GRAM augustus 2015
description
Transcript of GRAM augustus 2015
Composteren en milieubelasting
Noviteiten winterdienst
Waterschappen binden de strijd aan met zwerfvuil
GRAM
Inzet van extra handen bij sneeuwruimen
JAA
RGA
NG
106 | NU
MM
ER Augustus 2015
VAKBLAD VAN DE 6
De Uitblinker 2015 is een initiatief van de NVRD.
NOMINEER UW MEEST UITBLINKENDE COLLEGA(’S)
Verkiezing van De Uitblinker 2015Straatreinigers, straatvegers, medewerkers groenbeheer enmedewerkers afvalbeheer houden Nederland blinkend schoon.Zij zorgen in uw gemeente voor schone straten & tevreden inwoners.Natuurlijk mag dit niet onopgemerkt blijven! Daarom kiezen we in november de UITBLINKER 2015; een professionele reiniger, straat-veger, medewerker afvalbeheer of een team dat zich op bijzondere wijze heeft ingezet om ons land weer een stukje schoner te maken.
Nomineer uw meest uitblinkende collega of collega’sHeeft u een collega of medewerker die uitblinkt in zijn of haar werk?Of heeft u een team dat uitzonderlijk uitblinkt? Nomineer deze persoon of het team dan voor de Uitblinker 2015. Dat kan tot en met 1 oktober 2015 via: www.uitblinker2015.nl.
PrijsuitreikingEen vakkundige jury selecteert de winnaar(s) uit 10 genomineerden.Dit jaar maken teams en personen kans op de titel Uitblinker 2015. Ook het Nederlandse publiek stemt mee. De Uitblinker 2015 wordt uitgereikt tijdens het Landelijke Zwerfafvalcongres.
Arie Bloeming, coördinator reiniging werkzaam bij Area reiniging en Team
Zaanstad die voor de gemeente Zaanstad het centrum van Zaandam reinigen zijn op basis van de publieksstemmen en het oordeel van een vakkundige jury in 2013 verkozen tot Uitblinker van dat jaar.
Wie volgt/volgen hen dit jaar op?
www.uitblinker2015.nl
STEM
MEE!
GRAM | augustus 2015 3
Vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
10
14
17
Gemeenten amper nog op glad ijsGemeenten dekken hun aansprakelijkheid bij winterse gladheid steeds beter af door
een strakke regie van de gladheidbestrijding. Het aantal schadeclaims is relatief laag.
Toch mogen de inspanningen niet verslappen, waarschuwt de schadeverzekeraar.
Meer straten sneeuwvrij dankzij inzet van extra handenGemeenten in heel Nederland zetten steeds vaker mensen met een achterstand tot de
arbeidsmarkt of uitkeringsgerechtigden in voor verschillende werkzaamheden.
Zo ook bij het sneeuwvrij maken of houden van maatschappelijke locaties zoals
zorgcentra of ziekenhuizen. De extra handen zijn welkom, maar geheel vrijblijvend is
de inzet van deze doelgroep niet.
Waterschappen pakken zwerfafval aanZwerfafval stond tot voor kort niet hoog op de agenda van waterschappen. Een nieuwe
themagroep gaat proberen dat te veranderen. Ook de waterschappen zetten nu de
schouders onder de aanpak van zwerfafval. Want de plastic soep in de oceanen laat
niemand meer koud.
Steeds meer Wijkhelden houden hun buurt schoonEind 2014 ging het zwerfafvalproject ‘Wijkhelden’ in regio Nijmegen van start.
Inmiddels zijn er al meer dan 1000 volwassenen en kinderen actief met het inzamelen
van zwerfafval. De aanmeldingen om Wijkheld te worden, stromen nog steeds binnen.
Foto voorplaat:
Hollandse Hoogte
lees verder op pag. 10
5 Bezem
12 Benchmark Gladheid
13 VANG
20 Wesley Kook in Branchegenoten
22 Learning Center helpt gemeenten
inzameling efficiënter te regelen
24 Jan Hubers in Vakwerk
26 Gouden Schoffel
27 NVRD Nieuws
28 Reisverslag werkbezoek NVRD
aan Noord-Italië
31 Noviteiten winterdienst
34 Nieuws uit de Branche
38 Agenda en colofon
Lees verder op pag. 17
De Uitblinker 2015 is een initiatief van de NVRD.
NOMINEER UW MEEST UITBLINKENDE COLLEGA(’S)
Verkiezing van De Uitblinker 2015Straatreinigers, straatvegers, medewerkers groenbeheer enmedewerkers afvalbeheer houden Nederland blinkend schoon.Zij zorgen in uw gemeente voor schone straten & tevreden inwoners.Natuurlijk mag dit niet onopgemerkt blijven! Daarom kiezen we in november de UITBLINKER 2015; een professionele reiniger, straat-veger, medewerker afvalbeheer of een team dat zich op bijzondere wijze heeft ingezet om ons land weer een stukje schoner te maken.
Nomineer uw meest uitblinkende collega of collega’sHeeft u een collega of medewerker die uitblinkt in zijn of haar werk?Of heeft u een team dat uitzonderlijk uitblinkt? Nomineer deze persoon of het team dan voor de Uitblinker 2015. Dat kan tot en met 1 oktober 2015 via: www.uitblinker2015.nl.
PrijsuitreikingEen vakkundige jury selecteert de winnaar(s) uit 10 genomineerden.Dit jaar maken teams en personen kans op de titel Uitblinker 2015. Ook het Nederlandse publiek stemt mee. De Uitblinker 2015 wordt uitgereikt tijdens het Landelijke Zwerfafvalcongres.
Arie Bloeming, coördinator reiniging werkzaam bij Area reiniging en Team
Zaanstad die voor de gemeente Zaanstad het centrum van Zaandam reinigen zijn op basis van de publieksstemmen en het oordeel van een vakkundige jury in 2013 verkozen tot Uitblinker van dat jaar.
Wie volgt/volgen hen dit jaar op?
www.uitblinker2015.nl
STEM
MEE!
T
4 GRAM | augustus 2015
Nilfisk Outdoor Division
The leader in compact outdoor cleaning
Voor iedere toepassing heeft Nilfisk Outdoor specifieke oplossingen: of het nu gaat om vegen, groenonderhoud of winterdienst, bedenk het maar en Nilfisk Outdoor heeft voor u de ideale machine, dankzij de kennis en kunde van onze Outdoor specialisten.
Ontdek onze volledige serie rangers en vind de perfecte oplossing voor uw reinigings- en onderhoudsbehoeften van buitengebieden!
Laat u tijdens een demonstratie overtuigen van onze veelzijdige en krachtige machines en werktuigen. Neem contact met ons op voor meer informatie.
Nilfisk-Advance B.V.Versterkerstraat 5NL-1322 AN AlmereT. +31 (0)36 5460700 F. +31 (0)36 5235148
www.nilfisk-outdoor.nl
Specialist in:zoutstrooiers l sneeuwploegen l rolbezems l zoutoplossers l zoutloodsen l winterdienstopleidingen
Meer informatie? Kijk op www.sr-schuitemaker.nl of mail naar [email protected]
Schuitemaker Industrial B.V. l Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 l [email protected] l www.sr-schuitemaker.nl
BEZEMaan de sociale kant enorme tekorten hebben of krijgen (die hebben ze al maar willen het nog niet weten). Naarstig wordt gezocht naar geld, bij de ander. Dat is vreemd, want is het niet zo dat het gaat om één ge-meente? Dat het gaat om één en dezelfde burger, om één en dezelfde inwoner? Er is geen ‘ander’.
Het is grote winst dat bij het laatste overleg in de Twee-de Kamer over afval ook maatschappelijke organisaties zijn betrokken en erkend. Dat gescheiden inzameling zich niet meer beperkt tot een belastingbetalende burger maar zich ook mag richten op de sporter en de leerling. Maar is dat niet een verdieping binnen hetzelfde afvalhokje? Daar waar het gras nog niet heel hard groeit, de sociale kant, moeten we misschien hel-pen om meer water te geven en wat extra voedingstof-fen toe te voegen. Her en der zijn er initiatieven die (zwerf)afval en sociale projecten combineren. Het is de uitdaging om het geen initiatief te laten zijn, maar een daadwerkelijke oplossing. Ik ben al lang niet meer bij ome Jan langs geweest, moest meters maken, maar ik denk dat ik hem zo even een bezoekje ga brengen.
OnthokkenToen ik als bezem nog een bezempje was en stage liep om mij het veegvak eigen te maken, kreeg ik al vroeg als les mee om niet alleen mijn eigen stoep te vegen maar ook die van mijn buren. Vooral ook die van de buurvrouw die slecht ter been was. Een handje extra kon zij wel gebruiken. Ik sprak ook altijd even met haar, over van alles en nog wat, om vervolgens weer verder te werken. Ik hielp ook even een vuilniszak van ome Jan, die aan bed gekluisterd was, weg te brengen. Het waren mooie momenten en wederzijds waardevol. Ik kreeg de waardering voor een schone buitenruimte en zij wat aanspraak in een verder redelijk eenzaam bestaan.
Nu de jaren zijn verstreken en de haren grijs geworden, begrijp ik dat dit tegenwoordig de ‘integratie tussen het fysieke en het sociale domein’ heet. De harde en de softe wereld. Ook dit hebben we weer keurig in hokjes weten onder te brengen en gelabeld. Hokjes met een hek erom, met elk een eigen portemonnee, eigen targets en een mooi schoon stoepje ervoor. Dat wel.
Iedereen werkt hard, daar is geen twijfel over, vanuit zijn hokje cq vakge-bied. Vaak gemotiveerd om het goed te doen, soms om geen fouten te maken. Af en toe kijken we over de schutting om te zien hoe ‘zij’ het doen. Het gras is dan niet altijd groener. Zeker niet nu veel gemeenten
GRAM | augustus 2015 5
6 GRAM | augustus 2015
niet alle gemeenten deze informatie”, maakt Kammin-
ga nog een kanttekening.
Grip
Een van de gemeenten die hun verantwoordelijkheid
nemen, is Nijmegen. “We doen echt heel veel”, zegt
contractmanager openbare ruimte Fred Aalders. ‘Grip
op gladheid’ heet het gladheidbestrijdingssplan, dat
in 2011 na de tweede strenge winter op rij gestalte
kreeg. De kern hiervan: vanaf hun voordeur hoeven
burgers maximaal 350 meter af te leggen om op een
bestrooide route te komen. “Dat vinden wij redelijk.
We strooien niet overal. Ook zelfredzaamheid is een
groot goed.” Kwetsbare groepen van verkeersdeelne-
mers, zoals scholieren die op fiets en openbaar vervoer
aangewezen zijn, krijgen extra bescherming. “Scholen
zitten vaak iets verder in de wijk. Die paar honderd
AANSPRAKELIJKHEID AFGEDEKT DOOR STEVIGE REGIE
Gemeenten dekken hun aansprakelijkheid bij winterse gladheid steeds beter af door een strakke regie
van de gladheidbestrijding. Het aantal schadeclaims is relatief laag. Toch mogen de inspanningen niet
verslappen, waarschuwt de schadeverzekeraar.
‘Woensdag 10 januari om 14.00 uur ben ik op het fiets-
pad langs de Hoofdlaan gevallen, doordat mijn fiets on-
der mij weggleed op de opgevroren sneeuw- en ijslaag
die zich daar had gevormd. Dit ondanks de grote voor-
zichtigheid en oplettendheid waarmee ik fietste. Hier-
door is mijn voorwiel van mijn fiets beschadigd en heb
ik schaafwonden aan mijn hand en elleboog opgelo-
pen. Op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wet-
boek houd ik u aansprakelijk voor alle door mij gele-
den en in de toekomst nog te lijden schade…’ Zo begint
de voorbeeldbrief op de website van de Fietsersbond,
bedoeld om een gemeente aansprakelijk te stellen bij
een fietsongeval door gladheid. Maar de kans dat zo’n
brief succesvol is, wordt steeds kleiner volgens Jaap
Kamminga, programmacoördinator Verkeersveiligheid.
“Het gaat nog steeds af en toe mis bij gemeenten die
geen goed strooiprogramma voor fietsers hebben. Of
ze grijpen te laat in. Maar als ik zie wat ik aan zaken
binnenkrijg, dan moet ik vaker dan voorheen het voor-
behoud maken dat de kans van slagen gering is. De
klachten gaan meestal over de kleine weggetjes waar
zeker niet gestrooid wordt.”
De verminderde slagingskans ligt absoluut aan de
flinke verbetering die gemeenten de afgelopen jaren
hebben gerealiseerd, bevestigt Kamminga. “Vroeger
was nalatigheid van gemeenten makkelijker aan te to-
nen. Nu wordt er op een groter oppervlak gestrooid en
wordt er goed over gladheid gecommuniceerd, onder
meer via de social media. In steeds meer gemeenten
zie je dat hoofdfietsroutes een zelfde prioriteit als het
hoofdwegennet hebben gekregen.” Zelf is de 35 dui-
zend leden tellende belangenorganisatie ook actief. Zo
kunnen gebruikers van de Fietsrouteplanner zien waar
er op de route wordt gestrooid. De in 2010 landelijk
beschikbaar gekomen online dienst kent jaarlijks in-
middels 2,2 miljoen unieke bezoekers. “Al publiceren
Gemeenten begeven zich amper nog op glad ijs
Kamminga: “Vroeger was
nalatigheid van gemeenten
makkelijker aan te tonen.”
GRAM | augustus 2015 7
duidelijk aangeven wanneer ze eropuit moeten. Zelf hebben we vier
meldsystemen in de stad om de wegdekgesteldheid, zoals temperatuur
en zoutgehalte, online te volgen. Als de winterse neerslag aanhoudt,
gaan we volcontinu door. Aan burgers die zelf wat willen doen, delen
we sneeuwschuivers en strooizout uit.”
Met haar preventieve acties wil ook Utrecht het onderwerp aansprake-
lijkheid zo goed mogelijk opvangen. “Als wegbeheerder heb je een in-
spanningsplicht. We kunnen gladheid niet te allen tijde voorkomen. We
communiceren zo goed mogelijk via onze website, Twitter en andere
middelen. Burgers weten wat ze van ons kunnen verwachten. Als er een
halve meter sneeuw is gevallen, kost het ons 24 uur om de wegen be-
gaanbaar te krijgen. In dergelijke situaties kun je als burger echt geen
beroep op aansprakelijkheid doen. Dan moet je als weggebruiker ge-
woon beter oppassen. We vertellen duidelijk waar we strooien. Al onze
strooiacties zijn gelogd. Een voertuigvolgsysteem was een verplichting
bij de aanbesteding. Onze eigen mensen kunnen mobiel via hun ta-
blet de regie over de gladheidbestrijding voeren. We kunnen achteraf
precies aangeven wanneer we waar zijn geweest en of we aan onze
inspanningsverplichting hebben voldaan.”
Over de afgelopen winterperiode kreeg de gemeente welgeteld 27
schadeclaims. Claims die volgens Ter Laak meestal niet worden toe-
gekend. Vaak kan degene die de claim indient, niet hard maken dat de
gemeente is tekortgeschoten in haar zorgplicht. “Dat komt omdat we
onze gladheidbestrijding op orde hebben. Er is een ploegendienst die
24/7 paraat is. Als dat nodig is, zetten onze mensen ’s nachts hun wek-
ker om te kijken hoe het weer zich ontwikkelt.”
meter nemen we mee tot aan de fietsenstalling. Net
zoals de verzorgingstehuizen en de ziekenhuizen extra
aandacht van de serviceploegen krijgen.”
Nijmegen krijgt volgens Aalders nagenoeg geen klach-
ten waarbij de gemeente iets te verwijten valt. “Als je
nu valt als burger, gebeurt dat vaak tijdens een uitruk.
Natuurlijk is dat jammer, maar we hebben een aantal
uren nodig om alle routes te bestrooien. Ook de rechter
zal dan zeggen dat de gemeente in alle redelijkheid
heeft gehandeld.” Het aantal claims waar Nijmegen
de afgelopen jaren mee te maken kreeg, bedroeg vier.
De gemeente heeft één rechtszaak verloren en twee
zaken gewonnen. “In een ervan had men vergeten de
route naar een transferium te strooien en is iemand
weggegleden tegen een bord aan. Dat was een uitvoe-
ringsfout, dus verschuift de aansprakelijkheid van de
gemeente wettelijk gezien naar de uitvoeringsdienst.
Het schadebedrag was 800 euro, dus dat is wel te over-
zien.” De vierde zaak loopt al zo’n tien jaar en komt
mogelijk deze zomer tot een einde. Hierin kwamen
twee fietsers ten val met blijvend letsel tot gevolg. “Zo-
iets grijpt je wel aan. Technisch gezien waren we in die
tijd niet in staat fietspaden preventief te strooien. Maar
ook deze valpartijen vonden plaats tijdens een uitruk.
Naast de verantwoordelijkheid van de gemeente speelt
in dit soort gevallen ook de eigen verantwoordelijkheid
mee. Wat had je als fietser in dit geval kunnen doen?”
Ook krijgt de gemeente schadeclaims, die ze eenvou-
dig kan weerleggen. “Al onze strooivoertuigen zijn met
GPS-systemen uitgerust. We kunnen precies achterha-
len waar er hoe laat is gestrooid. Tot nu toe konden we
in bijna alle gevallen aantonen dat we op die plek reeds
hadden gestrooid vóór het incident plaatsvond.”
Utrecht begon in 2010 als een van de eerste gemeen-
ten over gladheid te twitteren. “De weggebruikers in
onze stad mogen verwachten dat onze hoofdroutes
niet glad zijn en dat de kans op ongelukken klein is.
