HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE … en installatiehandleiding... · Vaillant Geyser MAG®...

24
Vaillant Geyser MAG ® NL 9/2 XZ met VATO en TTB HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg- vuldig en geef deze eventueel door aan de volgende eigenaar. MAG 9 1.0

Transcript of HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE … en installatiehandleiding... · Vaillant Geyser MAG®...

Vaillant GeyserMAG® NL 9/2 XZ

met VATO en TTB

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE

Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg-vuldig en geef deze eventueel door aande volgende eigenaar.

MAG 9 1.0

2

Mevrouw, Mijnheer Met de Vaillant geyser Mag bent U in het bezit gekomen van een kwaliteits-product uit het Vaillant productassortiment. Lees voordat U de geyser gaatgebruiken eerst de hoofdstukken:

Algemeen Veiligheidsvoorschriften Bediening

zorgvuldig door. Hierin vindt U alle wetenswaardigheden over het toestel.De andere hoofdstukken van deze handleiding zijn voor de installateur be-doeld die voor de installatie verantwoordelijk is.

InhoudsopgaveAlgemeen Bedieningselementen 3

Aanwijzingen 4Juiste gebruik 4Typeplaatje 5Typeoverzicht 5

Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsaanwijzingen 6Waarschuwingen 7Voorschriften, regels en richtlijnen 7

Bediening Voorbereiding 8In bedrijf nemen 8Warm water tappen 9Uit bedrijf nemen 10Vorstbeveiliging 10Storingen/onderhoud 11Tips voor energiebesparing 11

Installatie Afmetingen 12Toebehoren 12Voorbereiding 12Montage gasstopkraan en wateraansluitingen 13Montage toestel 13Aansluiting voor gas- en waterleiding 14Toestelmantel plaatsen en Afvoeraansluiting 14Bedrijfsgereedstelling 14

Gasinstelling Fabrieksgasinstelling 15Vooronderzoek 15Controle van de gasinstelling 16Controle van de belasting 16Functiecontrole 17Instructie van de gebruiker 17Gasverbruiktabel 17Tabel instellen inspuiterdruk 17

Gasombouw Ombouw van aardgas op flessengas of omgekeerd 18

Controle/Onderhoud TTB-beveiliging 19Onderhoud 19

Storingen Brander, Warmwatertemperatuur, Warmwaterhoeveelheid 21

Technische gegevens z.o.z.

3

ALGEMEEN

Bedieningselementen

5

4

3

6

8

7

10

11 9

1312M

AG

9 1

0.0

3 Koudwatertapkraan*4 Gasschakelaar5 Kijkopening waakvlam6 Temperatuurkiezer7 Warmwatertapkraan*8 Piëzo-ontsteking9 Koudwaterkraan

10 Straalbreker/perlator11 Warmwaterkraan12 Stopkraan13 Stopkraan

* alleen aanwezig bij extra uitvoering met aansluittoebehoren voor direct tappen (details in afbeelding)

Alle schade die ontstaat door het nietnalezen van deze gebruiks- en instal-latiehandleiding valt niet onder degarantie.

Afb. 1

4

ALGEMEEN

Aanwijzingen Eerste installatie

De Vaillant geyser MAG moet dooreen erkend installatiebedrijf geïnstal-leerd worden dat verantwoordelijk isvoor het naleven van de bestaandevoorschriften, regels en richtlijnen.

Fabrieksgarantie

Vaillant verleent U als eigenaar vanhet apparaat naast de wettelijkegaranties een extra fabrieksgarantiedie naar keuze ook tegenover de ver-koper van het apparaat geldt.

De garantietijd bedraagt 1 jaar, tebeginnen op de dag van installatie.

In deze periode worden de aan hetapparaat vastgestelde materiaal- offabricagefouten door onze TechnischeDienst gratis hersteld. Voor fouten dieniet op de genoemde oorzaken beru-sten, bijv. fouten door ondeskundigeinstallatie of een behandeling niet vol-gens de voorschriften, nemen wijgeen verantwoording.

Fabrieksgarantie wordt alleen ver-leend na installatie van het apparaatdoor een erkend installatiebedrijf.

Als werkzaamheden aan het appa-raat niet door onze Technische Dienstworden uitgevoerd, vervalt defabrieksgarantie, tenzij de werkzaam-heden zijn uitgevoerd door eenerkend installatiebedrijf. Aanspraakop de fabrieksgarantie en de geldig-heid van de toelating van het toestelvervallen als in het apparaat onderde-len worden gemonteerd die niet doorVaillant zijn toegestaan.

Niet inbegrepen in de fabrieksgaran-tie zijn claims die meer bedragen danhet gratis opheffen van storingen, bijv.aanspraken op schadevergoeding.

Juiste gebruik De Vaillant doorstroom-toestellen (Vaillant geyser) uit de serie MAG zijnspeciaal voor de bereiding van warmwater op gas ontwikkeld. De montageis aan de wand in de nabijheid vanhet meest gebruikte watertappunt eneen afvoerkanaal. Met de betreffendetoebehoren kan met het toestel directen/of op afstand warm water getaptworden.

De MAG kan in woonhuizen, kelders,bergingen of ruimtes met meerderedoeleinde geïnstalleerd worden,waarbij de betreffende normen envoorschriften aangehouden moetenworden.

