Elektrische installatie

477
Elektrische installatie VERLICHTING VOORZIJDE INSTRUMENTEN - DASHBOARD TELEFOON MULTIMEDIA ZEKERINGPLAAT INTERIEUR PARKEERHULP MULTIPLEXSYSTEEM AIRBAG EN GORDELSPANNERS De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. JANUARI 2005 Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan RENAULT s.a.s. EDITION NEERLANDAISE Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van RENAULT s.a.s. © Renault s.a.s. 2005

Transcript of Elektrische installatie

Page 1: Elektrische installatie

Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDE

INSTRUMENTEN - DASHBOARD

TELEFOON

MULTIMEDIA

ZEKERINGPLAAT INTERIEUR

PARKEERHULP

MULTIPLEXSYSTEEM

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld.

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.

JANUARI 2005

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan RENAULT s.a.s.

EDITION NEERLANDAISE

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van RENAULT s.a.s.

© Renault s.a.s. 2005

Page 2: Elektrische installatie

Elektrischeinstallatie

Inhoud

Blz.

80B

83A

VERLICHTING VOORZIJDE

Xenonlampen - Vdiagnr.: 44Inleiding 80B-1Diagnosekaart 80B-6Werking van het systeem 80B-8Aansluitingen van de rekeneenheid 80B-10Vervangen van organen 80B-11Configuratie en inlezen 80B-12Overzicht van de storingen 80B-15Betekenis van de storingen 80B-16Conformiteitscontrole 80B-32Overzicht van de staten 80B-41Betekenis van de staten 80B-42Overzicht van de parameters 80B-56Betekenis van de commando's 80B-57Klachten 80B-58Zoekschema's 80B-59

INSTRUMENTEN - DASHBOARD

Vdiagnr.: 11Inleiding 83A-1Diagnosekaart 83A-6Werking van het systeem 83A-8Aansluitingen van de rekeneenheid 83A-11Vervangen van organen 83A-13Configuratie en inlezen 83A-14Overzicht van de storingen 83A-19Betekenis van de storingen 83A-20Conformiteitscontrole 83A-26Overzicht van de staten 83A-33Betekenis van de staten 83A-34Overzicht van de parameters 83A-46Betekenis van de parameters 83A-47Overzicht van de commando's 83A-49Betekenis van de commando's 83A-50Klachten 83A-52Zoekschema's 83A-54

Blz.

86B

86C

TELEFOON

Inleiding 86B-1Werking van het systeem 86B-6Aansluitingen van de rekeneenheid 86B-10Vervangen van organen 86B-13Configuratie en inlezen 86B-14Overzicht van de storingen 86B-16Betekenis van de storingen 86B-17Conformiteitscontrole 86B-32Overzicht van de staten 86B-35Betekenis van de staten 86B-36Overzicht van de parameters 86B-51Betekenis van de parameters 86B-52Behandeling van de commando's 86B-55Betekenis van de commando's 86B-56Klachten 86B-65Zoekschema's 86B-66

MULTIMEDIA

Programmanr.: 020 - Vdiagnr.: 04Inleiding 86C-1Werking van het systeem 86C-6Aansluitingen van de rekeneenheid 86C-8Vervangen van organen 86C-22Configuratie en inlezen 86C-23Overzicht van de storingen 86C-24Betekenis van de storingen 86C-25Conformiteitscontrole 86C-36Overzicht van de staten 86C-42Betekenis van de staten 86C-43Overzicht van de parameters 86C-50Betekenis van de parameters 86C-51Overzicht van de commando's 86C-54Betekenis van de commando's 86C-55Klachten 86C-64Zoekschema's 86C-66

Page 3: Elektrische installatie

Elektrischeinstallatie

Inhoud

Blz.

87B

87F

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR

Programmanr.: 0031 - Vdiagnr.: 04Inleiding 87B-1Werking van het systeem 87B-6Aansluitingen rekeneenheid 87B-9Configuraties en inlezen 87B-11Overzicht van de storingen 87B-17Betekenis van de storingen 87B-19Overzicht van de staten 87B-67Overzicht van de parameters 87B-70Overzicht van de commando's 87B-71Behandeling van de commando's 87B-73

PARKEERHULP

Rekeneenheid - 1 stekker - Vdiagnr.: 04Inleiding 87F-1Diagnosekaart 87F-6Werking van het systeem 87F-8Aansluitingen rekeneenheid 87F-9Vervangen organen 87F-10Configuraties en inlezen 87F-11Overzicht van de storingen 87F-12Betekenis van de storingen 87F-13Conformiteitscontrole 87F-22Overzicht van de staten 87F-24Betekenis van de staten 87F-25Overzicht van de parameters 87F-30Betekenis van de parameters 87F-31Klachten 87F-33Zoekschema's 87F-34

Blz.

88B

88C

MULTIPLEXSYSTEEM

Inleiding 88B-1Aansluitingen van de rekeneenheid 88B-5Configuratie 88B-6Behandeling van de storingen 88B-8Zoekschema's 88B-12

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Airbag ACU3 - Vdiagnr.: 2CInleiding 88C-1Diagnosekaart 88C-6Werking van het systeem 88C-13Aansluitingen van de rekeneenheid 88C-14Vervangen van organen 88C-16Configuratie en inlezen 88C-17Overzicht van de storingen 88C-19Betekenis van de storingen 88C-20Conformiteitscontrole 88C-66Overzicht van de staten en parameters 88C-67Zoekschema's 88C-68

Page 4: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

180BLAD

Vdiagnr.: 44

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Diagnose assistentie (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), papier (Werkplaatshandboek of

Service Mededeling), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

– CLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len): Laguna II Phase 2Betreffende functie: Xenonlampen

Naam van de rekeneenheid: LADProgrammanr.:VDIAGNR.: 44

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1674 CLIP + CAN-sonde

LAD_V44_PRELI

80B LAD-1

Page 5: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B LAD-2

LADVdiagnr.: 44

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de staten en parameters gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij geen samenhang hebben. Hiermee kunt u:– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde.

Page 6: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B LAD-3

LADVdiagnr.: 44

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Controleer de laadtoestand van de accu en de staat van de zekeringen

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

Page 7: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B LAD-4

LADVdiagnr.: 44

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De elektrische metingen van de spanning, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxidatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

Page 8: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Inleiding 80B

80B LAD-5

LADVdiagnr.: 44

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:– bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk,– bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is,– om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is daarmee

een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– gebruik geschikt gereedschap,– raak de xenonlampen niet met de hand aan, werk niet aan het systeem van de xenonlampen als dit in werking is,

de spanning is 20000 V of hoger.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD.

Page 9: Elektrische installatie

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Xenonlampen

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1079 Geen automatische afstelling van de dimlichten

1081 Automatische afstelling op verkeerde momenten

1082 De dimlichten gaan niet branden

1080 Dimlichten gaan niet uit 1083 De dimlichten gaan af en toe branden

1084 Het bereik van de lichten is te klein

Ander Uw toelichting

Omstandigheden van de klacht

005 rijdend 011 Bij contact aanzetten 009 plotselinge storing

003 Stilstaand 004 af en toe 999 Bij het inschakelen van de grootlichten

Ander Uw toelichting

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek:Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 19Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 10: Elektrische installatie

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Xenonlampen

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer:

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 19Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 11: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Werking van het systeem 80BLAD

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Werking van het systeem

1 - BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM

De te controleren auto heeft het systeem van xenonlampen en bochtlichten.Dit systeem maakt het mogelijk:

– de stand van de koplampen dynamische te corrigeren (Functie LAD),

2 - OPBOUW VAN DE SYSTEMEN

– FUNCTIE XENONLAMPEN (LAD)

Het systeem bestaat uit:– een rekeneenheid die de informatie beheert en de stelmotors aanstuurt,– een opname element wagenhoogte voor op de vooras dat de hoogtevariaties van de carrosserie meet,– een opname element wagenhoogte achter op de achteras dat de hoogtevariaties van de carrosserie meet,– twee motors voor de correctie in de koplampen,– twee spanningstransformators (voorschakeleenheid) die niet controleerbaar zijn,– twee xenonlampen in de koplampen die niet controleerbaar zijn.

3 - STRATEGIE VAN DE WERKING

A - FUNCTIE XENONLAMPEN (LAD)

De gebruiker wil de dimlichten inschakelen met de lichtschakelaar.De wens van de bestuurder wordt ontvangen door de UCH via het multiplexnetwerk van de auto.De UPC geeft het commando voor het inschakelen van de xenonlampen.De rekeneenheid van de xenonlampen geeft het commando voor de motors voor de correctie van de stand van de koplampen.

Handtekening

Bij het inschakelen van de xenonlampen, zetten de koplampen hun "handtekening".Hierbij worden de koplampstelmotors in 3 verschillende standen gezet.De bestuurder wordt geïnformeerd over de goede werking van het systeem.

Als de rekeneenheid defect is, is er geen handtekening bij het inschakelen van de lampen.

De handtekening wordt gezet als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

– schakelaar in stand dimlichten.– systeem is geïnitialiseerd..– stilstaande auto of snelheid < 10 km/u.

80B LAD-8

Page 12: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Werking van het systeem 80B

80B LAD-9

LADVdiagnr.: 44

Dynamische correctie

Deze functie corrigeert de stand van de xenonlampen naargelang de hoogtevariaties van de carrosserie en de rijsnelheid.

Deze informatie wordt gegeven door:– de opname elementen van de wagenhoogte voor en achter,– de ABS-rekeneenheid (informatie snelheid via het CAN netwerk),– het opname element versnelling lengterichting.

De rekeneenheid van de xenonlampen stuurt de correctiemotors aan naargelang de ontvangen informatie, waardoor de stand van de lichtbundel optimaal is onder alle rijomstandigheden.

Snelheidsafhankelijke kanteling

Deze functie zet de correctiemotors (en de lichtbundel) hoger vanaf 30 km/u, voor een beter rijcomfort. De lichtbundel wordt aangepast aan de rijsnelheid.Als de rijsnelheid < 30 km/u, worden de correctiemotors lager gezet.

Dimlicht omhoog

Deze functie zet de lichtbundel van de dimlichten hoger als de "grootlichten" zijn ingeschakeld.Als een stelmotor defect is, is de functie "dimlicht omhoog" uitgeschakeld. De informatie van de storing circuleert over het CAN netwerk en dooft de defecte lamp. De UCH stuurt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel, en de mistlichten voor worden ingeschakeld.

Page 13: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 80B

80B LAD-10

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

a) Zwarte stekker, 12-polig

b) Zwarte stekker, 10-polig

Aansl. Omschrijving

1 Niet aangesloten

2 Signaal CAN H

3 Niet aangesloten

4 Signaal CAN L

5 Analoog signaal opname element achter

6 Voeding + opname elementen

7 + na contact

8 Massa

9 Niet aangesloten

10 Niet aangesloten

11 Analoog signaal opname element voor

12 Massa opname elementen

Aansl. Omschrijving

1 Aansl. 2 correctiemotor links

2 Aansl. 4 correctiemotor links

3 Aansl. 1 correctiemotor links

4 Aansl. 3 correctiemotor links

5 Niet aangesloten

6 Aansl. 3 correctiemotor rechts

7 Aansl. 1 correctiemotor rechts

8 Aansl. 4 correctiemotor rechts

9 Aansl. 2 correctiemotor rechts

10 Niet aangesloten

Page 14: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Vervangen van organen 80B

80B LAD-11

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Vervangen van organen

a) Voorschriften bij het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen:

Na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlamp moet het volgende worden gedaan:– de rekeneenheid toewijzen aan de auto met de configuratie CF001 "Type van de auto",– het systeem initialiseren met de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem".

b) Voorschriften bij het vervangen van een of twee correctiemotors:

Na het vervangen van een correctiemotor moet de koplamp met de hand worden afgesteld.

(Zie MR 385 Mechanisch, 80C, Xenonkoplampen: Afstellen).

c) Voorschriften bij het vervangen van een opname element wagenhoogte:

Na het vervangen van een opname element wagenhoogte moeten de nieuwe parameters van het systeem worden geïnitialiseerd.

Gebruik altijd de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem" na het vervangen van een opname element wagenhoogte.

Page 15: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Configuratie en inlezen 80B

80B LAD-12

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Configuratie en inlezen

Overzicht van de configuratie en het elzen van de configuratie van het systeem:

Deze configuratie moet worden uitgevoerd na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen.Selecteer de gecontroleerde auto en bevestig.Zet het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC001 "Type van de auto".Als het type van de auto niet het gewenste is, voer de configuratie dan opnieuw uit.

Deze configuratie dient voor het activeren van de aanpassing van de lichtbundel aan de beweging van de carrosserie die is geregistreerd door de opname elementen van de hoogte aan de voor- en achterzijde van de auto.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC002 "Dynamische correctie".

De configuratie moet standaard "MET" zijnAls LC002 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF002 "Dynamische correctie" .

Deze configuratie dient voor het aanpassen van de lichtbundel afhankelijk van de rijsnelheid voor een beter rijcomfort.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na de configuratie het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC003 "Automatisch kantelen van de koplampen".

De configuratie moet standaard "MET" zijnAls LC003 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF003 "Automatisch kantelen van de koplampen" .

CF001 en LC001 "Type van de auto": MODUSLaguna II ph2X85:Vel SatisNiet gedefinieerd

BELANGRIJKNa iedere configuratie van het type van de auto, moet een initialisatie van het systeem worden uitgevoerd.Gebruik de parameter VP002 "Initialisatie van het systeem".

CF002 "Dynamische correctie": MET

LC002 "Dynamische correctie": METZONDER

CF003 "Automatisch kantelen van de koplampen": MET

LC003 "Automatisch kantelen van de koplampen": METZONDER

Page 16: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Configuratie en inlezen 80B

80B LAD-13

LADVdiagnr.: 44

Deze functie dient om de lichtbundel van de dimlichten hoger te zetten als de bestuurder de grootlichten inschakelt.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na het commando het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC004 "Dimlicht omhoog".

De configuratie moet standaard "MET" zijnAls LC004 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF004 "Dynamische correctie" .

Deze configuratie dient voor het aansturen van de correctiemotors bij het inschakelen van de xenonlampen.Dit informeert de bestuurder over de goede werking van het systeem en het ontbreken van storingen.Selecteer "MET" om de functie te activeren.Zet na het commando het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en controleer door het lezen van de configuratie LC005 "Handtekening".

De configuratie moet standaard "MET" zijnAls LC005 = "ZONDER" na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, gebruik dan de configuratie CF005 "Handtekening".

CF004 "Dimlicht omhoog": MET

LC004 "Dimlicht omhoog": METZONDER

CF005 "Handtekening": MET

LC005 "Handtekening": METZONDER

Page 17: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Configuratie en inlezen 80B

80B LAD-14

LADVdiagnr.: 44

VP002: Initialisatie van het systeem

Deze parameter wordt gebruikt na het vervangen van de rekeneenheid van de xenonlampen, of van een opname element wagenhoogte.Deze dient voor de toewijzen van de waarden van de werking van de opname elementen wagenhoogte in de beginstand.Dit commando moet worden uitgevoerd in de volgende omstandigheden:

– stilstaande auto,– met + na contact,– geen storing aanwezig in de rekeneenheid,– onbelaste auto,– handrem vrijgezet,– auto op een vlakke en horizontale ondergrond,– versnellingsbak in neutraal.

Zet na het commando het contact uit en wacht op het knipperen van het startvergrendelingslampje.Zet het contact weer aan en raadpleeg de betekenis van de staat ET002 "Initialisatie rekeneenheid".Als de staat ET002 niet "UITGEVOERD" wordt, begin dan de configuratie opnieuw.

Page 18: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de storingen 80B

80B LAD-15

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing CodeBijbehorende

DTCOmschrijving in diagnoseapparaat

DF001 9C05 Rekeneenheid

DF002 9C01 Circuit opname element hoogte voor

DF003 9C00 Circuit opname element hoogte achter

DF004 D200 Informatie snelheid

DF005 9C0A Initialisatie rekeneenheid

DF009 9C04 Circuit correctiemotor links

DF010 9C03 Circuit correctiemotor rechts

DF011 DC05 Informatie positie stuurwiel

DF013 9C08 Voedingsspanning van de rekeneenheid

DF014 9C0B Configuratie rekeneenheid

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 19: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-16

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001 AANWEZIG

REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak de 12-polige zwarte stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen: oxydatie, beschadiging...Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF001P

Page 20: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-17

LADVdiagnr.: 44

DF002 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT HOOGTE VOORCC.1 : kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : waarden buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit of de initialisatie van het systeem.

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte + 12 V van de volgende verbindingen:Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 11 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF002

Page 21: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-18

LADVdiagnr.: 44

DF002

VERVOLG 1

CC.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 11 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de volgende verbindingen:Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 11 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 22: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-19

LADVdiagnr.: 44

DF002

VERVOLG 2

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van het stangetje van de overbrenging van het opname element.

Vervang deze indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte voor los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 11 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte voor zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte voor.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 23: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-20

LADVdiagnr.: 44

DF003 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT HOOGTE ACHTERCC.1 : kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : waarden buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit.

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak het opname element wagenhoogte achter los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte + 12 V van de volgende verbindingen:Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 5 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte achter.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF003

Page 24: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-21

LADVdiagnr.: 44

DF003

VERVOLG 1

CC.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Maak het opname element wagenhoogte achter los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 5 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de volgende verbindingen:Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 5 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte achter.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 25: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-22

LADVdiagnr.: 44

DF003

VERVOLG 2

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van het stangetje van de overbrenging van het opname element.

Vervang deze indien nodig.

Maak het opname element wagenhoogte achter los en controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging), herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 4 Aansl. 5 rekeneenheid

xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 5 Aansl. 6 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Opname element wagenhoogte achter zwarte stekker aansl. 1 Aansl. 12 rekeneenheid xenonlamp zwarte stekker 12-polig

Herstellen indien nodig.

Als al deze controles goed zijn: vervang het opname element wagenhoogte achter.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 26: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-23

LADVdiagnr.: 44

DF004 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

INFORMATIE RIJSNELHEID1.DEF : foute informatie afkomstig van het ABS.

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na een proefrit.

Doe een test van het multiplexnetwerk en behandel de eventuele storingen.Controleer vervolgens de ABS-rekeneenheid, raadpleeg hierbij de diagnose van de betreffende auto.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF004

Page 27: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-24

LADVdiagnr.: 44

DF005 AANWEZIG

INITIALISATIE REKENEENHEID1.DEF : initialisatie rekeneenheid niet uitgevoerd

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

De storing DF005 is direct verbonden met de staat ET002 "Initialisatie rekeneenheid".Als de initialisatie van de rekeneenheid niet is uitgevoerd, gebruik dan het commando VP002 "Initialisatie van het systeem".Ga te werk volgens de procedure in het del "Configuratie en inlezen" in dit document.

Wis na het commando de storingen en controleer of DF005 afwezig is.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF005P

Page 28: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-25

LADVdiagnr.: 44

DF009AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT CORRECTIEMOTOR LINKS1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het inschakelen van de dimlichten,– het commando AC001 "Correctiemotors".

Bijzonderheden:Als de storing is verschenen in de stand dimlichten:– beweegt de correctiemotor links niet meer,– wordt de correctiemotor links niet langer aangestuurd.

Als de storing is verschenen in de stand grootlichten:– wordt de correctiemotor links naar beneden gezet,– wordt de lamp van het dimlicht links uitgeschakeld,– worden de mistlichten voor ingeschakeld,– wordt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel gestuurd.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF009

Page 29: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-26

LADVdiagnr.: 44

DF009

VERVOLG

De storing DF009 verschijnt na:– een onderbreking op de commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting aan + 12 V op een van de commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting tussen 2 commandolijnen van de correctiemotor links,– een kortsluiting aan de massa op een van de commandolijnen van de correctiemotor links.

Maak de 4-polige zwarte stekker van de correctiemotor links los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging...).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden, de isolatie ten opzichte van + 12 V, en de isolatie ten opzichte van de massa van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 2 Aansl. 4 correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 4 Aansl. 3 correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 1 Aansl. 2 correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 3 Aansl. 1 correctiemotor links zwarte stekker 4-polig

Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie tussen iedere commandodraad, stekkers losgenomen.Als twee draden kortsluiting maken, herstel de verstoorde verbindingen.

Als de storing aanhoudt: vervang de correctiemotor links.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 30: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-27

LADVdiagnr.: 44

DF010 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

CIRCUIT CORRECTIEMOTOR RECHTS1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het inschakelen van de dimlichten,– het commando AC001 "Correctiemotors".

Bijzonderheden:Als de storing is verschenen in de stand dimlichten:– beweegt de correctiemotor rechts niet meer,– wordt de correctiemotor rechts niet langer aangestuurd.

Als de storing is verschenen in de stand grootlichten:– wordt de correctiemotor rechts naar beneden gezet,– wordt de lamp van het dimlicht rechts uitgeschakeld,– worden de mistlichten voor ingeschakeld,– wordt een waarschuwingsboodschap naar het instrumentenpaneel gestuurd.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF010

Page 31: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-28

LADVdiagnr.: 44

DF010

VERVOLG

De storing DF010 verschijnt na:– een onderbreking op de commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting aan + 12 V op een van de commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting tussen 2 commandolijnen van de correctiemotor rechts,– een kortsluiting aan de massa op een van de commandolijnen van de correctiemotor rechts.

Maak de 4-polige zwarte stekker van de correctiemotor rechts los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen (oxydatie, beschadiging...).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden, de isolatie ten opzichte van + 12 V, en de isolatie ten opzichte van de massa van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 8 Aansl. 4 correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 6 Aansl. 3 correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 9 Aansl. 2 correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 7 Aansl. 1 correctiemotor rechts zwarte stekker 4-polig

Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie tussen iedere commandodraad, stekkers losgenomen.Als twee draden kortsluiting maken, herstel de verstoorde verbindingen.

Als de storing aanhoudt: vervang de correctiemotor rechts.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

Page 32: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-29

LADVdiagnr.: 44

DF011AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

INFORMATIE POSITIE STUURWIEL1.DEF : multiplexinformatie van producerende rekeneenheid ongeldig

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het verdraaien van het stuurwiel,– een proefrit.

1.DEF ADVIEZENDeze storing ligt buiten het systeem van de xenonlamp.Storing aanwezig op het CAN netwerk van de auto.

Controleer de rekeneenheid van de elektrische stuurbekrachtiging, en raadpleeg de diagnose van de auto.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF011

Page 33: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-30

LADVdiagnr.: 44

DF013 AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDINGSSPANNING REKENEENHEID1.DEF : voedingsspanning te laag2.DEF : voedingsspanning te hoog

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na:– het starten van de motor– het vervangen van de accu.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat van de accu en van het laadstroomcircuit.

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:Veiligheids- en schakeleenheid Aansl. 1 van de 5-polige zwarte stekker van de rekeneenheid

van de xenonlampenMassa van de auto Aansl. 4 van de 5-polige zwarte stekker van de rekeneenheid

van de xenonlampen

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF013

Page 34: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de storingen 80B

80B LAD-31

LADVdiagnr.: 44

DF014 AANWEZIG

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie van de auto niet uitgevoerd

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als de storing DF014 aanwezig is, is de configuratie van de auto niet gedaan.Gebruik de configuratie CF001 "Type van de auto" (zie Configuratie en inlezen).

Controleer na de procedure of het systeem storingen heeft.

NA REPARATIEBehandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.Maak een proefrit gevolgd door een controle met het diagnoseapparaat.

LAD_V44_DF014P

Page 35: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80BLAD

Vdiagnr.: 44 Diagnose - Conformiteitscontrole

HOOFDSCHERM

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Rekeneenheid

ET001:Configuratie

rekeneenheid

UITGEVOERD of

NIET UITGEVOERD

Als de staat ET001 "Niet uitgevoerd" blijft,

raadpleeg de betekenis van de configuratie CF001 "Type van de auto" (zie

Configuratie en inlezen).

ET002:Initialisatie

rekeneenheid

Als de staat ET002 "Niet uitgevoerd" blijft,

raadpleeg de betekenis van het commando

VP002 "Initialisatie van het systeem" (zie

Configuratie en inlezen).

2Voedingsspan-

ningen

PR016:Voedingsspan-ning van de re-

keneenheid10 V < U < 15,5 V

Als een van de spanningen niet conform de vereiste waarden is, raadpleeg de betekenis

van de storing: DF013

"Voedingsspanning rekeneenheid".

PR013:

Voedingsspan-ning opname

elementen wa-genhoogte

4,8 V < U < 5,2 V

LAD_V44_CCONF

80B LAD-32

Page 36: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-33

LADVdiagnr.: 44

HOOFDSCHERM (Vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4 Motor ET018: MotorDraaiend

of Stilstaand

Bij een probleem, voer een test uit van het multiplexnetwerk en

behandel de eventuele storingen.

5 Achteruit ET021:Informatie ach-teruitversnelling

Aanwezig of

Afwezig

Bij een probleem, voer een test uit van het multiplexnetwerk en

behandel de eventuele storingen.

6 Rijsnelheid PR006: Rijsnelheid 0 km/u

Als de parameter PR006 onsamenhangend is, voer

een test uit van het multiplexnetwerk, en

controleer het ABS circuit om de conformiteit van het

signaal rijsnelheid te controleren.

7 Dimlichten ET016: DimlichtenAAN

of UIT

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk, en controleer het huis met hulporganen interieur.

Zie MR 387 diagnose, 87C, Betekenis van de

storingen.

Page 37: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-34

LADVdiagnr.: 44

HOOFDSCHERM (Vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

8 Grootlichten ET017: GrootlichtenAAN

of UIT

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk, en controleer het huis met hulporganen interieur.

Zie MR 387 diagnose, 87C, Betekenis van de

storingen.

Page 38: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-35

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: STAND VERLICHTING

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Voedings-

spanning sen-sors

PR013:

Voedingsspan-ning opname

elementen wa-genhoogte

4,8 V < U < 5,2 V

Als de voedingsspanning niet binnen het werkgebied ligt, controleer het

laadstroomcircuit en de staat van de accu.

2Informatie

stand opname elementen

PR011:

Informatie opname

element hoogte voor

12,5 % < X < 87,5 %

Als de waarden van de werking van de opname

elementen van de hoogte buiten de toleranties zijn, raadpleeg de betekenis

van de storingenDF002 "Circuit opname element hoogte voor"

en DF003 "Circuit opname element hoogte achter".

PR012:

Informatie opname

element hoogte achter

3Stand

correctiemotors

PR008:Stand

correctiemotor rechts

PR008 = PR021 ±±±± 3 stappen

PR009 = PR022 met ±±±± 3 stappen

0 stappen < X < 260 stappen

Als de waarden van de werking van de

correctiemotors buiten de toleranties zijn, raadpleeg

de betekenis van de storingen

DF009 "Circuit correctiemotor links"

en DF010 "Circuit correctiemotor rechts".

PR009:Stand

correctiemotor links

PR021:

Berekende stand

correctiemotor links

PR022:

Berekende stand

correctiemotor rechts

Page 39: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-36

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: STAND VERLICHTING (vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4Commando's

stelmotorsAC001: Correctiemotors

Met dit commando kan de werking van de

correctiemotors getest worden.

Als tijdens het commando AC001, de

correctiemotors zich niet verplaatsen, raadpleeg de

betekenis van het commando AC001.

Page 40: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-37

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: REGELING VERLICHTING

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Parameters

rekeneenheid

ET002:Initialisatie

rekeneenheidDe staat ET002 moet zijn "UITGEVOERD"

Als de staat ET002 "NIET UITGEVOERD" is,

gebruik dan het commando VP002

"Initialisatie van het systeem"

(zie Configuratie en inlezen).

ET001:Configuratie

rekeneenheidDe staat ET001 moet zijn "UITGEVOERD"

Als de staat ET001 "NIET UITGEVOERD" is,

gebruik dan het commando CF001 "Type

van de auto"(zie Configuratie en

inlezen).

2Voedingsspan-

ningen

PR016:Voedingsspan-ning van de re-

keneenheid10 V < U < 15,5 V

Als een van de spanningen niet conform de vereiste waarden is, raadpleeg de betekenis

van de storing: DF013

"Voedingsspanning rekeneenheid".

PR013:

Voedingsspan-ning opname

elementen wa-genhoogte

4,8 V < U < 5,2 V

Page 41: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-38

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: REGELING VERLICHTING (vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4Dimlicht omhoog

ET010:Dimlicht

omhoog rechtsDe staten ET010 en

ET009 moeten "STAAT3" zijn als de

auto stilstaat.

Als de staat ET010 of ET009 niet "STAAT3" is, raadpleeg de betekenis van de staten ET010 en ET009 om de strategie van de werking van het

dimlicht omhoog te weten.

ET009:Dimlicht

omhoog links

Page 42: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-39

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: REGELING VERLICHTING (vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

5Dynamische

correctie

ET005: Correctie rechtsDe staten ET005 en

ET004 moeten "ACTIEF" zijn als de

auto stilstaat.

Als de staat ET005 of ET004 niet "ACTIEF" is, raadpleeg de betekenis van de staten ET004 en ET005 om de strategie van de werking van de

dynamische correctie te weten.

ET004: Correctie links

6 Rijsnelheid PR006: Rijsnelheid 0 km/u

Als de parameter PR006 onsamenhangend is, voer

een test uit van het multiplexnetwerk, en

controleer het ABS circuit om de conformiteit van het

signaal rijsnelheid te controleren.

Page 43: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Conformiteitscontrole 80B

80B LAD-40

LADVdiagnr.: 44

SUBFUNCTIE: COMMANDO VERLICHTING (vervolg)

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Omstandigheden: Contact aan, dimlichten branden.

Volg-orde

FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

3 Dimlichten

ET016: Dimlichten INGESCHAKELD

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk, en controleer het huis met hulporganen interieur.Zie MR 387 diagnose, 87C, Betekenis van de

storingen.

ET008:Verzoek

uitschakelen dimlichten

NEEOF

STAAT 1OF

STAAT 2OF

STAAT 3

Als een correctiemotor defect is, onderbreekt de rekeneenheid in de stand grootlicht de voeding van de lamp die bij de defecte

motor hoort.Bij een probleem,

raadpleeg de betekenis van de staat ET008.

5 Grootlichten ET017: GrootlichtenINGESCHAKELD

OFUIT

Bij een probleem, voer een test uit van het

multiplexnetwerk, en controleer het huis met hulporganen interieur.Zie MR 387 diagnose, 87C, Betekenis van de

storingen.

Page 44: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de staten 80B

80B LAD-41

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Configuratie rekeneenheid

ET002 Initialisatie rekeneenheid

ET004 Correctie links

ET005 Correctie rechts

ET008 Verzoek uitschakelen dimlichten

ET009 Dimlicht omhoog links

ET010 Dimlicht omhoog rechts

ET016 Dimlichten

ET017 Grootlichten

ET021 Informatie achteruitversnelling

Page 45: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-42

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de staten

ET001

CONFIGURATIE REKENEENHEID

ADVIEZENET001 "CONFIGURATIE VAN DE REKENEENHEID" geeft de werking van het systeem en staat de initialisatie van de rekeneenheid toe.

VERBODEN

Als de staat ET001 "VERBODEN" is, kan de rekeneenheid niet worden geïnitialiseerd.

Mogelijke oorzaken:– Configuratie niet uitgevoerd tijdens poging tot configureren.– Snelheid niet nul tijdens poging tot initialisatie.– Storing opname element of waarde opname element buiten bereik tijdens poging tot initialisatie.

Controleer de opname elementen van de hoogte.Controleer de configuratie.

Na de reparatie, voer de initialisatie van het systeem uit door middel van het commando VP002.

Na afloop van het procedure moet de staat ET001 "TOEGESTAAN" zijn.

TOEGESTAAN

Als de staat ET001 "TOEGESTAAN" is, dan is de initialisatie van het systeem mogelijk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET001

Page 46: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-43

LADVdiagnr.: 44

ET002

INITIALISATIE REKENEENHEID

ADVIEZENAls ET002 "INITIALISATIE REKENEENHEID" "VERBODEN" is, dan is de ’initialisatie van het systeem niet mogelijk.

NIET UITGEVOERD

Als de staat ET002 "NIET UITGEVOERD" is, dan is de initialisatie van de rekeneenheid niet uitgevoerd.De storing DF014 "Configuratie rekeneenheid" is aanwezig, en de werking van het systeem is uitgeschakeld.Gebruik de configuratie CF001 "Type van de auto" volgens de methode in het deel "Configuratie en inlezen".

Na afloop van het procedure moet de staat ET002 "UITGEVOERD" zijn.

UITGEVOERD

Als de staat ET002 "UITGEVOERD" is, dan is de initialisatie van de rekeneenheid niet uitgevoerd en het systeem werkt normaal.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

LAD_V44_ET002

Page 47: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-44

LADVdiagnr.: 44

ET004

CORRECTIE LINKS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

ACTIEF

De staat ET004 is "ACTIEF" als de correctiemotor links wordt aangestuurd door de rekeneenheid:– bij het inschakelen van de dimlichten,– tijdens de correctie van de lichtbundel.

STAAT1: INITIALISATIE

De staat ET004 is "STAAT1" als het systeem in de initialisatiefase is.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT2: WACHTEN VAN DE DIMLICHTEN

De staat ET004 is "STAAT2" als de dimlichten uit zijn.Het correctiesysteem is standby.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT3: REFERENTIEFASE

De staat ET004 is "STAAT3" als de rekeneenheid de handtekening van het systeem toestaat.Deze staat is maar kort zichtbaar.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

LAD_V44_ET004

Page 48: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-45

LADVdiagnr.: 44

ET004

VERVOLG 1

STAAT4: HANDTEKENINGFASE

De staat ET004 is "STAAT4" tijdens de handtekening. De handtekening bestaat uit het aansturen van de correctiemotor op 3 verschillende hoogtes bij het inschakelen van de dimlichten.Hiermee kan de werking van het systeem worden gecontroleerd gezien worden of er een storing is (zie Werking systeem).

STAAT5: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING

Als er een storing is in de correctiemotors, wordt de voeding van de motors onderbroken en blijven zij in vaste stand staan.De staat ET004 wordt "STAAT5". Er gaat geen enkel commando naar de correctiemotor links.

STAAT6: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING VERSTREKEN

Het bevriezen van de commando's is beëindigd, het systeem gaat over naar het noodprogramma.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 49: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-46

LADVdiagnr.: 44

ET004

VERVOLG 2

STAAT7: NOODPROGRAMMA

De staat ET004 is "STAAT7" als:– de correctiemotor links een storing heeft,– het opname element wagenhoogte achter een storing heeft,– de voeding van de rekeneenheid is < 10 V meer dan 10 s.Raadpleeg de eventuele storingen, en raadpleeg hun betekenis indien nodig.Als het systeem geen storing heeft, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

STAAT8: BEVRIEZEN DIMLICHT OMHOOG

De staat ET004 is "STAAT8" als:– het systeem in de fase dimlicht omhoog is,– de correctiemotor links een storing heeft in de stand grootlichten.De functie dimlicht omhoog is uitgeschakeld tot de reparatie.De correctiemotor aan de andere kant wordt omlaag gezet.Het systeem gaat over op het noodprogramma.

STAAT9: NOODPROGRAMMA DIMLICHT OMHOOG

De functie dimlicht omhoog is niet meer effectief op de correctiemotor links.De correctiemotor wordt niet meer aangestuurd, ongeacht de omstandigheden.De motor blijft in een stand staan.De voeding van de gloeilamp van het dimlicht links is uitgeschakeld.De mistlichten voor worden ingeschakeld.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 50: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-47

LADVdiagnr.: 44

ET005

CORRECTIE RECHTS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

ACTIEF

De staat ET004 is "ACTIEF" als de correctiemotor rechts wordt aangestuurd door de rekeneenheid:– bij het inschakelen van de dimlichten,– tijdens de correctie van de lichtbundel.

STAAT1: INITIALISATIE

De staat ET005 is "STAAT1" als het systeem in de initialisatiefase is.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT2: WACHTEN VAN DE DIMLICHTEN

De staat ET005 is "STAAT2" als de dimlichten uit zijn.Het correctiesysteem is standby.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de beginstanden van de correctiemotors en van de opname elementen van de hoogte.

STAAT3: REFERENTIEFASE

De staat ET005 is "STAAT3" als de rekeneenheid de handtekening van het systeem toestaat.Deze staat is maar kort zichtbaar.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

LAD_V44_ET005

Page 51: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-48

LADVdiagnr.: 44

ET005

VERVOLG 1

STAAT4: HANDTEKENINGFASE

De staat ET005 is "STAAT4" tijdens de handtekening. De handtekening bestaat uit het aansturen van de correctiemotor op 3 verschillende hoogtes bij het inschakelen van de dimlichten.Hiermee kan de werking van het systeem worden gecontroleerd gezien worden of er een storing is (zie Werking systeem).

STAAT5: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING

Als er een storing is in de correctiemotors, wordt de voeding van de motors onderbroken en blijven zij in vaste stand staan.De staat ET005 wordt "STAAT5". Er gaat geen enkel commando naar de correctiemotor rechts.

STAAT6: BEVRIEZEN VOEDING TIJDSCHAKELING VERSTREKEN

Het bevriezen van de commando's is beëindigd, het systeem gaat over naar het noodprogramma.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 52: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-49

LADVdiagnr.: 44

ET005

VERVOLG 2

STAAT7: NOODPROGRAMMA

De staat ET005 is "STAAT7" als:– de correctiemotor rechts een storing heeft,– het opname element wagenhoogte achter een storing heeft,– de voeding van de rekeneenheid is < 10 V meer dan 10 s.Raadpleeg de eventuele storingen, en raadpleeg hun betekenis indien nodig.Als het systeem geen storing heeft, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

STAAT8: BEVRIEZEN DIMLICHT OMHOOG

De staat ET005 is "STAAT8" als:– het systeem in de fase dimlicht omhoog is,– de correctiemotor rechts een storing heeft in de stand grootlichten.De functie dimlicht omhoog is uitgeschakeld tot de reparatie.De correctiemotor aan de andere kant wordt omlaag gezet.Het systeem gaat over op het noodprogramma.

STAAT9: NOODPROGRAMMA DIMLICHT OMHOOG

De functie dimlicht omhoog is niet meer effectief op de correctiemotor rechts.De correctiemotor wordt niet meer aangestuurd, ongeacht de omstandigheden.De motor blijft in een stand staan.De voeding van de gloeilamp van het dimlicht rechts is uitgeschakeld.De mistlichten voor worden ingeschakeld.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 53: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-50

LADVdiagnr.: 44

ET008

VERZOEK UITSCHAKELEN DIMLICHTEN

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

NEE

De staat ET008 is "NEE" tijdens de normale werking van het systeem.Het systeem heeft geen storing.

STAAT1: LINKS

De staat ET008 is "STAAT1" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op het circuit van de correctiemotor links.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilamp van het dimlicht links.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

STAAT2: RECHTS

De staat ET008 is "STAAT2" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op het circuit van de correctiemotor rechts.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilamp van het dimlicht rechts.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

LAD_V44_ET008

Page 54: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-51

LADVdiagnr.: 44

ET008

VERVOLG

STAAT3: TWEE KANTEN

De staat ET008 is "STAAT3" als een storing is gedetecteerd in de stand grootlichten op de 2 circuits van de correctiemotors.De rekeneenheid onderbreekt de voeding van de gloeilampen van de dimlichten.Het systeem is dan in een noodprogramma, de rekeneenheid vraagt om het inschakelen van de mistlichten voor.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 55: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-52

LADVdiagnr.: 44

ET009

DIMLICHT OMHOOG LINKS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

UITGESCHAKELD

De staat ET009 is "UITGESCHAKELD" als de gebruiker de grootlichten uitschakelt.

ACTIEF

De staat ET009 is "ACTIEF" als het systeem bezig is met de initialisatie.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de werkgebieden van de correctiemotors en van de opname elementen van het systeem.

STAAT1: RIJPROGRAMMA

De staat ET009 is "STAAT1" als de functie "dimlicht omhoog" actief is en als de rijsnelheid > 10 km/u.De lichtbundel van de dimlichten gaat omhoog als de bestuurder de grootlichten inschakelt en de dynamische correctie actief is.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

LAD_V44_ET009

Page 56: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-53

LADVdiagnr.: 44

ET009

VERVOLG

STAAT2: STILSTAND

De staat ET009 is "STAAT2" als de functie "dimlicht omhoog" inactief is:– rijsnelheid < 10 km/u,.– grootlichten uit.De dynamische correctie is actief en lichtbundel is iets hoger.

STAAT3: SCHRIJVEN EEPROM

De staat ET009 is "STAAT3" als de rekeneenheid van de xenonlampen bezig is met de configuratie.Deze staat is niet zichtbaar in het diagnoseprogramma.

STAAT4: NOODPROGRAMMA

De staat ET009 is "STAAT4" als een storing is gedetecteerd op de correctiemotor links in de stand grootlichten.De lamp van het dimlicht links wordt uitgeschakeld, en de mistlichten voor krijgen voeding.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 57: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-54

LADVdiagnr.: 44

ET010

DIMLICHT OMHOOG RECHTS

ADVIEZENDoe deze controles alleen als de staat niet overeenkomt met de werkomstandigheden van het systeem.

UITGESCHAKELD

De staat ET010 is "UITGESCHAKELD" als de gebruiker de grootlichten uitschakelt.

ACTIEF

De staat ET010 is "ACTIEF" als het systeem bezig is met de initialisatie.De rekeneenheid wordt geïnformeerd over de werkgebieden van de correctiemotors en van de opname elementen van het systeem.

STAAT1: RIJPROGRAMMA

De staat ET010 is "STAAT1" als de functie "dimlicht omhoog" actief is en als de rijsnelheid > 10 km/u.De lichtbundel van de dimlichten gaat omhoog als de bestuurder de grootlichten inschakelt en de dynamische correctie actief is.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

LAD_V44_ET010

Page 58: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de staten 80B

80B LAD-55

LADVdiagnr.: 44

ET010

VERVOLG

STAAT2: STILSTAND

De staat ET010 is "STAAT2" als de functie "dimlicht omhoog" inactief is:– rijsnelheid < 10 km/u,.– grootlichten uit.De dynamische correctie is actief en lichtbundel is iets hoger.

STAAT3: SCHRIJVEN EEPROM

De staat ET010 is "STAAT3" als de rekeneenheid van de xenonlampen bezig is met de configuratie.Deze staat is niet zichtbaar in het diagnoseprogramma.

STAAT4: NOODPROGRAMMA

De staat ET010 is "STAAT4" als een storing is gedetecteerd op de correctiemotor rechts in de stand grootlichten.De lamp van het dimlicht rechts wordt uitgeschakeld, en de mistlichten voor krijgen voeding.

NA REPARATIEWis eventueel aanwezige storingen.Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

Page 59: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Overzicht van de parameters 80B

80B LAD-56

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Overzicht van de parameters

Overzicht van de parameters van het systeem:

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR004 Referentiehoogte achter

PR005 Referentiehoogte voor

PR006 Rijsnelheid

PR008 Stand correctiemotor rechts

PR009 Stand correctiemotor links

PR011 Informatie opname element hoogte voor

PR012 Informatie opname element hoogte achter

PR013 Voedingsspanning opname elementen wagenhoogte

PR014 Offset snelheidsafhankelijke kanteling

PR016 Voedingsspanning van de rekeneenheid

PR021 Berekende stand correctiemotor links

PR022 Berekende stand correctiemotor rechts

Page 60: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Betekenis van de commando's 80B

80B LAD-57

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Betekenis van de commando's

AC001

CORRECTIEMOTORS

Met dit commando kan het commandocircuit van de correctiemotors gecontroleerd worden.Selecteer het tabblad actuator van het diagnoseapparaat.Selecteer het commando AC001.Tijdens het commando, moeten de correctiemotors zich verplaatsen.Schakel de lichten indien nodig in voor het controleren van de hoogteverandering van de lichtbundel.

Als een van de 2 motors, of als de 2 motors zich niet verplaatsen, controleer de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Correctiemotor links:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 3 Aansl. 1 correctiemotor linksRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 1 Aansl. 2 correctiemotor linksRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 4 Aansl. 3 correctiemotor linksRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 2 Aansl. 4 correctiemotor links

Als de geleidingen conform zijn, vervang de correctiemotor links.

Correctiemotor rechts:Rekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 7 Aansl. 1 correctiemotor rechtsRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 9 Aansl. 2 correctiemotor rechtsRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 6 Aansl. 3 correctiemotor

rechtsRekeneenheid xenonlampen zwarte stekker 10-polig aansl. 8 Aansl. 4 correctiemotor

rechts

Als de geleidingen conform zijn, vervang de correctiemotor rechts.

NA REPARATIEVoer een controle uit met het diagnoseapparaat.Behandel de eventuele storingen.

LAD_V44_AC001

Page 61: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Klachten 80B

80B LAD-58

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Klachten

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID VAN DE XENONLAMPEN

ZOEKSCHEMA 1

GEEN HOOGTECORRECTIE VAN EEN OF VAN DE TWEE KOPLAMPEN ONGEACHT DE BELASTING VAN DE AUTO

ZOEKSCHEMA 2

VERBLINDING OF TE LAGE STAND VAN EEN OF VAN DE KOPLAMP(EN) ZOEKSCHEMA 3

NA REPARATIEVoer een controle uit met het diagnoseapparaat.Behandel de eventuele storingen.

Page 62: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Zoekschema's 80B

80B LAD-59

LADVdiagnr.: 44 Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 Geen communicatie met de rekeneenheid van de xenonlampen

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Maak de 12-polige zwarte stekker van de rekeneenheid van de xenonlampen los.Controleer de staat van de stekkerverbindingen: geen oxydatie, beschadigde contacten...Herstellen indien nodig.

Controleer de accuspanning en voer de nodige werkzaamheden uit om de spanning op de juiste waarde te krijgen (9,5 V < U accu < 16 V).

Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F106 15A.Vervang deze indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:UPC zwarte stekker 6-polig aansl. 1 Aansl. 7 Rekeneenheid xenonlampen

zwarte stekker 12-poligUPC bruine stekker 12-polig aansl. 11 Aansl. 7 Rekeneenheid xenonlampen

zwarte stekker 12-poligRekeneenheid xenonlamp zwarte stekker aansl. 8 Massa auto

Controleer de geleiding van de verbindingen CAN H en CAN L:UPC witte stekker 12-polig aansl. 5 Aansl. 2 Rekeneenheid xenonlampen

zwarte stekker 12-poligUPC witte stekker 12-polig aansl. 10 Aansl. 4 Rekeneenheid xenonlampen

zwarte stekker 12-polig

Herstellen:Controleer de voedingen en de massa's van de diagnoseaansluiting:– de + 12 V + voor contact op aansl. 16– de + 12 V + na contact op aansl. 1– de massa op aansl. 4 en 5.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een controle uit met het diagnoseapparaat.Behandel de eventuele storingen.

LAD_V44_ALP1

Page 63: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Zoekschema's 80B

80B LAD-60

LADVdiagnr.: 44

ZOEKSCHEMA 2Geen hoogtecorrectie van een of van de twee koplampen

ongeacht de belasting van de auto

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer de handtekening bij het inschakelen van de dimlichten stilstaand. Als de handtekening niet wordt uitgevoerd, kunnen de correctiemotors of een van de onderdelen van het systeem defect zijn.

Controleer de conformiteit en de staat van de zekering F106 15A.Vervang deze indien nodig.

Gebruik het commando AC001 "Correctiemotors" voor het controleren van de werking van de correctiemotors.Als er niets gebeurd tijdens het commando, raadpleeg de betekenis van het commando AC001 "Correctiemotors".

Controleer de conformiteit van de parameters PR011 en PR012 "Informatie opname element hoogte voor en achter".

Controleer de staat van de verbindingsstangetjes van de opname elementen van de hoogte: vastklemmen, losgeschoten kogeldraaipunt, beschadiging van het opname element en elektrische aansluiting.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een controle uit met het diagnoseapparaat.Behandel de eventuele storingen.

LAD_V44_ALP1

Page 64: Elektrische installatie

VERLICHTING VOORZIJDEDiagnose - Zoekschema's 80B

80B LAD-61

LADVdiagnr.: 44

ZOEKSCHEMA 3 Verblinding of te lage stand van een of van de koplamp(en)

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer of de koplampen correct zijn gemonteerd.

Controleer of de koplampen rechts en links even hoog schijnen.Als de hoogtes van de koplampen verschillend zijn, stel de koplampen dan met de hand af.

Controleer de mechanische elementen van het systeem (steun opname elementen, verbindingsstangetjes).Herstellen indien nodig.

Initialiseer het systeem met het commando VP002 (zie de procedure in het deel Configuratie en inlezen).