Tegelijkertijd weten ze wanneer ze op moeten pas-
sen. Als ze vanuit hun huis de stoep op gaan, kunnen
ze verwachten dat daar niemand geweest is want we
strooien daar niet”, zegt Philip ter Laak. Als contract-
manager bij de afdeling Wijkonderhoud en -service van
de Dienst Stadswerken ziet Ter Laak toe op de glad-
heidbestrijding door de twee aannemingsbedrijven,
die de gemeente inschakelt voor een strooiareaal van
1100 kilometer aan autowegen en fietspaden. “Als wij
een oproep uitdoen, moeten ze binnen drie en een half
uur met het hele strooigebied klaar zijn. Het weer en de
temperatuur van het wegdek zijn tegenwoordig nauw-
keurig te voorspellen. 's Middags kun je al voorspellen
wat voor weer het ’s nachts wordt. Het aantal keren
dat dit niet lukt, is op een hand te tellen. We kunnen
Van Wieren en Bertelink: “Gemeenten
moeten aantonen dat ze hun best doen,
anders kan schadelast uit de hand
lopen.”
Foto: Dar
8 GRAM | augustus 2015
Gladheidbeheersing in abonnementsvormASH Services biedt producten en diensten aan in abonnementsvorm, voor volledige ontzorging op het gebied van gladheidbestrijding. De samenstelling van deze abonnementen wordt nauwkeurig afgestemd op de wensen en behoeften van uw organisatie. Voor een vaste prijs wordt de uitvoering geregeld, waarbij u de knoppen blijft bedienen. Wij werken met het beste materieel en de modernste technieken, op de meest effi ciënte manier.
ASH Services is de concrete vertaling van onze visie op de toekomst van gladheidbestrijding. Daarmee laten wij - opnieuw - zien dat de wens van de klant voor Aebi Schmidt het uitgangspunt is. U wilt ontzorgd worden? Wij zullen u ontzorgen!
ASH Services
Aebi Schmidt Nederland BVHandelsweg 87451 PJ HoltenTel: 0548 370000www.aebi-schmidt.nl
We take Care.
GRAM | augustus 2015 9
Kosten
In een strenge winter komen er bij de Fietsersbond
zo’n vijftig meldingen binnen die uiteindelijk in een
claim uitmonden, weet Kamminga. De afloop daarvan
is wisselend. “Ik krijg wel eens berichten dat een claim
direct door een gemeente gehonoreerd wordt zonder
dat ze haar juristen ernaar laat kijken. Dat spaart im-
mers kosten uit. Ook hoor ik dat er gemeenten zijn die
alle claims automatisch afwijzen met een standaard-
briefje zonder op de inhoud in te gaan.” De heftiger
cases krijgt Kamminga niet te zien, want die gaan door
naar de letselschade-advocaat.
Bij Centraal Beheer stellen Rob van Wieren en Bernd Jan
Bertelink, respectievelijk manager acceptatie zakelijke
aansprakelijkheid en acceptant aansprakelijkheid en
persoonlijke ongevallen, dat het aantal schadeclaims
in koude winters een paar honderd beslaat. In zachte
winters gaat het om enkele tientallen. De schadeverze-
keraar uit Apeldoorn bedient ruim tweederde van de
gemeentemarkt. Door de inspanningsverplichting van
gemeenten, beaamt Van Wieren, is het eerder aantoon-
baar dat een gemeente haar werk goed heeft gedaan.
Niet alleen fietsers maar ook automobilisten en voet-
gangers dienen claims in. “De meeste claims komen
bij de letselschade terecht, dus het gaat om serieuze
gevallen”, vertelt Bertelink. “Maar niet om honderddui-
zenden euro’s”, vult Van Wieren aan. “Dat is maar een
zeer gering aantal.”
De meeste gemeenten hebben een laag eigen risico
(rond de 2500 euro), leert het gesprek met Centraal
Beheer. Alleen de grotere gemeenten kunnen zich wat
meer permitteren en de iets grotere schadebedragen uit
eigen zak bekostigen. Van Wieren: “Als er letselschade
is, willen we wel graag een melding van de klant, want
zo’n zaak kan lang duren en een hoger schadebedrag
met zich meebrengen dan je in eerste instantie denkt.”
Voor gemeenten is het zaak, benadrukken Van Wieren
en Bertelink, dat hun inspanningen op het gebied van
gladheidbestrijding niet verslappen. “Het aantal claims
valt mee, maar er kan weer een negatieve trend ont-
staan door de lokale bezuinigingen op het groen- en
wegbeheer. Met het toenemend aantal wegdekschades
kan ook het aantal schades als gevolg van gladheid
weer toenemen.” Gemeenten worden door de schade-
vezekeraar via allerlei kanalen – van themadagen tot
nieuwsbrieven – over de problematiek van de winter
geïnformeerd. “We willen gemeenten er vooral op wij-
zen dat ze aantoonbaar blijven maken dat ze hun best
doen, anders kan de schadelast wel eens uit de hand
lopen. Maar daar zijn de meeste gemeenten zich heel
bewust van.”
Utrecht heeft zich niet voor alle gevallen verzekerd voor
aansprakelijkheid bij schade door winterse gladheid.
“We hebben een eigen risico van 25 duizend euro”, ver-
telt Ter Laak. Ook Nijmegen heeft zich verzekerd voor
zaken met een hoog schadebedrag, bijvoorbeeld bij
blijvende invaliditeit. “Het bedrag dat we anders aan
premie moeten betalen, is erg hoog”, zegt Aalders. “En
waarom zouden we? Het aantal claims neemt af, juist
omdat we zo stevig in nieuw beleid en uitvoering heb-
ben geïnvesteerd en eenvoudig aan kunnen tonen wat
onze inspanningen zijn geweest.” De kosten hiervoor
zijn overigens niet gering, vindt Aalders. Zo hangt er
aan het GPS-volgsysteem voor alle strooivoertuigen en
het wintermanagementprogramma alleen al een jaar-
lijks prijskaartje van zo’n 30 duizend euro. “We hadden
ook helemaal niets kunnen doen en ons fors kunnen
verzekeren. Maar dat vinden we niet netjes.”
Netwerkinfo:
Gemeente Nijmegen, Fred Aalders (contractmanager
Openbare Ruimte), [email protected],
www.nijmegen.nl
Gemeente Utrecht, Philip ter Laak, (contractmanager
bij de afdeling Wijkonderhoud en -service),
[email protected], www.utrecht.nl
Fietsersbond, Jaap Kamminga (programmacoördinator
Verkeersveiligheid), [email protected],
www.fietsersbond.nl
Centraal Beheer, Rob van Wieren (manager acceptatie
zakelijke aansprakelijkheid),
[email protected], www.achmea.nl
Bernd Jan Bertelink (acceptant aansprakelijkheid en
persoonlijke ongevallen),
Tekst: Pieter van den Brand
AANSPRAKELIJKHEID AFGEDEKT DOOR STEVIGE REGIE
Gladheidbeheersing in abonnementsvormASH Services biedt producten en diensten aan in abonnementsvorm, voor volledige ontzorging op het gebied van gladheidbestrijding. De samenstelling van deze abonnementen wordt nauwkeurig afgestemd op de wensen en behoeften van uw organisatie. Voor een vaste prijs wordt de uitvoering geregeld, waarbij u de knoppen blijft bedienen. Wij werken met het beste materieel en de modernste technieken, op de meest effi ciënte manier.
ASH Services is de concrete vertaling van onze visie op de toekomst van gladheidbestrijding. Daarmee laten wij - opnieuw - zien dat de wens van de klant voor Aebi Schmidt het uitgangspunt is. U wilt ontzorgd worden? Wij zullen u ontzorgen!
ASH Services
Aebi Schmidt Nederland BVHandelsweg 87451 PJ HoltenTel: 0548 370000www.aebi-schmidt.nl
We take Care.
Foto: Gemeente Utrecht
Gemeenten in heel Nederland zetten sinds de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015, steeds vaker men-
sen met een achterstand tot de arbeidsmarkt of uitkeringsgerechtigden in voor verschillende werkzaamheden. Zo
ook bij het sneeuwvrij maken of houden van maatschappelijke locaties zoals zorgcentra of ziekenhuizen. De extra
handen zijn welkom, maar geheel vrijblijvend is de inzet van deze doelgroep niet. In Amsterdam en Nissewaard heb-
ben ze ervaring.
10 GRAM | augustus 2015
Meer straten sneeuwvrij dankzij inzet van extra handen
“We kennen twee fases bij gladheid en aankomende gladheid”, legt
Alwin van de Bovenkamp, beleidsmedewerker Afval en Reiniging bij
de gemeente Nissewaard uit. “Tijdens de eerste fase wordt op de be-
langrijkste (hoofd)wegen en fietspaden gestrooid. Ook worden in- en
uitritten van het ziekenhuis, politiebureau en brandweerkazerne mee-
genomen. Deze ronde duurt maximaal 2,5 uur. Wanneer de eerste fase
onder controle is, wordt de tweede fase opgestart. Die vindt plaats op
werkdagen, tijdens kantooruren. In de tweede fase worden meldingen
en binnenstraten opgepakt. Daarnaast wordt op belangrijke openbare
plekken zoals winkelcentra, de bibliotheek, bushaltes, ouderencom-
plexen en trappen gestrooid. Dit gebeurt op volgorde van prioriteit.
De eerste fase wordt in onze gemeente uitgevoerd door reinigings- en
afvalbedrijf Reinis. De tweede fase wordt deels uitgevoerd door Reinis
en deels door Nissewaard Werkt, een project van de gemeente dat uit-
keringsgerechtigheden in het kader van een tegenprestatie additionele
werkzaamheden laat uitvoeren. De coördinatie van de actie ligt bij Rei-
nis. Reinis neemt contact op met de coördinator van Nissewaard Werkt,
voorziet in de route (op volgorde van prioriteit), materiaal en zout. De
route is vastgesteld op basis van input van de gemeente en Reinis.”
Een vak apart
Tot op heden zijn de gemeente Nissewaard en Reinis tevreden over de
samenwerking met Nissewaard Werkt. Van de Bovenkamp: “De inzet is
inmiddels erg belangrijk geworden om de tweede fase onder controle te
krijgen. Op deze manier vindt de gladheidbestrijding op plekken waar
veel mensen komen of waar mensen niet in staat zijn zelf hun straatje
schoon te houden, ook plaats.” Toch kleven er ook en-
kele nadelen aan de inzet van deze doelgroep, zo er-
voeren de deelnemende partijen. “Gladheidbestrijding
is een vak apart. In het begin zagen we dat de men-
sen van Nissewaard Werkt bijvoorbeeld zout strooiden
rond boomspiegels. Dat is niet goed voor de boom.
Begeleidend coachen is dan belangrijk. Dat is continue
nodig, want ieder team dat we inzetten, kent telkens
weer veel nieuwe gezichten. Een ander nadeel is dat de
inzet van uitkeringsgerechtigden niet is gegarandeerd.
Het is altijd de vraag hoeveel mensen beschikbaar zijn.
En de motivatie van de mensen is over het algemeen
goed maar het wil ook nog wel eens wisselen.”
Op basis van de eerste ervaringen na de start van het
project, nu ongeveer vier jaar geleden, zijn de afspra-
ken tussen de betrokken instanties verbeterd en is de
afstemming met de voorman geoptimaliseerd. “In het
bijzonder vanuit Reinis is centrale aansturing van es-
sentieel belang voor succes”, zegt Van de Bovenkamp.
“Die aansturing zorgt namelijk voor een gecoördineer-
de aanpak van de gladheid. In het begin kwam het voor
dat de gemeente en Reinis beiden een team naar een
locatie stuurde. Dat is natuurlijk zonde. Er is nu afge-
sproken dat Reinis de aansturing doet en dat er overleg
met de gemeente is over de inzet van mensen.”
Foto: Reinis
GRAM | augustus 2015 11
Amsterdam stadsdeel Oost
Ook in Amsterdam zijn het niet alleen de vaste krach-
ten die de handen uit de mouwen steken na een flinke
sneeuwbui. Fred Bleekemolen werkt voor de gemeente
Amsterdam in stadsdeel Oost en hij maakt grif gebruik
van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt.
Zijn werkgever doet zaken met drie sociale werkbedrij-
ven: Pantar, Magis020 en Cordaan. “Maar de mensen
van die SW-bedrijven zetten we vooral in bij het op-
ruimen van zwerfafval. Ik heb zes prikploegen die het
hele jaar door werken. Pas als het weer heel extreem
is en de straten bedekt zijn met een dikke laag sneeuw
zetten we ze ook in voor het sneeuwvrij maken van
straten en stoepen. Dat doen ze dan tijdens kantoor-
uren en tijdens hun gewone diensten.”
De gladheidbestrijding gebeurt in Amsterdam in eerste
instantie deels door externe bedrijven die de gemeente
inhuurt en deels door de gemeente zelf. Dan gaat het
om het strooien van de belangrijkste autowegen en
fietspaden. Het werk voor de mensen van de sociale werkvoorziening
begint pas daarna. “Als ’s ochtends de reguliere prikploeg binnenkomt
en ze kunnen niet werken omdat er te veel sneeuw ligt, dan voorzien
we ook onze SW-medewerkers van een sneeuwschep. Ze draaien mee
met onze eigen mensen. Iedereen krijgt een route, bijvoorbeeld bij
een metrostation, ziekenhuis of een zorgcentrum en dan gaan we op
pad. En als het weer zelfs zo extreem is dat de grond bevroren is,
dan helpen de stratenmakers en medewerkers van de groenvoorzie-
ning van de gemeentelijke afdeling Beheer Openbare Ruimte ook een
handje mee.”
Sneeuwvrij
Heel vaak komt die situatie niet voor, weet Bleekemolen. “Het ge-
beurt slechts zelden dat je de gordijnen open doet en alles wit van de
sneeuw is. Eerlijk gezegd, het is de laatste twee jaar niet meer voorge-
komen. Zo’n 95 procent of soms 100 procent van het strooien gebeurt
vanwege bevriezing. En onze mensen doen niets aan gladheidbestrij-
ding, alleen aan het sneeuwvrij maken van bepaalde locaties. Dus als
het buiten gevroren heeft, maar er ligt geen sneeuw dan kunnen we
nog steeds zwerfvuil uit de bosjes halen.”
Naast de inzet van SW-bedrijven is de gemeente Amsterdam ook be-
zig met buurtparticipatieprojecten. “We zijn actief bezig om georga-
niseerde groepen bewoners, bijvoorbeeld bewonersverenigingen,
mee te laten werken”, legt Bleekemolen uit. Ook op het gebied van
gladheidbestrijding is in Amsterdam al het een en ander opgezet. “Bij
een project in Betondorp hebben we inmiddels zeventig vrijwilligers
die meehelpen om hun eigen omgeving sneeuwvrij te houden. Wij
faciliteren door in de buurt dertig zoutbakken te plaatsen. In feite is
het ook de verantwoordelijkheid van de inwoners zelf om de stoep bij
hun woning sneeuwvrij te houden. Alleen op plekken waarvan je kunt
verwachten dat mensen dat zelf niet kunnen, helpen we een handje
mee. Je kunt dan denken aan verzorgingstehuizen. Zo helpen we el-
kaar allemaal.”
Tekst: Sander Wageman
Gladheidbestrijding is een
vak apart. Begeleidend
coachen van mensen met
een achterstand tot de
arbeidsmarkt of
uitkeringsgerechtigden is
belangrijk.
Foto: Patrick Post/Hollandse Hoogte
‘Normale’ winter
De benchmarkdeelnemers zijn in de winter van 2014-‘15 gemiddeld 40
keer uitgerukt. Voor een kwakkelwinter zeker geen laag aantal. In de
winter van 2013-‘14 bedroeg het aantal uitrukken gemiddeld ‘slechts’
11, in 2012-’13 was dit 49. Veruit het grootste deel van de acties was
preventief (zie kaartje). In het aantal dagen gladheid en de hoeveelheid
acties is duidelijk sprake van een regionale spreiding.
Beleid op orde
Bijna alle deelnemers (>90%)
hebben een actueel, (door de
gemeenteraad vastgesteld)
gladheidbestrijdingsplan.
Ook evalueert iedereen de
winterperiode. Ziekenhuizen,
brandweer en OV-routes zijn
bij alle deelnemers opge-
nomen in hun strooiroutes.
Bedrijventerreinen en winkel-
gebieden minder. In 2014-’15
was de gemiddelde uitruktijd 42 minuten en de gemiddelde strooitijd
varieerde van 180 tot 300 minuten.
Meldingen
Het aantal klachten en meldingen is sterk afhankelijk van de zwaarte
van de winter en varieert van gemiddeld 1,5 klachten per 1000 inwo-
ners in 2012-‘13 (strenge winter) tot 0,12 in 2013-‘14 (zachte winter)
en 0,6 in de afgelopen winterperiode. Bijna elke deelnemer heeft enkele
schadeclaims per winter.
Participatie
Inwoners spelen een rol bij gladheidbeheer. Naast gebruikelijke ge-
meentelijke communicatiekanalen, informeren steeds meer gemeenten
via social media zoals Twitter. Ruim de helft stelt zoutbakken en strooi-
middelen ter beschikking.
Aandacht voor fietspaden
Bijna elke deelnemer heeft aparte fietspadroutes en meetpunten. Er
wordt volop geëxperimenteerd met verschillende (combi-)methoden en
specifiek materieel. In de lopende benchmark krijgen fietspaden dan
ook extra aandacht.
Kosten
Een belangrijk onderdeel van de benchmark zijn de
kosten. Over de afgelopen winterperiode zijn er nog
geen cijfers maar die zijn er wel over de winters 2012-
‘13 en 2013-‘14. De gerealiseerde kosten in 2012-‘13
en 2013-‘14 bedroegen respectievelijk €6,73 en €3,85
per inwoner. Opvallend is het verschil in de verdeling
tussen de kostensoorten in twee totaal verschillende
winters.
Deelname / informatie
De benchmark 2014-2015 is momenteel in volle gang.
Aansluiten kan nog tot 1 september. Interesse in deel-
name nu of volgend jaar? Neem contact op met Bas
Peeters ([email protected] / 088 3770014).
