Handboek ACGZ versie 1.2 websiteversie · In AA voornamelijk de coördinatie mono en multi op...

HANDBOEK

ACGZ

Versie 1.2 Tijdelijke versie December 2012

Versie 1.2 December 2012 2

Voorwoord Beste Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ), Hierbij de eerste versie van het handboek ACGZ, een uitgave van het GHOR bureau Amsterdam-Amstelland. Dit handboek is tot stand gekomen in nauw overleg met u als gebruiker. Het handboek geeft praktische instructies over de werkwijze van het ACGZ. Voor de opzet en invulling van het ACGZ handboek hebben wij gebruik gemaakt van Landelijke en Regionale informatie. Wij zullen één keer per jaar een nieuwe editie van dit handboek uitbrengen. Indien er in de tussentijd belangrijke wijzigingen opgenomen moeten worden ontvangt u daarover bericht van het GHOR-bureau. Wijzigingen kunt u doorgeven aan het GHOR-bureau via [email protected] . Ook als u bepaalde informatie mist, verzoeken wij dit kenbaar te maken. Met vriendelijke groet, Jan Woldman Hoofd GHOR-bureau


Versiebeheer

Datum Versie Wijziging Naam verwerker

3-12-2012 1.1 concept Karin Meijer

20-12-2012 1.2 concept Opmerkingen ACGZ verwerkt Karin Meijer

Handboek ACGZ Versie 1.2 December 2012 GHOR Bureau Amsterdam-Amstelland Documenteigenaar: Karin Meijer Voor dit handboek is gekozen voor een losbladig systeem zodat nieuwe informatie en wijzigingen makkelijk kunnen worden opgenomen. Wijzigingen kunnen doorgegeven worden aan [email protected]


Inhoudsopgave Bladzijde 1. Functieomschrijving ACGZ..................................................................................... 6

1.1 Kerntaken ACGZ............................................................................................... 6 1.2 Positionering ACGZ .......................................................................................... 6

2. Werkgebied ............................................................................................................ 7 3. GHOR..................................................................................................................... 8

3.1 GRIP ................................................................................................................. 9 3.1.1 GRIP Amsterdam-Amstelland..................................................................... 9 3.1.2 GRIP Zaanstreek-Waterland .................................................................... 10

3.2 Schematisch overzicht GRIP Amsterdam Amstelland .................................... 11 3.3 Schematisch overzicht GRIP Zaanstreek-Waterland ...................................... 11 3.4 Standaard samenstelling GRIP....................................................................... 12

3.4.1 Standaard samenstelling Zaanstreek-Waterland...................................... 12 3.4.2 Standaard samenstelling Amsterdam-Amstelland.................................... 13

4. Maximaal opgeschaalde GHOR organisatie......................................................... 14 4.1 Overzicht maximaal opgeschaalde GHOR organisatie AA ............................. 14 4.2 Overzicht maximaal opgeschaalde GHOR organisatie ZW............................. 15

5. Bevoegdheden GHOR- functionarissen ............................................................... 16 6. Communicatie....................................................................................................... 17

6.1 METHANE ...................................................................................................... 17 6.2 BOB ............................................................................................................... 18

7. Melding en alarmering .......................................................................................... 19 7.1 Alarmering bij GRIP 1 ..................................................................................... 19 7.2 Alarmering bij GRIP 2 en hoger ..................................................................... 19 7.3 Contact MKA................................................................................................... 19 7.2 Informeren Directeur PG en Hoofd GHOR-bureau ......................................... 20

8. Aankomst Interface/OT- ruimte............................................................................. 21 8.1 Interface ruimte Amsterdam-Amstelland......................................................... 21 8.2 ROT ruimte Zaanstreek-Waterland ................................................................. 22 8.3 Inloggen computers Interface/ROT ruimte ...................................................... 23

9. Leiding en coördinatie .......................................................................................... 24 10. Informatie uitwisseling ....................................................................................... 28

10.1 Informatie-uitwisseling monodisciplinair ........................................................ 28 10.1.1 GHOR tabblad LCMS ............................................................................ 28

10.2 Informatie – uitwisseling multidisciplinair....................................................... 28 10.2.1 Multi afstemming Amsterdam-Amstelland .............................................. 28 10.2.2 Multi afstemming Zaanstreek-Waterland ................................................ 28

11. Werkinstructies ................................................................................................... 29 11.1 Samenwerking met de MKA.......................................................................... 29 11.2 Samenwerking met de OvDG ....................................................................... 29 11.3 Samenwerking met het HAC......................................................................... 29 11.4 Samenwerking met het Lid Interface/ROT ................................................... 30 11.5 Samenwerking GAGS/Artsinfectieziekte ....................................................... 31 11.6 Samenwerking Leider Kernteam................................................................... 31 11.7 Samenwerking met de DPG.......................................................................... 31

12. Specifiek ............................................................................................................. 32 12.1 Slachtofferregistratie ..................................................................................... 32

13. Landelijke organisaties ter ondersteuning .......................................................... 34 14. Afschalen............................................................................................................ 37


14.1 Inzetrapportage............................................................................................. 37 15. Evaluatie............................................................................................................. 38

15.1 Processchema evaluatietraject ..................................................................... 38 16. Bijlagen............................................................................................................... 39

Bijlage 1: Landelijk Kwalificatieprofiel ACGZ......................................................... 39 Bijlage 2: Piketregeling/instructie .......................................................................... 46 Bijlage 3: Inzetrapportage ACGZ (in AG5)............................................................ 48 Bijlage 4: Rampbestrijdingsprocessen .................................................................. 50 Bijlage 5: VR-plichtige bedrijven AA en ZW .......................................................... 51 Bijlage 6: Werkplan ACGZ .................................................................................... 54 Bijlage 7: Back-uplijst GHOR- sleutelfunctionarissen............................................ 63


1. Functieomschrijving ACGZ (concept landelijk kwal ificatieprofiel) Multidisciplinaire coördinatie en monodisciplinaire regie en aansturing van GHOR –functionarissen. Commandolijn naar Hoofd Publieke Zorg, Hoofd Acute Gezondheidszorg/OvDG en HAc. Afstemming/informatielijn naar de multidisciplinaire Algemeen Commandanten en het lid Interface/Lid ROT. In AA voornamelijk de coördinatie mono en multi op tactisch niveau, indien de OvDG een hulpvraag uitzet gaat de ACGZ ook over de uitvoering. In ZW gaat de ACGZ over de uitvoering in het effectgebied, de hoe vraag. Zit niet aan de ROT tafel, dit is het Lid ROT. Het Lid ROT zet operationele zaken weg bij de ACGZ. 1.1 Kerntaken ACGZ

� Leidinggeven aan de sectie geneeskundige zorg � Multidisciplinair samenwerken � Rapporteren en adviseren

1.2 Positionering ACGZ Plaats in de regionale crisisorganisatie

Geeft leiding aan de sectie geneeskundige zorg.

Relatie met mono- en multidisciplinaire opschaling

Kan monodisciplinair ingezet worden op basis van inzet criteria en/of verzoek van de OvD-G. Multidisciplinair actief vanaf GRIP 2.

Beschikbaarheid en alarmering De ACGZ is beschikbaar en bereikbaar op basis van de regionale alarmeringsregeling. De ACGZ is aangewezen door het daartoe bevoegde gezag.

Leiding en verantwoording De ACGZ legt verantwoording af aan de Directeur Publieke Gezondheid. De ACGZ geeft leiding aan de hoofden taakorganisaties Acute Gezondheidszorg, Publieke gezondheidszorg, brongebied (OvD-G), Informatie en Ondersteuning (HOn en Hin).


2. Werkgebied De ACGZ is werkzaam voor de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland.


3. GHOR De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) coördineert de geneeskundige hulpverlening vóór, tijdens en na een calamiteit. We zorgen ervoor dat ambulancediensten, ziekenhuizen, huisartsen, GGD en specialisten samenwerken als één soepele organisatie zodat slachtoffers van rampen en ongevallen zo snel en zo goed mogelijk geholpen worden. De coördinatie van geneeskundige werkzaamheden tijdens een grootschalig incident/calamiteit wordt uitgevoerd door de GHOR functionarissen, zoals een OvDG. De GHOR is tijdens een ramp verantwoordelijk voor twee processen: 1. Acute Gezondheidszorg 2. Publieke Gezondheidszorg (Infectieziekten, Medische Milieukunde, Gezondheidsonderzoek na rampen en Psychosociale hulverlening).


3.1 GRIP De kracht van de crisisbeheersingsorganisatie schuilt in het opschalingsprincipe van de organisaties van brandweer, politie, gemeentelijke organisaties en GHOR met zijn ketenpartners. Deze zijn vastgelegd in de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). GRIP regelt een multidisciplinaire opschaling en coördinatie bij de bestrijding van grootschalige incidenten of rampen. GRIP is van toepassing op de brandweer, politie, GHOR en de gemeentelijke organisatie. GRIP is geen kwestie van uitbreiding van het aantal ambulances, brandweerwagens of politieauto’s. GRIP gaat over duidelijke afspraken over de bestuurlijke en operationele coördinatie en de leiding binnen multidisciplinaire rampenbestrijdingsteams.

3.1.1 GRIP Amsterdam-Amstelland

Coördinatiealarmen Reikwijdte van het incident

Routine Dagelijks en monodisciplinair optreden van de partijen.

