Heerlijke bedevaart

8
Edo Ankum grijpt met beide handen de kans aan om Lady Ann, een elegante ‘modern classic´, van Nederland naar de Carieb te varen. Na een haastige voorbe- reiding en de oversteek van de Golf van Biskaje ontstaat ruimte en tijd in het pro- gramma. De Spaanse Ria’s worden ver- kend, de Portugese westkust wordt afge- zakt. Vanaf Lissabon zeilt Lady Ann naar Madeira, een eiland dat overstekende jachten doorgaans ‘rechts’ laten liggen. TEKST EN FOTO’S EDO ANKUM P ijpen, daar weet ik alles van.” Ik kijk Piet van opzij argwanend aan. Zo lang kennen we elkaar nog niet en dit is een opmerkelij- ke ontboezeming. We staan in de kathe- draal van Santiago de Compostella. “Kijk dan”, Piet wijst naar boven. Ik scheur me los uit een spontaan opgekomen dagdroom en volg Piets verrukte blik. Aan weerszijden van de tot in de hemel reikende wanden van het middenschip prijken in spie- gelbeeldige slagorde ontelbare zilver glimmende orgelpijpen. De grootste zou moeiteloos als mast kunnen dienen op een jacht van vijftien meter. Opvallend zijn de als gieken horizon- taal uitstekende buizen. “Spaanse Trompetten”, fluistert Piet me extatisch in het oor. We zijn met honderden (andere) bede- vaartgangers getuige van de mis, met veel Latijn en wierook uit een gigantische van het plafond neerhangende ‘rookboot’ (Botafumeiro). En met bijna oorverdovend klaroengeschal uit die pijpen en trompetten boven ons. Wars van enig religieus besef haak ik na tien minuten af. In Piet is geen beweging te krijgen. Die heeft straks wat uit te leggen. Geschiedvervalsing Eenmaal buiten lees ik op het plein dat de kathedraal een intrigerende oorsprong heeft met zowaar een nautisch tintje. Het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zou zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn aanhangers meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven in de berg Libredón. Over het graf verrees de machtige basiliek waar ik nu naast zit. Nu zullen er op de wereld wel meer vermeende graven zijn van deze bewuste Jakobus, dat is niet zo bijzonder. Wat me intrigeert is de ‘ste- nen boot’ en dat die ‘vanzelf’ de Galicische kust bereikte. Waren de Phoeniciërs destijds niet heer en meester op de oostelijke Middellandse Zee? En zij kapten nietsontziend de oeroude cederbomen om in de vraag naar scheepshout te voorzien. Hoezo dan schepen van steen? Ik vrees dat de goed- gelovige pelgrim hier slachtoffer wordt van een op verkeerde spaanse & portugese kust vaargebied NOVEMBER 2013 WWW.ZEILEN.NL 124

Transcript of Heerlijke bedevaart

Page 1: Heerlijke bedevaart

Edo Ankum grijpt met beide handen de kans aan om Lady Ann, een elegante ‘modern classic ,́ van Nederland naar de Carieb te varen. Na een haastige voorbe-reiding en de oversteek van de Golf van Biskaje ontstaat ruimte en tijd in het pro-gramma. De Spaanse Ria’s worden ver-kend, de Portugese westkust wordt afge-zakt. Vanaf Lissabon zeilt Lady Ann naar Madeira, een eiland dat overstekende jachten doorgaans ‘rechts’ laten liggen.

TeksT en foTo’s Edo Ankum

Pijpen, daar weet ik alles van.” Ik kijk Piet van opzij argwanend aan. Zo lang kennen we elkaar nog niet en dit is een opmerkelij-ke ontboezeming. We staan in de kathe-draal van Santiago de Compostella. “Kijk dan”, Piet wijst naar boven. Ik scheur me los uit een spontaan opgekomen dagdroom en

volg Piets verrukte blik. Aan weerszijden van de tot in de hemel reikende wanden van het middenschip prijken in spie-gelbeeldige slagorde ontelbare zilver glimmende orgelpijpen. De grootste zou moeiteloos als mast kunnen dienen op een jacht van vijftien meter. Opvallend zijn de als gieken horizon-taal uitstekende buizen. “Spaanse Trompetten”, fluistert Piet me extatisch in het oor. We zijn met honderden (andere) bede-vaartgangers getuige van de mis, met veel Latijn en wierook uit een gigantische van het plafond neerhangende ‘rookboot’ (Botafumeiro). En met bijna oorverdovend klaroengeschal uit die pijpen en trompetten boven ons. Wars van enig religieus besef haak ik na tien minuten af. In Piet is geen beweging te krijgen. Die heeft straks wat uit te leggen.

