GIS-nieuwsbrief 11 nieuw

20
PERIODIEKE AITGAVE – JULI 2001 – NR 11 FLEPOS FLEmish POsitioning Service

Transcript of GIS-nieuwsbrief 11 nieuw

PERIODIEKE UITGAVE – JULI 2001 – NR 11

FLEPOS FLEmish POsitioning Service

2

Woord vooraf

2

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Wisseling van de wacht op ministerieel niveau brengt doorgaans wat commotie teweeg in de rangen van medewerkers in de betrokken bevoegdheidsdomeinen. Ik wil de Vlaamse GIS-gemeenschap meteen gerust stellen: het is mijn intentie continuïteit te waarborgen in het beleid dat mijn voorganger Johan Sauwens, overigens op voortreffelijke wijze, tot dusver gevoerd had. Het is zijn verdienste geweest met het decreet houdende GIS-Vlaanderen een degelijke verankering van het samenwerkingsverband te realiseren. Ik beschouw het als een uitdaging binnen dit nieuwe kader de uitbouw en het functioneren van het samenwerkingsverband optimaal te stimuleren en de nodige randvoorwaarden te creëren opdat digitale geografische informatie zo snel en zo efficiënt mogelijk een onontbeerlijke schakel gaat vormen in beleidsdomeinen met een ruimtelijke component.

Met het nieuwe decreet is er, hoe kan het anders, aardig wat werk aan de winkel. Om te beginnen is er de herinstallatie van de sturings- en adviesorganen van GIS-Vlaanderen. Daartoe heb ik op 21 juni 2001 de nieuwe samenstelling van de stuurgroep GIS-Vlaanderen goedgekeurd, zodat nog voor het zomerreces de vernieuwde stuurgroep GIS-Vlaanderen kan samenkomen.

Een tweede belangrijke mijlpaal die ik U graag wil aankondigen is de goedkeuring van het GIS-Vlaanderen-plan, dit is, conform het decreet, het strategisch plandocument voor de komende 5 jaar. Het GIS-Vlaanderen-plan is bovendien het plandocument waaraan provinciale en gemeentelijke GIS-plannen zullen getoetst worden op hun conformiteit en dit met respect voor de beleidsaccenten eigen aan deze beleidsniveaus. In één beweging is ook het jaarlijkse uitvoeringsplan 2001-02 goedgekeurd, waarin de concrete projecten voorgelegd waren die het samenwerkingsverband dit jaar wenst te realiseren.

De ontplooiing van een gebiedsdekkend RTK-GPS netwerk van grondstations mag van strategisch belang genoemd worden in het kader van karteringswerkzaamheden op grootschalig niveau. Dankzij deze technologie wordt het een stuk eenvoudiger en minder tijdrovend om alle topografische terreinmetingen te herleiden tot eenzelfde uniek referentiekader. Dat opent ongekende mogelijkheden voor datarecuperatie en -integratie. Bovendien zijn er de grote voordelen die hieruit kunnen geput worden om op lange termijn degeneratie van de GRB-databank te voorkomen. Het is niet overdreven te stellen dat Vlaanderen met de keuze voor deze technologie in elke vorm van grootschalige topografische metingen, gekoppeld aan het typebestek voor skeletmetingen, een revolutionaire stap zet in functie van de harmonisatie van thans zeer verspreide, versnipperde en moeilijk te recupereren metingen.

U merkt het, waarde lezer, GIS-Vlaanderen werkt intensief aan nieuwe initiatieven die de ganse GIS-gemeenschap in Vlaanderen zullen ten goede komen. Heel in het bijzonder wil ik hierbij een oproep lanceren aan provincies en gemeenten om, nu zij dankzij het decreet volwaardige partners van het samenwerkingsverband geworden zijn, optimaal gebruik te maken van hun vertegenwoordiging in de stuurgroep en actief te participeren in de werking van GIS-Vlaanderen. Hechte samenwerking blijft een conditio sine qua non om de strategische doelstellingen voor de komende 5 jaar tot werkelijkheid om te vormen.

Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Ambtenarenzaken, Binnenlandse Aangelegenheden en Huisvesting

33

FLEPOS

Aanhef

Op dit ogenblik is het onmogelijk een centimeternauwkeurige, betrouwbare, uniforme en betaalbare plaatsbepaling uit te voeren in Vlaanderen. FLEPOS, het GPS-netwerk voor Vlaanderen, wordt het instrument dat tegemoet komt aan deze lacune. Het verbindt alle grootschalige activiteiten (o.a. GRB) onderling door de diverse metingen direct binnen hetzelfde referentiekader te plaatsen zonder de kostprijs in de hoogte te jagen. Met één individuele standaard RTK GPS-ontvanger met GSM-modem kan iedere gebruiker zijn absolute positie in het Belgische Lambert BD72/50-referentiesysteem bepalen op het terrein zonder bijkomende investeringen in hard- en software. FLEPOS levert vooral een forse tijdswinst op. De transformatieparameters moeten niet langer bepaald worden via bijkomende metingen van lokale referentiepunten. Het opzetten van een eigen referentiestation is niet langer vereist wat in principe leidt tot het halveren van de nodige investeringen in vergelijking met de huidige situatie.FLEPOS en de bijbehorende dienstverlening zullen operationeel zijn medio 2002. De haalbare nauwkeurigheid voor RTK GPS is beter dan 5.5 cm in 90% van de gevallen in planimetrie en 5.0 cm in 90% van de gevallen in altimetrie.Zowel de RTK-toepassing als de DGPS-signalen komen aan bod. FLEPOS maakt topografische opmetingen in Vlaanderen uniform en recupereerbaar.

Inleiding

Het belang van een nauwkeurige, betrouwbare, uniforme en betaalbare plaatsbepaling kan nauwelijks overschat worden.Het Cardib-initiatief werd destijds algemeen verweten onbetaalbaar te zijn wegens de verlangde nauwkeurigheid. De beoogde absolute nauwkeurigheid vereiste immers arbeidsintensieve en dus kostelijke voorbereidende veelhoeksmetingen om de aansluiting met het nationaal geodetisch net te verzekeren. Ook de GRB-definitie van grootschalig, nl. gegevens die in

analoge plans op schalen tussen 1/250 en 1/2.500 worden voorgesteld, impliceert reeds een minimale cartografische precisie van 25 cm. Bovendien is het zo dat GRB-activiteiten via een tweesporenbeleid worden ontwikkeld, waarbij korte termijn initiatieven in een structurele lange termijn oplossing convergeren. Voeg daarbij het feit dat de bijhouding van de GRB-databank op continue basis dient georganiseerd zonder degradatie in nauwkeurigheid en het wordt duidelijk dat een gestandaardiseerde, betrouwbare en vooral betaalbare plaatsbepaling voor de talrijke grootschalige metingen absolute noodzaak is.FLEPOS is het instrument dat alle grootschalige activiteiten onderling verbindt door de diverse metingen direct binnen hetzelfde referentiekader te plaatsen zonder de kostprijs in de hoogte te jagen. De ervaringen uit de kwaliteitscontrole van de eerste GRB-pilootprojecten leren ons dat de specificaties voor grondslag moeiteloos gehaald worden doordat de GPS-metingen binnen elk pilootproject op zich sterk gestandaardiseerd worden. FLEPOS maakt een dergelijke standaardisatie praktisch mogelijk in gans Vlaanderen en dit voor alle GPS-gebruikers. De standaardisatie houdt echter meer in dan het installeren van permanente GPS-stations: onafhankelijke aanbevelingen, dit zijn technische richtlijnen, garanderen aansluiting op FLEPOS met het oog op kwaliteitszorg en betrouwbaarheid.