GRIP 1 Grootschalig incident in een brongebied, de uitstraling naar de omgeving daarvan -effectgebied- en de effecten van het operationele incident. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire coördinatie van de operationele processen.

GRIP 2 Indien de span of control te groot is bij de bestrijding van het grootschalige operationele incident. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire coördinatie van operationele processen. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan voorbereiding op multidisciplinaire coördinatie op bestuurlijke crisisbeheersing.

GRIP 3 Calamiteit in één gemeente. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire gecoördineerde bestuurlijke crisisbeheersing.

GRIP 4 Grote calamiteit, zoals ramp of zwaar ongeval in meerdere gemeenten binnen de veiligheidsregio. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire gecoördineerde bestuurlijke, regionale crisisbeheersing.


3.1.2 GRIP Zaanstreek-Waterland

Coördinatiealarmen Reikwijdte van het incident

Routine Dagelijks en monodisciplinair optreden van de hulpverleningsdiensten

GRIP 1 Incidenten met effecten tot maximaal in de directe omgeving van het incident. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire coördinatie van de operationele processen vanuit het brongebied (= waar incident heeft plaatsgevonden)

GRIP 2 Grootschalig incident met uitstraling naar de omgeving. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire coördinatie van de operationele processen vanuit het effectgebied (= rond incidentgebied gelegen)

GRIP 3 Incidenten in één gemeente. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire coördinatie op bestuurlijke processen.

GRIP 4 Grote incidenten, zoals ramp of zwaar ongeval in meerdere gemeenten. Er bestaat noodzaak tot en behoefte aan multidisciplinaire, gecoördineerde bestuurlijke regionale processen.


3.2 Schematisch overzicht GRIP Amsterdam Amstelland GRIP 1 = COPI + (mogelijk) AC-GHOR GRIP 2 = COPI + IF + AC-GHOR (HAC & + IMAC) GRIP 3 = COPI + IF+ BT + AC-GHOR (HAC + IMAC + OMAC 2x) GRIP 4 = COPI + IF + RBT + AC-GHOR (HAC + IMAC + OM AC 2x) ---------- COPI = Commando plaats incident AC-GHOR = Actiecentrum GHOR IF = Interface BT = Beleidsteam RBT = Regionaal Beleidsteam 3.3 Schematisch overzicht GRIP Zaanstreek-Waterland GRIP 1 = COPI GRIP 2 = COPI + ROT + AC-GHOR (HAC + IMAC) GRIP 3 = COPI + ROT + BT + AC-GHOR (HAC + IMAC + O MAC 2x) GRIP 4 = COPI + ROT + RBT + AC-GHOR( HAC + IMAC + OMAC 2x) ---------- COPI = Commando plaats incident AC-GHOR = Actiecentrum GHOR (R)OT = (regionaal) Operationeel team (R)BT = (regionaal) Beleidsteam


3.4 Standaard samenstelling GRIP

3.4.1 Standaard samenstelling Zaanstreek-Waterland COPI (R)OT GBT RBT Leiding Leider CoPI

(Brw of Pol) Leider OT (Brw of Pol)

BGM BGM betrokken gemeenten

Brandweer OvD-B

AC Brandweer + Stafsectie

Strategisch adviseur Brandweer

Strategisch adviseur Brandweer

Politie OvD- P AC Politiezorg + Stafsectie

Strategisch adviseur Politie

Strategisch adviseur Politie

GHOR 1e OvD-G

Lid ROT Directeur PG Directeur PG

Gemeente OvD-bevolkingszorg

AC- Bevolkingszorg + Stafsectie

Strategisch adviseur Bevolkingszorg

Strategisch adviseur Bevolkingszorg

Voorlichting CoPI-voorlichter (politie/gemeenten)

Communicatie-adviseur + Stafsectie

Strategisch communicatie adviseur

Strategisch communicatie adviseur

OM - - HOvJ (Fungerend) HOvJ Informatie-management

Informatiecoordinator Plotter (multi)

Informatiemanager + Stafsectie Journaalschrijver + ROT-ondersteuner

Informatiecoordinator Procesadviseur Journaalschrijver(s)

Informatiecoordinator Procesadviseur Journaalschrijver(s)


3.4.2 Standaard samenstelling Amsterdam-Amstelland COPI Interface GBT RBT Leiding Leider CoPI

(Brw of Pol) Leider Interface BGM Voorzitter v.d.

Veiligheidsregio BGM betrokken gemeenten

Brandweer OvD-B

Hoofd Sectie BWR Commandant van de Regionale Brandweer

Commandant van de Regionale Brandweer

Politie OvD- P Hoofd Sectie POL Korpschef Regiopolitie Korpschef Regiopolitie GHOR 1e OvD-G Lid Interface Directeur PG Directeur PG Gemeente Vertegenwoordiger-

bevolkingszorg

Hoofd Sectie Bevolkingszorg + Adviseur OOV

Technisch voorzitter Leider Nazorg + Secretaris) - Bestuursadviseur OOV + Regionaal Procescoördinator + RPC Bevolkingszorg

Technisch voorzitter Leider Nazorg + Secretaris) - Bestuursadviseur OOV + Regionaal Procescoördinator + RPC Bevolkingszorg

Voorlichting CoPI-voorlichter (politie/brandweer)

Voorlichter (gemeente)

RPC Voorlichting RPC Voorlichting

OM - OvJ HOvJ HOvJ Informatie-management

Informatiecoordinator + ondersteuner Plotter (multi)

Informatiecoördinator Ondersteuner Verslaglegger Secretaris

Informatiemanager Informatiecoordinator Secretaris Verslaglegger

Informatiemanager Informatiecoordinator Secretaris Verslaglegger


4. Maximaal opgeschaalde GHOR organisatie 4.1 Overzicht maximaal opgeschaalde GHOR organisati e AA


4.2 Overzicht maximaal opgeschaalde GHOR organisat ie ZW

COPI

Directeur PG

ACGZROT

(R)BT

1e OvDG

2e OvDG

Proces

Acute opgeschaalde

zorg

Proces

PSH

Proces

Ondersteuning/

Informatie

Actiecentrum

Meldkamer

GNK

Ziekenhuizen

CGV

Ambulances

AmbuteamMMT

HGN

SIGMA

Proces

Publieke Zorg

Proces

IZB

Proces

MMK

Proces

GOR

Lid ROT

Hoofd Acute

Gezondheids

Zorg

Hoofd

Publieke

Gezondheids

Zorg

Procesleider(s)

Uitvoeringsorganisatie GGD

(GAGS/Artsinfectieziekten/Leider Kernteam PSH)


5. Bevoegdheden GHOR- functionarissen

Inzet/GRIP afkondigen:

M K A

1e A M B U

O v D G

C G V

H G N

AC

GZ

Lid Interface/ R

OT

Directeur

PG

H

A C

IMA

C

O M A C

PS

H Ldr.

Kernteam

GRIP Afkondigen 1+2 1+2 + 3 1+2 + 3 1+2+3+4 OvDG x x x x GAGS x x x x GNK-C x x ACGZ x Lid Interface/ROT x CGV x x HAC/OMAC/IMAC x * Voorlichter GGD AA x x x Arts infectieziekten x x Leider Kernteam PSH x

Toelichting bevoegdheden 1+2 – OvDG informeert bij GRIP 1 ACGZ, GRIP 2 alleen op basis van consultatie ACGZ of advisering Leider CoPI 3 - Advisering Voorzitter Interface/Leider OT om GRIP 3 af te kondigen/ als het Interface/ROT nog niet operationeel mag de ACGZ en/of Lid Interface/ROT op basis van consultatie Directeur PG GRIP 3 afkondigen. X Voor de regio AA is de ACGZ bevoegd op proces PSH te starten/in ZW met toestemming Directeur PG. * HAC heeft vanaf GRIP 2 mandaat om de OMAC’s te alarmeren, wel informering ACGZ.


6. Communicatie 6.1 METHANE METHANE is een methode om op een gestructureerde wijze, met behulp van een uitvraagprotocol, de eerste informatie over het incident te delen. METHANE geeft een eerste beeld van het incident. M: Major incident Grootschalig incident/ongeval bericht E: Exact location Exacte locatie van het incident T: Type of incident Soort incident of ramptype H: Hazards Aanwezige gevaren of risico’s A: Acces Toegang tot het gebied/aanrijroute/meteogegevens N: Number of casualties Inschatting van het aantal en type slachtoffers E: Emerency Services Aanwezige en vereiste hulpverleningsdiensten


6.2 BOB BOB is een dynamisch proces. Nieuwe informatie en voortschrijdende inzichten leiden weer tot nieuwe beeldvorming. Beeldvorming

� Informatie vergaren (breed); eerst toetsende verkenning, daarna info eigen en andere disciplines

� Vooruit kijken � Knelpunten omschrijven

Oordeelsvorming

� Knelpunten wegen � Prioriteiten stellen � Agenda maken

Besluitvorming

� Afweging maken � (Mede)verantwoordelijken betrekken � Knoop doorhakken


7. Melding en alarmering 7.1 Alarmering bij GRIP 1 Bij GRIP 1 wordt de ACGZ ter informatie mee gealarmeerd. Hierdoor weet de ACGZ dat de OvDG hem/haar op korte termijn over het incident zou moeten informeren. * Pager gaat af met de melding GRIP 1 * Pager gaat voor de tweede keer af met de melding contact MKA (de OvDG zoekt via de MKA contact met de ACGZ) Mocht je als ACGZ bij GRIP 1 na max. 45 minuten nog niks gehoord hebben van de OvDG dan via de MKA contact zoeken met de dienstdoende OvDG. 7.2 Alarmering bij GRIP 2 en hoger Bij GRIP 2 of hoger wordt de ACGZ standaard mee gealarmeerd via P2000. Het bericht in de pager is neem contact op met de MKA. 7.3 Contact MKA

� Je wordt via P2000 gealarmeerd door de MKA. � Neem - als je dienst hebt – contact op met de MKA (Tenzij het bericht anders vermeldt)

Telefoonnummer: xxxxxxx.