GeschiedvervalsingEenmaal buiten lees ik op het plein dat de kathedraal een intrigerende oorsprong heeft met zowaar een nautisch tintje. Het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zou zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn aanhangers meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven in de berg Libredón. Over het graf verrees de machtige basiliek waar ik nu naast zit. Nu zullen er op de wereld wel meer vermeende graven zijn van deze bewuste Jakobus, dat is niet zo bijzonder. Wat me intrigeert is de ‘ste-nen boot’ en dat die ‘vanzelf’ de Galicische kust bereikte. Waren de Phoeniciërs destijds niet heer en meester op de oostelijke Middellandse Zee? En zij kapten nietsontziend de oeroude cederbomen om in de vraag naar scheepshout te voorzien. Hoezo dan schepen van steen? Ik vrees dat de goed-gelovige pelgrim hier slachtoffer wordt van een op verkeerde

spaanse & portugese kustvaargebied

november 2013 www.zeilen.nl 124

Page 2: Heerlijke bedevaart

heerlijkebedevaart

Page 3: Heerlijke bedevaart

Ik ben nog nooit ergens met een jacht ‘vanzelf ’ gekomen

je Portosin. Door groen en bosachtig heuvelland, met overal naast de boerenhuizen karakteristieke stenen graanschuren op palen met lange horizontale ventilatiesleuven in de wan-den. Dan vertelt Piet over zijn verleden als organist. Zijn toen-malige orgelleraar is zijn huidige schoonvader. Die reist de hele wereld over om orgels te restaureren. Orgels waren tot de komst van de telegraafmachine de vernuftigste menselijke uit-vinding, met luchtkamers en compressoren, met vele registers die met toetsen en voetpedalen worden bediend en allerlei verschillende pijpen. Daaronder dus die Spaanse Trompetten die door hun bijzondere interne rieten veel luider zijn dan andere pijpen bij dezelfde luchtdruk. De techniek zou uit de tijd stammen dat trompetgeschal ver genoeg over het slagveld moest dragen om te worden gehoord door de vijand, vlak voor een charge. Fascinerend. Er gaat een wereld voor me open.

StapsgewijsTerug aan boord gaan we onder zeil ankerop. Dat klinkt stoer-der dan het is. Het grootzeil blijft onder de huik en zodra het anker vrij is rollen we een klein puntje genua uit. Dat stelt ons in staat Lady Ann voor de wind te manoeuvreren. Dan kan de hele genua uit. De wind is, zoals gebruikelijk in dit seizoen, noord-noordoostelijk, vijf Beaufort. Het is zonnig en we zijn toe aan een verandering van omgeving na dagen voor anker te hebben gelegen bij Portosin, in de Ria de Muros. We sopten de boot, deden allerlei klussen en kwamen even bij van de geslaagde eerste vuurproef: de oversteek van de Golf van Bis-kaje. Nu kunnen we stapsgewijs naar het zuiden en ons opma-ken voor de oversteek van de Atlantische Oceaan. Maar eerst de vermaarde Ria’s.

Pal voor het lapje varen we met zeven knopen de Ria de Muros uit. Dicht onder de hoge wal gaat het spectaculair. We vertrou-wen op de accuraatheid van de digitale kaart en varen strak langs de Punta de Castro met aan stuurboord de hoog uiteen-spattende brekers op de grimmige rotsen van La Baya. Even verderop weer woeste branding op de nog geen mijl uit de kust liggende rotsen van Las Basonas. Het oogt onheilspellend, maar de kaart toont ons feilloos de ondiepten en gevaren. Dus we genieten van het spectaculaire en luie zeilen. De wind draait met de kust mee dus het grootzeil hoeft er niet aan te pas te komen. We ronden Cabo Corrubedo strak in ondiep en helblauw water. Verder gaat het tussen ondieptes, die zich alleen verraden doordat de Atlantische deining er hoog over-heen kruipt. We ronden Islas Sagres en gaan dan pal oost om het zuidelijke puntje heen van het eiland dat de naam aan deze Ria heeft gegeven: het Isla Arousa. De baai ten zuidoos-ten ervan zag er op de kaart aantrekkelijk uit, maar blijkt te zijn ingenomen door de vlotten met ‘mosselen’. We weten niet hoe deze zijn verankerd aan de zeebodem en durven daarom niet te ankeren.