Wat is GPS?

Het Global Positioning System (GPS) is een satelliet-gestuurd plaatsbepalingsysteem met als doel de absolute positie op aarde te kunnen bepalen. GPS werd ontwikkeld door het ministerie van defensie van de Verenigde Staten. Navigatie, landmeetkundige en geodetische plaatsbepaling en de integratie met GIS zijn de meest gekende succesvolle toepassingen van de GPS-technologie. De positiebepaling heeft een nauwkeurigheid variërend tussen enkele tientallen meter en enkele millimeter, afhankelijk van de gebruikte GPS-ontvanger en de gevolgde meettechniek (zie kader GPS-meetmethoden, blz. 8). Over het algemeen corresponderen hogere nauwkeurigheden met hogere

4

kosten en meer complexe meetprocedures. Daarom is het voor de gebruiker belangrijk te weten welke techniek hij kan gebruiken om met minimale kosten en inspanningen de voor hem vereiste nauwkeurigheid te bereiken.

Historiek

GPS als plaatsbepalingstechniek staat in schril contrast met de klassieke methoden. Het schijnbare gemak waarmee het toestel bijna overal nauwkeurige posities tevoorschijn tovert met een minimum aan inspanningen spreekt tot de verbeelding. De ware topograaf herinnert zich immers de inspanningen die vroeger geleverd werden om waar nodig een plaatsbepaling in het Lambert-stelsel te verkrijgen…

Van triangulatie tot GPS…Het NGI beschikt over een geodetisch planimetrisch grondslagnet opgericht met behulp van driehoeksmeting en een geodetisch altimetrisch net (TAW) bepaald via nauwkeurige waterpassing. Verdichtingen zijn noodzakelijk om resultaten in het nationale Lambert BD 72/50-systeem te bekomen en op het TAW-net om de exacte hoogte te kennen. Dit is een tijdrovend werk dat in het verleden niet altijd werd uitgevoerd. Om de kostprijs te beperken werd vaak gewerkt in een lokaal assenstelsel. Dit kwam de uitwisseling van gegevens niet ten goede. Er wordt gebruik gemaakt van optische instrumenten voor het meten van horizontale en verticale hoeken en van elektronische afstandsmeters.

4

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Wat verandert FLEPOS op het terrein?

Met één standaard RTK GPS-ontvanger en GSM-modem kan iedere gebruiker zijn absolute positie in Lambert BD72/50 bepalen op het terrein zonder bijkomende investeringen in hard- en software en zonder bijkomende metingen van referentiepunten. De gebruiker ontvangt via zijn GSM de noodzakelijke RTCM-boodschappen vanuit een controlecentrum. In eerste instantie kan zijn ontvanger zo precies en quasi ogenblikkelijk de positie op de aardbol bepalen (de zogenaamde ETRF-coördinaten).Binnen GIS-Vlaanderen of FLEPOS worden echter zoneafhankelijke transformatieparameters tussen ETRS89 en Lambert BD72/50 ter beschikking gesteld zodat de gebruiker ook eenvoudig zijn absolute positie met centimeternauwkeurigheid in het Lambert BD72/50-stelsel kan berekenen.De voordelen van FLEPOS t.o.v. de huidige werkwijze zijn de uniformisering van alle GPS-metingen door algemeen gebruik van unieke transformatieparameters, de tijdswinst (de transformatieparameters moeten niet langer bepaald worden via lokale referentiepunten en het opzetten van een eigen referentiestation is niet langer vereist) en het halveren van de benodigde investeringen bij de landmeter die voortaan geen eigen referentieontvanger meer nodig heeft.

Vast referentiestation in kader van GRB-pilootproject

Met behulp van een totaalstation kan een 3D-positie bepaald worden.Optica-vrije GPS-ontvangers luidden eind jaren ´80 een nieuw tijdperk in. GPS-metingen zijn snel, nauwkeurig en steeds gepositioneerd in een globaal referentiesysteem. Enkel een vrije horizon is vereist voor het ongestoord ontvangen van alle beschikbare satellietsignalen. De snelle technologische evolutie van de GPS-techniek heeft geleid tot een kortere meettijd en een betere nauwkeurigheid. De voortdurende investeringen in nieuwe meettechnieken (RTK GPS) en de ontwikkelingen op gebied van informatica en (mobiele) datacommunicatie werpen eveneens hun vruchten af. Door het installeren van gebiedsdekkende netwerken van permanente RTK GPS-stations wordt voor de landmeter de drempel binnenkort nog verlaagd. Het nieuwe millennium zal het aanzicht van de landmeetkunde in Vlaanderen grondig en definitief wijzigen.

ReferentiesystemenRuimtelijke coördinaten worden steeds gedefinieerd in een referentiesysteem. De geografische coördinaten worden gespecificeerd t.o.v. een ellipsoïde en worden aangeduid door ϕ (geografische breedte), λ (geografische lengte) en h (ellipsoïdale hoogte). Elk

5

Afkortingen gebruikt in de geodesie

WGS84: World Geodetic System 1984, globaal en ruimtelijk referentiesysteem voor wereldwijde navigatietoepassingen met een vereiste nauwkeurigheid van 1 m. De coördinaten worden uitgedrukt in breedte, lengte en ellipsoïdale hoogte (normaalhoogte) of in geocentrische coördinaten (X, Y, Z).ITRS: International Terrestrial Reference System, een preciezer referentiesysteem dan WGS84, geschikt voor geodetische en landmeetkundige toepassingen. De continentendrift (onderlinge verplaatsingen tot 12 cm/jaar) staat het gebruik van een wereldwijd systeem voor landmeetkundige toepassingen echter in de weg.ETRS: European Terrestrial Reference System, Europees referentiesysteem gebaseerd op ITRS maar gerefereerd op de Europese continentale plaat. De Europese plaat verplaatst zich gemiddeld 2.5 cm per jaar t.o.v. gekende ITRS-punten. Transformaties tussen beide systemen zijn op elk ogenblik gekend. Om praktische redenen wordt steeds gerefereerd naar de positie van de Europese continentale plaat in 1989. Men spreekt dan ook van ETRS89.ETRFyy: European Terrestrial Reference Framework van het jaar yy, staat voor het kader waarin coördinaten kunnen bepaald worden, gebaseerd op het ETRS89-systeem. Dit betekent dat de gebruiker steeds werkt in ETRF. Er zijn verschillende realisaties waarvan ETRF97 de meest nauwkeurige is. ETRF-coördinaten worden uitgedrukt in geografische coördinaten (breedte, lengte en ellipsoïdale hoogte) of in geocentrische coördinaten (X,Y,Z).Lambert BD72/50: het Belgische nationale cartesiaanse en vlakke referentiesysteem, zoals gedefinieerd door het Nationaal Geografisch Instituut (NGI). In afwijking van de voorgaande referentiesystemen is dit geschikt voor 2D-toepassingen. De xy-coördinaten worden uitgedrukt in meter. Overal in België hebben de coördinaten een positieve waarde. De laatste vereffening van het net van geodetische punten werd uitgevoerd in 1972 met behulp van o.a. astronomische meettechnieken

Enkele GPS afkortingen

In de GPS-wereld wordt met tal van acroniemen gegoocheld. GPS: Global Positioning System, navigatiesysteem gebaseerd op satellietwaarnemingen ontwikkeld door het ministerie van defensie van de V.S.DGPS: Differrential GPS, zie GPS-meetmethoden, blz. 8.RTK: Real Time Kinematic, zie GPS-meetmethoden, blz. 8.PP: Post Processing, plaatsbepalingstechniek via fasemeting waarbij de referentie- en de roversgegevens na verwerking -op kantoor- resulteren in een centimeternauwkeurige positie.RINEX: Receiver INdependent EXchange format, een ontvanger onafhankelijk dataformaat (ASCII) om GPS-data uit te wisselen.RTCM: Radio Technical Commision for Maritime Services stelt de standaarden van de RTCM-boodschappen vast, het gestandaardiseerd dataformaat om GPS-correcties uit te zenden.Rover: RTK GPS-ontvanger, geschikt voor mobiel gebruik en het inmeten van (grote) puntenvelden.