� Vermeld duidelijk wie je bent en vanuit welke functie je contact opneemt met

de MKA. � Laat je door de MKA via METHANE informeren over de aard van het incident.

� Vraag wie de dienstdoende OvDG is.

� Vraag indien je met spoed besluit te gaan rijden om een A1-ritnummer

• vermeld het voertuignummer waarmee de A1 rit gereden gaat worden + locatie van vertrek en aankomst. De MKA koppelt het voertuig aan een A1 rit met de aankomst locatie. Meldt je ter plaatsen zodat de MKA de aankomsttijd kan invullen.

� ZW - Vertrek naar het ROT Zaandam � AA – Vertrek naar het Beleidscentrum1

Indien in AA de monodisciplinaire afstemming tussen de actiecentra niet meer voldoende is (vb bij een grote evacuatie) en er behoefte is aan multidisciplinaire afstemming op Algemeen Commandanten niveau en het actiecentrum van de politie

1 Na verloop van tijd is de opkomstlocatie voor de ACGZ niet automatisch het beleidscentrum, hij/zij kan ook naar het GHOR-bureau gaan of vanaf een andere plaats zijn werkzaamheden uitvoeren.


operationeel is, dan komen de Algemeen Commandanten op het Hoofdbureau van Politie. De gevraagde actie wordt dan gezamenlijk, onder voorzitterschap van de Algemeen Commandant van de Politie, uitgevoerd. Na de afstemming worden de crisisbeheersingsprocessen uitgevoerd en keren de Algemeen Commandanten terug naar hun eigen kolom. 7.4 Informeren Directeur PG Zaanstreek-Waterland Vanaf GRIP 1 informeert de ACGZ zo snel mogelijk na afloop van het incident de drie piket Directeuren PG2 via mail (zie back-uplijst) aan de hand van METHANE. Vanaf GRIP 2 informeert het Lid Interface in Amsterdam-Amstelland en het Lid ROT in Zaanstreek-Waterland de DPG.

2 Zie back-uplijst in de bijlage voor contactgegevens.


8. Aankomst Interface/OT- ruimte 8.1 Interface ruimte Amsterdam-Amstelland Het Regionaal crisiscentrum* van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is gevestigd in het stadhuis van Amsterdam. Toegang tot het stadhuis via de portiersloge aan de Zwanenburgwal. Beneden voor de ingang van het crisiscentrum is een tweede portier aanwezig. Contactgegevens Algemeen telefoonnummer crisiscentrum: xxxxx Portier Stadhuis Amsterdam: xxxxx E-mail xxx xx *In beginsel ook de opkomstlocatie van de ACGZ. Zoek een rustige werkplek in het beleidscentrum.


8.2 ROT ruimte Zaanstreek-Waterland Het Regionaal crisiscentrum van de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is gevestigd in het Veiligheidsbureau van Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein Zaandam, 3e etage ruimte 3.01. Contactgegevens Algemeen telefoonnummer xxxxxx (receptie) De werkplek van de ACGZ is achter de laptop rechtsachter in de hoek van de ROT ruimte.


8.3 Inloggen computers Interface/ROT ruimte Amsterdam-Amstelland Gebruikersnaam: xxxxx Wachtwoord: xxxxxx Zaanstreek-Waterland Zie inlogkaart in het bakje naast de laptop.


9. Leiding en coördinatie

Lid Interface/

Lid OT

DPG

ACGZ

HAC

(HIN/HON)

OvDG

Hoofd Acute

Gezondheids

Zorg

Hoofd

Publieke

Gezondheids

Zorg

AC-P

AC-B

AC-G

Procesleiders

GGD

Behand

elen

Ver-

voerenTriage PSH MMK IZ EDG

Crisis-

coördinatoren

Zorginstellingen

DPG Commandolijn naar Lid Interface en Algemeen Commandant GZ. In Amsterdam is het DPG piket en het GGD directiepiket samengevoegd tot 1 piket. De DPG is binnen de GGD opschaling de voorzitter van het crisisteam GROP (het Hoofd Publieke Gezondheidszorg). Indien de DPG bij GRIP 3 naar het RBT moet zal hij iemand binnen de GGD aanwijzen die zijn rol/taak in het crisisteam GROP/Hoofd Publieke Gezondheidszorg zal overnemen. In Zaanstreek-Waterland staat de DPG op piket voor het RBT vanaf GRIP 3. Vanaf GRIP 1 informeert de ACGZ de DPG. Lid Interface/Lid ROT In Amsterdam: voor de bestuurlijke advisering. Informatielijn tussen Lid Interface en ACGZ zodat de bestuurlijke lijn en operationele lijn niet van elkaar afwijken. Zit in Interface.


In Zaanstreek-Waterland: in het ROT komen naast bestuurlijke adviseringszaken ook operationele zaken aan de orde. Het Lid ROT zet de operationele zaken altijd weg bij de ACGZ. De ACGZ zit ook in de ROT ruimte zodat hij kan afstemmen met de andere Algemeen Commandanten. ACGZ Multidisciplinaire coördinatie en monodisciplinaire regie en aansturing van GHOR –functionarissen. Commandolijn naar Hoofd Publieke Zorg, Hoofd Acute Gezondheidszorg/OvDG en HAC. Afstemming/informatielijn naar de multidisciplinaire Algemeen Commandanten en het lid Interface/Lid ROT. In AA voornamelijk de coördinatie mono en multi, indien de OvDG een hulpvraag uitzet gaat de ACGZ ook over de uitvoering en de hoe vraag. In ZW gaat de ACGZ over de uitvoering in het effectgebied, de hoe vraag. Zit niet aan de ROT tafel, dit is het Lid ROT. Het Lid ROT zet operationele zaken weg bij de ACGZ. Hoofd Acute Gezondheidszorg Het Hoofd Acute Gezondheidszorg is eindverantwoordelijk voor de uitvoerende processen: Triage, Behandeling (op het plaats incident) en het Vervoer (inclusief gewondenspreiding en ambulancebijstand). Het Hoofd Acute Gezondheidszorg wordt volgens het convenant Ambulance Amsterdam – Veiligheidsregio’s (januari 2013) door de Ambulance Amsterdam geleverd. Deze functie wordt door de ACGZ gealarmeerd wanneer er knelpunten, schaarste is binnen het proces opgeschaalde acute zorg3. De Ambulance Amsterdam kan ook zelf de functie activeren indien hier intern behoefte aan is. Het Hoofd Acute Gezondheidszorg is iemand binnen de Ambulance Amsterdam met een leidinggevende functie/of met mandaat. Indien het Hoofd Acute Gezondheidszorg operationeel is, is hij ook het aanspreekpunt voor alle zorginstellingen binnen het proces acute gezondheidszorg. Deze functie wordt in de loop van 2013 ingevuld door Ambulance Amsterdam. De informatielijn tussen HAC en crisiscoördinatoren blijft bestaan. Hoofd Publieke Gezondheidszorg Amsterdam Ingeval van de opgeschaalde GGD (GROP) aanspreekpunt/commandolijn van de ACGZ voor de publieke gezondheidsprocessen. De ACGZ kan bij knelpunten in één van de processen het Hoofd Publieke Gezondheidszorg hierop aanspreken. Indien de GGD niet is opgeschaald verloopt het contact ACGZ met de procesleider van het lopende proces of direct via de uitvoering (vb: GAGS of Leider PSH). Indien je het Hoofd Publieke Gezondheidszorg via de MKA wilt alarmeren laat je de pager van de DPG uitzetten.

