Groen Boekje
-
Upload
philippe-bossin -
Category
News & Politics
-
view
1.459 -
download
9
description
Transcript of Groen Boekje
DE KR
ACHT
VAN VE
RBEE
LDIN
GV
AN
DA
AG
TO
T M
OR
GE
N
5 Sleutelsvoor eengroenetoekomst
Vijf sleutelconcepten
Al dertig jaar leveren de Groenen en constructieve en vindingrijke
bijdrage aan het maatschappelijke debat. Ideeën die aanvankelijk
onhaalbaar leken, op gehoon of zelfs op heftig verzet stuitten, wer-
den niet alleen gerealiseerd, ze zijn intussen evidenties geworden.
Die rol blijft ook de komende 30 jaar weggelegd voor Groen!: een
lange termijnvisie formuleren, geschraagd door ideeën die door hun
inherente sterkte onontkoombaar zijn. De ingrediënten voor die vi-
sie? Een scherpe analyse, een ijzersterk geloof in een betere samen-
leving en een stevige scheut verbeelding.
Onze fundering voor de komende 30 jaar: 5 basisconcepten, de sleu-
tels voor het ontgrendelen van een groene toekomst.
Een traditie van, en een toekomst voor verbeelding
vooreengroene
toekomstSleutels
www.groen.be
Nieuwe economische waarden: de nood aan een nieuw kompas
Een samenspel van drie crisissen.De wereld is in de ban van een drievou-
dige crisis. De kredietcrisis in Amerika is
uitgemond in een wereldwijde economi-
sche recessie. Het wereldwijde wantrou-
wen in de financiële sector zorgt voor een
kredietschaarste, die de reële economie
schade toebrengt. Bedrijven moeten
sluiten, werknemers staan op straat, het
consumentenvertrouwen daalt.
De klimaatcrisis stevent af op een point
of no return. Opwarming is de grootste
milieubedreiging waar de mens voor
staat. Orkanen, overstromingen, voed-
selschaarste, hittegolven, droogte en
modderstromen dreigen in de toekomst
een dodelijke tol te eisen.
Stijgende voedsel- en energieprijzen
creëren wereldwijd een sociale crisis.
Bijna één miljard mensen wordt met de
hongerdood bedreigd, en ook de armoede
in eigen land groeit.
Het is dan ook nu dat er verbeelding no-
dig is, dat we met z’n allen nieuwe wegen
moeten zoeken om onze wereld op een
nieuw spoor te zetten.
Het traditionele politieke denken biedt geen uitweg.Liberalisme en socialisme zijn de weg
kwijt. De crisis daagt ook het politieke
denken uit. Met de val van de muur en
de verpaupering van Oost-Europa riep
Guy Verhofstadt het liberalisme uit tot
historische overwinnaar. De vrije markt
werd verheerlijkt als nooit voorheen,
de ‘onzichtbare hand’ van Adam Smith
kreeg een goddelijk en onaantastbaar
statuut.
Twintig jaar na het eerste burgermani-
fest is het neo – liberalisme als een pud-
ding in elkaar gezakt. De nette heertjes
die elke overheidsbemoeienis verguis-
den, hebben – door schade wijs geworden
– hun onwrikbare geloof in die ‘invisible
hand’ opgegeven. Vandaag kloppen ze
aan in Downing Street 10, aan de poorten
van het Elysée en de Wetstraat 16, en
schooien om hulp. Het gevraagde aal-
moes: miljarden euro’s overheidsgeld om
het systeem te redden.
Niet gehinderd door ethische overwegin-
gen, hebben banken de voorbije decennia
de inkomsten uit vermogen gemaxima-
liseerd. Die zeepbel is intussen uit elkaar
gespat. En zelfs de liberalen kijken nu vol
verwachting richting overheid. Die moet
de burger duidelijk maken dat iedereen
de broeksriem moet aanhalen: van de
kleine spaarder over het personeel van
de banken tot de ‘onderdaan’ die werd
aangezet om aan pensioensparen te
doen… Maar een kanttekening plaatsen
bij de superioriteit van de vrije markt? Ho
maar!
Bij de socialisten horen we traditioneel
een ander geluid. Zij zijn voorstander van
meer overheidstussenkomst, en van een
betere herverdeling van de opbrengst
van de economie. Op zich zijn dit cor-
recte invalshoeken. Maar net zoals de
liberalen, gaan ook de voorstanders van
meer overheidstussenkomst uit van de
eeuwige nood aan meer groei.
Eén vaststelling staat echter als een paal boven water.
Aan de botsing van de ideeën, de tegenstelling tussen
links en rechts, tussen socialisme en liberalisme, tussen
planeconomie en vrije- marktsysteem, is een einde geko-
men. Die strijd is beslecht. Het staat voor iedereen vast
dat een vrije markt van vraag en aanbod, met een over-
eengekomen prijs van goederen en diensten als commu-
nicatiemiddel tussen beide partijen, de beste methode is
om de materiële en geestelijke belangen van elke samen-
leving te dienen en de betrekkingen tussen miljarden
mensen te ordenen. Het systeem scherpt zoveel mogelijk
welvaart, voor zoveel mogelijk burgers. Er bestaat geen
betere methode om armoede, onwetendheid en achter-
lijkheid te bestrijden.
Guy Verhofstadt (eerste burgermanifest 1989)
“
”
Het BBP: een doldraaiend kompas.Die focus op groei heeft veel te ma-
ken met het instrument waarmee we
welvaart meten: het Bruto Binnenlands
Product (BBP), de optelsom van alle
goederen en diensten die in 1 jaar tijd
geproduceerd worden. Of de economie
groeit, en de welvaart in een land toe-
neemt wordt eraan afgelezen.