De Vaillant geysers mogen alleen voorde bovengenoemde doeleindengebruikt worden.

Elk misbruik van de toepassing is verboden.

5

ALGEMEEN

Typeoverzicht

Tabel 1: Typeoverzicht

Typeplaatje Verklaringen van het typeplaatje van het toestel

De gegevens op het typeplaatje van hettoestel hebben de volgende betekenis:

NL = landaanduiding voor Nederland

9 = Vermogen toestel in kW

…/1 = eengastoestel

…/2 = multigastoestel

X = TTB beveiliging

Z = piëzo-ontsteking

cat. II 2L 3 B/P = Toestel geschikt voor meerdere gassoorten voor aardas en flessen-gas

Typ B 11 BS = Toestel met trekonder-breker en afvoerbewa-kingsinrichting

Vaillant warenkenmerk

VaillantgeyserMAGDe CE-marking geeft aan dat de toe-

stellen MAG 9/2 XZ conform tabel 1voldoen aan de basiseisen van derichtlijn voor gastoestellen (richtlijnen90/396/EWG).

Type Artikel- Toestel- Geschikt Nominaal nummer categorie voor gassort vermogen

af fabriek Pn [kW]

MAG NL 9/2 XZ 304050 II2L 3 B/P 3 B/P 9,4

MAG NL 9/2 XZ-DG 304052 II2L 3 B/P 2 L 9,4

6

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Veiligheidsaanwijzingen Opstelling, instelling

Laat voor Uw eigen veiligheid deinstallatie-, afregel- en reparatiewerk-zaamheden alsmede ingebruiknamedoor een erkend installatiebedrijf uit-voeren. Deze is tevens verantwoordelijkvoor controle en reparatie alsmedewijzigingen van de ingestelde gashoe-veelheid.

Gaslucht

Handel bij gaslucht als volgt:

• doe geen licht aan of uit en gebruikgeen andere electrische schake-laars

• gebruik geen telefoon in het geva-rengebied

• gebruik geen open vuur (bijv. aan-stekers, lucifers)

• rook niet

• draai de gasstopkraan dicht

• zet ramen en deuren open

• waarschuw energiebedrijf oferkend installatiebedrijf

Wijzigingen

Wijzig zelf niets aan of in:

• het toestel

• de toevoerleidingen

• de afvoerleidingen

• de verzegelde instellingen (m.u.v.de erkende installateur of de servicedienst van Vaillant)

Het verbod op wijzigingen geldt ookvoor bouwkundige voorzieningen inde nabijheid van het toestel die deveilige werking van het toestel nadeligkunnen beïnvloeden.

Voorbeelden hiervoor zijn:

• Be- en ontluchtingsopeningen indeuren, plafonds, ramen en wan-den mogen niet afgesloten worden.Bedek bijvoorbeeld geen ont-luchtingsopeningen met kledingstuk-ken. Bij het leggen van nieuwevloerbedekking mogen de ont-luchtingsopeningen aan de onder-kant van de deuren niet afgeslotenof verkleind worden.

• De ongehinderde toevoer van luchtnaar het apparaat mag niet beïn-vloed worden. Let hier in het bijzon-der op bij het neerzetten vankasten, schappen e.d. onder hetapparaat. Er gelden uitvoerings-voorschriften voor het wegwerkenvan het apparaat in een kast. Infor-meer hiernaar bij Uw installatiebe-drijf indien een dergelijke ombouwgewenst is.

• Openingen voor lucht en afvoermoeten vrijgehouden worden. Leterop dat bijv. afdekkingen van openingen door werkzaamhedenaan de buitenmuur weer verwijderd worden.

• De toestellen mogen niet in ruimtesgeïnstalleerd worden van waaruitontluchtingsinstallaties of warme-lucht-verwarmingsinstallatie lucht zuigen met behulp van ventilatoren(bijv. wasemkappen, wasdrogers).

• Bij de inbouw van dubbele begla-zing moet U in samenspraak metUw erkende installateur ervoor zor-gen dat de toevoer van voldoende verbrandingslucht naar het appa-raat gegarandeerd blijft.

Voor wijzigingen aan het toestel of inde nabijheid daarvan moet in iedergeval de erkende installateur inge-schakeld worden.

7

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Veiligheids-aanwijzingen(vervolg)

Explosieve en licht ontvlambare stoffen

Geen explosieve en licht ontvlambarestoffen (bijv. benzine, verven etc.) inde opstellingsruimte van het toestelgebruiken of opslaan.

Inspectie en onderhoud

Laat het toestel éénmaal per jaar con-troleren door een erkende installateur.Sluit hiervoor eventueel een onder-houdscontract af met een erkendinstallatiebedrijf.

Waarschuwingen Verbrandingsgevaar

Let er op dat het water uit de warm-waterkraan heet kan zijn.

Corrosiebescherming

Gebruik geen spuitbussen, oplosmid-delen, chloorhoudende reinigingsmid-delen, verf, lijm, etc. in de nabijheidvan het toestel. Deze stoffen kunnenonder ongunstige omstandigheden totroestvorming - ook in de afvoerinstal-latie - leiden.

