld in lid 7.

4. De werkgever van de schepeling is verplicht om vijf-tien kalenderdagen van de vakantie, bedoeld in lid 1,aaneengesloten te geven. Van deze verplichting kanworden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomstof bij regeling door of namens een bevoegd publiek-rechtelijk lichaam.5. De vakantie moet zo worden verleend dat de sche-peling telkens na verloop van twee jaren alle dagenheeft genoten waarop hij aanspraak heeft. De verja-ringstermijn, bedoeld in artikel 642 van Boek 7 van hetBurgerlijk Wetboek, beloopt voor de schepeling driejaren.6. De vakantie, bedoeld in lid 1 en in artikel 641, lid 3,van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt desver-langd aan de schepeling gegeven in de plaats waar hij isgemonsterd, of de plaats alwaar hij is aangeworven, alnaar gelang die plaats het dichtst is gelegen bij dewoonplaats van de schepeling. Van deze regeling kanworden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomstof bij regeling door of namens een bevoegd publiek-rechtelijk lichaam.7. Indien de schepeling genoodzaakt is de vakantie,bedoeld in lid 1 en in artikel 641, lid 3, van Boek 7 vanhet Burgerlijk Wetboek aan te vangen op een andereplaats dan die bedoeld in lid 6, is de werkgever gehou-den zorg te dragen voor kosteloos vervoer naar die an-dere plaats alsmede voor de betaling van de kosten vanlevensonderhoud tijdens dat vervoer.8. Een schepeling die zijn vakantie, bedoeld in lid 1 enin artikel 641, lid 3, van Boek 8 van het Burgerlijk Wet-boek geniet, wordt slechts in gevallen van uiterstenoodzaak teruggeroepen en wel na tijdige kennisgeving.9. De aanspraak op vakantie zonder behoud van loon,bedoeld in artikel 641, lid 3, van Boek 7 van het Bur-gerlijk Wetboek, wordt verminderd met de tijd gedu-

ments of their positions.

Standard A2.4

Entitlement to leave1. Each Member shall adopt laws and regulations de-termining the minimum standards for annual leave forseafarers serving on ships that fly its flag, taking properaccount of the special needs of seafarers with respect tosuch leave.2. Subject to any collective agreement or laws or regu-lations providing for an appropriate method of calcula-tion that takes account of the special needs of seafarersin this respect, the annual leave with pay entitlementshall be calculated on the basis of a minimum of 2.5calendar days per month of employment. The mannerin which the length of service is calculated shall be de-termined by the competent authority or through theappropriate machinery in each country. Justified ab-sences from work shall not be considered as annualleave.3. Any agreement to forgo the minimum annual leavewith pay prescribed in this Standard, except in casesprovided for by the competent authority, shall be pro-hibited.

Guideline B2.4.1

Calculation of entitlement1. Under conditions as determined by the competentauthority or through the appropriate machinery in eachcountry, service off-articles should be counted as partof the period of service.2. Under conditions as determined by the competentauthority or in an applicable collective agreement, ab-sence from work to attend an approved maritime voca-tional training course or for such reasons as illness orinjury or for maternity should be counted as part of theperiod of service.3. The level of pay during annual leave should be at theseafarer’s normal level of remuneration provided for bynational laws or regulations or in the applicable seafar-ers’ employment agreement. For seafarers employedfor periods shorter than one year or in the event oftermination of the employment relationship, entitle-ment to leave should be calculated on a pro-rata basis.4. The following should not be counted as part of an-nual leave with pay:

(a) public and customary holidays recognized as suchin the flag State, whether or not they fall during the

(Annex II, onderdeel l). Zie ook ons commentaar bijhet door ons voorgestelde artikel 748d.

Eerste lid: Zie ons tekstvoorstel.Derde lid, onderdeel c: Antwoord op de vraag aan

de sociale partners: Compensatieverlof is verlof datwordt toegekend ter compensatie van niet-genoten vrijetijd daar men gedurende een periode continu aan boordzit ten behoeve van de werkzaamheden. Dit behoeftgeen nadere definiëring

Vierde lid: Antwoord op de vraag aan de socialepartners: Ja.

Vijfde lid: Antwoord op de vraag aan de socialepartners: Ja.

Zevende lid: Zie ons tekstvoorstel; in de MLC heb-ben wij geen basis gevonden voor het vereiste van deinstemming van de zeevarende. Het heeft daarom onzevoorkeur aan te sluiten bij de gemene regeling in artikel638, lid 5.

Page 20: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 20 van 53

rende welke de schepeling, nadat hij de aanspraak heeftverworven, nog niet in dienst was getreden.

annual leave with pay;(b) periods of incapacity for work resulting from

illness or injury or from maternity, under conditions asdetermined by the competent authority or through theappropriate machinery in each country;

(c) temporary shore leave granted to a seafarer whileunder an employment agreement; and

(d) compensatory leave of any kind, under condi-tions as determined by the competent authority orthrough the appropriate machinery in each country.

Guideline B2.4.2

Taking of annual leave1. The time at which annual leave is to be takenshould, unless it is fixed by regulation, collective agree-ment, arbitration award or other means consistent withnational practice, be determined by the shipowner afterconsultation and, as far as possible, in agreement withthe seafarers concerned or their representatives.2. Seafarers should in principle have the right to takeannual leave in the place with which they have a sub-stantial connection, which would normally be the sameas the place to which they are entitled to be repatriated.Seafarers should not be required without their consentto take annual leave due to them in another place ex-cept under the provisions of a seafarers’ employmentagreement or of national laws or regulations.3. If seafarers are required to take their annual leavefrom a place other than that permitted by paragraph 2of this Guideline, they should be entitled to free trans-portation to the place where they were engaged or re-cruited, whichever is nearer their home; subsistenceand other costs directly involved should be for the ac-count of the shipowner; the travel time involved shouldnot be deducted from the annual leave with pay due tothe seafarer.4. A seafarer taking annual leave should be recalledonly in cases of extreme urgency and with the seafarer’sconsent.

Guideline B2.4.3

Division and accumulation1. The division of the annual leave with pay into parts,or the accumulation of such annual leave due in respectof one year together with a subsequent period of leave,may be authorized by the competent authority orthrough the appropriate machinery in each country.2. Subject to paragraph 1 of this Guideline and unless

Page 21: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 21 van 53

otherwise provided in an agreement applicable to theshipowner and the seafarer concerned, the annual leavewith pay recommended in this Guideline should consistof an uninterrupted period.

Guideline B2.4.4

Young seafarers1. Special measures should be considered with respectto young seafarers under the age of 18 who have servedsix months or any other shorter period of time under acollective agreement or seafarers’ employment agree-ment without leave on a foreign-going ship which hasnot returned to their country of residence in that time,and will not return in the subsequent three months ofthe voyage. Such measures could consist of their repa-triation at no expense to themselves to the place oforiginal engagement in their country of residence forthe purpose of taking any leave earned during the voy-age.

Repatriëring

Artikel 717

1. De zeevarende heeft recht op repatriëring op eensnelle en geschikte wijze, zo mogelijk per vliegtuig, naareen door [hem] [de werkgever] gekozen plaats van be-

stemming in geval:a. van beëindiging van de zee-arbeidsovereenkomst

[in het buitenland] [buiten het woonland];

b. van ziekte die repatriëring vereist;c. van schipbreuk;d. de werkgever niet in staat is zijn wettelijke of

contractuele verplichtingen na te komen wegens faillis-sement, verkoop van het zeeschip, verandering in deregistratie van het zeeschip of wegens een andere soort-gelijke reden;

e. het zeeschip koers zet naar een oorlogsgebied,terwijl de zeevarende weigert naar dat gebied te gaan;of

f. van verloop van een termijn van maximaal[twaalf] maanden waarin de zeevarende [aan] boord

werkzaam is geweest {vraag aan de sociale partners:

Welke termijn te hanteren?}.

2. In geval van repatriëring is de werkgever verplichtde volgende kosten te vergoeden:

a. de reis naar de plaats van bestemming;b. huisvesting en voeding vanaf de dag waarop de

zeevarende het zeeschip heeft verlaten totdat hij deplaats van bestemming heeft bereikt;

Artikel 384

1. Eindigt de arbeidsovereenkomst in het buitenlanddan heeft de kapitein recht op vrij vervoer tot een ha-ven in Nederland, tenzij hij wegens de wijze, waarop dearbeidsovereenkomst is beëindigd, schadeplichtig isgeworden. Indien de arbeidsovereenkomst is ontbon-den op verzoek van de kapitein, op grond van gewichti-ge redenen, heeft hij dit recht slechts, indien de zee-werkgever schadeplichtig is geworden.2. Onder vrij vervoer zijn begrepen de kosten van on-derhoud en nachtverblijf van het eindigen der arbeids-overeenkomst tot de aankomst van den kapitein in deplaats zijner bestemming.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 443

1. Eindigt de arbeidsovereenkomst in het buitenland,dan heeft de schepeling recht op vrij vervoer, indien hijNederlander is, tot een haven in Nederland, indien hij

Standard A2.5

Repatriation1. Each Member shall ensure that seafarers on shipsthat fly its flag are entitled to repatriation in the follow-ing circumstances:

(a) if the seafarers’ employment agreement expireswhile they are abroad;

(b) when the seafarers’ employment agreement isterminated:

(i) by the shipowner; or(ii) by the seafarer for justified reasons; and also

(c) when the seafarers’ are no longer able to carryout their duties under their employment agreement orcannot be expected to carry them out in the specificcircumstances.2. Each Member shall ensure that there are appropriateprovisions in its laws and regulations or other measuresor in collective bargaining agreements, prescribing:

(a) the circumstances in which seafarers are entitledto repatriation in accordance with paragraph 1(b) ofthis Standard;

(b) the maximum duration of service periods onboard following which a seafarer is entitled to repatria-tion—such periods to be less than 12 months; and

(c) the precise entitlements to be accorded by ship-owners for repatriation, including those relating to thedestinations of repatriation, the mode of transport, the

Eerste lid, aanhef: Zie ons tekstvoorstel. Wij geven devoorkeur aan behoud van het keuzerecht van de werk-gever, dat overigens door het derde lid wordt beperkt.Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan ten voordelevan de zeevarende worden afgeweken (zie artikel 696,lid 3).

Eerste lid, onderdeel a: Wat wordt met “het buiten-land” bedoeld? Buiten Nederland? Buiten het woon-land? Buiten het land waar de zeevarende zich bevondtoen hij de zee-arbeidsovereenkomst aanging? Voorhet antwoord, zie ons tekstvoorstel.

Eerste lid, onderdeel d: Zie ons tekstvoorstel. Devoorgestelde hoeveelheid is overgenomen uit GuidelineB2.5.1. Wij geven echter de voorkeur aan de door onsvoorgestelde redactie.

Eerste lid, onderdeel f: Zie ons tekstvoorstel. Ant-woord op de vraag aan de sociale partners: Twaalfmaanden (overeenkomstig MLC).

Vijfde lid: De Work in Fishing Convertion, 2007schrijft dit niet voor ten aanzien van zeevissers.

Zesde en zevende lid: Zie ons tekstvoorstel enStandard A2.5, paragraph 5.

Page 22: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 22 van 53

c. loon en vergoedingen vanaf de dag dat de zeeva-rende het zeeschip heeft verlaten totdat hij de plaatsvan bestemming heeft bereikt;

d. het vervoer van [30 kilo] [door de vliegmaat-

schappij zonder bijbetaling voor zeevarenden toegesta-

ne hoeveelheid] persoonlijke bagage van de zeevarende

naar de plaats van bestemming;e. medische behandeling, indien nodig, totdat de

gezondheidstoestand van de zeevarende het toelaat naarde plaats van bestemming te reizen.3. Als plaats van bestemming wordt aangemerkt:

a. de plaats waar de zee-arbeidsovereenkomst isaangegaan;

b. het land waar de zeevarende zijn gewone woon-of verblijfplaats heeft; of

c. de plaats die in de zee-arbeidsovereenkomst of detoepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of rege-ling door of namens een daartoe bevoegd bestuursor-gaan is bepaald.4. Het in lid 1 bedoelde recht vervalt indien de zeeva-rende niet binnen 2 dagen, nadat een van de in lid 1,onder a, c, d of e genoemde omstandigheden zich heeftvoorgedaan, zijn wens tot repatriëring kenbaar maaktaan de kapitein. Bij collectieve arbeidsovereenkomst ofregeling door of namens een daartoe bevoegd bestuurs-orgaan kan een langere termijn worden overeengeko-men.5. Een afschrift van de wettelijke bepalingen inzakerepatriëring is zowel in de Nederlandse als de Engelsetaal voor de zeevarende aan boord beschikbaar.[6. Indien de werkgever verzuimt zijn verplichtingen

op grond van de voorgaande leden tijdig na te komen,

is de scheepsexploitant [in afwijking van artikel 695]

gehouden deze onmiddellijk van hem over te nemen.

7. Indien de scheepsexploitant verzuimt zijn verplich-

tingen op grond van lid 6 tijdig na te komen is de Staat

gehouden deze onmiddellijk van hem over te nemen.

De scheepsexploitant is gehouden alle daartoe gemaak-

te kosten aan de Staat te vergoeden.]

niet Nederland is, ter keuze van de zeewerkgever, totde plaats waar de dienst aan boord van het schip is be-gonnen of tot een haven van het land waar hij thuisbehoort, mits de schepeling zijn verlangen daartoe tekennen geeft uiterlijk op de dag volgende op die, waar-op de arbeidsovereenkomst eindigt, de in artikel 354bedoelde daten niet meegerekend, doch in ieder gevalvoor het vertrek van het schip. Echter heeft de schepe-ling dit recht niet, indien hij wegens de wijze, waaropde arbeidsovereenkomst is beëindigd, schadeplichtig isgeworden. Indien de arbeidsovereenkomst is ontbon-den op verzoek van de schepeling op grond van ge-wichtige redenen, heeft hij dit recht slechts, indien dezeewerkgever schadeplichtig is geworden.2. Onder het vrij vervoer zijn begrepen de kosten vanonderhoud en nachtverblijf van het eindigen der ar-beidsovereenkomst tot de aankomst van den schepelingin de plaats zijner bestemming.

Artikel 450a

1. De zeewerkgever, die verplicht is tot vrij vervoer vanden schepeling naar eene haven, heeft het recht zichvan die verplichting te kwijten, door hem, mits hij totwerken in staat is, aan boord van een naar die havenbestemd schip eene betrekking te verschaffen, over-eenkomstig die, welke hij in dienst van den zeewerkge-ver bekleedde.2. Een Nederlandsch schepeling kan verlangen, dat debetrekking hem aan boord van een Nederlandsch schipwordt verschaft.3. Geschillen over de uitvoering dezer bepaling beslistin het Koninkrijk buiten Europa het bevoegde gezag enbuiten het Koninkrijk de Nederlandsche diplomatiekeof bezoldigde consulaire ambtenaar.

items of expense to be covered and other arrangementsto be made by shipowners.3. Each Member shall prohibit shipowners from re-quiring that seafarers make an advance payment to-wards the cost of repatriation at the beginning of theiremployment, and also from recovering the cost of repa-triation from the seafarers’ wages or other entitlementsexcept where the seafarer has been found, in accor-dance with national laws or regulations or other mea-sures or applicable collective bargaining agreements, tobe in serious default of the seafarers’ employmentagreement obligations.4. National laws and regulations shall not prejudiceany right of the shipowner to recover the cost of repa-triation under third-party contractual arrangements.5. If a shipowner fails to make arrangements for or tomeet the cost of repatriation of seafarers who are enti-tled to be repatriated:

(a) the competent authority of the Member whoseflag the ship flies shall arrange for repatriation of theseafarers concerned; if it fails to do so, the State fromwhich the seafarers are to be repatriated or the State ofwhich they are a national may arrange for their repatri-ation and recover the cost from the Member whose flagthe ship flies;

(b) costs incurred in repatriating seafarers shall berecoverable from the shipowner by the Member whoseflag the ship flies;

(c) the expenses of repatriation shall in no case be acharge upon the seafarers, except as provided for inparagraph 3 of this Standard.6. Taking into account applicable international instru-ments, including the International Convention on Ar-rest of Ships, 1999, a Member which has paid the costof repatriation pursuant to this Code may detain, orrequest the detention of, the ships of the shipownerconcerned until the reimbursement has been made inaccordance with paragraph 5 of this Standard.7. Each Member shall facilitate the repatriation of sea-farers serving on ships which call at its ports or passthrough its territorial or internal waters, as well as theirreplacement on board.8. In particular, a Member shall not refuse the right ofrepatriation to any seafarer because of the financialcircumstances of a shipowner or because of the ship-ownér’s inability or unwillingness to replace a seafarer.9. Each Member shall require that ships that fly its flagcarry and make available to seafarers a copy of the ap-

Page 23: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 23 van 53

plicable national provisions regarding repatriation writ-ten in an appropriate language.

Guideline B2.5.1

Entitlement1. Seafarers should be entitled to repatriation:

(a) in the case covered by Standard A2.5, paragraph1(a), upon the expiry of the period of notice given inaccordance with the provisions of the seafarers’employment agreement;

(b) in the cases covered by Standard A2.5, paragraph1(b) and (c):

(i) in the event of illness or injury or other medi-cal condition which requires their repatriation whenfound medically fit to travel;

(ii) in the event of shipwreck;(iii) in the event of the shipowner not being able to

continue to fulfil their legal or contractual obligationsas an employer of the seafarers by reason of insolvency,sale of ship, change of ship’s registration or any othersimilar reason;

(iv) in the event of a ship being bound for a warezone, as defined by national laws or regulations or sea-farers’ employment agreements, to which the seafarerdoes not consent to go; and

(v) in the event of termination or interruption ofemployment in accordance with an industrial award orcollective agreement, or termination of employment forany other similar reason.2. In determining the maximum duration of serviceperiods on board following which a seafarer is entitledto repatriation, in accordance with this Code, accountshould be taken of factors affecting the seafarers’working environment. Each Member should seek,wherever possible, to reduce these periods in the lightof technological changes and developments and mightbe guided by any recommendations made on the matterby the Joint Maritime Commission.3. The costs to be borne by the shipowner for repatria-tion under Standard A2.5 should include at least thefollowing:

(a) passage to the destination selected for repatria-tion in accordance with paragraph 6 of this Guidance;

(b) accommodation and food from the moment theseafarers leave the ship until they reach the repatriationdestination;

(c) pay and allowances from the moment the seafar-ers leave the ship until they reach the repatriation des-

Page 24: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 24 van 53

tination, if provided for by national laws or regulations;(d) transportation of 30 kg of the seafarers’ personal

luggage to the repatriation destination; and(e) medical treatment when necessary until the seafa-

rers are medically fit to travel to the repatriation desti-nation.4. Time spent awaiting repatriation and repatriationtravel time should not be deducted from paid leaveaccrued to the seafarers.5. Shipowners should be required to continue to coverthe costs of repatriation until the seafarers concernedare landed at a destination prescribed pursuant to thisCode or are provided with suitable employment onboard a ship proceeding to one of those destinations.6. Each Member should require that shipowners takeresponsibility for repatriation arrangements by appro-priate and expeditious means. The normal mode oftransport should be by air. The Member shouldprescribe the destinations to which seafarers may berepatriated. The destinations should include the coun-tries with which seafarers may be deemed to have asubstantial connection including:

(a) the place at which the seafarer agreed to enterinto the engagement;

(b) the place stipulated by collective agreement;(c) the seafarer’s country of residence; or(d) such other place as may be mutually agreed at the

time of engagement.7. Seafarers should have the right to choose fromamong the prescribed destinations the place to whichthey are to be repatriated.8. The entitlement to repatriation may lapse if the sea-farers concerned do not claim it within a reasonableperiod of time to be defined by national laws or regula-tions or collective agreements.