Maar een meetinstrument, ook het BBP,
is nooit neutraal. Er liggen onuitge-
sproken keuzes aan ten grondslag. Zo
worden er geen langetermijneffecten
opgenomen in het BBP, en wordt enkel
betaalde arbeid geteld. Die fundamen-
tele onderliggende keuzes maken het
BBP ongeschikt als richtingaanwijzer
voor het beleid.
Deze focus op groei, met het BBP als
meetinstrument, zorgt ervoor dat we
nu al jaar na jaar rijker zijn geworden.
Maar dat we ons tegelijkertijd steeds
armer zijn gaan voelen. We rijden ons
vast in een krampachtige poging om
rijker te worden, en staan niet stil bij
het feit dat we er niet langer gelukkiger
op worden. Integendeel.
Het Bruto Binnenlands Product omvat luchtvervuiling
en reclame voor sigaretten en de ambulances die op de
snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de
speciale sloten voor onze deuren mee en ook de gevan-
genissen voor de mensen die ze stukmaken. Het Bruto
Binnenlands Product omvat de vernietiging van de ceder-
wouden en de dood van Lake Superior. Het neemt toe met
de productie van napalm en raketten en kernkoppen. Het
houdt geen rekening met de gezondheid van onze gezin-
nen, de kwaliteit van het onderwijs of het genoegen dat
we aan spelen beleven. Het is het zo onverschillig voor de
properheid van onze fabrieken als voor de veiligheid van
onze straten. Het telt niet de schoonheid van onze poëzie
mee of de kracht van onze huwelijken, noch de intelligen-
tie van het publieke debat of de integriteit van overheids-
officials... het meet kortom alles, behalve dat wat het le-
ven de moeite waard maakt.
Robert Kennedy
“
”
Tijd voor een nieuwe aanpakSteeds meer economen waarschuwen
dat de huidige koers ons rechtstreeks
naar de afgrond brengt. Zo is volgens
Thomas L. Friedman – één van de archi-
tecten van de globalisering – “kiezen
voor een groene economie de enige
optie om Amerika uit het slop te halen”.
“Amerika moet afkicken van olie en ra-
dicaal zijn hele energiesysteem hervor-
men van fossiel naar schoon, efficiënt
en hernieuwbaar”. Ook Friedman kijkt
dus – in tegenstelling tot vele politici
– verder, en minimaliseert de huidige
crisis niet tot louter een crisis van het
financiële systeem. Ook VN secretaris
Ban Ki-Moon pleit vurig voor een groene
economie.
Het zijn mensen als Friedman en Ban
Ki-Moon die samen met de ecologische
partijen de wereldleiders zullen moeten
overtuigen om nieuwe afspraken te ma-
ken omtrent de parameters voor onze
welvaart. En over een nieuw kompas
dat rekening houdt met de draagkracht
van mens en milieu.
Wat de cijfers niét zeggen ...Economen en wetenschappers werkten
de voorbije jaren aan alternatieven om
het ontelbare toch te tellen. De tijd is
rijp om nu voor die alternatieven voor
het BBP te kiezen. De ISEW (Index of
sustainable economic welfare) houdt
rekening met de waarde van het ecolo-
gisch kapitaal en met de inkomensver-
deling. Hij valoriseert ook de arbeid die
niet vergoed wordt (bv. vrijwilligers-
werk, buurtinitiatieven, ...).
Kiezen voor het ISEW is kiezen voor
een ander kompas, dat kwaliteit meet
in plaats van kwantiteit. Producten
worden duurzaam, de wegwerp-
maatschappij wordt afgebouwd.
Overheden hebben er niet langer
belang bij om bedrijven te steunen die
geen rekening houden met de draag-
kracht van mens en milieu. Die bedrij-
ven hebben immers een negatief effect
op het ISEW.
Een nieuwe maat om onze economie
te meten geeft alle kansen aan de
ecologische economie. De ecologische
economie is het antwoord op de grote
crisissen waar we vandaag mee wor-
den geconfronteerd.
GROENEEENNewDeal
De hebzucht van het huidige economische systeem.De financieel-economische malaise, de
klimaatverandering en de sociale crisis
zijn uitingen van hetzelfde probleem:
een economie die weigert rekening te
houden met de draagkracht van mens
en milieu. Zolang we de drie uitdagingen
als drie verschillende problemen zien die
verschillende oplossingen vereisen, blij-
ven we vastzitten in het traditionele kor-
tetermijndenken dat deze crisissen net
heeft veroorzaakt. En het is écht geen
optie de financiële crisis aan te pakken,
en een oplossing voor het klimaatpro-
bleem of de sociale crisis uit te stellen.
Er zijn twee crisissen die we samen het hoofd moeten bie-
den: de klimaatverandering en de crisis van de wereld-
economie. En tegelijkertijd bieden deze crisissen ons een
geweldige opportuniteit: de opportuniteit om ze allebei
met tak en wortel uit te roeien. Een degelijke aanpak van
de wereldwijde financiële crisis vereist een intensieve
en wereldwijde inspanning. Het grootste deel van die in-
spanning zal bestaan uit investeringen in een groene(re)
toekomst. Die investeringen zullen de klimaatverande-
ring indijken, miljoenen groene jobs creëeren, en groene
groei stimuleren. Wat we nodig hebben, is een groene
New Deal. Die ‘deal’ moet lonend zijn voor élk land, voor
rijk en voor arm. Samengevat, moet ons antwoord op
de financiële crisis in de eerste plaats groene en sociale
doelstellingen naar voor schuiven. Wat we vandaag nodig
hebben is leiderschap – ùw leiderschap.
Ban Ki-Moon, Poznan, 11 december 2008
“
”
En als we het nu eens anders zagen?Het is de hoogste tijd om buiten het
kader te denken. Om met verbeelding
en nieuwe denkpistes de crisissen niet
enkel als een probleem te zien, maar
juist ook als het begin van een oplossing.
Een echt duurzame oplossing van de
crisis moet de drie uitdagingen tegelijk
aanpakken.