3 Exacte inzetcriteria en alarmering moet nog verder worden uitgewerkt juni 2013.


Zaanstreek-Waterland Ingeval van de opgeschaalde GGD (GROP) aanspreekpunt/commandolijn van de ACGZ voor de publieke gezondheidsprocessen. De ACGZ kan bij knelpunten in één van de processen het Hoofd Publieke Gezondheidszorg/coördinator crisisteam GROP hierop aanspreken. De crisiscoördinator is het dienstdoend MT lid. Het dienstdoend MT lid is tevens de procesleider van het proces PSH. De procesleider van de IZB is de dienstdoende arts infectieziekten, de procesleider MMK is de GAGS4 of binnen kantooruren de medisch milieukundige en de procesleider van de GOR is het hoofd EDG. Indien je het Hoofd Publieke Gezondheidszorg via de MKA wilt alarmeren laat je de pager van de DPG uitzetten. HAC De HAc functie omvat de Hin en de HOn functie. Het HAc geeft leiding aan het AC-GHOR. Hij/Zij is verantwoordelijk voor de aansturing van het AC-GHOR, de informatiepositie van het AC-GHOR en het uitvoeren van opdrachten van de ACGZ. In de loop van 2013 worden de HIn en HOn functie verder geconcretiseerd en uitgewerkt.. OvDG In AA gaat de OvDG over het bron en effectgebied. Wat de OvDG niet kan overzien/aankan wordt monodisciplinair bij de Algemeen Commandanten weggezet. In ZW gaat de OvDG over het brongebied. Uitvoerende processen Zijn alle uitvoeringsprocessen die hangen onder het proces Acute Gezondheidszorg (trieeren, behandelen en vervoeren) en Publieke Gezondheidszorg (de GROP-processen). De ACGZ heeft indien het Hoofd Publieke Gezondheidszorg (in ZW met het dienstdoende MT-lid) actief is contact met hem over de GROP-processen. Indien er 1 GROP-proces gestart is loopt het contact met de procesleider (indien deze opgeschaald is). De ACGZ houdt naast deze contacten altijd direct (of via de HAc) contact met de GAGS, Artsinfectieziekten en de Leider Kernteam PSH. In het proces Acute Gezondheidszorg blijft de ACGZ (of via HAc) ook als het Hoofd Acute Gezondheidszorg operationeel is contact houden met de OvDG, CGV etc. AC-GHOR Het AC-GHOR wordt in de loop van 2013 ingericht als het GHOR informatiecentrum/knooppunt. De rollen HIN en HON worden verder geconcretiseerd en uitgewerkt. Tot die tijd blijven de HAc, IMAc-functie en de OMAc –functie bestaan. De kerntaken van het AC-GHOR blijven gelijk. Tijdens trainingen en oefeningen in 2013 wordt gekeken of de huidige functionarissen in het AC-GHOR ook geschikt zijn voor de nieuwe invulling van functies binnen het AC-GHOR.

4 Met de GAGS zijn er alleen afspraken gemaakt indien er sprake is van een GRIP situatie, niet voor andere situaties in het GROP.


MKA Indien er geen AC-GHOR is opgeschaald is de MKA het informatieknooppunt en onderhoudt de MKA ook de contacten met de zorginstellingen. Zodra het AC-GHOR operationeel is neemt het AC-GHOR deze taken over van de MKA. De MKA blijft verantwoordelijk voor de alarmering en voor het vervoer van slachtoffers Voor een uitgebreide beschrijving van de taakverdeling AC-GHOR – MKA zie U:\GHOR\_Algemeen\08 Projecten - werkgroepen\Gevolgen verhuizing MKA voor actiecentrum/ Werkafspraken MKA – AC.


10. Informatie uitwisseling Informatielijnen lopen via LCMS (GHOR-tabblad) de commandolijn gaat telefonisch. 10.1 Informatie-uitwisseling monodisciplinair De ACGZ onderhoudt continu contact met de OvDG, HAC en het Lid Interface/ROT. Vanaf GRIP 2 telefonisch5 via het AC-GHOR verspreiding van informatie en acties in de keten: o.a.

� OvDG � MKA � GAGS � Leider Kernteam

Na iedere Interface/ROT vergadering met het Lid Interface/ROT het beeld opnieuw afstemmen.

� BOB � Acties/knelpunten benoemen/uitzetten

Lees regelmatig het GHOR-tabblad in LCMS voor het laatste beeld en de terugkoppeling van acties door het Actiecentrum GHOR.

10.1.1 GHOR tabblad LCMS De ACGZ is verantwoordelijk voor de samenvatting van het GHOR tabblad. Alle andere velden in het GHOR tabblad worden ingevuld door de HAC, IMAC, MKA en GAGS. In de samenvatting beschrijf je de GHOR punten die voor de multidisciplinaire partners van belang zijn. 10.2 Informatie – uitwisseling multidisciplinair Zijn er acties uit de interface/ROT vergadering voor de ACGZ? Heb jij acties/knelpunten die het Lid Interface/Lid ROT mee moet nemen in de volgende vergadering? Lees regelmatig het CoPI beeld en het Interface/ROT beeld in LCMS.

10.2.1 Multi afstemming Amsterdam-Amstelland De afstemming met de Algemeen Commandanten verloopt telefonisch. Indien telefonisch contact niet voldoende is en het AC Politie operationeel is komen de Algemeen Commandanten daar samen.

10.2.2 Multi afstemming Zaanstreek-Waterland Zoek afstemming met de Algemeen Commandanten buiten de ROT- vergaderingen. Let op dat je eerst goed afstemt met het Lid ROT!

5 Niet meer via de Actiemodule in LCMS. We zijn nu aan het onderzoeken of IMessage op de Ipad ook een goed middel kan zijn om acties weg te zetten bij het AC-GHOR.


11. Werkinstructies Informatielijnen lopen via LCMS (GHOR-tabblad) de commandolijn gaat telefonisch. 11.1 Samenwerking met de MKA

� 1e afstemming � METHANE � Beeld mono-processen/eventuele knelpunten � Uitzetten alarmering GHOR functionarissen

11.2 Samenwerking met de OvDG

� Afstemming mono � METHANE � BOB � Brongebied (in AA ook effectgebied) � Continu proces

11.3 Samenwerking met het HAC

� Geef aan wat er van het AC-GHOR verwacht wordt, zet (telefonisch) opdrachten uit en geeft aan wanneer dit uitgevoerd moet zijn

� Alarmering functionarissen/aflossing � Beeldvorming � Terugkoppeling op de gevraagde besluiten � Eventuele knelpunten mono � Continu proces

Contactgegevens AC-GHOR Telefoon: xxxx Fax: xxxx Email:xxxxx

11.4 Samenwerking Hoofd Acute Gezondheidszorg

� Wordt in de loop van 2013 (juni) ingevuld door de Ambulance Amsterdam � Lijn loopt nu direct naar de OvDG en CGV (blijft ook zo als de functie ingevuld

is) � Bij knelpunten en schaarste contact opnemen met de dienstdoende

teammanager van de Ambulance Amsterdam (P2000 via MKA)


11.5 Samenwerking met het Lid Interface/ROT 1e overleg: 1. Op rustige plek stemmen ACGZ en Lid Interface/ROT beeld af en worden

instructies gegeven: a. Beeld ACGZ (METHANE) b. Aanvullingen beeld Lid Interface/ROT c. Knelpunten ACGZ d. Knelpunten Lid Interface/ROT e. Acties ACGZ f. Acties Lid Interface/ROT g. Zijn er punten voor de DPG/Lid Interface/ROT stemt af met de DPG

2. ACGZ stemt multi af met de andere AC buiten de Interface/ROT vergaderingen om.

3. Interface/ROT vergadering 2e en volgende overleg: 1. Laatste ontwikkelingen door ACGZ en Lid Interface/ROT (METHANE) 2. Knelpunten 3. Nalopen acties vorige overleg(gen) 4. Nieuwe acties 5. Punten DPG 6. ACGZ mogelijk overleg met multidisciplinaire partners 7. Interface/ROT vergadering -Cyclus-


11.6 Samenwerking GAGS/Artsinfectieziekte � Ter advisering � Inhoudsdeskundige

11.7 Samenwerking Leider Kernteam � Proces PSH starten6 � Informatie delen � Eventuele knelpunten/beslissingen

11.8 Samenwerking met de DPG

� Informeren (in ZW vanaf GRIP 1) � Consultatie � Mono afstemming en ROT-RBT afstemming (loopt via het Lid Interface/Lid

ROT)

11.9 Aflossing � (maximaal na 6 uur) � Bespreek na ongeveer 4.5 uur met het HAC of er aflossing nodig is zodat na

maximaal 6 uur een nieuw team verder kan gaan. � Vraag aan het HAC om aflossing te regelen voor jou als ACGZ (via de back-

uplijst). � Het AC-GHOR regelt de eigen aflossing.

• Wijs een OMAC aan die adv de back-up lijst andere OMAC s gaat alarmeren die nog niet eerder gealarmeerd zijn.

• Laat bijhouden hoe laat men verwacht te arriveren. • HAC aflossing; wijs een OMAC aan die adv de back-up lijst een andere

HAC alarmeert. � Bij onvoldoende aflossingscapaciteit kan aflossing geregeld worden via

andere regio’s. Bijstand andere regio’s kan alleen op verzoek van de ACGZ � Zorg dat er een overdracht kan plaatsvinden. � Los na maximaal 6 uur af.

