Opdracht 1

Wat is je naam: NAAM

Wat is je geboortejaar: JAAR

Hallo NAAM, je leeftijd is: LEEFTIJD

Analyse De volgorde van de meeste programma’s is invoer, verwerking , uitvoer. In Opdracht 1 zijn de eerste 2 regels

voorbeelden van invoer. Leeftijd kunnen we uitrekenen door het huidige jaar te nemen en daarvan het geboortejaar

af te trekken. Dat is de verwerking. Tenslotte moeten we het resultaat afdrukken en dat is de uitvoer.

De oranje tekst van de eerste 2 regels noemen we ook wel prompt-tekst. Het laat de grbuiker weten wat er van

hem/haar verwacht wordt. Zonder die tekst staat er een cursor op het scherm te knipperen en wacht de computer

op invoer. De rode tekst zijn de gegevens die de gebruiker intypt. De blauwe tekst die we tussenvoegen zijn

resultaten van eerdere handelingen of verwerkingen. De NAAM was ingetypt en daar is niets mee gebeurd. De

LEEFTIJD is een uitgerekende waarde.

Ontwerp / PSD

Invoer beschrijven we met een LEES opdracht. In het sequentie vakje van LEES moet ook de prompt-tekst staan

gevolgd door een ; en daarachter een variabele naam waar de ingetypte invoer wordt opgeslagen. De verwerking is

in dit geval een berekening. Ontwerp is een abstracte fase, HUIDIGJAAR gaan we hier niet oplossen. De

programmeur die een specifieke programmeertaal gaat gebruiken mag dat verder oplossen. De uitvoer beschrijven

we met een SCHRIJF opdracht. Dat is vaste tekst afgewisseld met de waarden van variabelen die we ingelezen of

uitgerekend hebben. Het scheiden van tekst en variabelen doen we met een ;

Implementatie / Small Basic Broncode

TextWindow.Write("Wat is je naam: ") varVoornaam = TextWindow.Read() TextWindow.Write("Wat is je geboortejaar: ") varGeboorteJaar = TextWindow.ReadNumber() varLeeftijd = Clock.Year - varGeboorteJaar TextWindow.WriteLine("Hallo "+varVoornaam+" je leeftijd is "+varLeeftijd)