Guideline B2.5.2

Implementation by Members1. Every possible practical assistance should be given toa seafarer stranded in a foreign port pending repatria-tion and in the event of delay in the repatriation of theseafarer, the competent authority in the foreign portshould ensure that the consular or local representativeof the flag State and the seafarer’s State of nationalityor State of residence, as appropriate, is informed imme-diately.2. Each Member should have regard to whether properprovision is made:

Page 25: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 25 van 53

(a) for the return of seafarers employed on a shipthat flies the flag of a foreign country who are putashore in a foreign port for reasons for which they arenot responsible:

(i) to the port at which the seafarer concernedwas engaged; or

(ii) to a port in the seafarer’s State of nationalityor State of residence, as appropriate; or

(iii) to another port agreed upon between the sea-farer and the master or shipowner, with the approval ofthe competent authority or under other appropriatesafeguards;

(b) for medical care and maintenance of seafarersemployed on a ship that flies the flag of a foreign coun-try who are put ashore in a foreign port in consequenceof sickness or injury incurred in the service of the shipand not due to their own wilful misconduct.3. If after young seafarers under the age of 18 haveserved on a ship for at least four months during theirfirst foreign-going voyage, it becomes apparent thatthey are unsuited to life at sea, they should be given theopportunity of being repatriated at no expense to them-selves from the first suitable port of call in which thereare consular services of the flag State, or the State ofnationality or residence of the young seafarer. Notifi-cation of any such repatriation, with the reasons there-for, should be given to the authority which issued thepapers enabling the young seafarers concerned to takeup seagoing employment.

Vergoeding in geval van schipbreuk of andere ramp aanhet zeeschip en in geval van overlijden van de zeevaren-de

Artikel 718

1. De werkgever is jegens de zeevarende aansprakelijkvoor de schade die de zeevarenden lijdt als gevolg vanschipbreuk of een andere aan het zeeschip overkomenramp.2. In geval van geheel of gedeeltelijk verlies van deuitrusting van de zeevarende betreft de vergoeding vande in het eerste lid bedoeld schade een uitkering waar-van de hoogte wordt vastgesteld bij algemene maatregelvan bestuur.3. In geval van werk[e]loosheid betreft de in het eerste

lid bedoelde vergoeding een uitkering ter hoogte vanhet bij de arbeidsovereenkomst in geld vastgestelde deelvan het loon voor de duur van de werk[e]loosheid,

maar ten hoogste gedurende 2 maanden. Indien het

Artikel 450aa

1. Bij verlies van de gehele uitrusting van de schepelingdoor een ramp aan het schip overkomen, heeft de sche-peling, die niet bij die gebeurtenis het leven verliest,aanspraak op een uitkering ineens en heeft, indien deschepeling bij die gebeurtenis het leven verliest, deoverlevende echtgenoot of geregistreerde partner ofhebben, bij ontstentenis van deze, de gezamenlijke kin-deren of, bij ontstentenis van dezen, de ouders recht opeen uitkering ineens. Onder verlies van de gehele uit-rusting wordt verstaan, dat niets is gered dan hetgeende schepeling p of bij zich draagt.2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt voor deverschillende groepen van schepelingen het bedrag vande in het vorige lid bedoelde uitkering bepaald.

Standard A2.6

Seafarer compensation for the ship’s loss or foundering1. Each Member shall make rules ensuring that, in ev-ery case of loss or foundering of any ship, the ship-owner shall pay to each seafarer on board an indemnityagainst unemployment resulting from such loss or foun-dering.2. The rules referred to in paragraph 1 of this Standardshall be without prejudice to any other rights a seafarermay have under the national law of the Member con-cerned for losses or injuries arising from a ship’s loss orfoundering.

Guideline B2.6.1

Calculation of indemnity against unemployment

Derde lid: Berekening uitkering bij loon dat niet naartijdruimte is vastgesteld: Het is wellicht beter te bepa-len dat in zo’n geval de uitkering berekend wordt naarhet gemiddelde loon, verdiend over de twaalf maandenonmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van dewerkloosheid.

Page 26: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 26 van 53

loon niet naar tijdruimte is vastgesteld, betreft de uitke-ring een bedrag gelijk aan het loon dat volgens gebruikbij vaststelling van het gehele loon naar tijdruimtewordt voldaan.4. De uitkering bedoeld in het derde lid wordt vermin-derd met het loon waarop de zeevarende op grond vanartikel 727 recht heeft.5. Indien de zeevarende bij de ramp of de schipbreukhet leven verliest, komen de in het tweede en derde lidbedoeld uitkering toe aan de nagelaten betrekkingenbedoeld in artikel 674, lid 3.6. De vorderingen inzake de in het tweede en derde lidbedoelde uitkeringen zijn bevoorrecht op alle roerendene onroerende zaken van de werkgever. Het voorrechtstaat in rang gelijk met dat bedoeld in artikel 288, on-der e, van Boek 3.

3. Bij verlies van een gedeelte van de uitrusting van deschepeling door een ramp aan het schip overkomen,bestaat een gelijke aanspraak als bedoeld in het eerstelid, met dien verstande, dat het bedrag van de uitkeringwordt gesteld op de geldswaarde van het verloren gega-ne deel van de uitrusting tot ten hoogste het krachtenshet tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 450

1. In geval van verlies van het schip door schipbreuk, isde zeewerkgever verplicht aan den schepeling, zoolanghij dientengevolge werkloos is, doch ten hoogste gedu-rende twee maanden, eene schadeloosstelling te betalentot een bedrag gelijk aan het bij de arbeidsovereen-komst in geld vastgestelde deel van het loon. Is hetloon geheel of voor een deel niet naar tijdruimte vast-gesteld, dan is een bedrag verschuldigd gelijk aan hetloon, dat volgens het gebruik wegens eene reis als diewaarop het schip is verloren gegaan, bij vaststelling vanhet geheele loon naar tijdruimte, wordt betaald. Ingeval van geschil beslist de kantonrechter van de recht-bank van het arrondissement waarin de zetel van hetscheepsbedrijf is gelegen.2. Voor zoover de schepeling krachtens het bepaalde inartikel 440 recht heeft op loon, komt dit bedrag in min-dering van de hierbedoelde schadeloosstelling.3. De vordering tot schadeloosstelling is bevoorrechtop alle de roerende en onroerende goederen van dezeewerkgever; het voorrecht staat in rang gelijk met datbedoeld in artikel 288 onder e van Boek 3 van het Bur-gerlijk Wetboek.4. De zeewerkgever, die vermeent, dat een of meer vande schepelingen ten aanzien van de schipbreuk groveschuld treft, kan zich wenden tot den kantonrechtermet verzoek zijne in het eerste lid bedoelde verplichtingtegenover bepaalde schepelingen op te schorten, totdatde Raad voor de scheepvaart omtrent de oorzaak vande ramp uitspraak heeft gedaan. De kantonrechter kannaar aanleiding van de uitspraak van de Raad voor descheepvaart den zeewerkgever voor goed van zijn ver-plichting ontheffen.

1. The indemnity against unemployment resulting froma ship’s foundering or loss should be paid for the daysduring which the seafarer remains in fact unemployedat the same rate as the wages payable under the em-ployment agreement, but the total indemnity payable toany one seafarer may be limited to two months’ wages.2. Each Member should ensure that seafarers have thesame legal remedies for recovering such indemnities asthey have for recovering arrears of wages earned duringthe service.

Artikel 719

1. Indien de zeevarende overlijdt gedurende de [reis]

[dienst] aan boord van het zeeschip of[, in verband met

de dienst aan boord,] aan de wal buiten het land waar

hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft, ko-men voor rekening van de werkgever:

a. indien de lijkbezorging plaatsvindt buiten het

Artikel 416

1. Indien de schepeling, in dienst van de zeewerkgever,overlijdt buiten het land waar hij thuis behoort, komenvoor rekening van de zeewerkgever:

1° indien de lijkbezorging plaats vindt buiten hetland waar hij thuis behoort, de daartoe gemaakte kos-ten;

Standard A4.2

Shipowners’ liability1. Each Member shall adopt laws and regulations re-quiring that shipowners of ships that fly its flag are re-sponsible for health protection and medical care of allseafarers working on board the ships in accordancewith the following minimum standards:

Eerste lid: Zie onze tekstvoorstellen en hetgeen wijover de kosten van lijkbezorging hebben opgemerkt inons eerder commentaar op het deel-ontwerp nieuw zee-arbeidsrecht.

Tweede lid: Zie onze tekstvragen.

Page 27: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 27 van 53

land waar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaatsheeft, de daartoe gemaakt kosten;

b. indien de lijkbezorging plaatsvindt in het landwaar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft,de kosten van en in verband met het vervoer van hetstoffelijk overschot naar de woonplaats in dat land,alsmede de kosten van en in verband met de daartoenoodzakelijke opgraving van het stoffelijk overschot.2. De kapitein is verplicht te zorgen voor de aan boordzijnde goederen [zaken? eigendommen?] van een gedu-

rende reis ziek geworden of overleden zeevarende enten overstaand van twee zeevarenden een behoorlijkebeschrijving daarvan op te maken of te doen maken, diedoor hem en door deze zeevarenden wordt onderte-kend. De kapitein draagt er zorg voor dat deze goede-ren [zaken? eigendommen?] worden afgegeven aan de

zeevarende of aan zijn nagelaten betrekkingen.

2° indien de lijkbezorging plaats vindt in het landwaar hij thuis behoort, de gemaakte kosten van en inverband met het vervoer van het stoffelijk overschotnaar de woonplaats in dat land, alsmede de gemaaktekosten van en in verband met de daartoe noodzakelijkeopgraving van het stoffelijk overschot, zulks met in-achtneming van bij algemene maatregel van bestuur tebepalen maximum bedragen.2. De in het vorige lid onder 2° bedoelde kosten ko-men niet voor rekening van de zeewerkgever, indienhet vervoer van het stoffelijk overschot niet binnenredelijk korte termijn na het overlijden plaats vindt.

(a) [...];(b) [...];(c) [...]; and(d) shipowners shall be liable to pay the cost of buri-

al expenses in the case of death occuring on board orashore during the period of engagement.[...]7. Shipowners or their representatives shall take mea-sures for safeguarding property left on board by sick,injred or deceased seafarers and for returning it to themor to their next of kin.

Einde van de zee-arbeidsovereenkomst

Artikel 720

De voor bepaalde tijd aangegane of voortgezette zee-arbeidsovereenkomst eindigt in de eerste haven, die hetzeeschip aandoet nadat die tijd is verstreken en voorzover nodig, opzegging heeft plaatsgevonden.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 431

De arbeidsovereenkomst, voor bepaalde tijd aangegaanof voortgezet, eindigt in de eerste haven, welke hetschip aandoet nadat die tijd is verstreken en, voorzo-veel nodig, opzegging heeft plaats gevonden.

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements5. Each Member shall adopt laws or regulations esta-blishing minimum notice periods to be given by theseafarers and shipowners for the early termination of aseafarers’ employment agreement. The duration ofthese minimum periods shall be determined after con-sultation with the shipowners’ and seafarers’ organiza-tions concerned, but shall not be shorter than sevendays.

Artikel 721

1. De zee-arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd,aangegaan bij de reis, eindigt na afloop van de reis ofde reizen waarvoor zij is aangegaan.2. Indien is overeengekomen dat de zee-arbeidsover-eenkomst zal eindigen bij terugkomst van het zeeschipin een met name genoemde Nederlandse haven, is dewerkgever bevoegd haar te doen eindigen in een havenvan waaruit de genoemde Nederlandse haven, andersdan met een vliegtuig, binnen vierentwintig uur kanworden bereikt.3. Is de Nederlandse haven, waarin het zeeschip zalterugkomen, niet met name genoemd, dan is de werk-gever bevoegd de zee-arbeidsovereenkomst te doen

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 432

1. De arbeidsovereenkomst, aangegaan bij de reis, ein-digt als de reis of de reizen, waarvoor zij is aangegaan,is of zijn afgelopen.2. Evenwel kan de schepeling, na verloop van ander-

Antwoord op de vraag aan de sociale partners: Ja, zieevenwel onze opmerkingen bij artikel 699, aanhef enten twaalfde.

Page 28: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 28 van 53

eindigen in een haven in het buitenland van waaruitAmsterdam of Rotterdam op de in lid 1 bedoelde wijzekan worden bereikt.{Vraag aan de sociale partners: Is onderscheid m.b.t.

haven (al dan niet met name genoemd) nog nodig?}

half jaar, de arbeidsovereenkomst door opzegging doeneindigen in iedere haven, welke het schip daarna aan-doet. Bij de opzegging moet hij den termijn in achtnemen, welke redelijkerwijze noodig is voor zijne ver-vanging in die haven.

Artikel 433

1. Indien is overeengekomen, dat de arbeidsovereen-komst zal eindigen bij terugkomst van het schip in eenemet name genoemde Nederlandsche haven, is de zee-werkgever bevoegd haar te doen eindigen in eene ha-ven, van waaruit de genoemde Nederlandsche haven,anders dan met een luchtvaartuig, binnen vier en twin-tig uur kan worden bereikt.2. Is de Nederlandsche haven, waarop het schip zalterugkomen, niet met name genoemd, dan is de zee-werkgever bevoegd de arbeidsovereenkomst te doeneindigen in eene haven in het buitenland van waaruitAmsterdam of Rotterdam op de in het eerste lid be-doelde wijze kan worden bereikt.3. Behalve de reiskosten heeft de zeewerkgever denschepeling voor de dagen na de beëindiging van de ar-beidsovereenkomst tot den dag, volgende op dien,waarop deze ter plaatse had kunnen aankomen, loon tebetalen op den voet van het in de arbeidsovereenkomstnaar tijdruimte in geld vastgestelde deel van het loon,alsmede de kosten van onderhoud en zoo noodig vannachtverblijf.

Artikel 722

1. Gedurende de tijd dat de zeevarende in dienst is aanboord van een zeeschip kan ieder der partijen de vooronbepaalde tijd aangegane zee-arbeidsovereenkomstdoor schriftelijke opzegging doen eindigen in iederehaven die wordt aangedaan met inachtneming van eentermijn van opzegging van ten minste zeven dagen. Determijn van opzegging mag voor de werkgever niet kor-ter worden gesteld dan voor de zeevarende.2. Lid 1 is mede van toepassing als de werkgever over-lijdt gedurende de tijd dat de zeevarende in dienst isaan boord van een zeeschip, en hetzij de erfgenamenvan de werkgever, hetzij de zeevarende gebruik willenmaken van de bevoegdheid in artikel 675.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 434

1. De arbeidsovereenkomst, aangegaan voor onbepaal-den tijd, kan ieder der partijen gedurende den tijd, datde schepeling in dienst is aan boord van een schip, dooropzegging, met inachtneming van den daarvoor gestel-den termijn, doen eindigen in iedere haven, waar hetschip laadt of lost. Tenzij een langere termijn van op-zegging is overeengekomen of uit de wet voortvloeit,bedraagt deze vier en twintig uren. De opzegging ge-schiedt schriftelijk.

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements5. Each Member shall adopt laws or regulations esta-blishing minimum notice periods to be given by theseafarers and shipowners for the early termination of aseafarers’ employment agreement. The duration ofthese minimum periods shall be determined after con-sultation with the shipowners’ and seafarers’ organiza-tions concerned, but shall not be shorter than sevendays.

Page 29: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 29 van 53

Artikel 723

Gedurende een reis van het zeeschip, waarop de zeeva-rende in dienst is, kan ieder der partijen de zee-arbeids-overeenkomst slechts op de voet van artikel 677, lid 1,opzeggen tegen het tijdstip, waarop het zeeschip zich ineen haven bevindt.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 435

Gedurende eene reis van het schip, waarop de schepe-ling in dienst is, kan een der partijen de arbeidsover-eenkomst overeenkomstig het bepaalde in artikel 677,eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek al-leen doen eindigen tegen het tijdstip, op hetwelk hetschip in eene haven bevindt.

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements6. A notice period shorter than the minimum may begiven in circumstances which are recognized under na-tional law or regulations or applicable collective bar-gaining agreements as justifying termination of the em-ployment agreement at shorter notice or without no-tice. In determining those circumstances, each Membershall ensure that the need of the seafarer to terminate,without penalty, the employment agreement on shorternotice or without notice for compassionate or otherurgent reasons is taken into account.

Artikel 724

Behalve in de gevallen, genoemd in artikel 678, lid 2,zullen voor de werkgever dringende redenen onderandere aanwezig geacht kunnen worden, wanneer:

a. de zeevarende een andere zeevarenden van hetzeeschip mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstigewijze bedreigt of hem verleidt of tracht te verleiden tothandelingen strijdig met de wet of de goede zeden;

b. de zeevarende zich niet op de aangegeven tijddoet monsteren of, na de monstering, aan boord vanhet zeeschip aanmeldt;

c. de zeevarende hetzij tijdelijk, hetzij voorgoed debevoegdheid wordt ontnomen op een zeeschip dienst tedoen in de functie waarin hij zich verbonden heeftdienst te doen;

d. de zeevarende smokkelwaren aan boord heeftgebracht of daar onder zijn berusting heeft of in gevalvan de kapitein, de smokkelwaren aan boord heeft ge-bracht of daar toegelaten.