Schakel de dimlichten in en gebruik het commando AC001 "Correctiemotors".Als de correctiemotors aangestuurd worden maar de lichtbundel niet beweegt, controleer dan de staat van de verbindingsstangetjes correctiemotor/koplamp.Vervang de defecte correctiemotor(s).Als de motors niet worden aangestuurd, vervang de defecte correctiemotor(s).Als de correctiemotors worden aangestuurd en de stand van de lichtbundel verandert, stel de koplampen dan met de hand af.

NA REPARATIEVoer een controle uit met het diagnoseapparaat.Behandel de eventuele storingen.

LAD_V44_ALP3

Page 65: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-1

183AX74 ph2

Vdiagnr.: 11INSTRUMENTEN - DASHBOARD

Diagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatieMethodes van de diagnose (dit document):

– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.Elektrische schema's:

– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model: LAGUNA II Phase 2

Betreffende functie: Automatische parkeerrem

Naam van de rekeneenheid: FPA

Vdiagnr.: 08

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

TDB_V04_PRELI

Page 66: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-2

X74 ph2Vdiagnr.: 11

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

Page 67: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-3

X74 ph2Vdiagnr.: 11

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

Page 68: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-4

X74 ph2Vdiagnr.: 11

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de geleiding en de isolatieControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

Page 69: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Inleiding 83A

83A-5

X74 ph2Vdiagnr.: 11

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:– bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk,– bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is,– om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is daarmee

een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– niet roken,– gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OP:Bij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

U MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART INVULLENBIJ IEDERE DIAGNOSE DIE U UITVOERT

Page 70: Elektrische installatie

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Instrumentenpaneel

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1188 Weergave brandstof-peil niet goed

1156 Weergave koelvloeistof-temperatuur niet goed

1187 Digitaal display: tekst / figuur niet goed

1185 Weergave van de snelheid niet goed

1157 De waarschuwings-lampjes branden niet

1186 Weergave toerental niet goed

1190 Verkeerde indicaties van de boordcomputer

Ander Uw toelichting

Omstandigheden van de klacht

011 Bij contact aanzetten 005 rijdend 004 af en toe

009 plotselinge storing 010 Geleidelijke verslechtering

Ander Uw toelichting

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek:Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 10Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 71: Elektrische installatie

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Instrumentenpaneel

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer:

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer

Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 10Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 72: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83AX74 ph2

Vdiagnr.: 11 Diagnose - Werking van het systeem

1. Functies van het instrumentenpaneel:

– Bijzonderheid benzine: waarschuwingslampje gas (LPG), toerenteller tot 7125 tr/min.

– Bijzonderheid diesel: waarschuwingslampje FAP (roetfilter), toerenteller tot 5000 tr/min.

– Zichtbaar door analoge wijzers: rijsnelheid, toerenteller, brandstofpeil (benzine, diesel of gas), koelvloeistoftemperatuur.

– Zichtbaar op LCD display: afstandsmeter algemeen en gedeeltelijk: informatie ABS/ESP door CAN, oliepeil, boordcomputer, verbruikte brandstof (benzine of diesel), gemiddeld verbruik (benzine of diesel), actueel verbruik (benzine of diesel), actieradius brandstof (benzine of diesel), verbruikte brandstof gas, gemiddeld verbruik gas, actieradius gas, afgelegde afstand, gemiddelde snelheid, afstand tot olie verversen.

Zichtbaar op een monochroom infoscherm met informatie over de staat van de werking van de auto door een kleurensysteem:

– wit: boodschap over de staat (snelheidsregelaar, auto zonder sleutel, enz.),– oranje: waarschuwingsboodschappen met risico (sensor controlesysteem bandenspanning defect, enz.),– rood: waarschuwingsboodschappen met gevaar (temperatuur van de koelvloeistof in de motor, enz.).

Het infoscherm wordt gebruikt voor de volgende functies: auto zonder sleutel, controlesysteem bandenspanning staat van de portieren, indicator automatische transmissie (optie), enz. (ongeveer 70 boodschappen per taal - 4 regels van 13 tekens).

Opmerkingen:Het is mogelijk om in het zelfdiagnoseprogramma van het instrumentenpaneel te komen. Zet het contact aan met ingedrukte functiekeuzetoets van de boordcomputer op het uiteinde van de wisserschakelaar.

83A-8

Page 73: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83A

83A-9

X74 ph2Vdiagnr.: 11

– Beheer van een multifunctionele zoemer:De zoemer wordt gebruikt voor de volgende functies: signaleren van de werking van de knipperlichten, signaleren van het vergeten van de markeringslichten, aan de bestuurder aangeven van het activeren of deactiveren van de portiervergrendeling tijdens het rijden, aangeven van de storing van het kinderveiligheidssysteem, aangeven van het memory systeem van de bestuurdersstoel, signaal vergeten van de parkeerrem, signaleren van het vergeten van het vastmaken van de gordel van bestuurder of passagier tijdens het rijden, signaleren van het begin van het aangeven van alle waarschuwingen van de eerste prioriteit (gekoppeld aan

een waarschuwingslampje STOP):– ernstige storing inspuitsysteem,– storing van het remcircuit of van de elektronische remkrachtverdeler,– storing van het laadstroomcircuit van de accu,– storing oliedruk– waarschuwing koelvloeistoftemperatuur– storing startvergrendeling,– storing grendel,– storing parkeerrem,

signaleren van een storing van de eerste prioriteit door het controlesysteem bandenspanning: leeglopen of groot lek in de band,

signaleren bereiken brandstofreserve "waarschuwing brandstof", signaleren portier/achterklep niet goed gesloten, signaleren handrem vastgezet tijdens het rijden, signaleren van verzoek tot weer in de hand nemen van de ACC, signaleren van inschakelen of uitschakelen van de ACC, aangeven van overschrijden snelheid van uitvoeringen Arabië waar een snelheidsverklikker is

voorgeschreven.

De zoemer is operationeel zodra het instrumentenpaneel actief is.De volgende geluidssignalen zijn mogelijk:

vergeten markeringslicht, knipperlichten, kaart vergeten, automatische parkeerrem.

– Regelweerstand van het instrumentenpaneel: als de markeringslichten branden, kan de lichtintensiteit van het instrumentenpaneel geregeld worden met behulp van een knop op het instrumentenpaneel.

– Bepaalde functies of configuraties zijn bekend door het programmeren via de diagnose.– Het oliepeil wordt aangegeven na een vaste tijd, er ontstaat een spanningsverschil bij de klemmen van de

oliepeilzender. Dit spanningsverschil wordt door een elektronische schakeling behandeld die deze informatie naar de peilmeter stuurt.

– Voor de boodschappen "Olie verversen" en "Binnenkort olie verversen":De waarden van overgebleven afstanden in tijdsduur, evenals de overgebleven afstanden op het display worden weer geïnitialiseerd na het olie verversen door middel van 2 parameters "overgebleven afstand tot olie verversen" en "overgebleven tijd tot olie verversen".

Bereiken van 1e alarmdrempel: Olie verversenAls de overgebleven afstand de waarde van 1500 km of 1000 mijlen bereikt OF de overgebleven tijd bereikt 2 maanden, wordt de eerste alarmdrempel gepasseerd en verschijnt op het display "Olie verversen".

Bereiken van 2e alarmdrempel: Binnenkort olie verversenAls de overgebleven afstand OF de overgebleven tijd de waarde 0 bereikt, wordt de tweede alarmdrempel gepasseerd met weergave van "Binnenkort olie verversen" (en branden van het controlelampje SERVICE).

Page 74: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Werking van het systeem 83A

83A-10

X74 ph2Vdiagnr.: 11

2. Weergave in noodprogramma

Parameter boordcompu-

ter

Storing verbruikte brandstof aanwezig

ABS storing in geheugen aanwezig

Rekeneen-heid

storing in geheugen aanwezig

LPG/CNG storing af-wezigheid in geheu-

gen

tankelement benzine/diesel met storing in

geheugen

Storing tankele-

ment gas

storing(en)Bezig met detectie

Verbruikte brandstof (ben-zine/diesel)

knipperen-de streep-jes 2 Hz

zonder effect

knipperende streepjes

2 Hz

zonder effect

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Gemiddeld verbruik benzine/diesel

knipperen-de streep-jes 2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

zonder effect

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Actueel verbruik benzine/diesel

knipperen-de streep-jes 2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

zonder effect

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Actieradius brandstof benzine/diesel

knipperen-de streep-jes 2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

zonder effect

knipperende streepjes 2 Hz

zonder effect

Waarde blijft onveranderd

Verbruikte brandstof gas

knipperen-de streep-jes 2 Hz

zonder effect

knipperende streepjes

2 Hz

knipperen-de streep-jes 2 Hz

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Gemiddeld verbruik gas

knipperen-de streep-jes 2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperen-de streep-jes 2 Hz

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Actieradius met gas

knipperen-de streep-jes 2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperende streepjes

2 Hz

knipperen-de streep-jes 2 Hz

zonder effect

knipperende

streepjes 2 Hz

Waarde blijft onveranderd

afgelegde afstand

zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

zonder effect

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Gemiddelde snelheid

zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

zonder effect

zonder effectzonder effect

Waarde blijft onveranderd

Afstand tot olie verversen

zonder effect

knipperende streepjes

2 Hzzonder effect

zonder effect zonder effect

zonder effect

Waarde blijft onveranderd

Divers

Weergave van de let-

ter "d" op de 3e digitale

regel in testpro-gramma

zonder effect

zonder effectzonder effect

Weergave van de letter "j" op de 2e digitale

regel in testprogramma

zonder effect

zonder effect

Page 75: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 83A

83A-11

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Rekeneenheid van het instrumentenpaneel, 30-polige stekker:

Aansl. Omschrijving

1 Bestuurdersportier

2 Knipperlicht rechts

3 Knipperlicht links

4 +accu

5 Commando Led Verlog

6 Gordel bestuurder

7 Uitgang Safety Line

8 Dimlichten

9 Grootlichten

10 Voeding waarschuwingslampje autogordel

11 Mistachterlichten

12 Mistlichten voor

13 Minimum ruitensproeierpeil

14 Accu laadstroom

15 Stoelverwarming

16 + na contact

17 RESERVE PHASE 1

18 Oliedruk

19 Ingang kap

20 Niet in gebruik

21 + Oliepeilzender

22 + Tankelement

23 Niet in gebruik

24 Massa

25 - Tankelement

26 - Oliepeilzender

27 + Verlichting

28 Toets herhaling

29 Ingang parkeerrem

30 Ingang remvloeistofpeil

Page 76: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 83A

83A-12

X74 ph2Vdiagnr.: 11

Rekeneenheid van het instrumentenpaneel, 15-polige stekker:

Aansl. Omschrijving

1 Uitgang waarschuwingslampje portier

2 Toets discretie

3 Uitgang waarschuwingslampje autogordel (-)

4 Niet in gebruik

5 Regelweerstand

6 Functiekeuze afstandsmeter/boordcomputer

7 Niet in gebruik

8 Uitgang kopie CAN H auto

9 Niet in gebruik

10 CAN H auto

11 CAN L auto

12 RESERVE PHASE 1

13 Uitgang kopie CAN L auto

14 Uitgang waarschuwingslampje airbag OFF (-)

15 Voeding waarschuwingslampje airbag OFF (+)

Page 77: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Vervangen van organen 83A

83A-13

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Vervangen van organen

1. VERVANGEN, PROGRAMMEREN OF HERPROGRAMMEREN VAN HET INSTRUMENTENPANEEL:

Na het vervangen van het instrumentenpaneel voert u de configuratie uit die in de volgende paragraaf staat (zie "Configuratie en inlezen").

OPMERKINGNa het programmeren, herprogrammeren of vervangen van de rekeneenheid instrumentenpaneel, geeft u het commando VP011 "Kalibratie van het tankelement".

Page 78: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-14

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Configuratie en inlezen

1. CONFIGURATIES:

Als het instrumentenpaneel nooit geconfigureerd is, verschijnt de boodschap "NO PROG" op het display zodra het contact aangezet wordt.

BELANGRIJKVoer de configuraties uit zodat de nieuwe configuratiewaarden door het systeem gebruikt worden.

Nr. CF Configuratie Opmerking

CF018 Inhoud reserve

→ LAGUNA II phase 2 = 7 liter

→ VELSATIS phase 2 = 9 liter

CF019 Type display boordcomputer

→ Europa (l/100 km)Controleer de aan- of afwezigheid van de bladzijde Boordcomputer "actueel verbruik".

→ GB (mijlen/gallon)

→ Brazilië (km/l)

CF035 Inhoud tank

→ LAGUNA II phase 2 = 70 liter

→ VELSATIS phase 2 = 80 liter

CF039 Huis met hulporganen

→ LAGUNA II phase 2

→ VELSATIS phase 2

CF040 Roetfilter

→ Zonder

→ Met

CF046 Inhoud gastank

→ 60 liter

Page 79: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-15

X74 ph2Vdiagnr.: 11

CF125 Uitvoering taal

→ Frans

→ Engels

→ Italiaans

→ Duits

→ Spaans

→ Nederlands

→ Portugees

→ Turks

→ Japans

→ Russisch

CF136 Eenheid van de bandenspanning

→ Bar

→ Psi

Selectie van de eenheid waarin de bandenspanning wordt weergegeven.

CF137 Type van de auto

→ LAGUNA phase 2Selectie van de auto waarin het instrumentenpaneel is gemonteerd.

→ VELSATIS phase 2

→ LAGUNA phase 1

CF138 Soort brandstof

→ Benzine

→ diesel

→ Twee brandstoffen benzine/gas

Benzine: controleer of de schaalverdeling van de toerenteller maximaal 7000 tr/min aangeeft.Diesel: controleer of de schaalverdeling van de toerenteller maximaal 6000 tr/min aangeeft en het controlelampje voorverwarming diesel oplicht bij het aanzetten van het contact.LET OP: Deze controle is belangrijk, want deze zorgt bovendien voor de goede peilwerking.

CF139 Spraakmaker

→ Zonder(alleen VELSATIS)

→ Met

CF140 Eenheid van afstand

→ Km

→ Mijlen

Selectie van de aanwezigheid of niet van de optie snelheidsregelaar met afstandsregelaar (radar aan voorzijde).

Page 80: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-16

X74 ph2Vdiagnr.: 11

CF141 Snelheidsverklikker Arabië

→ Zonder

→ MetRijd sneller dan 130 km/uur, u moet een zoemer horen.

CF142 Stabiliteitsprogramma (ESP)

→ Zonder

→ Met

Als de auto uitgerust is met ESP: controleer door de knop ESP OFF in te drukken of de boodschap "ESP uitgeschakeld" verschijnt.Als de auto niet uitgerust is met ESP: controleer of het controlelampje ESP niet 3 secondes oplicht bij het aanzetten van het contact.

CF145 Bandenspanning-controlesysteem

→ Zonder

→ Met

Als de auto een bandenspanning-controlesysteem heeft: controleer dan of het profiel van de auto niet zonder wielen blijft en niet de boodschap "spanning niet gecontroleerd" verschijnt (boodschap die aangeeft dat er gen frames zijn van het bandenspanning-controlesysteem).

CF146 Automatische parkeerrem

→ Zonder

→ Met

LET OPAls het instrumentenpaneel geconfigureerd is "zonder automatische parkeerrem" terwijl de auto deze wel heeft, toont het instrumentenpaneel "NO PROG" op het infoscherm.

CF148 Automatische verlichting

→ Met

→ Zonder

Schakel de automatische verlichting uit, controleer of de boodschap "Lichtautomaat Off" verschijnt.

CF149 Type versnellingsbak

→ BVA

→ BVR

→ BVM

Als de auto een automatische transmissie (BVA) of robotversnellingsbak (BVR) heeft, controleer dan of het instrumentenpaneel de versnelling aangeeft.Als de auto geen automatische transmissie (BVA) of robotversnellingsbak (BVR) heeft, controleer dan of er geen boodschap "versnellingsbak controleren" is (deze boodschap geeft de afwezigheid aan van de frames van de automatische transmissie als het instrumentenpaneel voor een automatische transmissie of robotversnellingsbak geconfigureerd is).

CF150 Snelheidsregelaar / -begrenzer

→ Met

→ Zonder

Als de auto uitgerust is met een snelheidsregelaar/-begrenzer: controleer dan of het controlelampje snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer oplicht door het knopje snelheidsregelaar/-begrenzer te gebruiken.

CF158 Zoemer gordel vergeten

→ Met

→ Zonder

Page 81: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-17

X74 ph2Vdiagnr.: 11

Afstand tot olie verversen:– De waarden van de afstanden en tijden tot het olie verversen moeten opnieuw geïnitialiseerd worden, evenals

de getoonde waarde tot het olie verversen door de 2 parameters te configureren met de CLIP, VP008 "Afstand tot olie verversen: actuele waarde in KM" en VP009 "Afstand tot olie verversen: actuele waarde in maanden".

Bereiken van 1e alarmdrempel: Olie verversen

– Als de overgebleven afstand de waarde van 1500 km of 1000 mijlen bereikt OF de overgebleven tijd bereikt 2 maanden, wordt de eerste alarmdrempel gepasseerd en verschijnt op het display "Olie verversen A".

Bereiken van 2e alarmdrempel: Binnenkort olie verversen

– Als de overgebleven afstand OF de overgebleven tijd de waarde bereikt, wordt de tweede alarmdrempel gepasseerd met weergave van "Binnenkort olie verversen" (en branden van het controlelampje SERVICE).

Interval olieverversen:

Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het overbrengen op het nieuwe instrumentenpaneel, van de 2 te configureren parameters door de CLIP, VP006 "Interval olieverversen in KM" en VP007 "Interval olieverversen in maanden" die in het oude instrumentenpaneel aanwezig is.

Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor het kilometer- en het tijdsinterval van de auto afhankelijk van het land.

Contact aan, stilstaande motor. Geef het commando VP006 "Interval olieverversen in km".Voer de verversingsinterval in km in.

Voorbeeld van invoeren:

Voer met behulp van het toetsenbord van de clip, 20 in om 20000 km aan te gevenof

voer 30 in om 30000 km aan te geven

Bijzonderheid bij Engelse uitvoeringen:

Het nieuw geleverde instrumentenpaneel is in kilometers geconfigureerd.Maak, behalve het configureren van de taal CF125 "Uitvoering taal" (KM →→→→ Mijlen), onderstaande berekening zodat het instrumentenpaneel de juiste waarde aangeeft voor de afstand tot olie verversen en het gewenste interval voor het olieverversen.

Om het interval voor het olieverversen in mijlen aan te geven vermenigvuldigt u de in mijlen aangegeven waarde in het onderhoudsboekje met 10 daarna deelt u door 6, om de waarde in kilometers te krijgen.Na de waarde te hebben ingevoerd, rekent de rekeneenheid deze automatisch om in mijlen voor het interval van het olieverversen.

"Houd u altijd aan volgende procedure voor het goed functioneren van de afstand en interval olieverversen".

Voorbeeld:

18000 mijlen x 10 = 180000 mijlen, daarna deelt u door 6 = 30000 km (Voer 30 in)

Page 82: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Configuratie en inlezen 83A

83A-18

X74 ph2Vdiagnr.: 11

Afstandsmeter

Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het actualiseren van de afstandsmeter op het nieuwe instrumentenpaneel, door middel een parameter die te configureren is met de CLIP, VP010 "Update afstandsmeter".

De update teller wordt groter bij elke update van de afstandsmeter van het instrumentenpaneel (maximale waarde 15). Deze update teller is in de EEPROM en kan alleen geïnitialiseerd worden in de fabriek of in de werkplaats .

Kalibratie van het tankelement

Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel nieuw is.Deze parameter dient voor het actualiseren van de peilmeting op het nieuwe instrumentenpaneel, door middel een parameter die te configureren is met de CLIP, VP011 "Kalibratie van het tankelement".

Contact aan, stilstaande motor. Geef het commando VP011 "Kalibratie van het tankelement".De waarde meting gaat van 15 ΩΩΩΩ tot 320 ΩΩΩΩ waarbij het instrumentenpaneel de weerstandswaarde omrekent in liters.

2. INLEZEN:

Niet van toepassing.

Page 83: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de storingen 83A

83A-19

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code

Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF007 9402 Circuit tankelement

DF009 9407 Circuit opname element oliedruk

DF016 9401 Circuit oliepeilzender

DF018 9405 Instrumentenpaneel

DF019 9404 Accuspanning

DF020 9406 Circuit stuurkolomgrendel

Page 84: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-20

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF007AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT TANKELEMENTCO : onderbrekingCC : kortsluiting1.DEF : interne elektronische storing2.DEF : spanningen buiten de tolerantie

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact, wacht 2 minuten om de storing te bevestigen.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en het tankelement heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van het tankelement en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbindingen:

Tankelement aansl. A1 aansl. 22, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Tankelement aansl. B1 aansl. 25, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

Meet de weerstand tussen aansl. A1 en B1 van het tankelement.Vervang het tankelement als de waarde van de weerstand niet is: 350 ΩΩΩΩ tank reserve

10 ΩΩΩΩ tank vol

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF007

Page 85: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-21

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DF009AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPNAME ELEMENT OLIEDRUK1.DEF : onsamenhangend signaal

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Zet het contact aan, start de motor (toerental boven 500 tr/min); de staat moet zijn:inactief als het lampje uit is.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de oliepeilzender heen en weer om een verandering van staat van de storing te krijgen (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de oliepeilzender en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:

Drukcontact, heldere stekker, aansl. 1 aansl. 18, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Drukcontact, grijze stekker, aansl. 2 aansl. 18, 30-polige stekker, van het instrumentenpaneel

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C5.Herstellen indien nodig.

Controleer of het drukcontact goed gemonteerd is en spoor een eventuele olielekkage op (zie M.R. 395 Mechanisch, 10A, Motorblok en onderzijde).

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF009

Page 86: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-22

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DF016AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

Circuit oliepeilzenderCO : onderbrekingCC : kortsluiting1.DEF : onsamenhangende waarde van de stroom2.DEF : interne elektronische storing3.DEF : accuspanning buiten bereik

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact, wacht 2 minuten om de storing te bevestigen.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de oliepeilzender heen en weer om een verandering van staat van de storing te krijgen (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de oliepeilzender en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen:

Oliepeilzender aansl. 2 aansl. 26 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel

Oliepeilzender aansl. 1 aansl. 21 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel

Als de storing aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C6 en C7.Herstellen indien nodig.

Meet de weerstand tussen aansl. 3 en 4 van de oliepeilzender.Vervang de oliepeilzender als de weerstand niet ligt tussen 7 en 20 ΩΩΩΩ.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF016

Page 87: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-23

X74 ph2Vdiagnr.: 11

* EEPROM = Geheugen van de rekeneenheid.

DF018AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

INSTRUMENTENPANEEL1.DEF : afwijking in EEPROM2.DEF : accuspanning te laag

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Een EEPROM storing wordt aangegeven als het instrumentenpaneel een afwijking van het beheer van de kilometerstanden in de EEPROM* heeft gedetecteerd. De kilometerstand is niet meer correct.

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard, contact aan, als de spanning van het signaal lager is dan 5 V of hoger dan 12 V.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de accu heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de accu en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de accu en het laadcircuit.Controleer de staat van de massa's van de auto.

Controleer de + 12 V op aansl. 4 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer, contact aan, de + 12 V op aansl. 16 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 24 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF018

Page 88: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-24

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DF019AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

ACCUSPANNING1.DEF : spanning te laag2.DEF : voedingsspanning te hoog (tussen 16 en 18 V)3.DEF : voedingsspanning te hoog (hoger dan 18 V)4.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZENBijzonderheden:Als de accuspanning hoger is dan 18 V door een verwisseling van de polariteit, controleer of het instrumentenpaneel niet beschadigd is.'

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de accu heen en weer om een verandering van de storing (aanwezig ↔ in geheugen) te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de accu en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, geoxydeerd, gebroken).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de accu en het laadcircuit.Controleer de staat van de massa's van de auto.

Controleer de + 12 V op aansl. 4 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer, contact aan, de + 12 V op aansl. 16 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 24 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF019

Page 89: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de storingen 83A

83A-25

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DF020AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT STUURKOLOMGRENDELCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het aanzetten van het contact.

Beweeg de kabelbundel tussen het instrumentenpaneel en de stuurkolomgrendel heen en weer om een verandering van staat van de storing te krijgen (aanwezig ↔ in geheugen).Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de elektrische stuurkolomgrendel en zijn aansluitingen.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 7 aansl. 5 elektrische stuurkolomgrendel

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid.Maak een proefrit gevolgd door een nieuwe controle met behulp van het diagnoseapparaat.

TDB_V04_DF020

Page 90: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-26

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Conformiteitscontrole

BELANGRIJKSTE STATEN EN PARAMETERS VAN DE REKENEENHEID

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Voeding ET002: + 12 V na contactContact aan, de staat moet AANWEZIG zijn

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET002 "+ 12 V na contact".

2

Accuspanning

PR110: Accuspanning 8 V < PR110 < 16 V

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de storing DF019

"Accuspanning".

3 ET058: Accu laadstroom GOED

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET058 "Laadtoestand van de

accu".

4 Rijsnelheid ET008:Informatie rijsnelheid < 15 km/u

JA

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET008 "informatie snelheid

< 15 km/u".

5 Temperatuur ET056:Koelvloeistoftem-

peratuur: infor-matie afwezig

NEE

Bij een probleem, raad-pleeg de betekenis van de staat ET056 "Koelvloei-stoftemperatuur: infor-

matie afwezig".

TDB_V04_CCONF

Page 91: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-27

X74 ph2Vdiagnr.: 11

BOORDCOMPUTER

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1

Radio

ET030:Toets

functiekeuze boordcomputer

INGEDRUKTLOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET030 "Functiekeuzetoets boordcomputer".

2 ET034:Toets

nulinstelling boordcomputer

INGEDRUKTLOS

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de

technische helpdesk.

3

brandstof

PR003: BrandstofverbruikGeeft het

brandstofverbruik aan. Bij een probleem,

raadpleeg de betekenis van de storing DF007

"Circuit tankelement".4 PR004:

Brandstofverbruik LPG

Geeft het LPG-verbruik aan.

5 PR112:Brandstofop-

brengstGeeft de

brandstofopbrengst.

6 Infoscherm AC011: Vignet

Met dit commando wordt de weergave

van het infoscherm in rood zichtbaar.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de

technische helpdesk.

Page 92: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-28

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DISPLAY

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Rijsnelheid ET008:Informatie rijsnelheid < 15 km/u

JA

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET008 "informatie snelheid

< 15 km/u".

2 Ruitensproeier ET014:minimum peil rui-tensproeiervloei-

stof

Informeert over het peil ruitensproeier-

vloeistof.JA: Peil te laag

NEE: Peil voldoende

Bij een probleem, raad-pleeg de betekenis van de staat ET014 "Minimum

peil ruitensproeiervloei-stof".

3Portiervergren-

delingET016:

Bestuurderspor-tier open

JA: Portier openNEE: Portier dicht

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET016 "Bestuurdersportier

open".

4Remvloeistof-

peilET019:

Minimum remvloeistofpeil

Informeert over het remvloeistofpeil.

JA: Peil te laagNEE: Peil voldoende

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET019 "Minimum

remvloeistofpeil".

5Stoelverwar-

mingET055: Stoelverwarming

Bedien de schakelaar van de

stoelverwarming, de staat moet JA zijn.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET055 "Stoelverwarming".

6 Oliedruk ET096: OliedrukcontactDICHTOPEN

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de storing DF009

"Circuit opname element oliedruk".

7 parkeerrem ET097: parkeerrem

Geeft de stand van de parkeerrem (VAST-GEZET/VRIJGEZET) aan, behalve bij een automatische par-

keerrem; in dat geval is de staat INACTIEF

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET097 "Parkeerrem".

Page 93: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-29

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DISPLAY (vervolg)

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

9

Autogordel

ET098:Contact

autogordel bestuurder

Contact aan, maak de autogordel van de

bestuurder vast, de staat moet OPEN zijn.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET098 "Contact autogordel

bestuurder".

10 ET156:Contact

autogordel passagier

Contact aan, maak de autogordel van de passagier vast, de

staat moet OPEN zijn.

Bij een probleem, voer een diagnose uit van de

rekeneenheid van de airbags en

gordelspanners.

11

Verlichting buitenkant

ET157:Informatie dimlichten

AANWEZIG

Bij een probleem, voer een diagnose uit van de

rekeneenheid van het huis met hulporganen interieur.

12 ET158:Informatie

markeringslichten

13 ET159:Informatie

mistlichten voor

14 ET160:Informatie

mistachterlichten

15Verlichting in-strumentenpa-

neelET107:

Kartelknop regelweerstand

verlichting

Contact aan, dimlichten aan, de helderheid van de verlichting gaat

veranderen.

Bij een probleem: neem contact op met de

technische helpdesk.

Page 94: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-30

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DISPLAY (vervolg)

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volgor-de

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

16 AC009:

Waarschuwings- en controlelamp-jes instrumenten-

paneel

Het aansturen van de waarschuwings- en controlelampjes van

het instrumentenpaneel wordt uitgevoerd in

verschillende stappen.De waarschuwings- en

controlelampjes lichten op, daarna laat het commando al deze

lampjes branden.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de

technische helpdesk.

17 AC008:WIJZERS IN-

STRUMENTEN-PANEEL

Contact aan en stilstaande motor, de

wijzers moeten bewegen.

18 AC005:Test van de weergave

Contact aan en stilstaande motor, alle

weergaven op het instrumentenpaneel

lichten op.

19 AC010: Verlichting

Door de activering van alle lampjes van het instrumentenpaneel, kan de intensiteit van

de verlichting variëren van 25 %, 50 %, 75 % daarna 100 % van de maximum intensiteit gedurende elke keer

4 secondes.

20 AC004: Waarschuwings-lampje gordel

Oplichten van waarschuwingslampje

autogordel.

21 AC003:Waarschuwings-

lampje portier

Oplichten van het waarschuwingslampje

portieren open.

22 Zoemer AC006: ZoemerContact aan en

stilstaande motor, de zoemer moet klinken.

Page 95: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-31

X74 ph2Vdiagnr.: 11

PEILEN

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1

Brandstof

ET110:Noodprogramma

tankelement

NEE Waarschuwt voor

een storing van het brandstofpeil.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET110 "Noodprogramma

tankelement".

2 PR002:Weerstand

tankelementPR002 leeg = 5 ΩΩΩΩ

PR002 vol = 350 ΩΩΩΩ

Bij een probleem, voer de diagnose uit van DF007 "Circuit tankelement".

3 PR010: Inhoud tank

Geeft de hoeveelheid brandstof in de tank

aan.0 < PR010 < 80 l

Bij een probleem, controleer of de

configuratie LC006 "inhoud van de tank"

goed is uitgevoerd. Als het probleem aanhoudt, neem

contact op met de technische helpdesk.

4 Oliepeil PR011:Spanning

opname element oliepeil

Oliepeil vol:= 190 mV

Minimum oliepeil:= 440 mV

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de storing DF016

"Circuit opname element oliepeil".

Page 96: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Conformiteitscontrole 83A

83A-32

X74 ph2Vdiagnr.: 11

AFSTANDSMETER

ADVIEZEN

Voer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole. De in deze conformiteitscontrole genoemde waarden gelden ter indicatie. Omstandigheden: stilstaande motor, contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1

Interval olieverversen

PR005:Verversingsinter-

val in km

Geeft de afstand tot het olie verversen

in km aan.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de

technische helpdesk.

2 PR006:Verversingsinter-val in maanden

Geeft de tijdsduur tussen het olie

verversen in maanden aan.

3

Afstand tot olie verversen

PR007:

Afstand tot de volgende

verversing: actuele waarde

in km

Geeft de afstand tot de volgende

verversing in km aan. (deze waarde moet kleiner dan of gelijk

aan het interval zijn).

PR005 – PR009 = PR007

4 PR008:

Afstand tot de volgende

verversing: huidige waarde in

maanden

Geeft de afstand tot de volgende verversing in

maanden aan. (deze waarde moet kleiner dan of gelijk aan het

interval zijn).

5 Afstandsmeter PR009: AfstandsmeterGeeft de waarde van de teller in km aan.

Page 97: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de staten 83A

83A-33

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET002 + 12 V na contact

ET008 Informatie rijsnelheid < 15 km/u

ET014 Minimum peil ruitensproeiervloeistof

ET016 Bestuurdersportier open

ET019 Minimum remvloeistofpeil

ET030 Functiekeuzetoets boordcomputer

ET034 Toets nulinstelling boordcomputer

ET055 Stoelverwarming

ET056 Koelvloeistoftemperatuur: informatie afwezig

ET058 Accu laadstroom

ET096 Oliedrukcontact

ET097 Parkeerrem

ET098 Contact autogordel bestuurder

ET107 Kartelknop regelweerstand verlichting

ET110 Noodprogramma tankelement

ET156 Contact autogordel passagier

ET157 Informatie dimlichten

ET158 Informatie markeringslichten

ET159 Informatie mistlichten voor

ET160 Informatie mistachterlichten

Page 98: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-34

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Betekenis van de staten

ET002

+ 12 V NA CONTACT

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, de staat ET002 moet "ACTIEF" zijn.

Controleer de zekering F11 (20A) van het instrumentenpaneel op de zekering- en relaisplaat interieur.Controleer de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Zekering- en relaisplaat,groene stekker, aansl. 1 Aansl. B9, zwarte stekker, van de zekering- en

relaisplaat interieur

Zekering- en relaisplaat interieur,zwarte stekker, aansl. J5 aansl. 4, 30-polige stekker, van het

instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET002

Page 99: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-35

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET008

INFORMATIE RIJSNELHEID < 15 KM/U

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, maak een proefrit.

In geval van een storing, voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk en het ABS (zie 88B, Multiplexsysteem en 38C, ABS).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET008

Page 100: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-36

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET014

MINIMUM PEIL RUITENSPROEIERVLOEISTOF

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, vul het ruitensproeierreservoir: de staat ET014 moet "INACTIEF" zijn.

Controleer de stekker van het instrumentenpaneel en van het ruitensproeierreservoir.

Controleer de massa op aansl. 2 van het reservoir.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 13 aansl. 1 van het ruitensproeierreservoir

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R265 op aansl. C7.Herstellen indien nodig.

Controleer of de twee aansluitingen van het reservoir geen kortsluiting maken.Vervang eventueel het reservoir.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET014

Page 101: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-37

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET016

BESTUURDERSPORTIER OPEN

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, open het portier.

Controleer de verbindingsstekker van de bedrading van het bestuurdersportier.Controleer de massa op aansl. D van het slot.

LET OPEr bestaan verschillende sloten (zie SM Elektrisch schema, 140).

Controleer de geleiding en de isolatie tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker,aansl. 1 Aansl. C van de vergrendeling van het

bestuurdersportier

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R153 op aansl. B10.Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van het slot en met name of het slot goed de slotpen pakt.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET016

Page 102: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-38

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET019

MINIMUM REMVLOEISTOFPEIL

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, controleer de vulling van het remvloeistofreservoir.

Controleer de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van het reservoir.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 30 aansl. 2 van het remvloeistofreservoir

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 1 van de remvloeistofpeilzender.Vervang eventueel het reservoir.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET019

Page 103: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-39

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET030

FUNCTIEKEUZETOETS BOORDCOMPUTER

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, druk op knop: de staat ET030 moet "ACTIEF" zijn.

Controleer de stekkers van het instrumentenpaneel en van de ruitenwisserschakelaar.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 6 aansl. B7 van de ruitenwisserschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B5 van de schakelaar.Vervang indien nodig de schakelaar.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET030

Page 104: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-40

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET055

STOELVERWARMING

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan.

Controleer de aansluiting van het instrumentenpaneel en van de stekkers.

Controleer de geleiding en de isolatie tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker,aansl. 15 Aansl. A1 van de schakelaars van de

stoelverwarming (bestuurder en passagier)

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekkers R334 en R335 op aansl. 16Herstellen indien nodig.

Controleer de correcte montage van de stoelen en of de automatische verbinding (R334 en R335) tussen de bedrading van de stoel en de interieurbedrading goed vergrendeld is.

Controleer ook de massa op aansl. B1 van deze schakelaars.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET055

Page 105: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-41

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET056

KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR: INFORMATIE AFWEZIG

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, start de motor.

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk en van het inspuitsysteem (zie 88B, Multiplexsysteem en 17B, Benzine-inspuitsysteem of 13B, Dieselinspuitsysteem).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET056

Page 106: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-42

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET058

ACCU LAADSTROOM

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, start de motor (toerental boven 1000 tr/min); de staat ET058 moet "INACTIEF" zijn als het lampje uit is.

Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de dynamo heen en weer om een verandering van staat te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de dynamo en de stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de montage en de bevestiging van de dynamo.Controleer of de dynamo de accu goed oplaad.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 14 aansl. 1 van de zwarte stekker van de dynamo

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R262 op aansl. C4.Herstellen indien nodig.

Als de staat ET058 niet "INACTIEF" wordt, controleer dan de informatie van de werking van de dynamo (zie M.R. 395 Mechanisch, 16A, Starten - Laden).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET058

Page 107: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-43

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET097

PARKEERREM

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, zet de rem vast, de staat ET097 moet "ACTIEF" zijn.

BijzonderhedenControleer of de auto een automatische parkeerrem heeft door het lezen van de configuratie LC057 "automatische parkeerrem".Want als hij deze heeft, dan is de staat ET097 "INACTIEF".

Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de handrem heen en weer om een verandering van de staat te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de handrem en zijn stekkerverbindingen.Herstellen indien nodig.

Controleer of het handremcontact goed vastzit op de carrosserie en of het goed werkt.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker,aansl. 29

Aansl. 1 van de handrem

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET097

Page 108: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-44

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET098

CONTACT AUTOGORDEL BESTUURDER

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan, maak de autogordel vast: de staat ET098 moet "ACTIEF" zijn.

Controleer de stekkers van het instrumentenpaneel en van de klauw van de autogordelbevestiging.Beweeg de kabelbundel tussen de stekker van het instrumentenpaneel en de stekker van de klauw/gordelbevestiging, om zo een verandering van de staat van de storing te krijgen.Zoek naar eventuele beschadigingen van de kabelbundel, controleer de aansluiting en de staat van de klauw/gordelbevestiging en van zijn stekkers.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie en de geleiding tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker,aansl. 6 aansl. A2 van de klauw van de autogordel bestuurder

Als het probleem aanhoudt, controleer de tussenstekker R335 op aansl. 2.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa goed aankomt op de klauw van de autogordelbevestiging (aansl. A1).Vervang eventueel de klauw van de autogordelbevestiging.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET098

Page 109: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de staten 83A

83A-45

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ET110

NOODPROGRAMMA TANKELEMENT

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 22 aansl. A1 van het tankelement

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 25 aansl. B1 van het tankelement

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_ET110

Page 110: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de parameters 83A

83A-46

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR002 Weerstand tankelement

PR003 Brandstofverbruik

PR004 Hoeveelheid verbruikte LPG

PR005 Verversingsinterval in km

PR006 Verversingsinterval in maanden

PR007 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in km

PR008 Afstand tot de volgende verversing: huidige waarde in maanden

PR009 Afstandsmeter

PR010 Inhoud tank

PR011 Spanning opname element oliepeil

PR110 Accuspanning

PR112 Brandstofopbrengst

Page 111: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de parameters 83A

83A-47

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Betekenis van de parameters

PR110

ACCUSPANNING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer of er geen storingen zijn.

Als de spanning minimaal is:Controleer de accu en het laadstroomcircuit.

Als de spanning maximaal is:Controleer of de laadspanning met en zonder stroomverbruikers correct is.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Instrumentenpaneel, 30-polige stekker, aansl. 16 +accu

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_PR110

Page 112: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de parameters 83A

83A-48

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Betekenis van de parameters

PR112

BRANDSTOFOPBRENGST

ADVIEZEN

Stationair draaiende motor, de opbrengst moet dicht bij of 0 zijn.Varieer het toerental van de motor om het toenemen van de brandstofopbrengst te zien.

N.B.:Door een verkeerde informatie van de "brandstofopbrengst" geeft de boordcomputer verkeerde waardes aan.

Voer een test uit van het multiplexnetwerk en van het inspuitsysteem (zie 88B, Multiplexsysteem en 13B, Benzine-inspuitsysteem of 17B, Dieselinspuitsysteem).

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.Wis het storingsgeheugen.

TDB_V04_PR112

Page 113: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Overzicht van de commando's 83A

83A-49

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

SC001 Afstand tot olie verversen

RZ001 Storingsgeheugen,

AC003 Waarschuwingslampje portier

AC004 Waarschuwingslampje gordel

AC005 Test van de weergave

AC006 Zoemer

AC008 Wijzers instrumentenpaneel

AC009 Waarschuwingslampjes instrumentenpaneel

AC010 Verlichting

AC011 Vignet

VP002 Schrijven van het V.I.N.

VP006 Verversingsinterval in km

VP007 Verversingsinterval in maanden

VP008 Afstand tot de volgende verversing: actuele waarde in km

VP009 Afstand tot de volgende verversing: actuele waarde in maanden

VP010 Update afstandsmeter

VP011 Kalibratie tankelement

Page 114: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de commando's 83A

83A-50

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Betekenis van de commando's

WISSEN:

RZ001: StoringsgeheugenMet dit commando kunnen de storingen uit het geheugen van de rekeneenheid worden gewist.

INSCHAKELEN

AC003: Controlelampje portierMet dit commando kan de werking van het controlelampje van het openen van de portieren worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC003.De zoemer moet klinken.

AC004: Waarschuwingslampje autogordelMet dit commando kan de werking van het waarschuwingslampje van de autogordel worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC004.De zoemer moet klinken.

AC005: Test van de weergaveMet dit commando kan de werking van het geheel van de weergaves worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC005.U moet alle weergaves op het instrumentenpaneel zien oplichten.

AC006: ZoemerMet dit commando kan de werking van de zoemer worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC006.De zoemer moet klinken.

AC008: Wijzers instrumentenpaneelMet dit commando kan de werking van de wijzers (toerenteller, rijsnelheid, olie- en koelvloeistoftemperatuur) worden getest.

Zet het contact aan, geef het commando AC008.De zoemer moet klinken.

AC009: Waarschuwingslampjes instrumentenpaneelMet dit commando kan de werking van het geheel van de waarschuwings- en controlelampjes van het instrumentenpaneel worden getest.De controlelampjes gaan branden en daarna weer uit:

– controleer of het branden van een lampje niet het branden van een ander lampje, zelfs gedeeltelijk, tot gevolg heeft.

Daarna branden alle waarschuwingslampjes:– controleer of het branden correct is.

AC010: VerlichtingMet dit commando kan de verlichting van het instrumentenpaneel worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC010.het instrumentenpaneel licht op en verandert van lichtsterkte.

Page 115: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Betekenis van de commando's 83A

83A-51

X74 ph2Vdiagnr.: 11

INSCHAKELEN (vervolg)

AC011: VignetMet dit commando kan de weergave van het infoscherm worden getest.

Zet het contact aan en geef het commando AC011.Alle pixels van het infoscherm moeten rood zijn.

Page 116: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Klachten 83A

83A-52

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Klachten

ADVIEZEN

Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.Controleer het instrumentenpaneel.Indien het een instrumentenpaneel van het hoge gamma (met display in het midden) betreft, voert u een diagnose uit van de functie.

EEN OF MEER WIJZERS BEWEGEN NIET ZOEKSCHEMA 1

EEN OF MEER WIJZERS GEVEN NIET DE JUISTE WAARDEN AAN

ZOEKSCHEMA 1

DE WEERGAVE OP DE BOORDCOMPUTER OF HET CENTRALE DISPLAY IS INCOMPLEET OF GESTOORD

ZOEKSCHEMA 1

EEN AANTAL GEGEVENS VAN DE BOORDCOMPUTER IS ONJUIST

ZOEKSCHEMA 1

EEN AANTAL GEGEVENS VAN DE BOORDCOMPUTER IS VERVANGEN DOOR STREEPJES

ZOEKSCHEMA 1

DE BRANDSTOFMETER (BEHALVE LPG) GEEFT EEN ONWAARSCHIJNLIJKE WAARDE AAN

ZOEKSCHEMA 1

DE OLIEPEILMETER GEEFT EEN VERKEERDE WAARDE AAN

ZOEKSCHEMA 1

Page 117: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Klachten 83A

83A-53

X74 ph2Vdiagnr.: 11

DE BOORDCOMPUTER REAGEERT NIET ALS OP DE TOETS WORDT GEDRUKT

ZOEKSCHEMA 2

WAARSCHUWINGSLAMPJES BRANDEN NIET OF BERICHTEN WORDEN NIET DOORGEGEVEN ALS ER EEN STORING IS

ZOEKSCHEMA 3

WAARSCHUWINGSLAMPJES BRANDEN TERWIJL ER GEEN STORING IS

ZOEKSCHEMA 3

DE REGELWEERSTAND VAN DE INSTRUMENTENVERLICHTING WERKT NIET

ZOEKSCHEMA 4

HET INSTRUMENTENPANEEL LICHT NIET OP ALS DE MARKERINGSLICHTEN BRANDEN

ZOEKSCHEMA 4

ZELFTEST VAN HET INSTRUMENTENPANEEL PRO 1

Page 118: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Zoekschema's 83A

83A-54

X74 ph2Vdiagnr.: 11 Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1

Een of meer wijzers bewegen nietEen of meer wijzers geven niet de juiste waarden aan

De weergave op de boordcomputer of het centrale display is incompleet of gestoord

Een aantal gegevens van de boordcomputer is onjuisteen aantal gegevens van de boordcomputer is vervangen door

streepjesDe brandstofmeter (behalve LPG) geeft een onwaarschijnlijke

waarde aanDe oliepeilmeter geeft een verkeerde waarde aan

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Start de zelftest van het instrumentenpaneel (PRO 1)

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:voer een zelftest uit en wis de storingen,stel de parameters van het instrumentenpaneel in.

TDB_V04_ALP1

Page 119: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Zoekschema's 83A

83A-55

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 2DE BOORDCOMPUTER REAGEERT NIET ALS OP DE TOETS

WORDT GEDRUKT

ADVIEZENVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Zet het contact aan.

Start de zelftest van het instrumentenpaneel (PRO 1)

Controleer/herstel de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 6 aansl. B7 van de ruitenwisserschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B5 van de stekker van de ruitenwisserschakelaar.

Controleer of de spanning wel nul is op aansl. 6 als de knop is ingedrukt.Herstel de bedrading of vervang de ruitenwisserschakelaar indien nodig.

Vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:voer een zelftest uit en wis de storingen,stel de parameters van het instrumentenpaneel in.

TDB_V04_ALP2

Page 120: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Zoekschema's 83A

83A-56

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 3Waarschuwingslampjes branden niet of berichten worden niet

doorgegeven als er een storing isWaarschuwingslampjes branden terwijl er geen storing is

ADVIEZENVoer een diagnose uit van het multiplexnetwerk (zie 88B, Multiplexsysteem).Voer een diagnose uit van het systeem dat het lampje - bericht aanstuurt.Zet het contact aan.

Lijst van lampjes die via een draad oplichten en niet via het multiplexnetwerk:

– storing oliedruk (let op: het toerental van de motor moet hoger dan 1600 tr/min het wordt ontvangen door het CAN),

– storing ruitensproeierpeil,– storing laadstroom,– storing remvloeistof,– branden van de dimlichten,– branden van de grootlichten,– branden van de mistlichten voor,– branden van de mistachterlichten,– knipperlichten,– controlelampje stoelverwarming,– waarschuwingslampje startvergrendeling,– minimum brandstofpeil.

Als deze lampjes niet branden of branden als ze niet moeten branden:– controleer de geleiding van de bedrading tussen het commando van het lampje (sonde, lichtschakelaar,

dynamo...) en het instrumentenpaneel,– controleer de werking van de informatiebron, de voeding ervan en of er geen kortsluiting is in de verbinding.

De storingsdetectie van de gloeilampen wordt verzorgd door het huis met hulporganen interieur, dat de staat van de lampen stuurt naar het multiplexnetwerk.

Vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:voer een zelftest uit en wis de storingen,stel de parameters van het instrumentenpaneel in.

TDB_V04_ALP3

Page 121: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Zoekschema's 83A

83A-57

X74 ph2Vdiagnr.: 11

ZOEKSCHEMA 4De regelweerstand van de instrumentenverlichting werkt nietHet instrumentenpaneel licht niet op als de markeringslichten

branden

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Zet de markeringslichten aan.Voer een diagnose uit van het instrumentenpaneel (controleer of de markeringslichten branden).

Controleer of de spanning op aansl. 27 van de 30-polige stekker van het instrumentenpaneel 12 V is als de markeringslichten ingeschakeld zijn.

Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen tussen:

Instrumentenpaneel, 15-polige stekker, aansl. 5 aansl. 2 van de regelweerstand

Regelweerstand aansl. 3 Massa

Herstellen indien nodig.

Controleer of de weerstand van de regelweerstand varieert tussen 0 en 1000 ΩΩΩΩ als de kartelknop wordt bewogen.Als dit niet zo is, controleer of de verlichting van de airconditioning varieert en raadpleeg de diagnose van de airconditioning (zie 62B, Geregelde airconditioning).

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:voer een zelftest uit en wis de storingen,stel de parameters van het instrumentenpaneel in.

TDB_V04_ALP4

Page 122: Elektrische installatie

INSTRUMENTEN - DASHBOARDDiagnose - Zoekschema's 83A

83A-58

X74 ph2Vdiagnr.: 11

PRO 1 Zelftest van het instrumentenpaneel

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnDruk op de toets van de boordcomputer (functiekeuzetoets op de ruitenwisserschakelaar).Zet het contact aan (kaart zo diep mogelijk in de lezer) en houdt hem ingedrukt.Zodra de wijzers bewegen, is het testprogramma 5 minuten actief.Laat de toets los.Om van het ene scherm van de boordcomputer naar een ander te gaan, drukt u kort op de functiekeuzetoets van de boordcomputerDruk op de nulinsteltoets 0 van de km-tellers om het testprogramma te verlaten en wis de storingen.

Controleer of de wijzers van de toerenteller, de snelheidsmeter, de koelvloeistoftemperatuur en het brandstofpeil draaien en alle waarden goed aangeven.Vervang anders het instrumentenpaneel.

Controleer of alle segmenten van de boordcomputer oplichten.Vervang anders het instrumentenpaneel.

Bij iedere druk op de functiekeuzetoets van de boordcomputer, verandert het beeld op het centrale display.Als sommige beelden gestoord zijn: vervang het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEAls een instrumentenpaneel is vervangen:voer een zelftest uit en wis de storingen,stel de parameters van het instrumentenpaneel in.

Page 123: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-1

186BVdiagnr.: 04 TELEFOON

Diagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len): Laguna II Phase 2Betreffende functie: Telefoon

Naam van de rekeneenheid: Geïntegreerde handsfree telefoonbediening

VDIAGNR.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Verlengblok verbinding rekeneenheid

Elé. 1737 Testadapter

KML_V04_PRELI

Page 124: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-2

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde.

Page 125: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-3

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

Page 126: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-4

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De elektrische metingen van de spanning, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de geleiding en de isolatieControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

Page 127: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Inleiding 86B

86B-5

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD.

Page 128: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86BVdiagnr.: 04

Diagnose - Werking van het systeem

FUNCTIES MOGELIJK MET DE HANDSFREE SET:

Met het handsfree systeem kan de klant de telefoon gebruiken zonder het stuurwiel los te laten ("Handsfree").De klant kan de telefoon op twee manieren bedienen: met de toetsen van de radiosatelliet of via spraakherkenning (indien geconfigureerd: zie Configuratie en inlezen).Voor meer informatie, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Handsfree set.

Met het Handsfree systeem zijn de volgende functies mogelijk:– oproepen beantwoorden of beginnen,– het geluidsvolume van de gesprekken aanpassen (annuleren van de echo en minder storende geluiden),– navigeren in de functies van de telefoon (namenlijst, ontvangen oproepen...) met behulp van de satelliet of via

spraakherkenning,– de informatie van het telefoonscherm op het display van de auto zien,– de accu van de telefoon opladen (via de telefoonhouder),– de antenne van de auto gebruiken voor een betere ontvangstkwaliteit,– de luidsprekers van de auto gebruiken in plaats van de luidspreker van de telefoon,– de radio onderbreken tijdens de gesprekken.

BELANGRIJKDe diagnose van het systeem van de geïntegreerde handsfree telefoonbediening is mogelijk met de icoon met het symbool van een telefoon op bureaublad van het diagnoseapparaat.Deze applicatie mag nooit tegelijk geopend zijn met de applicatie CLIP (RENAULT icoon) en omgekeerd, open nooit de applicatie CLIP (RENAULT icoon) tegelijk met de diagnose van de handsfree set.

N.B.:Het systeem van de geïntegreerde handsfree telefoonbediening wordt ook wel aangeduid met KMLE (handsfree set).

86B-6

Page 129: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86B

86B-7

Vdiagnr.: 04

SAMENSTELLING VAN HET HANDSFREE SYSTEEM

Het systeem bestaat uit de volgende delen:– een rekeneenheid (Handsfree set),– een telefoonhouder (adapter voor de telefoon) op de steun in de auto,– een steun in de auto voor de telefoonhouder (aan de onderkant van de middenconsole),– een microfoon (tussen de zonnekleppen),– een toets voor de communicatie (op het einde van de richtingaanwijzerschakelaar),– de telefoon van de klant (geschikte modellen: zie de gebruiksaanwijzing).

Het systeem gebruikt onderdelen van de radio en van het navigatiesysteem– radio,– bedieningssatelliet bij het stuurwiel,– display,– luidsprekers van de auto,– antenne van de radio (of GPS).

N.B.:Met een "testadapter" (Elé. 1737) kan de conformiteit van de "seriële" en audio verbindingen tussen de telefoonhouder en de rekeneenheid worden gecontroleerd. Deze adapter wordt gebruik met de commando's VP005 "Tests seriële verbindingen" en VP006 "Tests audio verbindingen" (zie de betekenis van deze commando's).

Page 130: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86B

86B-8

Vdiagnr.: 04

BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM

Met de handsfree set kunnen de mogelijkheden van de mobiele telefoon van de klant worden gebruikt via de multimediasystemen van de auto (autoradio, display, bedieningssatelliet, microfoon). De handsfree set kan worden gemonteerd met of zonder navigatiesysteem en kan worden gemonteerd met drie verschillende types radio's:Met navigatie:

– Radio Navigatie Carminat (RNav) met of zonder cd-wisselaar.Gebruik bij dit type radio niet een "Nokia 6820" telefoon.

Zonder navigatie:– Radio hoge gamma Auditorium zonder navigatie (PN6) met cd-wisselaar.– Radio midden gamma zonder navigatie (NR5) met of zonder cd-wisselaar.

OVERZICHT VAN HET SYSTEEM MET NAVIGATIE

Draadverbindingen

Multiplexverbindingen

Navigatie-uitrustingInstrumentenpaneel

LuidsprekerRekeneenheid

navigatiesysteem hoge gammaDisplay A3

Audioverbinding CAN multimedia 2

Diagnose-aansluitingCAN auto

Centrale communicatie eenheid

CAN multimedia 1

KML "On''

Voeding+ ACC+ APCAntenne

Microfoon

LuidsprekersRadio Navigatie Carminat

(Rnav)Audio

Radio OnRekeneenheid handsfree set

VoedingSeriële verbinding

AudioAudio

Houder +

Steun

Audioverbinding Seriële verbinding

Cd-wisselaar (optie)

Satelliet+

Toets Communicatie

GSM-antenne

KML On: Signaal voor het wekken

Radio On: Signaal voor het wekken van de handsfree set (zonder + Accessoires) en voor het starten van het audiosysteem.

Page 131: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Werking van het systeem 86B

86B-9

Vdiagnr.: 04

OVERZICHT VAN HET SYSTEEM ZONDER NAVIGATIE

Draadverbindingen

Multiplexverbindingen

Instrumentenpaneel

Display A3

KML "On"Voeding+ ACC+ APC

Diagnose-aansluiting

Microfoon

CAN multimedia

Luidspre-kers Radio hoge gamma (PN6) of

Radio midden gamma (NR5)Audio

Radio OnRekeneenheid handsfree set

VoedingSeriële verbinding

AudioAudio

Houder +

Steun

Seriële verbinding

FM-antenne

CD-wisselaar (optie)

Satelliet+

Toets Communicatie

GSM-antenne

KML On: Signaal voor het wekken van het display.

Radio On: Signaal voor het wekken van de handsfree set (zonder + Accessoires) en voor het starten van het audiosysteem.

Page 132: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

Rekeneenheid HANDSFREE SET 40-polige stekker:

Aansl. rekeneenheid

Omschrijving BESTEMMING

1 Niet in gebruik

2 KML "On" (weksignaal voor het display) Display

3 Niet in gebruik

4 + 12 V voor contact Aparte zekering

5 Niet in gebruik

6 + 12 V accessoire Zekeringplaat interieur

7 + 12 V na contact Zekeringplaat interieur

8 Niet in gebruik

9 MASSA MASSA

10 Niet in gebruik

11 CAN L multimedia 1 Radio

12 Shunt CAN L Telefoon

13 Niet in gebruik

14 CAN H multimedia 1 Radio

15 Shunt CAN H Telefoon

16 Niet in gebruik

17 Toets Communicatie Lichtschakelaar

18 RADIO "ON" (weksignaal voor de handsfree set)

Radio

19 Niet in gebruik

20 Verbinding bediening autoradio (signaal L0) Aansl. B1

Radiobedie-ning bij het stuurwiel (satelliet)

21 Verbinding bediening autoradio (signaal IN2) Aansl. A3

22 Verbinding bediening autoradio (signaal L1) Aansl. B2

23 Verbinding bediening autoradio (signaal IN0) Aansl. B3

24 Verbinding bediening autoradio (signaal L2) Aansl. A2

25 Verbinding bediening autoradio (signaal IN1) Aansl. A1

26 Niet in gebruik

27 Niet in gebruik

28 Signaal + van de microfoon Aansl. 2 microfoon

29 Signaal + van de microfoon Aansl. 1 microfoon

30 Niet in gebruik

31 Eindweerstand CAN H

32 Niet in gebruik

33 Niet in gebruik

34 Eindweerstand CAN L

35 Audioverbinding 5 Radio

36 Niet in gebruik

37 Audioverbinding 6 Radio

38 Afscherming van de audioverbinding Radio

39 Niet in gebruik

40 Niet in gebruik

("shunts" via kabelbundel)

86B-10

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Page 133: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

86B-11

Vdiagnr.: 04

Rekeneenheid HANDSFREE SET 24-polige stekker:

Aansl. rekeneenheid

OmschrijvingAansl.

telefoonsteun

1 Niet in gebruik

2 Niet in gebruik

3 Audioverbinding 1 2

4 Audioverbinding 2 11

5 Afscherming van de audioverbinding

6 Audioverbinding 3 3

7 Audioverbinding 4 12

8 Niet in gebruik

9 Niet in gebruik

10 Niet in gebruik

11 Niet in gebruik

12 Niet in gebruik

13 + 12 V telefoonsteun 4

14 MASSA telefoonsteun 6

15 Niet in gebruik

16 Niet in gebruik

17 Seriële verbinding 1 8

18 Seriële verbinding 2 9

19 Niet in gebruik

20 Niet in gebruik

21 Seriële verbinding 3 13

22 Seriële verbinding 4 14

23 Niet in gebruik

24 Niet in gebruik

Page 134: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86B

86B-12

Vdiagnr.: 04

Telefoonsteun 14-polige stekker:

Aansl. telefoonsteun Omschrijving

Aansluitingen rekeneenheid handsfree set

1 Niet in gebruik

2 Audioverbinding 1 3

3 Audioverbinding 3 6

4 + 12 V telefoonsteun 13

5 Niet in gebruik

6 MASSA telefoonsteun 14

7 Niet in gebruik

8 Seriële verbinding 1 17

9 Seriële verbinding 2 18

10 Niet in gebruik

11 Audioverbinding 2 4

12 Audioverbinding 4 7

13 Seriële verbinding 3 21

14 Seriële verbinding 4 22

Afbeelding van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (vooraanzicht).

1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011 12 13 14 XX

Page 135: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Vervangen van organen 86B

86B-13

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Vervangen van organen

Vervangen van de rekeneenheid van de handsfree set:– Configureer de rekeneenheid voor de in de auto aanwezige uitrusting.– Controleer of het contact uit staat.– Na akkoord van de technische helpdesk, vervang de rekeneenheid.– Zet het contact aan en schakel het diagnoseapparaat in.– Voer altijd* de 3 configuraties van de rekeneenheid uit naargelang de opties in de auto (zie, Configuratie

en inlezen).– Zet het contact uit en weer aan om de configuratie te verwerken.– Controleer in het menu "lezen van de configuratie" of de configuraties goed zijn verwerkt.– Controleer de storingen en raadpleeg de betekenis van de storingen die het diagnoseapparaat aangeeft.– Wis de eventuele storingen in het geheugen.– Controleer de werking van de Handsfree set.

BELANGRIJKVoor het vervangen van de rekeneenheid van de handsfree set, moet u goed controleren of deze wel de oorzaak is (lezen van de storingen, conformiteit van de variabelen, lezen van de klachten). Het vervangen van de rekeneenheid is mogelijk na toestemming van de technische helpdesk en het invullen van een diagnosekaart.

BELANGRIJKGebruik niet de commando's CF009 "Taal" en VP008 "Akoestische kenmerken Laguna II" als het onderdeelnummer van de rekeneenheid 82 00 214 822 of 82 00 433 328 is: GEVAAR VAN BESCHADIGING VAN HET SYSTEEM (zie het identificatiescherm).Voor alle andere nummers, zijn de 2 eerder genoemde commando's en het commando CF020 "Uitrusting model Laguna II" onmisbaar voor de goede werking van het systeem.

Page 136: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Configuratie en inlezen 86B

86B-14

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Configuratie en inlezen

OVERZICHTSTABEL

CONFIGURATIE KEUZE LEZEN VAN DE CONFIGURATIE

CF020:UITRUSTINGMODEL LAGUNA II

RADIO PN6/NR5 of RADIO NAV.

LC001: GENERATIE RADIO

LC002: TYPE RADIO

LC003: GENERATIE DISPLAY

LC004: TYPE DISPLAY

LC005: GENERATIE HANDSFREE SET

LC006: TYPE HANDSFREE SET

LC007: TYPE AUTO

CF009: TAAL *

FRANSENGELSDUITS

ITALIAANSPORTUGEES

NEDERLANDSSPAANS

LC009: Taal

VP008:GEGEVENSAKOESTIEKLAGUNA II*

... ... ...

N.B.:– Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.– Deze diagnose is gemeenschappelijk met de Vel-Satis en de Espace IV, houd geen rekening met configuratie

die hierboven niet zijn genoemd.

BELANGRIJKGebruik niet de commando's CF009 "Taal" en VP008 "Akoestische kenmerken Laguna II" als het onderdeelnummer van de rekeneenheid 82 00 214 822 of 82 00 433 328 is: GEVAAR VAN BESCHADIGING VAN HET SYSTEEM (zie het identificatiescherm).Voor alle andere nummers, zijn de 2 eerder genoemde commando's en het commando CF020 "Uitrusting model Laguna II" onmisbaar voor de goede werking van het systeem.

Page 137: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Configuratie en inlezen 86B

86B-15

Vdiagnr.: 04

– Met de configuratie CF020 "Uitrusting model Laguna II" kunnen het type van de radio, het type van het display en het type van de auto worden ingesteld.

– Met de configuratie CF009 "Taal" kan de spraakherkenning worden geactiveerd in de geselecteerde taal.– Met het commando VP008 "Akoestische kenmerken Laguna II", kan de rekeneenheid worden ingesteld in

overeenstemming met de auto: aanpassing van de functies voor het annuleren van de echo, de ruisonderdrukking en de spraakherkenning naargelang het geluidsvolume in de auto.

Page 138: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de storingen 86B

86B-16

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code

Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 9300 Rekeneenheid

DF002 9301 Verbinding rekeneenheid / display

DF003 9302 Voeding rekeneenheid

DF004 9303 Verbinding rekeneenheid / microfoon

DF005 9304 Voeding telefoonhouder

DF006 9311 Verbinding rekeneenheid / telefoonhouder

DF007 9312 Telefoonsignaal

DF008 932A Onsamenhangende akoestische configuratie

DF011 93A2 Geen uitzending multiplexsignaal radio

DF012 93A3 Geen uitzending multiplexsignaal display

DF013 9323 Verkeerde configuratie audio-uitrusting

DF014 9324 Verkeerde configuratie display

DF015 9321 Configuratie rekeneenheid

DF016 9316 Rekeneenheid

Page 139: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-17

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als die aanwezig of in het geheugen is.

Als de storing in het geheugen is: wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering los van de rekeneenheid (zie elektrisch schema). Plaats de zekering terug en zet het contact aan (+ na contact geforceerd).

Als de storing terugkomt in geheugen bij het aanzetten van het contact: controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van hun klemmetjes. Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set 40-polige stekker

aansl. 9 Massa

aansl. 4 + 12 V + voor contact

aansl. 6 + 12 V accessoire

aansl. 7 + 12 V na contact

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is of als de storing aanhoudt, vul de diagnosekaart in en neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie "Configuraties en Inlezen"). Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

KML_V04_DF001

Page 140: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-18

Vdiagnr.: 04

DF002AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / DISPLAYCO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 VCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF014 "Verkeerde configuratie display".

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 24-polige stekker van het instrumentenpaneel en van de klemmetjes. Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 24-polige stekker van het display A3 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree setZwarte 40-polige stekker

Display A3Zwarte 24-polige stekker

aansl. 2 aansl. 16

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF002

Page 141: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-19

Vdiagnr.: 04

DF003AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDING REKENEENHEID1.DEF: te lage spanning2.DEF : te hoge spanning

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De storing van de te lage spanning verschijnt als de voeding van de rekeneenheid 8,5 V of minder is.De storing van de te hoge spanning verschijnt als de voeding van de rekeneenheid 16 V of meer is.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

aansl. 9 Massa

aansl. 4 + 12 V voor contact (zie schema van de auto)

aansl. 6 + 12 V accessoire (zie schema van de auto)

aansl. 7 + 12 V na contact (zie schema van de auto)

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF003

Page 142: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-20

Vdiagnr.: 04

DF004AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / MICROFOONCO : OnderbrekingCC.0 : Kortsluiting aan massaCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZENBijzonderheden:De microfoon bevindt zich in het midden van de zonnekleppen.

Geef het commando VP004 "Test microfoon" (reparatieprogramma van het diagnoseapparaat, tabblad instellingen): zie de betekenis van dit commando.

Als het resultaat van dd test 0 % is, controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes, en de aansluiting, de staat en de conformiteit van de grijze 6-polige stekker van de microfoon en van de klemmetjes. Herstellen indien nodig.

Zet het contact uit, maak de twee eerder genoemde stekkers los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Microfoon6-polige stekker

aansl. 28 (microfoon +) aansl. 2

aansl. 29 (microfoon -) aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF004

Page 143: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-21

Vdiagnr.: 04

DF005AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VOEDING TELEFOONHOUDERCO.1: onderbreking of kortsluiting aan + 12 VCC.0: kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als die aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De telefoonhouder bevindt zich in de middenconsole.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen: F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de telefoonhouder (achter de versnellingshendel) en de staat van de elektrische contacten tussen de steun van de telefoonhouder en de telefoonhouder. Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree setZwarte 24-polige stekker

Telefoonhouder14-polige stekker

aansl. 13 aansl. 4 (+ 12 V)

aansl. 14 aansl. 6 (massa)

Herstellen indien nodig.

Als de gecontroleerde verbindingen en de elektrische voedingen conform zijn, maar de storing aanhoudt: vervang de steun van de telefoon.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF005

Page 144: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-22

Vdiagnr.: 04

DF006AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / TELEFOONHOUDER1.DEF : geen of slecht antwoord van de telefoonhouder naar de rekeneenheid

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF005 "Voeding telefoonhouder" als die aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De verbindingen tussen de rekeneenheid en de telefoonsteun worden verzorgd door draadverbindingen.De telefoonsteun bevindt zich in de middenconsole.

Geef het commando VP005 "Test seriële verbindingen" (reparatieprogramma van het diagnoseapparaat, tabblad instellingen).

Als het resultaat van het commando is "Slecht":Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de telefoonhouder (achter de versnellingshendel) en de staat van de elektrische contacten tussen de steun van de telefoonhouder en de telefoonhouder. Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de 24-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes. Herstellen indien nodig.

Maak de 24-polige stekker los van de rekeneenheid en die van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende seriële verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

aansl. 17 aansl. 8

aansl. 18 aansl. 9

aansl. 21 aansl. 13

aansl. 22 aansl. 14

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF006

Page 145: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-23

Vdiagnr.: 04

DF007AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

TELEFOONSIGNAAL1.DEF : onsamenhangend signaal

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF006 "Verbinding rekeneenheid/telefoonhouder" als die aanwezig of in het geheugen is.

Bijzonderheden:De telefoonsteun bevindt zich in de middenconsole.Deze storing geeft aan dat er geen of een slechte communicatie is tussen de telefoon (of de telefoonhouder en niet van de steun) naar de rekeneenheid.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de steun van de telefoonhouder. Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder (gouden contacten).Vervang de steun in de auto of de telefoonhouder indien nodig.

Plaats de telefoon in zijn houder en controleer op het scherm van het navigatiesysteem of de telefoon is gedetecteerd (afkorting "Tel" niet doorgekruist).Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon van de klant.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF007

Page 146: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-24

Vdiagnr.: 04

DF008AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

ONSAMENHANGENDE AKOESTISCHE CONFIGURATIE1.DEF : akoestische parameters incorrect

ADVIEZENBijzonderheden:Deze storing geeft aan dat de akoestische parameters in het geheugen van de rekeneenheid niet conform de auto zijn waarin het systeem is gemonteerd.

Stel de akoestische parameters van de rekeneenheid in door middel van het commando VP008 "Akoestische kenmerken Laguna II" (zie "Configuratie en inlezen").

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF008

Page 147: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-25

Vdiagnr.: 04

DF011AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL RADIO

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF013 "Verkeerde configuratie audio uitrusting" als die aanwezig of in het geheugen is.

Radio hoge gamma PN6

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 15-polige stekker van de radio (PN6) en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio PN6 Zwarte 15-polige stekker

aansl. 14 aansl. 3

aansl. 11 aansl. 4

Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 18-polige stekker van de Radio Navigatie (RN) en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio Navigatie (RN)Zwarte 18-polige stekker

aansl. 14 aansl. 8

aansl. 11 aansl. 17

Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set, en de 6-polige gele stekker van de Radio Navigatie (NR5) en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5 Gele 6-polige stekker

aansl. 14 aansl. 2

aansl. 11 aansl. 1

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie RN

Radio midden gamma NR5

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF011

Page 148: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-26

Vdiagnr.: 04

DF012AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL DISPLAY

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF014 "Verkeerde configuratie display" als die aanwezig of in het geheugen is.

Controleer of de rekeneenheid correct is geconfigureerd, herconfigureer deze indien nodig (zie Configuratie en inlezen).Bij een storing voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 24-polige stekker van het display.

Radio hoge gamma PN6

Maak de zwarte 15-polige stekker van de radio (PN6), de zwarte 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree functie set en de zwarte 24-polige stekker 24 van het display A3 los, en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Display A324-polige stekker

Radio PN615-polige stekker

Rekeneenheid handsfree set

40-polige stekker

aansl. 11 aansl. 2 aansl. 4 aansl. 11

aansl. 12 aansl. 1 aansl. 3 aansl. 14

Herstellen indien nodig.

Maak de zwarte 18-polige stekker van de radio (RN), de zwarte 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree functie set en de zwarte 24-polige stekker 24 van het display A3 los, en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Display A324-polige stekker

Radio PN18-polige stekker

Rekeneenheid handsfree set

40-polige stekker

aansl. 11 aansl. 16 aansl. 17 aansl. 11

aansl. 12 aansl. 7 aansl. 8 aansl. 14

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie RN

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF012

Page 149: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-27

Vdiagnr.: 04

DF012(VERVOLG)

Radio midden gamma NR5

Maak de gele 6-polige stekker van de radio (NR5) en de zwarte 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Display A324-polige stekker

Radio NR5 6-polige stekker

aansl. 11 aansl. 1

aansl. 12 aansl. 2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

Page 150: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-28

Vdiagnr.: 04

DF013AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERKEERDE CONFIGURATIE AUDIO-UITRUSTING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF020 "Uitrusting model Laguna ll" (zie Configuratie en inlezen).

Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF013

Page 151: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-29

Vdiagnr.: 04

DF014AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERKEERDE CONFIGURATIE DISPLAY

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF020 "Uitrusting model Laguna ll" (zie Configuratie en inlezen).

Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF014

Page 152: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-30

Vdiagnr.: 04

DF015AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie leeg of onvolledig

ADVIEZEN Geen bijzonderheden.

Configureer de rekeneenheid van de handsfree set door middel van het commando CF020 "Uitrusting model Laguna ll" (zie Configuratie en inlezen).

Na de configuratie: zet het contact uit en weer aan voor het goed verwerken van de configuraties.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen. Behandel eventueel aanwezige andere storingen. Controleer de werking van het systeem.

KML_V04_DF015

Page 153: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de storingen 86B

86B-31

Vdiagnr.: 04

DF016AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : onsamenhangende software rekeneenheid

ADVIEZENVolgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst storing DF003 "Voeding rekeneenheid" als deze aanwezig of in het geheugen is.

Als de storing in het geheugen is: wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering los van de rekeneenheid (zie elektrisch schema). Plaats de zekering terug en zet het contact aan (+ na contact geforceerd).

Als de storing terugkomt in geheugen bij het aanzetten van het contact: controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van hun klemmetjes. Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

aansl. 9 Massa

aansl. 4 + 12 V + voor contact

aansl. 6 + 12 V accessoire

aansl. 7 + 12 V na contact

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is of als de storing aanhoudt, vul de diagnosekaart in en neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie "Configuraties en Inlezen"). Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

KML_V04_DF016

Page 154: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-32

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Conformiteitscontrole

SUBFUNCTIE SELECTIE BESTUURDER

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: contact aan.

Volgor-de

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Toetsen

radiosatelliet

ET006: TOETS +

INGEDRUKT als de toets "+" van de satelliet is ingedrukt. LOS in het

tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET007: TOETS -

INGEDRUKT als de toets "+" van de satelliet is

ingedrukt.LOS in het

tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET008: BOVENSTE TOETS

INGEDRUKT als de "bovenste" toets van de

satelliet is ingedrukt.

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET009: HOGE TOETS

INGEDRUKT als de "hoge" toets van de satelliet is

ingedrukt.LOS in het

tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET010: LAGE TOETS

INGEDRUKT als de "lage" toets van de satelliet is

ingedrukt.LOS in het

tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET011: ACTIE DRAAIKNOP

INACTIEF als de draaiknop inactief is, NAAR BOVEN of

NAAR BENEDEN afhankelijk van de actie op

de draaiknop.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET013:TOETS

COMMUNICATIE

INGEDRUKT als de toets "communicatie" is ingedrukt.

LOS in het tegenovergestelde geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

KML_V04_CCONF

Page 155: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-33

Vdiagnr.: 04

SUBFUNCTIE TELEFOON

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: contact aan en telefoon in zijn houder.

Volgor-de

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

2 Telefoon

ET002: SIGNAAL "RADIO ON"

AANWEZIG als de radio is ingeschakeld.

AFWEZIG in het tegenovergestelde

geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET014: TELEFOON

AANWEZIG als de telefoon aanwezig is.

AFWEZIG in het tegenovergestelde

geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET021: WERKING TELEFOON

UIT als de telefoon is uitgeschakeld.

AAN in het tegenovergestelde

geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET015: PIN CODE

GELDIG als de code correct is.

FOUT in het tegenovergestelde

geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

ET016: TELEFOONNETWERK

AANWEZIG als het telefoonnetwerk

aanwezig is (telefoon in zijn houder).

AFWEZIG in het tegenovergestelde

geval.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van deze staat.

PR001: TELEFOONSIGNAAL

0 % < X < 100 %(voor het signaalniveau te kunnen zien, moet de telefoon in zijn houder

zitten).

Bij een storing: raadpleeg de betekenis van deze

parameter.

Page 156: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Conformiteitscontrole 86B

86B-34

Vdiagnr.: 04

SUBFUNCTIE TESTS GELUIDSSIGNALEN

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: Contact aan.

Volgor-de

FunctieParameter of StaatControle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

3 Geluidssignalen

AC001: BELSIGNAALU moet de beltoon van de

telefoon horen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

AC003: LAGE TOONU moet een lage toon

hogen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

AC002: HOGE TOONU moet een hoge toon

hogen.

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van dit

commando.

Page 157: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de staten 86B

86B-35

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de staten

Index Omschrijving in diagnoseapparaat

ET002 SIGNAAL "RADIO ON"

ET003 + 12 V NA CONTACT

ET004 + 12 V ACCESSOIRES

ET006 TOETS +

ET007 TOETS -

ET008 BOVENSTE TOETS

ET009 HOGE TOETS

ET010 LAGE TOETS

ET011 ACTIE DRAAIKNOP

ET013 TOETS COMMUNICATIE

ET014 TELEFOON

ET015 PIN CODE

ET016 TELEFOONNETWERK

ET021 WERKING TELEFOON

Page 158: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-36

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de staten

ET002

SIGNAAL "RADIO ON"

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET002 "SIGNAAL RADIO ON" heeft twee kenmerken:

– aanwezig– afwezig

Radio auditorium PN6

Dit is het weksignaal voor de handsfree set (zonder + Accessoires) en voor het starten van het audiosysteem. Dit loopt tussen de rekeneenheid van de handsfree set en de radio.

Als het signaal "Afwezig" is, terwijl de radio is ingeschakeld, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 15-polige stekker van de radio hoge gamma PN6 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gammaZwarte 15-polige stekker

aansl. 18 aansl. 8

Herstellen indien nodig.

Met dit signaal wordt de handsfree set gewekt (zonder + Accessoires) en daarmee het audiosysteem gestart, het loopt tussen de rekeneenheid van de handsfree set en de radio.

Als het signaal "Afwezig" is, terwijl de radio is ingeschakeld, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 18-polige stekker van de radio navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NavigatieZwarte 18-polige stekker

aansl. 18 aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET002

Page 159: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-37

Vdiagnr.: 04

ET002(VERVOLG)

Radio midden gamma NR5

Met dit signaal wordt de handsfree set gewekt (zonder + Accessoires) en daarmee het audiosysteem gestart, het loopt tussen de rekeneenheid van de handsfree set en de radio.

Als het signaal "Afwezig" is, terwijl de radio is ingeschakeld, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de gele 6-polige stekker van de radio midden gamma NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio midden gammaGele 6-polige stekker

aansl. 18 aansl. 5

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 160: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-38

Vdiagnr.: 04

ET003

+ 12 V NA CONTACT

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET003 "+ 12 V na contact" heeft twee kenmerken:

– aanwezig– afwezig

Als de staat "Afwezig" is terwijl het contact aan is, behandel dan de betekenis van deze staat.

De voeding van de rekeneenheid van de handsfree set met + 12 V na contact verloopt via aansl. 7 van de 40-polige stekker.Contact aan, controleer de aanwezigheid en de conformiteit van de voeding +12 V na contact op aansl. 7 van de rekeneenheid van de handsfree set.Als de voeding niet conform is:

– controleer de zekering F28 van 20A op de zekering- en relaisplaat interieur (vervang hem indien nodig),– gebruik het "universele verlengblok" en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van

overgangsweerstanden van de volgende verbinding

Zekering- en relaisplaat interieurWitte 18-polige stekker groene klemAansl. 3

Aansl. 7, 40-polige stekkerRekeneenheid handsfree set

Herstellen indien nodig.

Sluit de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur en van de rekeneenheid van de handsfree set weer aan.

Als de storing aanhoudt: voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET003

Page 161: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-39

Vdiagnr.: 04

ET004

+ 12 V ACCESSOIRES

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET004 "+ 12 V accessoires" heeft twee kenmerken:

– aanwezig– afwezig

Als de staat "Afwezig" is terwijl het contact aan is, behandel dan de betekenis van deze staat.

De voeding van de rekeneenheid van de handsfree set met + 12 V accessoires verloopt via aansl. 6 van de 40-polige stekker.Contact aan, controleer de aanwezigheid en de conformiteit van de voeding + 12 V accessoires op aansl. 6 van de rekeneenheid van de handsfree set.Als de voeding niet conform is:

– controleer de zekering F23 van 10A op de zekering- en relaisplaat interieur (vervang hem indien nodig),– gebruik het "universele verlengblok" en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van

overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Zekering- en relaisplaat interieurZwarte 27-polige stekker

Rekeneenheid handsfree set

aansl. 7 aansl. 6, 40-polige stekker

Herstellen indien nodig.

Sluit de stekkers van de zekering- en relaisplaat interieur en van de rekeneenheid van de handsfree set weer aan.

Als de storing aanhoudt: voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET004

Page 162: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-40

Vdiagnr.: 04

ET006

TOETS +

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET006 "Toets +" heeft twee kenmerken:

– ingedrukt– los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "+" ingedrukt: weerstand van 28 ΩΩΩΩ tussen aansl. A1 en aansl. B1, Toets "+" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A1 en aansl. B1.Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 20 aansl. B1

aansl. 25 aansl. A1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET006

Page 163: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-41

Vdiagnr.: 04

ET007

TOETS -

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET007 "Toets -" heeft twee kenmerken:

– ingedrukt– los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "-" ingedrukt: weerstand van 0,5 Ω tussen aansl. B3 en aansl. B1, Toets "-" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. B3 en aansl. B1.Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 20 aansl. B1

aansl. 23 aansl. B3

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET007

Page 164: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-42

Vdiagnr.: 04

ET008

BOVENSTE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET008 "Bovenste toets" heeft twee kenmerken:

– Ingedrukt– Los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:De bovenste toets is de toets "source audio" (toets bij het stuurwiel).

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: "Bovenste" toets ingedrukt: weerstand van 28 Ω tussen aansl. B3 en aansl. B2, "Bovenste" toets niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. B3 en aansl. B2. Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 23 aansl. B3

aansl. 22 aansl. B2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET008

Page 165: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-43

Vdiagnr.: 04

ET009

HOGE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET009 "Toets hoog" heeft twee kenmerken:

– Ingedrukt– Los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:De toets "hoog" is de toets met het telefoonsymbool.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "hoog" ingedrukt: weerstand van 28 ΩΩΩΩ tussen aansl. A3 en aansl. B2, Toets "hoog" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A3 en aansl. B2.Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 21 aansl. A3

aansl. 22 aansl. B2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET009

Page 166: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-44

Vdiagnr.: 04

ET010

LAGE TOETS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET010 "Toets laag" heeft twee kenmerken:

– Ingedrukt– Los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.: De toets "laag" is de toets aan de onderkant van de satelliet.

Maak de stekker van de bedieningssatelliet los en controleer met een ohmmeter: Toets "laag" ingedrukt: weerstand van 28 ΩΩΩΩ tussen aansl. A3 en aansl. B1, Toets "laag" niet ingedrukt: geen geleiding tussen aansl. A3 en aansl. B1,Als de toets niet werkt zoals aangegeven, vervang de radiosatelliet.

Als de geleiding bij de satelliet goed is bij een druk op de toets, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 21 aansl. A3

aansl. 20 aansl. B1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET010

Page 167: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-45

Vdiagnr.: 04

ET011

ACTIE DRAAIKNOP

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET011 "Actie draaiknop" heeft drie kenmerken:

– inactief– omhoog– omlaag

Als de staat "inactief" is terwijl de draaiknop wordt bediend, behandel dan de betekenis van deze staat.

Controleer de werking van de bedieningssatelliet, raadpleeg hoofdstuk 86A van MR Elektrische installatie.Vervang de radiosatelliet.

Als de satelliet conform is, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radiosatelliet

aansl. 24 aansl. A2

aansl. 21 aansl. A3

aansl. 23 aansl. B3

aansl. 25 aansl. A1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET011

Page 168: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-46

Vdiagnr.: 04

ET013

TOETS COMMUNICATIE

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET013 "Toets communicatie" heeft twee kenmerken:

– Ingedrukt– Los

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de actie op de toets, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.: De toets "communicatie" is de`toets op het einde van de lichtschakelaar.

, maak de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Zwarte 3-polige stekker van de lichtschakelaar

aansl. 17 aansl. 2

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET013

Page 169: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-47

Vdiagnr.: 04

ET014

TELEFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET014 "Telefoon" heeft twee kenmerken:

– aanwezig– afwezig

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.

Controleer de aansluiting en de staat van de 14-polige stekker van de steun.Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.Vervang de steun of de houder indien nodig.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET014

Page 170: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-48

Vdiagnr.: 04

ET015

PIN CODE

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET015 "Pin code heeft twee kenmerken:

– geldig– fout

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.

Controleer of de in de telefoon ingevoerde PIN code correct is.Als dit niet zo is, voer de juiste PIN code in.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET015

Page 171: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-49

Vdiagnr.: 04

ET016

TELEFOONNETWERK

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET016 "Telefoonnetwerk" heeft twee kenmerken:

– aanwezig,– afwezig.

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:– De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer op de telefoon of het telefoonnetwerk aanwezig is (signaalvlakjes van de

telefoon). Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze staat onderzoekt.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed. controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje van de adapter rood brandt, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de antenne en de steun in de auto.

N.B.: Deze verbinding is een coaxkabel die de antenne rechtstreeks met de steun verbindt.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET016

Page 172: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de staten 86B

86B-50

Vdiagnr.: 04

ET021

WERKING TELEFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:De ET021 "werking telefoon" heeft twee kenmerken:

– aan,– uit.

Als het kenmerk van de staat niet overeenkomt met de staat van het systeem, raadpleeg dan de betekenis van de diagnose.

N.B.:– De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer de werking van de telefoon voordat u deze staat onderzoekt.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ET021

Page 173: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Overzicht van de parameters 86B

86B-51

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Telefoonsignaal

PR003 Accuspanning

PR004 Rijsnelheid

Page 174: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-52

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de parameters

PR001

TELEFOONSIGNAAL

ADVIEZEN

Bijzonderheden:– Deze parameter werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.– Controleer op de telefoon of het telefoonnetwerk aanwezig is (signaalvlakjes van de

telefoon). Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze parameter onderzoekt.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:– controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed.– controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje van de adapter rood brandt, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de antenne en de steun in de auto.

N.B.:Deze verbinding is een coaxkabel die de antenne rechtstreeks met de steun verbindt.

Als de parameter niet werkt zoals aangegeven in de conformiteitscontrole, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR001

Page 175: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-53

Vdiagnr.: 04

PR003

ACCUSPANNING

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer de aansluiting, de staat en de conformiteit van de stekkers van de rekeneenheid van de handsfree set en van de klemmetjes.Herstellen indien nodig.

Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en controleer de conformiteit van de elektrische voedingen (deze moeten gelijk zijn aan de accuspanning).Bij een probleem, controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Stekker rekeneenheid aansl. 9 Massa

Stekker rekeneenheid aansl. 4 + 12 V contact (zie schema van de auto)

Stekker rekeneenheid aansl. 6 + 12 V accessoire (zie schema van de auto)

Rekeneenheid stekker A aansl. 7 + 12 V na contact (zie schema van de auto)

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR003

Page 176: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de parameters 86B

86B-54

Vdiagnr.: 04

PR004

RIJSNELHEID

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als deze parameter onsamenhangend is, voer een diagnose uit van het ABS.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_PR004

Page 177: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Behandeling van de commando's 86B

86B-55

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Behandeling van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

RZ001 Storingsgeheugen

AC001 Belsignaal

AC002 Hoge toon

AC003 Lage toon

VP001 Schrijven datum laatste werkzaamheden.

VP002 Schrijven van het V.I.N.

VP004 Test microfoon

VP005 Test seriële verbinding

VP006 Test verbindingen audio

Page 178: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-56

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Betekenis van de commando's

AC001

BELSIGNAAL

ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet u de telefoon horen overgaan.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

aansl. 35 aansl. 28

aansl. 36 aansl. 30

aansl. 37 aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 18-polige stekker van de radio navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio Navigatie18-polige stekker

aansl. 35 aansl. 4

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 83 aansl. 13

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 179: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-57

Vdiagnr.: 04

AC001(VERVOLG)

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

aansl. 35 aansl. 7

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 38 aansl. 9

Herstellen indien nodig.

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker

Luidsprekers

aansl. 1 + rechts achter

aansl. 2 - rechts achter

aansl. 3 + rechts voor

aansl. 4 - rechts voor

aansl. 5 + links voor

aansl. 6 - links voor

aansl. 7 + links achter

aansl. 8 - links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 180: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-58

Vdiagnr.: 04

AC002

HOGE TOON

ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet een hoge toon klinken.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

aansl. 35 aansl. 28

aansl. 36 aansl. 30

aansl. 37 aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 18-polige stekker van de radio navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio Navigatie18-polige stekker

aansl. 35 aansl. 4

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 38 aansl. 13

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 181: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-59

Vdiagnr.: 04

AC002(VERVOLG)

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

aansl. 35 aansl. 7

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 38 aansl. 9

Herstellen indien nodig.

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker

Luidsprekers

aansl. 1 + rechts achter

aansl. 2 - rechts achter

aansl. 3 + rechts voor

aansl. 4 - rechts voor

aansl. 5 + links voor

aansl. 6 - links voor

aansl. 7 + links achter

aansl. 8 - links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 182: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-60

Vdiagnr.: 04

AC003

LAGE TOON

ADVIEZENBijzonderheden:Contact mis, dit commando is toegankelijk in het diagnoseprogramma van het gereedschap (tabblad actuatorcommando).

Tijdens dit commando, moet een lage toon klinken.Door het activeren van dit commando kunt u de verbindingen tussen de rekeneenheid van de handsfree set, de radio en de luidsprekers controleren.

Radio auditorium PN6

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de heldere 15-polige stekker van de radio hoge gamma en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio hoge gamma15-polige stekker

aansl. 35 aansl. 28

aansl. 36 aansl. 30

aansl. 37 aansl. 29

Herstellen indien nodig.

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de zwarte 18-polige stekker van de radio navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio Navigatie18-polige stekker

aansl. 35 aansl. 4

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 38 aansl. 13

Herstellen indien nodig.

Radio Navigatie

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 183: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-61

Vdiagnr.: 04

AC003(VERVOLG)

Radio midden gamma NR5

Als tijdens dit commando de telefoon niet overgaat, maak dan de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en de groene 6-polige stekker van de radio NR5 en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Radio NR5Groene 6-polige stekker

aansl. 35 aansl. 7

aansl. 36 aansl. 5

aansl. 38 aansl. 9

Herstellen indien nodig.

Als na deze stap het commando stil blijft, controleer dan de geleiding van de verbindingen tussen de radio hoge gamma en de luidsprekers door de radio in te schakelen. Als deze stil blijft, maak dan de 8-polige ISO stekker B los van de radio en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Radio hoge gamma8-polige stekker

Luidsprekers

aansl. 1 + rechts achter

aansl. 2 - rechts achter

aansl. 3 + rechts voor

aansl. 4 - rechts voor

aansl. 5 + links voor

aansl. 6 - links voor

aansl. 7 + links achter

aansl. 8 - links achter

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 184: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-62

Vdiagnr.: 04

VP004

TEST MICROFOON

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat (tabblad instellingen).Bij deze test, moet u op de bestuurdersstoel zitten en "normaal" spreken.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende verbindingen controleren:

Rekeneenheid handsfree set

MicrofoonRekeneenheid handsfree set

De elektrische verbindingen zijn conform als het resultaat test een percentage van 4 of hoger is.Als het resultaat van de test een percentage van minder dan 4 is:Maak de 40-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 6-polige stekker van de microfoon en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set40-polige stekker

Telefoonsteun6-polige stekker

aansl. 28 aansl. 2

aansl. 29 aansl. 1

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 185: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-63

Vdiagnr.: 04

VP005

TEST SERIËLE VERBINDING

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat(tabblad instellingen).

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende seriële verbindingen controleren:

Rekeneenheid handsfree set

Telefoonsteun Testadapter TelefoonsteunRekeneenheid handsfree set

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder voor dit commando:Tijdens het activeren van dit commando verzendt de handsfree set gegevens via de seriële verbindingen. Deze gegevens worden doorgelust door de testadapter in de steun, en teruggestuurd naar de handsfree set die ze analyseert. Deze gegevens zijn niet zichtbaar. De elektrische verbindingen zijn in orde als het resultaat van de test "GOED" is.Als het resultaat van de test "SLECHT" is, maak de 24-polige stekker van de rekeneenheid van de handsfree set los en de 14-polige stekker van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

aansl. 17 aansl. 8

aansl. 18 aansl. 9

aansl. 21 aansl. 13

aansl. 22 aansl. 14

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 186: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Betekenis van de commando's 86B

86B-64

Vdiagnr.: 04

VP006

TEST VERBINDINGEN AUDIO

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat(tabblad instellingen).

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

Handsfree set

telefoon-steun

TestadapterTelefoon-steun

Handsf-ree set

RadioLuid-spre-ker

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder voor dit commando:Dit commando wordt bevestigd door een "geluid" uit de luidsprekers: als dit niet zo is controleer dan de geleiding van de verbindingen van de onderdelen van het systeem.

Maak de 24-polige stekker los van de rekeneenheid van de handsfree set en van de 14-polige stekker van de steun van de telefoonhouder en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid handsfree set24-polige stekker

Telefoonsteun14-polige stekker

aansl. 3 aansl. 2

aansl. 4 aansl. 11

aansl. 6 aansl. 3

aansl. 7 aansl. 12

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

Page 187: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Klachten 86B

86B-65

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Klachten

COMMUNICATIEPROBLEEM

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEIDZOEK-SCHEMA 1

Page 188: Elektrische installatie

TELEFOONDiagnose - Zoekschema's 86B

86B-66

Vdiagnr.: 04

Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID

ADVIEZEN Voordat u iets doet, controleer de werking van de autoradio.

Controleer de conformiteit van de accuspanning (10 V < X < 14,4 V).Als de spanning niet conform is, voer een diagnose uit van de accu en van het laadstroomcircuit.

Controleer de staat van de zekeringen F23 van 10A (+ 12 V accessoire), F28 van 20A (+ 12 V na contact) en F50 van 20A (+ 12 V voor contact): zie elektrisch schema.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnosesonde (staat van de kabel).– De verbinding tussen de diagnosesonde en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).Herstellen indien nodig

Controleer de + 12 V voor contact op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 4 en op aansl. 5 van de diagnoseaansluiting van de auto.Herstellen indien nodig.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto (om te weten of het apparaat niet de oorzaak is).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen om zeker te weten dat de voedingen en de massa's van rekeneenheid van de handsfree set in orde zijn:

Rekeneenheid handsfree set 40-polige stekker

aansl. 6 + 12 V accessoires

aansl. 4 + 12 V voor contact

aansl. 7 + 12 V na contact

aansl. 9 Massa

aansl. 11 Radio (zie het schema van de radio die gemonteerd is in de auto)

aansl. 14 Radio (zie het schema van de radio die gemonteerd is in de auto)

Radio (zie hetschema van de

radio diegemonteerd is in de

auto)

Aansl. 12 (diagnoseaansluiting)

Aansl. 13 (diagnoseaansluiting)

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

KML_V04_ALP01

Page 189: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-1

ITS Programmanr.: 020

Vdiagnr.: 04

186CMULTIMEDIADiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Diagnose assistentie (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), papier (Werkplaatshandboek of Service

Mededeling), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.

– Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model: Laguna II ph2

Betreffende functie: Navigatie, handsfree functie telefoonbediening, tuner-versterker, cd-speler

Naam van de rekeneenheid: ITS

Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

Elé. 1737 Testadapter voor de telefoonhouder

ITS_V09_PRELI ITSX74ph2 V1.0

Page 190: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-2

ITS Programmanummer: 020

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.),– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema’s

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

ITSX74ph2 V1.0

Page 191: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-3

ITS Programmanummer: 020

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

ITSX74ph2 V1.0

Page 192: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-4

ITS Programmanummer: 020

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de geleiding, de isolatie en de weerstandControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

ITSX74ph2 V1.0

Page 193: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Inleiding 86C

86C-5

ITS Programmanummer: 020

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:

controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading,

gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

ITSX74ph2 V1.0

Page 194: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Werking van het systeem 86C

86C-6

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Werking van het systeem

Het systeem "CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE" komt overeen met het navigatiesysteem "hoge gamma" van de Laguna II ph2. Dit systeem wordt ook ITS genoemd (ITS: Intelligent Transport Systeem).De rekeneenheid van de navigatie van dit systeem omvat de functies van de centrale communicatie eenheid en van de rekeneenheid van de handsfree functie telefoonbediening (KMLE).

Algemene werking

Het systeem "CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE" draag bij aan de functies:– tuner-versterker,– cd-wisselaar,– navigatie door satellietgeleiding,– handsfree telefoonbediening,– display,– buitenthermometer,– klok.