Lekken

Bij lekken in de warmwaterleiding tus-sen toestel en tappunten direct dekoudwaterstopkraan aan het toestelsluiten en de lekken door een erkendeinstallateur laten repareren.

Voorschriften, regels en richtlijnen

De installatie van de Vaillant geysermag alleen door een erkende installa-teur uitgevoerd worden.Deze is ook verantwoordelijk voor dejuiste installatie en ingebruikname.

Voor de installatie van de Vaillantgeyser moet eerst de vergunning vanhet energiebedrijf en de regionaleschoorsteenveger verkregen worden.

Voor de installatie moet in het bijzon-der op de volgende van kracht zijndewetten, verordeningen, technischeregels, normen en bepalingen geletworden:

• Brandweerverordening

• De toestellen mogen niet in ruimtesgeïnstalleerd worden van waaruitontluchtingsinstallaties of warme-lucht-verwarmingsinstallatie luchtzuigen met behulp van ventilatoren(bijv. wasemkappen, wasdrogers).

• Er behoeft geen afstand tussen hettoestel en onderdelen van brand-baar materiaal aangehouden teworden omdat bij nominale warm-televering van het toestel een lage-re temperatuur optreedt dan de toe-gestane temperatuur van 85°C.

8

BEDIENING

Waakvlam aansteken

• Druk de draaischakelaar (4) in endraai deze vanuit de UIT-stand •in de ONSTEEK-stand .

• Houd de draaischakelaar (4) indeze positie en druk gelijktijdig depiëzodrukknop (8) enkele malen in.

De waakvlam wordt nu ontstokenwat hoorbaar is aan een klikgeluid.De ontstoken waakvlam is zicht-baar via de kijkopening (5).

Laat de piëzodrukknop (8) los als dewaakvlam brandt.

• Houd de draaischakelaar (4) nogcirca. 10 seconden ingedrukt.

Ontsteekt de waakvlam niet onmid-dellijk, dan moet de draaischake-laar langer in de ontsteekpositieingedrukt blijven om de eventuelelucht uit de waakvlamleiding telaten ontwijken. Deze procedurekan in bepaalde gevallen langerduren wanneer het toestel langeretijd buiten bedrijf is geweest meteen gesloten gasstopkraan. Her-haal in dit geval de hiervoorbeschreven ontsteekprocedure.

Bedrijfsgereed maken

Laat de draaischakelaar (4) los endraai deze vanuit de ONTSTEEK-stand in de stand BEDRIJFSGEREED(maximal vermogen).

De Vaillant geyser gaat in deze stand automatisch in bedrijf als er een warmwaterkraan opengedraaidwordt.

8

4

MA

G 9

13.

0

1

2

MA

G 9

11.

0

Afb. 2

48

5

MA

G 9

12.

0

Afb. 3

Voorbereiding

In bedrijf nemen

Stopkranen openen

• Op de gasstopkraan (1) door degreep in te drukken en deze naarlinks te draaien tot de aanslag(kwart slag).

• Open de koudwaterstopkraan (2)door deze naar links te draaien totaan de aanslag.

Afb. 3.1

UIT-stand

ONTSTEEK-stand

StandBEDRIJFS-GEREED

9

BEDIENING

Warm water tappen

7

1011

12

MA

G 9

14.

0

Afb. 4

• Draai de waterwaterkraan van deVaillant geyser (7) of van een ver-der weg gelegen tappunt (11) -wastafel, gootsteen - naar links. De Vaillant geyser gaat automa-tisch in bedrijf en levert warmwater.

• De Vaillant geyser gaat automa-tisch uit bedrijf als de warmwater-kraan van het toestel (7) of vaneen verder weg gelegen tappunt(11) naar rechts gedraaid wordtom deze te sluiten.

☞ Als het toestel niet in bedrijf gaatbij het warmwatertappen aan eenverder weg gelegen tappunt (11),controleer dan of een eventueelaan het tappunt gemonteerde stop-kraan (12) volledig opengedraaidis.

☞ Verder kan de aan de uitloop (10)van het tappunt gemonteerdestraalbreker/perlator vervuild ofverkalkt zijn. Demonteer in datgeval de straalbreker/perlator enreinig of ontkalk deze met een kalkoplossend middel (azijn).

Koud water tappen of bijmengen

• Draai de koudwaterkraan (3) vanhet toestel en/of de koudwater-kraan van het verder weg gelegentappunt (9) naar links.

☞ Let er op dat de stopkraan (13) isopengedraaid.

3

9

13

MA

G 9

15.

0

Afb. 4.1

6

MA

G 9

16.

0

Afb. 4.2

Watertemperatuur instellen

Met de temperatuurkiezer (6) kunt Ude warmwatertemperatuur variëren:

• Temperatuurkiezer naar rechtsdraaien : temperatuur hoger

• Temperatuurkiezer naar links draaien : temperatuur lager

Tussenliggende standen van detemperatuurkiezer komen overeenmet tussenliggende temperaturen.

10

BEDIENING

4

1. 2.

MA

G 9

18.

0

Uit bedrijf nemen Bedrijfsgereedheid uitschakelen

• Draai de draaischakelaar (4) vanuitde stand BEDRIJFSGEREED naar deONTSTEEK-stand , knop indruk-ken en naar de UIT-stand •draaien.

