Hala Naoum Nehme & Frits Bolkestein.VK.2010

1
Arabische hypocrisie Het lot van de Palestijnen laat de Arabische landen koud. Dat blijkt uit de erbarmelijke leefomstandigheden van de 4 miljoen in Arabische landen wonende Palestijnse vluchtelingen. D e verontwaardiging in de Arabische wereld was groot toen in juni be- kend werd dat Israël Turkse schepen met hulpgoederen voor de inwoners van Gaza had tegengehouden. Tientallen demonstraties van duizenden ge- krenkte Arabieren bepaalden het straatbeeld in Amman, Caïro en Da- mascus. God, de barmhartige, zegen uw Er- dogan, de held van Gaza, riepen zij, verwijzend naar de Turkse premier Erdogan wiens AK-partij een rol had gespeeld in deze zaak en wiens naam sinds het voorval de meest ge- geven naam aan Arabische babys werd. De demonstrerende massas wilden het even niet hebben over het gevoelige Ottomaanse verleden, de Koerdische kwestie en de Armeen- se genocide. Nee, de blokkade van Gaza en de Turkse moed die te willen doorbre- ken, pasten beter in het gebruikelij- ke beeld van het Palestijnse slachtof- ferschap. Maar wie, behalve aartsvij- and Israël, medeschuldig hieraan is mocht geen onderwerp van discussie worden. Tijdens een live-uitzending van het populaire discussieprogramma Al It- tijah Al Muaakis (Arabisch voor Te- genovergestelde Richting) op de tv- zender Al-Jazeera vroeg men zich af of Turkije zich niet meer zorgen maakte om de Palestijnse kwestie dan de Arabische staten zelf. De Ara- bieren zouden zich moeten schamen voor het feit dat Turkije, een niet-Ara- bisch land, zo grootmoedig was het bloed van zijn zonen op te offeren omwille van de kinderen van Gaza. Terwijl Arabische landen het vervoe- ren van melk, medicijnen en andere basisbehoeften naar deze kinderen al jaren blokkeren. Hoe lang willen wij nog wegkijken? En wat gaan wij, Arabieren, doen voor onze Palestijn- se broeders en zusters in Gaza en daarbuiten? Het waren de kernvragen van het programma dat wekelijks miljoenen kijkers trekt. Niet de geopolitieke en religieuze agenda van Erdogan, noch de achter- grond van de welzijnsorganisatie die de hulpkonvooien stuurde, noch ook de vraag over de juistheid van het Is- raëlische handelen vormen de kern van dit artikel. Waar het om gaat, is het Arabische aandeel in de tragedie van de Pales- tijnse diaspora. Van solidariteit met de Palestijnse vluchtelingen die al zestig jaar in de Arabische landen wonen is namelijk amper sprake. Ze mogen rekenen op warme woorden van medeleven en betrokkenheid. Meer zit er niet in. Maar de laatste tijd lijkt er een be- sef tot de Arabische samenlevingen door te dringen dat hun regimes in veel opzichten niet beter zijn dan de Israëlische of Amerikaanse regimes die zij uit solidariteit met de Palestij- nen zeggen te verwerpen. De erbarmelijke leefomstandighe- den van de vier miljoen in Arabische landen woonachtige Palestijnse vluchtelingen is een tastbaar bewijs van gebrek aan werkelijke liefde voor hun zaak. ........................................... Frits Bolkestein Hala Naoum Nehme Oud-VVD-leider Frits Bolkestein is hoogleraar intellectuele grondslagen politieke ontwikkelingen aan de uni- versiteit van Leiden. Hala Naoum Nehme is politicologe. Ze volgt een master in de politieke economie aan de Parijse SciencesPo. De ontheemden moeten het doen met medeleven en hoop op een betere toekomst buit Palestijns drama uit Sterker, ze worden door de Arabi- sche regimes gebruikt voor politieke doeleinden en gaan als outcasts door het leven, wat voor westerse mensen- rechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty Internatio- nal meermaals aanleiding was voor alarmerende rapporten. De gezaghebbende International Crisis Group omschreef vorig jaar de problematiek van de Palestijnse vluchtelingen zelfs als een tikkende tijdbom die op korte termijn zou ontploffen. Palestijns vluchtelingenkamp al-Hol in Syrië. Foto Reuters Dus wie denkt dat de Palestijnse vluchtelingen meer dan welkom zijn in hun Arabische buurlanden heeft het mis. Het bestuur van vrijwel alle vluchtelingenkampen is in handen van de Arabische regimes zelf die er de dienst uitmaken en jaren geleden de Palestijnse vluchtelingen een aan- tal politieke en burgerlijke rechten