TAW: Tweede Algemene Waterpassing als Belgisch referentiesysteem voor orthometrische hoogte gerealiseerd door hoge-nauwkeurigheidswaterpassing. Het nulpunt werd bepaald als het gemiddeld zeeniveau bij laagwater zoals waargenomen te Oostende. De orthometrische hoogte verschilt van de ellipsoïdale GPS-hoogte mede doordat ze rekening houdt met de zwaartekracht.

GRB-landmeetploeg met RTK GPS-rover

6

referentiesysteem is gebaseerd op een zo goed mogelijk passende ellipsoïde. Geocentrische coördinaten duiden de ligging van een punt aan t.o.v. het middelpunt van de gekozen ellipsoïde. Deze coördinaten worden aangeduid door (X,Y,Z). De overgang van de ene vorm naar de andere vorm binnen eenzelfde datum gebeurt zonder fouten.GPS-metingen worden steeds gerefereerd in WGS84. Net als WGS84 is het ETRS89-systeem geënt op de GRS80-ellipsoïde. De verschillende GRB-toepassingen vereisen een cartografische voorstelling in een plat vlak, het Lambert BD72/50-systeem. De coördinaten in dit stelsel worden aangeduid door (x,y). Voor dit systeem werd de ellipsoïde van Hayford als referentievlak gekozen. De overgang tussen beide ellipsoïden gaat gepaard met een klassieke 3D-gelijkvormigheidstransformatie waarbij een rotatie, verplaatsing en verschaling optreedt. Het Bursa Wolf transformatiemodel wordt beschreven aan de hand van 7 parameters. Universeel werd ervoor gekozen steeds het massacentrum van de aarde (de oorsprong van het ETRS89-systeem) als rotatiecentrum te gebruiken.In nationaal verband zijn dergelijke parameters aangemaakt door het NGI. Deze parameterset is echter beperkt in nauwkeurigheid (20 cm). Dit vindt zijn oorsprong in de heterogene aard van het net van geodetische punten: de meetmethoden die gebruikt werden voor de vereffening in 1972 zijn immers niet zo homogeen en nauwkeurig als de GPS-metingen van

vandaag. Daarom is het nodig dat de transformatiezones in oppervlakte beperkt worden tot ongeveer zo’n 700 km2 om centimeternauwkeurigheid te bereiken. Dit betekent dat we voor Vlaanderen zo’n 39 transformatiezones moeten afbakenen waarbinnen een éénduidige transformatie bekend is. GPS-metingen leveren automatisch een hoogte boven de ellipsoïde (h) op. De meeste toepassingen vereisen echter een orthometrische hoogte (H). Dit betekent dat een correctie dient in rekening gebracht om over te gaan van ellipsoïdale hoogte naar waterpashoogte. TAW-hoogtes zijn immers gerefereerd aan de geoïde, het onregelmatig vlak loodrecht op de plaatselijke richting van de zwaartekracht gereduceerd tot op de hoogte van het gemiddeld zeeniveau. Aangezien de geoïdale hoogte (N) in België nog niet gekend is, wordt de ellipsoïdale hoogte benaderd omgerekend in orthometrische hoogte. In de toekomst zal het NGI deze geoïde voor gans België berekenen. Dit vereist echter o.a. heel wat dure zwaartekrachtmetingen.

Methoden van GPS-meting: aanbeveling voor het uitvoeren van GPS-metingen Uit voorgaande blijkt duidelijk dat GPS een voorname plaats heeft ingenomen, ten koste van de klassieke plaatsbepalingsmethoden. Nochtans schuilt hierin een groot gevaar: moderne GPS-ontvangers genereren met een ogenschijnlijk gemak en één druk op knop ‘nauwkeurige coördinaten’ in elk gewenst

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Geografische coördinaten

X

Y

Zaardoppervlak

evenaar

meridiaan van Greenwichh

λ

ϕ

7

geoïde X

Y

Z

X'

Y'

Z'Hayford

GRS80

7

aanbeveling A-GISVL-003-1.0 (in voorbereiding) voor het uitvoeren van GPS-metingen waakt bijkomend over de kwaliteitszorg van de verschillende GPS-meetmethoden en staat garant voor een nauwkeurige en betrouwbare aansluiting op FLEPOS.

Objectieven

Zonder GPS-netwerk gebeuren GPS-metingen in Vlaanderen momenteel niet uniform en op tijdrovende wijze. Door het oprichten van een netwerk van vaste GPS-stations in Vlaanderen, FLEPOS, wordt de behoefte van de overheden en gebruikers vervuld om de positie van gegeorefereerde data uniform, snel en met hoge nauwkeurigheid te bepalen. De RTK GPS-dienstverlening zal gebiedsdekkend zijn en 99% van de operationele tijd beschikbaar zijn. Met de operationele tijd wordt bedoeld

referentiesysteem terwijl de onderliggende complexiteit een groot aantal factoren inhoudt die op hun beurt fouten kunnen genereren: • de posities van de lokale referentiestations zijn niet gekend in ETRS89, niet stabiel in de tijd, onvoldoende duurzaam gematerialiseerd en niet voorzien van de nodige meta-informatie• de transformatie van ETRS89 naar Lambert BD72/50 is niet gestandaardiseerd en op voorgeschreven wijze bepaald; bijgevolg sluiten opmetingen in aangrenzende gebieden dikwijls niet aan• het uitvoeren en verwerken van de GPS-metingen zelf houdt vaak onvoldoende rekening met belangrijke voorschriften en aanbevelingen met het oog op kwaliteitsborging en betrouwbaarheid.Het is duidelijk dat FLEPOS de huidige tekortkomingen van GPS-metingen wil wegwerken waardoor de compatibiliteit, recuperatie en uitwisseling van topografische grondslag gegarandeerd wordt. De

Onderlinge ligging van geoïde, globale ellipsoïde en lokale ellipsoïde

Internationale en nationale hoogtebegrippen (vrij naar NGI)

N ?

N

Internationaal Nationaal

ellipsoïde GRS80

ellipsoïde Hayford

geoïde

TAW-vlak

H

h

TAWH

88

de periode tussen zonsopkomst en zonsondergang, namelijk de periode waarin het merendeel van de GPS-meetploegen actief zijn. Buiten deze periode wordt uiteraard gestreefd naar een gelijkaardige beschikbaarheid. De afwijking van de meting t.o.v. de absolute positie zal in 90% van de gevallen minder dan 5.5 cm bedragen in planimetrie en minder dan 5.0 cm in altimetrie (ETRS89). De betrouwbaarheid van de meting kan evenwel enkel bekomen worden door hetzelfde meetpunt te bepalen bij een totaal andere satellietconfiguratie (conform aanbeveling A-GISVL-003-1.0; in voorbereiding).