☞ De gastoevoer naar de brandervan de Vaillant geyser is nu geblok-keerd.

Stopkranen sluiten

• Sluit de gasstopkraan (1) door dezenaar rechts te draaien tot aan deaanslag (kwart slag).

• Sluit de koudwaterstopkraan (2)door deze naar rechts tot aan deaanslag te draaien.

1

2

MA

G 9

19.

0

Afb. 5.1

Afb. 5

Stand BEDRIJFSGEREED

UIT-stand

Vorstbeveiliging

37

19

2

1

6

MA

G 9

20.

0

Afb. 6

• sluit de waterstopkraan (2) doordeze naar rechts tot aan de aans-lag te draaien;

• draai de temperatuurkiezer (6) naarlinks tot aan de aanslag;

• open de warmwaterkran (7) naarlinks draaien tot aan de aanslag.

• open alle warmwaterkranen die opde Vaillant geyser zijn aangeslotenzodat toestel en leidingen geheelleeglopen;

• demonteer de aftapschroef (19)door deze naar links los te draaien;

• stroomt er geen water meer uit dewarmwaterkranen, open dan dekoudwaterkraan (3) en monteer deaftapschroef (19) weer.

Bij het weer in bedrijf nemen moet hettoestel eerst oontlucht worden door derkoudwaterstopkraan (2) te openen.Stroomt er water uit de tappunten, sluitdann de warmwater- en koudwater-kranen. Hierdoor is het zeker dat hettoestel geheel met water is gevuld.

Bij vorstgevaar adviseren wij u om uwVaillant geyser af te tapen.

Voer hiervoor de onderstaandeinstructies uit:

• Sluit de gasstopkraan (1) door dezenaar rechts tot aan de aanslag tedraaien;

11

BEDIENING

Storingen / onderhoud Storingen

Raadpleeg in geval van storingen aanhet toestel Uw installateur.

Neem onder geen enkele voorwaardezelf maatregelen en voer nooit repara-ties aan de Vaillant geyser of deinstallatie zelf uit.

Handel als volgt als gaslucht wordtgeconstateerd:

• doe geen licht aan of uit en gebruikgeen andere electrische schake-laars

• gebruik geen telefoon in het geva-rengebied

• gebruik geen open vuur (bijv. aan-stekers, lucifers)

• rook niet

• draai de gasstopkraan dicht

• zet ramen en deuren open

• waarschuw energiebedrijf oferkend installatiebedrijf

Bij eventuele lekkages in de warmwa-terleidingen moet de koudwaterstop-kraan onmiddellijk worden dichtge-draaid.

Neem de Vaillant geyser pas weer inbedrijf als de storing door een installa-teur is verholpen.

Controle/onderhoud

Om de continuïteit, betrouwbaarheiden lange levensduur te waarborgenadviseren wij U om Uw Vaillant geyserregelmatig te laten controleren/onder-houden door een installatie- of onder-houdsfirma. Het is in vele gevallenmogelijk hiervoor een onderhoudscon-tract af te sluiten.

TTB-beveiliging

Uw Vaillant geyser is uitgevoerd meteen TTB-beveiliging.

Indien bij niet juist aangesloten afvoer-installatie afvoergas in de ruimtestroomt waar het toestel staat opge-steld, schakelt de TTB-beveiliging degastoevoer naar het toestel uit.

Na het uitschakelen van het toesteldoor de TTB-beveiliging kan het toe-stel weer in bedrijf genomen wordenzoals op pagina 8 en 9 is beschrevenna het afkoelen van de TTB-beveili-ging.

Schakel een installateur in als het toe-stel herhaalde malen uitgeschakeldwordt.

Tips voor energiebe-sparing

• Spaar energie door de waakvlamuit te schakelen als het toestel gedu-rende langere tijd niet gebruiktwordt (bijv.‘s nachts).

12

INSTALLATIE

Afmetingen

ToebehorenDe Vaillant geyser MAG 9/2 wordenmit de nodige aansluitingstoebehorengelevert.Andere toebehoren zijn in de prijslistopgenomen.

90

R1/

2"R

1/2"

1

70

86,5

125,5

55

190

97

243

20

22

5

4

87

6

267

357

531

548

32,5

2

21123

25

MA

G 9

51.

0

42

Afb. 7

1 Gasaansluiting2 Koudwateraansluiting 3 Koudwaterkraan 4 Gasschakelaar5 Kijkvenster waakvlam6 Temperatuurkiezer7 Warmwaterkraan8 Piëzo - ontsteker

20 VATO (Valwind Trek Onderbreker)21 Ophangopeningen22 Mantel24 Standaard wateruitloop25 Aansluiting tweede tappunt

Voorbereiding Bij een nieuwe installatie moet eerstde plaats van het toestel wordenbepaald. De plaats word in de meestegevallen bepaald door de moogelijk-heden van het verbrandingsgas-afvoerkanaal waarop het toestel aan-gesloten moet worden. Zie bovenvoor de plaatsbepaling. Het toestelkan met twee ophanghaken aan dewand worden bevestigd, in de achter-wand zijn openingen (21) aange-bracht. Boor hiervor de gaten in de wand volgens het patroon van afb. 8.