FIGUUR 2
32
10
34
19
3
6
49
11
40
0
10
20
30
40
50
60
12-'13 13-'14 14-'15
Totaal
Curatief
Preventief
FIGUUR 3
Personeel38%
Materieel6%
Dooimiddel23%
Beleid en Management
5%
Communicatie1% Burgerparticipatie
1%
‘12-’13€ 6,73
per inwoner
FIGUUR 4
Personeel27%
Materieel46%
Dooimiddel16%
Beleid en Management
8%
Communicatie1% Burgerparticipatie
2%
‘13-’14€ 3,85
per inwoner
Van eigen meetpunten tot dynamische strooikaarten en van preventief strooien tot fietspaden en communicatie.
Allemaal onderwerpen die in de benchmark Gladheidbeheer aan de orde komen. Lokale gladheidbeheerders ontmoe-
ten elkaar hier om hun kennis en prestaties uit te wisselen. De benchmark wordt nu voor het tweede jaar uitgevoerd
en heeft al mooie inzichten en bijeenkomsten opgeleverd. In dit artikel volgt een kleine greep uit de resultaten van
de afgelopen drie seizoenen.
NVRD benchmark Gladheidbeheer
12 GRAM | augustus 2015
GRAM | augustus 2015 13
Sinds maart dit jaar voert Samuel Stollman, beleidsadviseur van de NVRD, in het kader van het VANG-programma,
gesprekken met gemeenten en afvalbedrijven. Doel van deze gesprekken is het motiveren van gemeenten en inzame-
laars om hun ambities op het gebied van afvalscheiding te verhogen. Daarnaast is het de bedoeling dat knelpunten
met betrekking tot afvalscheiding worden geanalyseerd. Ook wordt bekeken hoe de acties uit het VANG-programma
de gemeenten kunnen ondersteunen bij het oplossen hiervan. Een overzicht van de eerste conclusies van deze ge-
sprekken.
Gemeenten en inzamelbedrijven zijn erg positief over
het VANG-programma. Men is enthousiast over de con-
crete aandacht vanuit ‘Den Haag’ voor de zware taak
waar gemeenten voor staan: in vijf jaar tijd van 245
naar 100 kilo restafval is namelijk een stevige uit-
daging. Gemeenten merken dat er een kantelpunt is
ontstaan. Zowel politiek als ambtelijk komt er meer
en meer aandacht voor het onderwerp, en het is goed
dat het VANG-programma hierop inspeelt door con-
crete ondersteuning te bieden aan gemeenten en hun
uitvoerders. Vasthouden van de aandacht is hierbij
belangrijk. Wanneer de aandacht voor het onderwerp
landelijk verslapt, zal dit onvermijdelijk haar weerslag
hebben op de gemeentelijke politiek.
Knelpunten
Waar zitten nou eigenlijk de grootste knelpunten met
betrekking tot afvalscheiding in gemeenten? Ambtelijk
wijst de vinger snel richting politiek. Daar zou de ken-
nis en het urgentiegevoel (veelal) ontbreken om tot ho-
gere ambities te komen. Gemeenten zouden daarom
graag stevig inzetten op het verhogen van het ken-
nisniveau van haar bestuurders middels (regionale)
bestuurlijk sessies over het nut, de noodzaak en de
mogelijkheden van afvalscheiding zowel op milieu- als
op financieel vlak.
Gemeenten enthousiast over programma VANG
Er worden ook knelpunten ervaren op ambtelijk niveau. Beperkte be-
leidscapaciteit op het gebied van afvalinzameling maakt dat regieamb-
tenaren te weinig tijd hebben om de kennis te vergaren die nodig is om
tot een uitgebreid en ambitieus beleidsplan te komen. Slechts één dag
in de week om je bestuurder te ondersteunen en uit te zoeken wat in
jouw gemeente allemaal mogelijk is op het gebied van afvalscheiding,
is gewoonweg te weinig.
Concreet
Gemeenten hebben dus behoefte aan concrete ‘hapklare’ kennisproduc-
ten, waarmee afwegingen over bijvoorbeeld een bepaald inzamelsys-
teem kunnen worden gemaakt, en afvalbeleid en uitvoering kunnen
worden vormgegeven. Kennissessies die concrete aanknopingspunten
bieden om in gemeenten mee aan de slag te gaan, en handreikingen
en factsheets die helpen bij het beargumenteren van de keuze voor bij-
voorbeeld een bepaald afvalsysteem. Ook op het gebied van communi-
catie is ondersteuning vanuit het VANG-programma gewenst: ambities
en beleid kunnen pas succesvol worden als ook inwoners mee gaan
doen met afvalscheiding. Uitwisseling van goede, succesvolle commu-
nicatiecampagnes hoort hierbij.
Het VANG-programma biedt, in de vorm van een uitgebreide kennis-
bibliotheek, online en offline kennisplatforms, gerichte trainingen en
workshops, en concrete factsheets veel instrumenten om bij te dragen
aan het verhogen van het kennisniveau en de ambitie op bestuurlijk,
ambtelijk én uitvoerend vlak.
Hoe verder?
Er is breed draagvlak, en gemeenten willen graag aan de slag. De focus
van de adviesgesprekken met gemeenten zal vanaf de zomer meer en
meer komen te liggen op het analyseren van individuele knelpunten
van gemeenten en het bekijken op welke manier de verschillende ac-
ties binnen het VANG-programma zó kunnen worden ingezet dat er
bestuurlijk ambitie wordt geformuleerd, en de gemeente ambtelijk in
staat is om deze ambitie (in samenwerking met haar uitvoerder) te re-
aliseren.
Wilt u ook het gesprek aangaan met een van de adviseurs over de am-
bities en knelpunten binnen uw gemeente? Mail dan naar Debby van
Meeteren, projectondersteuner VANG, [email protected],
tel. 088-3770030.
Samuel Stollman
14 GRAM | augustus 2015
Waterschappen halen volgens Van Dokkum al het nodi-
ge zwerfafval uit het water via het ‘roostergoed’. “Voor
alle gemalen zitten roosters, waarvoor verontreiniging
zich ophoopt. Met een grijper wordt dat afval uit het
water gehaald en afgevoerd. In het roostergoed zit best
veel zwerfafval en dat zorgt voor hogere kosten. Be-
staat het alleen maar uit kroos, dan kun je het afvoeren
als groen. Zit er veel plastic en ander afval tussen, dan
moet het roostergoed worden verbrand. Op dat soort
problemen willen we ook meer grip krijgen.”
Onderzoek
De themagroep Zwerfafval van de waterschappen heeft
onder meer zijn hoop gevestigd op een nationaal on-
derzoeksprogramma. “Samen met Rijkswaterstaat en
het ministerie praten we nu over een plan om te gaan
onderzoeken hoeveel zwerfafval er in onze wateren zit
en wat de milieueffecten daarvan zijn. Hopelijk komt
dat programma er. Want we weten nog steeds niet pre-
cies hoe dat flesje of zakje afgebroken wordt in macro-
en microplastics, wat de milieueffecten zijn van die
afbraak. Als waterschappen zijn we verantwoordelijk
voor de ecologische kwaliteit van het water, daarom is
dergelijke informatie belangrijk. Je kunt ook iets doen
aan meer bewustwording van de burger. Een plastic
flesje ziet iedereen als rommel, maar wat te denken
van zware metalen of bestrijdingsmiddelen in het wa-
ter. Dat is ook verontreiniging, maar die zie je niet. Via
het onderzoeksprogramma hopen we ook te komen tot
een gestandaardiseerd monitoringssysteem dat door
alle waterschappen gebruikt kan worden. Dat zou tot
meer inzicht leiden.”
Van Dokkum hoopt dat de themagroep Zwerfafval de
komende jaren veel gaat bereiken. “Zwerfafvalbeleid
moet een vast punt op de agenda worden. Gelukkig
zijn er al waterschappen die zelf leuke initiatieven heb-
ben genomen. Zoals opruimacties met scholieren, het
schoonmaken van uiterwaarden samen met burgers.
Elk waterschap heeft zijn eigen problematiek, afhanke-
lijk van de omgevingsfactoren. Daar kun je als water-
schap je eigen acties op toespitsen.”
Lees op de volgende pagina's over verschillende pro-
jecten van waterschappen in hun strijd tegen zwerf-
vuil.
Zwerfafval stond tot voor kort niet erg hoog op de agenda van waterschappen. Een nieuwe themagroep
gaat proberen dat te veranderen. Ook de waterschappen zetten nu de schouders onder de aanpak van
zwerfafval. Want de plastic soep in de oceanen laat niemand meer koud.
Waterschappen pakken zwerfafval aan
“Preventie zou natuurlijk het mooiste zijn”, zegt voor-
zitter Henno van Dokkum van de themagroep Zwerfaf-
val van de Unie van Waterschappen. “Als er geen afval
meer in het water terecht kwam, hoefden we het ook
niet op te ruimen. Maar op het gebied van preventie
zijn wij als waterschappen niet aan zet. Wel proberen
we nu het probleem in kaart te brengen en waar moge-
lijk oplossingen te bedenken en te stimuleren.”
De werkgroep Zwerfafval is eind vorig jaar in het leven
geroepen door de Unie van Waterschappen, een koe-
pelorganisatie. Aanleiding was volgens voorzitter Van
Dokkum de nog steeds groeiende plastic eilanden in
de grote oceanen. “De Unie van Waterschappen vond
dat er meer aandacht moest komen voor dat probleem.
Want water is een belangrijk transportmiddel voor
zwerfafval. Via onze beken en rivieren komt het in zee
terecht. Met onze werkgroep proberen we het thema
hoger op de agenda te krijgen van alle waterschappen.
Zodat ze er beleidsmatig en praktisch meer mee gaan
doen.”
Samenwerken
De werkgroep is gestart met een enquête onder alle
waterschappen. “Die is vooral bedoeld om de omvang
van het probleem in kaart te brengen. Om hoeveel
zwerfafval gaat het, wat kost het om het op te rui-
men, hoeveel menskracht is daarmee gemoeid? Op dat
soort vragen willen we eerst antwoord. In het najaar
organiseren we een bijeenkomst voor alle waterschap-
pen, waarin we gaan kijken wat we kunnen doen. Hoe
kun je zwerfafval het beste aanpakken, hoe kun je het
beste samenwerken met andere partijen als gemeen-
ten en Rijkswaterstaat. Want vaak is niet duidelijk hoe
de taken verdeeld zijn. Nu is de algemene opvatting
dat gemeenten hun eigen water in stedelijke gebieden
schoon houden, het waterschap is er voor het buitenge-
bied. Maar misschien kun je beter samenwerken, zoals
in Amsterdam al gebeurt. Daar heeft Waternet speciale
schepen ingezet om de grachten schoon te maken. Wa-
ternet werkt zowel voor het waterschap als voor de
gemeente Amsterdam, dat maakt de taakverdeling een-
voudiger. Want waterschappen en gemeenten willen
nog wel eens elkaar als verantwoordelijke aanwijzen,
zonder samen te werken. Met betere afspraken kunnen
we dat mogelijk veranderen.”
GRAM | augustus 2015 15
P R O J E C T E N :
Naambordje van zwerfplastic “Als waterschap heb je een maatschappelijke verant-
woordelijkheid. En die plastic soep in de oceanen komt
ergens vandaan, ook een beetje uit Nederland.” Harry
Bouwhuis, beleidsadviseur van Waterschap Zuider-
zeeland, zette samen met de gemeente Lelystad en de
Duurzaamheidswinkel zijn schouders onder een zwerf-
afvalproject voor basisschoolkinderen. Tijdens de week
van het zwerfafval in Lelystad, in juni, gingen de kin-
deren van vijf basisscholen zwerfafval opruimen in de
buurt van hun eigen school. Ook mochten ze (schoon)
plastic brengen naar een 3D-printatelier, waar hun ei-
gen naam werd geprint van het aangeleverde plasticaf-
val. “Dat was een leuk cadeautje”, aldus Bouwhuis. “Je
eigen nieuwe naambordje van oud plastic. In de lessen
legden we vooral een link naar de plastic soep in de
oceanen. En naar water als transportmiddel. Overal in
het milieu vind je afval, niet alleen op straat, maar ook
in de sloten. Het ziet er hierdoor niet alleen rommelig
uit op straat, al dat plastic is ook nog eens slecht voor
dieren en uiteindelijk voor de mens.” De komende ja-
ren hoopt Bouwhuis het project uit te kunnen breiden
naar andere gemeenten in Flevoland. “Dit was voor ons
de eerste keer. Het enthousiasme van de kinderen is
een belangrijke reden om hier mee door te gaan. We
hopen zo de kinderen bewust te maken van schoon
water en de schadelijkheid van zwerfafval.”
Hotspots in Brabant
Waterschap Aa en Maas is met diverse gemeenten,
waaronder Den Bosch, in gesprek om eventuele acties
tegen zwerfafval te organiseren. Ook worden de les-
pakketten op middelbare scholen aangepast. Adviseur
Brenda Arends van Aa en Maas: “Wij hebben al lespak-
ketten over wat het waterschap doet, we gaan kijken
of we zwerfafval daarin meer aandacht kunnen geven.”
Het waterschap heeft zich aangesloten bij het project
Schone Maas Brabant. Dit voorjaar zijn de uiterwaar-
den van de Maas nabij Den Bosch schoongemaakt, een
grote opruimactie waarbij ouders, kinderen en andere
vrijwilligers betrokken waren. Aa en Maas gaat binnen-
kort onderzoeken hoe groot het zwerfafvalprobleem is
in de Maas en zijn zijrivieren. Diverse hotspots zijn al
in beeld gebracht. De vervuiling blijkt het grootst bij
hangplekken voor jongeren, vissersplaatsen, tankstati-
ons en krooshekken. Volgens Arends zijn er ook acties
denkbaar in samenwerking met tankstations.
Zwerfafval bij krooshekreiniger (foto Waterschap Aa en Maas)
Foto: Waterschap Zuiderzeeland
16 GRAM | augustus 2015
Tekst: Hetty Dekkers
Leerlingen van het technasium uit Geleen die een op rails en in hoogte verstelbare vuilvangconstructie bouwden, compleet met
camera’s met optische sensoren die zwerfvuil traceren en het vuil automatisch afvangen.
Schone Maas Limburg
Drie jaar geleden zette waterschap Roer en Overmaas samen met
Rijkswaterstaat het project Schone Maas Limburg op. Sindsdien zijn
er tientallen opschoonacties georganiseerd waarbij duizenden zakken
zwerfafval bij elkaar zijn geraapt. Elk jaar groeit het aantal deelnemers
en de verzamelde hoeveelheid afval. “Het is een groot succes”, zegt
communicatieadviseur Ruud van Heel van Roer en Overmaas met ge-
paste trots. “Het project is al uitgebreid naar Brabant, de komende jaren
willen we het uitrollen over heel Nederland en dus ook naar andere
rivieren.”
Het succes van het project Schone Maas Limburg zit hem in maatwerk.
Van Heel: “Op onze website brengen we vraag en aanbod bij elkaar. Ter-
reinbeheerders en -eigenaren, zoals gemeenten, Natuurmonumenten
en Staatsbosbeheer, kunnen bij gunstige waterstand een oproep doen
voor opruimers. Vrijwilligersorganisaties, buurtverenigingen en derge-
lijke kunnen daarop reageren. Zo ontstaan er heel veel opschoonacties.
Dit jaar werden er al door 2325 vrijwilligers 1860 zakken zwerfafval
geraapt, in 93 trajecten.”
Volgens Van Heel is het schrikbarend hoeveel rotzooi er telkens na
hoogwater achterblijft in de uitwaarden van een rivier als de Maas. “Als
waterschap alleen al besteden we 150.000 euro per jaar aan opruim-
kosten. Voorkomen zou natuurlijk het beste zijn, daarom werken we
ook aan bewustwording. Wij beginnen daarmee op scholen en laten
leerlingen van het technasium, een praktijkafdeling van havo en vwo,
oplossingen bedenken om zwerfafval uit het water te krijgen. Met als
voorwaarde dat de installatie geen stuwing mag geven en de doorgang
van vissen niet mag belemmeren. Best een moeilijke opdracht dus.
Er zat nog geen oplossing bij die we in de praktijk toe kunnen passen,
maar de leerlingen zijn wel inventief en enthousiast.
Ze zijn zich van het probleem bewust en dat is winst.
We experimenteren zelf ook met vuilvanginstallaties,
zoals roosters en kettingen. Probleem met dat laatste
systeem is dat je alleen drijvend afval vangt, dus het is
nog niet perfect.”
Eerst rapen, dan maaien
Waterschap Noorderzijlvest houdt structureel rekening
met zwerfafval bij het maaien van de zeedijken. “Bij
landwind hebben we nergens last van, maar komt de
wind van zee dan waait er enorm veel rommel op de
dijken”, zegt uitvoerder Henri Rijploeg van Noorderzijl-
vest. “Onze maaiploeg ruimt dan eerst het afval op en
gaat dán pas maaien. Anders heb je niet één plastic
flesje maar allemaal kleine stukjes, dat moet je abso-
luut niet hebben.” De stad Groningen is samen met de
waterschappen in juni een campagne gestart om men-
sen bewuster te maken. De campagne Beeldschoon
Water bestaat uit een reizende tentoonstelling met
fraaie onderwaterfoto’s, geschoten in de provincie zelf.
De campagne is bedoeld om aandacht te vragen voor
waterkwaliteit. En als een oproep aan iedereen om het
water schoon te houden.
P R O J E C T E N :
GRAM | augustus 2015 17
Sociale component
Elk Wijkhelden-team heeft een volwassen begeleider,
bijvoorbeeld een vader, moeder, opa of oma van de
kinderen. Gemiddeld bestaat een team uit vijf of zes
kinderen uit groep drie tot en met acht. Ouders mogen
ook jongere kinderen mee laten doen als ze dat graag
willen. Met minimaal twee kinderen kan een team van
start gaan en sommige teams bestaan inmiddels uit
15 tot 20 kinderen. De Wijkhelden bepalen zelf welke
route en hoe vaak ze lopen. Stuiver: “We houden hier
wel zicht op, zodat er niet te veel overlap ontstaat.”
