Dood

• De wereld staat even stil

• Help de kinderen te proberen te begrijpen wat er gebeurt

• Hoe ouder de kinderen zijn en hoe langer het kind op de opvang zit, hoe meer tijd je moet nemen voor het verwerkingsproces

Dood – wat kun je doen?

• Bereid met leidinggevende of pedagoog voor hoe je dit in de groep vertelt en wat je gaat doen

• Bespreek met de ouders hoe zijn afscheid willen nemen en welke rol zij het kindercentrum willen geven

• Zeg in de groep dat jullie dit samen gaan verwerken

• Leg uit dat ieder kind dit op een eigen manier verwerkt (huilen, stil zijn, zenuwachtig lachen)

• Bespreek met de groep wat zij ter nagedachtenis wil doen

Dood – wat kun je doen?

Bespreek met de groep wat zij ter nagedachtenis wil doen: • Een gedenkhoekje inrichten • Samen de spullen van het kind opruimen

• Een afscheidsboekje maken • Tekeningen, gedichten, briefjes maken voor op de kist

• Bespreek de rol bij de begrafenis of crematie

• Betrek ook de ouders van de andere kinderen bij het afscheid

• Neem als team ook de tijd om elkaar te steunen

• In de maanden/jaren daarna kun je het kind herdenken

(foto ophangen, op verjaardag b.v.)

Rol van de pedagogisch werker in het groepsproces

Volgens pedagoge Elly Singer heeft de pedagogisch werker drie rollen:

1. Regelaar, zorgster en hoedster van de orde

2. Bemiddelaar

3. Medespeelster en speelkameraad

Beroepshouding van de pedagogisch werker in het groepsproces

Jouw beroepshouding heeft invloed op de ontwikkeling van kinderen en op het groepsproces Het is dus van groot belang: • hoe je met hen omgaat • hoe je ontwikkelingsmogelijkheden biedt • hoe de sfeer is die je op de groep weet te scheppen Kinderen hebben veel vrijheid nodig om te ontdekken wat goed en slecht is, waar ze plezier in hebben, hoe dingen werken, wat ze goed kunnen en met wie ze graag vriendjes willen zijn.

Voorwaarden voor een goede groepsontwikkeling

• Je hebt respect voor wat kinderen elkaar te bieden hebben, je geeft ze de mogelijkheid om veel contact met elkaar te maken

• Je gaat uit van de vragen van de kinderen naar elkaar en naar de pedagogisch werkers toe

• Je geeft het goede voorbeeld door zelf een goede sfeer te scheppen, begin zelf met activiteiten die je leuk vindt

• Je maakt samen met de kinderen spelregels en zorgt voor handhaving en onderling respect

• Je stimuleert relaties tussen kinderen en probeert continuïteit hierin te garanderen (b.v. samen naar de volgende groep laten gaan)