Artikel 382

Behalve in de gevallen, bedoeld in artikel 678, lid 2,van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zullen voor dezeewerkgever dringende redenen onder andere aanwe-zig geacht kunnen worden:

1° wanneer de kapitein een opvarende van het doorhem gevoerde schip mishandelt, grovelijk beleedigt ofop ernstige wijze bedreigt of verleidt of tracht te verlei-den tot handelingen strijdig met de wetten of de goedezeden;

2° wanneer de kapitein weigert te voldoen aan eeneopdracht hem gegeven overeenkomstig het bepaalde inartikel 379;

3° wanneer den kapitein, hetzij tijdelijk, hetzij voorgoed, de bevoegdheid wordt ontnomen, als zoodanigop een schip dienst te doen;

4° wanneer de kapitein, buiten weten van de zee-werkgever, smokkelwaren aan boord heeft gebracht ofdaar toegelaten.

Artikel 436

Behalve in de gevallen, genoemd in artikel 678, lid 2,van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zullen voor dezeewerkgever dringende redenen onder andere aanwe-zig geacht kunnen worden:

1° wanneer de schepeling den kapitein of een opva-rende van het schip mishandelt, grovelijk beleedigt ofop ernstige wijze bedreigt of hem verleidt of tracht teverleiden tot handelingen strijdig met de wetten of degoede zeden;

2° wanneer, na den aanvang der arbeidsovereenk-omst, de schepeling zich niet op den door de zeewerk-

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements6. A notice period shorter than the minimum may begiven in circumstances which are recognized under na-tional law or regulations or applicable collective bar-gaining agreements as justifying termination of the em-ployment agreement at shorter notice or without no-tice. In determining those circumstances, each Membershall ensure that the need of the seafarer to terminate,without penalty, the employment agreement on shorternotice or without notice for compassionate or otherurgent reasons is taken into account.

Page 30: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 30 van 53

gever aangegeven tijd doet monsteren of, na de monste-ring, aan boord van het schip aanmeldt;

3° wanneer den schepeling hetzij tijdelijk, hetzijvoor goed de bevoegdheid wordt ontnomen, op eenschip dienst te doen in de hoedanigheid, waarin hij zichheeft verbonden dienst te doen;

4° wanneer de schepeling, buiten weten van de zee-werkgever of den kapitein, smokkelwaren aan boordheeft gebracht of daar onder zijne berusting heeft.

Artikel 725

Behalve in gevallen, genoemd in artikel 679, lid 2, zul-len voor de zeevarende dringende redenen aanweziggeacht kunnen worden, wanneer:

a. de werkgever [of de scheepsexploitant] hem or-

ders geeft, die in strijd zijn met de zee-arbeidsovereen-komst of met wettelijke verplichtingen van de zeevaren-de;

b. de [werkgever] [scheepsexploitant] het zeeschip

bestemd naar een haven van een land dat in een gewa-pend conflict is gewikkeld of naar een haven die is ge-blokkeerd, tenzij de zee-arbeidsovereenkomst dit uit-drukkelijk voorziet en is gesloten na het uitbreken vanhet conflict of na het afkondigen van de blokkade;

c. de werkgever [of de scheepsexploitant] orders

geeft te vertrekken naar een vijandelijke haven;d. de [werkgever] [scheepsexploitant] het zeeschip

gebruikt of laat gebruiken in een gewapend conflict;e. wanneer de [werkgever] [scheepsexploitant] het

zeeschip gebruikt of laat gebruiken voor het plegen van[bij of krachtens de wet strafbaar gestelde feiten die als

misdrijf zijn aangemerkt] [een misdrijf];

f. voor hem aan boord gevaar voor mishandelingdoor een andere zeevarende dreigt;

g. de accommodatie, de voeding of het drinkwateraan boord niet voldoet aan het bepaalde krachtens deartikelen [PM] van de Wet zeevarenden [en zeevissers],

zodanig dat dit schadelijk is voor de gezondheid van dezeevarenden;

h. het zeeschip het recht verliest de vlag van hetKoninkrijk te voeren;

i. de zee-arbeidsovereenkomst is aangegaan vooreen of meer bepaalde reizen en de [werkgever]

[scheepsexploitant] het zeeschip andere reizen laat ma-

ken.

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 437

Behalve in de gevallen, genoemd in artikel 379, lid 2,van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zullen voorden schepeling dringende redenen onder andere aanwe-zig geacht kunnen worden:

1° wanneer de zeewerkgever hem orders geeft, wel-ke in strijd zijn met de arbeidsovereenkomst of metverplichtingen, welke de wet den schepeling oplegt;

2° wanneer de zeewerkgever het schip bestemt naareene haven van een land, dat in een zee-oorlog is ge-wikkeld, of naar eene haven welke is geblokkeerd, ten-zij de arbeidsovereenkomst dit uitdrukkelijk voorziet enis gesloten ná het uitbreken van den oorlog of ná hetafkondigen van de blokkade;

3° wanneer in het geval van artikel 367 de zeewerk-gevers orders geeft te vertrekken naar eene vijandelijkehaven;

4° wanneer de zeewerkgever het schip gebruikt oflaat gebruiken voor slavenhandel, zeeroof, strafbarekaapvaart of het vervoer van goederen waarvan de in-voer verboden is in het land van bestemming;

5° wanneer de zeewerkgever het schip bestemt voorvervoer van contrabande, tenzij de arbeidsovereen-komst dit uitdrukkelijk voorziet en is gesloten ná hetuitbreken van den oorlog;

6° wanneer voor hem aan boord gevaar voor mis-handeling van de zijde van den kapitein of van een op-varende dreigt;

7° wanneer het logies aan boord in een toestandverkeert, welke schadelijk is voor de gezondheid van de

Standard A2.1

Seafarers’ employment agreements6. A notice period shorter than the minimum may begiven in circumstances which are recognized under na-tional law or regulations or applicable collective bar-gaining agreements as justifying termination of the em-ployment agreement at shorter notice or without no-tice. In determining those circumstances, each Membershall ensure that the need of the seafarer to terminate,without penalty, the employment agreement on shorternotice or without notice for compassionate or otherurgent reasons is taken into account.

Zie onze tekstvoorstellen. Het is in de genoemde ge-vallen niet de werkgever die de dringende reden geeft(of zelfs maar kan geven), doch de scheepsexploitant.

Page 31: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 31 van 53

bemanning;8° wanneer hem de voeding, waarop hij recht heeft,

niet of niet in deugdelijken toestand wordt verstrekt, ofwanneer de zeewerkgever handelt in strijd met het be-paalde bij het tweede lid van artikel 407;

9° wanneer het schip het recht verliest de Neder-landsche vlag te voeren;10° wanneer de arbeidsovereenkomst is aangegaan

voor een of meer bepaalde reizen en de zeewerkgeverhet schip andere reizen laat maken.

Artikel 726

Het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereen-komst, bedoeld in artikel 685, kan mede worden ge-daan aan de kantonrechter van de rechtbank Rotter-dam.

Artikel 383

1. Ieder der partijen is te allen tijde, ook vóórdat dearbeidsovereenkomst is aangevangen, bevoegd zichwegens gewichtige redenen te wenden tot de kanton-rechter van de rechtbank van het arrondissement waar-in de plaats van haar werkelijk verblijf gelegen is, of hetschip zich bevindt, of in het Koninkrijk buiten Europatot het bevoegde gezag, of buiten het Koninkrijk totden het eerst te bereiken Nederlandschen diplomatie-ken of bezoldigden consulairen ambtenaar, met hetverzoek de arbeidsovereenkomst ontbonden te verkla-ren. Artikel 450d, eerste lid, vindt overeenkomstigetoepassing.2. Als gewichtige redenen worden, behalve die ge-noemd in artikel 685, lid 2, van Boek 7 van het Burger-lijk Wetboek, ook beschouwd omstandigheden, na denaanvang van den dienst aan boord aan den verzoekengebleken of nadien opgekomen, waardoor de voortzet-ting van de reis, waarop het schip zich bevindt, denkapitein of de opvarenden aan onvoorzien, groot le-vensgevaar zou blootstellen.3. Indien het betreft eene arbeidsovereenkomst tus-schen zeewerkgever en kapitein ter zeevisscherij, kanieder der partijen zich alleen wenden tot den in heteerste lid bedoelde kantonrechter.

Artikel 439

1. Ieder der partijen is te allen tijde, ook vóórdat dearbeidsovereenkomst is aangevangen, bevoegd zichwegens gewichtige redenen te wenden tot de kanton-rechter van de rechtbank van het arrondissement waar-in de plaats van haar werkelijk verblijf gelegen is, of hetschip zich bevindt, of in het Koninkrijk buiten Europatot het bevoegde gezag of buiten het Koninkrijk tot denhet eerst te bereiken Nederlandschen diplomatieken ofbezoldigden consulairen ambtenaar, met het verzoek dearbeidsovereenkomst ontbonden te verklaren.2. Als gewichtige redenen worden, behalve die ge-

Eerder, in onze bijdrage Deel-ontwerp nieuw zee-ar-beidsrecht, hebben wij aangegeven dat artikel 439, lid3, WvK zou kunnen vervallen. Het tweede lid zou ech-ter gehandhaafd moeten blijven. Dat blijkt nu ook temoeten vervallen. Graag vernemen wij waarom.

Page 32: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 32 van 53

noemd in artikel 685, lid 2, van Boek 7 van het Burger-lijk Wetboek, ook beschouwd omstandigheden, na denaanvang van den dienst aan boord aan den verzoekergebleken of nadien opgekomen, waardoor de voortzet-ting van de reis, waarop het schip zich bevindt, hemaan onvoorzien, groot levensgevaar zou blootstellen.3. Indien het den schepeling mogelijk is eene hoogerebetrekking te verkrijgen, is hij steeds bevoegd het in heteerste lid bedoelde verzoek te doen, mits hij zorgt voorzijne vervanging zonder nieuwe kosten voor de zee-werkgever.

Artikel 727

1. Indien de zee-arbeidsovereenkomst is aangegaan bijde reis en ten gevolge van overmacht de reis niet aan-vangt of, nadat zij is aangevangen, wordt gestaakt, ein-digt de zee-arbeidsovereenkomst. De zeevarende heeftin het laatstbedoelde geval recht op schadevergoedinggelijk aan het naar tijdruimte in geld vastgestelde loon,totdat hij in [Nederland] [zijn woonland] kan zijn te-

ruggekomen of hij eerder werk heeft gevonden. Ingeval van geschil wordt het bedrag van de schadever-goeding vastgesteld door de kantonrechter van derechtbank van het arrondissement, waar de woonplaatsof de plaats van vestiging [in Nederland] van de [werk-

gever] [scheepsexploitant] is gelegen.

2. Lid 1 geldt eveneens als de zeevarende zich uitslui-tend verbonden heeft aan boord van een bepaald zee-schip dienst te doen en dit zeeschip vergaat, ook als de[zee-]arbeidsovereenkomst niet bij de reis is aangegaan.

{Vraag aan de sociale partners: Is er nog behoefte aan

deze regeling?}

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 440

1. Indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan bij dereis en tengevolge van een maatregel van hooger handof van andere overmacht de reis niet wordt aangevan-gen of, nadat zij is aangevangen, wordt gestaakt, neemtde arbeidsovereenkomst een einde. De schepeling heeftin het laatstbedoelde geval recht op het naar tijdruimtein geld vastgestelde loon, totdat hij in Nederland kanzijn teruggekomen of totdat hij eerder werk heeft ge-vonden. In geval van geschil wordt het bedrag van hetloon vastgesteld door de kantonrechter van de recht-bank van het arrondissement waarin de zetel van hetscheepsbedrijf is gelegen.

Eerste lid: Zie ons tekstvoorstel. Aangezien de werk-gever in lang niet alle gevallen in Nederland gevestigdhoeft te zijn is het wellicht noodzakelijk “werkgever” tevervangen door “scheepsexploitant”?

Antwoord op de vraag aan de sociale partners: Ja,de vraag is echter of de passage “totdat hij in Nederlandkan zijn teruggekomen” in het eerste lid consistent ismet de rest van de regeling, waar steeds gesprokenwordt over het woonland (“het land waarin hij zijnwoonplaats of gewone verblijfplaats heeft”)? Het ant-woord op deze vraag is gegeven in ons tekstvoorstel.

Artikel 728

1. Indien de zee-arbeidsovereenkomst is aangegaan bijde reis en de reis door toedoen van de [werkgever]

[scheepsexploitant] niet aanvangt of, nadat zij is aange-

vangen, wordt gestaakt, eindigt de zee-arbeidsovereen-komst. De zeevarende heeft in dat geval recht op scha-devergoeding gelijk aan het bedrag van het voor de reisvastgestelde loon.{Vraag aan de sociale partners: Is deze bepaling nog

wel van deze tijd?}

Artikel 390

1. De artikelen 399, 403, 408, 413, 415, 416, 426,428, 431-435, 437, 438, 440-442, 450a, 450aa en450c zijn van overeenkomstige toepassing op de ar-beidsovereenkomst van den kapitein.2. Wanneer het betreft de arbeidsovereenkomst vaneen kapitein ter zeevisserij, vinden bovendien de artike-len 452f, 452h en 452l overeenkomstige toepassing.

Artikel 442

Indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan bij de reisen de reis door toedoen van de zeewerkgever nietwordt aangevangen of, nadat zij is aangevangen, wordtgestaakt, neemt de arbeidsovereenkomst een einde. De

Zie ons tekstvoorstel. In veel gevallen zal de werkgevergeen enkele invloed hebben op het al dan niet aanvan-gen van de reis van het zeeschip; het is daarentegen descheepsexploitant die de regie heeft en de verantwoor-delijkheid draagt.

Antwoord op de vraag aan de sociale partners: Ja;voor de zeevisserij moet onder loon echter worden ver-staan “garantieloon”.

Page 33: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 33 van 53

schepeling heeft alsdan het recht op de schadeloosstel-ling, bedoeld in artikel 680 van Boek 7 van het Burger-lijk Wetboek in verband met artikel 438, eerste lid.

Artikel 729

[1.] De werkgever is verplicht [bij] [binnen een maand

na] het einde van de dienst aan boord de zeevarende

een schriftelijke afrekening ter hand te stellen. [Bij

collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of

namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan een

langere termijn worden overeengekomen.]

[2.] Indien geschil ontstaat over de afrekening, kan de

meest gerede partij zich wenden tot de kantonrechtervan de rechtbank van het arrondissement waar dewoonplaats of de plaats van vestiging van de werkgeveris gelegen of van de kantonrechter van de rechtbankRotterdam met het verzoek de afrekening te onderzoe-ken en vast te stellen.

Artikel 445

1. De zeewerkgever is verplicht bij het einde van dendienst aan boord aan den schepeling eene schriftelijkeafrekening ter hand te stellen. Indien geschil ontstaatover de afrekening, kan de meest gerede partij zichwenden tot de kantonrechter van de rechtbank van hetarrondissement waar het schip is aangekomen of waarde zetel van het scheepsbedrijf is gelegen, met het ver-zoek de afrekening te onderzoeken en vast te stellen.2. Eindigt de dienst buiten Nederland, dan kan iederder partijen, ter verkrijging van eene voorloopige be-slissing, zich wenden, in het Koninkrijk buiten Europa,tot het bevoegde gezag, en buiten het Koninkrijk, totden Nederlandschen diplomatieken of bezoldigdenconsulairen ambtenaar, die het eerst te bereiken is.

Zie onze tekstvoorstellen die zijn ingegeven door de(on-) mogelijkheden van de praktijk.

Artikel 730

Na het einde van de reis is de zeevarende, wiens zee-arbeidsovereenkomst is geëindigd, gedurende driewerkdagen gehouden op verzoek van de kapitein meete werken aan het opmaken van een scheepsverklaringals bedoeld in artikel 353 van het Wetboek van Koop-handel. De werkgever is verplicht [gedurende deze

dagen] [de zeevarende voor de tijd die voor hem feite-

lijk met het opmaken van de scheepsverklaring ge-

moeid is] een schadevergoeding te betalen gelijk aan

het in de zee-arbeidsovereenkomst naar tijdruimte ingeld vastgestelde deel van [dat] [het] loon, alsmede de

kosten van onderhoud en zo nodig van [vervoer en]

overnachting.

Artikel 446

Na het eindigen der reis is de schepeling, wiens arbeids-overeenkomst is afgelopen, niettemin gedurende driewerkdagen gehouden op verlangen van den kapiteinmede te werken tot het opmaken van eene scheepsver-klaring.

Zie onze tekstvoorstellen.

Artikel 731

De kapitein die zijn zee-arbeidsovereenkomst opzegtterwijl het door hem gevoerde zeeschip zich op reisbevindt, is verplicht maatregelen te nemen, die in ver-band daarmee nodig zijn voor de veiligheid van hetzeeschip, de opvarenden en de zaken aan boord, opstraffe van schadevergoeding.

Artikel 385

De kapitein die de arbeidsovereenkomst doet eindigen,terwijl het door hem gevoerde schip zich op reis be-vindt, is verplicht maatregelen te nemen, welke in ver-band daarmede noodig zijn voor de veiligheid van hetschip, de opvarenden en de zaken aan boord, op straffevan schadevergoeding.

De zieke zeevarende ZIE VOOR DE GEHELE REGELING DE DOOR

ONS VOORGESTELDE, DOORLOPENDE TEKST

OP DE PAGINA’S 50 EN VOLGENDE.

Artikel 733

1. De zeevarende [die ziek wordt,] heeft [tot zijn her-

stel] [jegens zijn werkgever] recht op behoorlijke ver-

Artikel 415

5. De schepeling, die ziek wordt, heeft tot zijn herstelrecht op behoorlijke verpleging en geneeskundige be-

Standard A4.1

Medical care on board ship and ashore1. Each Member shall ensure that measures providing

Zie onze tekstvoorstellen.Blijkens Standard A4.1 is de toegang tot geneeskun-

dige zorg niet beperkt tot zeevarenden die ziek zijn (ge-

Page 34: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 34 van 53

pleging en geneeskundige behandeling [indien hij in

verband met zijn zee-arbeidsovereenkomst buiten het

land verkeert waar hij zijn woonplaats of gewone ver-

blijfplaats heeft].

2. [Dit recht komt evenwel niet toe aan:

a. de zeevarende die verzekeringsplichtige is op

grond van de Zorgverzekeringswet zolang hij verblijft

in Nederland; en

b. de zeevarende die verblijft in het land waar hij

zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.