De kinderen krijgen een kleine financiële vergoeding,
die de gemeente betaalt. Ook aan de volwassen
begeleiders wordt gedacht. Zij krijgen aan het einde
van het jaar een cadeautje. Wethouder Renske Helmer-
Englebert van de gemeente Nijmegen liep een paar
keer mee met een team. “Het is goed dat kinderen op
deze manier iets doen voor hun stad. Het mes snijdt
aan twee kanten: kinderen verdienen een zakcentje,
maar ze vertellen mij ook dat ze het hartstikke leuk
TEAMS RUIMEN ZWERFAFVAL OP
Eind 2014 ging het zwerfafvalproject ‘Wijkhelden’ in regio Nijmegen van start. Inmiddels zijn er al meer
dan 1000 volwassenen en kinderen actief met het inzamelen van zwerfafval. De aanmeldingen om Wijk-
held te worden, stromen nog steeds binnen.
Op 25 juni was de 1000e Wijkheld een feit. Wendy van
het Wijkhelden-promotieteam zette Simon en Lena,
twee kinderen uit Overasselt (gemeente Heumen), in
het zonnetje. Ze waren gelijktijdig aangemeld als nieu-
we Wijkheld. De Wijkhelden zijn in feite een uitvloeisel
van de BuurtRangers en Vrienden van de Wijk, die sinds
de jaren negentig in Nijmegen actief waren: teams van
inwoners die gezamenlijk zwerfafval opruimden. Eind
2014 gaven de andere aandeelhoudende gemeenten
van inzamelbedrijf Dar aan dat ze ook een project
wilden starten om kinderen bewust te maken van het
probleem van zwerfafval. De nieuwe naam werd ‘Wijk-
helden’. In Nijmegen, Groesbeek, Heumen, Beuningen
en Druten gaan sinds eind 2014 teams de wijken in
om zwerfafval op te ruimen. Michelle Stuiver, commu-
nicatiemedewerker van Dar: “Het voornaamste doel
van het Wijkhelden-project is dat we kinderen al vroeg
bewust willen maken van de problemen die zwerfafval
oplevert als het buiten blijft slingeren en de gevolgen
hiervan voor de leefomgeving.”
Steeds meer Wijkhelden houden hun buurt schoon
Foto's: Geert Timmer
18 GRAM | augustus 2015
Wethouder Piet de Klein van de gemeente Beuningen
denkt dat de laagdrempeligheid een grote rol speelt.
“Het is echt tastbaar, want je ziet meteen resultaat. Kin-
deren zijn er heel bewust mee bezig, merk ik. Sommige
jonge Wijkhelden vertelden me over de kennis die ze
hebben opgedaan over zwerfafval, grof- en restafval.”
De Klein had niet verwacht dat de start van het project
zo vlot zou verlopen. “De promotiecampagne en alle
communicatie-uitingen dragen zeker bij aan het suc-
ces, maar ik denk ook dat mensen zich steeds meer
bewust zijn van het feit dat iedereen verantwoordelijk
is voor de wereld om zich heen.”
Helmer-Englebert: “Ik merk dat het voor de Wijkhelden
meer betekent dan alleen rommel opruimen. Op het
eerste gezicht lijkt de openbare ruimte een anonieme
plek, maar juist door hier actief te worden, kun je dit
veranderen en kan dit ook een thuis worden. Je eigen
huis houd je schoon en je directe omgeving dus ook.”
In de ene wijk zijn veel Wijkhelden-teams actief, in
andere wijken weinig of geen. Stuiver: “Waarschijnlijk
vinden bewoners van sommige wijken het minder be-
langrijk, of ze zien het niet als hun taak om zwerfafval
op te ruimen, maar mensen kunnen het natuurlijk ook
gewoon te druk hebben.” Dar besteedt extra aandacht
aan communicatie in de wijken en gemeenten waar het
wat minder loopt en probeert bijvoorbeeld via wijk-
centra een ingang te vinden bij bewoners. De bevol-
kingssamenstelling van een wijk lijkt niet bepalend te
zijn voor de hoeveelheid Wijkhelden. De plekken waar
Wijkhelden actief zijn, betreffen wijken waar relatief
veel hoger opgeleiden wonen, maar ook zogenaamde
achterstandswijken.
vinden en onderling veel plezier hebben. Die sociale component is erg
belangrijk.”
De spullen voor het verzamelen van het zwerfafval, zoals knijpers, em-
mers, hesjes en zakken, krijgen de teams van Dar. Via de Wijkhelden-
website kunnen begeleiders en vrijwilligers zich aanmelden. Ze krijgen
een eigen account, waarmee ze materiaal bestellen, doorgeven wan-
neer ze hebben gelopen en hoeveel zakken ze hebben verzameld. Vol-
wassenen kunnen zich ook in hun eentje aanmelden. Stuiver: “Zo is er
een aantal mensen die tijdens het uitlaten van de hond, een knijper en
zak meeneemt en zwerfafval opruimt.” Volwassenen kunnen alleen lo-
pen of in een groepje met andere volwassenen. Het verzamelde zwerf-
afval kunnen de Wijkhelden tegelijk met het huishoudelijk restafval
aanbieden in de speciale zwerfafvalzakken. Het systeem is gebaseerd
op vertrouwen. “Misschien dat een enkeling denkt: ik gooi mijn eigen
huishoudelijk afval in de zak. Dat kun je nooit helemaal voorkomen.
We gaan overigens in het najaar starten met steekproeven, waarbij we
één keer in de zoveel tijd op een aantal locaties controleren hoeveel
zakken er staan en of het overeen komt met de aantallen die mensen
hebben doorgegeven. Ook checken we dan wat er in de zakken zit”,
vertelt Stuiver.
Anonieme plek
De ruim 1000 Wijkhelden halen op dit moment gemiddeld 500 zakken
per maand op. Het aantal Wijkhelden neemt nog steeds toe. Deels is
dit te verklaren door de uitgebreide aandacht voor communicatie. Zo
is er de promotietour ‘Wijkhelden komen naar je toe’, waarbij Wendy
en Wouter Wijkheld kinderen, door het spelen van spellen, enthousiast
maken tijdens lokale evenementen. Er staan oproepjes in huis-aan-huis-
bladen, er is een Facebook-pagina en er wordt volop getwitterd. Stui-
ver: “Mensen steken elkaar ook aan. De kracht zit in het feit dat het
vanuit mensen zelf komt.”
GRAM | augustus 2015 19
opvoeding. Met andere ouders praat ik er wel eens over. Op die manier
is ook een kennis van mij op het idee gekomen om zich aan te melden,
samen met haar kinderen.” Zoontje Tom vult aan: “Ik vind het heel leuk.
Vooral dingen oprapen met de knijper vind ik grappig.” Ploegmakers:
“De kinderen letten meer op rommel buiten, merk ik. Ze vragen wel
eens wanneer we weer gaan opruimen als ze ergens zwerfafval zien
liggen.”
Slingeren
Stuiver denkt niet dat de inzet van de Wijkhelden ertoe leidt dat men-
sen hun rommel juist gemakkelijker laten slingeren. Volgens Helmer-
Englebert is het juist andersom: “Vuil trekt vuil aan. Dat is bekend.
De Wijkhelden zorgen er juist voor dat het schoon is en dat mensen
daardoor minder snel iets op straat gooien.” Er zullen vast mensen zijn
die vinden dat Dar of de gemeente het zwerfvuil moet verzamelen, vol-
gens de Nijmeegse wethouder. “Ik krijg hierover overigens nooit boze
brieven. Het zal ook samenhangen met het basisniveau dat we hebben
afgesproken om de stad schoon te houden en dat we handhaven. We
zorgen er hoe dan ook voor dat de stad is opgeruimd.”
Meer informatie over het Wijkhelden-project: www.wijk-helden.nl. Voor
vragen kunt u contact opnemen met Michelle Stuiver: [email protected].
Tekst: Ans Aerts
In de gemeente Nijmegen heeft Dar, naast de inzame-
lings- ook de reinigingstaak en zet het wijkvegers in,
die zwerfafval opruimen en prullenbakken legen. In de
andere gemeenten is dit niet het geval. Stuiver: “In Nij-
megen hebben we zeker de indruk dat het schoner is
op de plekken waar Wijkhelden komen. We werken hier
met beeldkwaliteit. Als het op de ene plek schoner is
door onder andere het werk van de Wijkhelden, ver-
plaatsen we de inzet van Dar naar een plek waar het
meer nodig is. De totale omvang van de inzet blijft ech-
ter hetzelfde.” Wethouder De Klein van de gemeente
Beuningen: “Er zijn in onze gemeente bewoners die al
langer zwerfafval verzamelen, op vrijwillige basis en
op eigen initiatief, en niet als Wijkheld geregistreerd
staan. Je ziet duidelijk het verschil tussen de straten
waar deze mensen en de Wijkhelden actief zijn en waar
dit niet het geval is.” Marieke Ploegmakers is sinds be-
gin dit jaar begeleider van een team Wijkhelden in Beu-
ningen. Met haar drie kinderen Maartje (4), Tom (6) en
Lotte (8) gaat ze één of twee keer per maand op pad.
“Ik ergerde me aan de rommel die bleef liggen in onze
wijk. Ik vind dat je in zo’n geval niet moet zitten mop-
peren, maar zelf iets moet doen. Het is leuk om samen
met de kinderen te doen en ik zie het als een stukje
Na de zachte winter van vorig jaar is het lastig voorspellen wat het weeraankomende winter gaat doen. Bent u al voorbereid op de vorst?
Gladheidssignalen herkennen is de eerste stap op weg naar een goed gecoördineerde gladheidsbestrijding. Bereid u professioneel voor op de vorstperiode. CROW helpt u daarbij met de opleiding ‘Coördinator Gladheidsbestrijding voor wegbeheerders’.
In deze opleiding maakt u kennis met alle aspecten van gladheidsbestrijding. U leert weermodellen en weersinvloeden herkennen en interpreteren. Vervolgens start u acties op en zet u middelen in. Goed doordacht. Goed voorbereid.
Met de opleiding en het diploma waarborgt u een professionele en eenduidige manier van gladheidsbestrijding.
www.crow.nl/4080
Bent u betrokken bij gladheidsbestrijding?
praktische kennis direct toepasbaar
“Ik houd me al twaalf jaar bezig met gladheidsbestrijding. Dan heb je toch je eigen werkwijze. Dit kan een valkuil zijn. Doe je dingen al lang, dan werk je op routine. Tijdens deze opleiding heb ik weer een aantal nieuwe dingen geleerd en nieuwe inzichten gekregen. Daarnaast vond ik het fijn dat we de ruimte kregen om in discussie te gaan.”
— Sjaak Nas, Gemeente Venlo
927065_001_06-Jul-15_11:31:50_walter
20 GRAM | augustus 2015
BRANCHEGENOTEN
Wesley Kook, directeur afvalbedrijf Selikor Curaçao
"Geringe schaalgrootte is probleemvoor vernieuwing""Ik heb een prachtige baan waar alles samenkomt wat voor de maatschappij belangrijk is", zegt Wesley Kook (1962),
algemeen directeur van het staatsbedrijf Selikor N.V. op Curaçao en trouw lid van de NVRD. Het nabij de hoofdstad
Willemstad gelegen bedrijf is verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van afval. Daarnaast is het bedrijf
belast met alle taken op het gebied van straatreiniging en rioolbeheer.
voorwaarts gemaakt. Op het eiland geldt Selikor dan
ook als een belangrijke en gewaardeerde speler. Vol-
gens Kook is dat mede te danken aan het lidmaatschap
van de NVRD en de vele goede zakelijke contacten die
hij de afgelopen jaren in Nederland heeft opgebouwd.
"Daardoor blijven wij goed op de hoogte van alle nieu-
we ontwikkelingen op het gebied van afvalinzameling,
recycling en verwerking." Af en toe reist Kook ook af
naar Nederland voor het bezoeken van vakbeurzen en
collega's uit de branche. Zo bezocht hij onlangs nog
de 'Reinigingsdemodagen' in Lelystad. "Dat is voor ons
belangrijk, omdat Nederland op milieugebied interna-
tionaal een toonaangevende rol speelt én vooral ook
omdat wij de Nederlandse milieuwetgeving rond afva-
linzameling en afvalverwerking volgen."
SchaalgrootteKook draait er overigens niet omheen dat vrijwel al
het afval op het eiland nog wordt gestort. "Alleen voor
ziekenhuisafval en slachtafval beschikken wij over een
De naam Selikor staat voor: 'Servicio di Limpiesa di Korsou'. 'Limpiesa'
betekent reiniging en 'Korsou' Curaçao. Het bedrijf telt 320 medewer-
kers. Daarmee hoort Selikor tot de top drie bedrijven op Curaçao. Op
jaarbasis gaat zo'n 155.000 ton afval, inclusief herbruikbaar afval,
door de handen van het bedrijf. Algemeen directeur Kook heeft na de
middelbare school in Nederland een lerarenopleiding biologie gedaan
en studeerde vervolgens aan de Universiteit van Wageningen af (ir) in
Huishoudwetenschappen (facility management). Als onderdeel van die
opleiding heeft hij onder andere onderzoek gedaan naar het scheiden
van afval aan de bron in de gemeente Almere. In 2001 behaalde hij zijn
titel Masters in Business Administration (MBA) aan de Universiteit van
de Nederlandse Antillen. Na eerst als beleidsmedewerker te hebben
gewerkt bij Selikor werd hij er in 2006 benoemd tot algemeen direc-
teur. Aan een overstap naar een reinigingsbedrijf in Nederland moet
Kook niet denken. Met een grote glimlach zegt hij: "Als Nederland een
tropisch klimaat zou krijgen, zou ik een overstap heel misschien over-
wegen."
De afgelopen jaren heeft het bedrijf onder leiding van Kook, binnen
de beperkte (financiële) mogelijkheden, belangrijke duurzame stappen
Foto: Selikor
GRAM | augustus 2015 21
De afvalbranche is sterk in beweging. Meer dan ooit geldt stilstand als achteruitgang. Onder de titel Branchegenoten besteedt GRAM aandacht aan de manier waarop NVRD-leden omgaan met ontwikkelingen in de branche.
kleine verbrandings-installatie." Om het storten van
afval en de onvermijdelijke overlast daarvan te kun-
nen minimaliseren wordt op Curaçao wel al enige tijd
nagedacht over de bouw van een verbrandingsinstal-
latie. Als bekende vakantiebestemming is de regering
van Curaçao - tevens eigenaar van Selikor - er alles
aan gelegen om het storten van afval helemaal of in
ieder geval zo veel mogelijk te beëindigen. "Ons stre-
ven is om, net als in Nederland, zoveel mogelijk afval
te hergebruiken en zo weinig mogelijk te storten of
te verbranden. Onze wetgeving is ook afgestemd op
de milieuwetgeving in Nederland. In de praktijk valt
dat echter niet mee, soms is het zelfs onmogelijk. Het
grote probleem is namelijk de schaalgrootte en het
prijskaartje voor de burger. Afvalverwerking moet be-
taalbaar blijven. Daarom zitten we op dit moment nog
steeds in de oriëntatiefase voor het bouwen van een
verbrandingsinstallatie.
Nuttig hergebruikDe schaalgrootte is trouwens ook een handicap bij
het afzetten van herbruikbare afvalstromen. Daarom
zamelen wij herbruikbaar afval niet separaat in. Wel
bieden we de mogelijkheid om herbruikbare afvalstro-
men, zoals plastic en glas, op brengstations af te ge-
ven. Dat materiaal hebben wij liever niet op onze stort-
plaats. Ongeveer vijf procent van de totale hoeveelheid
herbruikbaar afval komt op die manier bij ons terecht.
Het gescheiden aanbieden van herbruikbaar materiaal
stimuleren we met voorlichtingscampagnes, waarbij
vooral de scholen worden betrokken. Samen met de
Kamer van Koophandel, de horeca en het overige be-
drijfsleven hebben wij zelfs een voorlichtingsorganisa-
tie opgericht; zeg maar zoiets als 'Nederland Schoon'.
Wij doen er alles aan om de gescheiden aangeleverde
afvalstromen zoveel als mogelijk een nuttige herge-
bruiksbestemming te geven. Door onze geringe schaal
en de geïsoleerde ligging van het eiland is dat in de
praktijk niet altijd even gemakkelijk. Bij de afzet van
plastic en glas zijn we gelukkig al redelijk succesvol.
“Ons streven is zoveel mogelijk afval te
hergebruiken en zo weinig mogelijk te
storten of te verbranden. In de praktijk
valt dat niet mee, soms is het zelfs
onmogelijk.”
Daarnaast hebben wij een brengstation voor witgoed en metaalafval.
Ook voor dat materiaal doen wij al het mogelijke om er een zinvolle her-
bestemming voor te vinden. Als wij dat niet consequent zouden doen,
zou de bevolking ook geen animo meer hebben om bruikbaar afval nog
te scheiden of bij ons brengstation af te geven. Papierafval gaat he-
laas, maar noodgedwongen, nog steeds naar de stortplaats, omdat daar
geen betaalbaar alternatief voor is." Composteren van groente- fruit- en
tuinafval noemt Kook voor Curaçao geen optie. "Ons zeer droge klimaat
leent zich daar simpelweg niet voor."
Wereld van verschilOp de vraag wat op afvalgebied het grootste verschil is tussen Neder-
land en Curaçao antwoordt Kook zonder omhalen: "Het gedrag van de
mensen in de omgang met afval. In Nederland krijg je al decennia met
de paplepel ingegoten dat je netjes met afval moet omgaan. Op Curaçao
begint dat nu pas te komen. Helaas wordt er soms nog erg gemakkelijk
met afval omgegaan. Zo van: gooi maar ergens neer. Als Selikor probe-
ren wij een omslag tot stand te brengen door regelmatig voorlichting te
geven over hoe je moet omgaan met afval en waarom dat belangrijk is.