De objectieven van FLEPOS zijn dus velerlei:• standaardisatie en uniformisatie van GPS-metingen• grootschalige plaatsbepaling met gekende kwaliteitskenmerken waarborgen

GPS-meetmethoden

De verschillende toepassingen die aansluiting zoeken op het GPS-systeem hebben plaatsbepaling als gemeenschappelijke component. Deze plaatsbepaling geschiedt simpelweg door het berekenen van de afstand tussen de antenne en elke waargenomen satelliet. De manier waarop deze afstand berekend wordt, is bepalend voor het onderscheid tussen twee GPS-meetmethoden: de codemeting en de fasemeting. Voor landmeetkundige toepassingen wordt gebruik gemaakt van de fasemetingen. Enkel een geperfectioneerde ontvanger kan het volledige GPS-signaal ontvangen en gebruiken bij de berekening van de positie. Elke ontvanger zal echter steeds het eerste signaal gebruiken om de minder nauwkeurige kwartsklok, gebruikt in elke ontvanger, te zuiveren van fouten. Differentiële GPS (DGPS) bekomt men wanneer twee of meer ontvangers tegelijkertijd dezelfde GPS-signalen ontvangen en waarbij één van de ontvangers is gesitueerd op een gekend punt. Op basis van het verschil tussen de waargenomen en de berekende afstand tot elke satelliet worden correcties berekend die ook van toepassing zijn op de overige ontvangers waardoor een aantal foutenbronnen weggezuiverd worden. De absolute positie is bij DGPS ondergeschikt aan de afstand of vector tussen de vaste ontvanger en de rovers.

codemetingDeze methode resulteert in een ‘absolute plaatsbepaling’ en maakt gebruik van het tijdsverschil tussen het uitzenden van het signaal door de satelliet en de ontvangst van ditzelfde signaal door de ontvanger. Het is voldoende om tegelijkertijd signalen van vier zichtbare satellieten te ontvangen om een positiebepaling te kunnen uitvoeren. De nauwkeurigheid schommelt tussen 10 en 100 m. Allerlei foutenbronnen (satellietbanen, satellietklok, ionosfeer, troposfeer, …) liggen hier aan de basis. DGPS-codemetingen leveren een nauwkeurigheid beter dan 1 m.

fasemetingDeze methode kan alleen toegepast worden bij DGPS. Het meten van het faseverschil tussen de ontvangen draaggolf (L1 en/of L2) en een intern gegenereerde golf in de ontvanger maakt mm-nauwkeurigheid mogelijk mits specifieke verwerking. Via RTCM-boodschappen worden de correcties in real-time doorgestuurd naar de rover (RTK GPS). Indien men niet over een communicatielink beschikt tussen de ontvangers, is naverwerking van waarnemingen op kantoor vereist (PP). De haalbare nauwkeurigheid voor RTK GPS is beter dan 5.5 cm in 90% van de gevallen in planimetrie en 5.0 cm in 90% van de gevallen in altimetrie.

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

• recuperatie en (onderlinge) uitwisselbaarheid van topografische grondslag garanderen• ondersteuning GRB-projecten voor aanmaak en bijhouding• een meer efficiënte meettechniek mogelijk maken:

o Lambert BD72/50-coördinaten op het terreino NGI-punten moeten niet meer opgemeten worden

• kostenbesparing realisereno tijdswinst: NGI-punten moeten niet meer opgemeten worden om lokale transformatie uit te voereno ontdubbelen van ontvangers: er is geen referen-tiestation meer nodigo één GPS-ploeg wordt er in principe twee

• opportuniteiten bieden voor het ontwikkelen en ondersteunen van nieuwe toepassingen: monitoring van kunstwerken, navigatietoepassingen, toepassingen in landbouw en constructie

99

Netwerkconcept

De uitbouw van het GPS-netwerk en de bijbehorende dienstverlening in Vlaanderen vergt de installatie van de referentieontvangers en van alle communicatie, controle en ondersteuning die ermee verband houden. Het ganse systeem kan onderverdeeld worden in 5 segmenten:1. het referentiesegment: de horizontale en verticale opbouw van de referentiestations 2. het communicatiesegment: de realisatie van vaste communicatie van de referentiestations met het controlecentrum en de draadloze communicatie tussen de gebruikers op het terrein en datzelfde controlecentrum;3. het geodetisch segment: het beschikbaar stellen van uniforme transformatieparameters tussen het ETRS89- systeem en het Lambert BD72/50-systeem

4. het controlesegment: de installatie en de operationele verwerking van controleprocessen die de kwaliteit van de correcties en de status van het netwerk op elk ogenblik beschrijven en rapporteren5. het gebruikerssegment: de gemeenschap van eindge-bruikers en de diensten, data en voorwaarden die aan die brede groep worden aangeboden

ReferentiesegmentDe verticale opbouw of uitrusting van een doorsnee referentiestation zal bestaan uit een aangepaste GPS-antenne, beschermd door een radome of beschermkap en een GPS-ontvanger die een permanente verbinding onderhoudt met het controlecentrum. Lokale gegevensarchivering garandeert het behoud van de ontvangen data. Een noodbatterij zorgt voor de

Conceptueel ontwerp van een RTK GPS-netwerk

1) referentiesegment

5) gebruikerssegment

2) geodetisch segment

3) communicatiesegment

4) controlesegment

GPS-antenne

Referentiestations

GPS-ontvanger

Bepalen van coördinaten en transformatieformules

RTK-gebruiker

postprocessing

DGPS-gebruiker

GSM

radio DAB

RDS

LANLAN

Dial acces server

ISDN of kabel

modem

router

www

ftp

1010

bedrijfszekerheid bij mogelijke stroompannes. De antennes worden zoveel mogelijk geplaatst op bestaande gebouwen. Kritische opstelvoorwaarden zijn de zichtbaarheid van de hemelsfeer en de afwezigheid van andere reflecterende constructies (o.a. hogere gebouwen, wateroppervlakken,…) en actieve zenders (radar, GSM,..) in de nabije omgeving rond de antenne. De opstelhoogte van de antenne is op zich geen criterium, maar wordt steeds bepaald in relatie met de onmiddellijke omgeving.Horizontaal wordt het netwerk opgebouwd uit een 35 à 40-tal referentiestations. De onderlinge afstand tussen de stations bedraagt 26 tot 30 km. Een exact inplantingsschema wordt momenteel opgesteld.

CommunicatiesegmentHet communicatiesegment staat in voor alle communicatie en gegevensuitwisseling tussen de verspreide vaste referentiestations en het centrale controlecentrum enerzijds en tussen de gebruikers en dat controlecentrum anderzijds. Tussen de referentiestations en het controlecentrum wordt gebruik gemaakt van vaste communicatielijnen. De RTK-gebruikers bellen centraal in via GSM (draadloze communicatie) waarna ze de geïndividualiseerde RTCM-boodschappen zullen ontvangen. De PP-gebruikers maken gebruik van het internet om de waarnemingen via een standaard ftp-site te verkrijgen. Er is op dit ogenblik nog geen uitsluitsel over de manier waarop de DGPS-signalen ter beschikking worden gesteld.

ControlesegmentHet controlesegment is opgebouwd uit hard-, soft- en zogenaamde humanware. De hardware bestaat uit

de nodige computer en communicatie infrastructuur die samen met een centrale beheersoftware zorgen voor de eerstelijnscontrole, de distributie en de archivering van de GPS-signalen. Die geautomatiseerde eerstelijnscontrole omvat de controle van de vaste communicatieverbindingen, het toetsen van de gegevensintegriteit (opsporen van corrupte signalen) en een controle van de netwerkconfiguratie (de beschikbaarheid van referentiestations) en meetgegevens van permanente rovers. Een meer grondige post processing (PP) controle gaat met regelmaat de stabiliteit van de referentiestations, de netwerkconfiguratie en de verankering van de referentiestations binnen ETRF97 na.