1 - Tuner-versterker

Hiermee kan naar de radio worden geluisterd op de AM- en FM-band. De tuner-versterker selecteert automatisch de beste frequentie voor een station dankzij de functie AF, hij ontvangt de verkeersinformatie via de functie TMC voor een optimale geleiding door het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE.

2 - Cd-wisselaar

De cd-wisselaar in het dashboard kan 6 cd's bevatten. Hij kan is geschikt voor audio cd's, door de klant gebrande cd-r's en MP3 cd's. Het aantal cd's in de wisselaar is te zien met de parameter PR005 "Aantal cd's in wisselaar"

3 - Navigatie

Deze functie geleidt de bestuurder door middel van kaarten en met een stem. De adressen voor de geleiding kunnen met de centrale bediening of met de stem worden ingevoerd.

4 - Handsfree telefoonbediening

Met deze functie kan een mobiele telefoon handsfree worden gebruikt dankzij een microfoon bij de zonneklep van de bestuurder en de luidsprekers van de auto. Het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE kan de namenlijst van de telefoon gebruiken, gesprekken ontvangen en uitzenden en SMS tekstberichten ontvangen. De telefoon kan worden aangesloten op de auto door een steun en een telefoonhouder of via een Bluetooth verbinding.

5 - Display

Het display toont de informatie, zoals kaarten voor de navigatie, radio, titel van de cd, tijd, temperatuur en informatie van de mobiele telefoon.

6 - Thermometer

De centrale communicatie eenheid meet de buitentemperatuur via een opname element in de buitenspiegel rechts. De temperatuur wordt ook doorgegeven aan de rekeneenheid van de airconditioning. De parameter is te zien met PR006 "Buitentemperatuur".

ITSX74ph2 V1.0

Page 195: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Werking van het systeem 86C

86C-7

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

De belangrijkste elementen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

Multiplex-netwerk van

de auto

MicrofoonAntenne GPS

+ telefoon

DisplayRekeneenheid

navigatiesysteemTelefoonsteun

Tuner-versterkerCentrale bediening van

de navigatieDiagnoseaansluiting

Cd-wisselaarRadiobedieningssatel-

liet

– Multiplexnetwerk van de auto

– Multiplexnetwerk multimedia

– Bus UART

– Draadverbindingen

ITSX74ph2 V1.0

Page 196: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-8

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Rekeneenheid navigatiesysteem

Aansl. Omschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker A (32-polig)

1 CAN L auto aansl. 14 van de diagnoseaansluiting

2 CAN L multimedia 1aansl. 11 van de centrale bediening van de navigatie

3 niet gebruikt

4 Signaal rijsnelheid aansl. 24 rekeneenheid ABS/ESP

5 niet gebruikt

6 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 13 tuner-versterker, aansl. 12 cd-wisselaar, aansl. 9 centrale bediening van de navigatie, aansl. 2 van de regelweerstand.

7 niet gebruikt

8 niet gebruikt

9 niet gebruikt

10 signaal 1 videodisplay aansl. 16 display

11 videosignaal aansl. 10 display

12 videosignaal aansl. 12 display

13 niet gebruikt

14 videosignaal RGB blauw aansl. 22 display

15 videosignaal RGB rood aansl. 24 display

16 niet gebruikt

17 CAN H auto aansl. 6 van de diagnoseaansluiting

18 CAN H multimedia 1aansl. 5 centrale bediening van de navigatie

19 niet gebruikt

20 Commando + achteruitrijlichten aansl. 8 van de zwarte stekker van het huis met hulporganen interieur

21 niet gebruikt

22 + markeringslichten linksaansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

23 afscherming videosignaal aansl. 8 display

24 niet gebruikt

25 afscherming videocommando aansl. 4 display

26 signaal 2 videodisplay aansl. 15 display

ITSX74ph2 V1.0

Page 197: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-9

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. Omschrijving Aansl. opname element - actuator

27 videosignaal aansl. 11 display

28 afscherming aansl. 5 display

29 massa signalen RGB aansl. 9 display

30 videosignaal RGB groen aansl. 23 display

31 niet gebruikt

32 niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

Page 198: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-10

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. Omschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker B (40-polig)

1 niet gebruikt

2 niet gebruikt

3 niet gebruikt

4 niet gebruikt

5 + 12 V telefoonsteun aansl. 4 telefoonsteun

6 signaal verzenden verzoek aansl. 13 telefoonsteun

7 signaal gegevensontvangst aansl. 8 telefoonsteun

8 niet gebruikt

9 niet gebruikt

10 niet gebruikt

11 - audio handsfree set 1 aansl. 12 telefoonsteun

12 + audio handsfree set 1 aansl. 3 telefoonsteun

13 + audio handsfree set 2 aansl. 2 telefoonsteun

14 - stem navigatieaansl. 14 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

15 + stem navigatieaansl. 30 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

16 + stem telefoonaansl. 32 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

17 signaal microfoon aansl. 2 microfoon handsfree telefoon

18 + microfoon aansl. 3 microfoon handsfree telefoon

19 niet gebruikt

20 + accu aansl. 2 aparte zekering F50

21 niet gebruikt

22 niet gebruikt

23 niet gebruikt

24 massa telefoonsteun aansl. 6 telefoonsteun

25 signaal annuleren verzoek aansl. 14 telefoonsteun

26 afscherming

27 signaal gegevensverzending aansl. 9 telefoonsteun

28 niet gebruikt

29 niet gebruikt

30 niet gebruikt

31 niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

Page 199: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-11

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. Omschrijving Aansl. opname element - actuator

32 - audio handsfree set 2 aansl. 11 telefoonsteun

33 niet gebruikt

34 afschermingaansl. 31 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

35 - stem telefoonaansl. 16 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

36 afschermingaansl. 15 stekker D (32-polig) van de tuner-versterker

37 afscherming microfoon telefoon aansl. 1 microfoon handsfree telefoon

38 signaal wekken multimediaaansl. 3 videodisplay, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

39 niet gebruikt

40 massa

ITSX74ph2 V1.0

Page 200: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-12

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Tuner-versterker

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker A (8-polig)

1 ingang signaal rijsnelheid aansl. 24 stekker rekeneenheid ABS/ESP

2 niet gebruikt

3signaal telefoon onderbreken geluid tuner-versterker

aansl. 1 telefoon basis

4 + accu aansl. 2 houder aparte zekering

5 + antenneversterker AM/FM aansl. 1 antenneversterker

6 signaal markeringslichtenaansl. 4 stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

7 + accessoiresaansl. 7 stekker CGB1-B van de zekeringen/relaisplaat interieur

8 massa

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansluitingen opname elementen - actuators

Stekker B (8-polig)

1 + luidspreker rechts achter aansl. A1 luidspreker en tweeter rechts achter

2 - luidspreker rechts achter aansl. A2 luidspreker en tweeter rechts achter

3 + luidspreker rechts voor aansl. A1 luidspreker en tweeter rechts voor

4 - luidspreker rechts voor aansl. A2 luidspreker en tweeter rechts voor

5 + luidspreker links voor aansl. A1 luidspreker en tweeter links voor

6 - luidspreker links voor aansl. A2 luidspreker en tweeter links voor

7 + luidspreker links achter aansl. A1 luidspreker en tweeter links achter

8 - luidspreker links achter aansl. A2 luidspreker en tweeter links achter

ITSX74ph2 V1.0

Page 201: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-13

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker C (20-polig)

C1

1 niet gebruikt

2 niet gebruikt

3 niet gebruikt

4 niet gebruikt

5 niet gebruikt

6 niet gebruikt

C2

7 - signaal audio links cd-wisselaar aansl. 5 van de cd-wisselaar

8 + signaal audio links cd-wisselaar aansl. 17 van de cd-wisselaar

9 afscherming

10 - signaal audio rechts cd-wisselaar aansl. 7 van de cd-wisselaar

11 + signaal audio rechts cd-wisselaar aansl. 19 van de cd-wisselaar

12 niet gebruikt

C3

13 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 12 van de cd-wisselaar, aansl. 9 centrale bediening van de navigatie, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

14 signaal wekken multimedia

aansl. 21 van de cd-wisselaar, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 3 van het display, aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem.

15 niet gebruiktniet gebruikt

16 niet gebruikt

17 afscherming

18 signaal commando cd aansl. 2 van de cd-wisselaar

19 signaal commando uitzending cd aansl. 14 van de cd-wisselaar

20 signaal commando ontvangst cd aansl. 1 van de cd-wisselaar

ITSX74ph2 V1.0

Page 202: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-14

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

Stekker D (32-polig)

1 CAN H multimediaaansl. 19 stekker D van de tuner-versterker

2 CAN L multimediaaansl. 3 stekker D van de tuner-versterker

3 eindweerstandaansl. 2 stekker D van de tuner-versterker

4 niet gebruikt aansl. 24 stekker rekeneenheid ABS

5 niet gebruikt

6 niet gebruikt

7 niet gebruikt

8 regel 1 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B2 radiobedieningssatelliet

9 rij 2 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A3 radiobedieningssatelliet

10 rij 0 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B1 radiobedieningssatelliet

11 contact toets activeren stemherkenningaansl. 2 van 3-polige stekker richtingaanwijzerschakelaar

12 massa temperatuurzender aansl. 1D buitenspiegel rechts

13 niet gebruikt

14 ingang signaal - stemgeleidingaansl. 14 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

15 afscherming signaal audio - telefoonaansl. 36 van 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

16 ingang signaal audio - telefoonaansl. 35 van 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

17 CAN H multimedia aansl. 6 centrale bediening van de navigatie

18 CAN H multimedia aansl. 12 centrale bediening van de navigatie

19 eindweerstand aansl. 1 stekker D van de tuner-versterker

20 niet gebruikt

21 massa signaal afstandsbediening aansl. 11 cd-wisselaar

22 ingang signaal afstandsbediening aansl. 23 cd-wisselaar

23 niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

Page 203: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-15

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. tuner-

versterkerOmschrijving Aansl. opname element - actuator

24 regel 2 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A2 radiobedieningssatelliet

25 regel 0 matrix radiobedieningssatelliet aansl. B1 radiobedieningssatelliet

26 rij 1 matrix radiobedieningssatelliet aansl. A1 radiobedieningssatelliet

27 uitgang signaal temperatuuraansl. 14 van de zwarte stekker van het huis met hulporganen interieur

28 ingang signaal + van temperatuurzender aansl. 1E buitenspiegel rechts

29 niet gebruikt

30 ingang + signaal audio van de geleiding aansl. B15 rekeneenheid van de navigatie

31 afscherming signaal audio van de geleiding aansl. B34 rekeneenheid van de navigatie

32 ingang + signaal audio van de telefoon aansl. B16 rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

Page 204: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-16

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Telefoonsteun

Aansl. tele-foonsteun

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

14-polige stekker

1 niet gebruikt

2 + audio handsfree set 2aansl. 13 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

3 + audio handsfree set 1aansl. 12 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

4 + 12 V telefoonsteunaansl. 5 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

5 niet gebruikt

6 massa telefoonsteunaansl. 24 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

7 niet gebruikt

8 signaal gegevensontvangstaansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

9 signaal gegevensverzendingaansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

10 niet gebruikt

11 - audio handsfree set 2aansl. 32 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

12 - audio handsfree set 1aansl. 11 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

13 signaal verzenden verzoek aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

14 signaal annuleren verzoekaansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

Page 205: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-17

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Display

Aansl. display

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

24-polige stekker

1 niet gebruikt

2 niet gebruikt

3 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, stem 1 centrale bediening van de navigatie, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

4 afschermingaansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

5 afschermingaansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

6 niet gebruikt

7 niet gebruikt

8 afschermingaansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

9 massa videosignalen RGBaansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

10 videosignaalaansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

11 videosignaalaansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

12 videosignaal helderheidaansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

13 massa

14 + accu aansl. 2 aparte zekering F50

15 signaal commando 2 videodisplayaansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

16 signaal commando 1 videodisplayaansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

17 niet gebruikt

18 niet gebruikt

19 niet gebruikt

20 niet gebruikt

21 niet gebruikt

ITSX74ph2 V1.0

Page 206: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-18

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. display

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

22 videosignaal RGB blauwaansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

23 videosignaal RGB groenaansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

24 videosignaal RGB roodaansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

Page 207: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-19

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Centrale bediening van de navigatie

Aansl. centrale

bediening van de

navigatie

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

12-polige stekker

1 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, stem 3 display, aansl. 14 stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 21 cd-wisselaar

2 niet gebruikt

3 niet gebruikt

4 niet gebruikt

5 CAN H multimediaaansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

6 CAN H multimedia diagnoseaansluiting aansl. 13 van de diagnoseaansluiting

7 + accu aansl. 2 aparte zekering F50

8 massa

9 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 12 van de cd-wisselaar, aansl. 13 van stekker C3 van de tuner-versterker, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

10 + markeringslichten linksaansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

11 CAN L multimediaaansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

12 CAN L multimedia diagnoseaansluiting aansl. 12 van de diagnoseaansluiting

ITSX74ph2 V1.0

Page 208: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-20

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Cd-wisselaar

Aansl. cd-wisselaar

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

12-polige stekker

1 signaal commando ontvangst cdaansl. 20 van stekker C3 van de tuner-versterker

2 signaal controle commando cdaansl. 18 van stekker C3 van de tuner-versterker

3 + accessoiresaansl. 7 van stekker CGB1-B van de zekeringen/relaisplaat interieur

4 niet gebruikt

5 - audio links cd aansl. 7 van stekker C2 van de tuner-versterker

6 niet gebruikt

7 - audio rechts cdaansl. 10 van stekker C2 van de tuner-versterker

8 niet gebruikt

9 niet gebruikt

10 massa

11 + commando afstandsbedieningaansl. 21 van de 32-polige stekker van de tuner-versterker

12 commando - regelweerstand verlichting

aansl. 13 van stekker C3 van de tuner-versterker, aansl. 9 van de centrale bediening van de navigatie, aansl. 6 van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van het navigatiesysteem, aansl. 2 van de regelweerstand.

13 afschermingaansl. 17 van stekker C3 van de tuner-versterker

14 signaal commando uitzending cdaansl. 19 van stekker C3 van de tuner-versterker

15 + na contact aansl. 3 van de stekker CGB1-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

16 niet gebruikt

17 + audio links cd aansl. 8 van stekker C2 van de tuner-versterker

18 afscherming aansl. 9 van stekker C2 van de tuner-versterker

19 + audio rechts cdaansl. 11 van stekker C2 van de tuner-versterker

20 niet gebruikt

21 signaal wekken multimedia

aansl. 38 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie, aansl. 3 display, aansl. 14 van stekker C3 (8-polig) tuner-versterker, aansl. 1 centrale bediening van de navigatie

ITSX74ph2 V1.0

Page 209: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Aansluiting rekeneenheid 86C

86C-21

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Aansl. cd-wisselaar

Omschrijving Aansl. opname element - actuator

22 + accu aansl. 2 aparte zekering F50

23 - infrarood afstandsbedieningaansl. 22 van de 32-polige stekker van de tuner-versterker

24 + markeringslichten links aansl. 4 van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur

ITSX74ph2 V1.0

Page 210: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Vervangen van organen 86C

86C-22

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Vervangen van organen

Voor het uitbouwen-inbouwen van deze rekeneenheid zie MR 395, 86C, Systeem multimedia, Vervangen van de organen.

Werkzaamheden voorafgaand aan het vervangen van de rekeneenheid van de navigatie:

1. Voor het vervangen van de rekeneenheid (met akkoord van de technische helpdesk), leest u de storingen uit en voert u een conformiteitscontrole uit om te controleren of deze wel de oorzaak is.

2. Voor het uitbouwen van de rekeneenheid, wist u de gegevens van de klant (telefoonnummers, adresboek van de klant, enz.) met behulp van het diagnoseapparaat, door middel van het commando RZ003 "Parameters en gegevens van de klant".

3. Na akkoord van de technische helpdesk, bouwt u de rekeneenheid uit, met contact uit.

De rekeneenheden van de navigatie uit het magazijn worden geleverd zonder configuratie en in de fabrieksstand (tuner-versterker afgestemd op 162 kHz AM, en piepjes gedurende 2 minuten).

Werkzaamheden na het vervangen van de rekeneenheid van de navigatie:

1. Voer de code in voor het ontgrendelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

– Methode voor het kennen van de code voor het ontgrendelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE

– schakel de + na contact in– schakel het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE in– sluit het diagnoseapparaat CLIP aan– noteer het nummer van de voorcode die staat in het menu "identificatie"– neem contact op met de technische helpdesk met deze voorcode om de code voor het ontgrendelen van

het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE te krijgen– 2 minuten na het inschakelen van het systeem CARMINAT NAVIGATIE en COMMUNICATIE, wordt de

code voor het ontgrendelen gevraagd– voer deze code in met behulp van de centrale bediening van de navigatie

2. Configureer de rekeneenheid (zie "Configuratie en inlezen").

– De 2 op te geven configuraties zijn CF001 "Type auto" en CF002 "Type land"

3. Voer de V.I.N. code in (zie Behandeling van de commando's).

– Het commando voor het invoeren van de VIN code is VP002 "Schrijven V.I.N."

N.B.:Als de code fout is, loopt de wachttijd voor het invoeren van een nieuwe code op van 2 naar 32 minuten. Wis de verkeerde code voordat u de nieuwe invoert.

ITSX74ph2 V1.0

Page 211: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Configuratie en inlezen 86C

86C-23

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Configuratie en inlezen

Beschikbare configuraties en werking

– Type auto (CF001):

Met deze configuratie kan het systeem de auto herkennen waarin het is gemonteerd.

– Type land (CF002):

Voor alle andere landen kiest u "BEHALVE NEDERLAND"

Lijst van de beschikbare configuraties in het diagnoseapparaat met lezen van de configuratie

Procedure voor het wijzigen van deze configuraties Open de communicatie met de rekeneenheid. Selecteer het menu "Reparatie". Selecteer het menu "Schrijven van de configuratie". Selecteer de regel van de te wijzigen configuratie. Kies in het afrolmenu de regel die overeenkomt met de auto en met het land. Klik op "bevestigen". Verlaat het diagnoseprogramma (verbreek de communicatie met de rekeneenheid zonder het diagnoseapparaat

uit te schakelen), zet het contact 5 s uit een daarna weer aan. Open de communicatie met de rekeneenheid. Controleer in het menu "lezen configuratie" of de configuratie goed is uitgevoerd.

Inlezen

Er is geen inlezen nodig van het systeem van de navigatie en communicatie.

LET OPDe keuze "NEDERLAND" initialiseert de rekeneenheid de wetgeving van dit land.Deze configuratie is ONOMKEERBAAR, deze keuze kan niet meer worden veranderd.

Configuratie Lezen van de configuratieNaam van de configuratie

Keuze van de configuratie

CF001 LC001 Type autoVel Satis ph2Laguna II ph2

CF002 LC002 Type landBehalve Nederland

Nederland

ITSX74ph2 V1.0

Page 212: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de storingen 86C

86C-24

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de storingen

Overzicht van de door de rekeneenheid van de navigatie controleerbare storingen, met de bijbehorende codes van het ontwerpbureau.

Storing Code

Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 D010 REKENEENHEID

DF002 D011 REKENEENHEID

DF003 9A01 REKENEENHEID

DF004 9A02 REKENEENHEID

DF005 9A03 REKENEENHEID

DF006 9A04 REKENEENHEID

DF007 9A07 REKENEENHEID

DF008 9A08 REKENEENHEID

DF009 9A10 REKENEENHEID

DF010 9A0D REKENEENHEID

DF021 C300 CONFIGURATIE REKENEENHEID

DF022 C186 GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL RADIO

DF023 9A06 GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL DISPLAY

DF024 C155 GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL INSTRUMENTENPANEEL

DF025 C163 GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL CENTRALE BEDIENING

DF027 C189 GEEN INFORMATIE CD-WISSELAAR AUDIO

DF028 9A0F VERBINDING REKENEENHEID / TELEFOONHOUDER

DF029 9A0C LEZEN DVD NAVIGATIE

DF030 9A00 CIRCUIT ANTENNE GPS

ITSX74ph2 V1.0

Page 213: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-25

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001DF002DF003DF004DF005DF006DF007DF008DF009DF010

AANWEZIGOF

IN GEHEUGEN

REKENEENHEID1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact.

Als de storing in het geheugen is: wis de storing, zet het contact uit en maak de voedingszekering F50 (20A) los van de rekeneenheid.– Plaats de zekering terug en zet het contact weer aan.– Schakel het navigatiesysteem in.Als de storing terugkomt in het geheugen: neem contact op met de technische helpdesk.Als de storing niet terugkomt: bedien het navigatiesysteem, de cd-wisselaar, de tuner-versterker en de handsfree telefoonbediening (indien aanwezig) om de werking van het systeem te controleren.

Controleer de + 12 V op aansl. 20 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie.Controleer de massa op aansl. 40 van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanwezig is, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de rekeneenheid is vervangen (op verzoek van de technische helpdesk): voer de configuraties van de rekeneenheid opnieuw uit (zie Configuraties en Inlezen).Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF001/ITS_V04_DF002/ITS_V04_DF003/ITS_V04_DF004/ITS_V04_DF005/ITS_V04_DF006/ITS_V04_DF007/ITS_V04_DF008/ITS_V04_DF009/ITS_V04_DF010 ITSX74ph2 V1.0

Page 214: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-26

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF021AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CONFIGURATIE REKENEENHEID1.DEF : configuratie leeg of onvolledig

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Als de storing aanwezig is, moet u de configuratie van het systeem uitvoeren (zie Configuratie en inlezen).

Na de configuratie, zet u het contact 5 s uit een daarna weer aan.

Controleer de goede verwerking van de configuraties door het lezen van de configuratie LC001 "Type auto" en LC002 "Type land".

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Als de storing in het geheugen is, wist u de storingen met het commando RZ001 ''Storingsgeheugen''.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF021 ITSX74ph2 V1.0

Page 215: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-27

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF022AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL RADIO

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van de tuner-versterker (een paar keer achter elkaar).

Bij gelijktijdige optreden van de storingen DF022 "Geen multiplexsignaal radio" en DF027 "Geen informatie cd-wisselaar audio": controleer het multiplexnetwerk multimedia (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner versterker (in de opbergruimte) (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker centrale bediening aansl. 6 aansl. 17 van de 32-polige stekker van de tuner-

versterkerstekker centrale bediening aansl. 12 aansl. 18 van de 32-polige stekker van de tuner-

versterkerstekker centrale bediening aansl. 5 aansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatiestekker centrale bediening aansl. 11 aansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatieHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF022 ITSX74ph2 V1.0

Page 216: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-28

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF023AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL DISPLAY1.DEF : geen communicatie met het display2.DEF : storing van het display

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van het navigatiesysteem.

1.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker display aansl. 4 aansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 5 aansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 8 aansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 9 aansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 10 aansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 11 aansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 12 aansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 15 aansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 16 aansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 22 aansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 23 aansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatiestekker display aansl. 24 aansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatieHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF023 ITSX74ph2 V1.0

Page 217: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-29

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF023(VERVOLG)

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van het display. Controleer de massa op aansl. 13 van het display.Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang het display.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITSX74ph2 V1.0

Page 218: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-30

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF024AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL INSTRUMENTENPANEEL1.DEF : geen communicatie met het instrumentenpaneel

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer de diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact.

Voer een diagnose uit van het instrumentenpaneel (zie 83A, Instrumenten - dashboard).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de rode stekker van het instrumentenpaneel (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 17 aansl. 10 rode stekker van

het instrumentenpaneel32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 1 aansl. 11 rode stekker van

het instrumentenpaneelHerstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF024 ITSX74ph2 V1.0

Page 219: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-31

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF025AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN UITZENDING MULTIPLEXSIGNAAL CENTRALE BEDIENING1.DEF : geen communicatie met de centrale bediening

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van het navigatiesysteem (een paar keer achter elkaar met de centrale bediening).

Bij gelijktijdige optreden van de storingen DF022 "Geen multiplexsignaal radio", DF025 "Geen multiplexsignaal centrale bediening" en DF027 "Geen informatie cd-wisselaar audio": controleer het multiplexnetwerk multimedia (zie 88B, Multiplexsysteem).

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker centrale bediening aansl. 5 aansl. 18 van de 32-polige stekker rekeneenheid

van de navigatiestekker centrale bediening aansl. 11 aansl. 2 van de 32-polige stekker rekeneenheid van

de navigatie Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF025 ITSX74ph2 V1.0

Page 220: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-32

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF027AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

GEEN INFORMATIE CD-WISSELAAR AUDIO1.DEF : geen communicatie met het toetsenbord van de cd-wisselaar

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van de cd-wisselaar (een paar keer achter elkaar met de cd-wisselaar).

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:Behandel eerst de storing DF022 "Geen multiplexsignaal radio".

Controleer de staat en de aansluiting van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de groene stekker C2 van de tuner-versterker (in de opbergruimte) (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker cd-wisselaar aansl. 1 aansl. 20 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 2 aansl. 18 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 13 aansl. 17 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterkerstekker cd-wisselaar aansl. 14 aansl. 19 van blauwe stekker C3 van de tuner-versterker

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF027 ITSX74ph2 V1.0

Page 221: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-33

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF028AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING REKENEENHEID / TELEFOONHOUDER1.DEF : geen of slecht antwoord van de houder naar de rekeneenheid

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing aanwezig of in geheugen terugkomt na:– het wissen van de storing, uitzetten en weer aanzetten van het contact en

inschakelen van het audio systeem (met een aantal acties van de telefoon op zijn houder).

Geef het commando AC005 "Test aanwezigheid telefoonsteun", zie Behandeling van de commando's voor de betekenis van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de stekker van de telefoonsteun. Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 6 van de stekker van de telefoonsteun perfect is.Herstellen indien nodig.

Als de verbindingen correct zijn, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF028 ITSX74ph2 V1.0

Page 222: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-34

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF029AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

DVD-SPELER NAVIGATIE1.DEF : schijf onleesbaar

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:Voer deze diagnose uit als de storing terugkomt als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en inschakelen van het navigatiesysteem met een goede DVD van de navigatie.

Controleer of de DVD van de navigatie op de juiste manier in de speler zit.

Controleer of de DVD in de rekeneenheid van de navigatie niet een audio of andere cd is, maar inderdaad een navigatie-DVD bestemd voor dit navigatiesysteem is.

Veeg de DVD vanuit het midden naar de buitenkant af met droge en schone doek.

Vervang de DVD van de navigatie als deze krassen vertoont.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF029 ITSX74ph2 V1.0

Page 223: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de storingen 86C

86C-35

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

DF030AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT ANTENNE GPSC.O : onderbreking

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer de staat en de aansluiting van de 2-polige stekker van de GPS-antenne (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 2-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:2-polige stekker rekeneenheid aansl. 1 aansl. 1 stekker van de GPS-antenne2-polige stekker rekeneenheid aansl. 2 aansl. 2 stekker van de GPS-antenne

Herstellen indien nodig.

Als de verbindingen correct zijn, vervang de GPS-antenne.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer opnieuw een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

ITS_V04_DF030 ITSX74ph2 V1.0

Page 224: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Conformiteitscontrole

HOOFDSCHERM

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Nachtverlichting

ET003:+ 12 V marke-

ringslichten nacht

AAN UIT

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET003.

PR007:Niveau

nachtverlichting0 % < X < 102 %(maxi) (mini)

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de parameter PR007.

2 Rijsnelheid PR002: Rijsnelheid X km/uBij een probleem, voer

een diagnose uit van het ABS.

3 Achteruit ET024:Achteruit

ingeschakeldJA

NEE

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET024 .

4Buitentempera-

tuurPR006:

Buitentempera-tuur

X °°°°C

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de parameter PR006. N.B.: Als PR006 = - 42 °°°°C

dan is er een onderbreking op een van

de lijnen van de temperatuurzender.

5 Cd-wisselaar PR005:Aantal cd's in de

wisselaar0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 Geen bijzonderheden

ITS_V04_CCONF ITSX74ph2 V1.0

86C-36

Page 225: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-37

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie : SELECTIE BESTUURDER

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Radiobedie-

ningssatelliet

ET006: Toets +INGEDRUKT

LOS

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de staten ET006,

ET007, ET008, ET009 en ET010.

ET007: Toets -INGEDRUKT

LOS

ET009: Hoge toets ( )INGEDRUKT

LOS

ET010:Lage toets

(Mode - OK)INGEDRUKT

LOS

ET008:Bovenste toets (Source Audio)

INGEDRUKT LOS

ET018: Actie draaiknopINACTIEF OMHOOG OMLAAG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET018.

2Toets

communicatieET017:

Toets voor de communicatie (op het einde

van de richtin-gaanwijzerscha-

kelaar)

INGEDRUKT LOS

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis

van de staat ET017 .

ITSX74ph2 V1.0

Page 226: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-38

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

N.B.: Als u met de telefoon moet werken, moet u de PIN code van de telefoon kennen.

Subfunctie: TELEFOON

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Telefoon

ET020: TelefoonAANWEZIG AFWEZIG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET020 .

ET021:Werking telefoon

AAN UIT

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET021.

2 PIN code ET022: PIN codeGELDIG

NIET INGEVOERD

Als de staat "NIET INGEVOERD" is, voer dan de PIN code in de

telefoon in.

3Telefoonnet-

werkET023:

Telefoonnet-werk

AANWEZIG AFWEZIG

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis

van de staat ET023.

4 SIM kaart ET025: SIM kaartAANWEZIG AFWEZIG

Als de staat "AFWEZIG" is, haal dan de SIM kaart uit zijn houder, reinig de contacten tussen de SIM kaart en de telefoon en

plaats de SIM kaart terug in zijn houder.

ITSX74ph2 V1.0

Page 227: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-39

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS GELUIDSSIGNALEN

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Tests

luidsprekers links voor

AC010:Tweeter links

voorMet deze commando's kunnen de luidsprekers

links voor worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van de commando's AC010 en

A C012.AC012:

Luidspreker links voor

2Tests

luidsprekers rechts voor

AC011:Tweeter rechts

voorMet deze commando's kunnen de luidsprekers

rechts voor worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van de commando's AC011 en

AC013.AC013:

Luidspreker rechts voor

3Test

luidspreker links achter

AC014: Luidspreker links achter

Met dit commando kan de luidspreker links

achter worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC014.

4Test

luidspreker rechts achter

AC015:Luidspreker

rechts achter

Met dit commando kan de luidspreker rechts

achter worden geactiveerd.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC015.

ITSX74ph2 V1.0

Page 228: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-40

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1 Verbindingen

AC001:Test verbinding

audio

Met dit commando kunnen de

audioverbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van de

navigatie worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van de commando's AC001 en

AC002.Voor de commando's

AC001 en AC002, moet u de testadapter

Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.

AC002:Test seriële verbinding

Met dit commando kunnen de

dataverbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van de

navigatie worden getest.

2 Telefoonsteun AC005:Test

aanwezigheid telefoonsteun

Met dit commando kunnen de verbindingen tussen de telefoonsteun en de rekeneenheid van

de navigatie worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC005.

3 Scherm

AC006:Test scherm: kleurenbalken

Met dit commando kunnen de

kleurverbindingen tussen de rekeneenheid van de navigatie en het display

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC006.

AC007:Test scherm:

grijstinten

Met dit commando kunnen de

videoverbindingen tussen de rekeneenheid van de navigatie en het display

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC007.

AC008: Test scherm: wit scherm

Met dit commando kan het scherm worden getest

om te zien of er geen defecte pixels zijn.

Als er defecte pixels zijn, vervang het display.

ITSX74ph2 V1.0

Page 229: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Conformiteitscontrole 86C

86C-41

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Subfunctie: TESTS (VERVOLG)

ADVIEZENVoer deze conformiteitscontrole pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (lezen van de storingen en controle van de configuraties).Omstandigheden: stilstaande motor, met + na contact.

Volg-orde

FunctieParameter of staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4 Microfoon AC009: Test microfoon

Met dit commando kan de werking van de microfoon worden

getest.N.B.: Spreek in een stille

omgeving dicht bij de microfoon om de

werking te controleren.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC009.

5Opname element

temperatuurAC016:

Test opname element buiten-

temperatuur

Met dit commando kan de verbinding van het

opname element buitentemperatuur

worden getest.

Bij een probleem, raadpleeg de

behandeling van het commando AC016.

ITSX74ph2 V1.0

Page 230: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de staten 86C

86C-42

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET003 + 12 V markeringslichten

ET006 Toets +

ET007 Toets -

ET008 Bovenste toets

ET009 Lage toets

ET010 Lage toets

ET017 Toets communicatie

ET018 Actie draaiknop

ET020 Telefoon

ET021 Werking telefoon

ET023 Telefoonnetwerk

ET024 Achteruit ingeschakeld

ITSX74ph2 V1.0

Page 231: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-43

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de staten

ET003

+ 12 V MARKERINGSLICHTEN

ADVIEZENControleer de werking van de markeringslichten, begin anders met een diagnose van de stuurkolomschakelaars en van de markeringslichten (zie 80D, Verlichting).

Als geen enkel markeringslicht links werkt, controleer de staat en de aansluiting van de stekker CGB2-A van de zekeringen/relaisplaat interieur (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.Controleer de staat van de zekering F4 (7,5A) van de zekeringen/relaisplaat interieur.Vervang de zekering indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

stekker CGB2-A van de zekeringen en relaisplaat interieur aansl. 4 aansl. 22 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de

navigatieaansl. 10 van de stekker van de centrale bediening van de navigatieaansl. 24 van de stekker van de cd-wisselaar

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET003 ITSX74ph2 V1.0

Page 232: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-44

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET006ET007ET008ET009ET010

TOETS +TOETS –BOVENSTE TOETSHOGE TOETSLAGE TOETS

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 6-polige stekker van de radiobedieningssatelliet (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de radiobedieningssatelliet en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 8 aansl. B2 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 9 aansl. A3 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 10 aansl. B3 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 24 aansl. A2 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 25 aansl. B1 van de stekker van de

radiobedieningssatelliet32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 26 aansl. A1 van de stekker van de

radiobedieningssatellietHerstellen indien nodig.

Controleer op de radiobedieningssatelliet met een ohmmeter het volgende: Toets "+" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl A1 en B1 Toets "+" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A1 en B1

Toets "-" ingedrukt: de weerstand moet 0,5 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. B1 en B3 Toets "-" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. B1 en B3

Toets "bovenste" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. B2 en B3 Toets "bovenste" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. B2 en B3

Toets "hoog" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. A3 en B2 Toets "hoog" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A3 en B2

Toets "laag" ingedrukt: de weerstand moet 28 ΩΩΩΩ zijn tussen aansl. A3 en B1 Toets "laag" niet ingedrukt: er moet isolatie zijn tussen aansl. A3 en B1

Als de gemeten waarden niet overeenkomen met de waarden hierboven, vervang de radiobedieningssatelliet.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET006/ITS_V04_ET007/ITS_V04_ET008/ITS_V04_ET009/ITS_V04_ET010 ITSX74ph2 V1.0

Page 233: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-45

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET017

TOETS COMMUNICATIE

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 3-polige stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 11 aansl. 2 van de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers

Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding van de toets communicatie:– tussen aansl. 1 en 2 van de 3-polige stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers, toets

communicatie ingedrukt.Als er geen geleiding is, vervang de schakelaar van de richtingaanwijzers.

Controleer of de massa op aansl. 1 van de stekker van de schakelaar van de richtingaanwijzers perfect is.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET017 ITSX74ph2 V1.0

Page 234: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-46

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET018

ACTIE DRAAIKNOP

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 6-polige stekker van de radiobedieningssatelliet (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker van de radiobedieningssatelliet en de 32-polige stekker van de tuner-versterker:

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 9 aansl. A3 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 10 aansl. B3 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 26 aansl. A1 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

32-polige stekker van de tuner-versterker aansl. 24 aansl. A2 van de stekker van de radiobedieningssatelliet

Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding van de radiobedieningssatelliet:– tussen aansl. A2 en A1.– tussen aansl. A2 en A3.– tussen aansl. A2 en B3.Methode voor de controle van de draaiknop (zie MR 395, 86A, Radiobedieningssatelliet: Controle).Als er geen geleiding is, vervang de radiobedieningssatelliet.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET018 ITSX74ph2 V1.0

Page 235: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-47

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET020ET021

TELEFOONWERKING TELEFOON

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit. Controleer de werking van de telefoon voordat u deze staat onderzoekt.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de telefoonsteun.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 6 van de telefoonsteun perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker en de telefoonsteun en en de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.Vervang de steun of de houder indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, controleer de werking van de telefoon en de staat van de contacten met de telefoonhouder.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET020/ITS_V04_ET021 ITSX74ph2 V1.0

Page 236: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-48

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET023

TELEFOONNETWERK

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:De staat werkt alleen als de telefoon in zijn houder zit.Controleer of de zone is gedekt (signaalvlakje op de telefoon) door de provider van het mobiele telefoonnetwerk van de SIM kaart.Als de telefoon het netwerk niet detecteert, verander dan de positie voordat u deze staat onderzoekt.

Controleer de positie van de telefoon in zijn houder.

Plaats de testadapter Elé. 1737 op de plaats van de telefoonhouder om de verbinding naar de antenne te controleren:Controlelampje van de adapter brandt groen: de verbinding is goed.Controlelampje van de adapter brandt rood: de verbinding is slecht.

Als het controlelampje rood is, controleer de staat en de aansluiting van de twee 2-polige stekkers van de antenne van de telefoon en GPS (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 14-polige en 2-polige (antenne) stekkers van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Als de staat niet werkt zoals is aangegeven, controleer de staat van de contacten tussen de steun in de auto en de telefoonhouder.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen tussen de stekker en de telefoonsteun en en de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, controleer de werking van de telefoon.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET023 ITSX74ph2 V1.0

Page 237: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de staten 86C

86C-49

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ET024

ACHTERUIT INGESCHAKELD

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Doe een test van het multiplexnetwerk van de auto (zie 88B, Multiplexsysteem).

Voer een diagnose uit van het huis met hulporganen interieur (zie 87B, Huis met hulporganen interieur).

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker P100 van het huis met hulporganen interieur (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen de stekker P100 van de UCH en de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie:

stekker P100 van de UCH aansl. 8 aansl. 20 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_ET024 ITSX74ph2 V1.0

Page 238: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Overzicht van de parameters 86C

86C-50

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR006 Buitentemperatuur

PR007 Niveau nachtverlichting

ITSX74ph2 V1.0

Page 239: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-51

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de parameters

PR006

BUITENTEMPERATUUR

ADVIEZENVoer de controles uitsluitend uit als de parameter onsamenhangend is.

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Als de buitentemperatuur niet op het display van de auto staat, controleer dan of het opname element van de temperatuur geen onderbreking of kortsluiting heeft door middel van het commando AC016 "Test opname element temperatuur".

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het opname element van de buitentemperatuur achter de plastic kap van de spiegel op het portier rechts (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.)Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de radio (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker spiegel rechts aansl. 1E aansl. 28 van de 32-polige stekker van de radiostekker spiegel rechts aansl. 1D aansl. 12 van de 32-polige stekker van de radio

Herstellen indien nodig.

Als de temperatuur die het opname element meet niet overeenkomt met de buitentemperatuur:Meet de weerstand van het opname element tussen de aansl. 1E en 1D.De weerstand moet zijn: ongeveer 3000 ΩΩΩΩ ±±±± 10 % bij 20 °°°°CVervang het opname element als dit niet goed is.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_PR006 ITSX74ph2 V1.0

Page 240: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-52

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Geen enkele nachtverlichting werkt

PR007

NIVEAU NACHTVERLICHTING

ADVIEZENVoer de controles uitsluitend uit als de parameter onsamenhangend is.

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de 3-polige stekker van de regelweerstand (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 1 van de stekker van de regelweerstand verlichting.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F4 (7,5A) op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de massa op aansl. 3 van de regelweerstand verlichting. Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, vervang de regelweerstand verlichting.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITS_V04_PR007 ITSX74ph2 V1.0

Page 241: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Betekenis van de parameters 86C

86C-53

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

Een of meer elementen hebben geen nachtverlichting

PR007(VERVOLG)

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de centrale bediening van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker C3 van de radio (pennetjes teruggedrukt, gebroken, enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker regelweerstand verlichting aansl. 2 aansl. 13 van de stekker C3 van de radioaansl. 12 stekker cd-wisselaaraansl. 9 de stekker centrale bediening van de navigatieaansl. 6 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

ITSX74ph2 V1.0

Page 242: Elektrische installatie

MULTIMEDIA Diagnose - Overzicht van de commando's 86C

86C-54

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de commando's

WISSEN

RZ001 Storingsgeheugen

RZ002 Geheugen rekeneenheid

RZ003 Parameters en gegevens klant

SCHRIJVEN VAN HET VIN

VP002 Schrijven van het VIN

INSCHAKELEN

AC001 Test verbinding audio

AC002 Test seriële verbinding

AC005 Test aanwezigheid telefoonsteun

AC006 Test scherm: kleurenbalken

AC007 Test scherm: grijstinten

AC009 Test microfoon

AC010 Tweeter links voor

AC011 Tweeter rechts voor

AC012 Luidspreker links voor

AC013 Luidspreker rechts voor

AC014 Luidspreker links achter

AC015 Luidspreker rechts achter

AC016 Test opname element temperatuur

ITSX74ph2 V1.0

Page 243: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-55

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Behandeling van de commando's

RZ001 "Storingsgeheugen":

Met dit commando kunnen de storingen in het geheugen van de rekeneenheid van de navigatie worden gewist.

RZ002 "Geheugen rekeneenheid":

Met dit commando kunnen de configuraties CF001 "Type auto" en CF002 "Type land" van de rekeneenheid van de navigatie worden gewist.

RZ003 "Parameters en gegevens klant"

Met dit commando kunnen de configuraties van het commando RZ002 "Geheugen rekeneenheid" + de adresboeken, interessepunten, en afstellingen van de navigatie die de klant heeft opgeslagen in de rekeneenheid van de navigatie worden gewist. Met dit commando kunnen ook de telefoonnummers die zijn opgeslagen in de rekeneenheid van de navigatie, de lijst van de ontvangen en verzonden oproepen terwijl de telefoon op de auto is aangesloten, worden gewist.

Procedure voor het wissen Open de communicatie met de rekeneenheid van de navigatie. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "wissen". Selecteer de gewenste regel. Bevestig.

VP002 "Schrijven van het V.I.N.":Dit commando maakt het mogelijk om handmatig het VIN van de auto in de rekeneenheid in te voeren. Gebruik dit commando bij het vervangen van de rekeneenheid. Het nummer van het VIN staat op het constructeursplaatje.

Schrijven van het VIN Open de communicatie met de rekeneenheid van de navigatie. Selecteer het menu "reparatie". Selecteer het menu "andere parameters". Selecteer de regel VP002 "Schrijven van het VIN". Voer het VIN in. Verlaat het diagnoseprogramma. Zet het contact uit. Wacht tot het einde van de "power latch". Controleer het VIN in het menu "identificatie" ter bevestiging.

LET OPDe configuratie "NEDERLAND" is ONOMKEERBAAR, deze keuze kan niet meer worden gewist.

LET OPGeef dit commando altijd voordat de rekeneenheid wordt uitgebouwd.

ITSX74ph2 V1.0

Page 244: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-56

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC001

TEST VERBINDINGEN AUDIO

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:Voor dit commando moet u de testadapter Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat.

LET OPVoer nooit een diagnose uit van de verbindingen tussen de houder en de rekeneenheid met een telefoon aangesloten op de telefoonhouder, hierdoor kan de telefoon beschadigen.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

rekeneenheid navigatiesys-

teem

telefoon-steun

testadaptertelefoon-

steun

Rekeneenheid navigatiesys-

teem

tuner-versterker

luidspre-kers

Deze verbinding wordt bevestigd door een geluidssignaal van de luidsprekers. In het tegenovergestelde geval controleert u de geleiding van de verbindingen van de elementen van het systeem.

Pas deze behandeling toe als het geluid zwak is of helemaal niet klinkt bij het activeren van het commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van elke luidspreker voorin (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker telefoonsteun aansl. 2 aansl. 13 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 3 aansl. 12 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 11 aansl. 32 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 12 aansl. 11 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 245: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-57

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC002

TEST SERIËLE VERBINDING

ADVIEZEN

Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Bijzonderheden:Voor dit commando moet u de testadapter Elé. 1737 aansluiten op de plaats van de telefoonhouder.Contact aan, dit commando is toegankelijk in het reparatieprogramma van het diagnoseapparaat.

LET OPVoer nooit een diagnose uit van de verbindingen tussen de houder en de rekeneenheid met een telefoon aangesloten op de telefoonhouder, hierdoor kan de telefoon beschadigen.

Door het activeren van dit commando kunt u de volgende audioverbindingen controleren:

Rekeneenheid navigatiesysteem

telefoonsteun testadapter telefoonsteunRekeneenheid

navigatiesysteem

Tijdens het activeren van dit commando verzendt de rekeneenheid van de navigatie gegevens via de seriële verbindingen. Deze gegevens worden doorgelust door de testadapter in de steun, en teruggestuurd naar de rekeneenheid van de navigatie die ze analyseert. Deze gegevens zijn niet zichtbaar. De elektrische verbindingen zijn in orde als het resultaat van de test "Verbinding conform" is.

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker telefoonsteun aansl. 8 aansl. 7 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 9 aansl. 27 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 13 aansl. 6 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 14 aansl. 25 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 246: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-58

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC005

TEST AANWEZIGHEID TELEFOONSTEUN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de telefoonsteun (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd). Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Contact aan, controleer de + 12 V op aansl. 4 van de stekker van de telefoonsteun.Controleer of de massa op aansl. 6 van de stekker van de telefoonsteun perfect is.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker telefoonsteun aansl. 4 aansl. 5 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatiestekker telefoonsteun aansl. 6 aansl. 24 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de telefoonsteun.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 247: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-59

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC006

TEST SCHERM: KLEURENBALKEN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als één of meer kleurblokken ontbreken op het display tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 9 van de stekker van het display perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van de stekker van het display.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F50 (20A).Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker display aansl. 8 aansl. 23 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 9 aansl. 29 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (massa)

stekker display aansl. 22 aansl. 14 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur blauw)

stekker display aansl. 23 aansl. 30 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur groen)

stekker display aansl. 24 aansl. 15 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie (kleur rood)

Herstellen indien nodig.

Als de controles goed zijn, maar de kleuren op het display niet correct zijn, vervang het display.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 248: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-60

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC007

TEST SCHERM: GRIJSTINTEN

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Pas deze behandeling toe als de grijstinten niet goed zijn op het display tijdens het activeren van dit commando.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van het display (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 9 van de stekker van het display perfect is.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V op aansl. 14 van de stekker van het display.Controleer de aanwezigheid en de staat van de zekering F50 (20A).Vervang de zekering en herstel indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker display aansl. 4 aansl. 25 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 5 aansl. 28 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 10 aansl. 11 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 11 aansl. 27 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 12 aansl. 12 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 15 aansl. 26 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker display aansl. 16 aansl. 10 van de 32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als de controles goed zijn, maar de grijstinten op het display niet correct zijn, vervang het display.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 249: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-61

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC009

Test microfoon

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn.

Pas deze behandeling toe als het bericht "verbinding defect" verschijnt tijdens het activeren van deze commando's.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd enz.).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de 40-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

stekker microfoon aansl. 1 aansl. 37 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker microfoon aansl. 2 aansl. 17 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

stekker microfoon aansl. 3 aansl. 18 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, maar de microfoon werkt niet, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 250: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-62

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC010AC011AC012AC013AC014AC015

TWEETER LINKS VOORTWEETER RECHTS VOORLUIDSPREKER LINKS VOORLUIDSPREKER RECHTS VOORLUIDSPREKER LINKS ACHTERLUIDSPREKER RECHTS ACHTER

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker b van de tuner-versterker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de defecte luidspreker (pennetjes teruggedrukt, gebroken, geoxydeerd).Herstellen indien nodig.

Controleer de geleiding, de isolatie en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

radio stekker B aansl. 9 aansl. A1 stekker luidspreker rechts achterradio stekker B aansl. 10 aansl. A2 stekker luidspreker rechts achterradio stekker B aansl. 11 aansl. A1 stekkers luidspreker portier en tweeter rechts voorradio stekker B aansl. 12 aansl. A2 stekkers luidspreker portier en tweeter rechts voorradio stekker B aansl. 13 aansl. A1 stekkers luidspreker portier en tweeter links voorradio stekker B aansl. 14 aansl. A2 stekkers luidspreker portier en tweeter links voorradio stekker B aansl. 15 aansl. A1 stekker luidspreker links achterradio stekker B aansl. 16 aansl. A2 stekker luidspreker links achter

Herstellen indien nodig.