Een ander belangrijk verschil is dat in Nederland, bijvoorbeeld door de
milieupolitie, streng wordt toegezien op het netjes omgaan met afval
en op het gescheiden aanbieden ervan. Dat systeem kennen wij nog
niet." Onder het motto: 'Verbeter de wereld en begin bij jezelf ' besteedt
Selikor veel aandacht aan interne opleiding en scholing van het eigen
personeel. Als onderdeel daarvan heeft het Nederlandse opleidingsin-
stituut OPOR op locatie al diverse scholingscursussen voor personeels-
leden van het bedrijf verzorgd. Over de toekomst van afvalverwerking
op het eiland zegt Kook: "Grofweg gaat nu nog ongeveer 80 procent
van het afval naar de stortplaats en wordt 20 procent gerecycled. Vóór
mijn pensionering hoop ik dat te hebben omgedraaid. Daar ga ik echt
voor." Na een korte overpeinzing zegt hij: "Realistisch gezien, zou een
verhouding 60 procent storten en 40 procent recyclen al een grote
prestatie zijn. Het gebrek aan schaalgrootte blijft namelijk de grootste
handicap om forse stappen te kunnen maken. Bovendien moet ik eer-
lijkheidshalve zeggen dat het afvalvraagstuk op het eiland nog niet de
allerhoogste prioriteit heeft, hoewel op dat gebied de laatste jaren wel
al veel is verbeterd.”
Tekst: Laurent Chevalier
22 GRAM | augustus 2015
verhogen of om een collega-gemeente te helpen. Ook
maakt het Learning Center gebruik van reeds beschik-
bare gemeentelijke gegevens (na toestemming), zoals
de benchmark Huishoudelijk Afval van RWS/NVRD en
de WasteTool van Nedvang. Vertrouwelijkheid van deze
cijfers is geborgd: de kennis blijft binnen het LCKVA en
heeft alleen als doel dat gemeenten van elkaar kunnen
leren. In 2017 vindt landelijk een tussentijdse, externe
kostenvalidatie plaats om te kijken of de kosten die de
gemeenten maken, ook daadwerkelijk dalen in lijn met
de vergoeding. Ook wordt gekeken of het nodig is om
de afspraken bij te stellen.
Eigen zakken, eigen containers
Sinds de afspraken over de vergoedingen zijn gemaakt,
zijn veel gemeenten op zoek naar manieren om de
hoeveelheid opgehaald kunststof afval per inwoner te
verhogen. Want hoe meer bruikbaar kunststof een ge-
meente ophaalt, des te hoger de vergoeding. Volgens
Kohl zijn de verschillen tussen de gemeenten groot:
waar de ene gemeente twintig kilo kunststof afval per
inwoner weet in te zamelen, halen andere gemeenten
twee kilo per jaar op. “Ons idee is dat gemeenten heel
veel van elkaar kunnen leren. Dat is ook de kern van
onze werkwijze: we brengen gemeenten samen die el-
kaar onderling kunnen adviseren. Wat je nu ziet is dat
bijna elke gemeente in Nederland er zijn eigen werk-
wijze op nahoudt: een eigen ophaalfrequentie, eigen
zakken, eigen containers. Maar het is echt niet nodig
om altijd zelf het wiel uit te vinden. Veel gemeenten
hebben al hele slimme oplossingen bedacht om meer
kunststof afval te verzamelen.”
Scheiden voor of na?
Wat de situatie volgens Kohl complex maakt, is de
keuze voor na- of bronscheiding. Bij nascheiding doen
mensen al hun huishoudelijk afval in de restafvalbak
en worden de verschillende soorten afval bij een ver-
werkingsbedrijf gescheiden. Voordeel is vooral gemak
voor de bewoner: die hoeft geen extra moeite te doen
en heeft geen verschillende afvalbakken in de tuin
staan. Nadeel is dat sommige soorten kunststof niet
meer kunnen worden hergebruikt als ze in contact ko-
Kunststof velletjes om de salami, plastic drinkflesjes en plastic boterkuipjes:
gemeenten werken hard om kunststof verpakkingsafval apart te laten verwerken.
Het onafhankelijke Learning Center Kunststof Verpakkingsafval van Rijkswaterstaat
helpt gemeenten kosteloos om dit zo efficiënt mogelijk te doen. Coördinator Jan
Kohl: “We willen ervoor zorgen dat niet elke gemeente zelf het wiel hoeft uit te
vinden.”
Het Learning Center - afgekort
LCKVA - is een nieuwe speler in de
wereld van kunststof verpakkings-
afval. Eind 2014 is het kenniscen-
trum opgericht om gemeenten een
helpende hand te bieden bij de
inzameling, sortering en verwer-
king van kunststof verpakkingen.
Achtergrond zijn veranderingen
in de vergoeding die gemeenten hiervoor ontvangen.
“Gemeenten krijgen de kosten vergoed die ze maken
voor het ophalen en laten verwerken van kunststof
afval”, zegt Kohl. “In 2012 hebben het Rijk, de VNG
en het verpakkende bedrijfsleven afgesproken dit be-
drag de komende jaren te verlagen: uiteindelijk krij-
gen gemeenten in 2019 ongeveer een derde minder.
Om hierop voorbereid te zijn, willen veel gemeenten
de effectiviteit van de inzameling verhogen. Sommige
gemeenten maken zich ook zorgen: krijgen zij nog
wel genoeg geld om de kunststofinzameling goed te
regelen? Om daarbij te helpen, is het Learning Center
opgericht.”
100% onafhankelijk
Het idee achter het Learning Center is dat elke ge-
meente er kosteloos een beroep op kan doen, in de
zekerheid dat zij betrouwbaar, onafhankelijk en des-
kundig advies krijgt. Dat was bij de oprichting in 2014
de reden om het kenniscentrum bij Rijkswaterstaat
onder te brengen. Ook zijn de gemeenten verzekerd
van 100% vertrouwelijkheid: gegevens die ze leveren
aan het centrum, worden alleen gebruikt om hun ei-
gen werkwijze efficiënter in te richten, hun respons te
Kenniscentrum helpt gemeenten inzameling efficiënter te regelen
“Veel gemeenten willen de effectiviteit
van hun inzameling verhogen.
Het Learning Center is opgericht om
daarbij te helpen.”
Jan Kohl, coördinator LCKVA
GRAM | augustus 2015 23
Bergen (Noord-Holland) zitten we bijvoorbeeld om de
tafel om zowel de inzamelmethodiek als de communi-
catie naar de inwoners te bespreken. Een veranderende
methodiek moet je goed uitleggen om de mensen thuis
gemotiveerd te krijgen.”
Wat biedt het Learning Center?
Om de gemeenten van dienst te zijn, biedt het Learning
Center verschillende mogelijkheden, zoals kennisde-
ling, trainingen, een-op-een-gesprekken en een web-
site met inspirerende praktijkvoorbeelden. Dit najaar
organiseert het centrum bijeenkomsten voor gemeen-
ten over inzameling en nascheiding versus bronschei-
ding. Ook maken ze gebruik van onderzoek en bunde-
len ze kennis in handige producten.
Het Learning Center werkt nauw samen met het pro-
gramma VANG Huishoudelijk afval. Ook betrekt het
zoveel mogelijk organisaties die zich ook op het huis-
houdelijk afval richten, zoals Nedvang, NVRD, het Ken-
nisinstituut Duurzaam Verpakken en VNG.
Meer informatie over de activiteiten en de dienstverle-
ning vindt u op www.learningcenterkva.nl
Tekst: Bas de Rue
men met gft-afval of andere vervuiling. Bij bronschei-
ding scheiden de mensen het afval thuis. Bronschei-
ding is efficiënt en levert de beste materialen die weer
als grondstof kunnen worden gebruikt. Voorwaarde is
wel dat mensen moeite willen doen, het volgens de re-
gels aanpakken en weten welke kunststof verpakkin-
gen geschikt zijn voor recycling.
Opties in kaart
Welke inzamelingsmogelijkheden een gemeente heeft,
is erg afhankelijk van de lokale omstandigheden.
“Voor een plattelandsgemeente is bronscheiding een
prachtige oplossing”, zegt Kohl. “Daar hebben mensen
meestal wel ruimte om meerdere bakken in hun tuin
te stallen. Maar in een gemeente als Amsterdam zie je
gelijk het probleem: mensen in een klein appartement
op drie hoog hebben geen plek voor al die bakken. Dus
dan moet je als gemeente andere oplossingen zoeken;
bijvoorbeeld nascheiden of bronscheiden via verzamel-
containers.”
Dit is het soort vraagstukken waarbij het Learning Cen-
ter de helpende hand biedt. Hetzij via succesvolle voor-
beelden uit andere gemeenten, hetzij via adviseurs van
Rijkswaterstaat of externe experts. Kohl: “We nemen
altijd de situatie in een gemeente als uitgangspunt:
de communicatie, het type bebouwing en de stedelijk-
heidsklasse zijn belangrijke aandachtspunten die de
keuze voor een bepaalde methodiek beïnvloeden. We
brengen voor de behandelend ambtenaar alle opties in
kaart en kunnen helpen om zijn verhaal aan de wethou-
der en de inwoners te presenteren. Met de gemeente
“We brengen gemeenten samen die
elkaar onderling kunnen adviseren.”
24 GRAM | augustus 2015
VAKWERK
“Goed in de gaten houden wat erop straat gebeurt”Wat houdt je functie in?
Ik ben bedrijfsdirecteur van het vroegere Fryslân Miljeu, dat is de inza-
meltak van Omrin. We hebben twintig gemeenten als aandeelhouders,
waarvan Leeuwarden de grootste is. Als bedrijfsdirecteur overleg ik ui-
teraard met de wethouders en andere vertegenwoordigers van de ge-
meenten over het te voeren beleid, doelstellingen en strategie. Maar ik
begeef me ook vaak op de werkvloer van ons eigen bedrijf. Om voeling
te houden met de operationele kant. Wij als Omrin zijn daar tamelijk
uniek in, maar bij ons draait elke teamleider, en dus ook ik, bij toerbeurt
mee in de uitvoering. Om de zoveel tijd ga ik dus een weekend mee
op stap met de reinigingsdienst. Meestal om de binnenstad schoon te
maken. Dat is heel leerzaam en nuttig. Je weet van de hoed en de rand
en je krijgt meer wederzijds begrip. Wij doen dit bij Omrin al sinds een
jaar of tien en het werkt echt. Het verkleint de afstand tussen de leiding
en de werkvloer, zodat je gevoel houdt over wat er daar gebeurt.
Wat deed je hiervoor?
Ik ben van origine weg- en waterbouwkundige. Ik heb jaren voor bag-
gerbedrijf Boskalis gewerkt, hielp mee de Oosterscheldekering te bou-
wen. Na een bijscholing bedrijfs- en milieukunde werd ik in 1990 hoofd
afdeling reiniging bij de gemeente Smallingerland. Tien
jaar later stapte ik over naar Omrin, aanvankelijk als
regiomanager, nu dus als bedrijfsdirecteur.
Die ervaring bij een gemeente, daar heb ik nu nog da-
gelijks plezier van. Je weet hoe het spel daar gespeeld
wordt, met al die verschillende wethouders, raadsle-
den, ambtenaren. Daar heb ik nog steeds veel aan bij
mijn overleg met de aandeelhouders. Wat ik ook geleerd
heb in die tijd, is dat je klachten van burgers serieus
moet nemen. Zorg dat ze hun klacht goed kwijt kunnen
en doe er ook meteen iets mee. Voor je het weet, bla-
zen ze de boel op door naar een bevriend raadslid te
stappen of een briefje naar de krant te sturen. Dan heb
je er veel meer gedoe mee, een officiële klachtenproce-
dure is gigantisch veel werk. Je moet je in dit vak altijd
realiseren: je kunt als directie nog zulke mooie plannen
maken, maar dikwijls word je afgerekend naar wat er
gebeurt op straat. Dat incident in Gouda vind ik een
goed voorbeeld. Een bewoner ontdekte daar dat bij een
bepaalde route het gft-afval in de wagen met restafval
Jan Hubers (64) is bedrijfsdirecteur Inzame-
ling en Reiniging bij Omrin. Zijn gedreven-
heid ligt bij de klant, de burger én het re-
sultaat. “Je kunt nog zulke mooie plannen
hebben als directie, maar je wordt afgere-
kend op wat er op straat gebeurt. Eén mis-
stap en iedereen smult er van.”
GRAM | augustus 2015 25
De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In afval- en beheer van de openbare ruimte werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij dit werk graag en goed?
werd gegooid. Begrijpelijk, wij hebben ook hoogbouw
waar het gft zo slecht van kwaliteit is, dat het verbrand
moet worden. Maar zég dat dan tegen je bewoners.
Wij hebben gewoon die groene bak weggehaald en be-
woners gezegd dat ze te slecht scheiden om het gft te
kunnen composteren. Dat is beter dan erover zwijgen,
want dat komt altijd uit en dan ben je de klos. Iedereen
smult van zo’n verhaal, de politiek gebruikt het tegen
je. Dan ben je veel verder van huis. Je kunt als directie
wel zeggen ‘ik wist er niets van’, maar je wordt er wel
op afgerekend. Hou dus in de gaten wat er op straat
gebeurt.
Wat vind je het mooiste aan je werk?
Als we samen, in teamverband, aan een vastomlijnd
project werken en uiteindelijk de doelstelling ook ha-
len. Daar krijg ik energie van. Wij hebben onze hele
inzameling geautomatiseerd, een aantal jaren terug al-
weer. Leeuwarden heeft alleen nog maar ondergrondse
containers, minicontainers legen we bijna uitsluitend
met zijladers. 190.000 aansluitingen zamelen we nu
met dertig auto’s in. Dat is een hele opgave geweest,
maar als team zijn we daar enorm trots op.
Waar ben je nog meer trots op?
Vorig jaar zijn we gestart met textielinzameling. We
wilden het textiel in Friesland laten sorteren, vanwege
de werkgelegenheid. Samen met Reshare en diverse
SW-bedrijven is dat gelukt. We zijn nu anderhalf jaar
bezig en hebben zelfs alle doelstellingen overtroffen.
Iedereen is winnaar bij dit project, ook het milieu. Dat
vind ik echt heel mooi.
Wat vind je minder leuk aan je werk?
Ik ben geen vergadertijger. Het is essentieel dat het ge-
beurt, maar zelf ben ik meer een aanpakker. Zo loop ik
ook congressen en symposia niet plat, ik ga alleen als
het me echt interessant lijkt. Te lang achter de compu-
ter zitten, dat is ook niets voor mij. Ik ben liever buiten
bezig, om dingen daadwerkelijk te realiseren.
Waar heb je wel eens wakker van gelegen?
Zwarte momenten zijn de dodelijke ongevallen. In de
25 jaar dat ik in het afval zit, heb ik het helaas drie keer
meegemaakt. De laatste keer was een oud vrouwtje. Ze
stak met haar rollator voor de wagen langs, de chauf-
feur zat hoog en heeft haar niet gezien. Wij konden
er absoluut niets aan doen, het is ook geen zaak ge-
worden, maar dat zijn toch heel duistere momenten. Ik
ben er meteen naartoe gereden toen ik het hoorde, dat
beeld blijft altijd op je netvlies staan. Ook de nazorg is
belangrijk en zwaar. Ik heb de familie van het slachtof-
fer gesproken, ben naar de begrafenis gegaan. Je moet
ze onder ogen komen, vind ik.
Ik heb ook wel eens wakker gelegen van andere zaken,
zoals een tijdelijke financiële dip in ons bedrijf, maar
dat is niet te vergelijken. Zo’n mensenleven, dat hakt
er in.
Zorgen voor de toekomst?
De latere pensioenleeftijd is een aandachtspunt. Men-
sen achter de wagen hebben een moeilijke rug, dach-
ten dat ze eerder klaar waren. Zorg dat er goed perso-
neelsbeleid komt, dat ze zich om- of bijscholen voor
een lichamelijk minder zware baan. Anders gaan we
het niet halen met zijn allen.
Onder collega’s leeft wel de angst dat gemeenten steeds
groter worden en dus hun inzameling, winterdienst en
dergelijke zelf gaan doen. Ik ben daar niet bang voor,
zie het zelfs als een uitdaging. Wij als Omrin moeten
extra goede prestaties leveren, zorgen voor een toege-
voegde waarde. Als gemeenten een reden hebben om
bij jou te blijven, dan doen ze dat ook.
Wat mij wel echt zorgen baart, is de toegenomen ar-
moede. We pronken wel dat de economie weer aan-
trekt maar in bepaalde wijken zie je daar niets van.
Integendeel. De laatste vijf jaar zie je bepaalde wijken
steeds meer verpauperen. Sommige mensen kunnen
geen nieuw toegangspasje meer betalen voor hun on-
dergrondse container, als ze dat kwijtraken. Dan heb
je het over vijftien euro. Asielzoekers houden er ook
andere normen en waarden op na. Ze zijn al heel trots
als ze hun afvalzak keurig bij het zuiltje hebben gezet.
‘Die zak moet er ook nog in’, drukken wij ze dan op
het hart. Het is allemaal logisch, iemand die het druk
heeft met overleven, heeft andere prioriteiten dan afval
netjes scheiden en aanbieden. Maar voor ons vak heeft
die verpaupering grote gevolgen. We moeten extra aan
de bak en niemand weet waar het eindigt.
Wat heb je zelf met afval?
Ik begin steeds meer in te zien dat afval niet bestaat,
je hebt het over waardevolle grondstoffen. Thuis schei-
den we alles keurig, maar mijn vrouw is Pools en heeft
een originele oplossing voor stinkend keukenafval. Ze
begraaft het in de tuin. Twee spitten diep, dan komen
dieren er niet meer op af. Dat is een Poolse gewoonte
en het werkt fantastisch. Alles groeit er beter van!