Hete soepWe wijken uit naar het zuidelijker in de baai gelegen St. Martin del Grove. Daar liggen we voor anker voor de haven waar het een komen en gaan is van rondvaartboten en vissersscheepjes, alles in hoog tempo en met flinke hekgolf. Niet echt een blij-

op St. martin del Grove is het een komen en gaan van rondvaartboten en vissersscheepjes.

vertaling berustende geschiedvervalsing. ‘Stone vessel’ is immers Engels voor ‘stenen urn’ en daarin worden stoffelijke overblijfselen bij uitstek vervoerd. En dan het frustrerende ‘vanzelf’. Ik ben nog nooit ergens met een jacht ‘vanzelf’ geko-men. Het kostte me altijd disproportioneel veel tijd, geld en energie. Wisten die discipelen iets dat ik niet weet? Of zaten zij met zijn drieën in die bewuste urn en zijn ze als macabere flessenpost op de zeestromen meegevoerd naar Galicië? Ik lees nog meer wetenswaardigheden die alleen de meest verstokte dogmatici voor zoete koek slikken: ‘De bijnaam “Compostella” komt van Campus Stellae (Sterrenveld), vanwege de ster die het gebeente van Jakobus op deze plaats heeft aangewezen’. Een stout staaltje van hemelse navigatie op de sterren.

Spaanse trompettenPelgrims trekken in rotten van vier aan me voorbij. Ze komen hier tot lichamelijke rust en geestelijke inkeer na hun honder-den kilometers lange martelgang over berg en dal. Weken van boetedoening heeft ze tot één geheel gesmeed. Stevig schoei-sel, kniekousen, rugzak en wandelstok met badges van bezochte steden en landen, knickerbockerachtige broeken en getaande, gebruinde en bebaarde koppen, hier en daar een aangelijnde hond, overwegend vijftigers. Je pikt ze er zo uit, net als zeilers. Nu valt het me op dat ze allemaal een schelp aan hun wandelstok hebben bungelen. Dat zal de pecten jaco-baeus, in het Frans coquille Saint-Jacques, zijn. De sint-jakobs-schelp is het teken van de heilige Jakob, realiseer ik me nu. De ‘pelgrimschelpen’ worden langs de Galicische kust gekweekt op geheime plaatsen, om diefstal te voorkomen. Dus dát hangt onder die honderden mosselvlotten waar we tussendoor zig-zagden met Lady Ann.

Piet staat verlicht en gelouterd naast me. We kopen een fles ingestraald water en reizen met de bus terug naar vissersdorp-

spaanse & portugese kustvaargebied

november 2013 www.zeilen.nl 126

Page 4: Heerlijke bedevaart

Aan alle pelgrimsstokken hangt alvast een St. Jakobsscelp.

de baai van Isla Arousa is ingenomen door mosselvlotten.

de manden voor de mosselen liggen al klaar op de vlotten.

Geankerd bij Portosin.