Zo wil Groen! de klimaat- en sociale
crisis zien als een kans om de financieel-
economische crisis op te lossen. Door nu
massaal te investeren in een ecologische
economie kunnen we werken aan het
herstel van onze planeet. Investeringen
gericht op de lange termijn, kunnen we-
reldwijd miljoenen groene jobs creëren
en de economie terug vlot helpen trek-
ken. Investeringen in een duurzame en
ecologische economie zijn hier de sleutel.
Ons voorstel: een Groene New DealConcreet stellen we een Groene New
Deal voor, een overeenkomst met de
samenleving, en met zoveel mogelijk
partners: werkgevers en vakbonden,
milieu- en consumentenbewegingen, het
hele middenveld en alle overheden in ons
land.
Die Groene New Deal houdt in dat we
gericht overheidsmiddelen investeren
om de economie recht te trekken. Maar
daar moet iets tegenover staan: de
overgang van een onhoudbaar econo-
misch groeimodel naar een ecologische
economie. Waarbij we afscheid nemen
van technologieën en oplossingen uit het
verleden zoals nieuwe autostrades, ver-
vuilende terreinwagens en supertrucks,
nieuwe kolencentrales of kerncentrales,
een opgefokte landbouw gebaseerd op
massaproductie, pesticiden en gentech-
nologie, prestigieuze ruimteverslindende
bouwprojecten , huizen en gebouwen
die energie verspillen … En waarbij we
massaal investeren in sectoren die én
overheidsinvesteringen kunnen gebrui-
ken, én jobs opleveren én onze economie
vergroenen.
Zo willen we de energieproductie radi-
caal herdenken: weg van de gecentrali-
seerde productie in enkele grote centra-
les die draaien op vervuilende fossiele
brandstoffen, en naar een gedecentrali-
seerde groene energie-opwekking met
een zonnedakenplan voor Vlaanderen,
windmoleneilanden op de Noordzee,
duizenden gezinnen met hypermoderne
verwarmingsketels die tegelijk warmte
en electriciteit produceren,…
We willen investeren in industriële
processen die werken zoals de natuur :
afval wordt volgens het cradle to cradle-
principe opnieuw gebruikt als grondstof.
Producten worden zo ontworpen dat
ze voor nul afval en zo weinig mogelijk
vervuiling zorgen. De Vlaamse chemie
die kiest voor natuurlijke grondstoffen
en voor schone producten. Slimme na-
tuurlijke veredelingstechnieken maken
genetische manipulatie overbodig.
Ook de aanpak van de mobiliteit in
Vlaanderen kan best wat meer verbeel-
ding gebruiken. Beeld je in : investe-
ringen in autoluwe centra, een net van
fietssnelwegen en van lightrailverbin-
dingen in Vlaanderen, hoogwaardige
binnenvaart en vervoer van stadscontai-
ners onder de grond om vrachtwagens
te weren uit onze centra. Of een systeem
van elektrische wagens, laadstations én
groene stroom waardoor de uitstoot van
fijn stof in kernen en woongebieden tot
nul herleid wordt.
We investeren massaal in een isola-
tieprogramma voor alle woningen in
Vlaanderen, te beginnen met de wonin-
gen van de sociaal zwaksten. Het gevolg:
iedereen betaalt minder op termijn, we
ondersteunen de bouwsector én bouwen
lage energie-woningen: huizen zo slim
dat ze energie leveren aan het net. Een
goed voorbeeld van hoe we de drie crisis-
sen samen aanpakken!
Beeld je in dat we duizenden groene jobs
scheppen. Niet door ruimte en natuur
te vernietigen, maar integendeel door
werk te maken van natuurherstel, de
ontwikkeling van nieuwe natuur en wa-
terberging, door te investeren in levende
bodems, in ecologische en biologische
landbouw, in ecologisch toerisme.
het basisloonop inkomen en arbeid:
Daens in de 21ste eeuwHonderd en één jaar na zijn dood is Daens
populairder dan ooit. Dagelijks staan
mensen in de file op weg naar ‘DAENS- de
musical’. Dagelijks worden op de scène de
levieten gelezen van “de vuile kapitalis-
ten die de kleine man uitbuiten, die winst
maken dank zij kinderarbeid”.
Maar Daens’ gedachtengoed is actueler
dan ooit. In 2006 ging van alle meerwaar-
de die we samen realiseerden een groter
stuk naar de aandeelhouders dan naar de
loontrekkers die via hun arbeid het beste
gaven om het bedrijf groot te maken. De
nieuwe kapitalisten zijn niet langer de
makkelijk identificeerbare mannen met de
hoge hoed, op de eerste rij in de kerk van
priester Daens. Ze opereren grotendeels
achter de schermen, worden af en toe even
zichtbaar, wanneer ze bliksemafleider spe-
len en het gelag betalen voor een zoveelste
implosie van het systeem. Ze incasseren
hun astronomische ontslagvergoedingen
en verdwijnen weer door de achterdeur.
De werknemer van Opel, Volkswagen,
Audi, Bekaert, Arcelor Mittal, Fortis of
Dexia staat er bij en kijkt er naar. Hij
werd om de oren geslagen met euforische
berichten over succes en productiviteit. En
toch moet hij inleveren, krijgt hij steeds
minder loon voor steeds minder zekerheid.
Winsten zijn astronomisch hoog, de mi-
nimumlonen en uitkeringen liggen in dit
land onder het Europees levensminimum.
Fiscale fraudejagers trekken gefrustreerd
aan de alarmbel: alleen al het pas ver-
jaarde Anhyp fraudedossier genereert 200
miljoen euro gederfde inkomsten voor de
schatkist. De meest recente studies ramen
de fiscale en sociale fraude in dit land op
30 miljard euro, iets minder dan 10% van
het BBP, voor Frankrijk is dit 2% van het
BBP.