R1/2"

R1/2"

32,5

70

28

R1/2"

R1/2"

357

32,5

70

2721

123

13

13

MA

G 9

44.

0

Afb. 8

Let opBij vervanging moeten zowel de gas-stopkraan, de waterstopkraan en deS-bocht gebruikt worden.Het toestel mag niet aan de gas- enwateraansluiting opgehangen worden.

13

INSTALLATIE

65

junta tórica

1

86,5

2

25

57

MA

G 9

45.

0

Afb. 8.1

Montage gasstopkraanen wateraansluitingen(inbouwinstallatie)

• Gasstopkraan (1) met 65 mmafstand von de wand in de gas-leiding schroeven.

• Koudwateraansluiting met water-stopkraan (2) met 57 mm afstandvan de wand in koudwaterleidingvastschroeven.

• Voor het aansluiten van het tweedewarmwatertappunt is een aansluit-stuk of stopkraan verkrijgbaar.

Montage toestel Voor dat het toestel aan de wand kanworden gemonteerd moet de mantelworden verwijderd.

• Trek alle knoppen er af.

• De mantel (22) aan de onderzijdeeen weinig naar voren trekken ennaar boven drukken.

• Hang het toestel op aan de bevesti-gingspunten (21).

22

4

37 6

21

MA

G 9

24.

0

Afb. 8.2

14

INSTALLATIE

Aansluiting voor gas- en waterleiding

25

1

2

33

32

34

35

31 MA

G 9

52.

0

Afb. 8.3

• Sluit de gasstopkraan (1) met O-ring aan op de gasaansluitingvan het toestel.

• Borg de verbinding mit de borg-schroef (33).

• Bij flessengastoestellen levert Vaillanteen gasaansluitstuk (34) met eenstukje leiding (35). Vanaf dit stukjeleiding (35) kan de gasleiding wor-den gemonteerd met een knelkoppe-ling of soldeerverbinding.

• Schroef de wartel van de koudwa-terstopkraan (2) op de koudwa-teraansluiting van het toestel.

• Draai indien noodzakelijk de af-sluitdop (31) van de tweede tap-puntaansluiting van het waterge-deelte (32) af.

•Monteer het aansluitstuk (25) ofstopkraan op de tweede tappunt-aansluiting van het watergedeelte(32).

Toestelmantel plaatsenen Afvoeraansluiting

Bedrijfsgereedstelling De eerste ingebruikname en bedie-ning van het toestel alsmede hetinstrueren van de gebruiker moetendoor een erkende installateur uitgevoerdworden.

Bij de eerste ingebruikname moet hetgas ingesteld worden conform pagina15 - 17.

De verdere ingebruikname/bedieninguitvoeren zoals beschreven op pagina8 en 9.

• De toestelmantel (22) van bovenaan de beide haken (38) hangenen aandrukken.

• Alle knoppen weer opsteken.

• Het verbrandingsgasafvoerkanaal(37) moet voldoen aan de eisen enaanvullingen ven NEN 1078 GAVOen de eisen van het plaatselijke ener-giebedrijf. Let er op dat de alumini-um buis (37) in de kraag (36) vande trekonderbreker (20) valt i.v.m.eventuele condensvorming datonstaat bij het afvoerkanaal. Ditgeldt ook voor de buisverbindingenonderling, de nieuwe buis moet inde voorgaande gestoken worden,gerekend vanaf het toestel.

22

437

6

37

3620

22

38

MA

G 9

26.

0

Afb. 8.4

15

GASINSTELLING

Fabrieksinstelling

Vooronderzoek

Toesteluitvoering voor Aardgas Flessengas

Kenmerk op typeplaatje 2 L, 3 B/P,G 25 – G 30/31–

25 mbar 30 mbar

FabrieksinstellingWobbe-index WS [kwH/m3] 12,4 25,7

Afstelling van de diafragmaring diafragmaringfabrieksinstellingen

Overzicht van de gasinstelling bij levering van het toestel vanaf de fabriek

Toesteluitvoering is niet • Omzetten/aanpassen op conform de plaatselijke aanwezige gassoort conformgasfamilie/gassoort betreffende hoofdstuk.

• Controle van de gasinstelling zoals op pagina16 en functie- controle op pagina 17 beschreven.

Overeenstemming Wobbe-index • Controle van de gasinstelling Ws van het plaatselijke gas met zoals op pagina16 en functie-de op de fabriek ingestelde controle op pagina 17 beschreven.Wobbe-Index Ws

A

B

Gegevens betreffende toesteluitvoering (categorie en ingestelde gassoort) ophet typeplaatje vergelijken met de plaatselijk aanwezige gassoort.

16

GASINSTELLING

• Sluit een U-buis manometer aan.

• Neem het toestel conform degebruiksaanwijzing in gebruik entap warm water.

• Lees de aansluitdruk (gasstroom-druk) af.

Deze dient tussen 20 en 30 mbarte liggen bij de 2. gasfamilie (aard-gas) en bij 30 mbar bij de 3. gas-familie (flessengas).

☞ Bijeen aansluitdruk buiten hetgenoemde bereik mag het toestelniet in gebruik genomen worden.Neem contact op met het energie-bedrijf indien de storing niet verhol-pen kan worden.

• Neem het apparaat uit bedrijf.