Geodetisch segmentOm tot een gestandaardiseerde en uniforme positiebepaling te komen is de plaatsbepaling van de referentiestations binnen de meest nauwkeurige realisatie van ETRS noodzakelijk. Daar een unieke, centimeternauwkeurige transformatie tussen ETRS89 en het historische Lambert BD72/50-stelsel onmogelijk blijkt voor gans Vlaanderen dient men per deelzone aangepaste transformatieparameters tussen ETRS89 en Lambert BD72/50 toe te passen. De diverse specifieke parametersets worden door het OC ter beschikking gesteld. Het correct gebruik van de transformatieparameters blijft evenwel de verantwoordelijkheid van de individuele gebruiker. Het OC zal wel de nodige inspanningen leveren om via voorlichting en meta-informatie het correct gebruik te promoten.

Transformatiezones ETRS89 naar Lambert BD72/50

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

11

GebruikerssegmentDe gebruikers kunnen al naargelang hun noden onderverdeeld worden in kritische en niet-kritische gebruikers. Met kritische gebruikers worden die gebruikers bedoeld die zichzelf of anderen in gevaar brengen bij het uitblijven van een nauwkeurige positiebepaling (bv. bij automatische navigatie). Zowel kritische als niet-kritische gebruikers zullen gebruik kunnen maken van de twee diensten aangeboden door het OC: RTK GPS-dienstverlening en DGPS-dienstverlening. Voor de gebruikers binnen de sector wordt een aanbeveling uitgewerkt met onafhankelijke voorschriften voor het uitvoeren van GPS-metingen.

Planning en dienstverlening

De realisatie van het netwerk duurt zowat 18 maanden en is begin januari op kruissnelheid gebracht na de aanwerving van een voltijdse coördinator. Tijdens de voorbereidingen werden al verschillende netwerkscenario´s geëvalueerd waarna het conceptueel plan werd opgesteld dat o.a. is gebaseerd op ervaringen van andere Europese RTK GPS-netwerken. Momenteel worden de technische randvoorwaarden van de verschillende netwerksegmenten opgesteld, een taak die tot september zal voortduren. Met die specificaties als basis kunnen de procedures tot gunning worden opgestart. Na grondige testen in de lente van volgend jaar moet het FLEPOS-netwerk vanaf medio 2002 operationeel zijn.Twee diensten worden aangeboden:• RTK-dienstverlening met centimeternauwkeurigheid. PP-gebruikers kunnen dezelfde nauwkeurigheid verkrijgen• DGPS-dienstverlening met decimeter- tot meternauwkeurigheid.De RTK-dienstverlening is prioritair. In een iets later stadium kunnen DGPS-correcties worden aangeboden.

Besluit

Algemeen doel van FLEPOS, het GPS-netwerk voor Vlaanderen, is het uitbouwen en exploiteren van een netwerk van permanente GPS-referentiestations in het Europese ETRS89-kader. De RTK-gebruiker kan ongeacht zijn type RTK-ontvanger met de uniforme

transformatieparameters zijn absolute positie in het Belgische Lambert BD72/50-referentiesysteem, snel, nauwkeurig, betrouwbaar en op een gestandaardiseerde wijze bepalen. Dit netwerk en de bijbehorende dienstverlening zullen operationeel zijn medio 2002. Prioritair wordt de RTK-toepassing benaderd. In een later stadium kunnen DGPS signalen aangeboden worden. Dankzij FLEPOS worden topografische opmetingen in Vlaanderen eindelijk uniform en recupereerbaar.

GPS netwerken in Europa

Vlaanderen staat niet alleen. Andere Europese initiatieven zijn o.a.:EUREF: http://www.euref-iag.orgZwitserland: http://www.swisstopo.ch/en/geo/agnes.htm (SWIPOS)Nederland: http://www.agrs.nl (AGRS)Denemarken: http://www.gpsnet.dk (GPSnet.dk)Brussels Gewest: http://www.ngi.be Waals Gewest: http://gps.wallonie.be (WALCORS)Duitsland (deelstaat Beieren): http://212.34.74.183 (SAPOS-bayern)Zweden: http://swepos.lmv.lm.se (SWEPOS)

Contactpersonen

Voor nadere inlichtingen kan je steeds terecht bij Wim Van Huele (02/543 69 73, [email protected]) of Björn De Vidts (02/543 76 13, [email protected] )

GPS-signalen: even technisch….

GPS-satellieten genereren elk een uniek signaal dat wordt uitgezonden op twee draaggolven (L1 en L2) elk met een eigen frequentie. Het signaal bestaat uit een C/A code (Course Acquisition) en een P-code (Precise Positioning Service). De L1-draaggolf bevat de C/A-code en de P-code. De L2-draaggolf bevat enkel de P-code. Het signaal wordt verder nog aangevuld met informatie over de satellietbaan, de atmosferische toestand en tenslotte gegevens over de heel nauwkeurige atoomklok en de algemene gezondheid van de satelliet.

1212

De tweede reeks GRB-pilootprojecten gaat van start

Op 11 mei 2001 verscheen de aankondiging van de tweede reeks offertevragen in het Bulletin der Aanbestedingen. Het betreft de bestekken voor de GRB-kartering van Opwijk, Londerzeel, Meulebeke, Rumst en een deel van de stad Gent.

Dat Gent-Zuid deels vorig jaar, deels dit jaar wordt uitgevoerd, heeft te maken met de beschikbaarheid van de fotovlucht als bronmateriaal.

De nieuwe bestekken bevatten 2 belangrijke uitbreidingen tegenover de eerste reeks projecten:

1. enerzijds omvat de opdracht nu ook de integratie van vastgoedinformatie, o.a. via een interpretatie van de KADSCAN-bestanden

2. anderzijds vormen Opwijk, Londerzeel en Meulebeke expliciete conversieprojecten waarbij de recuperatie en integratie van bestaand grootschalig kaartmateriaal, respectievelijk de Havi-GBK, de CARDIB-GBKV en de GRB-skeletmetingen, is opgenomen.

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Documenten die de integratie van het vastgoedgegeven en de recuperatie van grootschalige basiskaarten beschrijven zijn op de OC-website geplaatst. Voor de recuperatie van grootschalige basiskaarten is het belangrijk te beseffen dat deze documenten werden opgesteld NADAT een bijzondere GRB-compatibele kwaliteitscontrole op het beschikbare kaartmateriaal werd uitgevoerd. De beschreven methodes kunnen bijgevolg niet zondermeer van gebied naar gebied worden overgedragen.

Voorts werden de bestekken aangepast aan de ervaringen van de eerste reeks projecten en houden ze rekening met de inzichten die via het typebestek voor skeletmeting werden ontwikkeld.

Naar verwachting gaan de eerste projecten van de nieuwe reeks daadwerkelijk in september van start.

Vier GRB-pilootprojecten zijn op dit ogenblik in uitvoering: Laakdal, Gent-Zuid I, Brasschaat en Sint-Truiden. Ieder project verloopt via 3 fasen.• In Sint-Truiden is de voorbereidende fase nog in uitvoering waarbij het door het OC aangeleverde luchtfotomateriaal wordt verwerkt• De projecten Gent-Zuid I en Brasschaat hebben net hun organisatiefase afgerond met de eerste deellevering van GRB-gegevens. Dit getuigt van een optimale afstemming van terrestrische en fotogrammetrische karteringstechnieken in het respectievelijke productieproces• Het oudste project, Laakdal, is inmiddels ver gevorderd in de productiefase. De organisatiezone is opgeleverd en de aannemer heeft de kartering van het grondgebied op kruissnelheid gebracht

In de bestekken is voortaan de herinterpretatie van het KADSCAN-perceel naar een administratief perceel opgenomen.