3.] Het recht eindigt, indien de zeevarende is terug-

gekeerd of heeft kunnen terugkeren naar het land waarhij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.[4.] [3.] Op de aanspraken, welke de zeevarende heeft

ingevolge dit artikel, komen de aanspraken ingevolgede Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in minde-ring.

handeling. Dit recht komt evenwel niet toe aan deschepeling, die verzekeringsplichtige is op grond van deZorgverzekeringswet, zolang hij verblijft in Nederlanden evenmin aan de schepeling, die verblijft in het landwaar hij thuisbehoort. Het recht eindigt, indien deschepeling is teruggekeerd of heeft kunnen terugkerennaar het land waar hij thuisbehoort. Op de aanspraken,welke de schepeling heeft ingevolge het bepaalde in ditlid, komen de aanspraken ingevolge de Algemene WetBijzondere Ziektekosten in mindering.

for health protection and medical care, including essen-tial dental care, for seafarers working on board a shipthat flies its flag are adopted which:

(a) [...](b) ensure that seafarers are given health protec-

tion and medical care as comparable as possible to thatwhich is generally available to workers ashore, includ-ing prompt access to the necessary medicines, medicalequipment and facilities for diagnosis and treatmentand to medical information and expertise;

(c) give seafarers the right to visit a qualified med-ical doctor or dentist without delay in ports of call,where practicable;

(d) ensure that, to the extent consistent with theMember’s national law and practice, medical care andhealth protection services while a seafarer is on boardship or landed in a foreign port are provided free ofcharge to seafarers;

worden); ook preventieve zorg moet voor hen—zoveelals de bijzondere omstandigheden toelaten—toe-gankelijk zijn. Door de voorgestelde uitbreiding vanhet eerste lid, kan het tweede lid vervallen.

Gelet op het voorkomen in de tijd—preventievezorg komt waarschijnlijk voor ziekte—stellen wij voorde artikelen 732 en 733 van plaats te laten wisselen(artikel 732 wordt dan 733 en artikel 733 wordt 732).

Noot:

Overigens is het de vraag of dit recht moet bestaanjegens de werkgever of jegens de scheepsexploitant. Inhet laatste geval is het wellicht beter dit artikel over tehevelen naar de Wet zeevarenden en zeevissers. Mijnvoorkeur gaat er op praktische gronden naar uit hetrecht jegens de scheepsexploitant te laten bestaan(Ment).

Artikel 732

[1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de

zeevarende, die op het tijdstip, waarop hij ziek wordt,

hetzij verzekerd is ingevolge de Ziektewet, hetzij valt

onder enige daarmee overeenkomende, wettelijke rege-

ling van een lidstaat van de Europese Unie.

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ziek-

te mede verstaan, zwangerschap en bevalling.

3.] De zeevarende, die ziek wordt[, behoudt het

recht op loon zolang hij aan boord is.] [heeft recht op

doorbetaling van loon zoals geregeld in artikel 629.

4. Indien recht op doorbetaling van loon bij ziekte

bestaat, wordt dit recht in afwijking van het percentage

genoemd in artikel 629, lid 1, gesteld op het volle loon

zolang de zeevarende ziek aan boord is.

5. Indien recht op doorbetaling van loon bij ziekte

bestaat en de zeevarende ter verpleging wordt achterge-

laten buiten het land waar hij zijn woonplaats of gewo-

ne verblijfplaats heeft, wordt het recht, in afwijking

van artikel 629, lid 1, van de dag van achterlating af

tot zestien weken na aanvang van de ziekte gesteld op

100% van het loon waarop het recht is gebaseerd. Dit

verhoogde recht eindigt in ieder geval zodra de zeeva-

rende passende arbeid kan verkrijgen en verrichten,

dan wel is teruggekeerd in of had kunnen terugkeren

naar het land waar hij zijn woonplaats of gewone ver-

blijfplaats heeft.

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels

worden gesteld ter voorkoming of beperking van sa-

Artikel 415

1. De schepeling die ziek wordt, blijft in het genot vanhet volle loon zolang hij aan boord is.2. [...]3. [...]4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelenworden gesteld ter voorkoming of beperking van sa-menloop van loon als bedoeld in het eerste lid met uit-kering ingevolge de Wet werk en inkomen naar ar-beidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschikt-heidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel met uit-kering ingevolge zowel de Wet werk en inkomen naararbeidsvermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoor-ziening zelfstandigen, de Wet op de arbeidsongeschikt-heidsverzekering als de Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten.

Standard A4.2

Shipowners’ liability3. Where the sickness or injury results in incapacity forwork the shipowner shall be liable:

(a) to pay full wages as long as the sick or injuredseafarers remain on board or until the seafarers havebeen repatriated in accordance with this Convention;4. National laws or regulations may limit the liabilityof the shipowner to pay wages in whole or in part inrespect of seafarers no longer on board to a periodwhich shall not be less than 16 weeks from the day ofthe injury or the commencement of the sickness.

Zie ons tekstvoorstel en onze brief aan de Minister vanSZW d.d. 3 december 2003, ons kenmerk 2003.202.001/PM/MZ.

Vierde, vijfde en zesde lid: Het zesde lid hebben wijtoegevoegd omdat artikel 415, lid 4, WvK betrekkingheeft op het eerste lid van dat artikel, dat in dit (ons)voorstel is opgenomen in het tweede lid, maar mogelijkis deze bepaling niet nodig vanwege artikel 629, lid 5.

Page 35: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 35 van 53

menloop van het in de leden 4 en 5 bedoelde loon met

een uitkering ingevolge de Wet Werk en inkomen naar

arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschikt-

heidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel met een

uitkering ingevolge zowel de Wet arbeidsongeschikt-

he idsvoorzien ing zel fstandigen, de Wet op de

arbeidsongeschiktheidsverzekering als de Wet arbeids-

ongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de

Werk[e]loosheidswet.]

Artikel 734

1. Na zijn herstel heeft de zeevarende, ongeacht hetvoortduren van de zee-arbeidsovereenkomst, recht opeen uitkering, gelijk aan het naar tijdruimte in geldvastgestelde loon, dat hij genoot toen hij ziek werd,indien hij ter verpleging is achtergelaten buiten het landwaar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeften elders dan ter plaatse waar hij zich bevond toen de[zee-]arbeidsovereenkomst met de werkgever [is]

[werd] aangegaan.

2. De zeevarende[, bedoeld in het eerste lid,] heeft

voorts recht op huisvesting en voeding en recht op vrijvervoer tot een haven in het land waar hij zijn woon-plaats of gewone verblijfplaats heeft of tot de plaatswaar hij zich bevond toen de [rechtsverhouding] [zee-

arbeidsovereenkomst] met de werkgever [aanving]

[werd aangegaan], zulks ter keuze van de [zeevarende]

[werkgever].

3. Onder vrij vervoer zijn begrepen de kosten van on-derhoud en overnachting gedurende de reis.4. De in de leden 1 en 2 bedoelde rechten eindigenzodra de zeevarende passende arbeid kan verkrijgen enverrichten, dan wel is teruggekeerd in of had kunnenterugkeren naar [een haven in] het land waar hij zijnwoonplaats of gewone verblijfplaats heeft of de plaatswaar hij zich bevond toen de [zee-]arbeidsovereen-

komst met de werkgever [is] [werd] aangegaan.

5. Indien de ziekte een gevolg is van opzet van de zee-varende, wordt de in lid 1 bedoelde uitkering verbeurdof verminderd, ter beoordeling van de kantonrechtervan de rechtbank van het arrondissement waarin dewoonplaats of de plaats van vestiging van de [werkge-

ver] [scheepsexploitant] is gelegen.

[6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen re-

gels worden gesteld ter voorkoming of beperking van

samenloop van de in lid 1 bedoelde uitkering met een

uitkering ingevolge de Wet Werk en inkomen naar ar-

beidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheids-

Artikel 415

2. Na zijn herstel heeft de zeevarende, ongeacht hetvoortduren van de arbeidsovereenkomst, recht op eenuitkering, gelijk aan het naar tijdruimte in geld vastge-stelde loon, dat hij genoot toen hij ziek werd, indien hijter verpleging is achtergelaten buiten het land waar hijthuisbehoort en elders dan ter plaatse waar hij zich be-vond toen zijn rechtsverhouding met de zeewerkgeveraanving. Hij heeft voorts aanspraak op huisvesting envoeding en recht op vrij vervoer tot een haven in hetland waar hij thuisbehoort of tot de plaats waar hij zichbevond toen zijn rechtsverhouding met de zeewerkge-ver aanving, zulks ter keuze van de zeewerkgever. On-der vrij vervoer zijn begrepen de kosten van onderhouden nachtverblijf gedurende de reis. De geldelijke uitke-ring na zijn herstel en het recht op huisvesting en voe-ding, waarop hij ingevolge dit lid aanspraak kan maken,nemen in ieder geval een einde zodra hij passende ar-beid kan verkrijgen en verrichten dan wel is terugge-keerd in of had kunnen terugkeren naar een haven inhet land waar hij thuisbehoort of de plaats waar hij zichbevond toen zijn rechtsverhouding met de zeewerkge-ver aanving.3. Indien de ziekte een gevolg is van opzet, wordt degeldelijke uitkering verbeurd of verminderd, ter beoor-deling van de kantonrechter van de rechtbank van hetarrondissement waarin de zetel van het scheepsbedrijf isgevestigd.

Niets in de MLC? Zie onze tekstvoorstellen.Tweede lid: Zie ons tekstvoorstel en ons commen-

taar bij artikel 717, eerste lid.Zesde lid: Dit lid dient te worden verplaatst naar

artikel 732 omdat artikel 415, lid 4, WvK betrekkingheeft op het eerste lid van dat artikel, dat door artikel732 wordt vervangen. Zie voorts onze opmerkingen bijdat laatste artikel.

Page 36: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 36 van 53

voorziening jonggehandicapten, dan wel met een uitke-

ring ingevolge zowel de Wet arbeidsongeschiktheids-

voorziening zelfstandigen, de Wet op de arbeidsonge-

schiktheidsverzekering als de Wet arbeidsongeschikt-

heidsvoorziening jonggehandicapten en de Werk-

[e]loosheidswet.]

Afdeling 12A

De zeevarende met een arbeidsovereenkomst naar bui-tenlands recht

Artikel 735

Op de arbeidsovereenkomst van een zeevarende diearbeid verricht aan boord van een zeeschip als bedoeldin artikel 695[, onderdeel b,] en wiens arbeidsovereen-

komst wordt beheerst door buitenlands recht, zijn deartikelen 616, 696, lid 2 en 3, 697, 699, lid 1, onder 1tot en met 3, 6 tot en met 10 en 12 tot en met 14, 707tot en met 710, 715 [tot en met] 717 [en] [,] 719 [en

732 tot en met 745] van toepassing.

Article II

Definitions and scope of application2. Except as expressly provided otherwise, this Con-vention applies to all seafarers.

United Nations Convention on the Law of the Sea

Article 94 - Duties of the flag State

1. Every State shall effectively exercise its jurisdiction and con-trol in administrative, technical and social matters over shipsflying its flag.2. In particular every State shall:

(a) [...]; and(b) assume jurisdiction under its internal law over each ship

flying its flag and its master, officers and crew in respect of ad-ministrative, technical and social matters concerning the ship.

Article V

Implementation and enforcement responsibilities1. Each Member shall implement and enforce laws andregulations or other measures that it has adopted tofulfill its commitments under this Convention with re-spect to ships and seafarers under its jurisdiction.2. Each Member shall effectively exercise its jurisdic-tion and control over ships that fly its flag by establish-ing a system for ensuring compliance with the require-ments of this Convention, including regular inspec-tions, reporting, monitoring and legal procedures underthe applicable laws.

Zie onze tekstvoorstellen.De artikelen 737 tot en met 745 dienen naar onze

mening te verhuizen naar Afdeling 12. Er kunnen na-melijk zeevarenden voorkomen met een (zee-) arbeids-overeenkomst naar Nederlands recht die niet verplichtverzekerd zijn ingevolge de Ziektewet of een daarmeeovereenkomende wettelijke regeling van een lidstaatvan de Europese Unie. Naar het huidige recht wordende uitkeringen en voorzieningen bepaald naar de artike-len 415a tot en met 415h WvK. Dat moet, overgezetnaar het BW, zo blijven. De artikelen 737 tot en met745 dienen derhalve niet alleen te gelden voor zeeva-renden met een arbeidsovereenkomst naar buitenlandsrecht.

Artikel 736

[In geval een zeevarende, bedoeld in artikel 735, ziek

wordt, zijn de artikelen 732 tot en met 734 van toepas-

sing] [1. De artikelen 737 tot en met 745 zijn uitslui-

tend van toepassing op de zee-arbeidsovereenkomst

van de zeevarende, die op het tijdstip, waarop hij ziek

wordt of hem een ongeval in verband met zijn zee-

arbeidsovereenkomst overkomt, niet verzekerd is inge-

volge de Ziektewet en op wie niet enige, daarmee

overeenkomende wettelijke regeling van een lidstaat

Ons tekstvoorstel voor artikel 735 maakt dit artikeloverbodig.

Voor de artikelen 737 tot en met 745 is evenwel eeninleidend artikel nodig.

Page 37: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 37 van 53

van de Europese Unie van toepassing is.

2. Artikel 629 is op de zee-arbeidsovereenkomst van

de zeevarende, bedoeld in het eerste lid, van toepassing

met uitzondering van de leden 1, 2, en 9 tot en met 13.

3. Voor de toepassing van de artikelen 737 tot en met

745 wordt onder ziekte mede verstaan, zwangerschap

en bevalling.].

Artikel 737

[1. De zeevarende die ziek wordt behoudt het recht

op zijn volle loon zolang hij ziek aan boord is.

2.] De zeevarende[, bedoeld in artikel 735,] heeft,

zolang hij niet is hersteld en ongeacht het voortdurenvan de [zee-]arbeidsovereenkomst, jegens de werkgever

gedurende ten hoogste 52 weken, aanspraak op 80%van het naar tijdruimte in geld vastgestelde loon, dat hijgenoot toen hij ziek werd, verhoogd met de bij algeme-ne maatregel van bestuur vast te stellen geldswaardevan andere loonbestanddelen.[2.] [3.] De in lid [1] [2] bedoelde termijn van 52 we-

ken gaat in:a. als de zeevarende ziek wordt, terwijl hij niet aan

boord van een zeeschip in dienst is, op de dag, waarophij ziek wordt;

b. als hij ziek wordt, terwijl hij aan boord van eenzeeschip in dienst is, op de dag, waarop hij aan wal terverpleging wordt achtergelaten of waarop hij, nog niethersteld, met het zeeschip terugkomt. Wordt hij terverpleging achtergelaten buiten het land waar hij zijnwoonplaats of gewone verblijfplaats heeft, dan wordtde uitkering van 80% gedurende de eerste 12 wekenverhoogd tot 100%.[3.] [4.] De uitkering, waarop de zeevarende recht

heeft ingevolge het bepaalde in de laatste zin van hetvorige lid, eindigt in ieder geval zodra hij passende ar-beid kan verkrijgen en verrichten, dan wel is terugge-keerd in of had kunnen terugkeren naar [een haven in]

het land waar hij zijn woonplaats of gewone verblijf-plaats heeft. {Vraag aan sociale partners: Moet “een

haven in” gehandhaafd worden?}

[4.] [5.] Indien de ziekte een gevolg is van opzet van de

zeevarende, wordt de loonaanspraak verbeurd of ver-minderd ter beoordeling van de kantonrechter van derechtbank van het arrondissement waarin [het scheeps-

bedrijf] [de scheepsexploitant in Nederland woont of]

is gevestigd.

Artikel 415a

1. De schepeling, die op het tijdstip, waarop hij ziekwordt, niet verzekerd is ingevolge de Ziektewet en opwie niet enige daarmee overeenkomende wettelijkeregeling van een lidstaat van de Europese Unie van toe-passing is, heeft, zolang hij niet hersteld is, gedurendeten hoogste 52 weken, ongeacht het voortduren van dearbeidsovereenkomst, recht op 80% van het naar tijd-ruimte in geld vastgestelde loon, dat hij genoot toen hijziek werd, verhoogd met de bij algemene maatregel vanbestuur vast te stellen geldswaarde van andere loonbe-standdelen. Deze termijn van 52 weken gaat in:

1° als de schepeling ziek wordt, terwijl hij niet aanboord van een schip in dienst is, op de dag, waarop hijziek wordt;

2° als hij ziek wordt, terwijl hij aan boord van eenschip in dienst is, op de dag, waarop hij aan de wal terverpleging wordt achtergelaten of waarop hij, nog niethersteld, met het schip terugkomt. Wordt hij ter ver-pleging achtergelaten buiten het land waar hij thuisbe-hoort, dan wordt de uitkering van 80% gedurende deeerste twaalf weken verhoogd tot 100%.2. De geldelijke uitkering, waarop de schepeling rechtheeft ingevolge het bepaalde in de laatste volzin van hetvorige lid neemt in ieder geval een einde zodra hij pas-sende arbeid kan verkrijgen en verrichten dan wel isteruggekeerd of had kunnen terugkeren naar een havenin het land waar hij thuisbehoort.3. Artikel 415, derde lid, is van toepassing.

Standard A4.2

Shipowners’ liability1. [...]2. [...]3. Where the sickness or injury results in incapacity forwork the shipowner shall be liable:

(a) [...]; and(b) to pay wages in whole or in part as prescribed

by national laws or regulations or as provided for incollective agreements from the time when the seafarersare repatriated or landed until their recovery or, if ear-lier, until they are entitled to cash benefits under thelegislation of the Member concerned.4. National laws or regulations may limit the liabilityof the shipowner to pay wages in whole or in port inrespect of a seafarer no longer on board to a periodwhich shall not be less than 16 weeks from the day ofthe injury or the commencement of the sickness.

Zie onze tekstvoorstellen.Antwoord op de vraag aan de sociale partners: De

passage kan vervallen.

