Goede Week 2015-2016.pages
Transcript of Goede Week 2015-2016.pages
!1
GOEDE WEEK 2015-‐2016 Wakker voor Jezus!
InleidingIn deze jaren van de Grote Herdenking sluiten we met het aanbod voor de Goede Week aan bij deze thema:ek. We koppelen het grote herdenken van het Jezusverhaal en dat van de Groote Oorlog aan elkaar.
Dit en ook volgend schooljaar krijgen we immers opnieuw de kans om de Goede Week op school te kunnen beleven. Vandaar de uitnodiging om deze unieke uitdaging met beide handen aan te nemen. Het zal ongetwijfeld een sur-‐plus geven aan dit schooljaar.
Om jullie bij de voorbereiding en de beleving van de Goede Week behulpzaam te zijn, werd deze brochure gemaakt.
In deze brochure vindt u uitgewerkte vieringen ten dienste van uw eigen crea:viteit. We hopen dat u met dit materiaal goed op weg gezet wordt. We wensen u een intense Goede Week toe en daarna… een zalig Pasen! Als orgelpunt van dit project is er trouwens de oproep om Pasen ook in een celebra:e te vieren met de kleuters én de kinderen op de school. Dit :jdens de eerste week NA de paasvakan:e.
fotomateriaal en geluidsfragmenten vind je via deze link.
Bij deze bundel hoort er een verdiepingsaanbod voor onderwijsverstrekkers :jdens de Goede Week. Zie hiervoor www.eenanderekijk.be/goede-‐week
Ook in het jaar 2008, 2010 en 2013 werd een dergelijke bundel uitgewerkt. Voor de tweede keer doen we met deze bundel ook een volledig zelfstandig aanbod voor kleuters en kinderen uit het buitengewoon basisonderwijs. Een sterk nieuw accent in deze vieringen zijn de aanzeTen tot zintuigelijk vieren.
We wensen u een vredevolle Goede Week!
Gelegenheidswerkgroep:Lieve Biesbrouck, Jan Demuynck, Rik Depré, Lieve Deroo, Luc Ghekiere, Jos Ostyn, Heidi Reynaert, Liesbet Vanderghote, Johan Verhalle
In samenwerking met:de scholengemeenschappen Arkorum en Moorsledegem -‐WEPABA -‐ DPB Brugge-‐COM-‐PAS -‐ VSKO Brussel
!2
Palmzondag: Wakker voor Jezus 1. Boodschap voor elke klas Een groepje kinderen, de boodschappers, brengen voor elke klas een duif (pax chris:) Een rinkelende wekker is hun aankondiging.
In de duif steekt een boodschap : ‘Ben je wakker voor de koning van de vrede?Kom dan naar de plaats, de stad van de vrede !’
Opdracht: schrijf alle namen van de klas op de duif.Kort gesprekje:
• Wie bedoelen we met deze koning? • Deze week een bijzonder verhaal • Gaan we met Jezus mee ? (namen schrijven)
Een weg volgen ( duides op de grond)) naar de vieringsruimte.
� 2. WELKOM / voor de koning van de vrede ! Bij de deur, de poort van de ruimte:
‘ Welkom, open de poort van de stad van de vrede.
Dat deze stad overal mag zijn,Ook hier!
(Deze tekst staat geschreven op de handen =de vleugels van de duif)
• De bijbel ligt centraal in de vieringsruimte. • Uit elke klas legt één kind de duif met de namen in een hartvorm rondom de bijbel .
!3
voorganger: Een welkom is een teken dat we met elkaar verbonden zijn.Hier bij het binnenkomen en ook overal waar we graag gezien zijn. Jij hoort erbij, ik ben blij en wakker om je te begroeten. Zingen we het samen uit: ‘Kom leg je hand in mijn hand’
Kom leg je hand in mijn hand...
Kom leg je hand in mijn hand} X2 Kom leg je hand in mijn hand} X2 Ik blijf bij je staan, ik ga niet voorbij, Ik wil je echt vragen, schuif mee in de rij. En tel je al tot honderd of gaat het maar tot :en, Dat speelt heus geen rol, 'k ben blij je te zien.
Ik heb een goede vriend, Jezus is zijn naam. Wat Hij te zeggen heek, gaat ons allen aan. Eens droomde Hij de wereld voor ieder mens gelijk. Maak jij z'n droom tot waarheid, zo bouw je aan Gods Rijk.
Een brood om te breken, een beker met wijn. Je hand in mijn hand, zal een teken zijn. Zo blijf ik vertrouwen, kan ik verder gaan, Wijl God zachtjes fluistert: 'Ik blijf naast je staan.'
Luisteren we nu samen, bij het begin van de Goede week, naar het verhaal over het welkom van Jezus, de koning van de vrede in de stad van de vrede, Jeruzalem.
• Kijkbijbel (Kees de Kort) Op weg naar het paasfeest • Jezus vrienden boek p.24 (Patmos-‐Pelckmans) • Verslag vanuit Jeruzalem (Regenboog 3B Pelckmans)
Op weg naar het paasfeest Kijkbijbel, Kees de Kort, Nederlands Bijbelgenootschap
Jezus is met zijn leerlingen op weg naar Jeruzalem. Ze zijn er al bijna. Hij roept twee van zijn leerlingen bij zich.
Hij zegt tegen hen: ‘Gaan jullie maar vooruit. Onderweg zul je een ezel met haar veulen zien staan. Breng die hier bij mij. Als iemand vraagt:
!4
“Wat doen jullie daar?” dan moet je zeggen: “De Heer heek ze nodig.” Straks brengen we de ezels weer terug.’
De twee leerlingen halen de ezels en brengen ze bij Jezus. Ze leggen allemaal hun mantels op de rug van de ezel. Jezus gaat erop ziTen. Zo rijdt Hij naar Jeruzalem.
Veel mensen staan te kijken. Jezus lijkt wel een koning! Zij trekken hun mantels uit en leggen die op de weg. Ze plukken ook takken van de bomen. Die leggen ze ook op de weg. Jezus mag er overheen rijden. Ze roepen en zingen: ‘Groot is onze koning, de zoon van David! Laat God hem zegenen. God heek hem naar ons gestuurd. Groot is onze God in de hemel!’
Zo rijdt Jezus de stad binnen. De mensen komen uit hun huizen en vragen: ‘Wie is dat toch?’ ‘Dat is Jezus, de profeet, uit Nazaret!’ roepen de anderen. ‘Je weet toch wel wat de profeet Zacharia vroeger heek geschreven: ‘Let op, mensen van Jeruzalem, Uw koning komt eraan. Hij is heel gewoon en rijdt op een ezel!’
Een koning op ezeltje Jezus vrienden boek, uitgeverij Patmos/Pelckmans
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Hij stuurt twee leerlingen voorop. Hij zegt: ‘Ga naar dat dorp daar. Je vindt er een ezel. Maak het dier los en breng het hier.’
De leerlingen brengen de ezel bij Jezus. Zij leggen hun mantels over het dier. Zij helpen Jezus op de ezel. Er staat veel volk langs de weg. Zij leggen ook hun mantels op de weg. !5
De mensen zien Jezus naar Jeruzalem opgaan. Zij juichen. Zij zingen en dansen. Zij wuiven hem welkom toe.
Zij roepen luid: ‘Gezegend de koning die komt in de naam van de Heer.’
Reportage Palmzondag Uit Regenboog 3b handleiding, uitgeverij Patmos/Pelckmans
(muziekje)
Omroeper: Dames en heren, wij schakelen nu over naar Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, ter gelegenheid
van het joodse paasfeest. Nu over naar onze reporter ter plaatse…
Reporter: Het is hier in Jeruzalem een drukte van jewelste. Vanuit het hele land stromen de mensen toe om
het joodse paasfeest te vieren. Op het tempelplein krioelt het van het volk. Overal houden Romeinse soldaten de menigte goed in het oog. Er kon wel eens een opstand uitbreken! Wij vragen
aan enkele mensen wat er gebeurt.
Joodse man 1: Ik kom uit Jericho. Ik ben deze ochtend heel vroeg vertrokken, met heel mijn gezin. Nu ga ik op het
tempelplein een lammetje en biTere kruiden komen om het paasmaal te houden.
Joodse vrouw 1: Wij komen hier elk jaar. Want Pasen is een heel groot feest. Wij komen God danken omdat Mozes
ons lang geleden uit de slavernij van Egypte bevrijd heek.
Joodse man 2: Ik vind het allemaal nogal overdreven. Want ons volk is nog niet vrij. Het s:kt hier van de
Romeinen. Pilatus is de baas!