Als deze controles goed zijn, maar één of meer luidspreker werkt niet, vervang de defecte luidspreker(s).

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 251: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Behandeling van de commando's 86C

86C-63

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

AC016

OPNAME ELEMENT TEMPERATUUR

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Met dit commando kunnen de verbindingen van het opname element buitentemperatuur worden getest. Hiermee kunnen de verbindingen van het opname element temperatuur met een kortsluiting of een onderbreking worden opgespoord.

Als de boodschap "kortsluiting" of "onderbreking" verschijnt tijdens het activeren va dit commando, pas de behandeling toe van de parameter PR006 "Buitentemperatuur".

NA REPARATIE Voer opnieuw een diagnose van het systeem uit.

ITSX74ph2 V1.0

Page 252: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Klachten 86C

86C-64

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Klachten

ITSX74ph2 V1.0

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID ZOEKSCHEMA 1

HET SCHERM BLIJFT ZWART ZOEKSCHEMA 2

DE WEERGAVE OP HET SCHERM IS VASTGELOPEN ZOEKSCHEMA 3

HET SCHERM TOONT "SLUIT EEN DIAGNOSEAPPARAAT AAN" ZOEKSCHEMA 4

GEEN GESPROKEN BERICHTEN ZOEKSCHEMA 5

GEEN VERKEERSINFORMATIE OP HET SCHERM ZOEKSCHEMA 6

SLECHTE SATELLIETONTVANGST ZOEKSCHEMA 7

DE RADIO SCHAKELT NIET AUTOMATISCH IN BIJ "+ ACCESSOIRES" OF SCHAKELT UIT NA 20 MINUTEN

ZOEKSCHEMA 8

GEEN WEERGAVE OF VERKEERDE WEERGAVE VAN DE TIJD ZOEKSCHEMA 9

HET VOLUME NEEMT NIET TOE MET DE SNELHEID VAN DE AUTO ZOEKSCHEMA 10

SLECHTE RADIO-ONTVANGST ZOEKSCHEMA 11

DE CD-WISSELAAR WERKT NIET ZOEKSCHEMA 12

EEN GPS GELEIDING KAN NIET WORDEN VERANDERD TIJDENS HET RIJDEN

ZOEKSCHEMA 13

Page 253: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Klachten 86C

86C-65

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

NA EEN UPDATE VAN DE NAVIGATIE DVD WERKT HET SYSTEEM NIET MEER

ZOEKSCHEMA 14

GEEN ENKELE BELTOON VAN DE TELEFOON EN GEEN STEM HOORBAAR

ZOEKSCHEMA 15

ONMOGELIJK IEMAND TE BELLEN ZOEKSCHEMA 16

ONMOGELIJK DE TELEFOON MET BLUETOOTH TE GEBRUIKEN ZOEKSCHEMA 17

IK KAN DE NUMMERS UIT DE LIJST VAN DE ONTVANGEN GESPREKKEN NIET BELLEN

ZOEKSCHEMA 18

ALS IK MIJN VOICEMAIL BEL HOOR IK EN VERVELENDE PIEP ZOEKSCHEMA 19

ALS IK EEN NUMMER BEL VANAF MIJN TELEFOON WORDT HET GESPREK NIET DOORGEGEVEN VIA HET SYSTEEM VAN DE NAVIGATIE EN COMMUNICATIE

ZOEKSCHEMA 20

DE VERBINDINGEN ZIJN GESTOORD MET BLUETOOTH ZOEKSCHEMA 21

DE VERBINDINGEN ZIJN GESTOORD MET DE TELEFOON OP ZIJN HOUDER

ZOEKSCHEMA 22

DEGENE DIE IK BEL MET HET COMMUNICATIESYSTEEM HOORT MIJ NIET OF SLECHT (MET BLUETOOTH)

ZOEKSCHEMA 23

DEGENE DIE IK BEL MET HET COMMUNICATIESYSTEEM HOORT MIJ NIET OF SLECHT (TELEFOON OP ZIJN HOUDER)

ZOEKSCHEMA 24

DE SPRAAKHERKENNING WERKT NIET ZOEKSCHEMA 25

ITSX74ph2 V1.0

Page 254: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-66

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID

ADVIEZEN Schakel + na contact in om de diagnose met de rekeneenheid te starten.

Controleer de aansluiting en de staat van de aansluitingen van de accu.Controleer de zekeringen.Controleer de accuspanning.Herstellen indien nodig.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnosesonde (staat van de kabel),– de verbinding tussen de diagnosesonde en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel)

Controleer de + 12 V voor contact op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 5 en op aansl. 4 van de diagnoseaansluiting.Herstellen indien nodig.

Controleer de + 12 V accu op aansl. 7 en de massa op aansl. 8 van de centrale bediening van de navigatie.Herstellen indien nodig.

Maak de 32-polige stekker los van de rekeneenheid van de navigatie en de stekker van de centrale bediening van de navigatie en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 2 aansl. 11 centrale bediening van de navigatie

32-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 18 aansl. 5 centrale bediening van de navigatie

centrale bediening van de navigatie aansl. 6 aansl. 13 van de diagnoseaansluiting (CAN H)

centrale bediening van de navigatie aansl. 12 aansl. 12 van de diagnoseaansluiting (CAN L)

40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 20 aansl. 2 van de aparte zekering F50 (+ accu)

40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie aansl. 40 massa

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP01 ITSX74ph2 V1.0

Page 255: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

ZOEKSCHEMA 2 Het scherm blijft zwart

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het display niet is gedeactiveerd. Druk op de toets LIGHT van de centrale bediening gedurende 2 s om het display weer te activeren.

Controleer of het contrast en de helderheid correct zijn ingesteld.Druk op de toets SET, selecteer de menu's "display"; "helderheid"; "contrast".

Controleer de voeding van het display: Zet het contact aan, schakel het navigatiesysteem in en laat de DVD van de navigatie naar buiten komen.

Is de DVD naar buiten gekomen?

Ja

Controleer de + 12 V op aansl. 14 en de massa op aansl. 13 van het display.

Zijn deze controles goed?

Ja

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding tussen aansl. 3 van de stekker van het display en aansl. 21 van de stekker van de cd-wisselaar.

– Als de verbinding OK is: vervang het display.– Als de verbinding defect is: voer de

noodzakelijke reparaties uit.

86C-67

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

NeeControleer de + 12 V op aansl. 20 en de massa op aansl. 40 van de rekeneenheid van de navigatie.

Zijn deze controles goed?

JA Nee

Neem contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aanwezig-heid en de staat van de voedingszekering F50 (20A).Vervang de zekering indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ont-breken van overgangs-weerstanden van de verbindingen tussen de rekeneenheid van de na-vigatie en het display (zie elektrisch schema).

Zijn deze controles goed?

Ja

Neem contact op met de technische helpdesk.

Nee

Nee

Voer de nodige reparaties uit.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP02 ITSX74ph2 V1.0

Page 256: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-68

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 3 De weergave op het scherm is vastgelopen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

De weergave op het scherm blijft vastgelopen. Zet het contact uit en wacht tot het systeem geheel is uitgeschakeld (minstens 1 minuut).Zet het contact weer aan.

Is het probleem opgelost?

Ja

Einde storing zoeken.Als de storing terugkomt: neem contact op met de technische helpdesk.

NeeVoer de test uit van het multiplexnetwerk

Zijn de controles goed?

Ja Nee

Neem contact op met de technische helpdesk.

Herstel de defecte verbindingen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP03 ITSX74ph2 V1.0

Page 257: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-69

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 4 Het scherm toont "sluit een diagnoseapparaat aan"

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

De configuratie van de rekeneenheid van de navigatie is niet uitgevoerd. Voer de configuratie van de rekeneenheid uit (zie 86C, Configuratie en inlezen).

Is het probleem opgelost?

Ja

Einde storing zoeken.

NeeVoer de test uit van het multiplexnetwerk

Zijn de controles goed?

Ja Nee

Neem contact op met de technische helpdesk.

Herstel de defecte verbindingen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP04 ITSX74ph2 V1.0

Page 258: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-70

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 5 Geen gesproken berichten

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het geluid van de radio uit de luidsprekers voor en achter komt.Als dit niet zo is, stel het geluid in naar alle luidsprekers van de auto.

Controleer of de stemgeleiding is geactiveerd. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "navigatie"; "voorkeur geleiding"; "stemgeleiding".

Is de stemgeleiding geactiveerd?

Ja

Controleer of het volume van de stemgeleiding goed is afgesteld.Druk op de toets SET, selecteer de menu's "volumes en piepjes"; "stemgeleiding".

Is het volume van de stemgeleiding goed ingesteld?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Nee Activeer de stemgeleiding.

Nee Stel het volume du van de stemgeleiding af.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP05 ITSX74ph2 V1.0

Page 259: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-71

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 6 Geen verkeersinformatie op het scherm

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

De TMC verkeersinformatie wordt uitgezonden via de FM-band van de radio. Het pictogram TMC moet groen zijn om verkeersinformatie te kunnen ontvangen.

Welke kleur heeft het TMC pictogram?

Groen

Het systeem werkt correct, maar er is geen verkeersinformatie om uit te zenden.

Controleer of het display van de verkeersinformatie is geactiveerd.Druk op de toets INFO, selecteer de menu's "Verkeersinformatie TMC"; "instelling verkeersinformatie"; "weergave op kaart".

Is het display geactiveerd?

Ja

Controleer of de instellingen van de verkeersinformatie correct zijn.Druk op de toets INFO, selecteer de menu's "Verkeersinformatie TMC"; "instelling verkeersinformatie"; "type te tonen informatie"; "service verkeersinformatie".

Voer de nodige afstellingen uit.

Grijs Geen enkele verkeersinformatie wordt ontvangen.

NeeActiveer de weergave van de TMC verkeersinformatie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP06 ITSX74ph2 V1.0

Page 260: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-72

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 7 Slechte satellietontvangst

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.Controleer of er geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is.

Welke kleur heeft het GPS pictogram?

Groen

Het systeem werkt normaal

De positie is onnauwkeurig (geel) of onmogelijk (grijs) in de volgende zones: bos, tunnel, dal, overal tijdens een onweersbui.Test het systeem in een vrije zone.

Controleer de staat en de reinheid van de GPS-antenne.Vervang de antenne als deze niet goed is.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker tussen de rekeneenheid van de navigatie en de GPS-antenne.

Zijn de aansluitingen goed?

Ja

Vervang de GPS-antenne. Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Herstellen.

Geel of

Grijs

Nee

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP07 ITSX74ph2 V1.0

Page 261: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-73

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 8De radio schakelt niet automatisch in of schakelt uit na

20 minuten

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Het navigatiesysteem ontvangt geen weksignaal multimedia bij het inschakelen van de + na contact.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:stekker cd-wisselaar aansl. 21 aansl. 14 van de stekker C3 van de radio

aansl. 1 centrale bediening van de navigatieaansl. 3 van het displayaansl. 38 van de 40-polige stekker rekeneenheid van de navigatie

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP08 ITSX74ph2 V1.0

Page 262: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-74

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 9 Geen weergave of verkeerde weergave van de tijd

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of de weergave van de tijd is geactiveerd en of de tijdzone correct is. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "klok"; "weergave klok"; "instellen omschakeling"; "zomertijd"; "tijdzone".

Zijn deze instellingen goed?

Ja

Zet de auto buiten, in een geografisch vrije zone en controleer of de satellietontvangst correct is.

Is het GPS pictogram groen?

Ja

Wacht een paar minuten op een plaats met een goede satellietontvangst.Als de tijd nog steeds niet goed is: neem contact op met de technische helpdesk.

NeeStel de weergave en de tijd in. Leg aan de klant uit hoe hij deze instelling moet doen.

NeeZie zoekschema: "Slechte satellietontvangst".

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP09 ITSX74ph2 V1.0

Page 263: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-75

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 10 Het volume neemt niet toe met de snelheid

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het navigatiesysteem wel goed gebruikt.

Controleer of het snelheidsafhankelijke volume is geactiveerd.Druk op de toets SET, selecteer het menu "volumecorrectie".

Is het snelheidsafhankelijke volume geactiveerd?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de 32-polige stekker van de rekeneenheid van de navigatie en de stekker van de rekeneenheid van het ABS.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:rekeneenheid van de navigatie 32-polige stekker aansl. 4 aansl. 24 stekker van de

rekeneenheid van het ABSHerstellen indien nodig.

Nee Activeer deze functie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP10 ITSX74ph2 V1.0

Page 264: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-76

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 11 Slechte radio-ontvangst

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker A en van de stekker van de antenne op de radio.Herstellen indien nodig.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de antenneversterker.Herstellen indien nodig.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:radio stekker A aansl. 5 enkele aansluiting van de antenneversterker

radio stekker van de antenne aansl. 1 aansl. 1 van de antenneversterkerradio stekker van de antenne aansl. 2 aansl. 2 van de antenneversterker

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP11 ITSX74ph2 V1.0

Page 265: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-77

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 12 De cd-wisselaar werkt niet

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de cd-wisselaar.Herstellen indien nodig.

Controleer of de massa op aansl. 10 van de stekker van de wisselaar perfect is.

Controleer de + voor contact op aansl. 22, de + accessoires op aansl. 3 en de + na contact op aansl. 15 van de stekker van de cd-wisselaar.

Controleer de staat van de zekeringen F23 (10 A) (+ accessoires) en F28 (20A) (+ na contact) op de zekeringen- en relaisplaat interieur.

Zijn de zekeringen in orde?

Ja

Controleer de staat van de aparte zekering F50 (20 A) (+ voor contact).Vervang de zekering indien nodig.

Is de zekering in orde?

Ja

Neem contact op met de technische helpdesk.

Nee Vervang de zekeringen.

Nee Vervang de zekering.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP12 ITSX74ph2 V1.0

Page 266: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-78

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 13 een gps geleiding kan niet worden veranderd tijdens het rijden

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Als de configuratie CF002 "Type land" NEDERLAND is, is het normaal dat de geleiding niet kan worden veranderd tijdens het rijden.Deze configuratie is ONOMKEERBAAR en deze keuze kan niet meer worden veranderd.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP13 ITSX74ph2 V1.0

Page 267: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-79

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 14 Na een update van de navigatie DVD werkt het systeem niet meer

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

Controleer of de softwareversie van de rekeneenheid van de navigatie compatibel is met de update van de DVD van de navigatie.

Als de DVD van de navigatie niet compatibel is met de software van de rekeneenheid van de navigatie, adviseer de klant een versie van de DVD van de navigatie te kopen die compatibel is met het navigatiesysteem in de auto.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP14 ITSX74ph2 V1.0

Page 268: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-80

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 15 Geen enkele beltoon van de telefoon en geen stem hoorbaar

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem en zijn telefoon wel goed gebruikt.

Controleer of het volume correct is ingesteld op de telefoon en op het systeem van de navigatie en communicatie. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "volumes en piepjes"; "beltoon telefoon"; "ontvangst telefoon".

Zijn de instellingen goed?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers tussen de rekeneenheid van de navigatie en de radio en op de plaat van de telefoonhouder (indien aanwezig in de auto).Voer de nodige reparaties uit.

Bevindt de telefoon zich op een telefoonhouder ?

Ja

Is de telefoon goedgekeurd door Renault en is hij compatibel met de telefoonhouder in de auto?

Ja

Pas de betekenis toe van het commando AC001 "Test verbinding audio".

Als de behandeling van dit commando goed is, maar het probleem is niet opgelost, vervang de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NeeVoer de afstellingen uit om de beltoon en de stem goed te horen.

Nee

Probeer met een andere telefoon of het probleem is verdwenen.Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NeeProbeer, indien mogelijk, de telefoon en het navigatiesysteem met elkaar te laten communiceren via Bluetooth.

Als de communicatie via Bluetooth niet mogelijk is, adviseer de klant dan een houder die compatibel is met zijn telefoon of een nieuwe telefoon te kopen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP15 ITSX74ph2 V1.0

Page 269: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-81

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 16 Onmogelijk iemand te bellen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Controleer of de telefoon correct werkt zonder de houder.

Werkt hij correct zonder de houder?

Ja

Is de telefoon goedgekeurd door Renault en is hij compatibel met de telefoonhouder in de auto?

Ja

Pas de betekenis toe van het commando AC002 "Test seriële verbinding".

Als de behandeling van dit commando goed is, maar het probleem is niet opgelost, vervang de telefoonhouder.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Nee

Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.Als het netwerk correct is, adviseer de klant zijn telefoon te vervangen.

NeeProbeer, indien mogelijk, de telefoon en het navigatiesysteem met elkaar te laten communiceren via Bluetooth.

Als de communicatie via Bluetooth niet mogelijk is, adviseer de klant dan een houder die compatibel is met zijn telefoon of een nieuwe telefoon te kopen.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP16 ITSX74ph2 V1.0

Page 270: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-82

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 17 Onmogelijk de telefoon met Bluetooth te gebruiken

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of de storing DF009 "Rekeneenheid" niet aanwezig of in geheugen is.

N.B.:Lijst van de door Renault goedgekeurde telefoons in maart 2005: Nokia 6820, Nokia 6230, Siemens S65, Motorola V500, Motorola V600.Om de actuele lijst van de door Renault goedgekeurde telefoons en de diverse handelingen die met deze telefoons moeten worden uitgevoerd, zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie".

Controleer of de Bluetooth werking van het systeem van de navigatie en communicatie is geactiveerd. Druk op de toets SET, selecteer de menu's "telefoon"; "optie Bluetooth"; "verbinding Bluetooth".

Is de telefoon goedgekeurd door Renault?

Ja

Controleer of de software van de telefoon compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie van de auto.De software van de telefoon die compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie is gelijk aan of hoger dan:Nokia 6230 en 6820: v 03,15 Motorola V500 en V600: Triplets_G_0B.09.44R Siemens S65: v 12

Is de software van de telefoon compatibel met het systeem van de navigatie en communicatie van de auto?

Ja

Activeer de Bluetooth werking van de telefoon (zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie").

Commando om de software van de telefoon te weten (zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie"):– Nokia: *#0000#– Motorola: selecteer "configuratie", "status van de telefoon"

daarna "info versie"– Siemens: *#06#

NeeAdviseer de klant een telefoon te kopen die is goedgekeurd door Renault.

Methode voor het activeren van de Bluetooth werking van de telefoon:– Nokia: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen",

"Verbinding", "Bluetooth", "Activeren".– Motorola: In het hoofdmenu, selecteer "Configuratie",

"Verbinding", "Bluetooth link", "Configuratie", "Voeding", "Geactiveerd".

– Siemens: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen", "Mod/Data", "Bluetooth", activeer daarna de Bluetooth werking.

Nee

Adviseer de klant contact op te nemen met de leverancier van de telefoon om een softwareversie in de telefoon te zetten zie compatibel is met het systeem van de navigatie en communicatie.

ITS_V04_ALP17 ITSX74ph2 V1.0

Page 271: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-83

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 17 (VERVOLG)

Breng de verbinding tot stand tussen het systeem van de navigatie en communicatie en de telefoon.

Is de verbinding geslaagd?

Ja Nee

Test de Bluetooth uitgang van de rekeneenheid van de navigatie.

Controleer of de telefoon geen bevestiging nodig heeft voor de verbinding met het Bluetooth systeem.

Indien ja, antwoord dan dat men verbinding wil maken en schakel daarna deze functie uit in de telefoon (niet mogelijk op Siemens telefoon).

Controleer of de telefoon als voorrang is ingesteld in de lijst van de combineerbare telefoons (icoon bij de naam ervan).

Heeft hij voorrang?

Probeer een andere telefoon te verbinden op het systeem van de navigatie en communicatie van de auto.

Is de verbinding geslaagd?

Ja

De telefoon van de klant is de oorzaak van het niet werken met het systeem van de navigatie en communicatie.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET– Ga naar het menu "telefoon".– Selecteer de regel "optie Bluetooth".– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon".

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire.– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR".– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat.

NeeGeef de telefoon voorrang in de lijst van de telefoons die verbonden zijn met het systeem van de navigatie en communicatie.

NeeAls de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX74ph2 V1.0

Page 272: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-84

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 18Ik kan de nummers uit de lijst van de ontvangen gesprekken niet

bellen

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is bekend voor de Nokia telefoons en is niet te repareren.

ZOEKSCHEMA 19 Als ik mijn voicemail bel hoor ik en vervelende piep

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is beken voor de Motorola telefoons.Om dit probleem te verhelpen, moet de klant een nieuwe versie van de software van de telefoon vragen aan de leverancier van zijn telefoon.

ZOEKSCHEMA 20Als ik een nummer bel vanaf mijn telefoon wordt het gesprek niet doorgegeven via het systeem van de navigatie en communicatie

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Dit probleem is bekend voor de Siemens telefoons en is niet te repareren. In dit geval, kiest u de telefoonnummers met de centrale bediening van de navigatie.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP18/ITS_V04_ALP19/ITS_V04_ALP20 ITSX74ph2 V1.0

Page 273: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-85

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 21 De verbindingen zijn gestoord met Bluetooth

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Deactiveer de Bluetooth werking van de telefoon.

Als de telefoon niet hiernaast wordt genoemd, zie SM 6024A "Bijzonderheden mobiele telefoons voor het systeem van de navigatie en communicatie"

Deactiveer de Bluetooth werking van het systeem van de navigatie en communicatie.

Druk op de toets SET, selecteer de menu's "telefoon"; "optie Bluetooth"; "verbinding Bluetooth".Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Zet de radio uit als deze was ingeschakeld.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Methode voor het activeren van de Bluetooth werking van de telefoon:– Nokia: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen",

"Verbinding", "Bluetooth", "'Deactiveren".– Motorola: In het hoofdmenu, selecteer "Configuratie",

"Verbinding", "Bluetooth link", "Configuratie", "Voeding", "Gedeactiveerd".

– Siemens: In het hoofdmenu, selecteer "Instellingen", "Mod/Data", "Bluetooth", deactiveer daarna de Bluetooth werking.

NeeHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

Nee

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken door zijn leverancier.

Nee Voer een diagnose uit van de radio.

Vervang de radio indien nodig.

ITS_V04_ALP21 ITSX74ph2 V1.0

Page 274: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-86

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 21 (VERVOLG)

Houd de telefoon bij de rekeneenheid van de navigatie.

Als het probleem aanhoudt, controleer de staat en de aansluiting van de stekkers op de rekeneenheid van de navigatie en op de radio.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Maak verbinding met een andere telefoon en bel een nummer.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja Nee

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Probleem opgelost, einde diagnose.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET.– Ga naar het menu "telefoon".– Selecteer de regel "optie Bluetooth".– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon".

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire.– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR".– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat.

Nee Einde storing zoeken.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX74ph2 V1.0

Page 275: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-87

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 22 De verbindingen zijn gestoord met de telefoon op zijn houder

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Bel een nummer met de telefoon alleen.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Zet de radio uit als deze was ingeschakeld.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de telefoon geen stekker heeft voor een GSM-antenne (bijv.:Nokia telefoons ...), is het probleem dan aanwezig als de ontvangst sterker is dan 2 streepjes op het display?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de telefoonhouder.Vervang de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

NeeHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

Nee

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken door zijn leverancier.

Nee Voer een diagnose uit van de radio.

Vervang de radio indien nodig.

NeeHet probleem wordt veroorzaakt door een zwakke ontvangst van het telefoonnetwerk.

Nee Probleem opgelost, einde diagnose.

ITS_V04_ALP22 ITSX74ph2 V1.0

Page 276: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-88

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 22 (VERVOLG)

Vervang de microfoon.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Vervang de steun van de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Vervang de GSM-antenne.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Nee Probleem opgelost, einde diagnose.

Nee Probleem opgelost, einde diagnose.

Nee Probleem opgelost, einde diagnose.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX74ph2 V1.0

Page 277: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-89

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 23Degene die ik bel met het communicatiesysteem hoort mij niet of

slecht (met Bluetooth)

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel naar een vast toestel.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Stilstaande motor, werkt de spraakherkenning van de woorden "namenlijst" en "nummer samenstellen"?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers van de steun van de telefoonhouder, van de rekeneenheid van de navigatie en van de radio.Voer de nodige reparaties uit.

Maak verbinding met een andere telefoon en bel een nummer.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja Nee

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Het probleem wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de telefoon. Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken.

NeeHet probleem wordt veroorzaakt door het toestel dat de klant belt of door een tijdelijk zwak netwerk.

Methode voor het verbinden van het communicatiesysteem en de telefoon:Op het systeem van de navigatie en communicatie:– Druk op de toets SET– Ga naar het menu "telefoon"– Selecteer de regel "optie Bluetooth"– Selecteer de regel "registreer een Bluetooth telefoon"

Op de telefoon:– Ga naar het menu voor het zoeken van een Bluetooth

accessoire– In de lijst van de gevonden accessoires, selecteer

"My CAR"– Voer de PIN code in die op het display van de navigatie

van de auto staat

NeeControleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP23 ITSX74ph2 V1.0

Page 278: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-90

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 24Degene die ik bel met het communicatiesysteem hoort mij niet of

slecht (telefoon op zijn houder)

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat. Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.Controleer of het telefoonnetwerk voldoende is om een gesprek door te geven.

Bel met de telefoon van de klant naar een vast toestel.

Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Het probleem wordt veroorzaakt door de telefoon van de klant of door een tijdelijk zwak netwerk.Adviseer de klant zijn telefoon te laten nakijken.

NeeBehoud de communicatie en sluit de telefoon aan op de telefoonhouder.

Komen de problemen met het geluid terug?

Nee Ja

Informeer bij de klant naar de omstandigheden waarbij het probleem optreedt.

Controleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

Nee Is het probleem nog steeds aanwezig?

Ja

Controleer de staat en de aansluiting van de stekkers van de steun van de telefoonhouder, van de rekeneenheid van de navigatie en van de radio.Voer de nodige reparaties uit.

Ja

Probleem opgelost, einde diagnose.

ITS_V04_ALP24 ITSX74ph2 V1.0

Page 279: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-91

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 24 (VERVOLG)

Nee Vervang de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

NeeVervang de steun van de telefoonhouder indien nodig.

Zijn de storingen nog steeds aanwezig?

Ja

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

Probleem opgelost, einde diagnose.

Probleem opgelost, einde diagnose.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITSX74ph2 V1.0

Page 280: Elektrische installatie

MULTIMEDIADiagnose - Zoekschema's 86C

86C-92

ITS Programmanr.: 0020

Vdiagnr.: 04

ZOEKSCHEMA 25 De spraakherkenning werkt niet

ADVIEZENVoer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.Controleer of de klant het systeem wel correct gebruikt.

Stilstaande motor, daarna bij 50 km/u, werkt de spraakherkenning van de woorden "namenlijst" en "nummer samenstellen"?

Ja

De klant moet de spraakherkenning 2 weken intensief gebruiken zodat het systeem zijn stem leert herkennen.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NeeControleer de staat en de aansluiting van de stekker van de microfoon.Herstellen indien nodig.

Controleer of de referentie van de microfoon correct is. Als dit niet zo is, vervang de microfoon.

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

ITS_V04_ALP25 ITSX74ph2 V1.0

Page 281: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-1

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

187BHUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document): – Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat– CLIP

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart, – steek de kaart in de kaartlezer, – druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"), – druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model(len) : Laguna II Phase 2Betreffende functie: Huis met hulporganen interieur

Naam van de rekeneenheid: UCHProgrammanr.: 0031Vdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

UCH_V04_PRELI UCH X74Ph2

Page 282: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-2

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen, – de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.). – de weerstand van het als defect aangegeven orgaan, – De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven, – de werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

UCH X74Ph2

Page 283: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-3

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie

met rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

UCH X74Ph2

Page 284: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-4

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur. Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels. Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld. Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel. Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn. Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt. Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie. Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

UCH X74Ph2

Page 285: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Inleiding 87B

87B-5

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading, – gebruik geschikt gereedschap.

LET OP!

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD

UCH X74Ph2

Page 286: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

FUNCTIE STARTVERGRENDELING EN AUTO ZONDER SLEUTEL (VSC) :

De auto heeft startvergrendeling met een herkenningssysteem voor de RENAULT-kaart met een continu variabele code (gecrypteerd V3). Er is geen noodcode meer maar een reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen tijdens de fabricage.

– Er staat geen nummer op de RENAULT-kaart. – De auto heeft bij aflevering geen etiket waarop de code staat. Voor alle werkzaamheden aan het systeem, kan dit nummer worden opgevraagd via de technische helpdesk van de importeur.

Bij het aanvragen van deze code, moeten het identificatienummer en het fabricagenummer van de auto worden opgegeven. Hiermee kan de auto exact geïdentificeerd worden om de juiste code te kunnen geven.De Renault-kaart is uitgerust met een noodsleutel (1) waarmee het portier geopend kan worden in geval van een storing. De RENAULT-kaart uit het magazijn is niet gecodeerd, heeft geen nummer en geen noodsleutel.Op de plaats van de noodsleutel is een bescherming (groen) geplaatst. Bij het vervangen van een RENAULT-kaart is het noodzakelijk om de noodsleutel op de plaats van de groene bescherming te zetten en de groene bescherming op de defecte RENAULT-kaart te plaatsen als deze voor analyse retour wordt gestuurd.

N.B.:Het is mogelijk om een noodsleutel bij het magazijn te bestellen onder vermelding van de reparatiecode van de auto.Het systeem kan maximaal vier RENAULT-kaarten bevatten. De afstandsbediening en de batterij hebben geen functie voor de startvergrendeling. De "eenvoudige" en "handsfree" RENAULT-kaarten zijn verschillend en niet onderling verwisselbaar. Zij kunnen niet worden gebruikt op een daarvoor niet geschikte auto.Bij verlies, diefstal of op verzoek van de klant, kan een RENAULT-kaart onbruikbaar voor de auto worden gemaakt. Hij kan, indien nodig, opnieuw aan dezelfde auto worden toegewezen.

LET OP:Met dit systeem, is het niet mogelijk verschillende elementen (huis met hulporganen interieur en RENAULT-kaarten of huis met hulporganen interieur en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te vervangen.Deze onderdelen worden ongecodeerd geleverd.Het is namelijk niet mogelijk deze elementen te coderen als geen enkel element de oorspronkelijke code van de auto in zijn geheugen heeft (zie de toepassingstabel).Er is geen manier om een eenmaal in een element van het systeem ingelezen code te wissen. De ingelezen code kan niet gewist worden.

Werking van het eenvoudige systeem.

Als de startvergrendeling operationeel is knippert het rode controlelampje van de startvergrendeling (langzaam; een flits/seconde).De elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd. De startvergrendeling wordt enkele secondes na het afzetten van het contact geactiveerd. Nadat de RENAULT-kaart in de lezer is geplaatst, wordt code van de RENAULT-kaart naar het huis met hulporganen interieur gestuurd.Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen heeft, ontgrendelt hij de stuurkolom en stuurt hij een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt, schakelt het de + na contact in en dooft het rode controlelampje van de startvergrendeling. Als het contact is ingeschakeld, sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde signalen via het multiplexnetwerk.Als de signalen van het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem overeenkomen, geeft het huis met hulporganen interieur toestemming voor het starten van de motor en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.

Diagnose - Werking van het systeem

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

UCH X74Ph2

87B-6

Page 287: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

87B-7

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Bijzondere situaties

Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de elektrische stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen heeft:de code die hij heeft ontvangen, wordt opgeslagen in het geheugen.Als er een probleem is met de overeenkomst tussen de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode startvergrendelingslampje knippert (snel) of brandt vast. Raadpleeg de tabel over het branden van het lampje.

LET OP:Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning is het mogelijk dat de startvergrendeling door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.Als de spanning lager is kan er niet worden gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.

Tabel branden van het lampje

Werking van het handsfree systeem

Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het controlelampje van de startvergrendeling langzaam (een knippering/seconde), de elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd.Bij het indrukken van de startknop, ondervraagt de auto de RENAULT-kaart via de antenne 125 kHz. De RENAULT-kaart antwoordt met een frequentie van 433 MHz of 315 MHz (afhankelijk van het land).De code van de RENAULT-kaart wordt ontvangen door de lezer en doorgestuurd naar het huis met hulporganen interieur.

BELANGRIJK:Het "handsfree" starten van de auto kan worden gedeactiveerd door de configuratie van het huis met hulporganen interieur. In dit geval werkt het starten als bij het eenvoudige systeem.Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen heeft, ontgrendelt hij de stuurkolom en stuurt hij een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt, schakelt het de + na contact in en dooft het rode controlelampje van de startvergrendeling.Als het contact is ingeschakeld, sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde signalen via het multiplexnetwerk.Als de signalen van het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem overeenkomen, geeft het huis met hulporganen interieur toestemming voor het starten van de motor en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.

N.B.:De handsfree RENAULT-kaart werkt met een batterij. Als de batterij niet werkt, kan de RENAULT-kaart in de lezer worden gestoken. De auto werkt dan als een auto zonder handsfree functie.

Branden controlelampje Contact aan Mogelijke oorzaak

Langzaam NeeStartvergrendeling in actie (geen kaart herkend in de lezer)

Snel (tegelijk met de RENAULT-kaartlezer)

NeeRENAULT-kaart niet herkend door de kaartlezer. De RENAULT-kaart is niet van de auto of niet langer toegewezen aan de auto.

Vast NeeProbleem met de elektrische stuurkolomgrendel of de multiplexverbinding.

Vast JaDe elektrische stuurkolomgrendel is gedeblokkeerd. De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.

UCH X74Ph2

Page 288: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Werking van het systeem 87B

87B-8

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

FUNCTIE BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (SSPP)

Met dit systeem wordt permanent de spanning van de vier banden van de auto (het reservewiel wordt niet gecontroleerd).Het systeem waarschuwt de bestuurder als:

– de spanning 0,3 bar lager is dan de voorgeschreven spanning (oranje boodschap) of 0,6 bar lager is (rode boodschap),

– de druk te hoog is, – een band snel leeg loopt, – de banden links en rechts niet dezelfde spanning hebben.

Het systeem functioneert met behulp van: – vier druksensors (met ingebouwd ventiel van de band) in elk van de wielen, – een ontvanger van radiosignalen, die onder de auto is aangebracht,– het huis met hulporganen interieur– een display dat aangeeft welke band het betreft. Deze geeft ook elke keer bij het starten de spanning aan en in

geval van nood.

FUNCTIE VARIABELE STUURBEKRACHTIGING (DAV)

De rekeneenheid van de functie van de variabele stuurbekrachtiging is het huis met hulporganen interieur.

UCH X74Ph2

Page 289: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 87B

87B-9

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Huis met hulporganen interieur alle opties (N3)

Zwarte stekker P100 (40-polig)

Aansl. Omschrijving

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940

Kaartlezer auto zonder sleutel, signaal kaart op aanslagSchakelaar alarmknipperlichtenKnop commando aan/uit auto zonder sleutel, groene LEDCommando vergrendelen ruitbediening achterCommando snel wissen voorKaartlezer auto zonder sleutelOpname element vliegwielAchteruitrijlichtenCommando vergrendelen portierenCommando lage snelheid interval ruitenwisser voorKnop commando aan/uit auto zonder sleutel, retroverlichtingNiet in gebruikDiagnoseaansluiting, lijn KMultifunctionele displayCommando langzaam wissen voorCommando bagageverlichtingCommando vergrendelen portierenSignaal radiofrequentie te lage bandenspanningKaartlezer auto zonder sleutelCommando knop aan/uit motorAlarmsirene met eigen voeding/Commando portiervergrendelingSignaal elektrische ruitbediening open dak en afknijpbeveiligingRegen- en lichtsensorCommando interval achterruitwisserCommando ruitensproeierpomp achterKoppelingspedaalcontactNiet in gebruikOptische sensor handgreep bestuurdersportierOptische sensor handgreep portier rechts achterCAN HCommando verlichting interieurLichtschakeaar grootlichtOptische sensor handgreep passagiersportierCommando rustcontact ruitenwisser voorCommando ruitensproeierpomp voorLichtschakeaar knipperlicht rechtsLichtschakeaar knipperlicht linksSignaal - schakelaar rustcontact wisser achterCommando grootlichtsignaalCAN L

UCH X74Ph2

Page 290: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 87B

87B-10

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Huis met hulporganen interieur alle opties (N3)

Witte stekker P101 (40-polig)

Aansl. Omschrijving

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940

CAN LMotor variabele stuurbekrachtigingMotor variabele stuurbekrachtigingSignaal extra portiervergrendeling achter+ optische sensor handgreep portierenLichtschakeaar dimlichtVerlichting portier rechts achterMotor bekrachtiging sluiten achterklepElektrische stuurkolomgrendelElektrische stuurkolomgrendelCAN HKaartlezer auto zonder sleutel, aanwezigheid kaartMotor variabele stuurbekrachtigingControlelampje instrumentenpaneel startvergrendelingVerlichting portier links achterVerlichting bestuurdersportierNiet in gebruikMotor variabele stuurbekrachtigingNiet in gebruikVerlichting passagiersportierVergrendeling portier links achterMultifunctionele zoemerOptische sensor hendel bestuurdersportier links achterCommando vergrendelen ruitbediening achterNiet in gebruikRemlichtschakelaarNiet in gebruikLichtschakeaar mistlichten voorLichtschakeaar markeringslichtenAchterklepslotLichtschakeaar mistachterlichtenRekeneenheid stoelgeheugenNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikRekeneenheid stoelgeheugenNiet in gebruikSchakelaar alarmknipperlichtenNiet in gebruikRelais koplampsproeierpomp

UCH X74Ph2

Page 291: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Configuratie en inlezen

CONFIGURATIES

ADVIEZENDeze configuraties moeten altijd worden uitgevoerd bij iedere vervanging van het huis met hulporganen interieur en gecontroleerd bij ieder storing zoeken.

Index OmschrijvingBijzonderhedenen opmerkingen

CF009LC003

Extra portiervergrendeling Met of Zonder

CF010LC001

Handsfree functie Met of Zonder

CF011LC005

Type versnellingsbakBVM of BVA

Met handgeschakelde versnellingsbak (BVM) of automatische transmissie (BVA)

CF014LC008

Rijverlichting

Met of ZonderLet op, niet configureren zonder de definitie van de auto en de gemonteerde kabelbundel te hebben gecontroleerd, anders zal

deze functie niet werken.

CF020LC014 Plaats van het stuurwiel

Rechts of linksMet rechts stuur of links stuur

CF023LC017

FUNCTIE SSPPMet of Zonder

functie bandenspanning-controlesysteem

CF024LC018

Inschakelen alarmknipperlichten door ABS

Met of Zonder(In sommige landen, zoals Groot-Brittannië,is het branden van

de alarmknipperlichten bij een noodstop verboden)

CF030LC033

XenonlampenMet of Zonder

functie xenonlamp

CF031 CalibratieDoe deze configuratie altijd na iedere verandering of na het

vervangen van de rekeneenheid

CF032LC025

Uitschakelvertraging Met of Zonder

CF033LC026

Elektrische kinderveiligheid Met of Zonder

CF035LC044

Regen-/lichtsensor Met of Zonder

CF036LC029

Selectief openen van de portieren

MetMet deze configuratie wordt bij auto's met rechts stuur alleen het

bestuurdersportier en de achterklep ontgrendeld bij het ontgrendelen van de auto (gewoon of handsfree).

CF088LC049

Toon zoemer automatische vergrendeling

Zonder, 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7Met deze configuratie kan het volume van de zoemer geregeld

worden.De zoemer wordt geactiveerd bij het vergrendelen van de auto

met de handsfree functie.

UCH X74Ph2

87B-11

Page 292: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-12

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

ADVIEZENDeze configuraties moeten altijd worden uitgevoerd bij iedere vervanging van het huis met hulporganen interieur en gecontroleerd bij ieder storing zoeken.

Index OmschrijvingBijzonderhedenen opmerkingen

CF089LC050

Memory systeem van de bestuurdersstoel

Met of Zonder

CF091LC052

Open dak Met of Zonder

CF100LC032

Handsfree starten Met of Zonder

CF101LC066

Gevoeligheid lichtsensor 0, 1, 2, 3

CF112LC042

Koplampsproeiers Met of Zonder

CF116LC048

Handsfree vergrendelen Met of Zonder

CF120LC057

Autom. sluiten van de ruiten (door kaart)

Met of Zonderfunctie automatisch sluiten van de ruiten (door kaart)

CF132LC051

Familie van de auto Break of hatchback

CF134LC063

Type stuurbekrachtiging Eenvoudig of variabel

CF169LC068

Automatische verlichting

Met of Zonder(Als de auto een regensensor heeft, kan deze functie worden

geconfigureerd. Na de configuratie, kan deze functie worden in- of uitgeschakeld door het twee keer inschakelen van de

dimlichten)

CF174LC071

Uitschakelen selectief openen van de portieren

JA of NEEDeze configuratie geldt voor de uitvoeringen met links stuur. Hiermee worden het bestuurdersportier en de achterklep niet

vergrendeld bij het ontgrendelen van de auto (gewoon of handsfree).

LC027 Set wielen Zomer of winter

LC040 Automatische vergrendeling tijdens het rijden

Met of Zonder

UCH X74Ph2

Page 293: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-13

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

INLEZINGEN

SC002INLEZEN VAN DE CODES VAN DE 4 VENTIELEN

ADVIEZENBijzonderheden:Bij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in hoofdstuk 35 van het werkplaatshandboek.

Er zijn twee mogelijkheden om de ventielcodes in te lezen.– handmatig op het diagnoseapparaat, waarbij de ventielcodes bekend moeten zijn,– automatisch, door de staat van de ventielen te veranderen, waarbij u bij voorkeur beschikt over het

"ventielactiveringsgereedschap".

Handmatig inlezen:

Let bijzonder goed op bij het toewijzen van de ventielcode / wiel.In het algemene menu, selecteer het submenu "commando" daarna "specifiek commando", selecteer het commando SC002 "Inlezen van de vier ventielcodes" en volg de instructies voor de handmatige invoer (van 1 tot maximaal 8 cijfers).

Automatisch inlezen met activeringsgereedschap:

Controleer de afwezigheid van storing DF052 "Ontvanger ventielsignaal".Begin als bij het handmatige inlezen, maar volg de instructies voor een automatisch inlezen.Activeer ieder ventiel in de volgorde die het gereedschap aangeeft.De activeringsgereedschap moet op de band rusten, net onder het betreffende ventiel.Als u op de knop van het activeringsgereedschap drukt licht het groene lampje op, als dit dooft en het rode lampje oplicht is het activeren van het ventiel afgelopen. Controleer of de code is opgenomen in het diagnoseapparaat.Doe hetzelfde bij de andere ventielen.Als er na het activeren van een ventiel geen code is opgenomen, vervang dan het betreffende ventiel.

Automatisch inlezen zonder activeringsgereedschap.

LET OP:Het signaal van het ventiel naar de ontvanger bevat:de staat, de spanning en de code van het ventiel.De ontvanger decodeert deze informatie en geeft hem door aan het huis met hulporganen interieur.Bij rijdende auto, zenden de ventielen eens per minuut hun signaal uit als er geen lek is en elke 10 secondes als er een lek is: STAAT 2.Bij stilstaande auto, zenden de ventielen eens per uur hun signaal uit als er geen lek is en ieder kwartier als er een lek is: STAAT 2.

Als u niet over het activeringsgereedschap beschikt, kunt u de staat van het ventiel veranderen, door een lek te simuleren (verminder de spanning met ten minste 1 bar, waardoor in het menu parameter, het betreffende wiel moet overgaan naar STAAT 2).– ofwel stilstaand, waarbij u per wiel een kwartier moet wachten,– ofwel maak een proefrit, bij een snelheid > 20 km/u (maar behandel dan maar één wiel per keer),(een band laten leeglopen + proefrit + opslaan in geheugen met diagnoseapparaat + band weer oppompen, te herhalen voor ieder wiel)

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 294: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-14

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

SC004

INLEZEN HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR

ADVIEZEN

Trek de kaart uit de lezer.Geef dit commando bij het inlezen van een nieuw huis met hulporganen interieur.LET OP:U moet beschikken over de reparatiecode en een reeds ingelezen kaart van de auto.

Na inlezen van het huis met hulporganen interieur, start u het inlezen van de kaarten, anders zal de auto alleen de aanwezige kaart herkennen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 295: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-15

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

SC009

INLEZEN VAN EEN VENTIELCODE

ADVIEZENBijzonderheden:Bij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in hoofdstuk 35 van het werkplaatshandboek.

Er zijn twee mogelijkheden om de ventielcodes in te lezen.– handmatig op het diagnoseapparaat, waarbij de ventielcodes bekend moeten zijn,– Automatisch, door de staat van de ventielen te veranderen, waarbij u bij voorkeur beschikt over het

"ventielactiveringsgereedschap".

Handmatig inlezen:

Let bijzonder goed op bij het toewijzen van de ventielcode / wiel.In het algemene menu, selecteer het submenu "commando" daarna "specifiek commando", selecteer het commando SC009 "Inlezen van een ventielcode" en volg de instructies voor de handmatige invoer (van 1 tot maximaal 8 cijfers).

Automatisch inlezen met activeringsgereedschap:

Controleer de afwezigheid van storing DF052 "Ontvanger ventielsignaal".Begin als bij het handmatige inlezen, maar volg de instructies voor een automatisch inlezen.Activeer ieder ventiel in de volgorde die het gereedschap aangeeft.De activeringsgereedschap moet op de band rusten, net onder het betreffende ventiel.Als u op de knop van het activeringsgereedschap drukt licht het groene lampje op, als dit dooft en het rode lampje oplicht is het activeren van het ventiel afgelopen. Controleer of de code is opgenomen in het diagnoseapparaat.Doe hetzelfde bij de andere ventielen.Als er na het activeren van een ventiel geen code is opgenomen, vervang dan het betreffende ventiel.

Automatisch inlezen zonder activeringsgereedschap.

LET OP:Het signaal van het ventiel naar de ontvanger bevat:de staat, de spanning en de code van het ventiel.De ontvanger decodeert deze informatie en geeft hem door aan het huis met hulporganen interieur.Bij rijdende auto, zenden de ventielen eens per minuut hun signaal uit als er geen lek is en elke 10 secondes als er een lek is: STAAT 2.Bij stilstaande auto, zenden de ventielen eens per uur hun signaal uit als er geen lek is en ieder kwartier als er een lek is: STAAT 2.

Als u niet over het activeringsgereedschap beschikt, kunt u de staat van het ventiel veranderen, door een lek te simuleren (verminder de spanning met ten minste 1 bar, waardoor in het menu parameter, het betreffende wiel moet overgaan naar STAAT 2).– ofwel stilstaand, waarbij u per wiel een kwartier moet wachten,– ofwel maak een proefrit, bij een snelheid > 20 km/u (maar behandel dan maar één wiel per keer),(een band laten leeglopen + proefrit + opslaan in geheugen met diagnoseapparaat + band weer oppompen, te herhalen voor ieder wiel).

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 296: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Configuratie en inlezen 87B

87B-16

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

SC010

INLEZEN KAARTEN

ADVIEZEN

Voor het correct inlezen van de kaarten moet de kaart ondersteboven worden gehouden, (knoppen aan de onderkant).

Het chassisnummer (VIN) moet eerst zijn ingevoerd in het huis met hulporganen interieur.Trek de kaart uit de lezer.Geef dit commando na het inlezen van een nieuw huis met hulporganen interieur of bij het inlezen van nieuwe kaarten.Vraag de reparatiecode op en voer hem in (alleen hoofdletters).