Artikel 738

1. De zeevarende[, bedoeld in artikel 735,] die een

Artikel 415b

1. De schepeling, die op het tijdstip, waarop hem een

Page 38: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 38 van 53

ongeval krijgt in verband met zijn [zee-]arbeidsovereen-

komst, heeft, ongeacht het voortduren van de [zee-]

arbeidsovereenkomst, jegens de werkgever recht opvergoedingen overeenkomstig de artikelen 739 [tot en

met] 744. Indien de zeevarende tengevolge van het

ongeval overlijdt, gaat dit recht over op zijn nagelatenbetrekkingen.2. Voor de toepassing van het vorige lid en de artikelen739 [tot en met] 743 worden met een ongeval gelijkge-

steld de ziekten, die voorkomen op een bij algemenemaatregel van bestuur vast te stellen lijst van ziekten,indien de zeevarende die ziekte heeft gekregen in ver-band met de [zee-]arbeidsovereenkomst. De ziekte

wordt, tenzij het tegendeel blijkt, geacht verband tehouden met de [zee-]arbeidsovereenkomst, indien zij

zich gedurende de [zee-]arbeidsovereenkomst of binnen

een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellentermijn na het beëindigen van de [zee-]arbeidsover-

eenkomst openbaart.3. De in het vorige lid bedoelde gelijkstelling is nietvan toepassing indien de zeevarende zonder deugdelijkegrond ter zake van de in dat lid bedoelde ziekte gewei-gerd heeft een profylactische behandeling te ondergaan,dan wel heeft nagelaten zich aan een zodanige behande-ling te onderwerpen, ofschoon hem daartoe kosteloosgelegenheid werd geboden.

ongeval in verband met zijn arbeidsovereenkomst over-komt, niet is verzekerd ingevolge de Ziektewet en opwie niet enige daarmee overeenkomende wettelijkeregeling van een lidstaat van de Europese Unie van toe-passing is, heeft, ongeacht het voortduren van de ar-beidsovereenkomst, of zijn nagelaten betrekkingen heb-ben, indien hij ten gevolge van een zodanig ongevaloverlijdt, recht op uitkeringen en voorzieningen over-eenkomstig het bepaalde in de artikelen 415c-415h.2. Voor de toepassing van het bepaalde in het vorigelid en in de artikelen 415c-415g worden met een onge-val, in verband met de arbeidsovereenkomst overko-men, gelijkgesteld de ziekten, voorkomende op een bijalgemene maatregel van bestuur vast te stellen lijst vanziekten, indien de schepeling die ziekte heeft gekregenin verband met de arbeidsovereenkomst. De ziektewordt, tenzij het tegendeel blijkt, geacht verband tehouden met de arbeidsovereenkomst, indien zij zichgedurende de dienstbetrekking of binnen een bij alge-mene maatregel van bestuur vast te stellen termijn nabeëindigen van de arbeidsovereenkomst openbaart.3. De in het vorige lid bedoelde gelijkstelling is nietvan toepassing indien de schepeling zonder deugdelijkegrond ter zake van de in dat lid bedoelde ziekte gewei-gerd heeft een profylactische behandeling te ondergaandan wel heeft nagelaten zich aan een zodanige behande-ling te onderwerpen, ofschoon hem daartoe kosteloosgelegenheid werd geboden.

Artikel 739

1. De zeevarende, bedoeld in artikel 738, heeft na af-loop van de in artikel 737 bedoelde termijn van 52 we-ken, in geval van tijdelijke gehele ongeschiktheid totwerken, recht op een uitkering van 70% van zijn loonen, in geval van tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheidtot werken, op een uitkering ter hoogte van een in ver-houding tot de verloren geschiktheid tot werken staanddeel van 70% van zijn loon.2. De in het vorige lid bedoelde uitkering eindigt metingang van de dag, waarop blijvende gehele of gedeelte-lijke ongeschiktheid tot werken intreedt, dan wel, in-dien de tijdelijke gehele of gedeeltelijke ongeschiktheidtot werken voortduurt, uiterlijk met ingang van de dag,gelegen drie jaren na afloop van de in artikel 737 be-doelde termijn van 52 weken.3. De zeevarende, bedoeld in artikel 738, die op dedag, gelegen na afloop van de in artikel 737 bedoeldetermijn van 52 weken, blijvend geheel of gedeeltelijkongeschikt tot werken of binnen drie jaren na die dag,

Artikel 415c

1. De schepeling, bedoeld in artikel 415b, heeft naafloop van de termijn van 52 weken, bedoeld in artikel415a, eerste lid, in geval van tijdelijke gehele onge-schiktheid tot werken, recht op een uitkering van 70%van zijn loon en, in geval van tijdelijke gedeeltelijkeongeschiktheid tot werken, op een uitkering ter hoogtevan een in verhouding tot de verloren geschiktheid totwerken staand deel van 70% van zijn loon.2. De in het vorige lid bedoelde uitkering eindigt metingang van de dag, waarop blijvende gehele of gedeelte-lijke ongeschiktheid tot werken intreedt, dan wel, in-dien de tijdelijke gehele of gedeeltelijke ongeschiktheidtot werken voortduurt, uiterlijk met ingang van de dag,gelegen drie jaren na afloop van de termijn van 52 we-ken, bedoeld in artikel 415a, eerste lid.3. De schepeling, bedoeld in artikel 415b, die op dedag, gelegen na afloop van de termijn van 52 weken,bedoeld in artikel 415a, eerste lid, blijvend geheel ofgedeeltelijk ongeschikt is tot werken of binnen drie

Standard A4.2

Shipowners’ liability1. [...]2. [...]3. Where the sickness or injury results in incapacity forwork the shipowner shall be liable:

(a) [...]; and(b) to pay wages in whole or in part as prescribed

by national laws or regulations or as provided for incollective agreements from the time when the seafarersare repatriated or landed until their recovery or, if ear-lier, until they are entitled to cash benefits under thelegislation of the Member concerned.4. National laws or regulations may limit the liabilityof the shipowner to pay wages in whole or in port inrespect of a seafarer no longer on board to a periodwhich shall not be less than 16 weeks from the day ofthe injury or the commencement of the sickness.

Derde lid: Zie ons tekstvoorstel.

Page 39: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 39 van 53

nog tijdelijk geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot wer-ken, heeft recht op een uitkering ineens van driemaalde uitkering over een jaar, berekend naar de uitkering,waarop hij laatstelijk aanspraak had vóór de dag, waar-op dat recht ontstaat. Met ingang van de dag, waaroprecht ontstaat op een uitkering ineens als bedoeld in devorige zin, kunnen ter zake van het betreffende ongevaloverigens geen rechten meer worden ontleend aan deartikelen 738 [tot en met] 744.

4. Voor de toepassing van de vorige leden wordt eenzeevarende geheel of gedeeltelijk ongeschikt geacht totwerken, indien hij ten gevolge van een ongeval als be-doeld in artikel 738 geheel of gedeeltelijk ongeschikt isgeworden tot arbeid, die voor zijn krachten en be-kwaamheden is berekend en die met het oog op zijnopleiding en vroeger beroep hem in redelijkheid kanworden opgedragen.5. Indien de zeevarende, bedoeld in artikel 738, niet demedewerking verleent, die redelijkerwijs van hem ver-langd kan worden tot het herkrijgen van zijn gezond-heid of zijn arbeidsvermogen, voor zover deze door eenongeval als bedoeld in artikel 738 zijn geschaad, zal bijde schatting van de mate van ongeschiktheid tot wer-ken, bedoeld in de vorige leden, de toestand in aanmer-king genomen worden, die waarschijnlijk zou zijn ont-staan, indien die medewerking ten volle zou zijn ver-leend.

jaren na die dag blijvend geheel of gedeeltelijk onge-schikt wordt tot werken, dan wel op de dag, gelegendrie jaren na vorenbedoeld dag, nog tijdelijk geheel ofgedeeltelijk ongeschikt is tot werken, heeft recht op eenuitkering ineens van driemaal de uitkering over eenjaar, berekend naar de uitkering, waarop hij laatstelijkaanspraak had vóór de dag, waarop dat recht ontstaat.Met ingang van de dag, waarop recht ontstaat op eenuitkering ineens als bedoeld in de vorige volzin, kunnenter zake van het betreffende ongeval overigens geenrechten meer worden ontleend aan de artikelen 415b-415h.4. Voor de toepassing van het bepaalde in de vorigeleden wordt een schepeling geheel of gedeeltelijk onge-schikt geacht tot werken, indien hij ten gevolge van eenongeval als bedoeld in artikel 415b geheel of gedeelte-lijk ongeschikt is geworden tot arbeid, die voor zijnkrachten en bekwaamheden is berekend en die met hetoog op zijn opleiding en vroeger beroep hem in billijk-heid kan worden opgedragen.5. Indien de schepeling, bedoeld in artikel 415b, nietde medewerking verleent, die redelijkerwijs van hemverlangd kan worden tot het herkrijgen van zijngezondheid of zijn arbeidsvermogen, voor zover dezedoor een ongeval als bedoeld in dat artikel zijn ge-schaad, zal bij de schatting van de mate van ongeschikt-heid tot werken, bedoeld in de vorige leden, de toe-stand in aanmerking genomen kunnen worden, diewaarschijnlijk zou zijn ontstaan, indien die medewer-king ten volle zou zijn verleend.

Artikel 740

1. De zeevarende, bedoeld in artikel 738, heeft ter zakevan een ongeval als bedoeld in artikel 738 van de dagvan het ongeval af recht op geneeskundige behandelingof vergoeding daarvoor, indien hij verblijft in of heeftkunnen terugkeren naar het land, waar hij zijn woon-plaats of gewone verblijfplaats heeft, uiterlijk tot dedag, gelegen drie jaren na afloop van de in artikel 737bedoelde termijn van 52 weken en onverminderd delaatste volzin van artikel 739, lid 3. Onder geneeskun-dige behandeling is begrepen het verstrekken vankunstmiddelen, voor zover deze zijn geschiktheid totwerken kunnen bevorderen of tot verbetering van zijnlevensomstandigheden kunnen bijdragen, alsmede hetonderricht in het gebruik van die kunstmiddelen.2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelenworden gesteld met betrekking tot het bepaalde in ditartikel.

Artikel 415d

1. De schepeling, bedoeld in artikel 415b, heeft terzake van een ongeval als bedoeld in dat artikel van dedag van het ongeval af recht op geneeskundige behan-deling of vergoeding daarvoor, indien hij verblijft in ofheeft kunnen terugkeren naar het land, waar hij thuis-behoort, doch uiterlijk tot de dag, gelegen drie jaren naafloop van de termijn van 52 weken, bedoeld in artikel415a, eerste lid, en onverminderd het bepaalde in delaatste volzin van het derde lid van artikel 415c. Ondergeneeskundige behandeling is begrepen het verstrekkenvan kunstmiddelen, voor zover deze zijn geschiktheidtot werken kunnen bevorderen of tot verbetering vanzijn levensomstandigheden kunnen bijdragen, alsmedehet onderricht in het gebruik van die kunstmiddelen.2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelenworden gesteld met betrekking tot het bepaalde in ditartikel.

Standard A4.2

Shipowners’ liability1. Each Member shall adopt laws and regulations re-quiring that shipowners of ships that fly its flag are re-sponsible for health protection and medical care of allseafarers working on board the ships in accordancewith the following minimum standards:

(a) shipowners shall be liable to bear the costs forseafarers working on their ships in respect of sicknessand injury of the seafarers occurring between the dateof commencing duty and the date upon which they aredeemed duly repatriated, or arising from their employ-ment between those dates;

Page 40: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 40 van 53

Artikel 741

1. Onverminderd artikel 674 hebben de nagelaten be-trekkingen, bedoeld in artikel 738, lid 1, recht op eenuitkering ineens, welke bedraagt:

a. voor degene, met wie de overledene ten tijde vanhet ongeval gehuwd was of een geregistreerd partner-schap was aangegaan: driemaal de uitkering over eenjaar, berekend naar 30% van het loon van de overlede-ne;

b. voor elk kind of stiefkind beneden de leeftijd vanachttien jaar: driemaal de uitkering over een jaar, bere-kend naar 15% en, indien dit kind ouderloos is, bere-kend naar 20% van het loon van de overledene;

c. voor degene met wie de overledene ten tijde vanhet ongeval in gezinsverband samenleefde en in wienskosten van bestaan hij grotendeels voorzag, niet vallen-de onder a of b: driemaal de uitkering over een jaar,berekend naar 30% van het loon van de overledene,met dien verstande, dat, indien de betrokkene jonger isdan achttien jaar, niet meer wordt uitgekeerd dan hijals kind van de overledene zou hebben ontvangen.2. De in het vorige lid bedoelde uitkeringen zullen te-zamen niet meer bedragen dan driemaal de uitkeringover een jaar, berekend naar 60% van het loon van deoverledene. De personen, bedoeld in het vorige lid,onder c, hebben alleen recht op een uitkering, indiende personen, bedoeld onder a en b van dat lid, allenhun volle uitkering hebben ontvangen. Indien de per-sonen, bedoeld in het vorige lid, onder a en b, tezameneen uitkering zouden ontvangen van meer dan driemaalde uitkering over een jaar, berekend naar 60% van hetloon van de overledene, ondergaat elk van deze uitke-ringen een evenredige vermindering.3. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 738is het bepaalde bij of krachtens artikel 8 van de Algeme-ne nabestaandenwet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 415e

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 674 van Boek7 van het Burgerlijk Wetboek hebben de nagelaten be-trekkingen, bedoeld in artikel 415b, eerste lid, recht opeen uitkering ineens, welke bedraagt:

1° voor de vrouw, met wie de overledene ten tijdevan het ongeval gehuwd was of een geregistreerd part-nerschap was aangegaan: driemaal de uitkering overeen jaar, berekend naar 30% van het loon van de over-ledene;

2° voor de man, met wie de overledene ten tijde vanhet ongeval gehuwd was of een geregistreerd partner-schap was aangegaan, indien deze zijn kostwinner was:driemaal de uitkering over een jaar, berekend naar 30%van het loon van de overledene;

3° voor elk kind beneden de leeftijd van zestien jaardat tot de overleden vader of moeder in familierechte-lijke betrekking stond: driemaal de uitkering over eenjaar, berekend naar 15% en, indien dit kind ouderloosis, berekend naar 20% van het loon van de overledene;

4° voor elk stiefkind beneden de leeftijd van zestienjaar van de overledene: driemaal de uitkering over eenjaar, berekend naar 15% en, indien dit kind ouderloosis, berekend naar 20% van het loon van de overledene;

5° voor degene, voor wie de overledene ten tijdevan het ongeval kostwinner was, niet vallende onder 1°,2°, 3° of 4°: driemaal hetgeen hij in de regel over eenjaar tot diens levensonderhoud bijdroeg, doch nietmeer dan driemaal de uitkering over een jaar, berekendnaar 30% van het loon van de overledene, met dienverstande, dat, indien de betrokkene jonger is dan zes-tien jaar, niet meer wordt uitgekeerd dan hij als kinddat in familierechtelijke betrekking tot de overledenestond zou hebben ontvangen.2. De in het vorige lid bedoelde uitkering zullen teza-men niet meer bedragen dan driemaal de uitkering overeen jaar, berekend naar 60% van het loon van de over-ledene. De personen, bedoeld in het vorige lid, onder5°, hebben alleen recht op een uitkering, indien de per-sonen, bedoeld onder 1°, 2°, 3° en 4°, van dat lid allenhun volle uitkering hebben ontvangen. Indien de per-sonen, bedoeld in het vorige lid, onder 1°, 2°, 3° en 4°,tezamen een uitkering zullen ontvangen van meer dandriemaal de uitkering over een jaar, berekend naar 60%van het loon van de overledene, ondergaat elk van dezeuitkeringen een evenredige vermindering.3. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel415b is het bepaalde krachtens artikel 8 van de Algeme-

Page 41: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 41 van 53

ne nabestaandenwet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 742

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelenworden gesteld ter voorkoming of beperking van sa-menloop van uitkeringen of voorzieningen, bedoeld inde artikelen 737 [tot en met] 740, met uitkeringen of

voorzieningen uit andere hoofde.

Artikel 415f

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelenworden gesteld ter voorkoming of beperking van sa-menloop van uitkeringen of voorzieningen, bedoeld inde artikelen 415a-415h, met uitkeringen of voorzie-ningen uit anderen hoofde.

Artikel 743

Onder loon van de zeevarende wordt voor de toepas-sing van de artikelen 739 en 740 verstaan, het naartijdruimte in geld vastgestelde loon, dat hij genoot tothet ongeval als bedoeld in artikel 738 plaatsvond, ver-hoogd met de bij algemene maatregel van bestuur vastte stellen geldswaarde van andere loonbestanddelen.Hetgeen het naar tijdruimte in geld vastgesteld loonmeer bedraagt dan een bij algemene maatregel van be-stuur te bepalen bedrag, wordt daarbij niet in aanmer-king genomen.

Artikel 415g

Onder loon van de schepeling wordt voor de toepassingvan de artikelen 415c en 415 verstaan het naar tijd-e

ruimte in geld vastgestelde loon, dat hij genoot toen hetongeval als bedoeld in artikel 415b plaatsvond, ver-hoogd met de bij algemene maatregel van bestuur vastte stellen geldswaarde van andere loonbestanddelen.Hetgeen het naar tijdruimte in geld vastgestelde loonmeer bedraagt dan een bij algemene maatregel van be-stuur te bepalen bedrag, wordt daarbij niet in aanmer-king genomen.