Tekst: Hetty Dekkers
26 GRAM | augustus 2015
Tijdens het congres ‘Werk in Uitvoering, arbeidsparticipatie in afval en beheer openbare ruimte’ heeft de jury de win-
naar van de Gouden Schoffel bekend gemaakt. De Gouden Schoffel is de prijs voor het beste voorbeeld van social
return in de uitvoering van beheertaken in groen, afval en recycling, infra en openbare ruimte. Uit de drie genomi-
neerden kozen juryleden Joyce Verhoeven, Mieke ten Brinke-IJsselstein en Erik Punt voor het project Baanbrekend
Landschap in Twente.
Baanbrekend Landschap wint de Gouden Schoffel
De verenigingen NVRD en Stadswerk willen met de Gouden Schoffel en
het congres laten zien welke kansen er in het fysieke domein liggen om
doelstellingen uit het sociale domein te bereiken. Er moet meer werk
komen – juist ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt –
en het werk in afval, beheer openbare ruimte en de circulaire economie
biedt hier kansen voor. Om dit te bereiken is een goede samenwerking
nodig tussen sociaal en fysiek domein, opdrachtgevers en -nemers, op-
leidingsinstituten, gemeenten en bedrijfsleven. Dit laatste is nu nét wat
Baanbrekend Landschap zo bijzonder maakt en daarom heeft dit unieke
project de Gouden Schoffel verdiend!
Twentse Kracht
Het project Baanbrekend Landschap is een samenwerking in Twente
tussen Landschap Overijssel, de gemeenten Wierden en Almelo, Water-
schap Vechtstromen, AOC Oost en Soweco. Het doel is om de deelne-
mers meer kansen op de arbeidsmarkt te bieden. Deelnemers aan het
project zijn werklozen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Onder professionele begeleiding van Landschap Overijssel voeren ze
landschapswerk uit dat normaliter blijft liggen. Denk aan het verwijde-
ren van opslag in een gebied, het onderhouden van wandelpaden, of
het verwijderen van prunus in houtwallen.
Deelnemers worden gedurende het project gecoacht op arbeidsvaar-
digheden (tijdsplanning, afspraken nakomen, etcetera) en krijgen spe-
cifieke vakinhoudelijke cursussen via AOC Oost. Ook
krijgen ze de mogelijkheid om zich verder te ontwik-
kelen door middel van een leerwerktraject bij Groei-
punt (onderdeel van AOC Oost). De groene sector is
betrokken bij het project, zodat de kans op een daad-
werkelijke baan wordt vergroot. Dit heeft succes ge-
had: inmiddels hebben 10 van de 12 deelnemers een
baan, waarvan een groot deel bij de betrokken groen-
bedrijven. Dit project is een voorbeeld van ‘Twentse
Kracht’ en geeft extra motivatie voor het opzetten van
een vervolgproject.
De verenigingen Stadswerk en NVRD organiseerden in
de eerste helft van 2015 een serie van vijf regionale
werkbijeenkomsten ‘Social Return: we doen het ge-
woon?!’. Op deze bijeenkomsten zijn veel verschillen-
de, succesvolle en inspirerende manieren van aanpak
besproken. Tijdens de sessie in Zoetermeer heeft Joyce
Verhoeven van DSW-Rijswijk de Gouden Schoffel aan-
geboden aan Stadswerk en NVRD met de uitdaging om
op zoek te gaan naar het beste voorbeeld van social
return. Baanbrekend Landschap is een mooi voorbeeld
van waar social return toe moet leiden: een groot deel
van de deelnemers heeft nu écht werk! Dat hierbij de
samenwerking tussen veel betrokken partijen
cruciaal blijkt te zijn, mag duidelijk zijn.
Meer weten?
www.arbeidsparticipatie.nu en
www.landschapoverijssel.nl/baanbrekend-
landschap-twente
De twee andere genomineerden voor de Gou-
den Schoffel kwamen allebei uit Rotterdam.
• Leger des Heils ReShare is door de gemeen-
te Rotterdam genomineerd vanwege een
aanbesteding van textiel inzameling waar-
bij veel aandacht was voor social return.
• De gemeente Rotterdam en Stichting Land-
schapsonderhoud werken samen om
mensen met een afstand tot de arbeids-
markt werkervaring te laten opdoen door
het uitvoeren van ecologische groenwerk-
zaamheden.
Tekst: Anneloes Voorberg
GRAM | augustus 2015 27
Tekst: Ilse van der Grift
Nieuw: NVRD-commissie ICT
Er gebeurt veel in het domein van ICT,
ook op het vlak van afval, reiniging en
groenbeheer. Denk aan voertuigauto-
matisering, mobiele apps, business in-
telligence, afvalmanagementsystemen,
routeoptimalisatie, et cetera. ICT heeft
tegenwoordig zelfs zo’n cruciale rol in de
bedrijfsvoering, dat als ICT ‘niet werkt’
er geen, beperkt of moeizaam afval inge-
zameld kan worden. Ook is ICT een zeer
belangrijke factor in kostenbesparing, in-
novatie, procesoptimalisatie en excellente
bedrijfsvoering. Kortom, er liggen volop
kansen voor NVRD-leden op ICT-gebied.
Ook voor hen die te klein zijn om alle
ontwikkelingen goed te volgen en er in
te investeren. Daarom heeft het bestuur
van de NVRD eerder dit jaar goedkeuring
gegeven aan de oprichting van een com-
missie ICT. Doel van deze commissie is
kennis te vergaren en te delen over ICT
in de branche, en andere commissies van
dienst te zijn over ICT vraagstukken. De
STOSAG-commissie, die zorg draagt voor
de ontwikkeling en het beheer van stan-
daarden in de registratie- en identifica-
tieprocessen rondom de inzameling van
ondergrondse- en minicontainers, gaat op
in deze nieuwe commissie.
Dennis de Jong, voorzitter van de nieu-
we commissie: “We willen bijdragen aan
de professionalisering en stimulering
van de inzet van ICT in de branche. Het
delen van kennis over actuele ontwik-
kelingen en het bespreken van oplossin-
gen, ervaringen, successen en valkuilen
staat centraal. Waar mogelijk komen we
tot (onafhankelijke) ‘best practices’. Ook
willen we een platform zijn voor andere
NVRD-commissies aangaande ICT aspec-
ten. Tevens blijft de STOSAG-standaard
een actief agendapunt.” De leden van de
commissie zijn IT- en informatiemanagers
afkomstig van publieke inzamelingsor-
ganisaties. De agenda van de commissie
nieuws
wordt gevoed door jaarthema’s gebaseerd
op actuele ontwikkelingen in de branche,
denk aan planningsoptimalisatie, infor-
matiebeveiliging, digitale afvalkalender
of applicatiearchitectuur. De Jong: “We
zijn net gestart, maar er zijn zoveel inte-
ressante en belangrijke onderwerpen dat
we de komende jaren onze agenda zon-
der problemen zullen kunnen vullen. Via
GRAM houden we u graag op de hoogte!”
Wilt u meer weten over de commissie
ICT, wilt u deelnemen of heeft u ideeën
over agendapunten? Neem dan contact op
met Rik Hardenberg, beleidsmedewerker
NVRD, via telefoonnummer 088-3770020
of via [email protected]
Onderzoek afvalscheiding
hoogbouw
In het kader van het project ‘Verbeteren
afvalscheiding en –inzameling hoog-
bouw’ is uitgebreid internationaal on-
derzoek gedaan naar gedragsstudies
over afvalscheiding in de hoogbouw.
De studie, uitgevoerd door Cees Mid-
den van de TU Eindhoven, biedt inzicht
in gedragsbepalende factoren voor af-
valscheiding en interventies voor ge-
meenten. De studie is gericht op we-
tenschappelijke literatuur en vormt de
basis voor een nader veldonderzoek
en verschillende praktijkpilots om de
afvalscheiding in hoogbouw te ver-
beteren. Deelnemers aan het project
zijn Avalex, Almere, Amsterdam, Den
Haag, Rotterdam, Schiedam, Utrecht,
HVC, I&M, RWS, VNG, VA en NVRD. Het
rapport ‘Verbetering afvalscheiding en
inzameling hoogbouw’ is beschikbaar
via www.vang-hha.nl
Algemeen Overleg Tweede Kamer:
retourpremies en statiegeld
Op 25 juni jongstleden heeft de commis-
sie afval en grondstoffen van de Tweede
Kamer gesproken over de voortgang,
de doelstellingen, de resultaten en de
toekomst van het afvalbeleid in Neder-
land. Ruim een week voor het AO heeft
de staatssecretaris al veel duidelijkheid
verschaft: statiegeld blijft en voor kleine
flesjes en blikjes wordt door gemeenten
en bedrijfsleven de komende twee jaar
gezamenlijk een aantal experimenten uit-
gevoerd met gebruik van retourpremies.
Experimenten waarbij maatschappelijke
organisaties als sportverenigingen en
scholen betrokken zullen worden. Over
de verdere invulling van deze experimen-
ten werd veel gediscussieerd waarbij de
staatssecretaris verwees naar het plan dat
de betrokken partijen voor 1 oktober zul-
len uitwerken. De NVRD steunt dit plan en
zal betrokken worden bij de uitwerking
ervan.
Overige onderwerpen die aan de orde
kwamen, waren:
• De wijze waarop de hoogst haalbare
doelen voor de verschillende materiaal-
stromen worden vastgesteld.
• De toekomst van de AVI-capaciteit in
Nederland en de import van afval. Dit
punt wordt ook verder opgepakt in het
LAP3.
• De regeling voor het verbod op plastic
tasjes per 1 juni 2016 zal na de zomer
naar de Kamer worden gestuurd. De
vragen over voedselverspilling zullen
door de staatssecretaris EZ beantwoord
worden in het kader van het voedselbe-
leid.
• Bij een volgende voortgangsrapportage
VANG zal ingegaan worden op indicato-
ren als betrokken partijen en financiële
instrumenten.
Omdat er niet voldoende tijd was om alle
onderwerpen uitgebreid aan de orde te la-
ten komen is er voor na het zomerreces
een verlengd AO aangevraagd. Een be-
knopt verslag van het overleg van 25 juni
vindt u op de NVRD-website. >>
28 GRAM | augustus 2015
bekijken. Het afvalscheidingspercentage van Milaan
ligt op 53,4 procent. Met een groot aandeel hoogbouw
en 1,2 miljoen inwoners is dit een interessant resul-
taat. Het scheiden van afval vindt plaats aan de bron,
namelijk in de huishoudens. Binnen de hoogbouw is
er een ‘afvalkamer’ aanwezig waar drie verschillende
containers staan; glas, papier en bio-waste (keukenaf-
val). Daarnaast wordt het kunststof en restafval apart
in zakken gescheiden. De conciërge van het gebouw
zorgt er voor dat de containers aan de straat worden
aangeboden, rest- en keukenafval twee keer per week,
de andere afvalstromen één keer per week. Overige af-
valstromen, zoals batterijen en tuinafval, brengen de
inwoners zelf naar een brengvoorziening in de buurt.
Na de bezichtiging van de afvalinzameling worden we
welkom geheten op het hoofdkantoor van AMSA, de af-
val- en reinigingsdienst van Milaan. Hier volgt een pre-
sentatie over de ontwikkeling van het afvalbeleid van
Milaan. In 2012 is de stad begonnen met het uitrollen
van een gescheiden keukenafval-inzameling. Bewoners
krijgen een container tot de beschikking en een bakje
voor in de keuken. Door middel van composteerbare
zakken wordt het keukenafval verzameld en de zakken
worden vervolgens in de verzamelcontainer voor bio-
waste gedaan. Dit leidt er toe dat Milaan gemiddeld 90
kilo per jaar aan keukenafval per inwoner ophaalt. Na
de presentatie brengen we een bezoek aan de contro-
lekamer van AMSA waar duidelijk wordt hoe ver het
Nieuwe leden gezocht
Heb jij een visie op wat de nieuwe wet
Werk en Zekerheid gaat betekenen of wat
een afvalinzamelaar in de toekomst moet
kunnen? Vind je iets van strategische per-
soneelsplanning? Werk je bij een gemeen-
telijke dienst en wil je van collega’s in de
branche leren? Meld je dan aan als lid
voor de commissie Opleiden en Professio-
naliseren. Aanmelden kan bij Peter Kerris:
NVRD-agenda
28 aug. commissie Afvalpreventie
1 sept. redactiecommissie GRAM
2 sept. commissie ICT
10 sept. benchmark Onkruidbeheer
15 sept. commissie Beheer Openbare Ruimte
nieuws
Na Vlaanderen, Dortmund en Malmö, was het dit jaar de beurt aan onze collega’s in Italië om hun kijk op het afvalbe-
heer te delen. Een 19 personen tellende Nederlandse delegatie van NVRD-leden reisde van 10 tot 13 juni naar Noord-
Italië om te leren over het afvalbeheer daar.
Reisverslag werkbezoek NVRD aan Noord-Italië
Het is een goed verborgen geheim dat met name Noord-Italië vergevor-
derd is in de ontwikkeling van afvalpreventie, afvalscheiding en recy-
cling. Ook op het gebied van afvalscheiding in hoogbouw lopen steden
in Noord-Italië voor. Voor de Nederlandse delegatie belooft het dus een
interessante kennismaking te worden met het Italiaanse afvalbeheer.
Milaan en Montello
Na een voorspoedige reis op woensdag bezoeken we de eerste dag
van deze studiereis de binnenstad van Milaan om de inzameling te
Op centrale locaties staan verzameltrucks van Contarina waar kleinere
inzamelwagens hun opgehaalde afval kunnen lossen.
GRAM | augustus 2015 29
GPS-tracking systeem doorgevoerd is in Milaan. Op een
scherm van 2 bij 1,5 kan de controle kamer live zien
waar alle trucks zich bevinden, maar ook welke stil
staan, aan het werk zijn, waar ze al geweest zijn et ce-
tera. Tot in de kleinste details kunnen de werkzaamhe-
den live uitgelezen worden via een black box in de wa-
gen. De volgende bezichtiging is bij de vergisting- en
composteringsfaciliteit en kunststof sorteerinstallatie
in Montello. In deze volledig private installatie wordt
op jaarbasis 300.000 ton keukenafval verwerkt. Ook
het keukenafval van de stad Milaan gaat naar Montello.
Na het bezoek vervolgen we onze reis naar Brescia.
Brescia
In Brescia staan twee presentaties op het programma.
Eerst verzorgt de vertegenwoordiger van de gemeente
een presentatie over maar liefst elf verschillende afval-
preventie initiatieven die zijn geïmplementeerd in de
gemeente. Bij dit project maakt de gemeente onder
andere afspraken met supermarkten over producten
dichtbij de houdbaarheidsdatum. Ook het promoten
van thuiscompostering en het gebruik van wasbare
luiers is een belangrijk onderdeel van de afvalpreven-
tie initiatieven. Daarnaast worden burgers en lokale
bedrijven gemotiveerd om zo min mogelijk verpakkin-
gen te gebruiken. Hierna worden we ingelicht over de
statistieken van het afvalbeheer in Italië door Utilitalia.
Contarina
De vrijdagochtend staat in het teken van een werkbe-
zoek aan Contarina. Contarina is een organisatie ver-
antwoordelijk voor het afvalbeheer in 50 gemeenten
in de streek Treviso. Met een gemiddelde hoeveelheid
restafval van 55 kilo per inwoner en een recyclings-
percentage van 85 procent scoort Contarina ver boven
het landelijk gemiddelde, maar ook het Nederlandse
gemiddelde.
Eerst bekijken we hoe de inzameling is georganiseerd.
Opvallend zijn de kleine wagens waarmee de afval-
stromen worden ingezameld. Op centrale locaties in
de streek staan verzameltrucks waar de kleine wagens
het opgehaalde afval kunnen lossen. In de laagbouw
krijgen de inwoners beschikking over vijf verschillende
120 liter containers om afvalstromen in te scheiden. In
de hoogbouw wordt het afvalbeheer anders georgani-
seerd. Hier krijgen de inwoners de beschikking over
kleinere, stapelbare containers om de afvalstromen in
te scheiden. Ook hier wordt er voor het keukenafval
gebruik gemaakt van composteerbare zakken. Op het
terrein van Contarina volgt een presentatie over de ont-
wikkeling van het afvalbeheer in de regio. Het gebrek
aan stortplaatsen en verbrandingsovens binnen de
regio zorgt ervoor dat deze opties niet zomaar benut
kunnen worden. De streek heeft de oplossing gezocht
binnen het hergebruik en recyclen. Door de combinatie
van PAYT (‘Pay As You Throw’, te vergelijken met diftar
in Nederland), communicatie en leveren van afvalbak-
ken is het scheidingspercentage van de stad Treviso
van 52,2 procent in 2012 naar 85,3 procent in 2014
gegaan. Met een historisch centrum en een groot aan-
deel hoogbouw is dit een indrukwekkend resultaat. Het
overblijvende restafval uit de regio bestaat nog voor
30 procent uit luiers. Tijdens de bezichtiging van het
terrein worden we meegenomen naar de nieuwe lui-
errecyclinginstallatie van Contarina. Deze is nog niet
operationeel, maar door de grote hoeveelheid luiers in
het afval wel al tot stand gekomen. Dezelfde ontwik-
keling valt natuurlijk ook op in Nederland, waar ook
wordt gezocht naar een goede manier om de luiers te
recyclen.
Este
Na de lunch worden we verwacht bij de ‘Societa Esten-
se Servizi Ambientali’, kortweg SESA, de milieudienst
van de streek Este. Hier geeft de technisch directeur
een presentatie over de opzet van de vergistingsinstal-
latie en het warmtenet. De warmte die over blijft uit
het proces wordt hier gebruikt om publieke gebouwen
in de omgeving te verwarmen. Zo zijn de ziekenhuizen
en scholen van Este aangesloten op het warmtenet van
de SESA.