127www.zeilen.nl november 2013

Page 5: Heerlijke bedevaart

We genieten van het

stabiele weer en

orgelconcerten

Page 6: Heerlijke bedevaart

vertje. Door dus, de volgende ochtend, naar het eiland aan de ingang van de Ria: Isla de Salvora. Een voormalig militair eiland met een groot arsenaal erop, waarvan de pilot meldt: ‘Landing is discouraged’. Altijd een prima reden om een kijkje te gaan nemen. Maar die pilotsoep wordt niet zo heet gegeten als ze in 1995 (het jaar van publicatie van onze pilot) werd opgediend. Het eiland blijkt sinds juni 2002 onderdeel uit te maken van het Nationale park van Atlantische eilanden van Galicië, waartoe ook de even zuidelijker gelegen Ons- en Cies- archipel behoren. Nog geen half jaar nadat de eilanden beschermd natuurgebied werden, verging de onder Griekse vlag varende, in Liberia geregistreerde enkelwandige olietan-ker Prestige. Maar liefst 76.000 kubieke meter ruwe olie stroomde uit het wrak en vervuilde de Galicische kust. Zeevis-serij werd voor zes maanden gestaakt en met man en macht is grote schoonmaak gehouden. Dat is te zien. De ankerplek is prachtig, met uitzicht op het rotsachtige eiland en een klein maagdelijk wit zandstrand. De volgende ochtend worden we hier door een parkwachter opgevangen. Hij ziet door de vin-gers dat we geen vergunning hebben om aan land te gaan. We wandelen over grillig geërodeerde stenen naar de vuurtoren aan de Atlantische kant. Van militairen, van mensen in het algemeen, geen spoor. Toch zouden deze eilanden al sinds de ijzertijd bewoond zijn. Tijdens de middeleeuwen door vrome monniken, die later weer door barbaarse piraten van het eiland verdreven zijn.

De volgende dag zeilen we naar Isla Cies, voor de ingang van Ria de Vigo. We maken een lange wandeling over Rodas strand. Het ruim een kilometer lange strand dat het noordelij-ke eiland met het zuidelijke verbindt is prachtig. Met hoog water stroomt zeewater over het strand en vult het een achter-gelegen lagune. Daar zwemmen kleurrijke vissen in ondiep water. De eilanden zijn grillig en steil aan de oceaankant. Daar huist ’s werelds grootste zeemeeuwenkolonie: 22.000 paren groot. Aan de oostzijde ogen de met naaldbomen begroeide eilandjes aanmerkelijk lieflijker. Alleen is de hori-zon daar wat vervuild door het uitzicht op de grote haven-plaats Vigo.

Onder zegenend oogHet wordt tijd om Spanje voor Portugal te verruilen. We zijn niet zozeer geïnteresseerd in het Portugese vaste land, meer in de Atlantische eilanden. Op de zalige Portugese Noord zeilen we daarom naar Lissabon, met slechts een korte pitstop in Porto. Piet en ik genieten van het stabiele weer, het gemakke-lijke zeilen en van de orgelconcerten van Händel en Bach, met elk zo onze eigen favoriet. In Lissabon bereiden we Lady Ann voor op haar Atlantische oversteek. Geert voegt zich daar bij ons om een stukje mee te varen. Eind oktober vertrekken we vanuit de zielloze Marina Expo en varen over de Taag zeewaarts. Nog voordat de ebstroom ons langs het historische hart van Portugals hoofdstad sleurt, pas-seren we een prachtig oud cruiseschip. Het ligt te verpieteren in een hoek, ondanks de veelbelovende naam Funchal, onze bestemming voor het eerste stuk van vijfhonderd mijl. Even later passeren we de commerciële haven waar diverse contai-

nerschepen laden en lossen. Daarnaast een gigantische moderne variant van Funchal, de kleurrijk geschilderde Aida Blu. Onder het zegenend oog van de tachtig meter hoge Koning Christus, die net als in Rio de Janeiro met de armen wijd vanaf een heuvel over het water uitkijkt, schuiven we onder de majestueuze Brug van de 25e April door. De zeilen gaan omhoog en de motor kan uit. Even later glijden we langs het Padrão dos Descobrimentos, het monument ter ere van de Portugese ontdekkingsreizigers die in de vijftiende en zestien-

de eeuw de wereld verkenden. Het vijftig meter hoge bouw-werk heeft de vorm van een schip met gebolde zeilen. Op het voordek staan 33 helden uit de Portugese geschiedenis: Vasco da Gama, Bartolomeu Dias, Ferdinand Magellaan en voorop Hendrik de Zeevaarder. Ze zwaaien ons vaderlijk uit.