hebben ontzegd, zoals het beoefenen van beroepen in de ambtenarij, advo- catuur en medische wetenschappen, en hen van hoger onderwijs en het kiesrecht uitsluiten. De Verenigde Naties en de Unrwa zijn officieel verantwoordelijk voor sociale basisvoorzieningen, maar daarin sterk afhankelijk van de be- perkte juridische mogelijkheden. Zo zijn zij tot nu toe niet in staat ge- weest de schendingen van artikel 34 van het VN-Vluchtelingenver- drag (1950) een halt toe te roepen. Dit schrijft voor dat gastlanden ver- plicht zijn aan de naturalisatie van vluchtelingen mee te werken. In vrij- wel alle Arabische landen, met uit- zondering van Jordanië, zijn Palestij- nen sinds de jaren zestig expliciet uitgesloten van naturalisatie. De tikkende tijdbom waar de Inter- national Crisis Group over sprak, wordt zichtbaar wanneer men de vluchtelingenkampen in de Arabi- sche landen nader gaat bestuderen. Neem het al-Tanf vluchtelingenkamp in Syrië. Jarenlang hebben de veilig- heidsdiensten, met succes, het hu- manitaire drama dat zich er, met in- stemming van de overheid en met medeweten van de Syrische samenle- ving en de Arabische wereld voltrok, voor de rest van de wereld weten te verbergen. Tot de Britse Times hier vorig jaar een grote reportage over maakte. Wie langs dit tentenkamp reed, viel flauw van de rioolstank. Illegaliteit, onveiligheid, folteringen, werkloos- heid, armoede, groepsverkrachtin- gen, wapenhandel en uitsluiting van werk en onderwijs vormden de leef- omstandigheden. Om het drama compleet te maken, ontzegden de Sy- rische autoriteiten in 2007 de VN en de UNHCR de toegang tot dit kamp. Na grote internationale druk van westerse regeringen en mensenrech- tenorganisaties is het begin dit jaar gesloten. Syrië is slechts één voorbeeld van de pariastatus van de Palestijnen in de Arabische landen. In de twaalf Li- banese vluchtelingenkampen is de situatie niet minder zorgwekkend. De oppervlakte van deze kampen breidde zich sinds 1948 nauwelijks uit hoewel het aantal vluchtelingen ondertussen verviervoudigde tot 450 duizend Palestijnen. De Libanese wet verbiedt voorts bouwmaterialen de kampen binnen te brengen om te voorkomen dat de Palestijnen hun huizen zouden her- stellen, uitbreiden of verbeteren. Dit zou namelijk het tijdelijke karakter van hun verblijf aantasten. Ook zijn zij uitgesloten van eigendomsrech- ten. Egypte weigert al jaren Palestijnse vluchtelingen op te vangen. Sterker, Egypte heeft in 2007 aangedrongen op de blokkade van de Gazastrook en expliciet verboden dat hulp- en voed- selkonvooien Gaza via haar grens be- reiken. Bovendien zouden de Egypti- sche autoriteiten in de ondergrond- se tunnels onder de Egyptisch-Israëli- sche grens giftige gassen hebben ge- spoten om de Palestijnse vluchtelingen die hun toevlucht tot Egypte zochten, te hinderen. Andere Arabische landen, zoals Koeweit en de Golfstaten, hebben in de jaren 80 een kwart miljoen Pales- tijnen over de grens gezet om de Pa- lestijnse autoriteiten te straffen voor hun steun aan Saddam Hoessein. De Iraakse leider zelf plaatste na de tweede Golfoorlog duizenden Pales- tijnen buiten het eigen territorium. In Jordanië, waar de Palestijnen rela- tief gezien het beste af zijn, staan zij dagelijks in de rij voor onderwijs en een maaltijd en wonen naar VN- schattingen 120 duizend vluchtelin- gen op een gebied van anderhalve vierkante kilometer. De geluiden over het Palestijnse slachtofferschap, de Israëlische agressieen sinds kort dus ook het Turkse heldendom, klinken politiek gezien erg goed in een regio waar de despotische regimes alles aangrij- pen om de aandacht af te leiden van hun falend binnenlands beleid. Er zijn regionale guerrillaorganisaties die hun bestaansrecht aan deze pro- blematiek te danken hebben, zoals de Fatah-beweging wier agenda hoofdzakelijk bestaat uit het terug- keerrecht van de verdreven Palestij- nen. Het ziet er daarom naar uit dat nie- mand in de Arabische wereld belang heeft bij het normaliseren van deze kwestie. De Arabische hypocrisie zal dit drama zo lang mogelijk uitbui- ten. En voor de Palestijnse ontheem- den zit er niet meer in dan warme woorden van medeleven en hoop op een betere toekomst. VK 02-11-10 katern 1 pagina 20