LET OP:Bij ieder inlezen, moeten alle kaarten worden aangeboden die voor de auto bestemd zijn.Niet aangeboden kaarten worden onbruikbaar. U zal de inleesprocedure opnieuw moeten uitvoeren.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 297: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de storingen 87B

87B-17

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 Huis met hulporganen

DF002 Stuurkolomgrendel

DF003 Circuit contact koppelingspedaal

DF005 Kaart

DF006 Ventielsensor wiel links voor

DF007 Ventielsensor wiel rechts voor

DF008 Ventielsensor wiel rechts achter

DF009 Ventielsensor wiel links achter

DF011 Circuit regen- en lichtsensor

DF028 Verbinding memory systeem van de bestuurdersstoel

DF029 Circuit stuurkolomgrendel

DF040 Rustcontact ruitenwisser achter

DF050 Spanningsverschil voorbanden

DF051 Spanningsverschil achterbanden

DF052 Ontvanger ventielsignalen

DF053 Informatie snelheid

DF055 Circuit contact kaart aanwezig

DF056 Circuit contact kaart op aanslag

DF058 Circuit contact neutraalstand

DF060 Commandocircuit relais + 12 V APC

DF061 Commandocircuit relais + 12 V accessoires

DF062 Commandocircuit relais startmotor

DF064 Circuit waarschuwingslampje startvergrendeling

DF067 Codes van de ventielen van de zomerset

DF068 Codes van de ventielen van de winterset

DF072 Circuit kinderveiligheid

DF075 Circuit tijdgeschakelde voeding

DF081 Circuit toets portierontgrendeling

DF082 Circuit controlelampje toets portiervergrendeling

DF084 Circuit controlelampje toets kinderveiligheid

UCH X74Ph2

Page 298: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de storingen 87B

87B-18

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Storing Code Omschrijving in diagnoseapparaat

DF086 Relais wissen achter

DF087 Commandocircuit relais markeringslichten

DF088 Commandocircuit relais dimlichten

DF089 Circuit stuursignaal relais koplampsproeiers

DF097 Circuit rustcontact ruitenwisser voor

DF098 Commandocircuit relais dimlichten

DF099 Circuit ruitenwissermotor voor

DF101 Zekeringen-/relaisplaat

DF102 Commandocircuit motor stuurbekrachtiging

DF103 Spanning motor variabele stuurbekrachtiging

DF105 Circuit voeding portiervergrendeling

DF106 Circuit toets portiervergrendeling

DF108 Commandocircuit mistlichten voor

DF109 Commandocircuit mistachterlicht(en)

DF110 Commandocircuit knipperlichten

DF111 Circuit optische sensor portier links voor

DF112 Circuit optische sensor portier rechts voor

DF113 Circuit optische sensor portier links achter

DF114 Circuit optische sensor portier rechts achter

DF115 Circuit ruit-snelbediening afknijpbeveiliging

DF116 Verzoek uitschakelen dimlichten

DF118 Knop voor het starten

DF119 Bandenspanning-controlesysteem

UCH X74Ph2

Page 299: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-19

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR1.DEF : Interne elektronische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Configureer het huis met hulporganen interieur.

UCH_V04_DF001 UCH X74Ph2

Page 300: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-20

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF002AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

STUURKOLOMGRENDEL1.DEF : Elektronische storing in stuurkolomgrendel

ADVIEZENZet het contact aan en uit en controleer het ontgrendelen en vergrendelen van de stuurkolomgrendel.

Als de storing aanhoudt: vervang de stuurkolomgrendel.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF002 UCH X74Ph2

Page 301: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-21

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF003AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT KOPPELINGSCONTACTCC : KortsluitingCO : Onderbreking

ADVIEZEN

Alleen bij handgeschakelde versnellingsbak.Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan.Druk op het koppelingspedaal.

De storing verschijnt na:Rijdende auto met snelheid hoger dan 5 km/u met koppeling "ingerukt" langer dan 2 minuten of de auto gaat 128 keer van 0 tot 60 km/u zonder informatie van de koppeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van het koppelingspedaalcontact.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Koppelingspedaalcontact aansl. 1 Aansl. 26 40-polige stekker P101 huis met hulporganen interieur.

Controleer de massa op aansl. 2 van de schakelaar.Herstellen indien nodig.

Demonteer het contact door op de schakelaar te drukken.LET OP:Er kunnen twee contacten zijn bij het koppelingspedaal (een voor het inspuitsysteem en een voor het huis met hulporganen interieur).De staat van het koppelingspedaalcontact wordt "ingedrukt".Bij een storing: vervang het contact.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF003 UCH X74Ph2

Page 302: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-22

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF005AANWEZIG

KAART1.DEF : Batterijtje van kaart n° 12.DEF : Batterijtje van kaart n° 23.DEF : Batterijtje van kaart n° 34.DEF : Batterijtje van kaart n° 4

ADVIEZEN Geen.

Vervang het batterijtje van de betreffende kaart.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF005P UCH X74Ph2

Page 303: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-23

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF006DF007DF008DF009

AANWEZIGOF

IN GEHEUGEN

VENTIELSENSOR WIEL LINKS VOORVENTIELSENSOR WIEL RECHTS VOORVENTIELSENSOR WIEL RECHTS ACHTERVENTIELSENSOR WIEL LINKS ACHTER1.DEF : Geen signaal van de sensor

ADVIEZEN

Voorwaarden voor de behandeling van een storing die in het geheugen is.De storing wordt aanwezig na een proefrit.

Bijzonderheden:Voor alle werkzaamheden, moet u controleren of alle gemonteerde banden een speciaal ventiel hebben voor het controlesysteem van de bandenspanning (en dat het reservewiel niet op een van de assen gemonteerd is).

Het ontbreken van het signaal van een ventiel kan veroorzaakt worden doordat de code van een ventiel niet goed is ingelezen of door een storing in het ventiel.Lees het betreffende ventiel in, wis de storing en maak een proefrit.Als de storing is verholpen, bent u klaar met storing zoeken.

Als de storing nog steeds aanwezig is:

Met ventielactiveringsgereedschap:Zoek de staat van het betreffende ventiel in het menu "staat".Laat het genoemde ventiel geforceerd uitzenden, constateer of zijn staat wordt "staat 1 "geforceerd signaal"", als de staat niet verandert: vervang dan het ventiel en voer het inlezen uit van SC009 "Inlezen van een ventielcode".

Zonder ventielactiveringsgereedschap:Zoek de staat van het betreffende ventiel in het menu "staat".Laat de band > 0,86 bar leeglopen en maak en proefrit (of wacht een kwartier), constateer of zij staat wordt "staat 3 "Signaal door drukverandering"", als de staat niet verandert: vervang dan het ventiel en voer het inlezen uit van SC009 "Inlezen van een ventielcode".

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF006/UCH_V04_DF007/UCH_V04_DF008/UCH_V04_DF009 UCH X74Ph2

Page 304: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-24

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF011AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT REGEN- EN LICHTSENSOR1.DEF : Onderbreking of kortsluiting2.DEF : Elektronische afwijking in opname element

ADVIEZENZet het contact aan, schakel de ruitenwisser in op de intervalstand om de storing te bevestigen.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de regen- en lichtsensor.

Controleer de zekering F24 20A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 2 van de regen- en lichtsensor.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Regensensor aansl. 3 Aansl. 23 40-polige witte stekker P101 huis met hulporganen interieur.

Herstellen indien nodig.

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Vervang de regen- en lichtsensor.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF011 UCH X74Ph2

Page 305: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-25

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF028AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERBINDING MEMORY SYSTEEM VAN DE BESTUURDERSSTOEL1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met stoel met memory systeem terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de rekeneenheid van de stoel met memory systeem.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 32 Aansl. 8 blauwe 9-polige

stekker van de rekeneenheid memory systeem van de bestuurdersstoel.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 36 Aansl. 5 blauwe 9-polige stekker van de rekeneenheid memory systeem van de bestuurdersstoel.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF028 UCH X74Ph2

Page 306: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-26

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF029AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT STUURKOLOMGRENDELCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : Massa grendel afwezig of multiplexnetwerk defect (bijv.: verbinding

stuurkolomgrendel => Huis met hulporganen interieur)

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de stuurkolomgrendel.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 9 Aansl. 2 stekker van de stuurkolomgrendel

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 10 Aansl. 4 stekker van de stuurkolomgrendel

Diagnoseaansluiting aansl. 6 Aansl. 3 stekker van de stuurkolomgrendel

Diagnoseaansluiting aansl. 14 Aansl. 6 stekker van de stuurkolomgrendel

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, vervang de stuurkolomgrendel, als de storing aanhoudt neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF029 UCH X74Ph2

Page 307: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-27

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF040AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

RUSTCONTACT RUITENWISSER ACHTER1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser achter in.

Controleer of de arm en de ruitenwissermotor achter niet geblokkeerd zijn.

Controleer de zekering F14 30A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 3 van de ruitenwissermotor achter.

Controleer de aansluiting en de staat 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruitenwissermotor achter.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 38 Aansl. 2 stekker van de ruitenwissermotor achter

+ APC Aansl. 1 stekker van de ruitenwissermotor achter

massa Aansl. 3 stekker van de ruitenwissermotor achter

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, vervang de ruitenwissermotor achter, als de storing aanhoudt neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF040 UCH X74Ph2

Page 308: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-28

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF050DF051

AANWEZIG

SPANNINGSVERSCHIL VOORBANDENSPANNINGSVERSCHIL ACHTERBANDEN

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Controleer of de invoer van de voorgeschreven spanningen overeenkomt met de gegevens van de constructeur :PR003 "Spanning wiel links voor"PR004 "Spanning wiel rechts voor"PR005 "Spanning wiel rechts achter"PR006 "Spanning wiel links achter"Is dit niet zo, raadpleeg dan de "procedure voor het invoeren van de voorgeschreven spanningen".Als de invoer correct is, controleer de spanningen met een manometer, controleer of de bandenspanning overeenkomt met de gegevens van de constructeur.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF050P/UCH_V04_DF051P UCH X74Ph2

Page 309: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-29

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF052AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

ONTVANGER VENTIELSIGNALENCO.1 : Onderbreking of kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Bij het opslaan van de auto, ontstaat door het verwijderen van de zekering stroomonderbreker een storing in geheugen, in dit geval wist u de storingen maar vervang niet de ontvanger. Als de klacht is dat de vier wielen af en toe van het display verdwijnen, behandel dan deze storing.

CO.1 ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de geleiding, de isolatie ten opzichte van + 12 V en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Stekker van de ontvanger onder de carrosserie aansl. 1 Aansl. 18 huis met hulporganen interieur 40-polige stekker P101

Vervang, als het probleem aanhoudt de ontvanger onder de carrosserie, contact uit.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de voedingen:

Massa Aansl. 3 van de stekker van de ontvanger onder de carrosserie+ 12 V voor contact Aansl. 4 van de stekker van de ontvanger onder de carrosserieControleer de zekering F5O 20 A

Controleer de geleiding en de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding tussen:

Stekker van de ontvanger aansl. 1 Aansl. 18 huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P100

Meet de weerstand van dezelfde verbinding.Voer de nodige herstelwerkzaamheden uit als de weerstand abnormaal hoog is.Vervang, als het probleem aanhoudt de ontvanger onder de carrosserie, contact uit.Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF052 UCH X74Ph2

Page 310: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-30

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF053AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

INFORMATIE RIJSNELHEID1.DEF : Informatie snelheid afwezig2.DEF : Onsamenhangende snelheid

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer een diagnose uit van het multiplexnetwerk.

Voer een complete diagnose uit van het ABS.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF053 UCH X74Ph2

Page 311: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-31

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF055AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT KAART AANWEZIGCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnSteek de kaart halverwege in de kaartlezer.Zonder functie als de auto "handsfree" heeft.

Controleer de zekering F11 10A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de kaartlezer.

Controleer de masse op aansl. 8 en de + 12 V op aansl. 2 van de kaartlezer.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 12 Aansl. 5 kaartlezer.

Herstellen indien nodig.

Controleer de spanning op aansl. 12 van het huis met hulporganen interieur, als de spanning niet 12 V is, probeer het dan met een andere kaart, als het probleem aanhoudt vervang de kaartlezer.Als de spanning 12 V is, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF055 UCH X74Ph2

Page 312: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-32

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF056AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT KAART OP AANSLAGCO.0 : Onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnSteek de kaart halverwege in de kaartlezer.Zonder functie als de auto "handsfree" heeft.

Controleer de zekering F11 10A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de kaartlezer.

Controleer de masse op aansl. 8 en de + 12 V op aansl. 2 van de kaartlezer.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 1 Aansl. 7 kaartlezer

Herstellen indien nodig.

Als het probleem aanhoudt, controleer de spanning op aansl. 1 van het huis met hulporganen interieur, als de spanning niet 12 V is, vervang de kaartlezer, als de spanning 12 V is, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF056 UCH X74Ph2

Page 313: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-33

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF058AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTACT NEUTRAALSTANDCC.1 : Kortsluiting aan + 12 voltCO : Onderbreking

ADVIEZEN

Alleen bij handgeschakelde versnellingsbak.Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnZet het contact aan.Schakel in neutraal: de staat van het contact moet actief zijn.

Controleer de zekering F24 20A op de zekeringplaat in het interieur.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van het contact neutraal stand.

Controleer de geleiding, het ontbreken van overgangsweerstanden en de isolatie tussen:

Contact aansl. 3 Aansl. 7 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de + APC en aansl. 2 van het contact neutraal stand.

Controleer de montage van het contact op de versnellingsbak, demonteer het contact en druk op de schakelaar.De staat van het contact neutraalstand wordt actief en daarna gaan de achteruitrijlichten branden.Bij een storing: vervang het contact.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF058 UCH X74Ph2

Page 314: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-34

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF060AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS + 12 V APCCC : Kortsluiting1.DEF : Geen samenhang met na contact

ADVIEZEN Zet het contact aan.

CC ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer de werking en de stand van het relais + APC (RL22) op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang deze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

1.DEF ADVIEZEN Bijzonderheid: Geen bijzonderheden.

Controleer of er in de kabelbundel geen kortsluiting is tussen een + voor contact en de + na contact of tussen de + accessoires en de + na contact (voorbeeld schakelaar ruitbediening, remlichtschakelaar, ...).

Controleer de werking en de stand van het relais + APC op de zekering- en relaisplaat interieur.Vervang deze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF060 UCH X74Ph2

Page 315: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-35

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF061AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS + 12 V ACCESSOIRESCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Controleer de voeding van de relais + accessoires (RL 18 en 19) op de zekeringen-/relaisplaat.

Controleer de werking van de relais, vervang indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF061 UCH X74Ph2

Page 316: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-36

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF062AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS STARTMOTORCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, start de motor.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF062 UCH X74Ph2

Page 317: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-37

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF064AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE STARTVERGRENDELING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van het instrumentenpaneel.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 14 Aansl. 5 van het instrumentenpaneel

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF064 UCH X74Ph2

Page 318: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-38

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF067DF068

AANWEZIG

CODES VAN DE VENTIELEN VAN DE ZOMERSETCODES VAN DE VENTIELEN VAN DE WINTERSET1.DEF : Er ontbreekt minstens een ventielcode2.DEF : Er zijn minstens twee dezelfde ventielcodes

ADVIEZENBij alle werkzaamheden waarbij een ventiel verwisseld of een band uitgebouwd moet worden, moet zich houden aan de voorschriften in het werkplaatshandboek.

1.DEF ADVIEZEN

Voor alle werkzaamheden, moet u controleren of alle gemonteerde banden een speciaal ventiel hebben voor het controlesysteem van de bandenspanning (en dat het reservewiel niet gemonteerd is).

Als het huis met hulporganen interieur de ventielcodes niet kent voor een van beide bandensets (zomer- of winterbanden), is deze storing normaal en zal altijd aanwezig zijn. In dat geval is de enige oplossing om deze storing te voorkomen het inlezen van dezelfde ventielcodes voor de twee bandensets.

Als het huis met hulporganen interieur de codes voor beide bandensets heeft ingelezen (menu parameter), dan is er een code niet goed ingelezen of staat er een verkeerde bandenset in het geheugen.

Kijk in het menu "staat", welke bandenset in het geheugen staat (zomer of winter).

Kijk in het menu parameter naar de toegewezen ventielcodes die in het geheugen staan voor de bandenset.

Lees de vier ventielcodes in.

Als er geen verband bestaat, lees dan de ontbrekende of verkeerd ingevoerde codes in.

Maak een proefrit om de reparatie te bevestigen.

2.DEF ADVIEZEN Geen.

Lees opnieuw de ventielcodes in.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF067P/UCH_V04_DF068P UCH X74Ph2

Page 319: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-39

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF072AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT KINDERVEILIGHEIDCC.0 : Kortsluiting aan massaCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets kinderveiligheid.

Controleer de staat en de stand van de zekering van de portiervergrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de grendelmotors van de achterportieren.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V en ten opzichte van de massa van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 4 Aansl. A van de grendelmotor van het portier rechts achter

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 21 Aansl. A van de grendelmotor van het portier links achter

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de motors van de portiervergrendeling achter.Vervang ze indien nodig.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF072 UCH X74Ph2

Page 320: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-40

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF075AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT TIJDGESCHAKELDE VOEDINGCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF075 UCH X74Ph2

Page 321: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-41

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF081AANWEZIG

CIRCUIT TOETS PORTIERONTGRENDELINGCC.0 : Kortsluiting aan massa

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets van de portierontgrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portierontgrendeling.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P100 aansl. 17 Aansl. B1 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portierontgrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF081P UCH X74Ph2

Page 322: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-42

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF082AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE TOETS PORTIERVERGRENDELING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets van de portiervergrendeling.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portierontgrendeling.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 21 Aansl. B3 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portiervergrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF082 UCH X74Ph2

Page 323: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-43

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF084AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT CONTROLELAMPJE TOETS KINDERVEILIGHEID1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en druk op de toets kinderveiligheid.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de toets van de kinderveiligheid.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden tussen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 24 Aansl. B3 van de toets kinderveiligheid

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de kinderveiligheid, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF084 UCH X74Ph2

Page 324: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-44

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF086AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

RELAIS WISSEN ACHTERCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser achter in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF086 UCH X74Ph2

Page 325: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-45

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF087AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS MARKERINGSLICHTENCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF087 UCH X74Ph2

Page 326: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-46

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF088AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS DIMLICHTEN1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF088 UCH X74Ph2

Page 327: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-47

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF089AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS KOPLAMPSPROEIERSCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de dimlichten in en bedien de voorruitsproeier.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 40 Aansl. D2 van het relais koplampsproeiers op de zekeringen-/relaisplaat

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF089 UCH X74Ph2

Page 328: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-48

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF097AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT RUSTCONTACT RUITENWISSER VOOR1.DEF : Niet-geïdentificeerde elektrische storing

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser voor in.

Controleer of de armen en de ruitenwissermotor voor niet geblokkeerd zijn.

Controleer de zekering F14 30A op de zekeringplaat in het interieur.Controleer de + APC op aansl. 1 en de massa op aansl. 3 van de ruitenwissermotor voor.

Controleer de aansluiting en de staat 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruitenwissermotor voor.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 34 Aansl. 2 stekker ruitenwissermotor voor

+ APC Aansl. 5 en 4 stekker ruitenwissermotor voor

massa Aansl. 1 stekker ruitenwissermotor voor

Herstellen indien nodig

Als het probleem aanhoudt, vervang de ruitenwissermotor achter. Als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF097 UCH X74Ph2

Page 329: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-49

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF098AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT RELAIS DIMLICHTENCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, en schakel de grootlichten in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF098 UCH X74Ph2

Page 330: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-50

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF099AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

Circuit ruitenwissermotor voorCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan, schakel de ruitenwisser voor in.

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF099 UCH X74Ph2

Page 331: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-51

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF101AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

ZEKERINGEN- EN RELAISPLAAT1.DEF : Detectie van een kortsluiting van het commando van een of meer interne

relais van de zekeringplaatRelais na vergrendelen of ontgrendelen van de portieren.

ADVIEZEN Vergrendel of ontgrendel de portieren.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF101 UCH X74Ph2

Page 332: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-52

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF102AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MOTOR STUURBEKRACHTIGING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZENDraaiende motor, verdraai het stuurwiel om de motor van de variabele stuurbekrachtiging in te schakelen.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met variabele stuurbekrachtiging terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Controleer de massa op aansl. E van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 2 Aansl. D stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 3 Aansl. B stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 13 Aansl. C stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 18 Aansl. A stekker van de motor van de variabele stuurbekrachtiging.

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF102 UCH X74Ph2

Page 333: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-53

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF103AANWEZIG

SPANNING MOTOR VARIABELE STUURBEKRACHTIGING1.DEF : Spanning buiten de tolerantie

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Bijzonderheden:De storing kan verschijnen als de spanning hoger is dan 17 V of lager dan 9 V.(Hij kan verschijnen na het gebruik van een booster)

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF103P UCH X74Ph2

Page 334: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-54

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF105AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT VOEDING PORTIERVERGRENDELINGCC : Kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan en vergrendel de portieren.

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Controleer of de kabelbundel van de grendelmotors van de portieren (uitgezonderd het achterklepslot), gen kortsluiting maken (zie elektrisch schema, naargelang het type van de auto).

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF105 UCH X74Ph2

Page 335: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-55

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF106AANWEZIG

CIRCUIT TOETS PORTIERVERGRENDELINGCC.0 : Kortsluiting aan massa

ADVIEZEN Zet het contact aan en vergrendel de portieren.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de toets voor de portiervergrendeling.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. Aansl. A3 van de toets van de portierontgrendeling.

Herstellen indien nodig.

Controleer de staat en de werking van de toets van de portiervergrendeling, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF106P UCH X74Ph2

Page 336: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-56

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF108AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MISTLICHTEN VOORCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, lichtschakelaar op stand mistlichten voor aan.

Als de staat ET124 "Mistlichten voor" is "uit" en de staat ET111 "Verzoek mistlichten voor" is "Actief":

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

Als de staat ET111 "Verzoek mistlichten voor" is "Inactief" ga dan als volgt te werk:

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 28 Aansl. A1 van de lichtschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de lichtschakelaar, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF108 UCH X74Ph2

Page 337: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-57

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF109AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT MISTACHTERLICHTCC.1 : Kortsluiting aan + 12 V

ADVIEZEN Zet het contact aan, lichtschakelaar op stand mistachterlicht aan.

Als de staat ET125 "Mistachterlichten" is "uit" en de staat ET082 "Verzoek mistachterlichten " is "Actief":

Controleer de staat van de stekkers U1 en U2 van de UCH en de stekkers van de zekeringen-/relaisplaat.Controleer of de zekeringen-/relaisplaat correct is geplaatst en aangesloten op de UCH.

Vervang de zekeringen-/relaisplaat, als de storing aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

Als de staat ET082 "Verzoek mistachterlichten" is "Inactief" ga dan als volgt te werk:

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en van de stekker van de lichtschakelaar.

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 31 Aansl. A3 van de lichtschakelaar

Herstellen indien nodig.

Controleer de werking van de lichtschakelaar, vervang deze indien nodig.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF109 UCH X74Ph2

Page 338: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-58

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF110AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

COMMANDOCIRCUIT KNIPPERLICHTENCO : OnderbrekingCC.0 : Kortsluiting aan massa1.DEF : Voedingscircuit

ADVIEZEN Zet het contact aan.

1.DEF ; CO ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, lichtschakelaar op stand knipperlicht rechts of links (niet alarmknipperlichten).

Controleer de gloeilampen van de knipperlichten.

Controleer de staat en de stand van de zekering van het knipperlicht.

Controleer de conformiteit van de accuspanning en voer een diagnose uit van het laadstroomcircuit.

Controleer of de kabelbundel van de knipperlichten geen onderbreking heeft (zie elektrisch schema).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

CC.0 ADVIEZENBijzonderheden:Contact aan, lichtschakelaar op stand knipperlicht rechts of links (of alarmknipperlichten aan).

Controleer of er geen te groot verbruik is door een te groot aantal gloeilampen (caravan niet conform).

Controleer of de kabelbundel van de knipperlichten geen kortsluiting aan massa maakt (zie elektrisch schema).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF110 UCH X74Ph2

Page 339: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-59

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF111AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER LINKS VOORCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier links voor.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 28 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier links voor.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF111 UCH X74Ph2

Page 340: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-60

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF112AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER RECHTS VOORCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier rechts voor.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 33 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier rechts voor.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF112 UCH X74Ph2

Page 341: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-61

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF113AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER LINKS ACHTERCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige witte stekker P101 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier links achter.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige witte stekker P101 aansl. 23 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier links achter.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF113 UCH X74Ph2

Page 342: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-62

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF114AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT OPTISCHE SENSOR PORTIER RECHTS ACHTERCC.0 : Kortsluiting aan massaCO : Onderbreking

ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt als de sensor van dit portier langer dan 16 s actief is bij rijdende auto of 32 detecties van het openen van dit portier zonder detectie door de sensor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de optische sensor van het portier rechts achter.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa en de geleiding van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 29 Aansl. 1 van de optische sensor

Herstellen indien nodig.

Controleer de voeding van de optische sensor, massa op aansl. 2 en 12 V op aansl. 3.

Vervang de optische sensor van het portier rechts achter.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF114 UCH X74Ph2

Page 343: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-63

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF115AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CIRCUIT RUIT-SNELBEDIENING AFKNIJPBEVEILIGING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met ruit-snelbediening afknijpbeveiliging terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ruit-snelbediening afknijpbeveiliging.

Controleer voor elke ruitbediening met afknijpbeveiliging, de geleiding en isolatie tussen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 6 ruitbediening bestuurder

OF voor ruitbediening met afknijpbeveiliging en spiegelgeheugen:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 27 ruitbediening bestuurder

OF voor het open dak met afknijpbeveiliging:

Huis met hulporganen interieur zwarte stekker 40-polige P100 aansl. 22 aansl. 9 open dak

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF115 UCH X74Ph2

Page 344: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-64

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF116AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

VERZOEK UITSCHAKELEN DIMLICHTEN1.DEF : Verzoek uitschakelen van het dimlicht rechts. Voer een diagnose uit van

de rekeneenheid van de xenonlampen2.DEF : Verzoek uitschakelen van het dimlicht links. Voer een diagnose uit van

de rekeneenheid van de xenonlampen

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Voer een diagnose uit van de rekeneenheid van de xenonlampen.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF116 UCH X74Ph2

Page 345: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-65

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF118AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

STARTKNOP1.DEF : Storing controlelampje draaiende motor op de startknop2.DEF : Storing controlelampje startinvitatie op de startknop

ADVIEZEN Zet het contact aan.

1.DEF ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt bij draaiende motor.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de startknop.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 3 Aansl. 1 van de startknop

Herstellen indien nodig.

Vervang de startknop.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

2.DEF ADVIEZENBijzonderheden:De storing verschijnt met contact aan, voorwaarde voor het starten.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en van de stekker van de startknop.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100 aansl. 11 Aansl. 3 van de startknop

Herstellen indien nodig.

Vervang de startknop.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF118 UCH X74Ph2

Page 346: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Betekenis van de storingen 87B

87B-66

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

DF119AANWEZIG

OFIN GEHEUGEN

CONTROLE BANDENSPANNING1.DEF : Onderbreking of kortsluiting

ADVIEZEN Zet het contact aan.

Controleer of de UCH niet is geconfigureerd met SSPP terwijl de auto deze niet heeft.

Controleer de aansluiting en de staat van de 40-polige zwarte stekker P100 van de UCH en de stekker van de ontvanger van het SSPP.

Controleer de geleiding, de isolatie ten opzichte van + 12 V en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbinding:

Stekker van de ontvanger onder de carrosserie aansl. 1 Aansl. 18 Huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH_V04_DF119 UCH X74Ph2

Page 347: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Set ventielen herkend

ET004 + 12 V na contact

ET006 Dimlichten

ET008 Huis met hulporganen interieur ongecodeerd

ET012 Kaart toegewezen aan de auto

ET027 Rustcontact ruitenwisser voor

ET032 Informatie ventiel wiel links voor

ET033 Informatie ventiel wiel rechts voor

ET034 Informatie ventiel wiel rechts achter

ET035 Informatie ventiel wiel links achter

ET042 Passagiersportier

ET043 Toestemming functie C.A.R door C.P.E

ET044 Toets CPE

ET045 Frame R.F. ontvangen

ET046 Startvergrendeling

ET047 Stand rempedaal

ET048 Stand koppelingspedaal

ET051 Portier links achter

ET052 Portier rechts achter

ET053 Bestuurdersportier

ET063 Grootlichten

ET070 Knop voor het starten

ET071 Stuurkolomgrendel ongecodeerd

ET073 Informatie opname element stuurkolomgrendel

ET074 Markeringslichten

ET077 Stand ruitenwisserschakelaar

ET078 Verzoek ruitensproeier voor

ET079 Verzoek achterruitsproeier

ET080 Verzoek achterruitwisser

UCH X74Ph2

87B-67

Page 348: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

87B-68

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET081 Stand lichtschakelaar

ET082 Verzoek mistachterlichten

ET083 Verzoek knipperlicht links

ET084 Verzoek knipperlicht rechts

ET089 Toets kinderveiligheid

ET097 Rustcontact ruitenwisser achter

ET109 Achteruit ingeschakeld

ET111 Verzoek mistlichten voor

ET115 Verzoek verlichting door lichtsensor

ET124 Mistlichten voor

ET125 Mistachterlichten

ET127 Lampje startvergrendeling

ET134 Ruitenwissermotor achter

ET135 Kaartcode in orde

ET137 Controlelampje kinderveiligheid

ET141 Bandenspanning iets te hoog

ET142 Werkomstandigheden motor

ET148 Controlelampje toets CPE

ET150 Knipperlicht rechts

ET151 Knipperlicht links

ET159 Kinderveiligheid portier links achter

ET160 Kinderveiligheid portier rechts achter

ET165 + 12 V accessoires

ET170 Info. stand selecteurhendel BVA

ET171 Stand versnellingshendel BVM

ET172 Kaart op aanslag

ET174 Commando relais + 12 V na contact

ET186 Korte druk toets portieren sluiten

ET187 Lange druk toets portieren sluiten

ET188 Uitschakelen van de inspuiting

UCH X74Ph2

Page 349: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de staten 87B

87B-69

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET189 Druk toets portieren openen

ET196 Bandenspanning te laag

ET199 Waarschuwing "lekke band" ingeschakeld door het systeem

ET204 Controlelampje SSPP

ET214 Verkeerde grendelcode

ET226 Antenne middenconsole

ET238 + 12 V rustcontact van relais APC

ET241 Optische sensor links achter

ET242 Optische sensor rechts achter

ET243 Toets memory systeem van de bestuurdersstoel

ET250 Inspuitsysteem

ET275 Schakelaar alarmknipperlichten

ET278 Automatische verlichting

ET279 Indrukken knop verlichting op afstand

ET325 Achterklep/achterruit

ET327 Ruitenwissermotor voor

ET328 Voeding optische sensors van de portieren

ET329 Optische sensor bestuurder

ET330 Optische sensor passagier

ET331 Commando relais koplampsproeiers

ET332 Commando achterklepslot

ET334 Handsfree starten

ET335 Handsfree vergrendelen/ontgrendelen

ET336 Frame R.F. geldig

ET337 Voeding stuurkolomgrendel

ET338 Controlelampje starttoets

ET403 Dakantenne 1

ET404 Dakantenne 2

ET405 Antenne bagageruimte

ET406 Antenne instrumentenpaneel

UCH X74Ph2

Page 350: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de parameters 87B

87B-70

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Accuspanning

PR002 Buitentemperatuur

PR003 Spanning wiel links voor

PR004 Spanning wiel rechts voor

PR005 Spanning wiel rechts achter

PR006 Spanning wiel links achter

PR008 Rijsnelheid

PR009 Voorgeschreven spanning lage snelheid voorwielen

PR010 Voorgeschreven spanning lage snelheid achterwielen

PR011 Voorgeschreven spanning hoge snelheid achterwielen

PR012 Voorgeschreven spanning hoge snelheid voorwielen

PR013 Aantal ingelezen kaarten

PR029 Code rechter voorwiel winterset

PR030 Code rechter achterwiel winterset

PR031 Code linker voorwiel winterset

PR032 Code linker achterwiel winterset

PR033 Code linker voorwiel zomerset

PR034 Code rechter voorwiel zomerset

PR035 Code rechter achterwiel zomerset

PR036 Code linker achterwiel zomerset

PR060 Stand van de motor van de stuurbekrachtiging

PR064 Stand intervalring ruitenwisser

PR066 Voeding stuurkolomgrendel

UCH X74Ph2

Page 351: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de commando's 87B

87B-71

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Overzicht van de commando's

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

RZ001 Storingsgeheugen

RZ002 Na vervangen van band

VP004 Schrijven van het V.I.N.

VP005 Invoeren van de voorgeschreven spanningen

VP007 Selectie van de bandenset

AC002 Ontgrendeling/vergrendeling portieren

AC007 Ruitenwisser achter

AC008 Mistlichten voor

AC009 Mistachterlichten

AC013 Geluidssignaal

AC020 Controlelampje toets CPE

AC021 Inschakelen binnenlicht.

AC022 Knipperlicht links

AC023 Knipperlicht rechts

AC030 Relais koplampsproeier 1

AC035 Extra portiervergrendeling

AC043 Relais + 12 V na contact

AC044 Relais + 12 V accessoires

AC045 Relais startmotor

AC047 Controlelampje startinvitatie

AC048 Controlelampje draaiende motor

AC052 Controlelampje alarmknipperlichten

AC053 Extra portierontgrendeling

AC054 Dimlichten

AC055 Markeringslichten

AC056 Langzaam wissen

AC057 Snel wissen

AC062 Grootlichten

AC076 Controlelampje kinderveiligheid

AC077 Test motor stuurbekrachtiging

UCH X74Ph2

Page 352: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Overzicht van de commando's 87B

87B-72

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

Commando gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

SC011 Controle van de kaarten

SC020 Test lading kaartbatterij

SC023 Test verbindingen UCH -> kaartlezer

SC024 Vergrendelen grendelpal

SC025 Ontgrendelen van de portieren

SC026 Test van de antennes

UCH X74Ph2

Page 353: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-73

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04 Diagnose - Behandeling van de commando's

VP004

INVOEREN VAN DE VOORGESCHREVEN SPANNINGEN

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Zorg ervoor dat u bij het invoeren beschikt over de door de constructeur voorgeschreven bandenspanningen (zie het werkplaatshandboek of instructieboekje van de betreffende auto).

Kies in het algemene menu "commando's", klik dan op de knop parametrage en maak de keuze: VP004:Zet de waarden uit het werkplaatshandboek in het geheugen en bevestig.Controleer dan of de voorgeschreven spanningen goed in het geheugen van het menu "parameter" (via het algemene menu) opgenomen is.In geval van problemen, begint u deze handeling opnieuw vanaf het begin.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 354: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-74

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

VP007

SELECTIE SET WIELEN

ADVIEZEN

Bijzonderheden:In het algemene menu, klikt u op het submenu lijst van de staten, controleer de bandenset die in het geheugen is geregistreerd, via de staat: ET001 "Set ventielen herkend".Als de geselecteerde set niet de juiste is, ga dan als volgt te werk:

Kies in het algemene menu "commando's", klik dan op de knop parametrage en maak de keuze: VP004.Zet de waarden uit het werkplaatshandboek in het geheugen en bevestig.Controleer dan of de voorgeschreven spanningen goed in het geheugen van het menu "parameter" (via het algemene menu) opgenomen is.In geval van problemen, begint u deze handeling opnieuw vanaf het begin.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 355: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-75

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

AC013

CLAXON

ADVIEZEN

Zet het contact aan.Let op, dit commando is alleen van toepassing bij auto's die uitgerust zijn met de handsfree functie.Dit commando maakt het mogelijk de verbinding tussen het huis met hulporganen interieur en de elektronische claxon te testen.

Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding:

Claxon aansl. 3 Aansl. 22 40-polige witte stekker P101 huis met hulporganen interieur

Controleer de voeding (aansl. 1) en de massa (aansl. 2) van de claxon.

Herstellen indien nodig.

Vervang de claxon.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 356: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-76

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

AC043AC044AC045

RELAIS + 12 V NA CONTACTRELAIS + 12 V ACCESSOIRESRELAIS STARTMOTOR

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnGeef het commando

De relais + 12 V accessoires en + 12 V na contact worden 1 s aangestuurd.Controleer de staat en de stand van het relais, vervang het indien nodig.

Het relais startmotor wordt aangestuurd gedurende 0,2 seconde.Bij een probleem, vervang de zekeringen-/relaisplaat.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 357: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-77

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

AC047

CONTROLELAMPJE STARTINVITATIE

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnControleer of de markeringslichten uit zijn.Zet het contact aan.

Controlelampje startinvitatie brandt in de knop motor aan/uit als het contact is ingeschakeld.Als het lampje niet oplicht, geef het commando.

Als het lampje niet oplicht: controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding tussen:

Knop aan/uit aansl. 3 aansl. 11 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de voeding van de knop + 12 V AVC op aansl. 2.

Vervang de knop motor aan/uit.

Als het probleem aanhoudt, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 358: Elektrische installatie

HUIS MET HULPORGANEN INTERIEURDiagnose - Behandeling van de commando's 87B

87B-78

UCHProgrammanr.: 0031

Vdiagnr.: 04

AC048

CONTROLELAMPJE DRAAIENDE MOTOR

ADVIEZENEr mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijnControleer of de markeringslichten uit zijn.Zet het contact aan.

Controlelampje startinvitatie brandt in de knop motor aan/uit als de motor draait.Als het lampje niet oplicht, geef het commando.

Als het lampje niet oplicht: controleer de isolatie en de geleiding van de verbinding tussen:

Knop aan/uit aansl. 4 aansl. 3 huis met hulporganen interieur 40-polige zwarte stekker P100

Controleer de voeding van de knop + 12 V AVC op aansl. 2.

Vervang de knop motor aan/uit.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEVoer een diagnose van het systeem uit.Wis het storingsgeheugen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

UCH X74Ph2

Page 359: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-1

187FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.

Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

– CLIP + CAN-sonde

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING

Werkwijze

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

Model: LAGUNA II Phase 2Betreffende functie: Parkeerhulp

Naam van de rekeneenheid: ParkeerhulpVdiagnr.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap

Multimeter

Elé. 1681 Universeel verlengblok

AAP 74 ph2

Page 360: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-2

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.).– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– De ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema’s

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde

AAP 74 ph2

Page 361: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87FPARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-3

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

Communicatie met

rekeneenheid?

nee

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema n° 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

AAP 74 ph2

Page 362: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-4

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstandControleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.Zoek een kortsluiting aan massa, aan +12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

AAP 74 ph2

Page 363: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Inleiding 87F

87F-5

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd: bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk, bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is, om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is

daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te

geringe lading,– gebruik geschikt gereedschap,– raak de xenonlampen niet met de hand aan, werk niet aan het COSLAD-systeem als dit in werking is, de spanning

is 20000 V of hoger.

LET OP !

LET OPBij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

U MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART INVULLEN BIJ IEDERE DIAGNOSE DIE U UITVOERT

AAP 74 ph2

Page 364: Elektrische installatie

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1198 Geen geluidssignaal 1198 Permanent geluidssignaal 1198 Het systeem detecteert geen obstakel

Ander Uw toelichting:

Omstandigheden van de klacht

011 Bij contact aanzetten

005 rijdend 004 af en toe

009 plotselinge storing 999 Bij het inschakelen van de achteruit

Ander Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 365: Elektrische installatie

Lezen met het diagnoseapparaat (Identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Parkeerhulp

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratienummer

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Context van de storing bij zijn verschijnen

Staat of parameter nummer Titel van de parameter Waarde Eenheid

Specifieke informatie van het systeem

Beschrijving:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen ?Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies?

Uw toelichting:

FD 24Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 366: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Werking van het systeem 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Werking van het systeem

Beschrijving van de werking

Het systeem bestaat uit vier sensors in de schildbumper achter, een rekeneenheid en een zoemer:Het systeem helpt de bestuurder bij het parkeren door te waarschuwen bij eventuele obstakels achter de auto.

– De sensors en de rekeneenheid berekenen de afstand tussen de auto en het obstakel. Het afstandsbereik van het systeem is tussen minimaal 20 à 30 cm tot maximaal 150 cm .

– De afstandsinformatie wordt aan de bestuurder doorgegeven door middel van een zoemer.– Het systeem is alleen actief als de achteruitversnelling is ingeschakeld. Deze activering wordt aangegeven door

een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen.

het akoestische signaal wordt actief als de auto zich op 150 cm van het obstakel bevindt. Naarmate de afstand kleiner wordt, volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. Vanaf een afstand van 20 à 30 cm, moet het een continu geluidssignaal worden.– Het systeem kan alleen geactiveerd worden met + na contact.

UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM :

– Het parkeerhulpsysteem kan op twee manieren worden uitgeschakeld:– Tijdelijke uitschakeling: een korte druk (1 seconde) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard

schakelt het systeem uit (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld door een tweede korte druk (het rode lampje in de schakelaar dooft) of door het uit- en weer aanzetten van het contact.

– Permanente uitschakeling: het parkeerhulpsysteem kan langduriger worden uitgeschakeld door een lange druk (ongeveer 3 secondes) op de schakelaar van de parkeerhulp op het dashboard (het rode lampje in de schakelaar licht op). De functie wordt opnieuw ingeschakeld uitsluitend door een tweede lange druk (het rode lampje in de schakelaar dooft).

Diagnose :Bij een storing in het systeem, hoort de bestuurder bij het aanzetten van het contact gedurende ongeveer 5 secondes een lage zoemtoon.

N.B.:Met behulp van de staten van het diagnoseapparaat, is de staat van de functie te zien (klaar, detecterend, tijdelijk of langdurig uitgeschakeld) door middel van de staat ET003 "Functie parkeerhulp" (zie de conformiteitscontrole of de betekenis van deze staat).

AAP 74 ph2

87F-8

Page 367: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Aansluiting rekeneenheid 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Aansluiting rekeneenheid

Aansl. Omschrijving

1 + 12 V na contact

2 + 12 V zoemer

3 Massa rekeneenheid

4 Informatie achteruit (+ 12 V)

5 Commando waarschuwingslampje

6 Massa van de zoemer

7 Niet in gebruik

8 Diagnoselijn "K"

9 + 12 V sensors achter

10 Massa van de sensors achter

11 Niet in gebruik

12 Informatie van de achteruitversnelling of van de uitschakeling van de functie door de schakelaar van de parkeerhulp

13 Signaal binnenste sensor rechts

14 Signaal binnenste sensor links

15 Signaal buitenste sensor links

16 Signaal buitenste sensor rechts

AAP 74 ph2

87F-9

Page 368: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Vervangen van organen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Vervangen van organen

VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID VAN DE PARKEERHULP

VOORDAT U EEN REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHNISCHE HELPDESK

Ga bij het vervangen van de rekeneenheid als volgt te werk:– zet het contact uit,– vervang de rekeneenheid,– configureer de identificatie van de auto door middel van het commando CF005 "Identificatie van de auto"

(zie Configuratie en inlezen),– configureer het volume van de zoemer evenals de afstelling van de toon door middel van de commando's CF001

"Volume zoemer" en CF006 "Afstelling toon" (zie Configuratie en inlezen),– schrijf de reparatiedatum met behulp van het diagnoseapparaat door middel van het commando VP001 "Schrijven

datum laatste reparatie" ,– controleer de werking van het systeem en of er geen storingen zijn.

AAP 74 ph2

87F-10

Page 369: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Configuratie en inlezen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Configuratie en inlezen

CONFIGURATIE NA VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID

Na het vervangen van de rekeneenheid, moet de rekeneenheid van de parkeerhulp worden geconfigureerd zodat deze het type van de auto weet, door middel van de configuratie CF005 "Identificatie van de auto" (menu reparatie, configuratie van het diagnoseapparaat). Door deze configuratie past het detectieveld van de sensors zich aan het type van de carrosserie aan.Het type versnellingsbak van de auto (automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak) dient om het inschakelen van de parkeerhulp te vertragen. Het activeren van de parkeerhulp wordt immers aangegeven door een kort geluidssignaal van 0,5 secondes bij het inschakelen (achteruit versnelling ingeschakeld). De vertraging van 3 secondes voorkomt bij auto's met en automatische transmissie dat het inschakelgeluid telkens klinkt als de selecteurhendel van stand P in stand D wordt gezet.

Er kunnen acht types auto's worden aangegeven:– LAGUNA K74 automatische transmissie: Voor de Laguna K74 met een automatische transmissie.– LAGUNA K74 handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Laguna K74 met een handgeschakelde

versnellingsbak.– LAGUNA B74 automatische transmissie: Voor de Laguna B74 met een automatische transmissie– LAGUNA B74 handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Laguna B74 met een handgeschakelde

versnellingsbak.– VELSATIS automatische transmissie: Voor de Velsatis met een automatische transmissie.– VELSATIS handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Velsatis met een handgeschakelde

versnellingsbak.– ESPACE automatische transmissie: Voor de Espace met een automatische transmissie.– ESPACE handgeschakelde versnellingsbak: Voor de Espace met een handgeschakelde

versnellingsbak.

Na het configureren van de rekeneenheid, controleert u of de configuratie verwerkt is door het lezen van de configuratie LC005 "Identificatie van de auto".

AFSTELMOGELIJKHEDEN

Op verzoek van de klant kan de toon van de zoemer gewijzigd worden.Met de configuratie CF001 "Volume zoemer" kan het volume van de zoemer worden geregeld.

Er zijn vijf keuzes mogelijk:– UITGESCHAKELD,– MINIMUM,– ZACHT,– MIDDEL,– LUID.

Met de configuratie CF006 "Regeling toon" kan de toon van de zoemer worden geregeld.Er zijn drie keuzes mogelijk:– 800 Hz,– 1000 Hz,– 2000 Hz (hoog).

Na het configureren van de rekeneenheid, controleert of deze configuraties goed verwerkt zijn door het lezen van de configuraties LC001 "Volume zoemer" en LC006 "Afstelling toon".

AAP 74 ph2

87F-11

Page 370: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Overzicht van de storingen

Overzicht van de sensors en actuators die controleerbaar zijn via de rekeneenheid van de parkeerhulp (met de overeenkomstige codes van de ontwerpafdeling).

Storing Code Bijbehorende DTC Omschrijving in diagnoseapparaat

DF002 9001 Buitenste sensor links

DF003 9002 Binnenste sensor links

DF004 9004 Buitenste sensor rechts

DF005 9003 Binnenste sensor rechts

DF006 9006 Zoemer

DF007 9007 Voedingsspanning sensors

DF008 9005 Storing rekeneenheid

DF012 9010 Lampje schakelaar parkeerhulp

AAP 74 ph2

87F-12

Page 371: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF002 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR LINKSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 15 en aansl. 9 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 15 en aansl. 10 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Buitenste sensor links

Aansl. 9Aansl. 15Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-13

Page 372: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF003 AANWEZIG

of IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR LINKSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 14 en aansl. 9 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 14 en aansl. 10 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor links los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Binnenste sensor links

Aansl. 9Aansl. 14Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor links.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-14

Page 373: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF004 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BUITENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 16 en aansl. 9 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 16 en aansl. 10 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de buitenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Buitenste sensor rechts

Aansl. 9Aansl. 16Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de buitenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-15

Page 374: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF005 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

BINNENSTE SENSOR RECHTSCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa1.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door de zoemer (een geluidssignaal van 5 secondes) en het systeem schakelt zich uit.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstanden van de rekeneenheid:– Tussen aansl. 13 en aansl. 9 een weerstand van 215 ±±±± ΩΩΩΩ 10 kΩΩΩΩ.– Tussen aansl. 13 en aansl. 10 een weerstand van 100 ±±±± ΩΩΩΩ 5 kΩΩΩΩ.Als de weerstanden niet overeenkomen met de hierboven genoemde waarden of als er een kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen: neem contact op met de technische helpdesk.

Bouw de schildbumper achter uit en maak de 3-polige stekker van de binnenste sensor rechts los.Controleer de staat van de stekker van de sensor. Vervang de stekker indien nodig.Meet de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 1 (voeding) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet oneindig is.Meet vervolgens de weerstand tussen aansl. 2 (signaal) en aansl. 3 (massa) van de sensor. Vervang de sensor als de weerstand niet gelijk is aan 40 kΩΩΩΩ ±±±± 5 kΩΩΩΩ (wacht enkele secondes tot de meting stabiliseert).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Binnenste sensor rechts

Aansl. 9Aansl. 13Aansl. 10

Aansl. 1Aansl. 2Aansl. 3

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, vervang de binnenste sensor rechts.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-16

Page 375: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF006 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

ZOEMERCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruitversnelling als het parkeerhulpsysteem ACTIEF (KLAAR) is: controlelampje in de schakelaar van de parkeerhulp uit, zie de betekenis van de staat ET003 "Functie parkeerhulp".

Bijzonderheden:Deze storing wordt gesignaleerd door het ontbreken van het geluidssignaal van 1 seconde dat normaal klinkt uit de zoemer bij het inschakelen van de achteruitversnelling.

Zet het contact uit en maak de 16-polige stekker van de rekeneenheid los.Meet de interne weerstand van de rekeneenheid tussen aansl. 2 en 6.Als de gemeten waarde niet 314 Ω is of als er kortsluiting is tussen de genoemde aansluitingen, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Meet de weerstand van de zoemer tussen aansl. 1 en 2.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-17

Page 376: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF007AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

VOEDINGSSPANNING SENSORSCO.0 : onderbreking

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing verschijnt weer als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van de achteruitversnelling.

Bijzonderheden:De sensors krijgen rechtstreeks + 12 V voeding via de rekeneenheid.