Met een heerlijk diner sluiten we de zeer interessante
kennismaking met het Noord-Italiaanse afvalbeheer af
om op zaterdag weer terug te keren naar Nederland.
Tekst: Frank Donkers
Het GPS-tracking systeem van AMSA
waarmee tot in de kleinste details de
werkzaamheden van de inzamel-
wagens live kunnen worden gevolgd.
De Nederlandse reisdelegatie.
30 GRAM | augustus 2015
RKGV-specialist sinds 1988
Meerdere locaties in Nederland
Snelle dienstverlening
Diverse transportmogelijkheden
ISO- en VCA-gecertifi ceerd
Gratis afvalstroomnummer
Bij Zandrecycling Nederland komt 100% van uw RKG-sliben veegzand goed terecht.
Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling
Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-
mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst
op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone
(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste
paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel
0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.
Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]
Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.
Rioleringsvakdagen stand 43617 t/m 19 maartEvenementenhal Gorinchem
RASCO: full line fabrikant van wintermaterieel
Bewezen kwaliteit, ontworpen vanuit de praktijk
Uitstekende prijs/kwaliteit verhouding
Opgebouwd uit Europese A-merk componenten
Aanhangstrooier voor zowel snel- als langzaamverkeer
Opzetstrooiers droog/nat/sproeien van 0,8 – 12m³
Sneeuwploegen van 1,6 – 5,0m breed
Sneeuwploegen en zelfladende strooiers voor tractoren
ARMS geavanceerd management informatiesysteem
EPOS 20 volledig automatisch strooien
Importeur & serviceorganisatie voor Nederland:Rondaan BV 0518 - 462070 [email protected] www.rondaan.nl
GRAM | augustus 2015 31
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Noviteiten winterdienstWat gebeurt er op het gebied van
winterdienst? Opvallend is de aan-
dacht voor fietspaden, ontwikkelin-
gen in asfalttypes, digitalisering
routebeheer, een nieuwe importeur
van Bucher Municipal machines. Een
inventarisatie van de laatste ontwik-
kelingen.
Asfalt
Onder de naam Ecosel®AsphaltProtection
introduceert AkzoNobel een nieuwe
ontwikkeling: een toevoeging aan pekel
dat de ontwikkeling van vorstschade
aan het wegdek tegengaat. Het gepaten-
teerde Ecosel®AsphaltProtection zorgt
ervoor dat het ijs in asfaltporiën zacht
is in plaats van hard waardoor vorst-
schade in het asfalt sterk vermindert,
wel tot 50%. Dit voorkomt de nodige
wegreparaties. Bovendien is het product
milieuvriendelijk en veilig te gebruiken.
Ecosel®AsphaltProtection wordt inmid-
dels toegepast in een pilot bij enkele
klanten.
Primeur voor de gemeente Naaldwijk,
daar werd in juni jongstleden het eerste
fietspad in Nederland voorzien van Melt
(antivries) asfalt. Het asfalt is duurzamer,
veiliger voor fietsers en goedkoper in re-
alisatie en onderhoud. Aannemer Mourik-
Groot Ammers BV ontwikkelde het nieu-
we asfalt dat bevriest bij -5°C. In 78% van
de vorstgevallen is strooien daardoor niet
nodig en er is minder kans op gladheid.
Het Naaldwijkse fietspad is een pilotpro-
ject. Het effect van het asfalt wordt ge-
monitord en op basis van de resultaten
bepaalt de provincie Zuid-Holland of het
breder toegepast gaat worden.
Fietspaden
Steeds meer gemeenten maken gebruik
van een gladheidmeldsysteem op fiets-
paden. Systemen die met sensoren de
wegdektemperatuur, de natheid en het
restzoutgehalte meten. “Deze gegevens
worden vervolgens gecombineerd met
de neerslagverwachting, de luchttemper-
atuur en dauwpunttemperatuur. Dit zorgt
uiteindelijk voor een wegdekverwacht-
ingsmodel waarmee de gladheidcoör-
dinator het ontstaan van gladheid kan
monitoren en er tijdig door onze weerka-
mer een gladheidswaarschuwing kan
worden afgeven”, meldt Camiel Richard,
accountmanager MeteoGroup.
Schuitemaker brengt een wendbare en
veelzijdige sproeier voor fietspaden
met een werkbreedte van 1.500 mm tot
5.500 mm op de markt. De inhoud be-
draagt 700 liter. De inzet van dit vloei-
bare dooimiddel is een perfecte aanvul-
ling op de bestaande manieren van de
bestrijding van gladheid.
Hako levert professionele veegmachines
met een inventief snel-wissel-systeem.
De machines zijn breed inzetbaar, ook in
de gladheidbestrijding. Twee machines,
de Citymaster 600 en de 1600 lenen zich
bij uitstek voor winterdienst gebruik op
fiets- , wandelpaden en pleinen. De City-
master 600 smalspoor werktuigdrager is
wendbaar en eenvoudig te bedienen. De
ruime capaciteit van 400 kilo strooimid-
del, zorgt voor lange inzetintervallen. De
machine is voorbereid op iedere inzet:
• Sneeuwborstelen, effectief sneeuwrui-
men met verschillende sneeuwploegen
en zelfs sneeuwfrezen zijn mogelijk.
• Eenvoudige gladheidbestrijding; met
de walsstrooier, de combinatiestrooier
voor grotere oppervlakten of de pekel-
sproei-installatie, zijn ijsvrije voet-
paden en pleinen gegarandeerd.
De geringe machinebreedte en grote
wendbaarheid verruimen het inzetge-
bied. Opbouwwerktuigen zijn simpel te
plaatsen en te bevestigen met behulp
van een verrijdbaar statief.
De Citymaster 1600 combineert diverse
kwaliteiten en functies van de grotere
veegmachines in één machine met een
toegelaten totaalgewicht van 3,5 ton.
Het knik-gestuurde chassis en de goede
manoeuvreerbaarheid garanderen veilig
en spoorzeker rijden in iedere situatie,
zelfs in smalle ruimten. De bestuurder
kan zelf aanbouwwerktuigen in enkele
minuten, zonder gereedschap, verwis-
selen. Voor het rijden met deze machine
is een rijbewijs B nodig. De Citymaster
1600 biedt keuze uit diverse modellen
sneeuwploegen, universele walsbor-
stels of sneeuwborstels. Bij extreem veel
sneeuw zijn er diverse sneeuwfrezen be-
schikbaar. Uitgevoerd met laadplatform
en aanbouwstrooier of met opgebouwde
silostrooier, is de Citymaster 1600 uit-
gerust voor diverse wensen en eisen voor
strooitechniek. Bij het strooien van zand,
grit, korrels of zout is er keuze uit een
walsstrooier voor voet- en fietspaden,
een combinatiestrooier voor inzet op
parkeerplaatsen of een silostrooier in di-
verse maten. Voor speciale inzet is ook
een pekel-sproeiinstallatie mogelijk. Voor
de efficiënte inzet van de machines le-
vert Hako ‘Fleet-Management-Solutions’.
De fleet-recorder verzorgt automatisch
actuele en transparante data met be-
Hako Citymaster
32 GRAM | augustus 2015
• Werkt zeer accuraat in combinatie met
Eposat (automatisch strooien); u ziet in
één oogopslag waar u heen moet en of
u op de juiste baan rijdt.
• Sluit prima aan op het Schuitemaker
dataregistratie systeem.
Daarnaast komt Schuitemaker op de
markt met EpoTherm: temperatuurge-
stuurd strooien. EpoTherm zorgt voor
continue meting van de temperatuur
van het wegdek. De computer van de
strooier reageert onmiddellijk op tempe-
ratuurveranderingen. Daardoor wordt de
strooihoeveelheid voortdurend automa-
tisch aangepast aan de waargenomen
veranderingen. EpoTherm kan worden
geïntegreerd met gps-gestuurd strooien
(EpoSat).
Mengstation
RASCO MMS is een nieuw mengstation
voor het aanmaken van oplossingen
(CaCl2, NaCl, MgC2 of ureum) voor strooi-
en van natzout of sproeien op wegen. Het
lost materiaal op in een groot reservoir
door met een hoge doorstromingspomp
circulatie te veroorzaken. De pomp mengt
de vloeistof en wanneer de gewenste sa-
menstelling is behaald, wordt dezelfde
pomp gebruikt om de strooimachines te
vullen of om de oplossing over te pom-
pen naar opslagtanks. Twee functies van
MMS zijn van cruciaal belang bij het ef-
fectief oplossen van materiaal. De pomp
met een hoge capaciteit en het systeem
van sproeiers maken het droge materi-
aal nat waardoor het sneller oplost. De
constructie van de tank bevordert de
vorming van een snelle draaikolk en min-
imaliseert de opeenhoping van materiaal
op moeilijk bereikbare plaatsen. Tevens
kunnen het MMS mengstation en de ex-
tra tanks uitgerust worden met een elek-
tronisch systeem voor het meten van de
concentratie dooimiddel in de oplossing,
dat indien nodig automatisch de pomp
inschakelt.
De constructie van het MMS zorgt voor
lage onderhoudskosten. De tank van het
mengstation is vervaardigd uit speciaal
polyethyleen dat naast erg sterk ook be-
stand is tegen UV-straling en tempera-
tuurschommelingen.
strooiroute. De EPOS 20 stelt automa-
tisch de instellingen voor machines bij,
zoals strooibreedte, asymmetrie en de
hoeveelheid strooimateriaal. Dit biedt
zekerheid voor nauwkeurig strooien, af-
gestemd op de contouren van de wegen,
zonder dat er materiaal verloren gaat. De
positie van speciale objecten zoals brug-
gen en viaducten, waar extra aandacht
aan besteed moet worden, zijn vooraf
al bekend bij het bedieningspaneel. Na-
ast het automatisch strooien biedt de
EPOS 20 ook een ingebouwd navigatie-
systeem, dat het voertuig leidt naar de
wegen die gestrooid moeten worden.
Gesproken instructies over de rijricht-
ing en automatische wijzigingen in de
strooi-instellingen, in combinatie met
de bedieningsknoppen los van het grote
beeldscherm, maken het EPOS 20 be-
dieningspaneel veilig en zeer gebruiks-
vriendelijk.
Ook Schuitemaker levert een nieuwe be-
dieningskast, de EpoMaster X1, ontwik-
keld in nauwe samenwerking met gebrui-
kers en aan te passen aan wensen van
gebruikers. Kenmerken van de EpoMas-
ter XL zijn onder meer:
• Eenvoudige en logische bediening.
• Draaiknoppen met intuïtieve bediening
voor meer verkeersveiligheid.
• 7”-kleuren touchscreen, dat zelfs met
werkhandschoenen bediend kan wor-
den.
• Geheugenknoppen met pictogrammen.
• Ergonomisch zowel voor de strooiers
alsook de sproeiers.
trekking tot de contractueel uitgevoerde
werkzaamheden. De relevante data zijn
eenvoudig via een computer op kantoor,
tablet of via smartphone te downloaden.
Hako heeft een 24 uur servicedienst.
Digitalisering
“We zien een duidelijke ontwikkeling in
het routebeheer. Denk aan optimalisatie,
spraakgestuurde routebegeleiding, au-
tomatische strooieraansturing en route-
informatie richting burgers”, zegt Dennis
van Poppel, commercieel manager Jewel.
De noviteiten op een rijtje:
• Vernieuwde routebegeleiding, waarbij
de kaart de rijrichting volgt.
• Binnen een route kunnen navigeren
naar een bestemming.
• Altijd de meest actuele route in de tab-
let (automatisch).
• Alleen de navigeerbare routes op de
tablet.
• Vereenvoudiging in gebruik van Jewel
Winterdienst.
• Ploegroutes/staffels kunnen berekenen.
• Integratie met WinterControle; Route-
View app, zodat gladheidcoördina-
toren op een tablet alle routes kunnen
zien/beoordelen.
• Koppeling met AutoLogic en EpoSat,
zodat voorrijden niet meer nodig is.
Bedieningskast
Rondaan importeur RASCO winterma-
terieel meldt de nieuwste bediening
RASCO EPOS 20, waarmee automatisch
gestrooid kan worden via de naviga-
tie, gebaseerd op een vooraf ingestelde
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
GRAM | augustus 2015 33
Winterdienstmaterieel
VTM verwierf recent het importeurschap van Bucher Municipal
winterdienstmachines: VTM heeft een goed lopende serviceor-
ganisatie (24 uur bereikbaar). Voor winterdienstmaterieel is een
uitstekende servicedienst een must, vandaar dat het Bucher
strooimaterieel eenvoudig kon instromen. Bucher Municipal is
een van de grote leveranciers op de Europese markt. Nieuw is
een 100% elektrische strooier, de Bucher Giletta One Electra, een
milieuvriendelijk 100% recyclebaar systeem. De strooier wordt
op de opslag opgeladen, een 48Volt accusysteem voorziet de
strooier tot wel acht uur lang van energie. Alle motoren voor de
aandrijving van de strooier zijn elektro motoren (voor aanvoer
zout, aanvoer vloeistof en strooischotel). Dankzij het elektrische
systeem, wordt alleen energie verbruikt als dit ook daadwerkelijk
wordt omgezet in resultaat. Een bijkomend voordeel is ook dat
de strooier van 0-80 km/uur meteen presteert, de hoeveelheid
beschikbare energie blijft immers altijd gelijk.
Het accupack heeft, afhankelijk van de inzet, zo'n vijf tot acht uur
energie aan boord. Onder extreme weersomstandigheden kan
zelfs de acht uur inzet te weinig zijn, vandaar dat een extra ac-
cupack leverbaar is, dat tijdens het zout laden gewisseld word
zodat opnieuw tot acht uur gestrooid kan worden. Met twee
accupacks kan non-stop worden doorgewerkt. Als alternatief is
het ook mogelijk een dynamo te monteren op de pto van het vo-
ertuig of op het loopwiel van de strooier, zodat deze het accupack
bijlaadt wanneer nodig.
Verder is Bucher Municipal onderscheidend in de levering van
een zeer eenvoudige bediening van de machine. Optioneel zijn
alle Bucher strooiers uit te breiden met RouteInform (registratie
van de uitgevoerde route) en RouteReplay (eenvoudige en over-
zichtelijke navigatie met volledig automatische bediening van de
strooier).
Tekst: Geke Wassink
Eurosalt Power Melt:als gewoon zout niet meer toereikend is
Ruim 30 jaar vertrouwd met zout!
www.eurosalt.nl
Gladheidbestrijding is essentieel voor de veiligheid. Eurosalt is uw totaalleverancier op het gebied van de gladheidbestrijding. Al meer dan dertig jaar zijn wij een betrouwbare partner voor overheden, han-del en industrie.
Power Melt is een hoogwaardige zoutmix dat een zeer snelle en intensieve bestrijding van sneeuw en ijsvorming garandeert. Het mengsel van natrium, - en calciumchloride is een verstandige keus als gewoon zout niet meer toereikend is. Balancerend tussen kosten en performance wordt Power Melt ingezet voor een directe en grondige bestrijding van de gladheid. Power Melt wordt toegepast in situaties waarbij onmiddellijk en langdurig resultaat gewenst is. Toepassings-gebieden zijn o.a. autowegen, brugdekken, trappen, voetgangers,- en fietspaden.
Power Melt is een bijzonder eff ectief product van calciumchloride en natriumchloride. Calciumchloride activeert het zout op directe wijze door vocht aan te trekken. In een uitzonderlijk hoog tempo wordt het vriespunt verlaagd naar lagere temperaturen dan bij gewoon zout. Hygroscopische en exothermische effecten breken het ijs snel af en voorkomen verdere gladheid. Power Melt smelt het ijs letterlijk als sneeuw voor de zon. En met langdurig resultaat!
Voordelen ten opzichte van gewoon wegenzout:• Groteresmeltcapaciteit• Beteredooiwerkingtotveellageretemperaturen• Extreemlangedooiwerking• Duurzaam
DesmeltcapaciteitvanPowerMeltisaanzienlijkhogerdanuitslui-tendwegenzout(NaCl).Doorsnelleenlangdurigeinwerkingopijsensneeuw kan er met minder beurten gestrooid worden. Hierdoor is het vele malen eff ectiever en efficiënter dan puur wegenzout. Het gevolg is dat besparingen op mankracht, tijd en materiaalkosten ook uw strooikosten positief zullen beïnvloeden.
Power Melt is verkrijgbaar in zakken van 25kg, bigbags en bulk.
Is uw interesse gewekt?
Onze medewerkers beschikken over up-to-date kennis van de ont-wikkelingen en mogelijkheden voor de gladheidbestrijding. Kunnen wij een afspraak met u maken of wenst u direct te bestellen? Laat het ons weten op 0168-393200 of bezoek www.eurosalt.nl
Eurosalt Power Melt:als gewoon zout niet meer toereikend is.
Eurosalt Handelmaatschappij BVPlaza6,4782SKMOERDIJK|P.O.Box74,4780ABMOERDIJK
T:08000180|T:0168393200|F:0168393210www.eurosalt.nl|KvKnummer24179430teBreda
BTWnummerNL008536910B01
gram-eurosalt 150707.indd 1 07-07-15 13:22
34 GRAM | augustus 2015
snel af bij heldere nachten. Bij regu-
liere wegen met dikkere verharding
gaat deze afkoeling langzamer.
• Ook de kleur is van invloed op de weg-
dektemperatuur. Een zwarte toplaag
heeft een groot absorberend vermo-
gen en kan daardoor inkomende stra-
ling optimaal opvangen waardoor het
wegdek warmer blijft. Fietspaden heb-
ben vaak een afwijkende kleur met als
doel de fietser duidelijk zichtbaar te
maken in het verkeer. Al deze kleuren;
rood, groen, geel en blauw, hebben
veel minder absorptievermogen waar-
door fietspaden vooral ’s ochtends net
na zonsopkomst, over het algemeen
kouder zijn dan zwarte fietspaden.