description

Opinion article by F. Bolkestein & H. Naoum Nehme about the position of the Palestinians in the Arab world.

Transcript of Hala Naoum Nehme & Frits Bolkestein.VK.2010

Page 1: Hala Naoum Nehme & Frits Bolkestein.VK.2010

Arabische hypocrisieHet lot van de Palestijnen laat de Arabische landen koud. Dat

blijkt uit de erbarmelijke leefomstandigheden van de 4 miljoen

in Arabische landen wonende Palestijnse vluchtelingen.

D e verontwaardiging inde Arabische wereld wasgroot toen in juni be-kend werd dat IsraëlTurkse schepen met

hulpgoederen voor de inwoners vanGaza had tegengehouden. Tientallendemonstraties van duizenden ge-krenkte Arabieren bepaalden hetstraatbeeld in Amman, Caïro en Da-mascus.‘God, de barmhartige, zegen uw Er-

dogan, de held van Gaza’, riepen zij,verwijzend naar de Turkse premierErdogan wiens AK-partij een rol hadgespeeld in deze zaak en wiensnaam sinds het voorval de meest ge-geven naam aan Arabische baby’swerd. De demonstrerende massa’swilden het even niet hebben overhet gevoelige Ottomaanse verleden,de Koerdische kwestie en de Armeen-se genocide.

Nee, de blokkade van Gaza en deTurkse moed die te willen doorbre-ken, pasten beter in het gebruikelij-ke beeld van het ‘Palestijnse slachtof-

ferschap’. Maar wie, behalve aartsvij-and Israël, medeschuldig hieraan ismocht geen onderwerp van discussieworden.

Tijdens een live-uitzending van hetpopulaire discussieprogramma Al It-tijah Al Muaakis (Arabisch voor ‘Te -genovergestelde Richting’) op de tv-zender Al-Jazeera vroeg men zich afof Turkije zich niet meer zorgenmaakte om de Palestijnse kwestiedan de Arabische staten zelf. De Ara-bieren zouden zich moeten schamenvoor het feit dat Turkije, een niet-Ara-bisch land, zo grootmoedig was hetbloed van zijn zonen op te offerenomwille van de kinderen van Gaza.Terwijl Arabische landen het vervoe-ren van melk, medicijnen en anderebasisbehoeften naar deze kinderenal jaren blokkeren. Hoe lang willenwij nog wegkijken? En wat gaan wij,Arabieren, doen voor onze Palestijn-se broeders en zusters in Gaza endaarbuiten?