Joodse vrouw 2: Wij moeten veel belas:ng betalen aan de Romeinen. Wie zich daartegen verzet, wordt opgepakt.
Joodse man 1: Ja, het zijn droevige :jden. Maar ik blijf geloven in Jahweh. Hij zal ons niet in de steek laten.
Joodse man 3: Ik geloof ook dat Hij iemand zal zenden om ons te verlossen van de Romeinen, een nieuwe koning
zoals David! Dat was toch de droom van de profeten?
Joodse vrouw 1:
!6
ik heb gehoord dat Hij al op komst is. Het is een zekere Jezus van Nazaret. Hij neemt het op voor de armen en zieken.
Joodse man 2: Als die zijn kop laat zien, zullen de Romeinen Hem vlug te pakken hebben.
Joodse vrouw 3: Maar als Hij de Gezalfde is, zullen onze hogepriesters Hem beschermen.
… Omroeper:
Dames en heren, onze reporter in Jeruzalem meldt ons zopas dat er iets gebeurt bij de stadspoort…
Reporter: Inderdaad, beste kijkers, onder grote belangstelling is Jezus van Nazaret de stad binnengekomen. Hij rijdt op een ezel. Zijn aanhangers gooien hun mantels voor Hem uit op de weg. Zij wuiven Hem
met palmtakken toe als een koning. Mevrouw, wat roepen de mensen daar?
Joodse vrouw 1: Hosanna! De zegen rust op Hem die komt in de naam van de Heer! Gezegde de koning van Israël!
Joodse man 1: Hosanna! Zoon van God!
Joodse man 3 Hij zal ons bevrijden, net zoals Mozes! Hij staat aan de kant van het arme volk!
Joodse vrouw 2: Nu zal het Rijk van God beginnen. Dit wordt het mooiste paasfeest in de geschiedenis van Israël!
Joodse vrouw 3: Kijk, de hogepriesters gaan het paleis van Pilatus binnen.
Joodse man 2: Wat hebben zij dáár te zoeken? Hij is toch hun vijand! Ik betrouw dat zaakje niet.
Joodse man 3: Misschien zijn zij bang voor Jezus en zoeken zijn bescherming.
Joodse vrouw 2: Niemand moet bang zijn voor Jezus. Want Hij is gezonden door God.
Joodse vrouw 3: Laten wij ons ook bij Hem voegen. Hosanna! Zoon van David! Hosanna!
Allen: Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!
Reporter:
!7
Tot zover onze beelden uit Jeruzalem, beste kijkers. De spanning loopt hier hoog op. Over enkele dagen is het paasfeest. Afwachten maar wat de hogepriesters met Jezus van plan zijn. Over naar de
studio!
Omroeper: Ja, dames en heren, hier eindigt onze uitzending.
Tot kijk!
(muziekje)
V. Mensen roepen: Hosanna, de koning van de vrede ! Hosanna, we zijn ‘ Wakker voor Jezus’! Mag ik je uitnodigen om rechtop te gaan staan en een houding aan te nemen waarbij je toont en uitdrukt: ‘Jezus is welkom voor mij!‘ We maken één groot, s:lstaand , beeld. Goede Weeklied ‘Wakker voor Jezus’ : 1ste strofe
3. PALMTAKJE
• Aanbrengen van een mand met palmtakjes (voor elke klas één) • 3 kinderen ( uit elke graad iemand) spreken een boodschap van vrede uit:
zoals postduiven een boodschap van hoop brengen willen ook wij enkele boodschappen uitspreken naar elkaar en de wereld toe
Eerste graad verbinden de handen met woorden : welkom, blij, niet alleen, een kus, kom erbij…
Tweede graad Een wekker … wakker voor Jezus!
Derde graad Een affiche van BD Wakker voor de boodschap van Vrede uit Peru:
V.( Komt tot bij de mand met de palmtakjes en kaartjes:)
Jezus, een groen palmtakje voor jou. We blijven wakker voor jouw boodschap
!8
van vrede!
V. We stappen verder mee! Elke klas krijgt als bezegeling van deze beloke een groen palmtakje. Ze steken het bij de snavel van de duif. Het tekstje komt in de ring om te bewaren. Als een postduif willen we deze boodschap mee’dragen’
V.
Volg het spoor van Jezus verder Per klas verlaten ze de ruimte en nemen hun duif mee. Samen zingen: ‘Ga je mee zeg niet nee Maar sta op en doe mee, Zet je voetstappen in die van mij….’
!9
WiSe Donderdag: Waken bij Jezus Tijdens het bezinningsmoment op WiTe Donderdag staan we vooral s:l bij het waken/slapen van de leerlingen in de tuin van Getsemane. Dit onder de :tel: Waken bij Jezus.
Wanneer de lln. binnen komen staat de tafel gedekt, maar duidelijk dat de maal:jd voorbij is. De tafel kan bestaan uit lege wijnkratjes of schragen met daar een plank op.
We beginnen de viering met een gongslag.
Daarna klinkt er heel rus:ge instrumentale muziek. (Ludovico Einaudi of Òlafur Arnalds) Tijdens die muziek staan de apostelen op en gaan mee met de Jezus-‐figuur en gaan verder staan. Alleen ‘Johannes ‘ blijk alleen achter en beeldt uit wat het verhaal vertelt. Dit verhaal wordt voorgelezen door een ‘verteller’
Deel 1
We geven twee verschillende Bijbelverhalen.
Het eerste ‘Woorden die weer opduiken’ komt uit ‘Een Bijbel’ van Rébecca Dautremer en Philippe Lechermeier in een vertaling van Ed Franck, uitgeverij Davidsfonds, ISBN-‐nummer: 9789077363270 Door de verhalende en poë:sche tekst is dit minder geschikt voor 1ste en 2de graad, maar een aanrader om ermee met de 3de graad én leerkrachten te werken.
Een tweede mogelijk Bijbelverhaal komt uit ‘Hosanna!’ van Kolet Janssen, uitgegeven door Van Inn, ISBN-‐nummer 9789030667841 .
Woorden die weer opduiken (3de graad) uit ‘Een Bijbel’ van Rébecca Dautremer en Philippe Lechermeier
verteller: Eindelijk voegde Jezus zich bij hen. Johannes keek een laatste keer naar zijn vingers en deed toen zijn ogen dicht om te luisteren. Om geen enkel woord te vergeten van wat Jezus zou zeggen, woorden die hij daarna heel snel zou neerschrijven op een lap leer of een papyrusblad. En Jezus begon te spreken. Heel erns:g. Droevig. Hoopvol. Ze aten allemaal samen. Hun laatste maal:jd samen, zei Hij.
Johannes hoorde alles, met gebogen hoofd en gesloten ogen. In zijn hoofd zag hij de leTers zich al vormen. De woorden die hij zou neerschrijven om alles te vertellen.
!10
Toen hij zijn ogen weer opendeed, was het al donker. Hij zat alleen aan tafel, alle anderen waren Jezus de tuin in gevolgd. De olielampen waren gedoofd. Er stond er nog maar eentje, waarvan de vlam nauwelijks nog flakkerde. Voor hij de anderen ging opzoeken, zei hij nog eens de woorden op die hij zou gebruiken om uit te drukken wat er was gebeurd.
Onze laatste maal:jd samen met hem Jezus spreekt De Romeinse soldaten die hem vannacht zullen komen arresteren Wie van ons, hier aan tafel, hem heek verraden Hem heek overgeleverd voor der:g zilverlingen Jezus verdeelt het brood en de wijn onder ons Hij zegt De wijn is mijn bloed Het brood is mijn lichaam Hij zegt De woorden die wij overal moeten verkondigen Met onze handen Met onze monden Over de hele bekende wereld Na zijn dood Die hij nabij, zo nabij weet
De vlam van de lamp doofde en Johannes stond op. Hij opende de achterdeur en liep de tuin in, die omzoomd was met olijxomen. Hij wandelde over het al bedauwde gras. Hij snoerde de sandaal vast die hem deed struikelen. Hij voelde hoe droeyeid hem overspoelde en tranen in zijn ogen opwelden. De woorden van Jezus doken weer in alle sterkte op. Hij wist dat wat Hij gezegd had, wat Hij aangekondigd had, ook zou gebeuren. Het verraad. De smart. De dood. En hij wist dat hij niets zou vergeten. Niets zou wegwaaien, niets zou worden uitgewist. Alsof die woorden allang geleden gegrik waren en hij ze later, als hij zijn pen zou nemen, alleen maar hoefde te kopiëren.