6 In ZW met toestemming van de DPG.


12. Specifiek 12.1 Slachtofferregistratie GHOR GHOR heeft als belangrijkste procestaak om de informatiestroom over zwaargewonde slachtoffers op gang te brengen en de informatie uit deze stroom om te zetten in een lijst met zwaargewonde slachtoffers (Triageklasse 1 en 2). Deze lijst deelt de GHOR met de Backoffice (gemeente DBI). Dit proces vindt plaats in het ActieCentrum GHOR onder verantwoordelijkheid van het Hoofd ActieCentrum GHOR die de operationele uitvoering belegt bij een Informatie/Operationeel Medewerker ActieCentrum. Het proces slachtofferregistratie kan gestart worden vanuit het veld maar ook vanaf een ander punt in de crisisorganisatie. De Officier van Dienst-Geneeskundig is hierin een belangrijke schakel tussen het veld en de ACGZ. De laatste is eindverantwoordelijk voor het proces. Het Hoofd ActieCentrum GHOR onderhoudt contact met de Crisiscoördinatoren (ZiROP)van de ziekenhuizen die een voorwaarschuwing hebben ontvangen dat ze slachtoffers van het incident kunnen verwachten. De Crisiscoördinator bewaakt het proces van registratie binnen het ziekenhuis en zorgt voor tijdige aanlevering. Als belangrijke aanvullende informatie ontvangt de Informatie/Operationeel Medewerker ActieCentrum ook een lijst met verreden ritten van de MKA-centralist/CGV die voor het incident verantwoordelijk is. Door verreden ritten te vergelijken met slachtofferlijsten van de ziekenhuizen ontstaat een meer betrouwbaar beeld. Informatie/Operationeel Medewerker ActieCentrum zet de verzamelde gegevens, na een eerste controle, door naar de functionaris die verantwoordelijk is voor het verzamelen van gegevens binnen de Backoffice. Procesvariant “Ziekenhuis Niet Opgeschaald”: In geval een ziekenhuis niet het ZiROP heeft geactiveerd is er geen crisiscoördinator. Het contact tussen GHOR en Ziekenhuis verloopt dan via de leidinggevende van de SEH. Deze taak zet je als ACGZ weg bij het AC-GHOR. Aandachtspunten: - Convenant Ziekenhuizen (mochten er knelpunten in het proces zijn) (U-schijf U:\GHOR\_Algemeen\02 Bedrijfsvoering\overeenkomsten - convenanten - intern juridisch\Ziekenhuizen - REVO (wordt er gewerkt volgens de afspraken?) U:\GHOR\_Algemeen\08 Projecten - werkgroepen\ReVo/Taakkaarten - Nazorgtraject (wanneer eindigt het proces, zorg dat het AC-GHOR afspraken maakt met de ziekenhuizen voor de nazorgfase) - Handreiking afspraken openbaar bestuur – ziekenhuizen U:\GHOR\_Algemeen\10 Ketenregie\Ziekenhuizen/handreiking


Via OvDG Slachtofferbeeld vanuit het brongebied. Via MKA/CGV Slachtofferbeeld op basis van de vervoerde slachtoffers. Via het AC-GHOR Slachtofferbeeld op basis van ziekenhuisgegevens. Een belangrijke functie van AC-GHOR is het verzamelen en doorgeven van persoonlijke gegevens van slachtoffers (via de ziekenhuizen) aan de BackOffice van de gemeente. Het AC-GHOR verzamelt de gegevens met behulp van de excellijst slachtofferregistratie. Deze excellijst bestaat uit basisgegevens (minimaal), Basisgegevens Deze gegevens zijn essentieel voor de 1e fase in de slachtofferregistratie met als doel het informeren van verwanten

� Achternaam (bij gehuwd meisjesnaam) � Voorletters � Voornaam � Geb.datum (dd-mm-jjjj) � Geslacht m/v � Locatie (welk ziekenhuis)

Belangrijke gegevens

� T1/T2/T3/ overleden � Verwant bereikt? op welk nr? � Nationaliteit

Gegevens voor het nazorgtraject Voor het totaalbeeld na afloop van het incident. Deze gegevens worden op verzoek (soms ook door de DPG zelf) van de DPG aan de ziekenhuizen gevraagd.

� Zelfverwijzer ja/nee � Ziekenhuisnummer � Rampnummer � Gewondenkaartnummer � Gezondheidstoestand � Afdeling � Opnamedatum � Ontslagdatum � BSN-nummer � Bijzonderheden


13. Landelijke organisaties ter ondersteuning (hoef je als ACGZ niet actief iets mee te doen maar ter kennisnamen) LOCC Het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) draagt zorg voor de landelijke coördinatie van de operationele inzet tijdens rampen, calamiteiten en grootschalige evenementen.

Uit rapportages en ervaringen is gebleken dat het inrichten van een centraal punt voor brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en defensie noodzakelijk is, om de operationele inzet op landelijk niveau adequaat te laten plaatsvinden. Sleutelwoorden hierbij: Bijstand, informatievoorziening en advisering.

Op deze manier biedt het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) de kans de bovenregionale inzet van mensen en middelen bij grootschalige evenementen en rampen efficiënt en effectief te laten verlopen. Het LOCC is namens het ministerie van VenJ het landelijk aanspreekpunt hiervoor.

Contact: Driebergen telefoon xxxx KLPD Aanpak van o.a. zware, georganiseerde criminaliteit, terrorismebestrijding. Uiteenlopende politiewerkzaamheden binnen de Nederlandse politie landelijk via KLPD. Bundelt kennis en expertise, beschikt over materieel dat beschikbaar kan worden gemaakt voor rampenbestrijding. Contact: Via AC Politie Website: www.klpd.nl RIT Het Rampen Identificatie Team : assistentie bij berging en identificatie van personen die bij een ramp of calamiteit zijn omgekomen. De coördinatie is ondergebracht bij het KLPD. Contact: Via AC Politie


Calamiteitenhospitaal in Utrecht Ook geschikt voor opvang van slachtoffers van besmettelijke aandoeningen. Info: http://www.mindef.nl/nationaal/huidigetaken/Calamiteiten_hospitaal.aspx - Speciale eenheid voor inzet bij NBC incidenten - Decontaminatie bij NBC incidenten - Faciliteren bijstand en steun dmv : blushelikopters, militaire voertuigen voor

redden of evacueren, - kazernes voor opvang van slachtoffers. - bewakings- en beveiligingstaken

Contact: Via de MKA-Meldkamer Utrecht. Kustwacht Hulpverlening, redding en rampen- en incidentbestrijding op zee. Werkt samen met KNRM: kerntaak redding op zee & ruime binnenwater, bv IJsselmeer. De KNRM vaart in opdracht van de Kustwacht en wordt meestal via Defensie ingezet. Explosieven Opruimingsdienst EOD/explosieve Opruimingscommando Koninklijke Landmacht (EOCKL): opsporen en ruimen van explosieven. EOCKL coördineert de inzet van alle Explosieven Opruimingsdiensten. Contact: Via AC Politie, afspraken in het Protocol Verdachte Objecten (PVO).

RIVM 1. Adviseren bij OGS, Radiologische incidenten en Kernongevallen, Terreuraanslagen en Vergiftigingen.

2. Calamiteit met chemische stoffen: bij brand, ongeval met tankwagen of gezondheid klachten tgv (nog) onbekende oorzaak snel informatie over aard, concentratie en verspreiding van stoffen en de mogelijke gevaren. De Milieu Ongevallen Dienst kan advies geven om gevolgen voor mens en milieu te beperken.

3. Kernongevallen: Meetgegevens en modelberekeningen om verwachte stralingsdosis bevolking in te schatten en adviseren over passende maatregelen.

Algemeen: Geneeskundige informatie over ontsmettingsprocedures, behandeling van straling-slachtoffers en advies over het nut / noodzaak van gezondheidsonderzoek en/of ondersteuning bij de uitvoering daarvan. Info: www.rivm.nl


NVIC Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum is onderdeel van het RIVM. Uitvoeren van snelle risicoanalyses van gezondheidseffecten na blootstelling aan lichaamsvreemde stoffen. 7x24 uur informatie over gezondheidseffecten en behandelingen van acute intoxicaties aan medische hulpverleners en overheidsinstanties. info: www.vergiftigingen.info

LCI De Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding is onderdeel van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIB) van het RIVM. Functioneert als kenniscentrum voor infectieziektebestrijders van de GGD'en. Taken: - functioneren als helpdesk voor professionals - crisismanagement tijdens een dreigende landelijke of regionale epidemie of infectieziektecalamiteit - ontwikkeling en onderhoud van richtlijnen en draaiboeken Info: www.infectieziekten.info Rijkswaterstaat (RWS) RWS is onderdeel van Min Verkeer& Waterstaat. Taken: beschermen tegen water Kustlijn en dijken controleren etc. Rijkswegen – en waternet = verantwoordelijkheid RWS Adviseert bij dreigende overstromingen en infrastructurele problemen op weg/water. Contact: Via de politie. Info: www.rijkswaterstaat.nl. Waterschappen Waterschappen zijn regionale overheden, die uitsluitend taken verrichten op het gebied van waterbeheer zoals: - zorgen voor de waterkering - zorgen voor de waterkwaliteit - zorgen voor de waterkwantiteit Contact: Via de OL. Regionaal afspraken maken wanneer vertegenwoordiger in het OT Prorail ProRail is de rail infra manager van het Nederlands spoorwegennet. Haar kerntaken zijn: - capaciteitsmanagement - aanbod veilige treinpaden - beheer en onderhoud

Contact: www.prorail.nl


14. Afschalen

� Vanaf GRIP 3 bepaalt het (R)BT de afschaling (op advies van de Interface/ROT). � In GRIP 2 bepaalt de Interface/ROT de afschaling. � Bij GRIP 1 bepaalt het COPI de afschaling

� Informeer het HAC, Lid Interface/ROT en de OvDG over de afschaling. � Is er behoefte aan een debriefing en wie moet daarbij zijn? � Informeer (via het AC-GHOR) andere betrokkenen GAGS, Leider Kernteam,

zorginstellingen etc. over de afschaling � Korte nabespreking met Lid Interface/ROT over de samenwerking � Verzamel mono evaluatiepunten

14.1 Inzetrapportage � Maak max binnen 48 uur na het incident aan de hand van je logboek en

verzamelde gegevens een inzetrapportage in AG5. o https://login.ag5.nl/vraa


15. Evaluatie 15.1 Processchema evaluatietraject


16. Bijlagen Bijlage 1: Landelijk Kwalificatieprofiel ACGZ (conc ept) (verschil in onze regio met bron en effectgebied en taken Lid Interface/ROT.