Het waren de kernvragen van hetprogramma dat wekelijks miljoenenkijkers trekt.

Niet de geopolitieke en religieuzeagenda van Erdogan, noch de achter-grond van de welzijnsorganisatie diede hulpkonvooien stuurde, noch ookde vraag over de juistheid van het Is-raëlische handelen vormen de kernvan dit artikel.

Waar het om gaat, is het Arabischeaandeel in de tragedie van de Pales-tijnse diaspora. Van solidariteit metde Palestijnse vluchtelingen die alzestig jaar in de Arabische landenwonen is namelijk amper sprake. Ze

mogen rekenen op warme woordenvan medeleven en betrokkenheid.Meer zit er niet in.

Maar de laatste tijd lijkt er een be-sef tot de Arabische samenlevingendoor te dringen dat hun regimes in

veel opzichten niet beter zijn dan deIsraëlische of Amerikaanse regimesdie zij uit solidariteit met de Palestij-nen zeggen te verwerpen.

De erbarmelijke leefomstandighe-den van de vier miljoen in Arabischelanden woonachtige Palestijnsevluchtelingen is een tastbaar bewijsvan gebrek aan werkelijke liefde voorhun zaak.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Frits Bolkestein

Hala Naoum Nehme

Oud-VVD-leider Frits Bolkestein ishoogleraar intellectuele grondslagenpolitieke ontwikkelingen aan de uni-versiteit van Leiden.Hala Naoum Nehme is politicologe.Ze volgt een master in de politiekeeconomie aan de Parijse SciencesPo.

De ontheemden

moeten het doen

met medeleven en

hoop op een

betere toekomst

buit Palestijns drama uitSterker, ze worden door de Arabi-

sche regimes gebruikt voor politiekedoeleinden en gaan als outcasts doorhet leven, wat voor westerse mensen-rechtenorganisaties als HumanRights Watch en Amnesty Internatio-nal meermaals aanleiding was vooralarmerende rapporten.

De gezaghebbende InternationalCrisis Group omschreef vorig jaar deproblematiek van de Palestijnsevluchtelingen zelfs als ‘een tikkendetijdbom die op korte termijn zouontploffen’.

Palestijns vluchtelingenkamp al-Hol in Syrië. Foto Reuters

Dus wie denkt dat de Palestijnsevluchtelingen meer dan welkom zijnin hun Arabische buurlanden heefthet mis. Het bestuur van vrijwel allevluchtelingenkampen is in handenvan de Arabische regimes zelf die erde dienst uitmaken en jaren geledende Palestijnse vluchtelingen een aan-tal politieke en burgerlijke rechtenhebben ontzegd, zoals het beoefenen

van beroepen in de ambtenarij, advo-catuur en medische wetenschappen,en hen van hoger onderwijs en hetkiesrecht uitsluiten.

De Verenigde Naties en de Unrwazijn officieel verantwoordelijk voorsociale basisvoorzieningen, maardaarin sterk afhankelijk van de be-perkte juridische mogelijkheden. Zozijn zij tot nu toe niet in staat ge-weest de schendingen van artikel 34van het VN-Vluchtelingenver-drag (1950) een halt toe te roepen.Dit schrijft voor dat gastlanden ver-

plicht zijn aan de naturalisatie vanvluchtelingen mee te werken. In vrij-wel alle Arabische landen, met uit-zondering van Jordanië, zijn Palestij-nen sinds de jaren zestig explicietuitgesloten van naturalisatie.