Een tweede mogelijk Bijbelverhaal vind je hieronder. Het komt uit Hosanna! van Kolet Janssen, uitgegeven door Van Inn, ISBN-‐nummer 9789030667841 .
Jezus op de OlijWerg (1ste en 2de graad) Marcus 14, 32-‐72 uit ‘Hosanna!’ van Kolet Janssen
verteller: Jezus en zijn vrienden hadden samen het paasmaal gegeten. Daarna trokken ze naar de Olijxerg, zoals ze vaak deden na het eten. Ze voelden allemaal dat er gevaar in de lucht ging. Op de Olijxerg ging de vrienden bij elkaar ziTen. Jezus bleef staan. ‘Bidden jullie
!11
samen met mij?’ vroeg Hij. ‘Het worden moeilijke dagen voor ons allemaal.’ Ze knikten. Jezus liep zelf nog een eindje verder. Zijn vrienden konden nog net zien hoe Hij zijn gezicht naar boven keerde. ‘Vader, de leiders willen niet dat Ik nog langer met de mensen praat’, bad Jezus. ‘Ze willen me gevangennemen. Ze zullen niet rusten voordat ze Mij voordat ze mij gedood hebben. Kunt U ervoor zorgen dat ik blijf leven? Ik ben zo bang. Maar Ik wil niet terugkrabbelen. Ik blijf spreken en leven zoals Ik al:jd heb gedaan, zoals Ik denk dat het goed is en dat U het wilt. Help mij.’ Zo bad Jezus nog een hele :jd verder, tot Hij de kracht van God in zijn binnenste voelde.
Deel 2
Waken in de loopgraven van WOI
Laat ons een sprong maken in de geschiedenis, naar WOI. Toen moesten soldaten dagen en nachten waken in de loopgraven. Ze wisten dat er ieder ogenblik iets kon gebeuren, dus moesten ze wakker blijven en mochten ze eigenlijk niet slapen. Luister maar naar het verhaal van sergeant William Forrester:
verteller: Sergeant William Forrester was een grote sterke vent. Hij was lid van het 10e bataljon van het West Yorkshire regiment. Hij was een echte vuurvreter, al jaren vocht hij. Aan vele veldslagen had hij meegedaan. Hij had ze allemaal overleefd. Het is nacht en het regent. Het regent eigenlijk al de hele week. Alle kleren die hij aan heek zijn nat. Hij probeert een beetje warm te blijven onder een zeiltje en wat slaap te krijgen, maar dat lukt niet echt. Door het water veranderd alles om hem heen in modder. Maar vandaag denkt William niet aan de modder. Nee, hij denkt aan wat kapitein Wallace hem net vertelde. Morgenvroeg, als het een beetje licht begint te worden moet hij op de vijand af. Een beetje bang is hij wel. De Duitsers zijn sterk en veel aanvallen zijn al mislukt. Echt slapen kan William dus niet.
……. Daar klinkt het fluitje weer. William springt op en pakt zijn geweer en rent zo hard hij kan op de Duitse loopgraven af. Hij weet dat hij snel moet zijn, voordat de Duitsers het doorhebben.
!12
Deel 3
Weer overschakelen naar het Jezusverhaal.
Alle leerlingen liggen te slapen. Alleen Jezus beeldt nu uit wat er verteld wordt.
In een met olijWomen omzoomde tuin (3de graad) uit ‘Een Bijbel’ van Rébecca Dautremer en Philippe Lechermeier
verteller: Deze keer was Hij alleen. Helemaal alleen. Iedereen om Hem heen sliep, zelfs Petrus, hoewel die had gezworen dat hij Hem nooit in de steek zou laten. Hij zat tegen de stam van een olijxoom en in zijn armen klemde hij het verroeste zwaard dat hij had gevonden, om Jezus te beschermen. Jakobus was ook gewapend met een oude degen, maar hij had hem laten vallen en hij lag in het gras terwijl hijzelf met wijd open mond een dutje deed. Johannes zat te slapen met zijn kin op zijn borst en uit zijn nerveuze bewegingen kon Jezus afleiden dat hij onrus:g was. In zijn slaap begon hij heel snel te praten, met onbegrijpelijke woorden en zinnen zonder kop of staart. Toen streelde Jezus heel lang zijn voorhoofd en zijn slapen, alsof Hij over een ziek kind waakte. Zodra Johannes tot rust was gekomen, schoof Jezus heel voorzich:g, om hem niet te wekken, een opgerolde linnen zak onder zijn hoofd. Toen stond Hij op en met enkel passen liep Hij weg uit de schaduw van de bomen. Iets verder weerklonk het gesnurk van Taddeüs, die bij de rest aan het slapen was. Alleen Judas ontbrak, hij was na de maal:jd weggeglipt.
Alleen. Helemaal alleen. En omdat Hij deze nacht schrik had van die eenzaamheid, had Hij verscheidene keren geprobeerd zijn metgezellen te wekken om gezelschap te houden. Hij had het uiteindelijk opgegeven. Welk nut had het om zich te verzeTen als alles al vaststond? Vanaf het begin had Hij geweten wat er zou gaan gebeuren. Hoe men Hem ging gevangennemen. Hoe Hij veroordeeld zou worden. En hoe Hij ging sterven.
Boven Hem verlichTen duizenden sterren de hemel en hun schijnsel zag er opeens zo puur uit dat Hij even dacht dat Hij ze kon vastpakken als Hij zijn hand uitstak. Maar zijn handen grepen in de lucht en ze begonnen te trillen. Hij was alleen. Helemaal alleen. Hij had moeite met ademhalen. Zijn keel leek dichtgeknepen, zijn adem was hortend en hij voelde zich duizelig worden. Hij had het gevoel te s:kken. Hij liep nog iets verder de nacht in, maar de angst die hem had overvallen, hield hem in zijn greep.
!13
Hij probeerde weer rus:g adem te halen, maar zijn hart klopte onregelma:g en koud zweet brak uit over zijn hele lichaam. Weer liep Hij wat verder in het duister. Waar kon Hij heen? Overal, het was nacht. En Hij was alleen. Hij ging sneller lopen zonder te weten waarheen Hij liep. Hij liep, liep, liep. Plotseling striemde een tak in zijn gezicht en Hij keerde zich om. Mijn God, zei Hij en Hij hief zijn hoofd op naar de sterren. Mijn God, zei Hij en Hij struikelde over een boomwortel. Mijn God, zei Hij en Hij viel op zijn knieën. Mijn God, zei Hij en Hij begon te snikken. Mijn God.
Langzamerhand werd de last die op hem drukte lichter. Zijn adem werd weer regelma:g. De angst verdween langzaam. In de verte naderden soldaten. Hij stond op. Hij wist wat hem te doen stond. Hij was niet meer alleen. Hij was niet meer bang.
Nu hoor je het geluid van de soldaten die marcheren. Tijdens dit lawaai staan de leerlingen vlug op en gaan achter Jezus staan.
Verteller: We weten wat er toen gebeurde Judas kwam naar voor en kuste Jezus Jezus werd met geweld meegenomen Hij werd vernederd En uiteindelijk ter dood veroordeeld.
Jezus op de OlijWerg (1ste en 2de graad) Marcus 14, 32-‐72
verteller:
Toen liep Jezus terug naar zijn vrienden. Het eten in hun buik had hen slaperig gemaakt. Een na een waren ze in slaap gevallen. Jezus voelde een steek van teleurstelling in zijn hart, toen Hij hen zo zag liggen. Hij schudden hen wakker. ‘Waarom slapen jullie? Jullie zouden toch samen met mij bidden?’ De vrienden sloegen beschaamd hun ogen neer. Jezus had gelijk, dat hadden ze beloofd. Maar ze hadden het niet volgehouden. Ze waren niet zo’n goede vrienden als ze dachten. Opeens hoorden ze een groep mensen aankomen. Er waren soldaten bij met blinkende zwaarden. Voorop liep Judas, die al:jd een van de vrienden van Jezus was geweest. Hij ging naar Jezus toe en gaf Hem een kus. Jezus kreeg tranen in zijn ogen. Hij legde een hand op de schouder van Judas. ‘Judas,’ zei Hij, ‘verraad je mij met een kus?’ …
!14
Jezus keek naar de hogepriesters, tempelwachters en leiders die Hem kwamen gevangen nemen. ‘Elke dag was Ik bij jullie op het plein en in de tempel. Waarom hebben jullie Me toen niet gearresteerd? Hadden jullie de moed niet? Durven jullie allen in de donkere nacht naar Mij toe te komen, als iedereen slaapt en niemand het ziet? Zijn jullie misschien bang dat de mensen me zouden verdedigen?’ De leiders werden zo boos door wat Jezus zei, dat ze een teken gaven aan hun soldaten. Die grepen Jezus meteen vast en voerden hem weg. Er waren zoveel soldaten dat zijn vrienden niets konden beginnen. Ze vluchTen alle kanten uit. En de stoet met soldaten en Jezus vertrok de donkere nacht in.