• Fietspaden liggen vaak naast de regu-
liere weg. Hier treedt vaker schaduw-
vorming op door enige vorm van
af-scheiding. Denk hierbij aan een
berm, bomenrij en bebouwing. Deze
af-scherming zorgt voor minder ‘instra-
ling’ en een lagere wegdektemperatuur.
• Bruggen en andere kunstwerken zijn
extra gevoelig voor afkoeling. Omdat
de ondergrond ontbreekt, kan zich
geen warmtereservoir opbouwen. De
wegdektemperatuur wordt niet getem-
perd en koelt eerder af. Ook het mate-
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Winterperikelen op fietspadenFietspaden vertonen een ander tempe-
ratuur- en zoutgedrag dan reguliere we-
gen, zo blijkt in de praktijk. Fietspaden
koelen eerder af en zijn daardoor, bij
een vochtig wegdek, sneller glad. Fiets-
banden hebben ook minder effect op het
verspreiden van strooizout vanwege het
smallere profiel en dit maakt het risico
op ongevallen bij deze kwetsbare groep
weggebruikers extra groot. Problemen
ontstaan vooral in situaties waarbij regu-
liere wegen niet onder het vriespunt ko-
men en fietspaden wel. Er zal dan eerder
condensatiegladheid optreden en ook
het opdrogen van de weg verloopt lang-
zamer. De combinatie van vocht én een
wegdektemperatuur onder het vriespunt
zorgt voor gladheid.
Invloed op temperatuurgedrag
MeteoGroup verrichtte een uitgebreid
onderzoek naar de factoren die van in-
vloed zijn op het temperatuurgedrag
van fietspaden. Dit leverde de volgende
inzichten op:
• Het type verharding en de ondergrond
zijn van grote invloed. Een ondergrond
van de verharding die bestaat uit zand,
heeft goede isolerende eigenschappen
en koelt de relatief dunnere verharding
Gladheidbestrijding optimaliseren met Training en Consultancy van Aebi Schmidt Nederland
Training en Consultancy vormen één van
de negen modules van ASH Services, de
dienstverlening die Aebi Schmidt Neder-
land in 2014 introduceerde. Een dienst-
verlening waarmee klanten ontzorgd
worden op het gebied van gladheidbe-
strijding. Door met name de modules
Trainingen en Consultancy is het moge-
lijk de gladheidbestrijding te optimalise-
ren en de veiligheid van alle weggebrui-
kers tijdens winters verder te vergroten.
Trainingen
‘Leren door te doen’ is het devies van
het TrainingCenter van Aebi Schmidt
riaal van de constructie is van invloed.
Hout koelt namelijk nog eerder af dan
staal.
1 à 2 graden kouder
Gedurende het onderzoek zijn (tem-
peratuur)metingen van sensoren in de
reguliere rijbaan vergeleken met meting-
en van sensoren uit een naastgelegen
fietspad. Wat blijkt is dat bij heldere
weersomstandigheden fietspaden wel 1
à 2 graden kouder kunnen uitkomen. In
situaties waarbij de wegdektemperatuur
rond het vriespunt schommelt, kan dit
resulteren in gladheid op fietspaden ter-
wijl op de normale rijbaan hiervan geen
sprake is. Wegbeheerders anticiperen
steeds meer op de gladheid op fietspaden
en zijn zich meer dan ooit bewust van de
verschillen tussen de reguliere weg en het
fietspad. Hierdoor zien we een toename
van het aantal gladheidmeldsystemen
dat wordt uitgebreid met wegdeksen-
soren in het fietspad. De nauwkeurigere
verwachtingen maken dat de veiligheid
op fietspaden enorm toeneemt en dat er
efficiënter gestrooid kan worden.
Tekst: Camiel Richard, accountmanager
MeteoGroup
Nederland. Als producent van profes-
sionele machines voor de winterdienst
ziet Aebi Schmidt Nederland graag en-
thousiaste gebruikers aan het werk. De
training wordt aan de situatie en het ken-
nisniveau van de cursisten aangepast. En
door de ervaring en kennis van de trai-
ners is het mogelijk om tijdens de cursus
in te gaan op elk type materieel en elke
situatie. Niet alleen aan de hand van the-
orie, maar ook in de praktijk. Het voor-
deel hiervan is dat - door de herkenning
- men materie sneller tot zich neemt, wat
het resultaat ten goede komt. Want, niet
alleen veilig werken tijdens strooiacties
GRAM | augustus 2015 35
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
is van essentieel belang. Ook zal er min-
der slijtage en schade aan het materieel
ontstaan. Daarnaast zal het uiteinde-
lijke strooiresultaat verbeteren. Kortom:
Naast veilig werken leren cursisten ook
milieu- en kostenbewust te werken.
Consultancy
Met de module Consultancy wordt de be-
staande winterdienst onder de loep ge-
nomen. Want strooiroutes zijn vaak in de
loop der jaren ontstaan, zonder dat men
zich ooit afvraagt of deze ook efficiënter
gereden kunnen worden.
Een snelle scan van één of meerdere as-
pecten van de prestaties van uw afgelo-
pen winterseizoen? Met een QuickScan
kan er snel resultaat geboekt worden op
het gebied van zoutbesparing of het ef-
ficiënt inzetten van materieel. Komen uw
strooiroutes nog overeen met uw uitvoe-
ringsplan? Zijn uw huidige strooiroutes
nog wel efficiënt? Hoeveel dooimiddelen
verbruikt u eigenlijk per strooiactie? Met
een QuickScan van uw huidige uitvoering
krijgt u snel, eenvoudig en analytisch in-
zicht in de capaciteitsverdeling van uw
tractie, uw routes en gebruikte dooimid-
delen. Verbeterings- en besparingsmo-
gelijkheden worden hiermee inzichtelijk
gemaakt.
Is er een vervolgtraject nodig? Consul-
tancy van Aebi Schmidt Nederland biedt
de mogelijkheid de routes in het winter-
dienst areaal geheel te optimaliseren.
Routes samenvoegen, selectie op basis
van prioriteit en juiste indelingen met
het oog op de maximale tijd benodigd
voor een strooiactie. Dit alles gemeten
aan de richtlijnen van uw uitvoerings-
plannen. Wanneer deze niet meer actueel
zijn, kunnen wij deze zelfs voor u opstel-
len. Maar Consultancy van Aebi Schmidt
gaat verder. Naast een route-optimalisa-
tie kunnen wij adviseren met verschil-
lende methodes van gladheidbestrijding,
toegespitst op de lokale situatie. Een
bijpassend materieeladvies, een kosten-
batenanalyse en aanbevelingen op orga-
nisatieniveau. Het resultaat; zoutbespa-
ringen tot wel 50%, efficiënter inzetten
van mens en materieel, minder tijdsver-
lies en een eenduidiger strooibeleid.
GroenTechniek Holland 8 - 10 septemberHet gaat goed met GroenTechniek Hol-
land. Op de tweede editie van deze
tweejaarlijkse grootste groene vak-
beurs komen ruim 150 deelnemers die
450 merken presenteren. Dat is maar
liefst 125.000m² expositieruimte en
demonstraties, waarmee de velden
van het Walibi evenemententerrein in
Biddinghuizen helemaal gevuld zijn.
Niet alleen met fabrikanten, agenten,
importeurs en exporteurs, maar ook
met dealers, groothandelsbedrijven,
uitgeverijen en overige dienstverlen-
ers. Alle marktleiders uit de afdelin-
gen Tuin & Park en Groen & Milieu van
Fedecom zijn van dinsdag 8 tot en met
donderdag 10 september 2015 van de
partij, waaronder de toonaangevende
merken Toro, John Deere, Kubota, Hi-
tachi, Stiga, New Holland, Husqvarna,
Stihl en JCB. Daarnaast zijn er nieuw-
komers in het deelnemersveld, onder
meer uit de groeiende beurssegmenten
klein grondverzet en onkruidbestrij-
ding. Bovendien is er naast expositie-
ruimte ook volop ruimte voor kennis-
overdracht en het demonstreren en live
testen van alle machines van de 450
merken.
Er zijn volop innovaties onder de
getoonde maaimachines, compact trek-
kers, grondverzet voor tuin en park,
professioneel tuin en park gereed-
schap, recycling, beregening, hoog-
werkers, reiniging, transport en aan-
hangwagens, elektrisch transport,
grafdelving, gladheid- en onkruid-
bestrijding en bemesting. Met hun pro-
ductinnovaties kunnen de deelnemers
meedingen naar het Gouden Klavertje
Vier, de prijs die een vakjury toekent
aan de meest opvallende innovatie op
de beurs. Voor alle professionals die
werkzaam zijn in de groene openbare
ruimte is de entree – na voorregistratie
– gratis evenals het parkeren.
Inl. www.groentechniekholland.nl
36 GRAM | augustus 2015
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Rijkswaterstaat stoomt gladheidcoördinatoren klaarVan vorst is voorlopig nog geen sprake,
maar dat betekent niet dat senioradvi-
seur Gladheidbestrijding bij Rijkswater-
staat (RWS) Jan Rients Slippens het rustig
aan kan doen. Het hele jaar door is hij
bezig met voorbereidingen op de winter.
Slippens vertelt over zijn vakgebied en
de gladheidcoördinatoren van RWS, die
vorig jaar de CROW-opleiding ‘Coördina-
tor Gladheidbestrijding’ hebben gevolgd
om gefundeerd te kunnen beslissen: wel
of niet strooien?
Het eerste jaar dat Slippens in deze func-
tie werkzaam was (2012/13), strooide
RWS 140.000 ton zout. In de winter daar-
op was er slechts 14.000 ton zout nodig
om de gladheid te bestrijden. “Gemid-
deld gaan we uit van 90.000 ton zout
in een winterperiode”, vertelt Jan Rients
Slippens. “Die eerste winter hebben mijn
collega’s en ik zes of zeven keer een cala-
miteitenteam ondersteund. In 2013/14
niet één keer.” Na de strenge winters van
2008/09 en 2009/10 met de dreigende
zouttekorten heeft gladheidbestrijding
meer aandacht gekregen. “Als RWS heb-
ben we de laatste jaren een goed imago
opgebouwd als het gaat om het bestri-
jden van gladheid”, stelt Slippens. “Via de
0800-lijn krijgen we meer complimenten
dan klachten binnen. Dit niveau willen we
vasthouden. De aandacht voor het vakge-
bied mag niet verslappen, ook niet na een
paar minder strenge winters.”
Zout opslaan
De adviseur Gladheidbestrijding is het
hele jaar bezig met de winterperiode.
“Eventuele wijzigingen doorvoeren in het
gladheidmeldsysteem kan alleen van 1
mei tot 15 oktober. Hetzelfde geldt voor
het onderhoud en de aankoop van ma-
terieel.” Verder is dit de periode om richt-
lijnen en protocollen op of bij te stellen.
De inkoop van zout is eveneens een be-
langrijk onderdeel van Slippens’ functie.
“Voorheen lieten we onze steunpunten
volgooien met zout en konden we zout
bijbestellen. Maar toen het in Europa flink
winter werd, konden de leveranciers niet
meer aan de vraag voldoen.” Dat risico
wilde RWS niet nog eens lopen. “Nu heb-
ben we vijf strategische plekken in Ned-
erland waar we in totaal ruim 200.000
ton zout opslaan. Elk jaar wordt deze
hoeveelheid weer tot die 200.000 ton
aangevuld. Deze werkwijze is ook nog
eens voordeliger.”
Nieuwe coördinatoren
Dit jaar staat voor Slippens en zijn col-
lega’s ook in het teken van het werven en
opleiden van nieuwe gladheidcoördina-
toren. Er worden minimaal tien mensen
van RWS (om)geschoold bij CROW. “We
hebben een uitstekende relatie met
CROW”, zegt Slippens. “Na de strenge
winter van 2009/10 heeft RWS samen
met onder meer een aantal provincies
en gemeenten, OMRIN en Meteo Consult,
onder regie van CROW een erkende, di-
ploma dragende opleiding ontwikkeld
voor gladheidcoördinatoren.”
Pittige opleiding
Tijdens deze vierdaagse opleiding komen
alle aspecten van gladheidbestrijding
aan bod: meteorologie, zoutmaterialen,
bestrijdingsmaterieel, management en
organisatie, communicatie. “De cursisten
die ik na afloop heb gesproken, beves-
tigden het beeld dat ik zelf had: een in-
teressante, pittige opleiding en goede
docenten.”
De opleiding is verplicht voor de nieuwe
gladheidcoördinatoren van RWS. Slip-
pens: “Je moet in deze functie gefundeerd
een beslissing nemen: wel of niet stroo-
ien. De veiligheid van de weggebruiker
staat op één, maar voor niets strooien,
kost 25.000 euro per steunpunt.” Het
geeft aan hoe groot de verantwoorde-
lijkheid is die rust op schouders van een
coördinator gladheidbestrijding.
Meer informatie: www.crow.nl/4080
Tekst: Martijn Reinink
GRAM | augustus 2015 37
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Sinds 1 juli 2015 is Curitas gecerti-
ficeerd voor het werkgebied ‘textiel
inzamelbedrijf’ van de nieuwe certific-
eringsregeling ‘Herwinning Textiel’. De
regeling is ontwikkeld door de leden
van branchevereniging Vereniging Her-
winning Textiel in samenwerking met
de onafhankelijke, certificerende instell-
ing TÜV Rheinland. Curitas is blij met de
nieuwe regeling die als vervanger van
het TÜV certificaat ‘Beoordelingsgrond-
slag Geoptimaliseerd Textielsorteerpro-
ces’ zal gelden. “De sorteerbedrijven van
Boer Groep waar Curitas onderdeel van
is, waren al jaren gecertificeerd volgens
de oude TÜV-regeling die uitsluitend be-
doeld was voor textiel sorteerbedrijven.
We zijn blij dat wij als inzamelaar nu ook
met een onafhankelijk certificaat kunnen
laten zien dat we duurzaamheid, kwali-
teit en transparantie hoog in het vaandel
hebben staan”, aldus directeur Walter
Kloostra van Curitas.
De regeling bestaat uit een algemeen deel
waar ieder bedrijf aan moet voldoen en
onderdelen die specifiek gelden voor tex-
tielinzamelaars, -sorteerders, -handelaren
en -recyclers. Walter Kloostra: “Afnemers
en leveranciers van bedrijven met dit
Nieuws van Curitascertificaat kunnen er daardoor op ver-
trouwen dat naast de algemene bedrijfs-
voering, ook gericht naar de kwaliteit van
de diensten van het bedrijf is gekeken.
Wij hopen dan ook dat deze regeling dé
standaard wordt binnen onze branche.”
De certificeringsregeling is beschikbaar
voor alle bedrijven in de textielrecycling-
branche, ook voor niet-VHT leden.
Inl. www.curitas.nl
38 GRAM | augustus 2015
Agenda7 – 9 september
ISWA World Congress, Antwerpen
Inl. www.iswa.org
8 - 10 september
Groentechniek Holland voor professionals die werkzaam zijn in de groene
openbare ruimte
Walibi evenemententerrein in Biddinghuizen, inl. www.groentechniekholland.nl
1 oktober
Afvalconferentie, World Forum Den Haag
Organisatie: Vereniging Afvalbedrijven, Ministerie I&M, NVRD
Inl. www.afvalconferentie.nl
13 – 15 oktober
World Efficiency, eerste mondiale vakbeurs voor klimaat- en energie oplossingen,
Paris Porte de Versailles, inl. www.world-efficiency.com
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexRaymond van der Sluijs, gemeente NissewaardDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD
EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl
Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad €103,96. België €122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Werk maken van integraal beheer, de mens centraal
Themadag over de veranderende rollen en laatste trends in
het beheer van de openbare ruimte. Inspirerende sprekers met
presentaties over:
• Meer ruimte voor de burger in bestekken
• Het beheerbedrijf van de toekomst
• Retoursystemen en de toekomstige aanpak van zwerfafval
• Assetmanagement: beheren vanuit de gebruiker
• Belang van goed opgeleid personeel bij beeldgericht werken
• Arbeidsparticipatie in de praktijk
• Onkruidbeheer: andere technieken en aanpak
• De werelden van grijs en groen verbonden
Wanneer: 24 september 2015
Waar: Van der Valk in Veenendaal
Voorzitter: Maarten Loeffen, directeur Stadswerk
Inschrijven: www.nvrd.nl
GRAM | augustus 2015 39
8 9 10 sept
GRATIS
ENTREE + PARKEREN
na (vo
or)reg
istra
tie vi
a
www.gro
ente
chnie
kholla
nd.nl
10 — 17 u
www.groentechniekholland.nl
Dé vakbeurs voor professionals in de groene openbare ruimte
Walibi-Biddinghuizen
• ruim 450 merken op 125.000 m2 beursterrein• groot aanbod exposities én demonstraties
van machines en gereedschappen• op unieke centrale locatie • goed bereikbaar, gratis en dichtbij parkeren
GTH_1P_Adv210x297mm_GRAM_DEF.indd 1 28-04-15 15:57
Zoutverdienenper m2
Voor vragen: [email protected] informatie: www.wegenzout.nl
Vacuümzout van AkzoNobel is vochtig en hee f t een f i j ne ko r re l ve rde l i ng . Daardoor plakt het beter aan de weg dan andere soorten zout. Ofwel: per m2 minder strooien voor hetzelfde resultaat. Ook heeft vacuümzout van AkzoNobel een grotere korreldichtheid. Daardoor gaan er in één kubieke meter meer kilo’s wegenzout. Met dezelfde strooiwagen neemt u dus méér AkzoNobel vacuümzout mee dan ander zout. Gevolg: efficiëntere strooiacties. Er is immers minder zout nodig per m2 voor het gewenste resultaat en bovendien rijdt u met één strooiwagen AkzoNobel vacuümzout méér kilometers. Kortom: lagere kosten per m2.
AN
_200
932_
2608
14
Het is tijd voor meer met minder!