Wie zal er in de 21ste eeuw nog de levieten
lezen van de ‘vuile kapitalisten’ en hun
slippendragers in de politiek?
n ieuwe kijk
EEN
Iedereen een baan om zijn brood te verdienen is een idee
uit de industriële revolutie. Het verband tussen jobs en
groei is verbroken. Zo is het verkoopsvolume van de
grootste bedrijven met 700% gegroeid terwijl de tewerk-
stelling in diezelfde bedrijven daalde met 20%.
Bernard De Lietaer, ondervoorzitter van de nationale bank
en mede oprichter van de Euro.
“”
De leugen van het ‘loon naar werken’ Er is iets fundamenteel fout aan de ma-
nier waarop we vandaag arbeid bekijken.
Steeds meer mensen zijn niet (meer)
gewild door de arbeidsmarkt. Tegelijker-
tijd worden ze steeds meer onder druk
gezet om hun plaats op de arbeidsmarkt
weer in te nemen. Ook de druk op de
werkenden wordt steeds verder opge-
voerd. Anderzijds komt meer dan de helft
van het totale volume inkomens in België
voort uit roerend en onroerend goed. De
automatische en logische correlatie tus-
sen werken en loon (naar werken) is dus
zo goed als onbestaande.
Onder invloed van aaibare liberalen zoals
Verhofstadt en De Gucht is solidariteit
als begrip de voorbije jaren geruisloos
vervangen door het rechten/plichten
denken van de actieve welvaarstaat. Wie
wil werken, vindt werk en heeft rechten,
wie geen werk vindt voldoet niet aan
zijn plichten en verliest meteen ook alle
rechten. ‘Werkonwilligen’ verliezen hun
uitkering en worden naar het OCMW
doorverwezen voor leefloon. Steeds meer
OCMW’s schorsen op hun beurt de RVA-
geschorsten.
Mensen worden steeds vaker gedwon-
gen om minder kwalitatieve jobs aan te
nemen. Dagelijks zijn er in België bijna
100.000 mensen aan de slag met een inte-
rimcontract, op jaarbasis zijn er dat niet
minder dan 380.000. Hun aantal stijgt
jaar na jaar. Voor een kleine minderheid
is dit een opstap naar een vaster con-
tract, maar een steeds groter wordende
onderlaag op de arbeidsmarkt blijft ge-
vangen in onstabiele uitzendcontracten
– vaak op dag- en weekbasis. Ze krijgen
geen lening, zijn aangewezen op de dure
private huurmarkt of staan jaren op
een wachtlijst voor een sociale woning.
Van groepsverzekering of extralegale
voordelen of hospitalisatieverzekering
blijven zij verstoken. De mensen die in
deze onstabiele arbeidsmarkt terecht
komen flirten vaak een leven lang met de
armoedegrens. Wie het psychisch of soci-
aal moeilijk heeft wordt van het kastje
naar de muur gestuurd en vindt nooit
een aangepaste job. De spanning tussen
de laagste en de hoogste lonen bedraagt
vandaag 1 op 18.
Tegelijkertijd is meer dan 50% van alle
inkomens in België afkomstig uit andere
bronnen dan arbeid: intresten, onroe-
rend goed, aandelen, ...In dit land wordt
50% van de inkomens verworven zonder
er voor te werken.
Een nieuwe relatie tussen werk en geld?Steeds minder mensen werken dus
steeds harder om steeds minder te ver-
dienen – en steeds meer mensen verdie-
nen steeds meer door steeds minder te
werken. Hoe lang duurt het nog eer ook
dit systeem onherroepelijk in de vernie-
ling draait? En kan het niet anders?
Ja, het kan anders. Ja, het is tijd voor ver-
andering. We moeten de relatie tussen
werken en geld radicaal herdenken. We
moeten de loskoppeling van arbeid en
loon niet langer als een probleem zien
maar als een kans. Een kans om àlle
arbeid te waarderen en te valoriseren.
Alle werk dat wordt verzet ten voordele
van de samenleving. Dus niet alleen het
onmiddellijk economisch rendabele,
bezoldigde werk, maar àlle werk.
Arbeid is essentieel voor de ontplooiing
van de mens. Arbeid is de kunst om cre-
atief te zijn, om met grondstoffen iets te
creëren dat nuttig is, dat andere mensen
kan verbazen door zijn schoonheid, dat
eigen energie omzet in grensverleggende
prestaties.
Concreet: een basisloon voor iedereen.We moeten naar een samenlevingsmodel
waar mensen werken om te leven en niet
langer leven om te werken. En waar an-
deren, ook diegenen die in het reguliere
arbeidscircuit niet meekunnen of niet
gewild zijn - wegens te oud, te gehan-
dicapt, te allochtoon - toch productief
kunnen deelnemen aan de maatschappij,
en ervoor betaald worden.
Als we “werken” radicaal willen herde-
finiëren, laat ons dan beginnen met de
definitie van een voltijdse baan. In ons
voorstel bedraagt die 32 uur of 4 dagen.
Zo realiseren we een herverdeling van de
bestaande kwalitatieve arbeidsplaatsen.
Tegelijkertijd verdienen mensen hier-
door 20% minder.
Dit inkomensverlies wordt goedgemaakt
door een basisloon. Het basisloon is
een loon dat je sowieso krijgt, zonder
tegenprestatie. Het wordt gefinancierd
door het rechtvaardiger belasten van
de inkomens uit vermogen. Het is bij
aanvang gelijk aan de helft van het leef-
loon en wordt in deze eerste fase alleen
uitbetaald aan de lagere inkomens. Dit
tot de inkomensspanning tussen lagere
en hogere inkomens is terug gebracht
van 1 op 18 tot 1 op 8. Zo worden ook de
lage pensioenen opgetrokken; wie een
laag pensioen heeft krijgt er immers een
basisloon bovenop.