Nu hoor je het geluid van de soldaten die marcheren. Tijdens dit lawaai staan de leerlingen vlug op en gaan achter Jezus staan.
Goede Weeklied Leerlingen en leerkrachten zingen 1ste en 2de strofe van het Goede Weeklied
Daarna nodigen we de leerkrachten en leerlingen uit om de ogen te sluiten en handen open te houden en het zo 1 minuut (of zelfs langer) s:l te maken.
Door gebruik van de klankschaal luiden we een s:lte in.
Wanneer de rus:ge muziek (idem begin) speelt, verlaten ze klas per klas de kerk, de laatste rijen eerst en dit in volledige s:lte.
!15
Goede Vrijdag: Alles valt sZl Zelfde se|ng als WiTe Donderdag Leerlingen komen in s:lte binnen Er is geen achtergrondmuziek
Er staat al een tableau vivant – de mensen langs de kant van de weg als decor een groot kruis met een lang wit doek errond gewikkeld. Onder het kruis staat een aantal manden met poppies.
Viering begint met een gongslag
Daarna hetzelfde geluid als op WiTe Donderdag: de marcherende soldaten
Jezus ster[ Verteller: pagina 211 uit Hosanna! Van Kolet Janssen
Nu stonden ze langs de kant van de weg en huilden. Ze keken hem radeloos aan, staken hun handen naar hem uit. Maar ze konden hem niet helpen. Ze sloegen hun handen voor hun ogen, omdat ze het niet konden verdragen hem zo te zien. Hij aarzelde en bleef staan. Hoe kon hij hen troosten? Alleen door hen aan te kijken. De stoet was aangekomen buiten de stad, op een heuvel. De soldaten hielden halt, trokken de kleren van Jezus uit. Niets bleef er van hem over. Ze namen hem alles af: hij stond daar zo kwetsbaar, voor iedereen te kijk. De soldaten maakten hem vast op het kruis en zeTen het kruis rechtop. Jezus riep dat hij dorst had, maar hij kreeg biTere wijnazijn. Zo biTer als zijn lot. Zijn dorst verdween er niet van. Johannes stond heel dicht bij het kruis, samen met de moeder van Jezus en nog een paar andere vrouwen. Het deed zo’n pijn om naar Jezus te kijken. Jezus had pijn, dat kon je wel zien. ‘Moeder, dat is nu je zoon’, zei Jezus tot zijn moeder. En tot zijn lieve leerling Johannes: ‘Jongen, dat is je moeder.’ Hij wis t dat ze elkaar niet in de steek zouden laten. Ik ben aan het einde, dacht Jezus. Heel mijn leven heb ik gegeven wat ik kon. Nu moet ik alles loslaten. God, vang mij op. De vrienden huilden. Ze hoorden Jezus bidden. Even later zakte het hoofd van Jezus op zijn borst. Jezus was dood. De vrienden van Jezus, zijn moeder en de andere vrouwen zaten op de grond in de buurt van het kruis. Ze bleven maar huilen. Jezus was dood. Hoe zouden ze ooit nog blij kunnen zijn? Hoe zouden ze ooit nog aan iets anders kunnen denken?
Als verwijzing naar WOI kan er hier heel rus?ge muziek klinken, cf. WiBe Donderdag. Hierbij worden foto’s getoond van diverse pieta’s. De laatste beelden zijn:
• foto van moeder uit Syrië met haar kinderen • foto van moeder met kinderen van 100 jaar geleden • foto van ‘treurend ouderpaar’ van Käthe Kolwitz op de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo.
!16
Alles is sZlgevallen
Verteller:
Na een hele :jd zagen ze dat Jozef van Arimatea iets aan de soldaten ging vragen. Samen met een paar andere vrienden haalde hij het dode lichaam van Jezus van het kruis. Hij legde het op zijn paard en leidde het weg. ‘Kom’, zei hij tegen de vrienden van Jezus. ‘We leggen hem in mijn graf.’
Jozef van Arimatea was een vriend van Jezus. Niet lang geleden had hij een nieuw graf gekocht, een ruimte in een rotswand. Daar wilde hij zelf ooit liggen als hij gestorven was. Maar nu was er Jezus. Die ging voor. Niet te geloven wat er was gebeurd. Zo’n goed mens, ter dood gebracht als een echte misdadiger. Zijn kapoTe lijf mocht rusten in het nieuwe graf. Jezus hoorde zeker thuis in een nieuw graf. Wat hij deed en zei, was al:jd nieuw. In het graf zou hei veilig zijn. Niemand zou hem nog kwaad kunnen doen. Het was niet ver. Enkele vrouwen wikkelden het lichaam van Jezus in doeken en Jozef van Arimatea legde het voorzich:g in het graf. Daarna ging iedereen naar huis. Ze wisten niet wat ze daar moesten doen, maar ze konden ook niet voor al:jd bij het graf van Jezus blijven ziTen. Morgen was het sabbat en paasfeest, ze moesten eten klaarmaken en naar de tempel gaan, ook al stond hun hoofd daar helemaal niet naar. Magdalena stond op. Ze had zo veel gehuild dat haar tranen op waren. Maar haar verdriet was groter dan ooit. Bij het teruglopen naar de stad viel het hen op hoe s:l het was. Alsof de wereld zijn adem inhield.
Idee: Bij het uitbeelden van het wikkelen in doeken, wordt het tegenovergesteld gedaan. Het doek rond
het kruis wordt ontwikkeld en vertrekt vanaf het kruis rich?ng de uitgang van de kerk/gebedsruimte.
Uitnodiging: Het was alsof de wereld zijn adem inhield. Met Palmzondag was iedereen nog wakker voor Jezus. Op WiTe Donderdag werden we uitgenodigd om te waken met Jezus. Maar nu lijkt het alsof alles is s:lgevallen.
En toch… Wij geloven dat dit niet het einde kan en mag zijn.
Laat ons samen bidden
Gebed:
Hoe komt het God, dat sommige mensen niets van Jezus moesten hebben? Hij deed toch niemand pijn? Waarom hebben ze dat dan wel bij Hem gedaan, God? Was het omdat Hij misschien te véél van mensen heek gehouden?
!17
Het lijkt wel of alles nu voorbij is, God. Niemand had kunnen denken dat er zo snel en op zo'n manier een einde zou komen aan Jezus' leven.
Help mij te geloven dat dit einde eigenlijk een nieuw begin is.
Gelukkig is jouw liefde sterker dan de dood. Amen.
Goede Weeklied We zingen het volledige lied, met ‘bridge’ en tot slot 3de strofe. Dit verwijst al naar Pasen.
Wanneer een grote groep mensen niet akkoord gaan met een gebeurtenis of beslissing, maken ze dit dikwijls duidelijk door een eenvoudig gebaar, een simpel teken.
Denken we maar aan: (telkens foto tonen) • De mensen die 2 handen in de lucht staken nadat een zwarte jongen onschuldig werd
doodgeschoten in Amerika • De danser die als protest uren s:l bleef staan op het Taksimplein in Turkije • Mensen die een potlood in de lucht steken in heel Frankrijk na de aanslag op de
cartoonisten
Wie gelook dat de liefde van God sterker is dan de dood, dat het verhaal hier niet eindigt, mag een poppie op de wiTe doeken leggen rich:ng uitgang. (alterna:ef op kruishulde)
!18
Pasen: Aangewakkerd door Jezus Viering met de lagere school na Pasen
Palmzondag: wakker voor Jezus WiTe Donderdag: Waken bij Jezus Goede Vrijdag: alles valt s:l Pasen, na de vakan:e: Emmaüsgangers, aangewakkerd door Jezus
Goede Weeklied: ‘Wakker voor Vrede’. Helemaal zingen met laatste refrein.