• Demonteer de U-buis manometer.

• Schroef de afdichtschroef (42) vanhet gasaansluitdrukmeetpunt weerdicht.

De controle van de gasinstelling verlooptvia de controle van de aansluitdruk.Ga daarbij als volgt te werk:

• Draai de afsluitschroef (42) van hetaansluitdrukmeetpunt geheel los.

3

42

57

32

44

MA

G 9

27.

0

Afb. 9

Controle van de gasinstelling

Zorg ervoor dat er bij de controlegeen andere ander gassen (bijv. fles-sengas-lucht-mengsel) voor piekwarm-tevraag aangevoerd worden. Infor-meer hierover bij het energiebedrijf.Zorg dat er bij de controle geen ande-re apparaten in bedrijf zijn.

• Draai de temperatuurkiezer (6)naar rechts tot aan de aanslag.

• Zoek in de tabel (pag. 17) de juistegasdoorstroomwaarde. Tabelwaar-den in l/min.

• Neem het toestel conform degebruiksaanwijzing in gebruik(pag. 8).

• Warm water tappen met geslotentemperatuurkiezer (min. 2,7 l/min).

☞ Lees na ca. 5 minuten bedrijfsduurvan het toestel de gasdoorstroom-waarde op de meter af en vergelijkdeze met de tabel.

☞ De volgende toleranties zijn toege-staan:

± 5% bij de 2. gasfamilie± 5% bij de 3. gasfamilie

• Apparaat uit bedrijf nemen.

Bij grotere afwijkingen moeten aan dehand van de gasdoorstroomtabel(pag. 17) de inspuiters gecontroleerdworden. Als er geen verklaring voorde afwijking wordt gevonden, raad-pleeg dan de Vaillant Servicedienst.Het toestel mag in geen geval inbedrijf genomen worden voordat hetprobleem is opgelost.

Controle van de belasting (volumetrische methode)

17

GASINSTELLING

Functiecontrole • Controleer het toestel conform degebruiksaanwijzing.

• Controleer het toestel op lekken.

• Controleer de correcte afvoer vanverbrandingsgas aan de trekonderbreker.

• Controleer het functioneren van deTTB-beveiliging. Zie uitvoerige aan-wijzingen op pagina 19.

• Controleer op oververhitting en gelijkmatig vlambeeld van dehoofdbrander.

Instructie van de gebruiker

De gebruiker van het toestel moetingelicht worden over het gebruik enhet functioneren ervan. Daarbij die-nen in het bijzonder de volgendemaatregelen genomen te worden:

• Overhandigen van deze gebruiks-aanwijzing.

• Instructies betreffende de maatrege-len genomen voor afvoer van ver-brandingslucht en afgewerkte gas-sen met bijzonder nadruk op hetfeit dat deze maatregelen niet tennadele gewijzigd mogen worden.

• Attent maken op de noodzaak vanregelmatige controle/onderhoudvan het toestel (controle-/onder-houdscontract).

Gasverbruiktabel

1) 15 °C, 1013 mbar, droog

Gasfamilie Hi kenmerk 2) gashoeveelheidverbrandingswaarde nominale

belasting in L/min1)

kWh/m3 MJ/m3 brander- waakvlam- MAGinspuiters inspuiter 9/2 XZ

2e GasfamilieAardgas

Groep 2L 8,13 29,25 145 30 23,2

3e GasfamilieFlessengas 32,25 116,09 72 18 5,8B/P

2) kenmerk op de inspuiter is de boordiameter x 100.

Tabel instellen inspuiterdruk

Gasfamilie Identificatieletter Wobbe-index Ws Inspuiterdruk bijtoestel [kWh/m3] nominale

belasting in mbar1)2)

MAG9/2 XZ

2e GasfamilieAardgas

Groep 2L 2L 12,4 7,4

3e GasfamilieFlessengas 3 B/P 25,7 30

1) 15 °C, 1013 mbar, droog 2) 1 mbar is met voldoende precisie gelijk aan 10 mm WS.

18

GASOMBOUW

41

55

43

5462

57

40

MA

G 9

28.

0

41

40

Afb. 10

Ombouw van aardgas opflessengas of omgekeerd

De ombouw van de Vaillant geysernaar een andere gassort mag alleenuitgevoerd worden met een door Vail-lant geleverde originelle ombouwset.

• Sluit de gas- en waterstopkraan.

• Neem de mantel van het toestel.

• Schroeven (40) van het verbindingstuk losdraaien.

• Schroeven (41) aan de voorzijdevan de brander losdraaien en de inspuiterrail (55) van de branderafnemen.

• Schroef de branderinspuiters (43) eruit.

• Schroef er nieuwe branderinspui-ters in. (Inspuiterskenmerk volgenstabel op pagina 17 vergelijken)

☞ De inspuiters zijn van metaal en sluitend, ze moeten gasdicht aangedraaid worden maar mogen niet te ver doorgedraaid worden. Afdichtmaterialen zoals kit, hennep etc. mogen niet gebruikt worden.

• Verwissel waakvlaminspuiter (62).(inspuiterkenmerk volgens tabelpagina 17 vergelijken)

• Inspuiterrail (55) weer monteren.