Artikel 744

1. Indien een daartoe door Ons erkende verenigingmet volledige rechtsbevoegdheid is opgericht, is dewerkgever ter waarborging van zijn tegenover de inartikel [735] [736] bedoelde zeevarenden en hun nage-

laten betrekkingen[,] uit de artikelen [739] [737, leden

2 tot en met 5, tot en met] [742] [743] voortvloeiende

verplichtingen van rechtswege aangesloten bij die vere-niging.2. In het geval bedoeld in het vorige lid, zijn de werk-gever en de vereniging hoofdelijk verbonden tegenoverdie zeevarenden en hun nagelaten betrekkingen.3. Op haar verzoek kan een vereniging worden erkendals vereniging, bedoeld in het eerste lid, indien zij vol-doet aan de volgende eisen:

a. dat zij is opgericht door een of meer naar Onsoordeel representatieve organisaties van werkgevers eneen of meer naar Ons oordeel representatieve organisa-ties van zeevarenden, al dan niet tezamen met een ofmeer werkgevers;

b. dat zij niet beoogt winst te maken;4. Voor de in het vorige lid bedoelde erkenning komtniet meer dan één vereniging in aanmerking.5. De statuten van de in het eerste lid bedoelde vereni-ging moeten zodanige bepalingen inhouden, dat:

a. het bestuur voor de helft wordt samengesteld uitvertegenwoordigers van de werkgevers en voor de helftuit vertegenwoordigers van de zeevarenden;

Artikel 415h

1. Indien een daartoe door Ons erkende verenigingmet volledige rechtsbevoegdheid is opgericht, is de zee-werkgever, die een of meer schepelingen in dienstheeft, die, niet zijn verzekerd ingevolge de Ziekteweten op zie niet enige daarmee overeenkomende wettelij-ke regeling van en lidstaat van de Europese Unie vantoepassing is, ter waarborging van zijn tegenover dieschepelingen en hun nagelaten betrekkingen uit de arti-kelen 415a-415g voortvloeiende verplichtingen vanrechtswege aangesloten bij die vereniging.2. In het geval, bedoeld in het vorige lid, zijn de zee-werkgever en de vereniging hoofdelijk verbonden te-genover die schepelingen en hun nagelaten betrekkin-gen.3. Op haar verzoek kan een vereniging worden erkendals vereniging, bedoeld in het eerste lid, indien zij vol-doet aan de volgende vereisten:

1° dat zij opgericht is door een of meer naar Onsoordeel representatieve organisaties van zeewerkgeversen een of meer naar Ons oordeel representatieve orga-nisaties van schepelingen, al dan niet tezamen met eenof meer zeewerkgevers;

2° dat zij niet beoogt winst te maken.4. Voor de in het vorige lid bedoelde erkenning komtniet meer dan één vereniging in aanmerking.5. De statuten van de in het eerste lid bedoelde vereni-ging moeten zodanige bepalingen inhouden, dat:

Standard A4.2

Shipowners’ liability1. Each Member shall adopt laws and regulations re-quiring that shipowners of ships that fly its flag are re-sponsible for health protection and medical care of allseafarers working on board the ships in accordancewith the following minimum standards:

(a) [...];(b) shipowners shall provide financial security to

assure compensation in the event of the death or long-term disability of seafarers due to an occupational in-jury, illness or hazard, as set out in national law, theseafarers’ employment agreement or collective agree-ment;

Aangezien lang niet alle werkgevers van zeevarenden inNederland gevestigd (zullen) zijn, dient overwogen teworden of “werkgever” in dit artikel vervangen zoumoeten worden door “scheepsexploitant”, dan wel eenartikellid toegevoegd moet worden waarin wordt vast-gelegd dat de scheepsexploitant jegens de verenigingaansprakelijk is voor nakoming van de verplichting dieuit dit artikel voortvloeit voor de werkgever.

Page 42: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 42 van 53

b. de gezamenlijke vertegenwoordigers van de werk-gevers ter vergadering evenveel stemmen uitbrengen alsde gezamenlijke vertegenwoordigers van de zeevaren-den;

c. de kosten van de uit de artikelen [373] [737 tot

en met] 742 voortvloeiende verplichtingen met betrek-

king tot de in het eerste lid bedoelde zeevarenden enhun nagelaten betrekkingen, alsmede de kosten verbon-den aan de vorming en instandhouding van een reserve,per jaar worden omgeslagen over de werkgevers naarrato van het loon, dat in dat jaar aan de zeevarende isuitbetaald, waarbij onder loon wordt verstaan, loon inde zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering socialeverzekeringen.[6. De scheepsexploitant is jegens de vereniging,

bedoeld in het eerste lid, hoofdelijk aansprakelijk voor

nakoming van de verplichtingen die voor de werkgever

uit dit artikel voortvloeien.]

1° het bestuur voor de helft wordt samengesteld uitvertegenwoordigers van de zeewerkgevers en voor dehelft uit vertegenwoordigers van de schepelingen;

2° de gezamenlijke vertegenwoordigers van de zee-werkgevers ter vergadering evenveel stemmen uitbren-gen als de gezamenlijke vertegenwoordigers van deschepelingen;

3° de kosten van de uit de artikelen 415a-415hvoortvloeiende verplichtingen met betrekking tot de inhet eerste lid bedoelde schepelingen en hun nagelatenbetrekkingen, alsmede de kosten verbonden aan devorming en instandhouding van een reserve, per jaarwordt omgeslagen over de zeewerkgevers naar rato vanhet loon, dat door hen in dat jaar aan die schepelingenis uitbetaald, waarbij onder loon wordt verstaan loon inde zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering socialeverzekeringen.

Artikel 745

1. Artikel 93, aanhef en onder c, van het Wetboek vanBurgerlijke Rechtsvordering is van toepassing op allevorderingen krachtens de artikelen 737 [tot en met]

743 door of tegen de in lid 1 van artikel [8] [744] be-

doelde zeevarenden of hun nagelaten betrekkingeningesteld tegen onderscheidenlijk door de in dat lidbedoelde vereniging.2. Elk beding strijdig met enige bepaling van dit of hetvorige artikel is nietig, behoudens dat partijen kunnenovereenkomen een vordering als bedoeld in het vorigelid aan arbitrage te onderwerpen.

Artikel 415i

1. Artikel 93, aanhef en onder c, van het Wetboek vanBurgerlijke Rechtsvordering is van toepassing op allevorderingen krachtens de artikelen 415a-415h door oftegen de in het eerste lid van artikel 415h bedoeldeschepelingen of hun nagelaten betrekkingen ingesteldtegen onderscheidenlijk door de in dat lid bedoeldevereniging.2. Elk beding strijdig met enige bepaling van dit of hetvorige artikel is nietig, behoudens dat partijen kunnenovereenkomen om een geschil omtrent een vorderingals bedoeld in het vorige lid aan de uitspraak vanscheidslieden te onderwerpen.

Zie onze tekstvoorstellen en het commentaar bij artikel696.

Afdeling 12B

De [zeevarende in de zeevisserij] [zeevisser]

Artikel 746

[1.] In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. zeevisserij, de bedrijfsmatige uitoefening van de[zee]visserij buitengaats;

[b. kustvisserij, de zeevisserij binnen een bij alge-

mene maatregel van bestuur bepaalde zone die grenst

aan de zeezijde van de Nederlandse kust;

c. zeevissersschip, een schip dat blijkens zijn con-

structie uitsluitend of in hoofdzaak voor de zeevisserij

is bestemd en dat op grond van Nederlandse rechtsre-

gels gerechtigd is de Nederlandse vlag te voeren;

d. scheepsexploitant, de reder, bedoeld in artikel 10

Artikel 452

1. Zeevisserij is de vaart ter bedrijfsmatige uitoefeningder visserij buitengaats.2. Schepeling ter zeevisserij is de persoon die eenschriftelijke arbeidsovereenkomst met de zeewerkgeverof een schriftelijke maatschapsovereenkomst heeft aan-gegaan in het kader van de zeevisserij, uitgezonderd dekapitein.

Work in Fishing Convention, 2007

Article 1

1. For the purpose of this Convention:(a) commercial fishing means all fishing opera-

tions, including fishing operations on rivers, lakes orcanals, with the exception of subsistence fishing andrecreational fishing;

(b) competent authority means the minister,government department or other authority havingpower to issue and enforce regulations, orders or otherinstructions having the force of law in respect of thesubject matter of the provision concerned;

Onderdeel d: De passage tussen accolades is waar-schijnlijk overbodig omdat die door de ketenaansprake-lijkheid van scheepsexploitant wordt ondervangen.

Page 43: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 43 van 53

van Boek 8, of een andere organisatie of persoon, zoals

de rompbevrachter in het geval van rompbevrachting,

die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het

zeevissersschip, waarop de zeevisser, bedoeld in on-

derdeel e, arbeid verricht, van de reder heeft overgeno-

men {en die door deze verantwoordelijkheid op zich te

nemen ermee akkoord is gegaan alle daarmee verbon-

den verplichtingen op zich te nemen die [de Work in

Fishing Convention, 2006] aan scheepsexploitanten

oplegt, ongeacht de vraag of een andere organisatie of

persoon bepaalde van deze verplichtingen en verant-

woordelijkheden namens de scheepsexploitant ver-

vult};

e.] [zeevarende in de zeevisserij] [zeevisser], [per-

soon die een schriftelijke arbeidsovereenkomst met de

werkgever heeft aangegaan in het kader van de zeevis-

serij] [de werknemer die arbeid verricht aan boord van

een zeevissersschip, echter met uitzondering van lood-

sen, marinepersoneel, andere personen in vaste dienst

van de overheid, aan de wal gestationeerde personen

die aan boord van zeevissersschepen arbeid verrichten

en visserijwaarnemers;

f. zee-arbeidsovereenkomst, de arbeidsovereen-

komst, waaronder mede begrepen de uitzendovereen-

komst, op grond waarvan de zeevisser arbeid verricht

aan boord van een zeevissersschip;

g. opvarende, een ieder die zich tijdens de vaart aan

boord van een zeevissersschip bevindt

h. woonland, het land waarin de zeevisser zijn

woon- of gewone verblijfplaats heeft.

2. Onze Minister van [Verkeer en Waterstaat] is be-

voegd, na de representatieve organisaties van werkge-

vers en werknemers in de zeevisserij te hebben ge-

hoord, bijzondere categorieën van zeevissers en zeevis-

sersschepen geheel of gedeeltelijk van de toepassing van

deze afdeling uit te zonderen.]

(c) consultation means consultation by the com-petent authority with the representative organizationsof employers and workers concerned, and in particularthe representative organizations of fishing vessel own-ers and fishers, where they exist;

(d) fishing vessel owner means the owner of thefishing vessel or any other organization or person, suchas the manager, agent or bareboat charterer, who hasassumed the responsibility for the operation of the ves-sel from the owner and who, on assuming such respon-sibility, has agreed to take over de duties and responsi-bilities imposed on fishing vessel owners in accordancewith the Convention, regardless of whether any otherorganization or person fulfils certain of the duties orresponsibilities on behalf of the fishing vessel owner;

(e) fisher means every person employed or en-gaged in any capacity or carrying out an occupation onboard any fishing vessel, including persons working onboard who are paid on the basis of a share of the catchbut excluding pilots, naval personnel, other persons inthe permanent service of a government, shore-basedpersons carrying out work aboard a fishing vessel andfisheries observers;

(f) fisher’s work agreement means a contract ofemployment, articles of agreement or other similar ar-rangements, or any other contract governing a fisher’sliving and working conditions an board a vessel;

(g) fishing vessel or vessel means any ship or boat,of any nature whatsoever, irrespective of the form ofownership, used or intended to be used for the purposeof commercial fishing;

[...].

Article 2

1. Except as otherwise provided herein, this Conven-tion applies to all fishers and all fishing vessels engagedin commercial fishing operations.2. In the event of doubt as to whether a vessel is en-gaged in commercial fishing, the question shall bedetermined by the competent authority after consul-tation.[...]

Article 3

1. Where the application of the Convention raisesspecial problems of a substantial nature in the light ofparticular conditions of service of the fishers or of thefishing vessels’ operations concerned, a Member may,

Page 44: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 44 van 53

after consultation, exclude from the requirements ofthis Convention, or from certain of its provisions:

(a) fishing vessels engaged in fishing operations inrivers, lakes or canals;

(b) limited categories of fishers or fishing vessels.2. In case of exclusions under the preceding paragraph,and where practicable, the competent authority shalltake measures, as appropriate, to extend progressivelythe requirements under this Convention to the catego-ries of fishers and fishing vessels concerned.

Artikel 747

[1. Op de zee-arbeidsovereenkomst zijn de afdelin-

gen 1 tot en met 9 en 11 tot en met 12A van deze titel

van toepassing voor zover daarvan in deze afdeling niet

is afgeweken, met dien verstande, dat in de bepalingen

van genoemde afdelingen voor zeevarende steeds gele-

zen wordt zeevisser en voor zeeschip steeds zeevissers-

schip en dat de overige, gedefinieerde begrippen daarin

steeds de betekenis hebben, die daaraan in artikel 746

is gegeven.

2. In afwijking van het eerste lid zijn op de zee-

arbeidsovereenkomst van een zeevisser, werkzaam in

de kustvisserij, uitsluitend de afdelingen 1 tot en met 9

en 11 van deze titel van toepassing.]

Artikel 452

3. De bepalingen van de tweede en de derde paragraafvan dezen titel vinden geen toepassing ten aanzien vande schepelingen ter kustvisscherij. De arbeidsovereen-komsten van deze schepelingen worden uitsluitend ge-regeld door de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 452a

Ten aanzien van de schepelingen ter zeevisserij die eenarbeidsovereenkomst met de zeewerkgever hebben ge-sloten vinden de bepalingen van dezen titel toepassing,voorzoover daarvan in de volgende artikelen niet isafgeweken.

Artikel 452b

Op de arbeidsovereenkomst tusschen zeewerkgever eneen schepeling ter zeevisscherij blijft het bepaalde bijartikel 400 onder 7° buiten toepassing.

Hoewel de Work in Fishing Convention, 2007 bij dezeimplementatie (nog) niet wordt geïmplementeerd bevathet verdrag in Annex II, paragraph (l), een vergelijkbaarvoorschrift met het nieuwe artikel 7:699, onder 7, BWdat artikel 400 WvK vervangt. De nieuwe bepaling iszodanig geredigeerd, dat ze in dit licht bezien ook voorde zee-arbeidsovereenkomst van de zeevisser kan gel-den.

Artikel 452c

Op de in het vorige artikel bedoelde overeenkomst isartikel 402 van toepassing, behoudens dat het dagver-blijf kan worden vervangen door het volkslogies.

Artikel 402 WvK is niet overgenomen in de nieuweregeling van de zee-arbeidsovereenkomst in afdeling12; artikel 452c WvK kan daarom in afdeling 12Bvooralsnog achterwege blijven.

Artikel 452d

Het bij artikel 407 omtrent de voeding bepaalde geldtten aanzien van schepelingen ter zeevisscherij alleen,wanneer de zeewerkgever de zorg voor de voeding bijde arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk op zich heeftgenomen.

Artikel 407 WvK is niet overgenomen in de nieuweregeling van de zee-arbeidsovereenkomst in afdeling12; artikel 452d WvK kan daarom in afdeling 12B ach-terwege blijven. In de praktijk neemt de scheepsexploi-tant/werkgever de zorg voor de voeding altijd op zichen is dat in de Cao vastgelegd.

Artikel 452e

De artikelen 409 en 410 gelden niet ten aanzien vanschepelingen ter zeevisscherij.

De artikelen 409 en 410 WvK zijn niet overgenomen inde nieuwe regeling van de zee-arbeidsovereenkomst inafdeling 12; artikel 452e WvK kan daarom in afdeling

Page 45: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 45 van 53

12B vooralsnog achterwege blijven.

Artikel 748

1. Artikel 699, lid 1, onder 6, geldt ten aanzien van[zeevarenden in de zeevisserij] [zeevissers] met dien

verstande dat, voorzover het in geld vastgestelde loonafhankelijk is van de opbrengst van de vangst [het over-

eengekomen garantieloon en de berekeningswijze van

het aandeel van de zeevisser in de opbrengst van de

vangst worden vermeld. Indien geen garantieloon is

overeengekomen wordt naast de berekeningswijze van

bedoeld aandeel een begroting van het vermoedelijke

loon naar tijdruimte vermeld]. Bij de toepassing van de

artikelen 708 en 718 wordt dit loon berekend naardeze begroting.2. De [zeevarende in de zeevisserij] [zeevisser] heeft

geen aanspraak jegens de werkgever op de grond datkrachtens artikel 708 ingevolge de begroting meer isbetaald dan overeenkomt met het loon, dat tenslotteaan de zeevisser verschuldigd blijkt te zijn.

Artikel 452f

1. Artikel 413 geldt ten aanzien van schepelingen terzeevisscherij met deze aanvulling, dat het in geld vast-gesteld loon voorzoover het afhankelijk is van de op-brengst der vangst in de arbeidsovereenkomst moetworden begroot op zijn vermoedelijke bedrag naar tijd-ruimte; bij de toepassing van de artikelen 425, 428,438 en 450 wordt dergelijk loon berekend naar dezebegrooting.2. De schepeling heeft geen aanspraak tegen de zee-werkgever op grond dat krachtens artikel 425 of 428ingevolge de begrooting aan een derde meer is uitbe-taald dan strookt met het loon, dat ten slotte aan denschepeling verschuldigd blijkt te zijn.

Work in Fishing Convention, 2007

Annex II

Fisher’s work agreementThe fisher’s work agreement shall contain the followingparticulars, except as the inclusion of one or more ofthem is rendered unnecessary by the fact that the mat-ter is regulated in another manner by national laws orregulations, or a collective bargaining agreement whereapplicable:

[...](i) the amount of wages, or the amount of the

share and the method of calculating such share if remu-neration is to be on a share basis, or the amount of thewage and share and method of calculating the latter ifremuneration is to be on a combined basis, and anyagreed minimum wage;

Eerste lid: In de praktijk werd en wordt in geen enkelearbeidsovereenkomst een begroting opgenomen enwerkt men met garantielonen. Voor de toepassing vanartikel 708 is de begroting niet nodig; het geheel ofgedeeltelijk laten overmaken van loon aan derden kanook zonder begroting geschieden. Als op deze wijzevoorschotten worden betaald, zijn deze altijd gebaseerdop historische loongegevens. Voor de uitkering opgrond van artikel 718, lid 3, kan mede daarom en uitpraktische overwegingen beter aansluiting gezocht wor-den met wat gebruikelijk is voor berekening van loonbij ziekte: het gemiddelde (dag-) loon bij dezelfde werk-gever over de twaalf maanden onmiddellijk voorafgaan-de aan de eerste werkloosheidsdag, met dien verstandedat uitgegaan wordt van het gemiddelde (dag-) loonvan een collega in dezelfde functie aan boord van het-zelfde zeevissersschip als voor de zeevisser geen gemid-deld loon berekend kan worden. Deze methode wordt,door middel van een algemene maatregel van bestuur,in essentie ook gehanteerd bij de vaststelling van uitke-ringen op grond van de artikelen 415 en 415a-h vanhet Wetboek van Koophandel.

Artikel 748a

Artikel 709 geldt niet ten aanzien van zeevissers.

Artikel 452m

Artikel 427 geldt niet ten aanzien van schepelingen terzeevisscherij.