Beeldmateriaal: foto’s begraafplaatsen 14-‐18 + foto’s bij de getuigenissen (+ en -‐) van de kinderen + foto Elisabeth
Geluidmateriaal: ingesproken tekst Elisabeth
Inhoud viering Pasen: Lich�ront Tekst Elisabeth Emmaüsverhaal Ppt
AANGEWAKKERD DOOR JEZUS Decor • 2 personen ziTen, het hoofd in de handen, op het podium (ev. tegen het kruisbeeld, of altaar…) • Paaskaars (brandt NIET) • 6 lichtjes (branden WEL)
WELKOM door voorganger Welkom jongens en meisjes. Welkom terug op school, deze derde trimester. De week vóór de paasvakan:e was een bijzondere week: De Goede Week. We herdachten het lijden en het sterven van Jezus. Op Goede Vrijdag viel alles s:l. Jezus, dood aan het kruis. Vandaag gaat het verhaal verder. Ga jij mee? Kruisteken +
ALLES VALT STIL Verteller: (ondertussen staan de 2 personen op, gaan langzaam op weg, en verlaten dan het decor)
Er liepen 2 mensen naast elkaar op de weg. Een man en een vrouw. De man heeTe Kleopas. Ze kwamen uit de stad. De stad Jeruzalem.
!19
Ze sloegen de weg in naar een dorpje dat Emmaüs heeTe. De twee liepen heel langzaam. En dat terwijl de zon toch zo vrolijk scheen. Ze sjokten maar een beetje naast elkaar voort. Dat kwam omdat er iets ergs gebeurd was. Jezus was gestorven. Aan het kruis. Jezus, de man van wie ze zoveel hielden. Jezus, de man die alles zou veranderen. Beter maken. Jezus, voor wie ze alles hadden achtergelaten; hun dorp, hun werk, hun familie. Met Hem wilden ze verder leven… Hij was niet meer. Het was verkeerd gelopen. Daarom wilden ze niet meer in Jeruzalem blijven. Ze gingen terug naar huis. Naar Emmaüs. Terug naar af. Wat konden ze anders?
DE WERELD VALT STIL Voorganger: heb je ook wel eens dat gevoel: Terug naar af? Ik zie het niet meer ziTen? Alles mislukt? Het valt s:l?
Leerlingen vertellen/getuigen: beeld /foto van situa:e en telkens een klein lichtje doven • Mama en papa gaan scheiden. Ik moet om de week bij hen wonen. Hoe kan ik dat nu? • Ik mag niet mee op sportkamp. Het kost teveel geld. • Er is weeral ruzie in de klas. Een paar pestkoppen maken de sfeer kapot. Ik zie het niet meer ziTen met die groep
• 1914, 100 jaar geleden: miljoenen jonge mensen zijn op de vlucht of vechten als soldaat aan het front. Naar school gaan, werken,… het gewone leven valt s:l.
• 2010: Malala wil naar school. Meisjes mogen niet naar school, vindt de taliban, en ze schieten het meisje neer.
• Ik heb zo hard gewerkt, zo hard gestudeerd. Weer valt mijn rapport tegen. Ik word er moedeloos van.
Daarna: In s:lte enkele foto’s tonen van begraafplaatsen (zonder uitleg)
Voorganger: Allen op weg naar Emmaüs. VerdrieZg en bang.
Na een poosje kwam er een man bij hen lopen. (beeld ppt jaarthema parochies) De twee kenden de man niet. Tenminste, dat dachten ze. Hij liep met hen mee, dezelfde kant op. En hij hoorde dat ze aan het praten waren over iets verdrie:gs. “Waar hebben jullie het over?” vroeg de man. “Waarom zijn jullie zo verdrie:g?” De vrouw keek hem aan. “U komt toch ook net uit de stad!”, zei ze verbaasd. “Hebt u dan helemaal niks gemerkt?”
!20
“Wat dan?”, zei de man, “wat is er gebeurd?” “Jezus is dood”, zei de vrouw, “en wij hoorden bij hem. Ze hebben hem doodgemaakt aan een kruis. Toen hebben we hem begraven. Een paar vrouwen van ons zeggen dat Jezus niet dood is. Ze zeggen dat hij lee[, dat ze hem hebben ontmoet, maar dat is vast niet waar. Alles is voorbij. Onze dromen zijn kapot. Nu Jezus dood is, weten we niet meer hoe het verder moet. Ondertussen liepen ze door en de man bleef naast hen lopen. Hij begon te vertellen. Hij vertelde over het Rijk van God. Oude verhalen. Over Mozes en hoe het volk vrij werd gemaakt, toen ze nog slaven waren in Egypte. Over de profeten. Door al die mooie verhalen werden de 2 leerlingen weer een beetje warm van binnen. Al pratend kwamen ze aan bij het dorp Emmaüs. Daar moesten ze zijn. “Ik ga nog wat verder door,” zei de onbekende. Maar daar wilden de twee niets van horen. “Blijf bij ons,” zeiden ze. “Het is al bijna avond. Wij kunnen eten met je delen. En vertel ons dan nog meer oude verhalen.” Dat deden ze. Ze praaTen en ze praaTen. En ze dekten de tafel voor drie. Toen ze aan tafel gingen, nam de man die met hen meegelopen was, het brood in zijn handen. Eerst brak hij het en daarna ging hij bidden, net zoals de leerlingen het zo vaak met Jezus hadden gedaan. Wat leek het nu toch veel op die :jd, toen Jezus nog bij hen was. Kleopas zei:”Het is net of hij er nog is, Jezus.” De vrouw sprong op en zei: “Hij is het. Hij ís het. Het is Jezus!” Ineens zagen ze de man niet meer. Maar ze begrepen dat ook zij Jezus hadden ontmoet. Ze stonden meteen op en liepen de hele weg terug naar Jeruzalem. Maar nu sjokten ze niet meer. Ze renden. Ze dansten. Ze waren zo blij! Ze hadden weer nieuwe moed gekregen. Gauw gingen ze alles aan de anderen vertellen. Lucas 24,13-‐35
AANGEWAKKERD door Jezus
Voorganger: De leerlingen zijn aangewakkerd door Jezus om weer op weg te gaan! Ze zien het weer ziTen! Ze dromen weer……
Jezus zet mensen telkens opnieuw op weg. Hij stapt mee, geek nieuwe moed…
!21
Dat vertelde ons ook het Paasverhaal: het goede overwint het kwade . Dat hebben wij in de kerk gevierd met Pasen. Dat Jezus leek! Als symbool daarvan steken wij hier vooraan de paaskaars aan.
-‐ Aansteken Paaskaars Het is een kaars die zegt: Jezus leek! En hij wil er voor ons zijn. Ook als het moeilijk gaat of donker is. Hij laat ons niet alleen.
Paaslied:
En wij? Jezus wakkert ons aan om moedig weer op weg te gaan. Zoals de Emmaüsgangers. Dat willen wij ook doen. En: wie kunnen wij zelf aanwakkeren? Hoe doen we dat?
Leerlingen vertellen/getuigen (+ nemen licht aan de paaskaars): beeld /foto van en telkens een klein lichtje aansteken
• Mama en papa zeggen dat ze al:jd blijven houden van mij. En dat ze goed voor me blijven zorgen. Dat we samen het beste ervan maken.
• Ik mag 3 dagen logeren bij mijn beste vriendin. Geen sportkamp, maar wel een leuke vakan:e voor mij.
• Juf eindigt elke dag met een klasgesprek. En we overleggen hoe we kunnen zorgen dat er weer een fijne sfeer komt in de klas.
• 11 november 1918: de landen tekenen de wapens:lstand. De oorlog stopt. • Het Pakistaanse meisje Malala wordt succesvol geopereerd. Ze zet haar strijd voor onderwijs voor alle kinderen moedig verder. In 2014 krijgt ze de Nobelprijs voor vrede.
• De zorgjuf legt de leerstof nog eens uit. De juf van de klas geek me andere oefeningen. Zo lukt het me toch. Ik zie het weer ziTen.
Voorganger: We kunnen elkaar aanwakkeren. Nieuwe moed geven om door te gaan. Geïnspireerd door Jezus’ voorbeeld. Mee “op weg” gaan.
LIED Ga je mee?
Ga je mee? Zeg niet "nee", maar sta op en doe mee.Zet je voetstappen in die van mij.Volg het spoor en ga door.Of ga jij liever voor? Hup, kom op, sluit je aan in de rij!
Welke weg wil je gaan? En waar wil je naartoe? Blijf niet ziTen waar je zit,ook al voel je je moe.
Ga je mee? … !22
Is de weg soms te lang? Zak je weg in het zand?Er zijn hobbels op het pad,maar ik geef je een hand.