DiesellekEenmaal buiten de riviermonding en voorbij de beschutting van Kaap Cascais blijkt de zee ruiger dan verwacht. Lady Ann gaat flink tekeer op de forse deining. Gelukkig is de wind noor-delijk, en met 25 knopen prima te hebben. Tijdens mijn mid-dernachtelijke wacht hoor ik vaag een brommend geluid: halve minuut wel, minuutje niet. Na even mijn oor tegen verschil-lende kastjes en vloerdelen te hebben gehouden, weet ik het. Er is iets loos in de motorruimte. Ik open het waterdichte toe-gangsluik. Een doordringende diesellucht openbaart zich als een bijna zichtbare geest uit de fles. Helaas bij deze geen ‘Wat wenst mijn meester?’ Wat is hier aan de hand? Bij elke haal van Lady Ann persen zich liters diesel door de lasopeningen in de spanten. Ergens piest het serieus diesel. Ik wek Geert, die als volgende wacht stand-by is. Samen gaan we aan de slag. Bakskist open, stootwillen, huik en zwemvesten eruit, motor-ruimte in. Als ik een zware zeilzak probeer weg te trekken om bij de dagtank te komen, zie ik het. Die zak is op de robuuste scheepsbewegingen uit zijn sjorring wat naar onderen gezakt en is blijven hangen aan het handgreepje van de afsluiter van de dagtank. Daardoor is die afsluiter geopend waardoor de dagtank met inderdaad een ferme piesstraal leegloopt. Dat gebrom dat ik hoorde was de bilgepomp. Hoeveel liter diesel die de oceaan in heeft gepompt, wil ik niet weten. Beschaamd zetten we de bilgepomp uit, zoeken wat lege waterflessen en pakken er een handpompje bij. Voorzichtig pompen we de die-sel in de bilge over in de containers. Geert houdt er steeds één vast, terwijl ik pomp. Een lastige klus op zo’n bokkend schip. We morsen een beetje en het wordt steeds glibberiger om ons heen. In een onbewaakt ogenblik laat Geert zijn voor drie-kwart met diesel gevulde fles even los. Ik vrees dat die omvalt en grijp ernaar. Geert doet net hetzelfde. We knijpen tegelijk allebei te hard in de fles. Diesel spuit eruit, druppelt van het smetteloos witte plafond en glijdt langs de mahoniehouten

Een brommend geluid... er is iets loos in de motorruimte; ergens

piest het serieus diesel

129www.zeilen.nl november 2013

spaanse & portugese kust vaargebied

Page 7: Heerlijke bedevaart

We verruilen Spanje voor Portugal. de ebstroom sleurt ons langs het historische hart van Porto.

In Porto houden we slechts een korte pitstop.

november 2013 www.zeilen.nl 130

spaanse & portugese kustvaargebied

Dolfijnen escorteren ons zo regelmatig dat we er niet eens meer van

opkijken

Page 8: Heerlijke bedevaart

Gebruikte pilots• Atlantic Spain and Portugal: martin Walker/Henry Buchanan/RCC Pilo-tage Foundation; Im-ray, Laurie, norie & Wilson Ltd; 6th Revi-sed edition; April 2011, ISBn 9781846232824• Atlantic Islands: Anne Hammick/RCC Pilotage Foundation; Imray, Laurie, norie & Wilson Ltd; 5th Revised edition; de-cember 2011, ISBn 9781846233364

wand naar beneden. Groene zeep doet wonderen. Na een uur-tje is alles weer aan kant en ga ik te kooi.