Er is geen reden waarom artikel 452m WvK moet ko-men te vervallen nu artikel 427 WvK in de nieuwe re-geling van de zee-arbeidsovereenkomst wordt vervan-gen door artikel 7:709 BW. In de zeevisserij geldensinds jaar en dag Cao-regels voor uitbetaling en datfunctioneert goed. Voor deze regels heeft overigensartikel 7:624 BW model gestaan, dat (ook) niet op dezeevisserij van toepassing is (zie artikel 452p WvK hier-na; zie ook het commentaar bij artikel 715 en hetnieuw voor gestelde artikel 748c). Bovendien zou (vol-ledige) voldoening telkens na een maand op praktischebezwaren stuiten waar het loon geheel of gedeeltelijkafhankelijk is van de vangst of de opbrengst daarvan.Er zijn uiteraard wel loonbetalingssystemen te beden-ken waarbij op voorschotbasis en op basis van hetgeenaan (opbrengst van de) vangst bekend is maandelijkswordt betaald. De sector onderzoekt op dit moment demogelijkheden daartoe. Als een wettelijke beschermingechter wenselijk is geworden, hoewel de Work in Fis-hing Convention, 2007 dat niet voorschrijft, zou in af-wijking van artikel 696, lid 1, artikel 624 mogelijk wèlop de zeevisser van toepassing verklaard kunnen wor-den, echter met dien verstande, dat het tijdvak waar-binnen het loon na aanvoer van de vangst moet worden

Page 46: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 46 van 53

v o l d a a n , i n a f w i j k i n g v a n a r t i k e l 6 2 3 , b i jschriftelijke/collectieve (arbeids-) overeenkomst kanworden vastgesteld (hetgeen, zoals gezegd, feitelijk alhet geval is).

Artikel 748b

Artikel 710 geldt niet ten aanzien van zeevissers wierloon afhankelijk is van de vangst of de opbrengst daar-van.

Zie het commentaar van de sociale partners in de zee-visserij bij artikel 710.

Artikel 748c

Artikel 715 geldt niet ten aanzien van zeevissers.

Zie het commentaar van de sociale partners in de zee-visserij bij artikel 715.

Artikel 748d

Artikel 716 geldt niet ten aanzien van zeevissers.

Artikel 452g

Artikel 414 geldt niet ten aanzien van schepelingen terzeevisserij.

De Work in Fishing Convention, 2007 wordt bij dezeimplementatie (nog) niet geïmplementeerd en boven-dien bevat deze niet een met Standard A4.2 vergelijkba-re norm. Er is daarom geen reden artikel 452g WvK telaten vervallen.

Artikel 749

Voor [zover het loon afhankelijk is van de vangst of

opbrengst daarvan wordt voor] de toepassing van de

artikelen 732[, en] 734 [en 737 tot en met 743 geldt,

zonodig met uitsluiting van artikel 629, lid 8, als loon

van de zeevisser,] het loon bij algemene maatregel van

bestuur vastgesteld[, indien het werkelijke loon geheel

of gedeeltelijk afhankelijk is van de vangst of de op-

brengst daarvan].

Artikel 452h

Voor de toepassing van de artikelen 415, 415a en 415ggeldt als loon van de schepelingen ter zeevisserij hetvoor hen bij algemene maatregel van bestuur vastgestel-de bedrag, indien het werkelijke loon afhankelijk is vande vangst of de opbrengst daarvan.

Het bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde(dag-) loon is het historisch loon, zoals zou zijn vastge-steld voor uitkering op grond van de Ziektewet.

Artikel 452i

Artikel 417 geldt ten aanzien van schepelingen ter zee-visscherij, behoudens dat deze alleen in de eerste Ne-derlandse haven, welke het schip aandoet, de tusschen-komst van den kantonrechter kunnen inroepen.

Artikel 452i kan vervallen; er is in de huidige tijd geengoede reden (meer) te bedenken waarom een zeevisserop dit punt anders behandeld zou moeten worden daneen zeevarende. Zie artikel 705 van het BW-voorstel.

Artikel 452j

Artikel 421 geldt ten aanzien van schepelingen ter zee-visscherij, behoudens, dat de kapitein kan volstaan metvermelding van de reden van weigering van een ge-vraagd verlof in het dagboek.

Artikel 421 is niet overgenomen in de nieuwe regelingvan de zee-arbeidsovereenkomst in afdeling 12. Het isniet duidelijk waarom dat niet is gebeurd. Wij verne-men het waarom graag alsnog.

Artikel 452k

De artikelen 423 en 424 gelden niet ten aanzien vanschepelingen ter zeevisscherij.

De artikelen 423 en 424 over boete-oplegging zijn nietovergenomen in de nieuwe regeling van de zee-arbeids-overeenkomst in afdeling 12 en zullen ook niet in eenandere (wettelijke) regeling terugkeren. Artikel 452kkan daarom (inderdaad) vervallen.

Artikel 452l

Artikel 425 geldt ten aanzien van schepelingen ter zee-visscherij, behoudens dat de uitbetaling aan de echtge-note steeds wekelijks moet geschieden.

Artikel 7:708 BW vervangt artikel 425 WvK, maar deregeling van betalingen aan de echtgenote is komen tevervallen. Artikel 452l kan daarom ook vervallen.Bovendien is het volkomen verouderd en werd er geen

Page 47: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 47 van 53

gebruik van gemaakt.

Artikel 452n

Artikel 439 vindt toepassing op de arbeidsovereenkom-sten tusschen zeewerkgever en schepelingen ter zeevis-scherij, behoudens dat ieder der partijen zich uitslui-tend kan wenden tot den daar bedoelden kantonrech-ter.

Artikel 452n kan vervallen; er is in de huidige tijd geengoede reden (meer) te bedenken waarom een zeevisserop die punt anders behandeld zou moeten worden daneen zeevarende. Zie artikel 726 van het BW-voorstel.

Artikel 452o

1. Artikel 450 geldt voor den zeewerkgever en de sche-pelingen ter zeevisscherij, behoudens dat de schadeloos-stelling is beperkt tot twee derde van het bij de over-eenkomst in geld vastgestelde deel van het loon.2. Ten aanzien van schepen, welke uitsluitend de sei-zoenvisscherij uitoefenen, bepalen Wij telken jare opwelken dag het seizoen geacht wordt te eindigen. Dezeewerkgever van zoodanig schip is in geen geval ver-plicht de uitbetaling langer te doen dan tot het eindevan het seizoen.

Waarom is artikel 452o WvK niet overgenomen in denieuwe regeling van de zee-arbeidsovereenkomst inafdeling 12B?

Artikel 452p

De artikelen 613 tot en met 613c, 617, 620, 624, 625,627, artikel 629, lid 10, en artikel 629b, leden 1, 2, 4en 3 voorzover het betreft de toepassing van artikel628, leden 3 en 4, 652, 658, 676, 683 en 684 van Boek7 van het Burgerlijk Wetboek vinden geen toepassingten aanzien van de dienst aan boord van de schepelingter zeevisserij.

Zie ons commentaar op artikel 696 van het BW-voor-stel.

Titel 13: Vennootschap Deze titel is nog slechts een wetsvoorstel (28 746)waarvan de parlementaire behandeling nog moet wor-den afgerond. Is het daarom niet beter de regeling inhet WvK, zij het in gewijzigde vorm, te handhaven?Verwijzingen naar WvK-artikelen kunnen daarin ver-vangen worden door verwijzingen naar de nieuwe BW-artikelen. Overigens is sowieso raadpleging van demaatschapsvissers zelf vereist. Vóór 30 juni 2009 is dathelaas niet meer te organiseren.

Afdeling 9: Van de vennootschap van [zeevarenden]

[zeevissers]

De (cruciale) definities ontbreken ook hier.

Artikel 838

1. De overeenkomst van vennootschap ter bedrijfsmati-ge uitoefening van de visserij buitengaats moet schrifte-lijk worden aangegaan.2. De overeenkomst houdt in ieder geval in:

a. de naam en voornamen van ieder der vennoten,de dag van hun geboorte of hun leeftijd en geboorte-

Artikel 452q

1. De maatschapsovereenkomst moet, op straffe vannietigheid, schriftelijk worden aangegaan. In de maat-schapsovereenkomst wordt bepaald, wie van de matende kapitein zal zijn.2. Artikel 400, onder 1°-4°, onder 5°, met dien verstan-de dat in plaats van “waarin de schepeling in dienst zal

Page 48: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 48 van 53

plaats;b. de plaats en de dag van het aangaan van de over-

eenkomst;c. de aanduiding van het zeeschip of de zeeschepen

waarmee de vennootschap haar bedrijf uitoefent.3. Van dit artikel kan niet ten nadele van een vennootworden afgeweken.

treden” wordt gelezen: waarin de maat op het schipwerkzaam zal zijn, en onder 6°, zomede artikel 401,eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.3. De overeenkomst moet een regeling bevatten om-trent de wijze waarop ieders aandeel in de opbrengstvan de maatschap (besomming) zal worden bepaald.4. Tevens moet de maatschapsovereenkomst behelzende wijze van haar beëindiging, namelijk:

a. indien de overeenkomst voor onbepaalde tijdwordt aangegaan, de inhoud van artikel 434, eerste lid,met dien verstande dat daarin in plaats van “arbeids-overeenkomst” gelezen wordt: maatschapsverhouding;

b. indien de overeenkomst voor bepaalde tijd wordtaangegaan, de dag waarop de overeenkomst eindigt metvermelding van de inhoud van artikel 431 met dienverstande dat in plaats van “arbeidsovereenkomst”wordt gelezen: maatschapsverhouding;

c. indien de overeenkomst bij de reis wordt aange-gaan, de haven overeengekomen voor de beëindigingvan de maatschapsverhouding met vermelding van deinhoud van artikel 432, tweede lid, met dien verstandedat daarin in plaats van “arbeidsovereenkomst” gelezenwordt: maatschapsverhouding en, indien de haven eenNederlandse haven is, met vermelding van de inhoudvan het eerste of tweede lid van artikel 433, naar gelangde haven al of niet met name is genoemd, met dienverstande dat in dat artikel in plaats van “arbeidsover-eenkomst” gelezen wordt: maatschapsverhouding en inplaats van “zeewerkgever” elke vennoot.

Artikel 839

Nietig is een beding waarbij een vennoot wordt beperktin zijn vrijheid om na het einde van de vennootschaps-overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn.

Artikel 452q

5. Nietig is elk beding waarbij een maat wordt beperktin zijn vrijheid, na het einde van de maatschapsover-eenkomst, arbeid te verrichten.

Artikel 840

De kapitein is bevoegd in naam van de vennootschap tehandelen vanaf het moment dat het schip zich buiten-gaats bevindt.

Artikel 452r

1. Vanaf het ogenblik dat de kapitein het schip bui-tengaats brengt tot aan het ogenblijk dat het schip inNederland weer binnengaats wordt gebracht, is de ka-pitein bevoegd om als vertegenwoordiger van de maat-schap op te treden.2. [...]

Artikel 841

De artikelen 702 en artikel 719, lid 1, zijn van over-eenkomstige toepassing, met dien verstande dat in hetlaatst genoemde artikel voor werkgever wordt gelezen:vennootschap.

Artikel 452t

Van overeenkomstige toepassing zijn de artikelen 405,407, eerste-zesde lid, voorzover het de verblijven, dekombuis en andere ruimten voor de voeding betreft,met dien verstande dat in artikel 407, eerste lid, voor“zeewerkgever” wordt gelezen: eigenaar, de artikelen

Page 49: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Voorstel Burgerlijk Wetboek, Boek 7 Wetboek van Koophandel, Tweede Boek Maritime Labour Convention, 2006 Commentaar sociale partners

Pagina 49 van 53

411, 412 en 416, met dien verstande dat in het laatsge-noemde artikel voor “in dienst van de zeewerkgever”moet worden gelezen: deel uitmakend van de maat-schap, en voor “zeewerkgever”: maatschap.

Artikel 452u

De artikelen 444, 451, 451a, 451d en 451e zijn vanovereenkomstige toepassing met dien verstande dat inde artikelen 451, 451a en 451e in plaats van “zeewerk-gever” wordt gelezen: eigenaar, of in geval van romp-bevrachting: rompbevrachter, en in artikel 451d, twee-de lid: maatschap, dat in plaats van “arbeidsovereen-komst” moet worden gelezen: maatschapsovereen-komst en dat in plaats van “loon” wordt gelezen: aan-deel in de besomming.

Artikel 842

Een vennoot is in geval van ontbinding van de vennoot-schap of zijn uittreding gedurende drie werkdagen nahet eindigen van een reis gehouden op verzoek van dekapitein mee te werken aan het opmaken van eenscheepsverklaring als bedoeld in artikel 353 van hetWetboek van Koophandel.

Artikel 452v

Na het eindigen van een reis is de schepeling gedurendedrie werkdagen gehouden op verlangen van de kapiteinmede te werken tot het opmaken van een scheepsver-klaring.

Page 50: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Pagina 50 van 53

BESCHERMING BIJ ZIEKTE EN ONGEVAL

Artikel 629

—1. Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het be-

drag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financie-

ring sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijd-

vak van een dag, behoudt de werknemer voor een tijdvak

van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vast-

gestelde loon, maar de eerste 52 weken ten minste op het

voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de

bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband

met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of

bevallen daartoe verhinderd was.

—2. Het in lid 1 bedoelde recht geldt voor een tijdvak van

zes weken voor de werknem er die doorgaans op minder

dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend

diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de

natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat.

—3. De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet:

a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het

gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een

aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daar-

door de toetsing aan de voor de functie opgestelde belast-

baarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd;

b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn

genezing wordt belemmerd of vertraagd;

c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe

in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als

bedoeld in artikel 658a, lid 4, voor de werkgever of voor

een door de w erkgever aangewezen derde, waartoe de

werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht;

d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke

grond weigert mee te werken aan door de werkgever of

door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelij-

ke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht

zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid als

bedoeld in artikel 658a, lid 4, te verrichten;

e. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke

grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren

en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel

658a, lid 3;

f. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke

grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel

64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsver-

mogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven.

—4. In afwijking van lid 1 heeft de vrouwelijke werkne-

mer het in dat lid bedoelde recht niet gedurende de periode

dat zij zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet overeen-

komstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid

en zorg.

—5. Het loon wordt verminderd met het bedrag van eni-

ge geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krachtens

enige wettelijke voorgeschreven verzekering of krachtens

enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer

niet deelneemt, voorzover deze uitkering betrekking heeft

op de bedongen arbeid waaruit het loon wordt genoten.

Het loon wordt voorts verminderd met het bedrag van de

inkomsten, door de werknemer in of buiten dienstbetrek-

king genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht

gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was

geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten.

—6. De werkgever is bevoegd de betaling van het in het

lid 1 bedoelde loon op te schorten voor de tijd, gedurende

welke de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever

schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het ver-

strekken van inlichtingen die de werkgever behoeft om het

recht op loon vast te stellen.

—7. De werkgever kan geen beroep meer doen op enige

grond het loon geheel of gedeeltelijk niet te betalen of de

betaling daarvan op te schorten, indien hij de werknemer

daarvan geen kennis heeft gegeven onverwijld nadat bij hem

het vermoeden van het bestaan daarvan is gerezen of rede-

lijkerwijs had behoren te rijzen.

—8. Artikel 628, lid 3, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 628

3. Indien het loon in geld op andere wijze dan naar tijdruim-te is vastgesteld, zijn de bepalingen van dit artikel van toepas-sing, met dien verstande dat als loon wordt beschouwd hetgemiddelde loon dat de werknemer, wanneer hij niet verhin-derd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen.

—9. Van dit artikel kan ten nadele van de werknemer

s lechts in zoverre worden afgeweken dat bedongen kan

worden dat de werknemer voor de eerste twee dagen van

het in lid 1 of lid 2 bedoelde tijdvak geen recht op loon

heeft.

—10. Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 9 worden

perioden, waarin de werknemer in verband met ongeschikt-

heid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling ver-

hinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld

indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier

weken opvolgen , of indien zij direct voorafgaan aan en

aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of beval-

lingsverlof wordt genoten als bedoeld in artikel 3:1, tweede

en derde lid, van de Wet arbeid en zorg , tenzij de onge-

schiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te

vloeien uit dezelfde oorzaak.

—11. Het tijdvak van 104 weken, bedoeld in lid 1, wordt

verlengd:

a. met de duur van de vertraging indien de aanvraag,

bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Werk en inkomen

naar arbeidsvermogen l a ter wordt gedaan dan in of op

grond van dat artikel is voorgeschreven;

b. met de duur van het verlengde tijdvak dat het Uitvoe-

ringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van arti-

kel 24, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeids-

vermogen heeft vastgesteld en met de duur van het tijdvak,

bedoeld in artikel 25, negende lid, eerste zin, van die wet;

c. met de duur van de verlenging van de wachttijd,

bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de arbeids-

ongeschiktheidsverzekering, indien de wachttijd op grond

van het zevende lid van dat artikel wordt verlengd; en

d. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinsti-

tuut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71a,

negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverze-

kering heeft vastgesteld.

—12. Indien de werknemer passende arbeid als bedoeld in

artikel 658a, lid 4, verricht, blijft de arbeidsovereenkomst

onverkort in stand.

—13. Voor de toepassing van lid 2 wordt onder het ver-

richten van diensten ten behoeve van een huishouden mede

verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huis-

houden.

De zieke zeevarende

Artikel 732 Nieuw

—1. Voor de toepassing van de artikelen 734, 735 en

736 , l id 2 , to t en m e t 7 44 w ord t onder z iek t e m ed e

verstaan, [ongeval], zwangerschap en bevalling.

—2. Artikel 734 is uitsluitend van toepassing op de zeeva-

rende, die op het tijdstip, waarop hij ziek wordt, hetzij ver-

zekerd is ingevolge de Ziektewet, hetzij valt onder een daar-

mee vergelijkbare, wettelijke regeling van een lidstaat van

de Europese Unie.

—3. De artikelen 735 tot en met 743 zijn uitsluitend van

toepassing op de zeevarende, die op het tijdstip, waarop hij

ziek wordt, niet verzekerd is ingevolge de Ziektewet en niet

valt onder een daarmee vergelijkbare, wettelijke regeling

van een lidstaat van de Europese Unie. Artikel 629 is op

deze zeevarende niet van toepassing [tenzij en voor zover

hierna niet anders is bepaald—uitzoeken!]. (K 415a, lid 1)

Artikel 733 733

—1. De zeevarende heeft jegens zijn werkgever recht op

kosteloze en behoorlijke geneeskundige zorg indien hij in

verband met zijn zee-arbeidsovereenkomst buiten het land

verkeert waar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats

heeft. Dit recht beperkt zich niet tot de behandeling we-

gens ziekte maar omvat ook maatregelen van preventieve

aard, zoals op het gebied van gezondheidsbevordering en

–voorlichting. (K 415, lid 5)

—2. Het recht, bedoeld in het eerste lid, eindigt indien de

zeevarende is teruggekeerd in of heeft kunnen terugkeren

naar zijn woonland. (K 415, lid 5)

—3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ge-

neeskundige zorg mede verstaan:

a. verpleging;

b. bescherming van de gezondheid en verlening van

medische zorg op een wijze die zo veel mogelijk vergelijk-

baar is met hetgeen in het algemeen voor werknemers aan

de wal beschikbaar is, met inbegrip van onmiddellijke toe-

gang tot noodzakelijke geneesmiddelen, medische appara-

tuur en voorzieningen voor diagnose en behandeling en tot

medische informatie en expertise;

c. het recht, wanneer dat mogelijk is, onverwijld een

bevoegde arts of tandarts te raadplegen in aanloophavens.