1. Positionering Plaats in de regionale crisisorganisatie

Geeft leiding aan de sectie geneeskundige zorg.

Relatie met mono- en multidisciplinaire opschaling

Kan monodisciplinair ingezet worden op basis van inzet criteria en/of verzoek van de OvD-G. Multidisciplinair actief vanaf GRIP 2. Lid van het Regionaal Operationeel Team.

Beschikbaarheid en alarmering De ACGZ is beschikbaar en bereikbaar op basis van de regionale alarmeringsregeling. De ACGZ is aangewezen door het daartoe bevoegde gezag.

Leiding en verantwoording De ACGZ legt verantwoording af aan de operationeel directeur Publieke Gezondheid. De ACGZ ontvangt , voor de multidisciplinaire aspecten, leiding van en legt verantwoording af aan de Operationeel Leider. De ACGZ geeft leiding aan de hoofden taakorganisaties Acute Gezondheidszorg, Publieke gezondheidszorg, brongebied (OvD-G), Informatie en Ondersteuning.


2. Kerntaken en werkzaamheden Kerntaak 1

Werkzaamheden

Leidinggeven aan de sectie geneeskundige zorg

Het leiding geven aan de geneeskundige hulpverlening en het daarbij initiëren en coördineren van de samenwerking met de ketenpartners in de witte kolom. Maatregelen treffen met betrekking tot de acute en publieke gezondheidszorg in het effectgebied. Het initiëren, bewaken en borgen van de benodigde maatregelen van en samenwerking tussen de partners in de witte kolom. Het opschalen van de taakorganisaties acute gezondheidszorg, publieke gezondheidszorg, informatie en ondersteuning. Het leiding geven aan de taakorganisaties acute gezondheidszorg, publieke gezondheidszorg, Informatie en Ondersteuning. Het bewaken van de voortgang van de hulpverlening in het brongebied en de benodigde afstemming met de OvD-G. Het vertalen van opdrachten van de operationeel leider naar tactisch/operationele opdrachten voor de sectie, en het bewaken van de voortgang van uitvoering. Het analyseren van scenario’s op de korte, middellange en lange termijn t.b.v. maatregelen en besluitvorming binnen de sectie geneeskundige zorg.

Kerntaak 2

Werkzaamheden

Multidisciplinair samenwerken

Het afstemmen van de multidisciplinaire werkzaamheden. Adviseren omtrent scheiding bron- en effectgebied en benodigde opschaling. Het analyseren en inbrengen van monodisciplinaire informatie en besluiten t.b.v. een multidisciplinair beeld. Het adviseren van het Gemeentelijk danwel Regionaal Beleidsteam, bij monde van de Regionaal Operationeel Leider, over te nemen strategische beleidsbeslissingen.


Kerntaak 3

Werkzaamheden

Rapporteren en adviseren

Informeert operationeel directeur Publieke Gezondheid omtrent de voortgang binnen de geneeskundige processen en adviezen aan de operationeel leider. Geeft aanvullende multidisciplinair relevante incidentinformatie vanuit de eigen processen in het ROT, en adviseert op basis daarvan bij multidisciplinaire vraagstukken of dilemma’s. Gebruikt het geanalyseerde ROT beeld voor de eigen uit te zetten acties en processen. Levert mono- en multidisciplinair relevante informatie aan het Hoofd Informatie geneeskundige zorg. Laat zich waar nodig door deskundigen adviseren, bijvoorbeeld door de GAGS en de Arts Infectieziekten. Zorgt voor een korte nabespreking met de sectie geneeskundige zorg direct aansluitend aan de inzet, en levert gegevens aan t.b.v. mono- en multidisciplinaire evaluaties .

3. Dilemma’s Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden kan de ACGZ voor één van de volgende dilemma’s komen te staan:

• De ACGZ is verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen met mogelijk verstrekkende gevolgen op basis van mogelijk onvolledige informatie. De ACGZ moet dit risico voor zichzelf kunnen accepteren en gemaakte keuzes kunnen verantwoorden aan anderen.

• De ACGZ geeft leiding aan de hoofden taakorganisaties acute gezondheidszorg, informatie en ondersteuning, in andere situaties kunnen dit directe collega’s of leidinggevenden zijn. De ACGZ moet daarbij in staat zijn leiding te geven met behoud van collegiale werkrelaties.

• De ACGZ geeft leiding aan het hoofd publieke gezondheidszorg. Dit proces valt onder verantwoordelijkheid van de (directeur) GGD. Formeel valt het proces publieke gezondheidszorg wel onder de eindverantwoordelijkheid van de ACGZ. In de reguliere situatie is het hoofd publieke gezondheidzorg mogelijk de hiërarchisch leidinggevende van de ACGZ. Deze aspecten kunnen de samenwerking in de opgeschaalde situatie mogelijk compliceren en vragen om een duidelijk taakafbakening, concrete werkafspraken en vertrouwen.

• De ACGZ is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken in het brongebied maar moet deze verantwoordelijkheid delegeren aan de OvD-G.

• Operationele beslissingen moeten met vertrouwen overgelaten worden aan de OvD-G, c.q. het CoPI.


• De ACGZ is verantwoordelijk voor de regie over de coördinatie en afstemming tussen de partners in de witte kolom, zonder hier enige (beslissing)bevoegdheid in te hebben.

4. Competentieprofiel N.B. Voor het opstellen van dit competentieprofiel is uitgegaan van specifieke competenties minimaal benodigd voor het effectief uitvoeren van de beschreven werkzaamheden. Daarmee is de lijst niet uitputtend. Tevens is uitgegaan van een bepaald beginniveau, en dus al aanwezige competenties. De volgende competenties worden als aanwezig verondersteld: - stressbestendigheid; - discipline; - flexibiliteit; - integriteit. Competentie

Gedragsindicatoren

Leiding geven Richting en sturing geven aan een groep, samenwerkingsverbanden tot stand brengen en handhaven om een beoogd doel te bereiken.

Geeft concrete instructies aan medewerkers, deze zijn niet multi-interpretabel.

Geeft concreet aan wat de doelstelling is voor een bepaalde periode of m.b.t. een bepaalde taak.

Delegeert taken en/of verantwoordelijkheden, maakt daarover concrete afspraken met de betrokkenen.

Herkent het moment waarop stellend en directief moet worden gehandeld. Handelt vervolgens als zodanig.

Creëert indien mogelijk ruimte voor ideeën van anderen.

Versterkt het zelfvertrouwen van de medewerkers en creëert een vertrouwensband met hen.

Neutraliseert bij het ontstaan van spanningen of wrijvingen binnen het team van hulpverleners.

Voortgangsbewaking Bepalen van doelen en prioriteiten in de hulpverlening, controle op de voortgang en bijstelling van het plan van aanpak.

Is in staat de juiste prioriteiten te stellen.

Benoemt concrete doelen met inschatting van tijd, benodigde capaciteit en middelen (plan van aanpak).

Controleert de voortgang in de hulpverlening, de


naleving van afspraken, signaleert knelpunten.

Stelt het plan van aanpak bij op grond van gesignaleerde knelpunten of nieuwe ontwikkelingen.

Samenwerken Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking niet direct van eigen belang is.

Legt contact met alle sleutelfunctionarissen tijdens een hulpverlening, zowel ter plaatse als met deskundigen op afstand. Is voor hen bereikbaar en benaderbaar gedurende de hulpverlening.

Maakt optimaal gebruik van kennis en expertise van anderen, stelt eigen kennis en expertise beschikbaar voor anderen.

Wisselt tijdig relevante informatie uit. Kiest hiervoor de meest geëigende overlegvorm: bilateraal of plenair.

Kan een overleg aansturen, zich opstellen als een teamlid of als adviseur, afhankelijk waar de situatie om vraagt. Laat anderen in hun waarde, toont begrip voor de gevoelens van anderen. Houdt zowel het belang van de geneeskundige hulpverlening als de belangen van andere partijen in het oog.

Is een actief teamlid, ook wanneer er geen direct eigen belang is.

Ondersteunt groepsbeslissingen, stelt zich actief op om het gezamenlijk geformuleerde doel te bereiken.

Besluitvaardigheid Beslissingen nemen door middel van het ondernemen van acties of zich vastleggen door middel van het uitspreken van een oordeel.

Verzamelt voor de hulpverlening relevante informatie bij aanwezigen.

Consulteert externe deskundigen, stelt relevante vragen.

Maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties of veronderstellingen.

Logt alle relevante informatie.


Formuleert op basis van verkregen informatie de problemen voor de hulpverlening en brengt prioriteiten aan.

Formuleert (zonodig in samenwerking met multidisciplinaire partijen) een inzetplan wat oplossingen biedt voor de geconstateerde problemen.

Neemt zo nodig besluiten op basis van beperkte gegevens.