Wie geen job heeft wordt bovenop het
basisloon bijgepast tot op het niveau van
de welvaartvaste uitkering (leefloon of
werkloosheidsuitkering). Op die manier
wordt ook de zogenaamde werkloos-
heidsval weggewerkt.
Door de arbeidstijdbeperking komt er
meer ruimte om te onthaasten, dit is
vooral belangrijk voor het toenemend
aantal alleenstaande ouders die vandaag
voltijds moeten werken om voldoende
inkomen te hebben en geen gebruik
(kunnen) maken van de bestaande tijds-
kredieten.
Mensen kunnen dank zij het basisloon
meer zelf investeren in zorg en vrijwil-
ligerswerk. Er worden minder kosten ge-
maakt om deze diensten uit te besteden,
het gevoel van eigenwaarde neemt toe
en sociale netwerken worden versterkt.
Alle talentenontwikkelen:de onthaaste schooldag
We draaien dol.In een samenleving waar alles te koop is,
is maar één ding belangrijk, geld. In deze
samenleving is de mens volledig overge-
leverd aan de wetten van de markt. Om
te overleven moet je consumeren. Om te
consumeren heb je geld nodig, om geld
te hebben moet je werken.
Onze samenleving verschraalt. Om
samen muziek te maken hebben we geen
tijd want we moeten absoluut naar Clou-
seau of de musical Daens. Om samen een
koffietje te drinken en wat ervaringen
uit te wisselen over hoe we onze pubers
nu het best aanpakken hebben we geen
tijd, want we moeten na het werk nog
even langs de opvoedingswinkel om die
nieuwe brochure. Om even samen met
oma te scrabbelen hebben we geen tijd
want willen we erbij horen dan moeten
we absoluut de laatste kaskraker in de
bioscoop gezien hebben…
Het vroegere kostwinnersmodel heeft
plaats geruimd voor een tweeverdiener-
model. Vandaag wordt per gezin 2/3de
meer gewerkt dan in 1950. Vrouwen
zijn beduidend méér buitenshuis gaan
werken, maar mannen amper minder. In
het tweeverdienermodel weegt de dub-
bele dagtaak zwaar. Vrouwen besteden
per week 10 uur meer aan huishoudelijk
werk en 2 uur meer aan zorg voor de
kinderen dan mannen.
Liefst 44% van de Vlamingen vindt
dat een dag te weinig uren heeft en de
doorsnee Vlaming heeft het moeilijk om
werk en gezin te combineren. Relaties,
gezinnen en kinderen staan voortdurend
onder druk, zoals blijkt uit de enorme
stijging van de hulpvraag in de bijzon-
dere jeugdzorg , de geestelijke gezond-
heidszorg…
We zitten met z’n allen vast in een sys-
teem dat alleen maar verliezers creëert:
- overstresste ouders (volgens studies
zijn de Belgische dertigers de meest
Er schuilt een fundamentele paradox in onze levensstijl. De
meesten van ons streven actief naar een hoger inkomen.
Maar ondanks het feit dat de Westerse samenlevingen rij-
ker zijn geworden, zijn de mensen er niet gelukkiger op
geworden. Dit ontnuchterende feit zou een discussie op
gang moeten brengen over hoe we onze levens kunnen
verbeteren. Het zou elke regering, én elk van ons, ertoe
moeten aanzetten onze prioriteiten opnieuw op een rijtje
te zetten.Richard Layard, ‘Happiness. Lessons from a new science’, 2005
“
”
gestresseerde groep in Europa!)
- een overbevraagde overheid: zorg-
taken die vroeger thuis in familie-
kring werden opgenomen worden
vandaag doorgeschoven naar de
dienstensector. Werknemers die
deze taken overnemen eisen terecht
een fatsoenlijk loon. Kwalitatieve
zorg die toegankelijk moet zijn voor
iedereen, is alleen mogelijk als de
overheid deze zorg subsidieert via de
social-profitsector, via dienstenche-
ques of via allerlei speciale statuten.
Maar de overheid is niet in staat om
al deze vragen te beantwoorden: als
we verder doen zoals vandaag, dan
werkt morgen 2 op de 3 werknemers
in de dienstensector. Onhaalbaar en
onbetaalbaar.
- Niet-geholpen zorgzoekenden: lange
wachtlijsten in de kinderopvang,
de opvang voor personen met een
handicap, de ouderenzorg. In een
samenleving met steeds meer zeer
oude mensen – in 2050 leven er in
Vlaanderen 650.000 negentig plus-
sers- zal die zorgvraag alleen maar
toenemen.
- Gestresseerde kinderen: depressies
en zelfs zelfmoorden bij kinderen
komen steeds talrijker voor. Het is
voor kinderen onmogelijk om niét
aangetast te worden door de druk en
competitie waaraan ze hun ouders
blootgesteld zien worden.
Waar zijn we in hemelsnaam mee bezig?
Zullen we het even samenvatten?
We werken steeds harder, om steeds
meer te verdienen. Om dat te kunnen
doen, moeten we hele stukken van ons
leven “afstoten” en delegeren (kinder-
opvang, creches, stages, naschoolse
activiteiten). Om die te kunnen betalen,
moeten we meer verdienen en dus harder
werken.
Het onderwijs draait mee in de rat raceOok kinderen moeten van jongs af aan
presteren: het onderwijs in de ac-
tieve welvaartsstaat vandaag stoomt
kinderen en jongeren klaar voor de
arbeidsmarkt. De minister van onder-
wijs publiceert lijsten van opleidingen
waarmee men moeilijk werk vindt en die
je dus beter niet kiest, hierbij zowat alle
kunstopleidingen. Ons onderwijs is in de
eerste plaats een “hoofdzaak” en geen
zaak meer van ‘persoonlijke ontwikke-
ling’. Tijdens de steeds korter wordende
schooldag moeten kinderen geconcen-
treerd zijn en kennis opslaan. Er is geen
tijd om de andere talenten van kinderen
aan te spreken.