De tikkende tijdbom waar de Inter-national Crisis Group over sprak,wordt zichtbaar wanneer men devluchtelingenkampen in de Arabi-

sche landen nader gaat bestuderen.Neem het al-Tanf vluchtelingenkampin Syrië. Jarenlang hebben de veilig-heidsdiensten, met succes, het hu-manitaire drama dat zich er, met in-stemming van de overheid en metmedeweten van de Syrische samenle-ving en de Arabische wereld voltrok,voor de rest van de wereld weten teverbergen.

Tot de Britse Times hier vorig jaareen grote reportage over maakte.Wie langs dit tentenkamp reed, vielflauw van de rioolstank. Illegaliteit,onveiligheid, folteringen, werkloos-heid, armoede, groepsverkrachtin-gen, wapenhandel en uitsluiting vanwerk en onderwijs vormden de leef-omstandigheden. Om het dramacompleet te maken, ontzegden de Sy-rische autoriteiten in 2007 de VN ende UNHCR de toegang tot dit kamp.Na grote internationale druk vanwesterse regeringen en mensenrech-tenorganisaties is het begin dit jaargesloten.

Syrië is slechts één voorbeeld vande pariastatus van de Palestijnen inde Arabische landen. In de twaalf Li-banese vluchtelingenkampen is desituatie niet minder zorgwekkend.De oppervlakte van deze kampenbreidde zich sinds 1948 nauwelijksuit hoewel het aantal vluchtelingenondertussen verviervoudigde tot450 duizend Palestijnen.

De Libanese wet verbiedt voortsbouwmaterialen de kampen binnente brengen om te voorkomen dat dePalestijnen hun huizen zouden her-stellen, uitbreiden of verbeteren. Ditzou namelijk het tijdelijke karaktervan hun verblijf aantasten. Ook zijnzij uitgesloten van eigendomsrech-ten.

Egypte weigert al jaren Palestijnsevluchtelingen op te vangen. Sterker,Egypte heeft in 2007 aangedrongenop de blokkade van de Gazastrook en

expliciet verboden dat hulp- en voed-selkonvooien Gaza via haar grens be-reiken. Bovendien zouden de Egypti-sche autoriteiten in de ondergrond-se tunnels onder de Egyptisch-Israëli-sche grens giftige gassen hebben ge-spoten om de Palestijnsevluchtelingen die hun toevlucht totEgypte zochten, te hinderen.

Andere Arabische landen, zoalsKoeweit en de Golfstaten, hebben inde jaren ’80 een kwart miljoen Pales-tijnen over de grens gezet om de Pa-lestijnse autoriteiten te straffen voorhun steun aan Saddam Hoessein. DeIraakse leider zelf plaatste na detweede Golfoorlog duizenden Pales-tijnen buiten het eigen territorium.In Jordanië, waar de Palestijnen rela-tief gezien het beste af zijn, staan zijdagelijks in de rij voor onderwijs eneen maaltijd en wonen naar VN-schattingen 120 duizend vluchtelin -gen op een gebied van anderhalvevierkante kilometer.

De geluiden over het ‘Palestijnseslachtofferschap’, de ‘Israëlischeagressie’ en sinds kort dus ook het‘Turkse heldendom’, klinken politiekgezien erg goed in een regio waar dedespotische regimes alles aangrij-pen om de aandacht af te leiden vanhun falend binnenlands beleid. Erzijn regionale guerrillaorganisatiesdie hun bestaansrecht aan deze pro-blematiek te danken hebben, zoalsde Fatah-beweging wier agendahoofdzakelijk bestaat uit ‘het terug-keerrecht van de verdreven Palestij-nen’.

Het ziet er daarom naar uit dat nie-mand in de Arabische wereld belangheeft bij het normaliseren van dezekwestie. De Arabische hypocrisie zaldit drama zo lang mogelijk uitbui-ten. En voor de Palestijnse ontheem-den zit er niet meer in dan warmewoorden van medeleven en hoop opeen betere toekomst.

VK

02-11-10 katern 1 pagina 20