Ga je mee? …
Loopt de weg bijna dood? Zie je nergens een spoor? In de verte wordt het licht:gaat de weg daar soms door?
Ga je mee? …(2x)
Woord door voorganger (mag, maar is niet echt nodig)
Oproep prinses Elisabet Direc:e:
dit jaar werken we met onze school aan VREDE. Want 100 jaar geleden, 14-‐18, woedde in onze streken een grote oorlog. Een strijd die aan vele jonge mensen het leven kosTe. Dit mag nooit meer gebeuren. Daarom willen wij werken aan vrede. Ook met onze school. Wij zijn wakker voor VREDE! Ook prinses Elisabet roept ons op om te werken aan vrede. Zij nodigt ons uit om op te staan, en te werken aan die vrede! Luister maar.
foto van Elisabeth die voorleest projecteren
Geluidsband met de voorgelezen tekst van Elisabeth of … een kind van de school leest de tekst voor.
Honderd jaar geleden begon de Groote Oorlog . Duizenden soldaten verlaten hun families voor het front. Geweld, angst en honger, zijn hun dagelijks lot. Mannen, vrouwen en kinderen moeten op de vlucht slaan. Hun huis, hun school, hun dorp worden vernield. Wij zullen al die slachtoffers die in ons land gevallen zijn nooit vergeten. Ook vandaag nog verbrijzelt oorlog mensenlevens. Vaders, moeders, kinderen
!23
Lijden of worden van elkaar gescheiden. Maar in hun ongeluk geven ze ons ook een les van moed en waardigheid. De wilskracht in hun ogen nodigt ons uit, om op te staan voor een betere wereld van gerech:gheid en vrede. Het komt ons jongeren toe, om onze fakkel hoog te houden, en om, zoals vandaag, een lich�ront te vormen.
Voorganger: prinses Elisabet nodigt ons uit om een lich�ront te vormen, als symbool van onze inzet voor VREDE. ‘Het komt ons, jongeren, toe, om een lich�ront te vormen…’ Wij , christenen, nemen hiervoor licht aan de Paaskaars. Want Jezus is ons grote voorbeeld. Wij noemen hem: koning van de vrede. Jezus stapt met ons mee en toont ons hoe het kan: werken aan vrede.
LICHTFRONT : wij nemen licht aan de Paaskaars en vormen een front van licht Elke klas neemt licht aan de Paaskaars – met de klaskaars – front vormen van.. tot…
Slotgebed en zegen God, Goede Vrijdag is niet het einde. Pasen is het feest van opnieuw leven. Verrijzenis is vol goede moed weer op weg gaan. Verrijzenis is Jezus laten meegaan op mijn weg. Verrijzenis is geloven in een wereld vol vrede. Verrijzenis is het licht van de Paaskaars dat schijnt. Helpt ons zorgen, dat dit licht nooit meer verdwijnt. Amen.
Weggaan Alle leerlingen stappen in een lange rij voorbij het lich�ront van de paaskaarsen in volle s:lte. (rus:ge muziek voorzien)
Waar het wenselijk is, kan dit gekoppeld worden aan een eucharisZsch moment.
!24
GOEDE WEEK 2015 in kleuter en buitengewoon onderwijs
Vooraf
1. We werken sugges:es uit voor verwerking van de Goede Week in de klas – het betrek hier geen vieringen
2. We kiezen voor 4 eenvoudige, herkenbare slogans: • Palmzondag: wakker voor Jezus: uitgewerkt in 2 dagen: maandag en dinsdag in de Goede
Week • WiSe Donderdag: waken met Jezus: uitgewerkt in 2 dagen: woensdag en donderdag in de
Goede Week • Goede Vrijdag: alles valt s:l • Pasen: aangewakkerd door Jezus
3. We gebruiken het thema vrede niet uit de vieringen van het lager onderwijs: onze doelgroep kan dit niet begrijpen.
4. We kiezen als insteek om te werken met onze zintuigen en gevoelens bij elke dag van de Goede Week. In bijlage vind je het sjabloon van een zintuigen-‐dobbelsteen om die zelf te maken.
5. 40 dagen op weg naar Pasen stellen we visueel voor met een stapkalender: vanaf aswoensdag elke dag een voetje kleuren (weekends en vakan:es zijn al ingekleurd).
6. Lied: “Hé stap je mee?” kan gezongen worden elke dag bij het inkleuren van de voetstapjes
7. De bijbelverhalen bij dit aanbod voor het kleuter -‐en buitengewoon onderwijs komen uit: ‘En God maakte de mens’ van Sylvia Vanden Heede, uitgeverij Lannoo, ISBN 978 90 8601 030 1.
8. Aanvullende sugges:e:
• elke dag van de Goede Week werken met een puzzel kan via het boek: ‘Jezus leek!’ Kartonnen boekje met 5 puzzels ivm de goede week. Ark media -‐ Amsterdam -‐ 2009, ISBN: 9 789033 892226
!25
Palmzondag: Wakker voor Jezus
Maandag in de Goede Week
1. Kringgesprek • Hoe heten wij elkaar welkom? Wuiven, “dag”zeggen, roepen “hallo”,… • Hoe supporteren we voor elkaar? (foto voetbalwedstrijd, wielerwedstrijd): roepen,
zwaaien met vlaggen, doeken, …
2. Bijbel Ik ken een mooi verhaal over wuiven en welkom heten uit het Jezusboek. Lk vertelt het verhaal van Palmzondag. Tijdens het verhaal zingt de Lk het lied “Hosanna voor Jezus“ Een koning op een ezel Het was bijna Pasen. Pasen was een heel groot feest. Veel mensen trokken naar Jeruzalem. Daar gingen ze feestvieren. Ook Jezus ging naar Jeruzalem. Hij riep twee van zijn leerlingen. “Ga naar dat dorp daar,” zei Hij. Daar zul je een ezel vinden. Het is een jong dier. Er heek nog niemand op gezeten. Breng het bij Mij. De leerlingen deden wat Jezus zei. Jezus ging op de ezel ziTen. Heel wat mensen zagen dat. Ze trokken de takken van de bomen. Daarmee zwaaiden ze. Ze riepen: “Daar is de zoon van David! Hij komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hemel!” Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’
Lk zingt hier het lied ‘Hosanna voor Jezus’
!26
3. Bespreking Jezusverhaal Waarom wuiven de mensen naar Jezus? Ze zijn blij dat Hij komt, ze horen graag dat Jezus vertelt, ze willen zijn zoals Hij.
4. Bezinvers met als inleiding lied: ik maak het even sZl
Dag Jezus op je ezeltje. De mensen zwaaien en roepen naar jou. Ze heten je welkom. Ze zingen en zijn blij. Ook ik ben blij! Dag Jezus! Hosanna!
5. Opdracht voor de volgende dag Breng iets mee om te zwaaien (vlag, wimpel, sjaaltje, bloem, tak, poppie…) ofwel samen iets maken in de klas (manuele)
!27
Dinsdag in de Goede Week: wakker voor Jezus drama:sa:e Palmzondag
1. Zintuigelijke verwerking van het Jezusverhaal van Palmzondag We gebruiken de dobbelsteen om te gooien en volgens de zijde waarop hij valt staan we even s:l om het evangelieverhaal van dit deel te verwerken:
a. met de neus kan je ruikenRuik eens aan de palmtakken.
b. met je ogen kan je zienWelke kleur hebben de palmtakken?Waar zijn de palmtakken? (op de grond – in de handen) Wie zie je op de ezel? Zijn de mensen blij of droevig? Zijn er veel of weinig mensen? Hoe zien we dat er feest is?
c. met je hand kan je voelenWe sluiten onze ogen en voelen aan de palmtakken. (hard -‐ zacht -‐ pun:ge blaadjes -‐ ...)Wat doen de mensen met hun handen: zwaaien met palmtakken.Wat kan je nog allemaal doen met je handen?
d. met je oor kan horenWe zingen een lied en uiten onze blijdschap. Is de muziek vrolijk of tries:g? De vrienden kregen een opdracht en voerden die ook uit. Luisteren we al:jd als iemand ons iets vraagt? Wat roepen de mensen? Hoe zeggen wij goeiedag en welkom aan elkaar?
e. met je mond kan je proeven"Pasen was een heel groot feest" Wat eten en drinken we op een feest?
f. de leerling die de dobbelsteen met de axeelding van het kind gooit, mag het palmtakje bij het klaskruisbeeld plaatsen
2. Lied aanleren ‘Hosanna voor Jezus’
3. DramaZsaZe van het verhaal • We maken gebruik van het meegebrachte of geknutselde materiaal (zie maandag punt 5) • Sugges:e: eventueel klasoverschrijdend – 2 klassen tonen het verhaal aan elkaar
4. Bezinvers met als inleiding zang: ik maak het even sZl Lk Dag Jezus op je ezeltje. De mensen zwaaien en roepen naar jou. Ze heten je welkom.