• Branderdruk instellen- afsluitschroef uit het branderdruk-meetpunt schroeven (linkerzijdevan het gasgedeelte)

- U-buismanometer aansluiten- toestel in bedrijf nemen- branderdruk met de instelschroef (44, zie afb. 9 van pag. 16) vande diafragmaring volgens de tabelinspuiterdruk van pagina 17 instellen (naar linksdraaien is openen en naar rechts draaien is sluiten).

- toestel uit bedrijf nemen- instelschroef (44) met lak verzegelen- U-buismanometer verwijderen- afsluitschroef in het branderdruk-meetpunkt schroeven.

• Gasgedeelte controleren op lekkage.

• Ombouwsticker aanbrengen in denabijheid van het typeplaatje.

19

CONTROLE/ONDERHOUD

TTB-beveiliging De MAG gasgeysers zijn van een TTB-beveiliging voorzien. Bij een incorrec-te afvoerinstallatie schakelt deze hettoestel uit als afvoergas de opstelruim-te instroomt.

Functiecontrole

• Sluit afvoerkanaal met het Vaillantgarnituur (99-0301) af.Het Vaillant garnituur om de ver-brandingsafvoer van het toestel afte sluiten is als reserve-onderdeel tekrijgen. Het gebruik wordt in demeegeleverde gebruiksaanwijzingbeschreven.

• Neem het toestel in gebruik.

• Het toestel moet binnen 2 minutenautomatisch uitschakelen.

• Het toestel kan na het afkoelen vande TTB-beveiliging (na een wachttijdvan een paar minuten) door hetopnieuw aansteken weer in gebruikgenomen worden (pag. 8).

Als de TTB niet juist functioneert, maghet toestel niet in bedrijf genomenworden.

Onderhoud Voor het uitvoeren van de volgendeonderhoudswerkzaamheden moet hettoestel eerst afgetapt worden

Schoonmaken van de warmtewisselaar

Let erop als de warmtewisselaar wordtuitgebouwd dat de verwarmings-schacht niet verbogen wordt.

• Bij geringe vervuiling is het vol-doende de lamellen van de warmte-wisselaar met een harde water-straal door te spoelen.

• Bij zware vervuiling kan ook eenzachte, in de handel verkrijgbareborstel gebruikt worden voor hetschoonmaken van de lamellen. Hetlamellenblok het liefst van bovennaar beneden in een bak met heetwater schoonmaken.☞ Druk niet te hard met de borstel.De lamellen mogen in geen gevalverbogen worden!

• Spoel daarna de warmtewisselaaronder stromend water af.

• Bij vervuiling met olieachtige ofvethoudende bestanddelen moet dewarmtewisselaar met een vetoplos-send handafwasmiddel in een heetwaterbad schoongemaakt worden.

• Gebruik in geen geval staalborstels of andere harde borstels voor hetschoonmaken van de warmtewisse-laar.

• Bij het schoonmaken kan een deelvan de beschermlaag losraken. Het functioneren van het toestelwordt daardoor echter niet negatiefbeïnvloed.

• Let er bij de uitbouw en inbouw vande warmtewisselaar op dat verwar-mingschacht en aansluitleidingenniet verbogen worden en dat debranderkamers recht onder de ver-warmingsschacht liggen.

Storing opheffen bijuitgeschakeldetemperatuur begrenzer

Het toestel is voorzien van een tempe-ratuurbegrenzer, die bij oververhittingvan de warmtewisselaar het toestel uitbedrijf neemt.Wanneer de temperatuurbegrenzer is

uitgeschakeld, moeten voor hetopnieuw in bedrijf nemen van het toe-stel, de gas-en waterzijdige functiesgecontroleerd worden. Bij eventuelereparatie alleen originele Vaillanton-derdelen gebruiken.Let op!Wanneer u niet controleert waaromde temperatuurbegrenzer het toesteluitschakelt, kan onverbrand gasvrijkomen, of kunnen lekkages ont-staan.

Voor ontgrandeling van de tempertu-urbegrenzer moet de stift ingedruktworden (zie afbeelding)

De controle en eventuele repara-tie van het toestel, als ook hetontgrendelen van de temperatu-

urbegrenzer mag alleen door een terzake kundig installatiebedrijf uitgevo-erd worden.

20

CONTROLE/ONDERHOUD

Kleinere schaden aan de bescherme-laag van de warmtewisselaar

Kleinere beschadigingen aan debeschermlaag kunnen zonder moeitemet de hiervoor bestemde Supral-stift(onderdeelnr. 99-0310) hersteld worden.

Hiertoe moet de beschadigde plekdroog, schoon en vetvrij zijn. Schudde Supral-stift goed voor gebruik enbreng het beschermingsmateriaal dunen gelijkmatig aan.

☞ De beschermlaag droogt vanzelf enbehoeft geen verdere bewerking.Het toestel kan direct na het behan-delen weer gebruikt worden.

Ontkalken van de warmtewisselaar

Naar gelang de hardheid van hetwater wordt een periodieke ontkal-king van de warmtewisselaar aan-geraden met een in de handel verkrijg-baar ontkalkingsmiddel. Lees debetreffende gebruiksaanwijzing.