Westelijke ochtendzonAls ik zes uur later mijn hoofd weer uit het luik steek, gloort het in het westen. In het westen? De zon moet nu toch opko-men? Is de dieseldamp me naar het hoofd gestegen? Als ik nog eens goed kijk, blijkt dat een wolkenband in het oosten het licht van de opgaande zon afdekt terwijl de westelijke wolken juist door de vroege zonnestralen worden verlicht. Prachtig maar erg verwarrend. Een minuscuul vinkje landt wat onvast op de zeereling. Waar komt die nou zo ver buitengaats van-daan? Een half uurtje later stijgt het beestje weer op. Het vliegt in westelijke richting. Dapper, maar dom. De zeegang is afgenomen en de oceaan ziet er nu een stuk vriendelijker uit. De noordelijke wind is ook afgenomen tot vijftien knopen. Na het ontbijt experimenteren we voor het eerst met de gennaker, een onhandelbaar rood loeder van tweehonderd vierkante meter dat al weken ongeduldig als een gekooide leeuw zijn kans lag af te wachten in de zeilberging. Als hij eenmaal staat en zijn eerste nukken zijn getemd, wor-den de scheepsbewegingen vriendelijker en neemt de vaart bemoedigend toe tot acht knopen. Lady Ann snijdt in stabiele zijligging soepel richting Madeira. We passeren de Gorringe Ridge, een uit de kilometers diepe oceaan omhoog stekend bergmassief. De top ervan, de Gettysburg piek, nadert het wateroppervlak tot op twintig meter. Ongemakkelijk ondiep voelt dat. De namen verwijzen naar de kapitein, respectievelijk het schip, die dit stuk bodem van de Atlantische Oceaan in 1875 in kaart brachten. Onvoorstelbaar wat een werk dat geweest moet zijn. Het zal geen toeval zijn dat het water juist rond deze ondiepte vol leven blijkt. Dolfijnen escorteren ons zo regelmatig dat we er niet eens meer van opkijken. Maar een voor dolfijnen onevenredig forse snuif trekt wel onze aan-dacht. Vijftig meter aan stuurboord steekt een immense zwar-te rug uit het water. Ver voorbij de helft verschijnt daarop een lachwekkend klein rugvinnetje. Daarna nog een stukje rug en dan sluit het water zich weer. Enige dat nog herinnert aan deze plotselinge verschijning is een immense kring in het water, het door de staartvin opgestuwde water. Even later zit-ten we met het walvis-determineer-boekje op het voordek. Het machtige zeezoogdier duikt regelmatig net voor ons op, soms aan bakboord, dan weer aan stuurboord. Opvallend is het verschil in kleur van de onderkaak: de rechterkant daar-van is wit terwijl de linkerkant grijs is. “Typerend voor de Noordse Vinvis, de enige met twee verschillende kleuren onderkaak”, leest Piet voor. Het dier wordt maximaal twintig meter lang en weegt zo’n dertig ton. Net als Lady Ann. Maar het beest kan ook nog eens een ijzingwekkende snelheid van bijna dertig knopen halen en dat hoop ik met Lady Ann nooit te bereiken. Bovendien filtert de bruut dagelijks negenhonderd kilo nietsvermoedende vis, inktvis en krill uit de zee. Als wij één kleine dorade van een paar kilo vangen, zijn we al blij.

Laatste orgelconcertMet de onderzeese bergrug achter ons verdwijnt ook het leven uit de oceaan. De volgende twee dagen zeilen we op een sta-

biele noordelijke wind zuidwestwaarts. De met val en schoten in bedwang gehouden rode leeuw bolt zich likkebaardend naar de onschuldige schapenwolkjes. We lezen, koken, vissen maar het gaat niet van harte. We zitten nog niet in het oceaan-ritme. En voordat we daar echt in komen, zien we ’s nachts recht vooruit een gloed boven de horizon. De lichten van Porto Santo, een eilandje even ten noordoosten van Madeira. Een paar uur later gaan we er bij het eerste ochtendgloren onder zeil voor anker, net buiten de haven in de Baai van Porto Santo aan de beschutte zuidkust. Terwijl het langzaam licht wordt en wij opdoeken, openbaart zich het land aan ons. Het eiland ziet er dor en niet aanlokkelijk uit: lang, kaal en stil. De marina ligt verstopt in de commerciële haven; een betonnen complex dat met name gebruikt wordt door Lobo Marinho, de ferry die Porto Santo met Funchal verbindt. We besluiten het te laten voor wat het is. Na het ontbijt verhuist Piet naar de kuip en draait de volumeknop open voor nog eens een orgelconcert van Händel. Hij playbackt verrukt mee, de blik devoot gericht op de kim. Met weidse armgebaren en strakke voetbewegin-gen gaan alle registers open. Geert en ik laten hem maar even en nemen een frisse duik vanaf het voordek. Straks in Funchal eerst maar even met Piet naar de kathedraal. •

Een uitgelaten rode leeuw.

SPANJE

PORTUGAL

MAROKKO

PORTOSANTO

MADEIRA

Portosin

Porto

Lissabon

St. Martin del Grove

Atlantische Oceaan

Isla de Salvora

Isla de Arousa

Isla CiesNOORWEGEN

Tromsø

Lyngseidet

Uløya

Arnøya

Nordlenangen

NOORWEGEN

ZWEDEN

FINLAND

Straat van GibraltarGROOT-BRITTANNIË

Ria de Muros

Punto de Castro

Ria de Arousa

Ria de Vigo

MurosPortosin

St. Martin del Grove

131www.zeilen.nl november 2013