16-polige stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp aangesloten en contact aan, meet de voeding van de sensors op de uitgang van de rekeneenheid. De spanning moet gelijk zijn aan de accuspanning (± 0,5 V), meet tussen aansl. 9 (+ 12 V) en aansl. 10 (massa).Als er geen + 12 V voeding is tussen de bovengenoemde aansluitingen, bouw de schildbumper achter uit om bij de sensors te kunnen komen.

Zet het contact uit en maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp Sensors

Aansl. 9Aansl. 10

Aansl. 1 van de vier sensorsAansl. 3 van de vier sensors

Herstellen indien nodig.

Als de voedingslijnen van de sensors goed zijn (geen kortsluiting), sluit de stekker van de rekeneenheid en de vier stekkers van de sensors weer aan.Zet het contact aan en maak de sensors één voor één los om te controleren of een van de sensors geen daling van de voedingsspanning veroorzaakt. Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-18

Page 377: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF008 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

STORING REKENEENHEID1.DEF : interne elektronische storing2.DEF : interne elektronische storing.3.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZEN

Voorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing verschijnt weer als aanwezig of in het geheugen na het wissen van de storing, uit- en weer aanzetten van het contact en het inschakelen van de achteruitversnelling.

Bijzonderheden:Als de storing aanwezig is met het kenmerk 1.DEF of 2.DEF, werkt het systeem in het noodprogramma (met gebruik van vervangende waarden).Als de storing aanwezig is met het kenmerk 3.DEF, en als de zoemer geen geluid geeft bij het inschakelen van de achteruitversnelling: neem contact op met de technische helpdesk.

1.DEF2.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Als na de uitvoering van het advies, de storing opnieuw aanwezig is, zet het contact uit en maak de voedingszekering van de rekeneenheid van de parkeerhulp los (zie het schema van de auto).Sluit de zekering weer aan, zet het contact aan en lees de storingen uit.

Als de storing terugkomt, controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp (geen beschadiging van de aansluitingen).Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker los van de rekeneenheid van de parkeerhulp en controleer de voedingen en de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 1 + na contactAansl. 3 massa

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-19

Page 378: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF008 VERVOLG

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-20

Page 379: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de storingen 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

DF0012 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

LAMPJE SCHAKELAAR PARKEERHULPCC.0 : kortsluiting aan massa of onderbrekingCO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 volt

ADVIEZENVoorwaarden voor het storing zoeken bij storing in geheugen:De storing wordt aanwezig verklaard na het inschakelen van de achteruit en een druk op de schakelaar van het uitschakelen van de parkeerhulp.

Bouw de schakelaar van de parkeerhulp uit een controleer de aansluiting en de staat van de stekker ervan.Herstellen indien nodig.

Controleer de massa op aansl. B3 van de stekker van de toets van de parkeerhulp.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B2 Aansl. 5

Herstellen indien nodig.

Als de storing aanhoudt, vervang de schakelaar van de parkeerhulp.

NA REPARATIEWis het storingsgeheugen.Voer het advies uit om de reparatie te bevestigen.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

AAP 74 ph2

87F-21

Page 380: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Conformiteitscontrole

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Vol-gorde

FunctieParameter of Staat controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

1Staat van het parkeerhulp-

systeemET003:

Functie parkeerhulp

KLAAR (systeem werkt en klaar om te

detecteren).

Voor meer informatie of bij een probleem: raadpleeg de

betekenis van de staat: ET003.

DETECTEREND (als het systeem detecteert).

OPGESCHORT (als het systeem tijdelijk is

uitgeschakeld).

UITGESCHAKELD (als het systeem

compleet is uitgeschakeld).

2

Schakelaar uitschakelen

van de parkeerhulp

ET004:Schakelaar parkeerhulp

DRUK GEDETECTEERD als

de schakelaar is ingedrukt, LOS in het

tegenovergestelde geval.

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat

ET004.

3 Voedingen

PR006:Voedings-spanning sensors

10,5 V < X < 14,4 V

Voer indien nodig de diagnose uit van storing

DF007 "Voedingsspanning sensors".

PR020:Voedings-

spanning van de rekeneenheid

10,5 V < X < 14,4 V

Bij problemen met deze parameter: controleer de isolatie, de geleiding en

het ontbrekenvan overgangsweerstanden van de voedingen en de

massa van de rekeneenheid (zie elektrische schema). Als

de storing aanhoudt: voer een diagnose uit van het

laadstroomcircuit.

AAP 74 ph2

87F-22

Page 381: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Conformiteitscontrole 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.Voorwaarden voor het storing zoeken: contact aan

Volg-orde

FunctieParameter of Staat controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diagnose

4Selectie achteruit

ET001:Achteruit

ingeschakeldJA of NEE

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat

ET001.

5Commando van

de zoemerET002:

Commando zoemer

ACTIEF als de zoemer een signaal geeft.INACTIEF in het

tegenovergestelde geval

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de staat

ET002.

6 Detectiesensors

PR001:Afstand

buitenste sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk

van de afstandvan het obstakel (detectielimiet:

255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR001.

PR002:Afstand

binnenste sensor links

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel

(detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR002.

PR003:Afstand

buitenste sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel

(detectielimiet: 255 cm).

Bij een storing: raadpleeg de betekenis van de parameter

PR003.

PR004:Afstand

binnenste sensor rechts

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel

(detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR004.

PR005:Kortste

berekende afstand

20 cm < X < 150 cmafhankelijk van de

afstand van het obstakel

(detectielimiet: 255 cm).

Bij een probleem: raadpleeg de betekenis van de parameter PR005.

AAP 74 ph2

87F-23

Page 382: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Overzicht van de staten

Staat gereedschap Omschrijving in diagnoseapparaat

ET001 Achteruit ingeschakeld

ET002 Commando zoemer

ET003 Functie parkeerhulp

ET004 Schakelaar parkeerhulp

AAP 74 ph2

87F-24

Page 383: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Betekenis van de staten

ET001

ACHTERUIT INGESCHAKELD

ADVIEZENBijzonderheden:Voer de controles alleen uit als de staten "JA" en "NEE" niet overeenkomen met de stand van de versnellingshendel.

Controleer de werking van de achteruitrijlichten: deze branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld en niet in het tegenovergestelde geval.

Als de achteruitrijlichten niet werken zoals aangegeven:Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie (ten opzichte van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Stekker van de achterlichten

Aansl. 4 Aansl. 3

Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-25

Page 384: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ET002

COMMANDO ZOEMER

ADVIEZEN Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

ET002blijft INACTIEF

ET002ACTIEF maar

geen geluid van de zoemer

Controleer of het systeem van de parkeerhulp ingeschakeld is door de staat ET003 "Functie parkeerhulp" (waarschuwingslampje van de schakelaar parkeerhulp gedoofd).Als de staat het kenmerk opgeschort of gedeactiveerd aangeeft, schakel het systeem dan weer in met een druk van 1 of 3 secondes, raadpleeg de betekenis van de staat ET003.

Controleer of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de auto waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto" Laguna B74, K74, Velsatis, Espace met automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 150 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR001 t/m PR004).Als de afstand niet overeenkomt of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, neem dan contact op met de technische helpdesk.

Controleer of het volume van de zoemer niet op nul is ingesteld LC001: NUL).Als het geconfigureerde volume "NUL" is, herconfigureer dan de rekeneenheid via het commando CF001 "Volume zoemer". Kies het door de klant gewenste volumeniveau (minimum, zacht, gemiddeld, luid).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 1Aansl. 2

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan.Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Als de storing aanhoudt, vervang de zoemer.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-26

Page 385: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ET003

FUNCTIE PARKEERHULP

ADVIEZENBijzonderheden:Als het systeem van de parkeerhulp is kort of langdurig is uitgeschakeld, brandt het controlelampje van de toets van de parkeerhulp.

Deze staat geeft aan of het systeem van de parkeerhulp actief is of niet:

ET003: KLAAR Deze informatie geeft aan dat bij het inschakelen van de achteruitversnelling het systeem van de parkeerhulp de obstakels detecteert en de zoemer klinkt (het controlelampje van de toets van de parkeerhulp is uit).

ET003: DETECTEREND Deze informatie verschijnt als de achteruitversnelling is ingeschakeld en geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp een obstakel detecteert.

ET003: OPGESCHORT Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is tijdelijk want het systeem van de parkeerhulp wordt weer actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact. Om het systeem handmatig op te schorten of weer in te schakelen, geeft u een korte druk (1 s) op de toets van de parkeerhulp.

ET003: UITGESCHAKELD Deze informatie geeft aan dat het systeem van de parkeerhulp inactief is (geen detectie mogelijk). Deze opschorting van het systeem is permanent (het systeem van de parkeerhulp wordt niet actief na het onderbreken en weer inschakelen van de + na contact). Om het systeem handmatig te uit- of weer in te schakelen, geeft u een lange druk (3 s) op de toets van de parkeerhulp.

Als de staat niet werkt zoals aangegeven, controleer de massa op aansl. A2 van de toets van de parkeerhulp. Herstellen indien nodig.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-27

Page 386: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ET003VERVOLG

Contact uit, maak de stekker los van de toets van de parkeerhulp en controleer de isolatie (ten opzichte van massa en van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B1 Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Als de hiervoor gecontroleerde verbinding goed is (geen onderbreking en geen kortsluiting), als de massa aanwezig is op aansl. A2 van de toets maar de storing aanhoudt, controleer dan de werking van de toets met behulp van een ohmmeter.Toets niet ingedrukt: isolatie tussen aansl. A2 en B1.Toets ingedrukt: geleiding tussen aansl. A2 en B1.Vervang de toets van de parkeerhulp als deze niet werkt zoals is aangegeven.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-28

Page 387: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de staten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ET004

FUNCTIE PARKEERHULP

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Pas de betekenis van deze staat uitsluitend toe als de stand van de knop van de parkeerhulp niet overeenkomt met de informatie van de staat (''Druk gedetecteerd'' of ''Los'').Er mag geen enkele storing aanwezig of in het geheugen zijn

Contact uit, maak de stekker los van de toets van de parkeerhulp en controleer de isolatie (ten opzichte van massa en van + 12 V), de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbinding:

Stekker van de toets van de parkeerhulp Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. B1 Aansl. 12

Herstellen indien nodig.

Als de hiervoor gecontroleerde verbinding goed is (geen onderbreking en geen kortsluiting), als de massa aanwezig is op aansl. A2 van de toets maar de storing aanhoudt, controleer dan de werking van de toets met behulp van een ohmmeter.Toets niet ingedrukt: isolatie tussen aansl. A2 en B1.Toets ingedrukt: geleiding tussen aansl. A2 en B1.Vervang de toets van de parkeerhulp als deze niet werkt zoals is aangegeven.

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-29

Page 388: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Overzicht van de parameters 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Overzicht van de parameters

Parameters gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR001 Afstand buitenste sensor links

PR002 Afstand binnenste sensor links

PR003 Afstand buitenste sensor rechts

PR004 Afstand binnenste sensor rechts

PR005 Kortste berekende afstand

PR006 Voedingsspanning sensors

PR020 Voedingsspanning van de rekeneenheid

AAP 74 ph2

87F-30

Page 389: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Betekenis van de parameters

PR001PR002PR003PR004

AFSTAND BUITENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BINNENSTE SENSOR LINKSAFSTAND BUITENSTE SENSOR RECHTSAFSTAND BINNENSTE SENSOR RECHTS

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem met deze parameters zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto" Laguna B74, K74, Velsatis, Espace met automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak).Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer, met de auto bij een obstakel (tussen 20 en 150 cm), of de gemeten afstand overeenkomt met die op het diagnoseapparaat (PR001 t/m PR004).Als de afstand niet goed is of als de parameters van de afstand 255 cm blijven, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de afstand die de sensors aangeven niet goed is of als de afstand permanent 255 cm is, controleer de staat van de sensor(s). De sensors mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-31

Page 390: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Betekenis van de parameters 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

PR005

KORTSTE BEREKENDE AFSTAND

ADVIEZEN

Bijzonderheden:Voordat u een eventueel probleem van deze parameter zoekt, controleert u of geen enkele storing aanwezig of in het geheugen is. Als dit het geval is, raadpleeg dan de betekenis van de storing die hoort bij de storing die het diagnoseapparaat aangeeft.

N.B.:De ultrasoonsensors zijn bijzonder kwetsbaar. Let op bij het uitbouwen van de schildbumper achter dat er geen krassen op de ultrasoonsensors komen.Deze parameter is de gemiddelde door de rekeneenheid berekende waarde als een obstakel zich tussen twee sensors bevindt.Onder 30 cm is de berekende waarde 0 cm (kritieke detectiezone met continu geluidssignaal).

Controleer met behulp van het scherm van het lezen van de configuratie van het diagnoseapparaat (menu "reparatie"), of het systeem van de parkeerhulp correct is geconfigureerd overeenkomstig het type van de carrosserie waarin het is gemonteerd (LC005 "Identificatie van de auto": Laguna B74, K74, Velsatis, Espace met automatische transmissie of handgeschakelde versnellingsbak). Herconfigureer de rekeneenheid indien nodig via het commando CF005 "Identificatie van de auto".

Controleer met een obstakel (tussen 0 en 150 cm) achter de auto, of de berekende afstand goed lijkt.Als de afstand niet goed is of als de parameter 255 cm blijft, controleer dan of geen enkel obstakel de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).

Als de berekende afstand nog steeds niet goed is of als permanent 255 cm wordt aangegeven, controleer de staat van de sensors, deze mogen geen krassen hebben op het detectievlak (metalen buitenkant).Vervang de defecte sensor.

Als de storing aanhoudt, voer de diagnose uit van de sensor waarvan de parameter van de afstand niet goed lijkt (zelfs als het diagnoseapparaat geen storing constateert).

NA REPARATIE Voer de conformiteitscontrole opnieuw uit vanaf het begin.

AAP 74 ph2

87F-32

Page 391: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Klachten 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Klachten

ADVIEZEN Voer eerst een complete controle uit met het diagnoseapparaat.

GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID ZOEKSCHEMA 1

GEEN GELUIDSSIGNAAL ZOEKSCHEMA 2

PERMANENT GELUIDSSIGNAAL (ZONDER DETECTIE VAN EEN OBSTAKEL)

ZOEKSCHEMA 3

AAP 74 ph2

87F-33

Page 392: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA1

Geen communicatie met de rekeneenheid

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.

Controleer:– De verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnoseaansluiting (staat van de kabel).– de zekeringen van het inspuitsysteem, in interieur en motorruimte.

Controleer de + 12 V accu op aansl. 16, de + 12 V na contact op aansl. 1 en de massa op aansl. 5 en op aansl. 4 van de diagnoseaansluiting.Herstellen indien nodig.

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:Stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp

Aansl. 1 + voor contact (zie schema van de auto)Aansl. 3 MassaAansl. 8 aansl. 7 van de diagnoseaansluiting (lijn K)

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

NA REPARATIE Voer een complete controle uit met behulp van het diagnoseapparaat.

AAP 74 ph2

87F-34

Page 393: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

ZOEKSCHEMA 2

Geen geluidssignaal

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of het systeem van de parkeerhulp wel actief is.De staat ET003 "Functie parkeerhulp" moet "KLAAR" zijn (en het rode controlelampje van de schakelaar van de parkeerhulp moet uit zijn).

Is de staat ET003 "KLAAR" ?

JA

Controleer met behulp van het scherm van de "belangrijkste gegevens" van het diagnoseapparaat, of de achteruitversnelling wel is ingeschakeld. De staat ET001 "achteruitversnelling ingeschakeld" moet "JA" zijn. Controleer ook of de achteruitrijlichten branden als de achteruitversnelling is ingeschakeld.

Is de staat ET001 "JA" ?

JA

Controleer, met behulp van het scherm voor het aflezen van de configuratie van het diagnoseapparaat, of het volume van de zoemer niet is uitgeschakeld (LC001 "Volume zoemer" mag niet "NUL" zijn).

Is LC001 "NUL"?

NEE

Controleer de aansluiting en de staat van de stekker van de zoemer.Vervang de stekker indien nodig.

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

NEE

Activeer het systeem van de parkeerhulp door 1 of 3 secondes te drukken op de schakelaar (het rode controlelampje moet doven).N.B.: Voor meer informatie over het activeren van het systeem, raadpleegt u de betekenis van de staat ET003.

NEE Raadpleeg de betekenis van de staat ET001.

JA

Herconfigureer het volume van de zoemer met behulp van het diagnoseapparaat (commando CF001 "Volume zoemer").

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP 74 ph2

87F-35

Page 394: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87F

ZOEKSCHEMA 2

VERVOLG

Controleer met behulp van het scherm van de parameters van het diagnoseapparaat (PR001, PR002, PR003, PR004), of de detectiesensors wel de obstakels detecteren (tussen 20 en 150 cm).

Geven de genoemde parameters afstanden aan (met een obstakel achter de schildbumper achter) ?

JA

Zet een obstakel achter de schildbumper achter om de afstand te zien op het diagnoseapparaat. Controleer of de zoemer correct voeding heeft tijdens de detectie, meet tussen aansl. 1 en aansl. 2 van de zoemer.

Heeft de zoemer voeding tijdens deze test?

JA

Controleer de weerstand van de zoemer, meet tussen de twee aansluitingen ervan. Vervang de zoemer als de weerstand niet ongeveer 48 ΩΩΩΩ is.

Is de storing nog aanwezig?

JA

Vervang de zoemer.

Vdiagnr.: 04Rekeneenheid:

1 stekker

NEERaadpleeg de betekenis van de parameters (PR001, PR002, PR003, PR004).

NEE

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de volgende verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp

Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 2Aansl. 1

Herstel indien nodig de aanwezige storingen (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

NEE JA

neem contact op met de technische helpdesk

NEE

Einde van de diagnose

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP 74 ph2

87F-36

Page 395: Elektrische installatie

PARKEERHULPDiagnose - Zoekschema's 87FVdiagnr.: 04

Rekeneenheid: 1 stekker

ZOEKSCHEMA 3

Permanent geluidssignaal (zonder detectie van een obstakel)

ADVIEZENVoer dit zoekschema pas uit na een complete controle met het diagnoseapparaat (geen enkele storing aanwezig of in het geheugen).

Contact uit, maak de stekker van de rekeneenheid van de parkeerhulp los en controleer de isolatie, de geleiding en het ontbreken van overgangsweerstanden van de verbindingen:

Rekeneenheid van de parkeerhulp

Zoemer

Aansl. 2Aansl. 6

Aansl. 1Aansl. 2

N.B.: De lijn die afkomstig is van aansl. 2 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van + 12 V en de lijn die afkomstig is van aansl. 6 van de rekeneenheid moet geïsoleerd zijn ten opzichte van massa. Herstellen indien nodig (zie elektrisch schema van de auto).

Is de storing nog aanwezig?

JA

Controleer, zonder obstakel achter de schildbumper achter (op minder dan 150 cm), of de parameters van de afstand van het diagnoseapparaat de waarde "buiten detectie" van 255 cm (PR001, PR002, PR003, PR004) hebben. Als genoemde parameters een afstand aangeven terwijl er geen het obstakel achter de schildbumper achter is, controleer dan of niets de meting verstoort (sticker, modder, sneeuw enz. op de schildbumper achter).Herstellen indien nodig.

Einde van de diagnose

NEE EINDE VAN DE DIAGNOSE

NA REPARATIE Controleer de werking van het systeem.

AAP 74 ph2

87F-37

Page 396: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

188BMULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding

INLEIDING

Definitie van het multiplexnetwerk:

Het multiplexnetwerk bestaat uit twee verstrengelde draden die verbonden zijn met verschillende rekeneenheden van de auto.Deze twee draden heten CAN H en CAN L.

Afhankelijk van de opties van de auto kunnen er twee multiplexnetwerken zijn.– het CAN Voertuig (inspuitsysteem, ABS, instrumentenpaneel...) is altijd aanwezig,– het CAN Multimedia (navigati, radio, handsfree telefoon) naargelang de opties.

de informatie die de rekeneenheden uitwisselen op de netwerken circuleert met een communicatiesnelheid van:– 250 kbit/s voor het netwerk CAN V– 500 kbit/s voor het netwerk CAN M

het netwerk CAN Voertuig heeft twee rekeneenheden met een interne weerstand van 120 ΩΩΩΩ elk (eindweerstanden van het netwerk):

– het inspuitsysteem,– het huis met hulporganen interieur.

Het netwerk CAN Multimedia heeft als eindweerstanden de rekeneenheid van de navigatie en de autoradio voor de auto's met een navigatiesysteem.

DOEL

– De test van het multiplexnetwerk heeft als doel de verschillende op het netwerk van de auto aanwezige rekeneenheden te definiëren, en de oorzaak te bepalen van de eventuele communicatiestoringen tussen de rekeneenheden.

– Hij maakt het ook mogelijk de op de auto aanwezige functies te definiëren die soms verspreid zijn over verschillende rekeneenheden (gedeelde functies).

– Met de test kan de staat worden gecontroleerd van de segmenten van het multiplexnetwerk.– Met de test van het multiplexnetwerk kunnen ook de rekeneenheden buiten het multiplexnetwerk worden

gecontroleerd, waardoor een globaal zicht mogelijk is van de elektronische opbouw van de auto.

N.B.:Aleen het multiplexnetwerk Voertuig kan worden gecontroleerd met behulp van het RENAULT-diagnoseapparaat.

88B-1

Page 397: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-2

CONTROLE VAN DE WERKING VAN HET MULTIPLEXNETWERK

Voeding van de rekeneenheden van de auto voor de diagnose:

Procedure + na contact geforceerdOm energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.

Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van het + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.Sluit het diagnoseapparaat aan en voer de gewenste handelingen uit.

Deze stap is het noodzakelijke vertrekpunt voordat een diagnose bij een rekeneenheid uitgevoerd kan worden.

Deze stap zorgt ervoor dat het netwerk continu goed is aangesloten op de aansluitingen van elke rekeneenheid en dat de informatie correct wordt uitgezonden en ontvangen. Deze functie zoorgt ook voor het lezen van het aantal storingen in de rekeneenheden.

De functie "Test multiplexnetwerk" wordt uitgevoerd na de selectie van de auto door de gebruiker en het bevestigen van de icoon ''Test van de rekeneenheden''.

Na de controle van de netwerken, worden de andere functies toegankelijk.

VERLOOP VAN DE TEST VAN HET MULTIPLEXNETWERK– Begin van de communicatie met de rekeneenheden met de configuratie van de auto (lezen van de identificatie).– Lezen van de configuratie van de auto in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk

(ABS en airbag).– Lezen van de lijst van de controleerbare rekeneenheden in de twee rekeneenheden met deze informatie.– Ondervragen van de rekeneenheden.– Fysieke (elektrische) metingen op het CAN netwerk.

LET OPAfhankelijk van de rekeneenheden zijn er drie diagnoselijnen:

Rekeneenheid gecontroleerd via het CAN V:– Instrumentenpaneel– Dynamische correctie xenonlamp– Inspuitsysteem S3000

Rekeneenheid gecontroleerd via het CAN M:Intelligent Transport System(Communicatie eenheid)Handsfree telefoon

Rekeneenheid gecontroleerd via de lijn K:– Huis met hulporganen interieur Airconditioning– Airbag Inspuitsysteem ME7.4.6– ABS/ESP Inspuitsysteem EDC15, EDC16 C3– Automatische parkeerrem Parkeerhulp (niet aanwezig op het CAN)– Automatische transmissie Brander (niet aanwezig op het CAN)

Page 398: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-3

ONTVANGEN EN WEERGEVEN VAN DE RESULTATEN

Het ontvangstscherm is samengesteld uit een voortgangsbalk die verandert tijdens het overgaan naar de verschillende stappen van de initialisatie, ontvangst en analyse van de gegevens.Aan het eind van de test, geeft het diagnoseapparaat een scherm aan met het resultaat van de test.

Hoe moet het topologieschema gelezen worden:

Het scherm met de weergave van de resultaten bestaat uit drie zones:– de bovenste zone: boodschap met resultaat van de diagnose,– de middelste zone links: topologieschema (niet altijd beschikbaar),– de middelste zone rechts: interpretatie van de resultaten van de verschillende rekeneenheden van de auto en

hun nam.

REKENEENHEDEN– Geldig: groene omtrek, groene letters.– Niet gedetecteerd: rode omtrek, rode letters.– Niet controleerbaar: zwarte omtrek, zwarte letters.– Niet herkend: rode omtrek, rode letters + uitroepteken.

SEGMENTEN– Geldig: groene streep.– Defect: rode streep.– Niet gecontroleerd: zwarte streep.

Betekenis van het overzicht van de resultaten van de test

In het tabblad "Storingen" zijn de rekeneenheden gerangschikt in de volgende categorieën:– "Niet gedetecteerd", als de rekeneenheid niet heeft gereageerd op het verzoek om identificatie van het

diagnoseapparaat.In de categorie van de "niet gedetecteerde" rekeneenheden, zijn de rekeneenheden gerangschikt volgens de categorieën "Bevat de configuratie van het multiplexnetwerk" of "Bevat niet de configuratie van het multiplexnetwerk".

– "Niet herkend", als de rekeneenheid is gedetecteerd maar als hij met dit antwoord niet kan worden geïdentificeerd.

In het tabblad "Informatie" zijn de rekeneenheden gerangschikt en gedefinieerd als:– "Niet controleerbaar", als de rekeneenheid niet controleerbaar en dus niet ondervraagd is door het

diagnoseapparaat.– "Geldig", als de rekeneenheid correct heeft gereageerd op het verzoek van het diagnoseapparaat.

Als de icoon "doorgaan" wordt geselecteerd in de hoek rechts onder, krijgt u een nieuw scherm te zien met het volgende tabblad:

Tabblad "Resultaten", de rekeneenheden zijn gerangschikt in de volgende categorieën:– "Met storing", als de rekeneenheid is herkend en met een aantal storingen niet nul.– "Zonder storing", als de rekeneenheid is gedetecteerd en zonder storingen.– "Niet herkend", als de rekeneenheid is gedetecteerd maar als hij met dit antwoord niet kan worden

geïdentificeerd.– "Niet gedetecteerd", als de rekeneenheid niet reageert terwijl hij controleerbaar is.

Page 399: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Inleiding 88B

88B-4

TEST PER FUNCTIE

De test per functie wordt verkregen door te klikken op de icoon "lijst van de functies".– Het scherm van de tests van de functies van de auto heeft dezelfde vorm als de test van het multiplexnetwerk

met een schema van de opbouw van het netwerk als dit bekend en afgebeeld is.– In het tabblad "Functie", staan de verschillende rekeneenheden die meewerken aan de over de rekeneenheden

verdeelde functies.– Het tabblad "Informatie" geeft de andere mogelijk aanwezige functies van de auto.– De selectie van een functie in de lijst van de functies maakt het mogelijk om op het schema de rekeneenheden

die niet aan deze functie meedoen grijs weer te geven, en laat de rekeneenheden goed zien die betrokken zijn bij deze functie.

– De knop "Diagnose" geeft toegang tot de diagnose van de functie als een ervan is geselecteerd in de lijst van de functies.

HULP BIJ REPARATIE

Hulp bij de detectie van een defecte rekeneenheid of segment:Als het multiplexnetwerk geheel in storing is, kunnen met dit commando segmenten van het multiplexnetwerk worden geïsoleerd, om zo de segmenten die correct op het diagnoseapparaat reageren, uit te schakelen. Hierdoor kan de oorzaak van de storing gemakkelijker worden bepaald.Het hulpprogramma voor het lokaliseren van de storingen is alleen bedoeld voor de behandeling van elektrische storingen op het CAN, daarom worden de stekkers en rekeneenheden die niet op het CAN V zijn aangesloten buiten beschouwing gelaten.

Een controle via fysieke metingen voor de storingen van het multiplexnetwerk:Als een segment van het multiplexnetwerk kortsluiting heeft, kunnen de rekeneenheden niet meer onderling of met het diagnoseapparaat communiceren. Op dat moment is de test van het netwerk buiten werking.Het diagnoseapparaat CLIP kan door middel van elektrische metingen op het multiplexnetwerk CAN H en CAN L een aantal storingstypes bepalen. Het kan bepalen: een kortsluiting CAN L / CAN H, een kortsluiting CAN L / + 12 V, een kortsluiting CAN H / + 12 V, een kortsluiting CAN H / massa.Vervolgens kan, dankzij de hieronder beschreven volgorde van het losmaken van de stekkers en daarna van de rekeneenheden, het betreffende defecte of verdachte segment van het multiplexnetwerk worden bepaald.

Losmaken van de stekkers en van de rekeneenheden:– Scherm "Hulp bij het lokaliseren van netwerkstoring"

Volgens het hulpprogramma van het diagnoseapparaat en afhankelijk van de resultaten tijdens de diagnose, is de volgorde voor het losmaken van de stekkers en van de rekeneenheden die het diagnoseapparaat voorschrijft waarschijnlijk als volgt: Inspuitsysteem, ABS/ABR (ESP), Automatische transmissie, Xenonlampen (COSLAD), Instrumentenpaneel, Huis met hulporganen interieur (UCH), Communicatie eenheid = ITS (intelligent transport système) Airconditioning, Automatische parkeerrem (FPA), Verbindingstekker R262, Airbag, Verbindingstekker R265, Verbindingstekker R316, Verbindingstekker R369.

Scherm "Fysieke metingen van het netwerk"Met het tweede scherm, kunt u de staat van het multiplexnetwerk controleren na ieder losmaken / aansluiten van de stekker of rekeneenheid van uw keuze. Hiermee kunt u, na ieder losmaken van een orgaan, de staat van het multiplexnetwerk controleren.

N.B.:Het diagnoseapparaat vraagt soms rekeneenheden los te maken die niet aanwezig zijn op de auto; in dat geval moet u controleren of de betreffende rekeneenheid niet aanwezig is en bevestigen alsof het element is losgemaakt-aangesloten en doorgaan met de test.

Page 400: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Aansluiting rekeneenheden 88B

88B-5

Diagnose - Aansluiting rekeneenheden

Overzicht van de verbindingen Can H en Can L

Ingang Uitgang

Stekker Can H Can L Stekker Can H Can L

Inspuitsysteem S3000 SAGEM Zwart A4 A3 Bruin K4 K3

Inspuitsysteem EDC15C Grijs B4 A4 Bruin A1 B1

Inspuitsysteem EDC16C3 Grijs B4 A4 Bruin A1 B1

Inspuitsysteem ME7.4.6 BOSCH Bruin H3 H4 Grijs C2 A2

Automatische transmissie SU1 Zwart 42 28

Automatische transmissie DP0 Zwart 39 38

ABS + ESP Blauw 23 21

Automatische parkeerrem Grijs A3 A2

Airbag/Gordelspanners Geel 58 59

Geregelde/handbediende airconditioning

Zwart 10 9

Huis met hulporganen interieur (UCH)

Bruin/Witte klem

11 1Groen/Zwarte klem

30 40

Instrumentenpaneel Zwart 10 11

Stuurkolomgrendel Zwart 3 6

Dynamische correctie xenonlamp

Zwart 2 4

Communicatie eenheid (Intelligent Transport Système)

Wit 17 1 WitCAN multimedia

18 2

OBD Grijs 6 14 13 12

R262 Interieur/motor Grijs B5 B6

R265 Interieur/front Zwart B4 B3

R316 Interieur/onderzijde carrosserie

Blauw C7 C6

R369 Dashboard/multimedia Wit 11 12

Page 401: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Configuratie 88B

88B-6

Diagnose - Configuratie

CONFIGURATIES VAN HET MULTIPLEXNETWERK

Bij deze auto staat de configuratie van het multiplexnetwerk in de rekeneenheden van de airbag en in de rekeneenheid van het ABS.

Het scherm "Configuratie" bestaat uit twee tabbladen voor het tonen en wijzigen van:– Het eerste tabblad: "Configuratie multiplexnetwerk" informeert over de uitvoering van het multiplexnetwerk en

de lijst van de rekeneenheden die zijn gedefinieerd als aanwezig op het multiplexnetwerk.– Het tweede tabblad: "Configuratie van de controleerbare rekeneenheden" informeert over het toe te passen

schemanummer en de lijst van de rekeneenheden die zijn gedefinieerd als controleerbaar door het RENAULT diagnoseapparaat

Optie: afhankelijk van het uitrustingsniveau

LET OPRepareer eerst de rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk (airbag en ABS), om een scherm te kunnen zien met het schema van de configuratie van het multiplexnetwerk van de te gecontroleerde auto.

Rekeneenheid Configuratie multiplexnetwerkConfiguratie van de controleerbare

rekeneenheden

Inspuitsysteem AANWEZIG JA

ABS of ABS/ESP AANWEZIG JA

Huis met hulporganen interieur (UCH)

AANWEZIG JA

Automatische transmissie AANWEZIG (optie) JA (optie)

Dynamische correctie xenonlamp AANWEZIG (optie) JA (optie)

Automatische parkeerrem AANWEZIG (optie) JA (optie)

Instrumentenpaneel AANWEZIG JA

Airbag/Gordelspanners AANWEZIG JA

Stuurkolomgrendel AANWEZIG NEE

Communicatie eenheid (Intelligent Transport System)

AANWEZIG (optie) JA

Airconditioning AANWEZIG JA

Parkeerhulp AFWEZIG JA (optie)

Handsfree telefoon AFWEZIG JA (optie)

Brander AFWEZIG JA (optie)

Page 402: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Configuratie 88B

88B-7

CONFIGURATIE VAN HET NETWERK

Het diagnoseapparaat toont de configuratie van het ABS of/en van de airbag.

De stappen voor de configuratie zijn de volgende:– Selecteer de rekeneenheid die veranderd moet worden.– Kies de uitvoering van het schema van het multiplexnetwerk.

Het gaat hier om de uitvoering van het schema van het multiplexnetwerk. Deze uitvoering verandert bij elke ontwikkeling van de bedrading van het multiplexnetwerk van deze auto.

BELANGRIJK: het nummer van de versie 2 is van de auto's vanaf de introductiedatum 03/03/2004.

Keuze van de rekeneenheden die aangesloten zijn op het netwerk

Altijd aanwezig zijn:– het inspuitsysteem,– het ABS/ABR (ESP),– het instrumentenpaneel,– het huis met hulporganen interieur (UCH),– airbag/gordelspanners,– stuurkolomgrendel,– handbediende airconditioning,

+ de opties van de auto:– de automatische transmissie,– xenonlampen (COSLAD),– de geregelde airconditioning.– automatische parkeerrem, (FPA),– Intelligent transport system (ITS) = Communicatie eenheid.

ADVIEZEN

Het invoeren van de configuratie gebeurt met contact aan, pas de procedure + na contact geforcd toe, (zie Inleiding).Dit kan worden gestart vanuit de schermen met de resultaten van de test van het multiplexnetwerk.

LET OPEen rekeneenheid die wel op het multiplexnetwerk is aangesloten maar die niet is geconfigureerd in de rekeneenheden die de configuratie bevatten, wordt niet gecontroleerd bij de test van het multiplexnetwerk.Corrigeer de configuratie door de ontbrekende rekeneenheid aanwezig te verklaren in het ABS, de airbag of de twee.Start de test van het multiplexnetwerk opnieuw na het wijzigen van de configuraties.

Page 403: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Behandeling van de storingen 88B

MULTIPLEXNETWERK BUITEN WERKING

ADVIEZEN

Controleer eerst of de rekeneenheid aan het uiteinde van het defecte segment goed gevoed wordt (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer altijd de conformiteit van de rekeneenheden.

LET OPZet het contact uit, verwijder de RENAULT kaart uit de lezer, controleer of de markeringslichten uit zijn, wacht 1 minuut.

Zoeken van het type storing

ADVIEZENRaadpleeg het schema van het multiplexnetwerk van de auto(Schema van de diagnoseaansluiting).

Meet de weerstand tussen aansl. 6 en 14 van de diagnoseaansluiting.Wat is de aangegeven waarde ?

0 ΩΩΩΩ De twee lijnen maken kortsluiting (raadpleeg het deel "hulp bij de reparatie").

Controleer de aanwezigheid (Massa, + voor contact, + accessoires of + na contact) op de aansluitingen van de rekeneenheid van het inspuitsysteem en van het huis met hulporganen interieur (UCH).

Controleer voor elk van de aansl. 6 en 14 , het ontbreken van overgangsweerstanden en het ontbreken van kortsluiting aan massa of aan + voor contact.

Onderbreking op een lijn of op de twee lijnen.Maak de stekker van de rekeneenheid van het inspuitsysteem los en controleer of de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het inspuitsysteem.Is de multiplexverbinding correcte ?

JA Controleer of de weerstand ongeveer 120 ΩΩΩΩ is tussen de twee aansluitingen van het netwerk op de rekeneenheid van het inspuitsysteem:– Als de weerstand niet ongeveer 120 ΩΩΩΩ is, neem contact op met de

technische helpdesk.– Als de weerstand 120 ΩΩΩΩ is, controleer de geleiding en het ontbreken

van overgangsweerstanden van de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het huis met hulporganen interieur.

Herstellen indien nodig.

Controleer of de weerstand ongeveer 120 ΩΩΩΩ is tussen de twee aansluitingen van het netwerk op de rekeneenheid van het huis met hulporganen interieur:– Als de weerstand niet ongeveer 120 ΩΩΩΩ is, neem contact op met de

technische helpdesk.

Herstel de multiplexverbinding tussen de diagnoseaansluiting en het inspuitsysteem.Als het probleem aanhoudt: neem contact op met de technische helpdesk.

NEE

88B-8

Diagnose - Behandeling van de storingen

60 ΩΩΩΩ

Tussen 70 ΩΩΩΩ en 110 ΩΩΩΩ

120 ΩΩΩΩ

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

Page 404: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Behandeling van de storingen 88B

88B-9

SEGMENT DEFECT

ADVIEZEN

Controleer eerst of de rekeneenheid aan het uiteinde van het defecte segment goed gevoed wordt (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer altijd de conformiteit van de rekeneenheden.

LET OPHet is mogelijk dat het diagnoseapparaat (een) defect(e) segment(en) niet exact kan bepalen. Het toont dan een aantal mogelijk defecte segmenten. Repareer in dit geval het segment dat het dichtste bij de diagnoseaansluiting is.

Isoleer het defecte segment door de twee einden van het segment los te maken. Controleer de staat van de stekkers.Controleer de geleiding en de isolatie van de lijnen CAN H en CAN L tussen de twee stekkers van het geïsoleerde segment.Voor de bestemming van de aansluitingen bij de rekeneenheden en de verbindingsstekkers (zie "Overzicht van de verbindingen CAN H en CAN L").Voer de nodige werkzaamheden uit om ervoor te zorgen da de geleiding van de twee lijnen goed is (vervangen van de kabelbundel, bijvoorbeeld).Controleer of de rekeneenheid in de auto wel bestemd is voor de auto en of de informaties van de rekeneenheid correct zijn.

Sluit het segment weer aan.Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wordt het segment nog steeds defect verklaard?

NEE

JA

Einde storing zoeken.

Is er een storing in andere segmenten?

NEE Controleer het multiplexnetwerk opnieuw om de geleiding en de isolatie te herstellen van de lijnen CAN H en CAN L tussen het einde van het defecte segment en de diagnoseaansluiting.

Herhaal dit bij ieder segment.JA

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

Page 405: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Behandeling van de storingen 88B

88B-10

REKENEENHEID DEFECT

ADVIEZENControleer of de rekeneenheden in de auto wel de juiste en bestemd zijn voor de auto.Controleer of de rekeneenheden wel voeding krijgen (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).

Controleer of "wachtstand" van de rekeneenheden wel werkt in de auto, en wel is opgenomen door de rekeneenheden.

de wachtstand is:– tijdgeschakelde voeding: huis met hulporganen interieur, instrumentenpaneel.– + accessoires: Airconditioning, Communicatie eenheid, ABS/ASR.– + na contact: Inspuitsysteem, Airbag/Gordelspanners, Automatische transmissie, Xenonlampen.

Bij + accessoires verschijnen deze rekeneenheden niet.

– Ga naar het diagnoseprogramma van de rekeneenheden.

Test van de communicatie met de rekeneenheden. Geen communicatie van de rekeneenheden naar het diagnoseapparaat: zie zoekschema 1

"Geen communicatie met de rekeneenheid" van de rekeneenhe(i)d(en) die niet communiceert met het diagnoseapparaat.Controleer de aansluitingen van de stekkers op de rekeneenheden en het ontbreken van onderbrekingen.Herstellen indien nodig.

De rekeneenheden geven slechts gedeeltelijke informatie over hun identificaties:Controleer in het werkplaatshandboek of in de BVM (databank met gegevens van alle auto's) of de rekeneenheid wel bestemd is voor de auto.Controleer of de update van het diagnoseapparaat CLIP nieuw genoeg is om de storingen van de auto te kunnen verwerken.

Als na deze controles geen enkele storing en geen enkele onderbreking of kortsluiting is gedetecteerd, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

Page 406: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Behandeling van de storingen 88B

88B-11

REKENEENHEDEN NIET HERKEND OP HET NETWERK

ADVIEZEN – Controleer de conformiteit van de rekeneenheden voor de auto.

Controleer of de update van het diagnoseapparaat CLIP nieuw genoeg is om de storingen van de auto te kunnen verwerken.

– Ga naar het diagnoseprogramma van de rekeneenheden.

Test van de communicatie met de rekeneenheden. Als er geen communicatie van de rekeneenheden naar het diagnoseapparaat is: zie zoekschema 1.

"Geen communicatie met de rekeneenheden" van de rekeneenhe(i)d(en) die niet communiceert met het diagnoseapparaat.Controleer de aansluitingen van de stekkers op de rekeneenheden en het ontbreken van onderbrekingen.Herstellen indien nodig.

Als er geen communicatie met de rekeneenheden is:Controleer of de informaties over de identiteit van de rekeneenheden correct zijn en in overeenstemming met de gecontroleerde auto.

– Geef de informatie op in de rekeneenheden:– Referentie magazijn:– Vdiag:– Programmanr.:– Versienr.:– Kalibratienr.:

Als na deze controles geen enkele storing en geen enkele onderbreking of kortsluiting is gedetecteerd, neem dan contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE

Controleer het multiplexnetwerk opnieuw met behulp van het diagnoseapparaat.Wis de storingen die in het geheugen staan van alle rekeneenheden die in verbinding staan met het netwerk.Behandel eventueel aanwezige andere storingen.

Page 407: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema 88B

88B-12

Diagnose - Zoekschema

ZOEKSCHEMA 1

Geen communicatie met de rekeneenheden

ADVIEZENVoeding van de rekeneenheden van de auto voor de diagnose:stilstaande motor, contact aan.Sluit het diagnoseapparaat aan en voer de gewenste handelingen uit.

Probeer het diagnoseapparaat op een andere auto.Controleer of de update van het diagnoseapparaat gelijk aan of hoger is dan CD n°°°° 52.

Controleer:– de verbinding tussen het diagnoseapparaat en de diagnoseaansluiting (aansluiting en staat van de

verbindingskabel),– de voedingen van de rekeneenheden,– de zekeringen interieur en motorruimte.

Controleer of de sonde van de CLIP correct voeding krijgt via aansl. 16 (+ 12 V), en 4 en 5 (massa) van de diagnoseaansluiting,te zien aan het oplichten van de twee rode diodes op de sonde.Controleer of de sonde van de CLIP voeding krijgt via de USB-poort van de computer (rode diode).Controleer of de sonde van de CLIP communiceert met de rekeneenheden van de auto, te zien aan het oplichten van de twee groene diodes op de sonde.

groene diodes rode diodes

CANISO

Voeding auto via diagnoseaansluitingVoeding sonde via USB poort

Controleer op de diagnoseaansluiting de volgende aansluitingen:Aansl. 1 + na contactAansl. 16 + voor contactAansl. 4 en 5 Massa

Herstellen indien nodig.

Rekeneenheid aangesloten op CAN VoertuigAls het probleem aanhoudt, controleer de geleiding et de isolatie van de lijnen:

CAN H (aansl. 6 van de diagnoseaansluiting)CAN L (aansl. 14 van de diagnoseaansluiting)

Controleer met een multimeter of de spanningen op de aansluitingen van de diagnoseaansluiting ongeveer zijn:

– 2,5 V tussen CAN H (aansl. 6) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)– 2,5 V tussen CAN L (aansl. 14) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)

Rekeneenheid aangesloten op CAN MultimediaAls het probleem aanhoudt, controleer de geleiding et de isolatie van de lijnen:

CAN H (aansl. 13 van de diagnoseaansluiting)CAN L (aansl. 12 van de diagnoseaansluiting)

Controleer met een multimeter of de spanningen op de aansluitingen van de diagnoseaansluiting ongeveer zijn:

– 2,5 V tussen CAN H (aansl. 13) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)– 2,5 V tussen CAN L (aansl. 12) en massa (aansl. 4 en 5) (Gemiddelde waarden)

Voor het detecteren van een kortsluiting op het multiplexnetwerk voertuig raadpleegt u de rubriek "Hulp bij de reparatie".

Page 408: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema 88B

88B-13

ZOEKSCHEMA 2

Geen weergave van het topologieschema en weergave van de configuratietabel aan het eind van de test van het

multiplexnetwerk.

De topologie is niet zichtbaar in de volgende gevallen:1 De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet geantwoord.2 Het multiplexnetwerk is buiten werking, dus communicatie is onmogelijk.3 De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet dezelfde configuraties.4 In het tabblad "multiplexnetwerk" van het configuratiescherm, staat een verkeerd nummer van de "versie

van het netwerk" op een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het netwerk.5 Geen enkele "versie van het netwerk" is zichtbaar bij de twee rekeneenheden met de configuratie.

1 – De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet geantwoord.Controleer eerst of de rekeneenheden met de configuratie (airbag en ABS) goed gevoed worden (massa, + voor contact, + accessoires of + na contact).Controleer de staat van het multiplexnetwerk en de geleiding en de isolatie van de lijnen CAN H en CAN L tussen de rekeneenheden met de configuratie.

2 – Het multiplexnetwerk is defect, dus communicatie is onmogelijk.Zie storing "Multiplexnetwerk defect".

3 – De twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk hebben niet dezelfde configuraties.Zie configuratie "configuraties van het multiplexnetwerk".

4 – In het tabblad "multiplexnetwerk" van het configuratiescherm, staat een verkeerd nummer van de "versie van het netwerk" op een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het netwerk.Zie configuratie "configuratie van het netwerk".

5 – Geen enkele "versie van het netwerk" is zichtbaar bij de twee rekeneenheden met de configuratie.Zie configuratie "configuratie van het netwerk".

Page 409: Elektrische installatie

MULTIPLEXSYSTEEMDiagnose - Zoekschema 88B

88B-14

ZOEKSCHEMA 3

Weergave van de configuratietabel aan het einde van de test van het multiplexnetwerk

ADVIEZENBehandel dit zoekschema als het diagnoseapparaat het configuratiescherm laadt aan het einde van de test van het multiplexnetwerk.Het configuratieoverzicht blijft altijd toegankelijk via de icoon "configuratie".

Het RENAULT diagnoseapparaat laadt direct het configuratiescherm in de volgende gevallen: Tabblad "MULTIPLEXNETWERK"

– Geen samenhang tussen de nummers van de "versie van het netwerk" in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk.

– Geen samenhang in de lijst van de rekeneenheden in de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk.

– Het nummer van de "versie van het netwerk" in minstens een van de twee rekeneenheden met de configuratie van het multiplexnetwerk is verkeerd.

– Een van de twee rekeneenheden met de versie van het netwerk is nieuw (na vervangen van rekeneenheid van het ABS of van de airbag).

Tabblad "CONTROLEERBARE REKENEENHEDEN"– Geen samenhang tussen de nummers van de "versie van het netwerk" in de twee

rekeneenheden met de configuratie.– Geen samenhang in de lijst van de controleerbare rekeneenheden in de twee rekeneenheden met

de lijst van de controleerbare rekeneenheden.– Geen samenhang tussen de lijst van de opgegeven rekeneenheden en de werkelijk gedetecteerde

rekeneenheden in de auto.

Page 410: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-1

188CAIRBAG ACU3

Vdiag: 2C

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE

Type documentatie:Methodes van de diagnose (dit document):– Ondersteunende diagnose (geïntegreerd in het diagnoseapparaat), Dialogys.Elektrische schema's:– Visu-Schéma (cd-rom).

Type diagnoseapparaat:– CLIP

Type onmisbaar gereedschap:

Model(len): LAGUNA II PH IIBetreffende functie: AIRBAG

Naam van de rekeneenheid: AUTOLIV - ACU 3Programmanr.: VDIAGNR.: 2C

Onmisbaar speciaal gereedschap

– Multimeter.– Set adapters en verlengblokken voor de functie "Controle van

de bedrading van airbags en gordelspanners" van de diagnoseapparaten CLIP of XRBAG met onderstaande verlengblokken.

