Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 – Weeroefeningen...Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 –...
7
Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 – Weeroefeningen ■ Duid de eigenschappen aan die bij de figuren passen. ■ Duid daarna aan of de figuren gelijkvormig, gelijk van vorm en grootte of geen van beide zijn. ■ ■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn even lang. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend. ■ ■ gelijk van vorm en grootte ■ ■ gelijkvormig ■ ■ geen van beide ■ ■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn even lang. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend. ■ ■ gelijk van vorm en grootte ■ ■ gelijkvormig ■ ■ geen van beide ■ ■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn even lang. ■ ■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend. ■ ■ gelijk van vorm en grootte ■ ■ gelijkvormig ■ ■ geen van beide 1 MK 8 © De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.1 HB2.8 × × × × × × × × × ×
Transcript of Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 – Weeroefeningen...Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 –...
Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 – Weeroefeningen
■ Duid de eigenschappen aan die bij de fi guren passen. ■ Duid daarna aan of de fi guren gelijkvormig, gelijk van vorm en grootte of geen van beide zijn.
■■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot.
■■ De overeenkomstige zijden zijn even lang.
■■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend.
■■ gelijk van vorm en grootte
■■ gelijkvormig
■■ geen van beide
■■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot.
■■ De overeenkomstige zijden zijn even lang.
■■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend.
■■ gelijk van vorm en grootte
■■ gelijkvormig
■■ geen van beide
■■ De overeenkomstige hoeken zijn even groot.
■■ De overeenkomstige zijden zijn even lang.
■■ De overeenkomstige zijden zijn in dezelfde verhouding getekend.
■■ gelijk van vorm en grootte
■■ gelijkvormig
■■ geen van beide
1
MK 8
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.1
HB2.8
×
×
×
×
×
×
×
×
×
×
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.2
■ Teken waar het kan een symmetrieas. ■ Er kunnen er meerdere per figuur zijn.
■ Teken het spiegelbeeld van de figuren.
A
B
D
C
s
E
F
G
s
2
MK 14
A
B
D
C
s
A‘
B‘
D‘
C‘
E
F
s
G
E‘
F‘
G‘
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.3
■ Bekijk de tekening goed. ■ Beantwoord de vragen.
De kinderen zijn allemaal kleiner dan de struiken.
Kan An de bal zien liggen?
Kan Cédric An zien?
Wie kan Dorien zien?
Arceer met oranje de gebieden die Dorien niet kan zien door de struiken.
■ Teken de schaduwen van de voorwerpen. ■ Duid eerst aan uit welke lichtbron de lichtstralen vertrekken.
■■ zonlicht
■■ lamp
3
4
ja
nee
Cédric
×
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.4
■■ zonlicht
■■ lamp
■ Bekijk het blokkenbouwsel goed. ■ Bouw het na. ■ Teken de gevraagde aanzichten. ■ Noteer de hoogtegetallen op het grondplan.
vooraanzicht rechterzijaanzicht
grondplan met hoogtegetallen
5
4 2 2 2
3 2 2 2
2
1
×
Herhalingsles 8 – Meetkunde 2 – Meeroefeningen
■ Teken een gelijkvormige fi guur met een verhouding 2 : 1 ten opzichte van het origineel.
■ Teken een gelijkvormige fi guur met een verhouding 1 : 3 ten opzichte van het origineel.
MK 5
1
MK 8
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.5
HB2.8
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.6
■ Maak de tekening af zodat het een symmetrische figuur wordt. ■ Teken ook de symmetrieas(sen).
■ Teken het spiegelbeeld van de figuren.
s
sA
D
B
C
2
MK 14
s
meerdere oplossingen mogelijk
s
sA
D
B
C
A’
D’
B’
C’
© De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 – HB2.8 Kopieerblad HB2.8.7
■ Bekijk de voorwerpen en hun schaduw. ■ Hoe hoog is de lantaarnpaal? ■ Vul het pijlenschema aan. ■ Gebruik de ZRM.
Bekijk de voorwerpen en hun schaduw.Hoe hoog is de lantaarnpaal?Vul het pijlenschema aan.Gebruik de ZRM.
kind lantaarnpaal
lengte van het kind/voorwerp (in m)
lengte van de schaduw (in m)
Antwoord:
■ Bekijk de getekende aanzichten goed. ■ Vul zelf het grondplan in.
grondplan met hoogtegetallen vooraanzicht achteraanzicht bovenaanzicht
rechterzijaanzicht linkerzijaanzicht
3
4
De lantaarnpaal is 10,4 m hoog.
1,30
: 0,75
1,73
6 ×
10,4
0,75
: 0,75
1
6 ×
6
4 2 2 23 2 2 221