!28
Ze zingen en zijn blij. Ook ik ben blij! Dag Jezus! Hosanna!
!29
Woensdag in de Goede Week: Waken met Jezus Prak:sche voorbereiding van WiTe Donderdag
1. Kringgesprek Als mensen een feest houden, wat doen ze allemaal? Welke voorbereidingen? Huis versieren, tafel dekken, eten maken, drank kopen, muziek zoeken, uitnodigingen versturen…
2. Bijbel Jezus viert feest met zijn vrienden. Luister maar. Lk vertelt verhaal WiTe Donderdag uit de bijbel. Het was avond. Jezus vierde feest met zijn vrienden. Ze waren er alle twaalf. Jezus nam een brood. Hij bad om een zegen. Toen brak Hij het brood in stukken. Die deelde Hij uit aan zijn leerlingen. “Neem en eet,” zei Hij. “Dit is mijn lichaam.” Hij nam ook een beker wijn. Weer bad Hij om een zegen. Toen liet Hij de beker rondgaan. “Drink er allemaal uit,” zei Hij. “Dit is mijn bloed. Het is het bloed van het verbond. Het wordt voor velen vergoten.” De leerlingen aten het brood. Ze dronken de wijn. Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Er was daar een tuin met bomen. Jezus ging daar waken en bidden. Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’
3. Voorbereidingen feest Morgen vieren wij ook feest! Vandaag bereiden we voor:
• samen boodschappen doen • brood of ovenkoeken bakken • “wijn” maken (b.v. druivensap, grenadine, appelsap,…) • tafel dekken: tafellaken, glaasjes, …. • muziek klaarleggen • kan jij soms niet slapen? Lig jij soms wakker? • …
4. Bezinvers met als inleiding lied: ik maak het even sZl Lk:
Dag Jezus, deze week denken we veel aan jou. Vandaag hebben we verteld hoe Je het brood brak
!30
en deelde met jouw vrienden. Je vraagt ons ook te delen, zoals Jij dat deed. Help je mij? Amen
De tafel staat gedekt, alles ligt klaar
!31
WiSe Donderdag: waken met Jezus 1. Lied: Brood om te delen Vandaag vieren wij feest, zoals Jezus (verhaal gisteren). Bij een feest hoort muziek. Samen zingen wij: Brood om te delen
2. Bijbel: Na de maalZjd gaat Jezus in de tuin om te bidden. (prent)
De leerlingen aten het brood. Ze dronken de wijn. Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Er was daar een tuin met bomen. Jezus ging daar waken en bidden.
3. Dankgebed: we bidden samen aan tafel vóór de maalZjd Lk:
Papa koopt de choco. De boer zorgt voor de melk. De bakker bakt het brood. Daarvan word ik groot. Dank U God, U bent zo goed dat ik U ervoor danken moet.
4. Zintuigelijke verwerking van het Jezusverhaal van WiSe Donderdag
We gebruiken de dobbelsteen om te gooien en volgens de zijde waarop hij valt staan we even s:l om het evangelieverhaal van dit deel te verwerken:
a. met de neus kan je ruikenRuik eens aan de bloem, de gist of het brood, ... Ruik eens aan de wijn
!32
b. met je ogen kan je zien Hoeveel leerlingen zijn er aan tafel?Wat doet Jezus met het brood en de wijn? Wat doen de vrienden van Jezus met het brood en de wijn?Ben jij al:jd bang als je ogen toe zijn?Is er een tuin op school?
c. met je hand kan je voelenWe geven elkaar een hand als teken van vriendschap (goed gevoel)Slaan of een vuist maken doe je wanneer je een boos gevoel hebt.Een dikke duim tonen. Toon dat je waakt met Jezus en vouw je handen om te bidden.
d. met je oor kan horen Wat zegt Jezus als hij het brood breekt en de wijn deelt?Hoort Jezus iets in de tuin? Hoor jij graag over Jezus praten? Maak het eens zo s:l mogelijk (bidden/hoor je iets?)
e. met je mond kan je proeven Mag jij soms proeven als mama iets klaar maakt? Delen we soms onze koek of ons drankje?
f. de leerling die de dobbelsteen met de axeelding van het kind gooit, mag aan elk kind een stukje brood delen.
5. Bezinvers (inleiding lied: ik maak het even sZl) Lk:
Lieve God, samen spelen met mijn vriendjes. Samen eten met mijn vriendjes. Ik vind het fijn. Dankjewel dat ik ook Jouw vriendje mag zijn.
!33
Goede Vrijdag: alles valt sZl
Vooraf Eventueel samen met lagere school samen deze celebra:e houden. Klemtoon leggen op de kruishulde/bloemenhulde, poppie. Het vlaggetje of bloempje dat gebruikt werd op Palmzondag kan hier eventueel weer gebruikt worden. Niet de klemtoon leggen op het verraden. Wel even aanhalen dat er mensen zijn die boos zijn op Jezus. Waarom? b.v. sommige mensen zijn bang dat Jezus de koning wil zijn… Maar Jezus wil dat niet, hij wil vriend zijn!
1. Bijbel We beginnen waar we gisteren gestopt zijn: Jezus gaat bidden in de tuin. Zijn vrienden zijn bij Hem….
Toen gingen ze met Jezus naar buiten. Er was daar een tuin met bomen. Jezus ging daar bidden. Zijn leerlingen bleven bij Hem. Maar ze vielen in slaap. Jezus was bang en verdrie:g. Er kwam een troep soldaten en die namen Jezus mee. Ze wilden Hem doodmaken. Jezus werd met de zweep geslagen. De soldaten lachten Hem uit. Ze maakten een kroon van dorens. Die duwden ze op zijn hoofd. Veel mensen schreeuwden: Kruisig Hem! Kruisig Hem! Buiten de stad was een heuvel. Daar brachten ze Jezus heen. Ze nagelden Hem aan een kruis. Plotseling werd het donker. Het was midden op de dag. Drie uur lang bleef dat zo. Jezus s:erf. Naar Sylvia Vanden Heede in ‘En God maakte de mens’ 2. Zintuigelijke verwerking van het Jezusverhaal van Goede Vrijdag We gebruiken de dobbelsteen om te gooien en volgens de zijde waarop hij valt staan we even s:l om het evangelieverhaal van dit deel te verwerken:
a. met de neus kan je ruiken
b. met je ogen kan je zien Wat doen de leerlingen als Jezus bidt in de tuin met bomen?Hoe zie je dat mensen verdrie:g zijn? Wat gebeurt er midden op de dag? (donker)
c. met je hand kan je voelenWat doen ze met de handen van Jezus? Wat doen ze op het hoofd van Jezus ?
!34
d. met je oor kan horen Wat roepen de mensen naar Jezus? Kan je beter horen als het s:l is?
e. met je mond kan je spreken Wanneer gebruik je je mond op een foute manier? (uitlachen – schelden – roepen en :eren) Wat doen de soldaten met hun mond?
f. de leerling die de dobbelsteen met de axeelding van het kind gooit, mag de bloempjes (poppies) uitdelen aan de leerlingen
3. Hulde -‐ Dankbaar zijn Kinderen, hebben jullie nu ook dat rare gevoel dat we eigenlijk verdrie:g moeten zijn, want Jezus is dood op het kruis. Maar… vandaag denken we ook terug aan de vele goede dingen die Jezus gedaan heek: hij kon zo mooi vertellen, hij troosTe de mensen, hij genas mensen … Al die goede dingen van Jezus maken ons blij. We zijn blij met wat Jezus ons geleerd heek.
We zien Jezus graag!
Dat willen we Hem vandaag zeggen/zingen:
“Mag ik jou heel even zeggen: ‘k Zie je graag, ik hou van jou. ‘k Hoef het je niet uit te leggen: ‘k Ben zo blij met jou!”
Uit: “Straaltje van de maan”, Riet Vanloo -‐ Ann Willems -‐ Jos Bielen Pag 52 -‐ uitg. Averbode
!35
We zien Jezus graag! Dat willen we Hem vandaag ook tonen:
We leggen een poppie neer bij het kruis.
• Kdn leggen, eventueel zelfgemaakte, bloem/poppie bij het kruis • muziek op de achtergrond bij deze kruishulde.
