H1 Paragraaf 2 4 Kader

15
1-2 Verbanden AGENDA: LESDOELEN UITLEG HUISWERK FEEDBACK

Transcript of H1 Paragraaf 2 4 Kader

Page 1: H1 Paragraaf 2 4 Kader

1-2 Verbanden

AGENDA:

LESDOELEN UITLEG HUISWERK FEEDBACK

Page 2: H1 Paragraaf 2 4 Kader

1 Grafieken

Lesdoelen:

Je kan de volgend verbanden van elkaar onderscheiden: Lineair Kwadratisch Omgekeerd evenredig Wortel Periodiek

Page 3: H1 Paragraaf 2 4 Kader

1 – maar eerst…

Het invoeren van een moeilijke formule

De windsnelheid is 5 m/s.Laat met een berekening zien dat de gevoelstemperatuur bij deze windsnelheid ongeveer -4 oC is.

0,0124 x (5)2 – 1,162 x (5) +1,41 = -4,09 ≈ -4!

Page 4: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Lineair verband

Is altijd te herkennen aan zijn hellingsgetal (gelijke toe/afname!)

1-2 Verbanden

Stel ik koop een kaars en steek deze aan. Per uur dat hij brand wordt hij kleiner. Bij de afname kan ik onderstaande grafiek tekenen:

Startgetal?

X = 0 y is daar 25

Hellingsgetal?

Bij x = 5 is y 15, dus y is met 10 afgenomen!

Afname Y : verschil X 10 : 5 = 2Hellingsgetal is 2Formule: 25 – 2x = y

Page 5: H1 Paragraaf 2 4 Kader
Page 6: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Kwadratisch verband

Is altijd te herkennen aan zijn parabool (dal / berg)

1-2 Verbanden

DALPARABOOL

BERGPARABOOL

Formule A:  y= x² - 6x + 10

X 0 1 2 3 4 5 6

Y 5 2 1 2 5 10

MAKEN: OPGAVE 6

10

Page 7: H1 Paragraaf 2 4 Kader

1 Grafieken

Lesdoelen:

Je kan de volgend verbanden van elkaar onderscheiden: Lineair Kwadratisch Omgekeerd evenredig Wortel Periodiek

Page 8: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Inhalen toets Zelf verantwoordelijk Maken afspraak – buiten lestijd Niet inhalen: 1 op rapport

Page 9: H1 Paragraaf 2 4 Kader
Page 10: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Opgave 6Z 0 1 2 3 4 5 6 7

I 0 0,2 0,8 1,8 3,2 5 7,2 9,8

-6 -5 -4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4 5 6

i = 0,2 x z x z4

3

2

1

0

Page 11: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Omgekeerd evenredig verband

Neem bijvoorbeeld de formule: 24 : x = yProbeer de tabel in te vullen.

1-2 Verbanden

X -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30

Y -1,6 -2,4

-4,8 XX

4,8 2,4 1,6 1,2 0,96 0,8

Bij 1 getal is er geen uitkomst. Hierdoor krijg je twee ‘aparte’ lijnen.

Dit heet een hyperbool

-1,2

Page 12: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Y = √(x-3)

Bedenk wat het kleinste getal is wat je voor “X” kan invullen.Onder het wortelteken wordt nul(x-3)=0X=3

Tabel:

x 3 4 5 6 7

y 0 1 1,4 1,7 2

0 1 2 3 4 5 6 7

4

3

2

1

0

-1

0

Wortel verband

1-2 Verbanden

Page 13: H1 Paragraaf 2 4 Kader

Opgave 10

Deze grafiek laat de hoogte van een bakje van een reuzenrad zien tijdens het draaien.

Hoe lang duurt 1 periode? 60 secondes

Hoe groot is de frequentie per uur?

60 secondes = 1 min. per frequentie / 60 minuten per uur, dus 60 keer

Periodiek verband

1-2 Verbanden

Page 14: H1 Paragraaf 2 4 Kader

EVENWICHTSSTAND?

Een lijn die het gemiddelde niveau weergeeft. Dus je kijkt naar het hoogste en laagste getal.

Hoogste getal = 40Laagste getal = 0

Gemiddelde = 40 + 0 / 2 = 20

AMPLITUDE

1-2 Verbanden

Page 15: H1 Paragraaf 2 4 Kader

1 Maten

Wat?Opgave 7, 9, 12

(Blz. 14 t/m 17)

Wanneer?Nu, anders huiswerk

Hoe?Rustig overleggen

Klaar?Opgave 11