Neemt besluiten tijdig.

Besluiten worden duidelijk en aan alle betrokkenen gecommuniceerd en vastgelegd in het logboek.

Overtuigingskracht Anderen weten te winnen voor een bepaald standpunt, instemming weten te krijgen voor plannen of ideeën.

Straalt zekerheid, kracht en rust uit.

Gebruikt de juiste argumenten, spreekt de ander daarmee aan.

Doseert de argumenten en/of standpunten op beslissende momenten.

Brengt voorstellen met beslistheid, blijft kort en bondig.

Politiek-bestuurlijk inzicht Anticiperen op, herkennen en begrijpen van, politiek-bestuurlijke processen en besluitvorming die van invloed zijn op de voorliggende crisis.

Kent het (bestuurlijke) krachtenveld, zowel mono- als multidisciplinair, en betrekt deze bij het vertalen van operationele kwesties naar een beleidsmatige context.

Weet waar benodigde mensen, middelen en informatie in de witte keten te vinden zijn.

Onafhankelijkheid Zelfstandig en zelfbewust werken. Om kunnen gaan met eisen, veranderingen en hindernissen. Eigen standpunten innemen en verdedigen.

Vertrouwt op eigen kunnen. Vraagt feedback en hulp op het juiste moment op basis van een inschatting van de eigen kennis en Vaardigheden. Houdt bij druk vast aan persoonlijke overtuiging, zonder star te worden. Neemt verantwoorde risico’s.


Analyseren Systematisch onderzoeken van problemen en vragen. Ontleden van relevante informatie, achtergronden en structuren. Verbanden leggen tussen gegevens en overzien van relaties tussen oorzaak en gevolg.

Verzamelt en raadpleegt informatie en bepaalt wie probleemhebber is. Werkt systematisch. Maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en aannames. Maakt onderscheid tussen relevante en irrelevante informatie. Geeft complexe informatiestromen duidelijk weer. Legt verbanden op basis van de beschikbare informatie. Bedenkt wie welke informatie nodig heeft en geeft informatie door. Consulteert externe deskundigen, stelt relevante vragen. Maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties of veronderstellingen.


Bijlage 2: Piketregeling/instructie Deelname ACGZ-pool 1. Deelname aan de primaire ACGZ-pool betekent, bij voldoende deelnemers, één week (7 aaneengesloten dagen) piket in de vier weken, gedurende 24 uur per dag. 2. De piketweek begint op maandag om 09.00 uur in de ochtend en eindigt op de maandag van de daaropvolgende week om 09.00 in de ochtend. 3. De ACGZ heeft een telefonische reactietijd na alarmering van de meldkamer van maximaal tien (10) minuten. 4. De ACGZ heeft een opkomsttijd na alarmering van 45 minuten in ZW en 60 minuten in AA. Piketrooster 5. Een actueel piketrooster is beschikbaar op de U/schijf - Specialmap. 6. Bij onderlinge vervanging is de ACGZ, die om vervanging verzoekt, verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens in het piketrooster. Materiële voorzieningen 7. Ten behoeve van de alarmering wordt aan ondergetekende een pager uitgereikt. 8. Ten behoeve van de communicatie worden mobiele communicatiemiddelen verstrekt. 9. De ACGZ die beschikbaar is volgens de ACGZ-pool kan gedurende de piketbeschikbaarheid beschikken over een dienstvoertuig van het bureau GHOR. Oefeningen, opleidingen 10. Deelnemers participeren in (alarmerings)oefeningen. 11. Deelnemers volgen de noodzakelijke opleidingen en trainingen, zoals vastgelegd in het opleidingstraject en de OTO-kalender voor de functie. Beëindiging deelname 12. Indien een ACGZ niet aan deze instructie voldoet wordt dit door het hoofd bureau met de deelnemer besproken en een waarschuwing gegeven. 13. Indien sprake is van grove nalatigheid, dan wel het gedrag van een ACGZ daartoe aanleiding geeft, kan het hoofd bureau besluiten dat deelname aan de pool van de betreffende ACGZ niet langer gewenst is. 14. Ook in geval van organisatorische noodzaak kan door het hoofd bureau worden besloten dat


deelname aan de pool van een ACGZ wordt beëindigd. Financiële vergoeding 15. Voor deelname aan de piketregeling wordt aan de deelnemer een maandelijks vergoeding en compensatie verstrekt conform de voor hem of haar geldende rechtspositieregeling.


Bijlage 3: Inzetrapportage ACGZ (in AG5)


Bijlage 4: Rampbestrijdingsprocessen Algemeen Beeld- , oordeels en besluitvorming Alarmering van bestuur en processen Verzorging/logistiek Verbindingen Coördinatie Verslaglegging Brandweer Bron- en effectbestrijding Waarschuwen van de bevolking Ontsmetten van mensen/dieren Ontsmetten voertuigen/infrastructuur Redding Waarnemen/meten Toegankelijk/begaanbaar maken Gemeente

GHOR Acute Geneeskundige Zorg (SMH) Publieke Gezondheidszorg (PSH, Infectieziekten, MMK, GOR) Politie Bewaken en beveiligen Mobiliteit Ordehandhaving Handhaving Netwerken Interventie Opsporing Opsporingsexpertise

Opvang en Verzorgen (DWI) Voorziening in Primaire Levensbehoeften (DWI) Evacueren (DWI)

Publieke Zorg

Slachtofferregistratie (DBI) Crisiscommunicatie Voorlichting (Directie Communicatie) Omgevingszorg Milieu (DMB)


Bijlage 5: VR-plichtige bedrijven AA en ZW Overzicht BRZO-bedrijven*) regio Amsterdam-Amstella nd/Zaanstreek-Waterland Deel A. BRZO-bedrijven, VR-plichtig Naam bedrijf Gemeente Adres + postcode 01. Chemtura Netherlands BV Amsterdam Ankerweg 18

1041 AT 02. Sonneborn Refined Products BV Amsterdam Mainhavenweg 6

1043 AL 03. BP (v/h Mobil Oil BV) Amsterdam Terminal

Amsterdam Hornweg 10 1045 AR

04. Oiltanking Amsterdam BV Amsterdam Heining 100 1047 AH

05. Eurotank Amsterdam BV Amsterdam Van Riebeeckhavenweg 9 1041 AD

06. Albemarle Catalysts Company BV Amsterdam Nieuwendammerkade 1-3 1022 AB

07. Vopak Terminal Amsterdam BV Amsterdam Petroleumhavenweg 42 1041 AC

08. Vopak Terminal Westpoort BV Amsterdam 09. Nustar Terminals bv Amsterdam Sextantweg 10

1042 AH 10. Amsteldijk Beheer BV (v/h CINDU) Uithoorn Amsteldijk-Noord 35

1422 XX Uithoorn 11. Hydrocarbon Hotel BV Amsterdam 12. Main BV Amsterdam 13. Norit Nederland bv Zaanstad Pieter Ghijsenlaan 42

1506 PW Zaandam


Deel B. BRZO-bedrijven, PBZO-plichtig *) Naam bedrijf Gemeente Adres + postcode 1. Diergaarde Chemical Storage BV Amsterdam Latexweg 10

1047 BJ Amsterdam 2. Simadan Amsterdam 3. Noord Europees Wijnopslag bedrijf BV Amsterdam 4. Air Products Amsterdam 5. Afval Energie Bedrijf BV Amsterdam 6. PPG Coatings BV Amsterdam 7. Caldic Nederland BV Amsterdam 8. Eurofill Zaanstad Grote Tocht 99

1507 CE Zaandam Deel C. BRZO-bedrijven niet VR of PBZO-plichtig *) Naam bedrijf Gemeente Adres + postcode 1. Heijchroom BV Amsterdam 2. Vos Olie & Gasproducten BV Amsterdam 3. Bek en Verburg Amsterdam 4. Harvest Biofuels BV Amsterdam 5. Olieverwerking Amsterdam BV Amsterdam 6. Cortona-Drijfhout BV Amsterdam 7. Metaal Magnus International BV Amsterdam 8. NUON Power generation Amsterdam Amsterdam 9. Quaker Chemicals Uithoorn Industrieweg 13

1422 AG Uithoorn 10. Forbo Flooring BV Assendelft 11. Tata & Lyle Holland bv Koog a/d

Zaan

12. ICL Fertilizers BV Amsterdam 13. OXEA Nederland BV Amsterdam Deel D. ARIE-bedrijven *) Naam bedrijf Gemeente Adres + postcode 1. Ceres Paragon Terminal BV Amsterdam 2. Cargill Multiseed Amsterdam 3. Cargill Soja BV Amsterdam 4. ProRail Westhaven Amsterdam 5. Jaap Edenbaan Amsterdam 6. NV Nederlandse Gasunie -Sloten Amsterdam 7. Jan Schoemaker Zaandam 8. Loders Croklaan Wormerveer


*) Toelichting: Om de risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven zo klein mogelijk te maken heeft de Europese Unie de Seveso II-richtlijn vastgesteld. Deze richtlijn is voor Nederland omgezet in het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999 (BRZO 1999). Afhankelijk van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen die in een bedrijf aanwezig mogen zijn, kan een bedrijf vallen onder de werkingssfeer BRZO. Het BRZO kent 2 soorten bedrijven:

• De lichte categorie ofwel PBZO-plichtige bedrijven (PBZO : PreventieBeleid Zware Ongevallen)

• De zware categorie ofwel VR-plichtige bedrijven (VR: VeiligheidsRapport) De in het overzicht A genoemde bedrijven vallen onder de zware categorie en zijn VR-plichtig, wat betekent dat er een PBZO-document, een Veiligheidsbeheerssysteem (VBS), een intern noodplan, een Veiligheidsrapport en een actuele stoffenlijst moeten zijn. Tevens is er de verplichting tot het opstellen van een Rampenbestrijdingsplan. ARIE-bedrijven zijn verplicht een Aanvullende Risico Inventarisatie- en –Evaluatie uit te voeren.