We zien Jezus graag! Daarom bidden we samen -‐ gebedshouding -‐:
Lieve Jezus, wat jammer dat Je dood moest gaan. Je bent zo goed voor iedereen. Wij zien Je graag! Dank je wel dat Jij ons graag ziet! Samen: Dank je wel dat Je ons graag ziet!
4. Op naar Pasen … We zien Jezus graag! Daarom willen we ook een beetje worden zoals Jezus! Lief en goed voor alle mensen.
Als ook wij zo goed zijn als Jezus… dan is het net of Jezus verderleek … en dat vieren we zondag op Pasen.
Belangrijk: op het einde van deze viering op Goede Vrijdag toch hoopvol vooruit kijken. Het lijdensverhaal op zich is zwaar beladen voor veel van onze leerlingen. Vóór ze op vakan:e gaan toch een boodschap van hoop meegeven! We suggereren: de paaseieren zijn pas voor na de Paasvakan:e (zie celebra:e na de paasvakan:e), maar we geven wel hoopvolle woorden mee.
!36
Pasen: aangewakkerd door Jezus!
Vooraf Viering na de paasvakan:e: bedoeling is met de leerlingen een celebra:e te houden, bij voorkeur in de kerk. De leerlingen maken kennis met de blijde boodschap van Pasen en krijgen kansen tot beleving om de paassymbolen te verkennen (licht en water)
1. Lied “Mag ik jou heel even zeggen: ‘k Zie je graag, ik hou van jou. ‘k Hoef het je niet uit te leggen: ‘k Ben zo blij met jou!”
Uit: “Straaltje van de maan”, Riet Vanloo -‐ Ann Willems -‐ Jos Bielen Pag 52 -‐ uitg. Averbode
2. Bijbel Vóór de paasvakan:e hoorden we droevig nieuws… Jezus is dood Jezus is gestorven en werd begraven. Wat gebeurt er nu? Lk. vertelt het paasverhaal
De vrienden van Jezus hadden verdriet. Ze haalden zijn lichaam van het kruis. Ze legden het in een graf. Dat was een hol in de rotsen. Ze rolden een steen voor het graf. Maar het was al avond. Daarom gingen ze naar huis. De volgende dag was het sabbat. Dan mocht niemand werken. Maar de dag daarna mocht dat wel. Een paar vrouwen gingen naar het graf. Het was nog heel vroeg. De vrouwen hadden zalf en olie bij zich. Dat was om het lichaam van Jezus te verzorgen. Zo ging dat in die :jd. Toen ze bij het graf kwamen, schrokken ze. De steen was weg! Het graf was open! Iemand in wiTe kleren zei: ‘Wees niet bang! Jullie zoeken Jezus. Maar Hij is er niet. Hij is weer levend geworden.’ De vrouwen renden weg. Ze vertelden het grote nieuws. Ze zagen wel dat het graf leeg was. Maar ze snapten er niets van.
!37
3. Tekens en symbolen Als mensen feest vieren, als mensen blij zijn, dan tonen ze dat. Iedereen mag het goede nieuws zien en horen! Ook wij zijn blij omdat Jezus leek. Wij tonen dat: Paaskaars: op een feest maken we licht In de kerk kwam een nieuwe paaskaars. Een hele grote kaars die zegt: Jezus leek! Het is Pasen! Aansteken kaars
Het licht zegt: Jezus is er al:jd voor ons, ook als het eens heel moeilijk of donker is. Jezus wil ons al:jd blij maken. Een hele grote kaars: zo’n groot licht wil Jezus voor ons zijn.
Indien haalbaar: elke leerling heek een theelichtje, krijgt vuur van de paaskaars en plaats het kaarsje vooraan.
Doopwater: nieuw doopwater In water groeit leven.. vissen in het water… in mama’s buik groeit een kindje in water … zonder water kunnen dieren, planten, mensen niet leven… water maakt ook mooi en fris … Daarom nemen vele mensen ook een beetje water als ze binnenkomen in de kerk, ze maken een kruisje met water en zeggen zo: Jezus, je mag ons mooi maken, want Jij houdt van ons en wij houden van jou – van boven naar onder, van hier naar ginder! Ook vandaag willen wij zeggen: Jezus, Je mag ons mooi maken! Alle kinderen maken een kruisje met nieuw doopwater (voortonen!)
4. Zintuigelijke verwerking van het Jezusverhaal van Pasen
We gebruiken de dobbelsteen om te gooien en volgens de zijde waarop hij valt staan we even s:l om het evangelieverhaal van dit deel te verwerken:
a. met de neus kan je ruikenWe maken wierook met de leerlingen
b. met je ogen kan je zien Wat zien we? Paaskaars – water – bloemen ...
c. met je hand kan je voelenHand in paaswater steken en kruisje maken Theelichtje aansteken en rond paaskaars zeTen
d. met je oor kan horen We laten de paasklokken luiden (opname)
e. met je mond kan je proeven We proeven van de paaseitjes
!38
f. de leerling die de dobbelsteen met de axeelding van het kind gooit, mag de paaseitjes uitdelen aan de leerlingen
5. We bidden samen Als we blij zijn, dan willen we ook God danken. We maken het heel s:l en bidden samen tot onze Vader: -‐ gebedshouding -‐ Lk leest voor -‐ kdn herhalen
Goede Vader, Dank U wel voor dit paasfeest. We zijn blij dat Jezus leek. Dank U dat u ons graag ziet. Dank U dat U een lichtje voor ons wil zijn. Amen.
6. Paasklokken Er is nog iets bijzonders gebeurd in de kerk in de paasvakan:e: om te laten zien hoe blij we waren, hebben we de klokken laten luiden! Ook vandaag luiden de klokken blij!
Ofwel klokken luiden echt -‐ ofwel opname klokkengeluid – we bewegen de armen mee -‐
!39
!40
Stapkalender
!41
Goede Weeklied
!42
& 44 .œ jœ ˙JeJe
Jezus,zus,
zus,
G/C C
.œ jœ ˙JeJe
Jezus,zus,
zus,
F C
jœ œ œ jœ œikikik
blijfblijf
blijfwawak
wakkenker
kerbijdoor
voor
C F
˙ ˙JeJe
Jezus.zus.
zus.
G C
.œ jœ ˙JeJe
Jezus,zus,
zus,
G/C C
5555 55 5 5 5 55 5 5 5 5
&6 .œ jœ ˙
JeJe
Jezus,zus,
zus,
F C
jœ œ œ jœ œikik
ikblijfblijf
blijfwawak
wakkenker
kerbijdoor
voor
C F
˙ .œ jœJeJe
Jezus.zus!
zus.De
FineG C
œ œ œ œ Jœ œ jœIemaal
de;jd
reenwas
wastoen
vrovoor
lijkbij,
toenzijn
Am G
5 55 5 555 5 5 5 55 5 5
&10 œ œ œ œ .œ jœ
Jevrien
zusden
binwa
nenren
kwam,moe.
vanHet
F C
œ œ œ œ œ œ œ œbowa
venken
opwas
eenzo
emoei
zellijk
reeddoor
Hijde
F C
œ œ .œ jœdoorgro
dete
stad.vaak.
ZeMaar
D/F # G
55 5 5 5 55 5 5 5
&13 œ œ œ œ œ œ œ œ
legJe
denzus
mandie
telswas
opbang
deen
grondbad
enheel
Am G
œ œ œ œ .œ jœrielang
penal
luidleen
naartot
Hem.God.
DeWaar
F C
5 5 55 5
& ..15 œ œ œ œ œ œ œ œleikon
dersHij
vanheen?
hetHij
landvoel
wade
renzich
datver
F C1.œ œ# ˙o zo zat!
D/F # G2.˙ ˙la ten.
D/F # G
œb œ œ œ œ œ œ œDe ze vrij dag valt de we reld
Bridge
A b B b
5 55 5
55 5 5
&19
œ œ œ œ .œ jœecht he le maal s;l. Want
C
œb œ œ œ œ œ œ œJe zus sterH dan aan het gro te
A b B bw
kruis.
C
œb œ œ œ œ œ œ œDit kan niet het ein de zijn van
A b B b
5 5 5 55
& ..23
œ œ œ œ ˙vre de o ver al?
C
œb œ œ œ œ œ œ œSa men zin gen wij het dan ook
A b B bwluid!
D.C.KalKFineG
5 5 5 5 5
Wakker&voor&Jezus muziek:KJanKDemuyncktekst:KAnneliesKVanderbeke