13

Grondvlak Terrein

Grondvlak terrestrische gekarteerdeCARDIB typenutsbedrijf

BR01

wegbaan

> 30cm > 30cm

portiek

Grondvlak fotogrammetrischgekarteerde CARDIB(gebiedsdekkend)

BR01BR05 5m

BB01

BR01 BR01BR05 5m

BB10

Grondvlak Terrein

Grondvlak GRB model

wbn

wegbaan

> 30cm > 30cm

portiek

Grondvlak GRB met conversieCARDIB

wbnwrb wrbwvb

1

6

6

6

6

wbn wbnwrb wrbwvb

6

6

6

6

5

De onderstaande tabel biedt een overzicht van enkele kenmerken van de nieuwe GRB-projecten.

bestek conversie uitvoerings-termijn vlucht periode

Opwijk OC-GRB/2001/0501 (GP12) Havi-TV GBK 14 maanden begin april 2001

Londerzeel OC-GRB/2001/0502 (GP10) CARDIB GBKV 19 maanden begin april 2000

Meulebeke OC-GRB/2001/0503 (GP11) Skelet 14 maanden 15 februari 2001

Gent-Zuid II OC-GRB/2001/0504 (GP13) nvt. 17 maanden 2 april 2001

Rumst OC-GRB/2001/0505 (GP9) nvt. 14 maanden begin mei 2000

De CARDIB-benaderingen GRB met en zonder CARDIB-overname

De conversiemethodes beschrijven hoe in de conversieprojecten de beschikbare en betrouwbare GBK-gegevens in GRB worden gerecupeerd.

14

Een sneeuwbaleffect.Sinds eind 2000 kunnen alle GIS-gebruikers beschikken over de KADSCAN-bestanden. KADSCAN biedt een antwoord op de urgente behoefte aan digitale kadastrale informatie. Met het labelpunt en een eenduidige definitie van de perceelsidentificatie kunnen de gegevens in een GIS ingebracht worden en wordt de koppeling met andere databanken mogelijk. Tal van administraties en ondernemingen maken inmiddels dankbaar gebruik van de KADSCAN-bestanden (Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, AMINAL, Aquafin, Telenet, OVAM,…).Rond de KADSCAN-bestanden zijn reeds heel wat afgeleide producten ontstaan of zijn in ontwikkeling. Zo worden de KADSCAN-bestanden in het kader van het CRAB (Centraal Referentie Adressen Bestand) verrijkt met adressen.Het KADSCAN-project geldt als model voor heel wat soortgelijke scan-projecten (BPA’s, atlas der buurtwegen,…). Op die manier worden de oude archieven en documenten op een eenvoudige manier digitaal ontsloten en raadpleegbaar.Door de Vlaamse Landmaatschappij wordt KADSCAN aangewend in het kader van het recht van voorkoop (Natuur). KADSCAN is ook één van de basisbestanden voor de opbouw van het plannen- en vergunningenregister (AROHM).Het belangrijkste effect van KADSCAN is te merken bij AKRED. Het Kadaster erkent de nood aan een digitaal kadastraal plan. Het prille samenwerkingsakkoord tussen het OC en AKRED wordt nu doorgetrokken naar de organisatie van de bijhouding van KADSCAN.

De actualisatie van KADSCANDoor het veralgemeend gebruik van KADSCAN wordt actualisatie steeds meer prangend. Kadastrale informatie verandert immers heel snel (jaarlijks 150.000 mutaties op een totaal van circa 5 miljoen percelen).Voor de actualisatie is dit jaar een inhaaloperatie opgezet waarbij de originele, inmiddels bijgewerkte kadastrale plans opnieuw gescand worden (op kadastrale toestand 1 januari 2001). Door hergebruik van de initiële KADSCAN-referentie wordt een nieuwe georeferentie uitgevoerd, waarna de perceelsidentificatie van de gewijzigde percelen wordt geactualiseerd. De scanning start begin juli, zodra alle plans op de kadastrale toestand 1 januari 2001 zijn bijgewerkt. Deze scanning gebeurt door het OC binnen de kantoren van AKRED.

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

KADSCAN na zes maanden

Voorbeeld van beslissingsregel bij thema Kad.

Op die manier zal begin 2002 een actuele, homogene kadastrale toestand beschikbaar zijn.Voor de daaropvolgende jaarlijkse bijhoudingsoperatie start het OC samen met AKRED een testproject om de KADSCAN-bestanden direct via de mutatieschetsen 207 te actualiseren. Vectoriseren van KADSCANMet het beschikbaar stellen van de gescande kadastrale plans zijn velen gestart met de vectorisering van die plans. Het OC heeft hierover 2 aanbevelingen ontwikkeld.De eerste aanbeveling “dataconversie KADSCAN” houdt een loutere vormgetrouwe vectorisering in van de KADSCAN-bestanden, met behoud van de originele, middenschalige geometrie.De tweede aanbeveling betreft een “herinterpretatie” van ieder kadastraal perceel op basis van meerdere grootschalige bronnen (GRB-kartering, orthofoto’s). Ze

14

15

Aanmaak administratief perceel (d) (adp) met behulp van luchtfoto (a), KADSCAN (b) en GRB-data (c)

a

b

c

d

15

leidt tot een volledig geïntegreerd ‘administratief perceel’ in de GRB-databank. Momenteel wordt deze methode intern bij het OC toegepast voor 4 GRB-projecten, terwijl de nieuwe GRB-projecten (zie blz. 12) zullen worden vervolledigd met het kadastraal thema door verschillende aannemers.Merk op dat deze aanbevelingen nog verfijnd zullen worden op basis van de ervaringen die het OC heeft opgedaan na het uitvoeren van de pilootprojecten en na overleg met AKRED (o.a. naar aanleiding van de opmaak van een gemeenschappelijke (grafische) objectcataloog van het kadastraal plan).

Gekende problemenOp de website (http://www.gisvlaanderen.be) wordt onder de rubriek GRB, subrubriek KADSCAN, een “vragen en antwoorden” lijst gepubliceerd. Op die lijst vindt men een aantal problemen of vragen die door gebruikers naar voor zijn gebracht. Zo worden de MapInfo-gebruikers erop gewezen dat ze nieuwe set .tab bestandjes dienen af te laden.

KADVEC Gezien de recente ontwikkelingen in de samenwerking met de gewesten, wenst AKRED samen met de gewesten op relatief korte termijn een vectorieel kadastraal plan op te bouwen. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke uniformiteit tussen de 3 gewesten, teneinde de bijhouding en dienstverlening te kunnen garanderen. Het OC stelt voor een vectoriële versie (KADVEC) te bouwen op basis van de KADSCAN-bestanden (kadastrale toestand 1 januari 2001) volgens de methode “dataconversie KADSCAN”. Dit zou in een tweetal jaar verwezenlijkt kunnen worden voor gans Vlaanderen. Naarmate geleidelijk gegevens van de GRB-projecten beschikbaar komen, zal deze eerste vectoriële versie vervangen worden door een verbeterd kadastraal perceelsplan.

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Mededelingen

in samenwerking met AROHM, afdeling Ruimtelijke planning, een aanbeveling geschreven m.b.t. de opmaak en uitwisseling van digitale plannen van het plannenregister in rasterformaat. De keuze van een rasterformaat berust op volgende uitgangspunten :• een digitale archivering van een (oud) analoog plan realiseren• een eenvoudige overdracht en uitwisseling binnen de overheid (gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk) mogelijk maken• de eenduidigheid en beschikbaarheid van het plan in het plannenregister vastleggen• de mogelijkheid om het rasterbeeld als achtergrondkaart voor vectoriële digitalisatie van de contourenkaart van het plannenregister stimuleren• de raadpleging van deze documenten binnen een GIS- of intranet-omgeving promoten• de raadpleging van rasterbeelden in een viewer eenvoudig houden• door de verschillende schaalniveaus, nauwkeurig-heden, legende-eenheden en gebruikte of verouderde referentiekaarten is het op dit ogenblik niet aangewezen om een vectoriële versie van bestaande plannen aan te maken• het nog niet hanteren van de digitale handtekening.AROHM zal via een centraal gecoördineerde opdracht instaan voor het omzetten naar een digitaal rasterformaat en het georefereren van alle geldende plannen van aanleg opgenomen in het plannenregister van elke gemeente.Voor meer informatie zie website van het OC, rubriek aanbevelingen. Contactpersoon bij het OC is Jo Van Valckenborgh. ([email protected]).

Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening / Plannen- en vergunningenregister

Voor algemene en specifieke info omtrent het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening dat werd gewijzigd bij de decreten van 28 september 1999, 22 december 1999, 26 april 2000 en 8 december 2000 zie website AROHM, afdeling Ruimtelijke planning (http://www.vlaanderen.be/ned/sites/ruimtelijk).

MetadataIn het kader van de invulling van de uitvoeringsbesluiten van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening heeft AROHM, in samenwerking met het OC, een aantal aanbevelingen en richtlijnen geformuleerd ten behoeve van de opmaak van vergunningen- en plannenregisters. Om de gemeenten te helpen bij de aanmaak van metadata in het kader van het plannenregister (zie Aanbeveling voor de digitale uitwisseling van contouren van het plannenregister op de wesbite http://www.gisvlaanderen.be) stelt het OC sjablonen ter beschikking. De ingevulde metadata-fiches worden samen met overige info op cd-rom geplaatst conform de aanbeveling. Voor algemene info omtrent metadata zie website OC, rubriek SPIDI (deelrubriek hoe metadata opbouwen). Contactpersoon bij het OC is Tom Callens. ([email protected]).

Plannen van het plannenregister in rasterformaatOm aanmaak, overdracht en uitwisseling van digitale data m.b.t. het plannenregister te harmoniseren werd

Geo-Vlaanderen

De afgelopen maanden werden een aantal nieuwe loketten opengesteld binnen de kruispuntsite Geo-Vlaanderen, meer specifiek cultureel erfgoed, bemestingsgebieden, biologische waarderingskaart, boskartering, waterkwaliteitsindicatoren, de stratengids Vlaanderen en positiebepaling (coördinaten X, Y). Aan het geoloket van de gewestplannen werd naast een actualisatie (01/04/2001) de mogelijkheid toegevoegd de plannen te bevragen via gemeente en straat. Ook een loket recht van voorkoop Ruilverkavelingen werd aan Geo-Vlaanderen toegevoegd. Geo-Vlaanderen is te consulteren via http://www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen.

16

17

Mededelingen

Aankondiging OC-producten: rasterversie van de nieuwe topografische kaart op schaal 1/10.000 Vanaf juli 2001 is de nieuwe reeks van de topografische kaart op schaal 1/10.000 ter beschikking van het Mi-nisterie van Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse open-bare Instellingen, de provincies en de gemeenten. Het betreft een rasterversie van de nieuwe topografische kaart van het NGI (bekend onder de naam topo10-r). Zij werd opgebouwd in 2 stappen: een verrastering van de vectoriële versie van de kaart op 381 dpi (basiskaart) en een superpositie met hoogtelijnen- en toponiemen rasterlagen. Alle gekarteerde en gedigitali-seerde objecten van de nieuwe vectoriële topografische kaart worden in de basiskaart overgenomen. Het geïn-tegreerde beeld wordt opgeslagen als een packbit gecomprimeerd geoTIFF-bestand met 256 kleuren. De kaartbladen worden sinds 1991 geleidelijk aan afge-werkt. AROHM heeft voor GIS-Vlaanderen reeds beschik-bare rasterbeelden van de nieuwe topokaart verworven. Momenteel is 73% van de kaartbladen van Vlaanderen en Brussel beschikbaar. Zij worden over 10 cd’s ver-

spreid, m.a.w. sequentieel over 2 cd’s per provincie. Naargelang de afwerking van de resterende kaartbla-den, zullen één of meerdere cd’s jaarlijks (t.e.m. 2005) vervangen worden tot wanneer de reeks gebiedsdekkend is voor Vlaanderen en Brussel.

Naast de kleurenbestanden is er ook een zwart-wit versie van de topografische kaart beschikbaar. Deze werd afgeleid van de kleurenbestanden en er werd gepoogd om zo weinig mogelijk van de symbologie van de oorspronkelijke data verloren te laten gaan. Zo zijn gebouwen, wegafbakeningen, wateroppervlakken, grasland, naald-, loofbossen en struikgewas nog duide-lijk te herkennen. Ook de hoogtelijnen en de annotaties werden in de zwart-wit versie weerhouden.De beelden worden opgeslagen als 1-bit, CCITT G4 gecomprimeerde geoTIFF-bestanden.

Andere OC-producten in opbouw zijn: landschapsatlas, bodemkaart, boskartering, gewestplan vector en raster.Voor meer informatie: rubriek OC-producten op website http://www.gisvlaanderen.be of e-mail [email protected]

18

Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen

Mededelingen

informatie voorziening en de ontwikkeling van (voornamelijk elektronische) dienstverlening.

Op vlak van coördinatie wordt ingegaan op de problematiek van de meta-informatie en de normeringen, alsook op de samenwerking met andere bestuursniveaus. Inzake geo-informatievoorziening wordt aandacht besteed aan de opbouw van referentie- en themabestanden, de gronddatabank en de organisatorische aspecten inzake beheer, distributie en bijhouding. Het domein van de dienstverlening omvat 2 luiken, met name de snel groeiende en cruciaal geworden elektronische dienstverlening in de context van e-government, alsook de traditionele dienstverlening voor de partners van het samenwerkingsverband.

De integrale tekst van het GIS-Vlaanderen-plan is beschikbaar op de website van GIS-Vlaanderen op adres: http://www.gisvlaanderen.be.

Goedkeuring GIS-Vlaanderen-plan

Het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen beschikt over een decretaal vastgesteld drietrapsplanningsproces. Het overkoepelend en strategisch plandocument dat door de stuurgroep GIS-Vlaanderen opgesteld wordt is het GIS-Vlaanderen-plan, dat de krachtlijnen uittekent van het GIS-beleid voor de komende 5 jaar. Hierbij wordt uitgegaan van de actuele situatie van het samenwerkingsverband, de te realiseren beleidsintenties van de Vlaamse regering, en de te verwachten maatschappelijke en technologische evoluties. Hieruit wordt een wensbeeld geformuleerd dat we met het samenwerkingsverband willen bereiken in 2005, om van daaruit meer concrete strategische doelstellingen te formuleren.

De strategische doelstellingen worden ontplooid voor 3 hoofdthema’s, nl. coördinerende activiteiten, geo-

Nieuwe stuurgroep GIS-Vlaanderen

De stuurgroep is het sturend orgaan van het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen. Nieuw in het decreet houdende GIS-Vlaanderen is dat naast het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de Vlaamse Openbare Instellingen, nu ook de Provincies en Steden

en Gemeenten officieel vertegenwoordigd zijn. Minister Van Grembergen heeft op 21 juni 2001 de benoeming van de leden van de stuurgroep in zijn nieuwe samenstelling bekrachtigd. De stuurgroep GIS-Vlaanderen is belast met de beleidsvoorbereiding van GIS-Vlaanderen en heeft de belangrijke taak om de ontwikkelingsrichting van GIS-Vlaanderen uit te werken.