De kindertijd is verkavelde tijd gewor-
den. Versnipperd tussen schooltijd,
kinderopvangtijd en buitenschoolse acti-
viteiten. Steeds meer ouders zijn aange-
wezen op voor- of nabewaking voor hun
kinderen. Ouders werken vaker beiden
buitenshuis en kunnen dus niet om 15.30
uur aan de schoolpoort staan om hun
kinderen op te halen. Bovendien groeit 1
op 10 kleuters en bijna 15% van de leerlin-
gen uit de lagere school op in een éénou-
dergezin. Kinderopvang op school is in
de meeste scholen een tijd van wachten
en stress. Wachten tot de school begint,
wachten tot je ouders je ophalen. En dan
rennen om andere talenten te ontwikke-
len in de turn-, ballet-, of muziekles. Kind
zijn was nog nooit zo stresserend.
Iedereen mee?En dan zijn er nog die kinderen die thuis
geen Nederlands spreken. Voor hen is het
onderwijs een bevestiging van hun onge-
lijke kansen. Wanneer een kind opgroeit
in een kansarm gezin waar de thuistaal
niet het Nederlands is, heeft het één
kans op drie om tegen het zesde leerjaar
1 jaar leerachterstand te hebben, en één
kans op twee om geen enkel diploma te
halen. België doet het daarmee een stuk
Kinderen en stress hoor ik u denken? Zij hebben toch een
onbezonnen bestaan? Dat was inderdaad zo, maar de
maatschappij is zo geëvolueerd dat zelfs zij er niet aan ont-
snappen. Kinderen zijn gelukkig flexibel en kunnen veel
hebben, maar ook hun aanpassingsvermogen is beperkt.
Het zou niet realistisch zijn het tegendeel te denken. Ze
kunnen immers niet alles aan. Ook in Vlaanderen stellen
kinderpsychologen vast dat steeds meer kinderen klagen
over hoofd- en buikpijn als het school is. Tijdens het week-
end en de vakanties voelen ze zich veel beter! Uit een on-
derzoek bij 1.127 kinderen bleek dat drie op de tien Vlaam-
se kinderen tussen 10 & 14 jaar geregeld klagen over buik-,
hoofd- en nekpijn. Ze liggen ’s nachts wakker en kunnen
zich moeilijk concentreren bij hun schoolwerk. Kinderen
van gescheiden ouders zijn nog stressgevoeliger.
Veerle Magits, UVV-info, januari 2003
“
”
slechter dan andere Europese landen, en
dat is een groot probleem in een samen-
leving die onherroepelijk steeds verder
kleurt.
Sinds 2002 stijgt het aantal kinderen
dat in Vlaanderen wordt geboren vooral
dankzij niet-Belgische vrouwen. In de
steden betekent dit dat 2 op 3 kinderen
worden geboren in een gezin waar de
thuistaal niet het Nederlands is. Die
kinderen staan binnen 2,5 jaar op de
drempel van de kleuterschool met in
hun rugzakje hun eigen taal, cultuur en
religie. Het is niet door de factuur voor
schooluitstappen te beperken dat we
deze kinderen meer kansen gaan geven.
En het is ook niet toevallig in Finland,
waar men de moed heeft gehad om het
onderwijssysteem voor kinderen tot 14
grondig te herzien, dat de emancipatie
door onderwijs wél floreert.
Waar zijn we mee bezig? Wat is het voor
een systeem dat kinderen reeds van
jongs af aan in een stresserend keurslijf
dwingt? En vooral, dat vele talenten
onbenut laat – talenten die we in onze
toekomstige creatieve kennismaatschap-
pij nodig zullen hebben ...
Kan het niet anders? Kunnen we geen
systeem bedenken dat àlle talenten van
àlle kinderen ontplooit? Een systeem dat
kinderen in hun waarde laat, dat het ver-
band en de verrijking zoekt tussen leren,
spelen, sporten, creëren, in team werken,
in plaats van dit in apartre hokjes op te
sluiten?
Het is tijd voor verandering.Groen! pleit voor een “onthaaste school-
dag”: een schooldag met één derde aan-
dacht voor het hoofd, één derde voor de
handen en één derde voor het hart. Binnen
de huidige schooldag ligt de nadruk, on-
danks alle ervaringsgerichte onderwijsme-
thodes, immers nog steeds op het hoofd.
In deze onthaaste schooldag wisselen les-
sen rekenen zich af met keuze-activiteiten,
muziek, tekenen, toneel, worden er ruime
ravotpauzes ingebouwd, en wordt er aan
sport gedaan over de individuele klassen
heen - net zoals in de sportclub. Op die ma-
nier kunnen alle kinderen al hun talenten
op school ontwikkelen, en staat het vol-
ledige kind centraal.
Bovendien valt de stress van het heen-en-
weer-rijden weg. In dit systeem bestaat de
breuklijn tussen het leren, het wachten op
de ouders en de buitenschoolse activiteiten
niet: naschoolse activiteiten en kinderop-
vang worden naar het kind gebracht in
plaats van andersom. Kinderen kunnen
(maar moéten niet!) van 8 uur ’s morgens
tot 18.00 ’s avonds op school terecht..
Uiteraard betekent dit een uitbreiding van
het lerarenkorps. Wij streven naar meer
begeleiders per klas, en naar kleine klas-
sen. We brengen ook de muziekleraren, of
sport- en dictieleerkrachten naar de school.
Alleen zo kan er voldoende aandacht zijn
voor elk kind, en verlaagt de druk op de
leerkrachten. Er komt ruimte vrij om spe-
cifieke interesses en talenten beter in te
zetten en voor samenwerking en overleg.
Kinderen die leerachterstand oplopen of
onze taal niet echt machtig zijn kunnen
extra begeleid worden.