—4. Op de aanspraken, welke de zeevarende heeft inge-

volge dit artikel, komen in mindering de aanspraken inge-

volge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten . (K 415,

lid 5)

Artikel 734 732

—1. Indien de zeevarende de bedongen arbeid niet heeft

verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevol-

ge van ziekte daartoe verhinderd was, behoudt hij recht op

loon zoals geregeld in artikel 629 voor zover daarvan in de

volgende leden niet is afgeweken.

—2. Indien recht op doorbetaling van loon bij ziekte be-

staat, wordt dit recht, in afwijking van het percentage, ge-

noemd in artikel 629, lid 1, gesteld op het volle loon zolang

de zeevarende ziek aan boord is van het zeeschip waarop hij

in dienst is. (K 415, lid 1)

—3. Indien recht op doorbetaling van loon bij ziekte be-

staat en de zeevarende ter verpleging wordt achtergelaten

buiten het land waar hij zijn woonplaats of zijn gewone

verblijfplaats heeft, wordt het recht, in afwijking van het

percentage, genoemd in artikel 629, lid 1, van de dag van

achterlating af tot zestien weken na aanvang van de ziekte

gesteld op 100% van het loon waarop het recht is geba-

seerd. Dit verhoogde recht eindigt in ieder geval zodra de

zeevarende passende arbeid kan verkrijgen en verrichten,

dan wel is teruggekeerd in of had kunnen terugkeren naar

zijn woonland. (MLC Standard A4.2, paragraph 3(a) en 4)

—4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels

worden gesteld ter voorkoming of beperking van samen-

loop van het in de leden [2 en 3] bedoelde loon m et een

uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeids-

vermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongge-

handicapten, dan wel met een uitkering ingevolge zowel de

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening zelfstandigen, de Wet

op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als de Wet arbeids-

Page 51: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Pagina 51 van 53

voorziening jonggehandicapten en de Werkloosheidswet.

(K 415, lid 4) [Mogelijk is dit artikellid niet nodig vanwege

artikel 629, lid 5.]

Artikel 735 737

—1. Indien de zeevarende de bedongen arbeid niet heeft

verricht omdat hij in verband met ziekte daartoe verhinderd

was, behoudt hij recht op zijn volle loon zolang hij ziek aan

boord is. (K 415, lid 1)

—2. De zeevarende, bedoeld in het vorige lid, heeft

voorts, zolang hij niet is hersteld en ongeacht het voortdu-

ren van zijn zee-arbeidsovereenkomst, jegens de werkgever,

gedurende ten hoogste 52 weken, recht op een uitkering

van 80% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, dat hij

genoot toen hij ziek werd, verhoogd met de bij algemene

maatregel van bestuur vast te stellen geldswaarde van ande-

re loonbestanddelen. (K 415a, lid 1, eerste volzin)

—3. De in het tweede lid bedoelde termijn van 52 weken

gaat in:

a. als de zeevarende ziek wordt, terwijl hij niet aan

boord van het zeeschip in dienst is, op de dag, waarop hij

ziek wordt; of

b. als hij ziek wordt, terwijl hij aan boord van een zee-

schip in dienst is, op de dag, waarop hij aan wal ter verple-

ging wordt achtergelaten of waarop hij, nog niet hersteld,

met het zeeschip terugkomt. Wordt hij ter verpleging ach-

tergelaten buiten het land waar hij zijn woonplaats of gewo-

ne verblijfplaats heeft, dan wordt de uitkering van 80%

g ed u ren d e d e eers te 1 2 w ek en v e rh o o gd to t 1 0 0 % .

(K 415a, lid 1, tweede volzin)

—4. De uitkering, waarop de zeevarende recht heeft inge-

volge de laatste volzin van het vorige lid, eindigt in ieder

geval zodra hij passende arbeid kan verkrijgen en verrich-

ten, dan wel is teruggekeerd in of had kunnen terugkeren

naar het land waarin hij zijn woonplaats of gewone verblijf-

plaats heeft. (K 415a, lid 2)

—5. Indien de ziekte een gevolg is van opzet van de zee-

varende, wordt de loonaanspraak respectievelijk de aan-

spraak op uitkering verbeurd of verminderd ter beoordeling

van de kantonrechter van de rechtbank van het arrondisse-

ment waarin de scheepsexploitant in Nederland woont of is

gevestigd. (K 415a, lid 3)

Artikel 736 738

—1. De zeevarende die een ongeval krijgt in verband met

zijn zee-arbeidsovereenkomst, heeft, ongeacht het voortdu-

ren van de zee-arbeidsovereenkomst, jegens de werkgever

recht op vergoedingen overeenkomstig de artikelen 737 tot

en met 742. Indien de zeevarende tengevolge van het onge-

val overlijdt, gaat dit recht over op zijn nagelaten betrek-

kingen. (K 415b, lid 1)

—2. Voor de toepassing van het vorige lid en de artikelen

737 tot en met 741 worden met een ongeval gelijkgesteld

de ziekten, die voorkomen op een bij algemene maatregel

van bestuur vast te stellen lijst van ziekten, indien de zeeva-

rende die ziekte heeft gekregen in verband m et de zee-

arbeidsovereenkomst. De ziekte wordt, tenzij het tegendeel

blijkt, geacht verband te houden met de zee-arbeidsovereen-

komst, indien zij zich gedurende de zee-arbeidsovereen-

komst of binnen een bij a lgemene maatregel van bestuur

vast te stellen termijn na beëindiging van de zee-arbeids-

overeenkomst openbaart. (K 415b, lid 2)

—3. De in het vorige lid bedoeld gelijkstelling is niet van

toepassing indien de zeevarende zonder deugdelijke grond

ter zake van de in dat lid bedoelde ziekte geweigerd heeft

een profylactische behandeling te ondergaan, dan wel heeft

nagelaten zich aan een zodanige behandeling te onderwer-

pen, ofschoon hem daartoe kosteloos gelegenheid is gebo-

den. (K 415, lid 3)

Artikel 737 739

—1. De zeevarende, bedoeld in artikel 736, heeft na af-

loop van de in artikel 735 bedoelde termijn van 52 weken,

in geval van tijdelijke gehele ongeschiktheid tot werken,

recht op een uitkering van 70% van zijn loon en, in geval

van tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheid tot werken, op

een uitkering ter hoogte van een in verhouding tot de verlo-

ren geschiktheid tot werken staand deel van 70% van zijn

loon. (K 415c, lid 1)

—2. De in het vorige lid bedoelde uitkering eindigt met

ingang van de dag, waarop blijvende gehele of gedeeltelijke

ongeschiktheid tot werken intreedt, dan wel, indien de tij-

delijke gehele of gedeeltelijke ongeschiktheid tot werken

voortduurt, uiterlijk met ingang van de dag, gelegen drie

jaren na afloop van de in artikel 735 bedoelde termijn van

52 weken. (K 415c, lid 2)

—3. De zeevarende, bedoeld in artikel 736, die op de dag,

gelegen na afloop van de in artikel 735 bedoelde termijn

van 52 weken, blijvend geheel of gedeeltelijk ongeschikt tot

werken of binnen drie jaren na die dag, nog tijdelijk geheel

of gedeeltelijk ongeschikt is tot werken, heeft recht op een

uitkering ineens van driemaal de uitkering over een jaar,

berekend naar de uitkering, waarop hij laatstelijk aanspraak

had vóór de dag, waarop dat recht ontstaat. Met ingang

van de dag, waarop recht ontstaat op een uitkering ineens

als bedoeld in de vorige zin, kunnen ter zake van het betref-

fende ongeval overigens geen rechten meer worden ont-

leend aan de artikelen 736 tot en met 742. (K 415c, lid 3)

—4. Voor de toepassing van de vorige leden wordt een

zeevarende geheel of gedeeltelijk ongeschikt geacht tot wer-

ken, indien hij ten gevolge van een ongeval als bedoeld in

artikel 736 geheel of gedeeltelijk ongeschikt is geworden tot

arbeid, die voor zijn krachten en bekwaamheden is bere-

kend en die met het oog op zijn opleiding en vroeger be-

roep hem in redelijkheid kan worden opgedragen. (K 415c,

lid 4)

—5. Indien de zeevarende, bedoeld in artikel 736, niet de

medewerking verleent, die redelijkerwijs van hem verlangd

kan worden tot het herkrijgen van zijn gezondheid of zijn

arbeidsvermogen, voor zover deze door een ongeval als

bedoeld in artikel 736 zijn geschaad, zal bij de schatting van

de mate van ongeschiktheid tot werken, bedoeld in de vori-

ge leden, de toestand in aanmerking genomen worden, die

waarschijnlijk zou zijn ontstaan, indien die medewerking

ten volle zou zijn verleend. (K 415c, lid 5)

Artikel 738 740

—1. De zeevarende, bedoeld in artikel 736, heeft ter zake

van een ongeval als bedoeld in artikel 736 van de dag van

het ongeval af recht op geneeskundige behandeling of ver-

goeding daarvoor, indien hij verblijft in of heeft kunnen

terugkeren naar het land, waar hij zijn woonplaats of gewo-

ne verblijfplaats heeft, uiterlijk tot de dag, gelegen drie jaren

na afloop van de in artikel 735 bedoelde termijn van 52

weken en onverminderd de laatste volzin van artikel 737,

lid 3. Onder geneeskundige behandeling is begrepen het

verstrekken van kunstmiddelen, voor zover deze zijn ge-

schiktheid tot werken kunnen bevorderen of tot verbetering

van zijn levensomstandigheden kunnen bijdragen, alsmede

het onderr icht in het gebru ik van d ie kunstm iddelen .

(K 415d, lid 1)

—2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen

worden gesteld met betrekking tot het bepaalde in dit arti-

kel. (K 415d, lid 2)

Artikel 739 741

—1. Onverminderd artikel 674 hebben de nagelaten be-

trekkingen, bedoeld in artikel 736, lid 1, recht op een uitke-

ring ineens, welke bedraagt: (K 415e, lid 1, aanhef)

a. voor degene, met wie de overledene ten tijde van het

ongeval gehuwd was of een geregistreerd partnerschap was

aangegaan: driemaal de uitkering over een jaar, berekend

naar 30% van het loon van de overledene; (K 415e, onder

1° en 2°)

b. voor elk kind of stiefkind beneden de leeftijd van

achttien jaar: driemaal de uitkering over een jaar, berekend

naar 15% en, indien dit kind ouderloos is, berekend naar

20% van het loon van de overledene; (K 415e, onder 3°

en 4°)

c. voor degene met wie de overledene ten tijde van het

ongeval in gezinsverband samenleefde en in wiens kosten

van bestaan hij grotendeels voorzag, niet vallende onder a

of b: driemaal de uitkering over een jaar, berekend naar

30% van het loon van de overledene, met dien verstande,

dat, indien de betrokkene jonger is dan achttien jaar, niet

meer wordt uitgekeerd dan hij als kind van de overledene

zou hebben ontvangen. (K 415e, onder 5°)

—2. De in het vorige lid bedoelde uitkeringen zullen teza-

men niet meer bedragen dan driemaal de uitkering over een

jaar, berekend naar 60% van het loon van de overledene.

De personen, bedoeld in het vorige lid, onder c, hebben

alleen recht op een uitkering, indien de personen, bedoeld

onder a en b van dat lid, allen hun volle uitkering hebben

ontvangen. Indien de personen, bedoeld in het vorige lid,

onder a en b, tezamen een uitkering zouden ontvangen van

meer dan driemaal de uitkering over een jaar, berekend

naar 60% van het loon van de overledene, ondergaat elk

v a n d e ze u i tk e r in g e n een ev en red ig e v e rm in d e r in g .

(K 415e, lid 2)

—3. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 736

is het bepaalde bij of krachtens artikel 8 van de Algemene

n a b e s ta a n d e n w e t v a n o v e re en k o m s t ig e to ep a s s in g .

(K 415e, lid 3)

Artikel 740 742

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden

gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van

uitkeringen of voorzieningen, bedoeld in de artikelen 735

tot en met 739, met uitkeringen of voorzieningen uit andere

hoofde. (K 415f)

Artikel 741 743

Onder loon van de zeevarende wordt voor de toepassing

van de artikelen 737 en 738 verstaan, het naar tijdruimte in

geld vastgestelde loon, dat hij genoot tot het ongeval als

bedoeld in artikel 736 p laatsvond, verhoogd met de bij

algemene maatregel van bestuur vast te stellen geldswaarde

van andere loonbestanddelen. Hetgeen het naar tijdruimte

in geld vastgesteld loon meer bedraagt dan een bij algemene

maatregel van bestuur te bepalen bedrag, wordt daarbij niet

in aanmerking genomen. (K 415g)

Artikel 742 744

—1. Indien een daartoe door Ons erkende vereniging met

volledige rechtsbevoegdheid is opgericht, is de werkgever

ter waarborging van zijn tegenover de in artikel 732, lid 2,

bedoelde zeevarenden en hun nagelaten betrekkingen, uit

de artikelen 735 tot en met 741 voortvloeiende verplich-

t ingen van rechtsw ege aangeslo ten b ij d ie veren ig ing .

(K 415h, lid 1)

—2. In het geval bedoeld in het vorige lid, zijn de werkge-

ver en de vereniging hoofdelijk verbonden tegenover die

Page 52: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Pagina 52 van 53

zeevarenden en hun nagelaten betrekkingen . (K 415h,

lid 2)

—3. Op haar verzoek kan een vereniging worden erkend

als vereniging, bedoeld in het eerste lid, indien zij voldoet

aan de volgende eisen: (K 415h, lid 3, aanhef)

a. dat zij is opgericht door een of meer naar Ons oor-

deel representatieve organisaties van werkgevers en een of

meer naar Ons oordeel representatieve organisaties van

zeevarenden, al dan niet tezamen met een of meer werkge-

vers; (K 415h, lid 3, onder 1°)

b. dat zij niet beoogt winst te maken; (K 415h, lid 3,

onder 2°)

—4. Voor de in het vorige lid bedoelde erkenning komt

niet m eer dan één verenig ing in aanmerking. (K 415h,

lid 4)

—5. De statuten van de in het eerste lid bedoelde vereni-

ging moeten zodanige bepalingen inhouden, dat: (K 415h,

lid 5, aanhef)

a. het bestuur voor de helft wordt samengesteld uit

vertegenwoordigers van de werkgevers en voor de helft uit

vertegenwoordigers van de zeevarenden; (K 415h, lid 5,

onder 1°)

b. de gezamenlijke vertegenwoordigers van de werkge-

vers ter vergadering evenveel stemmen uitbrengen als de

gezam enli jke vertegenwoordigers van de zeevarenden;

(K 415h, lid 5, onder 2°)

c. de kosten van de uit de artikelen 735 tot en met 741

voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot de in het

eerste lid bedoelde zeevarenden en hun nagelaten betrek-

kingen, alsmede de kosten verbonden aan de vorming en

instandhouding van een reserve, per jaar worden omgesla-

gen over de werkgevers naar rato van het loon, dat in dat

jaar aan de zeevarende is uitbetaald, waarbij onder loon

wordt verstaan, loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet

financiering sociale verzekeringen. (K 415h, lid 5, onder 3°)

—6. De scheepsexploitant is jegens de vereniging, bedoeld

in het eerste lid, hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming

van de verplichtingen die voor de werkgever uit dit artikel

voortvloeien.

Artikel 743 745

—1. Artikel 93, aanhef en onder c, van het Wetboek van

Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing op alle vorde-

ringen krachtens de artikelen 735 tot en met 742 door of

tegen de in artikel 732, lid 3, bedoelde zeevarenden of hun

nagelaten betrekkingen ingesteld tegen onderscheidenlijk

door de in dat lid bedoelde vereniging. (K 415i, lid 1)

—2. Elk beding strijdig met enige bepaling van dit of het

vorige artikel is nietig, behoudens dat partijen kunnen over-

eenkomen een vordering als bedoeld in het vorige lid aan

arbitrage te onderwerpen. (K 415i, lid 2)

Artikel 744 734

1. Na zijn herstel heeft de zeevarende, ongeacht het voort-

duren van de zee-arbeidsovereenkomst, recht op een uitke-

ring, gelijk aan het naar tijdruimte in geld vastgestelde loon,

dat hij genoot toen hij ziek werd, indien hij ter verpleging is

achtergelaten buiten zijn woonland en elders dan ter plaatse

waar hij zich bevond toen de zee-arbeidsovereenkomst met

de werkgever werd aangegaan. (K 415, lid 2, eerste volzin)

2. De zeevarende, bedoeld in het eerste lid, heeft voorts

recht op huisvesting en voeding en recht op vrij vervoer tot

een haven in zijn woonland of tot de plaats waar hij zich

bevond toen de zee-arbeidsovereenkomst met de werkgever

werd aangegaan, zulks ter keuze van de zeevarende [werk-

gever?]. (K 415, lid , tweede volzin)

3. Onder vrij vervoer zijn begrepen de kosten van onder-

houd en overnachting gedurende de reis. (K 415, lid 2,

derde volzin)

4. De in de leden 1 en 2 bedoelde rechten eindigen zodra

de zeevarende passende arbeid kan verkrijgen en verrichten,

dan wel is teruggekeerd in of had kunnen terugkeren naar

zijn woonland of de plaats waar hij zich bevond toen de

zee-arbeidsovereenkomst met de werkgever werd aange-

gaan. (K 415, lid 2, vierde volzin)

5. Indien de ziekte een gevolg is van opzet van de zeevaren-

de, wordt de in lid 1 bedoelde uitkering verbeurd of ver-

m inderd, ter beoordeling van de kantonrechter van de

rechtbank van het arrondissement waarin de woonplaats of

de plaats van vestiging van de scheepsexploitant is gelegen.

(K 415, lid 3)

Page 53: HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT · tie en de modernisering van het zee-arbeidsovereenkomstenrecht in Boek 7 van het Burgerlijk Wetbo ek onder te brengen in plaats van Boek

HERZIENING ZEE-ARBEIDSOVEREENKOMSTENRECHT

Pagina 53 van 53

AANTEKENINGEN