Bijlage 6: Werkplan ACGZ (denk om TIJDSTIPPEN!) METHANE M

E

T

H

A

N

E

Aandachtspunten Vergaderklokken * Meteo COPI…

* GRIP niveau voldoende? IF/ROT…

* Veiligheid personeel/ bron- effectgebied AC-GHOR…

Acute Gezondheidszorg? Publieke Gezondheidszorg (Ja/nee tijdstip)

• OvDG 1

• OvDG 2

• Lid Interface/ROT

• HAC

• DPG

• GAGS

•

•

•

•

•


* Planvorming aanwezig?

* Experts nodig?

BOB (voor mijzelf) BEELD Mis ik nog gegevens in mijn METHANE? Hoe ziet m’n organisatie eruit? Welke knoppen moet ik indrukken? Wie heb ik gesproken, wie moet ik nog spreken/informeren? (DPG!?) OORDEELSVORMING - Zijn de benodigde GHOR- processen gestart - Wat zijn de knelpunten? - Wat kan ik wegzetten bij AC-GHOR/OvDG/Lid Interface/ROT? - Wat kan ik verwachten bij dit scenario? BESLUITVORMING


1e CONTACT OVDG Beeld * METHANE afstemmen met OvDG * Veiligheid personeel * Bron en effecten scheiding vragen/en in AA tot waar kan het CoPI het aan (2e CoPI nodig?)! * Vergaderklok afstemmen met OvDG (van CoPI al bekend) * Aanvullingen beeld Oordeel * Zijn er knelpunten? Besluiten * Acties voor de OvDG met prio/checken acties 1) 2) 3) 4) 5) * Punten voor de Interface/ROT van de OvDG? 1) 2) 3)


Afstemmen met Lid Interface /Lid ROT

1. Beeld ACGZ (METHANE) 2. Aanvullingen beeld Lid Interface/ROT 3. Knelpunten ACGZ 4. Knelpunten Lid Interface/ROT 5. Acties ACGZ 6. Acties Lid Interface/ROT 7. Zijn er punten voor de DPG/wie stemt deze af met de DPG


1e Contact HAC - METHANE afstemmen - AC compleet en operationeel? - Vergaderklok afstemmen - Acties uitzetten met prioritering en check op duidelijkheid en wanneer gereed verwacht ACTIES PRIO 1)

2)

3)

4)

5)

Mogelijke acties - Log en plot wordt door AC gedaan, kwetsbare objecten, contact experts etc. - Telefoon afgeven - Informeren DPG en Hoofd GHOR - Kwetsbare objecten, contacten experts etc.


Na contact OvDG, HAC en Lid Interface/ROT zelf wee r overzicht krijgen Beeld (o.a. bron en effect-gebied, veiligheid perso neel, zijn er nog onduidelijkheden) Oordeel (wat zijn mijn knelpunten?) Mono knelpunten Multi knelpunten Besluitvorming (welke besluiten heb ik nodig van de interface/ROT?)


Afstemming met Algemeen Commandanten Multi Politie Brandweer Gemeente


Multi actielijst GHOR 1)

2)

3)

Politie 1)

2)

3)

Brandweer 1)

2)

3)

Gemeente 1)

2)


2e Contact HAC - Acties gereed? - Beeld delen OvDG/Interface/ROT en AC-GHOR - Nieuwe opdrachten/acties wegzetten met prio en verwachting - Scenario’s uitwerken? Nieuwe ACTIES PRIO 1)

2)

3)

4)

5)

2e Contact OvDG - Beeld brongebied (AA en effectgebied) - Acties gereed - Knelpunten - Nieuwe acties ACTIES PRIO 1)

2)

3)

Na .. uur - Denk om aflossen, vervanging -Afschalin g?


Bijlage 8: Contactgegevens multidisciplinaire Actie centra/Algemeen Commandanten In bezit.


Bijlage 9: Optische en geluidssignalen

Het gebruik van optische en geluidssignalen is gebaseerd op artikel 29 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) uit 1990. Dit artikel bepaalt dat bestuurders van motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer, ambulances en motorvoertuigen van andere door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten, optische en geluidssignalen mogen voeren om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen. Ingevolge artikel 91 van het RVV 1990 mogen deze voertuigen als “voorrangsvoertuigen’ afwijken van de voorschriften van dit RVV, voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. De Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening is opgesteld om werkgevers een handreiking te bieden bij het op verantwoorde wijze toepassen van de regelgeving inzake het gebruik van de optische en geluidssignalen. De Brancherichtlijn is richtinggevend voor bestuurders van voorrangsvoertuigen die worden ingezet ten behoeve van de spoedeisende medische hulpverlening. Dit houdt in dat in overeenstemming met deze Brancherichtlijn dient te worden gehandeld. Bij het gebruik van optische en geluidssignalen blijft de bestuurder van een voorrangsvoertuig steeds strafrechtelijk verantwoordelijk. Het gebruik van optische en geluidssignalen rechtvaardigt niet dat het overige verkeer in gevaar wordt of kan worden gebracht (artikel 5 Wegenverkeerswet, 1994). Dit houdt in dat wanneer een verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waarbij een motorvoertuig is betrokken dat optische en geluidssignalen voerde, een (strafrechtelijk) onderzoek zal plaatsvinden naar de toedracht van het ongeval. De in de Brancherichtlijn neergelegde uitgangspunten zullen in dit onderzoek worden meegewogen. Het Openbaar Ministerie zal in dergelijke gevallen eveneens rekening houden met het feit dat de betrokken chauffeur de maatschappij – onder druk van grote spoed – als hulpverlener ten dienste was. Vanzelfsprekend zal tot strafrechtelijke vervolging worden overgegaan wanneer de chauffeur gezien de gegeven situatie een ontoelaatbare mate van gevaar heeft doen ontstaan en er sprake is van een ernstige overtreding van de verkeerswetgeving.

Toepassingsbereik De Brancherichtlijn is van toepassing op voorrangsvoertuigen. Een voorrangsvoertuig is een motorvoertuig dat aan de volgende cumulatieve wettelijke eisen dient te voldoen: ter zake van het gebruik moet een vergunning en/of voorschrift zijn afgegeven aan de houder daarvan voor het verlenen van spoedeisende medische hulpverlening krachtens de Wet Ambulancevervoer; het motorvoertuig dient te zijn voorzien van de binnen de branche voorgeschreven striping en het symbool als opgenomen in de Regeling optische en geluidssignalen (‘star of life’); in het motorvoertuig dient een vaste verbinding met de in de vergunning aangewezen Meldkamer Ambulancezorg (MKA) aanwezig te zijn; het motorvoertuig dient voorzien te zijn van optische en geluidssignalen en tot het voeren daarvan op grond van de Regeling optische en geluidssignalen toestemming te hebben. De Brancherichtlijn is van toepassing op bestuurders van motorvoertuigen binnen de ambulancezorg en de spoedeisende medische hulpverlening die zowel


optische als geluidssignalen voeren. Motorvoertuigen die geen of slechts een van beide signalen voeren, zijn geen voorrangsvoertuigen en hebben dus ook niet de daarbij behorende bevoegdheden. Met deze omschrijving van het toepassingsbereik van de richtlijn wordt aangeduid welke bestuurders van motorvoertuigen ten dienste van de RAV bevoegd zijn om de bijzondere optische en geluidssignalen te gebruiken, dan wel van andere hulpverleningsdiensten die zich in opdracht van de MKA, als bedoeld in de Wet Ambulancevervoer, met het verlenen van eerstelijns spoedeisende medische hulpverlening, voor zover deze voldoen aan de wettelijk vereiste kenmerken van een voorrangsvoertuig. Hiermee is de Brancherichtlijn ook van toepassing op GHOR-voertuigen, motorlances, voertuigen t.b.v. huisartsenvervoer, etc. Omschrijving ‘dringende taak’ De algemene beschrijving van ‘dringende taak’ (Werkgroep Optische en Geluidssignalen, 2003) is: Een voor de mens levensbedreigende situatie die directe hulp van hulpverleningsdiensten vergt. Het voorkomen van een voor de mens levensbedreigende situatie of een situatie waarin ernstige schade aan gebouwen of goederen ontstaat. Een ernstige verstoring van de openbare orde, waarvoor een directe en snelle inzet noodzakelijk


Bijlage 10: Back-uplijst GHOR- sleutelfunctionariss en In bezit.

Handboek ACGZ versie 1.2 websiteversie · In AA voornamelijk de coördinatie mono en multi op...

Documents

Transcript of Handboek ACGZ versie 1.2 websiteversie · In AA voornamelijk de coördinatie mono en multi op...