Met een onthaaste schooldag krijgt onder-
wijs veel minder alleen maar een economi-
sche finaliteit – leren voor een goeie job als
je later groot zal zijn. Het kind, zijn ontwik-
keling, en zich goed in het vel voelen staan
centraal. En vooral: spelen en creativiteit
krijgen weer een volwaardige plaats in het
leven van een kind.
Echt samenleven:sociale ecowijken
Meer mensen, minder open ruimte.Volgens het planbureau zullen er in 2060
1,4 miljoen meer mensen wonen in Vlaan-
deren. Steeds meer van deze Vlamingen
wonen bovendien alleen: het aantal singles
steeg sinds 1990 met 37% en zal tegen 2025
nog met een kwart toenemen. Daarnaast
verandert ook de samenstelling van gezin-
nen veel vaker. Er wordt vaker gescheiden,
getrouwde mensen worden weer singles
of beginnen een nieuwe relatie en er zijn
steeds meer alleenstaande ouders met
kinderen. Die gezinsverdunning heeft
ingrijpende gevolgen. Steeds meer men-
sen wonen in onaangepaste woningen: te
groot, te klein ... Al deze mensen willen
hun eigen stek, en dus hebben we tegen
2025 80.000 bijkomende woningen nodig .
En de nood aan woningen is nù al schrij-
nend. In Antwerpen alleen staan meer
dan 10.000, vijfenzeventig - plussers op de
wachtlijst voor een serviceflat. De vraag
naar serviceflats is zo groot dat een senior
zich pas vanaf de leeftijd van 75 mag
inschrijven op die wachtlijst, en dan nog
is de gemiddelde wachttijd 7 jaar. Vele
tienduizenden senioren blijven ondertus-
sen noodgedwongen wonen in hun veel
te grote gezinswoning. Ze investeren niet
meer in hun woning en betalen daardoor
veel te hoge energiefacturen. Een op drie
Vlaamse woningen is slecht ge¨soleerd. De
slechte isolatie van onze woningen is goed
voor 20% van de CO2 uitstoot in ons land.
Liefst 50% van de energie om woningen te
verwarmen of te koelen gaat verloren door
ramen, deuren en daken.
De woningnood is uiteraard koren op de
molen van verkavelaars, bouwbedrijven én
gemeenten die hierin een legitimatie zien
voor hun steeds verregaander verkave-
lingsbeleid. Het gevolg is dat Vlaanderen
aan een hels tempo blijft verstenen. Elke
dag gaan er in Vlaanderen bijna 7 ha aan
open ruimte verloren. Dat is élke dag tién
voetbalvelden.
Bovendien proberen steden met deze
Wat een echte woongemeenschap onderscheidt van de
mechanische en afstompende 20-ste eeuwse projectont-
wikkeling, is dat de eerste ontworpen, gebouwd en ont-
wikkeld werd door ménsen. Het is de menselijke ziel die
de woongemeenschap waardevol, leefbaar en prijzens-
waardig maakt.
Christopher Alexander, architect en schrijver
“
”
nieuwe wijken vooral jonge tweeverdieners
aan te trekken, en blijven deze nieuwe ver-
kavelingen dus gebaseerd op het klassieke
beeld van een gezinnetje bestaande uit va-
der, moeder en twee kinderen. Lange rijen
ééngezinswoningen met beneden garage,
twee verdiepingen en een tuintje. Wijken
met lange straten die elkaar kruisen en
waar de auto heer en meester is.
Het probleem is dat dit niet op de rea-
liteit van onze gezinnen is afgestemd.
Bovendien blijven ook jonge welstellende
gezinnen met kinderen er niet wonen:
een tuintje is belangrijk voor opgroeiende
kinderen maar wanneer ze groter worden,
is er nood aan meer ruimte of willen ze met
vriendjes op straat ravotten. Dat kan niet
in drukbereden straten zonder groen. En
dus wordt er wéér verhuisd ...
Meer eenzaamheidDe nieuwe wijken organiseren meer nog
dan de traditionele stadswijken de een-
zaamheid. Garages op het gelijkvloers to-
veren de straten ’s avonds om tot donkere
pijpen die het gevoel van onveiligheid doen
toenemen waardoor nog minder mensen
op straat durven… Mensen trekken zich
terug op hun bel-etage of in hun woonka-
mer met zicht op de tuin en wonen en leven
langs elkaar heen.
Zeker in een samenleving met een stijgend
aantal alleenstaanden, is eenzaamheid een
probleem. Wanneer iemand hulpbehoevend
is rekent die in de eerste plaats op zijn of
haar partner, in tweede instantie op de kin-
deren. In de stad der eenzaamheid worden
al deze problemen doorgeschoven naar de
overheid. Zo startte het OCMW Antwerpen
onlangs met een zorghotel. Dit zorghotel
vangt alleenstaande mensen op na een
operatie. De ziekenhuizen besparen door
de mensen sneller naar huis te sturen. Maar
wie 5 dagen na een heelkundige ingreep
weer naar huis wordt gestuurd, kan niet
zonder hulp.
Het komt hierop neer: steeds kleinere
gezinnen hebben nood aan een informeel
netwerk van buren en vrienden waarop ze
kunnen terugvallen. Maar ook aangepaste
woningen met lage energiefacturen zijn
broodnodig. Toch blijft het beleid uitgaan
van grote, anonieme en energieverslin-
dende woningen die de eenzaamheid
organiseren en alle spontane vormen van
gemeenschap wegwuiven en vervangen
door onderbetaalde professionele hulp.
Waar zijn we mee bezig?
En als we het nu eens anders aanpakken?Ook hier komen sociale, ecologische
en economische bezorgdheden samen.
Groen! pleit ervoor te investeren in ecolo-
gische woningen en woonwijken, die het
sociale weefsel versterken in plaats van
af te breken. Daardoor zal de vraag naar
betaalde hulp verminderen, reduceren we
de energieconsumptie van onze woningen
en wijken, en stimuleren we tegelijkertijd
de bouwsector.