Schoonmaken van de brander

Verwijder eventuele verbrandingsres-ten met een messing borstel. Inspui-ters, injectors en waakvlaminspuitereventueel met een zachte penseelschoonmaken en met perslucht uitbla-zen. Bij een sterke vervuiling kan debrander met zeepsop uitgewassenworden en met schoon waternagespoeld worden.

Controle van de waterschakelaar

De waterschakelaar moet geregeld opvervuiling of verkalking gecontroleerdworden.

Reserve-onderdelen

Een lijst met eventueel benodigdereserve-onderdelen staat in de reserve-onderdelen catalogus. Wend U voor vragen tot de Vaillantverkoopkantoren.

Functietest

Voer na controle/onderhoudswerk-zaamheden altijd een functietest uit:

• Neem het toestel in bedrijf.

• Controleer het toestel op lekkages.

• Controleer het functioneren van deTTB-beveiliging (pag. 19).

• Controleer het vlambeeld van dehoofdbrander.

• Controleer de waakvlam.

• Controleer alle besturings- en con-troleïnrichtingen op de juiste instel-ling en het correct functioneren.

• Als het toestel uit bedrijf wordtgenomen, moet na minder dan 60seconden de hoofdgasklep sluiten.

Onderhoud(vervolg)

21

STORINGEN

Brander De brander ontsteekt niet.

• Is de koudwatervoordruk minimaal100 kPa?

• Is de warmwaterkraan ver genoeggeopend?

De brander dooh tijdens warm watertappen.

• Is de warmwaterkraan ver genoeggeopend?

• Is het watergedeelte in orde (vervuild of verkalkt)?

• Zijn de tapkranen of douchekop vrijvan kalkaanslag?

• Is de koudwatervoordruk minimaal100 kPa?

• Is de temperatuurkiezer te verrechtsom gedraaid?

• Is de warmtewisselaar vrij van kalkaanslag?

Warmwatertemperatuur De warmwatertemperatuur is te laag.

• Is de temperatuurkiezer te verlinksom gedraaid?

• Is de branderbelasting goed inge-steld?

• Is de koudwatervoordruk minimaal100 kPa?

• Is de gasvoordruk in orde? (Zie hoofdstuk „Gasinstelling“)

• Zijn de tapkranen en de douchekopvrij van kalkaanslag?

• Is de waterhoeveelheidsregelaarvrij van kalkaanslag?

• Is de warmtewisselaar vrij van kalkaanslog?

De warrnwaterhoeveelheid is te klein.

• Is de temperatuurkiezer te verrechtsom gedraaid?

• Zijn de tapkranen en douchekopvrij van kalkaanslag?

• Is de koud watervoordruk minimaal100 kPa?

• Is het watergedeelte vrij van kalkaanslag?

• Is de warmtewisselaar vrij van kalkaanslag?

De warmwaterhoeveelheid is te groot.

• Is de temperatuurkiezer te verlinksom gedraaid?

• Is de waterhoeveelheidsregelaarvrij van kalkaanslag?

Warmwaterhoeveelheid

De brander ontsteekt explosief ofbrandt niet juist.

• Is de VGA volgens de montage-voorschriften gemonteerd?

• Is de branderbelasting goed inge-steld?

• Is het branderoppervlak schoon?

• Zijn alle branderinspuitersgeplaatst?

• Zijn de juiste branderinspuitersgeplaatst? (Zie gasverbruikstabel pagina 17)

TECHNISCHE GEGEVENS

10.0

01.3

90 N

L.03

833

582

1) Bij het werken met zuivere propaan liggen dewaarden ongeveer 12% lager.

Gas-doorstroomtoestel, type B11BSToesteltype MAG 9/2 XZ

Nominaal vermogen1) (P) 9,4 kW

Nominale belasting1) (Q) 11,1 kW(betrekking hebbend op de verbrandingswaarde Hi)

Warmwaterhoeveelheid bijtemperatuurkiezerpositie „heet“ 2,7 l/mintemperatuurkiezerpositie „warm“ 5,4 l/min

Vereiste minimale waterdruk pü2)

temperatuurkiezerpositie „heet“ ca. 0,35 bartemperatuurkiezerpositie „warm“ ca. 0,8 bar

Max. toegestane waterdruk pü 13 bar

GasaansluitwaardeAardgas Hi = 8,1 kWh/m3 1,39 m3/hFlessengas Hi = 12,8 kWh/kg 0,8 kg/h

Aansluitdruk (dynamische voordruk) püvoor het apparaatAardgas 25 mbarFlessengas 30 mbar

Gewicht ca. 7 kg

Vaillant B.V., Paasheuvelweg 42, Postbus 232501100 DT Amsterdam, tel.: (020) 565 92 00

Vestiging noord: Botterweg 41-43, 8042 PA Zwolle, tel.: (038) 426 89 89Vestiging zuid: Jan Asselbergsweg 58, 5026 Tilburg, tel.: (0135) 94 22 94 02

/99

Wijz

igin

gen

voor

beho

uden

Ged

rukt

op

100%

recy

clin

g pa

pier

Voor schaden die door het niet in achtnemen van deze installatiehandleidingontstaan, nemen wij geen verantwoor-ding.

2) Drukverlies in het toestel bij volledige geopendewarmwaterkraan. Met voor- en nageschakelde lei-dingen dient in het bijzonder rekening gehoudente worden.