– Vanwege de wijziging van de stekkers van de ontstekers van de airbag is de loze ontsteker gewijzigd.

ZELF AANPASSEN VAN DE LOZE ONTSTEKER– Maak de ontsteker los van zijn rode houder en verwijder

één van de twee bruine grendelnokjes.

Elé. 1615 Verlengblok rekeneenheid 75-polig B53

Elé. 1617 Adapter voor draaibare doorvoer 10-polig zwart

Elé. 1617 Adapter voor controles kabelbundels stoel 6-polig blauw.

Elé. 1616 Adapter voor controles kabelbundels stoel 28-polig.

ABGACU3_V2C_PRELI ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 411: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-2

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

3. TER HERINNERING

Werkwijze:

Om energie te besparen onderbreekt het huis met hulporganen interieur van de Laguna II Phase 2 de voeding + na contact na 3 min.

Voor een diagnose van een rekeneenheid, is het mogelijk de + na contact gedurende 1 uur te forceren met behulp van de volgende procedure:

– druk op de ontgrendeltoets van de kaart,– steek de kaart in de kaartlezer,– druk op de startknop (onderbreking van de "tijdgeschakelde + na contact"),– druk langer dan 5 secondes op de startknop tot het startvergrendelingslampje snel knippert (4 Hz).

Deze functie "+ na contact geforceerd" is 1 uur lang actief.Een druk op de startknop of het verwijderen van de kaart uit de kaartlezer onderbreekt de voeding + na contact geforceerd maar onderbreekt niet de tijdschakeling van de functie "+ na contact geforceerd". Zolang het uur nog niet voorbij is, zorgt het aanzetten van + na contact opnieuw voor voeding + na contact geforceerd voor de resterende tijd.

StoringenDe storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).De staat "aanwezig" of "in geheugen" van de storingen moet bekeken worden bij het starten van het diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (+APC) (zonder de elementen van het systeem te bedienen).Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.Bij een storing geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel adviezen.Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing. Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:

– de elektrische lijnen die bij de storing horen,– de stekkers van deze lijnen (oxidatie, verbogen pennetjes enz.),– de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren),– of laat u inspireren door de diagnose voor het controleren van het circuit van het verdachte onderdeel.

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn.

Hiermee kunt u:– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer

terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema'

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 412: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-3

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Controleer de laadtoestand van de accu en de staat van de zekeringen

Print de diagnosekaart van het systeem (in de CLIP)

Sluit de CLIP aan

neeCommunicatie met

rekeneenheid

ja

Lezen van de storingen

neeBestaan van

storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Zie zoekschema 1

Conformiteitscontrole

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Gebruik de zoekschema's

neeDe verschijnselen

blijvenStoring

opgelost

ja

Neem contact op met de technische helpdesk met ingevulde diagnosekaart

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 413: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-4

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg)

Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnoseHet aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.De elektrische metingen van de spanning, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oogZoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.Zoek oxydatiesporen.

Manuele controleGebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.Verdraai de kabelbundel.Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk elementMaak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn. Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt. Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand:Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie. Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 414: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-5

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

5. DIAGNOSEKAART

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:– bij verzoeken om technische bijstand door de technische helpdesk,– bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is.– Om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is daarmee

een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen.

Controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading.

Voor iedere reparatie/werkzaamheden aan de airbag en gordelspanners, moet u altijd eerst de rekeneenheid vergrendelen met het diagnoseapparaat om te voorkomen dat het systeem wordt geactiveerd (alle uitgangen naar de ontstekers zijn dan uitgeschakeld). Het lampje op het instrumentenpaneel brandt om aan te geven dat de rekeneenheid is "vergrendeld".

Als er geen verbinding met het diagnoseapparaat mogelijk is, zet u het contact uit, verwijdert u de voedingszekering van het systeem en wacht u minstens 2 secondes op het ontladen van de reserve-energie.

Controleer de verbinding naar de ontsteker van een airbag of gordelspanner uitsluitend met de XRBAG of met de functie "Controle van kabelbundels van airbags en gordelspanners" van de CLIP.

Controleer voordat u een loze ontsteker gebruikt, of de weerstand ervan tussen 1,8 en 2,5 ΩΩΩΩ ligt.

Let op dat tijdens de werkzaamheden de voedingsspanning van de rekeneenheid niet onder 10 V zakt.

Maak de accu los voordat u een pyrotechnisch element (airbagmodule, gordelspanner of oprolmechanisme van de gordel) in- of uitbouwt.

LET OP !

LET OP:Bij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

BIJ IEDERE DIAGNOSE MOET DAAROM EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD.

LET OPHet onschadelijk maken en het als afval afvoeren van de airbags en gordelspanners is aan wettelijke voorschriften gebonden.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 415: Elektrische installatie

Lijst van de onderdelen onder controle: Rekeneenheid airbag

DIAGNOSEKAARTSysteem: Airbags en gordelspanners

Blz. 1 / 2

Administratieve identificatie

Datum 2 0

Ingevuld door

N˚/Naam dealer/Land

Naam van de auto

VIN:

Motor

Diagnoseapparaat CLIP

Versie van de update

Klacht

1192 Airbaglampje brandt

Ander Uw toelichting:

Omstandigheden van de storing

011 Bij contact aanzetten 004 af en toe 999 Bij het starten van de motor

005 rijdend

Ander Uw toelichting:

Gebruikte documentatie voor de diagnose

Gebruikte diagnosemethode

Type diagnosehandboek: Werkplaatshandboek Service Mededeling Ondersteunende diagnose

N° diagnosehandboek:

Gebruikt elektrisch schema

N° van de Service Mededeling Elektrisch schema:

Andere documentatie

Titel en / of nummer:

FD 16Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 416: Elektrische installatie

Lezen met het diagnoseapparaat (identificatiescherm):

DIAGNOSEKAARTSysteem: Airbag en gordelspanners

Blz. 2 / 2

Identificatie van de rekeneenheid en van de vervangen onderdelen voor het systeem

Nummer onderdeel 1

Nummer onderdeel 2

Nummer onderdeel 3

Nummer onderdeel 4

Nummer onderdeel 5

Rekeneenheid nummer

Leverancier nummer

Programma nummer

Programmaversie

Kalibratie nummer

VDIAG

Storingen aangegeven op het diagnoseapparaat

Storingsnummer Aanwezig In geheugen Omschrijving van de storing Bijzonderheid

Specifieke informatie van het systeem

Kilometerstand auto bij de eerste optreden van de klacht:

Frequentie van het optreden van de klacht:

Na hoeveel tijd na het starten van de motor?:

Aanvullende informatie

Waarom heeft u de rekeneenheid vervangen ?

Welke andere onderdelen zijn vervangen?

Andere defecte functies? CANBedradingStoelen

InstrumentenpaneelACCUAnders:

Draaibare doorvoerZekering

Uw toelichting:

FD 16Diagnosekaart

bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren - bladzijde printen of fotokopiëren

Page 417: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88CAIRBAG ACU3

Vdiag: 2C Diagnose - Inleiding

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (voorste deel)

Frontale airbags en zijairbags (rijruit + borstkas) en gordelspanners (voor + achter)

1: Naar bedrading achter

A Centrale rekeneenheid

B Bestuurdersstoel

C Passagiersstoel

D Schoudergordelspanner

E Ontsteker frontale airbag bestuurder

G Ontsteker frontale airbag passagier

H Ontsteker zijairbag borstkas voor

I Gordelspanner heupgordel

J/K Ontstekers zijruitairbags

L/M Ontstekers zijairbags borstkas achter

N/O Pyrotechnische oprolmechanismes achter

CT Draaibare doorvoer

P + 12 V / Massa / Controlelampje / Diagnoselijnen / Opname elementen / Uitschakelsleutel / Multiplexnetwerk.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

88C-8

Page 418: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-9

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (voorste deel) (vervolg)

Correcte waarde van de isolatie: indicatie ≥ 100 h of 9999 knippert

FRONTALE AIRBAGS

Meetpunt Correcte waarde

Bestuurder C0, C2 en C4 1,5 t/m 7,1 Ω

Passagier C0, C2 en C4 1,5 t/m 4,4 Ω

ZIJAIRBAGS EN GORDELSPANNERS

Meetpunt Correcte waarde

C0, C1 en C3 1,5 t/m 4,4 Ω

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 419: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-10

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (achterste deel)

A Centrale rekeneenheid

B Bestuurdersstoel

C Passagiersstoel

D Schoudergordelspanner

E Ontsteker frontale airbag bestuurder

G Ontsteker frontale airbag passagier

H Ontsteker zijairbag borstkas voor

I Gordelspanner heupgordel

J/K Ontstekers zijruitairbags

L/M Ontstekers zijairbags borstkas achter

N/O Pyrotechnische oprolmechanismes achter

CT Draaibare doorvoer

P + 12 V / Massa / Controlelampje / Diagnoselijnen / Opname elementen / Uitschakelsleutel / Multiplexnetwerk.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 420: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-11

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIE (achterste deel) (vervolg)

Correcte waarde van de isolatie: indicatie ≥ 100 h of 9999 knippert

FRONTALE AIRBAGS

Meetpunt Correcte waarde

Bestuurder C0, C2 en C4 1,5 t/m 7,1 Ω

Passagier C0, C2 en C4 1,5 t/m 4,4 Ω

ZIJAIRBAGS EN GORDELSPANNERS

Meetpunt Correcte waarde

C0, C1 en C3 1,5 t/m 4,4 Ω

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 421: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Inleiding 88C

88C-12

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DEFINITIE VAN DE ONTSTEKINGSLIJNEN:

L1: Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder (kabel K van B53)

L2 Circuit gordelspanner heupgordel passagier (kabel L van B53)

L3: Circuit gordelspanner schoudergordel aan bestuurderskant (kabel B of C van B53)

L4: Circuit gordelspanner schoudergordel aan passagierskant (kabel D of F van B53)

L5: Circuit frontale airbag passagier circuit 1 (kabel O van B53)

L6: Circuit frontale airbag passagier circuit 2 (kabel P van B53)

L7: Circuit frontale airbag bestuurder circuit 1 (kabel M van B53)

L8: Circuit frontale airbag bestuurder circuit 2 (kabel N van B53)

L9: Circuit zijruitairbag bestuurder (kabel S van B53)

L10: Circuit zijruitairbag passagier (kabel T van B53)

L11: Circuit zijairbag borstkas (thorax) bestuurder (kabel Q van B53)

L12: Circuit zijairbag borstkas (thorax) passagier (kabel R van B53)

L13: Circuit zijairbag borstkas (thorax) achter aan bestuurderskant (kabel W van B53)

L14: Circuit zijairbag borstkas (thorax) achter aan passagierskant (kabel X van B53)

N.B.:De circuits van de ontstekers die niet aanwezig zijn op de auto worden aangegeven met CO na het vervangen van de rekeneenheid (standaard configuratie "met alle ontstekingslijnen aanwezig").Configureer de werkelijk op de auto aanwezige ontstekingslijnen met het diagnoseapparaat (let op: de configuraties van de ontstekers op de CLIP gebeuren op 2 schermen).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 422: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Werking van het systeem 88C

88C-13

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Werking van het systeem

De belangrijkste functie van de rekeneenheid ACU 3 is het activeren, bij een hevige botsing, van de bevestigingssystemen, zoals de gordelspanners de pyrotechnische oprolmechanismes, de frontale airbags en zijairbags, afhankelijk van de configuratie van het systeem.

De frontale airbags van bestuurder en passagier voor zijn adaptief (2 ontstekers).

Schakelaar aanwezig voor het vergrendelen van de airbags van de passagier.

N.B.:De gordelspanner schoudergordel voor bestuurder en het oprolmechanisme achter aan bestuurderskant zijn in serie geschakeld.De gordelspanner schoudergordel voor passagier en het oprolmechanisme achter aan passagierskant zijn in serie geschakeld.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 423: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Aansluitingen rekeneenheid 88C

88C-14

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Aansluitingen rekeneenheid

75-polige stekker

Omschrijving Aansl. Aansl. Omschrijving

Niet in gebruik 1 29 Niet in gebruik

+ Gordelspanner schoudergordel bestuurder.

2 30 + na contact

- Pyrotechnisch oprolmechanisme achter bestuurderskant

3 31 Massa

- Gordelspanner schoudergordel passagier.

4 32 Niet in gebruik

- Pyrotechnisch oprolmechanisme achter passagierskant

5 33 Niet in gebruik

Niet in gebruik 6 34 Diagnoselijn K

Niet in gebruik 7 35 - Stuurwielairbag circuit 1

Niet in gebruik 8 36 + Stuurwielairbag circuit 2

Niet in gebruik 9 37 - Frontale passagiersairbag circuit 1

Niet in gebruik 10 38 + Frontale passagiersairbag circuit 2

Niet in gebruik 11 39 - Schakelaar uitschakelen airbag

Niet in gebruik 12 40 Niet in gebruik

Niet in gebruik 13 41 - Zijairbag borstkas voor, bestuurder

Niet in gebruik 14 42 + Zijairbag borstkas voor, passagier

Niet in gebruik 15 43 - Zijruitairbag bestuurderskant

Niet in gebruik 16 44 + Zijruitairbag passagierskant

Niet in gebruik 17 45 + Crash sensor zijkant bestuurderskant

Niet in gebruik 18 46 + Crash sensor zijkant passagierskant

Niet in gebruik 19 47 Niet in gebruik

Niet in gebruik 20 48 Niet in gebruik

Niet in gebruik 21 49 - Zijairbag borstkas achter bestuurderskant

Niet in gebruik 22 50 + Zijairbag borstkas (thorax) achter passagierskant

Niet in gebruik 23 51 + Pyrotechnisch oprolmechanisme achter bestuurderskant

Niet in gebruik 24 52 - Pyrotechnisch oprolmechanisme achter passagierskant

Niet in gebruik 25 53 + Gordelspanner heupgordel bestuurder

- Gordelspanner schoudergordel bestuurder.

26 54 Niet in gebruik

+ Gordelspanner schoudergordel passagier.

27 55 Niet in gebruik

- Gordelspanner heupgordel bestuurder 28 56 + Opname element stand bestuurdersstoel

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 424: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Aansluitingen rekeneenheid 88C

88C-15

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

75-polige stekker (vervolg)

Omschrijving Aansl. Aansl. Omschrijving

+ Opname element aanwezigheid passagier

57 58 CAN H

CAN L 59 60 + Stuurwielairbag circuit 1

- Stuurwielairbag circuit 2 61 62 + Frontale passagiersairbag circuit 1

- Frontale passagiersairbag circuit 2 63 64 + Schakelaar uitschakelen airbag

Niet in gebruik 65 66 + Zijairbag borstkas voor, bestuurder

- Zijairbag borstkas voor, passagier 67 68 + Zijruitairbag bestuurderskant

- Zijruitairbag passagierskant 69 70 - Crash sensor zijkant bestuurderskant

- Crash sensor zijkant passagierskant 71 72 Niet in gebruik

Niet in gebruik 73 74 + Zijairbag borstkas (thorax) achter bestuurderskant

- Zijairbag borstkas (thorax) achter passagierskant

75

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 425: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Vervangen van organen 88C

88C-16

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Vervangen van organen

Vervangen van een element van het systeem:

Maak altijd de accu los voordat u een pyrotechnisch element van het systeem (airbagmodule, gordelspanner of oprolmechanisme van de gordel) in- of uitbouwt.

Vervangen van de rekeneenheid van de airbag

VOORDAT U DE REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHNISCHE HELPDESK.

Om een analyse van het defect van de geretourneerde rekeneenheid mogelijk te maken, mag beslist niet het commando RZ001 "Wissen van het storingsgeheugen" worden gebruikt als DF001 "Rekeneenheid" aanwezig of in het geheugen is.

Het magazijn levert de airbagrekeneenheid in vergrendelde staat (alle uitgangen naar de ontstekers zijn afgesloten), zodat er geen ongelukken bij het aansluiten kunnen gebeuren.

De "vergrendeling" wordt aangegeven door het oplichten van het waarschuwingslampje airbag op het instrumentenpaneel (DF034 aanwezig).

Bij het vervangen van een airbagrekeneenheid, gaat u als volgt te werk:– controleer of het contact uit staat,– vervang de rekeneenheid,– wijzig indien nodig, de configuratie van de rekeneenheid (zie N.B.),– stel de plaats van net stuurwiel in via het commando CF291,– Schrijf het VIN in de rekeneenheid met behulp van het diagnoseapparaat met het commando VP010

"Schrijven van het VIN".– zet het contact uit,– voer een controle uit met het diagnoseapparaat,– schrijf de datum van de werkzaamheden met behulp van het diagnoseapparaat met commando VP008

"Schrijven datum laatste werkzaamheden",– alleen als er geen storing wordt aangegeven door het diagnoseapparaat, ontgrendelt u de rekeneenheid met

het diagnoseapparaat (anders dan DF034),– constateer of het lampje uit is.

N.B.:De circuits van de ontstekers die niet aanwezig zijn op de auto worden aangegeven met CO na het vervangen van de rekeneenheid (standaard configuratie "met alle ontstekingslijnen aanwezig").Daarom moeten de werkelijk op de auto aanwezige ontstekingslijnen worden geconfigureerd met het diagnoseapparaat (let op: de configuraties van de ontstekers op de CLIP gebeuren op 2 schermen).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 426: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Configuratie/Inlezen 88C

88C-17

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Configuratie/Inlezen

COMMANDO'S

LEZEN VAN DE CONFIGURATIE

– LC034: Type autoMet dit commando kan worden gecontroleerd of de rekeneenheid die in de auto is gemonteerd wel overeenkomt met het type van de auto.

– LC088: Plaats stuurwielMet dit commando kan worden gecontroleerd of de plaats van het stuurwiel correct is geconfigureerd.Als de configuratie ontbreekt, gebruikt u het commando CF291 "Plaats stuurwiel" voor het configureren.

CONFIGURATIE

– CF291: Plaats stuurwielMet dit commando kan de plaats van het stuurwiel worden geconfigureerd (rechts stuur of links stuur).Voer beslist deze configuratie uit.

PARAMETRAGE

– VP006: Vergrendeling rekeneenheid.Geef dit commando elke keer dat er aan het systeem gewerkt wordt. Hiermee worden alle verbindingen naar de ontstekers uitgeschakeld.

– VP007: Ontgrendeling rekeneenheid.Met dit commando kan de rekeneenheid worden ontgrendeld (nieuwe rekeneenheid of na een vergrendeling).

– VP008: Schrijven datum laatste werkzaamheden.Met dit commando kan de datum van werkzaamheden in het systeem geschreven worden.

– VP010: Schrijven van het VIN.Met dit commando kan het VIN in de rekeneenheid geschreven worden.

SPECIFIEK COMMANDO

– SC004: Lezen omstandigheden botsing.Gebruik dit commando bij het herstellen van de auto na een botsing. Met dit commando geeft de te vervangen rekeneenheid de lijst met ontstekingslijnen die vervangen moeten worden en de staat van het systeem op het moment van de botsing.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 427: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Configuratie/Inlezen 88C

88C-18

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

COMMANDO'S (vervolg)

SPECIFIEK COMMANDO(vervolg)

– SC005: Configuratie van de elementen van het systeemMet dit commando kan de configuratie van de rekeneenheid worden aangepast aan de werkelijke uitrusting van de auto.

– SC008: Configuratie van de ontstekersMet het commando van de configuratie van de ontstekers kan de configuratie van de rekeneenheid worden aangepast aan de werkelijke uitrusting van de auto.

LET OPDE CONFIGURATIE VAN DE ONTSTEKERS GEBEURT OP TWEE SCHERMEN (Gebruik de toets "volgende pagina" om naar het tweede scherm te gaan).

ANDER COMMANDO

– RZ001: Storingsgeheugen.Met dit commando kunnen de storingen uit het geheugen van de rekeneenheid worden gewist.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 428: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Overzicht van de storingen 88C

88C-19

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code

Bijbehorende DTC

Omschrijving in diagnoseapparaat

DF002 9042 Voedingsspanning van de rekeneenheid

DF010 9040 Circuit waarschuwingslampje

DF028 9041 Circuit controlelampje passagiersairbag

DF034 907E Rekeneenheid vergrendeld

DF039 9035 Circuit opname element zijkant bestuurder

DF040 9036 Circuit opname element zijkant passagier

DF060 9050 Multiplexnetwerk

DF065 9031 Circuit opname element stand bestuurdersstoel

DF066 900E Circuit zijairbag borstkas achter passagier

DF067 900D Circuit zijairbag borstkas achter bestuurderskant

DF068 900C Circuit zijairbag borstkas voor passagier

DF069 900A Circuit zijruitairbag passagierskant

DF070 9009 Circuit zijruitairbag bestuurderskant

DF071 9008 Circuit 2 frontale airbag bestuurder

DF072 9007 Circuit 1 frontale airbag bestuurder

DF073 9004 Circuit gordelspanners sluiting passagierskant

DF074 9006 Circuit 2 frontale airbag passagier

DF075 9005 Circuit 1 frontale airbag passagier

DF076 9003 Circuit gordelspanners sluiting bestuurderskant

DF077 900B Circuit zijairbag borstkas voor bestuurder.

DF080 9001 Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder

DF091 9034 Circuit airbagschakelaar

DF094 t/m DF153

9081 t/m 90D2

Storing rekeneenheid

DF187 9044 Configuratie ontstekingslijnen

DF193 907C Verandering staat vergrendeling passagiersairbag

DF194 907F Rekeneenheid moet vervangen worden wegens botsing

DF242 907B Configuratie plaats van het stuurwiel

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 429: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-20

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Betekenis van de storingen

DF002 AANWEZIG

VOEDINGSSPANNING REKENEENHEID1.DEF : spanning buiten de tolerantie2.DEF : te veel micro-onderbrekingen

ADVIEZENBijzonderheden: Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel 1).

1.DEF - 2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voer de benodigde werkzaamheden uit om de juiste spanning van de voeding van de rekeneenheid te krijgen: 10,5 V ±±±± 0,1 < correcte spanning < 16 V ±±±± 0,1.– Controleer de lading van de accu.– Controleer het laadstroomcircuit.– Controleer de bevestiging en de staat van de accupolen.– Controleer de massa van de rekeneenheid.– Staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid en vergrendeling.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF002P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 430: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-21

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF010 AANWEZIG

CIRCUIT WAARSCHUWINGSLAMPJE1.DEF : Diagnose uitgevoerd door het instrumentenpaneel

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voer de diagnose uit die bij de storing hoort in het diagnoseprogramma van het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF010P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 431: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-22

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF028 AANWEZIG

CIRCUIT CONTROLELAMPJE PASSAGIERSAIRBAG1.DEF : Diagnose uitgevoerd door het instrumentenpaneel

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voer de diagnose uit die bij de storing hoort in het diagnoseprogramma van het instrumentenpaneel.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF028P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 432: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-23

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF034 AANWEZIG

REKENEENHEID VERGRENDELD

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Geef met het diagnoseapparaat het commando VP007 "Ontgrendelen rekeneenheid" om de airbagrekeneenheid te ontgrendelen.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF034P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 433: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-24

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF039AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT ZIJKANT BESTUURDERCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : geen communicatie2.DEF : verstoorde communicatie3.DEF : sensor defect

ADVIEZENBijzonderheden: Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

CC.0 - 1.DEF - 2.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Controleer of het opname element zijkant aan bestuurderskant correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid (aansl. 45 en 70).Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...). Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 70 Aansl. 1 stekker van het opname element– Verlengblok B53 aansl. 45 Aansl. 2 stekker van het opname element

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vervang het opname element zijkant bestuurder.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het opname element zijkant bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF039P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 434: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-25

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF040AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT ZIJKANT PASSAGIERCC.0 : kortsluiting aan massa1.DEF : geen communicatie2.DEF : verstoorde communicatie3.DEF : sensor defect

ADVIEZENBijzonderheden: Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

CC.0 - 1.DEF - 2.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Controleer of het opname element zijkant aan bestuurderskant correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid (aansl. 46 en 71).Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...). Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 71 aansl. 1 stekker van het opname element– Verlengblok B53 aansl. 46 aansl. 2 stekker van het opname element

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vervang het opname element zijairbag passagier.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het opname element zijkant passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF040P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 435: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-26

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF060AANWEZIG

MULTIPLEXNETWERK1.DEF : multiplexnetwerk 2.DEF : rijsnelheid ongeldig 3.DEF : rijsnelheid te hoog4.DEF : geen multiplexuitzending instrumentenpaneel 5.DEF : geen multiplexuitzending ABS

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voer de diagnose uit van het multiplexnetwerk.

NA REPARATIEWis het geheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer opnieuw een controle uit met het diagnoseapparaat.

ABGACU3_V2C_DF060P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 436: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-27

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF065AANWEZIG

CIRCUIT OPNAME ELEMENT STAND BESTUURDERSSTOELCO : onderbreking CC.0 : kortsluiting aan massa CC. 1 : kortsluiting aan + 12 volt 1.DEF : onder minimum waarde 2.DEF : configuratie 3.DEF : sensor defect

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF065 aanwezig is met minstens één van de storingen DF076, DF077, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel.

CO - CC.0 - CC.1 - 1.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Plaats de 75-polige adapter B53 en meet de weerstand tussen de aansluitingen 31 en 56, stoel naar voren en stoel naar achteren.

Stoel naar voren: de weerstand is ongeveer: 400 ΩStoel naar achteren: de weerstand is ongeveer: 100 ΩΩΩΩ

Als de weerstanden correct zijn: controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel.Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige op de stoel en meet de weerstand tussen de aansluitingen 9 en 13, stoel naar voren en stoel naar achteren.

Stoel naar voren: de weerstand is ongeveer: 400 ΩΩΩΩStoel naar achteren: de weerstand is ongeveer: 100 Ω

Zijn de waarden correct?

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan.Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF065P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 437: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-28

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF065

VERVOLG 1

NEE

JA

Controleer de aansluiting en de staat van de stekkerverbindingen van het opname element.Controleer de isolatie en de geleiding van de verbindingen tussen:

Verlengblok aansl. 9 Stekker van het opname elementVerlengblok aansl. 13 Stekker van het opname element

Als de controles correct zijn: vervang het opname element van de stand van de stoel.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 13 en 9) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 31 en 56).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan.Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 438: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-29

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF065

VERVOLG 2

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen. De rekeneenheid detecteert een niet-geconfigureerd onderdeel of een verkeerde configuratie.Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC005 "Configuratie van de elementen van het systeem".

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vervang het opname element van de positie van de bestuurdersstoel.

NA REPARATIE

Stuit de rekeneenheid en het opname element stand van de stoel weer aan, bouw de stoel in en zet het contact aan.Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 439: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-30

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF066AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS ACHTER PASSAGIERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: Controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel X).

CO - CC ADVIEZENBijzonderheden: corrigeer de configuratie van de ontstekingslijnen als de auto niet uitgerust is met zijairbags achter.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel X van de adapter.Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 50 en 75).Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF066P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 440: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-31

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF066

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.Plaats de 75-polige adapter B53. Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel X van de adapter.Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 50 en 75).Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 441: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-32

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF067AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS ACHTER BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel W).

CO - CC ADVIEZENBijzonderheden: corrigeer de configuratie van de ontstekingslijnen als de auto niet uitgerust is met zijairbags achter.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter bestuurder als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.Plaats de 75-polige adapter B53. Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel W van de adapter.Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 49 en 74).Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter bestuurder onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF067P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 442: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-33

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF067

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbag borstkas achter bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijairbag borstkas achter bestuurder als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Controleer de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker van de rekeneenheid.Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel W van de adapter.Als de gemeten waarde correct is: controleer de stekkerverbindingen van de rekeneenheid (aansl. 49 en 74).Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de airbagmodule borstkas achter (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas achter bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas achter bestuurder onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 443: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-34

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF068AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS VOOR PASSAGIERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF068 en DF073 aanwezig zijn, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel R) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel C).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75polige adapter B53 . Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel R van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF068P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 444: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-35

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF068

VERVOLG 1

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 28 en 14). Maak de passagiersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Meet vervolgens de weerstand op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

passagierskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de punten

C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 445: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-36

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF068

VERVOLG 2

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75polige adapter B53 . Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel R van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28). Maak de passagiersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule, sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker en meet opnieuw de weerstand van de bij de storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

passagierskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de punten

C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 42 en 67).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 446: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-37

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF069AANWEZIG

CIRCUIT ZIJRUITAIRBAG PASSAGIERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel T) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel B).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag passagier correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag passagier als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 5 en 6). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 5 en 6) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 44 en 69).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbagmodule passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF069P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 447: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-38

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF069

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag passagier correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag passagier en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag aan passagierskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 5 en 6).Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel B van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 5 en 6) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 44 en 69).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbagmodule passagier weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule passagier onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 448: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-39

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF070AANWEZIG

CIRCUIT ZIJRUITAIRBAG BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel S) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel A).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag bestuurder correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 1 en 2). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel A van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 1 en 2) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 43 en 68).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbagmodule bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendelt u de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule bestuurderskant onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF070P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 449: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-40

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF070

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de zijruitairbag bestuurder correct is aangesloten (achter de bevestigingsplaat van de hoedenplank).

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijruitairbag bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de zijruitairbag aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Verwijder de bekleding van de achterste dorpel links en controleer de stekkerverbindingen bij de 6-polige gele stekker langs de dorpel aan de achterkant (aansl. 1 en 2). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 6-polige adapter op de bedrading van de airbag (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter. Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 6-polige stekker en de zijruitairbag (C1/C3), vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de 6-polige tussenstekker (aansl. 1 en 2) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 43 en 68).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige tussenstekker (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijruitairbagmodule bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendelt u de rekeneenheid.Maak de zijruitairbagmodule bestuurderskant onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 450: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-41

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF071AANWEZIG

CIRCUIT 2 FRONTALE AIRBAG BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel N) en de 10-polige adapter Elé. 1617 voor werkzaamheden aan de draaibare doorvoer (kabel A).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit. Controleer of het correct is aangesloten.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de frontale bestuurdersairbag als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Contact uit, maak de stekker los van de draaibare doorvoer onder het stuurwiel en sluit hem weer aan.Repareer de stekkerverbindingen als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet langer aanwezig verklaard).

Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 9 en 10). Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 36 en 61).Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel N van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale bestuurdersairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF071P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 451: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-42

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF071

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit. Controleer de staat van de ontstekingskabels.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers. Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 9 en 10). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 36 en 61).Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel N van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 452: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-43

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF072AANWEZIG

CIRCUIT 1 FRONTALE AIRBAG BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel M) en de 10-polige adapter Elé. 1617 voor werkzaamheden aan de draaibare doorvoer (kabel B).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit. Controleer of het correct is aangesloten.

Maak de stekkers los van de frontale airbag bestuurder en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de frontale bestuurdersairbag als de storing in het geheugen is geregistreerd (storing niet meer aanwezig verklaard).

Contact uit, maak de stekker los van de draaibare doorvoer onder het stuurwiel en sluit hem weer aan.Repareer de stekkerverbindingen als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet langer aanwezig verklaard).

Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 6 en 7). Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 35 en 60).Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel M van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF072P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 453: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-44

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF072

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw de frontale airbag bestuurder uit. Controleer de staat van de ontstekingskabels.

Maak de stekkers los van de frontale bestuurdersairbag en verbind 2 loze ontstekers met de stekkers van de ontstekers. Plaats de 10-polige adapter op de draaibare doorvoer (punt C2 aansl. 6 en 7).eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de draaibare doorvoer onder het stuurwiel.

Sluit de draaibare doorvoer onder het stuurwiel weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 35 en 60).Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel M van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de stekker van de draaibare doorvoer (C0/C2). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontstekers van de frontale airbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de frontale bestuurdersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 454: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-45

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF073AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER SCHOUDERGORDEL PASSAGIERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF073 en DF068 aanwezig zijn, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: De gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersvoorstoel is in serie geschakeld met het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant.Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel E of F) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel A).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact af en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van de gordelspanner en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Zet het contact af en controleer of de ontsteker van het pyrotechnisch oprolmechanisme achter aan passagierskant correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van het oprolmechanisme en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansluitingen 4, 5, 27 en 52). Plaats de 75-polige adapter B53.Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel F van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF073P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 455: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-46

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF073

VERVOLG 1

Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel E van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C0/C3).Raadpleeg de volgende bladzijde

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22).Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 4 en 27).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 456: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-47

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF073

VERVOLG 2

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansluitingen 4, 5, 27 en 52). Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel F van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan passagierskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel E van de adapter.Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de passagiersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 4 en 27).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de passagiersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 457: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-48

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF074AANWEZIG

Circuit 2 frontale airbag passagierCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel P) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel B).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 5 en 6) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 38 en 63).Plaats de 75-polige adapter B53.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel P van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de passagiersairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF074P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 458: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-49

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF074

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 5 en 6) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 38 en 63).Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel P van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de dashboardairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 459: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-50

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF075AANWEZIG

CIRCUIT 1 FRONTALE PASSAGIERSAIRBAGCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel O) en de 6-polige adapter Elé. 1617 (kabel A).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 1 en 2) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de dashboardairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 37 en 62).Plaats de 75-polige adapter B53.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel O van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de dashboardairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF075P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 460: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-51

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF075

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat. Zet het contact uit en bouw het dashboardkastje uit.Controleer de aansluiting en de staat van de 6-polige stekker (aansl. 1 en 2) achter het dashboardkastje.

Plaats de 6-polige adapter (punt C2 aansl. 1 en 2).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: vervang de passagiersairbag en zijn kabelbundel (C2/C4).

Als de waarde correct is.Sluit de 6-polige stekker weer aan, maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 32 en 67).Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel O van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de 6-polige stekker (C0/C2).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de 6-polige stekker van de dashboardairbag weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de dashboardairbag onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 461: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-52

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF076AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER SCHOUDERGORDEL BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF076 aanwezig is met minstens één van de storingen DF065, DF077, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: De gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersvoorstoel is in serie geschakeld met het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant.Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP of XRBAG worden uitgevoerd.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel B of C) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel A).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van de gordelspanner en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Zet het contact af en controleer of de ontsteker van het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant correct is aangesloten.Maak de stekker los van de ontsteker van het oprolmechanisme en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang het pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Sluit de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 2, 3, 26 en 51).Plaats de 75-polige adapter B53.Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF076P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 462: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-53

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF076

VERVOLG 1

Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C0/C3).Raadpleeg de volgende bladzijde

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1). Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel A van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 2 en 26).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 463: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-54

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF076

VERVOLG 2

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker los van de rekeneenheid en controleer de stekkerverbindingen bij de stekker (aansl. 2, 3, 26 en 51). Plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel C van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de rekeneenheid en de pyrotechnische oprolmechanisme achter aan bestuurderskant (C0/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

eet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel B van de adapter.Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 8 en 22). Herstel indien nodig de aanwezige storingen. Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel A van de adapter.Is de gemeten waarde correct?Raadpleeg de volgende bladzijde.

NEE

JA

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel aan de kant van de stoel (aansl. 8 en 22).Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker van de stoel en de gordelspanner van de schoudergordel van de bestuurdersstoel (C1/C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 8 en 22) aan de kant van de interieurkabel en die bij de 75-polige stekker (aansl. 2 en 26).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid, de gordelspanner en het oprolmechanisme weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner of het oprolmechanisme onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 464: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-55

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF077AANWEZIG

CIRCUIT ZIJAIRBAG BORSTKAS VOOR BESTUURDERSKANTCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF077 aanwezig is met minstens één van de storingen DF065, DF076, DF080, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel Q) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel C).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75polige adapter B53 . Meet met uitsluitend het gereedschap CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel Q van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel C van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF077P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 465: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-56

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF077

VERVOLG 1

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28). Maak de bestuurdersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker. Meet vervolgens de weerstand op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

bestuurderskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de punten

C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurder weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 466: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-57

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF077

VERVOLG 2

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat, maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats 75polige adapter B53 . Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel Q van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel. Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet met uitsluitend de CLIP of XRBAG de weerstand van de bij het type storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.Is de gemeten waarde correct?

NEE

JA

Controleer de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28). Maak de bestuurdersstoel kaal en controleer of de ontsteker van de zijairbagmodule correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de zijairbagmodule, sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker en meet opnieuw de weerstand van de bij de storing behorende isolatie op kabel C van de adapter.– Als de gemeten waarde correct is: vervang de zijairbagmodule borstkas voor

bestuurderskant.– Als de gemeten waarde niet correct is, vervangt u de kabelbundel tussen de punten

C1 en C3 (stoelkabel).

Controleer opnieuw de stekkerverbindingen bij de stekker van de stoel (aansl. 14 en 28) en die bij de 75-polige stekker (aansl. 41 en 66).

Als de storing aanhoudt: defect in de bedrading tussen de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1). Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de zijairbagmodule borstkas voor bestuurderskant weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit. Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de zijairbagmodule borstkas onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 467: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-58

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF080AANWEZIG

CIRCUIT GORDELSPANNER HEUPGORDEL BESTUURDERCC : kortsluitingCO : onderbrekingCC.1 : kortsluiting aan + 12 voltCC.0 : kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Volgorde voor het behandelen van meer dan één storing: Als DF080 aanwezig is met minstens één van de storingen DF065, DF076, DF077, begin de diagnose dan vanaf de controle van de 28-polige stekker onder de stoel.

Bijzonderheden: controleer de verbindingen naar de ontstekers uitsluitend met een CLIP of XRBAG.Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid (kabel K) en de 28-polige adapter Elé. 1616 voor werkzaamheden aan de stoel (kabel B).

CO - CC ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Zet het contact uit en controleer of de ontsteker van de gordelspanner van de heupgordel van de bestuurdersstoel correct is aangesloten.

Maak de stekker los van de ontsteker van de heupgordelspanner van de bestuurder en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Vervang de gordelspanner van de heupgordel van de bestuurdersstoel als de storing in het geheugen is geregistreerd (de storing is niet meer aanwezig verklaard).

Maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de weerstand te meten van de kabel K van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 28 en 53).

Bouw de passagiersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 7 en 21). Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Meet uitsluitend met de CLIP of XRBAG de weerstand op de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker en de heupgordelspanner van de bestuurder (C1 en C3). Vervang de bedrading indien nodig.

Als de storing aanhoudt: defect in bedrading tussen de 75-polige stekker van de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0 /C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de gordelspanner weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ABGACU3_V2C_DF080P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 468: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-59

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF080

VERVOLG

CC.1 - CC.0 ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.Maak de stekker van de rekeneenheid los en plaats de 75-polige adapter B53.Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel K van de adapter.Als de gemeten waarde correct is, controleer dan de stekkerverbindingen bij de 75-polige stekker (aansl. 28 en 53).

Als de gemeten weerstand niet correct is: bouw de bestuurdersstoel uit en controleer de stekkerverbindingen bij de 28-polige stekker onder de stoel (aansl. 7 en 21).Herstel indien nodig de aanwezige storingen.Plaats de 28-polige adapter op de stoel (punt C1).Gebruik uitsluitend de CLIP of XRBAG om de isolatie te meten tussen de storingsbron en de kabel B van de adapter.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 28-polige stekker en de heupgordelspanner van de bestuurder (C1 en C3). Vervang de bedrading indien nodig.Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen de 75-polige stekker van de rekeneenheid en de bestuurdersstoel (C0/C1).Vervang de bedrading indien nodig.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en de ontsteker van de gordelspanner weer aan en zet het contact aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.Maak de gordelspanner onschadelijk als hij is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 469: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-60

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF091AANWEZIG

CIRCUIT AIRBAGSCHAKELAARCO : onderbrekingCC.0 : kortsluiting aan massaCC.1 : kortsluiting aan + 12 volt1.DEF : onder minimum waarde2.DEF : configuratie3.DEF : interne elektronische storing

ADVIEZENBijzonderheden: Gebruik de 75-polige adapter B53 Elé. 1615 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.Vergrendel de rekeneenheid met het diagnoseapparaat.

CO - CC.0 - CC.1 - 1.DEF

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de rekeneenheid.Controleer de staat van de 75-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,...).Controleer of het airbagcontactslot correct is aangesloten en controleer de stekkerverbindingen.Controleer de geleiding en de isolatie van de verbinding tussen:

– Verlengblok B53 aansl. 39 Aansl. 6 stekker airbagcontactslot– Verlengblok B53 aansl. 64 Aansl. 3 stekker airbagcontactslot

Vervang de stekker van het airbagcontactslot als de storing aanhoudt.

2.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen. De rekeneenheid constateert een niet geconfigureerd element of een verkeerde configuratie.Verander de configuratie van de rekeneenheid met het commando SC005 "Configuratie van de elementen van het systeem".

3.DEF ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Vervang het airbagcontactslot.

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het airbagcontactslot weer aan en zet het contact van de auto aan. Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid en zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF091P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 470: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-61

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF094 t/m DF153 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

STORING REKENEENHEID

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIE Geen

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 471: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-62

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF187 AANWEZIG

CONFIGURATIE ONTSTEKINGSLIJNEN

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Deze storing betekent dat de configuratie van de rekeneenheid en de uitrusting van de auto volgens de rekeneenheid niet overeenstemmen. De rekeneenheid heeft een element waargenomen waarvoor hij niet is geconfigureerdVerander de configuratie van de rekeneenheid door middel van het commando SC008 "Configuratie van de ontstekers" (let op de configuratie van de ontstekers gebeurt op 2 schermen).

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF187P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 472: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-63

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF193 IN GEHEUGEN

VERANDERING STAAT VERGRENDELING PASSAGIERSAIRBAG

ADVIEZENBijzonderheden: de rekeneenheid slaat deze storing op in het geheugen, en laat het lampje op het instrumentenpaneel branden als de stand van de sleutel verandert (actie van de gebruiker of storing in de schakelaar) terwijl de auto rijdt.

Wis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit en wacht enkele secondes. Zet de schakelaar in de gewenste stand.Zet het contact weer aan en controleer of de storing niet meer aanwezig is.

NA REPARATIEWis de storing uit het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

ABGACU3_V2C_DF193M ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 473: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-64

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF194 AANWEZIG

REKENEENHEID MOET VERVANGEN WORDEN WEGENS BOTSING

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Voor het uitvoeren van de nodige reparaties:– Gebruik het commando SC004 "Lezen omstandigheden botsing" voor het vervangen van alle op het

moment van de botsing aangestuurde onderdelen (zie "Vervangen van organen").

NA REPARATIE Geen

ABGACU3_V2C_DF194P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 474: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C-65

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

DF242 AANWEZIG

CONFIGURATIE PLAATS VAN HET STUURWIEL

ADVIEZEN Bijzonderheden: Geen bijzonderheden.

Deze storing betekent dat de plaats van het stuurwiel niet is geconfigureerd.Configureer de rekeneenheid via het commando CF291 "Plaats stuurwiel".Lees de configuratie van de plaats van net stuurwiel via het commando LC088 "Plaats stuurwiel" in de rubriek "lezen configuratie".

NA REPARATIE Geen

ABGACU3_V2C_DF242P ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 475: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Conformiteitscontrole 88C

88C-66

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Conformiteitscontrole

ADVIEZENVoer een complete controle uit met het diagnoseapparaat en daarna deze conformiteitscontrole.

Volgorde FunctieParameter of Staat Controle of actie

Afleespaneel en opmerkingen

Diag

1Communicatie

diagnoseapparaat- ZOEKSCHEMA 1Airbag ACU 3

2Conformiteit

rekeneenheid

Lezen van de configuratie LC034

"Autotype"ZONDERLAGUNA II

3Configuratie

rekeneenheid

Gebruik van de commando's:

SC008 "Configuraties van de ontstekers".

SC005 "Configuraties van de onderdelen van het systeem".

Controleer of de configuratie van de rekeneenheid die in de

kolom "Actueel" wordt aangegeven overeenkomt met

de auto.ZONDER

CF291 "Plaats van het stuurwiel".

Controleer of de configuratie van de rekeneenheid die wordt

aangegeven door het lezen van de configuratie LC088 overeenkomt met de auto.

4

Werking van het lampje

Controle van de initialisatie van de

rekeneenheid

Contact aanzetten

Gedurende 3 secondes oplichten van het

waarschuwingslampje bij het aanzetten van het contact

Bij een probleem, raadpleeg de betekenis van de storing DF010

"Circuit waarschuwingslampje".

ABGACU3_V2C_CCONF ACU3 X74II vdiag2C 1.0

Page 476: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSOverzicht van de staten en parameters van

het systeem 88C

88C-67

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C

Overzicht van de staten en parameters van het systeem

ACU3 X74II vdiag2C 1.0

De impedantie van de verbinding naar de ontsteker of de sensor is 99,9 ΩΩΩΩ als het onderdeel is losgemaakt of niet door de rekeneenheid wordt beheerd.

Staat gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

ET072 Controlelampje staat passagiersairbag aangestuurd.

ET073 Rekeneenheid vergrendeld door het gereedschap

ET074 Waarschuwingslampje storing aangestuurd.

ET075 Waarschuwingslampje aangestuurd na botsing.

ET083 Stand bestuurdersstoel.

ET084 Ontsteking van alle ontstekers.

ET085 Schakelaar uitschakelen airbag.

ET102 Passagiersairbag vergrendeld.

ET166 Contact autogordel passagier.

ET167 Aanwezigheid passagier gedetecteerd.

Parameter gereedschap

Omschrijving in diagnoseapparaat

PR003 Aantal botsingen.

PR086 Aantal van wissen.

PR104 Impedantie opname element bestuurdersstoel.

PR105 Impedantie lijn 1 (Circuit gordelspanner heupgordel bestuurder).

PR106 Impedantie lijn 2 (Circuit gordelspanner heupgordel passagier).

PR107 Impedantie lijn 3 (Circuit gordelspanner schoudergordel bestuurderskant).

PR108 Impedantie lijn 4 (Circuit gordelspanner schoudergordel passagierskant).

PR109 Impedantie lijn 5 (Circuit frontale airbag passagier circuit 1).

PR110 Impedantie lijn 6 (Circuit frontale airbag passagier circuit 2).

PR111 Impedantie lijn 7 (Circuit frontale airbag bestuurder circuit 1).

PR112 Impedantie lijn 8 (Circuit frontale airbag bestuurder circuit 2).

PR113 Impedantie lijn 9 (Circuit zijruitairbag bestuurderskant).

PR114 Impedantie lijn 10 (Circuit zijruitairbag passagierskant).

PR115 Impedantie lijn 11 (Circuit zijairbag borstkas voor, bestuurder).

PR116 Impedantie lijn 12 (Circuit zijairbag borstkas voor, passagier).

PR117 Impedantie lijn 13 (Circuit zijairbag borstkas achter bestuurderskant).

PR118 Impedantie lijn 14 (Circuit zijairbag borstkas achter passagierskant).

PR122 Impedantie circuit opname element vergrendeling.

Page 477: Elektrische installatie

AIRBAGS EN GORDELSPANNERSDiagnose - Zoekschema's 88C

88C-68

AIRBAG ACU3Vdiag: 2C Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE AIRBAGREKENEENHEID

ADVIEZENBijzonderheid: Zie "Inleiding, verloop" voor het inschakelen van + na contact geforceerd voor de diagnose van een rekeneenheid.

Controleer het diagnoseapparaat door dit aan te sluiten op de rekeneenheid van een andere auto. Als het diagnoseapparaat in orde is en er met geen enkele andere rekeneenheid van de auto gecommuniceerd kan worden, is het mogelijk dat een defecte rekeneenheid de diagnoselijn K verstoort.Maak de verschillende rekeneenheden één voor één los om de defecte rekeneenheid te lokaliseren.Controleer de accuspanning en voer de nodige werkzaamheden uit om de spanning op de juiste waarde te krijgen (10,5 V < U accu < 16 V).

Controleer de voedingszekering van de airbagrekeneenheid. Controleer de aansluiting van de stekker van de rekeneenheid en de staat van deze stekkerverbindingen. Controleer de voeding van de rekeneenheid:– Maak de stekker los van de rekeneenheid en plaats de 50-polige adapter B53 (kabel 1).– Controleer en herstel de + na contact tussen de aansluitingen gemerkt massa en + na contact.

Controleer de voeding van de diagnoseaansluiting:– + voor contact op aansl. 16.– + na contact op aansl. 1.– Massa op aansl. 4 en 5.Controleer de geleiding en de isolatie van de verbindingen tussen de airbagrekeneenheid en de diagnoseaansluiting:– Tussen aansluiting K en aansl. 7 van de diagnoseaansluiting.

Als er na deze controles nog steeds geen communicatie is, neem contact op met de technische helpdesk.

NA REPARATIEAls de communicatie tot stand is gekomen, behandelt u de eventueel aangegeven storingen.

ABGACU3_V2C_ALP1 ACU3 X74II vdiag2C 1.0