Zo moet de overheid bijvoorbeeld inves-
teren in de bouw van flats aangepast aan
de wensen van de ouderen, in plaats van
nieuwe wijken voor gezinnen. Deze flats
gebouwd volgens de meest vooruitstre-
vende energienormen zullen het energie-
verbruik en dus ook de CO2 uitstoot en de
energiefactuur van de senioren minstens
halveren.
Op die manier komen vele duizenden
eengezinswoningen vrij die kunnen omge-
bouwd worden tot woningen voor gezin-
nen, alleenstaanden, nieuw samengestelde
gezinnen…
Naar Duits voorbeeld kan de Vlaamse rege-
ring een alliantie werk en milieu afsluiten
om deze woningen te renoveren en te isole-
ren. De Duitse Alliantie voor Werk en Milieu
is een afspraak tussen vakbond, overheid
en bouwsector. Zij engageren zich voor de
renovatie van 300.000 woningen per jaar.
Dit programma is goed voor het behoud of
de creatie van 200.000 jobs, een CO2 reduc-
tie van 2 megaton per jaar en de aanpak
van het probleem van energiearmoede.
Of nog: in plaats van te investeren in
nieuwe woningen en nieuwe open ruimte
te verkavelen kunnen de grote, onbe-
woonde villa’s uit de ‘gouden jaren’ die de
rand van onze steden sieren een nieuwe
bestemming krijgen. Deze villa’s zijn groot
en slecht ge¨soleerd en beantwoorden op
geen enkele manier aan de noden op de
woningmarkt. Deze riante woningen zijn
vandaag enorm in prijs gedaald. Met wat
creatieve architectuur en mits een doorge-
dreven renovatie en isolatie, kunnen deze
villa’s worden omgebouwd tot woningen
voor cohousing of woningen voor meerdere
gezinnen. De grote tuinen zijn alvast bij-
zonder geschikt voor alleenstaande ouders
en hun kinderen.
Sociale ecowijken
Tenslotte pleiten we voluit voor sociale
ecowijken. Die worden gebouwd rond een
open ruimte, voldoende groot om jonge-
ren en ouderen hun eigen ding te laten
doen zonder dat ze elkaar storen. In de
sociale ecowijken bevinden groen, pleinen
en bossen zich op loop- of fietsafstand.
De auto blijft buiten de wijk, maar die is
wel bereikbaar met comfortabel open-
baar vervoer dat dag en nacht rijdt en de
bewoners snel tot het stadscentrum en het
dichtstbijzijnde station brengt. Goederen
worden via distributiecentra aan de rand
van de stad overgeslagen op milieuvrien-
delijk en kleinschalig transport dat zo
vrachtwagens uit de woonwijken houdt.
In de wijk zijn er woningen die kunnen
aangepast worden aan oudere bewoners
of alleenstaanden of die gecombineerd een
thuis zijn voor een nieuw samengesteld
gezin. Centraal in de wijk bevindt zich een
lokaal dienstencentrum dat 24 uur op 24
bereikbaar is voor wie zorgbehoevend is
en – al dan niet tijdelijk - hulp nodig heeft
bij de activiteiten van het dagelijks leven.
Vanuit het dienstencentrum wordt indien
nodig mantelzorg georganiseerd. Net als
wijkgebonden kinderopvang.
Zo kunnen ook zwaar zorgbehoevenden
in hun wijk blijven wonen. Op die manier
kunnen we ook zorg op maat organiseren
voor Turkse, Afrikaanse, Marokkaanse
en Belgische ouderen –een grootschalige
ouderenvoorziening voor hen allen organi-
seren is niet haalbaar.
Via een Groene New Deal investeren we als
overheid heel doelbewust. We investeren in
groene energie, in milieubewuste produc-
tieprocessen, in ecologische wijken. We
investeren in mensen, in menselijker leef-
omstandigheden en in gemeenschappen.
Om de overheid op die groene koers te hou-
den nemen we het ISEW aan als kompas
om ons economisch beleid op te baseren.
Mensen krijgen weer tijd voor elkaar. Het
basisloon zorgt voor een betere werkverde-
ling en meer gelijkheid.
Er wordt plaats gemaakt voor arbeid en
werk in de breedste zin van het woord:
samen musiceren, samen koken, zorgen
voor elkaar, de buurt opbouwen, het genoe-
gen voelen z’n eigen verantwoordelijkheid
op te nemen ... Iedereen wordt opnieuw ge-
waardeerd en de levenskwaliteit verhoogt
voor iederéén.
De onthaaste schooldag geeft alle kinderen
kansen om hun eigen talenten te ontdek-
ken en te ontwikkelen.
In sociale ecowijken krijgt het samenleven
een nieuwe vorm: duurzaam en in samen-
hang.
In veranderingen als deze kan de overheid
de aanzet geven en het verschil maken.
Maar dat lukt alleen als er genoeg mensen
steun geven en mee op dezelfde nagels
kloppen.
Groen! is de enige die deze toekomstvisie
blijvend op de politieke agenda zal plaat-
sen. Ook al ben je het niet in
alles met ons eens, dan nog is jouw steun
voor Groen! een kans om deze
visie te realiseren. Doe dus mee en help ons
om één voor één deze sleutels
voor de toekomst om te draaien...
Mieke Vogels,
Voorzitster
Wouter Van Besien,
Ondervoorzitter
Brussel, 10 januari 2009
The only limit to our realization of tomorrow will be our doubts of today.
Franklin D. Roosevelt“ ”
Vijf
draai ze mee om
Sleutels
V.U
.: A
nn
ick
Wil
lem
an
s, S
erg
ean
t D
e B
ruy
nes
tra
at
78-8
2, 1
070
An
der
lech
t ®
jan
ua
ri 2
009
On
twer
p e
n p
rod
uct
ie:
www.groen.be