Samenstelling van de Stuurgroep GIS-Vlaanderen

Voorzitter: Afgevaardigde van de Vlaams minister bevoegd voor GIS-Vlaanderen,

- Mevr. Ingrid Vanden Berghe

Leden:Afgevaardigden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap- Dhr. Gilbert KOLACNY, departement Leefmilieu en Infrastructuur, domein ruimtelijke ordening - Dhr. Dick VAN STRAATEN, departement Leefmilieu en Infrastructuur, domein leefmilieu- Dhr. Yvan VERBAKEL, departement Leefmilieu en Infrastructuur, domein openbare werken en vervoer- Dhr. Stefaan SWAELS, departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw, domein binnenlandse aangelegenheden

- Mevr. Marleen DE CEUKELAIRE, departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw, domein economisch beleid- Dhr. Luc DESCAMPS, departement Algemene Zaken en Financiën, domein planning en statistiek

Afgevaardigden van de Vlaamse Openbare Instellingen:- Dhr. Peter VAN DEN BOSCH, Vlaamse Huisvestingsmaatschappij- Dhr. Guido CLERX, Vlaamse Landmaatschappij- Dhr. Johan JANDA, Vlaamse Milieumaatschappij- Dhr. Jos MESSIAEN, Vlaamse Vervoermaatschappij

Afgevaardigde van de Vlaamse Provincies:- Dhr. Valère CORNELIS

Afgevaardigden van de Vlaamse Steden en Gemeenten:- Dhr. Tuur VAN WALLENDAEL- Dhr. Patrick MUNDUS- Dhr. Filip MEURIS

SAME

NWER

KING

VOOR

HET

OPT

IMAA

L GEB

RUIK

VAN

GEOG

RAFIS

CHE I

NFOR

MATIE

IN V

LAAN

DERE

N ST

IMUL

EREN

EN CO

ÖRDI

NERE

N

18

19

Mededelingen

© Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen 2001

E00MIFMIDSHAPEDGNDXFSTARUNGEN

•••••••

VLAANDEREN

CD-GISVL-2001-18

Landschapsatlas

DIGITALE VECTORIËLE BESTANDEN VAN DE VLAAMSE LANDSCHAPSATLAS, TOESTAND 31/03/2001, OP SCHAAL 1/10.000OF 1/50.000, OPGEMAAKT DOOR HET MVG, LIN, AROHM,MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN

Landschapsatlas

De vraag naar een landschapsinventaris ontstond vanuit de nood aan een geobjectiveerde, gebiedsdekkende inventaris van het landschap en aan een holistische benadering van het landschap als reactie op de sectorale benaderingen. Dit holisme (het geheel is meer dan de som der delen) houdt voor landschap onder andere in dat niet alleen de landschapselementen het landschap bepalen maar ook hun onderlinge, historische, ruimtelijke en functionele relaties. Dit betekent ook dat de waarde van de afzonderlijke landschapselementen versterkt of verminderd wordt door de context waarin ze zich bevinden.

Het landschapsinventarisatieproject bestaat momenteel uit 2 delen die volledig complementair zijn. De landschapsatlas is de inventaris van de relicten van de traditionele landschappen. Het is een gebiedsdekkende, wetenschappelijk onderbouwde inventaris van het landschap aan het einde van de 20ste eeuw. De nadruk ligt op de inventarisatie van de landschapskenmerken van bovenlokaal belang met erfgoedwaarde. De landschaps-kenmerkenkaart vormt het tweede deel van dit project en is een aanvullende inventaris van de ruimtelijke landschapskenmerken van bovenlokaal belang.

In 1995 werd gestart met het eerste deel van dit project. Op basis van de aanwezige kennis en inzichten werd een snelsurvey gemaakt, waarbij werd uitgegaan van wat mensen waarderen in landschappen: samenhang, gaafheid en herkenbaarheid. Voor de traditionele landschappen werden op basis van een vergelijking tussen oude kaartdocumenten en recentere orthofoto’s de punt- en lijnrelicten in kaart gebracht. Daarnaast worden in de atlas ‘relictzones’ en ‘ankerplaatsen’ aangeduid.

Relictzones werden afgebakend waar waardevolle landschapselementen voorkomen in relatief gave, herkenbare onderlinge samenhang. Het zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering.

Ankerplaatsen zijn de meest landschappelijk waardevolle gebieden voor Vlaanderen. Ze vormen een geheel van verschillende, maar samen voorkomende erfgoed-elementen. Ze zijn binnen de relictzones uitzonderlijk inzake gaafheid of representativiteit, nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving, of zijn uniek. De precieze afbakening van deze ankerplaatsen vergroot de gebruiksmogelijkheden van de atlas en maakt een betere integratie in de ruimtelijke ordening mogelijk.

Het eerste deel resulteert in 2 eindprodukten: een boek ‘Nieuwe impulsen voor de landschapszorg. De Landschapsatlas, baken voor een verruimd beleid’ en een cd-rom ‘Landschapsatlas’ De landschapsatlas bestaat uit digitale kaarten, opgemaakt als GIS-lagen, die gekoppeld zijn aan een databank met fiches van de relicten. De beschrijvingen op deze fiches geven de waarden, verstoringen en de beleidswenselijkheden weer. Het resultaat is een op middenschaal gebiedsdekkende landschapsinventaris van Vlaanderen op het einde van de 20ste eeuw. Het boek beschrijft de gebruikte methode, geeft een overzicht van resultaten en gebruiksmogelijkheden en bespreekt één relictzone en één ankerplaats per Vlaamse provincie.

Een van de belangrijkste resultaten van deze inventarisatie is dat maar liefst 16,25 % van het Vlaamse grondgebied het statuut ankerplaats verdient en dat Vlaanderen - in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht - dus nog relatief rijk is aan waardevolle landschappen.

De gebruiksmogelijkheden van de landschapsatlas zijn groot en zullen nog beter bekend worden door het gebruik. Het beschermen van landschappen hoeft niet langer adhoc te gebeuren want de landschapsatlas levert een mooi overzicht van de beschermenswaardige landschappen. De landschapsatlas kan gebruikt worden voor een gebiedsgerichte aanpak van de landschapszorg en om de algehele verschraling en versnippering tegen te gaan. Binnen de relictzones zal een financiële bijdrage worden verleend voor maatregelen gericht op het duurzaam behoud, het herstel of de ontwikkeling van Kleine Landschapselementen (KLE). V.z.w.’s Regionale Landschappen zijn al enkele jaren werkzaam in streken rijk aan relictzones. Naast hun bestaande taak in het natuurbehoud krijgen zij een nieuwe taakstelling bij die bestaat uit het stimuleren en promoten van integrale landschapszorg binnen hun werkingsgebied.

Het boek en cd-rom kosten 1500 BEF en kunnen besteld worden per brief (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen, T.a.v. Diane Torbeyns, Gebouw Graaf de Ferraris, Koning Albert II-laan, 20 bus7, 1000 Brussel), per e-mail ([email protected]) of door overschrijving (1500 BEF op rekeningnummer 091-2206040-95 met vermelding ‘Boek Landschapsatlas’).

Bron : Monumenten en Landschappen

20

Wenst u de nieuwsbrief in de toekomst nog te ontvangen ?

Gelieve tegen 1 september 2001 onderstaande antwoordstrook ingevuld terug te sturen naar :VLM afdeling OC GIS-Vlaanderen,Gulden-Vlieslaan 72, 1060 Brussel, fax : +32 (0)2 543 73 95

Na deze datum worden de niet geactualiseerde gegevens uit het bestand verwijderd!

De heer Mevrouw

Voornaam : Naam :

Functie :

Organisatie (+ afdeling) :

Adres :

Straatnaam : Huisnr : Bus :

Postcode : Gemeente :

Land :

Tel : Fax :

E-mail :