HOEK 3: EVEN SCHRIKKEN

In deze hoek willen we de kinderen laten beseffen waarom sommige

dieren felle kleuren hebben. Een felle kleur valt immers op, en bete-

kent dat het dier eerder door vijanden wordt gezien.

Felle kleuren kunnen gebruikt worden om te waarschuwen, en om te

laten schrikken.

Bij waarschuwen is de felle kleur een signaal: eet mij niet want ik

ben giftig, of ik smaak vies, of ik steek.

Bij schrikken dient de felle kleur om vijanden af te leiden. Eén mo-

ment van schrik bij een aanvaller kan voldoende zijn om te ont-

snappen. Oogvlekken van vlinders zijn hierbij een goed voor-

beeld.

1STE

GR

AA

D

DIT DOE JE ‘het schilderij’

Ga samen met de kinderen naar het schilderij op tafel en lees de

tekst voor die erbij ligt.

Laat de kinderen tijdens het

lezen van de tekst de vlinders

en rupsen in de tuin leggen.

HOUD DE VLEUGELS VAN DE

VLINDERS NOG DICHT!

De twee vlinders met oogvlekken

apart houden voor het laatste deel

van het verhaal.

1STE

GR

AA

D

Kijk op het einde van het verhaal, samen met de kinderen, ook naar

de andere vlinders. Deze hebben ook oogvlekken of schrikkleuren om

vijanden te verjagen.

Oogvlekken

Sommige vlinders hebben oogvlekken. In rust zijn de vlekken meestal

niet te zien.

Vogels zijn vaak bang voor grote ogen. Katten en roofvogels hebben

zulke ogen, en dat zijn hun vijanden.

Als een vlinder plotseling zijn oogvlekken laat zien, slaat een vogel op

de vlucht. Laat met de modellen zien hoe oogvlekken een vijand aan

het schrikken kunnen maken.

DIT DOE JE

Laat de kinderen de vlinders en de rupsen nu in het juiste doosje stop-

pen.

DIT DOE JE ‘elektrospel’

BEKIJK DE BORDEN

Op de infoborden gaat het om waarschuwen en schrikken.

Met de kinderen kijken we vooral naar oogvlekken van de vlinders.

Vlinders die met dichtgeklapte vleugels goed gecamoufleerd zijn,

kunnen een vijand plotseling laten schrikken door hun vleugels open

te klappen en hun oogvlekken te laten zien. Ook sommige rupsen

hebben oogvlekken.

Ga naar het elektrospel tegen de muur. Laat

de kinderen om de beurt twee juiste plaatjes

bij mekaar zoeken. Als het lichtje brandt heb-

ben ze juiste keuze gemaakt.

1STE

GR

AA

D

De insectentuin

In deze bloementuin vliegen heel veel vlinders rond.

Ze smullen van de nectar in de bloemen.

Er zitten ook veel rupsen op de planten.

Leg ze maar in de tuin.

Er vliegen ook veel vogels in de tuin.

De vogels vinden het fijn dat de vlinders en rupsen hier op de

bloemen zitten.

Het zijn lekkere hapjes voor de vogels.

Als een vogel een vlinder wil vangen slaat de vlinder snel zijn

vleugels open. Hij laat dan de grote oogvlekken zien die op

zijn vleugels zitten.

De vogel denkt dan dat de vlinder een kat met grote ogen is

of een roofvogel. Hij slaat op de vlucht.

Zo is de vlinder weer veilig. Hij heeft de vogel gefopt.

Slim hoor, van die vlinder.

1STE

GR

AA

D

HOEK 3: EVEN SCHRIKKEN